Schoolgids 2015 - 2016 Openbare Jenaplanbasisschool “De Imenhof” Markeweg 37 7582 BZ Losser Tel.053- 5361631 E- mail:
[email protected] Internet: www.imenhof.nl
Schoolgids 2015 - 2016
Inhoudsopgave 1. Inleiding ........................................................................................................... 4 2. Jenaplan en de Imenhof ............................................................................... 5-6 2.1 De identiteit van onze school ............................................................................ 5-6 2.2 De doelstellingen van onze school ........................................................................ 6 3. Achtergronden en informatie over Jenaplan .................................................. 7 3.1 Ontstaan in Nederland......................................................................................... 7 3.2 Basisprincipes Jenaplan, burgerschap en integratie ................................................ 7 4. De kwaliteit van ons onderwijs ....................................................................... 8 5. De organisatie binnen onze school ............................................................ 8-10 5.1 De schoolwoonkamer .......................................................................................... 9 5.2 De tafelgroep ..................................................................................................... 9 5.3 De viering .......................................................................................................... 9 5.4 Weeksluiting..................................................................................................... 10 6. Wat leren de kinderen op school?............................................................ 11-15 6.1 U meldt uw kind aan en dan…… ? ...................................................................... 12 6.2 De onderbouw ............................................................................................. 12-13 6.3 Groep 3 / Middenbouw / Bovenbouw .................................................................. 13 6.4 ICT ............................................................................................................. 14-15 6.5 Gymnastiek ...................................................................................................... 15 6.6 Muziekonderwijs ............................................................................................... 15 6.7 Creatieve vorming ............................................................................................. 15 7. Leerlingondersteuning ............................................................................. 16-19 7.1 Passend Onderwijs ...................................................................................... 16-18 7.2 Adviezen voor het vervolgonderwijs.................................................................... 19 8. Contacten ouders en informatievoorziening ........................................... 19-23 8.1 School en thuis ............................................................................................ 19-20 8.2 Stamgroepouders ........................................................................................ 20-21 8.3 Rapportage ...................................................................................................... 21 8.4 De Medezeggenschapsraad................................................................................ 21 8.5 Ouderbijdrage .................................................................................................. 21 8.6 Kosten van schoolreisjes............................................................................... 21-22 8.7 Ouderavonden .................................................................................................. 22 8.8 Het Gezoem en de Zoemer ................................................................................ 22 8.9 De spreekavond ................................................................................................ 22 8.10 Samenwerking school met GGD Twente Jeugdgezondheidszorg .......................... 23 8.11 Logopedie ...................................................................................................... 23 8.12 Eerste Communieviering, Vormsel .................................................................... 23
2
Schoolgids 2015 - 2016
9. School- & onderwijstijden ........................................................................ 24-25 9.1 Schooltijden ..................................................................................................... 24 9.2 Aantal lesuren .................................................................................................. 24 9.3 Extra vakantie en vrije dagen ........................................................................ 24-25 9.4 Maatregelen preventie schoolverzuim ................................................................. 25 10. Regels en afspraken in en om onze school ............................................ 26-31 10.1 De hoofdregels ............................................................................................... 26 10.2 RRespectprotocol en PBS ................................................................................. 26 10.3 Regels rondom school ..................................................................................... 26 10.4 Regels in het schoolgebouw ............................................................................. 27 10.5 Vervangingsregeling ........................................................................................ 28 10.6 Klachtenprocedure en vertrouwenspersoon ....................................................... 28 10.7 Contactpersoon ongewenste intimiteiten ........................................................... 28 10.8 Toelatingsbeleid ......................................................................................... 29-30 10.9 Calamiteiten ................................................................................................... 30 10.10 Buitenschoolse opvang ............................................................................. 31-32 10.11 Sponsoring ................................................................................................... 32 10.12 Over onderwijs.............................................................................................. 32 11. Externe contacten ............................................................................................ 33 Bijlage Basisprincipes Jenaplan Bijlage Datamuur juni 2015
3
Schoolgids 2015 - 2016
1. Inleiding Geachte ouders / verzorgers, Voor u ligt de schoolgids van de openbare Jenaplanschool “De Imenhof ". Met deze gids willen wij u en nieuwe ouders informeren over wat wij als school te bieden hebben. In ons onderwijs gaat het niet in de eerste plaats over “plannen” en “beleidsstukken”. Wij willen dat het over uw kind (-eren) gaat en vooral hoe we denken met elkaar om te gaan binnen onze Jenaplanschool. Een kind dat zich op school prettig voelt, zal zich met de juiste stimulans optimaal ontwikkelen. Wij vinden het heel belangrijk dat er ruimte is voor regelmatig contact tussen alle betrokkenen. Dit kan tijdens spreek- en ouderavonden. Daarnaast is er altijd gelegenheid tot informeel contact. Ouders zijn nauw betrokken bij onze school als lid van de Medezeggenschapsraad, als stamgroepouder, of als lid van een werkgroep. Samen met u willen wij onze school een gemeenschap laten zijn. Gericht op een goede ontwikkeling van kinderen op sociaal, creatief en cognitief gebied. Uw rol als volwassene kan ondersteunend, helpend en begeleidend zijn voor uw kind(eren), maar ook voor het team. Daarnaast staan er veel praktische zaken in deze schoolgids. Nieuwe ouders nodigen wij langs deze weg graag uit voor een bezoek om meer over onze school te weten te komen. Namens het team, Nienke Koertshuis - Olde Agterhuis (directeur)
4
Schoolgids 2015 - 2016
2. Jenaplan en de Imenhof 2.1 De identiteit van onze school Onze school is een openbare school en toegankelijk voor alle kinderen in de basisschoolleeftijd. Dit betekent in de praktijk dat alle kinderen welkom zijn, ongeacht godsdienst, levensovertuiging, politieke voorkeur, ras, huidskleur of geslacht. De toekomst moet gestalte krijgen door samenwerking van alle mensen. Samenwerken moeten kinderen leren. Daarom is de openbare school er voor iedereen. De school is in 1978 gesticht in de gelijknamige wijk “De Imenhof”. Sinds 1985 is onze school een Jenaplan-basisschool. Het is onze keuze om binnen “De Imenhof” te werken volgens het concept van Peter Petersen (1884-1952). In het Jenaplanconcept ligt besloten dat onderwijs en opvoeding samengaan. Alle dagen werken we met de vier basisactiviteiten: gesprek, spel, werk en viering. In elke samenleving spreken mensen met elkaar. Om ervaringen uit te wisselen, vragen te stellen en te beantwoorden, te overleggen en conflicten bij te leggen. Daarnaast is het voor mensen kenmerkend dat ze spelen, werken en vieren. Als leerlingen deelnemen aan deze activiteiten en betrokken zijn bij hun leeromgeving, kunnen ze zich ontwikkelen. Het uitgangspunt van onze school is dan ook het scheppen van gesprek -, speel-, werk - en vieringsituaties, met als doel de optimale ontwikkeling van het kind. Om dit te kunnen bieden maken wij gebruik van de ruimte binnen en buiten de school. Elk lokaal is ingericht als een school -woonkamer, waar kinderen zelfstandig de weg kunnen vinden en ook mede verantwoordelijk voor zijn. Vaak gebruiken we gangen, hallen en kamers om met groepjes te werken of te spelen. Kinderen leren het beste als ze zich prettig voelen, uitgedaagd worden en kunnen samenwerken. In een stamgroep zitten twee of drie jaargroepen, en evenveel ontwikkelingsniveaus als er kinderen zijn. Op deze wijze kunnen wij optimaal inspelen op het ontwikkelingsniveau van elk kind. We werken dan ook vaak in groepen, soms klassikaal en zo nodig individueel. Kinderen komen naar “De Imenhof” om te leren. Daarnaast moet onderwijs boeiend zijn, we vinden dat met een grote variatie in werkvormen het beste gaat. Om de leerlingen goed te kunnen beoordelen, wordt er veel geobserveerd en vaak geregistreerd. Als de resultaten opvallen of als het aanbod van leerstof te weinig kansen biedt, nemen we maatregelen. Leerlingen werken dan op hun "eigen" niveau. In het schoolplan 2011-2015 staan de (streef -) doelen voor ons onderwijs. Onze (streef-)doelen spelen een zeer belangrijke rol bij de vormgeving van het dagelijks onderwijs, maar ook bij het evalueren ervan. Het plein is kindvriendelijk en zeer ruim. Naast het plein ligt een groot speelveld met speelzand en een aantal speeltoestellen. Daar maken we als school ook geregeld gebruik van. Door deze mogelijkheden kunnen kinderen zich vrij bewegen in en om onze school. Wij vinden het belangrijk dat de leerlingen in aanraking komen met de levende wereld om ons heen. Daarom hebben we een schooltuin en gaan leerlingen regelmatig op excursies. Het gemeentebestuur van Losser was ons bestuur tot 1 januari 2008. Sinds januari 2008 horen we bij Consent. Dit is het bestuur van alle openbare scholen in Enschede en omgeving. Onder dit
5
Schoolgids 2015 - 2016
bestuur vallen momenteel 33 scholen. “De Imenhof” is een kleinere school met 110 leerlingen en 5 stamgroepen. Deze schoolgrootte zal naar verwachting de komende jaren stabiel blijven. Dit jaar nemen hebben we samen met katholieke basisschool De Verrekijker het nieuwe schoolgebouw in gebruik genomen op onze oude locatie aan de Markeweg. 2.2 De doelstellingen van onze school Het Jenaplan-concept wil kinderen zo goed mogelijk begeleiden op sociaal-emotioneel en cognitief gebied. Het gaat daarbij uit van de volgende punten: •
Het vormen van een persoonlijkheid kan alleen binnen een gemeenschap.
•
Eén van die gemeenschappen waarbinnen een kind opgroeit is een schoolgemeenschap.
•
Op onze Jenaplanschool willen we de kinderen leren een volledig functionerend lid van die gemeenschap te zijn. Deelnemer, kritisch en opkomend voor zichzelf én voor anderen.
•
We willen uw kind leren zijn vrijheid op een verantwoordelijke manier te gebruiken.
•
Wij willen dat uw kind met een voor hem of haar zo hoog mogelijk cognitief niveau van school gaat.
Op onze school worden de verschillen tussen de leerlingen positief benaderd.
