SCHOOLGIDS. Schooljaar

SCHOOLGIDS Schooljaar 2015-2016

Pater Ullingsstraat 3 6023 AM Budel-Schoot Tel.: 0495-494343 Directeur: 0612326731 Email: [email protected] Website: www.dewereldwijzer.eu

Een woord vooraf Scholen verschillen steeds meer in de manier waarop zij werken, in de sfeer en in de resultaten. Daarom is het goed om een en ander vast te leggen in een document: De schoolgids. Deze is bedoeld voor ouders die nu kinderen op school of peuterspeelzaal hebben en voor ouders die van plan zijn hun kind bij ons op te geven. Waarom een schoolgids voor ouders? Deze gids is een verantwoording aan de ouders die kinderen op onze school hebben. Aan toekomstige ouders leggen we uit, wat ze mogen verwachten, als hun kind op onze school komt, welke afspraken er liggen en wat wij van u mogen verwachten. Mede op grond van deze informatie kunnen ouders bepalen of De Wereldwijzer een goede keuze is. U, als ouder, kunt naar aanleiding van deze gids in gesprek gaan met het team, bestuur, ouderraad en MR. Wat staat er in deze schoolgids? We beschrijven hoe onze school is, wat onze visie en missie is, wat wij doen, wat wij denken, en hoe wij met kinderen om willen gaan. Daarnaast kunt u er praktische informatie in terugvinden. Voor een compleet overzicht kunt u de inhoudsopgave raadplegen. Instemming medezeggenschapsraad (MR) De MR heeft instemming verleend voor wat betreft de inhoud van deze gids. Wij hopen, dat u deze gids met genoegen zult lezen en dat daardoor een duidelijk beeld ontstaat over De Wereldwijzer. Wij publiceren de gids op onze website www.dewereldwijzer.eu

Team De Wereldwijzer

Schoolgids RK Basisschool De Wereldwijzer schooljaar 2015-2016

-1-

Inhoudsopgave

0.

Verantwoording en vooruitblik 0.1 Verantwoording van onderwijs en beleid 0.2 Vooruitblik 2015-2016 1.2 De school 1.3 Naam en geschiedenis 1.4 1.1 1.2 Visie en missie 1.5 1.3 Situering van de lokalen 1.6 1.4 School- en groepsgrootte 1.5 Schoolbestuur 1.6 Medezeggenschap 1.6.1 Medezeggenschapsraad 1.6.2 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad 1.7 Het veiligheidsplan

blz. 4

2.

Waar de school voor staat 2.1 Doelstelling 2.2 Grondslag en identiteit 2.3 Communie & Vormsel

blz. 14

3.

De organisatie van het onderwijs 3.1 Schoolorganisatie 3.1.1 Groepsindeling 3.1.2 Groepering 3.2 Schoolafspraken 3.3 Manier van werken 3.4 Samenstelling directie en team 3.5 Urenverdeling per groep 3.6 Peuterspeelzaal “de Kruimelhoek”

blz. 15

4.

De inhoud van het onderwijs Vak- en vormingsgebieden

blz. 18

5.

De zorg voor de kinderen 5.1 De opvang van nieuwe leerlingen in de school 5.2 Het volgen van de ontwikkelingen 5.3 De zorg voor kinderen met speciale behoeften 5.4 Kinderen met een “rugzakje” 5.5 Verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs 5.6 Pestprotocol 5.7 De doorstroom naar het voortgezet onderwijs 5.8 Overige activiteiten 5.9 Verkeerscommissie

blz. 21

1.


Blz. 6 blz. 10

-2-

6.

Het schoolteam 6.0 Het schoolteam 6.1 Vervanging 6.2 Stagiaires en vrijwilligers 6.3 Scholing leerkrachten 6.4 Taakverdeling

blz. 30

7.

De ouders 7.1 7.1.1 7.1.2 7.1.3 7.1.4 7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.3 7.2.4 7.2.5 7.2.6 7.2.7 7.2.8 7.3 7.4 7.5

blz. 31 Betrokkenheid binnen de school Ouderraad Overblijfmogelijkheden Klassenouders Verkeersbrigadiers Informatievoorziening aan ouders Schoolgids Informatieavond De Wijzer Schoolkalender Rapporten 10-minutengesprekken Schoolkrant Website Ouderbijdrage. Klachtenregeling Code Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

blz. 34

blz. 35

8.

De ontwikkelingen van het onderwijs in de school 8.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school 8.2 Passend onderwijs De Kempen 8.3 Kwaliteitsverbetering 8.4 Zorg voor de relatie school en omgeving 8.5 Inspectie

blz. 37

9.

“Gezondheidszorg” 9.1 Centrum Jeugd en Gezin 9.2 Jeugd Maatschappelijk Werk 9.3 Jeugdgezondheidszorg G.G.D. 9.4 Schoolverzekeringen

blz. blz. blz. blz. blz.

10.

Regelingen school- en vakantietijden 10.1 Schooltijden 10.2 Vakantierooster en vrije dagen 10.3 Leerplicht 10.4 Verlofregelingen 10.5 Ongeoorloofd schoolverzuim 10.6 Melding van ziekte, bezoek aan arts, tandarts, enz.

blz. 45

11.

Namen en adressen.

blz. 47

12.

Waar vind ik wat??

blz. 49


42 42 43 43 44

-3-

0

Kiezen voor verantwoording (terug)

0.1

Verantwoording van onderwijs en beleid 2014-2015 In het schooljaar 2014/2015 is er hard gewerkt aan de plannen die wij ons hadden voorgenomen en waarvan wij aannamen dat we deze zouden kunnen realiseren. Om U als ouders blijvend te betrekken bij de ontwikkelingen op onze school werden en worden onze voornemens opgenomen in de schoolgids. Wanneer wij spreken over het verhogen van de kwaliteit, heeft dit betrekking op actuele ontwikkelingen in ons onderwijs zoals die elk jaar vastgelegd worden in ons onderwijsbeleidsplan. In dat plan staan alle voornemens die wij voor elk nieuw schooljaar opstellen op een rijtje. Er wordt tevens bij gezet hoe wij deze zaken willen aanpakken met als doel de kwaliteit van ons onderwijs te verbeteren en aan te passen aan de nieuwe, reële eisen van onze tijd. De onderwerpen uit het plan van het achter ons liggende schooljaar zullen eerst, samengevat, de revue passeren. “Wat is er van onze voornemens terecht gekomen?“  Lokaal onderwijs beleid. Net als voorgaande jaren hebben we afgelopen schooljaar weer meegedaan aan de activiteiten van het leesbevordering-programma “ De Rode Draad “. Dit programma komt tot stand mede door de inspanningen van Bibliotheek “De Kempen” afd. Cranendonck. Dit programma wordt door de leerlingen zeer positief ervaren. Als school willen wij hier de komende jaren nog mee doorgaan  Het Brabants Veiligheidslabel. Het afgelopen schooljaar heeft de verkeerscommissie wederom activiteiten georganiseerd op het gebied van de verkeersveiligheid. In alle groepen zijn diverse activiteiten op het gebied van de verkeersveiligheid gedaan. De BVL commissie heeft geoordeeld dat onze school nog steeds voldoet aan de eisen van het Brabants Verkeers Label. De komende jaren zullen verkeer en veiligheid prominent op de schoolagenda staan.  Zelfstandige werken. Het zelfstandig werken is intussen helemaal ingebed in onze school. In groep 4 wordt begonnen met dagtaken, in groep 5 wordt hiermee verder gegaan. In groep 6 wordt er geleidelijk aan overgaan naar weektaken, de groepen 7 en 8 werken met weektaken. Het afgelopen schooljaar 14//15 hebben we de groepen 5,6 en 7 onder leiding van twee leerkrachten gebracht. In dit concept was zelfstandig werken een van de pijlers van het onderwijs. Deze manier van werken wordt zeer goed beoordeeld en wordt dit schooljaar doorgezet. Doordat kinderen zelfstandig werken kunnen leerkrachten extra aandacht besteden aan de individuele leerling die op een bepaald vlak hulp nodig heeft. De weektaken bieden de mogelijkheid om op niveau te werken. De leerlingen scoren bij de LOVS toetsen een bepaald gemiddelde en hier worden de weektaken middels een groepsplan op aangepast. Dit schooljaar krijgen de leerlingen in de groepen 1-2-3 ook steeds vaker te maken met zelfstandig werken.  Kwaliteitszorg. Dit jaar hebben we verder gewerkt aan groepsoverzichten en de kwaliteit van de zorg. Naast het ons verder bekwamen in het werken met groepsplannen, middels een aantal studiebijeenkomsten, hebben we ons verder georiënteerd op het handelingsgericht werken. Dit staat op blz. 7 nader omschreven. Het afgelopen jaar hebben we gewerkt met groepsplannen voor de vakgebieden rekenen, lezen en spellen. Een groepsplan omvat een plan van aanpak met werken in diverse niveaugroepen binnen de groep. In een aantal blokken van 6 tot 10 weken hebben we met groepshandelingsplannen gewerkt en deze na elk blok geëvalueerd en verbeterd. Het team is zeer te spreken over deze werkwijze. Maar het blijft ook de komende jaren een cyclisch proces van verbeteren. De groepsplannen worden ingezet bij de overdracht van de leerlingen naar de volgende leerkracht. In het afgelopen schooljaar 14/15 hebben we het werken met groepsplannen uitgebreid voor de vakgebieden begrijpend lezen en sociaal-emotionele ontwikkeling.


-4-

 I. C. T. Ons hele netwerk is compleet en wordt up-to-date gehouden. De kinderen maken al vanaf groep 1 kennis met deze technologie. De computer wordt binnen het lesprogramma voor vele doeleinden gebruikt. De kinderen kunnen de computer gebruiken bij rekenen, taal, aardrijkskunde, verkeer, het maken van werkstukken, het oplossen van vraagstukken, enz. Dit jaar hebben we extra geïnvesteerd in programma’s voor taal en rekenen. Er zijn hiervoor programma’s aangeschaft die leerlingen in staat stellen op eigen niveau, gecontroleerd door de computer hun rekenen taalvaardigheid te verbeteren. Alle leerkrachten werken met verschillende toepassingen op het gebied van ICT. Zo zijn er afspraken dat elke leerkracht de leerling gegevens bijhoudt in Parnassys, de communicatie verloopt grotendeels via de portal van de school en de leerkrachten wordt gevraagd om op gezette tijden een bijdrage te leveren aan de website. Op onze school is in elk lokaal een digitaal schoolbord beschikbaar.  Onderwijskundig. Het afgelopen schooljaar hebben we ons via studiemiddagen gericht op het handelingsgericht werken. Ook het komende schooljaar gaan we daar mee door. Binnen het regionale onderwijsveld zijn meerdere scholen afgelopen jaar met dit project “Afstemming” gestart. (zie 02 punt 3) Door middel van groepsoverzichten, observaties en handelingsplannen willen we het onderwijsaanbod beter afstemmen op de individuele leerling. We stellen ons de vraag wat de onderwijsbehoefte van een leerling is. Dit is een stap in de richting van Passend Onderwijs, dat vanaf nu verplicht is.  Brigadieren. De leerlingen van groep 8 helpen, samen met (vrijwillige) ouders, als brigadier bij het oversteken van de leerlingen op het kruispunt Pater Ullingsstraat/Dwarsweg en Grootschoterweg, Zij krijgen hiervoor een korte opleiding van de politie.  EHBO. In groep 8 krijgen de leerlingen een Jeugd EHBO A cursus. Deze cursus wordt door gediplomeerde EHBO-moeders van school verzorgd. De cursus wordt afgesloten met een officieel EHBO examen en na een goed behaald resultaat ontvangen de geslaagden een diploma.


-5-

0.2

Vooruitblik op 2015-2016 (terug) 1. Team samenstelling. Op dit moment is het leerlingaantal sterk dalend. Wel hebben we weer te maken met wisselingen in de personeelsbezetting. Een leerkracht gaat met pensioen en een leerkracht heeft gekozen voor een nieuwe uitdaging op een andere school. Dus er zullen aanpassingen in de organisatie plaats vinden. Als team zien we deze veranderingen als kansen. Nieuwe mensen, nieuwe mogelijkheden. Bij deze veranderingen staat de vraag “Hoe kunnen we ons onderwijs sterker maken? ”altijd centraal. Het komende schooljaar hebben we vijf groepen verdeeld over acht leerjaren. In alle groepen werken we met meerdere leerkrachten. We willen het aantal leerkrachten in de groep zoveel mogelijk beperken tot max. 3. Het komende schooljaar bestaat het team uit een clusterdirecteur ( een directeur voor twee scholen), tien leerkrachten, een KO-er (kwaliteitsondersteuner), twee onderwijsassistenten en een conciërge. Samen staan we voor kwalitatief goed onderwijs voor de kinderen. 2.

Het beeld van de Wereldwijzer. Wij zien de kinderen op school als reiziger, zij zijn op doorreis. Dat idee van reizen werkt overal in door. Zo ook in de visie van de school, waar we de afgelopen tijd aan gewerkt hebben. Als reiziger heb je natuurlijk een koffer nodig. Waarom neem je een koffer mee op reis, en wat stop je in je koffer als je onderweg bent? En vooral, wat neem je in ieder geval niet mee. Als je teveel meeneemt heb je daar last van. Neem in ieder geval de dingen mee waarvan je zegt: Die kan ik gebruiken, die verwacht ik echt nodig te hebben. En als je onderweg iets zou missen, ga je daar ter plaatse naar op zoek. Dat beeld zit ook achter de visie van de school. De kinderen komen binnen en ze hebben een koffertje bij zich. In dat koffertje zit een klein vakje dat voor iedereen hetzelfde is. Dat is het vakje waar de spullen inzitten die iedereen overal nodig heeft. Maar het grootste deel van de koffer vul je zelf. Als je de school verlaat, heeft iedereen wel dezelfde koffer, maar de inhoud is niet bij iedereen dezelfde. Met zo’n koffer kun je verder de wereld in, niet om stil te gaan staan, maar om verder te gaan reizen. Een stuk wijsheid voor de toekomst. De Wereldwijzer. Eén woord, maar door de klemtoon te veranderen kun je de betekenissen die we er onder hebben gelegd benadrukken. Op school word je wijzer over de wereld waarin je leeft. Ons logo en het beeld in de voortuin van de school markeren die visie: een wereldbol met acht kringen er omheen. De acht groepen die je op school door loopt, waar je koffer gevuld wordt met de kennis en informatie, die jij nodig hebt voor het vervolg van je reis. De basisschool is een doorgang, daar blijf je niet eeuwig, je komt en vertrekt weer. Als je weggaat, ben je iemand anders geworden, je hebt je ontwikkeld en bent klaar voor de volgende etappe. Leerkrachten moeten tijdens dit proces teamspelers zijn, laten zien wat zij kunnen en samen op pad gaan. Niet door samen een idee te ontwikkelen en dat dan in je eigen klas uit te voeren, maar door het echt samen te doen, over de hele lijn een team zijn. Daarom hebben wij bij de verbouwing de muren gedeeltelijk weg laten halen. Die zijn vervangen door schuifwanden en glazen wanden en deuren. Daardoor is het heel transparant geworden. Je kunt daardoor bij elkaar in de keuken kijken. Dat is een stap waardoor je aan de ene kant laat zien hoe je onderwijs wilt vormgeven en aan de andere kant dat idee over onderwijs ook mogelijk maakt. Het streven voor de komende jaren is groepsoverstijgend leren verder te implementeren. We moeten ook leren denken in langere termijnen en ontwikkelingen. Niet ieder jaar iets aanpakken en dan het volgende jaar weer iets nieuws, maar een brede ontwikkeling met alle aspecten die daar bij horen. Dat is onderweg zijn, dat is reizen. En uiteindelijk gaat het om dat reizen, dat onderweg zijn, het zich ontwikkelen. En je moet vanuit die vraag kijken wat je nodig hebt om dat te kunnen doen.


-6-

3.

