Schoolgids Openbare Basisschool Anne Frank

Schoolgids 2015-2016 Openbare Basisschool Anne Frank

Inhoudsopgave

1.

De school

2.

Waar de school voor staat

3.

De organisatie van het onderwijs

4.

Passend onderwijs

5.

Het schoolteam

6.

De ouders

7.

De ontwikkeling van het onderwijs in de school; kwaliteitszorg en resultaten

8.

Samenwerking met andere instanties

9.

School- en vakantietijden

10.

Namen en adressen

Bijlagen Bijlage 1:

Overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage

O.b.s. Anne Frank is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

3

Een woord vooraf In de schoolgids vindt u in het kort informatie over de Openbare Basisschool Anne Frank. Deze gids geeft aan waar de Anne Frankschool voor staat en wat u mag verwachten. Het is geschreven om u te helpen bij het kiezen van een school die past bij uw kind en aansluit bij uw ideeën over opvoeding en onderwijs. De schoolgids wordt één keer per jaar uitgegeven en geschreven door de directie in samenwerking met het team. De schoolgids kan via de website gedownload worden en is ter inzage aanwezig op school. Hierin staat informatie over de dagelijkse gang van zaken, informatie over uitgangspunten van het onderwijs, onze visie en de zorg voor de kinderen. Voor sommige ouders is dit boekje een eerste kennismaking met de school. Anderen geeft het de gelegenheid alle informatie bij elkaar te hebben. We hopen dat u onze schoolgids met plezier leest. Vanzelfsprekend bent u altijd van harte welkom voor een toelichting.

Directeur, leerkrachten en oudervertegenwoordiging.


4

Welkom! Samen met uw kind bent u van harte welkom op de o.b.s. Anne Frank. De Anne Frankschool biedt goed onderwijs voor alle leerlingen. De kwaliteit van het onderwijs staat dan ook centraal in onze visie en er wordt gewerkt vanuit de volgende uitgangspunten: 

 





Onze openbare school biedt kwalitatief goed onderwijs. Kinderen voelen zich welkom en gewaardeerd op onze school. Er werkt professioneel personeel dat hoge verwachtingen heeft van de ontwikkeling van de kinderen. Er is passende aandacht voor kinderen die meer of minder kunnen. Onze school biedt een uitdagend en voor kinderen inzichtelijk leerklimaat. Kinderen en ouders weten wat er van hen verwacht wordt en wat zij van de school mogen verwachten. Onze school is actief op het gebied van onderwijsontwikkeling. Vernieuwingen en projecten passen in onze onderwijskundige visie. Er is aandacht voor de kwaliteit van onze school. Dit komt tot uiting in de wijze waarop op onze school schoolontwikkeling wordt opgepakt en kwaliteit systematisch wordt bewaakt. Onze school staat midden in de samenleving en heeft oog voor de verschillende achtergronden van mensen. Wij werken actief aan democratisch burgerschap. Onze school biedt veiligheid en geborgenheid voor elke leerling. Ieder kind is welkom: dat schept rechten en verplichtingen voor leerlingen, ouders en personeel. Onze school is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs (SPO) Utrecht en wordt controleerbaar democratisch bestuurd. Onze school hecht waarde aan een goede betrokkenheid van de ouders/verzorgers bij het onderwijs en zij zijn dan ook welkom om op actieve wijze mee te denken en mee te doen. De medezeggenschapsraad (MR) is nauw betrokken bij de totstandkoming van ons schoolbeleid.

In deze schoolgids kunt u alles lezen over het onderwijs, de aanpak en de organisatie op onze school. Wilt u meer weten over onze school, neemt u dan contact op met de directeur. Mede namens het schoolbestuur wens ik u en uw kind een goede tijd op de o.b.s. Anne Frank.

Martijn Staats Directeur Anne Frankschool


5

1

De Anne Frankschool

1.1

Schoolgegevens

adres:

van Bijnkershoeklaan 280 3527 XL Utrecht 030-2934564

postadres:

Postbus 3141 3502 GC Utrecht

directeur:

Dhr. M. Staats

1.2

Situering van de school

De Anne Frankschool staat in de buurt Transwijk, vlak achter sportpark Welgelegen. De school is in februari 2013 in een prachtig nieuw gebouw getrokken. Om het gebouw heen liggen 2 ruime schoolpleinen, waar de kinderen veilig kunnen spelen. Onze school wordt voornamelijk bezocht door kinderen uit de wijk. De meeste kinderen komen lopend of op de fiets. Op de van Bijnkershoeklaan ligt vóór de school een verkeersdrempel en een zebrapad. De kinderen die aan de andere kant van de Beneluxlaan wonen, worden weggebracht met de auto of fiets of ze komen met de bus. Voor de kinderen die met de bus komen is er een halte dicht bij de school. De oudere kinderen die zelfstandig de Beneluxlaan oversteken kunnen gebruik maken van de stoplichten.

1.3

Ter indicatie van de schoolgrootte

Op de Anne Frankschool zitten ongeveer 200 kinderen verdeeld over 10 groepen. Ons schoolgebouw biedt onderdak aan: • Basisschool Anne Frank • Vroeg- en voorschoolse educatie (VVE) met 2 groepen. Kinderen op de Voorschool gaan vanaf drie jaar 4 dagdelen per week naar school. • Buitenschoolse opvang (BSO) • Brede School Academie (BSA) De Anne Frankschool beschikt over een inpandige gymzaal en een ouderlokaal. Door deze bundeling van voorzieningen ontstaat een school waar zorg voor kinderen van 3 tot 12 jaar in goede handen is. Het gebouw is zó ontworpen dat alle voorzieningen afgestemd zijn op de grootte en de behoeften van de kinderen. Zo is er in de vleugel van de kleuterlokalen een eigen speellokaal, de toiletten zijn op kleuterhoogte en in de lokalen zijn speciale speelwerkverdiepingen gemaakt. De middenbouw bevindt zich op de benedenverdieping, de groepen 3, 4 en 5 hebben in de gang nog extra ruimte voor speel-leeractiviteiten. De bovenverdieping is gereserveerd voor de bovenbouw en voor de spreekkamers en kantoren. O.b.s. Anne Frank is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

6

2

Waar de school voor staat

2.1

Visie en Missie

Op de Anne Frankschool vinden we het belangrijk dat kinderen naast het leren ook met plezier naar school gaan, omdat we van mening zijn dat kinderen dan pas gemotiveerd zijn om te werken en te leren. We sluiten aan bij de onderwijsbehoefte van de leerlingen, dat betekent geen individueel onderwijs maar geclusterd op onderwijsbehoefte, 3 niveaus binnen de groepen. Dat begint in een veilige omgeving. Een omgeving waar de kinderen zichzelf kunnen zijn, waar een prettige sfeer hangt en waar ze met veel plezier naar toe gaan. Hierbij mag respect en begrip voor elkaar niet vergeten worden. Er zitten bij ons op school kinderen met verschillende culturele achtergronden. We willen dat die kinderen samen spelen en leren. We heten niet voor niets Anne Frankschool!

Top 5 voor leerkrachten:  Sfeer en veiligheid  Rijke leeromgeving  Onderwijs op maat  Zelfstandigheid  Optimale leerprestaties / Talentontwikkeling

2.2

Uitgangspunten

Onderwijs Op de Anne Frankschool hebben we een enthousiast team van leerkrachten. We hebben plezier in ons werk. We willen een omgeving scheppen waar kinderen zich naar eigen tempo en capaciteit kunnen ontwikkelen. We hebben en zoeken steeds weer nieuwe materialen en manieren om gedifferentieerd te kunnen werken. Dat wil zeggen: de snelle leerling uitdagen met verdiepingsstof en langzamere leerlingen extra instructie en herhaling aanbieden. Eén van de manieren om dit te bereiken is het zelfstandig werken. In de zelfstandig werk perioden kunnen de kinderen taken oefenen op hun eigen niveau. Ze hebben dan ook tijd om extra te oefenen op dingen die zij nog moeilijk vinden. Naast differentiatie heeft het zelfstandig werken tot doel dat kinderen meer zelfvertrouwen krijgen als ze ontdekken dat ze in staat zijn zelf dingen te onderzoeken en zelf oplossingen te vinden. Een kind dat zelf een oplossing gevonden heeft onthoudt het beter en krijgt meer plezier in het leren en werken. We kijken naar de manier van leren van de verschillende kinderen en sluiten aan bij de onderwijsbehoefte. Opvoeding Opvoeding en onderwijs gaan hand in hand. Vaak is het zo dat een stabiele, veilige thuissituatie invloed heeft op het functioneren van het kind op school. Andersom is het ook vaak zo dat als het op school lekker gaat, u dit thuis ook zult merken. Het is erg belangrijk dat school en ouders het O.b.s. Anne Frank is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

7

samen doen. Als ouder bent u verantwoordelijk voor de zorg en de opvoeding van uw kinderen. Hieronder verstaan wij dat u uw kind liefde en aandacht geeft, dat u ervoor zorgt dat het kind een duidelijk dagritme heeft, dat het op tijd naar bed gaat, dat uw kind ontbijt krijgt en voldoende gevarieerd voedsel en dat u uw kind helpt om steeds een beetje zelfstandiger te worden. Als school zijn wij verantwoordelijk voor het onderwijs van uw kind en de zorg voor uw kind tijdens schooltijden. U kunt van ons verwachten dat wij er alles aan doen om ervoor te zorgen dat uw kind zich zo goed mogelijk ontwikkelt. Wij werken aan de ontwikkeling op leergebied, aan de zelfstandigheid en aan de sociale ontwikkeling van uw kind. Belangrijk hierbij is, net als thuis, dat het kind een vast dagritme heeft en dat regels consequent toegepast worden, want kinderen hebben behoefte aan duidelijkheid en zich veilig voelen. Als op school blijkt dat de ontwikkeling anders verloopt dan verwacht, zal de leerkracht daar met u over praten. Samen zal er naar oplossingen worden gezocht. Soms houdt dit in dat u uw kind zult gaan helpen met schoolwerk, soms is het zo dat ouders en school één lijn afspreken over de aanpak van een kind. In elke situatie wordt gezocht naar de beste oplossing. Net zoals de school uw hulp en steun nodig heeft, kan het ook zijn dat u graag hulp of advies of soms alleen een luisterend oor wilt bij het opvoeden van uw kind. Opvoeden is tenslotte niet altijd even makkelijk! Wij willen u graag helpen! Als er thuis veranderingen zijn die voor school belangrijk zijn om te weten, is het fijn als u de leerkracht van uw kind hier over inlicht. Wij kunnen er dan rekening mee houden op school. Kom na schooltijd langs bij de leerkracht van uw kind of bij een andere leerkracht die u vertrouwt. Dan kan samen naar oplossingen worden gezocht. Samenleving We leven in een maatschappij waarin het individu steeds belangrijker lijkt te worden. Iedereen zoekt meer voor zichzelf uit wat goed of belangrijk is in het leven. Ouders, maar ook school zijn de voorbeelden waar kinderen hun waarden en normen naar vormen. Wij moeten dus het goede voorbeeld geven. Bovendien is onze samenleving een multiculturele samenleving. De Anne Frankschool is een goede afspiegeling van deze samenleving, waarin verschillende culturen elkaar ontmoeten. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen leren van elkaars culturele achtergronden. Als school willen wij de kinderen meegeven dat ze met respect omgaan met hun medemens en met de dingen om hen heen. Dingen waarvan wij denken dat ze nodig zijn om ook in de toekomst een leefbare samenleving te vormen. Onderwijs op maat Elk kind is verschillend en maakt een eigen ontwikkeling door. Er zijn kinderen die een snellere ontwikkeling doormaken. Voor deze kinderen zoeken wij als school naar extra taken of andersoortige taken die voor het kind uitdagend zijn en waarmee hij of zij zich verder zal ontwikkelen. Sommige kinderen vinden bepaalde dingen moeilijk of maken een langzamere ontwikkeling door. Voor deze kinderen kunnen wij de leerstof op verschillende manieren aanpassen. Wij kijken hierbij per kind wat aanpassingen kunnen zijn. We kunnen bijvoorbeeld het aantal oefeningen inperken, eenvoudiger oefeningen geven of het kind met een speciaal programma laten werken. Pedagogisch klimaat en schoolsfeer Als school vinden wij het belangrijk dat alle kinderen zich veilig en geaccepteerd voelen. Alle kinderen moeten zich geliefd weten, moeten kunnen vertrouwen op de volwassenen en kinderen om zich heen. Dit betekent dat wij als leerkrachten kijken naar de behoeften van ieder kind, complimentjes geven als het goed gaat en bijsturen op een rustige en duidelijke manier. O.b.s. Anne Frank is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

8

Om veiligheid te kunnen bieden is er rust in school nodig; zoveel mogelijk dezelfde leerkracht voor de klas, vaste omgangsregels voor de hele school die rustig, duidelijk en consequent toegepast dienen te worden. Enkele van die regels zijn: rustig lopen in school, rustig praten, ruzies niet uitvechten maar uitpraten, eerlijk voor je daden uitkomen en vooral met respect omgaan met je medeleerlingen, de leerkrachten en met de dingen om je heen. Als school vinden we deze regels belangrijk omdat wij denken dat dit de manier is om iedereen een veilig plekje te bieden. Wij willen dat iedereen met plezier naar school gaat. Dit is een voorwaarde voor een goede, stabiele ontwikkeling. Doelen van het onderwijs Onderwijs aan kinderen van 4 t/m 12 jaar gaat uit van een natuurlijk ontwikkelingsproces. Uit ieder kind halen uit wat er in zit, optimale leerprestaties. In de eerste twee groepen is spel erg belangrijk voor de ontwikkeling van het kind. Er is aandacht voor de sociale vorming (het samenspelen), voor de taalontwikkeling (uitbreiding van de woordenschat) en voor de functietraining (motoriek). Tenslotte draagt het spel bij tot de emotionele ontwikkeling van het kind (winnen of verliezen, boos worden, blij zijn). Om een doorgaande lijn te ontwikkelen met de 3-jarigen van de voorschool werken we vanuit de methode Kaleidoscoop. Zowel in de voorschool, de kleutergroepen als in de andere groepen sluit de leerstof aan bij de ontwikkeling van het kind. De vak-, vormings- en ontwikkelingsgebieden waaraan we werken zijn:  de sociaal-emotionele ontwikkeling  de taal-leesontwikkeling  de reken-denkontwikkeling  de wereldoriëntatie  de creativiteitsontwikkeling/kunstzinnige vorming  het bewegingsonderwijs Leefstijl Leefstijl is onze methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling. Uitgangspunten zijn zelfvertrouwen, uiting van gevoelens en inlevingsvermogen. De methode is er op gericht dat kinderen leren hun gevoelens te uiten op manieren die zij zelf het prettigst vinden. Dat betekent ook dat je moet leren om rekening te houden met gevoelens van anderen. Vanaf groep 1 tot en met groep 8 wordt iedere week ca. een half uur gewerkt aan deze vaardigheden. Alle leerkrachten zijn op training geweest om deze specifieke manier van werken eigen te maken. Elk nieuw thema wordt gestart met een aftrap voor de leerkrachten en een gezamenlijke regel voor alle kinderen. Dit om ervoor te zorgen dat de school uitdraagt een Leefstijl school te zijn. Voor de sociale ontwikkeling en veiligheid is het belangrijk dat leerkrachten alle kinderen op dezelfde manier benaderen en corrigeren, dat geeft rust. Sociaal-emotionele ontwikkeling Hier wordt in de praktijk aandacht aan besteed door: - kinderen te leren samenwerken in spel of aan taken, terwijl ze rekening houden met elkaar; - het ontwikkelen van behulpzaamheid en zorgzaamheid voor anderen; - het leren delen van het materiaal; - het ontwikkelen van gevoel voor bepaalde ‘spelregels’ en het bevorderen van het naleven hiervan; - het ontwikkelen van een zekere mate van ordelijkheid; - het bevorderen van zelfstandigheid; - in kringgesprekken aandacht te besteden aan sociaal-emotionele onderwerpen; - het leren ervaren van en het omgaan met de gevoelens van zichzelf en die van anderen; O.b.s. Anne Frank is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

