Schoolgids. Margrietschool

Schoolgids Margrietschool 2013‐2014

Voorwoord: Geachte ouders, verzorgers, Voor u ligt de schoolgids van de openbare basisschool Margriet voor het jaar 2013‐2014. Scholen onderscheiden zich steeds meer van elkaar; er is verschil in sfeer, werkwijzen en resultaten. Deze gids is bedoeld om u informatie te verschaffen over onze school. Jaarlijks stellen we de inhoud van deze gids bij zodat u op de hoogte blijft van de laatste ontwikkelingen. Als team streven we ernaar het beste uit onze leerlingen te halen. Leerkrachten volgen trainingen, nascholing en vergaderen met elkaar over de kwaliteit van het onderwijs. We zorgen ervoor dat de kinderen op de Margrietschool veel leren en zich op een goede manier kunnen ontwikkelen in een veilige omgeving. We hopen daarnaast dat kinderen, ouders, leerkrachten en al die mensen die zich inzetten voor onze school met een prettig gevoel terugdenken aan hun tijd op de Margrietschool. Aan het begin van elk nieuw schooljaar wordt de schoolgids bijgewerkt en openbaar gemaakt. U kunt dan een exemplaar ophalen bij de directie of hem nalezen op de website. Als u na het lezen vragen, opmerkingen of suggesties heeft, dan nodigen wij u van harte uit daarover met ons te praten. Namens het team van de Margrietschool Martin Baas Directeur

Schoolgids basisschool de Margriet, Halfweg 2013-2014

3

Inhoudsopgave

1. De school 1.1 Historie van de school 1.2 Het bestuur 1.3 Situering van de school 2. Waar de school voor staat 2.1 Missie 2.2 Visie 2.3 Openbare school 2.4 Doelstellingen 2.5 Klimaat en werkwijze 3. De organisatie van de school 3.1 De organisatie van de school 3.2 De samenstelling van het team 3.3 De activiteiten voor de kinderen 3.4 Bijzondere activiteiten 4. De Zorg voor de kinderen 4.1 Opvang nieuwe leerlingen 4.2 Rapporten en oudergesprekken 4.3 Het leerlingvolgsysteem 4.4 Speciale zorg 4.5 Passend onderwijs 4.6 Naar het voortgezet onderwijs 4.7 De schoolarts 4.8 Logopedie 4.9 Bijles onder schooltijd 4.10 Schorsing en verwijdering 5. De leerkrachten 5.1 Vervanging van leerkrachten 5.2 Stage 5.3 Nascholing

6. De ouders 6.1 Betrokkenheid van ouders 6.2 Informatievoorziening 6.3 Medezeggenschap 6.4 Ouderactiviteiten 6.5 Overblijfmogelijkheden 6.6 Buiten Schoolse Opvang 6.7 Klachtenprocedure 6.8 Inspectie 6.9 Gebruik van beeldmateriaal 6.10 Ouderbijdragen 6.11 Margrietfonds 6.12 Verzekering 6.13 Gevonden voorwerpen 6.14 Sponsoring 7. De resultaten 7.1 Resultaten 7.2 Zittenblijven 7.3 Hoogbegaafden – groep overslaan 7.4 Toetsen 7.5 Oktoberkinderen 7.6 Rapporten 7.7 Resultaten in cijfers 7.8 Entreetoets 7.9 Eindtoets groep 8 7.10 Uitstroomgegevens van de laatste drie schooljaren 8. Regelingen school – en vakantietijden 8.1 Schooltijden 8.2 Vakantierooster 8.3 Leerplicht/Verlofregeling 9. Namen en Adressen 9.1 Van de school 9.2 Van externe personen


4

1. De school 1.1 De school De openbare basisschool Margriet is opgericht in 1953. Op die dorpsschool in Halfweg kregen toen 70 kinderen les van vier leerkrachten. Veel ouders uit Zwanenburg kwamen over de brug om hun kinderen ook op de Margrietschool les te laten volgen. We groeiden uit onze jas en het gebouw werd eerst uitgebreid met twee kleuterlokalen die nu nog steeds worden gebruikt. In 1997 was het oude hoofdgebouw toe aan vervanging. We kregen een gloednieuw gebouw met een speellokaal voor de kleuters, dat werd gebouwd op het vroegere schoolplein. De gemeente is voornemens een nieuwe “Brede School” in het centrum van Halfweg te bouwen. De drie huidige scholen zullen dan in het nieuwe gebouw gehuisvest worden. In die plannen is tevens een nieuwe gymzaal opgenomen 1.2 Het bestuur De Margrietschool valt onder het bestuur van STOPOZ. (Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid‐Kennemerland) STOPOZ vormt het bestuur van negen openbare basisscholen in de gemeenten Bloemendaal, Haarlemmerliede‐Spaarnwoude, Heemstede en Zandvoort. De stichting is op 1 januari 2005 opgericht. Toen werd het bestuur van de scholen overgedragen door de betreffende gemeenten aan Stopoz. Daarmee was de verzelfstandiging van de scholen een feit. Het bestuur van Stopoz stimuleert en faciliteert de groei en ontwikkeling van leerlingen en personeel met respect voor hun identiteit, opvattingen en keuzes. Een sterk openbaar onderwijs vormt het uitgangspunt. Stopoz stelt zich ten doel om kwalitatief hoogwaardig onderwijs te verzorgen. Kwaliteit staat centraal bij alle activiteiten van de scholen binnen Stopoz. Het motto van Stopoz is: ‘Excellent presteren door met elkaar te leren’.

1.3 Situering van de school De leerlingen van de Margrietschool wonen met name in Halfweg, Zwanenburg en Amsterdam. Kinderen komen op de fiets naar school, anderen reizen met het openbaar vervoer of de auto, waarbij veel ouders carpoolen. Voor de school bevindt zich een doodlopende weg met parkeerplaatsen voor bewoners. Om te voorkomen dat deze weg bij het halen en brengen dicht slibt, worden er verrijdbare hekken bij de ingang geplaatst. Bij het halen en brengen van uw kinderen kunt u gebruik maken van de parkeerruimte in de omringende straten. Op deze manier veroorzaken we geen overlast voor omwonenden en blijft de school en haar omgeving goed bereikbaar voor hulpdiensten als brandweer en ambulance. Het hoofdgebouw bestaat uit vier klaslokalen, een speellokaal, een grote ruimte voor multifunctioneel gebruik. Het bijgebouw is met een pergola verbonden aan het hoofdgebouw en bestaat uit twee grote lokalen. Alle leerlingen maken gebruik van de faciliteiten in het hoofdgebouw. Op het terrein is een apart gebouw voor de buitenschoolse opvang.


5

2. Waar de school voor staat De Missie en Visie zijn afkomstig uit het Strategisch Beleidsplan van Stopoz 2011‐2015. Zij worden dit schooljaar schoolspecifiek gemaakt. 2.1 Missie Het waarborgen en stimuleren van kwalitatief hoogwaardig onderwijs en een veilig schoolklimaat waarbinnen leerlingen en personeel uitgedaagd worden tot leren en met plezier werken. 2.2 Visie STOPOZ streeft naar onderwijs dat:  voor alle leerlingen toegankelijk is (passend onderwijs)  aansluit bij capaciteiten en interesses van leerlingen  het beste uit kinderen naar boven haalt  stimuleert dat er wordt samenwerkt en van elkaar wordt geleerd  ruimte geeft aan eigen initiatieven van leerlingen  uitgaat van verantwoordelijkheid geven en nemen tussen leerkrachten en leerlingen  veiligheid waarborgt en een stimulerend pedagogisch‐didactisch klimaat kent  variatie kent in leerstrategieën en didactische werkvormen gericht is op de directe omgeving van de school en de samenwerkende partners  optimaal voorbereidt op vervolgonderwijs 2.3 Openbare basisschool Als openbare school staan wij open voor alle gezindten. De maatschappij waarin onze leerlingen opgroeien is continu in beweging. Deze veranderende maatschappij stelt andere eisen aan haar toekomstige leden. Scholen veranderen met die maatschappij mee. Op de Margrietschool leren kinderen niet alleen lezen, schrijven en rekenen van de leerkracht. Er wordt ook aandacht besteed aan leren hoe je moet leren, sociale vaardigheden, omgaan met moderne informatiebronnen en zelfstandig leren van en met elkaar. Kortom: op de Margrietschool leer je meer dan leren alleen. 2.4 Doelstellingen We stellen ons als doel uit ieder kind te halen wat erin zit. Dit geldt ook voor kinderen die wat meer leerstof aankunnen! Hierbij willen we ons richten op de cognitieve ontwikkeling (kennis), maar zeker ook op de sociaal‐emotionele en creatieve aspecten. We maken gebruik van moderne onderwijsmethodes die aansluiten op wat de maatschappij vraagt en rekening houden met verschillen in leertempo, lesstof en niveau. Op deze wijze kan binnen een klas worden aangesloten bij de ontwikkeling van alle leerlingen. 2.5 Klimaat en werkwijze Op de Margrietschool werken we met “de Vreedzame school”. Hiermee willen we zorgen dat sociale vaardigheden geoefend worden en binnen de school en op een eenduidige manier worden gehanteerd. Met dit programma zijn er iedere week lessen in de klas maar ook extra aandacht voor alle situaties die zich binnen de school voordoen. Het programma loopt van waarderen en respecteren van elkaar tot luisteren en praten, opstekers en positieve feedback geven. Daarnaast hebben we een aantal regels die we binnen de school hanteren. Ze hangen prominent in de hal. 1. Kom niet aan een ander als een ander dat niet wil. Hiermee geven we aan dat ieder kind zelf aan kan geven of hij mee wil doen en op wat voor manier. 2. Ruzie maken mag, goedmaken moet. Hiermee willen we aangeven dat het maken van ruzie op school gebeurt. Daar sluiten we onze ogen niet voor. Het gaat er echt om dat ruzie goed moet worden gemaakt!


6

3. 4.

Ik zeg wat ik doe. Hierbij de aandacht voor het eerlijk zijn naar elkaar. Kijk me aan, dan kan ik je verstaan. Hiermee zeggen we dat we elkaar in de ogen kunnen kijken als we met elkaar praten.

We hebben een kinderpleinwacht, waarbij leerlingen uit groep 8 worden ingezet tijdens het speelkwartier. De ervaringen hiermee zijn bijzonder positief. Uit veiligheidsoverweging zijn harde ballen, skeelers, skateboarden e.d. niet toegestaan op het schoolplein.