Onderwijskundig. Op onderwijskundig gebied moeten we als school bijblijven en ons steeds vernieuwen. Dit doen we het komende schooljaar door ons verder te verdiepen in het handelingsgericht werken. We willen ons onderwijs meer afstemmen op de onderwijsbehoefte van de kinderen. Het kind staat centraal in ons handelen en in het onderwijsaanbod. Om dit te kunnen realiseren zullen we onze groepsplannen en groepsoverzichten nog sterker moeten maken. Het aantal groepsplannen zullen we voor meerdere vakgebieden uitbreiden. We willen het komende schooljaar niet alleen naar de didactische vaardigheden kijken maar ook naar pedagogische en sociaal-emotionele aspecten. Hoe kunnen we deze in ons aanbod meenemen. Het handelingsgericht werken heeft zeven uitgangspunten:  Het gaat erom dat je denkt, kijkt, praat over wat een kind nodig heeft in plaats van hoe een kind is of doet; de onderwijsbehoefte van dit kind.  Het is de leerkracht die dit doet! Hoe de leerkracht denkt en wat de leerkracht nodig heeft, bepaalt het succes van de begeleiding.  Wij streven voortdurend naar bruikbare, haalbare adviezen en kijken daarbij vooruit in plaats van achteruit.  Er is samenwerking tussen leerkracht, kind, ouders en begeleiders.  Wij observeren, onderzoeken en bespreken de wisselwerking/interactie tussen kind, leerkracht, de groep en ouders. Wat heeft invloed op wat?  Wij gaan uit van positieve factoren en zijn op zoek naar mogelijkheden. We denken vanuit kansen.  Wij werken systematisch en zijn open en duidelijk naar elkaar. Ook het komende schooljaar blijven we aandacht besteden aan de taalontwikkeling van kinderen. Dit doen we door actief te werken aan de uitbreiding van de woordenschat. We gebruiken hiervoor de methode “Met Woorden In De Weer”. Het beschikken over een grote woordenschat en over een goede technische leesvaardigheid zijn voorwaarden voor goed begrijpend lezen, het belangrijkste vakgebied. Hiervoor hebben we het afgelopen schooljaar de methode “Nieuwsbegrip XL” ingevoerd. Het komende jaar gaan we verder met de implementatie hiervan. Om het technisch lezen op een hoger niveau te krijgen werken we ondersteuning van “Scholen aan Zet”. Voor leesbevordering en het vergroten van het leesplezier maken we ieder jaar in samenwerking met de bibliotheek gebruik van het project “De Rode Draad”. In groep 1-2 besteden we extra aandacht aan begrijpend luisteren. We voeren in de groepen 3 t/m 8 de nieuwste versie van Wereld in Getallen in. Op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling gaan we ons verder verdiepen in de methode “Zien”. Hiermee kunnen we de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen goed in beeld brengen en de opbrengstgegevens hiervan verwerken in het groepsoverzicht en groepsplan.


-7-

4.

Communicatie en samenwerking. Ook dit jaar wordt er aandacht besteed aan de kwaliteit van de communicatie intern en extern. Een goede communicatie en samenwerking onderling met betrekking tot onder andere de zorg is erg belangrijk. Het bevordert het soepele reilen en zeilen van de schoolorganisatie. Onderdeel van goede communicatie en samenwerking is ook een professionele houding. Dit schooljaar wordt hier door middel van een professionalisering traject extra aandacht aan besteed. De communicatie tussen directie en de leerkrachten onderling verloopt veelal via digitale kanalen. De portal, de website en de mail zijn hierbij van cruciaal belang. Uit de ouderenquête is gebleken dat de communicatie naar de ouders toe, vergeleken met de vorige tevredenheidspeiling, verbeterd is. Toch blijft het zorg dragen voor een goede communicatie een belangrijk punt van aandacht. Veranderingen ten opzichte van vroegere jaren zijn: “De Wijzer” wordt digitaal aan alle ouders gestuurd, de school heeft een vernieuwde website en voor het schooljaar 15/16 is een duidelijk schema opgesteld waarin is aangegeven wanneer de directeur op school aanwezig is.

5.

Kwaliteitsondersteuner. De kwaliteitsondersteuner heeft in 2011-2012 haar intrede gedaan. Zij begeleidt het gehele traject op het gebied van zorg. Ze werkt daarbij nauw samen met de leerkrachten en de directeur. Ze zorgt niet alleen voor de ondersteuning bij zorgleerlingen, maar ook voor begeleiding bij het goed en deskundig in kaart brengen van de leerlingenzorg. Ook de ondersteuning en begeleiding die de coördinator kan bieden aan de leerkrachten wordt verder geprofessionaliseerd. Voor onze school is dat mevr. J. Hendriks.

6. Ons taalonderwijs: De resultaten op het gebied van taal vertonen een stijgende lijn maar verdienen nog steeds extra aandacht. Door extra investeringen in aandacht, lessen, instructie, methode en werkwijze willen wij de opbrengsten in korte tijd verbeteren. Het doel was om uiteindelijk in het schooljaar 2014-2015 de opbrengsten boven de minimumnormen van de inspectie te hebben. Dit doel is grotendeels gehaald. Ons nieuwe doel is het borgen en verder uitbouwen van deze kwaliteit Het is belangrijk dat de leerkrachten dezelfde visie op goed taalonderwijs delen. De einddoelen, de groepsdoelen en de minimumdoelen moeten specifiek worden geformuleerd. In de groepsplannen staat helder aangegeven op welke wijze de opbrengsten worden bereikt. In het verbeterplan taal staan de doelen op langere termijn. Het doel is om maximaal 15% D/E-scores te halen. In het jaarlijkse schoolontwikkelingsplan komen de deelaspecten te staan.


-8-

8.

I.C.T. Op school zijn alle computers aangesloten op SKOOL, waarbinnen ook het gehele technische beheer geregeld wordt. Alle programma’s zijn in een keer opnieuw geïnstalleerd, waardoor het optimaal werken met de computer voor en door kinderen een feit is. De ontwikkelingen op het gebied van ICT worden op Skozok niveau gevolgd. Elke groep heeft de beschikking over een digitaal schoolbord. Dit medium biedt de mogelijkheid om de lessen op een aansprekende manier vorm te geven.

9. Pestprotocol. (terug) Op iedere school moet er rekening mee worden gehouden dat er van tijd tot tijd gepest kan worden. Wij zijn hier erg alert op en wanneer er pestgedrag geconstateerd wordt hier zo snel mogelijk op ingesprongen door met de betreffende kinderen in gesprek te gaan. We willen echter pro actief aan dit probleem werken. Door regelmatig met de kinderen te spreken over “Goed gedrag” willen we een attitude verandering te weeg brengen. In het zorgplan is een pestprotocol opgenomen. Hierin staat beschreven hoe de school met pesters, gepesten en hun ouders omgaat. Op school worden in elke groep “groepsregels” opgesteld. Hier worden de afspraken in vastgelegd die in de groep zijn afgesproken om ongewenst gedrag in de groep te voorkomen. In het schooljaar 14/15 willen we ook op schoolniveau gedragsregels centraal stellen. Aan deze specifieke regel wordt dan in de klas extra aandacht besteed en deze regel wordt ook via de Wijzer met de ouders gecommuniceerd.


-9-

1

DE SCHOOL (terug)

1.1

Naam en geschiedenis. De school is in 1976 vernoemd naar een van de voormalige voorzitters van ons schoolbestuur (Bert van Gils). Hij heeft destijds de bouw van de huidige locatie gerealiseerd gekregen. Voorheen heette onze school Lagere School “St. Antonius”. Deze school was opgericht in 1907. Toen in 1985 de Basisschool een feit werd is de Maria-kleuterschool toegevoegd aan de Bert van Gilsschool. Vanaf 30 augustus 2007 is de school, na een ingrijpende verbouwing, verder gegaan onder de naam “De Wereldwijzer”. Sindsdien is de peuterspeelzaal “De Kruimelhoek” ook in hetzelfde gebouw ondergebracht met de bedoeling om te komen tot een brede samenwerking. De school is de enige school in Budel-Schoot en neemt als zodanig een centrale plek in, in de gemeenschap.

1.2

Visie en missie. De visie en missie van SKOzoK. Missie: De SKOzoK scholen vormen een krachtige leeromgeving waarin kinderen en volwassenen uitgedaagd worden om in een positieve sfeer samen veel te leren. Visie: We verzorgen eigentijds, kwalitatief goed onderwijs, waar de mogelijkheden en interesses van het kind centraal staan. De leerling leert in dialoog met medeleerlingen, de leerkracht en de omgeving. We bieden een passend onderwijsarrangement aan zo dicht mogelijk bij de plek waar het kind woont. SKOzoK is een open en lerende omgeving voor de medewerkers waarin op professionele wijze wordt gewerkt. Dit houdt onder andere in dat we verantwoordelijkheid nemen, afspraken nakomen en voorbeeldgedrag belangrijk vinden en dat we elkaar hier op aanspreken. We hebben een actieve en duurzame samenwerkingsrelatie met ouders, ketenpartners en gemeenten. Onze organisatie wordt gedreven door efficiëntie en effectiviteit om de beschikbare middelen zo goed mogelijk te benutten. We beschikken over relevante managementinformatie om te kunnen sturen op kwaliteit en continuïteit.


- 10 -

Deze visie en missie, vertaald naar De Wereldwijzer. Missie: “Katholieke basisschool De Wereldwijzer, de school waar leerlingen en leerkrachten volop kansen krijgen hun talenten te ontdekken, tot ontplooiing te brengen en te benutten”. Visie: 1. Tegemoet komen aan de basisbehoeften relatie, competentie en autonomie.  Er wordt gezorgd voor een klimaat waarin de basisbehoeften, relatie, competentie en autonomie vervuld kunnen worden. 2. Zoveel mogelijk zelfstandigheid, eigen keuzes, eigen initiatieven.  Er is sprake van een krachtige leer- en werkomgeving, een veilig en inspirerend leerklimaat, waar - leerlingen initiatieven mogen tonen, leerlingen de kans krijgen dat wat ze zelfstandig kunnen ook zelfstandig te doen, - leerlingen mede verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen leerproces. 3. Een positieve houding ten aanzien van verschillen.  Iedere leerling krijgt de kans om te leren. Mogelijkheden van de leerling en het leerstofaanbod zijn daar waar mogelijk op elkaar afgestemd. Verschillen tussen leerlingen vormen geen probleem, maar een uitdaging. Deze verschillen worden actief gebruikt in het versterken van het leerproces! 4. Veel mogelijkheid tot actief leren en tot samenwerkend leren.  Bij het onderwijs wordt ervan uitgegaan dat leren een actief proces is. Leerlingen krijgen de gelegenheid voor interactie en samenwerkend leren. Er wordt gestreefd naar een hoge betrokkenheid van leerlingen. 5. Veel gebruik van ICT.  ICT is ingebed in de werken leeromgeving als belangrijk leermiddel 6. De kenmerken van de lerende organisatie.  De leerkracht geeft het goede voorbeeld en wil zelf leren, durft kritisch naar zichzelf te kijken, maakt gebruik van reflectie en is op deze manier de juiste persoon om de leerprocessen te begeleiden

1.3

De situering van de lokalen

Het gebouw ligt aan de Pater Ullingsstraat nr.3, een zijstraat van de Grootschoterweg. Brigadiers zorgen er voor dat kinderen deze drukke straat steeds veilig over kunnen steken.


- 11 -

1.4

School- en groepsgrootte. Onze school telt ongeveer 120 leerlingen, komend jaar verdeeld over 8 groepen in 6 lokalen. Het aantal leerkrachten is afhankelijk van het aantal leerlingen en bedraagt voor het schooljaar 2015/2016 5,38 Wtf. Deze beschikbare formatie wordt over 10 leerkrachten verdeeld

1.5 Schoolbestuur. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor het beleid en moet voorwaarde scheppend zijn op vele terreinen; bijv. financiën, huisvesting, onderwijsbeleid, personeelsbeleid en identiteit. Onze school is sinds 1 januari 1997 aangesloten bij de Stichting Katholiek Onderwijs Zuidoost Kempen (SKOZOK). Dit bestuur is ontstaan uit de fusie van een aantal schoolbesturen uit Bergeijk, Cranendonck, Leende, Valkenswaard en Waalre. SKOZOK vormt het bestuur van 31 basisscholen en 1 speciale school voor basisonderwijs. Het adres vindt u achter in de schoolgids. 1.6

Medezeggenschap

1.6.1

Medezeggenschapsraad. Elke school is volgens de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO) uit 1992 verplicht een medezeggenschapsraad (MR) te hebben. Op deze manier is de medezeggenschap van ouders en personeel formeel geregeld en kunnen zij invloed uitoefenen op beslissingen. De M.R. van onze school bestaat uit 6 leden. Drie leden worden gekozen uit en door de ouders en 3 uit en door het team. De zittingsduur is 3 jaar. Aan het begin van ieder schooljaar worden er verkiezingen gehouden. In het medezeggenschapsreglement staat precies aangegeven, wanneer de MR instemmingsrecht en wanneer ze adviesrecht heeft. Het bestuur (directie) heeft de plicht de MR te informeren over belangrijke onderwerpen. De MR heeft bij het nemen van beslissingen instemmings- en/of adviesrecht. De MR overlegt met de directie over schoolspecifieke zaken zoals:  Het beleid i.v.m. besteding van gelden van de school  Het gebruik van gebouwen  De aanschaf van nieuwe lesmethodes  Veiligheid op school  De schoolgids  Het zorgplan  Het schoolreglement Vaststellen of wijzigen van het schoolplan In het medezeggenschapsreglement staat precies aangegeven, wanneer de MR instemmingsrecht en wanneer ze adviesrecht heeft. De MR beschikt daarnaast over initiatiefrecht: de raad kan zelf onderwerpen aandragen als zij daar behoefte toe voelt. De vergaderingen van de MR zijn in principe openbaar en worden ± 6 keer per jaar gehouden. De betreffende data kunt u in de schoolkalender terugvinden. Voor meer uitgebreidere informatie kunt u het reglement van de MR (website) raadplegen. U kunt ook mondeling aan de MR toelichting vragen.

1.6.2

De Gemeenschappelijk Medezeggenschaps Raad. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) is een overkoepelend orgaan, dat alle scholen die horen bij de Stichting Skozok vertegenwoordigt. De GMR heeft rechtstreeks overleg met het bestuur (bovenschools manager). De GMR heeft een eigen reglement, waarin opgenomen is op welke punten de GMR instemmings-, dan wel adviesrecht heeft. Het gaat hierbij om niet-schoolgebonden zaken. De scholen zijn verdeeld over 5 regio’s, die ieder een ouder en een leerkracht leveren voor de GMR. Zodoende bestaat de GMR uit 10 leden, 5 ouders en 5 leerkrachten.


- 12 -

1.7

Het veiligheidsplan.

Volgens de arbeidsomstandighedenwet is het iedere instelling in Nederland – en dus elke school – verplicht om beleid te voeren op het terrein van agressie en geweld. . We wille We willen dat SKOzoK-scholen veilige scholen zijn. Dat wil zeggen dat alle betrokkenen zich daar veilig en prettig kunnen voelen. Dat geldt voor leerlingen, leerkrachten, onderwijsondersteunend personeel, stagiaire stagiaires en ouders. Onze missie is dat op SKOzoK-scholen door leerlingen, leerkrachten en andere betrokkenen met plezier veel geleerd wordt. Dat kan alleen als iedereen zich op school veilig voelt. In een veilige school vertrouw je elkaar, respecteer je elkaar, heb je positieve verwachtingen van elkaar, werk je samen. Er is duidelijkheid over wat er van jou verwacht wordt en wat je van elkaar kunt verwachten. Zo’n schoolklimaat willen we met elkaar maken. In het schoolplan en de schoolgids staat duidelijk verwoord hoe vorm gegeven wordt aan het pedagogisch klimaat dat de school voorstaat. In het veiligheidsplan beschrijven we wat we doen om dit veilig klimaat te bewerkstelligen, vast te houden en te verbeteren. Een veiligheidsplan is een verplichting voor iedere school. Maar het gaat niet alleen om het hebben van zo’n plan. Een veilige school is zich bewust van de noodzaak om op het punt van veiligheid beleid te voeren, normen te stellen, gedrag af te spreken en toepassing daarvan te handhaven. In het veiligheidsplan staat beschreven wat het schoolbeleid ten aanzien van de veilige school inhoudt. Voor onze scholen geldt dat dit niet het sluitstuk is van beleid, maar het begin van actie.