9

Als leerlingvolgsysteem voor de sociaal-emotionele ontwikkeling gebruiken wij de module ZIEN in Parnassys. Taal-leesontwikkeling In samenwerking met de voorschool werken we met de methode 'Kaleidoscoop'. Het Kaleidoscoop-model is het hart van actief leren. De methode gaat ervan uit dat kinderen kennis verwerven en vaardigheden ontwikkelen door actief betrokken te zijn bij mensen, materialen, gebeurtenissen en ideeën. Het kind ontwikkelt vaardigheden in een vaste volgorde, maar elk kind in zijn eigen tempo. De leerkrachten ondersteunen het actief leren. Zij bieden de kinderen een uitdagende leeromgeving, helpen hun spel uit te breiden, praten met de kinderen over wat ze aan het doen zijn en helpen hen problemen die zich voordoen op te lossen. Hierdoor wordt de taalontwikkeling en de woordenschat vergroot. Ook in groep 3 t/m 5 hanteren we de uitgangspunten van de methode Kaleidoscoop. In groep 3 maken we gebruik van Veilig Leren Lezen. Aanvullend wordt thuis gewerkt met het leesproject 'Over Stap'. Dit project is gericht op het samenwerken met ouders om de school en thuissituatie op elkaar af te stemmen. In de groepen 4 en 7 gebruiken we het leesproject 'Stap Door'. Dit heeft tot doel het samen lezen van een jonger met een ouder kind en het vergroten van het leesplezier. De taalmethode ‘Taalactief’ is gericht op het spreken en het luisteren, het taalgebruik en de gespreksregels, het schrijven (informatief en expressief), inzicht in de taalbouw en taalkennis. ‘Taalactief spelling’ wordt in alle groepen gehanteerd. In deze leergang geven we de kinderen inzicht in de spellingstructuur. Ook wordt er ruim aandacht besteed aan het toepassen van de spellingregels in speelse werkvormen. Reken-denkontwikkeling Dit is het ontwikkelen en uitbouwen van de aanwezige verstandelijke vermogens van het kind. Hierbij denken we aan: praktisch denken, logisch denken, abstract denken, leren zoeken naar de oplossing van problemen, relaties leren hanteren en deze ook leren verwoorden. De kleuters werken met verschillende ontwikkelingsmaterialen zoals puzzels, kralensnoeren en logiblokken. De bouwhoek en de zand-/watertafel hebben een functie bij het omgaan met maten en vergelijkingen. Daarnaast worden de rekenbegrippen gestimuleerd door ordenen, telverhalen en liedjes. In groep 3 wordt een overgang gemaakt naar het rekenen uit de rekenen werkboeken van de methode 'Rekenrijk'. Deze methode hanteren we vanaf groep 3 t/m groep 8. Dit schooljaar starten we met de nieuwste versie van de methode. Wereldoriëntatie Dit is een verzamelnaam voor een groot aantal vak- en vormingsgebieden die te maken hebben met de wereld om ons heen. Hiertoe behoren: aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs, verkeer. Tot en met groep 5 werken we vanuit de belevingswereld van de kinderen rond thema’s. Naarmate ze ouder worden werken we meer methodisch, maar ook door middel van klassengesprekken, spreekbeurten, internet, schooltelevisie en werkstukjes. Waar het mogelijk is proberen we verschillende vormingsgebieden met elkaar te combineren. We maken vanaf schooljaar 2015-2016 gebruik van een nieuwe methode. De creativiteitsontwikkeling - kunstzinnige vorming Creativiteit is het vermogen om uit ervaringen, gevoelens en gedachten nieuwe ideeën te vormen. Kinderen groeien hierdoor in hun ontwikkeling. We onderscheiden:  Beeldende vorming: een verzamelnaam voor tekenen en handvaardigheid. De kinderen maken kennis met materialen en technieken.  Dramatische vorming: het uitbeelden van gevoelens, gebeurtenissen, ervaringen en ideeën. O.b.s. Anne Frank is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

10



Muzikale vorming: het aanleren van liedjes, het bewegen op muziek en het gevoel krijgen voor maat en ritme.

Elke vrijdagmiddag is er voor de groepen 5 t/m 8, heterogeen, een creatieve activiteit. De kinderen maken een keuze voor vier weken, afsluitend is er in de gemeenschapsruimte een tentoonstelling of een voorstelling. Bewegingsonderwijs In de kleutergroep staat bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster. In de klas, op het schoolplein of in het speellokaal met het klim- en klautermateriaal. De andere groepen krijgen twee keer per week gymles van een vakleerkracht in de gymzaal. De fijne motoriek wordt extra ontwikkeld door het schrijfonderwijs in alle groepen. Methodes Wij evalueren ons onderwijs en de methodes die wij hierbij gebruiken regelmatig. Zodra we merken dat een methode niet meer voldoet of verouderd is, gaan we een traject in om de methode eventueel te vervangen. Hierbij wordt zorgvuldig gekeken naar de behoeften van de kinderen, de leerkrachten en ons onderwijssysteem.

2.3

Kleding personeel, ouders en kinderen

Op onze school leven en werken we samen en is ontmoeting een belangrijk aspect. Als openbare school hebben wij respect voor verschillende achtergronden en levensovertuigingen. Daar hoort ook bij dat wij respect tonen en verwachten voor religieuze symbolen als het dragen van een kruisje of een hoofddoekje. Visueel contact en het kunnen zien van emoties op gezichten zijn belangrijke aspecten van de communicatie en ontmoeting binnen de school en van groot belang voor het pedagogisch klimaat. Daarom is het dragen van gezichtsbedekkende kleding in de school en op het schoolplein niet toegestaan. Om veiligheids- en gezondheidsredenen is tijdens de gymles het dragen van gymkleding en gymschoenen verplicht, het dragen van sieraden verboden en het dragen van een hoofddoekje alleen toegestaan in de vorm van een elastische hoofddoek. Wij verwachten dat personeel, ouders en kinderen kleding dragen die voldoet aan de algemene Nederlandse fatsoensnormen. Voor personeel geldt dat zij daarin voor kinderen ook een voorbeeldfunctie vervullen.


11

3

De organisatie van het onderwijs

3.1

Schoolorganisatie

De Anne Frankschool is een middelgrote school met ca. 20 medewerkers. Als we vergaderen is het niet altijd nodig om dit met het hele team te doen. Daarom is de school verdeeld in twee bouwen: de onderbouw (gr. 1 t/m 3) en de bovenbouw (gr. 4 t/m 8). Elke bouw heeft zijn eigen vergaderingen waar leeftijdsspecifieke zaken, organisatie van het onderwijs en inhoudelijke zaken worden besproken. In de teamvergaderingen komen dingen aan bod die voor de hele school belangrijk zijn. Daarnaast is regelmatig overleg in werkgroepen over speerpunten in ons beleid. Dit jaar bestaan de volgende werkgroepen: Pedagogisch klimaat; ouderbetrokkenheid; MI, coöperatieve werkvormen en 21st Century skills; Public Relations. De voorschool bestaat uit 2 groepen van 14 leerlingen. De onderbouw bestaat uit 3 kleutergroepen van ongeveer 25 kinderen. Ons streven is in het verleden geweest om de groepen niet groter te laten groeien dan 25 kinderen. Door de daling van leerlinggewichten (Rijksbijdrage ten behoeve van onderwijs aan doelgroepleerlingen) zijn grotere groepen dan 25 of combinatiegroepen niet uitgesloten.

3.2

Samenstelling van het team

Directeur:

Martijn Staats

Groepsleerkrachten groep 1/2 A: Chantal Montagne Sandra Huisman groep 1/2 B: Suus van Zorge Simone de Beer groep 1/2 C: Hasan Kara groep 3a: Miranda Lormans Corrie van Leeuwen groep 3b: Nicole van Maarseveen groep 4: Djamila Azouagh Simone de Beer groep 5: Marijn Macco inval: Marina van Dijk groep 6: Judith Koninkx Annemarie Arkesteijn groep 7: Renee Oskam Annemarie Arkesteijn groep 8: Michaëla Grol Annemarie Arkesteijn Voorschool: Agaath Post Tamara Stam Marieke Soeters Annegreet de Wildt

Administratie Marylou van de Pasch Conciërge Henk Dotulung Coördinator leerlingenzorg Maaike Beucker Andreae Bouwcoördinatie: Renee Oskam VVE-coördinator: Sandra Huisman Opleidingsleerkracht / Stagecoördinator Michaëla Grol Schoolmaatschappelijk werk / buurtteam Abdeljalil Sayfaoui Tessa Blankenburgh Vakleerkracht lichamelijke opvoeding Jelte Radstake


12

3.3

De activiteiten voor en van de kinderen

Kleuters In de groepen 1 en 2 werken we met thema’s. Aan bod komen de jaarlijks terugkerende feesten, jaargetijden en andere thema’s die ontstaan uit de ervaringen van de kleuters zelf. De kringactiviteiten, werkjes en hoeken worden zoveel mogelijk aangepast aan het thema. In de kring komen de taalactiviteiten aan bod; er wordt een boek voorgelezen, er wordt gepraat over eigen belevenissen of over een thema. Er worden taalspelletjes gedaan en verhaaltjes uitgespeeld. Tijdens de werktijd kunnen de kinderen kiezen voor de hoeken (bouwhoek / huishoek / leesschrijfhoek / theaterhoek / themahoek). Ze kunnen ook werken met ontwikkelingsmateriaal of (knutsel-) werkjes maken. Kleuters hebben veel beweging nodig. Deze krijgen zij tijdens de spellessen, het spelen met de gymnastiekmaterialen in de speelzaal en tijdens het buitenspelen. Twee dagdelen per week wordt er gewerkt aan het onderwijsprogramma Kaleidoscoop. Het programma Kaleidoscoop gaat uit van de ontwikkeling van het kind en sluit met de lesstof aan bij het individuele kind. Daarom zijn op sommige dagdelen ook twee leerkrachten in de groep, ter observatie en voor het vervolg van het lesaanbod op niveau van de leerlingen. Groepen 3 en 4 In groep 3 ligt in het begin de grootste nadruk op het leren lezen. Na ongeveer een half jaar kennen de kinderen alle letters. Daarna leren de kinderen steeds moeilijker woorden lezen en schrijven, wat in de groepen 4 en 5 verder wordt uitgebouwd in het leescircuit, het begrijpend lezen, het leren van de spellingregels en in het taalwerk. Het rekenonderwijs begint met het begrijpen van meer en minder, de plek van getallen op de getallenlijn, wat uiteindelijk aan het eind van groep 3 uitmondt in het beheersen van de sommen tot 20. In groep 4 leren de kinderen de bewerkingen tot 100. Wat betreft het schrijfonderwijs: alle kinderen schrijven ‘aan elkaar’ op de manier waarop de letters worden aangeboden. Met het aanbieden van letters wordt vanaf het begin van groep 3 gestart. Na een half jaar groep 3 kennen de kinderen alle letters en zullen ze steeds fijner en kleiner leren schrijven. Hiervoor is veel herhaling nodig. In de groepen 3 en 4 wordt met thema's gewerkt. Ook hier wordt dan zoveel mogelijk geprobeerd kringactiviteiten, liedjes, taallessen, expressie en handvaardigheid aan het thema aan te passen. Vanaf groep 3 hebben de meeste groepen twee keer per week gymnastiekles; groep 4 heeft één keer in de week zwemles en één keer gymnastiekles. Bovenbouw Het lezen, taal en rekenen wordt in de bovenbouw steeds moeilijker en uitgebreider. Het streven is om eind groep 5 het eindniveau van het lezen te halen. Als dit niet lukt, hebben de kinderen een uitloop in de drie volgende jaren. Tijdens de taallessen leren de kinderen ontleden, hun eigen zinnen steeds completer te maken en steeds moeilijker woorden te gebruiken. Met rekenen worden de getallen nog groter, er komen kommagetallen bij en de handelingen worden uitgebreid met staartdelingen, procenten en breuken. Vanaf groep 5 wordt het onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis opgestart. De kinderen leren werkstukken maken, zelf informatie verzamelen en deze in eigen woorden weergeven. O.b.s. Anne Frank is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

13

In de groepen 7 en 8 wordt Engels gegeven. Het belangrijkste is hierbij het praten in het Engels. Er wordt ook al naar het voortgezet onderwijs toegewerkt. De kinderen in groep 7 maken een Entreetoets van het CITO. Deze toets geeft een indicatie van het niveau van de kinderen en laat ons als school zien op welke vlakken wij nog extra moeten oefenen. In groep 8 volgt de Eindtoets van het CITO. Deze toets is een onderdeel van de verdere overgang naar het voortgezet onderwijs. De procedure staat verder beschreven in hoofdstuk 4. Andere activiteiten Om het onderwijs aantrekkelijk te houden zoeken we ook naar andere vormen om de leerstof aan te bieden: - Met verschillende groepen werken we in schooltuintjes. De kinderen zijn dan zelf in de tuintjes bezig van het moment van zaaien tot de oogst. - De school maakt gebruik van het aanbod van het N.O.T. (Nederlandse Onderwijs Televisie). We proberen de programma’s in te passen in onze lessen. - Ieder jaar is er voor elke groep een activiteit op het gebied van kunst en cultuur. Een groep gaat naar een theatervoorstelling of filmvoorstelling, of er worden op school lessen kunstzinnige vorming gegeven door een externe instantie zoals bijv. het UCK. - Ook de bibliotheek neemt een belangrijke plaats in. Regelmatig halen wij boeken van de bibliotheek in school of brengen we met een groep een bezoek aan de bibliotheek. - We hebben op school een computernetwerk. Dit betekent dat in elke klas computers staan, die verbonden zijn met een centrale computer met software. We maken gebruik van allerlei leerzame programma’s, internet en e-mail. De kinderen leren vanaf groep 1 spelenderwijs werken op de computer. Bovendien werken we in alle klassen met een digibord. - Meerdere keren per jaar werken we aan een gezamenlijk project zoals bijvoorbeeld het Anne Frankproject. Verder zijn er de jaarlijks terugkerende activiteiten zoals de schoolreis, 'het vogelnest' voor de kleuters, de sportdag, het kamp voor groep 8, musicals en het uitgebreid vieren van belangrijke feesten. Deze activiteiten worden grotendeels uit het schoolgeld betaald. Als een klas op excursie gaat wordt er vaak een bijdrage gevraagd om het vervoer te kunnen betalen. Zelfstandig werken Vanaf groep 1 leren de kinderen werken met uitgestelde aandacht. In de klassen wordt gebruik gemaakt van een groen of een oranje stoplicht: bij oranje mogen de kinderen de leerkracht niet storen, behalve bij noodgevallen. Bij groen licht mogen de kinderen de leerkracht om hulp vragen. In groep 3 maken we een begin met het 'zelfstandig werken'. Kinderen krijgen een dagtaak, waarmee ze tijdens het zelfstandig werken aan de slag gaan. In de klas hangt een stoplicht, waarmee de mate van zelfstandigheid bepaald wordt: Bij rood mogen de kinderen niet met elkaar of met de leerkracht overleggen. Groen en oranje blijft hetzelfde als bij de kleuters. Met dit systeem proberen we de kinderen een werkhouding aan te leren, waarbij ze in eerste instantie zelfstandig moeten leren denken. Pas in een later stadium kunnen ze hulp vragen, als ze er zelf niet uitkomen. Een ander voordeel van dit systeem is dat de leerkracht tijdens het zelfstandig werken in staat is om individuele aandacht te geven aan kinderen die moeite hebben met bepaalde stof of kinderen te helpen die juist behoefte hebben aan extra uitdaging. Vanaf groep 5 wordt het zelfstandig werken verder uitgebouwd. De kinderen maken in deze groepen kennis met de weektaak. De weektaak maakt deel uit van het zelfstandig werken; als de dagtaak klaar is, kunnen de kinderen verder werken aan hun weektaak. Verlengde instructie Om tegemoet te komen aan verschillen tussen kinderen maken wij gebruik van verlengde instructie. O.b.s. Anne Frank is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

