schoolgids particulier basisonderwijs

schoolgids 2010-2011

particulier basisonderwijs

2

3

WINFORD ZEIST

WINFORD ZEIST

INHOUD “Het kiezen van de juiste school is een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling en het levensgeluk van uw kind. Deze schoolgids probeert u daarom een zo compleet mogelijk beeld te bieden van de manier waarop wij onderwijs inhoud geven. Het is geen document dat u in drie minuten uitleest, we willen u degelijk informeren. Mocht u, na lezing, toch nog vragen hebben, dan kunt u vanzelfsprekend contact met mij opnemen. Het gaat om de toekomst van úw kind, ten slotte.” M. De Beer

Vestigingsdirecteur Winford Zeist

Leren in verbondenheid

4

Wat maakt het onderwijs op Winford zo bijzonder?

Hoe informeert Winford ZEIST de ouders?

5

Het systeem van inloopavonden Het rapport Informatie over actuele zaken Thema-avonden Informatievoorziening aan gescheiden ouders Recht op informatie Wettelijke beperkingen informatierecht

Het onderwijsconcept Pedagogisch handelen Alle omgang in onze school heeft een pedagogische dimensie Talent moet herkend kunnen worden Didactisch handelen Ontwikkeling nauwlettend volgen Relatie ouders en school Wat leer je op Winford ZEIST? De kerndoelen Nederlandse taal Taalontwikkeling na groep 3 De kerndoelen rekenen en wiskunde Rekenwiskundige ontwikkeling De kerndoelen Oriëntatie op jezelf en de wereld Mensen, natuur en wereld in samenhang De kerndoelen Engels Onderwijs door vakleraren De kerndoelen Kunstzinnige oriëntatie en bewegingsonderwijs Schooleigen doelen ICT Hoe is het onderwijs op Winford ZEIST georganiseerd? Stamgroepen samenvoegen Hoe bewaakt Winford Zeist de voortgang van de leerlingen? Vanaf groep 3 werken we methodisch Leerlingvolgsysteem jonge leerlingen Leerlingvolgsysteem vanaf groep 3 Vanaf groep 5 Groep 7 Groep 8 Ook andere deskundigen kijken en oordelen mee Als leerlingen moeilijkheden ondervinden of juist veel meer kunnen Aanvullende expertise

schoolgids 2010 - 11 | WINFORD SCHOOL OF EXCELLENCE

6 6 6 7 7 7 7 8 8 8 10 10 10 11 11 11 11 11 12 13 13 14 14 14 14 14 14

16 16 16 16 16 16 16 17

Hoe verloopt de intake en hoe stromen leerlingen uit?

18

Intake Toelating De uitstroom Keuze vervolgonderwijs Eindtoets Aanmelding voortgezet onderwijs Extra begeleiding en ondersteuning Tussentijdse schoolverlaters

18 18 19 19 19 19 19 19

Praktische informatie

21

Contactgegevens Schoolteam Schooltijden Lunchpauze Ziekmelding Rooster bewegingsonderwijs Vakantierooster schooljaar 2010 – 2011 Aanvragen extra verlof Wat zijn de kosten van ons onderwijs?

21 21 21 21 21 21 21 22 22

15 15 15


4

5

WINFORD ZEIST

WINFORD ZEIST

Wat maakt het onderwijs op Winford zo bijzonder? Leren in verbondenheid Winford Zeist is een particuliere basisschool. De school wordt dus niet door de overheid bekostigd, maar is door Burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist aangemerkt als ‘school in de zin van de leerplichtwet’. Dat betekent dat leerplichtige kinderen op onze school onderwijs mogen volgen. Op een particuliere basisschool draait het om de Leerplichtwet 1969 en is de Wet op het onderwijstoezicht van toepassing. Burgemeester en wethouders houden toezicht op de naleving van de leerplichtwet; de Inspectie van het Onderwijs is belast met het toezicht op de kwaliteit van ons onderwijs.

Winford Zeist is onderdeel van Winford College, een landelijke organisatie met vestigingen in heel Nederland. Winford College verzorgt zowel basisonderwijs als voortgezet onderwijs. Het basisonderwijs bereidt leerlingen voor op het volgen van bij hen passend voortgezet onderwijs.


De scholen voor voortgezet onderwijs leiden op voor het diploma vmbo-t ofwel mavo, havo en vwo. Deze diploma’s geven toegang tot het middelbaar en hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs. Winford Zeist is gevestigd op Hertenlaan West 38a, 3734 CS Den Dolder.

Onze missie: Het onderwijs op Winford basisonderwijs wil de talenten die ieder kind in zich draagt tot optimale ontwikkeling brengen. Het onderwijs vormt de leerling tot een vrij en verantwoordelijk individu dat vanuit een positieve grondhouding en een genuanceerd oordeelsvermogen bijdraagt aan een vreedzame en duurzame samenleving.

Onze visie: Winford basisonderwijs is geënt op de nieuwste, wetenschappelijk onderbouwde onderwijsmethoden. De school is erop gericht de persoonlijkheid en het bewustzijn van de leerling tot volle bloei te brengen. Winford basisonderwijs biedt de leerling een veilige en ondersteunende leeromgeving, met veel structuur en duidelijkheid over wat de school van de leerling verwacht. De sfeer op de school is goed. De cultuur in de school verbindt, biedt een moreel kompas en kenmerkt zich door een toon van respect en vertrouwen. Leraren zijn sterk betrokken bij hun leerlingen en hebben vertrouwen in hun kunnen. Het onderwijs is degelijk en uitdagend tegelijk. Leerlingen werken in kleine groepen. Leraren motiveren leerlingen tot leren en halen het beste in hen naar boven. Leraren bieden leerlingen uitdaging op maat en stimuleren creatief denken. Zij zoeken steeds naar een manier van leren die bij de leerling past. Leraren stemmen het onderwijsaanbod af op de individuele mogelijkheden van de leerling. Zij maken daarbij gebruik van geavanceerde moderne technologie. De school stelt de vorderingen van de leerling vast met extern genormeerde toetsen en beschouwt de uitkomsten daarvan als dienstbaar aan de ontwikkeling van de leerling en diens zelfvertrouwen. De school onderhoudt korte lijnen met de ouders. De school verantwoordt zich in heldere taal naar de ouders over zowel het leerproces als de resultaten van het onderwijs.