- 13 -

2

WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT (terug)

2.1

Doelstelling. Onze school: een omgeving om te leren. Wanneer een kind basisveiligheid geniet, is een uiterst belangrijke voorwaarde vervuld om tot doelmatig leren te komen. Dat vinden wij als leerkrachten van De Wereldwijzer belangrijk en wij willen er dan ook alles aan doen om het kind in staat te stellen tot goed leren te komen. Wij denken hierbij aan een duidelijke structuur, taakgerichtheid, orde, regelmaat en zelfstandigheid. Gedurende het verloop van het leerproces volgen wij kinderen systematisch en nauwgezet. Hierdoor gebruiken wij landelijke methoden (o.a. CITO) en methodegebonden toetsen en observaties. Mocht het met een kind (tijdelijk) minder gaan, dan maken de leerkrachten gebruik van hulpprogramma’s of remediërende programma’s om de zwakkere kant van het kind sterker te maken. Om tot een eenduidige registratie te komen gebruiken we het programma Parnassys. Alle leerkrachten verwerken de leerling gegevens in Parnassys.

2.2

Grondslag en identiteit. Wij vinden dat het katholieke karakter herkenbaar moet zijn in het omgaan met elkaar. Hoe doen we dat?  Over normen en waarden, die we willen overbrengen, wordt niet alleen gepraat, ze moeten in de dagelijkse praktijk teruggevonden worden.  De verschillen die er zijn tussen kinderen willen we gerespecteerd en gewaardeerd zien.  We willen de kinderen leren, kritisch tegen de maatschappij aan te kijken en daarin hun eigen verantwoordelijkheid te dragen.  We gaan ervan uit dat iedereen het beste voor heeft. We willen daarom vertrouwen in elkaar opbrengen.  Veel waarde wordt gehecht aan samenwerken, elkaar helpen en samen delen.  Het katholieke karakter van onze school blijkt ook uit zaken die direct verband houden met de katholieke geloofstraditie, zoals:  De Catechese lessen  Het directe contact met de kerk, o.a. door de Eerste Communie, het Vormsel, de kerstviering, enz.  Waar mogelijk wordt er aandacht besteed aan het maken van keuzes vóór rechtvaardigheid, tegen discriminatie, tegen vooroordelen, enz.

2.3

Communie & Vormsel. De Eerste communie. De kinderen van groep 4 worden in de gelegenheid gesteld om hun eerste communie te doen. Daarbij is het vooral de taak van de ouders om hun kind(eren) op het ontvangen van dit sacrament voor te bereiden. Natuurlijk kunt u bij de voorbereiding rekenen op de volledige steun en medewerking van onze school. Het Vormsel. De kinderen van groep 8 kunnen, voor zij de school verlaten, het sacrament van het Vormsel ontvangen. De voorbereiding vindt plaats onder begeleiding van een parochiale werkgroep. Over de datum van de toediening van het Vormsel wordt u tijdig op de hoogte gesteld.


- 14 -

3

DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS (terug)

3.1

Schoolorganisatie

3.1.1

Groepsindeling 2015-2015 Groep

ma

di

wo

do

vr

1

juffr. Wilma

juffr. Wilma

juffr. Cindy

juffr. Cindy

juffr. Cindy

2

juffr. Wilma

juffr. Wilma

juffr. Cindy

juffr. Cindy

juffr. Cindy

3

juffr. Joke

juffr. Joke

juffr. Cindy

juffr. Cindy

juffr. Cindy

4

juffr. Marian

juffr. Marian

juffr. Wilma

juffr. Wilma

juffr. Wilma

5

juffr. Marian

juffr. Marian

juffr. Wilma

juffr. Wilma

juffr. Wilma

6

juffr. Thea

juffr. Ilse

juffr. Thea

juffr. Marian

juffr. Thea

7

juffr. Bertie

juffr. Rian

juffr. Rian

juffr. Bertie

juffr. Ilse

8

juffr. Bertie

juffr. Ilse

juffr. Evi

juffr. Ilse

juffr. Evi

3.1.2

Groepering Het aantal leerkrachten wordt komend schooljaar vastgesteld op grond van het aantal leerlingen op 1 oktober 2015. De kinderen zijn verdeeld over 5 lokalen. We proberen de groepen zo klein mogelijk te houden. In deze groepen moet een goede basis gelegd worden. Het is erg belangrijk dat problemen vroegtijdig gesignaleerd en aangepakt worden. De kinderen zijn voornamelijk verdeeld over leeftijdsjaarklassen, de zogenaamde homogene groepen.

3.2

Schoolafspraken Netheid en hygiëne op school. Waar veel mensen dagelijks in een vrij kleine ruimte verblijven, en dit geldt des te meer bij kinderen, zijn sporen van dit verblijf duidelijk waar te nemen. Het schoonmaakbedrijf Essentials houdt het gebouw schoon. Namens dit bedrijf wordt de schoonmaak door één persoon uitgevoerd De kinderen kunnen daarbij goed helpen door:  De wc’s netjes te houden  De wastafels in de klassen zorgvuldig te gebruiken  Geen afval op de speelplaats te gooien maar het in de daarvoor bestemde afvalbakken te deponeren  In de klassen geen rommel op de grond of achter de radiatoren te gooien maar in de prullenbak Wij letten op school scherp op deze zaken. Wanneer u hier thuis ook op let, leren de kinderen spontaan hun eigen leefmilieu schoon te houden. Jong geleerd is oud gedaan. Aan het begin van ieder schooljaar worden de schoolafspraken in de groepen besproken. We verwachten van de kinderen dat ze zich aan de afspraken houden.


- 15 -

De Schoolafspraken: 1

2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

3.3

De verkeersbrigadiers zijn er pas een kwartier voor aanvang van de school. Pas vanaf die tijd kunnen ze je helpen met oversteken. Zorg er dan ook voor, dat je er niet vroeger bent. Je mag een kwartier voor schooltijd op de speelplaats gaan spelen. De speelplaats is om op te spelen. Fietsen is daarom te gevaarlijk. De brigadiers willen niet te lang wachten. Ga daarom zo snel mogelijk naar huis. Het zebrapad is voor voetgangers. Dus pas fietsen als je overgezet bent. Kom voor school en in het speelkwartier alleen binnen als je toestemming hebt. Je gaat door de eigen deur naar binnen en naar buiten. In de gangen is geen ruimte om te spelen en te rennen. Wacht daarmee tot je buiten bent. Wanneer je niet bij de fietsenstalling hoeft te zijn, blijf je er uit de buurt. Om te klimmen hebben we speeltoestellen op de speelplaats staan. Hekken, afrasteringen en poorten zijn daar niet voor bedoeld. Op de speelplaats kun je altijd terecht bij de meester of juffrouw die buiten is. Als het nodig is praat hij/zij hierover met je eigen meester/juffrouw. We proberen de speelplaats schoon te houden. Daarom hebben we afvalbakken op de speelplaats staan. Gymspullen blijven frisser als je ze meteen mee naar huis neemt. Op deze manier gaan ze ook niet verloren.

Manier van werken Bij de jongste kleuters wordt geprobeerd zoveel mogelijk aan de voor deze leeftijd kenmerkende voorkeuren tegemoet te komen. Er moet daarbij een evenwicht zijn tussen enerzijds een zo groot mogelijke mate van keuzevrijheid en anderzijds een programma met gerichte opdrachten. In groep 2 wordt het werken aan een gerichte opdracht, naast de keuzevrijheid, steeds belangrijker. Een deel van de dag bestaat uit het werken of bezig zijn aan een verplichte opdracht, daarnaast wordt er voldoende tijd ingeruimd om naar eigen keuze te kunnen werken of spelen. Omdat wij het belangrijk vinden dat kinderen een goede voorbereiding krijgen voor het aanvankelijk lezen, spellen, schrijven en rekenen, oefenen de kinderen zelfstandig en werken ze in de zgn. hoeken, b.v. de leeshoek, de schrijfhoek en rekenhoek, aan opdrachten die de kinderen zelf kunnen uitvoeren met veel ruimte voor eigen idee en initiatief. Vanaf groep 3 verloopt het werken in de groepen over het algemeen als volgt: De leerkracht geeft in eerste instantie klassikale instructie aan de hele groep. Deze instructie is meestal interactief, het is een wisselwerking tussen leerkracht en leerlingen. Dit gebeurt vaak bij het aanbieden van nieuwe stof. Leerlingen die voldoende aan deze instructie hebben, kunnen alvast aan de slag gaan, terwijl kinderen die hier behoefte aan hebben nog een verlengde instructie krijgen. Verdere inoefening gebeurt zelfstandig; kinderen die het nodig hebben, krijgen begeleide inoefening van de leerkracht. Het streven is om kinderen datgene wat ze zelfstandig aankunnen, ook alleen te laten doen. Vanaf groep 4 werken de kinderen met dagtaken. Per dag geeft de leerkracht een taak op waaraan de kinderen zelfstandig kunnen werken. Vanaf groep 5 wordt dit langzamerhand uitgebreid naar weektaken. Tijdens dit zelfstandig werken heeft de leerkracht tijd om kinderen die het nodig hebben extra hulp of nog eens extra instructie te geven. Voor kinderen die meer aankunnen, zijn er extra opdrachten.


- 16 -

3.4

Samenstelling directie en team Directie Theo Houben (dir.) Groepsleerkrachten

Klassenassistenten

3.5

3.6

Urenverdeling per groep Groep

Rian van Beers Joke van Dijk Ilse Jansen Thea Jansen Cindy van der Knaap Wilma Jansen Marian Konings Bertie Lammers Mario Liebregts Mario Liebregts Lian Corstjens

1

2

3

4

5

6

7

8

Leeftijdindicatie

4-5

5-6

6

7

8

9

10

11

Lesuren

24½

24½

24½

24½

24½

24½

24½

24½

Peuterspeelzaal “De Kruimelhoek” Peuterleidsters Marga van Weiden Rinie van Kessel Hermien Schoonen Femke van de Vorle Voor verdere informatie over de peuterspeelzaal, raadpleeg de bijlage over PZS “de Kruimelhoek”.


- 17 -

4.

DE INHOUD VAN HET ONDERWIJS (terug) De vakken op school Om niet teveel verschillen te krijgen binnen de resultaten van de basisscholen, zijn er voor ieder vak landelijk kerndoelen opgesteld, waaraan de school moet voldoen. Deze kerndoelen staan omschreven in het schoolplan. Natuurlijk streven wij ernaar zoveel mogelijk aan deze kerndoelen te voldoen. Belangrijk hierbij is de keuze van kwalitatief goede methodes. Maar zeker zo belangrijk is hoe de leerkracht ermee werkt. Aan hen is de taak om deze nieuwe methodes goed onder de knie te krijgen. Daarom wordt er door het hele team veel tijd uitgetrokken voor het kiezen van de voor onze school beste methodes en het continue blijven werken aan de verbetering hiervan.

Godsdienstige vorming. Katechese lessen worden meestal gegeven aan de hand van een maatschappelijk thema. ste In groep 4 worden de kinderen voorbereid op de 1 Communie. Dit gebeurt deels door de leerkracht in samenwerking met de pastoor. Natuurlijk is er bij de voorbereiding ook een belangrijke taak weggelegd voor de ouders. In groep 8 kunnen leerlingen deelnemen aan het Vormsel. Hier speelt de werkgroep een belangrijke rol en is de rol van de school minimaal.

Rekenen en wiskunde. Jonge kinderen maken in allerlei situaties kennis met belangrijke basisprincipes van het rekenen. Het is belangrijk dat wij op school een rijke leeromgeving scheppen, die de ontwikkeling van deze basisprincipes bevordert. Een hulpmiddel hierbij in de groepen 1 en 2 is de leergang “Schatkist Rekenen”. Dit is geen echte rekenmethode, maar het biedt de leerkracht veel handreikingen om in de groep de spontane rekenontwikkeling van de kleuters te stimuleren en de ontwikkeling van het wiskundig denken op gang te brengen. Men kan hierbij denken aan, sorteren, ordenen, het zicht krijgen op getallen, oriënteren in tijd en ruimte, etc. Vanaf groep 3 gebruiken wij de vernieuwde versie van de methode “Wereld in getallen”. Dit is een zgn. realistische rekenmethode. Dit betekent dat de methode uitgaat van het dagelijks leven en niet louter saaie rijtjes sommen aanbiedt. Door middel van herkenbare probleemsituaties wordt het leren en denken stap voor stap ontwikkeld. Zowel de interactie, het samen met elkaar overleggen over de aanpak van een probleem en de oplossing hiervoor, als het zelfstandig werken komen in elke taak aan bod. Ook aan het hoofdrekenen, het vlug en snel kunnen uitrekenen van sommen, wordt veel aandacht besteed. In de bovenbouw wordt gebruik gemaakt van het computerprogramma dat bij de methode hoort. Het programma bestaat per leerjaar uit een groot aantal opgaven, die zelfstandig / in opdracht gemaakt kunnen worden.

Nederlandse taal. Zowel gesproken als geschreven taal is voor een goede communicatie tussen de mensen van vitaal belang. Wij werken met de methode “Taal Actief”. Bij deze methode hoort ook een computerprogramma. Deze methode schenkt veel aandacht aan zowel geschreven als gesproken taal. Daarnaast heeft de methode een aparte leergang spelling. De spellingsregels worden per categorie aangeleerd.


- 18 -

Lezen. Vanaf groep 1 wordt er veel aandacht geschonken aan activiteiten die de taalontwikkeling bevorderen. Voorlezen is een belangrijke vorm om het aanvankelijk lezen voor te bereiden. Kleuters leren niet alleen hun mondelinge taalvaardigheid te ontwikkelen, ze krijgen ook nu al te maken met geschreven taal. (eigen naam e.d.) De methode “Schatkist” is een hulpmiddel om de ervaringswereld van kleuters uit te breiden op het gebied van taalaspecten. Het verwoorden van ervaringen en het in contact brengen met nieuwe ervaringen door woord en beeld is belangrijk. Dit gebeurt op een speelse wijze met een flexibele aanpak. “Schatkist” is een goede opstap naar de methode “Veilig Leren Lezen” die in groep 3 gebruikt wordt als aanvankelijk leesmethode. Het vormt gezamenlijk een doorlopende leergang. Het aanvankelijk lezen gaat in of direct na groep 3 over in voortgezet lezen. In de daarop volgende groepen wordt veel aandacht besteed aan het technisch lezen. Dit gebeurt op verschillende manieren. Tweemaal per week gebruiken we de methode “Lekker Lezen”. De leerlingen worden dan over leesgroepjes verdeeld. Deze groepen zijn homogeen samengesteld; d.w.z. leerlingen met hetzelfde leesniveau. Iedere groep wordt dan door een leerkracht begeleid. Dit betekent een efficiëntere manier van leesonderwijs. Tweemaal per jaar worden de kinderen getoetst. Zo wordt hun AVI niveau vastgesteld. In de hogere leerjaren komt de nadruk steeds meer te liggen op het begrijpend lezen. We leren de kinderen strategieën om inhoud en bedoeling van een tekst te achterhalen. Het uiteindelijke doel is kinderen in staat te stellen schriftelijke informatie op te nemen. Vanaf groep 4 gebruiken we de methode Nieuwsbegrip (schriftelijk) en Nieuwsbegrip XL (op de computer). We proberen de kinderen liefde voor boeken bij te brengen. Hierbij krijgen we ondersteuning van bibliotheek De Kempen.

Engels. In de groepen 5 t/m 8 geven we Engels. We zijn op een speelse manier met Engels bezig. Het is een eigentijdse, degelijke methode (Hello World) met aandacht voor elementair grammaticaal, structureel inzicht, woordenschat, schrijven, spreken en creativiteit. Schrijven. Met de methode “Pennenstreken” leren de kinderen een lopend schrift.

Wereldoriëntatie/Studievaardigheden. Op veel momenten op de dag wordt gesproken over de wereld om ons heen en brengen we kennis bij over het heden en het verleden van de aarde en zijn bewoners. Dit gebeurt in de vakken geschiedenis, aardrijkskunde, natuurkennis en verkeer; maar ook bij klassengesprekken, spreekbeurten, schooltelevisie, werkstukjes e.d. De volgende methodes zijn op onze school in gebruik:  Natuurkennis: “Argus Clou” en School-tv: “Nieuws uit de Natuur”  Aardrijkskunde: “Argus Clou” module aardrijkskunde  Geschiedenis: “Argus Clou” module geschiedenis  Verkeer: “Wijzer door het verkeer” In groep 7 doen de kinderen zowel een praktisch als schriftelijk verkeersexamen. Om de kinderen voor te bereiden op het onderdeel studievaardigheden van de Citotoets, gebruiken we de methode: “Blits”.


