SCHOOLGIDS OBS JOHANNA HUISKAMP
SCHOOLJAAR 2012- 2013
INHOUD
Een woordje vooraf 1. Onze school 1.1 Algemene gegevens 1.2 De schoolgeschiedenis 1.3 De identiteit 2. Uitgangspunten van ons onderwijs 2.1 Het ‘hart’ van het onderwijs 2.2 Mensbeeld 2.3 Missionstatement 2.4 Coöperatief leren 2.5 De Kanjertraining 2.6 Klassenouders 2.7 Pedagogisch klimaat 2.8 Onderwijsontwikkeling 2.9 Uitstroom gegevens 3. De organisatie van ons onderwijs 3.1 Vrijheid, zelfstandigheid, samenwerken en weektaak 3.2 Leeractiviteiten 3.3 Huiswerk 3.4 Internet protocol 3.5 Buitenschoolse activiteiten 4. De zorg voor onze kinderen 4.1 Weer Samen Naar School (WSNS)
4.2 Nieuwe kinderen 4.3 Het volgen van de ontwikkelingen 4.4 De zorg voor kinderen met specifieke behoeften. 4.5 Orthotheek 4.6 Het voortgezet onderwijs. 4.7 Conflictbeheersing 4.8 De leerlinggebonden financiering 5. De leerkrachten 5.1 Taakbeleid en parttime werk 5.2 Vervanging 5.3 Opleiding en ontwikkeling 5.4 Stagiaires en LIO-ers 6. De ouders 6.1 De ouderraad (OR) 6.2 De medezeggenschapsraad (MR) 6.3 Hulpouders 6.4 Informatie naar ouders 6.5 De ouderbijdrage 6.6 Overblijven 7. Overige informatie 7.1 Algemeen 7.2 Leerplicht 7.3 Toelating 7.4 Schoolverzekering
VOORWOORD BESTUUR Zutphen, juni 2012
Geachte ouders, verzorgers, Voor u ligt de schoolgids van o.b.s. Johanna Huiskamp. Het is een van de scholen die vallen onder het bestuur van Stichting Archipel. Tot Stichting Archipel behoren sinds 1 januari 2006 alle 22 scholen voor openbaar primair onderwijs in de gemeenten Brummen, Voorst en Zutphen. In totaal telt de stichting ongeveer 3750 leerlingen en 360 medewerkers. De scholen zijn openbaar. Dit betekent dat ze algemeen toegankelijk zijn en dat er geen onderscheid wordt gemaakt naar godsdienst of levensovertuiging. Verschillen die in onze maatschappij nu eenmaal bestaan in opvattingen en levensbeschouwing worden in de scholen juist actief gebruikt als uitgangspunt voor het onderwijs, met de bedoeling de kinderen respect voor elkaars identiteit bij te brengen. Stichting Archipel kenmerkt zich door eenheid in verscheidenheid. De verscheidenheid vinden we terug in de aanmerkelijke verschillen die tussen de 22 scholen bestaan, zowel in omvang, in schoolbevolking als in onderwijskundige aanpak. Om de eenheid te kunnen waarborgen zijn gezamenlijke uitgangspunten geformuleerd. Deze zijn terug te vinden in het strategisch beleidsplan 2011-2015, evenals de missie van de stichting: De scholen van Archipel stimuleren kinderen zich te ontwikkelen tot succesvolle deelnemers aan de maatschappij van de toekomst. College van bestuur en scholen werken samen aan de ontwikkeling van kwalitatief goed onderwijs. Deze zorg voor kwaliteit staat bij alle ontwikkelingen binnen Archipel centraal. Kernbegrippen daarbij zijn innovatie, professionaliteit, transparantie en betrouwbaarheid. Alle scholen en medewerkers zijn op deze uitgangspunten aanspreekbaar. Wij wensen u veel plezier bij het lezen van de schoolgids. Mocht u vragen hebben, dan kunt u altijd contact opnemen met de school van uw kind. Met vriendelijke groet, College van bestuur Stichting Archipel, Henk Mulder Sjaak Scholten
Postadres : postbus 4091, 7200 BB Zutphen Telefoon : 0575-596120 Fax : 0575-596129
Bezoekadres Email Website
: Hogestraatje 3 :
[email protected] : www.archipelprimair.nl
Beste ouder(s)/verzorger(s), Eerbeek telt verschillende basisscholen, waarvan onze school er één is. Toch zal het u niet onbekend zijn, dat niet iedere basisschool hetzelfde is. Iedere school kent zijn eigen kleur en klimaat. Zo ook onze school. In deze schoolgids willen wij u duidelijkheid verschaffen over de wijze waarop wij binnen onze school het onderwijs inrichten. We zullen iets vertellen over: - De onderwijskundige visie die wij uitdragen. - De praktische uitwerking van de visie. - De organisatie van de onderwijsactiviteiten. - De registratie en rapportage. - De zorg voor kinderen die op - of uitvallen. - De inspraak en betrokkenheid van ouders. - De identiteit en de toekomst van onze school.
Zit uw kind bij ons op school of gaat uw kind van school veranderen, omdat u gaat verhuizen? U zoekt in ieder geval een school die bij uw kind past. Deze gids is geschreven om u te helpen bij het maken van een keuze. Het is uiteraard niet mogelijk om volledig te zijn, maar middels jaarkalender, maandbrieven, informatieavonden en de schoolkrant houden wij u van verdere ontwikkelingen en activiteiten op de hoogte. Voor vragen, suggesties etc. kunt u zich altijd wenden tot de schoolleiding, het personeel, de medezeggenschapsraad of de ouderraad.
Hans Blommaert Directeur
1. ONZE SCHOOL 1.1 Algemene gegevens. o.b.s. Johanna Huiskamp Illinckstraat 21 6961 DM Eerbeek t: 0313- 65 15 39 coördinatie: Ine Lenderink
Dependance: H. A. Lorentzstraat 3 6961 XK Eerbeek t: 0313- 651593 coördinatie : Hans Blommaert
e-mail:
[email protected] website: www.johannahuiskamp.nl Op deze site vindt u de schoolgids, protocollen, de maandbrieven, foto’s en andere wetenswaardigheden.
1.2 Onze school is gehuisvest in een nieuw gebouw geopend in juni 2004. De Johanna Huiskampschool is één van de participanten binnen het Multifunctioneel Centrum Eerbeek, ook wel Brede School genoemd. Overige “bewoners” zijn Peuterspeelzaal De Woelwaters, Kinderdagverblijf Bibelebons en Buitenschoolse Opvang Grannies.. Daarnaast houdt de GGD Regio Stedendriehoek op de eerste en derde vrijdagochtend van de maand een opvoedingsspreekuur. Aantal leerlingen 263 (01-10-2011) Aantal medewerkers 17 Aantal groepen 9 Daarnaast werken er vakleerkrachten voor bewegingsonderwijs en muziek. De geschiedenis van onze school. Op 23 februari 1944 werd de Dorpsschool van Eerbeek door de inslag van een V-1 op het kruispunt Stuyvenburchstraat-Coldenhovenseweg ernstig beschadigd. In 1950 verwoestte een brand het schoolgebouw definitief. Er werd besloten een nieuwe school te bouwen. Vanwege het "drukke" verkeer werd de nieuwe school aan de Illinckstraat gebouwd. Het gebouw met acht lokalen werd op 16 juli 1954 geopend en kreeg de naam "H.E. Sondorpschool" mee. Herbert Egbertus Sondorp was werkzaam van 1946 tot 1958 als inspecteur van het lager onderwijs in Apeldoorn. Als een hommage aan deze algemeen gerespecteerde man werd de nieuwe school naar hem vernoemd. In 1985 werd in Nederland het kleuteronderwijs samengevoegd met het lager onderwijs. Er ontstond een nieuw soort onderwijs, het basisonderwijs. De Sondorpschool werd samengevoegd met de kleuterschool "Johanna Huiskamp" en de basisschool werd "Johanna Huiskampschool” genoemd. Johanna SandersHuiskamp bracht het kleuteronderwijs in Eerbeek tot grote bloei. Zij had in 1941 deze taak overgenomen van mevrouw A.Weber-van Bosse van Huize Eerbeek. Mevrouw Weber was bevriend met de Zwitserse Maria Montessori. In 1921 kreeg Eerbeek dan ook als eerste plaats in Nederland een Montessori kleuterschool. Gezien de sociale verbondenheid van Johanna Huiskamp met Eerbeek, werd besloten om de nieuwe basisschool naar haar te noemen. In juni 2004 werd een nieuw multifunctioneel schoolgebouw geopend op dezelfde locatie en werd het oude gebouw gesloopt. 1.2 De identiteit
De Johanna Huiskampschool is een openbare school. Dat wil zeggen dat we geen onderscheid maken naar godsdienst of levensovertuiging. In de maatschappij ontmoeten mensen met verschillende visies op het leven elkaar. Wij vinden het belangrijk om kinderen respect en tolerantie bij te brengen, om ze op die manier voor te bereiden op een maatschappij waarin dat ook gevraagd wordt. Omgaan met normen en waarden die van belang zijn voor de samenleving horen bij ons onderwijs.
2. UITGANGSPUNTEN VAN ONS ONDERWIJS 2.1 Het hart van het onderwijs op de Johanna Huiskamp Betrouwbaar
Respect
Zelfstandig, sociaal, talent (zelf)kennis, creatief verantwoordelijkheid, doelgericht, prestaties, ouders.
Verantwoordelijk
2.2 Mensbeeld Johanna Huiskamp Wij zien de mens als uniek sociaal en cognitief individu, dat met zijn talenten door sociale vaardigheden, communicatie en kennisoverdracht, kan uitgroeien tot een zelfstandig en kritisch- denkend persoon. 2.3 Missionstatement De Johanna Huiskamp is een openbare basisschool waar communicatie, respect en kwaliteit kernwaarden zijn. We richten ons het komende jaar met name op de leerlijnen en doorgaande lijnen; het implementeren en borgen van doelgerichtheid en opbrengstgerichtheid en de uitwerking van overleg- en besluitstructuren.