6

7

WINFORD ZEIST

WINFORD ZEIST

Het onderwijsconcept Het pedagogisch klimaat op Winford Zeist kenmerkt zich door vertrouwen in de ontwikkeling van leerlingen. Kinderen zijn nieuwsgierig, stellen veel vragen, zijn op ontdekking uit. Zij ontwikkelen zich van nature; zij zijn daarvoor toegerust. Ons onderwijs stelt leerlingen in staat hun talenten optimaal te ontplooien.

Leren begint bij de eigen initiatieven en betekenisverlening van kinderen. Veilig voelen is een belangrijke voorwaarde voor een natuurlijke ontwikkeling. Kinderen voelen zich veilig als ze mogen zijn wie ze zijn, als ze ervaren dat ze ertoe doen, als er duidelijkheid is over wat er wel en niet van ze wordt verwacht. Een van de belangrijkste psychologische behoeften van de mens, dus ook van het kind, is de behoefte aan relatie. Het pedagogisch antwoord hierop is het bieden van gelegenheid tot verbondenheid. Pedagogisch handelen Het pedagogisch handelen van onze leraren genereert een basisgevoel van verbondenheid. Leerlingen worden gekend en gehoord. Leraren luisteren naar hen en nemen hen serieus. Leerlingen weten dat er regels zijn waaraan zij zich moeten houden en dat deze regels strikt gehandhaafd worden. Leerlingen weten dat van hen verwacht wordt dat zij hard werken en op hun eigen niveau goed presteren. Leerlingen weten ook dat zij erbij horen, dat leraren om hen geven en hen willen helpen om te voldoen aan regels en verwachtingen. Alle omgang in onze school heeft een pedagogische dimensie Leraren dragen, samen met de schoolleiding, de verantwoordelijkheid voor de normen en waarden die de school kenmerken. Deze komen onder meer tot uiting in de manier van omgaan met elkaar.


Zowel leraren als schoolleiding hebben via hun voorbeeldgedrag een belangrijke rol bij de ethische en morele vorming van leerlingen. Zij leven belangrijke individuele en sociale normen en waarden voor als respect, gelijkheid, democratie, vrijheid, integriteit, empathie, verbondenheid, verantwoordelijkheidsbewustzijn en realisme. Zij waken ervoor dat onderlinge agressie, egoïsme, arrogantie en gemakzuchtigheid, gevoelens van verbondenheid en veiligheid in de weg staan. Leraren op onze school zijn zich sterk bewust van het feit dat de kwaliteit van de communicatie binnen de school bepaalt of het tot verbondenheid met de ander komt. Veiligheid en verbondenheid vinden we zo belangrijk omdat ‘leren en ontwikkelen op school’ staat en valt met de kwaliteit van de relatie tussen leerling en leraar. In de relatie tussen leerling en leraar kan het innerlijk genie van de leerling tot optimale groei worden gebracht.

Talent moet herkend kunnen worden Tot op zekere hoogte leren leerlingen vanuit een natuurlijke plezier, vanuit hun intrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie is een belangrijke voedingsbron voor het ‘leren op school’. Interesse en gevoelens van competentie (‘ik kan het’) en autonomie (‘ik kan het zelf’) beïnvloeden en stimuleren de motivatie van leerlingen. Interesse is een belangrijke motor om tot leren te komen; de behoeften aan competentie en autonomie zijn basisbehoeften van ons allemaal. Onze leraren zijn erop uit leerlingen in beweging te brengen om zo hun natuurlijke begaafdheid te ontdekken. Talent moet immers herkend kunnen worden. Het onderwijs in de leergebieden Oriëntatie op jezelf en de wereld, Kunstzinnige oriëntatie, het bewegingsonderwijs, maar ook vakken als schrijven, filosofie en informatica lenen zich hier bij uitstek voor. Leraren geven leerlingen de ruimte om iets te proberen. Zij geven niet direct antwoord op al hun vragen, maar stimuleren de creatieve en nieuwsgierige geest van leerlingen. Zij bieden leerlingen de mogelijkheid autonomie te ervaren. Zij moedigen hen aan om onafhankelijk te denken, de kracht en ritmes van de natuur intens te beleven en de waarde van het immateriële te ervaren. Onze leraren bieden leerlingen daarbij uitdaging op maat; zij bieden ondersteuning en stellen grenzen. Didactisch handelen Het didactisch handelen van de leraren is er primair op gericht dat leerlingen leren. Onze school wil graag dat leerlingen goed presteren. Wij hechten aan een goede beheersing van de basisvaardigheden. Bij de vakken Nederlandse taal en rekenen en wiskunde werken de leerlingen in groepen van zes tot maximaal acht leerlingen. De kleine groepen stellen leraren in staat leerlingen instructie te geven die aansluit bij hun leerstijl en in te spelen op de verschillen in hun instructiebehoeften. Elke leerling werkt op basis van een individueel ontwikkelingsplan. De daarin beschreven leerdoelen zijn uitdagend en afgestemd op de individuele mogelijkheden en het