- 19 -

Creatieve vakken. De school biedt voor de kleuters tal van expressieactiviteiten zoals tekenen, kleien, zang en dans. Vanaf groep 3 besteden we een aantal uren per week aan de vakken tekenen, handvaardigheid en muziek. Deze vakken brengen evenwicht en afwisseling in het lesprogramma. Niet alleen het leren heeft de nadruk, ook creatieve vorming. Binnen deze vakken komen ook aspecten van techniek aan de orde. Bewegingsonderwijs. In groep 1 en 2 staat bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster. Er wordt op het schoolplein of in het speellokaal bewegingslessen gegeven. Deze lessen bestaan naast spel ook uit gerichte activiteiten, zoals bezig zijn op klim– en klautertoestellen. De hogere groepen krijgen twee keer per week gymles. De kinderen worden per bus naar de sporthal gebracht. De groepen 6, 7 en 8 gaan met de fiets. De gymtijden staan vermeld op de schoolkalender. In het schooljaar 15/16 vinden de gymlessen plaats op maandagmorgen en donderdagmiddag.

Gebruik van computers. ICT in ons onderwijs Onze school heeft op dit moment een modern netwerk van 50 computers staan, dat is aangesloten op internet, inclusief e-mailfaciliteiten. Iedere groep heeft 1 of meerdere computers tot zijn beschikking. In de aula staan computers waar alle leerlingen gebruik van kunnen maken. Deze nieuwe technologie wordt enerzijds gebruikt om ons te ondersteunen in het behalen van onze onderwijsdoelen en anderzijds is het een nieuw vakgebied op zich. Door de leerlingen te laten werken met methodeondersteunende software hopen wij het leerrendement van de leerling te verhogen. Gebruikte computerprogramma’s:  Rekenen: · Wereld in Getallen hoort bij onze rekenmethode. Ambrasoft heeft een apart deel om de tafeltjes te leren. Hoofdwerk, een remediërend rekenprogramma, waar de leerlingen zelfstandig mee kunnen werken.  Taal: Ambrasoft geeft de mogelijkheid woorden te oefenen, zowel luisterend als lezend. Spelling, een programma voor werkwoorden, ontleden en gewone woorden. Stelwerk, een programma dat hulp biedt bij het schrijven van opstellen en werkstukken Flits, een programma dat oefent op woordherkenning.  Aardrijkskunde: Argus Clou software, sluit aan bij de aardrijkskundemethode,  Geschiedenis: Argus Clou software, sluit aan bij de geschiedenismethode,  Natuurkunde: Argus Clou software, sluit aan bij de natuurkundemethode  Verkeer: Wijzer door het verkeer hoort bij de verkeersmethode, Zelf hebben we de verkeersexamens van de voorgaande jaren digitaal gemaakt, zodat de kinderen “echte” examens kunnen oefenen. Daarnaast leren wij de leerlingen in de bovenbouw die vaardigheden aan die nodig zijn om bijv. een werkstuk te kunnen maken met informatie van het internet. Niet alleen de leerlingen maken gebruik van computers. Ook de leerkrachten zetten de computer in als hulpmiddel bij de voorbereiding en organisatie van het onderwijs, de toetsing en analyse van toetsresultaten en als informatiebron. Het digitale schoolbord zorgt ervoor dat de instructies interactiever worden. Op de Wereldwijzer worden in alle klassen digitale borden gebruikt, 3 groepen gebruiken een digibord en 4 groepen werken met touchscreens borden.


- 20 -

5

DE ZORG VOOR DE KINDEREN (terug)

5.1

De opvang van nieuwe leerlingen in de school. Iedereen die zich op onze school denkt thuis te voelen, is welkom. Nieuwe leerlingen kunnen zich het hele jaar door aanmelden. Hiervoor maken de ouders een afspraak bij de directeur. De vierjarige kinderen worden in principe toegelaten op de dag nadat ze 4 jaar zijn geworden. Kinderen mogen vooraf enkele keren komen kennismaken. De leerkracht maakt hiervoor een afspraak met u. Kinderen die van een andere school komen en al leerplichtig zijn, kunnen het gehele jaar instromen. In overleg met u wordt afgesproken hoe en wanneer een eventuele kennismaking zal plaatsvinden.

5.2

Het volgen van de ontwikkelingen. De belangrijkste taak van onze school is ervoor te zorgen dat het kind zich op een harmonische wijze en in een prettige sfeer ontwikkelt. Daarom moet er goed les gegeven worden en moeten we de ontwikkeling van ieder kind bijhouden. In de groepen 1 en 2 worden de vorderingen van de kinderen bijgehouden in een leerlingenmap en in Parnassys. In deze map noteert de leerkracht welke werkjes een kind heeft gemaakt en hoe de opdrachten zijn uitgevoerd. De leerkracht maakt ook aantekeningen van de werken spelactiviteiten, over het gedrag van kinderen en opvallende gebeurtenissen. De leerkrachten van groep 3 t/m 8 houden in hun groep een leerling-administratie bij. Alle gegevens worden opgeslagen in het leerlingvolgsysteem “Parnassys”. Observaties, vorderingen en resultaten van leerlingen worden in dit programma genoteerd. Door middel van toetsen die bij de methodes horen, wordt er gekeken of de kinderen de behandelde stof voldoende beheersen. Verder hebben we een leerlingvolgsysteem opgezet volgens het CITO (Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling). Dit toetssysteem bestaat uit een aantal toetsen op het gebied van taal, lezen en rekenen, die twee keer per jaar afgenomen worden. Hierbij vergelijken we de ontwikkeling van elk kind en van de school als geheel met het landelijk gemiddelde. De resultaten worden zo geregistreerd dat we een overzicht hebben hoe een kind zich in de loop der jaren ontwikkeld heeft. Toetsen die afgenomen worden: LOVS Rekenen voor kleuters LOVS Taal voor kleuters LOVS DMT + Avi LOVS Begrijpend Lezen LOVS Spelling LOVS Woordenschat LOVS Rekenen Cito Eindtoets

Groep 1 en 2 Groep 1 en 2 Groep 3 t/m M8 Groep 4 t/m M8 Groep 3 t/m M8 Groep 3 t/m M8 Groep 3 t/m M8 Groep 8

Van iedere leerling wordt een digitaal dossier aangelegd. Hierin worden gegevens opgenomen over het gezin, de leerlingbesprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen, toetsen rapportgegevens van alle leerjaren. Met de dossiers wordt zorgvuldig omgegaan. Informatie aan derden wordt alleen met toestemming van de ouders verstrekt. De uitslagen van de Cito-toetsen worden verwerkt en opgeslagen in een groepsdossier. De gegevens in het leerlingvolgsysteem kunnen ook worden ingezien door het bestuur en de onderwijsinspectie. Op de website vindt U een beknopt overzicht van de LOVS toetsen. Voor vragen over de LOVS toetsen kunt U terecht bij de KO-er of bij de directie.


- 21 -

5.3

De zorg voor leerlingen met speciale behoeften. Als uit de dagelijkse praktijk, de toetsen en/of de observaties blijkt dat een kind extra aandacht of hulp nodig heeft, wordt hiervoor door de klassenleerkracht in overleg met de KOer een apart programma, een zgn. handelingsplan, opgezet, of verwerkt in het groepshandelingsplan. Soms is er sprake van een tijdelijk leer-, en/of gedragsprobleem. In zo'n geval zal de leerkracht proberen het probleem in de klas met extra aandacht en/of instructie op te lossen. Ook kan het zijn dat een kind het gehele schooljaar extra begeleiding of hulp nodig heeft om zo het onderwijs op onze school te kunnen blijven volgen. Deze hulp wordt zoveel mogelijk gegeven binnen de groep door de eigen leerkracht. Indien nodig zal er ook na school met het kind gewerkt worden. Belangrijk bij dit alles is, dat:  het kind zijn/haar gevoel van eigenwaarde houdt,  het kind succeservaringen op blijft doen,  het kind, indien mogelijk, zelf inspraak heeft in de wijze waarop er gewerkt wordt,  de ouders ervan op de hoogte zijn. Het kan ook zijn dat de hulp van de ouders ingeroepen wordt, b.v. om thuis extra te lezen, tafeltjes in te oefenen, etc. Jaartje extra leertijd. Af en toe komen we tot de conclusie dat een kind er niet aan toe is om door te gaan naar het volgende leerjaar. We nemen dan in overleg met de ouders het besluit om het kind de groep een jaar te laten overdoen. Dit gebeurt vooral als een kind op alle punten, in rijping en ontwikkeling, zowel op lichamelijk als emotioneel gebied, achterblijft bij de meeste klasgenootjes. Doel van het zittenblijven is dat het kind daarna de basisschool gewoon kan afmaken. Het blijven zitten moet zinvol zijn. Hetzelfde geldt voor de kleuters. Aan het einde van groep 2 wordt besproken of een kind toe is aan groep 3. We vinden het belangrijk dat een kind voldoende tijd krijgt om te “kleuteren”. Succesvol groep 3 doorlopen lukt pas als een kind hieraan toe is. We zien een kind liever een jaar langer in een kleutergroep, dan jarenlang op de tenen de school doorlopen. In groep 1 en 2 worden de zgn. “OND” (oktober, november, december) kinderen extra gescreend om zo te bepalen of ze al dan niet doorkunnen naar de volgende groep.


- 22 -

5.4

Kinderen met een “rugzakje”. Het ‘rugzakje’ (Leerling gebonden financiering-LGF) zal in 2015 niet meer worden gebruikt. De school krijgt extra geld van de overheid om kinderen te ondersteunen door middel van extra hulp of zorg tijdens de onderwijsuren. Overgangsrecht Hoewel de wijzigingen per 2015 in werking zullen treden, betekent dit niet dat er geen ruimte is voor een soepele transitie. Daarom is 2015 een overgangsjaar wat betekent dat er een overgangsrecht van toepassing is als de behandeling of zorg voor jouw kind voor 31 december 2014 is begonnen en doorloopt in 2015. Er geldt dan het volgende: Het overgangsrecht is geldig tot het moment dat de indicatie verloopt, maar uiterlijk tot 1 januari 2016. Het is ook mogelijk dat het overgangsrecht stopt als de gemeente met een nieuw zorgaanbod komt en jij daarmee akkoord gaat. Jouw kind houdt recht op de zorg zoals die in de indicatie jeugdzorg of jeugd-GGZ vermeld staat Als dat mogelijk is, zal dezelfde zorgaanbieder de nodige zorg blijven verlenen. Een nieuwe verwijzing is nodig voor een nieuwe behandeling of een behandeling die doorloopt tot na 1 januari 2016.

Na plaatsing: Als na een gewenningsperiode van zes weken en een periode van twee keer drie maanden, waarin ten minste twee kortdurende handelingsplannen zijn uitgevoerd, blijkt dat er nauwelijks of geen betekenisvolle meerwaarde te zien is vanuit de problematiek bij binnenkomst van de leerling, dan wordt de ouders aangeraden hun kind alsnog aan te melden bij de school voor speciaal basisonderwijs die, naar verwachting, beter tegemoet kan komen aan de hulpvraag van de leerling. Dit advies moet gebaseerd zijn op:  het onderwijskundig verslag  het leerlingvolgsysteem  de verslaggeving van de KO-er begeleider  verslaglegging individuele begeleiding  gegevens leerlingenbesprekingen. Onze mogelijkheden om leerlingen “met een rugzakje” op te vangen. We proberen ons onderwijs aan te passen aan datgene wat kinderen nodig hebben en van ons vragen. We doen dat op de volgende manieren: 1. Zorg en begeleiding van leerlingen zijn structureel georganiseerd. 2. Op onze school heerst een veilig en prettig pedagogisch klimaat. kinderen en leerkrachten mogen zijn wie ze zijn. 3. De centrale instructie in de klas wordt zo kort mogelijk gehouden. Kinderen die zelfstandig kunnen werken, mogen dat na korte tijd. Leerlingen met meer moeite kunnen bij de leerkracht aan de instructietafel zitten. Hier krijgen ze de extra uitleg en ondersteuning die ze nodig hebben. Indeling van deze groepjes gebeurt naar aanleiding van de opgestelde groepshandelingsplannen. 4. Door te werken met een weektaak, heeft de leerkracht zijn / haar handen vaker vrij om extra aandacht aan “zorg” kinderen te besteden.


- 23 -

5. Voor leerlingen met een handicap wordt extra beschikbare formatie ingezet om aparte instructie te geven, zodat de leerling goed aan de slag kan in de eigen groep. 6. Waar mogelijk maken we gebruik van stagiaires en klassenassistentes om extra ondersteuning te kunnen bieden.  

De school kan een leerling niet afwijzen op grond van het ontbreken van aanpassingen aan het gebouw. Als die nodig zijn, moeten deze aanpassingen bij de gemeente worden aangevraagd. De voorwaarde van het bereiken van minimaal eindniveau groep 6, kan niet gesteld worden. De school kan voor deze kinderen in een handelingsplan vervangende doelen opnemen.

Specifieke hulp onder lestijd. De directeur is en blijft verantwoordelijk en het zijn dus niet de ouders die bepalen of hun kind onder lestijd externe hulp/ondersteuning krijgt, al dan niet door henzelf betaald. Het uitgangspunt is dan ook nee, niet onder schooltijd, tenzij…. Bij tenzij is er dan sprake van geoorloofd verzuim, dat goed moet worden vastgelegd, bijvoorbeeld in een individueel hulpplan of OPP indien aan de orde, zeker bij kinderen met een ‘rugzak’. Voor beelden van geoorloofd verzuim in dergelijke gevallen zijn: Logopedie of speltherapie in verband met de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerling. Ondersteuning bij motorische ontwikkeling voor leerlingen die specifieke hulp nodig hebben, die alleen kan worden geboden door specialisten (bijvoorbeeld fysiotherapie of gespecialiseerde gymleraar). Het betreft dus maatwerk. Het is te allen tijde dus de directeur die bepaalt of RT, logopedie, externe Plusklas enz. onder schooltijd kan plaats vinden. Uiteraard zal dit altijd in goed overleg met de ouders moeten gebeuren. 5.5

Verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs Als blijkt dat de hulp die we een kind geven niet voldoende resultaat oplevert, gaan ouders, leerkracht, interne coördinator en de begeleidster van de SBD om de tafel zitten om te bespreken wat er gedaan moet worden. Als men het erover eens is, dat verdere hulp noodzakelijk is, wordt het kind aangemeld bij het Zorgplatform van ons samenwerkingsverband van het project Weer Samen Naar School. De school informeert het Zorgplatform over het probleem van het kind en geeft aan wat al gedaan is om het probleem aan te pakken. Deze informatie wordt gegeven in de vorm van een onderwijskundig rapport. De leden van het Zorgplatform bestuderen de aangereikte gegevens, besluiten eventueel tot een aanvullend onderzoek en geven tenslotte een advies over de meest geschikte vorm van extra hulp aan het kind. Binnen ons samenwerkingsverband zijn de volgende zorgvoorzieningen mogelijk:  op de basisschool blijven met een vorm van speciale hulp vanuit de speciale school voor basisonderwijs, de zogenaamde ambulante ondersteuning  plaatsing op een andere basisschool waar meer specifieke hulp mogelijk is,  verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs. In het laatste geval komt de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) eraan te pas. Deze commissie bepaalt aan de hand van o.a. het onderwijskundig rapport of het kind al of niet wordt toegelaten. Ook ouders kunnen hier informatie aanleveren. Per 1 januari 2012 wordt dit vanuit het Rijk gewijzigd.