We bereiken dit door accent te leggen op: verslaglegging; trajecten rekenen en excellente leerlingen; het versterken van de instructie; het hebben van hoge verwachtingen; (analyse van) resultaten. Wij zijn klantgericht en transparant in ons handelen. 2.4 Coöperatief leren Coöperatief leren vervult een belangrijke rol binnen onze school. Het is één van de vormen van het zogenaamde Nieuwe Leren. Het gaat om het bewust samenwerken van leerlingen in tweetallen of kleine groepjes. De kinderen helpen elkaar en zoeken samen naar oplossingen voor problemen. Zwakke leerlingen profiteren van de hulp van medeleerlingen. Goede leerlingen leren, doordat ze anderen helpen de stof op een hoger niveau te beheersen. Het gaat dus om het leren van inhouden en het leren van samenwerken: een cognitief en een sociaal doel. Dit alles binnen duidelijk aangegeven kaders: • GIPS: dit zijn de basisprincipes van coöperatief leren (Gelijke deelname, Individuele aansprakelijkheid, Positieve wederzijdse afhankelijkheid, Simultane interactie) • Teams: de leerlingen werken in heterogeen samengestelde groepjes. • Het gebruik van didactische structuren. • Klassenmanagement: de inrichting van het lokaal en de invulling van de les is afgestemd op coöperatief leren. • Motivatie: een goed pedagogisch klimaat is noodzakelijk en kinderen moeten willen samenwerken. • Sociale vaardigheden: leerkrachten werken niet alleen aan het vergroten van kennis, maar ook leren de kinderen hoe ze met elkaar om moeten gaan. Een aantal termen die worden gebruikt zijn : mix en koppel, schoudermaatje, oogmaatje, binnen – buitenkring, stiltekapitein, tafelnummers, teambouw, klasbouw, tijdwaarnemer, tweespraak, etc. etc.
2.5 De Kanjertraining Al een aantal jaren werken we met de Kanjertraining. Dat is een programma voor de sociaal/emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Het heeft als doel dat kinderen zich gesterkt voelen, meer zelfvertrouwen krijgen, beter grip krijgen op sociale situaties en gevoelens beter uiten. In de training leren de kinderen onderscheid te maken in manieren van reageren. De wijze waarop kinderen reageren heeft vaak te maken met het zelfbeeld en opvattingen over de buitenwereld. Tijdens de training wordt er gebruik gemaakt van verschillende dierfiguren. De dierfiguren zijn vergelijkingen van (kinder)gedrag. Zo kan men zich gedragen als: Het aapje. Deze probeert contact te krijgen door met de pestvogel mee te doen en overal een grapje van te maken. Het aapje neemt niets en niemand serieus Het konijn. Deze denkt dat hij minder waard is dan anderen, is vaak bang en heeft last van faalangst. De pestvogel. Deze vindt zichzelf geweldig; alle anderen deugen niet en hij bepaalt zelf wel wat hij doet.
De tijger. Dit is een Kanjer. Een kind dat assertief maar niet agressief is en zich in allerlei situaties goed weet te handhaven, is een tijger. Tijdens de training komen tal van onderwerpen aan de orde zoals: Gespreksvaardigheid, interesse tonen, mening durven geven, stoppen met treiteren, zelfvertrouwen, trots zijn, uit slachtofferrol stappen, heft in eigen hand nemen Binnen de kanjertraining wordt met 5 kanjerafspraken gewerkt: - we vertrouwen elkaar - niemand speelt de baas - niemand lacht een ander uit - niemand doet zielig - we helpen elkaar 2.6 Klassenouders Op onze school werken we met klassenouders. Zij ondersteunen de leerkracht met organisatorische zaken rondom de groep. Contact met ouders over een eventueel groepsbezoek buiten de klas verloopt via de klassenouder. 2.7 Pedagogisch klimaat Pedagogisch betekent het, dat we het belangrijk vinden dat de kinderen nieuwsgierig en onderzoekend zijn, kunnen leren vrij van emotionele belemmeringen, ze positief over zichzelf denken en hun creativiteit kunnen ontplooien. Voor de leerkracht houdt dat in dat ze oog moeten hebben voor de individuele behoeften van de kinderen en dus adequaat kunnen inspelen op deze pedagogische behoeften. Didactisch gezien kenmerkt het onderwijs zich door de beginsituatie van de leerlingen goed in te schatten en te zorgen dat het onderwijs op het niveau van de leerling is. Blijkt dat al werkend niet zo te zijn, dan wordt de leerstof aangepast aan de leerling. 2.8 Onderwijsontwikkeling Onze school blijft zich onderwijsinhoudelijk ieder jaar ontwikkelen. De plannen en planning hiervoor is vastgelegd in het schoolplan. Dit plan heeft een looptijd van 5 jaar, en wordt in de MR goedgekeurd. Hierin wordt op alle beleidsterreinen (voorgenomen ) processen uitgezet. U kunt dan denken aan het vernieuwen van methodes, scholing voor het team en individuele leerkrachten, pedagogische ontwikkelingen en dergelijke. 2.9 Uitstroomgegevens
LWOOPRO VMBO bb/kb TL/Havo Havo/VWO Totaal
2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010-2011 2 0 2 0 1 3
3
3
7
10
3 7 15
10 11 24
10 5 20
8 5 20
6 15 32
3. DE ORGANISATIE VAN ONS ONDERWIJS Op de Johanna Huiskamp werken 17 mensen. Dit zijn leerkrachten, een directeur, een intern begeleider en een vakleerkracht (gymnastiek ). Verder zijn er binnen de Johanna Huiskamp ook regelmatig stagiaires en lio’ers (leerkrachten in opleiding) te vinden. De directeur heeft de leiding van de school, het ‘management’. Hij is verantwoordelijk voor de ‘grote lijnen’; voorbereiding en besluitvorming van beleidszaken en organiseert en faciliteert de daaruit voortvloeiende zaken. Bij zijn afwezigheid is intern vastgelegd wie aanspreekpunt is. Dit zijn de beide bouwcoördinatoren . Verantwoordelijken: • Directeur: Algemene verantwoordelijkheid
Hans Blommaert
• Coördinatie onderbouw en hoofdgebouw : Ine Lenderink • Coördinatie bovenbouw en dependance : Hans Blommaert Coördinatoren zijn aanspreekpunt voor organisatorische en inhoudelijke zaken. Zij zijn na schooltijd bereikbaar voor vragen. Er zijn diverse overlegorganen: Management Team: directeur, bouwcoördinatoren (2) , intern begeleider Zorg overleg: directeur, intern begeleider, begeleider Leerling gebonden financiering Teamoverleg: alle teamleden die deze dag aanwezig zijn, directeur en intern begeleider Bouwoverleg; leerkrachten onderbouw groep 1 t/m 4 en bovenbouw groep 5 t/m 8. Werkgroepen: leerkrachten die zorgdragen voor ontwikkeling, evaluatie en borging op diverse terreinen : lezen, kanjertraining, coöperatief leren, cultuur, sport en public relations en excellente leerlingen. De directeur voert regelmatig overleg met de intern begeleider, de ib-er van de school. Doel daarvan is het zorgbeleid van de school te borgen en verder te ontwikkelen. De ib-er is verantwoordelijk voor de opzet, ontwikkeling, borging en voortgang van een systeem waarin we leerlingen goed kunnen volgen en begeleiden. Doel daarvan is om helder te krijgen en houden wat er goed gaat en wat minder goed en daar zo nodig actie op te ondernemen. Uiteraard doet de ib-er dat in nauw overleg met de leerkrachten en ondersteunt ze daar waar nodig tevens met extra kennis, (nieuwe) werkwijzen en instrumenten. De werkzaamheden van de ib-er omvatten ook het ondersteunen van en overleggen met leerkrachten die kinderen met een ‘rugzak’ (Leerling Gebonden Financiering) extra begeleiden. Op de Johanna Huiskamp werken wij ‘opbrengstgericht’: de ib-er analyseert structureel samen met de directeur en het team de toets resultaten van de school. Doel daarvan is te kijken in hoeverre er in de school nog veranderingen kunnen of moeten worden doorgevoerd die tot betere resultaten leiden. Dat kan zijn: een nieuwe methode, een verandering in aanpak, kennisontwikkeling bij leerkrachten, enz. Een belangrijk onderwerp, omdat het gaat over de ontwikkeling van de school! Wij vinden dat we als team, net als onze kinderen, voortdurend in ontwikkeling moeten zijn! De onderwijskundige ontwikkeling is een onderwerp dat het hele team aangaat. Deze onderwerpen worden op studiedagen en in teamvergaderingen besproken. Verder komen in de teamvergaderingen allerlei organisatorische maar ook meer beleidsmatige zaken (personeel, formatie, financiën, enz.) aan de orde.