Orde en regelmaat zijn bij ons belangrijke ingrediënten voor een stimulerende leerwerkomgeving. Zo wordt er bij ons in de gangen rustig gelopen, de jassen en tassen worden netjes aan de kapstok gehangen en onder schooltijd mogen mobiele telefoons niet aanstaan. Dit geldt ook voor in de pauzes. De interactie tussen leerkracht en leerling vinden wij belangrijk. Door een positieve benadering en de kinderen aan te moedigen groeit het zelfvertrouwen. Sinds enkele jaren is zelfstandig werken een speerpunt op de Margrietschool. We stimuleren de leerlingen al in de laagste groepen om zelf een taak te kiezen en een plan te maken. In de hogere groepen worden de zelfstandige werkvormen en keuzemogelijkheden stap voor stap uitgebreid. Hierdoor ontwikkelen kinderen steeds meer overzicht en inzicht in hun taken, wat het probleemoplossend vermogen vergroot. Kinderen ervaren het als stimulerend dat zij inbreng hebben in het leerproces. De Margrietschool wil een school zijn met ruimte en aandacht voor ieder kind.


7

3. De organisatie van de school 3.1 De organisatie van de school Op de Margrietschool wordt gewerkt volgens het leerstofjaarklassensysteem. Dat betekent dat kinderen van dezelfde leeftijd in principe bij elkaar in de groep zitten en als klas de leerstof van dat jaar krijgen aangeboden. De leerlingen van de school zijn verdeeld over 6 groepen. Groep 1/2A, groep 1/2B (gepland vanaf januari 2014), groep 3, groep 4, groep 5/6 en groep 7/8. De groepsgrootte varieert van 19 tot 25 leerlingen. De verwachting is dat groep 1/2A in januari 2014 boven de 30 leerlingen zal groeien. De groep wordt dan gesplitst. Het aantal leerlingen per groep is geen vast gegeven. Er zijn factoren die de groepssamenstelling beïnvloeden. Om de doorgaande lijn van groep 1 tot en met 8 te garanderen, werken wij met een onderbouw die loopt van groep 1 tot en met 4 en een bovenbouw van groep 5 tot en met 8. De leerkrachten van deze groepen vergaderen wekelijks met elkaar over de inhoud en de ontwikkeling van het onderwijs. 3.2 De samenstelling van het team Op de Margrietschool werken een directeur, een administratief medewerker, een intern begeleider, leerkrachten, een logopediste en een vakleerkracht bewegingsonderwijs. 3.3 De activiteiten voor de kinderen Opbrengst Gericht Werken De Margrietschool werkt opbrengst gericht. In schooljaar 2011‐2012 zijn we begonnen met rekenen. In 2013‐2014 wordt deze manier van werken voor spelling en begrijpend lezen ingevoerd. Een school die opbrengstgericht werkt, zet zich planmatig in voor het verbeteren van de vorderingen van leerlingen. Dit gebeurt door hoge doelen te stellen, gericht hieraan te werken en leerlingen systematisch te volgen in hun vorderingen. En het werkt! Scholen die systematisch hun toetsgegevens analyseren en gebruiken hebben betere resultaten, zo blijkt uit onderzoek van de Inspectie. Maar het is niet eenvoudig, zeker niet om duurzame verbeteringen tot stand te brengen. Gericht werken aan hoge opbrengsten betekent in de eerste plaats goed onderwijs. Dat wil zeggen onderwijs door competente leraren die effectief instructie geven, hun onderwijsdoelen, inhouden en didactiek kunnen afstemmen op verschillen tussen leerlingen en voortdurend ‐ dus niet alleen bij de toets ‐ reflecteren op het effect van hun lessen. De groepen 1 en 2 In de kleutergroepen wordt er na de inloop gestart met de kring. Kinderen praten met elkaar onder leiding van de groepsleerkracht. De onderwerpen komen afwisselend vanuit de kinderen en de leerkracht. Wij stemmen onze thema’s zoveel mogelijk af op de belevingswereld van de leerlingen. Daarbij maken we gebruik van de methodes Ik en Ko, Wizwijs, en de Vreedzame School. Ik & Ko bestaat uit 18 thema's die in twee jaar in willekeurige volgorde behandeld worden. De thema's komen uit de directe leefwereld van kleuters en sluiten aan bij onderwerpen die vaak in kleutergroepen aan bod komen. Elk thema duurt ongeveer 4 weken. Vanuit de kring gaan de kleuters aan het werk. Er zijn verschillende hoeken in de kleutergroepen (bouwhoek, leeshoek, huishoek, verfhoek, etc.). Naast het spelen in de hoeken krijgen de kinderen werklesjes met opdrachten. Kleuters leren al doende tijdens speel‐ en werklessen, waarbij rekenen, taal, lezen, schrijven en wereldoriëntatie in samenhang aan de orde komen. Wij zorgen dat er uitnodigend materiaal is, waardoor de kinderen


8

worden geprikkeld om zich te ontwikkelen. De groepen 3 tot en met 8 Vanaf groep 3 worden de leervakken veelal afzonderlijk aangeboden. Hierbij vormen de lesmethodes onze belangrijkste leidraad. Leesonderwijs In groep 3 gebruiken we de taal‐leesmethode “Veilig leren lezen”, 2e maanversie. Deze methode gaat ervan uit dat alle kinderen optimale kansen krijgen om te leren lezen. Dit houdt in dat er tegemoet gekomen wordt aan de verschillen tussen kinderen. Er wordt zowel rekening gehouden met de zwakke als goede lezers. De niveau indeling is: Er wordt gewerkt uit de maanboekjes voor de basisgroep. De kinderen die extra instructie en begeleide verwerking nodig hebben werken aan de Sterwerkjes. De kinderen die iets meer aan kunnen krijgen extra Raketwerkjes. De kinderen die bij aanvang van groep 3 een leesniveau hebben van Avi M3 en een grote mate van zelfstandigheid in combinatie met een goede werkhouding bezitten mogen werken uit de Zonboekjes. Er is een ruim aanbod van materialen waaronder een computerprogramma waar kinderen zelfstandig mee werken op hun eigen niveau. In de thema's van Veilig leren lezen wordt naast technisch en begrijpend lezen ook spreken, luisteren, boekoriëntatie, verhaalbegrip, woordenschat, functioneel schrijven en spelling aangeboden. Halverwege het schooljaar is het leesonderwijs zodanig gevorderd, dat begonnen kan worden met niveaulezen. (zie VNL) Voor meer informatie verwijzen wij u naar: www.veiliglerenlezen.nl Voortgezet technisch lezen Uitgangspunt is dat kinderen vooral goed leren lezen door het maken van leeskilometers. Daarnaast is instructie op de leestechniek noodzakelijk. De Margrietschool heeft daarom de keuze gemaakt naast Estafette voor VNL en Vloeiend en Vlot. VNL staat voor Veel lezen, Niveau omhoog en Leesplezier. Het is een unieke vorm van voortgezet technisch lezen waarbij leerlingen vanaf groep 3 de beste, meest uitdagende kinderboeken lezen uit onze rijke schoolbibliotheek. Deze boeken zijn geordend in dertien niveaus waarbij een koppeling wordt gemaakt tussen leesbeleving en technisch leesniveau. Door veel te lezen wordt de leesvaardigheid van de leerlingen optimaal bevorderd. Boekpromotie is een belangrijk onderdeel van het VNL. De leerkracht is actief in de rol van leescoach en volgt de leerlingen d.m.v. de individuele administratie. Vloeiend en Vlot is een onderdeel van Estafette In groep 4 tot en met groep 6 krijgen de leerlingen 4 keer per week instructie uit Vloeiend en Vlot. Vloeiend & Vlot behandelt per AVI‐niveau de leesmoeilijkheden op woord‐, zins‐ en tekstniveau. Het doel is geautomatiseerd lezen met directe woordherkenning. Naast de instructielessen kunnen de leerlingen hiermee zelfstandig oefenen. Estafette In dit schooljaar zal de leesmethode Estafette worden geïmplementeerd.


9

De methode Estafette lezen is een middel om leerkrachten te ondersteunen bij het vormgeven van onderwijs in technisch lezen. De leerkracht beschikt hiermee over materialen om een leerlijn van groep 4 tot en met 8 vorm te geven. De methode bestaat uit een reeks van boeken en materialen die opklimmend zijn in moeilijkheidsgraad. Estafette lezen bestaat uit verschillende materialen, namelijk leesboeken, werkboeken en Vloeiend en Vlot boekjes. Deze materialen worden tijdens de lessen voor technisch lezen ingezet. Technisch lezen is een onderdeel van het taal/leesaanbod op school. Tijdens deze lessen worden er leesmoeilijkheden aangeboden. Een voorbeeld hiervan is het lezen van woorden die eindigen op –lijk of op –eren. Tijdens de lessen gaat het vooral om het herkennen en oefenen van leesmoeilijkheden. Daarbij is het belangrijk dat er eerst nauwkeurig wordt gelezen. Nadat de leerlingen nauwkeurig lezen wordt het tempo verhoogd. Het streven is dat de leerlingen de tekst na het oefenen vloeiend kunnen lezen. Het begrijpen wat er staat komt tijdens deze lessen op een tweede plaats. Uiteindelijk moet technisch leesonderwijs er voor zorgen dat leerlingen steeds minder aandacht nodig hebben voor het ontsleutelen van de woorden, waardoor er meer ruimte komt voor begrip. Om dit te bereiken is goed technisch leesonderwijs nodig. Risicolezers Soms verloopt het leesproces minder vlot. Een leerling heeft dan meer begeleiding en instructie nodig. Dit wordt aangeboden in de vorm van Connect lezen (eind groep 3 tot midden groep 4) en het Ralfi lezen vanaf midden groep 4. Blijft de achterstand hardnekkig aanwezig, dan worden de mogelijkheden voor onderzoek besproken. De bibliotheek is in 2010 compleet vervangen door boeken die motiveren tot meer lezen en wordt jaarlijks geactualiseerd. Taal De methode Veilig Leren Lezen wordt in groep 3 behalve voor leren lezen ook gebruikt voor het taal– en spellingonderwijs. Vanaf groep 4 gebruiken wij vanaf 2012‐2013 de methode Taal in Beeld en Spelling in Beeld. De lessen zijn in begrijpelijke taal, veel beeld en werken op papier, computer, digibord. Compact, flexibel en overzichtelijk. We verwachten meetbaar betere prestaties voor ieder kind. Taal in Beeld is echt van nu. De mogelijkheden voor zelfstandig leren zijn maximaal, alsook het samenwerkend leren. Rekenen Wij werken in alle groepen met de methode Wizwijs, een rekenmethode voor groep 1 tot en met 8 van het basisonderwijs, die draait om inzicht. Kinderen leren te begrijpen wat ze berekenen, hoe ze dit moeten aanpakken en wat de betekenis van de uitkomst is. Er wordt gewerkt uit kleurrijke werkboeken en opdrachtboeken. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van de leerlingsoftware op het gebied van oefenen en automatiseren. De leerkrachten krijgen door de duidelijke toetsrapportages een helder beeld van de prestaties van hun leerlingen. Dankzij de didactische adviezen kunnen we de leerlingen op elk gewenst moment bieden wat ze nodig hebben. Daarmee geven wij optimaal invulling aan het opbrengstgericht werken. Schrijven Voor het schrijfonderwijs gebruiken wij in de groepen 1 t/m 4 de methode Pennenstreken. In de loop van volgend schooljaar zullen ook de groepen 5 t/m 8 met deze methode gaan werken. In de kleutergroepen trainen de kinderen de fijne motoriek door het werken met allerlei materialen. Met de leerlingen van groep 2 worden ter voorbereiding op het schrijfonderwijs in groep 3 schrijfpatronen geoefend. In de groepen 3 tot en met 8 leren de kinderen vloeiend aan elkaar schrijven. Daarnaast wordt ook aandacht besteedt aan het schrijftempo en creatief schrijven. Het leeraanbod wordt ondersteund door de lessen met de leerkrachtassistent op het digibord.