- 24 -

Pestprotocol (terug) De school moet een veilig klimaat voor leerlingen bieden, waarin de leerlingen met plezier kunnen leren en waar pesten niet mag plaatsvinden. Een kind moet zich aanvaard en gerespecteerd voelen door zowel de leerkracht als de medeleerling. Veiligheid is een belangrijke voorwaarde om te komen tot leren. Kinderen kunnen zich niet ontwikkelen wanneer zij zijn blootgesteld aan spanning of angst. Wij hebben daarom een pestprotocol ontwikkeld, waarin opgenomen het “Pestcontract”. Aan het begin van ieder schooljaar wordt dit contract met de groep besproken en in de hogere groepen door iedere leerling ondertekend. Het contract bestaat uit de volgende afspraken: 5.5 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

We hebben respect voor elkaar. Dit betekent: Als ik ruzie heb, probeer ik dat samen met de ander uit te praten. Als ik iets van een ander wil hebben dan vraag ik dat. Ik ga zuinig om met de spullen van anderen. Ik behandel de ander zoals ik zelf ook behandeld wil worden. Ik houd me aan deze regels zowel op school als ook daarbuiten. Ik noem andere kinderen altijd bij hun voornaam. Ik laat anderen met rust. Ik speel met anderen want ik vind dat iedereen mee mag doen. Ik spreek op een vriendelijke manier over en met anderen. Als er gepest wordt loop ik weg. Als ik het durf zeg ik dat er gestopt moet worden met pesten. Ik pest geen andere kinderen en doe niet mee aan pesten. Als ik merk dat er gepest wordt dan vertel ik dat aan de leerkracht en of aan een volwassene (papa, mama) thuis. Ik klik dan niet.

Het is mogelijk dat er ouders zijn die andere waarden en normen hanteren dan wij. Wij stellen nadrukkelijk dat deze gedragsregels in de school van kracht zijn! Voor een meer specifieke invulling van het anti-pest beleid verwijzen we naar het pestprotocol.

Oplossingen Wanneer er in de school sprake is van pesten, wordt de leerling door de leerkracht (directeur) aangesproken op zijn / haar gedrag. Een leerling is een pester, wanneer hij/zij al meerdere malen, ook na berispingen, dezelfde leerling(en) heeft gepest. Degene die pest vult buiten de klas het “pestformulier” in. Vervolgens neemt de pester het door hem/haar ingevulde formulier mee naar huis om thuis te laten ondertekenen door de ouders / verzorgers. De school heeft de ouders dan al telefonisch ingelicht. Het door de ouders/verzorgers ondertekende formulier wordt op school door de leerling en de leerkracht besproken. In dit gesprek komen ook de getoonde initiatieven van de pester aan de orde. Wanneer er op korte termijn geen verbeteringen optreden, worden de ouders van de pester op school gevraagd voor een gesprek met de leerkracht en de directeur.


- 25 -

5.6

Doorstroom naar het voortgezet onderwijs. Al halverwege groep 8 moeten de ouders samen met de kinderen bepalen naar welke school het kind gaat. De aanmelding vindt meestal plaats in de maand maart. De keuze van het schooltype voor uw kind hangt af van de interesse, motivatie, en aanleg van het kind. Tijdens de laatste jaren van de basisschool hebben zowel de ouders als de kinderen zich al een beeld gevormd over de mogelijkheden en interesses van het kind. In groep 8 moet echter de knoop doorgehakt worden. Al in het begin van het schooljaar krijgen de ouders een voorlopig advies van de klassenleerkracht. Om te kunnen bepalen welk vervolgonderwijs het meest geschikt is voor uw kind moeten we de leerling goed kennen. Dit is mogelijk doordat we de kinderen in de loop van de jaren heen goed gevolgd hebben, met behulp van het leerlingvolgsysteem, het vastleggen van de resultaten binnen de groepen, de observaties door de leerkrachten en de resultaten van de Cito-Eindtoets in groep 8. Met deze gegevens op zak, volgt er een gesprek tussen de ouders en de leerkracht van groep 8 om samen te komen tot een definitief advies/keuze. Gedurende het schooljaar krijgen de leerlingen en ouders van de leerkrachten informatie over de verschillende mogelijkheden die er zijn in het vervolgonderwijs. De ouders krijgen een informatieboekje waarin alle scholen van het voortgezet onderwijs in de omgeving van Cranendonck vermeld staan. Ook worden zij op een informatieavond uitvoerig geïnformeerd. Samen met de groep of met de ouders kunnen leerlingen de scholen bezoeken tijdens open dagen. Dit alles samen moet een verantwoorde keuze mogelijk maken. De leerkracht van groep 8 heeft nog een gesprek met de coördinatoren van de verschillende scholen. Ook wordt er digitaal een speciaal formulier met gegevens naar de scholen van het VO gestuurd. Informatie over de Cito-eindtoets resultaten van het schooljaar 2014-2015 Ieder jaar nemen de leerlingen van groep 8 deel aan de Cito Eindtoets. De ouders ontvangen hiervan de individuele uitslag van hun kind. Naast deze individuele uitslagen ontvangt de school ook nog een schooluitslag. Ter informatie geven wij u hier de schooluitslag van het afgelopen schooljaar. De score van onze school was dit jaar was 536,2 (landelijk 534,4) (Vorig schooljaar was de uitslag 537,8) De Cito-toets bestaat uit 220 opgaven: 135 taalopgaven, 85 rekenopgaven. Groep 8 deed het dit afgelopen schooljaar als volgt: Van de taalopgaven maakten ze gemiddeld 99,9 van de 135 goed (74%) Van de rekenopgaven maakten ze gemiddeld 62.2 van de 85 goed (73%).

Verwijzing leerlingen groep 8 naar het Voortgezet Onderwijs 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015

VMBO

MAVO

HAVO

VWO

8 2 7 4

4 3 3 5

7 10 3 5

1 2 5 3


- 26 -

5.8

Overige activiteiten.

5.8.1

Schoolkamp. Aan het einde van elk schooljaar gaat groep 8 op schoolkamp. Wij rekenen daarbij op de hulp van enkele ouders. De kinderen zullen een bijdrage in de kosten voor het kamp moeten leveren. De kinderen vertrekken op dinsdagochtend en komen vrijdagmiddag weer thuis. Nadere informatie over het schoolkamp vindt u in de Info die u t.z.t. zal worden toegestuurd.

5.8.2

Antoniusdag. Eenmaal per jaar maken we met de hele school een uitstapje. Dit wordt meestal in de maand mei of juni gehouden. Aan de ouders wordt een kleine bijdrage voor de kosten gevraagd. De naam Antoniusdag herinnert aan “Antoniusschool”. Zo heette onze school, voordat de schoolnaam veranderd werd in “Bert van Gilsschool” en vanaf augustus 2007 in “De Wereldwijzer”.

5.8.3

Sinterklaas. Ieder jaar komt de goedheilig man ook op bezoek bij de Wereldwijzer. Hij bezoekt dan de groepen 1 t/m 4. De kinderen van de groepen 5 t/m 8 houden een surprisemiddag.

5.8.4

Kerstviering. Op de laatste donderdagavond voorafgaande aan de kerstvakantie houden we voor alle groepen een kerstviering. Deze vindt plaats in de avonduren. De kinderen hebben ’s middags vrij. In samenwerking met de ouderraad wordt de kerstviering afgesloten met een kerstdiner voor de kinderen.

5.8.5

" Laat zien wat je kunt show ”. Elk jaar in de maand juni / juli zorgt de ouderraad in samenwerking met de kinderen voor een leuk schoolfeest Op de speelplaats wordt een podium gebouwd, waar kinderen optreden. U kunt dan o.a. kijken naar en genieten van - dans/spel - muzikale uitvoeringen - soundmix shows etc. Alle kinderen kunnen meedoen met spelletjes waarbij ze een prijsje kunnen verdienen. Verder is er een loterij en ook voor eten en drinken wordt gezorgd. Bij slecht weer wordt alles naar gemeenschapshuis “De Reinder” verplaatst.


- 27 -

5.8.6

Carnaval. Op de vrijdagochtend voor Carnaval trekken de kinderen in optocht naar de Reinder, waar een gezellige hosochtend voor hen wordt georganiseerd. Natuurlijk zijn de jeugdprins en jeugdprinses hierbij ook aanwezig.

5.8.7

Kinderpostzegels Groep 8 verzorgt jaarlijks het opnemen van de bestellingen en het bezorgen van de kaarten en zegels. Incidenteel neemt de school deel aan andere acties. De opbrengst kan gaan naar een school gerelateerd doel of naar een extern goed doel.

5.8.8

I.V.N. Ieder schooljaar worden door het IVN enkele wandelingen in de natuur georganiseerd voor de groepen 6 en 7. Ter voorbereiding op de wandeling wordt er in de groepen gewerkt aan een project dat eveneens door het IVN is gemaakt.

5.8.9

Bisk. Samen met de gemeente willen alle scholen van Cranendonck allerlei vormen van cultuur bij de kinderen brengen. Het gaat hierbij o.a. om toneel, tentoonstellingen en muziek.

5.8.10

Rode draad. De Rode Draad is een project opgezet door de bibliotheek om de kinderen wat meer te interesseren voor het lezen. Iedere groep wordt op zijn manier met lezen geconfronteerd. Dit kan via een spel, een thema of komt er een schrijver van kinderboeken.

5.8.11

Paashaas. Onze school wordt ieder jaar weer trouw door de paashaas bezocht. Op een ludieke manier probeert de ouderraad ieder jaar weer een invulling te geven aan dit fenomeen.

5.8.12

Schoolfoto’s. Om zoveel mogelijk herinneringen voor later te hebben, worden er bij speciale gelegenheden foto’s gemaakt. U kunt deze bijna altijd terugvinden op onze website www.dewereldwijzer.eu. Tevens worden er ieder jaar foto’s van uw kind(eren) gemaakt door de schoolfotograaf.

5.8.13

Doedagen. Om het einde van het schooljaar gezellig te laten verlopen, wordt er de laatste week iets georganiseerd. Op woensdag is dat de musical door groep 8 en het afscheid van groep 8. De overige dagen kunnen ieder jaar verschillen.


- 28 -

5.9

Verkeerscommissie. Enige jaren is er een verkeerscommissie actief. De school heeft enige tijd geleden o.l.v. de commissie het Brabants Verkeersveiligheids Label behaald. Om dit label te mogen behouden, zal hier ook de komende jaren de nodige aandacht aan besteed moeten worden. Dit gebeurt in overleg met o.a. de politie en het bewonersplatform. Voor informatie kunt u terecht bij Willemien Peeters, tel: 0646363523


- 29 -

6

HET SCHOOLTEAM (terug) Het huidige team bestaat, incl. de directeur, uit 11 personen, 2 fulltimers, 7 parttimers en een klassenassistent. Ieder teamlid heeft zijn eigen specifieke kwaliteiten. Sommigen voelen zich vooral thuis in de onderbouw, anderen geven liever les in de bovenbouw. We zijn ons er terdege van bewust dat het onderwijs valt of staat met de kwaliteit en de deskundigheid van het team. Deze kwaliteit en deskundigheid proberen we voortdurend te verbeteren door onderlinge samenwerking en ondersteuning, uitwisseling van gegevens en niet te vergeten door nascholing.

6.1

Vervanging. De laatste jaren is het vervangen van zieke leerkrachten een steeds toenemend probleem aan het worden. In de toekomst kan dit probleem zelfs nog groter worden. In onderstaande tekst geven wij kort aan welke wegen wij bewandelen om te komen tot passende vervanging. Wanneer een leerkracht zich ziek meldt, wordt dit gemeld aan het P-Centrum. Het P-Centrum beschikt over een databank waaruit een vervanger kan worden geselecteerd. In het geval dat we niemand extern kunnen vinden, gaan we proberen een interne oplossing te zoeken. Pas in allerlaatste instantie kan een groep naar huis worden gestuurd. Dit zal pas gebeuren nadat de ouders hier van te voren schriftelijk van op de hoogte zijn gebracht. Voor leerlingen voor wie geen opvang thuis geregeld kan worden, wordt na telefonisch overleg met de ouders op school gezocht naar opvang.

6.2

Stagiaires en vrijwilligers. Afhankelijk van de Pedagogische Hogescholen of andere instituten geven wij ieder jaar stagiaires de mogelijkheid om op onze school praktijkervaring op te doen. De begeleiding wordt verzorgd door de leerkracht van de groep waar stage gelopen wordt.

6.3

Scholing leerkrachten. Omdat we als team op de hoogte willen blijven van de ontwikkelingen op het vlak van onderwijs en zorg voor kinderen, wordt er van elk teamlid gevraagd om deel te nemen aan een nascholingscursus. Deze cursussen vinden plaats in het kader van het door het bestuur vastgestelde na- en bijscholingsplan.

6.4

Taakverdeling. Naast het lesgeven hebben de leerkrachten nog een aantal andere taken te doen, zoals het bijwonen van de teamvergaderingen, vergaderingen van de MR en de ouderraad, voorbereiden en houden van ouderavonden en informatieavonden. Daarnaast worden een aantal organisatorische en huishoudelijke taken onder het personeel verdeeld


- 30 -

7

DE OUDERS (terug)

7.1

Betrokkenheid binnen de school. Het is belangrijk om als ouder te weten, dat u altijd welkom bent om over uw kind te komen praten. Met de leerkracht kunt u te allen tijde een afspraak maken voor een gesprek. Als uw kind zich niet prettig voelt op school is het voor de groepsleerkracht van belang dit zo spoedig mogelijk te weten. We kunnen daarbij denken aan:  pesten door andere leerlingen  te moeilijke leerstof  moeizaam contact maken met medeleerlingen of groepsleerkracht  medische gronden  huiselijke problemen, enz. Onze ervaring is dat een gesprek op basis van wederzijds vertrouwen in een zo vroeg mogelijk stadium veel oplost. Goed contact en overleg tussen leraar en ouders is van belang voor een open sfeer onderling om zodoende problemen aangaande een kind vroegtijdig te kunnen oplossen of zelfs te kunnen voorkomen. Het draagt ertoe bij dat ouders en leerkrachten elkaar leren kennen en begrijpen. Uiteindelijk gaat het erom dat de school zo goed mogelijk functioneert om zo het belang van de kinderen zoveel mogelijk te dienen.

7.1.1

Ouderraad. De ouderraad vertegenwoordigt de ouders van de leerlingen op onze school. De taken van de ouderraad.  De ouderraad is er om de bloei van de school te bevorderen en de ouders meer bij de school te betrekken.  Het desgevraagd of uit eigen beweging advies geven aan de M.R.  Het behartigen van de belangen van de ouders bij het bevoegd gezag, de M.R. en de schoolleiding.  Het in overleg met de schoolleiding verlenen van medewerking aan binnen- en buitenschoolse activiteiten. De ouderraad stelt zich mede ten doel om samen met het team een bijdrage te leveren aan een prettige schooltijd voor de kinderen op onze school. Dit doen ze door allerlei activiteiten (mee) te organiseren of door hun medewerking te verlenen aan activiteiten, zoals:      

Hoofdluis: Deze controle vindt plaats na iedere vakantie. De ouders van kinderen waarbij hoofdluis is geconstateerd, worden op een discrete manier hierover ingelicht, zodat ze hun kind kunnen behandelen. De organisatie en verzorging van festiviteiten, als het kerstdiner, Pasen, schoolfeest, enz. Het verzorgen van een thema-avond voor de ouders. De werving van brigadiers en optreden als contactpersoon. Het verzorgen van de schoolfoto’s. Zitting nemen in diverse commissies. Bijvoorbeeld de speelplaatscommissie, de pestcommissie en de kwaliteitscommissie.