6
Schoolgids 2015 - 2016
3. Achtergronden en informatie over Jenaplan 3.1 Ontstaan in Nederland In Nederland waren er mensen actief in de vernieuwingsbewegingen. Ze waren onder meer verenigd in de WVO (Werkgemeenschap voor Vernieuwing van Opvoeding en Onderwijs). In de jaren vijftig ontstond hieruit een groep die zich sterk ging oriënteren op het Jenaplan en zij vormden een werkgroep. De groep organiseerde een conferentie in 1964 en daarna ging het snel. Het aantal scholen, dat met Jenaplan bezig was, steeg in 1969 tot 100. Nu zijn er ca. 210 Jenaplanscholen waarvan 6 in Twente. In 1977 werd de Nederlandse Jenaplan Vereniging opgericht. Zij stelt zich vooral dienstbaar op naar ouders en teams. De N.J.P.V. geeft sinds 1986 het blad “Mensenkinderen” uit. De Nederlandse Jenaplan Vereniging (NJPV) is onderverdeeld in 12 regio's. In de Verenigingskring (VK) wordt het landelijke beleid vastgesteld, dat wordt aangedragen en uitgevoerd door de regio's. De NJPV zorgt ook voor conceptontwikkeling, scholing en begeleiding. De samenwerkende Jenaplanscholen in de regio zorgen voor de uitvoering, de voortgang en de kwaliteitsbewaking binnen de regio. 3.2 Basisprincipes Jenaplan, burgerschap en integratie Het Jenaplanonderwijs gaat uit van een aantal basisprincipes. Deze gaan over mensen, de maatschappij en opvoeding. Ze zijn niet vrijblijvend. Het zijn normen waaraan het leven en werken in school steeds moeten worden getoetst. Een van de basisprincipes is bijvoorbeeld: “Elk mens wordt als totale persoon erkend en waar mogelijk ook zo aangesproken”. Zo’n gedachte zal in de school gestalte moeten krijgen door bijvoorbeeld zwakke leerlingen minder en snelle leerlingen meer werk te geven. Kortom, in de schoolpraktijk zullen de uitgangspunten omgezet moeten worden in dagelijkse, concrete situaties. De basisprincipes zijn als bijlage opgenomen in deze schoolgids. Burgerschapsvorming brengt jonge burgers (want dat zijn leerlingen immers) de basiskennis, vaardigheden en houding bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Ze maken kennis met begrippen als democratie, grond- en mensenrechten, duurzame ontwikkeling, conflicthantering, sociale verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid en het omgaan met maatschappelijke diversiteit. Die kennis komt niet alleen uit het boekje, maar wordt ook geleerd door te oefenen in de praktijk. Denk hierbij bijvoorbeeld aan onze kringgesprekken. Burgerschap en integratie zijn geen vakgebieden, maar maken deel uit van het pedagogische klimaat. Hierbij is het belangrijk dat leerlingen verantwoordelijk gemaakt worden voor hun eigen leerproces, elkaar helpen en inspraak hebben.
7
Schoolgids 2015 - 2016
4. De kwaliteit van ons onderwijs Wij willen het beste uit uw kind halen. Door middel van het instrument “Kwaliteitsmeter Primair Onderwijs”, en een aantal instrumenten van de Nederlandse Jenaplanvereniging hebben wij een analyse gemaakt van onze sterke en zwakke kanten. Naar aanleiding hiervan hebben wij in ons schoolplan vastgelegd waar we de komende jaren aan willen werken. Een aantal jaren geleden zijn we gestart met het aanbrengen van meer structuur binnen Wereldoriëntatie in ons onderwijs. Onder begeleiding van iemand van de Nederlandse Jenaplanvereniging hebben we hier nu goed vorm aan kunnen geven. Dit jaar zullen er ook weer teamstudiedagen plaatsvinden, met als onderwerp Jenaplanonderwijs op de Imenhof. Ook hebben we ons het afgelopen jaren bezig gehouden met taal en rekenen binnen ons onderwijs. Het zogenoemde “Leesverbeterplan” en het “Rekenverbeterplan”. Onze resultaten op het gebied van lezen, begrijpend lezen en rekenen zijn aanzienlijk verhoogd. Deze resultaten gaan wij de komende jaren borgen. Daarnaast hebben we in de afgelopen 2 schooljaren als team een keuze voor een nieuwe reken- en taalmethode gemaakt. Zo houden wij ons onderwijs up-to-date. Komende jaren gaan we als team aan de slag met onder andere effectieve directe instructie en spelling. Hoewel de resultaten goed zijn, willen we graag naar beter. Dit betekent dat de laatste jaren de nadruk bij ons op school meer ligt op het leren. We zien dat het de kinderen goed doet. Door meer te leren krijgen ze meer structuur in hun eigen leerontwikkeling. Bovendien gaat het niveau van de kinderen omhoog, zodat zij zich competenter, dus beter voelen. U zult dit zichtbaar in onze school ervaren door de rust die er heerst. Als team borgen wij komende jaren de “Interactiewijzer”. De interactiewijzer is een sociaal emotionele methode die ons als leerkrachten nog beter in staat stelt uw kind(-eren) te helpen bij eventuele sociaal-emotionele problemen.
5. De organisatie binnen onze school We werken binnen onze school in stamgroepen. De stamgroep bestaat uit kinderen met verschillen in leeftijd en vordering in leerstof. We onderscheiden: •
Kleuterbouw Lieveheersbeestjes (4-5 jaar): leerlingen van de kleuterleeftijd.
•
Middenbouw Krekels (6-7 jaar): komt overeen met leerlingen die in groep 3 zitten.
•
Middenbouw Libellen (7-9 jaar): komt overeen met leerlingen die in groep 4 en 5 zitten.
•
Bovenbouw Sprinkhanen en Wespen (9-12 jaar): komt overeen met leerlingen die in groep 6, 7 en 8 zitten.
Deze groepen stellen we zo heterogeen mogelijk samen rekening houdend met o.a. geslacht en begaafdheid. Een leerling blijft twee of drie jaar in dezelfde stamgroep. De leerlingen blijven gedurende hun hele schoolperiode zoveel mogelijk in dezelfde stroom.
8
Schoolgids 2015 - 2016
De overgang van Kleuterbouw/ Middenbouw, Middenbouw/ Bovenbouw en Bovenbouw/ Voorgezet onderwijs is niet alleen een kwestie van schoolvorderingen, maar ook van rijpheid, interesse en werkhouding. Onze groepen zijn op deze wijze ingedeeld, omdat er volgens Petersen tussen het 6e en 13e levensjaar een duidelijke scheiding aan te brengen is. De kinderen ervaren achtereenvolgens hoe het is om in een groep de jongste, de middelste of de oudste te zijn. Zij leren bijvoorbeeld hulp vragen en hulp geven. Soms worden kinderen voor lezen, taal, rekenen of spelling in niveaugroepen geplaatst. Dit gebeurt een aantal keren per week in de midden- en bovenbouw, maar de “thuisbasis” is steeds de stamgroep met hun eigen leerkracht(en). 5.1 De schoolwoonkamer Het lokaal, waar leerlingen en leerkracht iedere dag samenkomen, is niet alleen om te werken maar ook om te leven. Daarom is de aankleding van het lokaal huiselijk. Leerlingen en leerkracht zijn verantwoordelijk voor de inrichting en het netjes houden van de ruimte. De schoolwoonkamer moet een plek zijn waar je graag komt om op een goede manier bezig te zijn met allerlei schoolactiviteiten. Om de zelfstandigheid van de leerlingen te bevorderen weten ze waar alles ligt en kunnen ze zelf pakken wat ze nodig hebben. 5.2 De tafelgroep Binnen de stamgroep functioneert de tafelgroep. Dit is een groepje leerlingen, dat doorgaans werkt aan dezelfde tafel. Het aantal kan verschillen. De groep wordt in principe op basis van vrijwillige keuze samengesteld. Er moet wel met de volgende voorwaarden rekening worden gehouden: de tafelgroep wordt uit leerlingen van verschillende leeftijden, geslacht en begaafdheid samengesteld, zodat inbreng en wederzijdse hulp kan ontstaan. 5.3 De viering Iedere ochtend wordt samen met de leerlingen in de kring begonnen en worden de namen opgelezen. Vanaf groep 3 wordt ook uit het logboek voorgelezen, hierin schrijven de leerlingen per toerbeurt wat zij de vorige dag gedaan en beleefd hebben. Soms staat de kring in het teken van een feest of een andere gebeurtenis (Sinterklaas, een kerkelijk of internationaal feest). Er wordt binnen de kring ook aandacht besteed aan verjaardagen of andere zaken. Grote vieringen, met de gehele school rondom een bepaald thema, vinden ongeveer acht keer per jaar plaats. Leerlingen en leerkrachten hebben daarin een aandeel met voordracht, verhaal, dans, spel en zang.
9
Schoolgids 2015 - 2016
5.4 Weeksluiting De week die we gezamenlijk begonnen zijn in de groep, wordt ook weer samen afgesloten. Gedurende het laatste half uur van de week, van 14.00 tot 14.30 uur verzorgt een groep leerlingen de weeksluiting in de groep. Deze kan bestaan uit toneel, zang, dans enzovoort. Ook kan de week worden afgesloten met een passend verhaal dat wordt voorgelezen of een terugblik op de afgelopen week. Tevens kennen we een aantal grote vieringen waarbij we per bouw of met de hele school een week afsluiten. Deze vermelden wij in de kalender op onze website en in de maandelijkse nieuwsbrief. Leerlingen, leerkrachten en ouders vormen het publiek tijdens de weeksluitingen. U bent dan ook van harte welkom. Zij genieten van de ervaringen die de groep tijdens een bepaalde periode of project heeft opgedaan en op deze manier laat zien. De leerlingen leren aandacht en waardering op te brengen voor datgene wat andere leerlingen doen.
