SCHOOLGIDS
Een zeeleeuw aan de Côte d’Azur Jongleerde elke dag een uur. “Maar wat”, vroeg een verbaasde geit “is hiervan nu de aardigheid?” “Men moet”, zo sprak de zeeleeuw toen “Het JongLeren om het oud te doen.”
Marasingel 16 6846 DX Arnhem tel.: 026-3890410 email:
[email protected] website: www.hetjongleren.eu directeur: mevr. Ied Nova
INHOUD VOORWOORD 1 DE SCHOOL 1.1 De naam 1.2 Thematisch onderwijs 1.3 De cursorische lessen 1.4 Het bestuur 1.5 De directie 1.6 De situering
pagina 3 pagina 4 pagina 5 pagina 6 pagina 9 pagina 9 pagina 10
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11
WAT DE SCHOOL WIL WAARMAKEN Onze missie Onze primaire taak Wat willen wij bereiken De praktijk Wat is een atelier Doelen Visie op computergebruik Verantwoording van ons onderwijs Actief burgerschap Regels en afspraken Activiteiten
pagina 11 pagina 11 pagina 11 pagina 12 pagina 15 pagina 17 pagina 18 pagina 18 pagina 19 pagina 20 pagina 21
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
KWALITEITSZORG Hoe wij “zorg op maat” organiseren; kwaliteitszorg Passend onderwijs Verdere ondersteuning Hoe richten wij de zorg in Hoe volgen wij ons onderwijs Hoe rapporteren wij naar ouders Inschrijfprocedure voor zorg
pagina 23 pagina 23 pagina 24 pagina 25 pagina 25 pagina 25 pagina 26
4 4.1 4.2 4.3 4.4
DE MEDEWERKERS Medewerkers en formatie Vervanging bij ziekte Stageplaatsen Scholingsdagen
pagina 27 pagina 28 pagina 28 pagina 28
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
DE OUDERS Oudercontacten De ouderbijdrage De Medezeggenschapsraad De Ouderraad Klassenouders Verzuim en verlof van uw kind(eren) Klachtenregeling Toelating en verwijdering
pagina 29 pagina 29 pagina 30 pagina 30 pagina 30 pagina 31 pagina 31 pagina 31
2
Voorwoord Dit is de schoolgids van de openbare basisschool “Het JongLeren” In deze gids vindt u de uitgewerkte visie van het onderwijs op de school en alle relevante informatie over de school. Wij bedanken u voor het in ons gestelde vertrouwen en hopen er samen met u en uw kind(eren) een fantastische schooltijd van te maken.
3
1. DE SCHOOL 1.1 Het JongLeren Het JongLeren is een openbare basisschool in de nieuwbouwwijk Schuytgraaf in Arnhem. De naam Het JongLeren is gekozen om de twee betekenissen van het woord: 1. de kunst van het evenwicht; 2. het jongleren met je talenten. Het JongLeren staat voor: leerlingen die jong en leergierig zijn; het leren in balans brengen; veel geduld en veel oefening; doorzettingsvermogen; wat je jong leert, geeft je later veel profijt. De pijlers waarop het onderwijs gebaseerd is zijn de volgende: kennis verwerven, het aanleren van de basisvaardigheden zoals taal, rekenen en lezen (cursorische lessen); kennis kunnen toepassen, in allerlei situaties gebruik kunnen maken van je verworven kennis (atelierlessen); veiligheid en geborgenheid; welbevinden.
4
1.2 Thematisch onderwijs Ons onderwijs is rondom een thema georganiseerd. Deze thema’s liggen vast volgens de methode Alles- in-1 en elke 8 weken staat er een ander thema in de school centraal. Vanaf groep 4 hoort erbij elk thema een themaboek. Elk thema wordt afgesloten met een presentatieavond voor de ouders. Tijdens de presentatieavond presenteren de leerlingen hun opbrengsten aan de ouders. De thema’s uit de methode Alles–in-1 In groep 4 wordt gewerkt met Alles-in-1. Hier worden de volgende 5 thema’s aangeboden en ieder jaar herhaald in dezelfde volgorde dit vanwege het gegeven dat de leesvaardigheid en de taal- en spellingsmoeilijkheid toeneemt. Dit zijn de thema’s die worden aangeboden 1.Waar is het? 2.Jij en ik! (Aardrijkskunde) (Cultuur) Onze klas Onze school De buurt/wijk
Eten en drinken
Dorp / stad De streek Nederland
Muziek en dans Wonen en spelen
De rest van de wereld
Kleren en feesten
3.Wanneer was het? (Geschiedenis) Dino’s
Ridders en kastelen Familie/tijd: dagdelen; dagen van de week; maanden; jaartal Piraten
4.Hoe werkt het? (Techniek) Wat is techniek? Gereedschap, materialen en verbindingen Technische beroepen Productieproces
5.Wat groeit en bloeit. (Natuur) ‘Wilde‘ planten en dieren om ons heen Huisdieren
Uitvindingen
Bijzondere dieren en planten
Zon en aarde, water en lucht
Per jaar staan er 5 thema’s gedurende 8 weken centraal. In de thema’s zijn alle vakken behalve rekenen opgenomen en beantwoordt de methode aan de kerndoelen zoals deze door het ministerie zijn vastgesteld. De basislessen taal en spelling worden in de methode Alles Apart nog met extra stof aangeboden. In het totaal zijn het 20 thema’s dus na 4 jaar start de cyclus opnieuw. Elk jaar is er een thema aardrijkskunde, geschiedenis, natuur, techniek, cultuur. Indeling van de thema’s schooljaar
Cultuur
Geschiedenis
Techniek
Natuur
2012/2013
Aardrijkskun de Nederland
Kunst
Bouwen
Dieren
2013/2014 2014/2015
Europa Afrika en Azië
Geloof Voeding
Prehistorie Romeinen en Grieken Middeleeuwen Gouden Eeuw
Planten Mensen
2015/2016
Antarctica/ Australië, Oceanië en Amerika
Kleding
Energie Vervoer en verkeer Communicatie
Moderne Geschiedenis
5
Milieu
In groep 4 starten we met het thema zoals vermeld in de methode. Wij starten ieder jaar met aardrijkskunde en per jaar kijken wij welk onderdeel centraal staat voor de hele school. Groep 5 t/m 8 hebben dat jaar bv. Europa dan is dat gedurende de periode dat groep 4 aan het aardrijkskundig thema werkt het centrale thema voor de hele school. Groep 4 volgt de methode omdat deze is opgebouwd uit voorkennis en moeilijkheid van aanbieden taal en spellingsregels. (Alles Apart zit er al in). In het kunst- en wereldatelier kunnen kinderen aan de verschillende opdrachten werken die gelinkt zijn aan het thema (keuzes) groep 1/2 en 3 werken hun activiteiten uit voor het kunst en wereldatelier in de onderbouw. Dus groep 3 maakt gebruik van deze ateliers van de onderbouw. Groep 5 t/m 8 voegen Alles-in-1 en Alles Apart samen. Er worden gedurende het thema basislessen gegeven uit Alles Apart en de film en de informatietekst worden behandeld centraal. Ook wordt het eerste kwartier van de ochtend gebruik voor het lezen van Alles-in-1 teksten. De verwerking kan uitgezet worden in de verschillende ateliers en kinderen kiezen zelf wanneer ze welke verwerking doen in hun ateliertijd. Binnen kunst zijn dit de creatieve opdrachten en technische opdrachten. Binnen de wereld zijn dit topo-, verkeers- en computeropdrachten, werkstukken, informatieteksten, e.d.