3.1 Vrijheid, zelfstandigheid, samenwerken en de weektaak Deze drie principes en één organisatievorm, vormen samen de basis van ons onderwijs: vrijheid na de instructie bepalen waar je mee begint en hoe je het aanpakt, zelfstandigheid, je bent zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van je taak en samenwerken, soms kun je het niet alleen en werk je samen, of zoek je hulp bij de leerkracht. weektaak, Op onze school werken we met (week) taken. Wanneer de leerlingen aan hun taak werken heeft de leerkracht de mogelijkheid extra ondersteuning te bieden. Door toetsen goed te analyseren kan de leerkracht specifieke hulp geven. Zo kun je het optimale rendement uit je onderwijstaak voor een combinatiegroep halen en tevens individueel begeleiden. Concreet houdt dit voor de groepen het volgende in: Groep 1 en 2 werkt met projecten of thema´s. Vanuit het onderwerp wordt een weekplanning gemaakt waarin liedjes, verhalen, spelletjes en opdrachten opgenomen worden. Spelenderwijs bestaat de mogelijkheid te leren. De lessen sluiten aan bij de ervaringen van de kinderen. De basis van het programma bevat alle onderdelen die aan de orde moeten komen om de ontwikkeling van de leerlingen te kunnen volgen. Leerlingen maken per week een tot drie taken, afhankelijk van leeftijd en ontwikkeling, tijdens de werkles. Zij kiezen zelf waar ze mee beginnen en wanneer. Groep 3 werkt met pictogrammen op de weektaak. De kinderen hebben een weekprogramma en krijgen instructie per dag. Wat af is kleuren ze in en de leerkracht corrigeert het werk. Tevens wordt gewerkt met het keuzebord van Veilig Leren Lezen. Groep 4 werkt met vakken op de weektaak: lezen, taal, rekenen, begrijpend lezen, opstel, schrijven en verkeer. Instructie gaat in het begin per dag en wordt langzaam uitgebouwd naar meerdere dagen. De planning gaat per week. Opdrachten die uitgevoerd zijn worden ingekleurd. Groepen 5, 6, 7 en 8 werken met de weektaak. Dit is een manier om het onderwijs te organiseren en de kinderen een eigen verantwoordelijkheid te geven. In eerste instantie plant de leerkracht de leerstof, leerlingen kunnen de leerstof na instructie zelfstandig verwerken. We stellen de prioriteit de leerling te begeleiden naar zelfstandigheid. De opgegeven taak zal moeten voldoen aan de gestelde normen, tijd en kwaliteit. Zo zal de leerling verantwoordelijkheden leren kennen. Wie meer aan kan krijgt verdiepingsstof. Een aantal lessen worden zelf nagekeken en de leerlingen registreren de gemaakte fouten. Andere lessen, repetities en toetsen worden door de leerkracht nagekeken.
3.2 De leeractiviteiten Groep 1 en 2 De kleutergroepen bestaan uit drie combinatiegroepen 1 / 2. Dit houdt in dat we kleuters van 4, 5 en 6 jaar in één groep hebben. Daar we voor deze samenstelling gekozen hebben, werken we op 3 niveaus. De oudste kinderen zitten in de groene groep (groep 2) , de middengroep /gele groep (groep 1) en de kinderen die net op school komen starten in de instroomgroep/rode groep. Het voordeel van werken met een gemengde kleutergroep is dat de kinderen veel van elkaar kunnen leren. Het stimuleert de sociale vorming en school - en klassenregels worden gemakkelijk opgepakt. De leerkracht heeft ook de mogelijkheid de kleuter tijdens de gehele kleuterperiode te volgen in zijn ontwikkeling. Gegevens omtrent de ontwikkeling worden geregistreerd, zodat we goed in staat zijn het kind te volgen.
Bijvoorbeeld: Hoe staat het met de concentratie: kunnen ze langere tijd met iets bezig zijn, ook in het spel. Motoriek: fijne motoriek, pengreep, knippen e.d.; grove motoriek: bewegingen, lopen, spelen, klimmen enz. Emotionele ontwikkeling: voelt het kind zich veilig in de groep, kan het aan wat er gevraagd wordt. Hoe is de houding naar de leerkracht en het contact met de klasgenoten? Werkhouding: heeft het kind plezier in de opdrachten, werkt het netjes en geconcentreerd en kan het kind zelfstandig werken? We hebben te maken met het individuele - en het groepsniveau. Bij uitval geven we extra aandacht, en worden de opdrachten aangepast aan het niveau van het kind. Maar ook vlotte leerlingen worden met extra werk gestimuleerd. Net als in de hogere groepen wordt in de kleutergroep met weektaken gewerkt. De rode groep begint met 1 werkje per week; de kinderen van de gele groep maken 2 werkjes per week; de kinderen van de groene groep maken 3 werkjes per week. De kinderen mogen zelf bepalen wanneer de opdracht in die week wordt gemaakt. Kinderen van groep 2 worden voorbereid op groep 3 voor wat betreft lezen, schrijven en rekenen. De schoolarts en eventueel de intern begeleider kunnen behulpzaam zijn bij de beoordeling of een kind aan de voorwaarden voldoet om naar groep 3 te gaan. Het resultaat wordt altijd met de ouders doorgesproken. De volgende activiteiten komen wekelijks aan de orde. Taal: sociale vorming, algemene ontwikkeling, kringgesprek, voorlezen, taalspelletjes, opzegversjes, woordstukjes zeggen en klappen, rijmwoorden, taalkaarten naar aanleiding van weektaak of project. Rekenen: begrippen als evenveel, minder, meer, hoog, laag, kort, lang. Hiervoor is veel ontwikkelingsmateriaal aanwezig. Expressie: muziek, zang, drama, ritmiek, gebruik van instrumenten en dans. Spel: kleutergymnastiek, de kinderen “gymmen” in hun ondergoed, vrij binnen – en buitenspel. Hier wordt vooral gelet op sociale vaardigheden en of de motoriek zich goed ontwikkelt. Werken: Iedere donderdag worden de werkjes van de weektaak uitgelegd, voorbeelden getoond, zodat de kinderen ze zelfstandig kunnen maken. Op het keuzebord geeft het kind aan wat het die dag gaat doen. Dit kan een werkje zijn of een vrije keuze. Vrije keuze kan o.a. zijn: spelen in de poppen – of bouwhoek, zandtafel, verven, tekenen of kiezen uit de kast. Alle keuzes worden genoteerd. Wij werken aan de hand van het ontwikkelingsvolgmodel van Dick Memelink. Deze wordt 2 keer per jaar voor elk kind ingevuld. Dit schooljaar zijn we gestart met het rekenkistje. A.d.h.v. een prentenboek komen dagelijks verschillende rekenbegrippen aan de orde. Het is de bedoeling dat we dit schooljaar een start gaan maken met het taalkistje. Dagelijks starten we met inloop. Dat betekent dat de kinderen met hun ouder(s) 10 minuten voor aanvang naar binnen mogen om iets te kiezen uit de kast. Van lerend spelen naar spelend leren. (of van kleuter tot schoolkind) Vroeger was de overgang van de ene “kleuter”school naar de andere “lagere”school een grote stap. Deze is al een stuk verkleind door het ontstaan van de basisschool. Lokalen, leerkrachten en leerlingen liggen nu gelukkig veel dichter bij elkaar. Toch is en blijft de overgang naar groep 3 een mijlpaal. En spannend ook! Om deze overgang te versoepelen en de doorgaande lijn te waarborgen kiezen wij ervoor om aan het eind van groep 2 de kinderen dagelijks in een werkboekje te laten werken. Na de meivakantie beginnen we met de vernieuwende schrijf – en bewegingsmethode “Schrijfdans” van mw. Ragnhild Oussoren. Het doel van deze methode is om bij kinderen grove en fijne schrijfmotoriek op een speelse manier te ontwikkelen. In deel 1 (groep 2) worden grote motorische bewegingen in de lucht geoefend, ondersteund door muziek en opzegversjes. Hierdoor worden “luisteren” en “oog-handcoördinatie” gekoppeld. In deel 2 (groep 3) worden de bewegingen verfijnd en ingeslepen. De lessen zijn opgedeeld in thema’s als de robot, de trein, Bobbie Blijboos, kikkervisjes e.d. Een aantal leerkrachten zijn door middel van een speciale cursus opgeleid. Dit alles moet uiteindelijk leiden tot een vlot en vloeiend handschrift.