- 31 -

7.1.2

Overblijfmogelijkheden.  Iedere ochtend gaat een van de overblijfmoeders de klassen rond om te vragen welke kinderen die dag overblijven op school.  Op maandagochtend om 8.30 uur is er de mogelijkheid om overblijfkaarten te kopen in de lerarenkamer. Deze kosten € 15,00 voor 10x overblijven. De kaarten blijven onder beheer van de overblijfouders. Als deze bijna op zijn wordt dat aangegeven. Deze kaarten blijven geldig gedurende de gehele schoolloopbaan van het kind. Gaat het kind van school dan wordt de resterende kaart vergoed. Ook kun je het overblijven afkopen voor een jaar. De kosten hiervoor zijn: 1x per week € 40,00 2x per week € 80,00 3x per week € 115,00 Het geld moet overgemaakt worden op: Antoniusstichting inz. TSO Nr: 1398.22.658 Onder vermelding van de naam van Uw kind en welke groep hij/zij zit.  Mocht Uw kind eenmalig over moeten blijven dan kan dat door € 1,70 mee te geven in een envelop met de naam van het kind en welke groep hij zit.  Het geld dat de ouders betalen voor het overblijven, komt altijd ten goede aan de overblijfkinderen.  We vragen om een telefoonnummer door te geven waar wij U kunnen bereiken bij eventuele calamiteiten.  Het brood en drinken wordt door de kinderen zelf meegebracht. Wat over is nemen ze ook weer mee terug zodat U weet wat Uw kind gegeten of gedronken heeft. Vooral bij de jongere kinderen wordt erop gelet dat ze in ieder geval 1 snee brood eten en wat drinken.  De kinderen krijgen tijdens het overblijven een snoepje of koekje. De afspraak is dan ook om dit zelf niet mee te geven. Een lekker stuk fruit mag natuurlijk altijd.  In het kopieerhok is een koelkastje. Hier kunnen de kinderen ’s morgens hun drinken inzetten zodat het lekker koel blijft. Wel verstandig om de naam van het kind op de beker te zetten. (liever geen pakjes). Het is in ieder geval prettig als op de trommel/beker/pakje een naam staat. Dan kunnen de moeders altijd zien van wie wat is. Er blijft regelmatig een beker of trommel achter.  De kinderen moeten minstens tot 12.15 uur aan tafel blijven zitten. Als ze dan klaar zijn mogen ze vrij spelen, afhankelijk van het weer blijven we binnen of gaan naar buiten.  De kinderen mogen niet in de klassen komen of over de gangen rennen. Ook niet om werkjes af te maken in de klas, als ze naar huis gaan kunnen ze dat ook niet.  Algemene regel: SAMEN SPELEN, SAMEN DELEN EN SAMEN OPRUIMEN.  Binnen spelen: Er is voldoende knutsel- en spelmateriaal aanwezig. Alleen bij slecht weer mogen de kinderen in de speelzaal, de schoenen moeten dan uit. Hier mag niet met een bal gespeeld worden i.v.m. het lage plafond.  De kinderen mogen gebruik maken van de computers in de aula. De overblijfkracht geeft aan welk kind en hoe lang zij op de computer mogen. Dit om alle kinderen evenveel kans te geven. De kinderen mogen niet op internet. Alleen de spellen van school mogen gebruikt worden. Er wordt niets uitgeprint.  Buiten spelen: De regels die tijdens de schooluren gelden, gelden ook tijdens het overblijven. Zoals niet skaten of skeeleren, fietsen, of met houtsnippers of zand gooien en geen vechtspelletjes. Wel mag er gevoetbald worden. Er zijn voor de kinderen voor de bovenbouw mammoetskelters aanwezig, de kinderen uit de onderbouw mogen gebruik maken van de skelters uit de garage. Indien het weer het toelaat gaan we met alle kinderen naar buiten.  Natuurlijk moeten de aula en de speelplaats netjes achter gelaten worden. Dus geen papier of pakjes op de grond gooien.  Er zijn 4 overblijfmoeders aanwezig.  Als het mooi weer is gaan de kinderen buiten eten.  Hebt U op- of aanmerkingen dan kunt U contact opnemen met de leerkracht van Uw kind, de betreffende overblijfmoeder of de contactmoeder.  De kinderen dienen deze regels op te volgen en naar de overblijfmoeders te luisteren  Wanneer u klachten hebt over het overblijven, of als U meer informatie wilt, kunt u zich wenden tot Petra Kivits, tel. 496399. Binnen het team is Wilma Jansen de contactpersoon voor het overblijven.


- 32 -

7.1.3

Klassenouders De klassenouder is het aanspreekpunt voor de ouders/verzorgers en leerkracht van de kinderen uit de desbetreffende groep met betrekking tot algemene schoolzaken. Elk schooljaar is er de mogelijkheid voor ouders om zich hiervoor aan te melden. Het is zeker niet de bedoeling dat de klassenouder als “probleemoplosser” van een groep wordt gezien. Hiervoor zijn andere wegen. Alle klassenouders vormen, aangevuld met 1 ouder van de MR en OR samen de klankbordgroep. Deze klankbordgroep heeft ongeveer 3 keer per jaar een overleg waar verschillende zaken besproken kunnen worden. Ook als U geen lid bent van de OR luisteren wij graag naar U.  Werving klassenouders: Op het einde van het schooljaar wordt door middel van een wervingsbrief een (nieuwe) klassenouder gezocht en indien nodig gekozen voor de duur van 1 schooljaar.  Introductie: - De klassenouders worden in de Wijzer en de schoolgids vermeld. (Zie Hoofdstuk 11) - Ieder jaar is er uitleg in groep 1 over het hoe en wat van de klassenouder.  Communicatie: - Het contact tussen klassenouder en ouders is zo vaak als het nodig is; bij voorkeur via email. - Ook het overleg tussen de leerkracht en de klassenouder zo vaak als het nodig is.  Discretie: - Klassenouders praten vrijuit over hun eigen ervaringen en bevindingen, maar gaan hier discreet mee om. - Informatie over personen hebben een vertrouwelijk karakter en worden niet naar buiten gebracht.  De taakomschrijving van de klassenouders kan als volgt zijn: - Het regelen van (hulp)ouders bij activiteiten van de school, bijv. Antoniusdag, excursies, BISK. - Ondersteunen bij het regelen van het vieren van de verjaardag van een leerkracht ( in afstemming met de betreffende leerkracht). - Een open oor hebben voor zaken die spelen en deze voorleggen aan de directie/leerkrachten/ MR/OR.. - Ouders de weg wijzen waar ze met vragen, problemen terecht kunnen. - Aandacht besteden aan het wel en wee van de groep, bijv. bij ziekte, geboorte of andere ingrijpende gebeurtenissen (in afstemming met de betreffende leerkracht). - De klassenouders opereert op verzoek van de groepsleerkracht. Alleen het verjaardag- en afscheidscadeau wordt buiten de leerkracht om geregeld.

7.1.4

Verkeersbrigadiers. Voor de veiligheid van onze kinderen is bij aanvang en uitgaan van de school de oversteekplaats aan de Grootschoterweg/Pater Ullingsstraat/Dwarsstraat bemand door brigadiers. De brigade bestaat uit ouders en leerlingen. De verantwoordelijkheid voor het veilig van en naar school gaan blijft bij de ouders liggen. De brigadiers zijn aanwezig van: 08.15 uur – 08.30 uur maandag t/m vrijdag 12.00 uur – 12.15 uur maandag, dinsdag, donderdag 12.30 uur – 12.45 uur woensdag en vrijdag 13.00 uur – 13.15 uur maandag, dinsdag en donderdag 15.15 uur – 15.30 uur maandag, dinsdag en donderdag Laat de kinderen hier a.u.b. zeker gebruik van maken. Stuur ze tijdig naar school, maar niet voordat de brigadiers aanwezig zijn. De verkeersbrigade wordt vrijwillig ingevuld door ouders en leerlingen van groep 8. Nieuwe leden zijn altijd welkom, ze zijn dringend nodig. Voor informatie kunt u zich wenden tot de directeur. De verantwoordelijkheid voor het veilig van en naar school gaan blijft bij de ouders liggen.


- 33 -

Reglement:  Alle kinderen (ook begeleiders) die de Grootschoterweg en de Pater Ullingsstraat/Dwarsstraat oversteken, dienen dit te doen bij de brigadiers.  Kinderen en hun begeleiders moeten LOPEND de oversteekplaats gebruiken.  Alle overstekende kinderen moeten wachten tot de brigadiers op de weg staan en “klaar over” gezegd hebben.  Overtredingen die herhaaldelijk plaatsvinden en handelingen die echt gevaarlijk zijn, worden doorgegeven. In overleg met de directie zullen er dan gepaste maatregelen genomen worden. De oversteekplaats en de brigadiers zijn er voor jullie veiligheid!!

7.2

Informatievoorziening aan ouders (terug)

7.2.1

Schoolgids. De schoolgids informeert de ouders over zaken die voor hen van belang zijn. B.v. de vakantieplanning, de gymtijden, schooltijden, de G.G.D., de overblijfmogelijkheden, enz. De schoolgids is op de website te vinden. Nieuwe ouders krijgen desgewenst een papieren exemplaar.

7.2.2

Informatieavond. De groepsinformatieavond vindt aan het begin van het schooljaar plaats. De groepsleerkrachten informeren de ouders over zaken die dat schooljaar in de betreffende groep aan bod komen. Daarnaast kunnen er in de loop van het jaar thematische infoavonden plaatsvinden.

7.2.3

De Wijzer. In De Wijzer, deze verschijnt twee wekelijks, staan berichten vanuit het team, de MR, de ouders, de kinderen en de directie. Artikelen en foto’s kunt u sturen naar [email protected] De Wijzer verschijnt in digitale vorm op de website. Daarnaast krijgen alle ouders de Wijzer via de mail.

7.2.4

Schoolkalender. Deze wordt jaarlijks door de het team verzorgd. Hierop staan de vakanties, vrije dagen en andere activiteiten aangegeven. De schoolkalender wordt elk jaar in papieren versie uitgereikt, daarnaast is hij beschikbaar op de website.

7.2.5

Rapporten. In de groepen 3 t/m 7 krijgen de kinderen 3 maal per jaar een rapport mee naar huis. Dit rapport geeft een duidelijk beeld van de schoolvorderingen, het gedrag, de inzet en de werkhouding. De groepen 1, 2 en 8 krijgen 2 maal per jaar een rapport.

7.2.6

10-minutengesprekken. De gesprekken vinden 2(3) maal per jaar plaats, in het najaar en in het voorjaar. Kort voor de e zomervakantie vindt er, indien nodig nog een 3 ronde plaats (op uitnodiging/verzoek). Voor ieder kind wordt een gesprek van 10 minuten gepland. Indien tijdens het gesprek blijkt dat dit onvoldoende is, wordt er een nieuwe afspraak gemaakt. De data van deze avonden staan vermeld op de schoolkalender. In groep 7 wordt het derde gesprek gekoppeld aan de entreetoets. In groep 8 vervalt het laatste 10-minuten gesprek. Ouders die aangeven, naar aanleiding van de uitslag van de Cito Eindtoets een gesprek te willen met de leerkracht, worden hiervoor uitgenodigd.


- 34 -

7.2.7

Website (www.dewereldwijzer.eu). Op de website zijn veel gegevens over onze school te vinden. Daarbij valt te denken aan zaken die voor u als ouder van belang zijn, aan verslagen van activiteiten georganiseerd door het team en de ouderraad. Deze verslagen kunnen opgefleurd worden door foto’s die tijdens deze activiteiten gemaakt worden. Zo komt de school een stapje dichter bij u thuis. Er is gebleken dat de website een positieve bijdrage levert aan de public relations van de school. Als u als ouder bezwaar heeft tegen het publiceren van foto’s waar uw kind op staat, zouden wij dat graag schriftelijk van u vernemen.

7.3

Ouderbijdrage. Uw kind moet conform de leerplichtwet verplicht naar school en daarom hoeft u voor het onderwijs van uw kinderen niet te betalen. Onze school heeft een financiële bijdrage in het leven geroepen, net als veel andere scholen, voor extra activiteiten die niet tot het gewone lesprogramma behoren, zoals de schoolreis, carnaval, kerstdiner, Sinterklaas en allerlei andere activiteiten. De ouderbijdrage hiervoor is vrijwillig. De school mag leerlingen uitsluiten van activiteiten als hun ouders de ouderbijdrage niet betalen, maar biedt dan wel een alternatief programma aan. Onze school zal leerlingen niet weigeren, van school sturen of uitsluiten van het reguliere onderwijsprogramma als ouders de bijdrage niet of slechts gedeeltelijk willen betalen. Met andere woorden: de toegankelijkheid van het onderwijs wordt niet beïnvloed door de ouderbijdrage. De hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage wordt elk jaar vastgesteld in een openbare vergadering van de medezeggenschapsraad. Daarbij is de instemming van de oudergeleding vereist. Voor het schooljaar 2015-2016 is de vrijwillige ouderbijdrage vastgesteld op € 25, --. De inkomsten uit de ouderbijdrage worden ondergebracht en beheerd door de Antoniusstichting. Aan het begin van het schooljaar wordt u verzocht de bijdrage te storten op rekening nummer IBAN: NL32RABO 0140 5851 68 t.n.v. Antoniusstichting Budel-Schoot onder vermelding van Ouderbijdrage + naam leerling.

7.4

Klachtenregeling (De volledige klachtenregeling vindt u op de website onder “ouders”.) Overal waar gewerkt wordt, zijn wel eens misverstanden of worden fouten gemaakt. Ouders zijn altijd welkom bij de groepsleerkrachten om dergelijke zaken te bespreken en samen zal dan naar een goede oplossing gezocht worden. Ons streven is dat elke leerkracht u altijd serieus neemt en goed naar u luistert om dan samen naar de best mogelijke oplossing te zoeken. Natuurlijk is het ook mogelijk om met vragen, problemen of klachten over het onderwijs, de aanpak van de kinderen of andere zaken, naar de directeur te stappen. Deze zal proberen het probleem in overleg met de ouders, de groepsleerkracht en eventuele andere betrokkenen zo snel mogelijk op te lossen. Als ouders niet tevreden zijn over de manier waarop een probleem of klacht wordt opgepakt, kunnen ze de zaak bespreken met de interne contactpersonen. Deze laatste zijn door het bestuur van de school aangesteld om ervoor te zorgen dat de klachten van kinderen of ouders altijd serieus genomen worden en op een passende manier worden afgehandeld. De interne contactpersonen bij ons op school zijn: Mevr. L. Verhees Team: Thea Jansen Elke ouder of elk kind kan een beroep op hen doen als er problemen zijn. Het gesprek wordt vertrouwelijk behandeld en er worden geen stappen gezet zonder uw toestemming. Tijdens dit overleg wordt besloten wat er moet worden gedaan, of wie er moet worden ingeschakeld, om tot een goede oplossing te komen. Als dat nodig mocht zijn, wordt een klacht doorverwezen naar de externe vertrouwenspersoon.


- 35 -

De externe contactpersoon is: Mevr. A. Kraag, 0681879368 [email protected]. Als u met een klacht bij hem komt, zal hij eerst nagaan of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Lukt dit niet, of is de klacht zo ernstig dat verder gaan noodzakelijk geacht wordt, dan kan de klacht ter behandeling worden voorgelegd aan de door de VKBO (Vereniging Besturen Katholiek Onderwijs) ingestelde algemene klachtencommissie, waarbij ons schoolbestuur aangesloten is. Het adres is: Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs, Postbus 82324, 2508 EH Den Haag, telefoon: 070 – 3925508 (tussen 9.00 en 12.00 uur) Ook is het mogelijk dat u zich rechtstreeks wendt tot de externe vertrouwenspersoon of tot de algemene klachtencommissie. Dat laatste moet altijd schriftelijk gebeuren. 7.5

Meldcode Kindermishandeling Iedere school, dus ook De Wereldwijzer moet een meldcode “kindermishandeling en huiselijk geweld” hebben. Deze meldcode is opgesteld door het overkoepelend bestuur van Skozok en is dan ook te vinden op de betreffende website: www.skozok.nl/ onder “ouders”.


- 36 -

8

DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL (terug)

8.1

Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school Communicatie met ouders De groepen krijgen 3x per jaar een rapport mee. De gesprekken vinden 2 maal per jaar plaats, in e het najaar en in het voorjaar. Kort voor de zomervakantie vindt er, indien nodig nog een 3 ronde plaats (op uitnodiging/verzoek). Voor ieder kind wordt een gesprek van 10 minuten gepland. Indien tijdens het gesprek blijkt dat dit onvoldoende is, wordt er een nieuwe afspraak gemaakt. De data van deze avonden staan vermeld op de schoolkalender. In groep 8 vervalt het laatste 10-minuten gesprek. Ouders die aangeven, naar aanleiding van de uitslag van de Cito Eindtoets, een gesprek te willen met de leerkracht worden hiervoor uitgenodigd. Afspraak maken met de leerkracht/directie Als u een van de team-/directieleden wilt spreken, kunt u altijd een afspraak maken. U bent van harte welkom.

