SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE EEN WOORD VOORAF HET OPENBAAR PRIMAIR ONDERWIJS IN ALMELO -OPOAHET SCHOOLBESTUUR EN DE OPOA-ORGANISATIE 1.
1.1 1.2 1.3 1.4 2.
2.1 2.2 2.3 2.4 3.
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 4. 5.
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 6.
6.1 6.2 6.3 6.4 7.
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 8.
8.1
1
DE SCHOOL
de naam de wijk het gebouw de kinderen
4 5 6
7
WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT
uitgangspunten/visie doelen en kenmerken hoe willen we onze doelen bereiken? de Academische Opleidingsschool DE ORGANISATIE VAN ONS ONDERWIJS
onderwijs in onze kleutergroepen zelfstandig werken uitdagend onderwijs computers en digitale schoolborden beleid publicaties foto’s op het internet een open school verplichte onderwijstijd en leeractiviteiten urentabel De vakken nader bekeken KWALITEITSZORG DE ZORG VOOR DE KINDEREN
toelatingsbeleid/aanmelding leerlingvolgsysteem de zorglijn binnen de school handelingsgericht werken (HGW) kleuterverlenging/zittenblijven (doubleren) Passend onderwijs/ Schoolondersteuningsplan (SOP) schoolondersteuningsteam (SOT+) plusleerlingen protocol dyslexie en dyslexiebehandeling onder schooltijd naar het voortgezet onderwijs POVO-project ONDERWIJZEND PERSONEEL
de leerkrachten meerdere leerkrachten voor de groep vervanging van leerkrachten nascholing van leerkrachten
8 9 10 11
12
13 18 20
23 24
29 30
31
32
DE OUDERS
contacten school/ouders informatie aan ouders/informatie voor gescheiden ouders inspraak ouders mening ouders ouderparticipatie Commissie Ouder Participatie (COP) medezeggenschapsraad (MR) gemeenschappelijk medezeggenschapsraad(GMR) ouderparticipatie jehova’s getuigen VEILIGHEID OP SCHOOL
veiligheidsbeleid
33
34
35
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 9.
schorsing en/of verwijderingsbeleid klachtenregeling seksuele intimidatie/ kindermishandeling pestgedrag privacy SAMENWERKING MET ANDERE INSTELLINGEN
9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7 9.8 9.9 9.10
voor individuele leerlingen scholen voor speciaal basisonderwijs scholen voor Speciaal Onderwijs overige scholen voor openbaar onderwijs basisscholen in de wijk peuterspeelzaal VVE-beleid jeugdgezondheidszorg JGZ jeugdtandverzorging overige
10.
B C D
G H I K L M O
P R S
2
41
43
PRAKTISCHE ZAKEN VAN A TOT Z
A
E F
39
-
- aanvang school en einde schooldag - adreswijzigingen en telefoonnummers - bedrijfshulpverlening (BHV)/ontruimingsplan - buitenschoolse opvang (BSO) - contact met de leerkrachten - combinatiegroepen - continurooster(zie F/feestdagen) - dieet/allergie - dieren. - eten en drinken - feesten - fietsen - fotografie/filmen in school/internet/publicaties - gedragscode - gevonden voorwerpen - gymnastiektijden - huiswerk - honden: zie dieren - inloop: zie A - kinderpostzegels - kapotgemaakte materialen - kledingvoorschriften - lichamelijke oefening aan kleuters - lichamelijke oefening leerlingen van groepen 3 t/m 8. - Luizen Opsporings Team = LOT - mobiele telefoon/geluid- en/of beelddragers in school - medicijnen/medisch handelen - maandsluiting/-opening - omgangsprincipes - open klas - ouderbijdrage - overblijf - pleinwacht - privacyreglement: Zie hoofdstuk 8 - rookvrije school - scholierenongevallenverzekering - schoolfotograaf - Stapinfo
44 45
46
47
48
49 51
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE
T V
Z 12. 13. 14.
3
-
schoolreglement/gedragscode (zie hfdst 8) schoolreizen en –kampen schoolsporttoernooien schooltijden schoolvakanties en vrije dagen (alle kinderen zie punt V) schoonmaak schoolmateriaal SOS-formulier speelgoedochtenden kleuters sponsoring stage studenten startdag studiedagen team trakteren toiletgebruik vakanties en vrije dagen (zie schoolgids deel b) verhuizingen verkeersbrigade veilig vervoer vereniging Openbaar Onderwijs (VOO) verlof leerkracht verlof leerling /verzuimregeling - ziekmelding leerlingen TOTSTANDKOMING EN VERANTWOORDING VAN DE SCHOOLGIDS LIJST MET AFKORTINGEN Instemming medezeggenschapsraad
52
53
54
55 56
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE
EEN WOORD VOORAF Geachte ouders/verzorgers, Onze schoolgids is in een nieuw jasje gestoken en zal voortaan bestaan uit 2 gedeelten. Voor u ligt schoolgids deel A Schoolgids deel A laat zien wat het team van de Stapvoorde voor uw kind kan betekenen en wat u als ouder/verzorger van het team mag/kunt verwachten. Dit A-gedeelte van de schoolgids verschijnt elke vier jaar. Dit gedeelte ligt hier voor u. Schoolgids deel B bevat de informatie die geldt voor het nieuwe schooljaar. Hierin staat ook de onderwijskundige verantwoording waarin we terugkijken en vooruitkijken. Aanvullend op de informatie in deze gids stellen we u elk jaar tijdens een open dag in de gelegenheid op school te komen kijken hoe we dit alles in de praktijk brengen. U ervaart dan zelf hoe wij met elkaar omgaan en hoe we ons onderwijs inrichten. Deze gids is niet alleen bedoeld voor ouders die voor hun kind(eren) een enthousiaste en uitdagende school zoeken, maar ook voor ouders van wie de kinderen al op onze school zitten. Door ook onze website www.de-stapvoorde.nl te bezoeken kunt u beschikken over allerlei andere wetenswaardigheden en activiteiten van onze school. Foto’s van de alledaagse praktijk geven daarbij een levendige impressie. Wilt u nader kennis maken of hebt u nog vragen?................................................ U bent altijd welkom voor een persoonlijk gesprek of om een kijkje te nemen in de school. We vinden het fijn als u contact opneemt voor het maken van een afspraak. Namens de leerlingen, team, de medezeggenschapsraad en directie, Cyril Bolscher
4
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE
HET OPENBAAR PRIMAIR ONDERWIJS IN ALMELO – OPOA –
‘Voor iedereen aantrekkelijk en toegankelijk’ De openbare scholen in Almelo vinden het aanleren van vaardigheden als rekenen, taal, lezen en schrijven zeer belangrijk. Kwaliteit staat hoog in het vaandel. Ook de creatieve vakken en de hulp aan individuele leerlingen krijgen ruime aandacht. Maar onderwijs geven is meer. De scholen leren de kinderen om te gaan met de waarden en normen die van groot belang zijn in de samenleving: tolerantie, respect en solidariteit. Deze ideeën vindt u terug in de manier waarop de personeelsleden met de kinderen, de ouders en met elkaar omgaan. Dat ziet u ook aan de inhoud van de lessen en de boeken of methoden die gebruikt worden. De kinderen, ouders en leerkrachten hebben verschillende en eigen opvattingen over godsdienst en levensbeschouwing, zoals iedereen in de samenleving. De scholen schenken uitgebreid aandacht aan deze uiteenlopende denkbeelden en meningen. Verschillen tussen kinderen en ouders in uiterlijk, opvattingen en levensbeschouwing worden niet verzwegen, maar worden gebruikt als een van de uitgangspunten voor het openbaar onderwijs: zo leren kinderen respectvol met elkaar om te gaan. Alle kinderen, ouders en leerkrachten zorgen ervoor dat het onderwijs levendig en kleurrijk is. Daarmee zijn de openbare scholen de samenleving in het klein en een afspiegeling daarvan. OPOA verzorgt openbaar primair onderwijs in de gemeente Almelo. Naast de gewone scholen voor basisonderwijs heeft de stichting een SBO (school voor speciaal basisonderwijs) en een regiovoorziening voor niet Nederlandstalige leerlingen. Deze school kent een adviescommissie waar de bestuurders van de drie grotere Almelose schoolbesturen deel van uitmaken. HET SCHOOLBESTUUR EN DE OPOA-ORGANISATIE Per 1 oktober 2013 is er sprake van een nieuwe bestuursvorm voor de Stichting OPOA (conform de wet op het Primair Onderwijs en de Code ‘Goed onderwijs, Goed bestuur’), te weten het Raad van Toezicht model. De gemeenteraad heeft ingestemd met de statutenwijziging van OPOA en de leden van de Raad van Toezicht benoemd. De leden Raad van Toezicht van de Stichting OPOA zijn:
De heer J.P. Wassens (Jan Peter) / voorzitter, Mevrouw W.G.M. Dijkers-Assen (Wendy), Mevrouw D.A. Verbaan (Diane), De heer J.W. Kromdijk (Jan Willem), De heer G.C.R. van Roekel (Rob).
Toelichting op de Code Goed onderwijs, Goed bestuur en het Raad van Toezicht model De PO-Raad (=landelijke vereniging van schoolbesturen) heeft in januari 2010 de Code Goed Bestuur primair onderwijs vastgesteld. Schoolbesturen en intern toezichthouders kregen hierbij de opdracht om de bestuurlijke inrichting en het bestuurlijk functioneren te toetsen aan de principes van de Code goed onderwijs, goed bestuur. Wet en Code spreken over scheiding van de functies van bestuur en intern toezicht. Daarmee wordt gedoeld op de activiteiten ‘besturen’ (maken van beleidskeuzes, nemen van besluiten in het kader van beleid en beheer, de dagelijkse leiding van de organisatie e.d.) en ‘toezien’ (goedkeuren van strategisch beleid en belangrijke besluiten, beoordeling van het besturen e.d.). Deze functies zouden niet door dezelfde persoon/personen uitgeoefend moeten worden.
5
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE Stichting OPOA heeft gekozen voor de ‘organieke scheiding’. Daarbij worden de functies van ‘besturen’ en ‘toezien’ statutair verdeeld over twee organen: een Raad van Toezicht die toeziet en een professioneel bestuur (College van Bestuur) dat bestuurt, dus uitvoering geeft aan de dagelijkse leiding van OPOA. In de nieuwe statuten is opgenomen dat het College van Bestuur uit maximaal 2 personen kan bestaan (waarvan een persoon de voorzittersrol heeft). De afgelopen twee jaar werd OPOA geleid door een bestuurder ad interim, per 1 augustus 2014 is de heer A. Kraak (Arie) door de Raad van Toezicht benoemd als voorzitter College van Bestuur. De dagelijkse leiding in een basisschool van OPOA ligt in handen van een zelfstandige directeur. Hij/zij is de eerst aanspreekbare verantwoordelijke voor de school en verantwoordt zich aan de voorzitter van het College van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft als intern toezichtorgaan een aantal specifieke taken en bevoegdheden (die grotendeels in de wetgeving aan dit orgaan worden toebedeeld). Het betreft het toezicht houden op het beleid van het College van Bestuur, het functioneren van het College van Bestuur en de algemene gang van zaken binnen de stichting. Ook heeft de Raad van Toezicht enkele directe eigen taken en bevoegdheden, zoals de aanwijzing van de accountant, benoeming en ontslag van het college van bestuur e.d. (Bron: Code Goed bestuur PO-raad, 2010) Rol gemeenteraad Het nieuwe toezichtmodel brengt met zich mee dat de verantwoordelijkheden van de gemeenteraad zijn veranderd. De gemeenteraad is nu alleen nog verantwoordelijk voor het vaststellen van (wijzigingen) van de statuten, het benoemen en ontslaan van leden van de Raad van Toezicht, het bij ernstige verwaarlozing voorzien in het bestuur van de stichting, het besluit tot ontbinding van de stichting en het besluit tot opheffen van een openbare school. OPOA en de medezeggenschap Het bestuur en management van OPOA hebben, om goed te kunnen functioneren, kritische ouders en personeelsleden nodig. Kritisch in de zin van het verder opbouwen van de organisatie, waarbij volop rekening wordt gehouden met de belangen van ouders en personeelsleden. Een management- of bestuursbelang hoeft niet altijd parallel te lopen met de ouder- en/of personeelsbelangen. Op schoolniveau overlegt de directeur over de schoolse zaken regelmatig met de schoolgebonden medezeggenschapsraad (MR) als vertegenwoordiger van OPOA en op bovenschools niveau overlegt de algemeen directeur regelmatig met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). De beide raden werken in relatie tot het management en bestuur volgens een aantal spelregels: het reglement voor de MR en het reglement voor de GMR. Indien u als individuele ouder beleidsmatige invloed wenst, dan verloopt dat op schoolniveau via de MR en op OPOA-niveau via de GMR. In de schoolgids staat vermeld wie uw vertegenwoordigers zijn (zie Hoofdstuk 14: Adressen). De openbare scholen werken onderling op diverse terreinen samen om de kwaliteit te verbeteren; kwaliteit op het gebied van onderwijs, inhoud, de zorg, de organisatie en de communicatie. Informatie over OPOA kunt u vinden op de website www.opoa.nl
1.
DE SCHOOL
1.1 De naam De naam van de school is samengesteld uit de woorden “stap” en “voorde”. Een voorde is een doorwaadbare plaats in een rivier of moeras. Op de plaats waar de school staat bevond zich vroeger een moeras, een “broek”. Men kon daar ergens door “stappen” bij de “voorde”. Symbolisch gezien kan men zeggen dat het hele schoolse proces van ontwikkelen en leren een voorzichtig stappen is door een overvloed aan informatie; de Stapvoorde
6
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE helpt daarin een goede weg te vinden. 1.2 De wijk De wijk waarin de school staat heet ’t Windmolenbroek. In de wijk wonen ongeveer 15000 mensen. Inmiddels staan er vijf scholen voor primair onderwijs, waarvan er één een katholieke (De Compaan), twee een christelijke (De Huve en De Mare) en twee een openbare identiteit hebben: De Stapvoorde en De Bonkelaar. 1.3 Het gebouw De Stapvoorde is in 1980 gebouwd en is vanwege groei in de jaren daarna en rond 2003 diverse keren uitgebreid. De onderbouw heeft net als de midden- en bovenbouw een eigen ingang. Hierdoor is de kleinschaligheid behouden. 1.4
De kinderen
De bevolking van ’t Windmolenbroek is een getrouwe afspiegeling van de Nederlandse samenleving. Zo’n dertien procent van de bijna 225 leerlingen van De Stapvoorde heeft een achtergrond met een andere nationaliteit. Deze verscheidenheid onderstreept het openbare karakter van onze school. Het Windmolenbroek dankt z’n naam aan de “Windemoele op ’t Broek”, (de kooren Windmoele op het Almeloose Broek gelegen), een windkorenmolen uit 1645, met stenderkast, eigendom van de Graaf van Rechteren. 2. 2.1
WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT Uitgangspunten/visie De Stapvoorde: staat open staat voor elk kind van 4 tot en met 12 jaar. vindt het in principe onjuist een kind te weren op welke grond dan ook. De grens van onze zorgcapaciteit is echter bepalend of wij het kind een optimale ontwikkeling kunnen bieden. Zie hfdst. 5. laat de kinderen kennismaken met de maatschappij op zowel cognitief, sociaal, fysiek als emotioneel gebied. gaat uit van wederzijds respect van zowel kinderen, ouders als leerkrachten, waarbij de principes van de “paraplu” worden gehanteerd. -iedereen hoort er bij. -de ruimte is voor allemaal. -we zijn zuinig op eigen en andermans eigendommen. zorgt voor een veilige omgeving voor de kinderen op zowel fysiek als emotioneel gebied. is samen met de ouders verantwoordelijk voor de opvoeding van de kinderen. vindt daarom een goede communicatie met de ouders belangrijk. vindt dat elke leerkracht onderdeel is van het gehele team. Samen moeten zij het onderwijs aan uw kind vormgeven.
‘respect voor de mening van de ander‘
2.2 Doelen en kenmerken Kerndoelen: De overheid stelt heel duidelijk in de kerndoelen wat wij in acht jaar tijd met de kinderen moeten bereiken. Deze kerndoelen hanteren wij op onze school. Er is echter genoeg ruimte om de wijze waarop deze doelen gehaald moeten worden zelf in te richten. Zo kunnen wij bijvoorbeeld methoden kiezen die voldoen aan de kerndoelen maar ook passen bij de wijze waarop wij kinderen iets willen leren. In ons schoolplan wordt naar deze kerndoelen verwezen. Het schoolplan ligt op school voor u ter inzage.
7
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE
2.3
Leeromgeving: De Stapvoorde gaat er van uit dat de natuurlijke ontwikkeling van de kinderen pas goed uit de verf komt als de leeromgeving aansluit bij hun beleving- en bevattingswereld. De leerlingen moeten uitgedaagd worden om te onderzoeken, te ondervinden en te leren. Het leerklimaat, de leerwijze en het leermateriaal geven ruimschoots de kans die uitdaging te bieden, waardoor in een structuur van gerichte begeleiding de leerlingen hun mogelijkheden benutten. Kennismaking: Sinds de oprichting heeft onze school kinderen van zeer veel verschillende nationaliteiten mogen opleiden, die met z’n allen kleur en verdieping gaven aan ons onderwijs. Dat onderwijs is in belangrijke mate gericht op het aanbrengen van een kritische denkhouding aangaande vragen en inzichten van levensbeschouwelijke aard. En dat kan pas goed in een afwisselende omgeving, een omgeving met zeer uiteenlopende al of niet religieuze achtergronden. Onze openbare school is dan ook een ideale plek voor het ontwikkelen van begrip en respect voor andersdenkenden, waarbij de discussie niet uit de weg wordt gegaan! Er is altijd ruimte voor handelingen, feesten en rituelen die voortkomen uit levensbeschouwelijke opvattingen en regels. Wij vinden dit een voorwaarde om onze leerlingen verantwoord voor te bereiden op een veelvormige samenleving, zoals de onze nu eenmaal is. Begeleiding: Op De Stapvoorde willen we er voor zorgen dat we zo veel mogelijk aansluiten bij het niveau van kennis en vaardigheden van de kinderen, daarbij ook reke-ning houdend met hun gevoelsleven. Dat betekent dat we de kinderen regelmatig onder-zoeken door middel van observatie, testen, toetsen en gesprekken. Hoe willen we onze doelen bereiken?
Bouwen aan een Adaptieve School (BAS) : in 2002 is het team, onder
begeleiding van het Seminarium voor Orthopedagogiek, begonnen met het BASproject. Tijdens trainingen en praktische toepassing in de groep is de aandacht gericht om op een planmatige wijze te werken aan de kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Aan alle recente veranderingen in ons onderwijs zoals het ontwikkelen van visie en missie, de kwaliteitsbewaking, de zorgstructuur, het pedagogisch klimaat, het om-gaan met verschillen tussen kinderen en het coöperatief leren wordt aandacht besteed. We streven er naar om in 2015 alle cellen van het BAS-bouwwerk te hebben vastgelegd in zogenaamde ‘kwaliteitskaarten’ en te hebben opgenomen in het dagelijkse onderwijs. Daarmee sluiten we het BAS-project af (zie ook: Kwaliteitszorg hfdst. 4). Om “adaptief onderwijs” oftewel “onderwijs op maat” te kunnen realiseren is de laatste jaren het onderwijs op De Stapvoorde ingrijpend veranderd. De leerkracht : deze is meer “begeleider” geworden in het ontwikkelingsproces van de kinderen en zorgt er voor dat de leeromgeving zo is ingericht dat het kind zich prettig en veilig voelt, wil samenwerken met anderen, zich uitgedaagd voelt nieuwe dingen te ontdekken en zo zichzelf optimaal ontwikkelt. Uitdagende omgeving: bij het creëren hiervan is de inbreng van de kinderen zelf erg belangrijk. De materialen in het lokaal worden aangepast aan de behoeften van de kinderen. Leerlingvolgsysteem: Het niveau van kennis en vaardigheden van de kinderen wordt regelmatig getest, waardoor de ontwikkeling van het individuele kind nauwgezet gevolgd wordt, zodat bijtijds en adequaat bijgestuurd kan worden als er sprake is van “hiaten” en “storingen”. Sociaal-emotioneel: naast kennis en vaardigheden is de ontwikkeling van het gevoelsleven van de kinderen erg belangrijk. Ook op dat niveau worden de kinderen geregeld bekeken en wordt zo nodig specifieke hulp geboden. Zie ook hoofdstuk 5.
-De Academische Opleidingsschool (zie 2.4 De Academische Opleidingsschool). -Handelingsgericht Werken (HGW) zie hoofdstuk 5.15 -Opbrengstgericht werken zie Kwaliteitszorg hoofdstuk 4
8
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE
2.4
De Academische Opleidingsschool (AOS).
Wat is een academische opleidingsschool?: Een academische opleidingsschool is een school waar opleiden, innoveren (vernieuwen) en onderzoeken op de werkplek centraal staan. Zowel zittende als aanstaande leraren onderzoeken, innoveren en worden op verschillende manieren opgeleid. Dit vindt plaats ten behoeve van de leerresultaten van leerlingen en de professionele ontwikkeling van de mensen binnen de school.
9
De pijlers opleiden, innoveren en onderzoeken vormen gezamenlijk de academische school. Samenwerking: ook de samenwerking met het opleidingsinstituut
Hogeschool Edith Stein (HES) onderdeel van Saxion, speelt een belangrijke rol binnen de academische school, omdat zij over de expertise beschikt om de ontwikkeling van de academische school mogelijk te maken. Opleiden: de eerste pijler richt zich op het opleiden op de werkplek van aanstaande leraren en de professionele ontwikkeling van zittende leraren. Op een academische opleidingsschool worden studenten van de HES op de werkplek door een schoolopleider opgeleid. Dit biedt hen de mogelijkheid hun kennis op de werkvloer op te doen, uit te breiden en toe te passen. Hierdoor wordt de kloof tussen theorie op de opleidingsinstituten en praktijk op de basisscholen verkleind. De Stapvoorde is dus een gecertificeerde opleidingsschool en heeft daarvoor de komende jaren overheidssubsidie ontvangen. Innovatie: de tweede pijler richt zich op vernieuwingen. Elke academische school bepaalt zelf één of meerdere thema’s waarop zij willen innoveren. Deze innovaties zijn specifiek voor de context van die school. Een school kan hierbij kiezen om de gehele didactische aanpak te veranderen, maar ook om bijvoorbeeld één vak op een andere manier invulling te gaan geven. Op De Stapvoorde zijn alle teamleden en studenten hierbij betrokken. Onderzoek: de derde pijler richt zich op onderzoek. Hieraan kan binnen een academische school op verschillende manieren vorm worden gegeven. Allereerst doet op een academische school een pabo-student zijn of haar LIO-stage (Leraar In Opleiding) in de vorm van een onderzoek. Naast het onderzoek blijft de praktische vorming niet onbelicht! Eventueel kunnen ook andere studenten betrokken worden bij dit onderzoek of kunnen zij andere kleinschalige onderzoeken doen. Daarnaast gaan zittende leraren onderzoek doen. Het gehele team is hiertoe verdeeld in ontwikkelgroepen met een eigen ontwikkelthema. Door deze praktijkgerichte onderzoeken kan de leeromgeving verbeterd worden. Bovendien wordt de onderzoekende houding van leraren gestimuleerd, waardoor zij meer zullen reflecteren op hun eigen handelen en beter in kunnen spelen op individuele behoeften van kinderen. Verbinding drie pijlers: Op deze manier lijken de drie pijlers van de academische school los van elkaar te staan. Om een school academisch te kunnen noemen moeten deze pijlers echter met elkaar verbonden zijn. Leraren onderzoeken bijvoorbeeld hoe aan specifieke leerbehoeften van leerlingen kan worden voldaan en hoe ze hier door middel van innovatie daar aan tegemoet kunnen komen. Het onderzoek is op deze manier direct gekoppeld aan de invulling van de innovatie. Daarnaast kan het opleiden van studenten binnen de school een stimulans zijn voor de innovatie. Nieuwe, jonge studenten hebben vaak frisse ideeën, waarmee zij de school verder kunnen helpen. Andersom biedt de academische school de studenten de gelegenheid hun onderzoeksvaardigheden te ontwikkelen en kennis te maken met een innovatieve vorm van onderwijs.