14

Na de klassikale instructie gaat het grootste deel van de groep zelfstandig aan het werk. Dit geeft de leerkracht de gelegenheid om individueel of in kleine groepjes kinderen extra instructie te geven. Dit is uiteraard afhankelijk van het vakgebied en de vorderingen van het kind. Meervoudige intelligentie Het uitgangspunt van Meervoudige Intelligentie (MI) is dat elke leerling talenten heeft die niet te vatten zijn in de simpele constatering dat hij ‘meer of minder intelligent’ is. Volgens de theorie van MI zijn er 8 vormen van intelligentie. De verschillende intelligenties, talenten, bepalen hoe een leerling optimaal leert. In het onderwijs kun je deze intelligenties inbouwen in de leerstof, of je probeert in het leerproces activiteiten aan bod te laten komen waarbij alle intelligenties worden ingeschakeld. Door voor dezelfde lesstof verschillende werkvormen aan te bieden, aansluitend bij de verschillende vormen van intelligentie, krijgt elk kind de kans zijn talenten te benutten. Minder sterk ontwikkelde intelligenties kunnen gestimuleerd en verder ontwikkeld worden. In ons schoolgebouw is bij het ontwerp rekening gehouden met de uitgangspunten van MI. Zo zijn er patio's bij de onder- en de middenbouw om de naturalistische intelligentie te stimuleren. Er zijn op de gangen ruime werkplekken gerealiseerd voor o.a. de intraen interpersoonlijke intelligentie. Er is veel ruimte om verschillende hoeken te creëren voor coöperatieve werkvormen, enzovoort. Coöperatieve werkvormen Leren doe je het best door zelf te doen: experimenteren, onderzoeken, ervaren, toepassen, verwoorden voor anderen… Dit passen we in ons onderwijs toe met behulp van coöperatieve werkvormen. Dit zijn werkvormen waarbij je gebruik maakt van allerlei verschillende manieren van samenwerken. Dit kan gebeuren in tweetallen, viertallen of zelfs in grotere groepen. Door de samenwerking tussen de kinderen te optimaliseren, verbeteren zowel de leerresultaten als de sfeer in de klas en wordt de betrokkenheid van de kinderen vergroot. 21st Century skills Nu de kennissamenleving steeds meer vorm en inhoud krijgt, wacht ook binnen het onderwijs een verandering. In de zoektocht naar hoe 21st Century skills in het onderwijs van de Anne Frankschool verweven kunnen worden, kunnen wij vaststellen dat wij door onze manier van lesgeven en de visie op handelingsgericht werken, goed op weg zijn. De methode Kaleidoscoop in de onderbouw, de coöperatieve werkvormen en Meervoudige Intelligentie in de midden- en bovenbouw, dragen bij aan de vaardigheden en competenties die nodig zijn om goed in de kennissamenleving te kunnen functioneren, te kunnen werken en om de leerlingen te kunnen laten ontwikkelen. De volgende vaardigheden worden in de 21th Century als belangrijk gezien: 1. samenwerken 2. kennisconstructie 3. probleemoplossend denken 4. creatief denken 5. zelfregulerend vermogen 6. mondelinge en schriftelijke communicatie 7. ondernemerschap, een initiatiefrijke houding 8. nieuwsgierige en onderzoekende houding 9. integratie van ICT Er zijn verschillende modellen waarmee wordt gewerkt. Voor onze school zijn deze vaardigheden belangrijke uitgangspunten waarmee wij ons onderwijs vormgeven. Wij zijn van mening dat het gebruik van ICT-middelen binnen de school een betekenisvolle bijdrage leveren aan het leerproces. O.b.s. Anne Frank is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

15

Om de vaardigheden meer vorm te geven binnen de Anne Frankschool, zal in de komende twee schooljaren (2015/2016 en 2016/2017) stapsgewijs aan de invoering van de skills gewerkt worden. Schooljaar 2014/2015 is een aftasting van het nieuwe onderwijs geweest, waarbij we kunnen concluderen dat de methodes voor de zaakvakken niet aan de vaardigheden voldoen. Een nieuwe (geïntegreerde) methodes zal in het schooljaar 2015/2016 worden aangeschaft. Het onderzoek hiervoor is in volle gang. Naast de nieuwe methode(s) zal in schooljaar 2015/2016 de focus komen te liggen op de eerste drie vaardigheden: samenwerken, kennisconstructie en probleemoplossend denken. Het samenwerken zal verder uitgediept worden middels de coöperatieve werkvormen, het werken met de meervoudige intelligentie principes en uiteraard ook met het Kaleidoscopisch werken. Binnen de school en het klaslokaal zullen de werkproducten hiervan meer zichtbaar worden. In het daarop volgend schooljaar zullen de andere vaardigheden aan bod komen, waarbij de focus gaat liggen op de integratie van ICT. Dit laatste wordt middels computers, het werken met het digitaal schoolbord en bijvoorbeeld de Facebook site van de Anne Frankschool vormgegeven, maar zal meer toegespitst worden als middel om de leerlingen op een rijke manier te laten leren. De rol van de leerkracht zal veranderen en verder gaan dan het overdragen van kennis alleen. Daarom zal de komende jaren ook geïnvesteerd worden in de scholing van de leerkrachten, zodat zij hun vaardigheden verder kunnen ontwikkelen om de leerlingen die ‘skills’ mee te geven die zij nodig zullen hebben in de 21e eeuw.

3.4

Speciale activiteiten voor kinderen

Tussenschoolse opvang (overblijven) We hebben op de Anne Frankschool een continurooster. Dit betekent dat de kinderen tussen de middag niet naar huis komen om te lunchen. De kinderen eten gezamenlijk met de groep en de leerkracht in de klas en hebben daarna pauze onder begeleiding van de leerkrachten. Alle kinderen brengen eten en drinken voor de lunch mee. De kinderen hebben ook nog rond 10 uur een korte pauze, daarvoor moeten ze ook fruit en water mee naar school nemen. In overleg met de leerkracht kan dat eventueel iets anders gezonds zijn. Voor- en naschoolse opvang Scholen zijn wettelijk verplicht om voor- en naschoolse opvang voor kinderen te laten organiseren. De Utrechtse schoolbesturen streven er daarbij naar om op wijkniveau samen te werken met instellingen voor kinderopvang, welzijn, kunst en cultuur en sport. In onze schoolgebouw wordt de voor- en naschoolse opvang verzorgd door Kind & Co. Dit is een organisatie die professionele kinderopvang biedt in een groot aantal wijken in Utrecht. Een naschoolse opvangmiddag begint meestal met iets te drinken en te eten. Wie wil, kan vertellen over de belevenissen op school. Daarna is het tijd voor ontspanning, iets gezelligs doen. Naschoolse opvang is de vrije tijd van het kind en moet dus vooral leuk zijn. Afhankelijk van de leeftijd en de wensen van de kinderen kunnen ze spelen, sporten, lezen, knutselen en nog veel meer. Er worden allerlei activiteiten aangeboden, waaraan ze mogen meedoen, maar dat zeker niet moeten. Heel belangrijk: de kinderen hebben inspraak in wat ze willen doen. In principe is er buitenschoolse opvang van maandag tot en met vrijdag. De openingstijden sluiten goed aan op de schooltijden. Zijn de kinderen de hele dag vrij, omdat de school een studiedag heeft? Dan bestaat de mogelijkheid om ze de hele dag op te vangen. Ook in de schoolvakanties is de buitenschoolse opvang geopend.


16

VVE In een VVE groep is intensieve aandacht voor leerlingen met een leerlinggewicht én leerlingen zonder leerlinggewicht die naar de voorschool zijn geweest. Er wordt lesgegeven in kleine groepen of in een kleine kring van maximaal 5 kinderen. Dit gebeurt op basis van een rooster door een gecertificeerde leerkracht. Er wordt gewerkt met een erkend VVE-programma, Kaleidoscoop. Binnen de Anne Frankschool wordt met een doorgaande lijn van vroegschool naar voorschool gewerkt. De inzet is dat ouders en kinderen eenheid ervaren o.a. in werkwijze. Het inspectiekader en de richtlijnen van het SLO zijn richtinggevend voor het aanbod op de groepen. Het Utrechts Kwaliteitskader is richtinggevend voor hoe wij willen werken in de groep en met ouders. Brede School Academie (BSA) In 2 lokalen van de Anne Frankschool worden vanaf september 2014 na schooltijd lessen gegeven door de BSA. Maar liefst 30 scholen in Utrecht werken samen aan een bijzonder project: de Brede School Academie (BSA). Het gaat om 27 basisscholen in de wijken Overvecht, Ondiep, Zuilen en Hoograven én drie scholen voor voortgezet onderwijs: het Gerrit Rietveld College, het Christelijk Gymnasium Utrecht en het Utrechts Stedelijk Gymnasium. In het schooljaar 2013/2014 zijn hier nog 8 basisscholen op Kanaleneiland bij gekomen. De BSA is bedoeld voor talentvolle kinderen uit groep 6,7 en 8 en de brugklas van de deelnemende scholen. Het gaat om kinderen die het denkniveau en de werkhouding hebben om naar het HAVO of VWO te kunnen, maar die door een taalachterstand hier toch moeite mee zullen hebben. Niet de ouders, maar de school bepaalt of een kind in aanmerking komt voor de Brede School Academie. Daarbij kijkt de school naar leerprestaties en leervermogen. Ook de motivatie en de werkhouding van het kind spelen een rol. Na gesprekken met zowel ouders als kinderen, kunnen geschikte leerlingen aangemeld worden voor de Brede School Academie. De BSA bepaalt daarna of een kind in aanmerking komt voor plaatsing. Op de BSA krijgen zij de gelegenheid om te werken aan hun taalvaardigheid, zodat ze hun talenten volop kunnen ontwikkelen. De BSA geeft les in woordenschat, begrijpend lezen en kennis van de wereld. Allemaal belangrijke vaardigheden, nodig voor een succesvolle schoolloopbaan. De lessen vinden plaats na schooltijd, op twee middagen van de week.


17

Naschoolse activiteiten Samen Doen Na School (SDNS) De verlengde schooldag heet tegenwoordig SDNS. Hierbij worden activiteiten verzorgd voor de kinderen na schooltijd. Deze activiteiten kunnen plaatsvinden op verschillende scholen in de wijk, ook scholen op Kanaleneiland. Het zijn verschillende soorten activiteiten zoals; schilderen, toneel, sporten. De groepen 3 t/m 8 kunnen meedoen aan deze activiteiten. Per periode wisselen de groepen, zodat alle groepen een keer aan de beurt komen. Op welke dagen de activiteiten zijn is wisselend. De kinderen krijgen van de leerkracht een formulier zodat ze zich kunnen opgeven. Meestal gaan de kinderen 10 keer naar een activiteit en wordt deze afgesloten met een optreden waarbij ouders mogen komen kijken.


18

3.5

Wegwijs in het schoolgebouw 1

6

8

13 10

9

14

7 11

15

2 16 3 12

4

5

Begane grond: 1. Teamruimte 2. Groep 5 3. Groep 4 4. Groep 3b 5. Groep 3a 6. BSO / Ouderlokaal 7. Gemeenschappelijke ruimte 8. Directie 9. Receptie 10. VVE 11. Gymzaal 12. Speellokaal 13. Groep 1/2a 14. Groep 1/2b 15. Groep 1/2c 16. BSA Eerste verdieping: 17. Groep 6 18. Groep 7 19. Groep 8 20. BSA 21. Spreekkamers

17 21 18

19

20


19

3.6

Schoolveiligheidsplan

Als Anne Frankschool proberen wij een zo veilig mogelijke omgeving voor ons personeel en leerlingen te creëren. Zo hebben wij een risico-inventarisatie uitgevoerd, waarin alle risico’s onderkend zijn. Op basis van deze risico-inventarisatie hebben wij een plan van aanpak gemaakt om knelpunten te verhelpen. Ook hebben wij een professionele organisatie ingesteld om bij calamiteiten snel adequate hulp te kunnen bieden. Onderdelen van dit beleid zijn o.a.:  Het ontruimingsplan  Opleiding bedrijfshulpverleners  Aanschaf van voldoende middelen (o.a. EHBO- en brandblusmiddelen)  De jaarlijkse ontruimingsoefening Onze bedrijfshulpverleners dragen zorg voor:  Preventieve maatregelen/ controles  Alarmeren en evacueren van personen uit de school  Het bestrijden van een beginnende brand  Het behandelen van eerste hulp bij ongevallen Om deze taak goed te kunnen uitvoeren, volgen de BHV-ers jaarlijks een herhalingscursus en organiseren zij regelmatig oefeningen. Ook komen er jaarlijks 2 nieuwe bedrijfshulpverleners bij. Indien u vragen heeft over de BHV- organisatie, dan kunt u deze stellen aan onze BHVcoördinator, Sandra. Djamila, Hasan en Marylou zijn op dit moment ook geschoold als BHVer. Het schoolveiligheidsplan ligt op school ter inzage.


20

4.

Passend onderwijs en het Schoolondersteuningsprofiel

4.1

De opvang van nieuwe leerlingen in de school

4.1.1 Inleiding Voordat u uw kind op onze school aanmeldt, kunt u zich eerst oriënteren op het onderwijs in onze school. Plaatsing op onze school is mogelijk voor kinderen van 4 t/m 12 jaar. In verband met de planning van nieuwe groepen, schrijven wij kinderen in vanaf de leeftijd van ongeveer 3 jaar. Ouders die geïnteresseerd zijn in onze school ontvangen de schoolgids en een uitnodiging voor een kennismakingsgesprek en een rondleiding met de directeur/intern begeleider. In principe kan uw kind naar school komen vanaf zijn of haar vierde verjaardag. Zie voor een uitgebreide beschrijving “Toelatings- en plaatsingsbeleid leerlingen SPO Utrecht”. Dit beleidsstuk ligt op school ter inzage.