8.2

Passend Onderwijs de Kempen PO De Kempen 30-09 vormt vanaf 1 augustus 2014 een samenwerkingsverband zoals bedoeld in de wet op het Passend Onderwijs. In dit samenwerkingsverband werken de schoolbesturen voor basisonderwijs in de gemeenten Bergeijk, Bladel, Cranendonck, Eersel, Heeze-Leende. Oirschot, Reusel- de Mierden, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre samen met de scholen voor speciaal onderwijs in de regio behorend tot cluster 3 en 4 ( LZ, ZML, Mytyl en gedragsproblemen). Deze samenwerking moet er toe leiden dat het samenwerkingsverband voor alle leerlingen een passend onderwijsaanbod kan verzorgen. In het Ondersteuningsplan van Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs De Kempen 30-09 is vastgelegd op welke wijze de Stichting daaraan vorm gaat geven. Passend Onderwijs is gebaseerd op 3 pijlers: 1. Zorgplicht SKOzoK heeft zorgplicht voor alle leerlingen die ingeschreven of aangemeld zijn op één van onze scholen. Wanneer een leerling extra ondersteuning nodig heeft, is het onze plicht om te streven naar een zo passend mogelijk onderwijsaanbod. Welke ondersteuningsmogelijkheden we op de scholen kunnen bieden, is vastgelegd in het ondersteuningsprofiel wat in 2013 is opgesteld en wat in het schooljaar 2015-2016 geactualiseerd wordt. In veel gevallen kan de school zelf de ondersteuning realiseren die nodig is. In andere gevallen met inzet vanuit SKOzoK of het Samenwerkingsverband waar SKOzoK deel van uit maakt. Het kan ook zijn dat de ondersteuning die de leerling nodig heeft om zich goed te kunnen ontwikkelen niet op de betreffende basisschool geboden kan worden. Dan gaan we, samen met de ouders/verzorgers, op zoek naar een meer passende school. We gaan ervan uit dat we in gezamenlijkheid tot een passende oplossing komen voor uw kind. Het kan voorkomen dat dit niet lukt. In dat geval kunt u zich wenden tot verschillende commissies:  Bezwaaradviescommissie Het Samenwerkingsverband De Kempen heeft een interne bezwaaradviescommissie ingericht, waartoe ouders zich kunnen richten bij een bezwaar tegen een besluit over een toelaatbaarheidsverklaring.  Geschillencommissie Passend Onderwijs Deze commissie beslecht geschillen in po, vo en (v)so, over toelating van leerlingen die extra ondersteuning behoeven, de verwijdering van leerlingen en het ontwikkelingsperspectief. Voor meer informatie, zie: www.geschillenpassendonderwijs.nl


- 37 -

2. Samenwerken Sinds 1 augustus 2014 is SKOzoK deel uit gaan maken van een nieuw Samenwerkingsverband Passend Onderwijs De Kempen. In dit nieuwe Samenwerkingsverband werken schoolbesturen voor regulier basisonderwijs en speciaal (basis)onderwijs samen. Gezamenlijk zijn we ervoor verantwoordelijk dat alle leerlingen in de regio passend onderwijs kunnen volgen. Voor meer informatie, zie: www.podekempen.nl Er is niet alleen samenwerking met onderwijspartners in de regio maar ook met de zorgpartners. Beiden versterken elkaar. De gemeenten zijn vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp en daar werken we dan ook intensief mee samen. Eén kind / één plan is het streven. Daar willen we gezamenlijk naar toe groeien. 3. Verandering in de bekostiging Daar waar eerder landelijke criteria waren om vast te stellen of een leerling recht had op extra ondersteuning, ontvangen Samenwerkingsverbanden nu een vast bedrag per leerling waar alle ondersteuning in de regio van bekostigd dient te worden. Daarbij onderscheiden we lichte ondersteuning en zware ondersteuning. In onze regio is ervoor gekozen de lichte ondersteuning door de schoolbesturen zelf uit te laten voeren. Dat geeft ons de ruimte om lichte en preventieve arrangementen voor kinderen en of groepen zelf vorm te geven passend bij onze visie en werkwijze. Voor zware ondersteuning, denk aan plaatsingen op het speciaal onderwijs en zeer intensieve arrangementen op de basisschool, blijft het Samenwerkingsverband in ieder geval tot 1 augustus 2016 verantwoordelijk.  LGF Cluster 3 en 4 Voor leerlingen met indicatie voor Leerlinggebonden financiering cluster 3 of 4 die tenminste geldig is tot 1 augustus 2016 ontvangt de school een financiële bijdrage. Vanuit die bijdrage realiseert de school de ondersteuning die nodig is.  LGF Cluster 1 en 2 Ondersteuning voor leerlingen cluster 1 (blind en slechtziend) en cluster 2 (doof, slechthorend, spraak/taal moeilijkheden) valt buiten de wet Passend Onderwijs. Met deze besturen zijn samenwerkingsafspraken gemaakt. Meer informatie cluster 1 zie www.visio.org Meer informatie cluster 2 zie www.taalbrug.nl Meer informatie: De transitie naar de nieuwe Wet Passend Onderwijs is niet afgerond met ingang van het schooljaar 2015-2016. De regering zal ook dit schooljaar nog vele aanpassingen en aanvullingen op de huidige wet bekend maken. Schoolbesturen moeten ten aanzien van verschillende thema’s nog verder beleid ontwikkelen. Al deze ontwikkelingen worden op termijn opgenomen in de schoolgids. Echter beleidsontwikkeling zal sneller gaan dan bijstelling van de schoolgids, vandaar dat we u graag wijzen op belangrijke aanvullende informatiebronnen, te weten: - www.steunpuntpassendonderwijs.nl - www.passendonderwijs.nl 8.3

Kwaliteitsverbetering. Als blijkt dat de hulp die we als school geven niet voldoende resultaat oplevert, volgt een gesprek met ouders, leerkracht, KO-er en eventueel een lid van de directie. Er kan vervolgens besloten worden de externe ondersteuningsroute te volgen, die op de SKOzokscholen geldt. De onderwijsbehoeften van een kind kunnen complex zijn, waardoor ons onderwijs onvoldoende aansluit bij wat uw kind nodig heeft. In eerste instantie gaat de school zelf verder onderzoeken wat er nodig is. Daarbij kunnen ze verschillende instanties consulteren. Ouders worden hiervan op de hoogte gesteld. Op basis van deze adviezen stelt de leerkracht haar onderwijs bij.


- 38 -

Arrangement Wanneer dit onvoldoende oplevert, neemt de KO-er in samenspraak met de ouders en leerkracht contact op met de Coördinator Passend Onderwijs van SKOzoK. In veel gevallen plannen we een ondersteuningsgesprek waar ouders altijd bij aanwezig zijn. Samen met eventuele andere betrokkenen (zoals een logopediste, een hulpverlener uit de thuissituatie of een orthopedagoog die recent onderzoek heeft gedaan) zoeken we naar mogelijkheden om nog beter af te kunnen stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerling. Dit wordt vertaald in een arrangement. Een arrangement kan zeer divers zijn. Er kan een expert ingezet worden die de leerkracht helpt bij het realiseren van een passend onderwijsaanbod voor het kind. Ook kan geconstateerd worden dat de school niet kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van de leerling en dat een school voor speciaal basisonderwijs beter aansluit. Commissie Toelaatbaarheidsverklaring Wanneer in het arrangement ondersteuning vanuit het Samenwerkingsverband opgenomen is, wordt het arrangement wat in het ondersteuningsteam is opgesteld, getoetst door de Commissie Toelaatbaarheid van het Samenwerkingsverband. Het gaat dan om zeer intensieve arrangementen of een plaatsing op speciaal (basis)onderwijs. Deze commissie besluit of het arrangement daadwerkelijk toegekend wordt. De school doet de aanvraag bij het Samenwerkingsverband. Het uiteindelijke besluit wordt door het Samenwerkingsverband naar de school gestuurd. De school communiceert dit met de ouders. Groeidocument Dit is het centrale document wat in de ondersteuningsroute alle betrokkenen informeert. In het groeidocument worden de sterke kanten van een leerling beschreven maar ook wat de leerling belemmert. Daarnaast wordt beschreven wat er op school en thuis al ingezet is om de leerling zo goed mogelijk te begeleiden. Wanneer er een arrangement komt, wordt de inhoud van het arrangement in het groeidocument opgenomen en onderbouwd. Voor veel leerlingen met een arrangement is het van belang dat we de ontwikkeling nauwgezet volgen en evalueren. Dat doen we middels het Ontwikkelingsperspectief (OPP) wat onderdeel is van het groeidocument. De volgende zorgvoorzieningen zijn dan mogelijk:  Op de basisschool blijven met een vorm van speciale hulp, bv. ambulante begeleiding.  Plaatsing op een andere basisschool waar meer specifieke hulp mogelijk is.  Plaatsing op een school voor speciaal basisonderwijs. Kwaliteitsverbetering dankzij goed personeel. In het schoolplan 2015-2019 zijn de ontwikkelingsdoelen voor 4 jaar beschreven. Op deze wijze werken we aan de kwaliteit van het onderwijs. In het schoolontwikkelingsplan 2015-2016 zijn o.a. de volgende activiteiten opgenomen:  Professionaliseren van leerkrachtvaardigheden m.n. begeleiden vanuit rust en verbinding op inhoud-team-leerlingen. Gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor alle leerlingen in bouw/school. Aandacht voor sociaal emotionele ontwikkeling en voorkoming van pestgedrag. Binnen het team wordt een gezamenlijke taal ontwikkeld en gesproken t.o.v. feedback geven aan en over leerlingen (groepen).  Directeur neemt zodanig regie, zodat teamleden voldoende tijd krijgen om zich planmatig handelingsgericht werken eigen te maken en onderwijs op maat voor alle leerlingen te realiseren. Doelgericht sturen op betekenisvolle opbrengsten.  Leerkrachten maken meer gebruik van elkaars expertise door middel van collegiaal leren, klassenconsultaties en professionele cultuur. Het team stapt in het traject met CEDIN ‘kansrijke combinatiegroepen’.  Focus ligt op leerresultaten startend vanuit het kennen en inzetten van leerlijn ‘leren leren’ binnen de eigen groep. De cognitieve opbrengsten liggen op het niveau dat past bij de schoolpopulatie. Herijken van de visie (gezamenlijke taal) en Groep 7/8 Op VolleKracht.


- 39 -



Dit schooljaar wordt het traject rond het verbeteren van de complexe didactische vaardigheden vervolgd. De school wordt hierbij ondersteund door de Veerkrachtgroep. Ook gaan we expertise opdoen op andere SKOzoK scholen. Alle leerkrachten gaan 2 dagen meekijken en meedoen op 2 andere scholen en de collega’s van de andere scholen komen allemaal 1 dag naar de Andreasschool.

Doelstelling waaraan gewerkt dient te worden: 1. Complexe leerkrachtvaardigheden verder ontwikkelen: Afstemmen op verschillen tijdens instructie en verwerking; Data en betekenisgeving. 2. Kanteling van leiden naar begeleiden: Taal geven aan leren leren Regie voeren t.a.v. je eigen ontwikkeling. Daarnaast staan de volgende zaken ingepland:  werkbijeenkomsten rond ZIEN, registratiemodel voor de sociaal emotionele ontwikkeling groep 3 t/m 8;  scholing KIJK!, ontwikkelingsvolgmodel voor groep 1-2;  Cursus Kurzweil (programma voor dyslectische kinderen);  Verdieping in coöperatieve werkvormen.  Invoering nieuwe rekenmethode Wereld in Getallen 4. Kwaliteitsverbetering door een leerlingvolgsysteem. Een derde manier om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken en verder te verhogen is het werken met toetsen. Om onze leerlingen acht jaar lang zo goed mogelijk te kunnen volgen in hun ontwikkeling maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem. Het systeem levert waardevolle aanvullende informatie op over een leerling. Het laat zien hoeveel een kind in een bepaalde periode heeft bijgeleerd. De toetsen die we gebruiken worden afgenomen bij een grote groep leerlingen verspreid over het hele land. Daardoor is het mogelijk de vorderingen van uw kind te vergelijken met de leeftijdgenoten in ons land. Tijdens de basisschoolperiode zetten kinderen belangrijke stappen in hun cognitieve en sociaalemotionele ontwikkeling. Het is dan ook vanzelfsprekend dat wij er als school veel waarde aan hechten dat wij onze leerlingen hierbij optimaal begeleiden. Om ervoor te zorgen dat de specifieke behoeften van elk kind binnen onze school gewaarborgd zijn, is het allereerst van belang dat we de ontwikkeling van iedere leerling zo volledig mogelijk in kaart brengen. Wij volgen de cognitieve ontwikkeling van onze leerlingen met behulp van het Citoleerlingvolgsysteem (landelijk genormeerde toetsen), met methodegebonden toetsen en door middel van observaties door de leerkracht. Wanneer er aan de hand van de uitkomsten van deze observaties en/of op deze toetsen wordt waargenomen dat een leerling niet optimaal presteert, wordt een individueel plan voor de leerling gemaakt. De sociaal-emotionele ontwikkeling wordt in kaart gebracht met de methode ‘Kijk op sociale competentie’. Wanneer het sociaal-emotionele functioneren van een leerling ons zorgen baart, wordt eveneens een plan opgezet om de kindontwikkeling op dit onderdeel te optimaliseren. Twee maal per jaar vinden groepsbesprekingen plaats. Tijdens deze besprekingen neemt de interne begeleider met elke groepsleerkracht uitgebreid het welbevinden van de groep door. Daarnaast vinden regelmatig leerlingbesprekingen plaats, waarbij het gehele team en de interne begeleider aanwezig zijn. Over het algemeen beperken problemen in de ontwikkeling zich veelal tot één of enkele (cognitieve) vakgebieden of onderdelen van het sociaal-emotionele functioneren. Wanneer stagnaties in de ontwikkeling gevolgen hebben binnen meerdere vakgebieden of binnen het algemene functioneren, wordt een uitgebreid handelingsplan opgesteld. Soms kan in deze gevallen ook een leerlinggebonden financiering aangevraagd worden, waardoor de school nog meer middelen aan kan wenden om de leerling te begeleiden. Aangezien ouders een sleutelrol hebben in het leven van hun kind, gebeuren alle stappen die door ons gezet worden in goed overleg met hen. Het is immers ons gezamenlijk doel om ervoor te zorgen dat elk kind zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen. 8.4

Zorg voor de relatie school en omgeving Schoolgids RK Basisschool De Wereldwijzer schooljaar 2015-2016

- 40 -

8.4.1

Cursussen en workshops: Regelmatig bezoeken de leerkrachten cursussen en workshops. Deze worden vaak door SKOZOK georganiseerd. De cursussen en workshops vinden over het algemeen niet tijdens de lesuren van de kinderen plaats.

8.4.2

Bibliotheek. Hoewel wij op school wel een leerlingenbibliotheek hebben, lenen wij de boeken niet uit. Ze blijven op school. U weet ongetwijfeld hoe belangrijk lezen is voor de opgroeiende jeugd. Wij doen dan ook een beroep op de ouders de kinderen lid te laten zijn van de bibliotheek. Het lidmaatschap voor de jeugd is gratis. De boeken zijn verdeeld naar niveau / leeftijd. De klassenleerkracht kan u, indien nodig, informeren over het leesniveau van uw kind. In het kader van het project “De Rode Draad” leent de school regelmatig bibliotheekboeken die de kinderen vervolgens op school kunnen lezen. In het kader van leesbeleving en leesondersteuning ondersteunen wij het lenen en lezen van bibliotheekboeken zeer.

8.5

Inspectie. De inspectie heeft o.a. de taak, de onder haar ressorterende scholen en de daarbij behorende schoolbesturen te adviseren en te controleren. De inspectie krijgt haar richtlijnen van het ministerie van onderwijs en wetenschappen. Inspectie van het onderwijs, E-mail: [email protected] Internet: www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis)


- 41 -

9

“GEZONDHEIDSZORG” (terug)

9.1

Centrum voor Jeugd en Gezin Cranendonck Een plek waar opvoeders en jeugdigen terecht kunnen met vragen over opvoeden en opgroeien

De gemeente is verantwoordelijk voor de gehele jeugdzorg. Dat betekent: alle hulp, zorg en ondersteuning voor jeugdigen en hun opvoeders. Met instanties - ook in regionaal verband - heeft de gemeente hierover afspraken gemaakt zodat iedereen goed geholpen wordt. Deze taken liggen binnen de gemeente Cranendonck bij het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).