actuele ontwikkelingsniveau. Leerlingen kunnen zelfstandig in eigen tempo aan opdrachten werken. Zelfstandig werken is bij ons geen equivalent voor ‘alleen werken’. Leraren gebruiken in hun onderwijs de mogelijkheden van multi media. Ontwikkeling nauwlettend volgen Leraren volgen de voortgang van de ontwikkeling van de leerlingen en stemmen hun onderwijs daarop af. Onze school gebruikt daarvoor een leerlingvolgsysteem dat ons in staat stelt leerlingen gedurende de schoolloopbaan nauwlettend in hun ontwikkeling te volgen. Leraren volgen zowel de cognitieve ontwikkeling als de sociaal-emotionele ontwikkeling. De toetsen van het leerlingvolgsysteem stellen ons in staat de vorderingen van de leerlingen te vergelijken met de gemiddelde prestaties van leerlingen op eenzelfde type scholen binnen het regulier onderwijs. Op basis van de analyse van de prestaties van de leerling is de leraar in staat het leerstofaanbod en het didactisch handelen toe te snijden op zijn of haar mogelijkheden en/of extra onderwijsbehoeften. Zo nodig zet de school aanvullende expertise in. Relatie ouders en school Voor ons zijn ouders1 ‘partners in opvoeding en onderwijs’. De relatie tussen ouders en school is gebaseerd op openheid en wederzijdsheid: wederzijdse informatie, wederzijds begrip en respect en wederzijds vertrouwen. Wij erkennen en respecteren dat ouders de eerste opvoeders zijn. Ouders erkennen en respecteren onze opdracht als school en onze beroepsbekwaamheid. De school verantwoordt zich in heldere taal naar de ouders over zowel het leerproces als de resultaten van het onderwijs dat hun kind(eren) is geboden.

1. Ter wille van de leesbaarheid is gekozen voor ‘ouders’ in plaats van ‘ouders c.q. verzorgers’.


8

9

WINFORD ZEIST

WINFORD ZEIST

Wat leer je op Winford ZEIST? De leerstof die op de basisschool aan de orde komt, is wettelijk vastgelegd in kerndoelen. De kerndoelen beschrijven wat op een basisschool ten minste aan de orde moet komen. De kerndoelen zijn van toepassing op alle basisscholen, dus ook op onze particuliere school.

Dat is natuurlijk prima. Leerlingen moeten immers zonder problemen kunnen doorstromen naar andere basisscholen en naar het voortgezet onderwijs. Kerndoelen beschrijven wát er op school aan de orde moet komen; wij kunnen als school zelf bepalen hóe we dat doen. Winford Zeist werkt met moderne onderwijsmethoden waarin de kerndoelen in leerlijnen zijn uitgewerkt. De kerndoelen zijn richtinggevend voor alle leerlingen, dus ook voor kleuters.

De beginnende geletterdheid stimuleren wij door middel van allerlei brede taalactiviteiten zoals voorlezen en via de leeromgeving. Wij bieden een rijke en talige leeromgeving met als specifieke ervaringshoeken: de boekenhoek en de leesschrijfhoek. Deze hoeken lokken initiatiefrijk gedrag van kinderen uit en zijn tegelijkertijd voor de leraar een rijke bron van informatie. Door de experimenterende leerling in zijn of haar ontwikkeling te observeren kan de leraar activiteiten aanbieden die daarbij aansluiten en die nieuwe ervaringen mogelijk maken.

De kerndoelen Nederlandse taal Goed kunnen lezen en schrijven is een voorwaarde om in onze geletterde samenleving goed te kunnen functioneren. Wij zien het dan ook als onze taak onze leerlingen zo goed mogelijk te leren lezen en schrijven. Taalontwikkeling komt tot stand in interactie. In de voorschoolse periode leren kinderen de basisprincipes van taal: ze leren mondeling te communiceren, ze leren spreken en luisteren. Deze mondelinge taalvaardigheid is de basis voor de schriftelijke taalvaardigheid, voor het lezen en schrijven. Ons onderwijs aan jonge leerlingen richt zich op de ontluikende en beginnende geletterdheid. Dat doen wij door jonge leerlingen betekenisvolle ervaringen op te laten doen met geschreven taal waardoor de behoefte om zelf te kunnen schrijven en lezen als vanzelf ontstaat.

Taalontwikkeling na groep 3 In de fase van gevorderde geletterdheid – na groep 3 – kunnen leerlingen hun aandacht steeds meer richten op de betekenis en bedoeling van teksten omdat zij de woorden sneller herkennen. Zij krijgen onderwijs in leesstrategieën en leren informatie uit teksten en (eenvoudige) verbanden, regels en structuren op te sporen. Op Winford Zeist gebruiken wij voor de specifieke lees-taalactiviteiten Schatkist als bronnenboek. Deze voorloper sluit aan bij onze methode voor aanvankelijk technisch lezen Veilig leren lezen. Zodra leerlingen het aanvankelijk lezen onder de knie hebben, gaan zij deelnemen aan het voortgezet technisch lezen. Hiervoor gebruiken wij de methode Goed gelezen. Vanaf groep 4 gaan we gericht met het begrijpend lezen aan de slag. Dit doen we eveneens met de methode Goed gelezen.



