Schoolgids Azollastraat XP Lisserbroek tel E- mail : Website :

Schoolgids 2015-2016

Azollastraat 47 2165 XP Lisserbroek tel.0252 – 412128 E- mail : [email protected] Website : www.rkbsdereiger.nl

Voorwoord De basisschooltijd is een stukje van je leven. Voor de kinderen en voor u. Jarenlang is er diezelfde weg van huis naar school en weer terug. Wist u dat u in de loop van de jaren uw kind in totaal zo'n 8000 uur toevertrouwt aan de zorg van de leerkrachten van de basisschool? Dat is een belangrijk deel van een kinderleven. Een school kies je dan ook met zorg. Scholen verschillen in manier van werken, in sfeer en resultaten. Ze verschillen in kwaliteit. Dat maakt het kiezen niet eenvoudig. De Reiger heeft daarom voor u deze gids samengesteld om u te helpen bij het kiezen van een school voor uw kind. In de schoolgids beschrijven wij waarvoor wij staan, welke uitgangspunten wij hanteren en hoe wij continue proberen de kwaliteit te verbeteren. Natuurlijk is deze gids ook bedoeld voor ouders die nu kinderen op onze school hebben. Aan hen leggen we verantwoording af over onze manier van werken en over de resultaten die wij op de Reiger halen. Deze schoolgids is tot stand gekomen in samenwerking met ouders die vertegenwoordigd zijn in de Medezeggenschapsraad. De schoolgids wordt echter niet ieder jaar uitgegeven. Volgend schooljaar ontvangt u slechts een bijlage. In deze bijlage zijn wijzigingen voor het schooljaar 2016-2017 opgenomen. In onze schoolgids spreken wij steeds over ouders. Met ouders bedoelen wij alle volwassenen, die de zorg voor onze leerlingen hebben. We hopen dat u onze schoolgids met plezier leest. Als u tijdens of na het lezen vragen, opmerkingen of suggesties heeft, vertel ze ons! Met vriendelijke groet, namens het team, Anne Niehe

2

Inhoud 1.

Van het bestuur

4

2.

Een eerste kennismaking met de Reiger

5

3.

Wie werken er op de Reiger?

6

4.

Wat leert mijn kind op de Reiger?

7

5.

De Reiger: een fijne school

14

6.

Onderwijs op maat op de Reiger

15

7.

Steeds op zoek naar kwaliteitsverbetering

21

8.

De Reiger en het voortgezet onderwijs

22

9.

De Reiger voor kinderen én hun ouders

23

10.

Praktische punten

27

11.

Schoolafspraken de Reiger

38

12.

Informatie van andere instellingen

40

13.

Vaststellingsverklaring MR

44

3

1.

Van het bestuur

Voor u ligt de schoolgids van RK Basisschool de Reiger. De Reiger is een Katholieke school in Lisserbroek. De school verzorgt het onderwijs voor ruim 200 kinderen. Er werken 13 leerkrachten, een ib-er, een onderwijsassistente en een vakleerkracht gymnastiek. Onze school maakt, samen met 18 andere basisscholen in de regio (zie figuur 1), deel uit van 'Stichting voor Confessioneel onderwijs de la Salle'. In januari 2005 is de stichting opgericht uit een fusie tussen de Stichting Bijzonder Onderwijs Zuid-Kennemerland en Stichting de Schakel (Haarlemmermeer). De la Salle heeft als uitgangspunt, dat ze ten aanzien van het personeel een sterke, efficiënte, resultaat, maar vooral ook een persoonsgerichte en professionele organisatie wil zijn. Daarnaast wil ze een organisatie zijn, waarin het bestuur, bovenschools management, schooldirecteuren, onderwijspersoneel en Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad, allen vanuit hun eigen positie en verantwoordelijkheid, samenwerken aan de ontwikkeling en de kwaliteit van het onderwijs. In januari 2016 fuseert de stichting met de Basis, een bestuur van christelijke scholen. Bij het maken van beleidskeuzes staat het kind Fig.1 Verzorgingsgebied Stichting de La Salle centraal. De la Salle is een stichting die kindgericht denkt. Uiteindelijk draait alles om goed onderwijs voor de leerlingen die de basisscholen van de la Salle bezoeken. We willen dat de kinderen met een positief kritische houding vanuit confessionele waarden en normen met vertrouwen in de toekomstige samenleving hun weg vinden. We zullen moeten kiezen door welke vaardigheden, kennis en wijze ze die verwerven. Om antwoorden op steeds veranderende vragen te kunnen blijven geven en om verantwoorde keuzes te maken, zullen we innovatief en flexibel moeten zijn. Hiermee blijft de missie van de la Salle verwezenlijkt in een voortdurend veranderende omgeving. De missie van de la Salle is samen te vatten in de volgende slogan: “Onderwijs met hart voor het kind en zorg voor elkaar” De missie krijgt onder andere vorm doordat de scholen van de la Salle werken vanuit de Christelijke identiteit, het onderwijs adaptief vormgeven en daarbij met ouders samenwerken als educatieve partners. Naar verwachting zal op 1 januari 2016 een bestuurlijke fusie plaatsvinden van stichting de la Salle met VCPO de Basis. We zijn in afwachting van de goedkeurende verklaring van het ministerie van onderwijs. Wanneer u vragen heeft aan het bestuur, dan kunt onderstaande adres.

u hen altijd bereiken via het

Stichting 'de la Salle' voor Confessioneel Basisonderwijs Postbus 320 2100 AH Heemstede 4

 023-5298988

2.

Een eerste kennismaking met de Reiger

Basisschool De Reiger is een Rooms-Katholieke basisschool. De katholieke identiteit van de school is een afspiegeling van de katholieke identiteit van de gemeenschap waar we onderdeel van uitmaken. Deze identiteit wordt gekenmerkt door normen en waarden als saamhorigheid, voor elkaar klaar staan, zorgen voor elkaar, elkaar troosten, verdraagzaamheid en samen delen. Normen en waarden die alle voortkomen uit onze katholieke achtergrond. We ervaren onze identiteit als een eigentijds geloof, waarbij we de geloofsbasis van het gezin ondersteunen. Naast een maatschappelijke en opvoedkundige opdracht zien we ook hierin een taak voor de school. Naast onze normen en waarden is onze identiteit terug te zien in een aantal praktische aspecten binnen de groepen:  Er worden lessen levensbeschouwing op school gegeven. Bij deze lessen gaat het niet meer alleen om het aandragen van Bijbelse en godsdienstige feiten. Het kind gevoelig maken voor alles wat het om zich heen ziet, wordt steeds belangrijker. Tijdens de lessen levensbeschouwing wordt ook aandacht besteed aan andere godsdiensten. Echter, hetgeen in het katholieke geloof als waardevol en norm aangehouden wordt, vormt de basis voor ons handelen. De lessen levensbeschouwing op school worden vorm gegeven met behulp van de methode “Hemel en aarde”. Per schooljaar komt er een vijftal thema’s aan de orde. De thema’s worden jaarlijks geactualiseerd.  Op school wordt in de klas aandacht besteed aan de christelijke feestdagen, zoals Kerstmis, Pasen, Pinksteren etc.  De kinderen van groep 4 kunnen in het voorjaar hun Communie doen. De kinderen die hieraan mee doen, worden door een werkgroep vanuit de parochie begeleid.  De school onderhoudt contacten met de pastoraal werker van de parochie. Ouders worden via de school geïnformeerd wanneer er gezinsvieringen worden gehouden.  De lessen levensbeschouwing worden gegeven vanuit de methode “Hemel en aarde”. Het is niet vereist dat de leerlingen van onze school een katholieke levensovertuiging hebben. Van alle kinderen wordt verwacht dat zij deelnemen aan de lessen levensbeschouwing. Wat wij belangrijk vinden en willen uitstralen hebben wij omschreven in onze missie en visie. Onze missie is samen te vatten in de volgende slogan: "RKBS de Reiger, samen leren in een veilig nest”. Wat vinden wij als school belangrijk? Sfeer Wij vinden het belangrijk dat kinderen met plezier naar school gaan. Wij streven ernaar, dat kinderen zich veilig en gerespecteerd voelen op basis van vertrouwen. Een open school/werkklimaat biedt hiervoor de mogelijkheden. Dit vertaalt zich onder meer in een gestructureerde leeromgeving in een overzichtelijk en gezellig gebouw, waar rust en regelmaat een onderdeel zijn. Wij staan open voor de verhalen en vragen van kinderen. Ons inziens ontwikkelt een kind zich het beste, als het zich thuis en veilig voelt op school. Aandacht voor het individuele kind Daar ieder kind uniek is en kinderen dus verschillen van elkaar, passen wij ons onderwijs aan op de behoeften van het kind. Naast het verwerven van kennis wordt er ook gewerkt aan de persoonlijke ontwikkeling van het kind. Kinderen ontdekken hun talenten, verwerven zelfkennis en bouwen zelfvertrouwen op. Ze leren om te gaan met elkaar, verdraagzaam te zijn en kennis op te doen van andere culturen en andere opvattingen. We bereiken dit door kringgesprekken, gezamenlijke vieringen en gerichte projecten. Een prestatie is een relatief 5

begrip. Wij vinden het belangrijk, dat kinderen op school presteren, maar prestaties kunnen voor ieder kind verschillend zijn. Om hier aan tegemoet te komen gebruiken wij onder andere de werkvorm zelfstandig werken. Dit betekent, dat kinderen leren om zelfstandig opdrachten, zonder hulp van de leerkracht te verwerken. Hierdoor krijgt de leerkracht de gelegenheid om met één of meerdere kinderen te werken. Inmiddels vormt deze werkvorm een belangrijk onderdeel binnen ons onderwijs. Alle kinderen verdienen aandacht en zorg, maar zeker degenen, die moeite hebben met leren of die juist erg goed zijn. Wie moeite heeft met een bepaald onderdeel krijgt extra hulp en extra oefenstof. Wie goed kan leren krijgt extra uitdagende opdrachten. Onderwijs op maat betekent dus in onze ogen inspelen op de verschillen van kinderen en hen te laten ontwikkelen naar eigen mogelijkheden. Onze visie Wij realiseren ons dat leven in een wereld die doorlopend in verandering is, zich ontwikkelt tot een steeds meer geïndividualiseerde wereld. Het is van belang, dat wij kinderen stimuleren om met elkaar samen te werken, te overleggen met elkaar, afspraken te maken en de zin van regels te onderkennen en na te leven. Kinderen zullen op weg naar hun volwassenheid geconfronteerd worden met een wereld die van hen vraagt om te zoeken naar informatie. Ze leren bronnen te gebruiken, informatie te analyseren, te luisteren, te overwegen alvorens tot actie en probleemoplossing over te gaan. Dat betekent, dat wij kinderen moeten grootbrengen in een context waarin niet de uiteindelijke oplossing belangrijk is, maar de wijze waarop naar de oplossing wordt toegewerkt. Het computergebruik is dus niet meer weg te denken binnen het onderwijs. Met behulp van dit hulpmiddel leren kinderen onder andere informatie te vergaren. Wij brengen een goed evenwicht aan tussen het aanleren van kennis, het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling, het leren ontdekken van talenten en het aanleren van praktische vaardigheden. De Reiger wil bereiken dat ieder kind middels een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces, die kennis, inzicht en vaardigheden kan verwerven. Dit is nodig om een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens te worden in een multiculturele samenleving. Om het bovenstaande te verwezenlijken is het belangrijk dat ouders betrokken worden in dit proces. Wederzijds vertrouwen en een goede samenwerking tussen ouders en school bevordert ons inziens het welbevinden van het kind en levert dus een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van het kind. 3.

Wie werken er op de Reiger?

Basisschool De Reiger staat sinds augustus 1974 in Lisserbroek. Er werken op dit moment 13 leerkrachten. Dit schooljaar hebben wij 8 groepen. De dagelijkse leiding is in handen van de directeur, bijgestaan door het managementteam (bouwcoördinatoren en IB-er). Vakleerkracht gymnastiek Bouwcoördinator ICT – coördinator Intern begeleider/ Remedial teaching :

: Eugenie Krijger (dinsdag) : Ineke Smakman en Sissi van der Post :Egbert Rust

Onderwijsassistente Conciërge Directeur

: Anne Melchior (ma. t/m wo.) : Mario Wegman : Anne Niehe

Monique Picave a.i.

Vakleerkracht gymnastiek: Eugenie Krijger-Plag. Zij verzorgt één keer per week het gymnastiekonderwijs in alle groepen. 6

Bouwcoördinator: Zij dragen zorg voor de gang van zaken in de onder- , midden- of bovenbouw met betrekking tot het onderwijs, de organisatie en de ondersteuning van leerkrachten. ICT- coördinator: Hij draagt zorg alles wat met ICT te maken heeft binnen de school. Intern begeleider: Zij coördineert en biedt hulp aan leerlingen die extra zorg nodig hebben. Onderwijsassistente: Zij begeleidt individuele en groepjes kinderen onder verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht. Daarnaast ondersteunt zij de leerkracht bij diverse activiteiten. Directie: Anne Niehe is directeur van de school. Mocht u vragen hebben, loopt u dan even bij haar binnen. 4.

Wat leert mijn kind op de Reiger?

Op de Reiger brengen we een goed evenwicht aan tussen het aanleren van kennis, het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling en het aanleren van praktische vaardigheden. De vakken rekenen, taal en lezen vormen de kern van ons onderwijs. Deze vakken krijgen op de Reiger veel nadruk. Ze vormen de basis voor elke andere ontwikkeling. 4.1.

Groep 1 en 2, het jonge kind.

Jongste kleuters (groep 1) zitten op de Reiger samen met oudste kleuters (groep 2) in dezelfde groep. We hebben gemerkt dat de kinderen elkaar dan beter kunnen helpen, waardoor hun sociale en emotionele ontwikkeling wordt gestimuleerd. In de kleuterklassen wordt spelend, ervaringsgericht en betekenisvol geleerd. We werken met thema’s en binnen een thema staat steeds een aantal SLO-leerdoelen centraal. Aan het eind van groep 2 zullen de meeste kinderen deze doelen beheersen. Naast het aanbieden van taken is er ook ruimte voor eigen ideeën en initiatieven van kinderen. We bieden een rijke leeromgeving, met hoeken passend bij het thema. We werken met concreet materiaal, waarmee kinderen zelf aan de slag willen en durven gaan. We werken veel in kleine groepen en gesplitste kringen. De kinderen krijgen instructie en taken die zoveel mogelijk passen bij hun niveau en interesse. We volgen de ontwikkeling van de leerlingen m.b.v. ParnasSys, waarin de SLO-doelen voor zowel groep 1 als groep 2 zijn opgenomen. Dit naast observaties en toetsen. We werken met de M- en E- reken- en taaltoetsen van CITO. Daarnaast gebruiken we de Kleuterobservatielijst en het protocol dyslexie. Om de sociaal-emotionele ontwikkeling in kaart te brengen gebruiken we het instrument Hart & Ziel. Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben wordt de onderwijsassistente ingezet. Bovendien werken de leerkrachten met een reken- en een taalgroepje. In schooljaar 20152016 starten we een groepje voor de ondersteuning van slimme kleuters. Een speciaal opgeleide leerkracht begeleidt deze groep. De kinderen maken ook kennis met de pop Pompom. Pompom is een vriendje van de kinderen. Hij wekt het gevoel van veiligheid op, is een speelmaatje en kan helpen om op een veilige afstand oplossingen te bedenken voor lastige momenten, zoals een 'ongelukje' op het toilet of ruzie met een vriendje, in het dagelijks leven van een kind. Wij werken met twee instroomgroepen in de kleuterbouw. Kinderen die tot januari instromen kunnen op grond van hun ontwikkeling het jaar daarop in groep 2 geplaatst worden. Als zij zowel op cognitief als sociaal emotioneel gebied eraan toe zijn, zal na overleg met de ouders dit besluit genomen worden. Kinderen, die deze stap nog niet aankunnen of na januari 7

instromen zullen dat jaar daarop groep 1 vervolgen. De wijze waarop dit gebeurt is vastgelegd in een protocol. 4.2.

Groep 3 t/m 8

Vanaf groep 3 werken we geleidelijk aan op een andere manier met kinderen. Ook de inrichting van de lokalen is anders. We gaan uit van een lessentabel van 23 uur per week in groep 3 en 4, en van 25¾ uur in groep 5 t/m 8. In de lessentabel wordt globaal weergegeven hoeveel tijd we per week aan de verschillende vakken besteden. Het gaat hier om gemiddelden, die enigszins per leerjaar kunnen verschillen. U ziet dat de nadruk ligt op taal, lezen en rekenen. Daar zijn de kinderen de helft van de week mee bezig. Lessentabel groep 3 t/m 8 Taal/ lezen: 7¼ uur Rekenen: 5 uur Schrijven: 1 uur Engels (groep 7 en 8): 1 uur Wereldoriëntatie: 4 uur Verkeer: ¾ uur Expressievakken: 3 uur Lichamelijke oefening: 1½ uur Catechese: 1 uur Pauzes: 1¼ uur 4.3.

