bestemmingsplan
Lisserbroek 1e herziening Toelichting juni 2015
Inhoudsopgave 1
Inleiding ................................................................................................................... 3 1.1 1.2 1.3 1.4
Aanleiding ............................................................................................................. 3 Aard en doel ......................................................................................................... 3 Vigerende bestemmingsplan ................................................................................ 3 Planproces ............................................................................................................ 5
2
Beschrijving van het plangebied .......................................................................... 6
3
Onderzoek inzake geluid ....................................................................................... 7 3.1 3.2 3.3 3.4
4
Algemeen .............................................................................................................. 7 Gang van zaken.................................................................................................... 7 Uitgangspunten en resultaten van het rapport Mosch .......................................... 7 Afweging goede ruimtelijke ordening .................................................................... 9 Juridische aspecten ............................................................................................. 12
4.1 4.2 5
Algemeen ............................................................................................................ 12 De regels ............................................................................................................ 12 Uitvoerbaarheid .................................................................................................... 13
5.1 5.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid ...................................................................... 13 Economische uitvoerbaarheid ............................................................................ 15
1
Inleiding
1.1 Aanleiding De aanleiding voor het maken van het bestemmingsplan is gelegen in de uitspraak van de Raad van State over het bestemmingsplan Lisserbroek. Ingaande op een beroep dat tegen dat plan was ingesteld, heeft de Raad van State het plandeel dat betrekking heeft op een strook grond achter de Waterklaverstraat, vernietigd. Met het voorliggende plan, ‘Lisserbroek 1e herziening’ geven wij een actuele planologische invulling aan deze strook. Om te verduidelijken waarom de Raad van State tot zijn uitspraak is gekomen, vermelden wij hier enige achtergrond. Het bestemmingsplan ‘Lisserbroek’ uit 1974 maakte de aanleg van drie voetbalvelden mogelijk. In 1973 zijn er twee velden aangelegd. Het veld dat ligt aan de zijde van de achtererven van de Waterklaverstraat, is bij de aanleg echter tot 8 meter buiten de bestemmingsgrens aangelegd tot op 5 meter van de achtererven. In 2005 is dit veld vervangen door kunstgras, op precies dezelfde plek. Omdat dit vervanging betrof, is geen planologische procedure gevoerd. In 2011 is een derde voetbalveld aangelegd aan de andere zijde van het sportcomplex. Dit had binnen de voorheen al geldende sportbestemming kunnen passen, maar om praktische redenen is gekozen voor de huidige situering. Deze ligt voor ongeveer 1/3 deel van het veld buiten de al geldende sportbestemming. In het bestemmingsplan ‘Lisserbroek’ uit 2012 is het gehele feitelijk bestaande sportcomplex bestemd als ‘Sport’. De Raad van State heeft bij uitspraak van 24 juli 2013 geoordeeld dat genoemde strook van acht meter niet onder overgangsrecht valt. Daarom had het bestemmen van ook die acht meter tot Sport aangemerkt moeten worden als een nieuwe situatie. Voor deze planologisch nieuwe situatie is ten onrechte geen beoordeling van geluid gedaan teneinde tot een conclusie over wel/geen goede ruimtelijke ordening te kunnen komen. Aan een inhoudelijk oordeel over een geluidrapport dat in opdracht van de familie Witteman was opgesteld, is daarbij niet toegekomen. In de uitspraak is de strook van acht meter met de bestemming ‘Sport’ van het bestemmingsplan ‘Lisserbroek’ vernietigd. Voor het overige is de bestemming ‘Sport’ in de uitspraak ongemoeid gebleven. 1.2 Aard en doel Dit bestemmingsplan geeft aan een strook grond van acht meter breed, achter en parallel aan de Waterklaverstraat, de bestemming Sport, als legalisering van de bestaande situatie. 1.3 Vigerende bestemmingsplan Wij geven hierna eerst het kaartbeeld weer. Dit is een uitsnede van ‘Lisserbroek’ (1974). Wat we op deze uitsnede zien, is een strook grond, waarin de letter D staat en waarin de maat 25 voorkomt. Dit is de strook, waarin de woningen aan de Waterklaverstraat zijn gebouwd. Rechts daarvan is een strook met een enkelvoudige arcering; die is bedoeld
voor achtertuinen. Dan volgen drie smalle stroken. Rechts daarvan is een vlak te zien met een kruisarcering; die heeft de bestemming ‘sport- en speelterrein’. De drie smalle stroken hebben, van links naar rechts, de bestemming ‘openbaar groen’ (breedte 5 meter), ‘openbare weg’ (breedte 2,5 meter) en ‘openbaar groen’ (breedte 5 meter).