10

Wereldoriënterende vakken In de groepen 1 en 2 worden onderwerpen behandeld die voor jonge leerlingen interessant zijn en een voorbereiding vormen voor de wereldoriëntatie lessen. Via Schooltv.nl wordt er gekeken naar Koekeloeren en Schatkast. In groep 3 wordt ook gebruik gemaakt van Schooltv in de vorm van de lessen uit Leesdas, die het leesproces ondersteunen en inzicht geven in de wereld om hen heen. Daarnaast wordt er gekeken naar Huisje Boompje Beestje, waarin zowel natuur, techniek, burgerschap aan de orde komt. Ook wordt het verkeer gegeven. Vanaf groep 4 gebruiken wij voor de wereldoriënterende vakken drie lesmethodes. De geschiedenismethode Een zee van tijd. De leerlingen beginnen met de geschiedenis van zichzelf en hun familie en vervolgens nemen we “het boek van de wereld” door, van prehistorie via ridders, de gouden eeuw en de tweede wereldoorlog tot vandaag. Voor aardrijkskunde gebruiken we Land in zicht. In de lagere groepen start de methode met de eigen omgeving, waarna vervolgens Nederland, Europa en de Wereld worden behandeld. Onze biologiemethode heet Natuurlijk. De naaste omgeving en de natuur van Nederland staan centraal. De acht thema’s komen ieder leerjaar opnieuw aan bod en worden zo steeds verder uitgediept. Daarnaast worden de lessen van schooltv, Nieuws uit de Natuur gevolgd in de groepen 5‐6. Voor verkeer gebruiken we de voor het schooljaar 2013‐2014 nieuwe methode Wijzer door het verkeer. In deze methode worden dagelijks voorkomende verkeerssituaties behandeld. Er is veel aandacht voor verkeersregels en het aanleren van sociaal gedrag in het verkeer. De kinderen in groep 7 doen ook mee aan het theoretisch en het praktijkexamen voor de basisschool. Lichamelijke opvoeding Voor lichamelijke opvoeding heeft onze school een vakleerkracht die de leerlingen van de groepen 3 t/m 8 lesgeeft. Deze kinderen sporten in het gymlokaal in de Sint Jozefschool, of bij goed weer op het veld naast de school. De kinderen van de groepen 1, 2 krijgen les van hun eigen leerkracht in het speellokaal. Expressie vakken Hierbij kunt u denken aan vakken als tekenen, handvaardigheid, textiele werkvormen, dans en drama. Deze lessen worden met name verzorgd door de eigen leerkracht. Wij geven muziekles met behulp van de methode Moet je doen. Centraal in deze lessen staan het aanleren van een liedrepertoire, het maken van muziek, luisteren naar en bewegen op muziek. 3.4 Bijzondere activiteiten Schoolproject Van de Kinderboekenweek maken wij ieder jaar een schoolproject. In alle groepen wordt aandacht besteed aan het thema van de Kinderboekenweek, mogen kinderen hun lievelingsboek promoten en wordt er veel gelezen en geknutseld. Hoogtepunt van het project is de uitreiking van de Griffels en Penselen die in alle klassen kunnen worden gewonnen. Het team kiest elk schooljaar nog een thema voor een schoolproject. In november wordt het thema voor de komende Kinderboekenweek bekend gemaakt. Festiviteiten De bijzondere dagen van het jaar zijn op de Margrietschool: Sint Maarten, Sinterklaasfeest, Kerstdiner, Pasen en het afscheid van groep 8. De feestcommissie helpt het team van deze dagen een echt feest te maken. Sportdag De sportcommissie organiseert ieder schooljaar een


11

sport– en speldag voor de leerlingen van groep 1 tot en met 8. Het komende jaar doen we meer mee met de Koningspelen. Toernooien De Margrietschool doet elk jaar mee aan verschillende schoolsporttoernooien, zoals het handbal– en voetbaltoernooi. De sportcommissie regelt de inschrijving en deelname. Avondvierdaagse Begin juni kunt u met uw kind mee doen met de avondvierdaagse. De sportcommissie organiseert de deelname. De kinderen kunnen alleen onder leiding van hun eigen ouders met de avondvierdaagse meelopen. U krijgt hierover tijdig bericht.

Verjaardagen van kinderen De jarige kinderen kunnen in hun eigen klas trakteren, bij voorkeur een gezonde traktatie. Met ingang van schooljaar 2013‐2014 wordt er door de jarige kinderen niet meer de klassen rond gegaan. Bij de onderbouw was het al eerder afgeschaft. Het is voor de jarigen heel leuk om rond te gaan. Dat weegt echter niet op tegen het weglekken van onderwijstijd van de bezochte klassen. In de pauze rond gaan is geen optie, omdat alle leerkrachten dan buiten lopen om toezicht op het buiten spelen te houden.


12

4. De zorg voor de kinderen 4.1 Opvang nieuwe leerlingen Als u overweegt om uw kind te laten inschrijven als leerling van de Margrietschool, kunt u een afspraak maken met de directeur, Martin Baas of de administratief medewerker, Brenda van der Zwaan. Eén van hen geeft u tijdens dit gesprek informatie en een rondleiding door het gebouw. Ouders van kinderen die bijna vier jaar worden, worden tijdig geïnformeerd over de groep waarin het kind is geplaatst en de datum en tijd waarop het op school wordt verwacht. In de weken voor de vierde verjaardag mag uw kind twee keer komen wennen. Als u uw kind wilt overschrijven van een andere school naar de Margrietschool, nemen wij altijd contact op met de directie van de oude school. Ook bekijken wij vooraf of plaatsing bij ons op school in de groep waarvoor u uw kind aanmeldt mogelijk en wenselijk is. Uw kind wordt uitgenodigd voor een observatie‐ en testdag. Mocht aanvullend onderzoek naar aanleiding van deze dag nodig zijn, dan kan de school hiervoor een bijdrage van de ouders vragen. 4.2 Rapporten en oudergesprekken De kinderen van de groepen 3 t/m 8 krijgen drie keer per jaar een rapport mee naar huis. Tegelijkertijd worden de ouders uitgenodigd om dit rapport met de leerkracht te bespreken in een zogenaamd tien‐minutengesprek. De kleuters krijgen aan het eind van groep 2 een rapport. Wij streven naar een ononderbroken ontwikkeling. Toch kan het noodzakelijk zijn dat een kind doubleert. De Margrietschool werkt aan het perfectioneren van de criteria voor het overgaan. Voor de overgang van groep 2 naar groep 3 is een protocol geschreven. Dit protocol staat op de website. Als een kind doubleert, wordt dit ruim voor het meegeven van het laatste rapport met de ouders besproken. Indien daartoe aanleiding is, worden ouders ook tussentijds uitgenodigd voor een gesprek. Als u zelf behoefte heeft aan een gesprek, is dit mogelijk. U dient wel een afspraak te maken. 4.3 Het leerlingvolgsysteem Van iedere leerling wordt er in het centrale archief een leerlingenmap bijgehouden, met daarin de gegevens over het gezin, de leerlingbesprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen en toets‐ en rapportgegevens van de verschillende jaren. Daarnaast wordt het geautomatiseerde Cito Leerling Volgsysteem gebruikt. De LVS‐toetsen, de Eindtoets Basisonderwijs en het Computerprogramma LOVS vormen samen het Cito Volgsysteem primair en speciaal onderwijs. Met de toetsen van het volgsysteem volgen we vorderingen op systematische wijze. We krijgen inzicht in de resultaten van het geboden onderwijs op leerling‐, groeps‐ en schoolniveau. De informatie geeft houvast bij het plannen van het onderwijsaanbod. Het computerprogramma LOVS gebruiken we behalve voor de verwerking ook voor de analyse van de toetsresultaten. Twee keer per jaar is er een toetsweek. We nemen dan in alle groepen een aantal toetsen van onder meer het Cito LOVS (Cito Leerling en Onderwijs Volgsysteem) af. Hierbij volgt de leerkracht de aanwijzing voor de afname van het Cito en zorgt zo voor optimale omstandigheden tijdens de toets. Deze toetsen zijn landelijk genormeerd, wat betekent dat we van alle kinderen, groepen en de school als geheel de prestaties en het niveau in de gaten kunnen houden. Na iedere toetsperiode worden de opbrengsten geanalyseerd en gepresenteerd aan het team. Hieruit volgen schoolbrede afspraken rondom borging van gemaakte afspraken en verbeterpunten om doelgericht aan opbrengstgericht werken te blijven werken. Ook volgt er na iedere toetsperiode een groepsbespreking waarin de leerkracht samen met de Intern Begeleider de toetsresultaten van de groep bespreekt en het groepsplan evalueert. Het groepsplan wordt vervolgens door de leerkracht aangepast op interventies en indeling van de instructiegroepen. Vanuit de groepsbespreking volgt een leerlingbespreking waarin de hulpvraag rondom een leerling besproken wordt door intern begeleider en leerkrachten. In deze leerlingbespreking wordt oplossingsgericht gezocht naar de onderwijsbehoefte van de leerling. Hierover worden afspraken vastgelegd in het leerling‐dossier. Hiervan worden ouders op de hoogte gesteld. Voor de sociaal‐emotionele ontwikkeling gebruiken we als signaleringsinstrument in de groepen 1 en 2 de Pravoolijst. In schooljaar 2013‐2014 wordt er een nieuw sociaal/emotioneeel leerlingvolgsysteem ingevoerd. In groep 8 wordt de SVL (schoolvragenlijst) afgenomen. Deze vragenlijst brengt de volgende gebieden in kaart: – Werkhouding: Leertaakgerichtheid, Concentratie in de klas, Huiswerk‐attitude.