10
Schoolgids 2015 - 2016
6. Wat leren de kinderen op school? Natuurlijk is het belangrijk dat de leerlingen goed leren lezen, schrijven en rekenen. Daarnaast wordt er veel tijd besteed aan wereldoriëntatie, de creatieve vakken en sociaal emotionele ontwikkeling. Elke ochtend beginnen alle groepen in de kring. Dit is iedere dag van de week een andere soort kring (weekopening, vertelkring, nieuwskring, bijzondere dingen kring, leeskring, muziekkring, kookkring, bijzonder kind kring, boekenkring). Om alle vakken doelmatig aan te leren wordt er geregeld, aan groepen leerlingen die aan dezelfde leerstof toe zijn, les gegeven in vorderingsgroepen: de instructies. Soms gebeurt dat binnen de stamgroep, soms gaan de vorderingsgroepen dwars door de hele bouw heen, bijvoorbeeld bij het niveau -lezen. Leerlingen worden gestimuleerd om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen. Herhaaldelijk heeft onderzoek aangetoond dat meetbare leerprestaties van leerlingen op een Jenaplanschool voor lezen, taal, spelling en rekenen even goed zijn als op andere scholen. Dat is opmerkelijk, omdat er in Jenaplanscholen, naast de cognitieve vakken zoveel meer gebeurt. Deze resultaten kunt u ook zelf bekijken. Als bijlage is de datamuur van juni 2015 toegevoegd. Hierop kunt u zien hoe wij met alle groepen op de toetsen van het leerlingvolgsysteem hebben gescoord. Deze datamuur wordt 2 keer per jaar gemaakt. Naar aanleiding van de opvallendste zaken uit de datamuur wordt een verbeterplan geschreven/ aangepast. Zo zijn wij continu bezig met de verbetering van ons onderwijs. De uitstroom van onze leerlingen richting voortgezet onderwijs is conform de landelijke norm. Uitstroomgegevens:
2013
2014
2015
Praktijkonderwijs
6%
0%
0%
VMBO – b
12%
6%
7%
VMBO - k
12%
12%
21%
VMBO - t
19%
29%
14%
HAVO
32%
24%
36%
VWO
19%
29%
22%
11
Schoolgids 2015 - 2016
6.1 U meldt uw kind aan en dan…… ? Als u kiest voor o.j.b.s. De Imenhof, meldt u uw kind officieel aan door middel van het inschrijfformulier. Dit formulier krijgt u van de directeur of locatieleider bij de rondleiding door onze school. De aanmelding kan al ruim voordat uw kind vier jaar wordt. Voor uw kind is altijd plaats, wij kennen geen wachtlijst. Ongeveer zes weken voordat uw kind vier wordt ontvangt u van de groepsleerkracht van de onderbouw een brief, met daarin oefendata. Het is gebruikelijk bij ons op school dat kinderen ongeveer een keer of vier een dag(-deel) komen oefenen. Dit om alvast kennis te maken met de groepsleerkracht(-en) en de andere klasgenootjes. De dag na de vierde verjaardag mag uw kind naar school. Vooral in het begin kan het prettig zijn om kort contact te hebben met de groepsleerkracht van uw kind. Dat vinden wij ook en daarom willen wij u na schooltijd altijd te woord staan over hoe het gaat met uw kind. Vooral in het begin is de overstap naar de basisschool best spannend. 6.2 De onderbouw De kleuters werken volgens de principes van het E.G.O. Onder E.G.O. verstaan we Ervaring Gericht Onderwijs. Hierbij werken we vanuit de ervaringswereld van het kind. Na enkele jaren van studie, uitwisseling en oefening zijn we zeer enthousiast over deze vorm van onderwijs. Mede omdat het goed aansluit bij onze Jenaplanprincipes. Het E.G.O. heeft 3 pijlers: 1.
vrije kleuterinitiatief
2.
milieuverrijking
3.
ervaringsgerichte dialoog.
Het vrije kleuterinitiatief houdt voor ons in, dat we leerlingen vrijheid van keuze geven binnen de gestelde ontdek -/ spelsituatie. Dit gebeurt tijdens de werk - en spellessen. Door deze eigen keuzemogelijkheid verhoog je de betrokkenheid waardoor de leerling zich optimaal ontwikkelt. De milieuverrijking betekent bij ons dat de omgeving van de leerling zo is ingericht, dat het uitnodigt tot spel en ontdekkend bezig zijn. Dat kan door de omgeving aan te passen, maar ook door groepsactiviteiten zoals verhaaltjes, versjes en zangspelen. De ervaringsgerichte dialoog houdt in dat de leerkracht tijdens de verschillende activiteiten regelmatig het gesprek aangaat om zo de ontwikkeling op gang te brengen. Het is van groot belang bij het verwerken van moeilijke of leuke ervaringen bij een leerling. Een belangrijk onderdeel van het E.G.O. is het observeren van de hele groep leerlingen. Van daaruit wordt het programma voor de volgende dag of dagen vastgesteld. Daarnaast worden leerlingen individueel geobserveerd i.v.m. de verschillende ontwikkelingsgebieden zoals: •
rekenen
•
taal/ spraakontwikkeling
•
ontwikkeling van kleine en grote motoriek
•
sociale ontwikkeling
12
Schoolgids 2015 - 2016
•
emotionele ontwikkeling
•
creatieve ontwikkeling
•
zintuiglijke ontwikkeling
De ervaringswereld van de leerlingen wordt gebruikt voor thematisch werken, waarbij wordt gezorgd voor een afwisselend en uitgebreid aanbod van keuzehoeken en speelwerkmateriaal. In de kleuterbouw onderzoeken we bij alle kleuters de ontwikkeling op verschillende gebieden. Daarnaast wordt er in de onderbouw veel aandacht besteed aan de beginselen van het leren lezen, schrijven en rekenen. Dit gebeurt altijd op een spelende wijze. In de kleuterbouw werken we met “Schatkist Rekenen”, “Gecijferd Bewustzijn” en voor taal gebruiken we “Fonemisch Bewustzijn”.
6.3 Groep 3 / Middenbouw / Bovenbouw Vanaf groep 3 beginnen we met spelling, rekenen en technisch lezen. De leerlingen werken op hun eigen niveau (basisstof en verdiepingsstof). Tijdens de werkperiode wordt er zelfstandig gewerkt aan taal, rekenen en spelling; de zogenaamde weektaak. Wij gebruiken in groep 3 de methode “Veilig Leren Lezen”, in de groepen 4 tot en met 8 de taalmethode “Taal Actief”. Onze taalmethode maakt gebruik van thema’s als basis voor taalontwikkeling. Taalinstructie en ook spellinginstructie vinden zoveel mogelijk plaats in niveaugroepen. De verwerking van de opdrachten zal zoveel mogelijk in de stamgroepen plaatsvinden. In de groepen 3 tot en met 8 werken wij met de rekenmethode “Wereld in Getallen”. Naast de basisvaardigheden rekenen wordt er wekelijks aandacht besteed aan de rekengebieden Meten, Tijd en Geld. Ook bij rekenen werken we zoveel mogelijk in niveaugroepen. Het verwerken van de leerstof gebeurt meestal individueel. Tijdens de WO-uren wordt er in verschillende vormen gewerkt aan wereldoriëntatie. Wereldoriëntatie is heel belangrijk binnen ons onderwijs. Via thema’s en projecten, die gebaseerd zijn op de kerndoelen, ontdekken de leerlingen de wereld en kunnen ze hun vaardigheden van lezen, taal en rekenen toepassen. In de bovenbouw wordt de W.O. uitgebreid met specifieke biologische, maatschappelijke, geschiedkundige, of aardrijkskundige thema’s. De cursussen worden moeilijker en er komen een historische getallenlijn en topografie bij. Er wordt dan geleerd eigen projecten te maken, die bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden bij een spreekbeurt. Aan het eind van de basisschoolperiode hebben de leerlingen de verplichte leerstof gehad, die beschreven staat in de kerndoelen. Voor sommigen is dat genoeg, voor anderen dragen wij meer leermateriaal aan of de leerlingen maken zelf een keuze uit ons aanbod. Voor een enkeling is een eigen leerstofpakket het beste. Dit gebeurt in overleg met ouders, team en interne begeleider. Elke bouw wordt geleid door een bouwcoördinator. Per bouw wordt er veel samengewerkt en worden ervaringen uitgewisseld.
13
Schoolgids 2015 - 2016
6.4 ICT Voor lezen, taal en rekenen willen we ICT een belangrijkere plaats geven, dan momenteel het geval is. Het ICT heeft hierbij tot nu toe een aanvullende, extra functie. Aan de reguliere onderwijsprogramma’s verandert voorlopig niets. We willen in de toekomst naar een verdere integratie van ICT in de vormingsgebieden lezen, taal, rekenen en spelling. Voor rekenen kan bijvoorbeeld besloten worden om i.p.v. het hoofdrekenen in de methode dusdanige software in te zetten dat het kinderen op dit onderdeel een betere en motiverende ondersteuning geeft. Uit de methode dienen dan elementen van het hoofdrekenen te worden geschrapt. Zo zou ook een tekstverwerkingsprogramma stukken van de taalmethode kunnen vervangen. Het betekent dus dat we naar keuzes willen, zodat delen uit de leerlijnen vervangen kunnen worden door ICT- toepassingen. In deze optiek is ICT niet erbij, maar vormt het een wezenlijk onderdeel van de bestaande leerlijnen binnen de school. Dit kan betekenen dat we bij de methode behorende software aanschaffen, mits deze direct aansluit bij het onderwijsaanbod. Op dit moment gebruiken we al materiaal van de rekenmethode Wereld in Getallen en voor Nieuwsbegrip, onze methode voor begrijpend lezen.
Het kan zijn dat deze educatieve methode -gebonden software (nog) niet voorhanden is. Dan gebruiken we andere programma’s (zoals Ambrasoft rekenen en spelling) om zo ICT te integreren binnen de leerlijnen. Het uitgangspunt is dat de leerlingen na het verlaten van de basisschool de computer kunnen gebruiken: 1.
als remediërend middel, de computer als hulpmiddel
2.
als gereedschap, bijvoorbeeld bij het verwerken van teksten
3.
als naslagwerk, bijvoorbeeld via elektronische en digitale encyclopedieën
4.
als werkvorm binnen WO
5.
als communicatiemiddel, bijvoorbeeld via E-mail als spelmateriaal,
6.
voor de basisactiviteit spel
Tijdens de acht jaren basisonderwijs moeten leerlingen vertrouwd raken met de computer, zodat een goede basis gelegd wordt voor het voortgezet onderwijs. Mede hierom is het belangrijk dat leerlingen ervaren wat de mogelijkheden van de computer zijn.