Voor het nieuwe bestemmingsplan is relevant, dat de 2,5-meterstrook en de laatstgenoemde 5-meterstrook in de planstukken van ‘Lisserbroek’ (2012), iets anders zijn benoemd. In het raadsvoorstel tot vaststelling van dat plan staan breedtes van respectievelijk 2 meter en 6 meter. Daarom wordt gesproken over een strook van acht meter. En in de beroepsfase van dat plan is achterwege gelaten de strook met de bestemming ‘openbare weg’ nog afzonderlijk te noemen. De voorschriften van de bestemming ‘openbaar groen’ volgens het in 1974 vastgestelde bestemmingsplan ‘Lisserbroek’ luiden als volgt:
“De op de kaart voor ‘openbaar groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor gazon en beplantingen en de ten behoeve van het onderhoud hiervan nodige bouwwerken met dien verstande dat: a. de goothoogte van enig bouwwerk niet meer dan 3 m mag bedragen; b. de oppervlakte van enig bouwwerk niet meer dan 10 m mag bedragen.” 1.4 Planproces Voordat dit bestemmingsplan rechtskracht verkrijgt, dient de procedure te zijn doorlopen, zoals vastgelegd in de 'Wet ruimtelijke ordening'. Dit betekent, na de voorbereidende werkzaamheden: 1. Overleg met verschillende betrokken instanties over het voorontwerpbestemmingsplan; 2. Terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan gedurende zes weken, na bekendmaking, langs elektronische weg, van de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen bij de gemeenteraad; 3. Vaststelling van het bestemmingsplan (onder afweging van de ingediende zienswijzen) door de gemeenteraad binnen twaalf weken na afloop van de terinzageligging; 4. Terinzagelegging van het vastgestelde bestemmingsplan gedurende zes weken, met de bekendmaking van de mogelijkheid voor belanghebbenden in beroep te gaan bij de Raad van State.
2
Beschrijving van het plangebied
Het plangebied is onderdeel van het sportcomplex van de voetbalvereniging Kagia. De grond maakt deel uit van het hoofdveld. Gerekend vanaf de percelen met de woningen aan de Waterklaverstraat bevindt zich aansluitend een strook van 5 meter breed. Die heeft in het bestemmingsplan ‘Lisserbroek’ (2012) de bestemming ‘Groen’. Het nieuwe plan heeft (alleen) betrekking op de strook daarnaast, breed acht meter, waar feitelijk al sinds de aanleg in 1973 een sportveld ligt. Later bleek een verschil tussen de locatie van aanleg en de locatie van de bestemming ‘sport- en speelterrein’. Daarom is nu sprake van legalisering ten aanzien van de achtmeterstrook. uitsnede verbeelding bestemmingsplan ‘Lisserbroek’ (2012). Het witte vlak is het plangebied van ‘Lisserbroek 1e herziening’
3
Onderzoek inzake geluid
3.1 Algemeen De centrale vraag die voorligt in dit bestemmingsplan is, of er sprake is van een ‘goede ruimtelijke ordening’ als de gemeente deze strook grond alsnog als ‘Sport’ bestemd. Dit vergt een beschouwing op het geluidaspect. Bij het opstellen van een ruimtelijk plan dient de invloed van bestaande of nieuw te vestigen bedrijvigheid op de leefomgeving afgewogen te worden. De VNG Handreiking Bedrijven en Milieuzonering (2009) geeft richtlijnen voor de in acht te nemen afstanden tussen de