13

2 Welbevinden: Plezier op school, Sociaal aanvaard voelen, Relatie met leerkrachten. – Zelfvertrouwen: Uitdrukkingsvaardigheid, Zelfvertrouwen bij proefwerken, Sociale vaardigheid. 4.4 Speciale zorg Als de ontwikkeling van een leerling wat minder vanzelfsprekend verloopt, bieden wij hulp. Soms vormen de prestaties in de klas, de uitslagen van toetsen of het gedrag van de leerling aanleiding om extra maatregelen te treffen. Zodra de groepsleerkracht signaleert dat een leerling qua prestaties of gedrag opvalt, wordt binnen de groep actie ondernomen. Er wordt bijvoorbeeld door de leerkracht met de leerling en de ouders gesproken over het gedrag, er worden afspraken gemaakt over de hoeveelheid werk of de leerling krijgt extra uitleg of oefenstof. Meestal is dit voldoende en de leerling kan weer gewoon mee met de groep. Deze afspraken zijn terug te vinden in het groepsplan bij de onderwijsbehoeften. Als deze extra hulp in de groep niet voldoende resultaat heeft opgeleverd, zal de leerkracht opnieuw analyseren wat de oorzaak van het probleem is. Blijkt dat de interventies in het groepsplan niet het gewenste resultaat hebben opgeleverd, dan wordt de leerling in de eerstvolgende groepsbespreking met de intern begeleider (IB‐er) opnieuw besproken. In deze bespreking wordt door leerkrachten en IB‐er gekeken of er nog interventies in te zetten zijn in de groep of dat er eventueel nader onderzoek nodig is. De leerling kan worden geobserveerd of getest door de intern begeleider, maar het kan ook wenselijk zijn om de leerling verder te laten onderzoeken door een onderwijsinstantie of om hulp te zoeken via de schoolarts, de huisarts, bij het Riagg of Bureau Jeugdzorg. De aanvraag voor een psychologisch onderzoek bij Onderwijs en Advies wordt gedaan door ouders en school samen. Uit zo’n onderzoek kunnen oorzaken voor de achterstand of stagnatie naar voren komen, met daarbij tips voor de leerkracht en ouders om de leerling weer verder te kunnen begeleiden. Er kan ook naar voren komen dat de Margrietschool niet beschikt over voldoende expertise om de leerling optimaal te begeleiden in zijn of haar ontwikkeling. Het kan zijn dat het kind gebaat is bij een andere vorm van onderwijs. (Zie Passend onderwijs) 4.5 Passend onderwijs Passend onderwijs gaat voor het basisonderwijs m.i.v. 1 augustus 2013 in onze regio van start. Dat is een jaar eerder dan de landelijke invoering. De overheid heeft aan ons samenwerkingsverband de aangevraagde experimentstatus toegekend. Het samenwerkingsverband Passend onderwijs Zuid Kennemerland is een samenwerking tussen alle schoolbesturen voor primair onderwijs in Zuid‐Kennemerland. De basisschool van uw kind maakt deel uit van dit samenwerkingsverband. “Passend onderwijs betekent voor ons samenwerkingsverband dat wij onderwijs aanbieden voor iedere leerling passend bij zijn of haar onderwijsbehoefte en mogelijkheden. Het is onze ambitie om al binnen het regulier basisonderwijs, en waar nodig in het speciaal (basis) onderwijs, een zodanig gedifferentieerd onderwijsaanbod te creëren dat ieder kind zich optimaal kan ontwikkelen.” Het samenwerkingsverband is er verantwoordelijk voor dat er geen leerling thuis zit. Wij willen leerlingen zoveel mogelijk een plaats bieden op de basisschool. De basisschool krijgt financiële ondersteuning om passend onderwijs te organiseren. Het kan zijn dat uw kind op de basisschool zit en extra ondersteuning nodig heeft op het speciaal


14

(basis) onderwijs. In dat geval gaat u samen met de basisschool op zoek naar de passende onderwijsplek. Wanneer u, de basisschool en de nieuwe school tot overeenstemming komen over de juiste plek, geeft het samenwerkingsverband altijd toestemming. Het samenwerkingsverband heeft geen inhoudelijke indicatiecommissie, maar controleert of de oplossing door de drie partijen gedragen wordt. Bij een gedragen oplossing krijgt uw kind van het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor de nieuwe school. In de bijlage zijn de belangrijkste wijzigingen opgenomen. Het kan zijn dat deze informatie vragen bij u op roept. Stel de vragen gerust op de school van uw kind. Indien de school uw vraag over de nieuwe werkwijze nog niet kan beantwoorden, kunt u contact opnemen met ons Onderwijsloket voor ouders. De medewerkers daar beantwoorden graag uw vragen. Wij hebben een aantal uitwerkingen opgenomen indien uw kind momenteel extra ondersteuning krijgt. Meer informatie kunt u vinden op www.wsns‐zk.nl Heeft uw kind een cluster 1 of 2 indicatie? Cluster 1 en 2 vallen wat betreft passend onderwijs niet onder het samenwerkingsverband. Voor deze leerlingen blijven de regelingen uit de eigen clusters van kracht. Zit uw kind op het speciaal onderwijs? Alle leerlingen woonachtig in Zuid‐Kennemerland, die momenteel op een vorm van speciaal onderwijs zitten, mogen deze school tot en met het einde van de basisschool afronden. Herindicaties zijn daardoor niet meer nodig. Zit uw kind op het speciaal basisonderwijs? Alle leerlingen, ongeacht de woonplaats, die momenteel op een school voor speciaal basisonderwijs zitten mogen deze school tot en met het einde van de basisschool afronden. Herindicaties zijn daardoor niet meer nodig. Heeft uw kind een ‘rugzak’ voor cluster 3? De basisschool krijgt de rugzak cluster 3 nog steeds uitbetaald. De basisschool ontvangt deze extra financiën m.i.v. 1 augustus 2013 van het samenwerkingsverband. Ook de ambulante begeleiding van uw kind blijft, voor zover nu bekend, tot schooljaar 2015‐2016 gelijk. Heeft uw kind een ‘rugzak’ voor cluster 4? De basisschool krijgt een rugzak die is afgegeven voor 1 oktober 2012 nog steeds uitbetaald. Van de rugzak cluster 4 die is afgegeven na 1 oktober 2012 komt het schooldeel te vervallen. U bekijkt samen met de school hoe de ondersteuning gerealiseerd wordt. De ambulante begeleiding blijft, voor zover nu bekend, tot schooljaar 2015‐2016 voor alle rugzakleerlingen gelijk. Kan ik nog een rugzak aanvragen? M.i.v. 1 augustus 2013 kunt u geen rugzak meer aanvragen. De school krijgt een vast bedrag per leerling waarmee zij op maat extra ondersteuning kan inzetten. Let op: Zit uw kind op een basisschool in Zuid‐Kennemerland, maar woont u in een andere regio, dan moet de toelaatbaarheid voor het speciaal onderwijs aangevraagd worden bij het samenwerkingsverband in uw woonplaats. Voor vragen kunt u terecht bij: Henriëtte Lemmen, www.onderwijslokethaarlem.nl. 023 – 533 04 27 [email protected] 4.6 Naar het voortgezet onderwijs Halverwege groep 8 kiest u samen met uw kind een school voor Voortgezet Onderwijs. U kunt kiezen uit vele scholen in Haarlem, Amsterdam en omgeving. U krijgt via school informatie over soorten scholen, open dagen,


15

inschrijving etc. In januari vinden de adviesgesprekken plaats. Het advies voor het niveau van voortgezet onderwijs is gebaseerd op: ‐ de ontwikkeling van het kind op meerdere gebieden gedurende de basisschoolperiode; ‐ de capaciteiten en het toekomstperspectief van het kind; ‐ de prestaties, zowel in de groep als bij toetsen; ‐ de werkhouding en motivatie van het kind; ‐ de toetsen van het Cito ‐ de resultaten van de NIO De NIO‐afname (Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau) duurt ongeveer 2 uur en wordt in oktober afgenomen door een daarin gespecialiseerde medewerker (orthopedagoog of een psycholoog) van Onderwijs en Advies. De uitslagen worden door deze medewerker besproken met de groepsleerkracht. De uitslag wordt in een gesloten envelop mee naar huis gegeven. Het is belangrijk te weten dat de feitelijke schoolprestaties en de uitslagen van het Cito‐LOVS altijd de doorslag geven bij het advies van de basisschool voor welk type vervolg onderwijs de leerling geschikt is. De Eindtoets van het Cito wordt afgenomen in groep 8 op 11, 12 en 13 februari (week 7). De rapportage kunt u verwachten in week 11 (de week vanaf 10 maart). Deze score vormt doorgaans een bevestiging van het advies dat de leerkracht van groep 8 heeft gegeven. De resultaten van beide Cito‐toetsen worden op school met de leerling besproken en daarna meegegeven naar huis. Als u zelf behoefte heeft aan een gesprek, kunt u een afspraak maken. 4.7 Schoolarts (JGZ‐arts) Wij werken samen met Jeugdgezondheidszorg (JGZ) GGD Kennemerland. Aan onze school is een team van een JGZ arts, JGZ verpleegkundige en een JGZ assistente verbonden. De taak van de jeugdgezondheidszorg is het begeleiden van de groei en de ontwikkeling van uw kind. U kunt als ouder aan de JGZ vragen stellen over onder andere gezondheid, groei, opvoeding gedrag, eten, slapen, bedplassen. Deze vragen kunt telefonisch en tijdens preventieve gezondheidsonderzoeken stellen ( telefoonnummer 0900‐ 0400682 7,5 cent per gesprek). Jeugdgezondheidszorg GGD Kennemerland maakt deel uit van het centrum voor jeugd en gezin. Gezondheidsonderzoek voor 5 jarigen en kinderen in groep 7. Kinderen worden op vaste momenten, zoals is vastgelegd in het landelijke basistakenpakket van de JGZ gevolgd. Binnen de basisschoolperiode is er een preventief gezondheids‐ onderzoek voor de 5 jarigen ( in het jaar dat een kind 5 jaar wordt) en groep 7 leerlingen. Beide onderzoeken bestaan uit de volgende onderdelen: De JGZ assistente onderzoekt op school de ogen, het gehoor (voor groep 7 op indicatie), de lengte en het gewicht. Als ouder/verzorger vult u een vragenlijst in over uw kind en u geeft toestemming voor onderdelen van het onderzoek. De leerkracht vult een vragenlijst in over het kind, over motoriek, spraak‐taalontwikkeling en het gedrag op school. De leerkracht zal alleen gegevens invullen die bij u als ouders bekend zijn. De JGZ arts of –verpleegkundige koppelt informatie terug met uw toestemming over het gehoor en het zien. Eventueel worden kinderen met hun ouders door de JGZ arts of JGZ verpleegkundige uitgenodigd voor een uitgebreider onderzoek op een GGD locatie. Als ouder kunt u zelf aangeven dat u een gesprek met de JGZ arts of JGZ verpleegkundige wilt. Zorg advies team Op school is overleg met de intern begeleider van onze school en onder andere de JGZ verpleegkundige van GGD Kennemerland. Alle leerlingen waar zorgen over zijn, kunnen tijdens dit overleg worden besproken. Dit overleg draagt bij aan tijdige signalering en beoordeling van problematiek en verwijzing naar passende hulpverlening. Indien er vervolgstappen nodig zijn, wordt u als ouder daarvan vanzelfsprekend op de hoogte gebracht. Ook leerlingen die net een schoolwisseling achter de rug hebben, worden in het zorgoverleg besproken. Wanneer u als ouder hiertegen bezwaar heeft, kunt u dit aangeven bij de directeur.