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE Wat betekent dit voor de praktijk op De Stapvoorde?: Kader: een academische opleidingsschool biedt een kader waarin De Stapvoorde zich continu kan ontwikkelen. Dit kader wordt gevormd door invulling te geven aan de onderzoeks-, opleidings- en innovatiepijler. Borging: in het jaarverslag (zie schoolgids deel b) staat een overzicht wat er binnen de ontwikkelgroepen ontwikkeld is en wat er ontwikkeld wordt. Delen: door het onderzoek naar onderwijsinnovaties binnen onze academische opleidingsschool kunnen succesvolle ervaringen worden opgedaan, waar andere scholen hun voordeel mee kunnen doen. Wetenschappelijk: vanuit de wetenschappelijke tak wordt ook onderzoek gedaan naar de potentie van onderwijsinnovatie. Kennisknooppunt: door de verbinding met de HES en de wetenschap vormt De Stapvoorde met alle bijkomende contacten een kennisknooppunt voor andere scholen in de regio. Leeropbrengsten: de allergrootste en belangrijkste opbrengst van de academische basisschool is vanzelfsprekend de positieve uitwerking op de leerresultaten van leerlingen. Doordat de hele school in het teken van schoolontwikkeling staat, wordt steeds nagedacht hoe het team zich moet ontwikkelen om een optimale bijdrage te kunnen leveren aan de leeropbrengsten van leerlingen. Onderzoekende houding: door het aannemen van een onderzoekende houding kunnen leraren vaststellen en evalueren welke aanpak bij elke leerling de beste resultaten oplevert. De leerresultaten van leerlingen zullen altijd centraal moeten blijven staan. Initiator: op De Stapvoorde is een initiator Academische School aanwezig. Deze initiator is de spil op de werkvloer en werkt onder de verantwoordelijkheid van de directie. De taken van hem zijn o.a. het aansturen van de ontwikkelgroepen en het coördineren en bewaken van de contacten met
3.
externen. Initiatorenoverleg: naast het overleg met de directie heeft de initiator ook periodiek een
initiatorenoverleg o.l.v. de bovenschools coördinator AOS (OPOA). Naast de initiator van De Stapvoorde zijn ook de initiatoren van de andere Almelose academische scholen obs Roets, sbao Oosteres en obs De Weier aanwezig. Ontwikkelteambijeenkomsten: periodiek zijn er de ontwikkelteambijeenkomsten. Hierin bespreken de initiator en de ontwikkelgroepsvoorzitters de voortgang van het proces van de academische opleidingsschool. Bovenschools: jaarlijks is er een overleg tussen de bovenschools coördinator van de AOS en de directeuren van de AOS. DE ORGANISATIE VAN ONS ONDERWIJS
3.1 Onderwijs in onze kleutergroepen (zie ook hfdst. 11 A t/m Z) Gecombineerde groepen: de jongste en oudste kleuters zitten op onze school in gecom-bineerde groepen. We hebben in de loop de jaren ontdekt dat kinderen elkaar dan beter kunnen helpen. Bovendien biedt het de leerkrachten de mogelijkheid het onderwijs beter af te stemmen op het ontwikkelingsniveau van de individuele leerling. Spelend leren: in de gecombineerde groepen 1 en 2 ontwikkelen de kinderen zich door “spelend leren”. Om een doeltreffende speelomgeving te maken zijn de lokalen aangepast: in elk lokaal is een “speelhuis” gebouwd om de kinderen uit te dagen en meer speelruimte te geven. Ook de gangen behoren tot de speelplekken. Door deze extra ruimte kunnen veel meer materialen dan voorheen tegelijk gebruikt worden. Inbreng kinderen: de kinderen hebben een grote inbreng in hun activiteiten en worden door de leerkracht gestimuleerd en geobserveerd. Zo kunnen we aansluiten bij de belangstelling van de kinderen en aandacht geven aan tekortkomingen. Om nog beter tegemoet te komen aan de belangstelling van de kinderen is gekozen voor het werken met thema’s uit het pakket van “Kleuterplein”. De inbreng van de kinderen blijft echter wel behouden. Kleuterplein Methode: “Op het Kleuterplein is altijd wat te doen, het hele jaar door”. In de winter kun je er spelen in de sneeuw, in het voorjaar ruik je de bloesem van de
10
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE kastanjeboom. In de zomer staat er vaak een ijscokar en in de herfst liggen er plassen om lekker in te stampen. Kinderen spelen graag op het Kleuterplein. In een nest boven in de kastanjeboom woont een nieuwsgierige kraai. Zijn naam is Raai. Kleuterplein: dáár willen ze spelen en ontdekken!
Ontdekken en ervaren: met Kleuterplein ontdekken en ervaren onze kleuters de wereld om hen heen. Kleuterplein gaat uit van de individuele ontwikkeling en de beleving van de kleuter . De
kleuters leren zo door spelen en doen. Alle tussendoelen: met Kleuterplein werken we doelgericht aan álle tussendoelen. Kleuterplein is meer dan alleen taal en rekenen: ook motoriek, wereldoriëntatie, muziek, voorbereidend schrijven en sociaal-emotionele ontwikkeling komen aan bod. Kleuterplein biedt daarmee een perfecte doorgaande lijn naar alle vakken en methodes van groep 3, zoals Veilig Leren Lezen. Vrijheid én houvast: met Kleuterplein hebben we vrijheid en houvast. Kleuterplein is opgezet rondom 16 thema’s. We gebruiken het pakket op de manier die wij zelf het prettigst vinden: als aanvulling op onze eigen thema’s en activiteiten. Daarbij houden wij de leerlijnen goed in de gaten.
3.2 Zelfstandig werken In alle groepen wordt ruim aandacht besteed aan de zelfstandigheid van de kinderen. Ze krijgen al gauw verantwoordelijkheid voor het pakken en opruimen van materialen, het bepalen van eigen activiteiten en het samenwerken met anderen. Gaandeweg komen er meer verantwoordelijkheden bij. Opbouw: het streven naar zelfstandige planning van taken; eerst voor een korte tijd, bijvoorbeeld een halve ochtend, later voor langere tijd, een ochtend, een dag, tot uiteindelijk een hele week. Taakformulieren: om het zelfstandig werken in de groepen 3 t/m 8 gecontroleerd te laten verlopen wordt er gewerkt met taakformulieren, waarop de leerlingen kunnen zien wat er te doen is, wanneer het klaar moet zijn en hoe het gecontroleerd wordt. Het werk is daarbij ingedeeld in niveaus: basiswerk, extra werk en keuzewerk. 3.3 Uitdagend onderwijs Om de eigen inbreng van de kinderen in de groepen 3 tot en met 8 te vergroten, wordt het verplichte werk aangevuld met keuzewerk: Keuzewerk: de kinderen kiezen zelf een activiteit; dat kan een spel zijn of knutselwerk of aanvullend leer- en studiewerk. Inrichting: de inrichting van de lokalen is hier op aangepast: er zijn meerdere werkplekken gemaakt, zowel in als buiten de lokalen en er is veel uitdagend materiaal: leesboeken, studieboeken, leerspellen en bouw- en knutselmateriaal. Doordat er zoveel materiaal is kan de leerkracht d.m.v. de taak inspelen op de behoeften van de indivi-duele kinderen en bepaalde werkzaamheden verplichten. Ondersteuning: waar nodig kan er extra ondersteuning worden gegeven door de intern begeleider, vrijwilligers onder verantwoordelijkheid van de leerkracht of d.m.v. het werken met plusgroepen. Dit laatste onderdeel is afhankelijke van de jaarlijkse mogelijkheden binnen de formatie. Zie ook hfst. 5.9: Plusgroepen.
11
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE 3.4 Computers en digitale schoolborden Alle computers, digiborden en touchscreens in de school zijn aangesloten op het schoolnetwerk. Beveiliging: de kinderen werken op een speciaal begrensd en beveiligd leerlingendeel. Als er op de computer gewerkt wordt, gebeurt dat altijd onder toezicht. We vinden dat de kinderen al vanaf groep 1 vertrouwd moeten worden gemaakt met de computer. In of bij ieder lokaal staan dan ook computers opgesteld, waar bij toerbeurt of naar behoefte aan gewerkt wordt. Aanbod: de kinderen leren al dan niet educatieve spellen spelen en de meest gangbare software gebruiken, zoals diverse programma’s onder Windows. Internet: ook beschikken wij over een draadloze verbinding met het internet. We willen de kinderen leren op een gerichte manier, onder nauwkeurig toezicht, van het internet gebruik te maken, waarbij chatten en bepaalde internetspelletjes niet toegestaan zijn. Digitaal schoolbord: elke groep heeft een digitaal schoolbord of een touchscreen. De leerkrachten hebben een korte introductiecursus gevolgd en bekwamen zich verder in het gebruik daarvan door interne hulp van de ICT-er. We rekenen er op dat, zoals overal, de digitale borden bijdragen aan nog beter onderwijs en dat de leerlingen nog meer gemotiveerd raken en nog betere prestaties leveren! 3.5 Beleid publicaties foto’s op het internet In verband met privacyregelingen hebben wij gekozen om foto’s achter een beschermende omgeving te publiceren op het internet en niet rechtstreeks te publiceren op www.de-stapvoorde.nl. De site waar de foto’s van de Stapvoorde worden geplaatst is stapvoorde.mijnalbums.nl. Deze site is niet toegankelijk zonder wachtwoord. Leerkrachten, ouders en/of verzorgers krijgen via onze Stapinfoemail rond 1 januari en 1 juni een wachtwoord toegestuurd. Dit wachtwoord wordt dus steeds vernieuwd. Met het wachtwoord kunnen betrokkenen inloggen en alle foto’s in originele kwaliteit bekijken en downloaden. Ouders en/of verzorgers die niet zijn aangemeld via de Stapinfo-email krijgen dit wachtwoord op papier via hun kind. Ouders en/of verzorgers dienen aan het begin van ieder schooljaar aan te geven of hun kind geplaatst mag worden op stapvoorde.mijnalbums.nl . 3.6
Een open school Open karakter: ons uitdagende onderwijs leidt automatisch tot flexibele opstellingen in de groepen, daarbij gebruik makend van de ruimte op de gangen en in de hal. De lokalen hebben een heel open karakter: iedereen die in de school loopt ziet overal kinderen en leerkrachten aan het werk, dikwijls in samenwerking met studenten. Toegankelijkheid: het open karakter van ons onderwijs leidt er toe dat de school heel toegankelijk is voor de ouders. Ondersteuning: heel veel activiteiten worden ondersteund door ouders en vrijwilligers, of die nu tot de commissie ouderparticipatie, medezeggenschapsraad behoren; op alle fronten zijn ze betrokken bij het wel en wee van onze kinderen. Daartoe behoren ook een conciërge en een technisch medewerker (vrijwilliger). 3.7 Verplichte onderwijstijd en leeractiviteiten Continurooster: de kinderen op onze school volgen m.i.v. het schooljaar 2014-2015 het continurooster (5-gelijkedagenmodel). Schooltijden: de kinderen gaan van 8.30 uur tot 14.00 uur naar school. Dat is 5 ½ uur schooltijd per dag. Daarbij is een half uur pauze voor de lunch inbegrepen. Onderwijstijd: de kinderen krijgen hierdoor 5 uur per dag onderwijstijd. Dat gedurende de hele week. Dat is in totaal 25 uur per week. Onderwijstijd na 8 jaar: in totaal moeten de kinderen in 8 jaar tijd 7.520 uur verplichte onderwijstijd hebben gevolgd. Per jaar gaan alle kinderen gemiddeld 39,2 weken naar school. Dat is 39,2 weken x 25 lesuur per week= 980 uur per jaar. Ze gaan gemiddeld 8 jaar naar school. Dan hebben ze na 8 jaar in totaal 7840 uur onderwijstijd genoten. Dat is meer dan het verplichte minimum. Extra onderwijstijd: De kerstavond is de avond waarop de leerkrachten vertellen over de kerstgedachte. Dit valt onder het vak : geestelijke stromingen. Afsluitend is er een gezamenlijk kerstdiner. We zien deze tijd als onderwijstijd. (zie deel b van de schoolgids).
12
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE De musical: De leerlingen van groep 8 treden op voor de ouders. Dit valt onder het vak expressie. We zien deze tijd als onderwijstijd. (zie deel b van de schoolgids). Vrije dagen: dat geeft de school, indien mogelijk, de ruimte om de leerlingen gedurende een schooljaar vrije dagen te geven. In de komende jaren zal daar, door de overgang naar het 5gelijkedagenmodel, niet tot nauwelijks sprake van zijn. Groepen 1 en 2: veel kinderen zitten twee à tweeënhalf jaar in een kleutergroep. Dit is afhankelijk van hun ontwikkeling. We voeren regelmatig observaties uit om vroegtijdige problemen met leren of met het gedrag te signaleren. We vinden het belangrijk dat een kind lang genoeg in een kleutergroep zit. Succesvol groep 3 doorlopen lukt pas als een kind daaraan toe is. Uiteraard beslissen we zoiets in overleg met de betrokken ouders, waarin de directie de beslissende stem heeft. 3.8
Urentabel per vak
Vak Uren per week Taal en lezen 8 Rekenen 5,0 Schrijven 3 t/m 5 1,5 6 t/m 8 0,5 Engels 7 en 8 0,5 Wereldoriëntatie geschiedenis, biologie, aardrijkskunde 3,5 Verkeer 0,5 Expressie(incl. muziek) 2,0 Lichamelijke oefening 1,5 Godsdienst/HVO 6 en 7 0,75 Pauze 1,25 Totaal 25 Geestelijke Stromingen, Sociale Redzaamheid, Actief Burgerschap en Integratie zijn geïntegreerd in de vakken voor wereldoriëntatie 3.9
De vakken nader bekeken
Sociaal-emotionele ontwikkeling: Wij willen dat onze school een sociaalveilige omgeving is voor onze leerlingen, ouders en team. Dat gaat niet altijd vanzelf. Leerlingvolgsysteem : we volgen onze leerlingen in hun dagelijkse ontwikkeling. Bovendien leggen we tweemaal per jaar die ontwikkeling vast met behulp van SCOL. Mocht de ontwikkeling niet naar wens verlopen dan maken de leerkrachten een handelings- of groepsplan om deze vaardigheid te oefenen. Aanbod: ouders adviseren het kind op te geven voor een cursus Sociale Vaardigheidstraining (onder schooltijd, buiten schooltijd) of verzoek om nader onderzoek door externe instanties. De intern begeleiders en de directie leggen ook groepsbezoeken af. De bevin-dingen worden met de leerkrachten besproken. Het kan voorkomen dat extra aandacht geschonken moet worden aan de groepsdynamiek. Er zijn interne begeleiders op school aanwezig waarmee leerkrachten processen die in de klas spelen kunnen bespreken. Zie ook hoofdstuk 8 en 9. Op school is een Anti-pestprotocol aanwezig en een protocol ‘Veiligheid op school’. Groepsdynamiek: groepen doorlopen een bepaalde ontwikkeling. Deze ontwikkeling verloopt in fasen. Door een actieve begeleiding helpen we de kinderen bewust te worden van hun plek en rol in de klas. Hiermee stimuleren we van een positief groepsklimaat. Niet alle groepen doorlopen alle fasen Sommige blijven hangen en komen niet verder in hun ontwikkeling. Dit proces gaan we dan actief begeleiden en daarmee de groep helpen om door bepaalde moeilijke fasen heen te komen. De fases
van groepsontwikkeling:
De eerste fase van groepsontwikkeling speelt zich af in de eerste twee weken van het schooljaar. Het is de fase van Forming(oriëntatie,kennismaking). In deze fase kijken de kinderen de kat uit de boom. Het is de fase waarin kinderen bezig zijn met het veroveren van een plek in de groep. Ontwikkelingspsychologisch gaat het hier om de vraag: ‘Is het hier veilig?’ ‘Mag ik er zijn?’ Groepen die vorig jaar ook als groep bij elkaar zijn geweest zullen deze fase snel doorlopen. Voor de leerkracht is dit
13
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE
14
vaak nog een rustige fase. De leerlingen tasten elkaar af, willen weten wat ze aan elkaar hebben. De rol van de leerkracht in deze fase is vooral gelegenheid bieden om de kinderen elkaar te leren kennen, plezier maken met elkaar, veiligheid bieden (beschermen), werkvormen aanbieden waarbij gezamenlijk resultaat vooropstaat (geen concurrerende opdrachten bieden) en voorbeeldgedrag laten zien. Bij de deur staan, de kinderen ’s morgens ontvangen, welkom heten, praatje maken, duidelijk zijn in wat je wilt dat kinderen gaan doen, dit volgen, benoemen van gewenst gedrag zijn hierbij belangrijke activiteiten. Als de groep niet actief begeleid wordt gaat de fase van Forming over in de fase van Storming (presteren). In deze fase wordt vastgesteld hoe men in de groep met elkaar omgaat. De belangrijkste zoektocht in de komende weken is: met wie in de groep zal ik het goed kunnen vinden en wie kan ik maar beter op afstand houden. Afhankelijk van de verschillende behoeften van het kind zal het ene kind zich sterker profileren dan het andere kind. In deze fase zoeken kinderen naar een positie in de groep die bij hen past. Dit kan leiden tot botsingen waardoor er ruzies kunnen ontstaan. Het resultaat van deze fase kan verschillende uitpakken. Het kan positief verlopen waardoor er een samenhangende, positief samenwerkende groep ontstaat. Het kan negatief verlopen waardoor er een negatieve groep ontstaat waarin concurrentie en strijd om de macht de boventoon voeren. Het kan een groep worden die bestaat uit subgroepen waarvan iedere groep zijn eigen groepsproces doorloopt. De volgende fase van groepsontwikkeling is de fase van Norming. Dit is een hele belangrijke fase. De groepsnormen zijn van invloed op de relaties, het pedagogisch klimaat en de sfeer in de groep. Hier wordt het DNA van de groep gevormd. De groepscode, de zo zijn onze manieren, zo gaan wij hier met elkaar om. Ook deze fase neemt zo’n twee weken in beslag. Deze normen en doelen van een groep zijn van invloed op het groepsfunctioneren. We maken ons als team sterk om de positieve normen de boventoon laten voeren, om samen met de groep een fijn jaar tegemoet te gaan. Rollen in de groep zijn verdeeld. Dit is de fase van Performing(presteren). In deze fase zijn de rollen in de groep verdeeld. Ieder heeft zijn positie ingenomen en de normen zijn vastgesteld. Als de groep zich ontwikkeld heeft tot een positieve groep dan werken de kinderen graag samen, kunnen conflicten snel binnen de groep worden opgelost en kan er productief met elkaar gewerkt worden. Bij een negatieve groep kun je eigenlijk niet praten van deze fase omdat deze groep voortdurend zijn energie moet steken in de strijd om de macht. Er is sprake van een zeer onveilige situatie. Dit is heel vermoeiend voor de kinderen en heel vermoeiend voor de leerkracht. Een negatieve groep blijft eigenlijk hangen in de fase van Storming. De laatste fase is Adjouring(evaluatie, afscheid nemen). Dit is de fase van uit elkaar gaan. Hier gaat het over afscheid nemen. Vooral in groep 8. Deze groep valt uit elkaar doordat iedereen naar een andere school gaat. Jaarlijks aandacht besteden aan afscheid door middel van rituelen is heel erg belangrijk. Een positieve groep vindt het jammer en gaat met pijn in hun hart uit elkaar maar in hun herinnering zal dit een hele fijne groep blijven. Aanbod algemeen. Tijdens de startdag worden afspraken met de leerlingen gemaakt t.a.v. de omgangsprincipes over respect (Parapluregels). Er worden ook specifieke wensen vastgelegd. Ook deze hebben veelal betrekking op de omgang. Gedurende het jaar worden de omgangsprincipes regelmatig besproken en niet alleen als er problemen zijn. De leer-krachten schenken niet alleen aandacht aan wat een kind niet kan, maar richten zich op kindkenmerken die bevorderend zijn voor de ontwikkeling van het kind (wat kan het wel). Door bewust met elk kind een lijntje op te bouwen willen we de zelfkennis en het zelfvertrouwen etc. verbeteren. Zie Handelingsgericht Werken hoofdstuk 2.3 Specifiek groepen 1 en 2. Binnen de thema’s van Kleuterplein is er doorlopend aandacht voor de sociaalemotionele ontwikkeling. Het gaat daarbij om de volgende leerdoelen, die gebaseerd zijn op de kerndoelen sociaal-emotionele ontwikkeling: zelfkennis; zelfvertrouwen; zich verplaatsen in anderen; omgaan met verschillen; rekening houden met anderen; samen spelen en werken; weerbaarheid. Specifiek groepen 3 tot met 8. Zie aanbod algemeen; sociale integratie en actief burgerschap en groepsdynamiek. Pestprotocol: We proberen met hetgeen hierboven genoemd wordt het pestgedrag tegen te gaan. Helaas is het pesten niet 100% te voorkomen. In geval van pestgedrag hanteren we het pestprotocol. Ouders worden hierover ingelicht.
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE Taal: Hiervoor gelden per 1-08-2010 de referentiekaders(doelen)van de overheid. Groepen 1 en 2 : binnen het ontwikkelingsgebied taal en lezen kent ‘Kleuterplein’ de volgende leerlijnen: praten en luisteren: (informatie overdragen en begrijpen, gespreksvaardigheden, verhalen vertellen, mening geven en reageren op de mening van een ander, reflecteren). verhalen: (boekoriëntatie, verhaalbegrip, leesplezier, functioneel “lezen”. klanken en letters: (verschil horen en zien van klanken en deze herkennen etc.). krabbelen en schrijven: (relatie gesproken en geschreven taal en de functie en het plezier hiervan). Woordenschat: is volledig geïntegreerd in alle thema-activiteiten. Het is een belangrijk onderdeel in ‘Kleuterplein’. Er wordt onderscheid gemaakt tussen basis- en uitbreidingswoorden. De woorden zijn geselecteerd m.b.v. de woordenlijst van Krom (1990). Basiswoorden zijn de woorden die bekend verondersteld worden bij kinderen die starten in groep 1. Deze woorden bieden wij aan taalzwakke kinderen op een actieve manier aan. Uitbreidingswoorden zijn de woorden die nieuw zullen zijn voor de meeste kinderen (uitbreiding van de woordenschat). Groepen 4 t/m 8 : zij werken we met de methode ‘Taalactief’ . Deze methode vinden wij het meest geschikt voor onze leerlingen: er is veel aandacht voor communicatie, stellen, creatief met taal, veel mogelijkheden tot differentiatie en een uitgekiend toets- en registratiesysteem. Lezen: Groepen 1 en 2 : voor de groepen 1 en 2; zie: “Taal”. Groep 3: hier werken de kinderen met de methode ‘Veilig Leren Lezen’, die niet alleen in de groep maar ook op de computer en het digibord wordt gebruikt. Deze methode levert ook het taalaanbod in groep 3. Kinderen die moeite hebben om het lezen onder de knie te krijgen worden d.m.v. tutorlezen (hulp door oudere leerlingen of ouders/senioren) op een hoger niveau gebracht. Groep 4 t/m 8: in deze groepen wordt het technisch lezen verder bevordert met behulp van de methode “Estafette”. Groep 5 t/m 8: in deze groepen worden ook andere leesvormen geoefend. Met de methode ”Overal tekst” leren de kinderen de meest uiteenlopende teksten te begrijpen en te bestuderen. We proberen daarnaast het lezen structureel te bevorderen: we lezen vaak voor en er is tijd ingeruimd voor het individueel lezen van bibliotheekboeken. De school heeft een eigen bibliotheek. Schrijven: Groepen 1 en 2 : Ik kan het zelf: voor de oudste kleuters (groep 2) is er een werkboekje “Ik kan het zelf”, waarin voorbereidend schrijven (schrijfpatronen oefenen) een belangrijk onderdeel is. Groepen 3 t/m 8: hier leren de kinderen schrijven volgens de methode“Pennenstreken". We besteden veel aandacht aan duidelijk leesbaar, vlot, maar verzorgd schrijven. Rekenen: (hiervoor gelden per 1-8-2010 de referentiekaders(doelen) van de overheid) Groepen 1 en 2 : op De Stapvoorde worden de kleuters spelenderwijs bekend gemaakt met aanvankelijk (=voorbereidend) rekenen. De leerlijn rekenen in “Kleuterplein” gaat uit van de tussendoelen beginnende gecijferdheid van de werkgroep TAL van het FreudenthalInstituut en omvat de volgende onderdelen: tellen en rekenen; meten en wegen; ruimte en vormen en de tijd. Groep 3 t/m 8: hier krijgen de kinderen rekenonderwijs volgens de methode ‘De Wereld in Getallen’, een methode die veel aandacht schenkt aan het begrijpen van getallen en handelingen: inzichtelijk rekenen door bezig te zijn met praktisch materiaal in reële situaties. Met ingang van het schooljaar 2012-2013 is de nieuwste versie van deze methode in gebruik genomen.