grens van de bestemming die belastende activiteiten toestaat en de uiterste situering van de gevel van een woning die volgens het ruimtelijk plan mogelijk is. Bij de bepaling van die afstand is rekening gehouden met de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. Voor sportcomplexen wordt hierin een afstand gehanteerd vanwege geluid van 50 meter. In dit geval heeft het sportcomplex een afstand tot de woning van 37 meter in de geldende planologische situatie en van 29 meter in de feitelijke en tevens beoogd te bestemmen situatie. Dit is ruim minder dan de in de lijst aangeven afstand. Beseft dient te worden dat milieuzonering niet wettelijk is voorgeschreven maar een leidraad is voor milieuzonering als algemeen beginsel van een goede ruimtelijke ordening. De milieuzonering richt zich hierin op het sturen van nieuwe ontwikkelingen. Milieuzonering is niet bedoeld voor het beoordelen van bestaande situaties waarbij gevestigde milieubelastende activiteiten en milieugevoelige functies op minder dan de richtafstand van elkaar staan. Om die beoordeling wel te kunnen maken is akoestisch onderzoek verricht. 3.2 Gang van zaken Tijdens de beroepsfase van het bestemmingsplan ‘Lisserbroek’ (2012) bleek dat de familie Witteman een akoestisch onderzoek had laten verrichten. Zij hebben bij de Raad van State het akoestisch rapport overgelegd van bureau Peutz. Als een voorbereiding van het nieuwe bestemmingsplan heeft de gemeente, uit een oogpunt van onafhankelijkheid, een ander bureau ingeschakeld, namelijk het bureau Mosch. Bureau Mosch heeft een akoestisch rapport uitgebracht d.d. 29 maart 2014 nr 2013028. 3.3
Uitgangspunten en resultaten van het rapport Mosch
3.3.1 uitgangspunten Ten behoeve van het onderzoek zijn de volgende representatieve situaties beschouwd: - dagperiode weekend met 6 wedstrijden; - avondperiode werkdag met 3 trainingsuren.
De situaties zijn beschouwd in de nieuwe planologische situering en in de geldende planologische situering van het speelveld. Op de afbeelding hierna, een luchtfoto, zijn de situaties ingetekend die ten aanzien van het geluid vergeleken zijn.
De voetbalvelden worden in het weekend op zaterdag 9 -16.30 u gebruikt voor competitiewedstrijden en door de week 17 – 21.30 u voor trainingen. Een avondwedstrijd door de week kan worden gespeeld op dinsdagavond (senioren) op het hier aan de orde zijnde veld en op het woensdagavond (jeugd) op het veld aan de andere kant van het complex. Wedstrijden op woensdagavond komen geregeld voor. Wedstrijden op dinsdagavond komen nauwelijks voor. Als er geen wedstrijd is, wordt het veld vanaf 20.30 u niet gebruikt. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is in dit onderzoek het stemgeluid van sporters mee beschouwd. 3.3.2 resultaten - langtijdgemiddeld beoordelingsniveau Voor de geldende planologische situatie ten hoogste 48 / 45 dB(A) voor de dag-/ avondperiode. Voor de nieuwe planologische situatie ten hoogste 50 / 46 dB(A) voor de dag-/ avondperiode. De geluidbelasting op de woningen aan de Waterklaverstraat neemt overdag gemiddeld met 2 dB(A) toe en neemt ’s avonds met 1 dB(A) toe.