1.3 De cursorische lessen: In de cursorische lessen gaat het om het verwerven van basiskennis en routines. Dit zijn lessen waarbij de leerstof wordt afgestemd op de ontwikkelingsfase en mogelijkheden van het kind.
6
Het plan van de leerkracht De leerkracht heeft een jaarplan waarin hij de te behalen doelen heeft opgenomen. In zijn groepsplan staat welk doel voor welke instructiegroep in een periode van zes tot acht weken behaald moet worden. Op deze groepsplannen stemt hij het aanbod van zijn te geven lessen af. Een leerkracht werkt met drie groepen: - zorggroep: kinderen die extra ondersteuning, verlengde instructie nodig hebben - basisgroep: kinderen die het aangeboden programma kunnen volgen - plusgroep: kinderen die meer aankunnen dan de aangeboden basisstof en verrijking en verdieping nodig hebben. De instructie moet voldoen aan het directe instructiemodel, moet interactief zijn, mogelijkheden bieden tot handelend bezig zijn en niet langer dan 20 minuten duren. Hierbij gebruiken wij de volgende methodes: Aanvankelijk lezen Taal groep 4 Spelling
Veilig Leren lezen Alles-in-1 Alles-in-1 Alles Apart Alles-in-1 Estafette lezen Alles-in-1 Alles Apart Wereld in Getallen Pennenstreken groep 3 t/m 8 Learn2learn De Jij en Ik club
Begrijpend lezen Voortgezet technisch lezen groep 4,5,6,7 In groep 5 t/m 8 wereldoriëntatie / taal/ kunst Rekenen Schrijven Sociale vaardigheden
Groep 3 In groep 3 staan de basisvaardigheden centraal. Om vloeiend en vlot te kunnen lezen, werken wij met de methode Veilig Leren Lezen. Het doel is dat de kinderen aan het einde van het schooljaar op AVI E3 kunnen lezen. De methode Veilig Leren Lezen richt zich op de schriftelijke en mondelinge taalontwikkeling. Schriftelijke taalontwikkeling Onder de schriftelijke taalontwikkeling vallen de leerlijnen technisch lezen, spellen, begrijpend lezen en schrijven. * Technisch lezen De leerlijn technisch lezen bouwt voort op de ontwikkeling van het fonemisch bewustzijn. Daarnaast wordt de eerste zes kernen aan het alfabetische principe en de elementaire leeshandeling gewerkt. Er is al vanaf het begin aandacht voor het lezen van nieuwe woorden met behandelde letters en het automatiseren van het leesproces. In kern 7 tot en met 12 wordt de leesvaardigheid verder geautomatiseerd en uitgebreid naar moeilijkere en langere woorden en het lezen van teksten. Kort samengevat: Geschreven woord → visuele analyse →grafemen verklanken → klanken samenvoegen. * Spellen In de eerste zes kernen is het doel het correct kunnen schrijven van eenvoudige, klankzuivere mkm-woorden. Bijvoorbeeld: ik, maan, roos, vis, sok, etc. In kern 7 tot en met 12 leren de kinderen ook niet-klankzuivere woorden, woorden met letterclusters en eenvoudige samenstellingen correct te schrijven. Bijvoorbeeld: wolf, melk, stenen, koffer, etc.
7
* Begrijpend lezen In Veilig leren lezen wordt er systematisch aandacht aan begrijpend luisteren besteed, vooral door middel van interactief voorlezen. Ook komen er regelmatig oefeningen op woord-, zins en tekstniveau aan bod. * Schrijven In groep 3 leert Pennenstreken kinderen de kleine schrijfletters en hun verbindingen schrijven. Ook de cijfers komen aan bod.
Mondelinge taalontwikkeling Onder de mondelinge taalontwikkeling vallen de leerlijnen woordenschat, spreken & luisteren en boekoriëntatie & verhaalbegrip. * Woordenschat De leerlijn woordenschat is gericht op het uitbreiden van de basiswoordenschat. Er worden twee soorten woorden onderscheiden: 1. Themawoorden: de doelwoorden van de woordenschatuitbreiding. Elke kern bevat ongeveer twintig doelwoorden. 2. Verhaalwoorden: woorden die gekoppeld zijn aan het ankerverhaal. * Spreken & Luisteren Binnen de leerlijn spreken en luisteren wordt bovendien veelvuldig aandacht besteed aan de interactie tijdens samenwerkend leren en aan het uitbreiden en aanleren van gespreksregels. * Boekoriëntatie & verhaalbegrip. Binnen deze leerlijn wordt aandacht besteed aan begrippen als voorkant, achterkant, rug, kaft, regel, zin, bladzijde, etc. Tevens worden de kinderen gestimuleerd om actief mee te denken met een verhaal en vooraf voorspellingen te doen. Heel positief is dat de methode Veilig Leren Lezen, veel extra oefenmateriaal bezit. De kinderen zijn veelal spelenderwijs aan het leren met vele spelletjes en materialen in de klas: letterpuzzels, stempeldozen, klikklakboekjes, memorie, woordkaarten, ringboekjes, woordendozen, letterdozen en vele andere! Rekenen In de groepen 3 en 4 wordt extra veel aandacht gegeven aan de basisvaardigheden lezen, taal en rekenen.
8
1.4
Het bestuur
Over De Basis Het JongLeren behoort tot De Basis. De Basis is een stichting voor openbaar primair onderwijs in Arnhem. De stichting omvat 17 scholen voor basisonderwijs en een school voor speciaal basisonderwijs. Er is openbaar onderwijs beschikbaar in elke wijk. Op de scholen van de Basis zitten in 2010 ruim 4500 leerlingen en werken ongeveer 550 personeelsleden. Iedere school heeft een bestuur. Dat bestuur benoemt leraren en verdeelt het geld van de rijksoverheid over de scholen die onder dat bestuur vallen. Ook wordt het bestuur door de onderwijsinspectie aangesproken op de kwaliteit van het onderwijs. De directeurbestuurder is eindverantwoordelijk en wordt ondersteund door een directeur bedrijfsvoering en een klein stafbureau dat werkt op de terreinen: personeel, huisvesting en financiën. De Raad van Toezicht is belast met het toezicht op de organisatie in het algemeen en de directeurbestuurder in het bijzonder. Twee leden van de Raad van Toezicht worden benoemd op bindende voordracht van de oudergeleding van de Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad. Over het algemeen zult u niet veel te maken hebben met het bestuur of de raad van toezicht. Het directe aanspreekpunt voor u als ouder is immers de directeur van de school en de leerkracht van de groep waarin uw kind zit. Door te kiezen voor openbaar onderwijs kiest u of heeft u gekozen voor kwalitatief goed onderwijs dat zowel in pedagogisch als in didactisch opzicht goed in elkaar zit. Het bestuur stimuleert en ondersteunt de scholen om ervoor te zorgen dat zij opbrengstgericht werken op alle vak- en vormingsgebieden. Goed onderwijs leidt er toe dat kinderen over kennis en vaardigheden beschikken, sociaal competent zijn, plezier in leren hebben en in staat zijn om actief burgerschap in woord en daad vorm te geven. Een openbare school is de samenleving in het klein. Onze samenleving wordt gekenmerkt door diversiteit. Deze diversiteit is terug te vinden binnen het openbaar onderwijs. Een kind dat van jongs af aan leert om te gaan met verschillen, zal zich later ook thuis voelen in onze pluriforme samenleving. Niet in het minste omdat hij geleerd heeft dat “alles kan en mag” maar omdat hij geleerd heeft om te gaan met verschillen: samen leren, samen werken en samen leven. Meer informatie is te vinden op www.debasis.org. Bestuur en Raad van toezicht zijn bereikbaar via
[email protected]. 1.5 De directie De directie van het JongLeren bestaat uit een directeur mevrouw Ied Nova.