Groep 3 In deze groep leren de kinderen hoofdzakelijk lezen, schrijven en rekenen. Hier wordt de basis gelegd voor vaardigheden die in het volgende jaar worden uitgebouwd. Lezen. In groep 2 hebben de kinderen al ervaringen opgedaan met letters en woorden. In het dagelijks leven is er heel wat te lezen, het leesonderwijs moet daarom steeds meer functioneel zijn. We kunnen spreken van realistisch lezen. Op onze school leren de kinderen lezen met " Veilig Leren Lezen", dit is een geïntegreerde lees – taalmethode. Deze methode wordt in het schooljaar 2006-2007 ingevoerd. Lezen is een aspect van taal. De leerlijnen zijn uitgezet voor zowel lezen als taal. Bij het aanvankelijk lezen gaat het om: leestechniek, de gedrukte woorden precies zien en zeggen. Leesbegrip, begrijpen waar het om gaat. Leesbeleving, betrokken zijn bij de inhoud. Leesmotivatie, zorgen dat kinderen lezen leuk vinden. Bij de taalontwikkeling gaat het om: spreken en luisteren, goed luisteren dan vragen beantwoorden en gericht spreken over een bepaald onderwerp. Taalbeschouwing: zinsopbouw, uitbreiding van de woordenschat. Spellen: Het foutloos schrijven van woorden. Stellen: zelf teksten en verhalen kunnen samenstellen. Schrijven. Als kinderen leren lezen krijgen ze al snel de behoefte om ook zelf te schrijven. De praktijk leert ons echter dat veel kinderen in september motorisch nog niet rijp zijn om daar meteen volledig mee te starten. In het begin van het jaar werken we dus voornamelijk uit de methode. In juni kennen de kinderen de schrijfletters en schrijven ze aan elkaar. De methode die wij hiervoor gebruiken is "Schrijven in de basisschool". Rekenen: Ook bij het leren rekenen gaan we uit van de voorstelbare realiteit. Vanuit herkenbare situaties moeten de kinderen problemen oplossen. Ze moeten zich realiseren wat ze doen als ze rekenen. Op onze school gebruiken wij de methode "Rekenrijk". Bij het aanvankelijk rekenen gaat het om: getalbegrip, splitsen, meten en ruimtelijke oriëntatie. Aandachtspunten zijn tevens: beweging, wereldoriëntatie, verkeer, muzikale – en creatieve vorming. Groep 4 In deze groep ligt de nadruk op het verder ontwikkelen van de lees -, taal – en rekenvaardigheden. De leergebieden komen dagelijks aan de orde. Bij rekenen en taal wisselen klassikale en zelfstandig werken lessen elkaar af. De klassikale lessen: dit zijn leergesprekken waarin bepaalde onderdelen van de leerstof aan de orde worden gesteld, worden begeleid en zonodig gestuurd door de leerkracht. Bij zelfstandig werken lessen gaan de kinderen na een korte uitleg zelfstandig aan het werk. Bij rekenen mogen de kinderen in de loop van het jaar zelf hun gemaakte werk leren nakijken. De nadruk ligt in deze groep op taal, lezen en rekenen. Er wordt gelezen met de methode Estafette. Dit is een methode voortgezet technisch lezen die doorgaat t/m groep 8. Alle kinderen zijn op het zelfde tijdstip aan het lezen en krijgen altijd (gedifferentieerde) instructie. Daarnaast is er ruime aandacht voor de andere leergebieden zoals schrijven, wereldoriëntatie en de expressievakken. In groep 4 gaan alle leerlingen met een vulpen schrijven. Groep 5 Op taalgebied leren de kinderen in deze groep alfabetiseren en werken met het woordenboek. Verder wordt er begonnen met het ontleden van zinnen. We bouwen de boekbesprekingen en spreekbeurten verder uit. Onze school gebruikt de nieuwe methode "Taal op maat". Op rekengebied worden de tafels t/m 10 behandeld. Ook wordt er gestart met het delen. Het rekenen wordt op een inzichtelijke manier aangeleerd. Er wordt in de methode uitgegaan van de dagelijkse praktijk. De vakken geschiedenis, aardrijkskunde en biologie worden uitgebreid
behandeld. Voor deze vakken geldt, net als voor de meeste andere vakgebieden, dat er gewerkt wordt met onderwerpen die kinderen aanspreken. Er wordt gelezen met de methode Estafette. Dit is een methode voortgezet technisch lezen die doorgaat t/m groep 8. Alle kinderen zijn op het zelfde tijdstip aan het lezen en krijgen altijd (gedifferentieerde) instructie. Wij gebruiken de methodes: "Wijzer door de tijd", "Wijzer door de wereld" , "Wijzer door de natuur" en “Wijzer door het verkeer”.
Groep 6 In deze groep wordt veelal de stof uit groep 5 uitgediept. Het rekenonderwijs blijft de relatie houden met de dagelijkse praktijk, waarbij o.a. de vermenigvuldigingen onder elkaar en langere deelsommen getraind worden. Op taalgebied wordt veel aandacht besteed aan verschillende vormen van taaluitingen. De kinderen leren ook om gericht informatie te zoeken. Zo leren ze informatie te verzamelen, waar ze het kunnen vinden en hoe het te gebruiken. Deze vaardigheden leren ze toe te passen bij het maken van werkstukken en het houden van spreekbeurten. Er wordt gelezen met de methode Estafette. Dit is een methode voortgezet technisch lezen die doorgaat t/m groep 8. Alle kinderen zijn op het zelfde tijdstip aan het lezen en krijgen altijd (gedifferentieerde) instructie. Bij aardrijkskunde wordt dieper op de materie ingegaan, leren ze de atlassen te gebruiken en wordt de topografie van Nederland behandeld. De geschiedenis methode gaat verder met de oudste bewoners van ons land. Groep 7 In deze groep wordt van de kinderen verlangd dat ze zelfstandig kunnen werken. Ze worden meer verantwoordelijk gesteld voor hetgeen ze doen of niet doen. Een voorbeeld: topografie krijgen ze regelmatig als huiswerk mee. Er wordt met het nakijken redelijk " middelbare schoolachtig" naar gekeken, oftewel heb je het niet geleerd, draag je zelf de consequenties. We raden aan om een agenda aan te schaffen in deze groep. Het huiswerk wordt langzamerhand opgevoerd, ook met het oog op de aansluiting naar het voortgezet onderwijs. Er wordt begonnen met het vak Engels. De nadruk ligt op het begrijpen er van, op het inzicht krijgen in de structuur van de taal. De angst voor deze taal moet bij sommigen worden weggenomen. In deze groep doen de kinderen ook verkeersexamen, zowel theorie als praktijk. Bij goed gevolg krijgen de kinderen een getuigschrift. Voor creatieve vorming is ruimschoots aandacht. Tot slot wordt in deze groep de entree toets afgenomen. De entreetoets is een landelijke toets, die verspreid over een aantal ochtenden wordt afgenomen. Het geeft een beeld van de vorderingen van de leerlingen, op taal – en rekengebied en informatieverwerking. Groep 8 De laatste groep van de basisschool. Dit is een gedachte die bij de kinderen als een rode draad door het schooljaar loopt. Ze werken toe naar de Cito – eindtoets, die in februari wordt afgenomen. Ondertussen moet er een school voor voortgezet onderwijs worden gekozen. De leerstof is een voortzetting en uitbreiding van de stof in groep 7; er komen nieuwe onderdelen aan bod, en de moeilijkheidsgraad van de verschillende onderdelen wordt opgeschroefd. In groep 8 krijgen de kinderen een EHBO cursus met een afsluitend examen en diplomauitreiking. 3.3 Huiswerk De kinderen moeten op school heel wat leren. De tijd op school wordt hoofdzakelijk gebruikt voor de uitleg van nieuwe leerstof en de verwerking daarvan. Omdat er ook tijd wordt
ingeruimd voor bewegingsonderwijs en de creatieve vakken is er op school – met name in de hogere groepen - weinig tijd om alles te leren. Ook moet het kind dat straks naar het voortgezet onderwijs gaat, gewend raken aan huiswerk. Met name het leren van topografie wordt als huiswerk opgegeven. Zo nu en dan krijgt een kind in groep 3, 4 en 5 een kleine taak mee naar huis. In groep 6 beginnen we regelmatig met huiswerk. De kinderen in groep 7 en 8 krijgen wekelijks huiswerk mee. Huiswerk kan beter niet worden gemaakt of geleerd direct na schooltijd. Het kind is dan meer toe aan ontspanning. Natuurlijk is het goed wanneer u uw kind enigszins begeleidt bij het huiswerk. 3.4 Internet Protocol Sinds de school televisie, video en internetfaciliteiten heeft, kunnen er beelden en programma’s de school binnenkomen, die wij ongeschikt achten voor onze leerlingen. Te denken valt aan uitingen van geweld, seks en racisme. Met name door de gemakkelijke toegang tot internet, is het risico op binnenhalen van disrespectvol en ongewenst materiaal groot. Het team van de Johanna Huiskampschool staat op het standpunt dat ongewenste uitingen zoveel mogelijk moeten worden voorkomen, zonder de leerlingen alle verantwoordelijkheden uit handen te nemen. Wij zien een mogelijkheid om leerlingen, onder begeleiding, eigen verantwoordelijkheid bij te brengen. Het omgaan met internet wordt op zich als leerpunt binnen de school gezien. Het team van de Johanna Huiskampschool confronteert kinderen niet bewust met bovengenoemde uitingen. Het team van de school spreekt leerlingen aan op ongewenst surf- , chat- en emailgedrag. 3.5 Buitenschoolse activiteiten Een belangrijke doelstelling op onze school is, dat het kind met plezier naar school gaat. Het kind moet de basisschoolperiode herinneren als een leerzame, maar ook als een gezellige en sfeervolle periode. De buitenschoolse activiteiten zorgen voor een gezellige afwisseling: • Iedere groep komt jaarlijks in contact met een bijzondere culturele activiteit. In samenwerking met Eduart wordt ieder jaar opnieuw een programma voor de Eerbeekse en Brummense basisscholen samengesteld. • Om het lezen van kinderboeken te stimuleren wordt aandacht besteed aan de kinderboekenweek. Er wordt een voorleesontbijt en een voorleeswedstrijd georganiseerd. • Schoolreisje: jaarlijks organiseert de school een uitstapje voor groep 1/2, groep 3 en 4 voor groep 5, 6, 7. In onze schoolreisjes zit meestal een educatief tintje verwerkt. Grote landelijke attracties worden veelal vermeden. • Schoolkamp. De kinderen van groep 8 gaan een aantal dagen op kamp. • Sportdag. De kinderen van groep 5 t/m groep 8 maken onder begeleiding van ouders en leerkrachten kennis met diverse sporten, zoals die in Eerbeek e.o. beoefend kunnen worden. Verenigingen doen actief mee om hun sport te promoten. • IJsfeest. Indien de weersomstandigheden het toelaten, organiseren we een ijsfeest op de ijsbaan in Laag Soeren. • Herfstspeurtochten. De vrijdag voor de herfstvakantie staat in het teken van de herfstspeurtochten. ´s Morgens gaan de groepen 1 t/m 4 naar het Webersbos. Daar worden in groepjes allerlei spelletjes en opdrachten uitgevoerd. De groepen 5 t/m 8 gaan ´s middags naar het bos. De ouderraad zorgt ieder jaar voor heerlijke soep. • Sinterklaas. Sint en Piet komen persoonlijk in de groepen 1 t/m 4 een cadeautje brengen. Vanaf groep 5 kopen de kinderen zelf iets voor elkaar. Ze maken er een surprise en gedicht bij. • Kerstfeest. Op een avond voor de kerstvakantie vieren we met alle leerlingen het kerstfeest
• Bonte Ochtend. De vrijdagochtend voor de voorjaarsvakantie staat in het teken van zang en dans. Elk jaar kiezen wij een thema. Iedere groep verzorgt een optreden, dat wordt gegeven in zaal ‘Spoorzicht’. Hierbij zijn natuurlijk alle ouders en opa’s en oma’s van harte welkom. • Palmpasen. De groepen 1 en 2 vieren palmpasen. De kinderen versieren samen met een ouder/verzorger een palmpaasstok en gaan in optocht naar buiten. Het bejaardencentrum "De Beekwal" wordt volgens schooltraditie in de route opgenomen, evenals de bakker die de haantjes verzorgt. • Musical groep 8. Jaarlijks verzorgt groep 8 een musical als afsluiting van hun basisschoolperiode. • Eindfeest. Het schooljaar wordt afgesloten met het eindfeest. Ieder jaar wordt een ander thema gekozen.