- maximaal geluidniveau LAmax (‘piekniveau’) Voor de geldende planologische situatie ten hoogste 62 / 59 dB(A) voor de dag-/ avondperiode. Voor de nieuwe planologische situatie ten hoogste 65 / 60 dB(A) voor de dag-/ avondperiode. Het maximale geluidniveau LAmax op de woningen aan de Waterklaverstraat neemt overdag gemiddeld met 3 dB(A) toe en neemt ’s avonds met 1 dB(A) toe. 3.4
Afweging goede ruimtelijke ordening
Algemeen Voor sportactiviteiten geeft het Activiteitenbesluit geluidsnormen van 50 dB(A) in de dagperiode en 45 dB(A) in de avondperiode. Voor het maximaal optredende geluidsniveau is dat 70 dB(A) respectievelijk 65 dB(A), waarbij sportactiviteiten of de activiteiten die hiermee in nauw verband staan, buiten beschouwing blijven. In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient dat laatste wèl meegewogen te worden. Het akoestisch onderzoek laat zien dat in de nieuwe planologische situatie de geluidbelasting vanwege het sportcomplexgeluid in de dagperiode met wedstrijden gelijk is aan de norm en in de avondperiode met trainingsuren een overschrijding geeft van 1 dB(A). Overwegingen - Alleen in de avondperiode is er een overschrijding, van slechts 1 dB(A). - Het aantal woningen dat in de invloedssfeer ligt van deze verandering is gering, namelijk 10. - Op zondag zijn er geen wedstrijden. - De sportactiviteiten vinden niet het gehele jaar door plaats. - Op de trainingstijden wordt door het bestuur van de club toegezien. - Buiten de reguliere trainingsavonden en wedstrijddagen is het complex gesloten en kan alleen onder begeleiding op het kunstgrasveld 3 (het verder gelegen veld) worden gevoetbald. - Het terugbrengen van de geluidbelasting door het huidige gebruik van het veld te beperken, is wegens het grote maatschappelijke belang van de sportactiviteiten in relatie tot het aantal van tien belaste woningen niet aanvaardbaar. - Vergeleken met de geldende planologische situatie is er een toename van 2 dB(A) voor het daggemiddelde en 1 dB(A) voor het avondgemiddelde. - De te bestemmen situatie is een al geruime tijd bestaande situatie. Het is praktisch gezien en gezien de kosten niet reëel om ten behoeve van genoemd verschil het veld te verplaatsen naar de oorspronkelijke bestemmingsgrens. - Maatregelen om de geluidbelasting terug te brengen door het realiseren van een geluidscherm geeft kosten – afhankelijk van de hoogte 3 meter tot 5 meter – van € 135.000,- tot € 225.000,- . In relatie tot het aantal te beschermen woningen, de geringe overschrijding van de norm en het geringe verschil van de geluidbelasting van de te bestemmen situatie ten opzichte van de oorspronkelijke bestemde situatie, vinden wij deze kosten onaanvaardbaar hoog.
Conclusie afweging Het algemeen belang van het sportcomplex gaat boven het individueel belang van tien aangrenzende woningen. De geconstateerde overschrijding van de geluidsnorm voor de avond met 1 dB(A) is gering. Maatregelen om de geluidbelasting terug te brengen, zijn of niet reëel of brengen mede in relatie tot het aantal van tien belaste woningen te veel kosten met zich mee. Bij een wettelijke toets zou hier een hogere grenswaarde verleend kunnen worden. Nu dit een afweging is in het kader van het begrip ‘goede ruimtelijke ordening’, is zo’n uitkomst niet aan de orde. Het leidt tot de gerechtvaardigde constatering dat de overschrijding niet dusdanig is dat hier in objectieve zin een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat ontstaat. Dit is de onderbouwing van het tot ‘Sport’ bestemmen van de achtmeterstrook. Om de afkadering van geluidoverlast zeker te stellen, kan met de Omgevingsdienst worden overlegd of hier het huidige gebruik in maatwerkvoorschriften kan worden vastgelegd. Door de vereniging wordt al zorggedragen voor naleving van het gebruik op de vastgestelde tijden.