9
1.6 De situering De school is momenteel gevestigd aan de: Marasingel. Vanaf augustus 2015 zullen wij gehuisvest zijn in een nieuw gebouw op een nieuwe locatie op veld 15 in de buurt van het informatiecentrum.
10
2
WAT DE SCHOOL WIL WAARMAKEN
2.1 Onze missie De werkwijze en de uitgangspunten van Het JongLeren: Leren is het eigen maken van kennis. Kennis verwerf je als je er voor open staat, weet waar je de kennis voor nodig hebt en hoe je die moet toepassen. Leren is ook weten hoe je problemen kunt oplossen, je weten te presenteren, kunnen debatteren en discussiëren, zelfstandig en sociaal redzaam zijn en keuzes kunnen maken. Een paar voorbeelden die dit illustreren zijn: Een leerling heeft er niets aan als hij (bijv.) technisch kan lezen maar niet begrijpt wat hij leest, of als hij de tafels van vermenigvuldigen kent, maar deze niet weet toe te passen in de praktijk. Als hij alle provincies van Nederland kan opdreunen, maar niet weet hoe hij (bijv.) in Groningen moet komen. Wij maken het leren voor de leerlingen betekenisvol en leren hen verbanden te leggen en samenhang te zien. Het JongLeren gaat voor een brede kennisverwerving en het toepassen van deze kennis in verschillende situaties. 2.2 Onze primaire taak De kerndoelen zijn de basis van ons onderwijs, volgens de landelijke norm. Het is onze primaire taak om ons onderwijs zo in te richten, dat alle leerlingen optimaal kunnen leren en binnen hun mogelijkheden goed presteren. Hun ontwikkelingen worden nauwlettend gevolgd en getoetst. 2.3 Wat willen wij bereiken: Kinderen die - over ruime kennis beschikken; - keuzes kunnen maken en daarvoor staan; - kunnen omgaan met verschillen tussen mensen; - zich kunnen voegen in maatschappelijke conventies; - voldoende zelfvertrouwen en zelfkennis hebben; - zelfstandig zijn en verantwoording durven te nemen; - de toekomst als een uitdaging zien; - leergierig en nieuwsgierig zijn; - zich voortdurend willen blijven ontwikkelen.
Leren is van het kind! Onderwijzen van de leerkracht. Leer het mij het zelf te doen! Op Het JongLeren hebben wij vertrouwen in leerlingen en hoge verwachtingen van hen. Wij bieden kinderen de mogelijkheid zich zodanig te ontwikkelen en voor te bereiden dat ze uiteindelijk als volwaardig, gelukkig, sociaal, en uniek lid van de toekomstige samenleving kunnen functioneren. Ze mogen zichzelf zijn, hun eigen talenten en mogelijkheden benutten en kennen, kunnen relaties aangaan, verantwoordelijkheden nemen en dragen, kunnen samenwerken en met zelfvertrouwen de toekomst tegemoet zien. Ze zijn goed voorbereid op het volgen van het vervolgonderwijs dat bij hen past. Om een goede invulling te geven aan de concretisering en uitwerking van de visie / uitgangspunten en onze overtuigingen, is het van groot belang dat wij ons dagelijks handelen voortdurend op elkaar en met elkaar afstemmen. Het onderwijs aan te sluiten bij de
11
onderwijsbehoeften van de leerlingen. Wij blijven kritisch op ons handelen en kijken of we doen wat wij zeggen en of we dit goed doen. 2.4 De praktijk In de onderbouw zijn de groepen 1/2 gecombineerd. (4 t/m 6 jaar). De midden- en bovenbouwgroepen, 3 t/m 8, zijn in principe jaargroepen. Aantallen leerlingen voor een bepaald leerjaar kunnen een reden zijn voor combinatiegroepen. Wij kiezen voor jaargroepen om tegemoet te kunnen komen aan de individuele verschillen in leerstijl en leertempo van leerlingen. Naast het aanbod van de cursorische lessen, het plan van de leerkracht (zie hiervoor 1.3), hebben wij:
Het plan van de leerling (onderdeel van het atelieronderwijs) Naast het verwerken en inoefenen van de verplichte leerstof, kunnen kinderen werken met een eigen plan. Deze kunnen gebaseerd zijn op eigen ideeën gerelateerd aan het thema. Samen met de leerkracht wordt het plan besproken. In deze dialoog wordt gekeken welke prestatie de leerling gaat leveren. Waarover en wanneer de leerling instructie nodig heeft, wat precies het leerdoel is en hoeveel tijd de leerling denkt ervoor nodig te hebben. Er wordt gekeken of de uitdaging die de leerling aangaat aan sluit bij de naaste zone van ontwikkeling. Er moet sprake zijn van leren. Zijn plan wordt vastgelegd in een stappenplan en een tijdspad. Hiermee gaat de leerling aan de slag. Een plan kan in meerdere ateliers uitgevoerd worden en over een langere periode gaan. Als de leerling geen plan heeft, kiest hij/zij uit de aangeboden activiteiten in het desbetreffende atelier. Ook kan de leerling kiezen om mee te doen met het aanbod van de leerkracht rondom een bepaald thema. De leerling wordt gedurende het proces geobserveerd en er worden aantekeningen gemaakt over hoe een leerling de zaak aanpakt, hoe het problemen oplost, of hij/zij doorzettingsvermogen heeft, welke instructie gewenst zou zijn, enz. Gedurende het proces
12
kan het plan worden bijgesteld. Als de opdracht voltooid is, wordt het plan afgesloten en geëvalueerd. De leerkracht zorgt dat relevante informatie wordt opgeslagen. De leerlingen worden betrokken bij hoe zij iets willen of kunnen leren. De leerkracht is de procesbewaker en nodigt leerlingen uit tot het leveren van prestaties. De leerkracht bepaalt, samen met de leerling, waaraan het eindresultaat moet voldoen. De leerkracht biedt de leerlingen aanknopingspunten waarmee zij verder kunnen. Samenwerken van de leerlingen wordt gestimuleerd. Kinderen leren van en met elkaar.
Werkwijze in de groepen 1/2 De groepen werken in elk atelier één week. ’s Morgens is voornamelijk leerkrachtgestuurd, ’s middags volgen de leerkrachten de kinderen. Zij helpen de kinderen hun eigen spel of plan op een hoger niveau te tillen. ’s Middags kiezen de kinderen zelf in welk atelier ze het liefst aan de slag gaan: in het taalrekenatelier, in het wereldatelier of in het kunstatelier. Elk kind begint en eindigt elke dag in zijn eigen lokaal. Taalrekenatelier: Hier wordt o.a. gewerkt rondom verhalen, mondelinge taal, beginnende interesse in cijfers en letters, spelend rekenen, tellen, meten, patronen leggen, puzzelen en groeperen van voorwerpen. In dit lokaal zijn o.a. een verteltafel, een stempelhoek, een poppenkast, een luisterhoek, een drukkerij, een postkantoor, een leeshoek, een motoriekhoek, een meethoek, een ontdekhoek, een constructiehoek en een winkel. Dit is de ‘thuishaven’ van de groep van juf Priska en juf Majorie. Wereldatelier: Hier kunnen de kinderen de ‘grote wereld’ naspelen, nabouwen en verwerken, rollenspel spelen, fantasieverhalen naspelen. In dit lokaal zijn de ontdekhoek, de huishoek, de bouwhoek, de miniwereld en de zand-watertafel. Dit is de ‘thuishaven’ van de groep van juf Anne en juf Klaartje. Kunstatelier: Hier kunnen de kinderen hun creativiteit verder ontplooien met tekenen, schilderen, kleien, knutselen, vilten, vlechten en wat ze zelf allemaal nog bedenken! Daarnaast zijn er een podium en een bouwhoek. Dit is de ‘thuishaven’ van de groep van juf Viatrix en juf Esther.