4. DE ZORG VOOR ONZE KINDEREN 4.1 Weer Samen Naar School Dit project van de overheid heeft als inzet basisscholen in staat te stellen extra zorg en aandacht te geven aan leerlingen die problemen ervaren in het reguliere onderwijs. Doel ervan is zoveel mogelijk kinderen onderwijs te geven op een gewone basisschool en het aantal verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs te verminderen. Uitgangspunt is dat de speciale zorg voor kinderen als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van meerdere scholen wordt gezien. Daarom zijn scholen georganiseerd in een samenwerkingsverband. De Johanna Huiskampschool maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Regio Zutphen. Hierin werken de aangesloten basisscholen en de speciale school voor basisonderwijs Het Mozaïek te Zutphen samen. 4.2 Opvang nieuwe kinderen Het eerste contact met nieuwe ouders vindt meestal telefonisch plaats. Ouders maken een afspraak met de directeur voor een oriënterend en informatief gesprek. Al naar gelang de tevredenheid van de ouders na dat gesprek kan een vervolg afspraak worden gemaakt om een dagdeel te komen kijken, of om de nieuwe leerling in te schrijven. De toelating is een feit wanneer u het inschrijfformulier heeft ondertekend en bij de directie heeft ingeleverd. Ongeveer een maand voor de vierde verjaardag wordt er door de leerkracht van groep één een uitnodiging gestuurd naar de ouders om af te spreken, wanneer de nieuwe leerling kan komen kennis maken met de nieuwe groep. In principe mag het kind vijf dagdelen komen verdeeld over drie weken. Bij tussentijdse instroom stelt de directeur zich op de hoogte van de reden van aanmelding. Voordat tot plaatsing wordt overgegaan, wordt informatie ingewonnen bij de laatst bezochte school. Wij ontvangen een onderwijskundig rapport, en kunnen dan aansluiten bij de behoeften van het kind. Gebruikelijk is dat de leerling een dagdeel komt "meedraaien" voor het definitief op school komt. 4.3 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen Het leerling-dossier. Van iedere leerling wordt na aanmelding een leerling-dossier aangelegd. Daarin worden persoonlijke gegevens, leerling besprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, toets – en rapportgegevens bewaard. De dossiers, die in een afgesloten kast worden opgeslagen, worden beheerd door de interne begeleider en de groepsleerkrachten. Het dossier wordt tot vijf jaar na het verlaten van onze school bewaard.
Het leerling volgsysteem (LOVS) Op de Johanna Huiskampschool wordt de ontwikkeling van kinderen op twee manieren gevolgd. Enerzijds gebeurt dit aan de hand van het dagelijkse werk van de kinderen. Dit werk wordt door de leerkrachten bekeken en besproken. Dit dagelijkse werk wordt regelmatig getoetst aan de hand van methode gebonden toetsen. In de groepen 1 en 2 werken we met een individueel gericht leerlingvolgsysteem, waarbij de ontwikkeling van het kind wordt afgezet tegen een gemiddelde ontwikkeling voor kinderen van die leeftijd. Anderzijds worden op vaste tijdstippen methode onafhankelijke toetsen afgenomen. De uitslagen van deze toetsen geven ons objectieve gegevens over de leerprestaties van uw kind. We schrijven hier objectief, omdat met deze toetsen een vergelijk met het landelijk gemiddelde mogelijk is. Door deze toetsen jaarlijks af te nemen en de gegevens op te slaan, is het mogelijk de verrichtingen van kinderen op langere termijn te volgen. Daarnaast kunnen deze toets resultaten gebruikt worden om het onderwijs op school te evalueren. Op de Johanna Huiskampschool worden de volgende methode- onafhankelijke toetsen afgenomen. • ordenen ( groep 1 en 2) • taal voor kleuters ( groep 1 en 2 ) • technisch lezen AVI – DMT (groep 3 t/m 8) • begrijpend lezen ( groep 3 t/m 8 ) • spelling ( groep 3 t/m 8 ) • rekenen ( groep 3 t/m 8 ) • Technisch lezen groep 3 en 4 ) • DMT/Avi lezen groep (3 t/m 8) • leestechniek en leestempo (groep 3 t/m 8) • Entreetoets groep 7 • Eindtoets basisonderwijs groep 8 Daarnaast vullen de leerkrachten twee maal per jaar de SCOL in. SCOL staat voor: “Sociale Competenties Observatie Lijst” en is een gedragsobservatielijst die de sociale vaardigheden van een kind in kaart brengt. Het instrument “meet” wat de leerling op een bepaald moment kan. Met het invullen van deze lijst kunnen de ontwikkeling van leerlingen op het gebied van sociale vaardigheden volgen. Deze wordt op de contact avonden besproken. Het is van groot belang dat de ontwikkeling van ieder kind zo goed mogelijk verloopt en dat er op school zo min mogelijk belemmeringen optreden. Om die reden heeft de school nadrukkelijk gekozen voor gecombineerde kleutergroepen. Belangrijk zijn ook de groepsoverdrachten tussen de leerkrachten en een goede administratie. Kinderen die, om wat voor reden dan ook, verder of juist minder ver met de leerstof zijn, dienen in principe in het volgende leerjaar een goede aansluiting te krijgen op de verworven kennis en vaardigheden. Verslaglegging naar ouders en kinderen Twee keer per jaar krijgen de kinderen van groep 1 t/m 8 een rapport. Dit rapport bevat de eerste keer in groep 1 alleen een persoonsverslag. De tweede keer krijgen ze een persoonsverslag en een werkverslag. In het tweede kleuterjaar krijgen ze beide keren een persoonsverslag en een werkverslag. Vanaf groep 3 krijgen de kinderen ook een waardering voor de leervakken. In de rapporten vindt men per vakgebied een eindcijfer, de deelgebieden worden beoordeeld met letters en er staat een toelichting in. De ouders worden in de gelegenheid gesteld de inhoud van het rapport te bespreken met de leerkracht. Daarnaast vinden er inloopmomenten plaats.
Verslaglegging en dossiervorming In de groepsmap houdt de leerkracht de dagelijkse gang van zaken bij. Zo bevat deze map o.a. een absentielijst, plattegrond, klassen – en schoolregels en een lesrooster. De weektaken worden ook in deze map bewaard, zodat bij ziekte een invaller de groep direct over kan nemen. Verslaglegging van zorgleerlingen In een apart dossier houdt de interne begeleider de gegevens van zorgleerlingen bij, zoals verslagen van gesprekken en resultaten van diagnostische toetsen. De toetsen van het leerlingvolgsysteem staan per groep geordend in aparte mappen en er is ook per groep een map van leerling specifieke gegevens, b.v. schoolartsgegevens en rapportages uit vorige leerjaren. Vanaf dit schooljaar starten we met het digitaliseren van gegevens. Het leerlingdossier komt dan in het administratiesysteem. 4.4 De zorg voor kinderen met specifieke behoeften Al jaren is de zorg voor kinderen met specifieke behoeften een normale zaak op de Johanna Huiskampschool. Bij specifieke behoeften moet in diverse richtingen worden gedacht. Zo komt het voor dat kinderen moeite hebben met de leerstof van hun groep. Maar er zijn ook kinderen die een snellere ontwikkeling doormaken en daardoor eveneens voorzien moeten worden in onderwijs op maat, om zo te bevorderen dat zij een goede studiehouding krijgen. Buiten de problemen op leergebied zijn er natuurlijk ook kinderen met problemen op sociaal – emotioneel gebied. Daarnaast is het belangrijk dat er een sfeer van acceptatie en respect bij andere kinderen ontstaat. We proberen er zo voor te zorgen dat kinderen die "anders" zijn worden geaccepteerd. Om zo goed mogelijk om te gaan met kinderen met specifieke behoeften hebben we een vaste procedure afgesproken. Een probleem bij een kind wordt meestal het eerst opgemerkt door de groepsleerkracht. Dit resulteert in een overleg met de interne begeleider. Aan de hand van gesprekken, adviezen en nadere onderzoeken wordt een handelingsplan opgesteld. In dit stadium wordt ook overleg gepleegd met de ouders. Wanneer ouders akkoord gaan volgt uitvoering van het handelingsplan. Dit plan wordt in principe uitgevoerd door de groepsleerkracht. Zoals omschreven in paragraaf 4.1 hebben wij vanaf schooljaar 2006-2007 iedere zes weken overleg met een orthopedagoog van de onderwijsbegeleidingsdienst. Samen kan geëvalueerd worden of het handelingsplan eventueel aanpassing behoeft. Ook kan het voorkomen dat na de evaluatie blijkt dat nader onderzoek gewenst is. Soms wordt ook een andere instantie benaderd om specialistisch onderzoek te doen, denk aan “Spatie” (voorheen RIAGG) of de GGD voor bijvoorbeeld opvoedingsondersteuning.. Uiteraard wordt u als ouder nauw bij dit proces betrokken. Na afronding van een onderzoek door een extern deskundige vindt er op school overleg plaats. Bij dit overleg zijn de ouders, de groepsleerkracht en de intern begeleider aanwezig. In de meeste gevallen wordt dan besloten om het kind aangepast onderwijs te geven. In enkele gevallen kan een onderzoek leiden tot een advies tot plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs. Een eventuele plaatsing kan overigens alleen plaats vinden met toestemming van de ouders. 4.5 Orthotheek Een orthotheek is: “Een systematisch geordend geheel van onderzoeks - en handelingsmiddelen ten dienste van kinderen met ontwikkelings -, leer - en/of gedragsproblemen”. Een schoolteam die zijn zorgverbreding wil vergroten is vereist de noodzakelijke middelen te verzamelen, aan te schaffen en dit vervolgens te ordenen. Een toereikende orthotheek levert een belangrijke bijdrage de zorgstructuur binnen een school.