10

11

WINFORD ZEIST

WINFORD ZEIST

‘wij leren niet voor school, maar voor het leven.’ seneca

Voor de ontwikkeling van een goed lopend en verzorgd handschrift gebruiken wij Schrijfsleutel. Vanaf groep 4 gebruiken wij naast de leesmethoden de taalmethode Taal actief taal en Taal actief spelling. Deze methode biedt leerstof op het gebied van luisteren, spreken, woordenschat, schrijven, spelling en taalbeschouwing (grammatica). De kerndoelen rekenen en wiskunde Net zoals lezen en schrijven is goed kunnen rekenen een basisvoorwaarde om in onze maatschappij te kunnen functioneren. In de loop van het basisonderwijs worden kinderen geleidelijk steeds meer vertrouwd met getallen, maten, vormen, structuren en de daarbij passende relaties en bewerkingen. Ze leren ‘wiskundetaal’ gebruiken en worden ‘wiskundig geletterd’ en gecijferd. Oefenen en automatiseren is bij ons een belangrijke fase in het leerproces. Wij hechten aan parate kennis die leerlingen vlot kunnen inzetten als zij creatief met wiskundige problemen aan de slag gaan en zich daaraan verder ontwikkelen. Wij streven naar een voortdurende samenhang tussen schoolse gecijferdheid en dagelijkse, functionele situaties die leerlingen in maatschappij tegenkomen. In de bovenbouw, de groepen 6, 7 en 8, is veel aandacht voor het rekenen op een hoger abstractieniveau. Hierdoor zullen onze leerlingen een betere aansluiting vinden bij de bètavakken in het vervolgonderwijs. Rekenwiskundige ontwikkeling Rekenen en wiskunde als vak begint bij ons in groep 3. Kinderen zijn echter al in een veel vroeger stadium geïnteresseerd in getallen en wiskundige verschijnselen. In de voorschoolse periode is de ‘ontluikende gecijferdheid’ op gang gekomen. Op school stimuleren wij de voortgang van de rekenwiskundige ontwikkeling door spontane activiteiten uit te lokken. In de leeromgeving vinden leerlingen allerlei materialen waarmee zij kunnen spelen en op hun eigen manier bezig kunnen zijn.


Ook hier geldt: door de experimenterende leerling in zijn of haar ontwikkeling te observeren kan de leraar de leerlingen activiteiten aanbieden die aansluiten bij het actuele ontwikkelingsniveau en die nieuwe ervaringen mogelijk maken. Wij gebruiken voor de specifieke rekenwiskundige activiteiten een bronnenboek. Deze voorloper sluit aan bij Pluspunt, onze methode voor rekenen en wiskunde. De kerndoelen Oriëntatie op jezelf en de wereld Aangrijpingspunt voor dit leergebied is de voortdurende innerlijk gedreven behoefte van kinderen zichzelf en de wereld te leren kennen en te verkennen. Daar krijgen ze bij deze leerstofonderdelen alle ruimte voor. Oriëntatie op jezelf en de wereld bundelt een groot aantal vakken, namelijk: Aardrijkskunde; Geschiedenis; Natuur waaronder biologie; Bevordering gezond gedrag; Bevordering van sociale redzaamheid waaronder verkeer; Maatschappelijke verhoudingen waaronder staatsinrichting; Geestelijke stromingen. Bij al deze vakken is het onderwijsconcept van Winford Zeist leidend. Het is vooral de kennis die de leerling via dit leergebied opdoet, die leidt tot een betekenisverlening aan het bestaan, aan duurzame ontwikkeling en die leidt tot de vorming van een wereldbeeld in ruimte en tijd. Met name dit leergebied vormt de leerling zich te ontwikkelen tot een vrije en verantwoordelijke persoonlijkheid die vanuit een positieve grondhouding en een genuanceerd oordeelsvermogen bijdraagt aan een vreedzame en duurzame samenleving.

Mensen, natuur en wereld in samenhang Op Winford Zeist krijgen de leerlingen de onderwijsinhouden over mensen, natuur en de wereld zoveel mogelijk in samenhang aangeboden. Met onze jonge leerlingen werken wij thematisch. In deze thema’s integreren wij onderwijsinhouden uit andere leergebieden zoals taal en rekenen. Voorbeelden van thema’s zijn: de herfst, het circus, de boerderij. Wij gebruiken voor de wereldoriënterende activiteiten in groep 3 en 4 de voorloper van de methoden die we in de hogere groepen gebruiken: het “leer-doeboek”, een geïntegreerd wereldoriëntatiepakket. Vanaf groep 5 staan aardrijkskunde, geschiedenis, natuur&techniek en maatschappelijke verhoudingen/burgerschapskunde als vakken op het rooster. Aardrijkskunde geven we met de methode Meander. Bij geschiedenis en staatsinrichting gebruiken we de methode Brandaan. Bij natuur&techniek en bevordering gezond gedrag de methode Naut. Bij burgerschapskunde en sociaalemotionele ontwikkeling de methode Goed gedaan. Verkeersonderwijs krijgen de leerlingen met de methode Wegwijs. De kerndoelen Engels Engels is een verplicht vak op de basisschool. In de groepen 7 en 8 wordt de eerste basis gelegd. Deze eerste aanzet wordt later, in de periode van de basisvorming op het voortgezet onderwijs, verder ontwikkeld. In het basisonderwijs gaat het vooral om mondelinge communicatie en om het lezen van eenvoudige teksten. Het schrijven beperkt zich tot het kennismaken met de schrijfwijze van een aantal veel voorkomende woorden. Het onderwijs in Engels geven wij zoveel mogelijk in samenhang met andere vakken, bijvoorbeeld met de inhouden uit Oriëntatie op jezelf en de wereld. Het gaat dan om alledaagse onderwerpen zoals bijvoorbeeld de woonomgeving of het lichaam. Bij Engels gebruiken wij de methode Hello World.

De kerndoelen Kunstzinnige oriëntatie en bewegingsonderwijs Deze leergebieden zijn bij uitstek leergebieden waarbij (onvermoede) talenten aan het licht kunnen komen. Jonge leerlingen tekenen, knutselen, zingen en bewegen heel graag. Deze activiteiten doen zij met de eigen leraar. Onderwijs door vakleraren Vanaf groep 4 worden de lessen beeldende vorming, muzikale vorming en het bewegingsonderwijs door vakleraren verzorgd. Bij beeldende vorming krijgen leerlingen les in tekenen, handvaardigheid en textiele werkvormen maar ook de nieuwe media, zoals fotografie en animatie, komen aan bod. Bij de lessen muziek maken leerlingen niet alleen zelf muziek. Ze maken ook kennis met muziek uit verschillende culturen, met muziek van vroeger en muziek van vandaag. De belangrijkste doelstelling van ons bewegingsonderwijs is het behouden van een actieve leefstijl. Leerlingen worden in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan een scala van bewegingsactiviteiten. Daarnaast levert het bewegingsonderwijs een belangrijke bijdrage aan de verdere ontwikkeling van sociale vaardigheden en het goed kunnen omgaan met bijvoorbeeld verlies. Schooleigen doelen ICT Vanaf groep 6 krijgen leerlingen les in informatiekunde. Wij bieden de ICT-vaardigheden aan in een cursorische lijn. Stapsgewijs leert de leerling elementaire vaardigheden die steeds verder worden uitgebouwd. Hierbij gebruiken we AaBeeCee-Digitaal. Op Winford Zeist werken we met Apple computers.