15
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE
Wereldoriëntatie: We zijn op De Stapvoorde heel bewust bezig met de wereld om ons heen: eerst dichtbij, dan steeds verder af. We brengen de kinderen kennis bij over het heden en verleden en over natuurlijke verschijnselen. Het gaat hierbij niet alleen om feitenkennis, maar vooral om het aanleren van een juiste houding ten opzichte van de natuur, mensen om ons heen, volkeren in andere landen en onze voorouders. Soms gebeurt dit in aparte vakken aan de hand van een methode, maar ook d.m.v. klassengesprekken, spreekbeurten, werkstukken en televisie en digitale schoolbord. We gebruiken voor Wereldoriëntatie de volgende methoden: Groepen 1 en 2: de keuze van de thema’s in ‘Kleuterplein’ voor de groepen 1 en 2 is gebaseerd op de leerlijnen "Oriëntatie op jezelf en de wereld" van het SLO (groep 1 en 2, 2006). De bijbehorende leerdoelen zijn volledig geïntegreerd binnen de thema’s: Hier ben ik (zichzelf); Hier wonen wij; De wijde wereld. Per 1 augustus 2010 is in de vernieuwde kerndoelen voor het primair onderwijs de Canon der Nederlandse geschiedenis opgenomen.(50 vensters van historische en culturele onderwerpen). De meeste vensters bieden we aan vanuit de methoden die hieronder vermeld staan. Voor de ontbrekende vensters zullen we aanvullingen in ons programma aanbieden. Groep 3 en 4: in deze groepen maken de leerkrachten gebruik van de lessen uit de voorloper van de methode “Meander”. Groepen 5 t/m 8: voor de lessen uit de natuur wordt de methode‘Natuurlijk’ ingezet. Voor aardrijkskunde de methode ‘Meander’ en voor geschiedenis de methode ‘Brandaan’. Studievaardigheden: Groepen 5 t/m 8: hiervoor gebruiken wij de methode ‘Blits’. De lessen zijn opgebouwd rond een thema, bijvoorbeeld: piraten, wintersport, dieren in de natuur, etc. Groep 8: ter voorbereiding op de Cito-eindtoets wordt in groep 8 in de eerste helft van het jaar de leerstof herhaald en toegepast in een andere context. Ook worden de bijbehorende oefentoetsen gemaakt. In de tweede helft van groep 8 werken de kinderen aan zogenaamde toepassingstaken. Hierin wordt de leerstof op een leuke manier herhaald en toegepast. IVN: Groepen 1 t/m 8: onder begeleiding van ouders van de natuurwerkgroep IVN maken de kinderen natuurspeurtochten in de omgeving van school. Afhankelijk van de hoeveelheid begeleiding kunnen enkele activiteiten ook zonder of met een beperkt aantal ouders uitgevoerd worden. De IVN-ouders maken hiervoor per jaar een opzetje. Schoolproject: Groepen 1 t/m 8: ieder jaar werken we één keer in de hele school aan hetzelfde thema. Dit wordt afgesloten met een activiteit voor belangstellenden. Verkeer:
Groepen 1 en 2: de keuze van de thema’s in ‘Kleuterplein’ voor de
groepen 1 en 2 is gebaseerd op de leerlijnen "Oriëntatie op jezelf en de wereld" van het SLO (groep 1 en 2, 2006). De bijbehorende leerdoelen zijn volledig geïntegreerd binnen de thema’s: Hier ben ik (zichzelf); Hier wonen wij; De wijde wereld. Groepen 3 t/m 8 : in deze groepen volgen we de lessen van de methode ‘Klaarover’ die zich richt op praktische kennis van verkeer: veel voorkomende situaties, regels en verkeersmiddelen. Zo worden de kinderen mogelijk voorbereid op het theoretische verkeersexamen aan het eind van groep 8. Elke 2 jaar nemen wij deel aan de praktische verkeerseducatie ‘Streetwise’ van de ANWB. Expressievakken: Groepen 1 en 2: in de onderbouw wordt dagelijks veel tijd besteed aan expressiviteit; om alle facetten voldoende aan bod te laten komen wordt veel overleg tussen de groepsleerkrachten gevoerd. Daarnaast bieden allerlei uitdagende materialen, die voor een deel zijn ondergebracht in het kleuterdocumentatiecentrum, voldoende houvast voor een verantwoorde oefening van de expressiviteit.
16
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE Muziek is een vast onderdeel van Kleuterplein’. De leerlijn muziek omvat de volgende onderdelen: muziek beleven; ritme en melodie. Groepen 3 en 4. Het bovenstaande geldt ook grotendeels voor deze groepen. Groepen 5 t/m 8: vanaf groep 5 komen de leerlingen gedurende de week voor de vakken handvaardigheid en tekenen in aanraking met verschillende technieken en vaardigheden. Hierbij wordt o.a. de ideeën- en groepsboeken van de methode ‘Uit de kunst’ gebruikt. Voor de muzikale vorming beschikken wij over de methode ‘Muziek moet je doen!’. Alle groepen oefenen daarnaast geregeld voor de maandsluitingen en andere voorstellingen zoals de jaarlijkse playbackshow. Lichamelijke oefening: Groepen 1 en 2: de kleuters oefenen bijna dagelijks in zintuiglijke en lichamelijke activiteiten volgens een vast ontwikkelingsprogramma. Ook de motoriek is een volwaardig onderdeel van ‘Kleuterplein’. De leerlijn motoriek omvat de volgende onderdelen: fijne en grove motoriek (in beweging). Groepen 3 t/m 8: in deze groepen krijgen de kinderen gymnastiek volgens vaststaande richtlijnen. De lessen bestaan meestal uit een circuit: verschillende lesonderdelen worden tegelijkertijd aangeboden, waardoor iedereen actief en afwisselend met vaardigheids- en speltraining bezig is. Groepen 1 t/m 8: elk jaar doen de kinderen uit deze groepen mee aan de sportdag die we hier op school organiseren op de dag van de “Koningsspelen”. Groepen 7 en 8: leerlingen uit deze groepen nemen deel aan de jaarlijkse Almelose Schoolsportdag. Omdat de gemeente Almelo de sporttoernooien niet meer coördineert, hebben we binnen onze stichting OPOA afgesproken dat we de organisatie van deze sporttoernooien niet overnemen. Per jaar bekijken we aan welke toernooien we deelnemen. We zijn daarbij afhankelijk van organisatie door de sportclubs.
Engels: Groepen 7 en 8: in deze groepen krijgen de kinderen les in de Engelse taal volgens de methode ‘The Team’. Dit is een methode die de kinderen laat communiceren in het Engels, maar niet vergeet om ook het schrijven aan te leren naast de nodige grammatica. De Stap-voorde vindt Engels heel belangrijk, ook al omdat het werken met de computer daarom vraagt. Staatsinrichting: Groepen 7 en 8: De methode ’Brandaan’ voor de groepen 7 en 8 is ook gericht op de Nederlandse staatkundige situatie en maatschappelijke verhoudingen. De kinderen leren hoe onze samenleving in elkaar steekt en werkt. Er kan vaak worden ingespeeld op actuele situaties, zoals bij de verkiezingen, de grondwet en Prinsjesdag. Geestelijke Stromingen: Groepen 1 t/m 8: We hebben met elkaar afgesproken om de kennis van allerlei levensbeschouwingen te koppelen aan feestdagen. Zodoende leren de kinderen van elkaar aan de hand van actuele situaties. Deze aanpak is geschikt voor alle groepen. In de bovenbouw (vanaf groep 6) komen de levensbeschouwingen steeds meer systematisch voor in de methoden voor geschiedenis en aardrijkskunde. Daarbij wordt met name aandacht besteed aan de grote stromingen: Christendom, Jodendom, Islam, Hindoeïsme, Boeddhisme en Humanisme. Ook hier wordt vaak gesproken over actuele ontwikkelingen. Godsdienst-/humanistisch vormingsonderwijs: Groep 6 en 7: de leerlingen van deze groepen kunnen facultatief 45 min. per week godsdienstonderwijs (G.V.O.) of humanistisch vormingsonderwijs (H.V.O.) volgen. Dit wordt, indien beschikbaar, gegeven door een vakleerkracht. Bij godsdienstonderwijs gaat het om een kennismaking met het Christendom en de moderne levensbeschouwingen in het kader van de algemene ontwikkeling. Bij H.V.O. gaat het om kinderen vanuit humanistische uitgangspunten op een kritische en creatieve manier te leren omgaan met vragen en antwoorden die betrekking hebben op normen en waarden en hen stimuleren tot zelfstandig oordelen en handelen, waardoor ze in toenemende mate in staat zullen zijn om zin en vorm te geven aan hun eigen leven en dat van anderen. De leerlingen die
17
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE geen gebruik maken van dit aanbod, om bijv. godsdienstige redenen, blijven onder de hoede van de betreffende groepsleerkracht en krijgen aanvullende taken met werk uit de bekende vakgebieden. Actie burgerschap, sociale integratie en veiligheid: Groepen 5 t/m 8: door de toenemende individualisering zijn mensen steeds minder betrokken met elkaar. Dit vormt een bedreiging voor de samenhang in de samenleving. De overheid heeft daarom besloten actief burgerschap en sociale integratie hoog op de agenda te zetten, ook in het onderwijs. Doel is jongeren voor te bereiden op deelname aan een samenleving met een grote verscheidenheid. Het gaat daarbij niet alleen om kennis aan te leren, maar ook om ervaringsleren, om actief burgerschap: actief burgerschap leert men door het te doen, door te ervaren wat het is, door daadwerkelijk sociale bindingen met elkaar in de school en met de omgeving aan te gaan. (zie ook: ‘Staatsinrichting’) Relatie andere vakgebieden: actief burgerschap en sociale integratie hebben dus directe raakvlakken met ons schoolplan en heeft gevolgen voor de omgang tussen leerlingen en leraren, het pedagogisch klimaat en de schoolorganisatie. Actief burgerschap en sociale integratie maken een belangrijk deel uit van de pedagogische opdracht van De Stapvoorde en de scholen van stichting OPOA en vormen daarmee de basis onder het veiligheidsbeleid van de scholen. Maatschappelijke opdracht: De Stapvoorde heeft ten aanzien van burgerschap en integratie een maatschappelijke opdracht. Op De Stapvoorde willen we de leerlingen graag ‘opleiden’ tot kritisch democratische burgers. Dit zijn leerlingen die willen en kunnen meedenken, meedoen en meebeslissen, die initiatieven nemen en sociaal betrokken zijn, discipline hebben en zich kunnen aanpassen. Daarnaast speelt de multiculturele samenleving in deze tijd natuurlijk een grote rol. Wij geven invulling aan burgerschap en integratie door alle leerlingen kennis aan te reiken en kennis te laten maken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Maar ook door leerlingen deel uit te laten maken van de samenleving en ze zaken te laten ervaren. Hiervoor maken we onder andere gebruik van lessen uit de methodes geschiedenis, aardrijkskunde en taal, maar ook van het tv-weekjournaal en activiteiten buiten de methodes om. Hierbij valt te denken aan een sponsorloop, de kinderpostzegelactie, een debat in de klas of een (allochtone) ouder die over haar cultuur komt vertellen. Vormen van burgerschap: Wij vinden dat burgerschap niet kan worden gezien als een apart vak. Het moet een onder-deel zijn van meerdere vakken. Er zijn in de uiting van burgerschap verschillende vormen te onderscheiden. -De eerste vorm is schoolburgerschap. Dit betekent dat de school een minimaatschappij/ oefenplaats is. De leerlingen zijn de burgers, die De Stapvoorde graag wil opvoeden tot kritisch democratische burgers. Bij deze vorm van burgerschap nemen de leerlingen ook kennis van hun eigen “ik” en van geestelijke stromingen die in onze multiculturele samenleving voorkomen. -De tweede vorm is maatschappijburgerschap. Dit is burgerschap dichtbij de school of verder weg van school. Een vorm van maatschappijburgerschap dichtbij is het brengen van schoolwerk naar een zieke klasgenoot. Een sponsorloop houden voor kinderen in arme lan-den is een vorm van maatschappijburgerschap verder weg. -De derde vorm is staatsburgerschap. Hierbij leren de leerlingen wat de democratie in onze samenleving inhoudt. Dit leren zij door zowel theoretische als praktische opdrachten. Vanaf het schooljaar 2010-2011 besteden we jaarlijks bewust aandacht aan het actieve deel van burgerschap, zodat leerlingen kennis opnemen door middel van zelf ervaren.) Mediawijsheid: In augustus 2008 is een groep van 21 leerkrachten van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Almelo (OPOA) gestart met de Nationale Opleiding MediaCoach. In de rol van mediacoach dragen zij zorg voor het bevorderen van de mediawijsheid (‘het vermogen om bewust, kundig en kritisch om te gaan met media in de breedste zin van het woord) van kinderen, ouders en collega-leerkrachten. De gecertificeerde Mediacoaches zijn verplicht om 2 keer per jaar een Terugkomdag bij te wonen om hun actuele kennis te verbeteren en elkaar te ondersteunen en te inspireren. Op De Stapvoorde is 1 mediacoach aanwezig. Zie schoolgids deel b. 4.
18
KWALITEITSZORG
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE Onderwijs dat zo in verandering is als op De Stapvoorde moet op de voet worden gevolgd als het om de resultaten gaat. Vandaar dat een uitgebreid vangnet is gevormd om de kwaliteit te bewaken: Logboeken en groepsmappen: deze vormen een belangrijke basis voor het leerlingvolgsysteem De groepsleerkrachten registreren en interpreteren de individuele prestaties en gedragingen. Onderwijsopbrengsten: meerdere keren per jaar met het team onder de loep te nemen zijn we in staat om ons onderwijs op tijd bij te stellen. De opbrengsten worden beoordeeld op school-, groeps- en kindniveau. De Interne begeleiders(IB) spelen daarbij een coördinerende rol. Schoolplan: Beleidsvoornemens worden jaarlijks op teamniveau gepland en geëvalueerd volgens de PDCA-cyclus. Academische School: vanuit de ontwikkelgroepen van de Academische School is het volledige team betrokken bij de schoolontwikkeling. Enquêtes en vragenlijsten: diverse objectieve toetsen, onderzoeken en vragenlijsten, zoals het CITO en Scholen met Succes, geven ons de mogelijkheid onze school te vergelijken met andere scholen. Het leerlingvolgsysteem bevat alle resultaten van testen en gesprekken, o.a. de groepsgegevens en de leerlingendossiers (dit is voor de betrokken ouders in te zien). Observaties in de klas: de directie legt klassenbezoeken af om de kwaliteit van de lessen te bekijken. Deze worden met de leerkrachten nabesproken. Ten aanzien van eventuele ontwikkelingspunten. Functioneringsgesprekken: wederzijdse ervaringen worden uitgewisseld. Ontwikkelingspunten worden vastgelegd. Beoordelingsgesprekken: hierbij wordt vanuit de directie (eenzijdig) het functioneren van de leerkracht besproken. Opbrengstgericht werken: elk jaar bepalen de leerkrachten in overleg met de intern begeleiders de doelen voor taal en rekenen. Wat willen we met deze groep en deze kinderen in het komende jaar bereiken. De te behalen doelen moeten realistisch en haalbaar zijn en aansluiten op wat de groep en het individuele kind aankunnen. Het geheel wordt vastgelegd in groepsplannen. Deze worden periodiek met de intern begeleiders besproken. Vanaf 2012-2013 heeft De Stapvoorde het aantal groepsplannen per vakgebied uitgebreid. De doelen worden ook getoetst aan de niveaus voor taal en rekenen zoals die door de overheid voor onze school zijn bepaald. (zie ook: ‘Groeps- en handelingsplannen en eigen
leerlijn’). Groeps- en handelingsplannen en eigen leerlijn: op basis van hun onderwijsbehoefte worden
19
leerlingen voor de vakken taal en rekenen ingedeeld in een instructiegroep. We werken per leerjaar met drie instructiegroepen (instructieafhankelijk, instructiegevoelig en instructieonafhankelijk). Per instructiegroep worden doelen gesteld. Deze doelen worden vastgelegd in een groepsplan. Deze groepsplannen worden periodiek geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. Op deze wijze proberen we het aantal individuele handelingsplannen te beperken. De leerkracht kan zijn begeleidingstijd met behulp van groepsplannen meer effectief inzetten. Op het moment dat een leerling op een of meer-dere onderdelen het lesprogramma niet (meer) kan volgen, krijgt het een eigen leerlijn. In overleg met de ouders en de schoolpsycholoog, wordt daarvoor een handelingsplan opgesteld (zie ook ‘opbrengstgericht werken’). Bovendien wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Daarin staan de (streef-)doelen die per half jaar bereikt moeten zijn. Interne Begeleiding (IB): Zij zorgen er voor dat voor kinderen die uit- of opvallen samen met de groepsleerkrachten adequate groeps- en/of handelingsplannen en eigen leerlijnen worden opgesteld. Bouwvoorzitters: zij zijn verantwoordelijk voor de agenda van de bouwoverleggen van de onder- of bovenbouw. Leerling- en groepsbesprekingen: het team maakt in regelmatig terugkerende duidelijk hoe de stand van zaken is, waar het niet goed gaat, wat er aan gedaan wordt en of er hulp bij nodig is. Onderwijsinspectie: de inspectie van het primair onderwijs komt op door hem of haar vooraf afgesproken tijden de school bezoeken, om aan de hand van overheidsrichtlijnen, de school als totaal
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE
5.
door te lichten, daar verslag van te doen en eventueel adviezen te geven voor verbeteringen; het meest recente INSPECTIERAPPORT van onze school, 28 mei 2013 , is te vinden op de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl Leerlingenraad: deze bestaat uit gekozen leerlingen van de groepen 5 t/m 8. Deze houdt ons scherp en geeft adviezen rechtstreeks vanuit de groepen. De directeur zit de leerlingenraad voor. De leerlingen komt gemiddeld 6 keer per jaar bijeen. Ouder-, leerling- en personeelstevredenheidsenquêtes: (zie 7.4) deze zorgen ervoor dat wij rekening blijven houden met opmerkingen en meningen van deze geledingen binnen onze school. Contact met school: de ouders kunnen door rechtstreekse contacten met de directie of de leerkrachten informeren naar de gang van zaken. Aan de hand van de schoolgids en vooral het schoolplan kunnen zij beoordelen of de school voldoet aan de geschreven verantwoording. Ook kunnen zij invloed uitoefenen via de MR. Werkgroep “Kwaliteit”: deze is in het leven geroepen ten behoeve van alle openbare scholen binnen stichting OPOA. Door het samen ontwikkelen van beleidsvoornemens en beleidsdocumenten en door het bespreken en analyseren van onderwijsopbrengsten verhogen wij de kwaliteit van ons onderwijs. Een voor elke school geldende kwaliteitsmatrix is het uitgangspunt. Hierin staan de kwaliteitsinstrumenten vermeld. DE ZORG VOOR DE KINDEREN
5.1 Toelatingsbeleid/aanmelding Leerplicht: in de leerplichtwet staat dat kinderen met ingang van de maand volgend op die waarin ze vijf jaar zijn geworden leerplichtig zijn. Deze leerplicht eindigt als ten minste twaalf volledige schooljaren een school is bezocht of aan het eind van het schooljaar waarin het kind de leeftijd van 16 jaar heft bereikt. (art. 3 Leerplichtwet). Aanmelden: ouders moeten (zo mogelijk) minimaal 10 weken voor de aanvang van het nieuwe schooljaar (of voor de datum waarop zij inschrijving wensen) hun kind schriftelijk aanmelden bij de school/scholen van hun keuze. Leeftijd:om als leerling tot een basisschool te worden toegelaten moeten de kinderen de leeftijd van 4 jaar hebben bereikt. Tijdstip: op De Stapvoorde worden deze 4-jarigen het gehele jaar door ingeschreven. Kennismaking: vanaf de leeftijd van 3 jaar en 10 maanden kunnen de kinderen ter kennismaking maximaal tien keer een dagdeel(of 5 hele dagen) meedraaien in een van de groepen 1/2. Zij krijgen hiervoor een uitnodiging. Er zijn perioden/tijdstippen dat het voor nieuwkomers en leerkrachten minder prettig is om te starten. Dit geldt met name voor de periode rond Sinterklaas en Kerst. Met de ouders van deze leerlingen bespreken we wat wenselijk en haalbaar is. In de laatste drie weken van een schooljaar kunnen nieuwe leerlingen niet meedraaien. Zij zouden dan mogen kennismaken in een groep die na de zomervakantie volkomen anders van samenstelling is en een andere leerkracht kan hebben. Ze zijn welkom op de kennismakingsdag (ruildag). Zindelijkheid: op het moment van toelating moeten leerlingen zindelijk zijn, anders worden ze (nog) niet toegelaten tot De stapvoorde. Verlof 4-jarigen: een 4-jarige valt nog niet onder de leerplicht. Dat betekent echter niet dat een 4-jarige niet naar school hoeft. De leerplichtambtenaar kan u daarover meer vertellen. Verhuizing: daarnaast zijn kinderen in de leerplichtige basisschoolleeftijd (vanaf 5 jaar), na een verhuizing dan wel op verzoek van de ouders toelaatbaar op De Stapvoorde. In het eerste geval kan dat gedurende het gehele schooljaar. In het tweede geval kan dat alleen na overeenstemming met de basisschool van herkomst of aan het begin van het nieuwe schooljaar. Informatie: als leerlingen van andere scholen afkomstig zijn, vragen wij aan de ouders/verzorgers om informatie die nodig is voor de beoordeling van de ondersteuningsbehoefte. Op basis daarvan beslist de directie of De Stapvoorde kan voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van deze leerlingen. (Zie hiervoor het ondersteuningsprofiel). Verwachtingen: we verwachten dat ouders en leerlingen zich op de hoogte hebben gesteld van de schoolregels, zoals die zijn opgenomen in het schoolreglement. Dit reglement staat in deze schoolgids. We verwachten dat ouders en leerlingen het schoolreglement onderschrijven.
20
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE
Denkt u dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft? Zorgplicht: bij aanmeldingen van kinderen, die voor het naar de basisschool gaan, is de zorgplicht van kracht. Ondersteuningsbehoeften: obs De Stapvoorde zal samen met de ouders onderzoeken of in het geval van specifieke ondersteuningsbehoeften de school de aangemelde leerling voldoende onderwijs kan bieden. Plaatsing: leerlingen binnen de basisondersteuning worden geplaatst op de school van aanmelding, mits aan andere plaatsingsvoorwaarden1 is voldaan. Advisering: indien nodig bespreekt het SOT de ondersteuningsbehoeften. Het E&D van het SWV en ook andere deskundigen kunnen hierbij adviseren en ondersteunen. Alternatief: kan de school onvoldoende tegemoet komen aan de ondersteuningsbehoeften, dan is het schoolbestuur verantwoordelijk een plek te vinden binnen het eigen bestuur of in samen-werking met het SWV binnen een andere BaO- of S(B)O-school. In het laatste geval zal de school de hulp van een trajectbegeleider van het SWV inroepen (zie boven). Tussentijdse aanmeldingen: voor kinderen die van een andere basisschool komen, geldt de zorgplicht niet voor de nieuwe school. De school van herkomst blijft de zorgplicht houden tot de leerling is aangenomen op de nieuwe school. Schoolkeuze: de ouder kiest de school of scholen die u voor uw kind geschikt vindt en u meldt uw kind minimaal 10 weken van te voren schriftelijk aan (inschrijfformulier). In deze schoolgids staat welke ondersteuning De Stapvoorde kan bieden. (Zie hiervoor het ondersteuningsprofiel) U vertelt op welke scholen uw kind nog meer is aangemeld. Termijnen: binnen 6 weken laten we weten of uw kind wordt toegelaten of komen wij met een voorstel voor een passende plek voor uw kind op een andere school. Deze 6 weken kunnen met 4 weken worden verlengd. Dat gebeurt in nauw overleg met u. (Zie ook hoofdstuk 5.6 Samenwerkingsverband 23-01/06-06 en “Weer samen naar school”) Wanneer is uw kind niet toelaatbaar?: Dat is het geval als het gaat om: de groepsgrootte. de samenstelling van de groep als gevolg van voorschriften van het samenwerkings-verband. het effect op het onderwijs aan reeds aanwezige leerlingen. de deskundigheid van het personeel de beschikbaarheid van het personeel(tekort, ziekteverzuim) de mogelijkheden van de begeleiding door de ouder de benodigde middelen (kosten extra personeel, inzet extra materieel) de gevergde aanpassing in de organisatie, begeleiding en onderwijs. De kwaliteit en de kwantiteit van het onderwijs dat mogelijk is. de werkdruk de ouders of verzorgers weigeren informatie te verstrekken die voor het verantwoord geven van onderwijs voor die leerling van wezenlijk belang is de leerling zodanige leer- en/of gedragsproblemen heeft dat hij/zij voldoet aan de criteria zoals vastgelegd in het ondersteuningsprofiel. de veiligheid van medeleerlingen en leerkracht. de mate van zelfredzaamheid. de mate van fysieke en/of medische verzorging Schoolbestuur: Het schoolbestuur beslist uiteindelijk over de toelating van leerlingen en als een kind geweigerd wordt zal het schoolbestuur schriftelijk aan de ouders uitleggen waarom hun kind wordt geweigerd. De ouders kunnen dan binnen zes weken, eveneens schriftelijk, bezwaar maken. Het schoolbestuur moet daarna binnen vier weken een nieuwe beslissing nemen, nadat de ouders zijn gehoord. Als er besloten wordt dat uw kind niet toelaatbaar is op onze school zal het bestuur moeten aangeven op welke andere openbare school wel plaats is voor uw kind. 1
Zie de plaatsingsprocedure van het schoolbestuur.