13
Werkwijze in de groepen 2/3 en 3 Deze beide groepen leren, werken en spelen voornamelijk in twee ateliers. ’s Morgens wordt er voornamelijk leerkrachtgestuurd gewerkt. ’s Middags is er ateliertijd. De kinderen mogen dan zelf kiezen of ze in welke van deze twee ateliers ze gaan spelen en werken aan hun eigen plan. De kleuters van groep 2/3 hebben meer speeltijd dan de oudere kinderen nodig. Daarom mogen ze onder rekentijd en ‘s middags ook kiezen voor alle kleuterateliers om daar te spelen in bijvoorbeeld de bouwhoek of huishoek. Ook het buitenspelen doen de kleuters samen met de andere kleuters. Rekentechniek-atelier: Hier zijn de volgende hoeken: telhoek, meet-, weeg- en geldhoek, themahoek, techniek- en constructiehoek. Taallees-atelier: Hier zijn de volgende hoeken: leeshoek, stempel- en schrijfhoek, themaspelhoek en een creatieve hoek.
14
Bovenbouw De bovenbouw bestaat uit de groepen 4 t/m 8. In de eerste helft van de ochtend worden de cursorische lessen aangeboden volgens de methode. (Zie 1.3) Het atelieronderwijs vindt plaats in 4 ateliers: Taal/lezen, Rekenen, Wereld en Kunst/techniek. Elke dag worden er één of twee ateliers bezocht, onder begeleiding van de leerkracht. De kinderen werken in elk atelier aan verplichte en keuzeactiviteiten en aan hun eigen plannen. Voor elke acht weken worden er doelen vastgelegd, waar de leerlingen aan werken. Deze worden na deze periode getoetst en geëvalueerd. De praktijk Lezen De kinderen starten de dag rustig met het lezen van een leesboek, thematekst, krant, tijdschrift of informatieboek. In deze tijd wordt extra leesbegeleiding gegeven. Dit doen ze in het basislokaal, waar de groep de dag begint en afsluit. We kunnen elke week boeken wisselen in de biebbus, maar beschikken op school ook over een rijke collectie. Dagopening De dagplanning wordt besproken. Cursorische lessen Kinderen krijgen een uur rekenen en een uur taalles volgens de methodes. Hierbij onderscheiden we drie niveaus: basis, zorg en plus. Atelierlessen Na de ochtendpauze werken kinderen in één van de ateliers. De kinderen werken binnen elk thema aan een ‘eigen plan’. Ze hebben zelf voor een opdracht gekozen en (eventueel samen met de leerkracht) een plan gemaakt. In dit plan staat wat ze gaan doen, wat ze daarvoor nodig denken te hebben, wanneer ze het af willen hebben, hoe ze het gaan presenteren en wat de leeropbrengst is. Leerlingen hebben regelmatig een leergesprek met de leerkracht, waar het eigen plan besproken wordt en wat leerpunten zijn voor de volgende keer. 2.5 Wat is een atelier? Een atelier is een rijk ingerichte leeromgeving rondom een bepaald vakgebied. In een atelier zijn allerlei mogelijkheden voor kinderen om op verschillende manieren hun vaardigheden te trainen, hun aangeboden leerstof te verwerken en kennis in te oefenen. Een atelier moet de onderzoekende houding van een leerling stimuleren. Wij gaan in de ateliers uit van drie levensessenties van ieder mens: relaties kunnen aangaan, autonomie hebben en je competent kunnen voelen. Deze behoeftes worden uitgewerkt in ontwikkelingslijnen. Dit zijn vaardigheden die je nodig hebt om je levensessenties te kunnen realiseren. Voor alle drie de levensessenties geldt dat zelfinzicht en zelfkennis noodzakelijk zijn. Wij volgen de ontwikkelingen van de leerlingen middels toetsen en observaties. Er wordt gewerkt met groepsplannen, groepsoverzichten en eventuele specifieke handelingsplannen. Dialoog Met dialoog bedoelen wij het gesprek dat leerkrachten hebben met kinderen om hun leren te stimuleren. Leerkrachten zijn dan de begeleider of coach van de leerlingen. De leerkracht helpt de leerlingen doelen te kiezen, activiteiten te kiezen, blokkades op te heffen, activiteiten te plannen, activiteiten interessanter of doelgerichter te maken, activiteiten te evalueren, de behoefte aan instructie te bepalen, leerresultaten te oogsten.
15
Deze gesprekken zullen vooral met individuen of in kleine groepen plaatsvinden. In dit gesprek is er sprake van gelijkwaardigheid. Het kind is de aangever.
Instructie Instructie wordt ingezet om kinderen kennis/feiten te leren. Instructie kan ook worden ingezet na een gesprek met de leerling. Zij kiezen instructie omdat zij die betekenisvol vinden. Instructie is altijd kortdurend, aan een periode of doel gekoppeld. Instructie is altijd op beheersing gericht. Leerkracht is de aangever.
16
2.6 Doelen: Doelen voor de leerkrachten: zij - komen tegemoet aan de onderwijsbehoeften van kinderen: pedagogisch, didactisch en vakinhoudelijk; - kennen de leerlijnen en de cruciale leermomenten; - werken met doelen en tussendoelen en daar waar nodig met onderwijsontwikkelingsplannen; - stemmen het onderwijs af op hun doelgroep en verzorgen een goede leerlingenzorg; - bieden kwalitatief goed onderwijs: leerkrachten weten welk aanbod leerlingen op het moment nodig hebben en wat ze in de toekomst nodig hebben; - sluiten aan en kunnen omgaan met verschillen; - verzorgen een rijk aanbod waarbij: keuzes, uitdagende leeromgeving, differentiëren in te bereiken doelen en differentiëren in de wegen daar naar toe - komen tegemoet aan de eigenheid en veelzijdigheid van elk kind - zijn meer begeleiders en sturen minder; - bieden structuur en transparantheid: veiligheid, overzicht, ruimte binnen kaders, opvoeden, gestructureerde voorbereide leeromgeving; - betrekken de leerlingen in hun leerproces; - voeren een duidelijke registratie, volgen hun leerlingen; - zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de leerlingen binnen hun bouw, zij een team en verantwoordelijk voor elkaar; - kunnen een dialoog voeren met kinderen; - hebben vertrouwen in en hoge verwachtingen van leerlingen. Doelen voor de leerlingen: zij - voelen zich gekend, gewaardeerd, zijn ontspannen, kunnen plezier maken; - mogen zichzelf zijn en zichzelf ontwikkelen, zijn nieuwsgierig en gaan uitdagingen aan; - hebben de ruimte die ze aankunnen; - zijn betekenisvol bezig; - kennen hun doelen en hun programma; - leren veel door een breed en uitgebreid aanbod; - leren te leren, formuleren doelen, begrijpen doelen, voelen zich verantwoordelijk om die doelen te verwezenlijken; - voelen zich veilig; - voelen zich verbonden met elkaar; - kunnen samenwerken; - voelen zich verantwoordelijk voor elkaar en hun omgeving.