12

13

WINFORD ZEIST

WINFORD ZEIST

Hoe is het onderwijs op Winford Zeist georganiseerd?

Leerlingen krijgen onderwijs in kleine groepen. De groepen 1 en 2 tellen maximaal 16 leerlingen. Wij hebben voor deze groepsgrootte gekozen omdat jonge leerlingen bij vrijwel al hun activiteiten leeftijdgenootjes nodig hebben om mee te kunnen spelen, om dingen mee te kunnen ontdekken en te ondernemen. In onze groepen 1 en 2 ondersteunt een onderwijsassistent de groepsleraar bij de verschillende onderwijsactiviteiten als de groep meer dan 10 leerlingen groot is.

Het onderwijs vanaf groep 3 is georganiseerd in stamgroepen. De stamgroep is de ‘thuishaven’ van de leerling. Elke stamgroep heeft een eigen leraar en telt maximaal 8 leerlingen. De leraar van de stamgroep is verantwoordelijk voor (de kwaliteit van) het onderwijs aan zijn of haar leerlingen. Leerlingen starten de dag in hun eigen stamgroep. Het onderwijs in Nederlandse taal en rekenen en wiskunde krijgen de leerlingen


van de eigen leraar in de eigen stamgroep. Wij hechten aan een goede beheersing van de basisvaardigheden en willen dat leerlingen goed presteren bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Door dit onderwijs in kleine groepen te geven, is de leraar in staat elke leerling gerichte begeleiding en uitdagende ondersteuning te geven.

Bij taal en rekenen werken de leerlingen op basis van een individueel ontwikkelingsplan. De daarin beschreven leerdoelen zijn uitdagend en afgestemd op de individuele mogelijkheden en het actuele ontwikkelingsniveau. Leerlingen kunnen zelfstandig in eigen tempo aan opdrachten werken. Zelfstandig werken is bij ons geen equivalent voor ‘alleen werken’. Leraren gebruiken in hun onderwijs de mogelijkheden van multi media. Stamgroepen samenvoegen Bij andere vakken voegen we twee stamgroepen samen. De groep van maximaal 16 leerlingen wordt geleid door de twee leraren van deze twee samengevoegde stamgroepen. Vanzelfsprekend blijft de eigen leraar verantwoordelijk voor (de resultaten van) zijn/haar leerlingen. We hebben voor deze organisatie gekozen omdat we nadrukkelijk streven naar interactie tussen leerlingen onderling. Leerlingen moeten met elkaar in discussie kunnen, redeneringen kunnen opbouwen, ideeën kunnen uitwisselen. Onze leraren moeten interactieve instructievormen kunnen hanteren die strategieën voor denken en leren stimuleren. Om interactieve instructie te kunnen geven, moeten groepen groter zijn. Leraren spreken met elkaar af wie het onderwijs verzorgt en wie actief

meedoet en ondersteunend is bij de begeleiding van leerlingen. Leraren kunnen zich zo ontwikkelen tot specialist op een bepaald vakgebied, bijvoorbeeld geschiedenis. Leraren die genieten van de inhoud van een vak, het leuk vinden om dat vak te geven, zijn een belangrijke inspiratiebron voor hun leerlingen. Zij motiveren als vanzelf hun leerlingen. We hanteren ook een groepsgrootte van maximaal 16 leerlingen bij het onderwijs in beeldende vorming, muzikale vorming en het bewegingsonderwijs. Ook voor deze vakken moeten groepen niet te klein zijn. Samen zingen of sporten met meer kinderen is veel leuker. Hoe bewaakt Winford Zeist de voortgang van de leerlingen? Het eerste niveau waarop we de voortgang van de ontwikkeling volgen, is het niveau van de groep. In de groepen 1 en 2 kijkt de leraar een aantal malen per jaar gericht naar bepaalde gedragsaspecten van een leerling. Bij deze observaties gaat het vaak om persoonlijkheidsaspecten, aspecten van speel- en werkgedrag en de mate waarin activiteiten van de leerling tot resultaat leiden. Onze leraren hebben goed in beeld wat een kind op een bepaalde leeftijd allemaal kan. Als de leraar een leerling ziet die niet aan dat beeld beantwoordt, volgt er gerichte actie.


14

15

WINFORD ZEIST

WINFORD ZEIST Ook andere deskundigen kijken en oordelen mee De resultaten van de leerlingen op deze toetsen leggen we vast in een leerlingprofiel. Op basis van de analyse van dit profiel actualiseert de leraar het individueel ontwikkelingsplan. De groepsleraar informeert de vestigingsdirecteur en de collega’s twee keer per jaar in aansluiting op de toetsrondes over de vorderingen van zijn/haar leerlingen. Door tijdens deze leerlingbesprekingen gezamenlijk de vorderingen in de ontwikkeling van individuele leerlingen te bespreken, wil Winford Zeist een zekere intersubjectiviteit waarborgen: andere deskundigen kijken en oordelen mee.