Reactie op rapport Peutz Voor de volledigheid staat hierna onze reactie op het akoestisch rapport van het bureau Peutz, dat is opgesteld in opdracht van de familie Witteman. Dat rapport geeft een geluidbelasting-gemiddelde overdag en ’s avonds van 51 dB(A) en een piekbelasting van 75 dB(A). Het rapport heeft de volgende slotconclusie: - Het nieuwe bestemmingsplan laat de strijdigheid van een goede ruimtelijke ordening ten aanzien van de bestaande situatie bij de Waterklaverstraat onbesproken. - De verslechtering van de situatie met het bestemmen van het nieuwe veld uit 2011 (aan de andere zijde van het complex) is niet in onderzoek gebracht. Peutz heeft de planologisch gezien nieuwe situatie beschouwd. De gemeente is van mening dat ook afgewogen dient te worden of het bestemmen van de 8 meter extra een zodanige verslechtering geeft ten opzichte van die oude planologische situatie, dat daar daarom in de ruimtelijke afweging van afgezien zou moeten worden. Zoals wordt aangehaald in het rapport, wordt in het Activiteitenbesluit stemgeluid buiten beschouwing gelaten en wordt bij piekniveaus sportactiviteiten of activiteiten die daarmee in verband staan buiten beschouwing gelaten. Terecht wordt gesteld dat deze wel betrokken dienen te worden bij een afweging omtrent een goede ruimtelijke ordening. In feite had het in 2011 nieuw aangelegde (derde) veld ook binnen de voorheen al geldende sportbestemming gepast, doch is om praktische redenen gekozen voor de huidige situering. Hierbij is het vanaf de Waterklaverstraat gezien verst (op ongeveer 150
meter) af gelegen gedeelte van dat veld een planologisch nieuwe situatie. In een planologisch vergelijk levert het veranderd aanleggen van dat veld naar onze mening geen verslechtering voor de situatie bij de Waterklaverstraat. Wij wijzen er ook op dat de uitspraak nu van de Raad van State zich ook alleen richt op de strook van acht meter nabij de Waterklaverstraat. Het onderzoek van Peutz geeft een geluidbelasting van het dag- en avondgemiddelde aan van 51 dB(A) op het achtergevel van de woning Waterklaverstraat 19. In de nieuwe planologische situatie is de geluidbelasting in de dagperiode 1 dB(A) meer dan de grenswaarde van het Activiteitenbesluit. In de avondperiode is de grenswaarde 5 dB(A) lager, en is de overschrijding dus 6 dB(A). Voor het piekniveau is een waarde van 75 dB(A) berekend. Dat is in de dagperiode 5 dB(A) meer dan de grenswaarde en in de avondperiode 10 dB(A) meer dan de grenswaarde. Het geluidniveau wordt met name bepaald door de scheidsrechterfluit. Voor trainingen wordt echter uitgegaan van een luid roepende trainer. In de avondperiode vinden er trainingen plaats en geen wedstrijden. De berekende geluidbelasting voor de avondperiode is dus niet aan de orde.
“dat in de avondperiode kan worden voldaan aan de daarvoor in het Activiteitenbesluit opgenomen geluidsnormen” “Op grond van artikel 2.20, tweede lid, van het Activiteitenbesluit kan een hogere waarde worden vastgesteld indien in de geluidgevoelige ruimten van de woning in de avondperiode een waarde van maximaal 30 dB(A) wordt gegarandeerd. Omdat de overschrijding in de avondperiode 1 dB (A) bedraagt zal de minimale isolatiewaarde van de gevel 16 dB(A) moeten bedragen. Blijkens de notitie van de milieudienst heeft een normaal onderhouden woning een gevelwering van minimaal 20 dB(A).”
