Schoolgids 2015 - 2016
INHOUDSOPGAVE SCHOOLGIDS
1.
De school
2.
Waar onze school voor staat
3.
De organisatie van ons onderwijs
4.
De zorg voor de kinderen
5.
De rol van de ouders
6.
De ontwikkeling van het onderwijs op de Driesprong
7.
De resultaten van ons onderwijs
8.
Regelingen en praktische aangelegenheden
9.
Overige informatie
10.
Gegevens die jaarlijks (kunnen) wijzigen
Deze schoolgids is een uitgave van b.s. de Driesprong te Chaam. De inhoud van deze gids heeft de instemming van onze medezeggenschapsraad. Deze gids wordt bij inschrijving aan de ouders uitgereikt. Jaarlijks ontvangen de ouders eventueel gewijzigde pagina’s. Hoofdstuk 10 is voor de ouders verwerkt in onze jaarlijkse infokalender.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 1
Waarom een schoolgids voor ouders? De basisschool is een stukje van je leven. Zowel voor uw kinderen als voor u. Jarenlang is er diezelfde weg van huis naar school en weer terug. In de loop van de jaren vertrouwt u uw kind zo’n 8.000 uur toe aan de zorg van de juffen en meesters van de basisschool. Dat is een belangrijk deel van een kinderleven. Een basisschool kies je dan ook met zorg. Scholen verschillen steeds meer, in werkwijzen, sfeer en resultaten. Ze verschillen in kwaliteit. Dat maakt het kiezen steeds moeilijker. Daarom vraagt de overheid aan basisscholen om een schoolgids te maken. Deze gids moet helpen bij het bewust kiezen van een basisschool. In de schoolgids schrijft een school over de werkwijzen en de sfeer, maar ook over de resultaten die men behaalt. De nieuwe schoolgids is klaar. U heeft hem nu in handen. Deze gids is bedoeld voor ouders die nu kinderen op onze school hebben én voor ouders van toekomstige leerlingen. Aan de ouders die al kinderen op school hebben leggen wij in deze gids verantwoording af over onze manier van werken en de behaalde resultaten. Aan de andere ouders leggen wij uit wat zij mogen verwachten als hun kind leerling van onze school wordt. We hopen dat u onze schoolgids met plezier zult lezen. Vanzelfsprekend bent u altijd welkom voor een toelichting. Soms is er een uitgebreide toelichting op een onderwerp nodig. Deze uitgebreide teksten vindt u op onze website.
Namens het team van de Driesprong,
André Damen, dir.
*) Waar u in de gids leest “ouder(s)” is bedoeld ouder(s) en/of verzorger(s)
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 2
1. DE SCHOOL historie Tot 1984 kenden we in Chaam de kleuterschool ‘t Brakske, de lagere school de Ark (van oudsher de jongensschool) en de lagere school Taxandria (de meisjesschool). In 1984 fuseerden de beide lagere scholen tot basisschool de Driesprong, wetende dat in 1985 ‘t Brakske, in het kader van de Wet op het Basisonderwijs, zich aan zou sluiten. De naam Driesprong refereert aan het ontstaan vanuit deze drie scholen. inrichting en gebruik van speelgelegenheid Onze speelplaats is zo ingericht dat de kinderen van de drie "bouwen", onder-, midden- en bovenbouw gescheiden buiten spelen. Het gehele speelterrein is goed afgeschermd en ingericht met leuke, veilige en van een juiste ondergrond voorziene speeltoestellen, die officieel zijn goedgekeurd. Aan de speelplaats van de bovenbouw grenst de fietsenstalling. Hier kunnen fietsen van kinderen van de groepen 4 t/m 8 gestald worden. De kleuters en de kinderen van groep 3 kunnen in de fietsenstalling bij de kleuterspeelplaats hun fietsjes kwijt. De kinderen van de groepen 1 t/m 4 hebben hun eigen ingang aan de Kinderbeemd. Bestuur en Raad van Toezicht De Driesprong ressorteert onder S.K.O Het Groene Lint. Hier vallen de r.-k. basisscholen in Alphen, Baarle-Nassau, Bavel, Chaam, Galder, Riel en Ulicoten onder. Per 1 augustus 2011 is de scheiding tussen bestuur en toezicht gerealiseerd. Mede hierdoor zijn er nieuwe statuten opgesteld die deze nieuwe organisatiestructuur beschrijven. De fysieke scheiding zorgt voor een andere aansturing van de stichting. Voor de individuele scholen heeft dit consequenties. Zo zijn de locatiebesturen uit het organogram verdwenen. directie De directie heeft de algemene leiding van de school. De Driesprong kent een directeur, een adjunct-directeur en een waarnemend-directeur. De taken en de verdeling van de taken en verantwoordelijkheden tussen bestuur en directie zijn geregeld in het document directiestatuut dat is vastgesteld door het algemeen bestuur.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 3