Voor wie is het CJG? Het CJG is er voor: kinderen jongeren tot 23 jaar ouders en verzorgers, ook toekomstige ouders; mensen die werken met kinderen, met jongeren of met ouders en verzorgers. Waar kunt u terecht? Als ouder en jongere kunt u zelf bepalen hoe u contact zoekt. Veel informatie en tips kunt u vinden op de CJG website voor ouders: www.cjgcranendonck.nl (najaar 2011). Voor jongeren komt er een speciaal voor hen ingerichte site. Verder is het CJG telefonisch en via e-mail bereikbaar of u bezoekt een van onze CJG locaties in Budel op De Dam of in Maarheeze aan de Hoge Weg. We helpen u graag! Wilt u meer weten over opvoeden en opgroeien, tips krijgen of geholpen worden, bekijk dan onze website: www.cjgcranendonck.nl.

9.2

Jeugdmaatschappelijk werk Op 1 april 2011 is in Cranendonck jeugd maatschappelijk werk (JMW) van start gegaan. De doelgroep van het JMW betreft jeugdigen van 0-23 jaar bij wie sprake is van (dreigende) problemen in de thuissituatie en/of op school. Het JMW wordt vooral vanuit de scholen ingezet maar is ook beschikbaar voor andere organisaties/verenigingen en natuurlijk de ouder(s) en de jeugdige zelf. Het JMW begeleidt de jeugdige en/of de ouder(s) met behulp van drie tot acht gesprekken al dan niet in de thuissituatie. Indien tijdens het traject blijkt dat er meer of andere hulp nodig is dan verwijst/begeleidt de JMW-er de ouder(s) en/of de jeugdige naar een passend hulpaanbod. Daarnaast neemt de JMW-er op verzoek deel aan interne zorgadviesteams van de scholen.


- 42 -

Zij heeft hierin een consulterende en adviserende functie. De JMW-er neemt ook deel aan de lokale casusoverleggen in de netwerkbijeenkomsten. Andere deelnemers aan deze netwerken kunnen zijn: de school zelf, GGD, Bureau Jeugdzorg, psycholoog, leerplichtambtenaar, politie. Enkele voorbeelden van problemen waarbij het schoolmaatschappelijk werk hulp kan bieden: o pesten en gepest worden; o sociale vaardigheden; o problemen in de thuissituatie; o problemen op school; o gescheiden ouders; o (rouw)verwerking; o verslaving; o depressieve gevoelens. Iedereen kan telefonisch of via de mail contact opnemen met de JMW-er om aan te geven wat de zorgen zijn en samen te bespreken wat de JMW-er hierin kan betekenen. Contactgegevens JMW Cranendonck: - Tineke Goudriaan mobiel 0612324551, email: 9.3

Jeugdgezondheidszorg: een gezonde keuze voor alle leerlingen Onze school werkt samen met het team jeugdgezondheidszorg van de GGD. Dit team bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige, assistent en een medewerker gezondheidsbevordering. We leggen kort uit wat dit team voor de ouders/verzorgers en leerlingen kan betekenen. Antwoord op vragen Ontwikkelt mijn kind zich goed? Waar komt die lichamelijke klacht vandaan? Is dit gedrag normaal? Opvoedtwijfels? Voor dit soort vragen kunnen u en uw zoon of dochter terecht bij het team Jeugdgezondheidszorg. Zij geven advies en bekijken samen met u of verder onderzoek nodig is.

Contactmomenten Tijdens de basisschoolperiode komen alle leerlingen van groep 2 en 7 op een vast moment in contact met de medewerkers van het team Jeugdgezondheidszorg. Zij kijken naar de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van uw kind. Denk aan groei, motoriek, leefstijl, spraak en taal, maar ook aan schoolverzuim en gedrag. U kunt bij elk contactmoment aanwezig zijn. Inentingen In het jaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt hij of zij de laatste twee inentingen tegen DTP (Difterie, Tetanus en Polio) en BMR (Bof, Mazelen en Rode hond). Meisjes van 12 jaar krijgen ook de vaccinatie tegen HPV (baarmoederhalskanker). De GGD verstuurt hiervoor uitnodigingen. . Gezonde school De GGD helpt bij het realiseren van een veilige, gezonde en hygiënische school. Bijvoorbeeld door het voorkomen en bestrijden van hoofdluis en het geven van voorlichting over een gezonde leefstijl. Ook doet de GGD metingen over een gezond leefklimaat en adviseert de school hierin.


- 43 -

Over de GGD Vanuit de Wet Publieke Gezondheid is de GGD verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg van kinderen van 4 t/m 19 jaar. De GGD zet zich in om eventuele gezondheidsproblemen en risico’s op te sporen en zo veel mogelijk te beperken. Onder meer via gezondheidsonderzoeken houdt de GGD (in samenwerking met de school) zicht op de lichamelijke, geestelijke en emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren. Zo ook op de gezondheidssituatie van uw kind. De GGD gaat zorgvuldig om met alle persoonsgegevens van u en uw kind. De GGD is partner in het Centrum voor jeugd en Gezin. Hebt u vragen?  Stuur een e-mail naar: [email protected] Vermeld altijd de voor- en achternaam en geboortedatum van uw kind  Of bel de GGD Brabant-Zuidoost via: 088 0031 414 op maandag t/m vrijdag: 8.30 17.00 uur.  Kijk op de website www.ggdbzo.nl/ouders GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 5605 KR Eindhoven Clausplein 1 5611 XP Eindhoven 9.4

www.ggdbzo.nl /ggdbzo @ggdbzo

Schoolverzekeringen. Wij zijn verzekerd via het VBKO voor:  aansprakelijkheidsverzekering voor onderwijsinstellingen  bestuurders aansprakelijkheidsverzekering  school ongevallen verzekering Deze verzekering biedt de volgende dekking: WA  schade aan gehuurde of geleende goederen  schade aan gebouwen in huur  schade veroorzaakt door professionele hulpverleners ingehuurd door het schoolbestuur  stage verzekering  aanvulling leerlingen: dekking voor het particuliere aansprakelijkheidsrisico van leerlingen, b.v. schaden veroorzaakt tijdens verblijf op school of tijdens evenementen in schoolverband, voor zover niet elders verzekerd door b.v. een WA-verzekering die door de ouders van de betreffende leerling is afgesloten  schade aan eigendommen van de school, veroorzaakt door leerlingen tijdens het overblijven School ongevallenverzekering De verzekering is van kracht tijdens schooluren en evenementen in schoolverband alsmede gedurende het rechtstreeks gaan van huis naar school en omgekeerd. De verzekerde bedragen zijn als volgt:  uitkering bij overlijden is €500,00  maximale uitkering bij algehele blijvende invaliditeit €22.700,00  tandheelkundige hulp per element € 230,00


- 44 -

10

REGELINGEN SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN (terug)

10.1

Schooltijden. Groepen 1 t/m 8

ma/di/do wo / vr.

08.30 – 12.00 08.30 – 12.30

13.15 – 15.15

De eerste bel gaat 5 minuten voor aanvang van de lessen. De leerlingen komen dan naar binnen. Om 08.30 en 13.15 gaat de tweede bel. Op dit moment zijn alle leerlingen in de klas en kan de les op tijd beginnen.

10.2

Vakantierooster en vrije dagen. Herfstvakantie 26-10-15 t/m 30-10-15 Kerstvakantie 21-12-15 t/m 01-01-16 Carnavalsvakantie 08-02-16 t/m 12-02-16 e 2 paasdag 28-03-16 Meivakantie 25-04-16 t/m 06-05-16 e 2 Pinksterdag 16-05-16 Zomervakantie 25-07-16 t/m 02-09-16 Studiedagen 09-09-15; 07-10-15 08-03-16; 03-06-16; 23-06-16 Eerste schooldag ‘16 05-09-16

10.3

Leerplicht. Een kind mag naar de basisschool als het vier jaar is. Verplicht is het dan nog niet. Er kunnen redenen zijn om kinderen, die net vier jaar zijn, in de beginperiode wat minder naar school te laten gaan, b.v. alleen de ochtenden. Dit kunt u het beste met de groepsleerkracht bespreken. Kinderen worden leerplichtig vanaf de dag dat zij hun vijfde verjaardag hebben gevierd. Vanaf die dag moeten alle lessen en activiteiten, die de school in de genoemde schooltijden organiseert, gevolgd worden.


- 45 -

10.4

Verlofregelingen. De leerplichtwet geeft de volgende regels betreffende het verlenen van verlof. Als de ouders extra verlof wensen voor hun kind dient dit altijd aan de directeur gevraagd te worden. Deze kan in de volgende gevallen extra verlof toekennen:  Eén keer per schooljaar kan ten hoogste tien dagen extra verlof gegeven worden. Dit kan alleen bij dwingende redenen.(bv. Medische noodzaak). Deze dagen mogen echter niet vallen in de eerste twee weken van het schooljaar. Als het extra verlof meer dan twee weken betreft, mag de directeur dit niet geven. Dit moet dan gevraagd worden bij de leerplichtambtenaar van de gemeente.  Bij verhuizing binnen de gemeente een dag verlof, buiten de gemeente twee dagen.  Voor het bijwonen van een huwelijk in de familie. Richtlijn: een dag verlof.  Bij een sterfgeval in de familie. Richtlijn: afhankelijk van wat noodzakelijk is.  Bij een huwelijks- of ambtsjubileum. Richtlijn: verlof op de dag van het feest. Dit betekent dat geen verlof gegeven kan worden voor:     

Een tweede vakantie, op wintersport gaan buiten de schoolvakantie, het bezoeken van een pretpark buiten schoolverband, een dag eerder dan de schoolvakantie naar het vakantieadres vertrekken, een lang weekend, waarbij de vrijdag of de maandag vrij gevraagd wordt.

Wij hopen dan ook dat ouders begrijpen dat extra verlof geven niet zomaar kan. We hebben ons gewoon aan de regels te houden en dat willen we ook. Daarom is ons dringend verzoek aan de ouders geen zaken aan ons vragen die we toch niet toe mogen staan. 10.5

Ongeoorloofd schoolverzuim.   

10.6

Als blijkt dat ongeoorloofd extra verlof opgenomen is, wordt dit als zodanig genoteerd in onze administratie. De ouders worden hiervan op de hoogte gesteld. Als dit nodig is (bv. Als het meerdere malen voorgekomen is), meldt de directeur ongeoorloofd verzuim bij de gemeente. Als het ongeoorloofd verzuim plaats vindt op drie achtereenvolgende schooldagen, dan is de directeur verplicht dit bij de gemeente te melden.

Ziektemelding en bezoek aan dokter, tandarts, enz. Als uw kind wegens ziekte of een afspraak met de dokter niet op school aanwezig kan zijn, zouden wij dat graag voor de aanvang van de lessen willen weten. Op die manier hoeven wij ons geen zorgen te maken. Als we geen bericht van afwezigheid ontvangen, nemen we zelf contact met u op om na te gaan waar het kind is. Als het mogelijk is, kunt u afspraken met de dokter, tandarts, enz. beter zoveel mogelijk na schooltijd plannen. Indien dat niet mogelijk is, geeft u dan de leerkracht bericht hoe laat u het kind op komt halen. Kinderen alleen naar huis laten gaan onder schooltijd willen wij zoveel mogelijk voorkomen. Als uw kind tijdens de les ziek wordt, bellen wij de ouders om het kind op te komen halen. Als u overdag niet thuis bent, zouden we graag een telefoonnummer hebben van personen die we in dat geval kunnen bereiken.


- 46 -

11

NAMEN (en eventueel adressen) (terug)

11.1

Stichting Skozok: Samen Koersen op zichtbare onderwijskwaliteit. Pastoor Jansenpl. 21

11.2

Teamleden Directeur Theo Houben,

5504 BS Veldhoven

040-2531201

fax 040-2547776

0612326731 .

Leerkrachten 0495494343 Rian van Beers (gr. 7) Joke van Dijk (gr. 3) Cindy van der Knaap (gr. 1,2,3) Ilse Jansen (gr. 6,8) Thea Jansen (gr. 6) Wilma Jansen (gr. 1,2,4,5) Marian Konings (gr. 4, 5, 6) Bertie Lammers (gr. 7,8) Mario Liebregts Klassenassistenten Lian Corstjens Mario Liebregts 11.4

Medezeggenschapsraad ouders Jolanda Lammers Mariëlle Looijmans Mireille van Seggelen Teamleden Joke van Dijk

11.5

Ouderraad Voorzitter Jolanda Lammers Secretaresse Penningmeester Melanie Hoomans


- 47 -

11.6

11.7

11.8

11.9

Klassenouders (terug) Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8

Jolanda Soers Emmy Dijk Laura van Grootel Melanie Hoomans Mariëlle Looymans Mireille van Seggelen Kim de Werdt

Contactpersoon klachtenregeling school Mevr. L. Verhees Juffrouw Thea

(0495)492479 (0495)494419

Vertrouwenspersoon Centraal bestuur Dhr. H. Karsmakers

0611216536

Klachtencommissie Centraal bestuur (tussen 9.00 en 12.00 uur) Klachtencommissie KO Postbus 82324 2508 EH Den Haag

070 – 3925508

11.10

Inspectie van het onderwijs Vragen over het onderwijs 0800 – 8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie/misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld Meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 – 1113111 www.onderwijsinspectie.nl [email protected]

11.11

Schoolbegeleidingsdienst Zie H 8.4.1

11.12

Schoolarts / logopediste GGD Zuidoost Brabant Jeugdgezondheidszorg

11.13

11.14

11.15

Postbus 8684

6505 KR Eindhoven

0880031100 0880031414

Peuterspeelzaal De Kruimelhoek

Pater Ullingsstr. 3

6023 AM Budel-S.

0495-494343

RIAGG RIAGG

V. Berlostraat 26b

6001 EG Weert

0495-524252

6021 CH Budel

0495-491231

Stichting Maatschappelijk Werk St. Maatschappelijk Werk Kerkstraat 25


- 48 -

12

Bijlage (terug)

Waar vind ik wat? Bladzijde Adressen Antoniusdag Betrokkenheid ouders Bewegingsonderwijs Bibliotheek Bisk Carnaval Cito eindtoets Centrum jeugd en gezin Communicatie met ouders Communie en Vormsel Computers Creatieve vakken Doedagen Doelstellingen Engels Gesprekken met ouders GGD Godsdienst Groepsgrootte Groepsindeling Hoofdluis Identiteit Info Info-blaadje (De Wijzer) Informatieavond Inspectie IVN Jeugdbladen Jeugdmaatschappelijk werk Kerstviering Kinderpostzegels Klachtenregeling Klassenouders Kleuters Kwaliteitsverbetering Laat zien wat je kunt show Leerkrachten Leerling dossiers Leerlingen met een “rugzakje” Leerlingen met speciale behoeften Leerlingvolgsysteem Leerplicht Lezen Manier van werken Medezeggenschap Nederlandse taal

47 27 31 20 41 28 28 26 42 37 14 20 20 28 14 19 34 42 18 11 15 30 14 33 34 34 41 28 27 43 27 28 35 33 15 38 27 17/30 21 23 22 20 45 19 16 12 18

Bladzijde Nieuwe leerlingen Ouderbijdrage Ouderraad Overblijven Paashaas Passend Onderwijs Pestprotocol Peuterspeelzaal “de Kruimelhoek” Rapporten Rekenen en wiskunde Rode Draad Scholing leerkrachten School- en groepsgrootte Schoolafspraken Schoolbestuur Schoolfoto’s Schoolgids Schoolkalender Schoolkamp Schoolnaam Schooltijden Schoolverzekering Schoolverzuim Schrijven Sinterklaas Situering van de lokalen Speciale school voor basisonderwijs Stagiaires Taakverdeling leerkrachten Urenverdeling over de vakken Vakanties Veiligheidsplan Verantwoording Verkeersbrigadiers Verkeerscommissie Verlofregeling Vervanging leerkrachten Visie en missie Voortgezet onderwijs Vooruitblik Vrije dagen Vrijwilligers Website Passend onderwijs De Kempen Wereldoriëntatie Ziektemelding leerlingen “Zittenblijven” (doubleren)


21 35 31 32 28 37 25 17 34 18 28 29 12 16 12 28 34 34 27 09 45 43 46 19 27 11 24 30 30 17 45 13 04 33 29 46 30 10 26 06 44 30 35 37 19 46 22

- 49 -

SCHOOLGIDS. Schooljaar

Recommend Documents