16

4.8 Logopedie De logopedist onderzoekt kinderen met spraak–, stem– en/of taalproblemen op verzoek van de ouders, de leerkrachten, de intern begeleider of de schoolarts. Zij is twee dagdelen per week op school aanwezig. Alle kleuters worden vanaf januari in groep 1 gescreend. Hierbij wordt gelet op verschillende taalvaardigheden, de uitspraak, de stem en afwijkende mondgewoonten (duimzuigen, verkeerd slikken, mondademhaling). Afwijkende mondgewoonten kunnen invloed hebben op de spraak en de stand van het gebit. Taalproblemen kunnen de leerprestaties nadelig beïnvloeden (taalachterstand, dyslexie). De logopedist overlegt regelmatig met de leerkrachten en de intern begeleider en houdt contact met de schoolarts. Ook werkt de logopedist samen met de vrijgevestigde logopedisten in de regio, wanneer een kind naast de logopedie op school meer therapie nodig heeft. Indien nodig worden ouders uitgenodigd voor een gesprek. Op verzoek neemt de logopedist deel aan overleg met externe deskundigen. Voor de meeste logopedische problemen geldt dat de behandeling effectiever en sneller verloopt als ook thuis met het kind wordt geoefend. Als ouders dit willen, kan de logopedist oefeningen of tips meegeven. De logopedie wordt verzorgd door Mariëlle Dijkstra. Bijles onder schooltijd Er wordt geen toestemming gegeven om uw kind(eren) onder schooltijd naar bijles te laten gaan.


17

5. De leerkrachten 5.1 Vervanging van leerkrachten Leerkrachten kunnen een aantal dagen per jaar compensatieverlof hebben. Er komt dan een andere leekracht in de groep, bij voorkeur een andere groepsleerkracht uit de school. Een enkele keer volgen leerkrachten cursussen onder schooltijd of hebben zij een dag buitengewoon verlof. In dergelijke gevallen wordt de groep door een andere leerkracht overgenomen. Bij ziekte van een van de leerkrachten komt er een invalkracht. Wanneer geen invalkracht beschikbaar is, wordt er intern naar een oplossing gezocht, bijvoorbeeld door een groep te combineren of de leerlingen van de zieke leerkracht over andere klassen te verdelen. Indien dit niet mogelijk is, wordt de groep naar huis gestuurd. Leerlingen bij wie niemand thuis is, worden op school opgevangen. 5.2 Stage Het team van de Margrietschool geeft de studenten van de PABO en andere opleidingen de kans op onze school stage te lopen. Het is belangrijk toekomstige leerkrachten en onderwijsassistenten mogelijkheden te bieden om in de dagelijkse praktijk met kinderen in de groep te werken. Door de directie en de leerkrachten wordt bij de aanname van een stagiair(e) gekeken of plaatsing op dat moment binnen de groep past. De student komt één dag in de week en af en toe en hele stageweek. Een student die bijna klaar is met de opleiding loopt een LIO‐stage. LIO staat voor Leerkracht In Opleiding. Deze stagiair(e) draait mee als lid van het team en geeft een bepaalde periode deel dagen per week les aan de groep. De groepsleerkracht blijft eindverantwoordelijk voor de groep. Door de grote tekorten aan leerkrachten ontstaan er nieuwe vormen van stages. De Margrietschool anticipeert daarop en verzorgt coachings‐ en begeleidingstrajecten. 5.3 Nascholing Het onderwijs verandert voortdurend. Natuurlijk is het belangrijk dat scholen hierop inspelen. Het hele team doet dan ook elk schooljaar mee aan nascholing. Het gaat hierbij om teamscholing in de vorm van studiedagen en soms individuele scholing. Iedere school is verplicht om bedrijfshulpverleners op te leiden. Op onze school zijn dit drie medewerkers. Zij volgen jaarlijks nascholing om hun vaardigheid op peil te houden en zorgen dat het ontruimingsplan accuraat blijft en wordt geoefend.


18

6. De ouders 6.1 Betrokkenheid van ouders De Margrietschool wil ouders graag betrekken bij de activiteiten op de school. Dat is belangrijk omdat op die manier ouders de school beter leren kennen en hun betrokkenheid de kinderen stimuleert bij het leren. Daarnaast maakt ouderhulp het organiseren van allerlei extra activiteiten mogelijk. Goede contacten tussen ouders en school zijn goed voor de kinderen en daar gaat het om. 6.2 Informatievoorziening Margrietinfo. Om de week wordt de Margrietinfo op donderdag digitaal verstuurd. Hierin kunt u van alles lezen, bijvoorbeeld over bijzondere activiteiten, vervanging van leerkrachten, wijzigingen van lestijden, etc. Ouders kunnen zich opgeven om de Margrietinfo op papier te ontvangen. Daarnaast wordt er via Klasbord.nl gecommuniceerd over activiteiten in de groepen. Informatieavonden Aan het begin van het jaar is er de algemene ouderavond. Dan wordt door de medezeggenschapsraad, de verschillende commissies en het team teruggekeken op het afgelopen jaar. Er wordt verslag gedaan van de inkomsten en uitgaven van de ouderbijdrage. De ouderavond is tevens een moment om de nieuwe leerkrachten voor te stellen. Deze ouderavond combineren we met de informatieavond voor elke groep. U krijgt de gelegenheid om in de klas kennis te maken met de leerkracht van uw kind en samen met andere ouders het lesmateriaal te bekijken. Daarna vertellen de leerkrachten over verschillende thema’s, zoals leren lezen: van letters tot studeren, naar het V.O. begint in de bovenbouw, ouderparticipatie, rekenen met strategieën, zelfstandig werken van groep 1 tot en met 8, etc. In november en maart zijn er de 10‐minutengesprekken. In juni is er een derde mogelijkheid voor een gesprek. Ouders kunnen dan met de leerkracht de vorderingen van het kind doorspreken. Natuurlijk kunnen ouders ook terecht voor een persoonlijk gesprek met de leerkracht of de directeur. Dit kan na schooltijd. Het is handig hier even een afspraak voor te maken. Er wordt twee keer per jaar een kijkavond georganiseerd. Op deze avond kunt u gezellig samen met uw kind een kijkje nemen in de klas en naar het werk van uw kind. 6.3 Medezeggenschap Onze Medezeggenschapsraad is een gekozen vertegenwoordiging van 3 ouders en 3 leerkrachten. Deze raad is het hoogste orgaan van een school en krijgt direct te maken met het bestuur van de school. De Medezeggenschapsraad vergadert ongeveer zes maal per jaar en bespreekt allerlei uiteenlopende beleidszaken. Meestal is de directeur voor informatie en/of advies een bepaalde tijd tijdens de vergadering aanwezig. Eenmaal per jaar legt de MR verantwoording af over het werk in het afgelopen cursusjaar. Dit gebeurt meestal op de jaarlijkse ouderavond. Twee afgevaardigden van de MR, namens de personeelsgeleding en de oudergeleding, hebben zitting in de overkoepelende Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) voor de STOPOZ (Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid‐Kennemerland). Alle 9 scholen voor openbaar onderwijs binnen de stichting zijn in deze GMR vertegenwoordigd.