21
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE
Kinderen en de Nederlandse taal: Kinderen die vanuit een land buiten Nederland als neveninstromer worden binnen OPOA ingeschreven. Plaatsing zal in dat geval tijdelijk (max. 40 weken) op ‘t Palet gebeuren. Na de inschrijving ontvangt de leerplichtambtenaar gemeente Almelo van ons een bewijs van in-schrijving. Hoe aan te melden? Afspraak: u maakt een afspraak met de directeur en bij diens afwezigheid met de adjunct-directrice. Informatieverstrekking: hij of zij zal u mondeling en schriftelijk informatie verstrekken over de school en zal tevens de inschrijving verzorgen. Daartoe is een inschrijvingsfor-mulier beschikbaar. Inschrijfformulier: dit formulier is op school verkrijgbaar maar u kunt het formulier ook downloaden van onze website. Als u zeker weet dat uw kind naar De Stapvoorde gaat zou het fijn zijn om het formulier van te voren in te vullen. Er worden namelijk veel zakelijke informatie gevraagd die u niet zo beschikbaar heeft. Kopie van het BSN nummer : wilt u deze van uw kind meenemen a.u.b. (zorgpas of belastingbrief). Desnoods maken we een kopie hier op school. Intake: na de inschrijving vindt de intake plaats. Ongeveer twee tot drie maanden voordat uw kind op school komt, geeft u in een gesprek met de directeur aan hoe uw kind zich in totaliteit ontwikkelt en welke specifieke zorg uw kind nodig heeft. Ook dit formulier is op school verkrijgbaar of van onze website te downloaden (www.de-stapvoorde.nl). 5.2 Leerlingvolgsysteem (LVS) Alle leerlingen worden, vanaf het moment van binnentreden, nauwkeurig gevolgd in hun ont-wikkeling. De leerkrachten staan verschillende middelen ter beschikking om de kinderen zo objectief mogelijk te volgen, zoals: observatieformulieren. leerlingendagboeken. groepslogboeken. toetsen die bij de methoden horen. landelijke toetsen (bv. van het CITO-leerlingvolgsysteem). speciale testen (bv. van een schoolbegeleidingsdienst of uit onze eigen orthotheek). gesprekken met de kinderen en soms ook de ouders. onderzoeken door interne- en externe deskundigen. SCOL, het sociaal emotioneel leerlingvolgsysteem. het leerlingvolgsysteem volgens het protocol leesproblemen en dyslexie. alle resultaten komen terecht in de leerlingendossiers, die centraal, en beveiligd, worden bewaard. Het leerlingendossier is uitgangspunt voor het realiseren van onderwijs op maat, voor het inroepen van extra hulp en voor het verwijzen van leerlingen naar andere scholen of instituten. de leerlingendossiers kunnen uiteraard door de betrokken ouders/verzorgers ingezien worden. Zij kunnen daarvoor een afspraak maken. omdat de toetsen een middel zijn om gegevens over de leerling te verzamelen, en niet een doel op zichzelf, geven we geen toetsboekjes mee naar huis om in te oefenen.
22
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE
5.3
De zorglijn binnen de school
Zie voor nadere informatie hoofdstuk 5.6 Samenwerkingsverband 23-01/06-06 en “Weer samen naar school”.
23
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE
Grenzen van onze zorg (zie ook het ondersteuningsprofiel van onze school): Het is mogelijk dat ondanks inzet van extra deskundigen het verwachte doel niet wordt bereikt.
24
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE In dat geval is er een nieuw uitzicht nodig via een traject met een onafhankelijke derde, de trajectbegeleider. De intern begeleider (ib-er) neemt in zo’n situatie contact op met het Samenwerkingsverband om de hulp van zo’n trajectbegeleider te vragen. De trajectbegeleider zoekt in eerste plaats naar oplossingen binnen de eigen school of op een andere basisschool. Het overleg kan echter ook tot een advies leiden, waarbij een toelaatbaarheid tot het speciaal (basis-) onderwijs aan de orde is. Zie voor nadere informatie hfdst. 5.6 Samenwerkingsverband 2301/06-06 en “Weer samen naar school” Per 1 augustus 2014 is het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband 23-01/06-06 van toepassing.Voor reglement Privacygegevens: zie hfdst. 8.3
5.4
Handelingsgericht werken (HGW)
In het schooljaar 2009-2010 heeft het gehele schoolteam van onze school een cursus “Handelingsgericht werken” (HGW) gevolgd. Deze cursus werd verzorgd door het Seminarium voor orthopedagogiek. De meeste scholen binnen ons Samenwerkingsverband 06-06 hebben deze cursus gevolgd. In de komende jaren willen we dat HGW steeds meer een plek krijgt binnen onze school. De invoering zal stapsgewijs plaatsvinden. Wat is nu HGW? HGW is een systematische manier van werken. Hierbij wordt het onderwijsaanbod afgestemd op de basisbehoeften en onderwijsbehoeften van ieder kind. Deze behoeften beschrijf je door aan te geven wat een kind nodig heeft om een bepaald doel te kunnen bereiken. De centrale vraag is: Wat vraagt het kind aan ons? Welke benadering, aanpak, ondersteuning, instructie etc. heeft het nodig? Kindkenmerken worden vertaald naar onderwijsbehoeften. Leerkrachten moeten steeds vaker en beter kunnen reflecteren op hun handelen. Bij HGW richt men zich niet alleen op de kindkenmerken, maar ook op de kenmerken van de onderwijsleer‐ en de opvoedingssituatie. Het begrip afstemming staat hierbij centraal. Niet alleen de afstemming op het kind, maar ook door rekening te houden met wensen, mogelijkheden (grenzen stellen) en verwachtingen van school en ouders. Bij HGW worden leerlingen aangesproken op hun mogelijkheden (wat kan dat moet) en talenten, en richt men zich op betrokkenheid, welbevinden en optimale ontwikkeling. Daarnaast richten we ons ook op de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht of ouders: wat zijn hun vragen en waaraan hebben zij behoefte: aan informatie, advies en/of begeleiding?
5.5 Kleuterverlenging/ zittenblijven(doubleren) In principe doet elk kind 8 jaar over de basisschool. Hoewel “Onderwijs op maat” doubleren lijkt uit te sluiten, kunnen er omstandigheden zijn waarbij het voor het de leerling beter is meer tijd te krijgen voor het leerproces. In die gevallen is er nauw overleg tussen ouders, leerkracht en intern begeleider. De uiteindelijke beslissing ligt bij de school. Voor de exacte gang van zaken en welke criteria hiervoor gehanteerd worden, kunt u bij de intern begeleiders terecht. Als een kind doubleert, zal de leerstof worden aangepast aan het niveau van het kind, hierdoor hoeft het kind niet op alle leer- en ontwikkelingsgebieden een herhaling door te maken. Om voor deze kinderen ononderbroken leerlijnen te waarborgen, wordt er een handelingsplan opgesteld waarin tussen- en einddoelen worden geformuleerd.
Onderwijs op maat staat voorop! Voor kinderen die veel moeite hebben met leren, bij het toetsen het laagst scoren van de groep en die
vallen binnen de criteria voor verwijzing naar een school voor speciaal basisonderwijs (SBAO), maar die daar niet geplaatst kunnen of mogen worden, wordt een speciaal op maat gesneden programma opgesteld. Voor deze kinderen wordt een handelingsplan opgesteld waarin het ontwikkelingsperspectief wordt geschetst. In dat plan wordt een tweede leerweg vastgelegd met daarin de tussendoelen en het vermoedelijke eindniveau van het basisonderwijs.
25
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE
Versnellen en verlengen bij kleuters. Versnellen: Als een kind zich veel sneller ontwikkelt dan je op grond van zijn/haar leeftijd zou mogen verwachten, kan er besloten worden om het kind eerder naar een hogere groep te laten gaan. Verlengen: Komt alleen voor bij kinderen van de kleutergroep. Als het kind op grond van leeftijd naar groep 3 zou mogen, maar er qua ontwikkeling (cognitief en sociaal-emotioneel) nog niet (helemaal) aan toe is, blijft het langer in de kleutergroep. Najaarskinderen: Wat zijn najaarskinderen? Kinderen die geboren zijn in de maanden: oktober, november en december. Deze kinderen stromen tijdens een lopend schooljaar in. De verwachting is dat zij in het nieuwe schooljaar (augustus) verder gaan in groep 1. Visie op najaarskinderen: Een langer of korter verblijf in de kleutergroep moet gebaseerd zijn op de voortgang in de ontwikkeling van individuele kinderen, niet op kalenderleeftijd. De kalenderleeftijd is niet bepalend voor de overgang van de ene naar de volgende groep, maar de doorgaande lijn in de ontwikkeling van de kinderen. Verlenging in de kleuterbouw mag geen zittenblijven inhouden, maar moet een voortgang zijn van wat een kind al kan. Daar horen andere activiteiten bij. Een najaarskind dat korter in de kleuterbouw zit, omdat het na nog geen twee jaar kleuteronderwijs naar groep 3 gaat, moet geen stappen overslaan. Het welbevinden van leerlingen vinden we erg belangrijk. Als wij kunnen voorkomen dat leerlingen uitvallen in groep 3 en 4, onzeker en faalangstig worden en hun plezier in leren verliezen, zullen we bij voorkeur kiezen voor het optimaal gebruik maken van de kleuterperiode. De praktijk bij ons op school: Als de leerkracht(en) het idee heeft dat een najaarsleerling al sneller ”meekan”, dan wordt dit per situatie bekeken. Criteria daarvoor zijn: de leerling is in sociaal-emotioneel opzicht rijp voor een overgang naar groep 3 (SCOL-leerlingvolgsysteem en observaties leerkrachten). de Cito-kleutertoetsen geven aan dat het kind op cognitief gebied in staat is om groep 3 te gaan volgen. in overleg met ouders wordt een besluit genomen. Criteria overgang groep 2 – groep 3. Een leerling stroomt in principe door van groep 2 naar groep 3 als hij/zij op 1 oktober van het kalenderjaar van overgaan 6 jaar is. Het kind is cognitief in staat is om groep 3 te gaan volgen. Het kind is in sociaal-emotioneel opzicht rijp voor een overgang naar groep 3. Hiervoor gebruiken wij de volgende instrumenten: Ten aanzien van de leeftijd: de leerling-administratie. Ten aanzien van cognitieve ontwikkeling: de Cito-toetsen en registraties van methode Kleuterplein. Ten aanzien van sociaal-emotionele ontwikkeling: het leerlingvolgsysteem van SCOL, observaties van leerkracht en de kijkwijzer voor besluitvorming verlenging/voortgang /versnellen . In zijn algemeenheid: indien nodig en beschikbaar: externe onderzoeksgegevens.
Doubleren in groep 3 tot en met 8: Een kind in groep 3 t/m 8, dat in de loop van het schooljaar zover achter is geraakt dat het niet naar de volgende groep kan, doubleert. Uitgangspunten ten aanzien van doubleren groep 3 tot en met 8:
26
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE Zittenblijven moet zo veel mogelijk voorkomen worden, het moet dus echt de beste oplossing zijn voor de (cognitieve en/of sociaal-emotionele) ontwikkelingsproblemen van het kind. We laten een kind alleen doubleren wanneer het: -Sociaal-emotioneel niet goed functioneert, -Het een leerachterstand heeft van meer dan een half jaar, en de verwachting bestaat dat met meer leer- en instructietijd de achterstand wordt ingelopen en het kind in de volgende jaren het onderwijs op eigen kracht kan volgen. -Een kind doubleert niet als blijkt dat de zwakke leerprestaties geheel overeenstemmen met beperkte capaciteiten en/of mogelijkheden van het kind. Doubleren houdt niet automatisch in dat een kind de hele leerstof weer moet overdoen. Er wordt zorgvuldig besproken waar deze leerling behoefte aan heeft en er wordt een plan van aanpak opgesteld. Als de school van mening is dat het voor de ontwikkeling van een kind beter is om een bepaalde groep nogmaals te doen, vindt er overleg plaats tussen school en ouders/verzorgers. De argumentatie en mening van ouders/verzorgers wordt in de afweging van het al dan niet doubleren meegewogen. De eindverantwoording ligt bij de directie van de school, die in overleg met de leerkracht en de Intern Begeleider, de uiteindelijke beslissing neemt. De directie bepaalt de groepsindeling en de plaatsing van leerlingen en draagt hierin de eindverantwoording. 5.6
Passend Onderwijs/Schoolondersteuningsprofiel (SOP)
Obs De Stapvoorde is onderdeel van SWV Twente Noord. Binnen dit SWV werken alle (S)BaO-scholen van alle basisschoolbesturen en de SO-scholen cluster 3 en 4 in deze regio samen. De samenwerking vindt plaats met als doel uitvoering te geven aan de wet op Passend Onderwijs. Het SWV is georganiseerd in afdelingen. Iedere afdeling heeft een eigen afdelingscoördinator. Deze coördinator is binnen de afdeling een eerste aanspreekpunt namens het SWV. Het SWV ondersteunt scholen met de inzet van specifieke expertise. Hiertoe is het E&D ingericht met deskundigen op het gebied van cluster 3 en 4. Dit E&D biedt o.a. ambulante begeleiding. Ook geeft het SWV toelaatbaarheidverklaringen af voor het speciaal (basis) onderwijs [S(B)O]. Deze toelaatbaarheidverklaringen worden voorbereid in het Schoolondersteuningsteam 2 (SOT) onder begeleiding van een trajectbegeleider van het SWV. Ouders worden bij dit overleg in het SOT als overlegpartner betrokken. Indien ouders en/of school het niet eens zijn met een beslissing over de toelaatbaarheid tot het S(B)O, dan kan een bezwaar ingediend worden bij de adviescommissie van het SWV. Over de bereikbaarheid van deze commissie en de bezwaarprocedure is informatie te vinden op de website van het Samenwerkingsverband. Op deze website is ook andere informatie over passend onderwijs en het SWV te vinden. Contactinformatie van het SWV: Ineke ter Haar, coördinator
Sluiskade ZZ 187 7607 XT Almelo Tel.: 0546- 451314
[email protected] Website: www.swv-twentenoord.nl
Het Schoolondersteuningsprofiel.
2
Zie verder bij onderdeel 5.
27
Kees Hendriks, directeur SWV Twente Noord
Bosrand 6 7602 CH Almelo Tel.: 0546-863226
[email protected]
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE Hieronder beschrijft de obs De Stapvoorde haar Schoolondersteuningsprofiel. Andere documenten 3 waar informatie te vinden is over de ondersteuningstructuur zijn: -Het Schoolondersteuningsprofiel (SOP). -De notitie “Basisondersteuning” van SWV Twente Noord -Het “Ondersteuningsplan versie 2014” van SWV Twente Noord -Het zorgplan van de obs De Stapvoorde. -Deze schoolgids. 1. De missie: De missie van de De Stapvoorde sluit aan bij die van het SWV Twente Noord. De Stapvoorde biedt passend basisonderwijs zodat dit onderwijs en de begeleiding van kinderen zo snel, zo normaal, zo dichtbij en zo goed mogelijk wordt georganiseerd. De school volgt hier de afspraken, zoals die in SWV Twente Noord zijn gemaakt. Binnen het SWV werken leerkrachten, interne begeleiders, directeuren, bestuurders en vele anderen in overleg met ouders aan één centrale opdracht: “Het onderwijs wordt zo gegeven, dat alle leerlingen een zo hoog mogelijk ontwikkelperspectief geboden wordt en een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen.” 2. De visie: De Stapvoorde maakt dit mogelijk door: De afspraken rondom basiszorg en kwaliteitszorg volgens de eisen van de inspectie planmatig toe te passen; De uitgangspunten volgens Handelingsgericht Werken (HGW) in de praktijk te brengen; Zo vroeg mogelijk de deskundigheid van ondersteuners in het SWV in te schakelen om voor iedere leerling een onderwijsarrangement op maat mogelijk te maken. 3. Doel: Het uiteindelijke doel is dat zo veel mogelijk leerlingen in onze school basisonderwijs kunnen blijven volgen. Dit bereiken we samen met de extra deskundigen binnen en buiten onze school. Uitzonderingen kunnen gelden voor die leerlingen die een zeer speciale onderwijsbehoefte kennen. Ook heeft de school mogelijk grenzen als leerlingen het geven van goed onderwijs aan andere leerlingen ernstig belemmeren. De school beschrijft in het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) waar de grenzen van de mogelijkheden van ons schoolteam liggen. De school zoekt steeds naar mogelijkheden om deze grenzen op te schuiven. Het team streeft bij alle leerlingen tot een zo ruim mogelijk passend aanbod te komen. Echter Passend Onderwijs betekent niet per definitie dat alle leerlingen regulier BaO-onderwijs kunnen volgen. Onze school werkt daarom binnen het SWV goed samen met het speciaal basis onderwijs en het speciaal onderwijs (S(B)O). Deze vormen van onderwijs zijn goed ingespeeld op leerlingen met zeer speciale ondersteuningsbehoeften. 4. Ondersteuningsstructuur: De Stapvoorde biedt dus zo passend mogelijk onderwijs. Ter ondersteuning van het team beschikt de school over gespecialiseerde leerkrachten en aanvullende ondersteuning. Te weten: intern begeleiders reken- en wiskundespecialist taal- en leesspecialisten De school beschikt over een team dat goed is voorbereid om onderwijs- en opvoedproblemen te voorkomen en te verhelpen. Ook wordt de school op verzoek ondersteund vanuit het SWV via de inzet van een Expertise en Dienstenteam (E&D). Dit team bestaat uit specialisten uit cluster 3 en 4. Via de afdeling en het schoolbestuur is de inzet mogelijk van een orthopedagoog, schoolmaatschappelijk werker, collegiale consulenten, consulent sociale en emotionele ontwikkeling, trajectbegeleiders . De school heeft een eigen schoolondersteuningsteam (SOT). Dit SOT houdt volgens een vaste planning groeps- en leerlingbesprekingen. Deze groeps- en leerlingbesprekingen vinden plaats volgens de zogenaamde HGW werkwijze. Binnen deze werkwijze staat planmatig en doelgericht werken voorop. Vragen rondom leerlingen worden besproken op basis van hun ondersteuningsbehoefte. Leerling3
Deze documenten liggen op de school ter inzage.
28
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE besprekingen worden gepland maar kunnen ook op afroep plaats vinden als snel en direct gehandeld moet worden. Bij het SOT overleg kunnen zowel deskundigen uit de school, het bestuur als het SWV aansluiten. Ook is het mogelijk dat deskundigen uit de gemeentelijke jeugdzorg aansluiten, zoals de maatschappelijk werker, schoolverpleegkundige, schoolarts, leerplichtambtenaar of wijkagent. De school maakt hierdoor effectief gebruik van nuttige en noodzakelijke adviezen van externe partners. Binnen het SOT overleg kunnen ouders worden uitgenodigd. Ouders worden altijd betrokken bij besprekingen en besluiten over hun kind. Het SOT kan aan het SWV ook advies en ondersteuning vragen in de vorm van trajectbegeleiding. Trajectbegeleiding is een aanvullende ondersteuningsmogelijkheid voor de school. Het SWV biedt deze ondersteuning om samen met het SOT en ouders te onderzoeken of binnen onze school nog kansen liggen om passend onderwijs te bieden. Trajectbegeleiders zijn door het SWV speciaal opgeleid om dit te onderzoeken samen met ouders en SOT. Trajectbegeleiding wordt pas ingezet als de eerdere aanpak niet heeft geleid tot een blijvende oplossing. Het is mogelijk dat ondanks de inzet van extra deskundigen het verwachte doel niet wordt bereikt. In dat geval is er een nieuw uitzicht nodig via een traject met een onafhankelijke derde, de trajectbegeleider. De ondersteuningsstructuur van het eigen bestuur, afdeling of SWV is dan dus al actief geweest in het voortraject. Deskundigen hebben dus al ondersteund en geadviseerd. De leerling is bekend binnen de zorg van het SWV en een groeidocument 4 geeft aan welke acties al dan niet met succes reeds zijn ingezet. Er is echter nog geen zicht op een blijvende oplossing. Hierdoor zijn andere acties nodig om voor de leerling passend onderwijs te kunnen organiseren. De intern begeleider (IB-er) neemt in zo’n situatie contact op met het SWV om de hulp van een trajectbegeleider te vragen. Samen bereiden de IB-er en de trajectbegeleider het verdere verloop van het proces voor. Eerst wordt bepaald welke deskundigen bij het SOT zullen worden betrokken bij de volgende stappen. In ieder geval worden altijd de ouders en de leraren betrokken bij de voorbereiding en het overleg. Het traject met de trajectbegeleider zoekt in de eerste plaats naar oplossingen binnen de eigen of een andere basisschool. Het overleg kan echter ook tot een advies leiden, waarbij een toelaatbaarheid tot het S(B)O aan de orde is. 5. Basisprofiel van De Stapvoorde Basisondersteuning: De Stapvoorde biedt basisondersteuning zoals deze is vastgelegd in de regio van het SWV Twente Noord voor alle basisscholen. De notitie waarin de basisondersteuning wordt beschreven, ligt ter inzage op de school. Deze basisondersteuning is o.a. vastgelegd in standaarden. Dit zijn afspraken waar alle basisscholen in Twente Noord naar streven. De school heeft in het SOP aangegeven hoe de stand van zaken is t.a.v. deze afspraken. Ook heeft de school in ontwikkelings- en scholingsplannen beschreven hoe het schoolteam verder werkt om deze basisondersteuning te realiseren. Deze ontwikkelings- en scholingsplannen zijn bedoeld om als school steeds beter passend onderwijs te geven. Inrichting onderwijs: De Stapvoorde heeft haar onderwijs zo ingericht dat vroegtijdige leer-, opgroei- en opvoedproblemen worden gesignaleerd; een veilig (sociaal) schoolklimaat voor alle leerlingen geboden wordt; een aanbod te creëren is voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie; een afgestemd aanbod tot stand gebracht wordt voor leerlingen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie; een aanpak gericht op het voorkomen van gedragsproblemen geboden wordt. Specifieke onderwijsbehoeften: De Stapvoorde houdt in haar onderwijs rekening met de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen. De school heeft het pedagogisch klimaat duidelijk beschreven en met het hele schoolteam in de dagelijkse praktijk uitgewerkt. Hierbij werkt de school via duidelijke afspraken aan het voorkomen van sociaal emotionele problematiek en gedragsproblemen. Deze afspraken zijn op de school in te zien. De school ontwikkelt een pedagogische aanpak waarin leerlingen met ontwikkelingsproblemen, zoals ADHD en autisme goed gedijen. De school richt haar onderwijs hier op in en schoolt de leerkrachten hiertoe. Het groeidocument verzamelt alle informatie over een leerling op een planmatige manier, zodat afspraken en evaluaties goed zijn te volgen. 4
29
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE De Stapvoorde staat open voor een gesprek met ouders over de opvang van leerlingen met meer ingewikkelde of intensieve ondersteuningsvragen. In het SOP heeft de school aangegeven in welke specifieke ondersteuningsvragen het schoolteam zich meer of minder ervaren acht. De school zal deze specifieke ondersteuningsvragen van leerlingen samen met het SWV, via de inzet van een trajectbegeleider (zie boven), onderzoeken en in beeld brengen. Grenzen: Passend Onderwijs is echter niet per definitie inclusief onderwijs. Ook is de De Stapvoorde niet in staat om alle leerlingen met zeer specifieke ondersteuningsbehoeften altijd op te vangen. Het samenwerkingsverband ondersteunt de school indien nodig bij het vinden van een juiste onderwijsplek buiten de eigen basisschool. De ondersteuningsmogelijkheden van de school kunnen begrensd worden door verschillende oorzaken. De complexiteit of meervoudigheid van de problematiek bij een individuele leerling kan een grens voor de school zijn. De Stapvoorde heeft ook deze grenzen verwoord in haar eigen SOP. De volgende grenzen zijn daarin vastgelegd: wanneer de veiligheid van medeleerlingen en leerkracht in het geding is; wanneer er in onvoldoende mate sprake is van zelfredzaamheid; wanneer er in onvoldoende mate mogelijkheden zijn van fysieke en/of medische verzorging 5; wanneer de kwaliteit en kwantiteit van het onderwijs niet mogelijk is; Benodigde materiële ondersteuning van hulpmiddelen. Aanmeldingsprocedure (zie hfdst 5. Toelatingsbeleid/aanmelding) 5.7 Schoolondersteuningsteam (SOT) De intern begeleiders en de directie waren tot 1-08-2014 vertegenwoordigd in het z.g. zorgadviesteam (ZAT). In dat team hadden de volgende deskundigen zitting: een schoolverpleegkundige een schoolmaatschappelijk werker een leerplichtambtenaar (op afroep) een jeugdagent (op afroep) de IB. de directie In dat team, dat 4 tot 5 keer per jaar bijeenkomt, worden kinderen besproken van wie wij vermoeden of weten dat zij buiten de schoolse gebieden extra zorg nodig hebben. Door in dit team de acties die eventueel nodig zijn onderling af te stemmen, willen de deelnemende organisaties vormen van hulp of ondersteuning vlot en deskundig organiseren. Per 1-08-2014 vervalt het ZAT en zal het SOT actief worden. Zie voor inhoudelijke taken 5.6 Passend Onderwijs/Schoolondersteuningsprofiel (SOP) van deze schoolgids. 5.8 Plusleerlingen Op onze school wordt aandacht besteed aan de begeleiding van leerlingen die moeite hebben met het groepsniveau (extra instructie, hulpprogramma's of werken op eigen niveau) maar we vergeten de leerlingen die méér aan kunnen ook niet! Deze leer-lingen krijgen de gelegenheid om met verrijkingsstof aan de slag te gaan. Daarbij kan het gaan om verdieping van de methodische leerstof, maar ook om activiteiten waar de leerlingen bijzondere belangstelling voor hebben. We proberen de talenten van de leerlingen zoveel mogelijk tot ontplooiing te laten komen. Extra aandacht is er voor de werkhouding. Vaak gaat het leren de leerlingen (te) gemakkelijk af waardoor extra aandacht nodig is voor de afronding van de opdracht. Mocht er aantoonbaar sprake zijn van hoogbegaafdheid wordt er gebruik gemaakt van een protocol. Dit protocol is op school aanwezig. Met ingang van het schooljaar 2014-2015 stopt de begeleiding van deze leerlingen in de zogenaamde ‘plusgroep’. De begeleiding zal nu door de leerkrachten in de groep gerealiseerd worden. Zij krijgen daarbij ondersteuning van de specialist hoog- en meerbegaafdheid. 5
De school beschikt over een protocol voor medische handelingen.