De vakken beter bekeken

Catechese De school geeft godsdienst lessen aan de hand van de methode “Hemel en aarde”. Aan de hand van kringgesprekken, vrije verhalen, gedichten, liedjes, spelsuggesties enz. wordt een thema in de groepen uitgewerkt. De ervaring leert, dat ook kinderen die niet van huis uit bekend zijn met de Bijbelverhalen door deze aanpak worden aangesproken. Via de Reigerpost informeren we de ouders over elk nieuw thema. De voorbereidingen op de Eerste Heilige Communie en het Vormsel vinden op initiatief van de Agathakerk plaats. De school verleent, waar mogelijk medewerking en ondersteuning. Contactpersoon voor catechese is Anneke Augustinus. Actief burgerschap Het doel van actief burgerschap is dat leerlingen de kennis, houding en vaardigheden verwerven die nodig zijn om goed te kunnen functioneren in het politieke, economische en sociaal-culturele leven. ‘Goed functioneren’ betekent actief meedoen, je medeverantwoordelijk voelen, een bijdrage leveren aan de leefomgeving en bereid zijn democratisch gedrag te vertonen. Een voorbeeld van actief burgerschap is de “Derde kamer”. Rond en op Prinsjesdag praten de kinderen van groep 8 over onderwerpen uit de politiek tegelijk met andere kinderen van Nederland. Kinderen geven hun mening over een stelling en proberen informatie te vinden over de Nederlandse politiek. Om hier uiting aan te geven binnen onze school, wordt elk jaar een leerlingenraad gekozen. Kinderen uit groep 5 t/m 8 mogen meedenken en praten over zaken, die direct betrekking hebben op de kinderen zelf. Te denken valt aan onderwerpen als: een nieuw speeltoestel, inrichting speelplaats, inrichting lokalen, schoolregels, thema schoolfeest etc. Daarnaast zijn verschillende onderwerpen in het kader van actief burgerschap geïntegreerd in de methoden. Rekenen en wiskunde De Reiger gebruikt in de groepen 3 t/m 8 de methode De Wereld in Getallen 4. De methode speelt in op verschillen tussen kinderen. Kinderen die de stof begrijpen, kunnen direct, of na een korte instructie zelfstandig aan het werk. De andere kinderen krijgen instructie en er is 8

ook een verlengde instructie. Kinderen die meer aan kunnen, krijgen extra werk aangeboden. Dit om kinderen extra te motiveren en uit te dagen. Kinderen, die moeite hebben met de rekenstof, krijgen extra begeleiding aan de instructietafel met een daarvoor speciaal ontworpen werkboek. In dit werkboek wordt slechts één oplossingsstrategie belicht, in plaats van meerdere zoals in het boek. De stof wordt nogmaals uitgelegd. Daarnaast hebben we het bijbehorende computerprogramma aangeschaft, zodat kinderen de stof ook nog op een andere manier kunnen inoefenen. De klassikale instructie wordt mede ondersteund door de interactieve software voor het digitale schoolbord. Nederlandse taal In de groepen 4 t/m 8 gaan we gebruik maken van de methode Taal Actief. Taal Actief is een resultaat gerichte methode met een duidelijk instructiemodel. De methode bestaat uit een leerlijn taal en een leerlijn spelling. Deze leerlijnen zijn op elkaar afgestemd en de ankerverhalen vormen het vertrekpunt voor de lessen. Binnen de leerlijn taal worden de volgende vier domeinen in aparte lessen behandeld: woordenschat, taal verkennen, spreken & luisteren en schrijven. Vanaf dag één wordt er gedifferentieerd op drie niveaus. Ook in de instructie wordt gedifferentieerd. Verlengde instructie is in de handleiding opgenomen. Kinderen leren beter als ze weten wat en waarom ze iets leren. Met Taal Actief worden ze zich daarvan bewust. De leerdoelen zijn opgenomen in het leerling materiaal. In Taal Actief speelt toetsing een belangrijke rol. Bij elk thema maken de kinderen na week 3 een toets. Deze geeft inzicht in het niveau van het kind en van de groep. Wij werken ook met het computerprogramma bij Taal Actief. Bij de keuze van een nieuwe taalmethode zijn we niet over één nacht ijs gegaan. Wij zijn ervan overtuigd dat we met Taal Actief ons taalonderwijs verbeteren. Maar...taal leer je niet alleen vanuit een taalboek. Blijf daarom veel praten met uw kind(eren). Lees ze regelmatig voor. Ook wat oudere kinderen vinden dat nog prettig. Stimuleer ze ook om zelf te lezen. Kinderen die veel lezen zijn meestal ook goed in taal. Werkwoordspelling vanaf groep 6 De lessen spelling worden gegeven in groep 4 tot en met 8. Eind groep 6 wordt er gestart met werkwoordspelling. Vanaf dat moment gaat de helft van de lessen over het correct leren schrijven van werkwoorden. Bij werkwoordspelling wordt er een beroep gedaan op de kennis van grammaticale begrippen en het inzicht in relaties tussen zinsdelen. In de leerlijn taal verkennen komen deze begrippen en zinsdelen al vanaf groep 5 verkennend aan bod. In elke basisweek biedt Taal actief één nieuwe spellingcategorie aan. Vanaf eind groep 6 komt er per week één spellingcategorie werkwoordspelling bij. Daarnaast worden elke week twee eerder aangeboden categorieën opgefrist. Differentiëren op drie niveaus is met Taal actief standaard, ook bij Spelling. Op basis van het aantal fouten in het oefendictee van de instructieles bepaalt u op welk niveau het kind start in de volgende les zelfstandig werken. Alle opdrachten staan overzichtelijk in één werkboek. Op deze manier werken de kinderen vanaf week 1 op hun eigen niveau. en Aanvankelijk Lezen - Groep 3 In groep 3 maken wij gebruik van de aanvankelijk leesmethode Veilig Leren Lezen: de Kimversie. Deze methode sluit uitstekend aan op het programma Schatkist, dat wij gebruiken in onze kleutergroepen. Veilig leren lezen is een taal/leesmethode. Dat houdt in dat ervoor gekozen is om vanuit een geïntegreerd onderwijsaanbod zowel de mondelinge als de schriftelijke taalontwikkeling op systematische wijze te stimuleren. Wat mondelinge taalontwikkeling betreft ligt de nadruk op de uitbouw van communicatieve vaardigheden, de bevordering van boekoriëntatie en verhaalbegrip, en de vergroting van de woordenschat. Wat schriftelijke taalontwikkeling betreft staat het leren lezen en spellen van eenvoudige woordstructuren centraal. Veilig leren lezen bestaat uit twaalf thematische kernen. Alle twaalf kernen bevatten een ankerverhaal, waarmee het thema geïntroduceerd wordt. Rond dit ankerverhaal vinden verschillende activiteiten plaats, zowel mondeling als schriftelijk. 9

Met behulp van het computerprogramma oefenen de leerlingen technisch lezen, spellen en begrijpend lezen. Na ieder thema worden de kinderen getoetst. Na invoering van de toets gegevens in het programma ‘Toetssite’, kan de leerkracht zien welke kinderen bij welke onderdelen nog extra ondersteuning behoeven. Op deze manier kunnen we nog beter inspelen op de behoeften van het individuele kind. Hoe eerder leesproblemen worden gesignaleerd, des te groter de kans dat zij met succes worden opgelost. Voortgezet technisch lezen Groep 4 t/m 8 Lezen leer je niet vanzelf. Daar heb je systematisch en doelgericht hulp bij nodig van de leerkracht. Wij hebben hiervoor de methode Leeshuis gekozen. Kinderen krijgen op een zeer systematische manier instructie in leren lezen. Er wordt gewerkt met preventieve instructie (stapje vooraf (pre-teaching), verlengde instructie en steuntje in de rug (re-teaching). Leeshuis streeft er naar dat kinderen door middel van begeleiding en intensief oefenen zich ontwikkelen tot zelfstandige lezers. Naast een gestructureerd aanbod volgens de methode is het belangrijk dat kinderen veel leeskilometers maken. Hoe meer leeskilometers gemaakt worden, hoe beter dit is voor de leesontwikkeling. Hoe beter een kind kan lezen, hoe beter het kind in staat is informatie op te nemen. U begrijpt dat er bij ieder vak informatie wordt gegeven om de stof eigen te maken. Vandaar dat wij het lezen in welke vorm dan ook (te denken valt aan: stillezen, voorlezen, tutorlezen, in groepjes lezen enzovoort) stimuleren. WE hebben met de kinderen onze schoolbibliotheek ingericht. Een breed aanbod voor ieder wat wils. De kinderen genieten van boeken zoals GERONIMO STILTON, HARRY POTTER, WAANZINNIG OM TE WETEN, HOE OVERLEEF IK…, SNELLE JELLE en noem maar op. We proberen ze liefde voor boeken bij te brengen en wat is leuker dan zelf mee te mogen bepalen welke boeken er in de kast komen te staan…. Vanaf januari wordt er in groep 3 gestart met tutorlezen. Hiervoor gebruiken wij het programma: Stap Door!. Stap Door! is een tutorleesprogramma. Bij tutorlezen werkt een ouder kind (tutor) met een jonger kind. De kinderen in groep 8 leren voorafgaand aan het tutorlezen hoe ze de kinderen van groep 3 kunnen begeleiden tijdens het lezen. De doelen van Stap Door! zijn:       

kinderen beter met elkaar leren omgaan. meer begrip krijgen voor een ander/jonger kind. meer plezier krijgen in lezen. beter begrijpen wat er wordt gelezen. vaardiger worden in het lezen. leren hoe je iets moet uitleggen aan een jonger kind. begrip krijgen voor en bevriend raken met een kind uit groep 3.

Er wordt gelezen in blokken van 6 weken. Tijdens een blok gaan de kinderen twee keer per week een half uur lezen. De kinderen van groep 8 doen dan ook leesopdrachten met de kinderen van groep 3. Bij deze vorm van leestraining hebben we geen ouders nodig. Waar u ons wel bij zou kunnen helpen, is thuis lekker veel lezen. Binnen de Reiger is er een dyslexieprotocol ontwikkeld voor alle groepen. In dit plan komen o.a. afspraken te staan over signaleren, diagnosticeren en het plegen van interventies bij het leren lezen. Met dit plan hopen wij in staat te zijn om sneller in te kunnen spelen op leesproblemen. Vanaf groep 5 vinden er boekbesprekingen plaats. Ieder kind bespreekt een boek. Kinderen vertellen ook het een en ander over de schrijver. Begrijpend lezen en studerend lezen Groep 4 t/m 8 10

In de hogere groepen komt de nadruk steeds meer op het begrijpend en studerend lezen te liggen. Hiervoor gebruiken we in de groepen 4 t/m 8 de methode Tekstverwerken. De kinderen in groep 4 beginnen met begrijpend luisteren. In de luisterlessen krijgen de kinderen handvatten aangereikt waarmee ze de voorgelezen tekst kunnen begrijpen. Vanaf blok 2 passen de kinderen deze stappen zelf toe bij het lezen. De teksten sluiten aan bij de belevingswereld van kinderen. In groep 5 en 6 ligt de focus op begrijpend lezen. Aan de hand van strategieën leren kinderen de inhoud te begrijpen en vragen te beantwoorden. Het studerend lezen in groep 7 en 8 bouwt voort op het begrijpend lezen in groep 4 t/m 6. De strategieën die de kinderen daar aangeleerd hebben, worden in groep 7 en 8 aangevuld met enkele nieuwe, die gericht zijn op het mondeling en schriftelijk reproduceren van de tekst. In groep 7 en 8 maken we onderscheid tussen lees- en leerstrategieën. Voor studerend lezen worden andere vaardigheden gevraagd, dan voor begrijpend lezen. Voor het onderdeel Informatieverwerking werken de groepen 5 t/m 8 met de methode Blits. Schrijven Schrijfonderwijs draagt er toe bij dat leerlingen een duidelijk leesbaar, verzorgd en vlot handschrift krijgen, als middel om met elkaar te communiceren. Kinderen leren op de Reiger schrijven met de methode Pennenstreken. Deze schrijfmethode sluit volledig aan bij de leesmethode, die we in groep 3 gebruiken. Naast de methode is het van uitermate groot belang, dat kinderen het juiste schrijfmateriaal gebruiken. We hanteren het protocol Schrijfonderwijs voor alle groepen. Hierin staat aangegeven op welke wijze er bepaald wordt, welk materiaal het meest geschikt is voor een kind. We kijken dan onder andere naar de potlooddruk en potloodgreep. Afhankelijk van de uitkomst van de observaties krijgt het kind het voor haar/hem meest geschikte schrijfmateriaal. Het schrijfmateriaal, dat door ons is aangeschaft is onderzocht en geadviseerd door een schrijfspecialist. De kinderen mogen dan ook op school alleen het schrijfmateriaal gebruiken, dat door de school is aangeschaft. Engels In groep 7 en 8 wordt Engels gegeven met de methode Real English – Let's do it. Deze methode biedt een grote variatie aan werkvormen en leeractiviteiten. Er wordt een beroep gedaan op zowel het imitatie- als het creativiteitsvermogen van de kinderen. Kinderen ontwikkelen hun spreek-, luister-, lees- en schrijfvaardigheid. Taal en inhoud sluiten goed aan bij de hedendaagse leefwereld van 10 tot 12 jarigen. Wereldoriëntatie Op de Reiger praten we op heel veel momenten met de kinderen over de wereld om ons heen en we brengen hen kennis bij over het heden en het verleden van de aarde. Het gaat hierbij niet alleen om feitenkennis, maar veel meer om het aanleren van een juiste houding ten opzichte van de natuur, volkeren in andere landen en onze voorouders. De volgende methoden zijn op onze school in gebruik: voor biologie Natuurlijk, voor aardrijkskunde Geobas , voor geschiedenis Bij de tijd . Naast deze methoden maken we bij wereldoriëntatie gebruik van verschillende series van Schooltelevisie, educatieve filmpjes van Beeldbank en Teleblik. Bij de wereld oriënterende vakken worden de leerlingen ook wegwijs gemaakt in het gebruik van kennisnet voor het verzamelen van informatie. Vanaf groep 5 maken de leerlingen werkstukken over onderwerpen van uiteenlopende aard. De basisinformatie wordt vooral gezocht in Mini- Informatie, Informatie Junior en Informatie. De kinderen leren ook informatiebronnen, zoals het internet, te gebruiken. In de groepen 5 t/m 8 verzorgt ieder kind één keer per jaar een spreekbeurt over een onderwerp, wat hem/ haar aanspreekt. Ze bereiden de spreekbeurt thuis voor. Kinderen verzamelen en lezen informatie, zoeken naar aanvullende materialen en leren presenteren. Ze mogen gebruik maken van het digitaal schoolbord. Natuurlijk mogen ouders hun kinderen helpen. Dit alles is een heel goede voorbereiding voor het voortgezet onderwijs waar de kinderen ook presentaties moeten maken en houden. Daarnaast doen de leerlingen een boekbespreking. 11

Verkeer Voor het verkeersonderwijs maken wij gebruik van de methode Wijzer door het verkeer. De kinderen leren hoe zij op een veilige manier aan het verkeer kunnen deelnemen, als voetganger, als fietser en als zelfstandige gebruiker van het openbaar vervoer. Daarnaast is er veel aandacht voor de verkeersregels en de betekenis van de borden. Deze methode is in samenwerking met Veilig Verkeer Nederland ontwikkeld. Groep 7 neemt in april/mei deel aan het theoretisch en praktisch verkeersexamen. Expressievakken De expressievakken zijn op de Reiger niet exact beschreven. Natuurlijk wordt er wel tekenen, handvaardigheid en muziek gegeven. Hiervoor zijn de methoden Moet je doen-muziek en Moet je doen- beeldende vorming in gebruik. Hierdoor is er sprake van een duidelijk doorgaande lijn. Bij de expressievakken vinden wij het belangrijk, dat kinderen uiting geven aan hun creatieve mogelijkheden. Het proces is ons inziens net zo belangrijk als het eindproduct. En wat is leuker dan het tentoonstellen van knutselwerkjes van de kinderen. In onze hal staan twee vitrinekasten voor de kinderen. In deze kasten worden knutselwerkjes van kinderen van groep 1 t/m 8 tentoongesteld. Jaarlijks wisselt de collectie een aantal keren. Kinderen kijken er met veel plezier naar uit. De Reiger neemt ook deel aan het Kunstmenu van de Haarlemmermeer. Dit is een project, geïnitieerd door de Gemeente Haarlemmermeer en Pier K. Gedurende vier jaar maken de kinderen kennis met verschillende disciplines, te weten dans, audiovisueel, muziek, cultureel erfgoed, literatuur, drama en beeldende kunst. De scholen krijgen subsidie om mee te doen aan deze culturele activiteiten. De ouderraad en de school betalen slechts een kleine bijdrage. Workshops, schoolprojecten en rondleidingen maken deel uit van het programma. Lichamelijke oefening In de kleutergroepen staat bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster. We spelen op het schoolplein en in de gymzaal. De kinderen van groep 1 t/m 8 krijgen één keer in de week van de vakleerkracht en één keer van de eigen leerkracht gymnastiek. Voor een evenwichtige verdeling van alle facetten van het bewegingsonderwijs wordt er eenmaal per week in alle groepen een spelles en eenmaal per week een 'toestelles' gegeven. De vakleerkracht bepaalt de inhoud van de afzonderlijke lessen. 4.4. Computergebruik op de Reiger Computers zijn niet meer weg te denken in het huidige onderwijs. Alle leerlingen en leerkrachten op de Reiger maken er gebruik van. In elk lokaal en in de nieuwe aula zijn computers voor de leerlingen te vinden. Daarnaast werken we per schooljaar 2015-2016 met nieuwe Chromebooks. Er wordt gebruik gemaakt van een rooster, zodat alle groepen minimaal een dagdeel per week met de laptops kunnen werken. De groepen 3 t/m 8 hebben een digibord met een daaraan gekoppelde computer voor de leerkracht. Het nieuwste digibord is “touchscreen”, pen en beamer zijn hierbij niet meer nodig. De leerkrachten werken met de digibordsoftware van Gynzy en met de software die bij onze lesmethoden hoort. De leerlingen oefenen vooral met web-based, methodegebonden software. Er kan thuis spelenderwijs verder gewerkt worden met de software van Gynzy Kids. De Reiger heeft natuurlijk een eigen website (www.rkbsdereiger.nl). Daarnaast gebruiken we andere vormen van sociale media (Klasbord, Twitter) om leerlingen en ouders te bereiken. Vooral in de bovenbouw wordt aandacht besteed aan Mediawijsheid. We vinden het belangrijk dat kinderen goed voorbereid worden op de digitale maatschappij. Digitale schoolborden In de groepen 3 t/m 8 werken met digitale schoolborden.