4.1.2 Procedure toelatingsbeleid Er zijn 3 momenten van aanmelding op onze school: de vooraanmelding, de aanmelding en aanmelding van een kind dat op een andere school onderwijs volgt. Vooraanmelding: Als een kind nog geen 3 jaar is, maar de ouders willen al wel een aanmelding doen op school, dan spreken we van een vooraanmelding. Als een kind op de lijst van vooraanmeldingen is geplaatst, heeft de school nog geen zorgplicht. Dit zal pas het geval zijn als een leerling formeel is aangemeld. De vooraanmelding wordt gedaan door het invullen van een vooraanmeldingsformulier, dit formulier is te verkrijgen bij de receptie en kan gedownload worden van onze website.. Aanmelding: Wanneer ouders naar school komen voor de inschrijving van hun kind, maken ze een afspraak met de intern begeleider. In een persoonlijk gesprek geeft de ouder informatie over de ontwikkeling van het kind. De intern begeleider informeert de ouder over de gang van zaken op school. Tijdens dit gesprek zal de intern begeleider samen met de ouders het aanmeldingsformulier invullen. Aanmelding gebeurt door middel van het volledig invullen en ondertekenen van het aanmeldingsformulier dat de school hanteert. Bij de aanmelding wordt door de ouder aangegeven of dit de eerste school van aanmelding is. Bij de aanmelding overleggen ouders gegevens betreffende stoornissen of handicaps van het kind of beperkingen in de onderwijsparticipatie indien hier sprake van is. Als de leerling formeel is aangemeld en een schriftelijke bevestiging van toelating is verstuurd, heeft de school zorgplicht als blijkt dat de leerling extra ondersteuning behoeft. Aanmelding van een kind dat op een andere school onderwijs volgt: Zodra er sprake is van aanmelding van een kind dat op een andere school ingeschreven is, gelden er extra afspraken. Ouders kunnen hun kind komen aanmelden, nadat ze een gesprek hebben gehad met de directeur van de vorige school, waarin ze kenbaar hebben gemaakt dat ze voornemens zijn hun kind op een nieuwe school aan te melden en na overleg tussen de schooldirecties van beide scholen. Vervolgens nemen de intern begeleiders contact met elkaar op om een beeld te krijgen van de achtergrond van de leerling en het onderwijskundig niveau. Er vindt eventueel toetsing plaats om het onderwijskundig niveau te bepalen alvorens de leerling definitief wordt ingeschreven en in een groep wordt geplaatst. In een enkel geval behoort plaatsing op grond van de gegevens van een kind niet tot de mogelijkheden. Om het kind door te spreken en elkaar te informeren, nemen de groepsleerkrachten van beide scholen contact met elkaar op. De toeleverende school schrijft een onderwijskundig rapport ter overdracht van de gegevens van de leerling. De toetsing van dit onderwijskundig rapport en het schoolondersteuningsprofiel van de ontvangende school is medebepalend O.b.s. Anne Frank is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

21

voor het besluit over de toelating van de leerling. Het proefdraaien van de leerling in de beoogde klas gedurende een dag kan onderdeel uitmaken van het onderzoek naar toelaatbaarheid. Bericht van toelating of afwijzing: Indien uw kind wordt toegelaten, dan wordt u hierover binnen 6 weken na de aanmelding schriftelijk geïnformeerd. Indien vermoed wordt dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft, wordt een nader onderzoek uitgevoerd conform een procedure. Deze procedure staat beschreven in het “Toelatings- en plaatsingsbeleid leerlingen SPO Utrecht”. Op grond van de bevindingen van het onderzoek besluit de directeur of uw kind de ondersteuning kan ontvangen op de Anne Frankschool. Is dit niet het geval, dan heeft de school waar de leerling als eerste aangemeld is, zorgplicht. Dit betekent dat deze school een inspanningsverplichting moet leveren ten aanzien van een passende plaats. Indien er geen toelating mogelijk is, ontvangt u uiterlijk binnen 4 weken na de aanmelding een brief van de directeur dat deze voornemens is uw kind niet toe te laten. In de brief wordt de reden hiervan duidelijk en onderbouwd aangegeven. Het is mogelijk om in een mondeling gesprek toelichting te krijgen waarom in de optiek van de school de leerling niet kan worden toegelaten. Van het gesprek wordt een verslag gemaakt en u ontvangt hiervan een afschrift.

4.1.3 Procedure plaatsingsbeleid Indien er sprake is van een fysieke en/of verstandelijke handicap zal, in overleg met de ouders, bekeken worden of onze school geschikt is om het kind met succes het onderwijs te laten volgen. Uw kind wordt geplaatst in de groep waar het thuis hoort, waarbij rekening wordt gehouden met de groepsgrootte, de aanwezigheid van zorgleerlingen en het karakter van de groep. Mocht dit consequenties hebben voor het moment van plaatsing, dan laten we dit ouders tijdig weten. In dit geval kunnen wij uw kind op een wachtlijst plaatsen. Wat betreft de wachtlijst zijn er een aantal regels: - kinderen worden op school geplaatst in volgorde van de wachtlijst - kinderen die al een broer of zus bij ons op school hebben, komen bij aanmelding bovenaan de lijst. Indeling groepen na inschrijving De intern begeleider deelt de vierjarige leerlingen in bij één van de 3 heterogene kleutergroepen. Er wordt gekeken naar samenstelling van de groepen en enkele criteria daarbij zijn; verdeling jongens/meisjes, culturele achtergrond, leeftijd en de hoeveelheid zorgleerlingen per groep. Bij tussentijdse aanname wordt altijd contact opgenomen met de school van herkomst.

4.1.4 Starten in de groep Zo spoedig mogelijk na binnenkomst van uw kind probeert de leerkracht een goed beeld te krijgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling en de leerprestaties. Indien mogelijk vragen we de gegevens op van de peuterspeelzaal, vroegschool of de school waar uw kind eerder gezeten heeft. Zo kunnen we eventuele problemen bij uw kind snel en doelmatig oplossen. De kinderen die drie jaar en 10 maanden oud zijn, mogen in overleg met u drie ochtenden of middagen ter kennismaking naar school komen; de leerkracht neemt tijdig contact met u op. Natuurlijk bent u ook van harte welkom als u een kijkje in de groep wilt nemen. Het is onze ervaring dat kinderen die net vier jaar zijn geworden moeite kunnen hebben om het de hele dag vol te houden op school. Wij geven het dringende advies hier rekening mee te houden. Kleuters worden in principe het hele jaar toegelaten. Plaatsing is niet mogelijk in de laatste weken van het schooljaar vanwege de vele activiteiten die dan plaatsvinden. Ervaring leert dat het voor beginnende leerlingen moeilijk wordt zich op dat moment thuis te voelen in de groep. O.b.s. Anne Frank is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

22

4.2

Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school

Binnen de leerlingenzorg staan de volgende doelen centraal:  de school heeft een samenhangende interne structuur voor leerlingenzorg  de school creëert voorzieningen voor extra zorg aan leerlingen  de school houdt volgens een vastgestelde procedure leerlingbesprekingen waarin wordt beoordeeld of leerlingen in aanmerking komen voor extra zorg  de school heeft gesprekken met kinderen en ouders over de onderwijsbehoefte van het kind zeker bij zorgleerlingen. Bij dit alles heeft de intern begeleider als taak om deze extra zorg te coördineren. De kinderen worden op de volgende manieren gevolgd:  Methodegebonden toetsen: het dagelijkse werk van de kinderen wordt regelmatig getoetst met behulp van toetsen die bij de gebruikte methodes horen. Bij de groepen 1/2 gebeurt dit door het kind-observatie-registratie systeem.  Cito-toetsen: volgens een in Utrecht gehanteerde toetskalender worden tweemaal per jaar alle kinderen getoetst met behulp van landelijk genormeerde methodeonafhankelijke toetsen. Bij de kleuters gebeurt dit eenmaal per jaar. Verslaglegging door de leerkracht: De ontwikkeling van uw kind wordt door de leerkrachten dagelijks nauwlettend in de gaten gehouden en vastgelegd. Alle belangrijke gegevens betreffende uw kind worden door de leerkracht volgens schoolafspraken vastgelegd in ons administratieve programma Parnassys. Op het eind van het schooljaar worden de belangrijkste gegevens doorgegeven en besproken. De privacygevoelige gegevens over leerlingen en ouders worden bewaard in een gesloten dossierkast die alleen voor teamleden toegankelijk is. Deze gegevens kunt u als ouder natuurlijk altijd inzien als u dat wenst. Dit schooljaar starten we met het Ouderportaal in Parnassys. Dit is een module waarbij ouders via ons administratieve systeem informatie kunnen krijgen over hun kind en activiteiten op school. We zullen deze module in fasen gaan activeren; in eerste instantie de administratieve gegevens, in een later stadium verdere kindgegevens. Doel van het Ouderportaal is transparantie naar ouders en een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het kind. Oudergesprekken Alle ouders en alle kinderen worden aan het begin van het schooljaar uitgenodigd voor een startgesprek met de leerkracht. Het doel van dit gesprek is om direct vanaf het begin contact, vertrouwen en verbondenheid te creëren tussen school en ouders. In dit startgesprek wordt een individueel gespreksarrangement afgesproken. Dit is bedoeld om af te spreken hoe en hoe vaak je contactmomenten hebt per schooljaar. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de manier van contact (mail, schriftje, telefoontje, gesprek op school) en de frequentie. Voorheen waren we gewend aan vaste momenten voor gesprekken:  De ouders van kinderen uit groep 1/2 werden twee keer per jaar uitgenodigd voor een oudergesprek.  De kinderen van de groepen 3 t/m 8 ontvangen drie keer per jaar een rapport, daaraan gekoppeld werden de ouders in die periode uitgenodigd voor een gesprek. Door de invoering van Ouderbetrokkenheid 3.0, met de daarbij behorende gespreksarrangementen, zal deze vorm van oudergesprekken verdwijnen en vervangen worden door meerdere contactmomenten, gekozen door ouders. Handelingsprotocol De gemeente Utrecht hanteert een protocol voor de aanpak van kindermishandeling in de gemeente Utrecht. Dit protocol geeft richtlijnen voor scholen wat ze moeten doen bij een vermoeden van kindermishandeling en of huiselijk geweld. Het protocol is te vinden op: http://onderwijsutrecht.handelingsprotocol.nl/. O.b.s. Anne Frank is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

23

Onze school hanteert een wettelijk verplichte meldcode, deze is op school aanwezig.

4.3.

De ondersteuning van kinderen met specifieke onderwijsbehoeften

4.3.1. De ondersteuning binnen onze school Basisondersteuning bij ons op school (‘sterke basis’) Hoe wordt op de Anne Frankschool aan een sterke basis gewerkt: 1. Het neerzetten van een stevig pedagogisch klimaat. Activiteiten:  Bij ieder nieuw thema van Leefstijl wordt gestart met een gezamenlijke aftrap. Dit gebeurt in een werkvergadering, later in de week volgt een aftrap voor ouders en kinderen in de hal.  Er is een werkgroep “Pedagogisch klimaat”. De werkgroep presenteert jaarlijks een plan van aanpak om de kwaliteit van het pedagogisch klimaat te bewaken en te borgen.  Binnen het pedagogisch klimaat is er ook aandacht voor het democratisch burgerschap. 2. Alle groepsleerkrachten zijn in staat om een goed pedagogisch klimaat neer te zetten, een goed klassenmanagement te organiseren en een goede directe instructie te geven. Dit alles gericht op de onderwijsbehoeften van de groep. Activiteiten:  Jaarlijks krijgen alle leerkrachten een klassenbezoek. Hierbij wordt gekeken naar pedagogisch klimaat, klassenmanagement en directe instructie. De uitkomsten worden gekoppeld aan de gesprekscyclus en het Persoonlijk Ontwikkelings Plan van de individuele groepsleerkracht. OBS Anne Frank heeft leerkrachten, die een stevige basis kunnen neerzetten. Kennis van de leerlijnen is hierbij essentieel.  Leerkrachten zijn in staat om toetsen te analyseren, groepsplannen te maken, gericht op de onderwijsbehoeften kunnen leerkrachten deze omzetten in een dagplanning.  Leerkrachten zijn getraind in het geven van directe feedback op het handelen van de leerling. De school heeft de volgende expertise in huis om de basisondersteuning intern te ondersteunen:  Schoolopleider  IB-er / orthopedagoog.  VVE coördinator (kaleidoscopisch werken) Om de basisondersteuning in de toekomst nog sterker neer te zetten wordt de volgende expertise in huis gehaald.  Gedragsspecialist.  Taal- en rekenspecialist.  Meerbegaafdheidsspecialist. De school hanteert de volgende protocollen om zo sterk mogelijk basisondersteuning te bieden:  Dyslexieprotocol.  Protocol aannamebeleid (Is deze school passend of niet?)  Protocol overgang.  Protocol kindermishandeling.  Protocol medisch handelen. Dit schooljaar maakt de IB-er een protocol Dyscalculie. De werkwijze van de interne leerlingenzorg (zorgstructuur) staat beschreven in de map leerlingenzorg. De IB-er zorgt dat deze map jaarlijks geëvalueerd en geactualiseerd wordt. Daarnaast is zij er verantwoordelijk voor dat nieuwe leerkrachten bekend zijn met de inhoud van deze map.


24

Interne communicatie We kennen de volgende overleggen:  Twee á drie keer per jaar groepsbesprekingen. Iedere groepsleerkracht bespreekt twee keer per jaar zijn of haar groep met de IB-er.  Overdrachtsgesprekken. Aan het eind van het schooljaar wordt er een warme overdracht gedaan naar de volgende groep. Hierbij is de IB-er aanwezig.  Kinderen van de voorschool komen via de IB-er op de basisschool. Er is sprake van een warme overdracht.  Leerkrachten kunnen altijd een afspraak maken met de IB-er.  Op de bouwvergaderingen is ruimte voor intervisie.  Er wordt veel gebruik gemaakt van informele collegiale consultatie. Op de Anne Frank is de relatie tussen school en ouders erg belangrijk. Er is sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Zodra leerkrachten de hulp van de IB-er inroepen zijn ook de ouders ingelicht en betrokken bij het proces. Hierbij is de communicatie essentieel. Signalering Leerkrachten signaleren in de eerste plaats of een kind extra ondersteuning nodig heeft. Zij zijn verantwoordelijk voor het leerproces. Dit doen zij door het analyseren van de toetsen, observaties, kindgesprekken en/of leerlingenwerk. Naast de leerkrachten kunnen ook de ouders of de IB-er signaleren. Daarnaast kunnen ook externen, zoals de schoolarts of de logopedist signaleren. Ouders worden snel bij het proces betrokken. Ze zien elkaar als educatieve partners. Handelingsplan en OPP Leerlingen op de Anne Frank krijgen een handelingsplan, als ze buiten het groepsplan vallen. Dit kan doordat ze veel verder zijn dan de doelen in het groepsplan of dat ze nog niet toe zijn aan de doelen van het groepsplan. Het doel van het handelingsplan kan zijn, dat de leerling bij het groepsplan wordt getrokken of dat de leerling een eigen ontwikkelingsplan heeft. Is dit blijvend, dan krijgt het kind vanaf groep 5 een OPP. Een handelingsplan wordt iedere 6 weken geëvalueerd en bijgesteld of er worden nieuwe doelen geformuleerd. Deze evaluaties zijn te lezen in Parnassys. Het uitvoeren van de evaluaties is een aandachtspunt voor het team. Leerlingen, die het eindniveau van de basisschool niet halen krijgen een OPP. Hierin staat onder andere het verwachte uitstroomniveau. Dit wordt twee keer per jaar geëvalueerd. De vaardigheidsgroei kan niet langer dan een jaar vooruit voldoende betrouwbaar voorspeld worden. Bij het maken van een OPP is een extern onderzoek een verplicht onderdeel van het plan. Ook is een OPP een voorwaarde voor het aanvragen van externe ondersteuning van het samenwerkingsverband. Ouders worden bij iedere stap zorgvuldig betrokken. Elke evaluatie wordt met hun besproken. Zowel de IB-er als de leerkracht zijn bij deze gesprekken aanwezig.