richting De Driesprong is een katholieke school. Dat betekent dat we ons onderwijs geven vanuit onze katholieke levensovertuiging, daarbij rekening houdend met het gegeven dat ook kinderen met een andere achtergrond onze school bezoeken. situering van de school De Driesprong ligt in het centrum van het dorp aan de Wolfsdonk (zie plattegrond)
rijksinspectie Onze school valt onder het Rijksinspectiekantoor Tilburg. De inspecteur controleert jaarlijks of de plannen van de school voldoen aan de wettelijke eisen. Bovendien bezoekt de inspecteur regelmatig onze school, houdt kwaliteitsonderzoek en doet hiervan verslag aan het bestuur.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 4
2. WAAR ONZE SCHOOL VOOR STAAT a. missie en visie Ieder mens is uniek Wij willen de kinderen een gevoel van eigenwaarde en zelfrespect meegeven. Wij willen hun eigenheid benadrukken. Leerlingen moeten trots zijn op zichzelf, op hun cultuur en levensbeschouwing. Wij willen hen daarbij helpen. Respect voor de ander Wij besteden veel aandacht aan het creëren en in stand houden van een goede sfeer op school. Kinderen leren om de verschillen in cultuur en levensbeschouwing van elkaar te respecteren en te waarderen. De Driesprong is een school die wil staan voor “Degelijk onderwijs”. Degelijk onderwijs is onderwijs waarbij wij uit willen gaan van de natuurlijke ontwikkeling van kinderen. Wij willen leerlingen uitdagen om zelf de volgende stap te nemen. Dit doen wij door te streven naar een rijke leeromgeving waarbij wij ons onderwijsaanbod passend, methodisch en waar mogelijk geïntegreerd en/of thematisch aanbieden. Hierdoor werken we aan de totale ontwikkeling van kinderen. Wij willen dit doel bereiken door samen verantwoordelijkheid te nemen voor de ontwikkeling van de kinderen. Tevens heeft de professionele ontwikkeling van de leerkracht een belangrijke rol in onze organisatie. In de toekomst van het onderwijs wordt er veel gevraagd van de leerkracht om tegemoet te komen aan de steeds groter wordende verschillen tussen leerlingen. Om goed voorbereid de toekomst in te stappen willen wij samen met en van elkaar leren. De leerling die in een betekenisvolle omgeving leert om zelf verantwoordelijkheden te nemen, respectvol leert omgaan met leerling en leerkracht en die wordt voorbereid om op zijn of haar niveau de basisschool te verlaten met voldoende bagage om zichzelf met een reëel maatschappijbeeld verder te ontwikkelen. De leerkracht die bijdraagt aan deze ontwikkeling door open te staan voor de kinderen en inspeelt op de behoeftes van de kinderen. Leerkrachten zien de mogelijkheden van de specialistische kennis en vaardigheden van collega’s en benutten deze waar mogelijk. De school probeert een klimaat te scheppen waarbij zowel kind, ouder als leerkracht zich welkom, veilig en betrokken voelen. Dit verantwoordelijkheidsgevoel en de samenhorigheid van waaruit we willen werken zijn belangrijke kernwaarden voor De Driesprong. Ons onderwijsconcept We krijgen steeds meer te maken met grotere verschillen tussen leerlingen. Het onderwijs en de onderwijsorganisatie worden hierdoor complexer. We willen tegemoetkomen aan de verschillen tussen leerlingen, maar om dit 'onderwijs op maat' mogelijk te maken zijn aanpassingen in de organisatie gewenst. Onze schoolorganisatie wordt bij het tot stand komen van dit plan gekenmerkt door het leerstofjaarklassensysteem, waarbij steeds vaker klasse doorbrekend gewerkt gaat worden en ondersteunende functies vanuit onze zorgafdeling worden ingezet. Vanuit onze visie op personeel willen wij de competenties van de leerkrachten zo optimaal mogelijk benutten bij de organisatie van het onderwijs. Dat betekent dat binnen onze school __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 5
de competenties van de diverse teamleden breed ingezet kunnen worden (voorbeelden zijn in dit verband muzieklessen van elkaar vervangen en creativiteitslessen bij elkaar verzorgen)