12

Het bord kent vele mogelijkheden. Je kunt erop schrijven, educatief beeldmateriaal laten zien, bijvoorbeeld over 'Kringloop van het water’, 'De aanleg van de afsluitdijk’ of ‘Romeinen in ons land’. De praktijk laat ook zien, dat steeds meer kinderen middels PowerPoint hun boekbespreking en/of spreekbeurten aan de klas presenteren. De kinderen maken deze keuze zelf. 4.5. Zelfstandig werken Binnen een groep kinderen komen altijd verschillen in ontwikkelingsniveau voor. Om hier aan tegemoet te komen, hebben wij de werkvorm 'zelfstandig werken' ingevoerd. Dit betekent, dat kinderen leren om zelfstandig opdrachten, zonder hulp van de leerkracht te verwerken. Hierdoor krijgt de leerkracht de gelegenheid om met één of meerdere kinderen te werken. Vooraf vindt er altijd instructie plaats en na afloop van het zelfstandig werken kunnen kinderen met hun vragen en/ of problemen bij de leerkracht terecht. Zelfstandig werken is een voorwaarde om iedereen zo goed mogelijk te helpen. 4.6. Onderwijs in beweging... Vanuit verschillende hoeken komen er ontwikkelingen en trends op ons af, die wij zullen moeten vertalen en concretiseren in de dagelijkse situatie. Eén ding staat voorop: "Ontwikkelingen moeten wel leiden tot kwaliteitsverbetering". In dit schooljaar besteden wij speciale aandacht aan: Handelingsgericht werken



Het doel van handelingsgericht werken is om ons handelen nog beter aan te laten sluiten op de ontwikkelingsbehoeften van kinderen. Hierbij brengen we eerst in kaart welke stimulerende en welke belemmerende factoren we van een leerling kennen. Door gebruik te maken van deze kennis sluiten we beter aan bij de mogelijkheden van de leerlingen. In het groepsplan beschrijven we onze leerdoelen voor de komende periode en op welke wijze we die doelen gaar bereiken. Na afloop van de periode evalueren we de plannen en stellen op basis daarvan nieuwe doelen voor de periode die dan voor ons ligt.  Kwaliteit meten Het meten van de kwaliteit van de school doet de school zelf. Dit gebeurt onder andere door het team te bevragen over de werkwijze op school. Daarnaast worden er een oudertevredenheidspeiling, een leerlingtevredenheidspeiling en een leerkrachttevredenheidspeiling gehouden. De opbrengsten van deze peilingen worden geanalyseerd en op basis daarvan worden verbeterpunten voor de komende periode vastgesteld. Aspecten waarover tevredenheid bestaat worden geborgd.  Sociaal- emotionele ontwikkeling. Een positief pedagogisch klimaat impliceert het werken aan een omgeving waarin kinderen zich sociaal wel bevinden, op een respectvolle manier met elkaar omgaan. Om een veilig klimaat te kunnen bieden is het van belang dat wij met een preventieve en systematische aanpak de sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen bevorderen. Wij werken met het programma “Kanjertraining”. onderwerpen die daarbij aan bod komen zijn:    

Respect voor elkaar Pestproblemen zijn hanteerbaar en oplosbaar Kinderen durven zichzelf te zijn Kinderen voelen zich veilig 13

 Kinderen voelen zich bij elkaar betrokken  Kinderen brengen hun gevoelens onder woorden  Kinderen krijgen meer zelfvertrouwen 5. De Reiger: een fijne school De Reiger streeft ernaar de kinderen zich thuis te laten voelen op school. Alleen dan ontwikkelt een kind zich het beste. We zorgen op de Reiger voor een ongedwongen sfeer. Er is veel aandacht voor gedragsregels. In schooljaar 14-15 hebben we school-gedragsregels geformuleerd. Ze hangen bij de entree van de school (“Op de Reiger doen we het zo:”), maar ook in alle klassen hangen deze regels, duidelijk zichtbaar. Gedragsregels moeten gerespecteerd worden. Bij overtreding wordt over het waarom van de regel gepraat. Het begrijpen van de regel staat voorop, niet de regel zelf. Op onze school leren kinderen niet alleen iets, ze ontwikkelen er ook hun persoonlijkheid, door zelfvertrouwen op te bouwen en zelfkennis te verwerven. Ze leren om te gaan met elkaar, verdraagzaam te zijn en kennis op te doen van andere culturen en andere opvattingen. We proberen dit te bereiken door kringgesprekken, gezamenlijke vieringen en gerichte projecten. Een prestatie is een relatief begrip. Wij vinden het belangrijk dat kinderen op school presteren, maar prestaties kunnen voor ieder kind verschillend zijn. Met ons onderwijs op maat komen we tegemoet aan de voortdurende ontwikkeling van eigen mogelijkheden. 5.1. Als uw kind niet graag naar school gaat Als uw kind niet graag naar school gaat, willen we met u praten om er achter te komen wat de reden daarvan is. Misschien kunnen wij op school maatregelen treffen ter verbetering. Graag naar school gaan is de basis van al het leren. 5.2.

De vieringen van de Reiger

Jaarlijks zijn er op de Reiger allerlei vieringen, die deels bedoeld zijn om de goede sfeer op school te bevorderen: De sinterklaasviering. De kerstviering. Carnaval. De paasviering. De verjaardag van de leerkracht. Schoolreisje of feestdag. De spelletjesdag/ sportdag. De maandvieringen. Alle groepen gaan om het jaar met bussen op schoolreis. De leerlingen uit groep 8 gaan op de dag van het schoolreisje met de fiets op stap. Zij gaan dan op excursie naar een bestemming in de omgeving van de school. Het andere jaar wordt er een groot schoolfeest of een culturele dag georganiseerd. De ouderraad speelt een belangrijke rol bij de organisatie. Samen met het team worden bovenstaande activiteiten voorbereid. U begrijpt, dat uw hulp daar ook bij gewenst is. In de Reigerpost wordt er dan een oproep geplaatst. Enkele weken voor het einde van het schooljaar gaat groep 8 drie dagen op schoolkamp. Ook voeren zij in de slotweek van het schooljaar hun 'afscheidsmusical' op. Na afloop hiervan hebben de kinderen met hun ouders samen met het team van de Reiger een leuke afscheidsavond.

14

6. Onderwijs op maat op de Reiger Kinderen zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws leren. Alle kinderen verdienen aandacht en zorg, maar zeker degenen, die moeite hebben met het leren of die juist erg goed zijn. Wie moeite heeft met een bepaald onderdeel krijgt extra hulp en extra oefenstof. Wie goed kan leren krijgt extra uitdagende opdrachten met aantrekkelijk materiaal. Voor de zeer vlotte leerlingen starten we in schooljaar 2015-2016 een plusklas voor de leerlingen van groep 5-6 en voor groep 7-8. De criteria voor deelname aan deze klas zijn beschreven in ons Ondersteuningsplan. De Reiger is klassikaal georganiseerd. De kinderen van eenzelfde leeftijd zitten meestal in dezelfde groep. Binnen een groep kinderen komen altijd verschillen in ontwikkelingsniveau voor. Dit kan op elk leergebied weer verschillend zijn. Wij willen aan deze verschillen tegemoet komen en ieder kind op zijn/haar eigen manier helpen door extra uitleg of begeleiding. Maar dat lukt niet altijd, omdat de problemen bij kinderen soms heel complex en divers zijn. Onderwijs op maat is een begrip dat we steeds verder ontwikkelen. Passend Onderwijs Elke basisschool in Nederland maakt deel uit van een samenwerkingsverband. Een samenwerkingsverband telt verschillende basisscholen en één of meer speciale scholen voor basisonderwijs. Op 1 augustus 2014 is de wetswijziging passend onderwijs in werking getreden. Schoolbesturen krijgen zorgplicht en de middelen en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van passend onderwijs. Onze school werkt samen met andere scholen in het samenwerkingsverband Haarlemmermeer, Graan voor Visch 14302, 2132 VJ Hoofddorp. “Passend onderwijs betekent voor ons samenwerkingsverband dat wij onderwijs aanbieden voor iedere leerling passend bij zijn of haar onderwijsbehoefte en mogelijkheden. Het is onze ambitie om al binnen het regulier basisonderwijs, en waar nodig in het speciaal (basis)onderwijs, een zodanig gedifferentieerd onderwijsaanbod te creëren dat ieder kind zich optimaal kan ontwikkelen.” 6.1.

Leerlingen van een andere school

Wanneer ouders voor hun kind, zonder dat er sprake is van verhuizing, een andere school zoeken, zij de scholen van de Haarlemmermeer gehouden aan onderlinge afspraken. Ten aanzien van de overstap van leerlingen zijn de volgende afspraken gemaakt. Afspraken die uitsluitend van toepassing zijn op het gedurende het schooljaar wisselen van basisschool. -

Als ouders bellen voor informatie in verband met een wens tot overplaatsing, wordt in de eerste plaats naar hen geluisterd. Vervolgens worden zij terugverwezen naar de directie van de school van herkomst en wordt gemeld aan de ouders dat de betreffende directie op de hoogte wordt

15

-

-

-

gebracht van het telefoontje. Daarnaast wordt vermeld dat het niet te doen gebruikelijk is dat leerlingen gedurende het schooljaar wisselen van school. Tussentijdse wisseling van school vindt slechts plaats wanneer er sprake is van verstoorde verhoudingen dan wel dat het onderwijsaanbod voor betreffende leerling niet toereikend genoeg is. De directie van de school van herkomst wordt op de hoogte gesteld van het verzoek van de ouders. Als er sprake is van overname van de leerling, moet er vooraf altijd contact zijn geweest met de directie van de school van herkomst. De beslissing tot plaatsing ligt bij de directie na overeenstemming met de directie van de school van herkomst. Een kind wordt niet zomaar overgenomen; zeker niet wanneer het kind bij de PCL is aangemeld. Er geldt een soepele opstelling als blijkt dat het kind en ouders met een nieuwe start zijn geholpen. Het wisselen van school vindt niet plaats in de eerste en laatste acht weken van het schooljaar, tenzij de schooldirecties, in het belang van kind en ouders, van mening zijn dat wisseling van school noodzakelijk is.

Wat moeten ouders verder weten? Ouders moeten weten dat er, in het belang van het kind, inzage is in het leerlingendossier van hun kind op de school van herkomst en dat de intern begeleiders van beide scholen contact met elkaar hebben. - Ten aanzien van de overdracht van informatie: een onderwijskundig rapport voor de nieuwe school is verplicht. Wanneer het zorgleerlingen met specifieke leer- en/of gedragsproblemen betreft, hebben de intern begeleiders contact met elkaar. - Het hierboven beschreven contact tussen scholen is eveneens van toepassing bij een wisseling van school per eerste schooldag van het schooljaar. Wanneer leerlingen van een andere basisschool op de Reiger komen, krijgen ze de ruimte om aan de nieuwe situatie te wennen. Na bestudering van het onderwijskundig rapport van de vorige school, aangevuld met eigen observaties en toetsen, bepalen we het niveau van het kind en zetten we, indien nodig, gerichte hulp in. -

6.2. Hulp aan individuele leerlingen Het komt voor dat een leerling de leerstof niet goed opgenomen heeft of dat het tempo te hoog ligt. De capaciteiten van alle leerlingen zijn immers verschillend. Dat betekent, dat een leerkracht goed moet kunnen omgaan met de verschillen in de groep. Hiervoor worden voortdurend alle leerkrachten geschoold. Natuurlijk kunnen niet alle achterstanden door de groepsleerkracht weggewerkt worden. dan wordt er een handelingsplan opgesteld onder aansturing van de IB-er. Als ouder houden we u op de hoogte wat voor hulp we geven, want wellicht kunt u thuis ook meehelpen. We doen er alles aan om de leerling zo snel mogelijk weer op het goede spoor te krijgen. Op De Reiger heeft de IB-er de volgende taken:  Zij neemt aanvullende tests af als de gewone toetsen niet voldoende inzicht in bepaalde problematiek geven.  Zij adviseert leerkrachten over extra hulpmateriaal.  Zij heeft contacten met externe deskundigen om nog beter hulp te kunnen bieden aan uw kind.  Zij heeft overleg met intern begeleiders van andere basisscholen in de Haarlemmermeer.  Zij coördineert de leerlingenbesprekingen. In deze vergaderingen worden de problemen van individuele kinderen besproken. Naar aanleiding daarvan wordt bekeken of er een vervolgonderzoek wordt ingesteld. Op het moment dat er vervolgafspraken gemaakt worden, worden de ouders geïnformeerd.  Zij heeft regelmatig een bespreking met de schoolleiding. Als u als ouder problemen over uw kind wilt bespreken, doet u dat in eerste instantie met de groepsleerkracht. Zij maakt het kind de hele dag mee en heeft een goede kijk op de 16