4.3.2 Speciale ondersteuning binnen het Samenwerkingsverband Utrecht PO SPO Utrecht biedt zoveel mogelijk kinderen passend onderwijs op de basisschool in de buurt. Als de hulp van de school niet tot de gewenste resultaten leidt, dan kunnen school en ouders ondersteuning aanvragen bij het SWV Utrecht PO, bijvoorbeeld in de vorm van een arrangement.


25

Wanneer de school niet kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van een leerling, en ook een ondersteuningsarrangement niet voldoende effect heeft of niet mogelijk is, doen ouders en school samen een aanvraag voor een plaatsing in het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs. SPO-scholen werken samen met de Luc Stevensschool voor sbo en de SO Herderscheeschool en SO Fier. Een aanvraag voor toelating wordt gedaan bij de Toelatingscommissie van het SWV Utrecht PO. Meer informatie vindt u op de website van het SWV: www.swvutrechtpo.nl/ouders. 4.3.3 Medisch handelen Het kan voorkomen dat uw kind extra, medisch zorg nodig heeft. Als uw kind ziek wordt op school, is het uitgangspunt dat het kind naar huis moet. Dat gebeurt uiteraard altijd na overleg met ouders. Ook wanneer het toedienen van medicijnen daaraan voorafgaand nodig is, zal dat in overleg met ouders (of bij afwezigheid van de ouders in overleg met de huisarts) gebeuren. Als uw kind regelmatig, bijvoorbeeld dagelijks, medicijnen nodig heeft, overlegt u dat met de leerkracht en/of directeur. Onze medewerkers mogen uitwendig en oraal medicijnen toedienen, ouders blijven verantwoordelijk voor de aanwezigheid en opgave van dosering van de medicijnen. U legt dat samen vast, zodat er geen misverstanden kunnen bestaan. Als uw kind andere medische zorg nodig heeft, zoals injecties of bloedafname, dan kunnen en mogen wij deze zorg niet bieden. Uiteraard verlenen wij wel onze medewerking als u dat zelf, of anderen door u aangewezen, tijdens schooltijden bij ons op school komt doen. Meer informatie hierover staat beschreven in het Protocol medische handelingen op scholen SPO Utrecht, welke op school ter inzage ligt.

4.4

De overgang naar het voortgezet onderwijs

Om de overgang van uw kind van groep 8 naar het voortgezet onderwijs goed te laten verlopen, is in Utrecht de POVO (Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs) procedure ontwikkeld. Aan het begin van het schooljaar worden de ouders en leerlingen van groep 8 geïnformeerd over de POVO-procedure. Meer informatie vindt u op de website van de POVO-commissie: www.sterkvo.nl/povo. De leerkrachten van groep 6, 7 en 8 informeren u over het leerniveau en gedragsaspecten van uw kind en geven een voorlopig schooladvies. Dit advies wordt gegeven op grond van alle informatie en observaties die wij hebben verzameld in de tijd dat uw kind bij ons op school zit. De resultaten van uw kind uit het leerlingvolgsysteem van groep 6 t/m 8 zijn hierbij leidend. De meest belangrijke onderdelen zijn begrijpend lezen en rekenen. Daarnaast wordt ook gekeken naar de gedragsaspecten van uw kind: doorzettingsvermogen, nauwkeurigheid, tempo, houding ten aanzien van leren en sociale vaardigheden spelen hierbij een rol. Het gaat om wat uw kind maximaal aankan. Het advies van de leerkracht en de gegevens uit het leerlingvolgsysteem zijn bij toelating voor het voortgezet onderwijs doorslaggevend. Als het leerlingvolgsysteem niet eenduidig is en/of er twijfel bestaat over het meest geschikte startniveau kan de basisschool uw kind aanmelden voor aanvullend onderzoek naar het cognitief functioneren. De Cito eindtoets wordt vanaf schooljaar 2014-2015 alleen nog maar gebruikt als bevestiging van het basisschooladvies. Indien uw kind een hogere score op de Cito-eindtoets behaalt dan het geadviseerde onderwijsniveau dan zijn de resultaten in het leerlingvolgsysteem doorslaggevend. Uw kind zal niet enkel op basis van de hogere Cito-eindscore geplaatst worden op een hoger onderwijsniveau. Tussen de basisschool en de VO-school vindt altijd overleg plaats als het VO twijfelt over de toelaatbaarheid van uw kind. De ouders zijn eindverantwoordelijk voor de aanmelding van hun kind op een school voor voortgezet onderwijs, de school zal u daar zoveel mogelijk bij ondersteunen en adviseren.


26

4.9

Schorsing / verwijdering van leerlingen

Bij problemen die het leren en/of sociaal contact van kinderen belemmeren, nemen we altijd eerst contact op met de ouders. Hierbij proberen we met hen afspraken te maken ter voorkoming van ongewenst gedrag van kinderen. Meestal hebben afspraken hierover het gewenste resultaat. Het kan echter voorkomen dat het gedrag van een kind moeilijk te corrigeren is. In een enkel geval kan dit zelfs leiden tot een onveilige situatie voor volwassenen en/of kinderen. In eerste instantie volgt dan een waarschuwing. De directeur doet hiervan schriftelijk melding aan de ouders, met opgaaf van reden. Mocht vergelijkbaar gedrag van het kind zich hierna opnieuw voordoen dan kan de directeur besluiten tot een schorsing van maximaal drie dagen. De directeur neemt hierover contact op met de ouders van het kind en stelt deze mondeling op de hoogte. Verder bevestigt hij de schorsing schriftelijk met opgaaf van reden. De directeur stelt het bovenschools management dezelfde dag van de door hem genomen maatregel op de hoogte. Verder informeert de directeur de leerplichtambtenaar en inspectie hierover. Ontstaat er na de schorsing een situatie waarbij opnieuw sprake is van agressie/bedreiging naar kinderen en/of volwassenen dan kan de directeur het besluit nemen de leerling definitief van school te verwijderen. De directeur kan dit besluit alleen nemen nadat de ouders hierover zijn gehoord. De directeur informeert het bovenschools management, de leerplichtambtenaar en de inspectie over het genomen besluit.


27

5

Het schoolteam

5.1

De inzet van personeel

Op de Anne Frankschool hebben we een hecht team. Er wordt veel samengewerkt in het team en de goede samenwerking straalt uit in de sfeer van de school. We willen samen een school neerzetten waar goed onderwijs gegeven wordt. Daarvoor is het noodzakelijk dat wij elkaars kwaliteiten gebruiken en van elkaar leren. Samenwerking vindt ook plaats binnen de klassen. Bij een groot aantal klassen is er sprake van duo-partners. De twee leerkrachten die voor de klas staan, overleggen over de aanpak van het onderwijs en de kinderen en bundelen hun kennis en ervaringen. Binnen de bouw wordt ook overlegd over hoe we het onderwijs geven en organiseren, over kinderen en over te organiseren activiteiten. Op deze manier gebruik je de kennis van je collega’s. Tenslotte zijn er mensen met speciale taken buiten de klas, zoals de intern begeleiders leerlingenzorg en leerkrachten met specifieke kennis of opleidingen. Deze hebben regelmatig overleg met de leerkrachten van de kinderen waarmee ze werken, om het onderwijs op elkaar af te stemmen.

5.2

Vervanging

Als er iemand van het personeel ziek is, regelt de directeur vervanging. Als er geen vervangers bij het bestuur beschikbaar zijn, moeten we het intern oplossen. Mogelijkheden hierbij zijn o.a. kleine klassen samenvoegen zodat er een leerkracht vrij komt of de klas van de zieke leerkracht opdelen. Behalve door ziekte kunnen leerkrachten ook afwezig zijn door verlof, bijvoorbeeld voor verhuizen, een trouwerij, studie. Bij zowel ziekte als verlof zoekt de school naar de best mogelijke oplossing. We proberen zoveel mogelijk om vaste mensen voor de groep te hebben. Als er een invaller van buiten school voor de klas staat, wordt deze ingelicht door een leerkracht uit de bouw. Deze leerkracht kijkt tussendoor ook of er nog vragen zijn. Bovendien zijn er in elke groep klassenmappen aanwezig met de roosters.

5.3

Scholing van het team

Het team stelt hoge eisen aan zichzelf. Voortdurend zijn we bezig met vooruit kijken; wat willen we nog meer met ons onderwijs, wat kan beter. Elk jaar worden we als team of in groepjes geschoold in bepaalde vakgebieden, of in onderwijs in het algemeen. Scholing is nodig om bij te blijven met de nieuwste ontwikkelingen en de nieuwste kennis op onderwijsgebied. Het team en de directie kijken per jaar op welke vlakken scholing nodig is. De afgelopen twee jaar hebben twee collega’s een master afgerond. Komend schooljaar zal nog een derde collega afstuderen. De belangrijkste speerpunten voor het schooljaar 2015/2016 zijn:  Professionele cultuur  Zorgstructuur  Cito-opbrengsten  21st century skills / onderzoekend leren  Ouderbetrokkenheid 3.0  Pedagogisch klimaat  PR Gekoppeld aan deze onderwerpen organiseren wij studiedagen en trainingen voor het team. O.b.s. Anne Frank is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

28

5.4

Begeleiding en inzet van stagiaires van hogescholen

U zult bij ons regelmatig andere mensen in school zien rondlopen. Alle scholen van SPO Utrecht begeleiden stagiaires van de PABO/ALPO. Op de Anne Frankschool kunnen ook stagiaires van een ROC stage lopen. Op school is een opleidingsleerkracht die alle contacten onderhoudt met de betreffende opleidingen. Er wordt naar gestreefd dat iedere leerkracht een stagiaire in de klas heeft. We vinden het belangrijk om stageplekken beschikbaar te stellen, zodat studenten de kans krijgen om opgeleid te worden tot goede leerkracht. De begeleiding wordt gegeven door de leerkracht van de klas waar ze stage lopen. De leerkracht is te allen tijde eindverantwoordelijk en houdt een oogje in het zeil. Regelmatig bieden wij ook plaats aan LIO-stagiaires (Leerkracht in Opleiding). Een LIO-stagiaire heeft dezelfde positie als een vaste leerkracht. Dit betekent dat zij de klas gedurende een langere periode helemaal over zullen nemen. Als u vragen heeft over stagiaires kunt u terecht bij de leerkracht van uw kind of de opleidingsleerkracht, Michaëla Grol. Een stagiaire wordt door ons gezien als collega. Dat betekent dat wij van ouders en kinderen verwachten dat zij de autoriteit van een stagiaire accepteren.


29

6

De ouders

6.1

De school en de ouders werken samen

Het is in het belang van uw kind dat ouders en school goed contact met elkaar hebben. Dit geldt uiteraard voor de prestaties die uw kind levert, maar ook voor andere zaken. Als er thuis dingen gebeurd zijn (bijv. een broertje of zusje geboren, een sterfgeval in de familie, …) kan dit gevolgen hebben voor het gedrag dat uw kind in de klas of op school laat zien. Daarom is het belangrijk dat wij op de hoogte zijn van dergelijke zaken. Ook omgekeerd is het belangrijk dat wij u als ouder op de hoogte stellen als er bijzondere dingen in de klas of op school gebeurd zijn. U kunt altijd een afspraak maken met de groepsleerkracht of een lid van de directie als u vragen heeft over het onderwijs aan uw kind. Opvoeden is een taak voor ouders en school. Wij vinden een goede samenwerking tussen ouders en school daarom ontzettend belangrijk. We informeren u niet alleen over alle belangrijke gebeurtenissen op school, maar ook over het wel en wee van uw kind. Wij van onze kant stellen het op prijs als u ons van belangrijke gebeurtenissen op de hoogte houdt. Voor ons is het vaak moeilijk om te achterhalen wat er leeft onder de ouders; de gesprekken vinden meestal plaats in de buurt of op het schoolplein. Stap gerust binnen met uw twijfels, klachten of complimenten! In een open sfeer kunnen we elkaar tegemoet komen en misverstanden uit de wereld helpen. De leerkracht is hierbij het eerste aanspreekpunt. Kunt u samen met de leerkracht geen oplossing vinden voor een probleem, dan kunt u terecht bij de bouwcoördinator of de directeur. Uitgangspunt hierbij is de dialoog. We willen als school de ouders betrekken bij het onderwijs. Dat kan op verschillende manieren. Belangrijk is dat de communicatie met de ouders steeds beter wordt. Hiertoe zijn we vorig schooljaar onder begeleiding van het CPS aan de slag gaan met Ouderbetrokkenheid 3.0. Dit heeft geresulteerd in de volgende visie: “School en ouders werken in vertrouwen samen aan de totale ontwikkeling van het kind. Hierbij is het van belang dat er sprake is van een open, duidelijke communicatie. Dit vereist een klimaat waarin beide partijen zich geborgen en verbonden voelen. School en ouders houden elkaar op de hoogte vanuit hun eigen deskundigheid en verantwoordelijkheid.” Ouderbetrokkenheid 3.0 Ouderbetrokkenheid is een gelijkwaardige samenwerking tussen school en ouders waarin school en ouders vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid werken aan de ontwikkeling van het kind. Ouderbetrokkenheid beoogt slechts 1 doel: een betere wereld voor het kind, de ouders en de school. Ouderbetrokkenheid 3.0 is een ideale samenwerking tussen school en ouders. Het helpt tevens de goede dingen efficiënt te doen. Dat levert behalve tijd vooral ook energie op voor leraren en ouders. Tijd en energie die weer kan worden gestoken in goed onderwijs voor kinderen! Wanneer elke leraar en ouder deze manier consequent omzet in doen, dan begrijpen leraren en ouders elkaar, helpen elkaar, vullen elkaar aan, motiveren elkaar en inspireren elkaar. Steeds in het belang van de leerling! Ouderbetrokkenheid 3.0 krijgt in de praktijk vorm door vier basis ingrediënten die dit schooljaar van start gaan. 1) Het startgesprek: Doel: contact en verbondenheid creëren tussen school en ouders vanaf het begin. Een individueel startgesprek tussen de ouders, de leerling en de school zorgt voor een goed begin. Tijdens het startgesprek wordt vanuit alle partijen de ontwikkeling van het kind besproken. Daarbij worden tevens verwachtingen over O.b.s. Anne Frank is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

30

en weer over het komende schooljaar met elkaar afgestemd. De ouders worden tijdens dit gesprek uitgenodigd voor de nieuwjaarsreceptie. Ook worden er afspraken gemaakt tussen ouder en leerkracht over de contactmomenten (met behulp van het formulier gespreksarrangement). 2) Het gespreksarrangement: Doel: efficiënt en op maat werken uitgaande van de behoefte van het kind . Dit vraagt om het loslaten van bestaande vormen van contact (vaak wordt dit nu bepaald door het jaarrooster van de school). Samen met de ouders maken de leerkrachten individuele contactafspraken die passen bij de individuele behoeften van ieder kind. Het gespreksarrangement wordt tussen ouder en leerkracht tijdens het startgesprek afgesproken. 3) De nieuwjaarsreceptie: Doel: In het belang van de kinderen leren ouders elkaar kennen en elkaars kinderen. Het contact tussen ouders onderling en ouders en kinderen is van essentieel belang. Wanneer ouders elkaar kennen ontstaat meer begrip voor elkaar en elkaars kinderen. Een ongedwongen samenzijn voor ouders en leerlingen kan hierbij helpen. Vandaar de nieuwjaarsreceptie aan het begin van het nieuwe schooljaar. 4) Ouders als Buddy’s: Doel: alle ouders in staat stellen ouderbetrokkenheid te tonen. Om alle ouders te betrekken is het nodig om een klimaat te scheppen waarin ouders zich verantwoordelijk voelen voor elkaar. Het doel van de buddy’s is dan ook dat ouders binnen een groep elkaar gaan helpen. Bijvoorbeeld met de taal tijdens gesprekken of uitleg van brieven of uitleg. Tijdens het startgesprek wordt aan alle ouders gevraagd of zij buddy willen zijn dan wel een buddy nodig hebben. Tijdens de nieuwjaarsreceptie kunnen de ouders elkaar opzoeken om buddy’s van elkaar te worden.