17
2.7 Visie op computergebruik: Wij vinden dat wij de leerlingen moeten voorbereiden op de toekomst. Deze vraagt andere competenties en vaardigheden. Het computergebruik speelt hierbij een grote rol. Ook zullen wij de leerlingen moeten leren hoe om te gaan met de sociale media. Wij zullen hier de komende jaren beleid op moeten gaan ontwikkelen. Nu heeft ieder atelier de beschikking over tenminste 6 computers. Er is een aansluiting op kennisnet en er is een ICT-er op school; een collega die ICT in zijn takenpakket heeft. Op de computer zit relevante software die aansluit bij de lesprogramma’s van de leerlingen. Het computergebruik is geïntegreerd in het lesaanbod op school. Ook worden er hulpprogramma’s voor leerlingen op aangeboden. Wij werken met digitale schoolborden. Wij zullen in de komende jaren ons computergebruik uitbreiden. Het streven is dat in 2018 alle leerlingen in de groepen 4 t/m 8 een tablet/ laptop hebben.
2.8 Verantwoording van ons onderwijs De school gaat voor hoge opbrengsten. Die worden bereikt door goed leerkrachtengedrag. Leerkrachten worden gecoacht door de IB-er. Leerkrachten moeten zich op de op de volgende wijze verantwoorden voor hun gegeven onderwijs: - maken van jaarplannen, groepsplannen en groepsoverzichten - analyseren van toetsen en conclusies trekken en daar hun onderwijs op afstemmen - eenmaal per jaar een functioneringsgesprek/ eenmaal per vier jaar een beoordelingsgesprek - drie klassenbezoeken per schooljaar - driemaal per jaar groepsbesprekingen - coaching en begeleidingsgesprekken - bespreken van een persoonlijk ontwikkelingsplan - volgen van studiedagen en/ of cursussen
18
Datgene wat de kinderen leren, volgen we en registreren we op de volgende wijze: - onze opbrengsten worden naast de landelijke meetlat gelegd zodat wij kunnen aantonen dat ons onderwijs leidt tot hoge opbrengsten; - voor de onderbouw via het Ontwikkelings Volg Model en Cito Taal voor Kleuters, Cito rekenen, dagelijkse observaties die gedeeld worden met relevante collega’s, individuele testjes die handelend afgenomen worden - voor de midden- en bovenbouw wordt de sociaal-emotionele ontwikkeling geregistreerd via het eerste deel van het OVM (welbevinden, omgang met volwassenen, omgang met kinderen, omgaan met regels), methodegebonden toetsen en via het Cito LVS, evaluatie groepsplannen, opstellen van onderwijsontwikkingsperspectief voor de zorgleerlingen die het eindresultaat niet gaan halen. - voor de bovenbouw: nog extra de entreetoets eind groep 7 en de Cito eindtoetsen tbv duidelijkheid voor vervolgonderwijs. CITO Wij maken als school gebruik van het CITO leerlingvolgsysteem. In januari en juni worden de leerlingen getoetst. De toetsen zijn bedoeld om ons gegeven onderwijs te analyseren en te evalueren. Een neerslag van deze toetsen vindt u in het verslag van uw kind. De analyse is voor de leerkracht een signaal hoe hij/zij, zijn/haar onderwijs voor de komende periode moet inrichten. Of er andere accenten gelegd moeten worden e.d. De analyse wordt ook gebruikt om eventueel het handelen van de leerkracht te verbeteren. Eindtoets Rekenen/ wiskunde 60 opgaves Taal 100 opgaves Informatieverwerking 40 opgaves Gemiddelde eindscore norm
2010-2011 / 7 leerlingen 42,6 75,4
2011-2012/ 13 leerlingen 41,8 73,0
2012/2013 13 leerlingen 37,9 71,2
29,0
32,2
26,4
535,4
536,3
534,7
Een leerling moet tenminste drie jaar bij ons het onderwijs gevolgd hebben wil je de resultaten ook aan de school kunnen toeschrijven. Natuurlijk hechten wij veel waarde aan de uitslag van de Cito-toetsen maar wij vinden dat er soms wel teveel nadruk ligt op de cognitieve prestaties van leerlingen. Wij vinden dat alle leerlingen zich competent moeten kunnen voelen en zelfvertrouwen hebben in wat zij kunnen. Wij zijn ook trots op leerlingen die naar het VMBO gaan. Wij zijn als mensen evenveel waard en de professor kan niets beginnen zonder een loodgieter. Veel te vaak zie je dat kinderen die niet goed kunnen leren niet meer in zichzelf geloven en het gevoel hebben er niet toe te doen. Zo creëren wij met elkaar een verkeerd beeld van het VMBO. 2.9 Actief burgerschap Wij zien het als onze taak om kinderen op te voeden tot zelfredzame, zelfstandige en sociaal vaardige mensen in de maatschappij. Daarom is naast het aanbieden van didactische vaardigheden, heel belangrijk ook veel aandacht te besteden aan de sociale vaardigheden. Leren debatteren en discussiëren en leren een eigen mening te vormen. In de toekomst willen wij gaan werken met een leerlingenparlement. In een leerlingenparlement kunnen de kinderen meepraten en beslissen over de gang van zaken op school.
19
2.10 Regels en afspraken In iedere klas houden we ons aan de volgende gedragsregels. Deze zijn zichtbaar in het lokaal. Ik luister naar jou; jij luistert naar mij; wij luisteren naar elkaar. Ik houd rekening met jou; jij houdt rekening met mij; wij houden rekening met elkaar. Ik leer met en van jou; jij leert van en met mij; wij leren van elkaar. Ik help jou; jij helpt mij; wij helpen elkaar. Ik respecteer jouw spullen; jij respecteert mijn spullen; wij respecteren de spullen van elkaar. Ik zoek samen met jou voor elk probleem een oplossing; jij zoekt samen met mij voor elk probleem een oplossing; wij zoeken met elkaar voor elk probleem een oplossing. Ik zorg ervoor dat jij geen last hebt van mijn gedrag; jij zorgt ervoor dat ik geen last heb van jouw gedrag; wij zorgen ervoor dat wij geen last hebben van elkaars gedrag. Ik probeer mijn vergissingen goed te maken; jij probeert jouw vergissingen goed te maken; wij proberen onze vergissingen goed te maken. Als wij ons met elkaar aan deze regels houden, creëren wij met elkaar een veilige omgeving…voor iedereen Wij gaan hierbij uit van de volgende principes: iedereen doet ertoe en heeft iets te bieden; ieder mens is uniek; rekening houden met een ander; anderen in hun waarde laten; niemand uitsluiten; gelijkwaardigheid; samenwerken; verantwoording nemen voor je gedrag; willen, kunnen en durven luisteren; de ander serieus nemen; grenzen aangeven; ruimte geven aan een ander; uit durven komen voor je mening; veiligheid bieden; Dit doe je door kinderen op de eerste plaats zelf goed voor te leven. Hen duidelijk te maken wat de inhoud en de waarde van deze manier van leven is. Wat wordt er van mij verwacht. De verantwoording die ik heb voor de ander en mijzelf. Ook hebben wij het hier regelmatig met de ouders over, wij voeden immers met de ouders samen hun kind(eren) op. Ouders worden bij de inschrijving op de hoogte gebracht van onze leefregels en ondertekenen dat zij zich conformeren aan deze regels.