30
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE
5.9
Protocol dyslexie en dyslexiebehandeling onder schooltijd
Wij hanteren het protocol voor Leesproblemen en dyslexie. Leerlingen waarbij na onderzoek ernstige enkelvoudige dyslexie is vastgesteld kunnen via de zorgverzekeringswet vergoede zorg krijgen van een erkend behandelaar (zie www.steunpuntdyslexie.nl) . Indien deze zorg onder schooltijd plaats vindt geldt hiervoor een maximum van 1 ½ uur per week aan effectieve behandeltijd. De ouders zijn dan verantwoordelijk tijdens het halen en brengen t.b.v. de behandeling. Toestemming voor deze behandeling onder schooltijd dient te worden aangevraagd bij de directie. Leerlingen die geen dyslexieverklaring hebben, maar waarbij wel sterke vermoedens zijn van dyslexie worden door de intern begeleider besproken met de coördinator leerlingenzorg/schoolpsycholoog van OPOA. Met diens instemming zullen wij deze leerlingen begeleiden als zijnde dyslectische leerlingen. Mogelijke maatregelen: -Extra lees- en oefentijd voor lezen en spelling binnen het schoolprogramma. -Waar nodig aanpassing van de hoeveelheid les- en oefenstof. -Waar nodig vergroten van de teksten, voorlezen van de teksten of beluisteren op cd-rom. -Waar nodig en mogelijk: schrijfopdrachten maken op de computer. Maatregelen verschillen per leerling. Deze worden afgestemd op de behoeften en mogelijkheden van het kind. 5.10 Naar het voortgezet onderwijs In het laatste schooljaar wordt afgesproken naar welke vorm van vervolgonderwijs de leerlingen gaan. Zowel ouders als kinderen krijgen uitgebreide voorlichting over de mogelijkheden. In het najaar is een voorlichtingsavond voor de ouders georganiseerd, waarop docenten van o.a. de openbare scholengemeenschap ‘Het Erasmus’ vertellen over de inrichting van het voortgezet onderwijs en ingaan op vragen van belanghebbenden. Ouders bezoeken zelf deze voorlichtingsavonden. Wij adviseren ouders naar zoveel mogelijk voorlichtingen te gaan van de verschillende scholen om ervaring op te doen met de desbetreffende scholen. De leerlingen bezoeken de Osg. Erasmus (Havo/Vwo en VMBO-vestigingen) en het AOC (Agrarisch Opleidings Centrum) om het onderwijs in de praktijk te zien. Alle scholen voor voortgezet onderwijs in Almelo organiseren open dagen om zowel kinderen als ouders voor te lichten. In februari/maart vindt een gesprek op school plaats over het advies, het leerlingvolgsysteem van CITO en de schoolkeuze. Dan komen ook andere zaken aan de orde: belangstelling, werkhouding, concentratie, doorzettingsvermogen, zelfvertrouwen en zelfstandigheid. Alles meewegend geeft de leerkracht een schoolkeuze-advies aan de ouders. De Toelatingscommissie van het voortgezet onderwijs bepaalt of en waar het kind geplaatst wordt. Alle scholen voor voortgezet onderwijs in Almelo hanteren daarvoor dezelfde normen! In april krijgen de leerlingen de EINDTOETS die de vorderingen onderzoekt op het gebied van rekenen, taal, informatieverwerking en wereldoriëntatie. Circa vier weken later zijn de resultaten van de toets bekend. De resultaten worden door de leerkracht met de ouders en het kind besproken. In juni worden de leerlingen uitgenodigd kennis te komen maken met de nieuwe school, de mentoren en de klasgenoten. De leerkracht van groep 8 heeft in oktober daaropvolgend gesprekken met de mentoren van het Erasmus om de leerlingen in hun nieuwe situatie onder de loep te nemen. Dat gebeurt niet met de andere scholen voor voortgezet onderwijs. Voor alle leerlingen die naar het voortgezet onderwijs gaan wordt een zogenaamd onderwijskundig rapport ingevuld. Dit rapport wordt gezien en vervolgens ondertekend door de ouders en daarna meegegeven naar de nieuwe school voor voortgezet onderwijs.
31
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE
Omstandigheden proefcito en cito eindtoets (valt niet onder snoepbeleid) Wij hebben er geen problemen mee als leerlingen van groep 8 tijdens de proefcito en Cito eindtoets suikervrije kauwgom kauwen. Onderzoek toont aan dat het maken van kauwbe-wegingen de concentratie tijdelijk vergroot .Tijdens deze Cito-toetsen worden meerdere toetsen achter elkaar gemaakt, waarbij gedurende de hele ochtend een zeer grote inspanning van de leerlingen gevraagd wordt. Dat maakt deze situatie toch wel anders dan de gemiddelde twee toetsen die eens op een doorsnee ochtend gemaakt worden. Wel mag de kauwgom pakken, uitpakken etc. geen overlast veroorzaken. Bellen blazen en smakken zien wij als storend gedrag en wij verwachten dat de leerkrachten hierbij zullen optreden. 5.11 Het POVO-project De overgang van PO (primair onderwijs) naar VO(voortgezet onderwijs), is voor de kinderen, de ouders en de scholen zelf niet altijd gemakkelijk. Er is een werkgroep die een Projectplan POVO opgesteld heeft. In dit plan zijn veel onderwerpen opgenomen die binnen dit tijdsbestek verbeterd kunnen c.q. moeten worden. De voornaamste onderwerpen zijn: de toetsing, de schoolkeuze, de toelating, de overdracht van leerlingengegevens, de zorgleerlingen, de doorgaande lijn in de leerstof, de doorgaande lijn in de vaardigheden de leerkrachtcontacten tussen PO en VO, de voorlichting. Zowel vanuit OSG. Erasmus als Stichting OPOA zijn vertegenwoordigers aanwezig. Zie daarvoor deel b van de schoolgids. -En wat zijn de resultaten van POVO tot nu toe? Inmiddels zijn er in de overgang van de basisschool naar de OSG Erasmus veranderingen opgetreden, waarvan de leerlingen en de scholen profiteren: -De onderlinge contacten tussen leerkrachten PO en docenten van het Erasmus zijn verbeterd. -In werkgroepen (die bestaan uit leerkrachten PO en Erasmus) wordt druk gewerkt aan het afstemmen van leerstof, zowel voor taal, rekenen als voor Engels. -De leerlingengegevens van het PO worden goed onderbouwd doorgegeven aan het Erasmus, denk aan het leerlingvolgsysteem. -Voor zorgleerlingen worden betere rapportages opgesteld, die op het Erasmus worden aangewend, o.m. voor het verkrijgen van beschikkingen Leerwegondersteuning (LWOO). -De organisatie van de terugrapportage door het Erasmus (een speciale gespreksmiddag en rapporten) is verbeterd en daardoor effectiever. -Op het gebied van extra zorg, voor bijv. lees- en spellingsproblemen en dyslexie en meer- en hoogbegaafdheid, werken het PO en het Erasmus intensief samen. -De voorlichting van PO naar VO en omgekeerd is verbeterd en levert daardoor minder problemen op. 6.
HET ONDERWIJZEND PERSONEEL
6.1 de leerkrachten In hoofdstuk 2 van dit gedeelte van de schoolgids hebben we beschreven welke uitgangspunten/visie voor het team van De Stapvoorde belangrijk zijn. In deel B van de schoolgids kunt u lezen hoe de opbouw van het team is. Daarin vindt u ook de namen van de leerkrachten met hun functie/taken. 6.2 Meerdere leerkrachten voor de groep Deeltijdbanen: Het is niet meer zo als vroeger dat een leerkracht vijf dagen werkt en daarmee de enige leerkracht van een groep is. Veel leerkrachten werken bij ons op school in een duobaan, dat wil zeggen dat zij ieder een deel van de week werken.
32
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE Het kan in noodzaak voorkomen dat drie leerkrachten voor de groep staan. Dat heeft niet onze voorkeur. Bij verlof of ziekte proberen we het zo te regelen dat de leraren van een groep elkaar vervangen zodat er niet teveel leraren voor de groep verschijnen. Dat is echter niet altijd mogelijk. Zie 6.3
vervanging.
6.3
Vervanging van leerkrachten
Wijze van vervanging bij ziekte, verlof of anderszins Leerkrachten worden vervangen als er sprake is van: - compensatieverlof: fulltimers hebben recht op 80 uur verlof per jaar. - BAPO-verlof: oudere leerkrachten hebben afhankelijk van hun leeftijd en aanstelling meer of minder verlof. -ziekte: bij ziekte wordt er voor vervanging gezorgd. Dat is of een duo-partner of een invaller van buiten de school. Pas na een aantal dagen de groep naar huis worden gestuurd maar dit alleen als alle andere mogelijkheden zijn uitgeput. Hiervoor hebben wij binnen OPOA het volgende protocol vast-gesteld: Vervangingsregeling OPOA in geval van afwezigheid van leerkrachten. Als een leerkracht afwezig is zijn er verschillende mogelijkheden om de vervanging te regelen (deze mogelijkheden worden in onderstaande volgorde afgewerkt): 1. Een “eigen” invaller bellen. 2. OPOA wordt gebeld om voor een invaller te zorgen (Er is hiervoor een vervangingspool in het leven geroepen). 3. De duo-partner van de eigen groep vragen (op basis van vrijwilligheid). 4. Een parttime collega vragen (vrijwillig). 5. Een ambulante leerkracht zonder omschreven taak (bijv. leerkrachten die gebruik maken van een LIOer) aanstellen. 6. Indien de schoolorganisatie dit toelaat (dit ter beoordeling van de schooldirecteur) kan een ambulante leerkracht met een omschreven taak worden aangesteld (RT-er, ICT-er, IB-er,enz.) of een lid van de directie . Hierbij wordt maximum 3 dagen per maand per persoon in acht genomen. 7. Een onderwijsassistent (met diploma) aanstellen, waarbij toezicht uitgeoefend wordt door een leerkracht. Dan zijn er nog twee mogelijkheden die als absolute noodoplossing worden gezien: 8. Een of meer lokaalassistenten (indien aanwezig) worden aangewezen om de groep te begeleiden, waarbij een leerkracht belast wordt met het toezicht. 9. Aan 4e of 3e-jaars stagiair(e)s wordt gevraagd de groep te begeleiden. Ook in dit geval zal toezicht en ondersteuning van een leerkracht noodzakelijk zijn. In het geval er geen vervanger beschikbaar is gaan we over tot andere maatregelen: De groep wordt verdeeld over andere groepen, maar niet meer dan 1 dag. De 1e dag worden er dus geen leerlingen naar huis gestuurd. De ouders worden door middel van een brief op de hoogte gesteld van deze oplossing. In de brief wordt ook vermeld hoe er bij voortduring van de problematiek wordt gehandeld, zodat ouders tijdig kunnen anticiperen. Hierbij worden uiteraard de margeuren bewaakt. Een kleutergroep wordt verdeeld over de andere kleutergroep(-en). De leerlingen van een andere groep worden verdeeld over de groepen 3 t/m 8. 6.4 Nascholing van leerkrachten Elk jaar wordt er een nascholingsplan gemaakt. Het nascholingsplan heeft een relatie met: -onderwijskundige ontwikkelingen op school- , regionaal- of landelijke niveau. -Academische Opleidingsschool. -persoonlijke ontwikkeling. -landelijke wetgeving (bijv. BHV, IPB etc.). 7.
DE OUDERS
7.1 Contacten school/ouders Voor het team van De Stapvoorde is een goede relatie met de ouders en verzorgers een basisvoorwaarde, omdat: de ouders gezien worden als “klanten” die een kwalitatief hoogwaardig “product” verlangen.
33
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE een goed en open contact is een voorwaarde voor een goede samenwerking tussen school en ouders. Het tonen van wederzijds respect is hierbij een voorwaarde. de school zo veel mogelijk open staat voor een ieder die zich wil oriënteren of die een indruk van de school, het team en de groepen wil krijgen. Voor uitgebreider contact met de directie of met teamleden verdient het de voorkeur een afspraak te maken. 7.2 Informatie aan ouders/ informatie aan gescheiden ouders Om de ouders de informatie te verstrekken die nodig is om de kinderen goed te kunnen begeleiden heeft de school diverse mogelijkheden: Reguliere contactavonden:de ouders kunnen met de leerkracht spreken over de vorderingen en gedragingen van hun kind. In de regel is dat drie keer per jaar. De kinderen van groep 3 tot en met 8 krijgen dan hun rapport. De kinderen van groep 1 krijgen afhan-kelijk van het moment van aanname hun eerste rapport. Ouders wordt gevraagd een hand-tekening te zetten onder een gespreksformulier waarop verslag wordt gedaan van de contactavond, dit om eventuele misverstanden te voorkomen. Startdag nieuwe schooljaar: samen met uw kind(eren) de nieuwe groep bezoeken; Informatieavonden: zo werkt men in deze groep. Incidenteel contact: in bijzondere gevallen kunnen zowel de ouders als de leerkracht vragen om een gesprek. Social School: contact met de ouders via mail en/of social media. De infobulletins “Stap-Info” geven maandelijks de nodige zakelijke informatie; de laatste editie van Stap-Info is te lezen op de website van de school. SOS-formulier: zie hoofdstuk 13 S. Schoolgids: deze geeft jaarlijks een verantwoording van het onderwijs en veel zakelijke gegevens. Zie hoofdstuk 11 voor jaarverslagen. Het jaarverslag en het jaarplan: iedere belanghebbende kan deze documenten in de schoolgids lezen. Ze liggen ook op school ter inzage. Hiermee willen we op een gedegen wijze verantwoording afleggen van ons onderwijs van het afgelopen schooljaar en het komende schooljaar. Het schoolplan: hierin staat het beleid geformuleerd over een termijn van vier jaar. Ook dit document ligt op school ter inzage. Website www.de-stapvoorde.nl: deze geeft veel algemene informatie, geheel of gedeeltelijk verluchtigd met foto’s, over de school. Medezeggenschapsraad(MR): de MR bericht via de “Stap-info” de achterban enkele keren per jaar over haar activiteiten. Informatie aan gescheiden ouders: - In de situatie waarin ouders gescheiden zijn en beide het gezag hebben moet aan beide ouders informatie worden verstrekt. - In de situatie waarin ouders gescheiden zijn en één ouder het gezag heeft wordt aan deze ouder informatie verstrekt. Deze kan schriftelijk toestemming verlenen om aan de andere ouder informatie te verstrekken. - Belangrijk voor school is om in het geval van een echtscheiding waarbij beide ouders het gezag hebben ook het inschrijfformulier door beide ouders te laten ondertekenen. 7.3 Inspraak ouders Aangezien de school prijs stelt op een prettige verstandhouding en samenwerking met de ouders, is het van belang dat de ouders ruim geïnformeerd zijn over het reilen en zeilen in de school. Wie zich een mening wil vormen over schoolse zaken en daarna wil meepraten over het beleid moet goed op de hoogte zijn en alle kansen grijpen die de school biedt. Het team (de directie) communiceert voortdurend met de MR om allen op de hoogte te houden van de ontwikkelingen en om een mening daarover te vragen. 7.4 Mening ouders Wij vinden het belangrijk de mening van de ouders en/of verzorgers te horen over bepaalde onderwerpen. Bij het maken van beleid houden wij daar dan rekening mee.
34
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE Af en toe organiseren de medezeggenschapsraad en het team een thema-avond over zo’n onderwerp. Daarnaast wordt er periodiek een oudertevredenheidspeiling gehouden om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen en meningen. De resultaten hiervan worden in het team en de medezeggenschapsraad besproken. 7.5 Ouderparticipatie De Stapvoorde maakt op grote schaal gebruik van de diensten van ouders. Om dit in goede banen te leiden is de ouderparticipatie volgens een eigen model georganiseerd; de activiteiten waaraan ouders mee kunnen doen (dat zijn er ruim 20!) zijn verdeeld over vier “clusters”: -lesondersteuning -excursies –evenementen –diversen. Acht coördinatoren vormen samen de COP, de contactgroep ouderparticipatie. In de COP zitten ook een vertegenwoordiger van het team. Samen regelen zij de uitgebreide ouderhulp. Er zijn jaarlijks vele ouders en senioren die de school ondersteunen. Hun onmisbare hulp zorgt ervoor dat alle kinderen daar de vruchten van plukken. Aan het begin van het schooljaar krijgen de ouders de gelegenheid zich op te geven voor allerlei activiteiten. Opgemerkt moet worden dat ouders soms kosten maken bij het vervoer van leerlingen (excursies), bijvoorbeeld voor brandstof en parkeren. Ouders die dat willen kunnen altijd door middel van een schriftelijke declaratie, gericht aan de directie, vergoeding van die kosten krijgen. 7.6 De Cop Op dit moment heeft onze school geen ouderraad. Er is wel een Contactgroep Ouderparticipatie (COP). In deze groep zitten ouders en 2 teamleden. Samen regelen zij de uitgebreide ouderhulp. Aan het begin van het schooljaar krijgen de ouders de gelegenheid zich op te geven voor allerlei activiteiten. 7.7 De medezeggenschapsraad (MR) De medezeggenschap is op school geregeld door een officieel goedgekeurd reglement. De MR bestaat uit zes vertegenwoordigers van twee geledingen: -het team (3 leden) -de ouders (3 leden) De MR werkt actief mee aan de ontwikkeling van de school. In de MR hebben ouders en personeelsleden de mogelijkheid mee te praten over en invloed uit te oefenen op het beleid van de school. Zij helpt mee beleid te maken en in de praktijk ten uitvoer te laten brengen. Alle belangrijke beleidsstukken en andere publicaties die de school betreffen passeren de MR. Het reglement geeft nauwkeurig aan in welke gevallen de MR het recht tot instemming of tot advies heeft en welke geleding welk recht heeft. In het jaarverslag legt zij verantwoording af aan alle ouders. 7.8 De gemeenschappelijk medezeggenschapsraad (GMR) De GMR is een bovenschoolse organisatie van ouders en leerkrachten. De meeste leden maken deel uit MR van hun eigen school, maar dit is niet noodzakelijk. Alle scholen hebben individuele belangen en individueel beleid, die in de eigen MR worden behandeld. Maar ook zijn er beleidszaken, die alle openbare scholen aangaan en die daarom in de GMR worden behandeld. Dit bovenschools overleg heeft veel voordelen: -de GMR is een wettelijke verplichting en men heeft instemmings- en adviesrecht. -korte lijnen met het bestuur van OPOA en direct contact met de voorzitter van de raad van bestuur. -democratische besluitvorming t.a.v. het bovenschoolbeleid. -men kan invloed uitoefenen op de organisatie,zoals de OPOA begroting (financiering), onderwijsvernieuwing en de vakantieregeling. -het delen van kennis en signalen uit de MR meenemen en behandelen in de GMR zorg voor alle leerlingen van OPOA. Voelt u zich aangesproken om deel te nemen, neemt u dan contact op met de MR van onze school.
35
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE 7.9 Jehova's Getuigen Voor de Jehova's Getuigen, die geen verjaardagen en Christelijke feestdagen vieren, maken aan het begin van het schooljaar afspraken. 8.
VEILIGHEID OP SCHOOL
8.1 Veiligheidsbeleid De Stapvoorde gebruikt het veiligheidsbeleid dat op gemeentelijk niveau is vastgelegd in een overeenkomst met de naam "Veiligheid op scholen ". Er zijn afspraken gemaakt over hoe we omgaan met o.a.: lichamelijke en mondelinge agressie, vernieling, wapenbezit, drugsbezit, diefstal, vuurwerk, seksuele intimidatie en seksueel misbruik en schoolverzuim. De overeenkomst ligt voor belangstellenden ter inzage op school. Daarnaast zijn er nog veel meer activiteiten op De Stapvoorde die met de veiligheid van uw kind, uzelf en de leerkrachten te maken hebben. Zo houden wij elk incident (ongeval etc.) nauwkeurig bij. We hebben een ontruimingsplan en plannen oefeningen. We hebben geregeld een wijkoverleg (over verkeer, vandalisme etc.). De EHBO-er en de BHV-ers houden hun kennis elk jaar bij t.a.v. ongevallen en brand. De directie en de intern begeleiders hebben geregeld overleg met de leerplichtambtenaar, het maatschappelijk werk, de schoolverpleegkundige en de wijkagent. Medewerkers van Stichting OPOA controleren elke maand de speeltoestellen buiten. Ook hebben we duidelijke afspraken gemaakt op school over het internetgebruik. Waar we de komende jaren nog meer aandacht aan moeten besteden is de fysieke veiligheid binnen onze school.
Schoolreglement/gedragscode:
Onze school wil een leefgemeenschap zijn, waar kinderen niet alleen iets leren, maar ook hun persoonlijkheid kunnen ontwikkelen, zoals zelfvertrouwen opbouwen, zelfkennis verwerven, verantwoordelijkheid durven nemen, positief gedrag leren, leren omgaan met elkaar, verdraagzaam zijn en kennis opdoen van andere culturen en andere opvattingen. Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich van jongs af aan een kunnen mening vormen en daar uiting aan durven en kunnen geven. Dat willen we in een ongedwongen sfeer realiseren. Natuurlijk moet er regelmaat zijn, moeten omgangsprincipes gerespecteerd worden. Die zijn ook vastgelegd in de gedragscode van OPOA en staan hieronder in het kort beschreven. De gedragscode ligt ter inzage op school. Wij kiezen op onze school voor drie hoofdprincipes die voor iedereen gelden: 1. Iedereen hoort erbij 2. De ruimte is voor allemaal 3. Wij zorgen goed voor eigen en andermans spullen
Deze drie principes zijn in iedere groep aanwezig op een paraplu. In de groepen 3 t/m 8 is hierop het kernwoord van alle gedrag genoteerd: RESPECT. Met de leerlingen wordt veelvuldig over het waarom van een principe gepraat. Ze worden er ook bij betrokken. Begrip voor het ‘waarom’ moet voorop staan; niet het principe zelf. Grenzen worden gelegd, waar anderen last gaan ondervinden. Dan worden er afspraken of regels gemaakt. De schoolregels die wij hanteren zijn opgesteld om onze schoolcultuur vorm te geven. Zo willen we met elkaar omgaan en deze afspraken en regels zijn daarvoor opgesteld. Het gaat te ver om al die afspraken en regels hier op te noemen. Sommige afspraken/regels staan in deze schoolgids. Ze zijn allemaal samengevat in het veiligheidsbeleid hier op school. Dat ligt ter inzage bij de directie. Stichting OPOA heeft voor alle betrokkenen bij de scholen vallend onder stichting OPOA een gedragscode opgesteld. Deze ligt ook op school ter inzage.