14
Schoolgids 2015 - 2016
Wat niet uit het oog verloren mag worden is dat de computer slechts een middel is. De computer is geen doel op zich. De relatie tussen kind en leerkracht blijft heel belangrijk. Wij zijn als school aangesloten bij het gezamenlijk netwerk van Consent, waarin we met andere scholen samenwerken op het gebied van ICT. 6.5 Gymnastiek De kleuters spelen bijna elke dag in het speellokaal. Er wordt vrij of geleid gespeeld. Ze hebben daar gym - of ritmiekschoentjes voor nodig. Die hebben een elastieken - of klittenbandsluiting. Ze worden opgeborgen in een, voor de kinderen, herkenbare stoffen zak met koordsluiting. Het is handig om de zak en de schoenen van een naam te voorzien. Bij mooi weer wordt ook vaak buiten gespeeld. Maandagochtend en woensdagochtend gaan de midden - en bovenbouwgroepen gymmen in het gymlokaal “De Vlasakker”. Er is een gedegen en doorgaande leerlijn in het bewegingsonderwijs op de Imenhof. Daarnaast maken wij gebruik van een leerlingvolgsysteem speciaal gericht op bewegingsonderwijs. Ook voor gymnastiek hebben we een protocol opgesteld, dat op school in te zien is. 6.6 Muziekonderwijs We gebruiken de methode “Vier muziek met …”. Daarnaast zijn er aanvullende materialen en methodes in gebruik, zoals school -tv programma’s en kleuterdansen. Tijdens de grote vieringen maken we incidenteel gebruik van een schoolorkest en/ of een schoolkoor. Dit schooljaar wordt er in samenwerking met de muziekschool gestart met een nieuwe doorgaande leerlijn muziek, waarin o.a. het leren van het notenschrift, koorzingen en bespelen van een mondharmonica aan bod komen. 6.7 Creatieve vorming In alle groepen wordt veel aandacht besteed aan creatieve vorming. Dit gebeurt in een circuitmodel waarbij kinderen kunnen kiezen uit allerlei activiteiten. Deze onderdelen kunnen bestaan uit: dans en beweging, kokkerellen, tekenen, schilderen en textiele werkvormen, bijvoorbeeld kleien. Bij de praktische uitvoering spelen de ouders/ verzorgers een grote rol.
15
Schoolgids 2015 - 2016
7. Leerlingondersteuning Als Jenaplanschool vinden we het belangrijk dat leerlingen zich op hun eigen manier en in hun eigen tempo ontwikkelen. We hebben een interne begeleider (IB-er) die het werk coördineert rond de ondersteuningsbehoefte die leerlingen kunnen hebben. In de praktijk gaat dit als volgt: •
Regelmatig worden alle leerlingen voor lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen getoetst.
•
Daarnaast vindt twee keer per jaar een sociaal- emotioneel onderzoek plaats.
•
De uitslagen worden met landelijke gemiddelden vergeleken en op overzichten geplaatst.
•
De resultaten worden ook teruggekoppeld naar ons bestuur. Naar aanleiding van de resultaten wordt een verbeterplan opgesteld.
•
De directeur en interne begeleider bekijken samen met de consulent van het “Steunpunt Passend Onderwijs Enschede ” (SPOE) de resultaten van de toetsen en /of onderzoeksgegevens.
•
Naar aanleiding hiervan volgen er diverse besprekingen met het team (op schoolniveau, op groepsniveau en op leerlingniveau).
•
De ouders worden ingelicht en betrokken door gesprekken met de intern begeleider en/of de groepsleerkracht.
Hieruit volgen groepsplannen of individuele plannen. Dat kan een groepsplan zijn voor een groep of voor een klein groepje of het kan een individueel handelingsplan zijn voor één leerling. Leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte krijgen hulp op school, individueel of in een groepje. Indien de school de problematiek rondom een bepaalde leerling niet goed kan begeleiden wordt de betreffende leerling aangemeld bij het Steunpunt (zie boven). Na onderzoek en/of advisering krijgt deze leerling hulp en begeleiding op school. Wij zorgen op deze wijze voor Passend Onderwijs voor iedere leerling. Een uitgebreide beschrijving van onze vormgeving van leerlingondersteuning vindt u in ons ondersteuningsplan dat is op te vragen op school of te lezen op onze website. 7.1 Passend onderwijs Op 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht geworden. Kernpunten uit deze nieuwe wet zijn dat:
Reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen samenwerken;
Scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te zorgen voor een passend plek indien er sprake is van zeer specifieke onderwijsbehoeften van een kind);
Scholen en gemeenten/jeugdhulpverlening werken samen aan de integrale ondersteuning van leerlingen vanuit onderwijs en zorg;
Er minder regelgeving vanuit Den Haag komt, maar er meer in eigen regio geregeld kan worden.
16
Schoolgids 2015 - 2016
Samenwerkingsverband en subregio De school van uw kind maakt deel uit van het schoolbestuur Consent. Alle schoolbesturen in de gemeenten Enschede, Hengelo, Hof van Twente, Oldenzaal, Haaksbergen, Borne, Dinkelland en Losser zijn verenigd in het Samenwerkingsverband (SWV) 2302 PO. Dit samenwerkingsverband is opgedeeld in drie subregio’s; Enschede , Plein Midden Twente (Hengelo, Borne, Haaksbergen, Hof van Twente) en Noord Oost Twente (Oldenzaal, Losser en Dinkelland). De Imenhof valt dus onder de subregio Noord Oost Twente. De besturen in iedere subregio werken nauw samen met de andere schoolbesturen uit de regio om optimale ondersteuning aan ieder kind te kunnen bieden en expertise met elkaar te delen. Onderwijs, passend bij iedere leerling Alle scholen binnen het SWV 23-02 hebben met elkaar vastgesteld welke ondersteuning er tenminste op alle locaties geleverd wordt, de zogenaamde basisondersteuning. Daarnaast hebben alle scholen vastgesteld welke extra ondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen. De basis- en school specifieke ondersteuning hebben scholen beschreven in hun schoolondersteuningsprofiel. U kunt dit profiel opvragen bij uw huidige school of de school van uw keuze. Is de school handelingsverlegen, met andere woorden: kan de school niet voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van uw kind, dan wordt er allereerst binnen het bestuur of in de subregio gezocht naar een externe deskundige die samen met de school andere mogelijkheden voor ondersteuning in kaart brengt. Nader onderzoek kan ook één van de adviezen zijn. In dit traject wordt er te allen tijde nauw samengewerkt met de ouders. Mochten extra interventies onvoldoende resultaat opleveren waardoor de leerling op die school niet langer begeleid kan worden, dan dient de school een andere, beter passende plek te zoeken. Dat kan ook het speciaal onderwijs zijn. Speciaal (basis)onderwijs Voor een plaatsing in het speciaal onderwijs moet de school, samen met u als ouders / verzorgers, een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij de Commissie van Toelating van het samenwerkingsverband. Meer informatie over het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring vindt u op de website van het samenwerkingsverband of via de school. Meer informatie voor ouders Voor u als ouders geldt dat de scholen de belangrijkste informatiebron zijn als het gaat om Passend Onderwijs en extra ondersteuning aan uw kind. De school heeft dagelijks contact met de leerling en vervult daarmee in de ogen van het samenwerkingsverband een belangrijke rol in de adequate informatievoorziening aan ouders. Het samenwerkingsverband 23-02 PO heeft een eigen website: www.swv2302.nl Op www.passendonderwijs.nl (website van ministerie OCW) en op www.passendonderwijsenouders.nl kunnen ouders / verzorgers meer informatie vinden over de samenwerkingsverbanden en over Passend Onderwijs.
17
Schoolgids 2015 - 2016
Tot slot heeft iedere school een eigen interne begeleider (IB’er). Deze onderwijsmedewerker is in staat verdere vragen van u te beantwoorden over de uitvoer van Passend Onderwijs op de school. Van Rugzakje naar Ondersteuningsprofiel Voor de invoering van de wet op Passend Onderwijs kregen leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften een “rugzakje”. Dit was een financiële toelage om ondersteuning in begeleiding of materialen te bekostigen. Deze rugzak verdwijnt, maar dit betekent niet dat leerlingen geen extra ondersteuning meer kunnen krijgen. Vanaf nu worden specifieke ondersteuningsbehoeften weergegeven in een “ondersteuningsprofiel”. Dit ondersteuningsprofiel wordt in samenspraak met ouders en leerling en met ondersteuning vanuit het Steunpunt opgesteld door de intern begeleider. Zorgstructuur In de nieuwe zorgstructuur wordt ondersteuning dus voorzien door een vast team van begeleiders:
Basisteam - met daarin de directeur, intern begeleider, onderwijsexpert en collegiaal consulent dat zich richt op het versterken van leerkrachtvaardigheden.
Breedteteam - met daarin de intern begeleider, leerkracht, orthopedagoog, collegiaal consulent en naar wens de leerkracht passend onderwijs. De inzet van dit team is gericht op “wat zijn de specifieke behoeften van een leerling en wat betekent dit voor de leerkracht en schoolorganisatie”. Wanneer een leerling zich niet blijvend positief kan ontwikkelen en daarbij teveel aandacht vraagt van de groep en van de groepsleerkracht, dan behoort verwijzing naar een vorm van speciaal (basis) onderwijs tot de mogelijkheden.
Diepteteam - verbonden aan Steunpunt onderwijszorg, is hiervoor verantwoordelijk.
Wanneer je als school je aandacht richt op het versterken van vaardigheden van de leerkracht, heb je in feite het “denken in etiketten” al losgelaten. Je bent dan bezig met handelingsgericht werken dat direct van invloed is op het functioneren van kinderen. Goed onderwijs en een goede didactiek staan al jaren voorop op onze basisschool. We hebben gemerkt dat opbrengstgericht werken in een veilige pedagogische omgeving veel problemen kan voorkomen. De laatste jaren hebben we onze focus verlegd van het denken in stoornissen naar handelingsgericht werken. En van kindfactoren naar leerkrachtcompetenties. Onze leerkrachten weten hoe belangrijk ze voor kinderen kunnen zijn, of er nu wel of geen diagnose gesteld is. Als we uitgaan van kansen in plaats van belemmeringen vergroten we de mogelijkheden van de kinderen. Wij blijven ons als school ontwikkelen en we blijven zoeken naar het meest optimale aanbod voor al onze kinderen. Zo passend kan onderwijs zijn!