4
Juridische aspecten
4.1 Algemeen In de voorgaande hoofdstukken is ingegaan op het plangebied en de milieu- en omgevingsaspecten. De informatie uit deze hoofdstukken is gebruikt om keuzes te maken in de juridische onderdelen van het bestemmingsplan: de verbeelding en de regels. In dit hoofdstuk gaan wij in op de essentie. De Wet ruimtelijke ordening kent de verplichting ruimtelijke plannen en besluiten digitaal vast te stellen. De digitaliseringsverplichting geldt vanaf 1 januari 2010. Van toepassing zijn: - de ministeriële Regeling standaarden ruimtelijke ordening met de norm Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP); - het Informatiemodel Ruimtelijke Ordening en de Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten. De SVBP geeft normen voor de opbouw van de planregels en voor de digitale verbeelding van het bestemmingsplan. Voor dit plan zijn voorts de RO Standaarden 2012 verplicht. Dit bestemmingsplan is daarom opgesteld volgens de normen van de SVBP2012. 4.2 De regels Omdat het bestemmingsplan gaat over een stukje van een voetbalveld, is sprake van slechts één hoofdbestemming: ‘Sport’. De opgenomen regels zijn identiek aan de regels die gelden voor de gronden met de bestemming ‘Sport’ in het bestemmingsplan ‘Lisserbroek’ van 2012. Behalve twee specifieke vormen van Maatschappelijk, die als wijzigingsbevoegdheid zijn opgenomen, betreft het tekst die als standaardtekst wordt gehanteerd voor de regels van de bestemming Sport. Er is een bouwvlak opgenomen, om de bestaande bebouwing adequaat te regelen.
5
Uitvoerbaarheid
5.1
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Enkele gevoerde gesprekken Als een van de voorbereidende activiteiten van het plan zijn twee gesprekken gevoerd met de familie Witteman, degene die beroep had ingesteld tegen het bestemmingsplan ‘Lisserbroek’ (2012). Het eerste gesprek was met de portefeuillehouder bij de familie thuis. Het tweede gesprek, op voorstel van Wittemans juridisch adviseur, was tussen de akoestisch rapporteurs, in aanwezigheid van de familie Witteman en de gemeente op 16 april 2015. Van laatstgenoemde bijeenkomst is een kort verslag gemaakt. Dat laten wij hierna integraal volgen.
Aanwezig: mevrouw Witteman, heer Witteman, heer Jansen (bureau Peutz iov fam Witteman), heer Mosch (bureau Mosch iov gemeente), heer Herveille (gemeente), heer Monster (gemeente). Tijdens het bezoek dat wethouder Elzakalai op 9 april 2015 aan de familie Witteman bracht, stelde haar juridisch adviseur, de heer Lagerweij, voor een gesprek te houden tussen de twee makers van een akoestisch rapport over het geluid van het sportveld achter de Waterklaverstraat 1-19 (de familie Witteman woont op nummer 19), in een poging tot een vergelijk te komen. Vandaar dit gesprek van 16 april 2015. Geconstateerd wordt dat geen meningsverschillen bestaan over de gehanteerde uitgangspunten die aan de berekeningen van de beide akoestische rapporten ten grondslag liggen. De familie denkt dat als het nieuwe bestemmingsplan er is, de vv Kagia haar gewoonte om op het hoofdveld geen avondwedstrijden te spelen, wel zal loslaten. Zij vindt de hinderlijkheid van het ondervonden geluid groter dan bijvoorbeeld van een geroezemoes van bezoekers van een zwembad, in vergelijking met de volumineuze pieken die nu van het voetbalveld komen (de luid roepende trainer). De heer Jansen verzoekt het niet spelen van avondwedstrijden op het hoofdveld te borgen via het Activiteitenbesluit. Aangaande de dagperiode vraagt hij, los van zijn akoestisch rapport, om de hinder van vele jaren te keren, om een erfafscheiding van 1,5 à 2 meter hoog van geluidwerend materiaal met een afdakje, om zo een rustig hoekje in de tuin te creëren. Met een financiële bijdrage van de gemeente. De heer Mosch zegt dat een effectieve afscherming van geluid een bredere oplossing zou vergen dan alleen achter één tuin. De gemeente moet een constructie bedenken, aldus de heer Jansen, die effect heeft op de hele rij, met inachtneming van eventuele individuele wensen van de bewoners.