36
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE Enkele zaken die daar in staan: -we gebruiken geen seksistisch taalgebruik, seksistische grappen en gedragingen etc. -pesten: we willen dat er niet gepest wordt. In het geval van pestgedrag hanteren van het pestprotocol etc. -er mag geen sprake zijn van racisme/discriminatie betreffende taalgebruik, in beeld en gedrag etc. -niet toegestaan is lichamelijk geweld/verbaal geweld/psychisch geweld etc. -kleding:men draagt geen hoofddeksel tenzij op medische en religieuze gronden. -Kleding mag geen statement zijn dat in verband kan worden gebracht met discriminatie op grond van ras, kleur, geaardheid, sexe of politieke overtuiging etc. -enz. Opvoedkundige maatregelen: eventuele sancties bij het herhaaldelijk aangeven van de grenzen hebben altijd een relatie met de overtreding en wordt duidelijk aan het kind kenbaar gemaakt. Door met het kind over deze principes en schoolregels te praten leren we ze na te denken, verantwoordelijkheid te geven en ook af te leggen over hoe we met elkaar om willen gaan. Per kind wordt beoordeeld welke sanctie het meest effectief is. Soms is een ernstig gesprek voldoende of is het bezoeken van een time-outplek binnen of buiten de groep al voldoende of wordt er een andere plek in de groep gezocht. Soms moet een kind nablijven of krijgt een straftaak. Ouders worden daarover geïnformeerd. Ordemaatregelen: worden bij een buitensporig incident of na een periode met opvoedkundige maatregelen, de grenzen regelmatig en buitensporig overtreden, dan worden de ouders hiervan snel op de hoogte gebracht. In uiterste gevallen kan het bevoegd gezag over gaan tot schorsing of verwijdering. Zie daarvoor deze schoolgids. 8.2
Schorsing- en/of verwijderingsbeleid
Passend onderwijs: Vanaf 1 augustus 2014 is met de invoering van passend onderwijs ook de mogelijkheid tot schorsing in de Wet op het primair onderwijs (WPO) opgenomen. Nu schorsing in de wet is opgenomen heeft de inspectie de verantwoordelijkheid om toezicht te houden op de naleving daarvan. Schorsen is onder voorwaarden op grond van Artikel 40c WPO mogelijk vanaf 1 augustus 2014. Artikel 40c. Schorsing 1. Het bevoegd gezag kan met opgave van redenen een leerling voor een periode van ten hoogste één week schorsen. 2. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders bekendgemaakt. 3. Het bevoegd gezag stelt de inspectie van een schorsing voor een periode langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. Schorsing melden via ISD: Scholen of bevoegde gezagen dienen de schorsing te melden via een formulier dat in het internet schooldossier (ISD) is opgenomen. De inspectie gaat er van uit dat een schorsing zo kort mogelijk duurt en dat scholen zich rekenschap geven van de gevolgen voor het kind. Van scholen mag verwacht worden dat zij in geval van schorsing zorgvuldig te werk gaan en vaste procedures volgen. De rechter toetst zo nodig of deze gevolgd zijn. Deze voor ouders belangrijke informatie dient opgenomen te zijn in de schoolgids. Redenen schorsing/verwijdering: Leerlingen worden na overleg met het bestuur en de inspectie bij het bestuur voorgedragen voor tijdelijke verwijdering/schorsing als: het kind na herhaalde inspanningen van teamleden niet in staat blijkt zich zodanig te gedragen dat de normale gang van zaken binnen de school en/of binnen de groep op minimaal aanvaardbare wijze voor alle kinderen kan worden gerealiseerd; het kind zich op de een of andere wijze zo agressief/storend gedraagt, dat de teamleden de veiligheid van de andere leerlingen niet meer kunnen waarborgen; het kind een reëel risico vormt voor de gezondheid van de andere leerlingen;
37
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE de ouders zich agressief en/of storend gedragen en bedreigend zijn voor de teamleden en/of de leerlingen. Indien een tijdelijke verwijdering/schorsing geen positief effect heeft, zal na overleg met de voorzitter van college van bestuur van OPOA en de inspectie het kind bij het bestuur worden voorgedragen voor verwijdering. Als aanvullende reden kan worden genoemd: als het aanbod niet op minimaal aanvaardbare wijze beantwoordt aan de door het kind gestelde hulpvraag, waardoor een goede ontwikkeling van het kind op onaanvaardbare wijze gevaar loopt, terwijl dit aanbod in andere omstandigheden beter realiseerbaar is.
8.3
KLACHTENREGELING
De Stapvoorde hanteert de officiële richtlijnen van OPOA. Als u een klacht heeft over de gang van zaken op school, kunt u die het beste eerst melden aan de school.
1. Wie kan een klacht indienen Alle personen die op één of andere wijze bij de school zijn betrokken, hebben het recht om een klacht in te dienen. 2. Aard van de klachten De klachten kunnen bijvoorbeeld gaan over de begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. 3. Oplossen van klachten Natuurlijk dient het zo te zijn dat de klager eerst contact opneemt met degene op wie de klacht betrekking heeft en als dat niet voldoet met de directie. Meestal worden klachten over de dagelijkse gang van zaken in goed overleg tussen de betrokken partijen opgelost. Bent u echter van mening dat de klacht niet binnen school kan worden opgelost, dan kunt u zich wenden tot de contactpersoon. Zie schoolgids deel b. Hij/zij kunnen bemiddelen en u eventueel verwijzen naar de vertrouwenspersoon, die u kan helpen bij het indienen van uw klacht bij de klachtencommissie. De contactpersoon zal een samenvatting van uw klacht op schrift stellen en deze, tezamen met uw gegevens en telefoonnummer, toezenden c.q. doorgeven aan de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon zal vervolgens contact met u opnemen.
de
4. Vertrouwenspersoon / klachtencommissie / vertrouwensinspectie Het bestuur heeft onafhankelijke vertrouwenspersonen aangesteld die nagaan of de klacht door goed overleg kan worden opgelost. Is dat niet het geval dan kan de klacht worden voorgelegd aan de Klachtencommissie. Deze commissie handelt volledig onafhankelijk van de betrokken partijen. De directie, de contactpersoon en de vertrouwenspersoon beschikken over het actuele adres van de commissie. Wilt u weten hoe de volledige klachtenregeling er uitziet, dan kunt u die op school komen inzien. Bij klachten rond seksueel misbruik en seksuele intimidatie is het bestuur verplicht contact op te nemen met de Vertrouwensinspecteur. Deze heeft een adviserende en ondersteunende taak bij klachten rond seksueel misbruik en seksuele intimidatie en zal in overleg met de klager komen tot afspraken over de verdere afhandeling van de klacht en de stappen die worden genomen. 5. Officiële afhandeling klacht Klachtenregeling OPOA Als u een klacht heeft over de gang van zaken op school, kunt u die het beste eerst melden aan de school.
38
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE I. Wie kan een klacht indienen Alle personen die op één of andere wijze bij de school zijn betrokken hebben het recht om een klacht in te dienen. II. Aard van de klachten De klachten kunnen bijvoorbeeld gaan over de begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. Binnen OPOA wordt een gedragscode gehanteerd. Deze code is van toepassing op leerlingen, ouders, leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel. Deze gedragscode is bij de directie in te zien. III. Oplossen van klachten Natuurlijk dient het zo te zijn dat de klager eerst contact opneemt met degene op wie de klacht betrekking heeft en als dat niet voldoet met de directie. Meestal worden klachten over de dagelijkse gang van zaken in goed overleg tussen de betrokken partijen opgelost. Bent u echter van mening dat de klacht niet binnen de school kan worden opgelost, dan kunt u zich wenden tot de contactpersoon. Zie schoolgids deel b. Hij/zij zal u op een adequate manier doorverwijzen naar de vertrouwenspersoon, die u kan helpen bij het indienen van uw klacht bij de klachtencommissie. De contactpersoon zal een samenvatting van uw klacht op schrift stellen en deze, samen met uw gegevens en telefoonnummer, toezenden c.q. doorgeven aan de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon zal vervolgens contact met u opnemen. IV. Vertrouwenspersoon/Klachtencommissie/Vertrouwensinspectie Het bestuur heeft een onafhankelijke vertrouwenspersoon aangesteld die nagaat of de klacht door goed overleg kan worden opgelost. Is dat niet het geval dan kan de klacht worden voorgelegd aan de Klachtencommissie. Deze commissie handelt volledig onafhankelijk van de betrokken partijen. De directie, de contactpersoon en de vertrouwenspersoon beschikken over het actuele adres van de commissie. Wilt u weten hoe de volledige klachtenregeling er uitziet, dan kunt u die op school komen inzien. Bij klachten rond seksueel misbruik en seksuele intimidatie is het bestuur verplicht contact op te nemen met de Vertrouwensinspecteur. Deze heeft een adviserende en ondersteunende taak bij klachten rond seksueel misbruik en seksuele intimidatie en zal in overleg met de klager komen tot afspraken over de verdere afhandeling van de klacht en de stappen die worden genomen. V. Officiële afhandeling klacht Hieronder ziet u in schema hoe een klacht afgehandeld wordt. Klager: Aangeklaagde: Directie: Schoolcontactpersonen:(zie schoolgids deel b) Vertrouwenspersoon: (zie schoolgids deel b) De landelijke klachtencommissie gaat dan als volgt te werk: 1. 2. 3. 4.
Ontvangstbevestiging binnen 5 werkdagen na ontvangst aan: klager, aangeklaagde en bevoegd gezag; Binnen 4-6 weken na ontvangst van de klacht volgt een hoorzitting; Binnen 4 weken na hoorzitting: advies aan bevoegd gezag; Binnen 4 weken na ontvangst: besluit op advies (inclusief reactiemogelijkheid aangeklaagde). Besluit wordt medegedeeld aan: klager, aangeklaagde, klachtencommissie en de directie van de school.
Adressen: Meldpunt Vertrouwensinspecteurs: Tel. 0900 – 111 3 111 (Op werkdagen van 08.00 tot 17.00 uur) Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar onderwijs Postbus 85191 3508 AD Utrecht
39
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE Telefoon: Fax: e-mail: website: VI.
030-280 95 90 030-280 95 91
[email protected] www.onderwijsgeschillen.nl
Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
Binnen OPOA passen wij de wettelijke verplichte meldcode toe om, bij zorgen over de veiligheid of welzijn van de leerling, zorgvuldig te kunnen signaleren en handelen. Binnen OPOA streven wij er naar dat alle kinderen vertrouwen in zichzelf kunnen hebben en zich veilig voelen in de wereld om hen heen. De meldcode gaat over alle vormen van kindermishandeling. Scholen zijn niet verplicht om te melden, maar wel om de meldcode actief te hanteren. Binnen onze zorgstructuur wordt de meldcode ingepast. Signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld worden in kaart gebracht en afgehandeld conform het stappenplan behorende bij deze meldcode. VII. Overzicht documenten m.b.t. de Meldcode Iedere school heeft de beschikking over: 1) Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling inclusief stappenplan (zoals geaccordeerd door de GMR) 2) Boekje ‘Ik maak mij zorgen’ 3) NJI.nl signaleringslijst voor kinderen van 4-12 jaar 4) Formulieren t.b.v. verslaglegging Hieronder ziet u in schema hoe een klacht afgehandeld wordt. Klager Aangeklaagde Directie Dhr/mw……………………….. Schoolcontactpersoon Dhr/mw……………………….. Vertrouwenspersoon (Vertrouwensinspectie) De 5. 6. 7. 8.
landelijke klachtencommissie gaat dan als volgt te werk: Ontvangstbevestiging binnen 5 werkdagen na ontvangst aan: klager, aangeklaagde en bevoegd gezag; Binnen 4-6 weken na ontvangst van de klacht volgt een hoorzitting; Binnen 4 weken na hoorzitting: advies aan bevoegd gezag; Binnen 4 weken na ontvangst: besluit op advies (inclusief reactiemogelijkheid aangeklaagde). Besluit wordt medegedeeld aan: klager, aangeklaagde, klachtencommissie en de directie van de school.
8.4 Als het gaat om seksuele intimidatie of van kindermishandeling Als het gaat om seksuele intimidatie of van kindermishandeling of een vermoeden hiervan kunt u ook terecht bij onze contactpersonen (zie deel b van de schoolgids) of bij het Anoniem Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Voor Overijssel is dit: Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Overijssel Haven Noordzijde 39 7607 ES Almelo, telefoon (0546) 53 71 20 fax (0546) 53 71 11 8.5
Als het gaat om pestgedrag In de gedragscode van stichting OPOA, waartoe onze school behoort, staat vermeld dat pestgedrag niet is toegestaan. Als het gaat om pestgedrag dan wordt op De Stapvoorde gehandeld volgens de richtlijnen van ons anti-pestprotocol, dat ondertekend is door alle geledingen van inspraak en medezeggenschap. Dit protocol is als bijlage aan het schoolplan toegevoegd.
8.6 Privacy De laatste jaren wordt er in toenemende mate aandacht geschonken aan de privacy van alle bij de school betrokken personen.
40
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE Bepaalde mappen met persoonlijke gegevens worden op speciale plaatsen bewaard en leerlingendossiers zijn slechts toegankelijk voor geselecteerde personen. De school is hier heel zorgvuldig in. Door de komst van digitale fotografie en websites is het noodzakelijk geworden om ook in dit verband te wijzen op de privacy. Bij allerlei gebeurtenissen worden foto’s van kinderen en ouders gemaakt, die vervolgens gepubliceerd kunnen worden op de website van de school. Sommige ouders stellen daar geen prijs op: zij dienen op het SOS-formulier aan te geven dat zij en hun kind(eren) daarvan verschoond willen blijven. Dat geldt ook voor teamleden. Van elke leerling op De Stapvoorde wordt informatie vastgelegd. Deze informatie wordt bewaard voor de onderwijskundige en algemene begeleiding van de leerling. We hebben te maken met twee onderdelen: -De leerlingenadministratie -Het leerlingendossier De leerlingenadministratie: Met de leerlingenadministratie voldoen wij aan de verplichtingen van artikel 6, lid 1 van het bekostigingsbesluit WPO (wet op het primair onderwijs) tot het voeren van een overzichtelijke administratie van de inschrijving, de uitschrijving en het verzuim van de leerling. De administratie bevat persoonsgegevens, die vallen onder de wet Bescherming Persoonsregistratie (WBP) en onder het Besluit gevoelige gegevens. Dit besluit geeft een aantal regels voor het opnemen van informatie over iemands geloof of levensovertuiging, ras en politieke gezindheid. In de leerlingenadministratie komt een aantal van deze gegevens voor. Wij nemen alleen die gegevens op, die voor onze school noodzakelijk zijn. Als voorbeeld: omdat er humanistisch vormingsonderwijs en catechese op school wordt aangeboden, is het noodzakelijk om over gegevens van godsdienst of levensovertuiging te beschikken. Gegevens uit de leerlingenadministratie worden slechts met toestemming van de ouder(s) verstrekt aan derden. De bewaartermijn van deze gegevens is vastgelegd in het bekostigingsbesluit WPO en is vastgesteld op vijf jaar. Het leerlingendossier: De procedures rondom het leerlingendossier roepen wel eens vragen op bij scholen of ouders. Hoe lang moet elk onderdeel bewaard worden en hoe werkt het inzagerecht van ouders? Hieronder vindt u de belangrijkste spelregels met betrekking tot het leerlingendossier. Spelregels leerlingendossier: Het leerlingendossier is een dossier dat een school bijhoudt over een kind. Het leerlingen-dossier bestaat uit de leerlingenadministratie, een onderwijskundig rapport en soms ook een psychologisch rapport. De leerlingenadministratie bevat gegevens over verzuim, in- en uitschrijving en gegevens van leerlingen en hun ouders die nodig zijn voor het berekenen van de bekostiging. Het onderwijskundig rapport geeft inzicht in de resultaten van een leerling, zijn houding, het schooladvies en eventuele aandachtspunten. De precieze invulling van het rapport is niet wettelijk vastgelegd. Wanneer een kind heeft deelgenomen aan een psychologisch onderzoek, worden de resultaten hiervan bij het leerlingendossier gevoegd. De bewaartermijnen: De twee componenten van het leerlingendossier hebben eigen bewaartermijnen. De leerlingenadministratie moet vijf jaar worden bewaard nadat de leerling is uitgeschreven. De gegevens voor het berekenen van betalingen moeten worden vernietigd binnen acht weken nadat de leerling van school is. Het onderwijskundig rapport en het psychologisch rapport dienen te worden vernietigd binnen twee jaar nadat een leerling van school is. Een school voor voortgezet onderwijs (VO) kan bij de toelating van een kind vragen om inzage in het psychologisch rapport. De school kan het rapport gebruiken om het kind zo goed mogelijk op te vangen. De VO-school bewaart het rapport tot minimaal drie jaren en maximaal vijf jaren nadat het kind de school heeft verlaten. Na deze bewaartermijn kan de school de gegevens vernietigen of aan de ouders meegeven.
41
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE Het inzagerecht van ouders: Ouders hebben als wettelijk vertegenwoordiger van hun kind recht op inzage in het leerlingendossier. Ouders kunnen een afspraak met het schoolbestuur maken om het dossier in te zien. Hierbij is altijd iemand van de school aanwezig in verband met de privacy van anderen. Ouders mogen een kopie maken van het dossier en onjuiste informatie laten verbeteren of verwijderen. Ouders ontvangen een afschrift van het onderwijskundig rapport wanneer hun kind naar het voorgezet onderwijs gaat. Inzage door derden: In enkele gevallen is de school verplicht om gegevens uit het leerlingendossier aan derden te geven. Dit is bijvoorbeeld het geval bij: de plaatsing van de leerling op een school voor speciaal onderwijs. de overgang naar een andere school, bijvoorbeeld het voortgezet onderwijs. Voor de overige gevallen moeten de ouders eerst toestemming geven voordat derden gegevens uit het leerlingendossier van hun kind mogen inzien.
9.
SAMENWERKING MET ANDERE INSTELLINGEN
9.1 Voor individuele leerlingen De Stapvoorde heeft regelmatig consultatief overleg met de medewerkers van de instanties waar leerlingen naar toe gaan voor onderzoek en/of begeleiding. Dit alles uiteraard in nauw overleg met de ouders. 9.2 Scholen voor speciaal basisonderwijs(Sbao) Onze school onderhoudt contacten met alle scholen voor speciaal basisonderwijs, die door ons verwezen kinderen hebben opgenomen of die van plan zijn kinderen op De Stapvoorde te plaatsen. Over het algemeen zijn dit contacten met de openbare Sbao De Oosteres. 9.3 Scholen voor Speciaal Onderwijs (So) De in 9.2 genoemde contacten gelden ook voor het speciaal onderwijs. In sommige gevallen kan de basisschool de hulp van een school voor speciaal onderwijs inroepen om preventieve ambulante begeleiding te krijgen. 9.4 Overige scholen voor openbaar onderwijs Met de andere openbare basisscholen in Almelo is een veel intensiever contact, niet alleen doordat de directeuren regelmatig met elkaar vergaderen, maar ook door onderlinge bezoeken. Teams of delen daarvan zijn nog wel eens bij elkaar op bezoek voor het uitwisselen van ideeën. Er is bijvoorbeeld een intervisiegroep van IB-ers, een kwaliteitskring dyslexie en via het samenwerkingverband worden er kijken leerschoolbezoeken afgelegd. 9.5 Basisscholen in de wijk Op gezette tijden is er een bijeenkomst van schooldirecteuren en wijkfunctionarissen. Tijdens deze bijeenkomsten worden zaken besproken die de scholen en instanties aangaan. Een goede verstandhouding en duidelijke afspraken voorkomen onderlinge misverstanden. 9.6 Peuterspeelzaal De Stapvoorde heeft afzonderlijk contact met de peuterspeelzaal als het gaat om informatie over peuters die onze school gaan bezoeken of kleuters die extra aandacht behoeven. Uitvoerige informatie over de voorschoolse periode kan van wezenlijk belang zijn voor ons. Zie ook 9.7 9.7 VVE-Beleid In Nederland heeft bijna 15% van de kinderen op de basisschool een achterstand. In Almelo ligt dat percentage op 18%. Om hier verandering in te brengen investeert de gemeente Almelo veel in de
42
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE bestrijding en het voorkomen van onderwijsachterstanden. Dit gebeurt met name in de voor- en vroegschoolse periode (leeftijd 2-6 jaar). Op een aantal peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en basisscholen in Almelo wordt hier gewerkt met met VVE-programma’s, die de kinderen in hun ontwikkeling stimuleren. Bijvoorbeeld met het programma “Piramide”. Het doel van deze programma’s is om te zorgen dat kinderen met een taal – of andere ontwikkelingsachterstand deze achterstand verkleinen en daardoor meer kansen hebben om het optimale uit zichzelf te halen in het onderwijs. Ook in de wijk ’t Windmolenbroek zijn kinderen die extra ondersteuning kunnen gebruiken. Dat betekent dat de peuterspeelzalen/kinderdagverblijven( psz/kdv) en de basisscholen (bao) zich moeten voorbereiden op de komst van kinderen die binnen de criteria vallen van VVE ( voor- en
vroegschoolse educatie).
De consultatiebureaus spelen daarbij een grote rol. De komende 3 jaar wordt de opstart van dit programma gesubsidieerd. De contacten tussen de psz/kdv en het bao zullen zich verstevigen. Er zal bovendien de nodigde(gezamenlijke) nascholing plaatsvinden. Het geheel in onze wijk wordt gecoördineerd door een projectbege-leidster. Op onze school is een schoolcoördinator aanwezig. De inspectie van het onderwijs zal het project monitoren. 9.8 9.9
Opleidingsschool (zie hfst. 2 De Academische School en hfst. 11 - S/Stage) Jeugdgezondheidszorg (JGZ)
Jeugdgezondheidszorg GGD Regio Twente Opgroeien en een goede ontwikkeling zijn belangrijk voor kinderen. Wij, Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Regio Twente, helpen u graag bij. In de basisschoolperiode komen wij op school in groep 2 en 7 voor een preventief gezondheidsonderzoek. Wij kijken dan naar de lichamelijke, geestelijke, cognitieve en psychosociale ontwikkeling van kinderen. De laatste jaren zien wij, ook landelijk, dat steeds meer kinderen extra aandacht nodig hebben. In 2011 zijn wij daarom gestart met de Triage-methodiek, een vernieuwde onderzoeksmethode. We zien nog steeds elk kind en hebben daarnaast meer ruimte voor zorg op maat.
hier
Hoe gaat het preventief gezondheidsonderzoek?: Zit uw kind in groep 2 of 7? Dan vragen wij aan u, ouders of verzorgers, twee vragenlijsten in te vullen. Deze ontvangt u via school van ons. Ook wordt de leerkracht gevraagd om mogelijke aandachtspunten op een lijst aan te geven. Samen met het JGZ-dossier geeft dit een beeld van uw kind. Op school krijgt uw kind een korte algemene controle. Na een gesprekje worden het gezichtsvermogen, het gehoor, de lengte en het gewicht van uw kind gecontroleerd. Hiervoor hoeft uw kind zich niet uit te kleden. Om u te informeren over de bevindingen krijgt uw kind hierover een formulier mee naar huis. De controle vindt plaats in de vertrouwde omgeving van uw kind, op school. Wij vinden het voor de kinderen belangrijk dat zij de doktersassistente al kennen voor de controle. Daarom stelt zij zich vooraf in de groep voor. Eventueel vervolg: Mogelijk heeft uw kind extra aandacht nodig. Dan wordt u samen met uw kind uitgenodigd voor een aanvullend onderzoek op het spreekuur van de arts of verpleegkundige van de Jeugdgezondheidszorg. De uitnodiging voor dit vervolgonderzoek wordt dan naar uw huisadres gestuurd. Voordelen van de Triage-methodiek: -Alle kinderen zijn en blijven goed in beeld. -Het bereik van kinderen is groter. -Er zijn minder verstoringen in de klas. -Ouders hoeven geen vrij te nemen voor de eerste algemene controle op school. -Artsen en verpleegkundigen hebben meer ruimte om snel in te spelen op (zorg) vragen.
43
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE Samenwerking met school: Wij hebben regelmatig contact met school naar aanleiding van de preventieve onderzoeken en de spreekuren op school. Daarnaast nemen we, als JGZ, ook deel aan de zorgoverleggen of schoolondersteuningsteam (SOT). In deze overleggen worden, in goed overleg met ouders of verzorgers, kinderen besproken die extra aandacht nodig hebben. Aan deze overleggen nemen, naast de IB-er van school, het maatschappelijk werk en bijvoorbeeld de schoolbegeleidingsdienst deel. Hierdoor kan bij (zorg)vragen, in een vroegtijdig stadium, een duidelijk advies gegeven worden. Wilt u meer informatie?: Op onze website www.ggdregiotwente.nl vindt u de meest actuele informatie van de JGZ. Uiteraard kunt u ook telefonisch contact met ons opnemen door te bellen met 053 – 487 69 30. GGD Regio Twente. Afdeling Jeugdgezondheidszorg (hoofdlocatie)
Nijverheidstraat 30, 7511 JM Enschede tel: 0900 - 333 888 9
9.10 Jeugdtandverzorging De Regionale Instelling voor Jeugdtandverzorging is bedoeld voor kinderen van 2 tot 19 jaar. Ouders kunnen zich daarvoor opgeven via internet:
[email protected]. De behandeling vindt plaats in een tandartsbus (dental car) of in het behandelcentrum aan de Brugstraat 2-4. Voor meer informatie kan men ook bellen: (0546) 633288. 9.11 Overige De Stapvoorde onderhoudt verder relaties met o.a.: -De Stichting Twentse Jeugdhuizen/Gemeente Almelo/Schoonmaakbedrijf ASITO/Het ROC van Twente/Hogeschool Edith Stein(Saxion)/CIOS te Enschede/ Wijkcentrum Windmolenbroek/ Wijkplatform/ Bibliotheek/ Steunpunt Vrijwilligerswerk/De Sociaal Pedagogische Dienst/De Stichting Jeugd en Gezin/De Stichting Commujon/ Buitenschoolse Opvang “De Cirkel”/ Het Algemeen Maatschappelijk Werk/ Dimenz/Raad voor de Kinderbescherming/Anoniem Meldpunt Kindermishandeling(AMK)/Het Seminarium voor Orthopedagogiek/Het Kunst Educatieve Platform Almelo(KEPA)/Stichting VOKA (Verbetering Onderwijskansen Almelo) CALOZwolle/leerplicht/wijkagent. 10.