18
Schoolgids 2015 - 2016
7.2 Adviezen voor het vervolgonderwijs Bij toelating tot een school voor voortgezet onderwijs is een positief advies van de basisschool noodzakelijk. In de periode dat een leerling bij ons op school zit, wordt er een leerlingdossier aangelegd. In dit dossier bevinden zich gegevens over de ontwikkeling van de leerling, resultaten en uitslagen van de testen en de spreekavondverslagen. Waar nodig zitten er ook de gegevens in rond de specifieke ondersteuning van een leerling. Op de voorlichtingsavond van groep 8 wordt de structuur van het voortgezet onderwijs besproken. De leerlingen bezoeken samen met de leerkracht enkele scholen van het V.O. Ook de open dagen van diverse scholen kunnen worden bezocht door leerlingen en hun ouders. Naast onze jaarlijkse Cito-toetsen, maken we gebruik van de NSCCT-toets vanaf groep 6 en de NIO-toets begin groep 8. Een voorlopig advies is in groep 6 al gegeven, de jaren erna hebben we de ontwikkeling van de leerling steeds samen met ouders gevolgd en geëvalueerd. Op deze manier maak je geen “foto” van de capaciteiten van een leerling door één toets af te nemen, maar zorg je voor een “film” door meerdere toets- en evaluatiemomenten te gebruiken. Wij noemen dit een “toekomstperspectief”. In februari geeft de leerkracht van groep 8 in een persoonlijk gesprek met de ouders en de leerling het definitief advies over welk schooltype het meest geschikt wordt geacht. Dit advies wordt ook schriftelijk uitgebracht. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het leerlingendossier, de uitslag van de NIO-toets en het toekomstperspectief. Het advies van de school en de toetsresultaten zijn twee indicatoren van de uiteindelijke keuze voor het voortgezet onderwijs. In april nemen we de landelijke Cito-eindtoets af. Dit is een eindtoets die wordt afgenomen op alle Consentscholen. De kosten voor deze verplichte toets zijn voor de ouders. Nader bericht volgt op de eerste ouderavond bij de voorlichting van groep 8. De centrale eindtoets die in april gemaakt wordt, geeft een tweede advies. Het is bedoeld om te kijken of de school met het schooladvies in de goede richting zat. Het schooladvies telt echter het zwaarste. De middelbare school waar een leerling naar toe gaat, mag de score op de centrale eindtoets niet gebruiken om te beslissen of een leerling wel of niet wordt toegelaten. De V.O. scholen hechten veel waarde aan het advies van de basisschool. De leerkracht van groep 8 kan namelijk informatie geven over werkhouding, doorzettingsvermogen, zelfstandigheid en zelfvertrouwen van de leerling.
8. Contacten ouders en informatievoorziening 8.1 School en thuis Ouders/ verzorgers nemen een bijzondere plaats in bij "De Imenhof “, want het zijn uw kinderen die op onze school zitten. Daarom hebben we verschillende werkgroepen, stamgroepouders, een financiële commissie en de medezeggenschapsraad (MR) om de samenwerking tussen school en ouders goed te laten verlopen.
19
Schoolgids 2015 - 2016
Om in een werkgroep te komen hoeft u zich slechts op te geven via het ouderparticipatieformulier. U kunt zich ook aanmelden voor allerlei hulptaken onder schooltijd. Met een breed onderwijsaanbod op veel verschillende gebieden en niveaus is elke hulp welkom. We nodigen ouders/ grootouders uit te helpen met onder andere lezen, projectwerk, handenarbeid, strikken en kokkerellen. Daarnaast zijn ouders welkom bij een groot aantal vieringen op vrijdag. De afgelopen jaren merken we dat het soms lastig is om voor alle activiteiten voldoende ouders te vinden die willen/ kunnen helpen. Goed Jenaplan onderwijs valt of staat met de deskundigheid en inzet van leerkrachten, maar ook met de betrokkenheid en inzet van ouders. Willen wij als school goed kunnen functioneren, dan hebben we uw hulp heel hard nodig! 8.2 Stamgroepouders Op onze school werken we met stamgroepouders. Een leerkracht kiest voor een stamgroepouder om de volgende redenen: 1.
Het hebben van een “vertrouwenspersoon”, waarmee de leerkracht overleg kan voeren over zaken de stamgroep betreffend.
2.
Een ouder die stamgroep - activiteiten coördineert, die niet direct te maken hebben met onderwijsinhoudelijke aspecten.
Voor de ouders van de betreffende stamgroep fungeert de stamgroepouder als “tussenpersoon”. Het kan prettig zijn voor ouders, om iets eerst te bespreken met een stamgroepouder, alvorens naar de leerkracht te stappen. In deze zin kan de stamgroepouder een “filter” functie bekleden. Omdat de stamgroepouder een vertrouwensfunctie bekleedt, is het aan de leerkrachten om potentiële kandidaten te benaderen. Met de kandidaten wordt een gesprek gevoerd over: •
functieomschrijving
•
taakstelling
•
communicatievorm
•
activiteitenoverzicht
•
afspraken
Het is wenselijk om een stamgroepouder twee of drie jaar te koppelen aan een stamgroep. Dit kan mede afhangen van het aantal jaren dat het eigen kind nog in de stamgroep verblijft. De leerkracht en de stamgroepouder stemmen met een zekere regelmaat de activiteiten op elkaar af. Wanneer er signalen komen van ouders kan er besloten worden met elkaar te overleggen. Alle stamgroepen hebben een stamgroepouder en deze ouders komen tweemaal per schooljaar met de directie bij elkaar om ervaringen uit te wisselen. Daarnaast heeft een lid van de MR ook voorafgaande de MR-vergadering contact met de stamgroepouders. Taken van een stamgroepouder: •
speciale stamgroep activiteiten helpen organiseren (Sinterklaas, Kerst e.d.)
•
hulp bij het voorbereiden en organiseren van excursies/ schoolreis
•
onderhoud en beheer werkmiddelen van een stamgroep
•
zorgdragen voor speciale hoeken: bijv. leeshoek, ontdekhoek, bouwhoek
•
leerkracht feedback geven
20
Schoolgids 2015 - 2016
•
overleg voeren met andere stamgroepouders/ directie
•
ouderhulp organiseren
•
coördineren van de stamgroep - bijdrage aan de schoolkrant en/of nieuwsbrief
•
begeleiden van kinderen bij vieringen
8.3 Rapportage Vanaf groep 1 ontvangen de leerlingen tweemaal per jaar een rapport, waarin hun ontwikkeling wordt opgetekend. Hierin staat vermeld hoe het staat met de belangstelling, houding, sociaal emotionele ontwikkeling, prestaties en niveau. We geven geen cijfers, maar beoordelen waar nodig met een kleur (goud betekent super, groen betekent voldoende /goed, geel betekent oppassen en rood is onvoldoende). Daarnaast staan de resultaten van het leerlingvolgsysteem vermeld. Er wordt minimaal 2 keer per jaar met de ouders over hun kind gesproken. Dit gebeurt meestal tijdens de maandelijkse spreekavond. Deze avonden worden ook voor de ouders van de jongste kleuters gehouden. 8.4 De Medezeggenschapsraad De Medezeggenschapsraad is het inspraakorgaan van onze school. Op verschillende punten in het beleid wordt hun advies en/ of instemming gevraagd. Ook kunnen ze ongevraagd advies uitbrengen. Drie teamleden en drie ouders/ verzorgers zijn de vertegenwoordigers van hun achterban. De directeur woont de vergaderingen bij als adviseur. Deze vergaderingen zijn openbaar, u bent van harte welkom! De agenda kunt u vinden op de website. Daarnaast woont één ouder de vergaderingen bij van de GMR (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad) van alle scholen binnen ons bestuur bij. 8.5 Ouderbijdrage We vragen de ouders een vrijwillige bijdrage in de kosten die door de school worden gemaakt. De stichting “Vrienden van de Imenhof” (voorheen de financiële commissie van de MR) beheert deze en andere gelden. Zij draagt verantwoording af aan de ouders en het bestuur. Van deze bijdrage worden o.a. de onkosten voor de vieringen, sportwedstrijden, projectmateriaal, excursies en afscheid van groep acht betaald. Op de eerste ouderavond worden de bedragen voor het schooljaar 2015 –2016 vastgesteld. 8.6 Kosten van schoolreisjes De schoolreisjes moeten apart betaald worden. Voor het duurste reisje van groep 8 naar Vlieland hebben we een spaarregeling. De kosten van deze reis bedragen ongeveer €130,00. De bedragen voor de andere reisjes liggen, afhankelijk van de duur en het vervoer, tussen de €18,00 en de € 50,00. Wij beseffen dat kosten voor de schoolreizen aanzienlijk zijn. Ieder jaar opnieuw kijken we kritisch naar de mogelijke opties voor onze schoolreizen. Hoog in het vaandel staan ook bij deze
21
Schoolgids 2015 - 2016
reizen de Jenaplangedachte als samen, leren en ervaren. In de huidige tijd, waarbij de kinderen vaak opgroeien met reizen en bijzondere activiteiten, blijft het voor ons een uitdaging een boeiende schoolreis te organiseren. De directie kan bemiddelend helpen indien uw financiële positie het niet toelaat uw kind(-eren) mee te laten gaan. Als wij met auto’s naar bijvoorbeeld een voorstelling gaan, hanteren we de wettelijke regels voor groepsvervoer. Mocht u toch graag willen dat uw kind in een stoelverhoger of kinderzitje meegaat, kan dit, maar dient u hier zelf voor te zorgen. Geeft u dit dan even aan bij de groepsleerkracht, zodat hij of zij u kan laten weten wanneer we erop uit gaan. 8.7 Ouderavonden Tweemaal per jaar houden we een ouderavond. De eerste vindt plaats aan het begin van het schooljaar. In het zakelijke gedeelte wordt er verslag gedaan van het afgelopen jaar door de MR en de stichting “Vrienden van de Imenhof”. Vervolgens stellen zij in deze vergadering de vrijwillige ouderbijdrage voor het nieuwe schooljaar vast. Na de pauze krijgt u in elke stamgroep inhoudelijke en praktische informatie over de gang van zaken betreffende het komende schooljaar. Op de tweede ouderavond kunnen ouders, samen met hun kinderen, de school bezoeken en lessen in de verschillende groepen bijwonen. Soms verzorgen we in plaats van deze ouderavond een thema-avond of een gezamenlijke activiteit. 8.8 Het Gezoem en de Zoemer In het Gezoem, de nieuwsbrief die iedere eerste week van de maand verschijnt, of de Zoemer (onze schoolkrant) staat informatie vermeld over actuele activiteiten, evenementen, ouder - en spreekavonden. Daarnaast staat op onze website, www.imenhof.nl, de schoolkalender. Hierop staan alle data van vakanties, vrije dagen, vieringen e.d. vermeld. Deze kalender wordt gedurende het schooljaar bijgewerkt indien er veranderingen en/ of aanvullingen zijn. Houdt u onze website daarom regelmatig in de gaten. Daarnaast kunt u ook alle actuele zaken volgen via Facebook. 8.9 De spreekavond Op de maandelijkse spreekavond, elke eerste dinsdag van de maand, kunt u persoonlijk contact hebben met de leerkracht(en) over uw kind. U wordt minimaal twee keer per schooljaar uitgenodigd voor een gesprek. U kunt echter voor deze avond ook zelf ook afspraak maken, of gewoon binnenlopen als er iets is (na schooltijd graag).