Vanaf groep 3 werken we methodisch De toetsen van de methoden zijn gekoppeld aan leer- en instructiedoelen. Via de toetsen van de methode stelt de leraar vast welke leerling welke leerstofonderdelen (zeer) vlot beheerst en welke leerling daarbij moeilijkheden ondervindt. Op grond van deze informatie stemt de leraar het onderwijs af op de specifieke mogelijkheden en onderwijsbehoeften van zijn of haar leerlingen. Leerlingvolgsysteem jonge leerlingen Een ander niveau waarop we de voortgang volgen en bewaken is het niveau van de school. Wij beschikken over een goed, methode-onafhankelijk en extern genormeerd leerlingvolgsysteem. De toetsen van dit leerlingvolgsysteem stellen ons in staat de prestaties van de leerlingen te vergelijken met die van leeftijdgenoten na eenzelfde hoeveelheid onderwijstijd. Wij volgen de ontwikkeling van jonge leerlingen met de volgende toetsen: De Kleuterobservatielijst; Taal voor kleuters, taalontwikkeling; Ruimte en tijd, ruimtelijke oriëntatie; Ordenen, cognitieve ontwikkeling en rekenwiskundige oriëntatie.


Leerlingvolgsysteem vanaf groep 3 Vanaf groep 3 volgen wij de voortgang in de ontwikkeling en de leervorderingen van de leerlingen met deze toetsen: AVI-toetsen of de Cito Drie-minuten-toets (DMT), technisch lezen; Cito-toetsen begrijpend lezen; Cito-toetsen spelling; Cito-toetsen woordenschat; Cito-toetsen Taalschaal, woorden zinsvorming, functiewoorden, betekenissen en conventies; Cito-toetsen Luisteren; Cito-toetsen rekenen en wiskunde. Vanaf groep 5: Cito-toets Studievaardigheden. Groep 7: Entreetoets. Groep 8: Eindtoets Basisonderwijs.

Als leerlingen moeilijkheden ondervinden of juist veel meer kunnen Leerlingen die lezen, spellen, rekenen of bepaalde onderdelen van taal en rekenen moeilijk vinden of daarin juist heel goed zijn, krijgen in eerste instantie extra leerhulp of begeleiding van de eigen leraar. We beschikken over een goed uitgeruste orthotheek en moderne computerprogramma’s waarmee leerlingen onderdelen van de leerstof op een eigentijdse manier kunnen oefenen of waarmee zij hun kennis verder kunnen uitbouwen of verdiepen. We houden de eerste leerhulp expliciet bij de eigen leraar: in veel gevallen is namelijk een juiste afstemming van het aanbod en de instructie voor leerlingen al voldoende om problemen in hun ontwikkeling te voorkomen, dan wel te overwinnen. Aanvullende expertise Het kan echter nodig zijn om aanvullende diagnostische toetsen af te nemen of een pedagogisch didactisch onderzoek uit te voeren en hierbij expertise van buiten de school in te zetten. De kosten van een dergelijk onderzoek door een externe deskundige van buiten, zijn voor rekening van de ouders. Een dergelijk onderzoek leidt tot het formuleren van de hulpvraag en een daarop aansluitend handelingsplan. In het handelingsplan staat voor welke gerichte, kortdurende vorm van begeleiding is gekozen en welke resultaten daarvan worden verwacht. Pas daarna kan actief worden gewerkt aan het verhelpen van de problemen. Indien blijkt dat de school niet over voldoende mogelijkheden beschikt om de leerling op een passende manier verder te begeleiden, overlegt de directeur met de ouders of plaatsing op een andere basisschool of een speciale school voor basisonderwijs moet worden overwogen. Dit kan erin resulteren dat ouders hun kind elders moeten aanmelden. De school stelt in dat geval een onderwijskundig rapport op en begeleidt zowel leerling als ouders bij dit proces.


16

17

WINFORD ZEIST

WINFORD ZEIST

Hoe informeert Winford Zeist de ouders? In de contacten met ouders gaat het om tweerichtingsverkeer en wederzijdsheid. Ons onderwijsconcept is gebaseerd op de aanname ‘ouders zijn onze partners in onderwijs en opvoeding’. Het systeem van inloopavonden Wij informeren ouders regelmatig over de ontwikkeling en vordering van hun kind(eren). Elke zes schoolweken nodigen wij de ouders uit voor een ‘inloopavond’. Elke inloopavond heeft dezelfde opzet. De groepsleraar bereidt de inloopavond voor met de leerling. Zij leggen samen de schriften klaar en alles wat de leerling nog meer graag wil laten zien. Van 19.00 – 20.00 uur kunnen de ouders vrij inlopen om het werk van hun kind(eren) te bekijken. De leraar is aanwezig, zodat ouders vragen kunnen stellen en wederzijds informatie doorgegeven kan worden. Ouders die individueel met de leraar willen spreken, maken een afspraak voor na 20.00 uur. Het kan zo zijn, dat de leraar de ouders vraagt een afspraak te maken. Met het systeem van zeswekelijkse inloopavonden wil Winford Zeist namelijk waarborgen dat moeilijkheden met het leren en problemen van sociaal-emotionele aard in een zeer vroeg stadium worden onderkend, zodat snel en adequaat kan worden gehandeld. Het rapport De leerlingen ontvangen twee keer per jaar een rapport. Het rapport is voor de leerling; ouders blijven op de hoogte van de vorderingen via de inloopavonden. Het krijgen van een rapport is wel spannend voor leerlingen, maar de inhoud mag eigenlijk geen verrassing voor hen zijn. De leraar stelt het rapport op en bespreekt het vervolgens met de leerling. Het rapport geeft geen kille beoordeling: effectieve feedback moet specifiek en vormend zijn. Ons uitgangspunt is: leerlingen moeten trots en vol zelfvertrouwen en met de nodige zelfreflectie hun rapport aan ouders en anderen in de omgeving kunnen laten zien.