20
Extra regels specifiek voor de leerlingen, wij… zijn op tijd op school; schrijven niet op plaatsen die daar niet voor zijn bedoeld; respecteren en aanvaarden het gezag van de leerkrachten en andere volwassenen; blijven gedurende de schooltijd op ons eigen terrein; leveren gedurende de schooltijd de mobiele telefoon in bij de leerkracht; geven evt. andere waardevolle spullen in bewaring; dragen in de school geen hoofddeksels; pesten en dreigen niet. Voor de ouders: Wij rekenen op uw vertrouwen en verwachten van ouders dat zij achter het team staan t.o.v. het kind. Natuurlijk kunt u met ons van mening verschillen of meent u dat uw kind door ons onrechtvaardig is bejegend. In dat geval kunnen wij hierover met u van gedachten wisselen en kunt u navraag doen over de juiste toedracht. Bij ernstige misdragingen van uw kind wordt altijd contact met u opgenomen. In het geval dat uw kind een bedreiging is voor anderen en wij niet de veiligheid van uw kind of die van anderen kunnen garanderen, kan uw kind worden verwijderd. Hiervoor heeft de school een verwijderingprocedure opgesteld. Op school is een protocol voor pesten, seksuele intimidatie, agressie en geweld. Dit protocol dient om dit soort zaken te voorkomen, maar geeft ook duidelijkheid aan de ouders hoe te handelen bij een van deze problemen. 2.11
Activiteiten:
Excursies/ schoolreis Regelmatig worden er excursies georganiseerd. Hierbij doen wij dan een beroep op de ouders voor het vervoer en/of begeleiding. Deze excursies zijn gekoppeld aan een thema. Wij organiseren voor alle kinderen 1 x per jaar een schoolreis/ schoolkamp.
21
Kunstbedrijf De komende vier jaar maken wij gebruik van een landelijke subsidie om ons cultuuronderwijs een goede plek te geven binnen de school. Dit is het project Cultuur Met Kwaliteit (CMK). In samenwerking met het kunstbedrijf zal dit beleid uitgevoerd worden. Wij willen bereiken dat cultuur een vaste waarde binnen ons onderwijs heeft. Festiviteiten Op school organiseren wij in samenwerking met de ouderraad festiviteiten, o.a. het sinterklaasfeest en het kerstfeest. Wij proberen vooral veel tijd in het onderwijs zelf te steken en daarom houden wij de festiviteiten beperkt. Wel maken de kinderen gedurende het schooljaar educatieve uitstapjes die bij het thema passen.
22
3.
Kwaliteitszorg
3.1 Hoe wij “zorg op maat” organiseren; kwaliteitszorg Het doel van de kwaliteitszorg is je voortdurend af te vragen of je de goede dingen doet en of je de dingen goed doet. Dit om er zorg voor te dragen dat er goed onderwijs wordt gegeven, dat het zijn kwaliteit behoudt en zicht geeft op de resultaten van je onderwijs. Integrale kwaliteitszorg is een cyclisch leerproces, waarbij wij systematisch de kwaliteit van een aantal vastgestelde onderwerpen plannen, uitvoeren en bestuderen. Op basis daarvan zullen wij acties ondernemen, gericht op het implementeren, borgen en voortdurend verbeteren van die kwaliteit. De essentie van kwaliteit: doen wij de goede dingen doen wij de dingen goed hoe weten wij dat vinden anderen dat ook. 3.2 Passend onderwijs Passend onderwijs wil zeggen onderwijs te bieden aan alle kinderen door het onderwijs af te stemmen op de mogelijkheden en onderwijsbehoeften van de leerling, niet ieder kind kan hetzelfde presteren en vraagt om dezelfde begeleiding. Wij werken met groepsplannen. In deze planning werkt de leerkracht uit welke leerstof in een bepaalde periode wordt aangeboden. Welke begeleiding de leerlingen in haar/zijn groep nodig hebben om de uitgezette doelen te kunnen halen. De leerkracht stelt zich hierbij de vraag: - wat heeft welke leerling van mij nodig, de komende zes tot acht weken; - wat heeft deze leerling van de groep nodig; - wat moet het resultaat zijn, rekeninghoudend met de individuele verschillen, leerstijlen en niveau van die leerling; - hoe kom ik tegemoet aan de onderwijsbehoeften van de leerling(en). Na acht weken wordt gekeken of de beoogde doelen zijn behaald. Als dit niet het geval is, wordt de leerling besproken en kan er een specifiek handelingsplan volgen. Zodra een leerling niet aan de te verwachten ontwikkeling voldoet, worden de ouders erbij betrokken. Samen met de ouders worden de doelen bijgesteld. Wanneer wij in handelingsverlegenheid zijn en uw kind van ons iets vraagt wat wij niet kunnen bieden wordt er gekeken naar eventueel een andere vorm van onderwijs. Ook kan het zijn dat wij met extra ondersteuning vanuit het speciaal onderwijs uw kind wel op school kunnen begeleiden. De zogenaamde rugzak. Met nadruk willen wij er op wijzen dat elk kind uniek is en recht heeft op het juiste onderwijsaanbod, maar sommige kinderen vragen zo’n intensieve begeleiding dat wij helaas niet altijd in staat zijn deze te bieden. De leerkrachten worden in dit proces begeleid door de internbegeleider (IB-er). De IB-er coacht de leerkrachten en houdt driemaal per jaar met de leerkrachten een groepsbespreking. In een groepsbespreking worden de groepsplannen geëvalueerd en bijgesteld. Dit is een cyclisch proces. Uit deze groepsbesprekingen kunnen leerlingen naar voren komen die individueel besproken worden in het zorgteam. In het zorgteam zitten de psychologe, de maatschappelijk werker, de IB-er, de leerkracht. Het team kan eventueel aangevuld worden met andere specialisten b.v. een logopediste of een externe begeleider. Voor een interne bespreking is toestemming van de ouders niet noodzakelijk maar wij vinden het belangrijk dat u erbij betrokken bent. Voor een onderzoek of andere stappen hebben wij wel uw toestemming nodig. Ouders worden vanaf het begin hierbij betrokken, zij zijn in het gehele proces een belangrijke partner, zij bepalen uiteindelijk wat er met hun kind gebeurt. 23
3.3 Verdere ondersteuning Wij kunnen als school van de volgende ondersteuningen gebruik maken - zorgadviesteam+ voor onderzoeken e.d.; - preventieve ambulante begeleiding (PAB); - onderwijsondersteuning bureaus; - logopedie; - kinderfysiotherapie; - bureau jeugd en gezin; Wij zullen er alles aan doen om uw kind op school het juiste leeraanbod te bieden. Als wij hier niet in slagen omdat uw kind meer en specifiekere zorg nodig heeft dan wij kunnen bieden zou uw kind verwezen kunnen worden. Als een leerling wordt verwezen, moet de school samen met de ouders op zoek naar een passende andere school. Samen met de ouders worden de aanvraagformulieren ingevuld. De volgende mogelijkheden zijn er dan: - naar een andere basisschool; - naar een school voor speciaal basisonderwijs. Bij deze verwijzing wordt de aanvraag gestuurd naar de permanente commissie leerlingenzorg (PCL). Deze commissie bepaalt uiteindelijk of de aanvraag terecht is; - naar een school voor speciaal onderwijs de zogenaamde clusterscholen. Elk cluster heeft zijn eigen commissie van indicatiestelling waar het ingevulde onderwijskundig rapport naar toegestuurd wordt. De regionale expertise centra (REC). Krijgt uw kind een indicatie dan zijn er op dit moment nog twee mogelijkheden; - de leerling blijft bij ons op school met een “rugzak” - de leerling wordt verwezen naar de school voor speciaal onderwijs.