22
Schoolgids 2015 - 2016
8.10 Samenwerking school met GGD Twente Jeugdgezondheidszorg Aan onze school is een vast team van de Jeugdgezondheidszorg verbonden, bestaand uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige en doktersassistente. Zij zien alle kinderen in groep 2 en 7. Mocht u als ouder vragen hebben over de gezondheid of de ontwikkeling van uw kind, dan kunt u ook altijd zelf met hen contact opnemen. Zo kunnen zij met u meedenken onder andere bij ziekte (afwezigheid), bedplassen, aanpak hoofdluis en pesten. School heeft regelmatig overleg met het team Jeugdgezondheidszorg over algemene zaken die met de gezondheid en het welzijn van de leerlingen te maken hebben. Ook kan de IB-er of de leerkracht, met toestemming van u als ouder, advies vragen aan de Jeugdgezondheidszorg hoe uw kind extra ondersteund kan worden. De Jeugdgezondheidszorg is op werkdagen tussen 8.00 en 17.00 uur te bereiken op 0900 – 333 88 89 of per mail:
[email protected] 8.11 Logopedie Sinds 2014 is er in de gemeente Losser geen logopediste meer werkzaam die alle basisscholen bezoekt. U kunt als ouder uw kind bij problemen en/of twijfels zelf aanmelden bij een praktijk voor logopedie. Wij kunnen u daar als school in ondersteunen. De logopedie is direct toegankelijk. Dit betekent dat u direct een afspraak met een logopediste kunt maken indien u dit zelf noodzakelijk acht of indien dit geadviseerd wordt door bijvoorbeeld de leerkracht, IB-er, schoolarts. 8.12 Eerste Communieviering, Vormsel Voor kinderen die in groep 4 zitten, bestaat de mogelijkheid om mee te doen aan de Communieviering. Ook de kinderen van onze school, die dus niet op een R.K. school zitten kunnen hieraan deelnemen. De voorbereidingen voor deze viering vinden plaats in het parochiecentrum. Dit geldt ook voor het Vormsel voor de kinderen in groep 7. Contactpersoon voor de Communie is mevrouw Manuele Zwerink, 053-5383850. Voor het Vormsel kunt u contact opnemen met mevrouw Hermine Snippert, 053 5386730.
23
Schoolgids 2015 - 2016
9. School- & onderwijstijden 9.1 Schooltijden maandag
dinsdag
start 8.30 uur
start 8.30 uur
woensdag
start 8.30 uur
pauze 10.15-
12.00-12.15
12.15-12.45
14.30 uur
10.30 uur
uur eten in de
uur buiten
naar huis
buiten spelen
groep
spelen
pauze 10.15-
12.00-12.15
12.15-12.45
14.30 uur
10.30 uur
uur eten in de
uur buiten
naar huis
buiten spelen
groep
spelen
pauze 10.15-
12.15 uur
10.30 uur
Naar huis
buiten spelen donderdag
vrijdag
start 8.30 uur
start 8.30 uur
pauze 10.15-
12.00-12.15
12.15-12.45
14.30 uur
10.30 uur
uur eten in de
uur buiten
naar huis
buiten spelen
groep
spelen
pauze 10.15-
12.00-12.15
12.15-12.45
14.30 uur
10.30 uur
uur eten in de
uur buiten
naar huis
buiten spelen
groep
spelen
Bij de Lieveheersbeestjes (groep 1-2) zijn er in de pauze van 12.00-12.45 uur ouders aanwezig. Zij helpen de leerkracht in de groep bij de lunch. Regels en afspraken omtrent het continurooster:
Het meegenomen eten, brooddozen en bekers zijn voorzien van de naam van uw kind.
In iedere groep staan ’s morgens drie kratten. Eén krat voor het eten in de pauze van 10.15 uur, één krat voor de lunch, één krat voor koel te bewaren etenswaren/drinken (deze gaat in de koelkast).
De tas wordt aan de kapstok gehangen.
We wassen onze handen voordat we gaan eten.
We gaan er van uit dat u uw kind(-eren) een verantwoorde lunch meegeeft.
We eten aan tafel en benutten de tijd om gezellig samen te eten.
9.2 Aantal lesuren Groep 1 tot en met 8 krijgen 25 ¾ uur les per week. 9.3 Extra vakantie en vrije dagen Vakantie - of verlofaanvragen voor 10 dagen of minder dienen bij de directeur van de school aangevraagd te worden. Hiervoor kunt u op school een formulier krijgen om in te vullen. Op de achterkant van dit formulier vindt u alle regels wat betreft het verkrijgen van verlof of extra vakantie.
24
Schoolgids 2015 - 2016
Houdt u rekening met het feit dat aanvragen voor verlenging van de kerstvakantie en de zomervakantie bij voorbaat niet worden gehonoreerd (tenzij er een werkgeversverklaring kan worden overlegd). Extra verlof van meer dan tien dagen moet twee maanden van tevoren schriftelijk worden ingediend bij de leerplichtambtenaar. Verlof kan verleend worden: •
Wegens de specifieke aard van het beroep van één der ouders het slechts mogelijk is om buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan.
•
Indien een werkgeversverklaring wordt overlegd, waaruit blijkt dat geen verlof in de officiële schoolvakantie mogelijk is.
•
Maximaal eenmaal per schooljaar.
•
Niet in de eerste twee lesweken van het schooljaar.
Bij onduidelijkheden of beperkingen van deze regeling is het verstandig met de directeur contact op te nemen. Een schriftelijk verzoek dient te worden gericht aan: Gemeentebestuur van Losser Ambtenaar leerplichtzaken Postbus 90, 7580 AB Losser 0541-588330 Bij een vermoeden van ongeoorloofd verzuim moeten wij de leerplichtambtenaar informeren.
9.4 Maatregelen preventie schoolverzuim Met de leerplichtambtenaar zijn er duidelijke afspraken gemaakt over de strikte naleving van de Leerplichtwet. Om het schoolverzuim in goede banen te leiden gebruiken we de volgende regels: •
Bij ziekte of om andere redenen van afwezigheid moet de ouder /verzorger tussen 8.00 en 8.45 uur opbellen naar school. Een briefje meegeven aan een broertje of zusje mag ook. Wij vinden het belangrijk om te weten of een leerling al dan niet op school komt.
•
Indien een leerling niet afgemeld is, wordt er contact met thuis gezocht. Wij streven er naar dan voor 9.00 uur contact met de ouders te hebben opgenomen.
•
Langdurig en ongeoorloofd schoolverzuim wordt aan de leerplichtambtenaar doorgegeven.
25
Schoolgids 2015 - 2016
10. Regels en afspraken in en om onze school 10.1 De hoofdregels 1.
Iedereen hoort erbij.
2.
We zorgen dat we allemaal prettig kunnen werken.
3.
We zorgen goed voor ons materiaal.
4.
We helpen elkaar.
5.
We zijn aardig voor elkaar.
6.
Iedereen is bijzonder.
Deze hoofdregels zijn in alle klassen terug te vinden en worden regelmatig met de leerlingen besproken. 10.2 Respectprotocol en PBS Pesten is een ingewikkeld probleem voor scholen. Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen plagen, uitdagen en ruzie maken, tegenover pesten. Wij verstaan onder pesten het volgende: het langdurig uitoefenen van lichamelijk en /of geestelijk geweld door één of meer personen. Het is gericht tegen een zwakkere partij die niet in staat is zich te verdedigen. Het vereist een serieuze en zorgvuldige aanpak. Het is daarbij van groot belang dat alle betrokkenen (directie, Medezeggenschapsraad, leerlingen, leerkrachten en ouders) pesten als een bedreiging voor een veilige leefomgeving zien. Ze moeten zich bereid verklaren door een positieve benadering pesten te voorkomen en te bestrijden, zodat er op school een veilig klimaat ontstaat. Een middel daarvoor is het opstellen van een protocol dat door alle betrokkenen wordt onderschreven, uitgedragen en nageleefd. Ook op “De Imenhof” is een respectprotocol opgesteld en ondertekend; het ligt ter inzage op school. Positive Behavior Support (PBS): SWPBS is gericht op het creëren van een omgeving die het leren bevordert en gedragsproblemen voorkomt. Dit begint bij het gezamenlijk formuleren van de waarden die de school belangrijk vindt. Vervolgens benoemt het schoolteam het gedrag dat past bij deze waarden en leert het de kinderen actief aan. Adequaat gedrag wordt hierna systematisch positief bekrachtigd. Hiermee wordt een veilig en positief schoolklimaat gecreëerd, waarin elke leerling optimaal kan profiteren van het geboden onderwijs. School, ouders en jeugdzorg werken onder begeleiding van een coach actief samen in dit proces. Wij zullen dit proces in samenwerking met de Verrekijker doorlopen. Er zal op beide scholen een PBS-team gevormd worden. Deze werkgroepen zullen binnen de scholen actief zijn en op een aantal vlakken de samenwerking opzoeken, bijv. bij het maken van afspraken over de gedeelde ruimtes. Onze PBS-coach zal Tom Reuver zijn (tevens leerkracht Passend Onderwijs). Ouders zullen worden geïnformeerd op een ouderavond in oktober.