6.2

Informatie aan de ouders over de school

Er zijn verschillende manieren waarop wij de ouders informeren over wat er op school allemaal gebeurt. Een gedeelte van de informatie ontvangt u in gesprekken op school. Een ander deel van de informatie ontvangt u schriftelijk. Er zijn voor verschillende klassen specifieke ouderbijeenkomsten:  informatieavond van groep 7 en 8: u krijgt uitgebreide voorlichting over de POVOprocedure (Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs). Deze procedure bevat de stappen die de kinderen nemen tot een definitieve schoolkeuze is bepaald.  ‘Over Stap’ groep 3: ‘Over Stap’ is een project waarmee uw kind geholpen wordt met het leren lezen. Het geeft u handreikingen hoe u met uw kind thuis kunt werken. Op deze bijeenkomst wordt uitgelegd hoe het project werkt en hoe u met uw kind aan het werk kunt.  Kaleidoscoop: Hiervoor is een informatieavond gepland voor de ouders van groep 1 en 2. Daarin wordt verteld hoe de kleuters leren en hoe het mondeling taalgebruik bevorderd wordt. Voor alle bijeenkomsten krijgt u een schriftelijke uitnodiging via uw kind. Ouderlokaal In ons schoolgebouw hebben we een ouderlokaal. In samenspraak met de regiegroep Ouderbetrokkenheid is afgesproken dat één keer per maand een formele bijeenkomst en één keer per maand een informele bijeenkomst georganiseerd wordt. Deze bijeenkomsten staan in de schoolkalender ingepland. Voor de inhoud van de bijeenkomsten verwijzen we naar de kalender. Het doel van de informele bijeenkomsten is dat ouders elkaar op ongedwongen manier ontmoeten. Tijdens deze momenten kunnen allerlei onderwerpen besproken worden, ervaringen uitgewisseld worden; in elk geval kunnen ouders samen gezellig een kopje koffie of thee drinken! O.b.s. Anne Frank is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

31

Schriftelijk informatie Allereerst is er deze schoolgids met algemene informatie over het onderwijs, uitgangspunten, visie en zorg. De schoolgids wordt eenmaal per jaar uitgegeven en wordt geschreven door de directie in samenwerking met het team. Deze schoolgids is via internet te downloaden. Eén keer per jaar verschijnt ook de schoolkalender. Hierin vindt u informatie over lestijden, vakanties, vrije dagen, leerkrachten en dergelijke. De schoolkalender wordt ook gebruikt om alle activiteiten van het schooljaar bij elkaar te zetten. Hierdoor heeft u elke maand een duidelijk overzicht van bijzondere gebeurtenissen. Eén keer per maand geven we het Anne Frank-nieuws per e-mail uit. In dit maandbericht staan recente berichten over activiteiten die ondernomen zijn en aankondigingen over activiteiten die nog moeten komen. Ook staan er berichten in vanuit de directie en vanuit de medezeggenschapsraad. In de schoolkrant schrijven de kinderen over wat ze bezig houdt, over wat ze op school en in hun vrije tijd allemaal gedaan hebben. Een krant voor en door kinderen! Alle kinderen van de school krijgen twee keer per jaar een schoolkrant (kerst en zomer). We proberen zoveel mogelijk schriftelijke informatie via de mail naar de ouders te sturen. Door minder brieven te kopiëren, sparen we het milieu en houden we de kosten lager. Als u nog geen mailadres hebt doorgegeven of als u een nieuw mailadres krijgt, vragen wij u dit door te geven aan de receptie. We hebben als school een eigen website: www.anne-frankschool.nl Hierop kunt u allerlei informatie over onze school terugvinden. Bovendien zijn wij als school ook op Facebook te vinden; op deze pagina vindt u actuele informatie en foto’s van activiteiten.

6.3

Informatie en overleg over uw kind

Er zijn diverse momenten op school waarin de vorderingen en de ontwikkeling van uw kind besproken worden. Aan het begin van het schooljaar zijn er voor alle groepen startgesprekken. In deze gesprekken maken ouder en leerkracht kennis met elkaar en kunnen ze bijzonderheden over het kind uitwisselen. In november en maart zijn er rapportbesprekingen. De leerkracht bespreekt met u hoe de ontwikkeling van uw kind tot dan toe verloopt. Aan de hand van de laatste toetsresultaten worden de vorderingen van uw kind besproken. In het rapportgesprek worden naast de leerresultaten van de kinderen ook de werkhouding en het gedrag van het kind besproken. Ouders spreken in het startgesprek met de leerkracht af op welke manier zij hierover met de leerkracht contact willen hebben. Voor de ouders van groep 7-leerlingen is er aan het eind van het schooljaar een voorlopig adviesgesprek na de uitslag van de CITO Entreetoets over de mogelijke keuze voor het voortgezet onderwijs. Voor de ouders van groep 8-leerlingen zijn er meerdere gesprekken over de keuze van het vervolgonderwijs en een definitief adviesgesprek. Als er bijzonderheden zijn op school zal de leerkracht u vragen om daar op school over te praten. In deze tussendoor- gesprekken zal de leerkracht samen met de ouders naar oplossingen zoeken. Soms houdt dit in dat u uw kind zult gaan helpen met schoolwerk, soms is het zo dat ouders en school één lijn afspreken over de aanpak van een kind. In elke situatie wordt gezocht naar de beste oplossing.


32

6.4

Inspraak: meedoen op school

Medezeggenschapsraad Op de Anne Frankschool is een Medezeggenschapsraad (MR) actief. De Medezeggenschapsraad heeft adviesrecht en/of beslissingsrecht over organisatorische beslissingen, beleidsplannen, etc. Met andere woorden: "Zij helpen mee het onderwijs vorm te geven op een manier die school en ouders kunnen onderschrijven." Het woord zegt het al: vertegenwoordiging van de ouders. Dit betekent dat deze mensen namens alle ouders in de MR zitting hebben. Vanzelfsprekend kunt u altijd bij deze mensen terecht met uw vragen en opmerkingen. Feedback is van harte welkom! In hoofdstuk 10 staan de namen van de leden van de MR vermeld. Klassenouders Dit zijn ouders die de leerkracht helpen gedurende het schooljaar met verschillende activiteiten. Deze klassenouders vertegenwoordigen samen de ouderraad. Zij komen één keer in de maand bij elkaar om te vergaderen over verschillende onderwerpen. De klassenouder kan op haar beurt weer de hulp inroepen van andere ouders die wel eens mee willen helpen op school. Als u met regelmaat of af en toe eens wilt helpen, kunt u dat aan de klassenouder laten weten.

6.5

Ouderactiviteiten

Op de Anne Frankschool is uw hulp van harte welkom. Dit kan zijn:  in de groep van uw kind (leesouder, knutselouder, meegaan met uitstapjes enz.) U kunt bij de leerkracht van uw kind aangeven dat u graag in de groep wilt helpen. Samen kan er dan gezocht worden naar een geschikte activiteit waarbij de leerkracht zal uitleggen wat de bedoeling is. Als er ouders nodig zijn om te begeleiden bij uitstapjes, laat de leerkracht dit mondeling of schriftelijk weten.  activiteiten in groep 1 en 2 (koken, timmeren, enz.) U kunt zich aanmelden bij de leerkrachten van de kleuterbouw. Uw naam komt op het overzichtsbord in de gang te hangen waarop alle activiteiten en alle data staan. U kunt zelf op dit bord kijken waar nog ouders voor gezocht worden en wat u graag zou willen doen.  als zwemouder (groep 4) Aan het begin van het jaar zal er een oproep komen aan de ouders om zich op te geven als zwemouder. In deze brief zal verder worden uitgelegd bij wie u zich kunt opgeven en wie zal vertellen wat de bedoeling is.  de sportdag (Koningsspelen) Voor de sportdag hebben we elk jaar veel hulp van ouders nodig. U krijgt een oproep d.m.v. een opgavestrook en in een bijeenkomst wordt verteld wat de bedoeling is.  inloop-koffie-ochtend In de groepen 1/2 is elke week een inloopochtend van 8.30 tot 9.00 uur. In de andere groepen is het 4x per jaar; u wordt door middel van een brief uitgenodigd. Het zijn verschillende dagen zodat u, ook als u meerdere kinderen heeft, de mogelijkheid krijgt om bij allemaal te kijken. O.b.s. Anne Frank is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

33

Bij alle activiteiten is het belangrijk u zich te realiseren dat u aanwezig bent voor álle kinderen uit de groep.

6.6

Vrijwillige ouderbijdrage

Voor elk kind wordt een financiële bijdrage gevraagd. De bijdrage wordt gebruikt om allerlei activiteiten te bekostigen waar we geen vergoeding voor krijgen van het ministerie. Het betreft de kosten voor bijv. een afscheidscadeautje voor de leerlingen van groep 8 als ze van school gaan, een excursie, een sinterklaas- of kerstfeest en de presentjes die daarbij horen, de organisatie van ouderavonden, sportdagen en Koningsdag, bezoek aan het Vogelnest, schooltuinen enzovoort. Ligt de datum van plaatsing van uw kind ná een van deze activiteiten, dan wordt er een korting gegeven op het te betalen bedrag. De hoogte van deze vrijwillige ouderbijdrage wordt ieder jaar met instemming van de medezeggenschapsraad vastgesteld. De ouderbijdrage is vrijwillig en de school is wettelijk verplicht een overeenkomst te sluiten met de ouders over deze bijdrage. Deze overeenkomst vindt u achter in deze schoolgids. Wij verzoeken u de overeenkomst te ondertekenen en op school in te leveren. Uiteraard hopen wij dat u de vrijwillige bijdrage wilt betalen, zodat de school extra voorzieningen en activiteiten kan realiseren en uw kind aan de extra activiteiten die de school organiseert kan meedoen. Bent u in het bezit van een U-pas, dan hoeft u geen ouderbijdrage te betalen. Wilt u wel de U-pas ieder jaar bij ons komen laten registeren, zodat wij de ouderbijdrage van uw kind(eren) kunnen declareren bij de gemeente. De ouderbijdrage is € 25,- per jaar, alle broertjes en zusjes betalen € 20,- per jaar. Wij verzoeken u het bedrag voor de herfstvakantie te betalen. Voor de schoolreis vragen wij u om het bedrag apart te betalen. De bijdrage aan de schoolreis is € 20,- per kind, voor het schoolkamp wordt een bijdrage van €70,- gevraagd. Dit bedrag kunt u contant op school betalen of storten op: rekeningnummer NL29RABO 015.46.92.417 t.n.v. OBS Anne Frank Utrecht Kinderen waarvoor niet betaald is, kunnen helaas niet mee op schoolreis. Zijn er problemen met betalen, neem dan even contact op met de administratie of de directeur.

6.7

Schoolverzekering

Onze school heeft de volgende verzekeringen die voor u en uw kinderen van belang zijn: - een ongevallenverzekering die de financiële gevolgen dekt na een ongeval in school. - een reisverzekering voor alle activiteiten die de school organiseert buiten het schoolgebouw. Bij schoolreizen en andere uitstapjes komt het soms voor dat ouders groepjes kinderen met de eigen auto vervoeren. Van belang is dat u dan een inzittendenverzekering heeft afgesloten. Het is voor de school namelijk niet mogelijk dat voor de ouders te doen. In voorkomende gevallen zullen wij u daarom altijd vragen of u een inzittendenverzekering heeft. De kinderen zijn niet verzekerd via een zgn. WA-verzekering. Deze kan alleen door ouders worden afgesloten. Schade die een leerling toebrengt aan derden is niet op de school te verhalen. De ouders zullen hiervoor aansprakelijk gesteld worden, zij zijn 'risicodragend'. Het is dan ook raadzaam dat iedere ouder voor zijn/haar kind een WA-verzekering afsluit. Voor nadere informatie kunt u terecht bij de directeur van de school. Ons terrein is openbaar, fietsen die op het plein staan moeten op slot!


34

6.8

Foto- en video opname

Kinderen kunnen op school voor intern gebruik gefotografeerd of gefilmd worden. Dat kan bijvoorbeeld voor de website of voor de schoolkrant zijn. Ook worden er jaarlijks groepsfoto’s gemaakt. Als u bezwaar heeft tegen fotografie of film, dan kunt u dat melden op het SOS-formulier. Mocht onverhoopt toch een keer een foto van uw kind op bijv. Facebook komen te staan, dan kunt u dit aangeven bij de leerkracht van uw kind en wordt de foto verwijderd. Wanneer derden willen filmen of foto’s willen maken voor gebruik buiten school, wordt er altijd vooraf toestemming aan de betreffende ouders gevraagd.