ontwikkeling van het kind in de groep. Er kan ook een gesprek plaatsvinden met de groepsleerkracht én de intern begeleider. Soms is een onderzoek door een externe deskundige noodzakelijk om meer zicht te krijgen op de dieperliggende oorzaken. 6.2. Dyslexieprotocol De Reiger handelt vanuit het protocol leesproblemen en dyslexie. Dit protocol staat in zijn geheel op de website en staat hieronder beknopt weergegeven : Signaleren van en interveniëren bij leesproblemen  De school heeft kwalitatief goede methoden voor lezen.  De leerkrachten geven goed leesonderwijs en houden rekening met verschillen tussen de leerlingen.  De leerkrachten weten welke leesproblemen bij leerlingen op kunnen treden.  De leerkrachten analyseren de methode gebonden en niet methode gebonden toetsen en geven hun zorg aan bij de Intern Begeleider als de resultaten achterblijven of stagneren.  De leerkracht en Intern Begeleider bepalen gezamenlijk welke interventie voor de leerling het meest geschikt is en de komende groepsplanperiode ingezet kan worden. Dit wordt met de ouders besproken. In Parnassys wordt een individueel handelingsplan gemaakt. - Extra begeleiding van de leerkracht. - Extra begeleiding van de onderwijsassistent. - Extra lezen met de ouders thuis. - Didactische en/of pedagogische aanpassing van het aanbod en de aanpak.  De leerkracht en Intern Begeleider evalueren aan het eind van de groepsplanperiode de resultaten : - De interventies heeft voldoende effect gehad : o Stoppen met de interventie o Nog een periode doorgaan om te borgen. - De interventie heeft onvoldoende effect gehad : o Nog een periode doorgaan met dezelfde interventie. Het was mogelijk nog te kort. o Nog een periode doorgaan, maar dan met een andere interventie. Onderzoek en behandeling Wanneer het lezen echt niet op gang komt of zeer traag verloopt, kan na anderhalf jaar leesonderwijs (medio groep 4) een dyslexieonderzoek worden aangevraagd. Wij vragen in overleg met de ouders een vergoed dyslexieonderzoek aan bij ONL/Onderwijs Advies in Hoofddorp. Voorwaarden voor dit vergoede onderzoek zijn :  De leerling moet anderhalf jaar leesonderwijs hebben gehad.  Er moet minimaal een periode van een half jaar intensief met de leerling gewerkt worden, bij voorkeur twee keer per week een half uur.  De leerling mag alleen maar E/V scores hebben behaald op de DMT en met AVI niet voorbij het niveau van groep 3 komen, ondanks het intensieve aanbod. Als aan bovenstaande is voldaan, wordt het onderzoek aangevraagd. De school levert daarvoor de volgende documenten aan :  Het aanmeldingsformulier van de ouders, inclusief kopie identiteitsbewijs  Het aanmeldingsformulier van de leerkrachten  Een uitdraai van het LOVS uit Parnassys  Het handelingsplan Als uit het onderzoek naar voren komt dat een leerling dyslexie heeft, heeft het recht op een vergoede behandeling. Op de Reiger worden de dyslexiebehandelingen op school uitgevoerd door een medewerker van Onderwijs Advies. Op een vaste dag krijgen de leerling 45 minuten individuele begeleiding. De school faciliteert de ruimte. Onderwijs Advies 17

zorgt voor de inhoud van de behandeling, de toetsing en de communicatie naar de ouders en bepaalt hoe lang de behandeling plaats zal vinden. De school is hier niet verantwoordelijk voor. Het kan ook voorkomen dat een leerling het technisch lezen goed beheerst, maar de resultaten met spelling enorm achterblijven. Er kan dan een dyslexieonderzoek voor spelling worden aangevraagd. De aanpak in de groep  Bij technisch en begrijpend lezen zit de leerling in de instructie afhankelijke groep. Dit betekent na de basisinstructie een verlengde instructie en veelal ook extra hardop lezen met de leerkracht.  Als een vorm van pre-teaching kunnen teksten voor de zaakvakken en begrijpend lezen meegegeven worden naar huis, met het verzoek aan de ouders om de teksten een aantal keer met de leerling te lezen.  Compenserende en dispenserende maatregelen zoals : - Het gebruik van een leeskaart - Meer tijd bij toetsen - Vergroten van de toetsen - Voorlezen van teksten m.u.v. toetsen - Extra duo- of tutorlezen. - Gebruik van Kurzweil 6.3. Begeleiding meer begaafde leerlingen Ook leerlingen die extra goed kunnen leren, krijgen speciale aandacht op de Reiger. Binnen de methoden is extra oefenstof aangegeven, die deze leerlingen kunnen maken. Daarnaast bieden we deze leerlingen speciale leerstof aan, waaraan ze zelfstandig mogen werken. Voor leerlingen die op alle gebieden hoog presteren starten we in schooljaar 2015-2016 een plusklas. De criteria voor toelating staan beschreven in ons Ondersteuningsplan. In uitzonderlijke gevallen kunnen we eventueel ook besluiten leerlingen versneld door te laten stromen. 6.4. Een jaar overdoen en aangepaste programma's Soms nemen we na overleg met de ouders het besluit om een kind het leerjaar over te laten doen. Dit gebeurt vooral als een kind op verschillende punten achterblijft bij de meeste klasgenootjes. Het komt ook voor dat we de afspraak maken dat een kind voor een bepaald vak met een aangepast programma gaat werken. Zo'n leerling haalt op dat gebied niet het eindniveau van de basisschool, maar we stellen het aangepaste programma zo op, dat er aansluiting is bij het vervolgonderwijs. 6.5.

Logopedische hulp

Vanuit de gemeentelijke subsidie voert de afdeling logopedie van OnderwijsAdvies jaarlijks een logopedische screening uit op alle basisscholen in de gemeente Haarlemmermeer. Een screening is een kort logopedisch onderzoek. Dit wordt uitgevoerd om eventuele logopedische problemen te signaleren en zo mogelijk ouders/school te ondersteunen bij het vinden van een oplossing. Verdeeld over het schooljaar worden alle kinderen tussen 4,9 en 5,9 jaar logopedisch gescreend. Dit duurt ongeveer 20 minuten per kind. Circa twee weken voordat uw kind aan de beurt is ontvangt u als ouders een screeningsbrochure met informatie over de screening en een vragenlijst ter ondertekening. Om uw kind te kunnen screenen is het van belang dat dit formulier tijdig ondertekend op school wordt ingeleverd. De datum van de screening wordt van te voren bij de leerkracht bekend gemaakt. Na afloop van de screening krijgen alleen de kinderen waarbij bijzonderheden worden geconstateerd een brief mee naar huis. 18

De logopedist zal u dan telefonisch of persoonlijk informeren over de bevindingen en met u bespreken of er eventuele vervolgstappen nodig/gewenst zijn. Als u vragen heeft kunt u deze stellen bij de intern begeleider van de school. 6.6. Het zorgplan In het samenwerkingsverband Haarlemmermeer werken leraren, directeuren, bestuurders en vele anderen aan de centrale opdracht: 'Het inrichten van een structuur waarbij alle leerlingen die zorg krijgen, die ze nodig hebben om een ononderbroken ontwikkelingsproces te kunnen doorlopen.' In het zorgplan beschrijft het samenwerkingsverband het beleid, dat ze voert voor het realiseren van zorg op maat voor alle leerlingen. Het accent ligt voornamelijk op de bovenschoolse. Het zorgplan beschrijft de wijze waarop de zorgmiddelen van het samenwerkingsverband worden ingezet. Vanuit het samenwerkingsverband worden de volgende voorzieningen bekostigd: Zorg Indicatieteam, Zorg Advies team, Permanente Commissie Leerlingenzorg, Speciale scholen voor basisonderwijs, Managementteam, Interne Begeleiding, Taalprojecten en schoolspecifieke trajecten.

Externe betrokkenheid en ondersteuning Vaak lukt het de school om m.b.v. de eigen mogelijkheden leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften extra begeleiding te geven. Soms echter wordt de expertise van externen gevraagd. Op de Reiger worden de volgende externen ingezet : 6.7.

Zorg Advies Team (ZAT) Drie keer per jaar vindt een ZAT plaats. Hierbij zitten naast de directeur en de Intern Begeleider ook een medewerker van Onderwijs Advies, de GGD en Altra (schoolmaatschappelijk werk) aan tafel. A.d.h.v. een vaste structuur kunnen leerlingen multidisciplinair besproken worden. Vaak kunnen de tips en adviezen op school uitgevoerd worden, maar soms is de deskundigheid van externen nodig en worden leerlingen aangemeld bij OA, de GGD of Altra. Dit kan zijn voor consultatie, onderzoek, training en/of behandeling. Aan de ouders wordt vooraf altijd toestemming gevraagd. Eventueel kunnen ouders ook voor het ZAT worden uitgenodigd. Brugteam Passend Onderwijs Haarlemmermeer In het Brugteam zitten voormalig ambulant begeleiders van het SBO en SO (leer- en gedragsproblemen). De school kan ondersteuning van het Brugteam aanvragen. Op basis van de hulpvraag op het aanmeldingsformulier wordt een keuze gemaakt welke medewerker het beste de hulpvraag zou kunnen beantwoorden. In een gesprek met de medewerker van het Brugteam, de ouder(s), de leerkracht(en) en de IB-er wordt de hulpvraag verder aangescherpt, de beoogde doelen vastgesteld, de interventies besproken en het verdere traject bepaald. Ambulant Begeleider cluster 2 (taal-spraak problematiek) Als een leerling een rugzak cluster 2 heeft, wordt de school begeleid door een ambulant begeleider. Het is zijn/haar taak om samen met de school het begeleidingstraject inhoudelijk vorm te geven en te coördineren. Dit bestaat uit observaties van de leerling, gesprekken met de leerkracht(en) en de ouder(s), voeren van start/tussen en eindevaluaties, invullen van het ontwikkelingsperspectief (OPP) en eventueel ook werken met de leerling. Externe individuele begeleiders Voor de uitvoering van het OPP en individuele handelingsplannen (IHP) huren we regelmatig externen in. We houden hierbij rekening met de specifieke hulpvraag van de leerling.  Logopediste voor leerlingen met een rugzak cluster 2. 19

  6.8.

RT-ers voor leerlingen met leerproblemen. Gedragsdeskundigen voor leerlingen met gedragsproblemen. Verwijzen naar de speciale school voor Basisonderwijs

In uitzonderingsgevallen verwijzen we een kind na intensief overleg met de ouders door naar een speciale school voor basisonderwijs. Als individuele hulp en de inzet van aangepaste programma's onvoldoende resultaat hebben, wordt de hulp van de externe deskundige ingeroepen. Die neemt dan een uitgebreid onderzoek af. We bespreken wat de mogelijkheden in het basisonderwijs zijn of dat verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs meer voor de hand ligt. Aanmelding gaat volgens een voorgeschreven procedure waarvan consultatie, onderzoek en toetsing uitmaken. Vanzelfsprekend vindt dit, vanaf het begin, plaats in overleg met de ouders. Uiteindelijk geven ouders toestemming voor verwijzing naar de speciale school voor basisonderwijs. In de afgelopen jaren is er op de Reiger gemiddeld eenmaal per schooljaar naar de speciale school voor basisonderwijs verwezen. 6.9.

Onderwijs aan zieke kinderen

Wanneer een leerling ziek is, moet dit direct bij de school gemeld worden. Indien de leerling langere tijd niet naar school kan komen, gaan we samen met de ouders bekijken hoe we het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, kunnen voortzetten. Hierbij kunnen we gebruik maken van de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen. Voor leerlingen opgenomen in een academisch ziekenhuis zijn daar de consulenten van de educatieve voorziening. Het is onze wettelijke plicht om voor elke leerling, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Daarnaast vinden wij het minstens zo belangrijk dat de leerling in deze situatie contact blijft houden met de klasgenoten en de leerkracht. De leerling moet weten en ervaren dat hij/zij ook meetelt en erbij hoort. Het continueren van het onderwijs, aangepast aan de problematiek, is o.a. belangrijk om leerachterstanden zoveel mogelijk te voorkomen en sociale contacten zo goed mogelijk in stand te houden.

20

7. Steeds op zoek naar kwaliteitsverbetering Op een aantal manieren werkt de Reiger aan verdere kwaliteitsverbetering: werken met goede methoden, bekwaam personeel, het consequent volgen van de resultaten van de leerlingen en het ontwikkelen van het onderwijs met behulp van het schooljaarplan. 7.1 . Kwaliteitsverbetering door goede methoden In onze school geven we les met behulp van moderne lesmethoden. Bij het kiezen van lesboeken en ander materiaal stellen we ons de vraag: 'Kunnen kinderen goed leren met behulp van deze methoden en ziet het materiaal er aantrekkelijk uit?' Er zijn kinderen die extra moeilijk werk aan kunnen en kinderen die veel extra oefenstof nodig hebben. We letten er bij de aanschaf van methoden op of er voor beide groepen voldoende leerstof in de methode zit. Ook kijken we of de methoden voldoen aan de kerndoelen die de overheid ons stelt. 7.2. Kwaliteitsverbetering dankzij goed personeel Nog belangrijker dan de methoden die een school gebruikt, zijn de mensen die er werken. Aan hen heeft u uw kind toevertrouwd. Zij zorgen ervoor dat de materialen en de lesboeken zinvol gebruikt worden. De leerkrachten van de Reiger werken niet op eigen houtje, maar besteden veel tijd aan samenwerking en overleg. De maatschappij verandert voortdurend en dus ook het onderwijs. Nieuwe ontwikkelingen volgen we op de voet. Daarom zijn er elke week vergaderingen voor de leerkrachten, volgen leerkrachten nascholingscursussen om hun taak beter te kunnen verrichten en besteden de leerkrachten ruim tijd aan het bijhouden van de vakliteratuur. 7.3.

Kwaliteitsverbetering door een leerlingvolgsysteem

Een derde manier om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken en verder te verhogen is het werken met toetsen. Om onze leerlingen acht jaar lang zo goed mogelijk te kunnen volgen in hun ontwikkeling maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem. Het systeem levert waardevolle aanvullende informatie op over een leerling. Het laat zien hoeveel een kind in een bepaalde periode heeft bijgeleerd. Een aantal toetsen die wij gebruiken, wordt afgenomen bij een grote groep leerlingen, verspreid over het hele land. Daardoor is het mogelijk de vorderingen van uw kind te vergelijken met leeftijdsgenoten in ons land. De vakken rekenen, lezen, spelling en taal worden op verschillende onderdelen getoetst. De resultaten van de toetsen worden in de leerlingenbesprekingen met de intern begeleider besproken. U kunt aan de groepsleerkracht vragen wat de resultaten van uw kind zijn. Als het resultaat van de toetsen niet zo is als wij verwachten, betekent dat misschien wel, dat we consequenties moeten trekken uit onze manier van lesgeven of dat we onderdelen van het onderwijsprogramma moeten verbeteren. Het leerlingvolgsysteem biedt ons een overzicht van leerlingen, die extra hulp nodig hebben. Niet alleen op leergebied, maar ook in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. De intern begeleider maakt na iedere afname een dwarsdoorsnede, een trendanalyse en bespreekt dit binnen het managementteam en het team. Met deze overzichten kan er op individueel, groeps- en schoolniveau gekeken worden naar de ontwikkeling. Indien nodig vinden er interventies op de diverse niveaus plaats. Aan het eind van groep 7 wordt de 'CITO– entreetoets' afgenomen. Met deze entreetoets (afgenomen bij de entree naar groep 8) kunnen we goed nagaan in hoeverre de kinderen de leerstof van de basisschool onder de knie hebben. Op grond van de gegevens, die de entreetoets oplevert, zijn we in staat om een gericht plan op te stellen voor het laatste schooljaar op de basisschool. De leerkracht bespreekt de resultaten met de leerlingen individueel. Zo zijn zij eigenaar van hun leerproces. De entreetoets bestaat uit vier onderdelen: taal, rekenen/wiskunde, lezen en wereldoriëntatie. De uitslag van de entreetoets krijgen de kinderen, nadat wij deze van het CITO hebben ontvangen, mee naar huis. 21

8.

De Reiger en het voortgezet onderwijs

8.1.

Belangrijke punten bij de schoolkeuze

De schoolkeuze betreffende het voortgezet onderwijs is onder andere afhankelijk van de volgende elementen: het advies van de school, de uitslagen van de CITO- toets en eventueel een schoolkeuzeonderzoek. Eindadvies van de school Het advies van de groepsleerkracht, de intern begeleider en de schoolleiding is belangrijk bij een schoolkeuze. Zij hebben meestal een goed inzicht in de mogelijkheden waarover een kind beschikt. Daarbij zijn niet alleen de leerprestaties belangrijk, maar ook gegevens over de belangstelling van het kind, de zin in studeren, de wil om zich ergens voor in te zetten en de behoefte aan hobby's en vrije tijd. Dit advies bespreekt de leerkracht met u. CITO- Eindtoets Met de CITO- eindtoets worden de kennis en het inzicht van de leerlingen onderzocht op het gebied van taal, rekenen/wiskunde, studievaardigheden en wereldoriëntatie. De bedoeling is om meer duidelijkheid te krijgen over de vorm van voortgezet onderwijs die het meest geschikt is. Onafhankelijk van het school-eindadvies geeft de CITO- toets een aanwijzing over de te maken schoolkeuze. De uitslag van de toets delen we U schriftelijk mede. De uitslag van de CITO- eindtoets wordt weergegeven in een score. Gemiddelde Cito-uitslagen 2012-2013 535.5 536.5

De Reiger Landelijk gemiddelde

2013-2014 535.2 535.0

2014-2015 535,5 534.8

Uitstroomgegevens in % VWO HAVO/VWO HAVO VMBO t-HAVO VMBO t VMBO BL/GL

8.2.

2012-2013 21 17 17

2013-2014 22 30

23 16

35 13

2014-2015 19 26 10 16 29

Contacten met scholen voor voortgezet onderwijs

Met de scholen van het voortgezet onderwijs bestaat een goed contact. Ieder jaar is er overleg met de verschillende brugklascoördinatoren over de leerlingen, die dat jaar naar het voortgezet onderwijs zullen gaan. We bespreken dan de resultaten van onze leerlingen met hen, zodat de overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs zo probleemloos mogelijk zal verlopen. De brugklascoördinatoren stellen ons dan op de hoogte van de resultaten van onze schoolverlaters, die inmiddels op het voortgezet onderwijs zitten.