26
Schoolgids 2015 - 2016
10.3 Regels rondom school 1.
De pleinwacht is op tijd buiten.
2.
Er lopen twee leerkrachten pleinwacht op het plein en het veld tijdens de pauze.
3.
Als er iets gebeurt, gaat een leerling naar de pleinwacht.
4.
Op het schoolplein en de aanlooppaden mogen leerlingen niet fietsen, skateboarden, waveboarden, skeeleren en rolschaatsen.
5.
De bovenbouwleerlingen mogen op het veld.
6.
De leerlingen zetten hun fiets in de fietsenstalling aan de achterzijde van het gebouw.
7.
De ouders zijn verantwoordelijk voor de fietsen en sleuteltjes van hun kinderen. Ouders kunnen zelf bepalen of hun kind al dan niet de fiets op slot zet.
10.4 Regels in het schoolgebouw 1. De leerlingen mogen 15 minuten voordat de school (’s morgens) begint naar binnen. Ze gaan naar hun eigen groep om te lezen of te werken. De leerkracht is dan in de groep aanwezig. 2. De tassen kunnen worden opgehangen aan de kapstok. 3. We sluiten gezamenlijk de ochtend of middag af en laten de klas verzorgd achter. 4. De leerkrachten van de kleuterbouw lopen met de leerlingen mee naar buiten. 5. Leerlingen die klassendienst hebben vertellen dit thuis zodat ouders weten dat ze iets later van school kunnen komen. 6. De schooldeuren zijn onder schooltijd dicht. (niet op slot) 7. Een verjaardag wordt ’s morgens in de kring gevierd. In de onderbouw en middenbouw wordt dan ook getrakteerd. Om 9.45 of 11.45 of 14.15 uur gaat de jarige de klassen rond samen met een ander kind. Bij de kleuters mogen de ouders bij de viering aanwezig zijn. Er wordt bij voorkeur geen snoep getrakteerd, maar wij vinden ook dat dit een keuze van ouders is. Indien een leerkracht jarig is zal hij of zij bij het trakteren zorgen voor een combinatie van gezond en snoepgoed. 8. Wie naar het toilet wil mag dat, maar niet meer dan 2 leerlingen tegelijk. Er wordt in onder - en middenbouw een systeem van een ketting of een stoplicht gebruikt. 9. Er gaan geen leerlingen naar het toilet tijdens de kring, instructie of weeksluiting. 10. Er wordt naar elkaar geluisterd. 11. We steken een vinger op als we iets willen zeggen. 12. Wij dragen geen petten en/of andere hoofddeksels in de klas. 13. Wij vinden het prettig dat u het ons doorgeeft als uw kind door iemand anders dan u zelf wordt opgehaald (bijvoorbeeld opa/oma, BSO). 14. PINDAVRIJE SCHOOL In groep 5 “de Libellen” zit een meisje met een pinda-allergie. Het hebben van deze allergie is een erg lastig ongemak, maar vooral ook levensbedreigend.
27
Schoolgids 2015 - 2016
Als zij in aanraking komt met zelfs maar het kleinste spoor van pinda’s (denk dan aan een tafel waar een boterham met pindakaas op heeft gelegen) zal zij in een anafylactische shock geraken. Het niet direct adequaat reageren heeft het overlijden tot gevolg. Aangezien we groep overstijgend werken in o.a. het handvaardigheid- en leescircuits komt zij in meerdere lokalen. Wij roepen u dan ook met klem op om uw kind(-eren) geen boterham met pindakaas, pinda’s, koeken met pinda’s e.d. mee te geven naar school. We vinden het belangrijk om een school te kunnen zijn waar iedereen veilig is en zich veilig mag voelen.
10.5 Vervangingsregeling Bij ziekte of noodzakelijke afwezigheid van teamleden geldt er recht op vervanging door een collega uit de vervangingspool of een vaste invaller. We worden als school regelmatig geconfronteerd met het feit dat er bij ziekte of afwezigheid van leerkrachten geen vervangers beschikbaar zijn. In zo’n geval gaan we op zoek naar een teamlid dat op vrijwillige basis wil invallen of overwerken. Vervolgens bekijken we of er tijdelijk kan worden afgezien van leerlingenzorg (interne begeleiding -remedial teaching -klassenverkleining). Deze oplossingen zijn niet in het belang van individuele kinderen en teamleden, daarom worden ze alleen beperkt toegepast. Indien dit niets oplevert zal de volgende fase ingaan conform onderstaande regels: •
Op de eerste dag worden géén kinderen naar huis gestuurd, maar opgevangen in andere groepen.
•
Op de tweede dag zijn we genoodzaakt de kinderen naar huis te sturen. In dat geval krijgt u van ons de dag voorafgaand bericht, zodat u in staat bent zelf voor opvang te zorgen.
•
Mocht de ziekte of afwezigheid langer duren, dan zullen we bij toerbeurt een groep vrij geven.
We hopen dat het niet zo ver zal komen, maar sluiten het niet uit. 10.6 Klachtenprocedure en vertrouwenspersoon Het is mogelijk dat u het ergens niet mee eens bent. Dan verzoeken wij u onderstaande procedure te volgen: •
Bespreek de klacht eerst met de leerkracht van uw kind en/ of de stamgroepouder.
•
Daarna volgt overleg met de directie.
•
Vervolgens kunt u in overleg treden met de Medezeggenschapsraad.
28
Schoolgids 2015 - 2016
•
Als al het bovenstaande niet tot een oplossing leidt kunt u een schriftelijke klacht indienen bij Ellen Steenbekke; onze klachtencoördinator. De klacht gaat naar het bestuur van Consent. U krijgt dan bevestiging van ontvangst en de klachtenprocedure van het bestuur zal in werking worden gezet.
•
Ouders en leerlingen kunnen ook rechtstreeks contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon. De externe vertrouwenspersoon heeft een onafhankelijke positie. Dat betekent onder meer dat hij/zij geen meldplicht heeft naar de schoolleiding als het gaat om seksuele intimidatie of misbruik van een medewerker van de school met een leerling. De externe vertrouwenspersoon is er voor de klager. Zij/hij begeleidt hem/haar bij behandeling van klachten door: -
vertrouwelijk en zorgvuldig om te gaan met informatie.
-
zelfstandig en onafhankelijk op te treden als aanspreekpunt voor alle mensen van de school die een klacht hebben.
-
te zorgen voor een eerste opvang na een klacht.
-
samen met klager te zoeken naar oplossingen en na te gaan op oplossingen in de informele sfeer tot de mogelijkheden behoren.
-
te onderzoeken of bemiddeling de geëigende weg is voor een oplossing.
-
het verstrekken van informatie over procedures, de werkwijze van de interne en de strafrechtelijke klachtenprocedures en te helpen bij het formuleren van de klacht.
-
indien nodig te verwijzen naar externe hulpverleningsinstantie(s); voor de meeste instellingen is Bureau Jeugdzorg de ‘voordeur’.
Mevrouw A. (Anne) Overbeek is externe vertrouwenspersoon voor Stichting
Consent
en functioneert als aanspreekpunt bij klachten. Zij is op werkdagen bereikbaar op: 06 3064 2568 of
[email protected] 10.7 Contactpersoon ongewenste intimiteiten Indien er sprake is van ongewenste intimiteiten, seksuele intimidatie, agressie en / of geweld, kunnen personeelsleden, ouders of verzorgers van leerlingen een klacht indienen. Ellen Steenbekke is voor onze school de contactpersoon, die het probleem in eerste instantie kan aanhoren, begeleiden en eventueel kan verwijzen naar de externe vertrouwenspersoon. De school werkt met het protocol kindermishandeling van het Advies – en Meldpunt Kindermishandeling. 10.8 Toelatingsbeleid Op onze school kunnen leerlingen van alle gezindten worden geplaatst. Ouders melden een leerling aan voordat hij/zij vier jaar wordt. De leerling komt dan drie of vier ochtenden oefenen en wordt definitief geplaatst op of vlak na zijn/haar vierde verjaardag. Het komt geregeld voor dat er leerlingen tussentijds aangemeld worden. Als het om een verhuizing gaat, wordt de leerling in principe altijd aangenomen na overleg met de vorige school.
29
Schoolgids 2015 - 2016
Er worden ook zorg - of risicoleerlingen van andere scholen aangemeld; we bepalen na onderzoek of we een leerling daadwerkelijk voldoende ondersteuning kunnen bieden. Daarvoor nemen we de volgende stappen: •
De directeur praat met de ouders
•
De IB-er (interne begeleider) bekijkt de toetsen (op sociaal-emotioneel en cognitief gebied) van de school waar de leerling vandaan komt
•
De IB-er neemt contact op met de andere school
•
De directeur en de IB-er praten met de ouders
•
De IB-er overlegt eventueel met deskundigen die bij de leerling betrokken zijn
•
De IB-er bezoekt mogelijk de leerling op de andere school
•
De directeur en de IB’er bekijken de omstandigheden binnen de eigen school en overleggen met het team
•
Wanneer het om een aanmelding uit een speciale school voor basisonderwijs of het speciaal onderwijs gaat, vindt er overleg plaats met het bestuur
•
In dat geval wordt de leerling op proef geplaatst
•
De directeur en de IB’er bekijken samen of er een contract met de ouders en de school van de leerling moet worden gesloten, om problemen in de toekomst te voorkomen
•
Het bestuur, de directeur en de IB’er besluiten of de leerling wordt toegelaten
•
Indien onze school niet de juiste plek is voor een leerling, zullen wij in samenwerking met ouders en het Steunpunt een passende school zoeken.