24
3.4 Hoe richten wij de zorg in Zoals eerder al aangegeven in deze schoolgids stemmen wij ons onderwijs af op de mogelijkheden van de leerling, niet ieder kind kan hetzelfde presteren. Wij werken met groepsplannen. In deze planning werkt de leerkracht uit welke leerstof aan welke leerling uit de groep, de komende zes tot acht weken moet worden aangeboden en met welk resultaat, rekeninghoudend met de individuele verschillen, leerstijlen en niveau van die leerling. Wij werken handelingsgericht en cyclisch. Ook staat in zo’n groepsplanning op welke momenten de leerstof wordt aangeboden. Na acht weken wordt gekeken of de beoogde doelen zijn behaald. Als dit niet het geval is, wordt de leerling besproken en kan er een specifiek handelingsplan volgen. Zodra een leerling niet aan de te verwachte ontwikkeling voldoet, worden de ouders erbij betrokken. Na iedere thema periode wordt er getoetst en in de weken zonder project wordt er specifiek aandacht besteed aan de vakken waar de leerling nog oefening voor nodig heeft. De resultaten worden besproken met de internbegeleider (IB-er). Deze begeleidt de leerkrachten en helpt bij het opstellen van de handelingsplannen. Ouders worden in alle gevallen betrokken bij het onderwijs bij ons op school. Voor leerlingen die extra zorg nodig hebben en niet alle einddoelen gaan bereiken wordt een onderwijsontwikkelingsperspectief geschreven. Dit gebeurt in overleg en afstemming van de ouders. 3.5 Hoe volgen wij ons onderwijs Om er zorg voor te dragen dat wij resultaten behalen met ons onderwijs maken wij gebruik van verschillende vormen van toetsen: - Elke vrijdag een methode gebonden toets gekoppeld aan Alles-in-1 - Methodegebonden toetsen bij rekenen, lezen en taal - Cito-leerlingvolgsysteem voor taal, rekenen, lezen, woordenschat - Ontwikkelingsvolgmodel (OVM), in zijn geheel voor de kleuters en voor midden- en bovenbouw de sociaal emotionele ontwikkelingslijn. - Monitoring door bureau PAS op bestuurlijk niveau. Alle toetsen worden geanalyseerd, zodat de leerkrachten weten welke aspecten, voor welk kind, meer aandacht en zorg nodig hebben. 3.6 Hoe rapporteren wij naar ouders Alle leerlingen ontvangen tweemaal per jaar een geschreven verslag. Daarnaast hebben wij eenmaal per jaar in november een mondelinge rapportage. Voor die leerlingen die meer zorg nodig hebben is er regelmatig contact met de ouders. Ouders kunnen natuurlijk ook altijd een onderhoud met de leerkracht aanvragen.
25
3.7 Inschrijfprocedure voor zorg Ouders maken telefonisch of via de mail een afspraak voor een informatiegesprek met de directie. Tijdens dit informatiegesprek laten wij ook de school zien. Het beste kunt u dus een afspraak maken onder schooltijd. Na dit informatiegesprek ontvangen de ouders een schoolgids en inschrijfformulier. Besluit u n.a.v. de informatie over te gaan op aanmelding voor Het JongLeren dan vult u het aanmeldingsformulier in en levert deze in op school. U ontvangt een ontvangstebevestiging en de verdere procedure. Elk kind heeft recht op 10 dagdelen gewenning vanaf 3 jaar en 10 maanden. Wij laten alle kinderen twee maanden voor hun vierde verjaardag op de woensdag en vrijdagmorgen wennen. Over eventueel andere wenmomenten zijn bespreekbaar. Tijdens de wendagen wordt u uitgenodigd voor een intakegesprek. Dit is voor de oudere leerlingen in de eerste twee weken dat uw kind bij ons op school zit. Tijdens een intake gesprek willen wij meer informatie over uw kind van u krijgen. Wij vinden het heel belangrijk uw kind te kennen om zo ons onderwijs beter te kunnen afstemmen op zijn/haar onderwijsbehoeften. Voor leerlingen die van een andere school komen wordt er informatie opgevraagd bij die school. Geeft deze informatie aanleiding voor een nader onderzoek of kunnen wij de leerling met een bepaalde problematiek niet plaatsen dan volgt er een nieuw gesprek met de ouders.
26
4
De medewerkers
4.1
Medewerkers en formatie
Naam Ied Nova Hetty Grotendorst
Viatrix Potters
Anne Ponsen Esther Hagen Majorie Metzke Klaartje van Zwoll Priska Ketelaars Carola Peer Marloes van der Heijden Maarten Zwiers Pascal Kniest
Karin Vink Manon van Goinga Maaike Patricia van Kuijk Wolter Rensink
Functie Directeur Voorzitter Managementteam (MT) Leerkracht groep 2/3 Bouwcoördinator lid MT Leerkracht groep 1/2 Leerkracht groep 3 Projectleider CMK Leerkracht groep 1/2 Leerkracht groep 1/2 Leerkracht groep 1/2 Leerkracht groep 1/2 Leerkracht groep 1/2 Leerkracht groep 3 Leerkracht groep 4 Projectleider SEO Leerkracht groep 5/6 Leerkracht groep 5/6 Bouwcoördinator Lid MT Leerkracht groep 7/8 Intern begeleider (IB-er) Lid MT Vakdocent gymnastiek Administratief medewerker Assistent administratief medewerker ICT beheerder
Formatie schooljaar 2013-2014 groep 1/2 1/2 1/2 2/3 3 4 5/6 5/6 7/8
maandag Klaartje Majorie Esther Hetty Carola Marloes Maarten Pascal Karin
dinsdag Anne Majorie Esther Hetty Viatrix Marloes Maarten Pascal Karin
woensdag Anne Priska Viatrix Hetty Carola Marloes Maarten Pascal Karin
27
donderdag Anne Priska Viatrix Hetty Carola Marloes Maarten Pascal Karin
vrijdag Anne Priska Esther Hetty Carola Marloes Maarten Pascal Karin
4.2 Vervanging bij ziekte Leerkrachten die ziek zijn, worden vervangen door een invalleerkracht. Mochten deze niet meer beschikbaar zijn, dan kan er een beroep gedaan worden op de IB-er of directie. In aanvang kunnen ook groepen worden samengevoegd. De leerlingen worden nooit naar huis gestuurd. 4.3 Stageplaatsen Wij werken samen met de PABO Arnhem/Nijmegen en bieden stageplaatsen aan. Een stagiaire staat nooit zonder een leerkracht voor de groep tenzij hij/zij een LIO (Leerkracht In Opleiding) stage volgt. LIO-stagiaires zijn in principe afgestudeerde leerkrachten die hun praktijkdiploma nog moeten behalen. Ook bieden wij stageplaatsen aan de MBO opleiding voor onderwijsassistenten, deze stagiaires ondersteunen de leerkrachten bij hun werk. Tevens maken wij in de onderbouwgroepen gebruik van mensen met een lichte handicap die een dagprogramma volgen op de Buitenplaats. 4.4 Scholingsdagen Ieder schooljaar zijn er een aantal studiedagen gepland voor het team. Op deze dagen krijgen de leerkrachten nascholing op hun vakgebeid. Zo houden wij een goed geschoold professioneel team in stand.
28
5.