Om de orthotheek up to date te houden overlegt en evalueert het team regelmatig over de inhoud van de orthotheek. Er wordt bijgehouden of er nieuwe materialen aangeschaft moeten worden en of verouderde materialen “afgeschreven” kunnen worden. De inhoud van een orthotheek: 1. Onderzoeksmiddelen, zoals observatie - en toetsmiddelen. 2. Gedragsproblemen. (signaleringslijsten en middelen c.q. richtlijnen voor de begeleiding.) 3. Functieontwikkeling en taalontwikkeling. (motoriek, de visuele en de auditieve waarneming en de taal - spraakontwikkeling.) 4. de vijf schoolvakken. (wereldoriëntatie, rekenen, spelling, lezen en schrijven.) 5. Naslagwerken met algemene informatie over de orthopedagogiek, orthodidactiek, remedial teaching, zorgverbreding enz. 4.6 Het voortgezet onderwijs Na acht jaar gaan de kinderen naar het voortgezet onderwijs. Om voor ieder kind de juiste keuze te maken wordt in de tweede helft van groep zeven de CITO – entreetoets afgenomen. Hoewel deze toets niet de bedoeling heeft de schoolkeuze te bepalen, geeft de uitslag wel een zekere kijk op de individuele mogelijkheden van een kind als het gaat om de beheersing van vooral de basisvaardigheden. In een oudergesprek wordt de uitslag van deze toets met de ouders besproken. In groep acht wordt tijdens de eerste 10 minuten gesprekken een voorzichtige uitspraak gedaan door de leerkracht van die groep om alvast een indicatie te geven waar de school aan denkt bij de keuze van vervolgonderwijs voor de leerling. Halverwege groep acht nemen de kinderen deel aan de CITO-eindtoets. Op het moment dat de uitslag van de CITO – eindtoets bekend is, wordt deze aan de ouders medegedeeld en volgt er een speciaal gesprek om de schoolkeuze nader te bepalen. Voor 1 april moet in principe besloten worden bij welke school voor voortgezet onderwijs het kind wordt aangemeld. Bij de advisering door de Johanna Huiskampschool wordt rekening gehouden met een aantal aspecten, die invloed kunnen hebben op het met succes doorlopen van het voortgezet onderwijs. Van belang is het niveau van het kind. Middels schriftelijk werk, toetsen e.d. hebben we daar een goed beeld van. Daarnaast speelt de werkhouding, de zelfstandigheid, de inzet, de interesse, het inzicht en het tempo een grote rol. Prestatiedrang en faalangst kunnen van invloed zijn bij het bepalen van een keuze. Het voortgezet onderwijs verlangt van iedere leerling een onderwijskundig verslag. U ontvangt een exemplaar ter inzage en ondertekening. Met de scholen voor voortgezet onderwijs bestaat een goed contact. In januari en februari houdt iedere school voor voortgezet onderwijs zijn eigen open dag. 4.7 Conflictbeheersing Soms is er een verschil van inzicht of een probleem. In die gevallen waar we er samen niet uitkomen, kunt u een klacht indienen. Stichting Archipel kent een vertrouwenspersoon en hanteert de landelijke klachtenregeling van het LKC. De regeling en richtlijnen werden vorig schooljaar bijgesteld, inmiddels is de herziene versie beschikbaar. In alle gevallen spreekt het voor zich dat we het bij voorkeur gezamenlijk oplossen. Op school is de intern begeleider, Tessa Pawlot, vertrouwenspersoon onze school en daarmee aanspreekpunt voor klachten over bijvoorbeeld seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, agressie en geweld.
4.8 Leerlinggebonden financiering (het rugzakje) De leerlinggebonden financiering (oftewel rugzakbeleid) heeft op 01-08-2003 intrede gedaan. Volgens deze regeling kunnen ouders van kinderen met een handicap, met een positieve beschikking van een commissie voor de indicatiestelling, om toelating tot een basisschool verzoeken. Waarbij de school recht heeft op extra formatie, middelen en ondersteuning. Wanneer kan een kind met een handicap wel of niet worden toegelaten tot de reguliere basisschool? Het is voor ons als school van belang dit goed af te wegen, vandaar het volgend toelatingsbeleid. Op onze school wordt bij een aanmelding van: 1. Een leerling met een positieve beschikking van een commissie voor de indicatiestelling ( ook wel een leerling met een “rugzak” genoemd); 2. Een leerling met een positieve beschikking van de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het samenwerkingsverband WSNS; 3. Een leerling die wordt teruggeplaatst van een speciale school voor basisonderwijs; Gekeken naar de onderwijskundige behoeften van het kind, dit aan de hand van de onderwerpen die hierna in een schema zijn opgenomen. Vervolgens wordt aan de hand van deze onderwijskundige vragen bezien of de school in staat is de antwoorden hierop te bieden. Centraal in die beantwoording staat het belang van het kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen. De school zal bij die beantwoording gebruik maken van de ondersteuning van het Regionaal Expertise Centrum (REC). Bij het besluit (uiteindelijk zal het bevoegd gezag van onze school dit besluit nemen) tot toelating of weigering zal er altijd sprake zijn van een teambesluit. Wij gaan er immers van uit dat, bij toelating, de leerling de gehele basisschoolperiode op onze school welkom zal zijn. Er wordt bij elke aanmelding van een leerling met een specifieke behoeften binnen het basisonderwijs gekeken naar de mogelijkheden en onmogelijkheden van de school. Dit alles in het belang van het kind. Rekening houdend met de uitgangspunten en procedureafspraken vermeldt in het schoolplan.
5. DE LEERKRACHTEN 5.1
Taakbeleid & parttime werk
De functie van een leerkracht bestaat uit les gebonden uren (uren die hij of zij voor de klas staat) en uren voor overige taken. Uiteraard hoort daarbij ook het voorbereiden van lessen, het nakijken, het voeren van overleg in het kader van de leerlingenzorg, het opstellen en evalueren van handelingsplannen. Binnen deze overige taken vallen ook allerlei zaken die voor de totale school geregeld moeten worden. Binnen de Johanna Huiskamp zijn deze taken verdeeld over de personeelsleden. We proberen die taken eerlijk te verdelen, rekening houdend met de individuele verschillen en persoonlijke kwaliteiten en voorkeuren. Zoals al is aangegeven werken veel leerkrachten parttime. Er zal dus een aantal momenten zijn waarop alle leerkrachten aanwezig zijn, op andere momenten zult u een deel van de teamleden ontmoeten. Bij buitenschoolse activiteiten als sporttoernooien en de avondvierdaagse bijvoorbeeld, maar ook tijdens bijvoorbeeld thema/ouderavonden zal een deel van de teamleden aanwezig zijn. Aanwezigheid bij dergelijke activiteiten valt gedeeltelijk binnen het taakbeleid, maar komt vaker voort uit de persoonlijke betrokkenheid van de leerkrachten.
5.2 Vervanging Bij ziekte, verlof en scholing wordt de groepsleerkracht vervangen door een invaller. Daarvoor is Stichting Archipel aangesloten bij het mobiliteitscentrum van de IJsselgroep; Edudesk. Edudesk is een organisatie die verschillende leerkrachten in dienst heeft en leerkrachten die op contractbasis voor de organisatie werken. Al naar gelang het type verlof, worden er invallers ingezet. Voordeel van deze constructie is uiteraard dat de school bij calamiteiten invallers in kan zetten en geen kinderen naar huis hoeft te sturen. 5.3 Opleiding & Ontwikkeling Leerkrachten hebben binnen hun baan uren beschikbaar om hun vakkennis en –kunde up to date te houden. In sommige gevallen, als het gaat om het ontwikkelen van specifieke en/of noodzakelijke kennis en vaardigheden, volgen leerkrachten extern cursussen of opleidingen. Ook voor het team zijn er jaarlijks verschillende scholingsonderwerpen. Die hangen samen met de doelen die de school zichzelf stelt. Leerdoelen voor het team komen ook voort uit beleid dat bovenschools wordt ingezet. Er wordt binnen Archipel gewerkt aan de invoering van IPB, Integraal Personeelsbeleid. Dit houdt onder andere in dat leerkrachten elkaar feedback geven op hun functioneren en dat, na een gesprek met de directeur, persoonlijke ontwikkelingsplannen worden opgesteld. Het geven van feedback vereist een open cultuur en goede communicatieve vaardigheden. Dit valt binnen de scholingsonderwerpen voor het hele team. Er worden over het algemeen twee studiedagen per jaar onder lestijd voor het team gepland. In bijzondere gevallen, bijvoorbeeld door beschikbaarheid van externe trainers, kan dit meer zijn. Er vindt ook opleiding plaats in de teamvergaderingen of na schooltijd. Studiedagen voor het team waarop de kinderen vrij hebben staat in de activiteitenplanning, in de nieuwsbrief en op de website. 5.4 Stagiaires & LIO-ers Via de PABO en het MBO komen er jaarlijks een aantal stagiaires de school in. Zij geven ook lessen en in het geval van een LIO (leraar in opleiding) staan zij geheel zelfstandig voor de groep. De oorspronkelijke leerkracht houdt de eindverantwoordelijkheid en is tevens de begeleider van de LIO-er. Voor algemene vragen kunt u bij de LIO-ers terecht, gaat het echter om meer onderwijsinhoudelijke, diepgaande vragen dan is de leerkracht de aangewezen persoon. Verder kunnen er op school studenten van andere studiejaren aanwezig zijn. Ook andere studierichtingen worden soms vertegenwoordigd: Sociaal Pedagogisch Werk en de Academie voor Lichamelijke Opvoeding.