De heer Mosch denkt dat de effectiviteit van het voorgestelde hekwerk niet groot is wegens de weerkaatsing van het sportveldgeluid tegen de achtergevel van de woning, terug de tuin in. De heer Jansen verwacht een positiever effect van het voorgestelde hekwerk. De heer Monster vermeldt tot slot de verdere gang van zaken omtrent het bestemmingsplan. Het gemeentelijk standpunt over het voorgestelde hek wordt in de stukken verwerkt. B&W nemen een besluit tot vaststelling van het ontwerpbestemmingsplan. Daarover wordt de familie ingelicht. Intussen zullen de aantekeningen van dit gesprek alle deelnemers worden gemaild. In het gesprek zijn ook aan de orde gekomen - de vraag of lichtmasten zullen worden toegestaan op de achtmeterstrook; - de volgens de heer Witteman nog onbeantwoorde brief van 15 september 2005 aan de toenmalige wethouder, waarin hij een voorstel doet tot wijziging van de toegang naar de sportvelden in Lisserbroek. Wat het eerste betreft, zal daarop in de berichtgeving over het ontwerpbestemmingsplan worden ingegaan. Wat het tweede betreft, de nu overhandigde brief zal in behandeling worden genomen; de familie krijgt een ontvangstbevestiging. <einde citaat> Onze reactie over het geluidwerende hek is, dat zo’n oplossing geluidtechnisch slechts onvoldoende effectief kan zijn. Voor een adequate afscherming van geluid zou zowel een bredere als hogere oplossing nodig zijn, volgens de indicatie die in het akoestisch rapport van bureau Mosch is gegeven. Daarom is de gevraagde tegemoetkoming niet zinvol. Onze reactie over de lichtmasten is, dat in eerste instantie volgens de gebruikelijke regels, lichtmasten zouden worden toegestaan en wel tot 20 meter hoogte. Nagegaan is of zo’n uitsluiting een negatief effect op de ‘bedrijfsvoering’ zou kunnen hebben. Het blijkt in de voetbalpraktijk niet problematisch om aan dit uiteinde van het veld af te zien van lichtmasten. Daarom is als tegemoetkoming in de planregels vastgelegd dat in het plangebied geen lichtmasten zijn toegestaan. Ook is gesproken met de voorzitter van de sportvereniging Kagia. Tevens de dorpsraad is in dit stadium geïnformeerd. Buitengemeentelijk vooroverleg Omdat geen rijksbelangen en geen provinciale belangen aan de orde zijn, is afgezien van raadpleging van deze instanties. Er is wel overleg gepleegd met het Hoogheemraadschap van Rijnland. Rijnland heeft wegens de beperkte strekking – handhaving bestaande situatie – het plan telefonisch instemmend voor kennisgeving aangenomen. Rijnland ziet geen reden voor een
schriftelijk wateradvies. Dit aspect vormt dan ook geen belemmering voor vatstelling van het bestemmingsplan. Zienswijze De samenvatting van en de afweging omtrent de ingekomen zienswijze, ingediend namens de heer F.P.M. Witteman, zijn zoals te doen gebruikelijk vermeld in het raadsvoorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan. 5.2 Economische uitvoerbaarheid De economische uitvoerbaarheid van ruimtelijke plannen moet zijn verzekerd. Artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening stelt daarover dat de gemeenteraad bij het vaststellen van een bestemmingsplan moet besluiten om al dan niet een exploitatieplan vast te stellen. Deze hoofdregel gaat alleen op als sprake is van een zogeheten aangewezen bouwplan. In dit geval is daarvan geen sprake. Er wijzigt niets aan het bestaande sportgebruik. Dat er niets wijzigt aan het bestaande sportgebruik in het plangebied, is ook de gevolgtrekking uit een andere onderzochte invalshoek. Onderzocht is namelijk of verplaatsing van het kunstgrasveld dat direct achter de Waterklaverstraat ligt, over een afstand van acht meter, een haalbare optie is. Dat zou echter financieel een buitenproportionele investering vergen, principieel verdergaand dan de uitgave die de gemeenteraad heeft geaccordeerd om dit kunstgrasveld binnenkort van een nieuwe toplaag te voorzien. De conclusie is dat het voorliggende plan economisch uitvoerbaar is.