6.9

Klachtenprocedure

6.9.1 Als er iets niet goed gaat Het spreekt vanzelf dat de school er alles aan doet om alles zo goed mogelijk te laten verlopen. Toch kan het zijn dat u problemen ontmoet. Ouders hebben recht op een serieuze behandeling van problemen. Als u een vraag heeft kunt u altijd bij de groepsleerkracht of bij de directeur terecht. De leerkracht is op de Anne Frankschool het eerste aanspreekpunt. Wij gaan er altijd vanuit dat de dialoog leidt tot een oplossing. Als u van mening bent dat uw probleem onvoldoende is behandeld of niet is opgelost, kunt u gebruik maken van de klachtenregeling. 6.9.2 Klachtenprocedure SPO Utrecht hanteert een klachtenprocedure. Deze ligt op school voor alle betrokkenen ter inzage. Klachtcontactpersoon Op onze school is een klachtcontactpersoon aanwezig die de klager kan adviseren op welke wijze er het best met de klacht kan worden omgegaan. Het kan zijn dat de contactpersoon verwijst naar de vertrouwenspersoon of rechtstreeks naar de klachtencommissie. Contactpersoon voor onze school is Marijn Macco. Klachtenprocedure schoolbestuur Een klacht over iemand die betrokken is bij de school kan ook worden ingediend bij het bestuur of bij een Landelijke Klachtencommissie. Een klacht kan bij het bestuur worden ingediend ([email protected]). U kunt uiteraard ook eerst telefonisch contact met ons bestuur opnemen (030-2652640). Ons schoolbestuur is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. De Commissie onderzoekt de ingediende klacht en brengt advies uit aan het bevoegd gezag over de gegrondheid van de klacht. De Commissie kan in haar advies een aanbeveling doen over de door het bevoegd gezag te nemen maatregelen. Op de website www.onderwijsgeschillen.nl/klachten vindt u meer informatie over onder meer de relevante regelgeving, de te doorlopen procedure bij de behandeling van klachten en de samenstelling van de Commissie. Vertrouwenspersoon Het schoolbestuur heeft een externe vertrouwenspersoon voor ouders en voor personeel benoemd. Voor ouders is dat mevrouw Anneke de Klerk. Zij is bereikbaar per mail ([email protected]) of telefonisch (06-53441601). Indien u prijs stelt op een mannelijke vertrouwenspersoon, kunt u dat bij haar kenbaar maken. De vertrouwenspersoon functioneert als aanspreekpunt bij klachten en gaat onder andere na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt.


35

7

Kwaliteitszorg in het primair onderwijs

7.1

Kwaliteitszorg binnen de SPO Utrecht

Onze school werkt systematisch aan kwaliteitszorg. Onder kwaliteitszorg verstaan we: activiteiten die erop gericht zijn de kwaliteit van het onderwijs te bepalen, te bewaken, te borgen en te verbeteren. Met andere woorden: wat vinden wij goed onderwijs, welke doelen stellen we, hoe zorgen we ervoor dat we kwaliteit leveren, en door de jaren heen vasthouden? Onze school werkt aan ontwikkeling en vernieuwing van het onderwijs en zorgt dat zaken die goed gaan ook goed vastgelegd worden. De school maakt een jaarplan en een meerjarenplan wat twee keer per jaar geëvalueerd wordt in de teamvergaderingen en in de MR. Korte terugblik schooljaar 2014-2015 Vorig schooljaar is een start gemaakt met de werkgroepen: pedagogisch klimaat, ouderbetrokkenheid, PR en 21st century skills. Alle leerkrachten hebben zitting genomen in een werkgroep. Deze werkgroepen waren verantwoordelijk voor een deel van het realiseren van het jaarplan. De voorzitters stemden af en de voortgang was een onderdeel van de teamvergadering en het MT-plus overleg. Deze manier van werken is goed bevallen en wordt komend schooljaar voortgezet. Het team heeft zich georiënteerd op de 21st century skills en een bijbehorende methode. Volgend schooljaar wordt daar een keuze in gemaakt. Voor rekenen is de methode Rekenrijk nieuwe versie aangeschaft. De werkgroep PR heeft zich ingezet voor het vergroten van de naamsbekendheid van de Anne Frankschool. Dit heeft geresulteerd in een lichte stijging van het aantal leerlingen. De verwachting is, dat de school volgend jaar verder zal groeien. De school heeft inmiddels meerdere specialisten in huis. Afgelopen jaar hebben twee leerkrachten hun masterstudie afgerond; een derde leerkracht rondt de studie volgend jaar af. Speerpunten 2014-2015:  Het pedagogisch klimaat: Leefstijl is beter zichtbaar geweest in de school. Bij elk thema werden de ouders ’s ochtends in de hal op de hoogte gebracht van het nieuwe thema. De lessen Leefstijl vonden wekelijks plaats. Kinderen krijgen steeds meer verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces en ontwikkeling. Ouders worden betrokken bij de inhoud van het pedagogisch klimaat; o.a. via de regiegroep Ouderbetrokkenheid 3.0, maar ook via inloopochtenden. De directie heeft groepsbezoeken afgelegd, gericht op het pedagogisch klimaat.  De basisondersteuning: deze is gericht op verbeteren van het pedagogisch klimaat, klassenmanagement en gelaagde instructie. De schoolopleider heeft verschillende groepsleerkrachten geobserveerd en een verbeterplan gemaakt. Hierbij is gebruik gemaakt van video-interactie training voor leerkrachten.  De opbrengsten begrijpend lezen en woordenschat: De school wil voldoen aan de inspectienorm. Dit doen wij door twee keer per jaar groepsplannen te maken naar aanleiding van de opbrengsten, om kinderen op maat te kunnen bedienen. We hebben een studiedag woordenschatdidactiek gevolgd. In elke groep wordt per dag 15 minuten stil gelezen en worden woordclusters aangeboden.  De structuur van de zorg: Dit jaar is mede met inzet van een interim IB-er een plan van aanpak gemaakt m.b.t. de zorg. Dit moet volgend schooljaar resulteren in een nieuwe zorgmap.  Ouderbetrokkenheid 3.0: In samenwerking met het CPS hebben we de eerste fase van het plan Ouderbetrokkenheid 3.0 doorlopen. We hebben een studiedag georganiseerd voor ouders én teamleden, waarin we een eerste stap gezet hebben naar het formuleren van een gezamenlijke visie. Er is een regiegroep met ouders en teamleden geformeerd; verschillende inloopochtenden met een pedagogisch thema zijn in het ouderlokaal georganiseerd. O.b.s. Anne Frank is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

36

Vooruitblik schooljaar 2015-2016 Het komende schooljaar wordt verder met de vier werkgroepen gewerkt (pedagogisch klimaat, ouderbetrokkenheid, PR en 21st century skills). Alle leerkrachten hebben zitting in één werkgroep. Deze werkgroepen zijn verantwoordelijk voor een deel van het realiseren van het jaarplan. De voorzitters stemmen steeds af en de voortgang is steeds een onderdeel van de teamvergadering en het MT-overleg. Voor het komende schooljaar zijn de volgende speerpunten van belang:  Missie / visie: twee keer per jaar herijken we onze missie en visie.  Het pedagogisch klimaat verbeteren en verder implementeren. Hierbij wordt de werkgroep Pedagogisch klimaat, maar ook de regiegroep ouderbetrokkenheid nauw bij betrokken.  De kwaliteit van de basisondersteuning verhogen. De schoolopleider zal doorgaan met het afleggen van klassenbezoeken. De observaties zullen specifiek gericht zijn op klassenmanagement, pedagogisch klimaat en directe instructie.  De gedragsopbrengsten worden gevolgd m.b.v. de methode ZIEN in Parnassys. Op basis van deze resultaten maken de leerkrachten groepsplannen met betrekking tot gedrag en werkhouding.  De Cito-opbrengsten van taal en rekenen verbeteren. Hiertoe gaan we werken met LOGO 3000, waarbij ouders betrokken worden d.m.v. bijeenkomsten. Voor rekenen wordt een nieuwe rekenmethode ingevoerd, versie 3 van Rekenrijk.  De structuur van de zorg eenduidig implementeren. De IB-er wordt komend schooljaar extra gefaciliteerd om een zorgmap vorm te geven waarbij procedures, communicatielijnen en verantwoordelijkheden helder beschreven staan.  De ouderbetrokkenheid verder verhogen (van informeren naar samenwerken). Het tweede jaar van het CPS-traject wordt ingezet. We gaan werken met gespreksarrangementen, beginnend met een startgesprek. Het doel hiervan is verbondenheid en vertrouwen creëren tussen ouders en school. Andere onderdelen van ouderbetrokkenheid 3.0 zijn een Nieuwjaarsreceptie en het werken met een buddysysteem met ouders.  Samenwerking aangaan met ouders in het teken van een positieve ontwikkeling van het kind (leren en gedrag).  Vormgeven van 21 eeuwse vaardigheden. Om de vaardigheden meer vorm te geven binnen de Anne Frankschool, zal in de komende twee schooljaren (2015/2016 en 2016/2017) stapsgewijs aan de invoering van de skills gewerkt worden. Schooljaar 2014/2015 is een aftasting van het nieuwe onderwijs geweest, waarbij we kunnen concluderen dat de methodes voor de zaakvakken niet aan de vaardigheden voldoen. Een nieuwe (geïntegreerde) methodes zal in het schooljaar 2015/2016 worden aangeschaft. Het onderzoek hiervoor is in volle gang. Naast de nieuwe methode(s) zal in schooljaar 2015/2016 de focus komen te liggen op de eerste drie vaardigheden: samenwerken, kennisconstructie en probleemoplossend denken. Het samenwerken zal verder uitgediept worden middels de coöperatieve werkvormen, het werken met de meervoudige intelligentie principes en uiteraard ook het Kaleidoscopisch werken. Binnen de school en het klaslokaal zullen de werkproducten hiervan meer zichtbaar worden. In het daarop volgend schooljaar zullen de andere vaardigheden aan bod komen, waarbij de focus gaat liggen op de integratie van ICT. Dit laatste wordt middels computers, het werken met het digitaal schoolbord en bijvoorbeeld de Facebook site van de Anne Frankschool vormgegeven, maar zal meer toegespitst worden als middel om de leerlingen op een rijke manier te laten leren. De rol van de leerkracht zal veranderen en verder gaan dan het overdragen van kennis alleen. Daarom zal de komende jaren ook geïnvesteerd worden in de scholing van de leerkrachten, zodat zij hun vaardigheden verder kunnen ontwikkelen om de leerlingen die ‘skills’ mee te geven die zij nodig zullen hebben in de 21e eeuw.  Pedagogisch klimaat. Dit schooljaar worden 3 basiswaarden gekozen door het team. Dit doen we door middel van een workshop waarbij de basiswaarden en gedragsverwachtingen aan bod komen. Deze basiswaarden en gedragsverwachtingen worden halfjaarlijks geëvalueerd. Hierbij hoort ook een studiedag professionele cultuur, waarbij elkaar feedback geven aan de orde komt.  Stijging leerlingaantal. We zijn een school waar ouders zich welkom voelen en tevreden zijn over ons onderwijs. We zijn een school met veel culturen. We willen een school zijn die de maatschappij vertegenwoordigt.  We willen de bekendheid van onze school vergroten door de nadruk te leggen op de kleinschaligheid en de warmte van de school. Dit doen we door verschillende activiteiten. We willen vaker de (lokale) media benaderen. O.b.s. Anne Frank is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

37

  

7.2

Op school gaan we aan de slag met een duidelijke communicatie naar ouders. Ouders worden benaderd per mail. We werken met een eenduidige huisstijl. Dit schooljaar wordt een nieuw rapport vormgegeven. Gespreksarrangementen van de leerkrachten: De gesprekkencyclus vanuit het bestuur wordt gevolgd. De verslagen van de gesprekken worden vastgelegd in een bekwaamheidsdossier. Wij verwachten van leerkrachten van de Anne Frankschool dat zij zich blijven professionaliseren.

De resultaten van het onderwijs

Wij volgen de ontwikkeling van de leerlingen nauwgezet en houden de gegevens van resultaten bij in een leerlingvolgsysteem. We gebruiken hiervoor het systeem met de naam Parnassys. De leerlingen worden regelmatig getoetst met de zogenaamde methodegebonden toetsen. Daarnaast gebruiken we halfjaarlijks op het gebied van bijvoorbeeld rekenen/wiskunde, lezen en spelling, landelijk genormeerde toetsen van het Cito. Deze toetsen worden afgenomen volgens een planning die is vastgelegd in een toetskalender met bijbehorend toetsprotocol. Deze gegevens worden vastgelegd in het computerprogramma van de Cito. Dit Cito-LVS is automatisch gekoppeld aan het programma Parnassys, zodat alle leerlinggegevens in één programma terug te vinden zijn. Op basis van de gegevens uit de toetsen worden zo nodig de groepsplannen (het leerstofaanbod van de groepen, kleine groepjes of individuele leerlingen) op- of bijgesteld. Onze school richt zich op het behalen van goede resultaten. Daarom volgen we de ontwikkeling en de resultaten van de kinderen op de voet. Resultaten van kinderen zijn niet altijd makkelijk te meten. Het resultaat van ons onderwijs is meer dan de toetsresultaten voor de leervakken. Het gaat om de totale ontwikkeling van de leerling, dus ook om sociale vaardigheden en het gedrag, creativiteit, de werkhouding, zelfvertrouwen en zelfstandigheid. Dat zijn immers net zo belangrijke zaken, maar wat lastiger te meten. We gebruiken hiervoor een speciale module in ons leerlingvolgsysteem; ZIEN. Van zowel de leer- als gedragsopbrengsten worden overzichten gemaakt. Deze worden op groeps- en schoolniveau geanalyseerd. Op basis van de analyses worden groepsplannen gemaakt, met doelstellingen voor een bepaalde periode. Deze worden na de looptijd van het uitgevoerde groepsplan geëvalueerd en worden nieuwe doelen gesteld. De Anne Frankschool streeft naar een schooladvies op maat. Het advies moet passen bij de leer- en gedragsopbrengsten, met de focus op toekomstig succes in het voortgezet onderwijs. De advisering start in groep 6 om zo een realistisch zelfbeeld te creëren bij kinderen. Voor ouders geeft de vroegtijdige advisering een goed beeld van het ‘willen’ en ‘kunnen’ van hun kind. Hieronder ziet u een overzicht van de resultaten op de Cito eindtoets van de laatste vier jaar. In de beoordeling is rekening gehouden met specifieke schoolkenmerken (de leerlingpopulatie). Vanaf 2012 geldt een nieuwe manier om de resultaten van de eindtoets te beoordelen. De scores van de jaren tot en met 2011 zijn daarom niet zonder meer te vergelijken met de scores vanaf 2012.


38

Schooljaar

Schoolscore

Beoordeling Landelijk volgens de norm gemiddelde van de Inspectie van het Onderwijs 2011-2012 535,5 voldoende 535,2 2012-2013 534,4 voldoende 534,7 2013-2014 529,8 voldoende 531,7 Toelichting: 2014-2015 528,4 onvoldoende 532 De totaalscore in 2014-2015 is onvoldoende. Toch is het schooladvies voor alle kinderen op maat geweest; alle kinderen zijn doorgestroomd naar het niveau waarop ze geadviseerd zijn. Wij voorzien dat de score voor volgend jaar weer voldoende zal zijn. De uitstroom naar het voortgezet onderwijs schooltype v.s.o./LWOO-zorg Vmbo-k, vmbo-b, LWOO Vmbo-t Havo Vwo

2012-2013 54%

2013-2014 5% 35%

2014-2015 68%

10% 22% 4%

35% 15% 10%

13% 13% 6%

Tussentijdse resultaten Om een goed beeld te krijgen van de tussentijdse resultaten op de verschillende vakgebieden, zoals taal, rekenen/wiskunde en lezen, worden in alle leerjaren toetsen van het CITO (CITO volgsysteem primair onderwijs) afgenomen. Hieronder staat een overzicht van de resultaten van een deel van deze toetsen. Het betreft de toetsen die de Inspectie (jaarlijks) van iedere school betrekt in de eerste beoordeling of de basiskwaliteit van het onderwijs voldoende is. Het zijn de volgende toetsen die informatie geven op belangrijke momenten in de schoolloopbaan van de leerlingen:  in de groepen drie en vier dienen de leerlingen op een zodanig niveau technisch te leren lezen dat zij met succes kunnen meedoen aan alle andere onderdelen van het onderwijs;  in groep 4 staan de basisvaardigheden in het rekenonderwijs centraal.  in groep 6 wordt de overstap gemaakt naar complexere, wiskundige vraagstukken.  verder moet in groep 6 het niveau van begrijpend lezen voldoende hoog zijn met het oog op het onderwijs in de zaakvakken.

schooljaar Technisch lezen groep 3 Technisch lezen groep 4 Rekenen en wiskunde groep 4 Rekenen en wiskunde groep 6 Begrijpend lezen groep 6

Middentoets (januari 2015) schoolscore inspectienorm 23 21

Eindtoets (juni 2015) schoolscore inspectienorm 35 33

59

48

67

56

148

151

176

169

77

79

84

84

26

26


39

De gemiddelde scores zijn voldoende indien ze op of boven de ondergrens in de bovenstaande tabel liggen.