6. DE OUDERS/VERZORGERS Het team van de Johanna Huiskampschool vindt het van groot belang dat er een goede samenwerking is tussen ouders en school. Via een gezamenlijke verantwoordelijkheid proberen we te komen tot een zo groot mogelijke betrokkenheid van ouders en team. De ouders verwachten van de school een zo goed mogelijke inzet om het onderwijs aan hun kind te geven. De school verwacht van de ouders een betrokkenheid op hetgeen in de school en met hun kind gebeurt. 6.1 De ouderraad De ouderraad helpt bij het organiseren van allerlei festiviteiten op school, behartigt de belangen van de ouders, bevordert dat ouders zich voor de school interesseren en stimuleert ouders ondersteunende werkzaamheden te verrichten. De ouderraad vergadert regelmatig om
activiteiten te plannen en te evalueren. Bij deze vergaderingen is altijd een leerkracht aanwezig die de nodige informatie en adviezen kan geven. De ouderraad is goed georganiseerd, heeft een huishoudelijk reglement en organiseert verkiezingen. 6.2 De medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad is een door de overheid verplicht ingestelde raad met vastgelegde rechten en plichten. De MR kan advies en/of instemming uitbrengen met betrekking tot zaken die de onderwijspraktijk raken. Dit kan zowel gevraagd als ongevraagd. De medezeggenschapsraad bestaat uit zes personen. Drie ouders en drie leerkrachten. De directeur heeft hierin een adviserende functie. Onze school is een van de scholen van de Stichting Archipel. Iedere school heeft een eigen MR. De belangen van de medezeggenschapsraden worden behartigd door een gemeenschappelijke MR: De GMR. Vanuit elke school wonen een ouder en een teamlid de vergaderingen van de GMR bij. Tijdens deze vergaderingen komen bovenschoolse zaken aan de orde. 6.3 Hulpouders Aan het begin van het schooljaar ontvangen de ouders een formulier om zich voor diverse werkzaamheden in te schrijven. Zo kunt u zich aanmelden voor o.a. klussen, klassenouder, handdoekenwas, sportdagen, etc. Wij zijn erg blij met deze vorm van hulp aan de school (lees: uw kinderen.) 6.4 Informatievoorziening naar ouders De school vindt het belangrijk de ouders tijdig en juist te informeren over belangrijke zaken. Deze informatie verspreiden we via de mail. Het blijkt een uiterst effectieve en snelle wijze van communiceren te zijn. Het is van groot belang dat ouders er op toezien de school te voorzien van het juiste (gewijzigde) e-mailadres. Ook vanuit de school wordt dit nauwgezet in de gaten gehouden. Wilt u informatie toch op papier, wilt u dit doorgeven aan de leerkracht van uw kind ? We houden u op de volgende wijze op de hoogte: * De schoolgids Het document waarin de school uitleg geeft over haar uitgangspunten en werkwijze. * De maandbrief. Om op de hoogte te blijven over hetgeen in en rond de school gebeurt, krijgt uw kind regelmatig informatie mee naar huis: de Maandbrief. Via dit maandelijks informatieblaadje informeert het team de ouders over zaken die de school en ouders aangaan. * De kalender. Aan het begin van het schooljaar ontvangt ieder gezin een schoolkalender. Hierop staan alle geplande data van het schooljaar. Aanvullingen vindt u in de maandbrief. Ook de kalender ontvangt u digitaal. * De schoolkrant. De schoolkrant, het Bubbelblad, verschijnt twee keer per jaar, en is bestemd voor ouders/verzorgers, leerlingen en personeelsleden. De schoolkrant ontvangt u op papier. * Informatieavonden. In de eerste weken van het schooljaar wordt er voor iedere groep een informatieavond georganiseerd. Deze avond richt zich op twee belangrijke zaken; de
algemene informatie en de groepsinformatie. Tijdens de algemene informatie geeft de directeur toelichting op ontwikkelingspunten en organisatie van de school. In de klas informeert de leerkracht u over de gang van zaken in de groep en de wijze van werken. U kunt materialen zien, methoden inkijken en krijgt informatie over het werken met weektaken. Natuurlijk is er voldoende gelegenheid voor het stellen van vragen. * Intakegesprek. Voor de ouders van nieuwe kleuters is er ongeveer 6 weken nadat het kind vier is geworden een gesprek met de groepsleerkracht. In dit gesprek worden allerlei zaken besproken aangaande uw kind. * Contactavonden. Vier maal per schooljaar wordt de gelegenheid geboden om de vorderingen van een leerling met de groepsleerkracht te bespreken. Twee van die gesprekken zijn verplicht. Deze gesprekken vinden plaats naar aanleiding van het rapport. Buiten deze gelegenheden om is het personeel van onze school altijd bereid om met de ouders van gedachten te wisselen. (na schooltijd) *Inloop. Een aantal malen per jaar vinden er inloopmomenten plaats voor de groepen 3 t/m 8. Ouders worden dan in de gelegenheid gesteld de klassen te bezoeken en een gesprekje met de leerkracht aan te gaan. De kinderen kunnen op deze wijze hun gemaakte werk laten zien. Deze data worden vermeld in de jaarkalender. * Algemene ouderavond. Ieder jaar organiseert de ouderraad een algemene ouderavond. Op deze jaarvergadering wordt o.a. de begroting van de ouderraad voor het komend schooljaar behandeld. Het tweede gedeelte van de avond staat meestal in het teken van een thema. 6.5 De ouderbijdrage Jaarlijks wordt door het team in samenwerking met de OR een aantal activiteiten voor de kinderen georganiseerd, zoals schoolreisjes, schoolkamp, herfstspeurtochten, sinterklaas - en kerstfeest, eindfeest, musicals etc. Om deze activiteiten te kunnen bekostigen, is geld nodig. Dat is dan ook de reden dat er jaarlijks een bijdrage wordt gevraagd van de ouders. De hoogte van deze bijdrage wordt jaarlijks tijdens de algemene ouderavond vastgesteld. De ouderbijdrage is exclusief het schoolreisje van groep 1 t/m 7 en het schoolkamp van groep 8. Hiervoor wordt een aparte bijdrage gevraagd. Wij willen u erop wijzen dat dit bedrag vrijwillig is. Het spreekt echter vanzelf dat we de activiteiten niet op de huidige wijze kunnen organiseren wanneer veel ouders de bijdrage niet zouden betalen. U wordt verzocht de ouderraad te machtigen voor overschrijving van het schoolgeld. Deze machtiging vindt u op onze site. Ook kunt u het gevraagde bedrag overmaken op rekening nummer 31.61.69.366. ten name van de penningmeester van de Johanna Huiskampschool te Eerbeek. 6.6 Overblijven Dit wordt door de school geregeld.. Er is een overblijfmogelijkheid op maandag, dinsdag en donderdag en vrijdag. Tijdens het overblijven staan de kinderen onder toezicht van twee ouders. Er zijn regels opgesteld, waaraan iedereen zich houdt tijdens het overblijven De kinderen betalen voor een losse keer overblijven € 2,00 deze kunnen allen donderdags gekocht worden. Abonnementen en stempelkaarten zijn goedkoper.
U kunt een stempelkaart/abonnement digitaal kopen. (dit heeft de voorkeur) U stuurt dan een mailtje (
[email protected]) met vermelding welke kaart u wilt kopen, en maakt het daarbij behorende bedrag over op de Rabobank rekening. Alle overige info kunt u vinden op de website. Het rekening nummer is; 1541.83.784 o.v.v. overblijf obs. Johanna Huiskamp. Vermeld daar ook de naam/namen van uw kind(eren). De overblijfcoördinator is mevrouw Jet Tuinhout. tel. 0313-655349 of 06-25013396
7. OVERIGE INFORMATIE 7.1 Algemeen Eten en drinken tijdens de pauze De kinderen mogen elke ochtend iets te eten en te drinken meenemen. Wij raden aan om b.v. een beker melk of sap en een stuk fruit of een koek mee te geven. De dinsdag en woensdag zijn bij ons de fruitdagen, we nemen alleen fruit mee. De kinderen mogen geen frisdrank of snoep meenemen. Om de hoeveelheid afval te beperken verzoeken wij u uw kind geen pakjes of flesjes drank mee te geven. Traktaties Als een kind jarig is mag het de andere kinderen uit de klas trakteren. (eventueel broertjes of zusjes) Onze voorkeur gaat uit naar een gezonde traktatie. De jarige mag daarna met 2 klasgenootjes de klassen rond om de overige leerkrachten te trakteren. Dit laatste is vrijblijvend. Gevonden voorwerpen Als uw kind kleding of iets dergelijks kwijt is, dan zoeken zij eerst alleen of samen met de leerkracht. Gevonden voorwerpen leggen wij neer in het kantoor bij de ingang van het hoofdgebouw. Wij verzoeken ouders dit ook te doen. Wij raden u aan vooral in gymkleding de naam van uw kind te zetten. Aan het eind van het kalenderjaar worden alle gevonden voorwerpen tijdens de rapportgesprekken in de speelzaal van het hoofdgebouw neergelegd. Alles wat overblijft wordt weggedaan of meegegeven aan goede doelen. Mobile telefoons Mobieltjes worden op onze school niet toegestaan. We verzoeken u hier rekening mee te houden. Wilt u om persoonlijke reden dat uw kind toch een mobiel mee naar school neemt, neemt u dan contact op met de groepsleerkracht. De mobieltjes worden door de groepsleerkracht in de klas bewaard. De school is niet aansprakelijk voor beschadiging en/of diefstal Vernielen Het moedwillig beschadigen of vernielen van schoolmateriaal door een leerling zal door de ouders van het kind moeten worden vergoed. Dit geldt tevens voor het verliezen of kwijtraken van materialen. (Hierover ontstaan nog wel eens misverstanden, vandaar dat wij dit in onze schoolgids vermelden) Schoolvulpen
In groep 4 krijgen alle kinderen een vulpen van school. Het is de bedoeling dat ze hier hun verdere basisschoolperiode mee doen. Mocht deze vulpen stuk of zoek raken, dan moet het kind zelf voor een nieuwe zorgen. De mogelijkheid bestaat om er voor € 7,25 op school een te kopen.