22

9. De Reiger voor kinderen én hun ouders Een goed contact tussen school en thuis is heel belangrijk. Niet voor niets noemden we voorin deze gids een geregeld contact met de ouders als één van de zaken waar we op de Reiger speciaal op letten. We informeren u niet alleen over alle belangrijke gebeurtenissen op school, maar ook over het wel en wee van uw kind. Wij van onze kant stellen het op prijs als u ons van belangrijke gebeurtenissen thuis op de hoogte houdt. Een goede samenwerking tussen school en thuis bevordert het welbevinden van een kind, dat staat vast. 9.1.

Informatie aan ouders

Reigerpost Iedere drie weken ontvangt u via de mail dit informatiebulletin. Hierin zijn de data van alle activiteiten in de komende periode opgenomen. Voorts worden bepaalde activiteiten toegelicht. Activiteitenkalender Aan het begin van het schooljaar ontvangen alle ouders een activiteitenkalender. Op deze kalender vindt u de activiteiten, die gedurende het schooljaar zullen plaatsvinden. Daarnaast zijn de groepslijsten en andere relevante gegevens in deze kalender opgenomen. Kennismakings-/ informatieavond Ook dit schooljaar willen wij u kennis laten maken met de groep en leerkracht van uw kind. Hiervoor hebben we een informatie-avond voor de ouders georganiseerd. In de week voor de kennismakingsavond ontvangt u een flyer. In deze flyer kunt u informatie vinden over de groep waarin uw kind zit. Het kan dus zijn, dat u drie flyers ontvangt, omdat u drie kinderen in verschillende groepen heeft. U wordt van harte uitgenodigd om de algemene informatie van de groepsleerkrachten te ontvangen, de materialen en de groep te bekijken. De leerkracht wil uiteraard tijdens deze avond algemene vragen beantwoorden. De dag na de informatie-avond ontvangen alle ouders een flyer met specifieke informatie over de groep. Oudercontactavonden Drie maal per jaar nodigen we de ouders uit zich in te schrijven voor een oudergesprek. Het eerste gesprek vindt plaats na zo’n 6 weken onderwijs. We praten dan over het welbevinden van uw kind en maken afspraken. Bij dit gesprek gaat het niet om toets resultaten. In februari en in juni nodigen we de ouders uit voor een gesprek aan de hand van het rapport. Individuele informatie Naast dit reguliere overleg brengt de leerkracht de ouders op de hoogte van elke specifieke zorg die binnen of buiten de groep aan hun kind gegeven gaat worden. De leerkracht kan vragen of de interne begeleider bij dat gesprek aanwezig is. Van deze gesprekken maakt de leerkracht een verslag, dat toegevoegd wordt aan het leerlingendossier. Als de school besluit om een kind aan te melden voor nader onderzoek, dan moeten de ouders daar toestemming voor geven op het aanmeldingsformulier, nadat zij de benodigde informatie gekregen hebben. We beoordelen de kinderen met van de groepen 1 t/m 4 met goed, voldoende, matig of onvoldoende. De leerlingen van groep 5 t/m 8 beoordelen we met cijfers. Natuurlijk hebben we ook aandacht voor de motivatie, de concentratie, werkhouding en de sociale omgang. Gescheiden ouders Op onze school wordt er, in principe, één gesprek per contactavond voor een kind gepland. Op deze manier krijgt u beiden op hetzelfde moment, dezelfde informatie. Als er redenen zijn om hiervan af te wijken, kunt u dit kenbaar maken bij de directie. Afspraken De leerkrachten van de school zijn graag bereid om buiten de ouderavonden met u te praten over uw kind. Als u daar behoefte aan heeft, kunt u altijd een afspraak maken. 23

Gesprek met de schoolleiding De directeur van de school, Anne Niehe, heeft geen officieel spreekuur. U kunt haar altijd aanspreken. Als het nodig is, maakt zij op korte termijn een afspraak met u. 9.2. Klachten Overal waar gewerkt wordt zijn wel eens misverstanden of kunnen er fouten worden gemaakt. Dat is op onze school niet anders. Klachten van serieuze aard en betrekking hebbend op de directe invloedssfeer van de school, zoals begeleiding en/of beoordeling van leerlingen, inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten, kunt u allereerst met de betrokkene(n) bespreken. Als een klacht niet opgelost kan worden in onderling overleg, of de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, dan kan men een beroep doen op één van onze interne contactpersonen. Interne contactpersoon De interne vertrouwenspersoon, ofwel contactpersoon, is aanspreekpunt voor zowel leerlingen, ouders en personeel bij klachten over ongewenst gedrag. De interne contactpersoon heeft geheimhoudingsplicht en kan u begeleiden, dan wel ondersteunen in een te volgen traject, zoals: -luisteren naar de klacht en informatie geven over de mogelijke procedures. -ondersteunen bij het oplossen van een klacht, waarbij de interne contactpersoon contact onderhoudt met alle betrokken partijen. -verwijzen naar de betrokkene(n) binnen de school (groepsleerkracht, directie, bestuur) -verwijzen naar de externe contactpersoon of de landelijke klachtencommissie, waarbij de interne contactpersoon u kan ondersteunen bij een officiële klachtenprocedure. De interne contactpersonen op onze school is Anneke Augustinus. Zij werkt op woensdag, donderdag en vrijdag. U kunt haar die dagen telefonisch op school bereiken en via de mail: [email protected] Klachten op het gebied van seksuele intimidatie en/of fysiek geweld waarbij vermoeden is van een strafbaar feit dienen altijd gemeld te worden bij de interne contactpersoon. Deze neemt na overleg met de klager dan direct contact op met de directie, het bestuur en de externe contactpersoon. Klachten Overal waar gewerkt wordt zijn wel eens misverstanden of kunnen er fouten worden gemaakt. Dat is op onze school niet anders. Klachten van serieuze aard en betrekking hebbend op de directe invloedssfeer van de school, zoals begeleiding en/of beoordeling van leerlingen, inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten, kunt u allereerst met de betrokkene(n) bespreken. Als een klacht niet opgelost kan worden in onderling overleg, of de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, dan kan men een beroep doen op één van onze interne contactpersonen. Interne contactpersoon De interne vertrouwenspersoon, ofwel contactpersoon, is aanspreekpunt voor zowel leerlingen, ouders en personeel bij klachten over ongewenst gedrag. De interne contactpersoon heeft geheimhoudingsplicht en kan u begeleiden, dan wel ondersteunen in een te volgen traject, zoals: -luisteren naar de klacht en informatie geven over de mogelijke procedures. -ondersteunen bij het oplossen van een klacht, waarbij de interne contactpersoon contact onderhoudt met alle betrokken partijen. -verwijzen naar de betrokkene(n) binnen de school (groepsleerkracht, directie, bestuur) -verwijzen naar de externe contactpersoon of de landelijke klachtencommissie, waarbij de interne contactpersoon u kan ondersteunen bij een officiële klachtenprocedure. De interne contactpersonen op onze school is Anneke Augustinus. Zij werkt op woensdag, donderdag en vrijdag. U kunt haar die dagen telefonisch op school bereiken en via de 24

mail: [email protected] Klachten op het gebied van seksuele intimidatie en/of fysiek geweld waarbij vermoeden is van een strafbaar feit dienen altijd gemeld te worden bij de interne contactpersoon. Deze neemt na overleg met de klager dan direct contact op met de directie, het bestuur en de externe contactpersoon. Voor de afhandeling van klachten, beroepen en geschillen in het bijzonder onderwijs (o.a. katholieke scholen) kunnen mensen voortaan ook terecht bij één loket. Dat is mogelijk geworden door de oprichting van de Stichting Geschillen Commissies Bijzonder Onderwijs (GCBO). De Stichting GCBO bundelt voor katholiek, protestants-christelijk, algemeen bijzonder en gereformeerd onderwijs zo’n twintig landelijke geschillen-, beroeps-, klachtenen bezwarencommissies die op grond van de wet of de Cao’s verplicht zijn voor onderwijsinstellingen. Deze commissies behandelen honderden geschillen, beroepen en klachten per jaar. Zij beschikken over veel expertise en hebben oog voor de identiteit van de scholen en instellingen. De commissies werken vanuit hun eigen identiteit. In de behandeling van de geschillen verandert daardoor niets. Op de website www.gcbo.nl kunt u terecht voor informatie over dit orgaan, de (klachten)procedures, de samenstelling van de commissies, de wet- en regelgeving en de jurisprudentie. Als u vragen hebt, staan de secretarissen van de commissies u graag te woord. Zij zijn te bereiken via een telefoonnummer, postadres en mailadres: Stichting GCBO Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel. 070-3861697 Mail: [email protected] Aandachtsfunctionaris kindermishandeling Binnen de Reiger zijn twee leerkrachten opgeleid tot aandachtsfunctionarissen kindermishandeling. In het protocol Kindermishandeling staat omschreven wat te doen bij vermoedens van kindermishandeling. De aandachtsfunctionarissen begeleiden de leerkrachten bij de uitvoering van het protocol. Zij voeren gesprekken en benaderen indien nodig de externe instanties. De leerkrachten zijn verplicht om vermoedens van kindermishandeling te melden bij de aandachtsfunctionarissen. Aandachtsfunctionarissen: Wendy Kuijs en Sissi van der Post 9.3. Ouders helpen op school Gelukkig zijn heel veel ouders op vele manieren actief op de Reiger. Een moderne basisschool als onze school kán eenvoudigweg niet zonder. Niet alleen de medezeggenschapsraad en de oudervereniging spelen een belangrijke rol, maar ook andere ouders zijn actief bij veel activiteiten onder en na schooltijd. Een paar voorbeelden:  Hulp bij creatieve activiteiten.  Begeleiden van groepjes kinderen tijdens een uitstapje.  Hulp bij sportactiviteiten.  Luizenpluizen 9.4.

De medezeggenschapsraad

Voor leerkrachten als werknemer is een goede rechtspositie belangrijk. Ouders zijn gebaat bij goed onderwijs en een prettig opvoedingsklimaat.

25

Om een school goed te laten functioneren is het belangrijk tegemoet te komen aan deze belangen. Daarom heeft de school een medezeggenschapsraad, die het overleg tussen beide groepen en het schoolbestuur regelt. De taken en bevoegdheden van de medezeggenschapsraad zijn nauwkeurig omschreven in het reglement. De medezeggenschapsraad op onze school bestaat uit zes leden. Drie leden worden gekozen uit en door de ouders, drie leden worden gekozen uit en door het personeel van de school. De medezeggenschapsraad bestaat uit de volgende ouders:  Herold Dongelmans (voorzitter)  Margriet Cederhout (secretaris)  Herold Dongelmans  Paula Philipse Namens het personeel hebben zitting :  Sissi van der Post  Anneke Augustinus  Ineke Smakman Stichting de La Salle heeft een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR), waar men onderwerpen bespreekt, die voor alle medezeggenschapsraden van de afzonderlijke scholen van het bestuur van belang zijn. De achttien scholen worden door twaalf personen vertegenwoordigd. De raad bestaat uit zes ouders en zes personeelsleden van de stichting. Het beleid van een school vormgeven en uitvoeren is steeds meer een taak van ouders, leerkrachten, directie en bestuur samen. Alle onderwerpen die op school van belang zijn, komen in de medezeggenschapsraad aan bod. Mocht u een bepaald onderwerp graag behandeld zien, dan kunt u dat via de medezeggenschapsraad aankaarten. De vergaderingen van medezeggenschapsraad en GMR zijn - tenzij anders vermeld - openbaar. E- mailadres M.R.: [email protected] 9.5.

De leerlingenraad

Kinderen uit groep 5 t/m 8 mogen meedenken en praten over zaken, die direct betrekking hebben op de kinderen zelf. Te denken valt aan onderwerpen als: een nieuw speeltoestel, inrichting speelplaats, inrichting lokalen, schoolregels, thema schoolfeest etc. Iedere groep wordt door twee leerlingen in de leerlingenraad vertegenwoordigd. Dit schooljaar worden wederom kinderen van groep 5 t/m 8 uitgenodigd om zich kandidaat te stellen. Na de kandidaatstelling vinden de verkiezingen plaats. Op een stembiljet kunnen de kinderen aangeven, op wie zij de stem uitbrengen. De officiële bekendmaking gezamenlijk plaats. Daarna stellen de gekozen leden zich voor aan ALLE groepen van de school. Een foto van de leerlingenraad hangt in hal van de school, zodat iedereen weet bij wie ze terecht kunnen voor vragen of in te brengen onderwerpen. De kinderen van de leerlingenraad krijgen tijd om onderwerpen met de groep te bespreken. Tijdens deze uitleg hebben de kinderen ook gehoord wat er van hen verwacht wordt. De bijeenkomsten vinden onder schooltijd plaats. Verschillende onderwerpen worden in de raad besproken. 9.6. De oudervereniging De Reiger heeft een oudervereniging waar iedere ouder die een kind op onze school heeft, automatisch lid van is. De ouderraad vraagt de ouders een vrijwillige bijdrage. De hoogte van dit bedrag wordt jaarlijks vastgesteld tijdens de jaarvergadering. Dit jaar is de hoogte van de vrijwillige bijdrage 25,- per kind per schooljaar. Daarnaast vraagt de oudervereniging de ouders om een verplichte bijdrage voor het schoolreisje, welke zij organiseren. De belangrijkste doelstellingen en taken van de ouderraad zijn:  De belangen van kinderen en ouders behartigen.  De contacten tussen ouders en team bevorderen.  Meehelpen van ouders op school bevorderen.  De ouderbijdrage beheren.  Organisatie van het overblijven.  Mede- organiseren van allerlei activiteiten op school. 26

Het bestuur van de oudervereniging, de ouderraad, bestaat uit ouders, gekozen door de ouders van de kinderen van onze school. De ouderraad bestaat uit de volgende ouders: o Sonja Touw (voorzitter) o Saskia van Weel (penningmeester) o Mirjam Kühn (secretaris) o Tonny Vink o Jacqueline Kroon o Fanny Sandifort o Krista Hoogeveen o Sylvia Kiezenbrink o Angela Krukkert o Ingrid de Kooker De jaarvergadering vindt in oktober plaats. De verkiezing voor de ouderraad vindt plaats op de jaarvergadering van de oudervereniging. De vergaderingen van de ouderraad zijn openbaar. Iedereen kan deze vergaderingen bijwonen. Twee teamleden wonen deze vergadering namens het team bij. 9.7. Sportcommissie Sinds enkele jaren hebben wij een actieve sportcommissie bestaande uit enthousiaste ouders. Ieder schooljaar krijgt de school verzoeken om mee te doen aan diverse buitenschoolse sportactiviteiten. De sportcommissie maakt ieder jaar een selectie en regelt de organisatie van deze sportevenementen. De kinderen doen in groten getale mee aan deze georganiseerde activiteiten. Leden van de sportcommissie: Elbert Hulsbos Willem van der Voorn Angela Krukkert 10. 10.1.