Wanneer het gaat om een overplaatsing van de ene basisschool naar de andere worden deze stappen niet allemaal gevolgd. Wanneer het gaat om een terugplaatsing vanuit een speciale school voor basisonderwijs of het speciaal onderwijs, dan is er altijd sprake van een voorlopige toelating. Er wordt dan een terugplaatsingcontract opgesteld door het “Steunpunt Passend Onderwijs Enschede”. Op deze manier proberen we te bepalen of we de leerling de ondersteuning kunnen geven die hij/zij nodig heeft. In principe horen we alle leerlingen aan te nemen, want we zijn een openbare Jenaplanschool. We maken hierbij echter een kanttekening. We zijn bereid om alle leerlingen op te vangen binnen de zorgbreedte van onze school, waarbij het belang van de leerling voorop staat. Deze zorgbreedte staat beschreven in het zorgondersteuningsprofiel. 10.9 Calamiteiten Natuurlijk hopen we dat er nooit iets ernstig gebeurt op onze school. Toch is het van belang dat we weten wat we moeten doen in geval van een calamiteit. Daarom oefenen we drie tot vier keer het ontruimen van de school onder leiding van teamleden die de opleiding van BHV (Bedrijfshulpverlening) hebben gevolgd. De brandweer komt elk jaar een keer een oefening bijwonen om te kijken hoe het verloopt. Mocht er onverhoopt toch een situatie ontstaan dat we echt de school moeten ontruimen, dan kunt u uw kind ophalen bij “ De Muchte”. Dat is voor onze school het verzamelpunt. (Vlasakker 2, tel. 5369400). In alle ruimtes is een plattegrond aanwezig met vluchtroutes.
30
Schoolgids 2015 - 2016
10.10 Buitenschoolse opvang M.i.v. 1 januari 2007 hebben de schoolbesturen de verantwoordelijkheid gekregen om voor- en naschoolse opvang te (laten) organiseren. M.i.v. 1 augustus 2007 moet aan de ouders de mogelijkheid geboden worden om hun kind gebruik te kunnen laten maken van een voorziening voor buitenschoolse opvang. In februari 2007 hebben de Losserse basisscholen deelgenomen aan een enquête om de behoefte onder de ouders te peilen. Op basis van de uitkomsten van deze enquête zijn alle basisscholen uit dorp Losser met elkaar in gesprek gegaan om tot gezamenlijke afspraken te komen t.a.v. de BSO. De scholen zijn in gesprek gegaan met een drietal aanbieders van BSO t.w. Stichting Cluster en Columbus. Genoemde organisaties hebben uitvoerig informatie gegeven over de wijze waarop zij de opvang gestalte geven. Op basis van deze gesprekken zijn de gezamenlijke basisscholen: meester Snel, de Imenhof, de Saller, de Wegwijzer, Martinus, de Verrekijker en Veldzijde tot de conclusie gekomen dat alle partijen nagenoeg dezelfde kwaliteit leveren en voldoen aan de door de scholen geschetste voorwaarden. Bovendien achten de scholen het niet wenselijk om de keuzevrijheid van de ouders te beïnvloeden. De enquête en de conclusie is besproken in de MR. De MR heeft hierover een positief advies afgegeven. Op basis van bovengenoemde heeft het bestuur van de gemeente Losser op 21 juni 2007, samen met de twee andere besturen, een convenant afgesloten met genoemde partijen. In dit convenant staan afspraken zoals kosten, tijden van de opvang en het vervoer van de leerlingen. Op iedere school ligt ieder convenant ter inzage. Door het afsluiten van het convenant voldoet het bestuur van de gemeente Losser aan de zorgplicht terwijl de verantwoordelijkheid verschuift naar de opvangorganisatie. Alle Losserse scholen zullen aan de ouders die dat willen de informatie m.b.t. de drie aanbieders uitreiken, waarna ze zelf een keuze kunnen maken waar zijn hun kind(-eren) aanmelden voor de buitenschoolse opvang. Adressen en telefoonnummers:
Happy Kids; Locatie Losser Kloosterstraat Tel.: 053 – 5386711
[email protected] www.catalpa.nl
31
Schoolgids 2015 - 2016
Kindercentrum Columbus Junior; Locatie Losser, Enschedesestraat 58a Tel. (centraal): 0541 – 514992
[email protected] www.columbus-junior.nl
10.11 Sponsoring Met de opbrengsten van de advertenties in de Zoemer betalen we een deel van onze kopieerkosten. Daarnaast vindt er sponsoring plaats bij incidentele gebeurtenissen zoals een Lustrum of een Kerstmarkt. De opbrengsten van dergelijke activiteiten zullen worden beheerd door de “Stichting van de Vrienden van de Imenhof”. 10.12 Over onderwijs Ondanks alle informatie in deze gids, kan het voorkomen dat u nog vragen heeft. Vragen over school kunt u stellen aan een van de teamleden of aan de directeur. Vragen over onderwijs in het algemeen en/ of vragen die u liever eerst met een onafhankelijk iemand wilt bespreken, kunt u voorleggen aan 5010. Dit is de vraagbaak voor ouders over openbaar onderwijs. Telefonisch op nummer 0800 5010 toets 4; op schooldagen tussen 10.00 uur en 15.00 uur. Digitaal via de website www.50tien.nl. Op deze site vindt u veel vragen en antwoorden en heeft u de gelegenheid om zelf een vraag te stellen.
32
Schoolgids 2015 - 2016
11. Externe contacten Consent
Schoolarts/ verpleegkundige
Tromplaan 47
GGD Twente, Jeugdgezondheidszorg
7513 AB Enschede 053 488 4444
Nijverheidstraat 30 7500 BK Enschede Tel. 0900-3338889
Steunpunt Passend Onderwijs Enschede
Vertrouwenspersoon Consent
Coördinator Ad Kappen
M. Stuivenberg
Tromplaan 47
Postbus 40042
7513 AB Enschede
7544 RA Enschede
Tel:053- 4308678 Inspectie van het onderwijs/
[email protected]
Gemeente Losser
www.onderwijsinspectie.nl/ vragen over onderwijs
Raadhuisplein 1, corr.adres Postbus 90
0800-8051/ Meldpunt Vertrouwensinspecteurs
7580 AB Losser tel:053-5377444
0900- 1113111 Ministerie van OCW
Leerplichtambtenaar Gem. Losser
Europaweg 4, postbus 25000
Netwerk jeugdhulpverlening(secr.)
2700 LZ Zoetermeer
Dhr. Lex Vermeulen
079-323232
0541-588330
Schoolbegeleidingsdienst "Expertis"
HS Edith Stein / Onderwijscentrum Twente
Postbus 762
Lerarenopleiding basisonderwijs
7550 AT Hengelo Tel. 074-8 516 516
M.A.de Ruyterstraat 3, 7556 CW Hengelo 074-2559100
Nederlandse Jenaplan Vereniging (N.J.P.V.)
Vereniging E.G.O. Nederland
Jenaplanbureau, Rembrandtlaan 50,
Bosveld 327
1741 KJ Schagen
5403 AJ Uden
0224- 213306
0413-268217
Landelijk bureau vernieuwend onderwijs (L.B.V.O.)
LBVO-Jenaplan 0575-571868
Vispoortplein 3 Zutphen 0575-521078 Sociaal Cultureel centrum" De Muchte"
Stichting Bibliotheek Losser
Coördinator; Th. van Veen
De Brink 48, 7581 JB Losser
Vlasakker 2, 7582 AS Losser
053-5382137
053-5369400 Politie Twente ,distr. Noordoost Twente
Centrum voor jeugd en gezin
Muchteweg 5, 7582 AK Losser
Vlasakker 2, Losser
0900 - 8844
053-5369411
"De Sleutel" Centrum voor muziek, dans en theater Diepenbrocklaan 41, 7582 CX Losser 053-5381309
33
Schoolgids 2015 - 2016
Bijlage Basisprincipes Jenaplan Mens 1. Elk mens is uniek met zijn eigen waarde en waardigheid, die onvervangbaar is. 2. Elk mens heeft, ongeacht ras, nationaliteit, geslacht, sociaal milieu, religie of levensbeschouwing recht een eigen identiteit te ontwikkelen. Deze moet in ieder geval gekenmerkt worden door zelfstandigheid, kritisch bewustzijn, creativiteit en gerichtheid op sociale rechtvaardigheid. 3. Elk mens heeft voor het ontwikkelen van een eigen identiteit persoonlijke relaties nodig met de zintuiglijke waarneembare en de niet zintuiglijk ervaarbare werkelijkheid. 4. Elk mens wordt steeds als totale persoon erkend en waar mogelijk ook zo aangesproken. 5. Elk mens wordt als cultuurvernieuwer erkend en waar mogelijk ook zo benaderd en aangesproken.
Samenleving 1. Mensen moeten werken aan een samenleving die ieders onvervangbare waarde en waardigheid respecteert. 2. Mensen moeten werken aan een samenleving die ruimte en stimulansen biedt voor ieders identiteitsontwikkeling. 3. Mensen moeten werken aan een samenleving waarin rechtvaardig, vreedzaam en constructief met verschillen en veranderingen wordt omgegaan. 4. Mensen moeten werken aan een samenleving die respectvol en zorgvuldig aarde en wereldruim beheert. 5. Mensen moeten werken aan een samenleving die de natuurlijke en culturele hulpbronnen in verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties gebruikt.
School 1. De school is een relatief autonome coöperatieve organisatie van betrokkenen. 2. In de school hebben de volwassenen de taak voorgaande uitspraken over mens en samenleving tot (ped -)agogisch uitgangspunt voor hun handelen te maken. 3. In de school wordt de leerstof ontleend aan de leef - en belevingswereld van de kinderen en aan cultuurgoederen die in de maatschappij als belangrijke middelen worden beschouwd (voor de hier geschetste persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling).
34
Schoolgids 2015 - 2016
4. In de school wordt het onderwijs georganiseerd in pedagogische situaties en met behulp van pedagogische onderwijsmiddelen. 5. In de school wordt het onderwijs vorm gegeven door een ritmische afwisseling van de basisactiviteiten: gesprek, spel, werk en viering. 6. In de school vindt heterogene groepering van kinderen plaats. 7. In de school wisselen ontwikkelend onderwijs, zelfstandig spelen en leren van kinderen elkaar af. 8. In de school nemen ontdekkend / onderzoekend leren en groepenwerk een belangrijke plaats in. 9. In de school vinden gedrag - en prestatiebeoordeling van een kind zoveel mogelijk plaats vanuit de eigen ontwikkelingsgeschiedenis van een kind en in overleg met dit kind. 10. In de school worden veranderingen gezien als een nooit eindigend proces, gestuurd door een consequente wisselwerking tussen doen en denken.
35
Schoolgids 2015 - 2016
Bijlage datamuur Imenhof juni 2015
36