Verjaardagen leerkrachten Een van de leukste dagen is de verjaardag van de groepsleerkracht. De kinderen nemen dan meestal een klein cadeautje mee, dit kan een tekening, knutselwerkje of een gedicht zijn. In de hogere groepen wordt soms een cadeau namens alle leerlingen van de klas gegeven. De kinderen organiseren dit zelf. E.e.a. is geheel vrijblijvend. Vaak organiseren de leerkrachten zogenaamde juffendagen. De diverse bouwen vieren dan gezamenlijk de verjaardagen van de leerkrachten. Gymnastiek De kinderen krijgen twee keer drie kwartier gym in de week. Soms is het vanwege roosters deze lessen te clusteren tot één les van anderhalf uur. De kinderen gymmen in de speelzaal in het hoofdgebouw(groep 1 en 2 en soms 3), sporthal de Boehle en de gymzaal naast de dependance. In overleg met de vakleerkracht gymnastiek hebben we de volgende regels opgesteld: • Tijdens de les mogen de kinderen geen sieraden en horloges om. • Bij ziekte of blessure verlangen wij een briefje van de ouders. • In de gymzaal zijn gymschoenen verplicht, die niet buiten worden gedragen, echter geen gymschoenen met zwarte zolen. • Indien een kind gymkleding vergeet, moet hij gymmen in kleding van school. • De kinderen mogen niet gymmen in de kleding die ze al aan hebben. • Jongens dragen een korte sportbroek en eventueel een shirt, meisjes hetzelfde of een gympakje. De leerkrachten brengen en halen de kinderen uit de gymzaal. Hoofdluis Na elke vakantie controleren de “luizenmoeders” op woensdagochtend alle kinderen. De ouders worden door deze “moeders” rechtstreeks benaderd indien hoofdluis wordt geconstateerd. Wij willen u vragen om op deze dagen geen vlechten, gel, haarspeldjes e.d. te gebruiken. Schoolfotograaf Eens per jaar komt de schoolfotograaf. In overleg met de ouderraad is besloten ieder jaar individuele foto´s en een groepsfoto te maken. U bent vrij de foto´s al dan niet te bestellen. Milieu In school staat een verzamelbox voor batterijen. Tevens kunt u uw lege printercartridges en oude mobiele telefoons op school inleveren. De school zamelt vier maal per jaar oude kleding in. Dit wordt verzorgd door Het Leger Des Heils. De verzameldata leest u in de maandbrief.
Fietsen
De school is niet aansprakelijk voor de in de fietsenstalling geplaatste fietsen. Wij adviseren u om uw kind lopend naar school te laten gaan, zeker indien u op loopafstand van de school woont. Op het schoolplein mag niet worden gefietst. Wij hanteren de regel dat leerlingen die binnen een straal van 500 meter van school wonen lopend naar school gaan Parkeerafspraken Voor r iedereen de volgende spelregels: 1. De stoeprand langs het schoolplein is een KISS AND GO zone. Alleen graag uw kinderen laten uitstappen, niet parkeren! 2. Op het parkeerterrein van school kunt u parkeren in de parkeervakken. Als er geen plek is moet u buiten het parkeerterrein een plekje zoeken. Denkt u hierbij aan de Rentmeesterhof. 3. Parkeer altijd zo dat u geen kinderen of verkeer onnodig hindert. Vooral in de Boerenstraat. Een klein stukje lopen kan toch geen probleem zijn? 4. Kom zo veel mogelijk op de fiets. Goed voor u, voor het milieu en voor onze kinderen. Probeer het trottoir vrij te houden van geparkeerde fietsen. Pleinwacht Zowel voor – als na schooltijd wordt er door de leerkrachten pleinwacht gelopen, evenals in de pauzes. Wieltjesdag Op vrijdag mogen de kinderen speelgoed meenemen met wieltjes. U kunt dan denken aan steppen, waveboard, skates, rolschaatsen e.d. De andere dagen spelen we dan met andere materialen. 7.2 Leerplicht Als een kind 4 jaar is, geldt er nog geen leerplicht. De ouders mogen de leerling nog thuis houden, als zij dat noodzakelijk achten. Men moet de leerkracht wel meedelen, dat de leerling bijvoorbeeld een morgen thuis blijft. De leerplicht geldt vanaf de eerste schooldag van de volle maand, die volgt op de 5e verjaardag van de leerling. Vanaf die dag moet de leerling naar school. In de periode dat een leerling 5 jaar is, mag hij 5 uur per week thuis worden gehouden. Hierover moeten de ouders een afspraak maken met de directeur. Deze 5 uren per week mogen echter niet opgespaard worden tot een langere aaneengesloten periode. Indien een leerling langer dan 5 uren per week thuis zou moeten blijven, kan de directeur na schriftelijk verzoek van de ouders, hiervoor toestemming geven tot maximaal 10 uren per week. Vanaf het 6e jaar zijn alle leerlingen leerplichtig voor alle uren van de week. Verlof – en verzuimregeling. Op school is een informatiefolder verkrijgbaar bij de directie over schoolverlof (vrijstelling van onderwijs), verstrekt door de leerplichtambtenaar van de gemeente Apeldoorn. Hierbij een samenvatting: De directeur is hoofdelijk aansprakelijk voor het verleende verlof, al dan niet geoorloofd. Controle vindt plaats door de leerplichtambtenaar.
Verlof buiten de schoolvakanties wordt niet verleend, gewichtige omstandigheden daargelaten. In de wet is dit duidelijk omschreven. Verlof aansluitend aan een vakantie mag nooit worden verleend ! De volgende situaties zijn geen gewichtige omstandigheden: - Familiebezoek in het buitenland - Vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding - Vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden - Een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakantie op vakantie te gaan - Eerder vertrek of latere terugkeer in verband met verkeersdrukte, bijvoorbeeld de vrijdag voor de krokusvakantie ! - Verlof voor een kind omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn. Voor vragen kunt u terecht bij de directeur of de leerplichtambtenaar van de gemeente Apeldoorn. Vrijstelling van onderwijs. Het is mogelijk dat u vanwege bepaalde religieuze opvattingen niet wilt dat uw kind deelneemt aan vieringen. Wij adviseren u om hierover ruim van tevoren contact op te nemen met de directeur van de school, zodat er geen misverstanden ontstaan ten tijde van die betreffende viering. Het is niet verplicht om op schoolreis of schoolkamp mee te gaan. Indien u er voor kiest om uw kind niet mee te laten gaan, houdt dit in dat uw kind wel naar school moet. In onderling overleg wordt een programma voor die dag(en) samengesteld. 7.3
Toelating, schorsing en verwijdering
* Toelating. In Eerbeek hebben de directies afspraken gemaakt ten aanzien van het overnemen van kinderen gedurende het schooljaar, of aan het eind daarvan. Dit houdt in dat een school pas kinderen inschrijft van een andere school uit Eerbeek, nadat de ouders van het betreffende kind dit gemeld hebben bij de directie van de school die zij willen verlaten. Dit om problemen te voorkomen en een goede communicatie te waarborgen. * Schorsing en verwijdering. Voor de scholen van het de Stichting Archipel is een protocol “Schorsing en verwijdering” vastgesteld. Het protocol is op school ter inzage aanwezig. Samenvatting. Er zijn drie vormen van maatregelen mogelijk. 1. Time out. Een leerling wordt de rest van de dag de toegang tot de groep ontzegd. De ouders/verzorgers van de leerling worden, indien mogelijk, onmiddellijk op de hoogte gesteld. 2. Schorsing. Bij een volgend of ernstig incident kan tot schorsing worden overgegaan. Gedurende een bepaalde periode wordt de leerling de toegang tot de school ontzegd. 3. Verwijdering. Bij het meermalen voordoen van een ernstig incident, dat ingrijpende gevolgen heeft voor de veiligheid en/of onderwijskundige voortgang van de school, kan worden overgegaan tot verwijdering van de leerling. In het algemeen geldt dat: - een leerling nooit zondermeer naar huis wordt gestuurd.
-
De ouders bij alle vormen van maatregelen worden uitgenodigd voor een gesprek.
7.4 Schoolverzekering De leerlingen van onze school zijn verzekerd tegen ongevallen, als uw eigen ziektekostenverzekering hier onverhoopt niet in voorziet. De verzekering geldt tijdens de gebruikelijke veilige route van en naar huis. De verzekering geldt ook voor alle activiteiten in schoolverband, zoals schoolreisjes, excursies en schoolkamp. In voorkomende gevallen kunt u contact opnemen met de directeur. De verzekering dekt geen schade aan kleren, brillen en apparatuur. Daarvoor heeft ieder gezin een WA-verzekering. Het is goed eens na te gaan of u wel een (voldoende/ uitgebreide) WA-verzekering heeft.
Tot slot Wij hopen dat deze schoolgids een duidelijk beeld geeft van de Johanna Huiskampschool. De informatie kan in de loop van het schooljaar wijzigen. Via de maandbrief houden wij u op de hoogte. Mocht u informatie missen of heeft u op – of aanmerkingen, geeft u dat dan door aan één van de groepsleerkrachten of de directie.