Praktische punten Aanmelding

Als u uw kind bij ons op school heeft aangemeld, neemt de leerkracht voordat uw kind vier wordt, contact met u op (+ 6 weken van tevoren). U kunt dan met de desbetreffende leerkracht afspraken maken over enkele wenochtenden. Uw kind kan dan vóór zijn of haar vierde verjaardag op de Reiger komen, om aan de school en de groep te wennen. Meteen na zijn of haar vierde verjaardag volgt het kind de complete schoolweek. In overleg met ouders kan anders besloten worden. 10.2 Aanmelding en plaatsing van leerlingen met een ondersteuningsbehoefte Ieder kind, met of zonder ondersteuningsbehoefte, is in principe welkom op onze school. Onze school heeft als taak voor ieder kind zoveel mogelijk adequaat onderwijs te realiseren. Daaronder wordt verstaan een voor het kind passend onderwijsaanbod, zowel in pedagogisch (opvoedkundig) als didactisch (onderwijskundig) opzicht, dus zoveel mogelijk afgestemd op wat het kind nodig heeft. In de wet Passend Onderwijs is opgenomen dat ouders hun kind schriftelijk bij de school van voorkeur aanmelden. Scholen moeten ouders vragen of ze hun kind al eerder bij een andere school hebben aangemeld. De schriftelijke aanmelding betekent in de praktijk dat ouders een inschrijfformulier van de school invullen en ondertekenen. Dit moet minimaal tien weken voordat plaatsing op een basisschool wenselijk is (dus minimaal tien weken voor de vierde verjaardag). Als een kind extra ondersteuning nodig heeft, dienen ouders dat aan te geven. De school zal vragen of er gegevens beschikbaar zijn die inzicht geven in de ondersteuningsbehoefte, bijvoorbeeld onderzoeksrapporten van externe instanties. Bij de aanmelding van uw kind is 27

die informatie, eventueel aangevuld met informatie van een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal, de belangrijkste basis voor de school om vast te stellen of uw kind extra ondersteuning nodig heeft. Bij aanmelding van een leerling met een ondersteuningsbehoefte stelt de school zich de volgende vragen: wat is nodig om de leerling op de school te kunnen laten functioneren (afgestemd op zijn/haar behoeften), welke middelen staan de school ter beschikking en wat is mogelijk op basis van deze middelen, en waarom is de school wel of niet in staat – dankzij of ondanks de inzet van de middelen - de leerling kwalitatief goed onderwijs te bieden, afgestemd op diens behoeften? De school heeft ook haar beperkingen, om de eenvoudige reden dat er grenzen zijn aan de mogelijkheden in het opvangen van kinderen. De volgende grenzen worden onderscheiden: een zodanige verstoring van rust en veiligheid binnen de groep, dat het leerproces van het kind wordt belemmerd. Daarbij stellen wij altijd dat een kind leerbaar moet zijn zonder dat er structureel (gedurende meer dan twee lesuren per week indien de hulp intern wordt verzorgd of meer dan twee lesuren per dag indien de hulp extern door het samenwerkingsverband wordt geregeld en gefinancierd) een één-op-één situatie nodig is. Bij externe hulp zal altijd sprake moeten zijn van gekwalificeerd personeel dat instemt met de visie van onze school, en dat specifieke kennis en kunde heeft op het probleemgebied van de betreffende leerling. In de verhouding tussen verzorging/behandeling en het onderwijsaanbod dient het onderwijs te kunnen prevaleren. Verstoring van het leerproces van de andere leerlingen en gebrek aan opnamecapaciteit (aantal leerlingen per groep) zijn eveneens mogelijke grenzen. Voordat de school overgaat tot de toelating van een leerling met een ondersteuningsbehoefte dient een zorgvuldige afweging plaats te vinden tussen de belangen van de leerling en de belangen van de school. Een eventuele plaatsing van een dergelijke leerling in het regulier primair onderwijs moet de ontwikkeling van het kind bevorderen. Hoewel onze school het als haar taak ziet in voldoende mate tegemoet te komen aan de ontwikkelingsbehoefte van de leerling, zijn sommige kinderen beter op hun plaats op een andere basisschool, of in het Speciaal basisonderwijs (SBO) of het Speciaal Onderwijs (SO). Ten einde tot een dergelijke zorgvuldige afweging te komen, wordt het volgende stappenplan gehanteerd: 1. Aanmelding Aanmelding door de ouders bij de directie van de school: - Gesprek met de ouders - Vraag naar mogelijke eerdere schriftelijke aanmelding op andere basisschool - Toelichting op de visie van de school - Toelichting op de procedure. Hierna wordt het team geïnformeerd. 2. Informatie verzamelen Gegevens opvragen bij ouders en relevante instellingen door de school. 3. Informatie bestuderen Binnengekomen gegevens worden bestudeerd en besproken door directie en interne begeleiding en in het team gebracht. Aanvullende informatie kan worden opgevraagd. 4. Inventarisatie Er wordt in kaart gebracht wat de specifieke behoeften zijn van het kind; wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn op de volgende gebieden: pedagogisch, didactisch, kennis en vaardigheden van de leerkracht, de organisatie van de school en de klas, de mogelijkheden m.b.t. het gebouw en het materieel, de relatie t.o.v. de medeleerlingen en hun ouders. 5. Overwegingen De school onderzoekt op basis van de inventarisatie wat de leerling nodig heeft om op de school te kunnen functioneren, welke mogelijkheden de school zelf heeft en welke ondersteuningsmogelijkheden er door anderen, zoals gemeente en speciaal onderwijs, geboden kunnen worden. 6. Besluitvorming Op basis van de informatie die is verzameld en de overwegingen wordt een besluit over de toelating genomen door de directeur van de basisschool, gehoord hebbende het team. In 28

het besluit ligt besloten het antwoord op de vraag waar om de school wel of niet in staat is dankzij of ondanks de inzet van de middelen - de leerling kwalitatief goed onderwijs te bieden, afgestemd op diens behoeften. Daarbij wordt meegenomen of, en zo ja welke, consequenties er zijn i.v.m. de grenzen die zijn geformuleerd ten aanzien van de opvangmogelijkheden van de school. De school houdt de ouders op de hoogte van het verloop van het besluitvormingsproces proces en maakt melding van eventuele vertraging daarin. De school moet echter binnen zes weken beslissen of de leerling kan worden toegelaten. Deze periode kan eenmaal met maximaal vier weken worden verlengd. 7. Besluit De school gaat met de ouders in gesprek, en het besluit wordt besproken. Bij plaatsing wordt een plan van aanpak opgesteld met daarbij een overzicht van inzet en van middelen, inzet van informatie, ondersteuning van derden en eventuele aanpassingen binnen de school. Dit plan van aanpak kan per plaatsing sterk verschillen ; het betreft hier namelijk maatwerk. Indien de school besluit het kind niet te kunnen plaatsen, wordt een inhoudelijke onderbouwing door de school gegeven. Vervolg bij niet-plaatsing Als de school de leerling met een ondersteuningsbehoefte niet kan toelaten, zal de school, in samenspraak met de ouders, een passende onderwijsplek op een andere school zoeken. Dat kan een reguliere basisschool zijn of een school voor speciaal (basis) onderwijs. Belangrijk daarbij is dat een goede balans wordt gevonden tussen de wensen van ouders en de mogelijkheden van scholen. Vervolg na plaatsing Als blijkt dat we uw kind de ondersteuning kunnen bieden die het bij het onderwijs nodig heeft en dat uw kind leerbaar is (en blijft), dan wordt er samen met de ouders een plan van aanpak opgesteld. In alle gevallen dat wij menen het betreffende kind bij ons op school de juiste hulp te kunnen bieden, zullen wij altijd, zowel intern als met de ouders, minimaal tweejaarlijks evalueren. Wanneer bij tussentijdse evaluatie van het handelingsplan blijkt dat de school tegen een grens aan loopt, zal de school met ouders gaan zoeken naar mogelijke oplossingen binnen het samenwerkingsverband. In het kader van passend onderwijs is er een Geschillencommissie Toelating en Verwijdering ingevoerd. Aan deze commissie kunnen door ouders geschillen worden voorgelegd over: - de aanmelding/toelating van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, - de verwijdering van leerlingen, - de vaststelling/wijziging van het ontwikkelingsperspectief voor een leerling. De contactgegevens zijn: Geschillencommissie passend onderwijs Postbus 85191 3508 AD Utrecht e-mail: [email protected] Een brochure voor scholen/besturen en een brochure voor ouders is te downloaden op http://www.onderwijsgeschillen.nl/passend-onderwijs/geschillencommissie-passendonderwijs/ Deze brochures geven informatie over de te nemen stappen en het tijdpad. Met de invoering van de Geschillencommissie wil de overheid bereiken dat er voldoende rechtsbescherming wordt geboden bij geschillen. Naar verwachting zal er bij een geschil tussen de ouders en de school of het samenwerkingsverband snel zekerheid zijn over het onderwijs aan een leerling die extra ondersteuning nodig heeft. Het zal tevens tot uitspraken leiden die landelijk duidelijkheid geven over de invulling en uitvoering van passend onderwijs.

29

10.3.

Beleid verwijdering en schorsing van leerlingen

Schorsing Schorsing is een ordemaatregel, waardoor een leerling tijdelijk de toegang tot de school wordt ontzegd. De directeur is bevoegd tot schorsen van een leerling. Een besluit tot schorsing dient wel getekend te zijn door het bevoegd gezag (de bestuurder). De directeur informeert de ouders van het geschorste kind schriftelijk omtrent een voorgenomen schorsing. En de directeur informeert de ouders vervolgens schriftelijk over een definitief besluit tot schorsing. De directeur voert een schorsing uit nadat is voorzien in de opvang van de leerling onmiddellijk nadat deze de toegang tot de school is ontzegd. De ouders zijn verantwoordelijk voor de opvang van de leerling tijdens de duur van de schorsing. Aan de leerling wordt een taak meegegeven. De leerling blijft immers leerplichtig. De directeur informeert de leerplichtambtenaar en de onderwijsinspectie. Een schorsing duurt maximaal 5 schooldagen. Verlenging van deze periode is toegestaan hangende een in gang gezette procedure tot definitieve verwijdering van de school. De directeur overlegt over deze verlenging met het bestuur en informeert de leerplichtambtenaar en onderwijsinspectie. De directeur kan met onmiddellijke ingang schorsen (na overleg met en akkoord van de bestuurder) indien de geestelijke en de lichamelijke gezondheid en/of veiligheid van de medeleerlingen of van de personeelsleden dit vereist. De directeur documenteert de aanleiding en de achterliggende motieven van een schorsing. De directeur laat de ouders van het geschorste kind na enige tijd weten of de schorsingsmaatregel heeft gewerkt. Verwijdering Verwijderen is het definitief uitschrijven van een leerling van de school. Het bestuur is bevoegd een leerling te verwijderen. De directeur overlegt omtrent het voornemen tot verwijdering namens het bestuur met de ouders. De ouders kunnen hun standpunt duidelijk maken. Van dit overleg wordt een verslag gemaakt. De directeur kan het bestuur schriftelijk, gemotiveerd en gedocumenteerd verzoeken om te besluiten tot verwijdering van een leerling als het hiervoor genoemde overleg is gevoerd. Het bestuur besluit tot verwijdering niet dan nadat de directeur en betrokken groepsleerkracht zijn gehoord. Het horen van de groepsleerkracht geschiedt namens het bestuur door de directeur. Het bestuur doet de ouders schriftelijk mededeling van het (voorgenomen) besluit tot verwijdering. Daadwerkelijke verwijdering vindt niet plaats dan nadat is voorzien in de opvang van de leerling op een andere school onmiddellijk na de verwijdering. Een leerling kan pas definitief verwijderd worden wanneer een andere school zich bereid heeft verklaard de betrokken leerling op te nemen. De directeur is bevoegd de leerling te schorsen voor de tijd die nodig is om in de opvang van de leerling na verwijdering te voorzien. De ouders kunnen bezwaar aantekenen tegen de verwijdering binnen 6 weken na dagtekening van het verwijderingsbesluit. Maken zij binnen 6 weken geen bezwaar dan is het verwijderingsbesluit vanaf dat moment onherroepelijk. Maken zij bezwaar, dan dient het bestuur binnen 4 weken een beslissing te nemen op het bezwaarschrift. Alvorens deze beslissing te nemen, moeten de ouders nogmaals worden gehoord. Tevens dient met de inspecteur en desgewenst met andere deskundigen overleg plaats te vinden. Het bestuur kan de directeur opdragen bedoelde gesprekken te organiseren. De ouders kunnen zowel tijdens de bezwaarfase, als in de daaropvolgende beroepsfase de rechter inschakelen. Tijdens de bezwaarfase kunnen ouders een kort geding aanspannen, waarin zij vragen het bestuur te verbieden tot verwijdering over te gaan. Dit kort geding kan worden voorkomen door bij de uitreiking of toezending van de beslissing tot verwijdering aan te geven dat de leerling de bezwaarfase op school kan afwachten. Ouders kunnen ook de rechter inschakelen in de beroepsfase, als de beslissing op het bezwaarschrift inhoudt dat de leerling van school verwijderd wordt. In het kader van passend onderwijs is er een Geschillencommissie Toelating en Verwijdering ingevoerd. Aan deze commissie kunnen door ouders geschillen worden voorgelegd over: - de aanmelding/toelating van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, - de verwijdering van leerlingen, - de vaststelling/wijziging van het ontwikkelingsperspectief voor een leerling. 30

De contactgegevens zijn: Geschillencommissie passend onderwijs Postbus 85191 3508 AD Utrecht e-mail: [email protected] Een brochure voor scholen/besturen en een brochure voor ouders is te downloaden op http://www.onderwijsgeschillen.nl/passend-onderwijs/geschillencommissie-passendonderwijs/ Deze brochures geven informatie over de te nemen stappen en het tijdpad. 10.4.Informatie op internet Op onze website vindt u de schoolgids, de Reigerpost, de activiteitenkalender, het vakantierooster, het fotoalbum en noem maar op. We realiseren ons, dat we zeer zorgvuldig moeten omgaan met het plaatsen van informatie en foto’s op het internet. Dat geldt niet alleen voor de website maar ook voor filmpjes van optredens van kinderen op YouTube door ouders. Niet iedere ouder stelt het op prijs, dat hun kind op YouTube verschijnt. Houdt u hier rekening mee? Wij als school en u als ouders moeten zeer zorgvuldig omgaan de privacy van onze kinderen. Mocht u bezwaar hebben tegen een geplaatste foto, dan vragen wij dit meteen te melden bij de leerkracht van uw kind. 10.5. Gymnastiek Op dinsdag verzorgt Eugenie Krijger (vakleerkracht gymnastiek) de gymlessen van groep 1 t/m 8. Kleding:  Gymschoenen  Shirtje of pakje  Korte broek  Sokjes Enkele ‘spelregels’:  Geen sieraden (oorbellen, horloges, armbanden, kettingen dit in verband met de veiligheid)  Knopjes zijn wel toegestaan.  Als een armbandje niet af kan, dan graag een zweetbandje erom heen doen.  Deodorant is toegestaan: een roller. Geen Spuit! De drijfgassen blijven in de kleedkamers hangen.  Als kinderen hun gymkleding vergeten zijn, krijgen ze reserve kleding aan. Het is gevaarlijk om in je ‘gewone’ kleding te gymmen. Na afloop krijgt uw kind de kleding mee naar huis om te wassen. Wilt u z.s.m. de kleding weer aan uw kind meegeven. Met dank. Als uw kind om de een of andere reden niet kan deelnemen aan de gymles, vragen we u vriendelijk dit schriftelijk aan ons mee te delen. 10.6. Huiswerk Vanaf de middenbouwgroepen krijgen de kinderen af en toe huiswerk mee in de vorm van een te leren proefwerk of het voorbereiden van een boekbespreking of spreekbeurt. In groep 8 wordt dit uitgebreid met het geven van wekelijks huiswerk. Het gaat hierbij dan om een weektaak reken- en taalhuiswerk. Doel hiervan is de kinderen te laten wennen aan het regelmatig maken van huiswerk en hen te leren dit huiswerk te plannen over een hele week. Kijkt u met regelmaat eens naar het huiswerk van uw kind(eren). De meeste kinderen vinden dat prettig. Heeft u er vragen over, neem dan contact op met de groepsleerkracht. 10.7.