Informatie over actuele zaken Wij houden ouders op de hoogte van de actuele gang van zaken via onze maandelijkse nieuwsbrief. De nieuwsbrief informeert over lopende zaken zoals geplande excursies, het kerstfeest, het bezoek van de inspecteur of de start van een project. Wij houden onze website up-to-date. Als er informatie wordt gemist, dan horen wij dat graag. Thema-avonden Eén keer per schooljaar organiseren wij een themaavond voor ouders. Het thema van deze avond heeft altijd te maken met opvoeding en onderwijs. De uitnodiging wordt tijdig door ons verzonden, zodat ouders die avond in hun agenda kunnen vastleggen. Informatievoorziening aan gescheiden ouders Ons uitgangspunt is dat iedere ouder in beginsel recht heeft op informatie van de school over zijn of haar kind. Wij houden ons echter aan de wet en dat betekent dat er wel verschillen zijn voor wat betreft het recht op informatie. De ene ouder heeft recht op meer informatie dan de andere; een enkele ouder heeft zelfs geen recht op informatie. Dit heeft te maken met de situatie die is ontstaan. Recht op informatie Voor ouders die met elkaar getrouwd zijn of samenwonen en die het gezag over hun kinderen hebben, is de situatie gemakkelijk. Zij krijgen steeds gezamenlijk alle informatie over hun kind. Voor ouders die gescheiden zijn, die niet meer bij elkaar wonen en die beiden het gezag hebben, ligt het niet anders. Zij hebben allebei recht op alle informatie over hun kind.

Beide ouders dienen dan wel hun verschillende adressen kenbaar te maken aan de directeur van onze school. Beide ouders krijgen een uitnodiging voor een inloopavond of thema-avond. Wettelijke beperkingen informatierecht Ouders die geen gezag (meer) hebben over het kind, hebben ook recht op informatie. Deze ouders zullen daar wel zelf om moeten vragen. De school hoeft uit zichzelf geen informatie te geven aan deze ouders. Als het gaat om de vader moet deze bovendien het kind hebben erkend. Als dat niet het geval is, heeft hij geen recht op informatie, ook niet als hij erom vraagt. Het beperkte recht op informatie over hun kind betreft alleen belangrijke feiten en omstandigheden,

dus informatie over schoolvorderingen en informatie die andere aspecten van de ontwikkeling raken. Als het belang van het kind met het verstrekken van de informatie in het geding is, dan hebben deze ouders geen recht op informatie. Dit kan het geval zijn als een rechter of een psycholoog heeft geoordeeld dat het geven van informatie aan deze ouder het kind zal schaden. Hiervan moet het schriftelijk bewijs aan de directeur worden overlegd. Dit bewijs wordt aan het dossier van de leerling toegevoegd. Aan de niet met gezag belaste ouder wordt alleen informatie verstrekt die ook aan de ouder met gezag wordt gegeven. Voogden hebben hetzelfde recht op informatie als ouders met gezag. Grootouders daarentegen hebben geen wettelijk recht op informatie.


18

19

WINFORD ZEIST

WINFORD ZEIST

Hoe verloopt de intake en hoe stromen leerlingen uit? De ouders die denken dat onze school wel eens dé school zou kunnen zijn voor hun kind, nemen contact op met de vestigingsdirecteur. Ouders en vestigingsdirecteur maken vervolgens een afspraak voor een kennismakingsgesprek.

Als het kennismakingsgesprek leidt tot de inschrijving van een leerling die voor het eerst naar school gaat en dus nog vier jaar moet worden, volgt een algemeen gebruikelijke intake. De school zal naar een aantal zaken vragen, zoals bijvoorbeeld ‘is uw kind ergens allergisch voor’, ‘waar moeten we rekening mee houden’, ‘spelen er specifieke zaken in de thuissituatie’. Toelating Bij leerlingen die eerder op een andere school hebben gezeten, is de toelatingsprocedure als volgt. Na het kennismakingsgesprek met de vestigingsdirecteur volgt een eenvoudig diagnostisch onderzoek. Dit onderzoek wordt gedaan door de leraar van de groep waarin de leerling mogelijk geplaatst gaat worden. Op grond van de uitkomsten van dit onderzoek besluit de school of de leerling kan worden ingeschreven. Een uitkomst kan echter ook zijn: er is aanvullend diagnostisch onderzoek nodig door een externe, onafhankelijke deskundige zoals bijvoorbeeld een orthopedagoog.


De kosten van dit externe onderzoek komen voor rekening van de ouders. Op basis van de uitgebrachte rapportage besluit de vestigingsdirecteur of de leerling kan worden ingeschreven. Op Winford Zeist schrijven wij leerlingen in voor één schooljaar; bij tussentijdse instroom loopt de inschrijving tot en met 31 juli van het betreffende schooljaar. Als een leerling vier schoolweken op onze school heeft meegedraaid, nodigen we de ouders uit voor een gesprek. Het doel van dit gesprek is: het uitwisselen van wederzijdse ervaringen. De uitstroom Medio mei maken de leerlingen van groep 7 de Entreetoets. De uitkomsten van deze toets geven een objectief beeld van de vorderingen van de leerlingen en de resultaten op het gebied van Nederlandse taal, rekenen en wiskunde en studievaardigheden. De resultaten van de Entreetoets zijn richtinggevend bij de verdere invulling van het individueel ontwikkelingsplan tot medio februari groep 8. Aan leerstofonderdelen waarop de leerling minder sterk scoort, besteden we dan extra aandacht en tijd. Keuze vervolgonderwijs Het laatste jaar basisonderwijs, groep 8, staat in het teken van de keuze voor het vervolgonderwijs. Wij nodigen de ouders van alle leerlingen uit voor een algemene voorlichting over de mogelijkheden voor vervolgonderwijs in de regio. Daarna nodigen we de ouders opnieuw uit, maar nu voor een persoonlijk gesprek. Het onderwerp van gesprek: ons advies voor het vervolgonderwijs. Bij het advies gaat het natuurlijk in de eerste plaats om het niveau van de leerprestaties, maar ook andere factoren spelen een rol zoals nauwkeurigheid, leertempo, doorzettingsvermogen en concentratie. Ons uitgangspunt is te komen tot een gezamenlijk gedragen advies op basis van dit complete beeld. Daar waar dat in een enkel geval niet mogelijk blijkt, volgen we met ons advies de uitslag van de leerling op de Eindtoets Basisonderwijs.