40

8

Samenwerking met andere instanties

8.1

De school in de wijk

Wij hebben als school overleg met de andere scholen van Kanaleneiland via verschillende werkgroepen. Verschillende instanties werken samen aan het realiseren van een Vreedzame Wijk. Met dit project willen we een veilig, positief sociaal klimaat in de wijk krijgen. Alle basisscholen doen mee aan dit project, en worden de kinderen uit Kanaleneiland actief betrokken bij het vormgeven aan de Vreedzame Wijk. Zij mogen bedenken hoe een vreedzame wijk er volgens hen uit ziet. In de Vreedzame Wijkraad is een Manifest gevormd, hoe volgens de kinderen uit Kanaleneiland een Vreedzame Wijk eruit ziet. Schoolmaatschappelijk werk / buurtteams Het schoolmaatschappelijk werk wordt verzorgd door de buurtteams. De gemeente Utrecht is in 2012 gaan proefdraaien met buurtteams als nieuwe vorm van sociale basiszorg voor inwoners en gezinnen. Vanaf 1 januari 2015 kunnen alle Utrechters met een hulpvraag terecht bij een buurtteam in de eigen wijk. De buurtteamwerkers komen van verschillende zorgorganisaties. Samen zijn zij dus van alle markten thuis. Ook bouwen zij aan een goed netwerk in de buurt. Denk aan scholen, huisartsen, consultatiebureaus, corporaties, (informele) netwerken en zorgorganisaties. Het buurtteam kan hulp bieden bij de volgende onderwerpen: gezondheid, opgroeien, opvoeding, echtscheiding, werk, vrije tijd, huishouden, rondkomen, eenzaamheid, overlast, wonen. Het Buurtteam helpt gezinnen met opvoedvragen en kan (ouders van) kinderen met gedragsproblemen of met psychische problemen begeleiden. Voor elk gezin dat om hulp vraagt, is er één contactpersoon en één plan. Voor de Anne Frankschool zijn de buurtteamwerkers Abdeljalil Sayfaoui en Tessa Blankenburgh. Zij bieden professionele hulp en preventie binnen de context van de school. Het contact met de school verloopt via de intern begeleider, Maaike Beucker.

8.2

Samenwerking met anderen buiten de wijk

Kunstmenu: Wij maken o.a. gebruik van het UCK (Utrechts Centrum voor Kunsten). Dit aanbod bestaat uit themaprojecten, toneel-, dans- en filmvoorstellingen, concerten, uitleen van kunstwerken en themakisten. Bibliotheek: We hebben regelmatig contact met de bibliotheek over bijzondere activiteiten, zoals schrijversbezoek of bezoek aan de bibliotheek om te leren hoe je daar aan informatie kan komen. Ook maken we gebruik van themakisten met boeken, die aansluiten bij thema’s die we in school behandelen.


41

9

Regeling school- en vakantietijden

9.1

De schooltijden

We hebben op de Anne Frankschool een continurooster. Dit betekent dat de kinderen tussen de middag niet naar huis komen om te lunchen. De kinderen eten gezamenlijk met de groep en de leerkracht in de klas en hebben daarna pauze onder begeleiding van de leerkrachten. Alle kinderen moeten gezond eten en drinken voor de lunch bij zich hebben!! De kinderen hebben ook nog rond 10 uur een korte pauze, daarvoor moeten ze ook water en fruit mee naar school nemen.

maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag

ONDERBOUW (gr. 1, 2, 3, 4) 8.30 – 14.30 uur 8.30 – 14.30 uur 8.30 – 12.30 uur 8.30 – 14.30 uur 8.30 – 12.00 uur

maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag

BOVENBOUW (gr. 5, 6, 7, 8) 8.30 – 14.30 uur 8.30 – 14.30 uur 8.30 – 12.30 uur 8.30 – 14.30 uur 8.30 – 14.30 uur

Het gebouw gaat 's morgens om 8.20 uur open. De ouders kunnen dan de kinderen naar hun klas brengen. De lessen beginnen om 8.30 uur. Het is belangrijk dat de lessen op tijd beginnen, daarom is het vervelend als kinderen te laat op school komen. Wij verwachten dat u er als ouder voor zorgt dat uw kinderen op tijd zijn. Bij het ophalen worden de leerlingen door de leerkrachten naar het schoolplein begeleid. Elke groep heeft een vaste plek op het plein waar ze afscheid van de leerkracht nemen en door de ouders opgehaald kunnen worden. Het is niet de bedoeling dat de ouders na schooltijd de school binnenkomen, tenzij er een afspraak is met de leerkracht. Ook dan verzoeken wij u om te wachten tot alle klassen het gebouw uit zijn. Tijdens inloop- of koffieochtenden bent u van harte welkom.

9.2

Verzuim

Voor de ontwikkeling van uw kind is het belangrijk dat uw kind naar school gaat en niet verzuimt. Als een kind vier jaar is, dan mag het naar school. Vanaf het vijfde jaar is uw kind leerplichtig. Op school houden wij bij of een kind er ook altijd is. Wij vinden het prettig als u ons voor schooltijd even belt als uw kind niet naar school komt, bijvoorbeeld omdat het ziek is. Naast de klassenadministratie houden wij in Parnassys de absenten bij. Hierin wordt aangetekend welke kinderen er niet zijn en of de ouders de reden voor absentie gemeld hebben. Als wij geen bericht van u hebben ontvangen dat het kind niet op school kan zijn, zal de conciërge u opbellen om u hier naar te vragen. Op deze manier weten wij dan of we ons zorgen moeten maken over uw kind of niet. Bij ongeoorloofd schoolverzuim zijn wij verplicht dit aan de leerplichtambtenaar van de gemeente Utrecht door te geven.


42

9.3

Vakanties en vrije dagen

De 1e schooldag is maandag 24 augustus 2015. In het schooljaar 2015 - 2016 geldt de volgende vakantieregeling. Deze sluit aan bij de Utrechtse vakantieregeling. Scholen mogen niet afwijken van deze regeling of vakanties verlengen. Wel mogen scholen vrije dagen inplannen om teamstudiedagen te houden. Herfstvakantie Sinterklaas Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Pasen Meivakantie Pinksteren Zomervakantie

17-10-2015 t/m 25-10-2015 4-12-2015 vanaf 12.00 uur vrij 19-12-2015 t/m 3-1-2016 20-2-2016 t/m 28-2-2016 28-3-2016 25-4-2016 t/m 8-5-2016 16-5-2016 9-7-2016 t/m 21-8-2016

Studiedagen Naast de vergaderingen en werkbesprekingen tussen de middag en na schooltijd heeft het team gedurende het jaar enkele studiedagen. Alle kinderen zijn dan vrij. De studiedagen dit schooljaar zijn (onder voorbehoud) op: maandag 26 oktober 2015 (alle groepen) vrijdag 19 februari 2016 (alle groepen) dinsdag 29 maart 2016 (alle groepen) maandag 13 juni 2016 (alle groepen)

9.4

Verlof aanvragen

Verlof buiten de schoolvakanties is wettelijk geregeld en wordt slechts bij zeer hoge uitzondering verleend. Verlof voor extra korte vakanties of bezoek aan het land van herkomst is wettelijk niet mogelijk. De afdeling leerplicht van de gemeente Utrecht houdt toezicht op de verlofregeling. Alleen als aangetoond kan worden dat vakantie tijdens de gewone schoolvakanties niet mogelijk is, kan er een uitzondering gemaakt worden. Hierbij moet altijd een verklaring van de werkgever worden overlegd. Ook als er sprake is van 'gewichtige omstandigheden' kan buitengewoon verlof verleend worden. Dit geldt o.a. bij: verhuizing, huwelijk van bloed- of aanverwanten, overlijden van bloed- of aanverwanten en ambtsjubileum. Hierbij kan door de directeur om een bewijs gevraagd worden. Als u verlof wilt aanvragen dan moet u ruim van tevoren contact opnemen met de directie. Zij kunnen u dan precies vertellen wat er mogelijk is en hoe u verlof moet aanvragen. Op school is de volledige regeling ter inzage aanwezig.

9.5

Spreektijden personeel

U zult af en toe met vragen, opmerkingen of problemen zitten die u met één van de leerkrachten, de directeur of de bouwcoördinator wilt bespreken. Omdat we een continurooster hebben en omdat er na schooltijd regelmatig vergaderingen gepland zijn, is het handig om even een afspraak met de leerkracht of met de directeur te maken. Op die manier kunnen wij de tijd voor u nemen. In principe zijn leerkrachten ná schooltijd bereikbaar tot 16.30 uur.


43

10

Namen en adressen

10.1 De Stichting openbaar Primair Onderwijs (SPO) Utrecht De SPO Utrecht is het schoolbestuur van alle openbare basisscholen, de school voor speciaal basisonderwijs (Luc Stevensschool), de scholen voor Speciaal (voortgezet) onderwijs (Herderschêeschool, SO Fier en VSO Pelscollege) en de Internationale School in de Gemeente Utrecht. College van Bestuur: Thea Meijer (voorzitter) en Eric van Dorp Secretaris van het bestuur en de Raad van Toezicht: Ellen Groten Postadres: Postbus 9315, 3506 GH Utrecht Bezoekadres: Kaap Hoorndreef 36 te Utrecht Tel: 030 2652640 www.spoutrecht.nl

10.2

Medezeggenschapsraad

Voorzitter: Turkan Yigit Secretaris: Marijn Macco namen leden: Marijn Macco (team) Chantal Montagne (team) Miranda Lormans (team) Turkan Yigit (ouder) Hasan el Amrani (ouder) Meriem Brink (ouder)

10.3

Ouderraad

Contactpersoon namens het team: Sandra Huisman

10.4 Voor- en naschoolse opvang KMN Kind & Co Newtonbaan 7 3439 NK Nieuwegein telefoon: 030 6958469 e-mail: [email protected]

10.5

Klachtcontactpersoon van onze school

Marijn Macco e-mail: [email protected] Bereikbaar op maandag t/m vrijdag, van 14.30 – 16.30 uur Tel. 030-2934564

10.6 Vertrouwenspersoon SPO Utrecht Anneke de Klerk Mailadres [email protected] Telefoon 06-53441601


44

10.7 Inspectie van het onderwijs [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Voor algemene vragen over onderwijs kunt u terecht bij: 0800 – 8051 (gratis). Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs.

10.8 Landelijke klachtencommissie Postadres: Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD Utrecht Telefoon: 030 - 280 95 90 Fax: 030 – 280 9591

Bezoekadres: Gebouw "Woudstede" Zwarte Woud 2 3524 SJ Utrecht

10.9 Andere instanties Bureau Vertrouwensarts Stadhouderslaan 57 Postbus 14042 3508 SB Utrecht tel. 030-2516098 Dienst onderwijs (leerplicht) Postbus 2158 3500 GD Utrecht tel. 030-2862670 Schoolarts mevr. Kuipers Wijkgebouw Kanaleneiland Marco Pololaan 10 3526 GJ Utrecht tel. 030-2863050 CED groep (Educatieve dienst) Tolakkerweg 153 3738 JL Maartensdijk tel. 0346-219777 Vereniging voor Openbaar Onderwijs (VOO) Blekerstraat 20 Postbus 10241 1301 AE Almere tel. 036-5331500 fax 036-5340464 SWV Utrecht PO Kaap Hoorndreef 36 3563 AT Utrecht 030-2145076 VVE van Bijnkershoeklaan 278 3527 XL Utrecht 030-2966020 O.b.s. Anne Frank is één van de scholen van de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht

45

Overeenkomst voor de vrijwillige ouderbijdrage SPO Utrecht De directie van de Anne Frankschool, gevestigd te Utrecht en ............................................................. (naam ouder(s)/verzorger(s) komen het volgende overeen. Artikel 1 Algemene bepalingen 1. De school organiseert een aantal activiteiten voor uw kind, waarvoor de school een eigen vrijwillige bijdrage van u vraagt, (hierna: de ouderbijdrage). 2. De toelating uw kind tot de school is niet afhankelijk van de ouderbijdrage. De ouderbijdrage is vrijwillig. U bent niet verplicht deze overeenkomst aan te gaan. Na ondertekening van deze overeenkomst verplicht u zich wel de ouderbijdrage zoals vastgesteld in artikel 3, lid 3 te voldoen. Artikel 2 Activiteiten 1. De ouderbijdrage wordt gebruikt voor: - festiviteiten en overige activiteiten 2. Kruis hieronder één van de opties aan die van toepassing is. 0 Ik betaal de ouderbijdrage 0 Ik betaal de ouderbijdrage niet 0 Ik betaal alleen schoolreis / schoolkamp 0 Ik betaal alleen de kosten voor festiviteiten en overige activiteiten 0 Mijn kind heeft een geldige U-pas ( wilt u een kopie van de U-pas inleveren?) 3. Indien uw bijdrage niet of gedeeltelijk wordt voldaan kan dit betekenen dat uw kind niet aan alle activiteiten kan meedoen. Indien mogelijk probeert de school uw kind dan op te vangen en andere activiteiten aan te bieden. Artikel 3 Hoogte van de ouderbijdrage 1. De hoogte van uw ouderbijdrage is, met instemming van de medezeggenschapsraad van de school vastgesteld op € 25,- per leerling per schooljaar (dit is exclusief schoolkamp en schoolreis). 2. Reductieregeling in het geval van meerdere kinderen per gezin: Voor het eerste kind betaalt u € 25,- , de volgende kinderen van een gezin betalen € 20,- per leerling. Artikel 4 Kwijtschelding 1. In bijzondere omstandigheden kan de school, al dan niet op uw verzoek, de verschuldigde ouderbijdrage geheel of gedeeltelijk kwijtschelden. 2. Voor de leerling die gedurende de looptijd van deze overeenkomst de school verlaat, kan de school besluiten tot een (gedeeltelijke) kwijtschelding. Artikel 5 Betaling De ouderbijdrage kan u overmaken op de rekening van de ouderraad. Rekeningnummer NL29RABO 015.46.92.417 t.n.v. Anne Frankschool Utrecht. Artikel 6 Duur van de overeenkomst De overeenkomst geldt voor het schooljaar 2015 - 2016.

Aldus getekend in tweevoud te ……………………………… datum ………………………………

Directie school, ……………………………………………,

de ouders………………………………………………


46

Schoolgids Openbare Basisschool Anne Frank

Recommend Documents