Tussen schoolse Opvang en Buitenschoolse Opvang

31

10.7.1. Tussen schoolse opvang De tussen schoolse opvang wordt op de Reiger geregeld door de Ouderraad en overblijf coördinatoren Els Bogers en Aryanne van Hussen. Zij zorgen, naast natuurlijk een goede overblijfmogelijkheid voor een transparante boekhouding, en ouders die de overblijf doen. Ouders kunnen online aangeven wanneer hun kind zal overblijven, op de site van `overblijven met Edith`. De betaling wordt geregeld middels automatische incasso De overblijfouders krijgen wel eens de vraag of een overblijver bij een vriendje of vriendinnetje mag gaan eten. In verband met verantwoordelijkheden mogen wij hier niet over beslissen. Als u het goed vindt, dat uw kind met een ander kind mee naar huis gaat, hebben wij een briefje nodig. Op dat moment neemt u namelijk de verantwoordelijkheid over. Zonder toestemming van ouders mogen en kunnen wij kinderen niet met een ander kind naar huis laten gaan. Als uw kind op de overblijflijst staat en onverwachts NIET kan overblijven, is het belangrijk dat u uw kind afmeldt. Voor informatie over de kosten en de aanmeldprocedure verwijs ik u naar de website van de Reiger, wwww.rkbsdereiger.nl 10.7.2. Buitenschoolse opvang Buitenschoolse opvang (voor- en naschoolse opvang) De buitenschoolse opvang wordt verzorgd door BORUS Kinderopvang. Met ingang van het schooljaar 2015/2016 zal BORUS de opvang verzorgen vanuit een eigen groepsruimte binnen De Reiger. Kinderen kunnen derhalve eenvoudig vanuit school naar de BSO zonder het schoolplein te verlaten. BORUS is een familiebedrijf met een HKZ|ISO gecertificeerd kwaliteitssysteem. Sinds de oprichting in 1997 staan veiligheid, welbevinden en ontwikkeling van kinderen centraal. Voorschoolse Opvang (VSO) De Voorschoolse Opvang biedt de kinderen de gelegenheid rustig wakker te worden en ontspannen te ontbijten. Het ontbijt bestaat uit brood met beleg, melk, sap of thee. Na het ontbijt kunnen de kinderen nog even een puzzel maken, een spel spelen of een boekje lezen. Vervolgens zullen we gezamenlijk gaan opruimen, tassen pakken en daarna gaat iedereen naar het eigen klaslokaal. De voorschoolse opvang is tijdens schooldagen geopend vanaf 07.15 uur. Het tarief voor de voorschoolse opvang bedraagt € 7,08 per dag. Naschoolse Opvang (NSO) Zodra De Reiger sluit, gaat de BSO van BORUS open. Op schooldagen tot 18.30 uur en tijdens de schoolvakanties en studiedagen van 08.30 uur tot 18.30 uur. Naschoolse Opvang biedt kinderen van 4 t/m 13 jaar (groep 1 t/m 8) een gezellige en veilige plaats om na schooltijd en tijdens schoolvakanties te kunnen ontspannen met leeftijdgenootjes van dezelfde school en soms zelfs uit dezelfde groep. Met activiteiten voor zowel de jongere als de oudere kinderen, wordt er dagelijks kind volgend gewerkt. Uw kind kan tijdens de middag zelf kiezen wat hij of zij wilt doen. Een boek lezen of juist mee doen aan een groepsactiviteit? Beide is mogelijk bij ons. Tijdens vakanties wordt er altijd een uitgebreid programma voorbereid met vaak diverse uitstapjes naar bijvoorbeeld een boerderij, schaatsbaan of naar een museum. Het uurtarief voor de naschoolse opvang bedraagt € 7,08 per uur. Afmelden van zieke of afwezige kinderen: BORUS Lisserbroek: 06 – 53602187. Bij geen gehoor kunt u ook de vestiging Hoofddorp bereiken op 023-5577607. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar de site: www.borus.nl De kosten voor alle onderstaande vormen van opvang vallen onder de Wet Kinderopvang, en komen mogelijk in aanmerking voor toeslagen. www.belastingdienst.nl. 32

10.8.

Schooltijden

Groep 1 t/m 4 's morgens 08.45 - 12.00 uur 's middags 13.00 - 15.15 uur woensdag 08.45 - 12.30 uur woensdagmiddag en vrijdagmiddag vrij Groep 5 t/m 8 's morgens 08.45 - 12.00 uur 's middags 13.00 - 15.15 uur woensdag 08.45 - 12.30 uur woensdagmiddag vrij De groepen 3 t/m 8 hebben elke ochtend van 10.15 – 10.30 uur pauze. Inlooptijden: Vanaf 08.30 uur en 12.50 uur gaan de deuren open en mogen de kinderen naar binnen, eventueel samen met u. De leerkracht is dan ook in het lokaal aanwezig. In de klas mogen de kinderen een leesboekje pakken of even een praatje met elkaar maken. NB.

De schoolbel gaat om 08.40 uur en 12.55 uur. De lessen beginnen om 08.45 uur en 13.00 uur

Voor dringende vragen of opmerkingen kunt u altijd terecht bij de leerkracht van uw kind, hetzij in het lokaal of in de koffiekamer. 10.9. Verzekeringen De belangrijkste verzekering waar ouders mee te maken krijgen als zij hun kind naar school sturen is de aansprakelijkheidsverzekering. Ook onze school heeft een dergelijke verzekering. Veel ouders denken, dat deze verzekering ook vernielingen, letstel of beschadiging vergoedt, maar dat is niet het geval!! Wanneer duidelijke nalatigheid of schuld van de leerkrachten, meewerkende ouders of schoolbestuur aantoonbaar is, gaat de verzekering pas over tot het accepteren van de schadeclaim. In andere gevallen zou de W.A.- verzekering aangesproken moeten worden van de ouders van het kind, dat de veroorzaker is van de 'schade'. Het schoolbestuur kan alleen dan aansprakelijk gesteld worden indien de 'schade' duidelijk veroorzaakt is door iemand die bij het onderwijs betrokken is. Schoolongevallenverzekering Het schoolbestuur heeft ook voor alle bij de school actief betrokken personen, te weten de leerkrachten, de kinderen en meewerkende ouders een schoolongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering geldt gedurende het verblijf in de schoolgebouwen of op de daarbij behorende terreinen tijdens de officiële schooluren. Daarnaast geldt de dekking ook tijdens verblijf op sportvelden, in gymnastieklokalen, schoolreizen, kampen en excursies in schoolverband en onder toezicht. U wordt verzocht bij schade als gevolg van een ongeval waarvoor deze verzekering geldt, zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de schoolleiding. 10.10. Vakantierooster 2015-2016 Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie

19 okt. t/m 23 okt. 2015 21 dec.t/m 01 jan. 2016 22 febr. t/m 26 febr. 2016 33

Paasvakantie 25 mrt. t/m 28 mrt. 2016 Meivakantie 27 april t/m 06 mei 2016 Pinksteren 16 mei 2016 Zomervakantie 18 juli t/m 26 aug 2016 Studiedagen 24 sept, 26 okt, 11 jan. 19 febr, 13 juni Extra vakantieweek onderbouw 13 juni t/m 17 juni 2016 Het vakantierooster is door de medezeggenschapsraad goedgekeurd. 10.11.

Verjaardagen

Verjaardagen kinderen Als uw kind jarig is, mag hij of zij uiteraard trakteren. Andere traktaties dan snoep blijven onze voorkeur hebben. Het is de bedoeling de kinderen geen dure traktaties mee te geven. Een kleine traktatie voor kinderen en juf voldoet uitstekend. Laat het niet uit de hand lopen. Vanaf groep 3 vieren we de verjaardag van de kinderen zonder ouders. Een traktatie voor alle juffen is niet nodig. De jarige job mag een grote kaart uitzoeken, waar alle juffen hun naam opzetten en het kind van harte feliciteren met zijn/haar verjaardag. Verjaardagen leerkrachten De leerkrachten vieren hun verjaardag ook op school. Zij doen dit met een feestdag voor hun groep. Voor de kinderen blijft het leuk om iets voor de leerkracht te doen. Vaak zamelen de kinderen iets in voor een gezamenlijk cadeau, maar een tekening of knutselwerkje vinden we net zo leuk. In de hogere groepen nemen de kinderen onderling wel het initiatief om samen voor de leerkracht iets te maken of te kopen.. 10.12.

Verlof leerkracht

Sommige leerkrachten hebben een aantal dagen per jaar vrij. Dit is in verband met hun leeftijd, of omdat ze full-timer zijn. In overleg met de betrokken leerkrachten (ook de vervangers) worden de vrije dagen vastgesteld. Uiteraard houden we rekening met het gegeven dat we de leerlingen niet willen confronteren met veel wisselingen. Een enkele keer volgen leerkrachten cursussen onder schooltijd of hebben zij een dag buitengewoon verlof. In dergelijke gevallen wordt de groep door een andere leerkracht overgenomen. 10.13.

Verlof leerling

Alleen in bijzondere omstandigheden kan er schriftelijk verlof aangevraagd worden bij de schoolleiding. Er wordt in principe aan uw kind geen verlof toegekend wanneer u met uw gezin buiten de schoolvakanties op vakantie gaat, of wanneer u vrijaf wilt voor een lang weekend of een dagje uit. Vierjarige kinderen in Nederland mógen onderwijs volgen en bijna alle kleuters doen dat. Een keer een dagje ‘thuis bijkomen’ is prima, maar regelmaat, ook voor de andere kinderen in de kleutergroep, wordt zeer op prijs gesteld. Er bestaat leerplicht vanaf het moment dat een kind 5 jaar wordt. Dat betekent dat u uw kind wettelijk verplicht is de school te bezoeken. Dit zijn de richtlijnen die we op de Reiger bij het aanvragen van verlof hanteren en die bij wet zijn geregeld. Regeling verlof buiten de schoolvakanties (Afkomstig van de afdeling Leerplicht van de gemeente Haarlemmermeer.) 1.

Vakantieverlof

34

Een verzoek om vakantie op grond van artikel 13a van de Leerplichtwet 1969 dient minimaal 2 maanden tevoren aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Vakantieverlof wordt alleen dan verleend, wanneer:  Wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders, voogden of verzorgers het slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan;  Een werkgeversverklaring wordt voorgelegd waaruit blijkt dat geen verlof in de officiële schoolvakanties mogelijk is. Vakantieverlof mag:  Eénmaal per schooljaar worden verleend.  Niet langer duren dan 10 schooldagen.  Niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar. 2.

Gewichtige omstandigheden 10 schooldagen of minder

Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van het gestelde in artikel 14, lid 1 van de Leerplichtwet 1969 voor 10 schooldagen of minder dient vooraf of binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: a) Voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden. b) Voor een verhuizing voor ten hoogste 1 dag. c) Voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de 3e graad voor 1 of ten hoogste 2 dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van belanghebbende. d) Bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m 3e graad; duur in overleg met de directeur. e) Bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1e graad voor ten hoogste 4 dagen; bloed- of aanverwanten in de 2e graad voor ten hoogste 2 dagen; van bloed- en aanverwanten in de 3e of 4e graad ten hoogste 1 dag. f) Bij 25-, 40- en 50 jarige ambtsjubileum en het 12½ -, 25-, 40-, 50- en 60-jarige huwelijksjubileum van ouders of grootouders voor 1 dag. g) Voor andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof. 3. Gewichtige omstandigheden meer dan 10 schooldagen per jaar Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van artikel 14, lid 3 van de Leerplichtwet 1969 voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar dient van tevoren via de directeur van de school bij de Leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden voorgelegd. Verlof indien:  De ouders een verklaring van een arts of een maatschappelijk werker kunnen overleggen waaruit blijkt dat een verlof noodzakelijk is op grond van een medische of sociale indicatie betreffende één van de gezinsleden.  Voor ander naar het oordeel van de leerplichtambtenaar belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof. Belangrijk om te weten: De directeur is verplicht de leerplichtambtenaar mededeling te doen van ongeoorloofd schoolverzuim. Tegen die ouders die hun kind(eren) zonder toestemming van school houden, zal proces-verbaal worden opgemaakt.

35

4. Bezoek aan fysiotherapeut, logopedist, dokter en derden. (Opgesteld door de leerplichtambtenaar van de Gemeente Haarlemmermeer) De Leerplichtwet 1969 verplicht dat buitenschoolse activiteiten (hieronder vallen ook noodzakelijke zaken als bijvoorbeeld doktersbezoek/ logopedie/ fysiotherapie) waar mogelijk buiten schooltijd plaatsvinden. In geval van overmacht mag de schooldirecteur incidenteel verlof toekennen. Een regelmatig terugkerende activiteit kan alleen plaatsvinden na overleg met de directie. Hieraan worden namelijk stricte voorwaarden gesteld. Toestemming kan ook alleen verleend worden wanneer er uiterste inspanningen zijn verricht om de activiteit buiten schooltijd te laten vallen en indien dit niet is gelukt op het voor het onderwijs aan de leerling minst schadelijke moment. 10.14. Ziekte leerkracht (Uitgangspunten opgesteld door het College van Bestuur van Stichting de La Salle) We doen ons uiterste best om een vervanger te zoeken als een leerkracht ziek is. Veelal wordt aan parttime werkende leerkrachten gevraagd of zij een extra dag kunnen invallen of er wordt een beroep gedaan op de vervangerpool. Bovendien worden, in het geval dat er geen vervang(st)er beschikbaar is, op school maatregelen getroffen zoals het opstellen van een verdeelrooster en het aanleggen van mappen waarmee de leerlingen van de betreffende klas zelfstandig aan het werk kunnen. In eerste instantie kiest de schoolleiding van de school de beste oplossing in geval van absentie van een leerkracht. Zij zijn immers degenen, die midden in de praktijk staan en weten waar mogelijkheden en onmogelijkheden liggen. Toch hebben we gemeend om voor de gehele stichting een aantal uitgangspunten met elkaar te moeten vaststellen. Binnen deze uitgangspunten hebben de directies de vrijheid om naar eigen inzicht te handelen. Deze uitgangspunten zijn:  De schoolleiding geeft in principe geen les op de dagen dat zij directietaken moet uitvoeren.  Leerkrachten met speciale taken, zoals intern begeleider en remedial teacher, geven in principe geen les op dagen dat zij vrij geroosterd zijn voor deze taken. Natuurlijk kan het voor beide categorieën wel eens voorkomen dat zij vervangen, maar bovengenoemde functies en taken zijn zo belangrijk, dat wij van mening zijn deze als 'beschermde' functies en taken aan te moeten merken. Enerzijds om te voorkomen dat deze mensen overbelast worden en anderzijds omdat juist deze taken een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van de school.  Het bestuur staat niet toe dat onbevoegden onderwijs gaan verzorgen.  Wanneer alle mogelijke oplossingen niet kunnen worden toegepast, waardoor het onderwijs aan een groep niet kan worden verzorgd, zullen de leerlingen worden vrijgesteld van les.  Wanneer de schoolleiding tot deze maatregel moet besluiten, dan worden de ouders minimaal een dag van tevoren daarvan schriftelijk op de hoogte gesteld. Daarbij wordt er naar gestreefd de leerlingen niet langer dan één dag vrijaf te geven. In het geval dat een leerkracht meerdere dagen afwezig is en niet vervangen kan worden, zullen achtereenvolgens verschillende groepen gedurende één dag vrijaf hebben, waardoor de last verdeeld wordt. Gezamenlijk doen we ons uiterste best om te zorgen voor de continuïteit binnen onze scholen. Mocht dit onverhoopt een keer niet lukken, dan rekenen wij op uw begrip. 10.15. Ziekte leerling Bij ziekte van uw kind verzoeken we u de leerkracht van de betreffende groep op de hoogte te stellen. Dit kan schriftelijk, mondeling of telefonisch gebeuren. Als u de leerkracht zelf wilt spreken, dan graag vóór 8.40 uur.

36

Uw kind kan natuurlijk ook tijdens de schooluren ziek worden of gewond raken. Als een kind op school ziek wordt, proberen we de ouders of verzorgers van het kind te bereiken. Dit gebeurt meestal telefonisch. We vragen u dan het kind op school te komen ophalen. We sturen kinderen niet zelf naar huis. Als we geen gehoor krijgen, blijft het kind dus op school. Als het zodanig ziek is, dat verzorging onmiddellijk nodig blijkt, dan schakelen wij medische hulp in. Als uw kind meteen naar de dokter of naar het ziekenhuis moet, proberen we uiteraard eerst u als ouders te bellen, zodat u met uw kind naar arts of ziekenhuis kunt gaan. Dat is prettiger voor uw kind en de leerkracht kan dan aandacht blijven besteden aan de andere kinderen van de groep. Als we u niet kunnen bereiken, gaan we zelf als begeleiding mee. We hopen dat u dan later uw kind kunt overnemen. Mochten er wijzigingen optreden in uw bereikbaarheidsgegevens, dan verzoeken we deze wijzigingen aan school door te geven. 10.16.

Ouderwerkgroep hoofdluisbestrijding

Al sinds een lange tijd hebben wij een actieve groep ouders, die de hoofdluis uit onze school probeert te houden. Dit lukt bijna altijd, toch is het helaas niet 100% uit te bannen. De ouderraad heeft afgelopen jaar een protocol opgesteld. Dit protocol staat ook op de website van onze school. In dit protocol staan nauwkeurig de stappen omschreven. Bij het protocol vindt u ook enkele tips waarmee u luis in uw eigen huis wellicht kunt voorkomen. Deze tips zijn afkomstig van de GGD en RIVM. 10.17. Calamiteiten- en ontruimingsplan Op school is een calamiteiten- en ontruimingsplan aanwezig, waarin beschreven staat wat van het personeel en de kinderen verwacht wordt bij calamiteiten. Aan het begin van ieder schooljaar wordt het calamiteiten- en ontruimingsplan binnen het team besproken. Nadat het plan is goedgekeurd, wordt met de kinderen besproken wat te doen bij een calamiteit. Minimaal twee keer per jaar vindt er een ontruimingsoefening plaats. Op de Reiger zijn medewerkers opgeleid tot bedrijfshulpverlener (BHV). De taken van een BHV- er zijn:  Het in noodsituaties evacueren van kinderen en personeel.  Eerste hulp bij ongevallen.  Het bestrijden van het begin van brand.  Communicatie met hulpverleningsinstanties. De medewerkers hebben een opleiding gevolgd tot BHV en gaan de komende jaren één dag per jaar op herhaling. Daarnaast heeft een medewerker het EHBO-diploma. Bedrijfshulpverleners: Marjan Kamp, Brigit van Amsterdam, Josien Kerkvliet, Eugenie Plag, Mario Wegman en Anneke Augustinus en Anne Niehe Op onze school is ook een AED aanwezig! Uiteraard is de AED ook voor derden toegankelijk. 10.18. Sponsoring De Reiger wil meewerken aan sponsoring door derden in het komende schooljaar. Het gaat daarbij om het mogelijk maken van de leuke extraatjes. Een goed voorbeeld van sponsoring zijn ijsjes en prijsjes op de sportdag. Sponsoring is iets anders dan een gift of donatie. Bij sponsoring wordt altijd een tegenprestatie – hoe miniem ook – afgesproken. Een opdruk op genoemd shirt of een advertentie in de schoolkrant zijn de meest bekende tegenprestaties. Wat we uiteraard NIET willen is een Red Band zandbak of een Coca Cola sporthal. Wat we WEL willen is een eenmalige en kleinschalige sponsoring van de extra activiteiten die de school organiseert voor haar leerlingen. Lokale ondernemers kunnen dit schooljaar dan ook verwachten dat – naast de voetbalvereniging en de tennisclub – ook De Reiger een keer aanklopt. Ter verduidelijking nog dit. De overheid bekostigt de kerntaken van de school. Sponsoring mag het primaire proces van de school niet raken. Het sponsorbeleid van onze school dient derhalve toetsbaar en zorgvuldig te zijn wat betreft de volgende punten: 37

1. Sponsoring past binnen de doelstellingen van de school. 2. Sponsoring mag de objectiviteit van de school niet in gevaar brengen. 3. De school moet ook zonder sponsormiddelen onderwijs kunnen blijven geven. Wilt u de school sponsoren, dan kunt u contact opnemen met Anne Niehe. 11.