19

6.4 Ouderactiviteiten De Margrietschool heeft een actieve Oudervereniging. Zie 6.10. Ouders kunnen actief bijdragen bij allerlei activiteiten. Via brieven en de Margrietinfo laten wij ouders weten wanneer wij bij welke activiteiten hulp nodig hebben. Er is een feestcommissie die alle feestelijkheden in de Margrietschool organiseert. Hieronder vallen de traditionele feesten, maar ook het schoolreisje en de afscheidsavond van groep 8. Ook de sportcommissie bestaat voor een groot deel uit ouders. Ze organiseert de jaarlijkse Margrietsportdag en regelt de deelname aan verschillende sportieve evenementen, zoals het voetbaltoernooi en de avondvierdaagse. 6.5 Overblijfmogelijkheden In principe blijven alle kinderen blijven over. Het toezicht bij het eten tussen de middag gebeurt door de leerkrachten. Er wordt dan voorgelezen. In de onderbouw krijgen de leerkrachten voor de lunch ondersteuning van de medewerkers van de Tussen Schoolse Opvang (TSO). Kinderen die om 12.15 uur nog niet klaar zijn met eten, kunnen onder toezicht van een TSO‐begeleider rustig hun eten verder opeten. Na het eten wordt er een half uur buiten gespeeld onder toezicht van de TSO. Om 12.45 uur beginnen de lessen weer. Aan de TSO zijn kosten verbonden. De rekening wordt door de TSO‐organisatie verstuurd. 6.6 Buitenschoolse opvang (BSO) Sinds 2009 is er op het plein van de Margrietschool ook naschoolse opvang gekomen. Deze naschoolse opvang is beschikbaar voor 2 scholen in Halfweg. De BSO is ook voor schooltijd te gebruiken. Vanaf 7.00 uur is het mogelijk om uw kind te brengen. Meer informatie kunt u krijgen via onze school of www.bsohalfweg.nl. Er zijn twee andere instanties die buitenschoolse opvang verzorgen voor onze school. Dat zijn de Berendijk en de Hoek. Adresgegevens staan achterin deze schoolgids. 6.7 Klachtenprocedure, de formele kant In onze scholen binnen de stichting STOPOZ zullen er ongetwijfeld momenten komen dat er verschillen van inzicht ontstaan. Blijft u er niet mee zitten, maar kom er mee naar de school. Dan kunnen we er samen iets aan doen. In principe gaat de school ervan uit dat een klacht eerst bij de leerkracht wordt gemeld. Wordt er geen goede oplossing gevonden die heeft geleid tot ieders tevredenheid, dan kan erover gesproken worden met de directie. Samen trachten wij een oplossing te vinden voor het ontstane probleem. Betreft de klacht echter de directie of is het een klacht die een ernstige beschuldiging bevat, dan kunt u contact opnemen met de contactpersoon in de school voor klachten. Bij onze school zijn dat Ans Heijt en Brenda van der Zwaan. Het bestuur streeft ernaar dat klachten via korte lijnen worden afgehandeld. Het heeft de voorkeur de klacht zo dicht mogelijk bij het niveau waar deze is ontstaan af te handelen. Mocht de aard van de klacht gaan over seksuele intimidatie, agressie, geweld en discriminatie, dan kunnen betrokkenen ook een beroep doen op de Landelijke Klachtencommissie. Deze is aangesteld door het bestuur: Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid‐Kennemerland, Leidsevaart 594, kamer 107‐108, 2014 HT Haarlem, tel. 023‐3031016. De onafhankelijke klachtencommissie is ondergebracht bij: Landelijke Klachtencommissie, Postbus 162, 3440 AD Woerden, www.LGC‐LKC.nl Omschrijving van de procedure bij aanmelding van een klacht. De klaagster/klager dient de klacht rechtstreeks in bij de contactpersoon binnen de eigen school. De contactpersoon fungeert als aanspreekpunt en zorgt voor opvang en verdere begeleiding voor de klaagster/klager. De contactpersoon brengt de klacht in bij de klachtencommissie en/of het bestuur als er intern in de school geen oplossing gevonden is. De eerste taak van de klachtencommissie en/of het bestuur is de bij haar ingediende klacht te onderzoeken. De commissie verklaart de klacht al dan niet gegrond. Zij rapporteert over haar onderzoek alsmede over de afhandeling van de klacht aan het bestuur. Wie doet wat? De contactpersoon is het eerste aanspreekpunt voor de klaagster/klager in de school en beoordeelt of een doorverwijzing gewenst is en naar wie. Kan begeleiding geven aan de klaagster/klager. De schooldirectie behandelt de klachten over een situatie in de school. De algemeen directeur behandelt de klachten namens het bestuur. De


20

vertrouwenspersoon is verbonden aan de klachtencommissie en heeft een onafhankelijke positie en behandelt klachten met betrekking tot seksuele intimidatie of ander ongewenst gedrag. De Landelijke Klachtencommissie behandelt klachten die door de klager of het bestuur aan de commissie worden voorgelegd. Iedere school binnen STOPOZ is in het bezit van een klachtenregeling en volgt hierin de daarvoor gehanteerde richtlijnen. Zie ook http://www.stopoz.nl/bestuur/klachtenregeling/. 6.8 Inspectie Dagelijks komen vele telefoontjes binnen bij de inspectie van ouders, leerlingen en andere onderwijsconsumenten met vragen over het onderwijs in het algemeen of de inspectie in het bijzonder. Het beleid van de rijksoverheid is erop gericht alle vragen bij één ‘loket’ binnen te laten komen. Dat loket was Postbus 51 en heet nu rijksoverheid.nl. De inspectie beantwoordt geen telefonische vragen. U kunt terecht bij: [email protected], www.onderwijsinspectie.nl. Vragen over onderwijs: 0800‐8051 (gratis) Klachtenmelding over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900‐111 3 111. Praktijk Hoe ga je als ouder met een incident op school om? Wanneer kom je in actie? Je kind komt met een verhaal thuis over bijvoorbeeld buitengesloten worden tijdens het buiten spelen op school. Of er gebeurt iets in de klas. 1. Je gaat eerst naar de juf of meester en meldt het incident. 2. Zo kom je er achter of het incident bij de juf bekend is. 3. Is het incident niet bekend, dan is het nu wel bekend en dan kan de juf alert zijn. 4. In principe is de situatie opgelost en de veiligheid van het kind gewaarborgd. Als je er met de juf of meester niet uit komt, dan ga je naar de directeur. 1. De directeur zal als eerste vragen of het incident bij de juf bekend is. 2. Daarna neemt hij kennis van het incident en bespreekt de vervolgstappen met de ouder(s). 3. Het hangt van de situatie af, maar meestal volgt er een gesprek met ouder, leerkracht en directeur. Daar worden afspraken gemaakt hoe te handelen bij een volgend incident. Als je er ook met de directeur uitkomt kan je een schriftelijke klacht indienen. Zie hiervoor de klachtenregeling in de schoolgids op de website of de website van Stopoz. Het moge duidelijk zijn dat de directeur en leerkrachten het niet zo ver laten komen. Ook zij hebben er belang bij dat kinderen zich veilig op school voelen, want anders komen ze niet of weinig tot leren. Wat doen we niet?  Als ouder een ander kind op zijn/haar gedrag aanspreken n.a.v. een incident van bijvoorbeeld de vorige dag. Dit dient via de leerkracht te lopen. Uiteraard dien je als ouder wel op te voeden als er iets voor je ogen gebeurt, dat niet door de beugel kan. Ook met andermans kinderen. Je grijpt ook in als een kind van een ander onder een auto dreigt te lopen.  We vinden het niet netjes om bijvoorbeeld aan het hek te praten over het (ongewenste) gedrag onder schooltijd van andere kinderen. Het is namelijk raar als je via via met het (ongewenste) gedrag van je kind wordt geconfronteerd.  Het is niet handig om met een vader/moeder van een kind met ongewenst gedrag in de klas in een corrigerend gesprek te gaan over de opvoeding van het betreffende kind. Een dialoog hierover kan wel goed zijn.


21

De rol van de leerkracht. 1. De leerkracht pleegt interventies volgens de regels van de Vreedzame School. 2. Bijvoorbeeld het Tijger‐Aap verhaal. Tijger mag niet meespelen van Aap omdat hij strepen heeft. Zonder het woord discriminatie te noemen wordt kinderen duidelijk gemaakt, dat je niet vanwege kleding, kapsel enz. iemand mag uitsluiten. 3. Bij herhaling van ongewenst gedrag of ernstige incidenten worden de ouders van slachtoffer en dader geïnformeerd. 4. Indien de interventies van de leerkracht geen of te weinig effect hebben, wordt de directeur geïnformeerd. 5. De directeur neemt contact op met de ouder(s). 6. De ouder(s) als opvoeder nemen maatregelen om het ongewenste gedrag te stoppen. 7. Als deze interventies ook niet werken kan de directeur overgaan tot schorsing en verwijdering. (Zie hierboven of de website van Stopoz.) 6.9 Gebruik van beeldmateriaal School Video Interactie Begeleiding (SVIB) is een begeleidingsmethodiek die op school kan worden gebruikt om het onderwijs zo goed mogelijk af te stemmen op de leerlingen en de leerkrachten te ondersteunen bij de onderwijstaak. De methodiek kan worden ingezet bij vragen rondom onderwijsvernieuwing en de leerlingenzorg. Een School Video Interactie Begeleider (SVIB‐er) maakt korte video‐opnames in de klas en bespreekt deze vervolgens met de leerkracht. In zijn/haar beroepscode staat dat gemaakte opnames niet voor andere doeleinden gebruikt mogen worden. Videobeelden die in de klas gemaakt zijn, blijven onder het beheer van de SVIB‐er en worden niet aan anderen vertoond. De Margrietschool gebruikt fotomateriaal van onderwijsleersituaties in deze schoolgids en op haar website. Mocht u bezwaar hebben tegen het gebruiken van beeldmateriaal waar uw kind op staat, dan dient u dit zelf kenbaar te maken bij de directie. 6.10 Ouderbijdragen De vrijwillige ouderbijdrage is € 35,‐ per kind wat jaarlijks door de ouders betaald wordt. Zonder deze bijdrage is het vrijwel onmogelijk om bijvoorbeeld de activiteiten rond Sinterklaas (cadeautjes, kostuums sint en pieten), Kerst (bomen, versiering, diner) Pasen (ontbijt), kosten sportdag, avondvierdaagse, de Kinderboekenweek, de Margrietgriffels en ‐penselen en het aanbod bij projecten en het creatief circuit te financieren. Ouders die de ouderbijdrage niet kunnen betalen, kunnen een beroep doen op een speciaal fonds bij de gemeente waar ze wonen. Meer informatie hierover is te verkrijgen bij de directeur. De bijdrage van ouders wordt dus goed besteed. Het rekeningnummer voor de ouderbijdrage is 5832244 t.n.v. obs MARGRIETSCHOOL HALFWEG. De gelden van de ouderbijdrage worden beheerd door de Oudervereniging Openbare Basisschool Margrietschool. Jaarlijks wordt op de algemene ouderavond vastgesteld welke bijdrage kan worden gevraagd. Dit gaat aan de hand van de door de penningmeester opgestelde begroting. Op deze avond brengt de door de Vereniging gekozen kascontrolecommissie verslag uit over hun bevindingen. Via een jaarverslag worden de uitgaven verantwoord. 6. 11 Extra bijdragen Diverse ouders zijn bereid om de school extra financieel te steunen naast de ouderbijdrage. Dit uit zich veelal in spontane giften. Ook deze gelden worden beheerd door de Vereniging. Zie 6.10. 6.12 Verzekering De school en de kinderen zijn voor wettelijke aansprakelijkheid via het schoolbestuur verzekerd. Deze verzekering geldt wanneer er iets met een kind gebeurt, vlak voor, na of onder schooltijd. Ook tijdens het overblijven zijn kinderen en TSO‐krachten verzekerd. In de regel wordt geen vergoeding gegeven voor materiële schade. Het lijkt ons dan ook verstandig niet te veel op deze verzekering te rekenen en zelf te zorgen voor een goede verzekering voor uw kinderen.