PRAKTISCHE ZAKEN VAN A TOT Z A
A1/Aanvang/einde schooldag: Het is de verantwoordelijkheid van de ouders om te voorkomen dat onze leerlingen voor schooltijd bij de voetbalkooi blijven hangen. Leerlingen die, na een waarschuwing, toch regelmatig te laat komen, halen de gemiste onderwijstijd na schooltijd in. Wij verwachten van de leerlingen, die na 8.15 uur naar school komen, dat ze naar het schoolplein gaan. Het is voor ons anders niet mogelijk om goed toezicht te houden. Ouders of familieleden mogen hun kinderen vóór schooltijd vanaf 8.20 uur bij het lokaal brengen, tenzij in overleg met de desbetreffende leerkracht anders is afgesproken. De leerkracht begroet u bij de deur van het lokaal. De eerste bel gaat om vijf minuten vóór aanvang van de onderwijstijd. Dus om 8.25 uur. Wij verzoeken u met klem om dan zo spoedig mogelijk de school te verlaten zodat de leerkrachten om 8.30 uur met de les kunnen beginnen. Speciaal voor de groepen 1 en 2 zijn vakken op het schoolplein getekend waar de leerkracht met de kinderen wachten totdat de ouders/verzorgers hun kind (-eren) ophalen. Dit is voor de veiligheid van de kinderen. A2/Adreswijziging, wijzigingentelefoonnummers/emailadressen: Wij vragen u met klem om op tijd wijzingen door te geven. Dat kan bij de eigen leerkracht (en) van uw kinderen. Zij geven het door aan de leerlingenadministratie.
44
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE B B1/ Bedrijfshulpverlening (BHV)/ontruimingsplan: Alle scholen binnen stichting OPOA hebben voldoende opgeleide leerkrachten (BHV-ers) die weten hoe ze moeten handelen bij ongelukken en bij brand. Jaarlijks worden herhalingslessen gegeven zodat kennis en vaardigheden op peil blijven. Periodiek wordt een brandoefening gehouden, volgens de regels van het ontruimingsplan. Deze is op school aanwezig en wordt samen met de brandweer na de ontruimingsoefening geëvalueerd. De oefeningen worden geëvalueerd. Dit kan leiden tot verbetering van het ontruimingsplan. Jaarlijks worden de blusapparaten gecontroleerd. B2/ Buitenschoolse Opvang (BSO): Het onderstaande artikel is ter verantwoording van de Stichting OPOA. In 2006 heeft de Tweede Kamer een wet aangenomen waarin staat dat de schoolbesturen verplicht zijn om voor- en naschoolse opvang te regelen. Dit is de zogenaamde BSO. In veel andere landen kent men reeds zo’n regeling. Makelaarsmodel: Het bestuur van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Almelo, waartoe ook onze school behoort, heeft vooralsnog gekozen voor het makelaarsmodel. Dit betekent dat u als ouder zelf kunt kiezen of u gebruik wilt maken van de buitenschoolse opvang en vervolgens de keuze kunt maken uit een aantal organisaties. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad heeft voor de gekozen werkwijze een positief advies gegeven aan ons stichtingsbestuur. Afspraken: Met de betreffende BSO-organisaties is door het bestuur een convenant getekend waarin o.a. staat vermeld dat zij zich verplichten om te voldoen aan alle wettelijke eisen. Ook zijn er uniforme afspraken gemaakt opdat de kwaliteit van de aangeboden BSO voorop kan staan. U kunt er dan ook op vertrouwen dat uw kind in goede handen opgevangen wordt. Nog even alles op een rijtje: U als ouder kunt: zelf in overleg treden met de BSO organisatie naar keuze; zelf in overleg met de BSO organisatie bepalen of er een goede opvang plek is; zelf het contract tekenen. U bent zelf verantwoordelijk voor de betalingen aan de BSO organisatie. De school kan u op weg helpen bij een keuze voor de BSO Om ervoor te kunnen zorgen dat de BSO op het gewenste niveau blijft zoals wij als stichting Openbaar Primair Onderwijs Almelo voor ogen hebben vindt er ieder jaar een evaluatie plaats. Wij vragen uw medewerking om bij eventuele problemen met een organisatie, dit bij ons te melden, opdat er door ons bestuur verdere stappen kunnen worden ondernomen. De volgende organisaties hebben het convenant ondertekend: Kinderopvang De Cirkel Het Kinderatelier Schouwburgplein 19 7607 AE Almelo Hedemanplein3 Tel: 0546-545070 7603 WJ Almelo Email:
[email protected] Tel: 0546 433 865 Internet: www.kovdecirkel.nl Catalpa kinderopvang BV De Blokkendoos Kindercentrum Carroussel Leemhorst 11 Windmolen 24 7609 NN Almelo tel. 0546 - 820920 7609 LA Almelo Tel: 0546-825311 fax. 0546 – 451846
[email protected] www.catalpa.nl Kantoortijden ma. t/m don. 09.00 - 17.00 u C C1/ Contact met de leerkrachten: Naast de vaste contactmomenten (info-avond en rapportbesprekingen) is het mogelijk met de leerkrachten te spreken. Hierbij is het van belang het volgende in acht te nemen: Wilt u de leerkracht spreken voor belangrijke zaken, maak dan een speciale afspraak. Dat kan ook per telefoon. Uiteraard worden we graag tijdig op de hoogte gebracht als het om zaken gaat als bijv. ziekte en/of pestgedrag etc.
45
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE Spreek de leerkracht niet aan over belangrijke zaken als het bijna tijd is of als de leerlingen de groep binnenkomen of verlaten. De leerkracht is dan fysiek en mentaal bezig met de groep of de lessen. Losse opmerkingen, hoe goed bedoeld ook, gaan soms een eigen leven leiden en dat vinden wij vervelend. C2/ Combinatiegroepen: We spreken in het basisonderwijs van combinatiegroepen, wanneer twee of meer jaargroepen hetzelfde lokaal met dezelfde leerkracht delen. Een meerderheid van alle basisscholen in Nederland-ca. 70% en op het platteland is dat percentage nog hoger. Daar heeft één of meer basisscholen zulke combinatiegroepen. Op De Stapvoorde wordt elk jaar bekeken welke groepen we kunnen samenstellen m.b.t. het aantal leerkrachten dat aanwezig is. We proberen daarbij rekening te houden met de zorg die een groep vraagt. Een combinatiegroep vraagt meer voorbereiding van de leerkracht en ook een grote mate van verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van het kind. Dit laatste is op zich geen minpunt. De kinderen worden zodoende goed voorbereid op het voortgezet onderwijs waar op het gebied van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid een steeds groter appel wordt gedaan. C3/Continurooster: Vanaf het schooljaar 2014-2015 werken we met dit rooster. Daarbij is het 5-gelijkedagenmodel ingevoerd. Alle kinderen gaan van 8.30 uur tot 14.00 uur naar school. D D1/ Dieet/allergie: Is uw kind op dieet of is uw kind ergens allergisch voor of heeft een vorm van anafylaxis moet dit gemeld worden op school. Wij maken een lijst zodat we ermee rekening kunnen houden. Zie voor meer informatie –M1. D2/ Dieren: Soms kan een huisdier op school worden getoond i.v.m. bijvoorbeeld dierendag of een spreekbeurt of een project. Dieren mee naar school gaat in overleg met de leerkracht. Het is dan goed om te weten waarvoor kinderen allergisch is. Honden mogen niet worden meegenomen op het schoolplein, ook niet aangelijnd of op de arm. Honden blijven onbetrouwbaar. Deze afspraak is genomen om te voorkomen dat er na een bijtincident gezegd wordt “Dat doet hij anders nooit”. E -E1/Eten en drinken: Eten en drinken is alleen voor de kleuters een vak: sociale redzaamheid. Natuurlijk mogen kinderen voor in de pauze of als ze zelfstandig aan het werk zijn iets eten en drinken. Officieel staat het eten en drinken vanaf groep 3 niet meer op het rooster. Het is geen onderwijstijd. De inspectie ziet daarop toe. Wij vragen u om de kinderen iets mee te geven dat klein en gezond is. F F1/ Feesten:
‘Sinterklaasfeest’:
Is een kinderfeest dat wij samen met de kinderen vieren. Alle kinderen van de groepen 1 tot en met 4 krijgen een cadeautje van de Sint. In de bovenbouwgroepen worden lootjes getrokken en ontvangt elke groep een groepscadeau. ‘Kerstfeest’: Vieren we door samen met de kinderen een maaltijd te gebruiken in de groep. Deze maaltijd vindt ’s avonds om 17.00 tot 18.15 uur uur op school plaats. ‘Pasen’: Vieren we met een gezamenlijke, door de school aangeboden, lunch, een spellencircuit en natuurlijk met het zoeken van Paaseieren. Ook aan feesten met een andere culturele oorsprong besteden wij de nodige aandacht.
Playbackshow:
46
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE Dit is een kinderfeest onder schooltijd en ter afsluiting van het schooljaar. F2/ Fietsen: Wilt u bij het halen en brengen van de kleuters niet op het plein gaan fietsen? Dat mogen de kinderen ook niet! Verder vragen wij u, indien u met de fiets komt, deze zodanig te stallen dat de fiets niet in de weg staat bij het betreden of verlaten van de school. De fietsen moeten gestald worden in de fietsenstalling. De fietsen van de leerlingen van groep 1 t/m 3 mogen gestald worden langs de rand van het schoolplein. De school is niet aansprakelijk voor de schade die vóór, na en gedurende de schooltijd aan de fietsen wordt toegebracht. Is de ‘dader’ van de schade bekend dan kan de schade door het slachtoffer daarop worden verhaald. Het stallen van de fiets op het schoolplein en in de fietsenstalling is voor eigen risico. Er is namelijk geen toezicht te houden op de gestalde fietsen. -F3/fotografie/film in school en foto’s op het internet en beleid publicaties: In verband met privacy regelingen hebben wij gekozen om foto’s achter een beschermende omgeving te publiceren op het internet en niet rechtstreeks te publiceren op www.de-stapvoorde.nl. De site waar de foto’s van de Stapvoorde worden geplaatst is stapvoorde.mijnalbums.nl. Deze site is niet toegankelijk zonder wachtwoord. Leerkrachten, ouders en/of verzorgers krijgen via onze Stapinfo-email rond 1 januari en 1 juni een wachtwoord toegestuurd. Dit wachtwoord wordt dus vernieuwd. Met het wachtwoord kunnen betrokkenen inloggen en alle foto’s in originele kwaliteit bekijken en downloaden. Ouders en/of verzorgers die niet zijn aangemeld via de Stapinfo-email krijgen dit wachtwoord op papier via hun kind. Ouders en/of verzorgers dienen aan het begin van ieder schooljaar aan te geven indien hun kind niet geplaatst mag worden op stapvoorde.mijnalbums.nl. G G1/gedragscode: Stichting OPOA heeft voor medewerkers, ouders en leerlingen een gedragscode opgesteld. De volledige versie hiervan ligt ter inzage op school. (Zie ook hoofdstuk S/ schoolregels). We verwachten dat iedereen zich gedraagt conform deze gedragscode. G2/ Gevonden voorwerpen: Voorziet u de kleding en de laarzen van uw kind(eren) duidelijk van een merkteken of naam. Dit kan zoekraken voorkomen. Zoekgeraakte kleding kan eventueel worden teruggevonden in de bak “Gevonden Voorwerpen”, die in de hal van de school staat. U kunt ook de conciërge hiernaar vragen. Enkele keren per jaar wordt de bak geleegd. De ouders krijgen daar via de Stapinfo bericht van. Eigen zoekgeraakte spullen kunnen dan worden afgehaald. Gevonden sleutels, sieraden e.d. worden door de conciërge bewaard. Resterende kleding gaat naar een goed doel. G3/Gymtijden: zie L: Lichamelijke oefening: voor inhoud zie deel b van de schoolgids. Jaarlijks bepaalt het sportbedrijf welke gymtijden in de sporthal ’t Windmolenbroek tot onze beschikking staan. Het kan voorkomen dat een groep of groepen van 13.15 tot 14.00 uur gymnastiekles hebben. Er zijn leerlingen die na de les vanuit de sporthal rechtstreeks naar huis willen. Dat mogen ze alleen met, een vooraf verkregen, schriftelijke toestemming van de ouders/verzorgers. We verwachten daarbij dat ouders/verzorgers zelf inschatten of hun kind daartoe in staat is om zelfstandig naar huis te gaan. Ouders/verzorgers kunnen hun kind ook bij de sporthal ophalen. H H1/ Huiswerk. Er zijn op school vaste afspraken over het maken van huiswerk. Vanaf groep 6 wordt er regelmatig huiswerk meegegeven. Dit huiswerk bestaat meestal uit de voorbereiding van proefwerken. De voorbereiding voor spreekbeurten, boekbesprekingen en het maken van werkstukken hoort daar ook bij.
47
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE We houden rekening met individuele verschillen tussen de leerlingen. Tijdens de informatieavonden aan het begin van het schooljaar krijgt u nadere toelichting over de gemaakte afspraken. H2/ Honden. zie D2: dieren I I1/Inloop: zie A1/A2/A3 K K1/ Kinderpostzegels: Eenmaal per jaar gaan de leerlingen van groep 7 en 8, in het kader van actief burgerschap, de deur langs voor de verkoop van de bekende postzegels en/of prentenkaarten. K2/ Kapotgemaakte materialen: Helaas constateren we dat er kinderen zijn, die niet zo “netjes” met hun spulletjes omgaan. Regelmatig werden we geconfronteerd met gebroken vulpennen, potloden, linialen, gescheurde of verdwenen boeken en schriften enz. Soms was er helemaal geen opzet in het spel, was het een ongelukje; toch was er enkele keren wel degelijk sprake van opzet. Om dit laatste nu tegen te gaan verzoeken wij u medewerking te verlenen bij het volgende: -Wanneer een leerling met opzet eigendommen van een ander vernielt en dit wordt geconstateerd of achterhaald door een van de leerkrachten, dan wordt de schade op de betreffende leerling verhaald, d.w.z. zijn/haar ouders krijgen bericht met het verzoek de kosten van deze beschadiging te vergoeden. -Tijdens de lessen kunnen beschadigingen ontstaan aan eigendommen van de kinderen. -Handvaardigheid bijvoorbeeld levert nog wel eens problemen op met kleding, of gymnastiek met horloges en sieraden. De ouders kunnen daar rekening mee houden door de kinderen altijd "werkkleding" aan te trekken en het dragen van sieraden te beperken. K3/Kledingvoorschriften: Landelijk woeden er (soms) heftige discussies over welke kleding op school wel of niet toegestaan is. De directie zal in voorkomende gevallen duidelijkheid verschaffen over wat wel en niet toegestaan is op onze school. Respect, fatsoen en veiligheid zijn in alle gevallen de sleutelwoorden. Het dragen van hoofddoeken en petten op school is niet toegestaan. Echter, bepaalde kleding die gedragen wordt door voorschrift of overtuiging van godsdienstige aard zal met tolerantie worden beoordeeld. Zie hiervoor de gedragscode en hoofdstuk S. De gedragscode ligt op school ter inzage. L L1/ Lichamelijke oefening aan kleuters: De kleuters gymmen in het speellokaal in hun ondergoed. Zij zijn verplicht i.v.m. de hygiëne gymschoentjes te dragen, voorzien van klittenband en stroeve zool. Deze schoentjes blijven op school, zodat de kinderen bij regenachtig weer, wanneer ze laarzen dragen, ook ander schoeisel hebben. Tijdens de vakanties worden de schoentjes mee naar huis gegeven om te zien of ze nog goed passen. De schoentjes moeten voorzien zijn van een naam en ze worden bewaard in een gemerkte stoffen zak met koordje, die ze van school krijgen, zodat de kinderen zelf hun schoentjes kunnen herkennen en ophangen. L2 /Lichamelijke oefening leerlingen van groepen 3 t/m 8: De kinderen van de groepen 3 t/m 8 krijgen lichamelijke oefening in de sporthal vlakbij de school. Als het weer het toelaat kunnen de gymlessen buiten gegeven worden. Vaak zullen de gymlessen buiten in spelvorm worden gegeven. L3/Luizen Opsporings Team = LOT: Het Luizen Opsporings Team (LOT) is een werkgroep van ouders die de kinderen controleert op de aanwezigheid van luizen en/of neten.
48
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE De groep is bijgeschoold door de GGD en verricht in principe op de eerste dagen na iedere schoolvakantie een controle (zie voor data De Stapinfo). Het LOT verzoekt u om uw kinderen op deze controledagen geen ingewikkelde kapsels aan te meten en geen gel, wax of lak te gebruiken aangezien dit de controle bemoeilijkt. Indien bij een controle bij uw kind luizen en/of verse neten (eitjes) worden aangetroffen, zal de leerkracht onmiddellijk contact met u opnemen. U wordt dan verzocht uw kind zo spoedig mogelijk op te halen van school en te behandelen met een antiluis middel. Dit om besmetting van andere kinderen te voorkomen. Indien u zelf luizen of neten bij uw kind constateert, dient u deze onmiddellijk te behandelen en de leerkracht zo spoedig mogelijk te informeren. Deze kan dan het LOT inschakelen om de groep van uw kind te controleren. In de praktijk is gebleken dat het instellen van de werkgroep preventief en taboedoorbrekend werkt. Zie schoolgids deel b voor de coördinatie. Postadres: De Stapvoorde. M M1/Medicijnen/medisch protocol: Regel is dat de school geen medicijnen aan de kinderen verstrekt. Soms nemen kinderen medicijnen mee van huis. De school stelt zich niet aansprakelijk voor de gevolgen hiervan. De ouders kunnen met de directie en leerkracht samen overleggen wanneer/hoe en door wie het medicijn wordt verstrekt en of er toezicht nodig is op de inname. Dit wordt schriftelijk vastgelegd(contract). Aspirine wordt niet toegediend door medewerkers binnen de school. De school bepaalt i.v.m. aansprakelijkheid zelf welke medische handelingen wel/niet worden verricht. Er zijn kinderen met specifieke allergieën/ ziektebeelden. Per individueel geval wordt dan afgesproken hoe gehandeld moet worden in voorkomende gevallen. Daartoe wordt een contractje opgesteld waarin ouders toestemming geven aan de leerkracht en/of BHV-er om de nodige ingrepen te doen. Zie ook D1. M2/Maandsluiting/-opening: Op het jaaroverzicht is aangegeven op welke data de maandsluitingen worden gehouden. Tijdens deze voorstellingen treden de kinderen van diverse groepen op. De ouders van de optredende kinderen mogen de voorstelling bijwonen. De precieze tijdstip staat in de schoolgids deel b en nadere informatie krijgt u via het “Stap-Info”. M3/Mobiele telefoons/mobiele geluidsdragers/beelddragers: Het gebruik hiervan is voor leerlingen binnen school niet toegestaan. We willen hiermee voorkomen dat er onnodige onrust ontstaat en leertijd verloren gaat. De leerlingen zijn voor dringende zaken via de vaste telefoonlijn van school bereikbaar. De school is niet verantwoordelijk en aansprakelijk voor het defect raken, beschadigen of het kwijtraken van mobiele telefoons/mobiele geluid- en beelddragers. Het in bezit hebben hiervan is voor eigen risico. Indien het gebruik via telefoontjes leidt tot pestgedrag kunnen we het in bezit hebben ook op het schoolplein individueel/collectief verbieden. In beslag genomen mobieltjes/mobiele geluid- en beelddragers kunnen door de leerlingen aan het einde van de schooldag bij de directeur worden afgehaald. Komt het vaker voor vindt een gesprek met de ouders hierover plaats. Het thuislaten van mobieltjes/mobiele geluid- en beelddragers kan het gevolg zijn. Tijdens evenementen en festiviteiten(zoals de maandsluitingen, playbackshow en musicals) maken wij opnamen met behulp van beeld- en/of videocamera’s. Deze zijn voor intern gebruik en eventueel voor plaatsing op de website. Deze opnamen zijn alleen te zien m.b.v. een wachtwoord. Als we iets willen publiceren vragen wij ouders/verzorgers daarvoor toestemming. De Stapvoorde staat ouders/verzorgers en aanverwanten toe om in school tijdens evene-menten en festiviteiten, zoals hierboven genoemd, opnamen te maken. Niemand mag deze opnamen op een of andere wijze zonder toestemming van de directie publiceren. Gebeurt dat toch, dan dragen wij daarvoor geen verantwoordelijkheid.
49
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE O -O1/Open klas. Wanneer een vierjarig kind op school komt, heeft hij of zij van te voren even mogen kijken in de nieuwe klas. Tijdens de opendag is onze school te bezichtigen voor ouders die zich oriënteren op een basisschool voor hun kind.
-O2/ Ouderbijdrage. (Overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage niet meer verplicht)
Sinds 1 juli 2012 is de wijziging van kracht van de ‘Wet op het onderwijstoezicht en enige andere wetten in verband met de invoering van geïntegreerd toezicht en de gewijzigde rol van de Inspectie van het onderwijs bij het toezichtproces’. Een onderdeel van deze wetswijziging heeft betrekking op de vrijwillige ouderbijdrage. Op grond van artikel 40 lid 1 van de Wet op het primair onderwijs (WPO) en artikel 27 lid 2 van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) kon het bevoegd gezag jaarlijks met ouders van leerlingen een overeenkomst in het kader van de vrijwillige ouderbijdrage afsluiten. Om onnodige formaliteiten en procedurevereisten te schrappen zijn artikel 40 lid 1 van de WPO en artikel 27 lid 2 alsmede artikel 24a van de WVO gewijzigd. De nieuwe wettekst houdt in dat: -de schoolgids informatie moet bevatten over de ouderbijdrage, waarbij wordt vermeld dat deze vrijwillig is. -de toelating tot de school niet afhankelijk wordt gesteld van financiële bijdragen van ouders. Het is in het geheel niet meer nodig om met de ouders van leerlingen een overeenkomst in het kader van de vrijwillige ouderbijdrage af te sluiten. Het enige wat nu is vereist, is dat de schoolgids informatie bevat over de ouderbijdrage, bijvoorbeeld over de wijze waarop ouders vrijwillig een ouderbijdrage kunnen leveren. Ook moet expliciet in de schoolgids staan dat de ouderbijdrage vrijwillig is. De waarborging van de positie van de ouders vindt plaats door het instemmingsrecht van de oudergeleding van de medezeggenschapsraad (MR) bij vaststelling en wijziging van de ouderbijdrage. Aan de administratieve rompslomp van de oude regeling, wordt hiermee een einde gemaakt. In de schoolgids hoeft niet meer een modelovereenkomst vrijwillige ouderbijdrage te worden opgenomen. De inspectie zal dan ook niet meer hierop toezien. De wijze waarop de school met de ouders tot overeenstemming komt over de betaling van de vrijwillige ouderbijdrage, is vormvrij. De inspectie zal in het kader van de vrijwillige ouderbijdrage wel op de volgende vier punten toezicht houden: 1. De toelating van een leerling tot de school mag niet afhankelijk worden gesteld van het betalen van een aan ouders gevraagde bijdrage; 2. De schoolgids moet vermelden dat elke bijdrage die aan ouders wordt gevraagd vrijwillig is te betalen. De schoolgids moet transparante informatie bevatten; 3. De oudergeleding van de MR moet voorafgaand hebben ingestemd met de hoogte en bestemming van de aan ouders gevraagde bijdrage; 4. Specifiek voor het voortgezet onderwijs geldt dat de school elk schooljaar gratis aan leerlingen de voorgeschreven lesmaterialen ter beschikking dient te stellen. Concreet zijn de consequenties voor scholen dat zij: -niet meer elk jaar verplicht een overeenkomst met iedere ouder afzonderlijk moeten afsluiten; -niet meer op losse onderdelen met ouders moeten overeenkomen wat de bestemming van het geld is. Informatie: Helpdesk, 0348-405250 van 08.30 tot 12.30 uur,
[email protected] Niet alle extra activiteiten binnen onze school vallen onder de bekostiging van de overheid. Toch vinden ouders belangrijk dat er extra aandacht besteed wordt aan bepaalde activiteiten. Dat betreft: Sinterklaas, Kerst, Pasen, musical en afscheid groep 8, ouderavonden, sporttoernooien, playbackshow, jubileums, schoolreis, extra speelgoed voor buiten, natuurexcursies, naaiatelier, verkeersbrigade. Ook worden elk jaar enkele projecten gefinancierd, zoals de mooie ronde tafeltennistafel en extra buitenspeelgoed. De MR stelt jaarlijks rond de maand oktober de hoogte van de ouderbijdrage vast. De oudergeleding van de MR moet dan instemmen met de hoogte van het bedrag. Het juiste bedrag voor het komende schooljaar staat in deel B van de schoolgids. Het totale bedrag dat op deze manier binnenkomt wordt aan de leerlingen besteed. Deze bijdrage is volledig vrijwillig en belemmert de toelating tot De Stapvoorde niet. De Stapvoorde vraagt geen inschrijfgeld.