Schoolafspraken de Reiger

Eén van de uitgangspunten van onze school is dat kinderen met plezier naar school gaan. Voor een goede sfeer zijn er schoolregels nodig en maken we afspraken met de kinderen. Geregeld praat het team over de regels. Zo zorgen we ervoor dat regels in alle klassen hetzelfde zijn, natuurlijk aangepast aan de leeftijd van het kind. Kinderen dienen zich te houden aan de gedragscodes. We hebben al verteld welke dat zijn. We leren de kinderen ook hoe ze bepaalde conflicten kunnen oplossen. Er zijn regels opgesteld hoe de kinderen zich dienen te gedragen in de klas, in de gang en op de speelplaats. Toezicht op de speelplaats In verband met het toezicht, verwachten we de kinderen 's morgens niet vóór 8.30 uur op school, en de kinderen die niet overblijven, 's middags niet vóór 12.45 uur. Pas vanaf dat moment is er toezicht op de speelplaats. Bij slecht weer mogen de kinderen uiteraard iets eerder naar binnen. Verloren en gevonden voorwerpen Het komt nogal eens voor dat kinderen allerlei spullen op school kwijtraken. Enkele raadgevingen om dit te voorkomen:  Laat oorbellen, sieraden, kettingen, horloges, ringen en dergelijke liever thuis. Het dragen of meebrengen is voor eigen risico.  Speelgoed liever niet meebrengen naar school, alleen bij verjaardagen van kinderen uit groep 1 en 2 en na Sinterklaas. Ook dan voor eigen risico.  Zet naam in jassen, laarzen, sportkleding en op bekers en broodtrommels.  Maak wanten aan een koord vast.  Controleer geregeld of uw kind iets kwijt is. Gevonden voorwerpen worden bewaard in een bak die in de hal bij de kleuteringang staat. Mocht er iets kwijt zijn, dan kunt u het daar mogelijk terug vinden. Fietsen Kinderen, die in de nieuwbouwwijk wonen, mogen, indien de afstand niet lopend te doen is, met de fiets naar school komen. Dit geldt ook voor de kinderen, die ten noorden van de Lisserweg, aan de dijken of op het Turfspoor of Gansoord wonen. Uiteraard geven wij er de voorkeur aan om lopend naar school te komen, want dit voorkomt gevaarlijke situaties en beschadigingen aan fietsen. De kleuters kunnen de fietsen net als groep 3, 4 en 5 in de stalling op de kleuterspeelplaats zetten en groep 6, 7 en 8 in de andere fietsenstalling. Wij verzoeken iedereen om de fietsen zo netjes mogelijk neer te zetten in de stalling. Eventueel kunnen kinderen gebruik maken van de fietsenstalling bij de gymzaal. Beschadiging en diefstal zijn voor eigen risico. Rookverbod Op school geldt een rookverbod voor het gehele schoolgebouw. Ook op de speelplaats wordt niet gerookt. Diversen Tenslotte nog enkele "losse" regels: - De kinderen blijven op het speelterrein tijdens de pauzes. - De kinderen dragen geen petten of andere hoofdbedekking tijdens de lesuren. 38

- Fietsen op het plein mag alleen tijdens de wielermiddag. De regels voor binnen en buiten worden in alle groepen besproken. Het kan zijn dat afspraken gedurende het schooljaar worden gewijzigd of uitgebreid. In dat geval wordt de nieuwe of aangepaste regel in de Reigerpost bekend gemaakt.

39

12. 12.1.

Informatie van andere instellingen Aanbod JGZ Jeugdgezondheidszorg basisonderwijs

1. Contactmoment 5-jarigen Voor 5-jarigen geldt dat zij nog volledig in ontwikkeling zijn, zowel lichamelijk, motorisch, talig en psychosociaal. Het is de taak van JGZ om dreigende risico’s op te sporen en op adequate wijze te verwijzen naar derden. 1a. Screening 5-jarigen - Uitvoering door de (dokters) assistente. - Kinderen worden op school gescreend zonder de ouders. - De kinderen worden gescreend op: lengte/gewicht, visus en gehoor, tevens vullen ouders vooraf een vragenlijst in. - JGZ informeert de ouders vooraf schriftelijk over het onderzoek en achteraf over de uitkomst. Hierbij biedt JGZ nadrukkelijk de mogelijkheid aan ouders om een afspraak te maken met de JGZ- arts/verpleegkundige indien ouders hier behoefte aan hebben. - Het onderdeel motoriek komt duidelijk aan de orde in de vragenlijst aan de ouders. 1b Screeningsgesprek alle 5-jarigen - Doel van dit gesprek is het filteren van de risicokinderen die uitgenodigd worden voor een preventief gezondheidsonderzoek (PGO) op indicatie. (zie 1c) - Uitvoering door JGZ arts in overleg met leerkracht/IB- er op school. - De leerkracht vult van elke leerling een leerkrachtenformulier in met vragen over a.s. gedrag, ontwikkeling en motoriek. - Dit formulier wordt voor het screeningsgesprek opgestuurd naar de GGD, zodat de arts de gegevens kan beoordelen. - De afspraak voor het screeningsgesprek wordt ingepland in dezelfde week dat ook de screening plaatsvindt. 1c. Preventief gezondheidsonderzoek 5-jarigen op indicatie De JGZ arts heeft de taak de gegevens van de screening, vragenlijst van de ouders en het screeningsgesprek te beoordelen. Zo nodig vindt overleg met JGZ- verpleegkundige plaats. - aan de hand van de gegevens van de screening, vragenlijst van ouders en screeningsgesprek kan een consult op indicatie worden afgesproken bij de arts, verpleegkundige of (dokters)assistente. - Uitvoering van het preventief gezondheidsonderzoek (PGO) 5-jarigen door de JGZarts, tenzij door de arts in samenspraak met de verpleegkundige anders is bepaald. - Het onderzoek van kind met ouder(s)/verzorger(s) vindt plaats op een GGD-locatie. - Naar schatting zal 25% van de kinderen worden opgeroepen voor een PGOindicatie. Indien JGZ vooraf verwacht dat meer dan 75% van de kinderen van één school gezien zal moeten worden voor een PGO 5-jarigen op indicatie, dan zullen alle kinderen een uitnodiging voor een PGO 5-jarigen krijgen door de arts. (er zal dan niet gescreend worden) 2. Contactmoment groep 7 Voor kinderen van groep 7 geldt dat zowel de motoriek als spraaktaal volledig zijn ontwikkeld. In groep 7 ligt de nadruk op signalering van psychosociale problematiek. Het is de taak van JGZ om dreigende risico’s te signaleren en op een adequate wijze te verwijzen naar derden. Ook is het een taak om zowel preventief als bij bijzonderheden adviezen te geven aan ouders en/of school hoe hiermee om te gaan. De samenwerking tussen JGZ- arts, JGZverpleegkundige en (dokters)assistente is binnen een team essentieel. 2a. Screening groep 7 - Uitvoering door de (dokters)assistente. 40

-

-

Kinderen worden op school gescreend zonder ouders. De kinderen worden gescreend op: lengte, gewicht en visus. Screening van het gehoor vindt op indicatie plaats. Tevens vullen ouders vooraf zowel de gezondheidsvragenlijst als de SDQ- lijst (Strengths and Difficulties Questionnaire) in. JGZ informeert de ouders over het (screenings) onderzoek. Hierbij wordt de mogelijkheid aan ouders geboden om een afspraak te maken met de arts/verpleegkundige indien ouders hier behoefte aan hebben.

2b. Screeningsgesprek groep 7 - Doel van dit gesprek is het filteren van de risicokinderen die uitgenodigd worden voor een PGO op indicatie. (zie 2c) - Uitvoering door de JGZ- verpleegkundige in overleg met leerkracht/IB- er op school. - Leerkracht vult van elke leerling een leerkrachtenformulier met vragen over o.a. gedrag, ontwikkeling in. - Dit formulier wordt van te voren opgestuurd naar de GGD, zodat de verpleegkundige de gegevens kan beoordelen. - De afspraak voor het screeningsgesprek wordt ingepland in dezelfde week dat ook de screening plaatsvindt. - JGZ informeert ouders voorafgaand aan de screening met een begeleidende brief, die samen de SDQ- en vragenlijst wordt toegestuurd. 2c Preventief gezondheidsonderzoek groep 7 op indicatie. De JGZ verpleegkundige heeft de taak de gegevens van de score van de SDQ- lijst, vragenlijst van de ouders en het screeningsgesprek te beoordelen. Dit kan in een kort overleg met de arts. - Aan de hand van de gegevens van de screening, score van de SDQ- lijst, vragenlijst van de ouders en het screeningsgesprek kan een consult op indicatie worden afgesproken bij de arts, verpleegkundige of (dokters)assistente. - Uitvoering van het preventief gezondheidsonderzoek (PGO) groep 7 door de JGZverpleegkundige, tenzij door de verpleegkundige in samenspraak met de arts anders is bepaald. - Het onderzoek van het kind met ouders(s) vindt plaats op een GGD- locatie. - Naar schatting zal 25% van de kinderen worden opgeroepen voor een consult op indicatie. Indien JGZ vooraf verwacht dat meer dan 75% van de kinderen van één school gezien zal moeten worden, zullen alle kinderen een uitnodiging voor een PGO groep 7 krijgen door de verpleegkundige. (er zal dan niet gescreend worden) 3. Consultatie en overleg (telefonisch) binnen het basisonderwijs. - Uitvoering door de JGZ- arts of JGZ- verpleegkundige afhankelijk van de problematiek en eerder contact. - Aan de hand van consulten op indicatie die scholen of ouders aanvragen, overleggen artsen en verpleegkundigen regelmatig met een leerkracht of IB- er van een school en brengen advies uit. 4. Zorgadviesteams Basisonderwijs - 3x per schooljaar overlegt het zorgadviesteam op school. - Uitvoering door de JGZ- verpleegkundige in samenwerking met de IB- er en schoolmaatschappelijk werk. - De school geeft vooraf aan welke leerlingen zij wil bespreken. - JGZ kan ook kinderen inbrengen om te bespreken. - Ouders zijn op de hoogte dat hun kinderen worden besproken tijdens dit overleg. - Vanuit dit overleg kan onderzoek op indicatie plaatsvinden bij de arts, de verpleegkundige of (dokters)assistente. 12.2. Peuterspeelzaal In Lisserbroek is ook een peuterspeelzaal "De Broekjes". Deze is gevestigd in dorpshuis ‘de Meerkoet’. Voordat uw kind 4 jaar is, kan hij/ zij op de peuterspeelzaal geplaatst worden. 41

Daar kan uw kind op jonge leeftijd al veel plezier beleven aan het contact met andere kinderen. Ook het leren samenspelen en omgaan met nieuwe materialen komt in de peuterspeelzaal aan de orde. 12.3. Centrum Jeugd en Gezin Haarlemmermeer Het Centrum voor Jeugd en Gezin is het adres om jongeren en/of ouders naar toe te verwijzen voor licht pedagogische hulp. Het CJG voorkomt dat u van het kastje naar de muur gestuurd wordt bij opgroei- en opvoedvragen. U kunt bij ons terecht voor onafhankelijk advies, ook als u wilt weten welke organisatie u het beste kan helpen. U kunt uw vraag anoniem stellen. Sinds 1 januari 2015 kunnen consulenten van het CJG specialistische hulp inschakelen als dat nodig is Het aanbod van het centrum Jeugd en Gezin Wat kunnen we voor u doen? Wij werken snel en zonder verwijzing. Wij denken met u mee u bij grote en kleine vragen over opgroeien en opvoeden. U kunt uw vraag (anoniem) telefonisch, aan de balie, of per e-mail stellen. Binnen 24 uur neemt een consulent contact op (weekenden uitgezonderd). Voorbeeldvragen - Ik twijfel of de school van mijn kind wel de juiste voor hem is, hoe kom ik daar achter? - Mijn puber luistert niet, wat nu? - Mijn kind maakt me boos, hoe kan ik daar mee omgaan? Hoe groot of klein uw vraag ook is, wij nemen tijd en aandacht om uw vraag te beantwoorden. Algemene opvoedvragen Betrouwbare en algemene opvoedinformatie vindt u op:www.opvoeden.nl

12.4. Onderwijs Advies Onderwijs Advies geeft antwoord op vragen over leerlingen op het gebied van leerlingenzorg, onderwijsontwikkeling, kwaliteitszorg, managent en organisatie. Wat betreft de leerlingenzorg bieden (ortho-) pedagogen en psychologen gespecialiseerde diagnostiek en begeleiding. Dit kunnen vragen zijn over ontwikkelingsproblemen, leerstoornissen, capaciteiten, sociaal emotionele aspecten of schoolkeuze. Wat kan de adviseur OA betekenen:  het houden van consultatiegesprekken met leerkracht en IB-er over de begeleiding van leerlingen  het vertalen van onderzoeksrapportage naar handelingsgerichte adviezen om te komen tot suggesties  het bespreken van gegevens uit het leerlingvolgsysteem  het evalueren van de voortgang van leerlingen die onderzocht zijn  bespreken van de gesignaleerde problematiek om een goed zorgtraject in te kunnen gaan of ondersteuning bij de coördinatie van de zorg voor leerlingen  bij een hulpvraag van school en ouders kan de inzet van Drielanden bestaan uit: observatie in de groep, school video-interactie begeleiding, intelligentie onderzoek, onderzoek naar sociaal-emotionele ontwikkeling, pedagogisch-didactisch onderzoek, dyslexieonderzoek (zie procedure bij vermoeden van dyslexie) en onderzoek naar ernstige rekenproblemen  schoolkeuze onderzoek ten behoeve van de keuze voor het voortgezet onderwijs  ondersteuning van onderwijs aan zieke leerlingen  begeleiding en ondersteuning van leraren bij de uitvoering van hoe om te gaan met rouw en verlies binnen de school  het opleiden van begeleiden van leraren bij het opzetten van een sociale vaardigheidstraining op school

42



12.5.

deskundigheidsbevordering en ondersteuning van leraren op onder andere het gebied van de omgang met drukke kinderen, planmatig handelen bij sociaal emotionele problematiek, hanteren van het dyslexieprotocol Stagiaires

We worden ook jaarlijks door de Pedagogische Academies (PABO) in onze regio benaderd voor het begeleiden van eerste, tweede en derdejaars studenten van deze opleidingen. Per jaar wordt bekeken of we aan het verzoek kunnen meewerken. Daarnaast bieden wij SPW- studenten en leerlingen van andere opleidingen, de mogelijkheid om ervaring op te doen met de vele facetten van het basisonderwijs. Voor snuffelstages is geen plek op De Reiger.

43

Bijlage 1 Vaststellingsverklaring Schoolgids 2015-2016 School: r.k. Basisschool De Reiger

Adres: Azollastraat 47

Postcode en plaats: 2165 XP

d.d. ______________

Handtekening directeur _____________________

De schoolgids is besproken in de vergadering van de MR van bovengenoemde school. De MR heeft ingestemd met de schoolgids 2015-2016.

d.d. ………………………………………………

Naam en handtekening voorzitter MR

_________________________________

_________________________________

44