22

Als u wilt rijden voor een excursie moeten in uw auto genoeg gordels zijn voor het aantal kinderen dat u vervoert. 6.13 Gevonden voorwerpen Gevonden voorwerpen en persoonlijke eigendommen worden een bepaalde tijd bewaard. Heeft uw kind iets verloren op school, neem dan contact op met de leerkracht. Een paar keer per jaar worden de gevonden voorwerpen tentoongesteld. Wat niet wordt opgehaald gaat naar een goed doel. De school acht zich niet aansprakelijk voor het wegraken van horloges, schoenen, kleding e.d. 6.14 Sponsoring De school heeft geen sponsorcontract en ontvangt daarom ook geen sponsorbijdragen. Mocht dit veranderen dan zal er beleid ontwikkeld worden gebaseerd op het convenant dat het ministerie in 1998 heeft afgesloten met de onderwijsorganisaties.


23

7. De resultaten 7.1 Resultaten In deze prestatiemaatschappij moet iedereen zich bewijzen. Ook als school zijn wij ons er terdege van bewust dat er kwaliteit wordt geëist. Wij streven naar een optimale leer‐ en werkomgeving, waar ieder kind zichzelf kan zijn. Waar, rekening houdend met de mogelijkheden van het kind, gewerkt wordt aan een zo goed mogelijk resultaat. Een school staat midden in die maatschappij. En op die school ondergaat een mens‐in‐wording, vorming. Natuurlijk wordt regelmatig getoetst om de vorderingen van uw kind in kaart te brengen, maar daarnaast gebeurt er ook heel veel, dat niet gemeten wordt. 7.2 Zittenblijven Het kan voorkomen, dat wij ouders adviseren hun kind op grond van zijn/haar prestaties de groep nog een jaar over te laten doen. Dit advies geven wij slechts, wanneer wij denken, dat een extra jaartje het kind ten goede zal komen. Wij zullen daar uitvoerig met de ouders over spreken; wij stellen dan altijd de vraag, wat het beste is voor het kind. Doubleren behoort tot de uitzonderingen. Er wordt bij het in overweging nemen van een doublure niet alleen gekeken naar de leerresultaten van het afgelopen schooljaar. De ontwikkelingslijn per vakgebied en de emotionele ontwikkeling van de voorgaande jaren spelen een grote rol bij de uiteindelijke beslissing. Mocht een dergelijke beslissing worden genomen, dan wordt er met de ouders uitgebreid over gesproken. De uiteindelijke definitieve beslissing of een kind wel of niet overgaat, ligt bij de school. 7.3 Hoogbegaafden ‐ groep overslaan Het komt natuurlijk voor, dat kinderen meer‐ of hoogbegaafd zijn. Deze kinderen vragen ook de nodige aandacht. In eerste instantie heeft elke methode verdiepingsstof, waar deze kinderen mee aan de slag kunnen. Ook zijn er in elke groep materialen waarmee de pluskinderen mee aan de slag kunnen. Mocht er echter sprake zijn van hoogbegaafdheid, hetgeen dan wel eerst moet worden vastgesteld door middel van een pedagogisch‐didactisch onderzoek, dan zal een aanvullend programma worden opgesteld. Een andere mogelijkheid is een groep overslaan. Die beslissing wordt niet lichtzinnig genomen. Samen met alle betrokkenen moet dan worden gekeken, of het kind het, met name sociaal‐emotioneel (in de toekomst), aan kan. 7.4 Toetsen Wij onderscheiden op onze school twee soorten toetsen: de methodetoetsen (diagnostische en beoordelingstoetsen) en de niet methodegebonden toetsen van het Cito/LOVS. (zie ook 4, De Zorg voor de kinderen) 7.5 Oktober kinderen De 1 oktobergrens werd halverwege de jaren 80 ingevoerd, toen ons basisonderwijs nog bestond uit de kleuterschool en de lagere school. Kinderen die voor 1 oktober jarig waren, gingen na twee jaar kleuterschool meteen naar de eerste klas. Kinderen die na die datum jarig waren, bleven een jaar langer kleuteren. Het ministerie zag op een gegeven moment ook wel in dat die datum in de praktijk niet werkte. Dus werd hij losgelaten en mochten scholen voortaan naar eigen inzicht beslissen welke kinderen naar groep 3 konden. De grens ligt nu op 1 januari. Er zijn echter kinderen waarbij wij een uitzondering maken. De beslissing een kind sneller naar groep 3 te laten gaan wordt bepaald door de volgende factoren. – Ten eerste de sociaal‐emotionele ontwikkeling van het kind. – Ten tweede wordt er gekeken naar de diverse toetsen van het Cito‐leerlingvolgsysteem. Het kind moet voldoen aan alle cognitieve eisen die de school aan een groep 3 leerling stelt. – Ten derde spelen concentratie en werkhouding een belangrijke rol bij het nemen van een beslissing. Het is aan de school om te beslissen of een leerling al dan niet doorgaat naar groep 3. 7.6 Rapporten Drie maal per jaar ontvangen de kinderen van groep 3 t/m 8 een rapport. Het is een combinatie van een cijfer‐ en woordrapport. Het is een verslag van de resultaten van


24

– het dagelijks gemaakte werk – de methodegebonden toetsen – de niet methodegebonden toetsen. De kinderen van groep 2 krijgen aan het eind van groep 2 voor het eerst een rapport. Ook wordt drie keer een Pravoorapportboekje ingevuld. Rond november en maart en juni is er een tien minutengesprek met elke ouder. Een leerkracht kan u uitnodigen voor een gesprek. Wanneer u niet wordt uitgenodigd en u wilt toch met de leerkracht praten, dan kunt u een gesprek aanvragen. Kinderen die net op school zitten, krijgen nog geen rapport. 7.7 Resultaten in cijfers De resultaten van ons totale onderwijs zijn moeilijk exact in cijfers weer te geven. De ontwikkeling van de kinderen kent vele aspecten, zoals intellectuele, creatieve, sociale en emotionele ontwikkeling. De school geeft de kinderen ‘prikkels’ om al deze aspecten te ontwikkelen. Twee keer per jaar maken de leerlingen van groep 3 t/m 7 een toets voor Rekenen en Spelling in het kader van het Cito Leerlingvolgsysteem. Een keer per jaar maken de leerlingen van groep 3 t/m 7 de Begrijpend Lezen toets en in groep 4 wordt deze toets twee keer afgenomen. Deze toetsen zijn landelijk genormeerd en hebben dus een objectieve norm. We krijgen inzicht in de resultaten per kind en per groep en wordt er bekeken of er eventueel extra hulp noodzakelijk is, of dat er verdiepingsstof kan worden aangeboden. Wij kunnen zo de resultaten van onze kinderen vergelijken met de resultaten van alle kinderen in Nederland. Tevens kunnen wij de resultaten van onze school als geheel vergelijken met alle scholen in Nederland. De kinderen krijgen geen cijfers voor deze toetsen, maar het resultaat wordt aangegeven met een niveauaanduiding. Er zijn 5 niveaus: I, II, III, IV en V. Als leerlingen een III scoren bij het CITO Leerlingvolgsysteem mag men stellen, dat de minimumdoelen zijn bereikt. Niveau aanduiding: I 20% ver boven het gemiddelde II 20% boven het gemiddelde III 20% de gemiddelde leerling IV 20% onder het gemiddelde V 20% ver onder het gemiddelde 7.8 Entreetoets/NIO In groep7 werd naast alle andere toetsen in de tweede periode van het cursusjaar de Cito‐entreetoets afgenomen. De Entreetoets mag niet meer worden gebruikt voor de advisering voor het voortgezet onderwijs. Omdat de Entreetoets afnemen veel tijd (3 weken gedurende een aantal ochtenden) in beslag neemt, is besloten deze toets niet meer af te nemen. In plaats hiervan wordt de NIO (Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau) afgenomen. Deze toets is namelijk een voorwaarde voor toelating op het voortgezet onderwijs in Haarlem. Zie ook 4.6. 7.9 Eindtoets groep 8 Tenslotte willen wij nog een toets bespreken, namelijk de Eindtoets in groep 8. De Eindtoets Basisonderwijs is een schoolvorderingentoets, die de leerlingen van groep 8 maken. Met deze toets wordt van elke leerling aan het eind van de basisschool het niveau bepaald voor de vakken Rekenen, Taal, Informatieverwerking en Wereldoriëntatie. De kinderen werken er drie ochtenden aan. Een Cito‐eindcijfer zegt niets over de wijze, waarop kinderen is geleerd samen te werken, de wijze van zelfwerkzaamheid, het beheersen van sociale vaardigheden, het bijbrengen van normen en waarden, de creativiteit enzovoort. Op dat moment geeft een cijfer aan: de parate kennis van het kind. Bovendien zal de score van school tot school sterk kunnen verschillen. En per jaar kan het ook verschillen, door de steeds verschillende niveaus van de groepen. De resultaten van de toets bij ons op school, zijn vergelijkbaar met het landelijk gemiddelde van vergelijkbare scholen. Deze gegevens kunt u op school inzien. Scholen voor Voortgezet Onderwijs dienen naast het advies van de basisschool, de beschikking te hebben over de uitslag van een schoolvorderingentoets als objectief gegeven. Een groot aantal scholen hanteren al een bepaalde minimumscore om als leerling toegelaten te mogen worden voor een bepaald schooltype. Aan de andere kant speelt de uitslag van deze toets mede een rol in de advisering m.b.t. de keuze van het vervolgonderwijs; met andere woorden, de uitslag ondersteunt het advies.