Dit is de score op een test of toets die niet is samengesteld door de basisschool zelf, maar door een onafhankelijke instantie. Op Winford Zeist gebruiken we daarvoor de Eindtoets Basisonderwijs. De leerlingen maken deze toets in februari. In principe doen alle leerlingen in groep 8 mee. Een uitzondering op deze regel vormen: leerlingen die aan het begin van groep 8 vier jaar of korter in Nederland zijn en die het Nederlands onvoldoende beheersen om de opgaven goed te kunnen lezen; leerlingen die naar verwachting naar het (voortgezet) speciaal onderwijs of naar het praktijkonderwijs gaan. In maart volgt de uitslag van de Eindtoets. Onze ervaring is dat de uitkomst op de Eindtoets en ons eerder uitgebrachte advies vrijwel altijd met elkaar overeenkomen. Aanmelding voortgezet onderwijs Het zijn de ouders die hun kind bij een school voor voortgezet onderwijs aanmelden. Het besluit een leerling toe te laten ligt bij de school voor voortgezet onderwijs. In dat besluit spelen zowel ons advies als het resultaat op de Eindtoets een grote rol. Extra begeleiding en ondersteuning De laatste maanden onderwijs in groep 8 besteden wij op Winford Zeist zoals bedoeld, namelijk aan degelijk en aantrekkelijk onderwijs. Wij bieden extra programma’s, begeleiding en ondersteuning bij de leerstofonderdelen waarop de leerling bij de Eindtoets minder sterk heeft gescoord. Onze leerlingen stromen door naar zowel het regulier voortgezet onderwijs als Winford voortgezet onderwijs. Tussentijdse schoolverlaters Leerlingen die tussentijds onze school verlaten, krijgen van ons een onderwijskundig rapport mee met daarin de gegevens die de nieuwe school nodig heeft om een vloeiende overgang te kunnen realiseren.

Eindtoets Voor de toelating tot het voortgezet onderwijs zijn volgens de Wet op het voortgezet onderwijs twee gegevens nodig: het advies van de basisschool en het zogeheten onafhankelijk gegeven.


20

21

WINFORD ZEIST

WINFORD ZEIST

Praktische informatie Contactgegevens www.winford.nl Schoolteam Vestigingsdirecteur M. de Beer Telefoon: 06 42 227 785 Groepsdocente C.A. Trap Schooltijden De schooldagen hebben een vast ritme. De schooldag begint elke dag om 9.00 uur en eindigt - met uitzondering van de woensdag - om 15.30 uur. Op woensdag zijn de leerlingen om 12.30 uur vrij.

Ziekmelding Een ziek kind kan niet naar school. Dit moet worden gemeld aan de school. Wij verwachten dat ouders van een ziek kind dit vóór 9.00 uur aan ons melden.

Lunchpauze De lunchpauze is van 12.15 uur tot 13.00 uur. Alle leerlingen lunchen op school. Op dinsdag en donderdag verzorgt de school de lunch; op maandag en vrijdag nemen de leerlingen zelf hun lunch mee.

Rooster bewegingsonderwijs Tijdens de lessen ‘sport en beweging’ dragen de leerlingen de sportkleding van Winford. De lessen worden gegeven volgens het volgende rooster: Groep Groep Groep Groep

1 en 2 3 en 4 3 en 4 5 t/m 8

Elke dag 1 x per week 1 x per week 2 x per week

Eigen speellokaal/speelplein Zwemmen Gymzaal Gymzaal

Vakantierooster schooljaar 2010 - 2011 Herfstvakantie: Kerstvakantie: Voorjaarsvakantie: Pasen: Meivakantie: Hemelvaart: Pinksteren: Zomervakantie:


Maandag 18 oktober tot en met vrijdag 22 oktober 2010 Vrijdag 17 december tot en met vrijdag 31 december 2010 Vrijdag 18 februari tot en met vrijdag 25 februari 2011 Vrijdag 22 april tot en met maandag 25 april 2011 Maandag 2 mei tot en met vrijdag 6 mei 2011 Donderdag 2 en vrijdag 3 juni 2011 Maandag 13 juni 2011 Maandag 4 juli tot en met vrijdag 12 augustus 2011


22

WINFORD ZEIST

Aanvragen extra verlof Winford Zeist is gebonden aan de regels van de leerplichtwet. De leerplichtwet kent geen snipperdagen of extra vakanties: kinderen moeten elke schooldag naar school. Bij bepaalde bijzondere omstandigheden kunnen wij wel extra vrij geven. Dit kan bijvoorbeeld bij feestdagen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging of bij bepaalde familieaangelegenheden. De leerplichtwet stelt ook dat een directeur op verzoek extra vakantie kan toestaan. Dan moet er echter aan alle drie van de volgende voorwaarden worden voldaan: 1.

t en minste één van de ouders heeft een beroep met seizoensgebonden werkzaamheden, bijvoorbeeld in de agrarische sector of de horeca;

2.

h et gezin kan in dat schooljaar in geen van de andere schoolvakanties met vakantie; en

3.

e extra vakantie valt niet in de eerste twee d weken van het schooljaar.

De extra vakantie waarvoor de directeur toestemming mag geven, mag nooit langer dan tien schooldagen duren. Wij verwachten van onze ouders dat zij terughoudend zijn in het aanvragen van extra verlof. Wat zijn de kosten van ons onderwijs? Winford Zeist krijgt geen subsidie van de overheid, alle kosten komen dus voor rekening van de ouders. Het schoolgeld voor het schooljaar 2010 – 2011 is vastgesteld op € 17.350,-. Dit bedrag kan in drie termijnen betaald worden.


adres: winford zeist Hertenlaan West 38a 3734 CS Den Dolder nederland [email protected] www.winford.nl

schoolgids particulier basisonderwijs

Recommend Documents