De ouders
Ouders Wij willen het onderwijs en de opvoeding van de kinderen graag afstemmen in overleg met de ouders. U bent voor ons een volwaardige partner en wordt altijd gehoord. Een goede samenwerking met de ouders en vertrouwen van de ouders is een voorwaarde voor succes. Wij willen de ouders op alle mogelijke manieren betrekken bij het onderwijs aan hun kinderen. Hierbij rekenen wij op uw vertrouwen en verwachten wij van ouders dat zij achter het team gaan staan t.o.v. het kind. Natuurlijk kunt u met ons van mening verschillen of menen dat uw kind door ons onrechtvaardig is bejegend. In dat geval kunnen wij hierover met u van gedachten wisselen en kunt u navraag doen over de juiste toedracht. Informatievoorziening Middels diverse communicatiemiddelen proberen wij u zo goed mogelijk op de hoogte te houden van ontwikkelingen op school. Elke maand verschijnt er een nieuwsbrief voor de ouders. Deze nieuwsbrief vindt u op deze website onder nieuws. Daarnaast wordt deze nieuwsbrief digitaal naar u verzonden wanneer u uw e-mailadres geregistreerd heeft . Elke zes tot acht weken organiseren de leerlingen een presentatie-avond, op deze avond laten zij u zien waar zij de afgelopen periode aan gewerkt hebben. Deze presentatie-avonden staan op de jaarkalender onder de naam “afsluiting thema”. U ontvangt een keer per jaar een jaarkalender . Eenmaal per jaar is er een algemene ouderavond. Eenmaal per jaar is er een extra voorlichtingsavond voor de ouders van groep 8 leerlingen over het voortgezet onderwijs. Driemaal per jaar zijn de verslagavonden. U wordt uitgenodigd voor een kort gesprek met de leraar van uw kind om de ontwikkelingen van uw kind te bespreken. Op onze website kunt u terecht voor actueel nieuws en foto’s van activiteiten. 5.1 Oudercontacten Aan het begin van ieder schooljaar is er een algemene informatieavond voor ouders waar de ouders het jaarprogramma voor hun kinderen te horen krijgen. In oktober is er meestal een algemene ouderavond georganiseerd door de Medezeggenschapsraad en de Ouderraad Driemaal per jaar zijn er oudergespreksavonden. Op een oudergespreksavond wordt u op de hoogte gebracht van de leerresultaten van uw kind. In november gebeurt dit mondeling, in januari/februari en in juni/juli ontvangt u daar ook een verslag bij. Mocht de ontwikkeling van uw kind zorgelijk verlopen, dan wordt u uiteraard tussendoor voor een gesprek uitgenodigd. U kunt ook op eigen initiatief een gesprek met de leerkracht vragen. U kunt de leerkracht ook na schooltijd spreken, liever niet voor schooltijd, want dan is de leerkracht beschikbaar voor de leerlingen. In bepaalde situaties kan het zijn dat de leerkracht een huisbezoek brengt. 5.2 De ouderbijdrage De ouderbijdrage voor het schooljaar 2013-2014 is vastgesteld op € 50,00 per leerling. U kunt dit bedrag overmaken op bankrekeningnummer 5111623 t.n.v. ouderraad Het JongLeren te Arnhem, onder vermelding van de naam van uw kind en de groep waarin uw kind zit. Deze bijdrage is bedoeld om alle feestelijke activiteiten, schoolreizen, excursies e.d. te kunnen financieren. De ouderbijdrage is vrijwillig, maar wel moreel verplicht.
29
5.3 De Medezeggenschapsraad Elke school is verplicht een medezeggenschapsraad (MR) te hebben. Onze MR bestaat uit vijf ouders en vier leerkrachten. De MR adviseert de schoolleiding op inhoudelijk onderwijskundig gebied en heeft over een aantal schoolzaken instemmingsrecht en andere schoolzaken adviesrecht. Een van de ouders en een van de teamleden hebben tevens zitting in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Dit is een overkoepelende organisatie voor alle openbare scholen in Arnhem. De medezeggenschapsraad vergadert 6 maal per jaar. De directie neemt deel aan de MR vergaderingen als adviserend lid. Elk jaar worden er verkiezingen gehouden.
5.4 De Ouderraad De school is niet verplicht een ouderraad te hebben. Wij maken wel gebruik van een ouderraad, zodat de medezeggenschapsraad zich alleen met onderwijsinhoudelijke zaken hoeft bezig te houden. Een ouderraad is medeverantwoordelijk voor het organiseren van alle buitenschoolse activiteiten en festiviteiten, het innen van de ouderbijdrage, assisteren bij ouderavonden, inrichten van de thematafels. Namens het team denken twee teamleden met de ouders mee. 5.5 Klassenouders Wij werken op onze school met een klassenouder. Hij of zij helpt bij het organiseren van klassenactiviteiten, bijvoorbeeld ouders vragen om te assisteren bij feesten, specifieke groepsactiviteiten of bij vervoer. De klassenouder hoeft geen lid te zijn van de ouderraad, maar staat klaar om de groepsleerkracht te helpen, hij/zij geeft zichzelf op om klassenouder te zijn of wordt daarvoor uitgenodigd. Een klassenouder wisselt per jaar.
30
5.6 Verzuim en verlof van uw kind(eren) Vanaf 5 jaar zijn alle leerlingen leerplichtig. Kinderen zijn dus verplicht op school te komen. Bij ziekte van uw kind dient u de school vóór 8.30 uur op de hoogte te brengen. Bij dokter-, tandarts- of ziekenhuisbezoek moet u proberen de afspraak buiten de schooltijd te maken. In het geval dat dit niet lukt, is het de bedoeling dat de leerling niet langer afwezig is dan strikt noodzakelijk. Vakantieverlof buiten de vakantieperiodes kan alleen worden gehonoreerd na het overhandigen van een werkgeversverklaring. Voor extra verlof wordt alleen in zeer dringende gevallen toestemming verleend. U dient dat aan te vragen bij de directie. Bij ongeoorloofd schoolverzuim zijn wij verplicht aangifte te doen bij de leerplichtambtenaar.
5.7 Klachtenregeling Een school is een omgeving waar mensen intensief met elkaar omgaan. Botsingen en meningsverschillen zijn dan ook niet bijzonder en worden vaak in onderling overleg bijgelegd. Soms is een meningsverschil van dien aard, dat iemand een klacht hierover wil indienen. Die mogelijkheid is er. Voor de school is een klachtenregeling vastgesteld. Deze is voor iedereen die bij de school betrokken is in te zien op www.debasis.org . Op aanvraag kunt u kosteloos een afschrift van de regeling krijgen. Het wordt op prijs gesteld indien iemand die wil klagen dat eerst kenbaar maakt bij de schoolleiding of het schoolbestuur. De vertrouwenspersoon voor onze school is Manon van Goinga. Mogelijk kan de klacht verholpen worden. De school is voor de behandeling van klachten tevens aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie: “Landelijke Klachtencommissie onderwijs (LKC)”. De LKC onderzoekt de klacht en beoordeelt (na een hoorzitting) of deze gegrond is. De LKC brengt advies uit aan het schoolbestuur en kan aan 31
haar advies aanbevelingen verbinden. Het schoolbestuur neemt over de afhandeling van de klacht en het opvolgen van de aanbevelingen de uiteindelijke beslissing. Een klacht kan bij het schoolbestuur of rechtstreeks schriftelijk bij de LKC worden ingediend. De externe vertrouwenspersoon kan u daarbij behulpzaam zijn als u dat wenst. De vertrouwenspersoon voor ouders is mevrouw L. van Oosteren. Zij is bereikbaar per e-mail op:
[email protected] en op telefoonnummer 06-20970855. De vertrouwenspersoon voor het personeel is de heer H. Backus. Hij is bereikbaar per e-mail op:
[email protected] en op 06-52501591. De LKC is per post te bereiken: Onderwijsgeschillen, Postbus 85191, 3508 AD UTRECHT, telefoon 030-2809590, fax 030-2809591. U kunt ook de website raadplegen www.onderwijsgeschillen.nl of een e-mail sturen naar
[email protected] . Wij hopen dat u nooit gebruik hoeft te maken van de klachtenregeling maar dat u zich altijd door ons gehoord en geholpen weet. 5.8 Toelating en verwijdering Voor de toelating en verwijderingprocedure verwijzen wij u naar de website van De Basis www.debasis.org.
32