25

Vanaf 2015 zal de eindtoets waarschijnlijk in april worden afgenomen. De toets kan dan niet meer worden gebruikt om het type van voortgezet onderwijs te adviseren. 7.10.1 Uitstroomgegevens van de afgelopen jaar. Groep 8 bevatte 13 leerlingen In het afgelopen jaar zijn in absolute getallen de volgende adviezen aan de kinderen gegeven: VWO 3 HAVO

1

VMBO – Theoretische leerweg*

6

VMBO Kader/basis beroepsgerichte leerweg** 3 Praktijkonderwijs

0

* Een HAVO/VMBO‐T (twijfel) advies mag niet worden gegeven. Afgelopen jaar zijn 3 leerlingen met een VMBO‐T advies in een brugklas HAVO/VMBO‐T geplaatst. Aan het eind van dat jaar wordt bepaald of de leerling HAVO of VMBO‐T gaat doen. **Dit jaar komen alle leerlingen met een advies kader of basis beroepsgerichte leerweg in een gemengde Kader/basis beroepsgerichte leerweg. Aan het eind van dat jaar wordt bepaald of de leerling kader of basis gaat doen. 7.10.2 Uitstroomgegevens van de afgelopen drie jaar. Omdat 1 jaar niet zo veel zegt, laten we ook het gemiddelde van de afgelopen 3 jaar zien. In de afgelopen drie jaar zijn in percentages de volgende adviezen aan de kinderen gegeven: VWO 22 % HAVO

21 %

VMBO – Theoretische leerweg

29 %

VMBO Kader/basis beroepsgerichte leerweg 28 % Praktijkonderwijs

0 %


26

8. Regelingen school‐ en vakantietijden 8.1 Schooltijden Alle lesdagen op de Margrietschool beginnen op hetzelfde tijdstip. Een kwartier voor die tijd zijn de leerkrachten in de klas aanwezig voor het nodige toezicht. Kinderen die ver weg wonen kunnen op de fiets naar school komen. De school kan echter niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade aan fietsen. Vanaf het hek wordt verwacht dat kinderen lopend met de fiets naar de fietsenstalling gaan. Vijftien minuten voor aanvang van de lessen gaat de bel en mogen de ouders de kinderen naar binnen brengen. Bij de bovenbouw gebeurt dit minder. Wij willen op tijd starten met de les. Om deze reden vragen wij de ouders om 08.40 uur het gebouw te verlaten. Wilt u ervoor zorgen dat uw kind op tijd aanwezig is! De lesochtend wordt onderbroken met een kleine pauze. De kinderen zijn dan in de gelegenheid om iets gezonds te eten en drinken. Wij denken hierbij aan fruit, sap of mel. Het is niet de bedoeling dat kinderen dan starten met een hele maaltijd. Snoep en frisdrank met prik zijn niet toegestaan. Onze schooltijden zijn: Maandag 8:45 ‐ 12:15 12.45 ‐ 14.45 Dinsdag 8:45 ‐ 12:15 12.45 ‐ 14.45 Woensdag 8:45 ‐ 12:30 Donderdag 8:45 ‐ 12:15 12.45 ‐ 14.45 Vrijdag 8:45 ‐ 12:15 12.45 ‐ 14.45* * Voor de groepen 1,2,3 en 4 is er geen les op vrijdagmiddag en gaat de school om 12.00 uur uit. In geval van schoolverzuim door ziekte, verzoeken wij u de school, vóór het begin van de lessen te informeren. 8.2 Vakantierooster

Vakanties:

Van

Tot en met

Herfstvakantie

19‐10‐13

27‐10‐13

Kerstvakantie

21‐12‐13

05‐01‐14

Krokusvakantie

22‐02‐14

02‐03‐14

Paasvakantie

19‐04‐14

21‐04‐14

Meivakantie

26‐04‐14

09‐05‐14

Hemelvaart

29‐05‐14

30‐05‐14

Pinksteren

09‐06‐14

Zomervakantie 05‐07‐14 17‐08‐14 Studiedagen voor de hele school: Vrijdag 18‐10‐2013 Dit is de dag voor de herfstvakantie. Maandag 23‐06‐2014 Dit is de maandag in de één na laatste schoolweek. Aan het begin van het schooljaar krijgen alle ouders in een bijlage de jaarplanning. Deze is ook te vinden op de website van de school. Hierin staan de andere activiteiten en studiedagen die gedurende het schooljaar plaatsvinden.


27

8.3 Leerplicht / Verlofregeling In de Leerplichtwet staat dat leerplichtige kinderen (5 t/m 17 jaar) de school moeten bezoeken. Verzuim is alleen toegestaan met een geldige reden zoals ziekte van het kind of doktersbezoek. In een aantal bijzondere gevallen is extra verlof mogelijk. Hieronder een overzicht. Verlof voor religieuze feestdagen Wanneer een kind “plichten moet vervullen die voortvloeien uit religie of levensovertuiging” kan hiervoor verlof worden verleend onder de volgende voorwaarden:  per religieuze feestdag kan in principe 1 vrije dag worden verstrekt door de directeur van de school.  een aanvraag van extra vrije dagen om een religieus feest in het thuisland te vieren kan door de directeur niet worden gehonoreerd; vrije dagen worden alleen verstrekt voor de religieuze feestdag zelf, de rest zou extra vakantie zijn.  de afwezigheid van een kind/jongere vanwege een religieuze feestdag wordt ten minste twee dagen van tevoren door één van de ouders schriftelijk aan de directeur van de school gemeld. Verlof voor extra vakantie Op vakantie tijdens schooltijd is in principe onmogelijk. Een uitzondering kan gemaakt worden wanneer een kind gedurende geen enkele schoolvakantie twee weken gezinsvakantie kan genieten vanwege de “specifieke aard van het beroep” van één van de ouders (uit jurisprudentie is gebleken dat er vanuit gegaan wordt dat de ouder het merendeel van zijn inkomsten slechts in de zomervakantie kan verdienen). In dat geval kan bij de directeur van de school verlof worden aangevraagd voor extra vakantie. De directeur kan in deze gevallen één maal per jaar voor ten hoogste tien schooldagen verlof verlenen. Het moet dan gaan om de enige gezinsvakantie in dat jaar. Voor vliegend personeel van luchtvaartmaatschappijen geldt dat zij moeten kunnen aantonen een afwijzing te hebben gekregen op een aantal binnen de schoolvakantie(s) vallende aanvragen voor vakantie. Alleen dan mag de school verlof voor maximaal tien schooldagen toestaan. NB: alleen een werkgeversverklaring is geen geldige reden voor het verlenen van verlof voor extra vakantie. Er mag geen verlof worden verleend op grond van organisatorische problemen bij de werkgever. Het moet gaan om “onoverkomelijke bedrijfseconomische bezwaren”. Verlof kan alleen verleend worden onder de volgende voorwaarden:  de verlofperiode mag niet vallen in de eerste twee weken van het schooljaar  de aanvraag voor extra verlof moet ten minste acht weken van tevoren worden ingediend bij de directeur van de school. Dit heeft te maken met een eventuele bezwaarperiode  de verlofperiode mag niet meer dan tien schooldagen beslaan. Voor een periode van meer dan tien schooldagen mag wettelijk gezien geen toestemming worden verleend. Verlof wegens gewichtige omstandigheden Bij gewichtige omstandigheden gaat het volgens de wet om “buiten de wil van ouders en kind gelegen situaties”. Voor deze omstandigheden kan verlof worden aangevraagd. Te denken valt aan:  verhuizing van het gezin  bijwonen van een huwelijk van bloed‐of aanverwanten tot en met de 3e graad  ernstige ziekte van bloed‐of aanverwanten tot en met de 4e graad  overlijden en begrafenis van bloed‐of aanverwanten Bij de bolletjes 2 t/m 4 geldt dat wordt geadviseerd hiervoor buiten Nederland maar binnen Europa maximaal 5 dagen toe te kennen, buiten Europa maximaal 10 dagen, indien dit aantoonbaar noodzakelijk is voor de reis en het verblijf. Onder gewichtige omstandigheden vallen niet:  familiebezoek in het buitenland  vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding, het winnen van een prijs of het anderszins aanbieden van een vakantie door derden


28

 

vakantie onder schooltijd vanwege gebrek aan andere boekingsmogelijkheden eerder vertrek of latere terugkeer van vakantie vanwege de verkeersdrukte

Verlof kan alleen verleend worden onder de volgende voorwaarden:  de aanvraag voor extra verlof moet, indien mogelijk, ten minste acht weken van tevoren, maar in ieder geval zo spoedig mogelijk, worden ingediend bij de directeur van de school. Dit heeft te maken met een eventuele bezwaarperiode.  de directeur van de school beslist over aanvragen voor een verlofperiode tot en met tien schooldagen. Voor een periode van meer dan tien schooldagen moet een aanvraag voor extra verlof worden ingediend bij de leerplichtambtenaar. Procedure Voor het aanvragen van extra vakantieverlof of verlof vanwege gewichtige omstandigheden kan bij de directeur van de school een aanvraagformulier gehaald worden. Dit formulier moet door de ouder(s), geheel en naar waarheid ingevuld, ingediend worden compleet met relevante aanvullende stukken. Wanneer een aanvraag voor verlof wordt afgewezen en ouders zijn het met deze beslissing niet eens, dan kunnen zij hiertegen bezwaar maken. Dit kan door een bezwaarschrift op te stellen dat wordt ingediend bij de persoon die het besluit genomen heeft. Hierin moeten minimaal de volgende gegevens zijn opgenomen:  naam en adres van de belanghebbende  datum  omschrijving van het genomen besluit  argumenten die aangeven waarom ouders het niet eens zijn met het besluit  handtekening van de belanghebbende Gelijktijdig met het bezwaar kan een aanvraag voor een voorlopige voorziening worden ingediend. Dat kunt u doen bij de rechtbank Geen toestemming, toch weg? Wanneer een ouder geen toestemming heeft voor extra verlof voor zijn/haar kinderen en de kinderen toch van school houdt, dan is de directeur van de school verplicht dit te melden bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente. De leerplichtambtenaar zal de ouder(s) in dat geval oproepen en kan ertoe besluiten proces‐verbaal op te maken.


29

9. Namen en adressen 9.1 Van de school Margrietschool, Oranje Nassaustraat 19, 1165 GL Halfweg (NH) Tel. 020‐4972835 www.margrietschool.com, [email protected], [email protected] Directie Martin Baas leerkrachten Brenda van der Zwaan (administratief medewerker) Tineke Hagen (Intern Begeleider) Anja Brandse Ans Heijt Jolande Kalkman Anneke Huijboom Angelique Mulder Roos Anne van Staalduinen vakleerkracht gymnastiek: vacature Logopedist: Marielle Dijkstra Schoolbestuur STOPOZ (Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid‐Kennemerland), Leidsevaart 594, kamer 107‐108, 2014 HT Haarlem Tel: 023‐3031016 Medezeggenschapsraad Leerkrachtengeleding: Anja Brandse, Anneke Huijboom, Roos Anne van Staalduinen Oudergeleding: Jon van Nieuwkerk, Marcel Kleef, Kyra van Rennes [email protected] Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Anja Brandse (leerkracht), Marcel Kleef (oudergeleding) Oudervereniging Jon van Nieuwkerk (voorzitter), Mark Spronkers, Jousif El Fahmi (penningmeester) Tussenschoolse Opvang (TSO) Yvanka Ruijtenschildt [email protected] Buitenschoolse opvang Kinderopvang BSO Yvanka, Oranje Nassaustraat 19, 1165 GL Halfweg, Tel: 06‐20917275 Kinderopvang de Hoek, PLantsoenlaan 2, 1161 VW Zwanenburg, Tel:020‐4972416 Kinderopvang de Berendijk, Zwanenburgerdijk 511, 1161 NZ Zwanenburg, tel: 020‐4978643


30

Schoolgids. Margrietschool

Recommend Documents