50
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE De ouderbijdrage wordt niet beheerd door een vereniging of stichting maar door de medezeggenschapsraad. De medezeggenschapsraad verzoekt alle ouders nadrukkelijk om de bijdrage over te maken. Het schoolreisgeld wordt tegelijk met de ouderbijdrage geïnd. Voor de juiste bedragen zie schoolgids deel B. O3/ Overblijf. Samen met de invoering van het continurooster zijn de regels voor het overblijven veranderd. De kinderen gaan in de middagpauze niet meer naar huis. Ze hebben dagelijks twee pauzes. Een kleine en een grote pauze. In het team hebben we afspraken gemaakt hoe we omgaan met het eten en drinken tijdens deze pauzes. Hierbij hebben we nadrukkelijk de volgende punten meegenomen: -De leerlingen moeten de rust en de tijd krijgen om te kunnen eten en te drinken. We moeten echter voorkomen dat hieraan teveel onderwijs verloren gaat. In de onderbouw zal het eten en drinken uiteraard meer tijd vragen. Deze leerlingen hebben nog niet de benodigde zelfredzaamheid. -We willen tegemoet komen aan de richtlijnen m.b.t. gezonde voeding. Veel leerlingen krijgen tegenwoordig te maken met overgewicht. Er wordt meer energie opgenomen dan er verbruikt wordt. Dat leidt vaak tot gezondheidsproblemen in de toekomst. Per dag zijn drie gezonde maaltijden belangrijk waarbij de nadruk ligt op een gezond ontbijt in de ochtend. Van deze energie moeten de leerlingen namelijk het grootste deel van de ochtend gebruik maken. Hierbij speelt u als ouder(s) en/of verzorger(-s) een belangrijke rol. We zien te vaak dat het ontbijt wordt overgeslagen en wordt doorgeschoven naar school. Dat heeft ons gebracht tot de volgende afspraken:
Kleine pauze (15 minuten) : We gaan ervan uit dat elk kind voordat het naar school gaat heeft ontbeten.
-Elke dag mogen de kinderen tijdens de kleine pauze iets eten en drinken. -Wij zien het liefst dat de kinderen het drinken meenemen in een hervulbare beker voorzien van naam. -In de beker zit dan water of ranja/limonade. Frisdrank met prik blijft niet toegestaan. Natuurlijk mogen ze gewoon water drinken uit de kraan. -We zien liever geen pakjes. Dit met betrekking tot het milieu. -Voor het eten vragen wij u uw kind gezonde tussendoortjes mee te geven. Dat kan bijvoorbeeld fruit zijn. -Snoepen tijdens onderwijstijd blijft, net als in voorgaande jaren, niet toegestaan. Traktaties uitgezonderd. Gezonde traktaties hebben de voorkeur.
Lange pauze (30 minuten):
-De verantwoording van wat kinderen tijdens de lunch (schooltijd en geen onderwijstijd) eten en drinken ligt bij de ouders en/of verzorgers. Toch vinden wij het belangrijk dat kinderen gezond eten en drinken en niet teveel. -Alle kinderen hebben een theedoek ontvangen voor de lunch. Ze mogen ook een eigen theedoek gebruiken. -De leerlingen nemen ’s morgens in een rugzak of tas hun eigen drinken en eten mee naar school (geen frisdrank en geen snoep). Dat kan het beste in een beker en een broodtrommel voorzien van hun naam. Dat kan bijvoorbeeld met een stuk pleistertape. Voor elke groep zijn twee kratten beschikbaar. Eén krat (rode kleur) is bestemd voor het eten en drinken dat niet gekoeld hoeft te worden en het andere krat (blauwe kleur) wel. Voor aanvang van de school kunnen ouders of leerlingen kiezen in welk krat zij het eten en/of drinken willen bewaren. Het eten mag ook in de rugtas blijven zitten. Het blauwe krat wordt vervolgens in een koelkast geplaatst. Voor dit doeleinde zijn speciale koelkasten aangeschaft. Alle restanten van de maaltijd worden na afloop van de maaltijd door de leerlingen mee naar huis genomen zodat u als ouder/verzorger zicht houdt op hetgeen door uw kind is gegeten en gedronken. Een belangrijke bijkomstigheid is dat onze school niet met een afvalberg aan pakjes en etensresten blijft zitten. Als er leerlingen in de groep zijn, die een vorm van voedselallergie hebben, dan is dit belangrijk om aan de leerkracht door te geven. In een geval van bijvoorbeeld een notenallergie (anafylactis) mag er geen contact zijn met leerlingen die pindakaas op hun brood hebben. Zijn we door u daarover nog niet ingelicht, dan vragen we u hierbij dringend dat alsnog te doen.
51
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE In groep 1 en 2 zal er tijdens de grote pauze ondersteuning zijn van enkele overblijfouders die nu ook de overblijf regelen. De leerkrachten hebben dan zelf een kwartier pauze. Pleinwacht in de pauzes: Wij zorgen ervoor dat in elke pauze voldoende toezicht is. Kosten die aan het continurooster verbonden zijn: Omdat wij als school de lestijden, met het invoeren van een continurooster, veranderd hebben mogen wij geen overblijfkosten aan de ouders vragen. Dat is wettelijk zo geregeld. U zult van ons dan ook geen rekening ontvangen. Uiteraard zijn we blij met elke vrijwillige bijdrage hiervoor. Dat is namelijk wel geoorloofd. P P1/Pleinwacht: Voor schooltijd en in alle pauzes is er pleinwacht. De pleinwacht ziet toe op het ordelijk verloop van de pauzes. Een pleinwacht kan niet alles zien. We verwachten dat kinderen zich ook tijdens de pauzes aan de schoolregels houden. Worden deze overtreden verwachten we dat kinderen zich bij de pleinwacht melden. We verwachten dat de pleinwacht serieus met de meldingen omgaat, zodat bijvoorbeeld een ruzie zich niet in de klas voortzet. De pleinwacht stelt de groepsleerkracht op de hoogte in geval van een incident. Leerlingen die hun fiets in de fietsenstalling hebben geplaatst mogen zonder toestemming het schoolplein niet verlaten. P2/Privacyreglement: Zie hoofdstuk 8 R R1/ Rookvrije school: In 1998 is De Stapvoorde door de “Stichting Rookvrije School” officieel erkend als ROOKVRIJE SCHOOL. Hiervoor zijn ons destijds een oorkonde en een plaquette overhandigd. Het betekent dat er onder geen enkele omstandigheid binnen het gebouw of op het schoolplein gerookt mag worden. Als er gerookt wordt dan alleen buiten en uit het zicht van de leerlingen! S S1/ Scholierenongevallenverzekering: We maken dan gebruik van de verzekering die St. OPOA voor de openbare scholen heeft afgesloten. Zie schoolgids deel b. S2/Schoolfotograaf: Per jaar wordt opnieuw bekeken welke fotograaf wordt gevraagd hiervoor. In de Stapinfo wordt aangekondigd op welke datum de fotograaf komt en welke foto’s gemaakt worden. De school is niet verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gemaakte foto’s. Gezinsfoto’s kunnen gemaakt worden met kinderen die nog niet naar school gaan. De betaling van de foto’s verloopt niet via school maar rechtstreeks via de schoolfotograaf. Dat betekent dat school geen verantwoordelijkheid meer draagt voor het wel/niet betalen van het fotogeld. S3/Schoolreglement/gedragscode: Zie hfdst. Veiligheid. S4/ Stapinfo: De Stapinfo is een maandelijks informatieblad, dat zowel digitaal als op papier verschijnt. Het bevat naast belangrijke mededelingen een maandkalender. -S5/ Schoolreizen en –kamp: Het is moeilijk al aan het begin van een schooljaar de bestemmingen van de verschillende schoolreizen kenbaar te maken. Toch moeten we plannen en begroten zodat u, indien u dat wenst, al snel kunt beginnen met voor uw kind(eren) te sparen. De groepen 1 t/m 7 gaan één dag op reis. Groep 8 gaat 3 dagen/2 nachten “op kamp”.
52
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE Het schoolreisgeld is gekoppeld aan de ouderbijdrage. Zie hfdst. 13. S6/ Schoolsporttoernooien: De Stapvoorde is net als alle andere scholen van OPOA vrij om deel te nemen aan sportactiviteiten maar organiseren zelf niet(s) m.u.v. de schoolsportdagen. Dit te maken met het wegvallen van de organisatie door de gemeente Almelo i.h.k.v. bezuinigingen.
heeft
S7/ Schooltijden: (voor vakanties en vrije dagen zie schoolgids deel b) Met ingang van het schooljaar 2014-2015 werken we met het continurooster. Daarbij is gekozen voor het 5-gelijkedagenmodel. Van maandag t/m vrijdag gaan alle kinderen van 8.30-14.00 uur naar school. S8/ Schoolvakanties en vrije dagen (alle kinderen): zie punt V. S9/Schoonmaak schoolmateriaal: Jaarlijks vragen wij ouders om schoolmateriaal thuis te reinigen. Dit gebeurt op vrijwillige basis. De school is niet aansprakelijk voor schade aan apparatuur die daarbij ontstaat. S10/ S.O.S. –formulier: Op dit formulier geven de ouders aan waar zij in geval nood te bereiken zijn. S11/Speelgoedochtenden kleuters: Enkele keren per jaar mag uw kind speelgoed meenemen om samen met anderen te spelen. Nieuw speelgoed mogen ze natuurlijk wel even laten zien, maar gaat met de ouders weer mee naar huis. S12/ Sponsoring: Hoewel de financiën door het rijk verstrekt, krap bemeten zijn, is de Stapvoorde financieel gezond. Op dit moment zijn er geen concrete plannen om sponsors te werven en hun gelden te gaan inzetten ten behoeve van het onderwijs van De Stapvoorde. Eventuele overeenkomsten met sponsoren komen tot stand ‘met inachtneming van de uitgangspunten van het convenant 'sponsoring in het primair onderwijs'. Dit convenant ligt op school ter inzage. S13/ Stage: Zie hfst. 2 De Academische School: Onze school is een academische opleidingsschool en zal tijdens het schooljaar stageplaatsen bieden aan Pabo- en ROC-studenten. Het ROC vraagt ons om onderwijsassistenten op te leiden. Een schoolopleider begeleidt de Pabo-studenten en coördineert de plaatsing van de ROC- en CALOstudenten. Deze studenten worden door de groepsleerkrachten begeleid. S14/ Startdag: Elk schooljaar starten we de eerste dag met activiteiten die bevorderend zijn voor het samenwerken of samenspel op school- en groepsniveau. S15/ Studiedagen team: Het team zal zich ook dit schooljaar professionaliseren. Grotendeels gebeurt dat na schooltijd bijvoorbeeld in de avonduren maar ook op gezette tijden door daaraan een gehele dag te besteden. Zie deel b van de schoolgids voor actuele zaken. T T1 /Trakteren: Wij proberen op school gezond eten te bevorderen. Daarom hebben wij liever niet dat de kinderen op zoetigheid of chips trakteren, maar bijv. op fruit of iets hartigs. Dat geldt ook voor de leerkrachten. Doordat onze leerlingen uit diverse landen en culturen afkomstig zijn, kan het voorkomen dat leerlingen
53
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE bepaalde traktaties bijv. enkele vleessoorten niet mogen eten; dit geldt ook ten aanzien van vegetarisch opgevoede kinderen of kinderen met een allergie. Het zou prettig zijn, wanneer daarmee rekening gehouden wordt. Laat u zich voor het trakteren informeren door de leerkracht. Misschien is het ook leuk om de klas een leuk voorleesboek te schenken of iets dergelijks. Afhankelijk van de hoeveelheid of de houdbaarheid van een traktatie bepaalt de leerkracht of de traktatie onder onderwijstijd wordt opgegeten of dat de traktatie mee naar huis gaat. Ouders kunnen dan mede bepalen wat hun kind aan traktatie mag hebben. T2/Toiletgebruik: Per groep is duidelijk aangegeven van welke toiletten gebruik gemaakt moeten worden. Per groep gaat 1 jongen en 1 meisje tegelijk naar het toilet. We verwachten dat kinderen zich niet langer dan nodig ophouden in het toilet. We verwachten dat kinderen zuinig omgaan met de aanwezige middelen (papier, water, zeep, handdoeken) V V1/Vakantie en vrije dagen: zie schoolgids deel b. V2/ Verhuizingen: Ouders die gaan verhuizen dienen dit tijdig aan de directie of aan één van de leerkrachten mede te delen. Zij kunnen dan informatie krijgen over de procedure die gevolgd wordt bij de overschrijving naar een andere school. V3/Verkeersbrigade: Bij de oversteekplaats Zeven Bosjes – De Koolmees staan alleen om 8.30 uur verkeersbrigadiers om de schoolkinderen veilig over te laten steken. Per jaar wordt bekeken of dat nog te regelen is. De reden is dat de omringende scholen andere schooltijden hanteren. De brigadiers staan 15 minuten voor aanvang van de school op hun post en ook na schooltijd. Daar er altijd een tekort is aan verkeersbrigadiers, zoeken wij nog ouders die willen meehelpen met de brigade. Mocht u willen helpen, dan kunt u zich opgeven bij de contactpersoon van de brigadiers: Geertjan Vos (Kbs Compaan tel. 823925).
Wat is een verkeersouder precies?:
Een verkeersouder vormt de brug tussen ouders, school en derden (gemeente, politie, 3VO, wijkverenigingen), als het gaat om de verkeersveiligheid van kinderen. Hij of zij praat mee binnen de school over de mogelijke verbetering van deze verkeersveiligheid. Een verkeersouder maakt zich sterk voor: goed verkeersonderwijs en veilige schoolroutes; het betrekken van de ouders bij de verbetering van de verkeersveiligheid van hun eigen kind; het maken van goede afspraken. Een verkeersouder geeft dus geen verkeersles! Verkeersouders krijgen een korte praktische basisopleiding van 3VO en daarnaast is er blijvende ondersteuning. Hebt u tijd en belangstelling voor dit nuttige werk? Even een berichtje naar school. V4/Veilig vervoer /Wij vragen uw dringende aandacht voor het volgende: Natuurlijk vinden we als school de veiligheid in en rondom het gebouw van groot belang. Het is misschien ten overvloede, maar toch willen we u in deze schoolgids op een paar zaken wijzen: Als uw kinderen op de fiets naar school moeten komen, zorgt u dan voor een deugdelijke fiets en controleer deze regelmatig op eventuele mankementen. Fietst of loopt u de route naar school zo nu en dan eens met uw kind mee en maak uw zoon of dochter attent op gevaarlijke situaties. Het is een gegeven dat kinderen in het verkeer beter opvallen als zij fel gekleurde kleding dragen.
54
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE Breng uw kind alleen als het niet anders kan met de auto naar school en parkeer op de daarvoor
bestemde plaatsen! Juist het grote aantal auto’s rondom de school kan voor en na schooltijd tot een erg onoverzichtelijke situatie leiden. Kinderen die dichtbij de school wonen worden geacht om naar school te komen lopen. ZIE:-F Veilig vervoer: Diegene die leerlingen van onze school per auto/bus vervoeren dienen in het bezit te zijn van de wettelijke vereiste papieren om een voertuig te mogen besturen en zich daarmee op de openbare weg te begeven. Bovendien moeten ze onze leerlingen vervoeren(gordels en kinderzitjes etc.) volgens de laatste wetgeving op dit gebied. Op school zijn richtlijnen verkrijgbaar. In gevallen dat kinderen per auto vervoerd worden door leerkrachten of andere ouders (bij excursies, uitstapjes e.d.) gaat de school er vanuit dat u daarvoor toestemming verleent als u niet schriftelijk te kennen heeft gegeven daar bezwaar tegen te hebben. V5/ Vereniging Openbaar Onderwijs(VOO): zie www.voo.nl voor meer informatie. V6/ Verlof leerkracht: De leerkracht van uw kind is niet altijd aanwezig. Dat kan zijn vanwege: ziekteverlof/zwangerschap- of ouderschapsverlof/studieverlof; jubileum huwelijken etc./verlof op basis van het teveel aantal lesuren die worden gegeven op jaarbasis etc. De ouders worden hierover op de hoogte gebracht. V7/ Verlof leerling /Verzuimregeling. Wat betreft het schoolverzuim hanteert de directie de richtlijnen van de overheid. Hieronder staat de letterlijke tekst van de leerplichtambtenaar: Algemeen uitgangspunt is: Verlof buiten de schoolvakanties is niet mogelijk tenzij er sprake is van artikel 13a van de leerplichtwet 1969, waarin staat aangegeven dat het alleen wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan. Een verzoek hiervoor dient u minimaal 2 maanden van tevoren bij de directeur van de school schriftelijk aan te vragen. Tevens moet een werkgeversverklaring worden overlegd waaruit blijkt dat geen verlof binnen de officiële schoolvakanties mogelijk is. Het verlof kan slechts éénmaal per schooljaar worden verleend; mag niet langer duren dan 10 werkdagen; mag niet plaatsvinden in de eerste 2 weken van het schooljaar. Tegen de beslissing van de directeur is bezwaar mogelijk op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht. Gewichtige omstandigheden: 10 schooldagen per schooljaar of minder. Dit kunnen plezierige, maar ook minder plezierige omstandigheden zijn. Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van het gestelde in artikel 14, lid 1, van de leerplichtwet 1969, voor 10 schooldagen per schooljaar of minder, dient vooraf of binnen 2 dagen na ontstaan van de verhindering aan de directeur van de school te worden voorgelegd en door deze op basis van de wet te worden afgehandeld. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: -voor het voldoen aan een wettelijke verplichting voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden; -voor verhuizing voor ten hoogste 1 dag; voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de 3e graad voor 1 of ten hoogste 2 dagen afhankelijk van de vraag of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van belanghebbende; bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten tot en met de 3e graad, duur in overleg met de Leerplichtambtenaar van de woongemeente; bij overlijden: -van bloed- of aanverwanten in de 1e graad voor ten hoogste 4 dagen; -van bloed- of aanverwanten in de 2e graad voor ten hoogste 2 dagen; -van bloed- of aanverwanten in de 3e of 4e graad voor ten hoogste 1 dag; bij 25-, 40- en 50- jarig ambtsjubileum en het 12,5-, 25-, 40-, 50- of 60-huwelijksjubileum van ouders of grootouders voor 1 dag. Dit uitgangspunt houdt in dat een extra vakantie wegens wintersport, een tweede vakantie, een extra lang weekend, deelname van leerlingen aan evenementen, een langdurig bezoek aan de familie in het land van herkomst etc. niet kunnen worden aangemerkt als bijzondere reden. Indien er meer dan 10 schooldagen per schooljaar verlof wordt gevraagd wegens de onder B. vermelde omstandigheden dan dienen de meerdere dagen via de directeur van de school bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden aangevraagd.
55
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE Attentie: De directeur van de school is verplicht de leerplichtambtenaar mededeling te doen van ongeoorloofd schoolverzuim. Tegen de ouders die hun kind(eren) zonder toestem-ming van school houden zal proces-verbaal worden opgemaakt door de officier van Justitie en leerplichtambtenaren, behorende tot het arrondissement Almelo. Het bovenstaande geldt niet voor 4-jarige kleuters. Toch zouden wij bij de ouders van deze kleuters er op willen aandringen om zoveel mogelijk de vakantie binnen de vastgestelde data te plannen. Voor 5-jarige kleuters geldt het volgende: op de eerste schooldag van de maand die volgt op de maand waarin het kind 5 is geworden, is het kind leerplichtig. Mocht een schoolweek voor een 5-jarige nog wat te vermoeiend zijn, dan kan in overleg met de schoolleiding een speciale regeling getroffen worden. Deze regeling houdt dan in dat een 5-jarige kleuter ten hoogste 5 uur per week thuis mag blijven, mits dit tijdig overlegd is met de schoolleiding. Op verzoek van de ouders kan de schoolleiding toestaan dat een 5-jarige zelfs 10 uur per week wordt thuis gehouden. Deze uren mogen niet worden gespaard. Zodra het kind 6 jaar is, houdt deze regeling op. De Stapvoorde kan vrijstelling geven van leerplicht indien een leerling deelneemt aan sporttoernooien die officieel worden aangeduid als “Nederlandse kampioenschappen”. Voorwaarde is dat vanuit een officiële sportbond aan de leerling een officiële status is toegekend en dat de leerling op het hoogste niveau presteert. Trainingen ten behoeve hiervan of andere toernooien vallen niet onder deze vrijstelling. Voor verlofaanvragen betreffende bruiloften, ziekte- en sterfgevallen van familie in het buitenland moet de aanvraag aantoonbaar worden gemaakt. Een kopie van de uitnodiging van de bruiloft, een doktersverklaring bij ziekte en overlijdensbericht is voldoende. Z Z1/ Ziekmelding Wij verzoeken u dringend, als uw kind ziek is dit tijdig door te geven aan de school. Dit kunt u schriftelijk of telefonisch doen. Graag vóór 8.00 uur via nummer 0546-456733.
12. TOTSTANDKOMING EN VERANTWOORDING VAN DE SCHOOLGIDS Deze gids is wettelijk verplicht en tot stand gekomen door een intensieve samenwerking van directie en medezeggenschapsraad en enkele ouders. Deze schoolgids is goedgekeurd door het Bestuur van het Openbaar Primair Onderwijs in Almelo, door de onderwijsinspectie en door de medezeggenschapsraad van de school. Naast de schoolgids bestaat er een schoolplan, waarin onder meer de schoolorganisatie, de onderwijsinhouden, de pedagogiek en de didactiek uitvoerig beschreven worden. De schoolgids wordt jaarlijks herzien en verstrekt aan de ouders/verzorgers van onze leerlingen, aan nieuwkomers en aan andere belangstellenden. Het schoolplan is vastgesteld voor een periode van vier jaar en is bestemd voor het team, geïnteresseerde ouders, bestuur en inspectie en ligt op school ter inzage. Ondanks het feit dat er door velen aan de totstandkoming van deze schoolgids is gewerkt kunnen er belangrijke zaken niet genoemd zijn. U heeft als lezer altijd de mogelijkheid suggesties te doen die de gids completer en beter maken. Wendt u zich daarvoor tot de directie, de ouderraad of de medezeggenschapsraad. Bovendien kunt u te allen tijde voor informatie terecht op de website van de school: www.de-stapvoorde.nl Directie en medezeggenschapsraad obs De Stapvoorde.
56
SCHOOLGIDS OBS. DE STAPVOORDE 13.
LIJST MET AFKORTINGEN
AOC AOS
agrarisch opleidingscentrum Academische opleiding school
OPOA PABO
BAS
bouwen aan een adaptieve school
BSO CALO
buitenschoolse opvang christelijke academie voor lichamelijke opvoeding.(opleiding sportleiders) centraal instituut voor de opleiding van sportleiders centraal instituut voor toetsontwikkeling commissie ouderparticipatie activiteitengroep Expertise en Dienstencentrum eerste genormeerde gedragsobservatiekaart gemeenschappelijke gezondheidsdienst gemeenschappelijke medezeggenschapsraad initiator academische school interne begeleider informatie en communicatie technologie hogeschool edith stein handelingsgericht werken jeugdgezondheidszorg kunst educatie platform Almelo leraar in opleiding landelijke klachtencommissie luizen opsporings team medezeggenschapsraad onderwijsbegeleidingsdienst openbare basisschool ouderparticipatie Openbare Scholengemeenschap
PCDAcyclus POVO PCL
CIOS CITO COP AG E&D EGGO GGD GMR IA IB ICT HES HGW JGZ KEPA LIO LKC LOT MR OBD OBS OP OSG
openbaar primair onderwijs Almelo pedagogische academie voor het basisonderwijs Plan-Do-Check-Act. Een cyclus om de schoolontwikkeling syst. aan te pakken primair onderwijs voortgezet onderwijs permanente commissie leerlingenzorg
REC
regionaal expertise centrum (clusterschool)
ROC RT SBAO SBD SO
regionaal opleidingscentrum remedial teaching school voor speciaal basisonderwijs schoolbegeleidingsdienst Speciaal onderwijs
SOT SOP
Schoolondersteuningsteam Schoolondersteuningsplan
SWV VVE VO
samenwerkingsverband Voor- en vroegschoolse educatie voortgezet onderwijs wijkoverleg basisonderwijs Windmolenbroek world wide web
WOBOW
WWW
WAT BETEKENT …………….?
De medezeggenschapsraad van obs De Stapvoorde heeft haar instemming verleend aan de schoolgids deel A voor het schooljaar 2014-2015. Voorzitter: Nicolette Flemming
Datum: 31 augustus 2014
57
Secretaris: Agnes Braak