Daarbij hanteren we de volgende stelling:
“Samen voor allen” b. De school als leergemeenschap Een school heeft alleen maar bestaansrecht als ze voldoet aan de eisen die de overheid stelt. Onze school heeft zich te houden aan de Wet op het Primair Onderwijs (WPO). Daarnaast zijn er ook kerndoelen vastgesteld. Die bepalen welke leerstof een school tenminste moet behandelen. In principe leren de leerlingen van onze school dus hetzelfde als alle andere kinderen op alle andere scholen in Nederland. Voor verreweg de meeste kinderen is dat het gemiddelde pakket dat iedere leerling aangeboden kan krijgen. Wat wij daarnaast proberen is elk kind datgene te bieden wat het best bij dat kind aansluit. Dit kan betrekking hebben op het niveau, maar ook de wijze van leren Voor sommige kinderen is dat wat meer, voor andere weer wat minder. Met de verschillen in aanleg willen wij nadrukkelijk rekening houden door ons onderwijsaanbod daar waar mogelijk af te stemmen op de individuele leerling.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 6
3. DE ORGANISATIE VAN ONS ONDERWIJS a. de organisatie van de school In de periode van 8 jaar, die een leerling normaal gesproken op de Driesprong doorbrengt, wordt van de school verwacht dat die het kind onderwijs aanbiedt dat aansluit bij zijn ontwikkeling en dat de grondslag legt voor aansluitend voortgezet onderwijs. Om dat te bereiken werken we op onze school in drie afdelingen (bouwen): de onderbouw (groepen 1 en 2), de middenbouw (groepen 3 en 4) en de bovenbouw (groepen 5 t/m 8). Doorlopend overleg tussen de leerkrachten van de verschillende groepen binnen de bouw en veelvuldig contact tussen de bouwen onderling geven de garantie dat de kinderen hun schooltijd zo soepel mogelijk doorlopen. Een van onze uitgangspunten daarbij is dat alle kinderen verschillend zijn, dat elk kind zijn/haar eigen specifieke mogelijkheden en behoeften heeft en dat we ernaar streven ons onderwijs op die mogelijkheden en behoeften af te stemmen. Onze leerlingen zitten in zgn. jaargroepen. Dat wil zeggen dat ze op basis van hun leeftijd zijn verdeeld over de 8 leerjaren van de basisschool. Soms betekent dat een combinatiegroep, waarin leerlingen van twee leerjaren bij elkaar in één groep zijn geplaatst. Bij de kleutergroepen hebben we voor deze combinaties gekozen om onderwijskundige en opvoedkundige redenen Wij streven ernaar groepen te vormen van tussen de 20 en 30 leerlingen, die les krijgen van één of twee leerkrachten. b. grootte van de groepen Op de Driesprong is het aantal leerlingen in de groepen 1 t/m 4 gemiddeld kleiner dan van de bovenbouwgroepen. Vanwege de instroom door het schooljaar heen kan het tegen het einde van het schooljaar voorkomen dat de kleutergroepen iets groter zijn. c. wie werken er op de Driesprong Het team van de Driesprong wordt gevormd door: directeur: Hij geeft leiding aan het team en is, onder verantwoordelijkheid van het bestuur, belast met de onderwijskundige, organisatorische en huishoudelijke leiding van de school. adjunct-directeur: Binnen de directie is hij/zij mede verantwoordelijk voor het onderwijskundig beleid van de school. De directeur, adjunct-directeur en waarnemend-directeur verdelen samen de directietaken. Deze verdeling wordt aan het begin van het schooljaar gecommuniceerd naar de ouders. De adjunct-directeur is daarnaast leerkracht. waarnemend-directeur: Binnen de directie is hij/zij mede verantwoordelijk voor het onderwijskundig beleid van de school. De directeur, adjunct-directeur en waarnemend-directeur verdelen samen de directietaken. Deze verdeling wordt aan het begin van het schooljaar gecommuniceerd naar de ouders.. De waarnemend-directeur is daarnaast groepsleerkracht.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 7
bouwcoördinatoren onderbouw, middenbouw en bovenbouw De bouwcoördinatoren zijn het verlengstuk van de directie waar het gaat om zaken die alleen de onder-, midden- of bovenbouw aangaan. Zij zorgen voor voldoende overleg tussen de collega´s en coördineren “bouwspecifieke” aangelegenheden. interne begeleider De zorgcoördinator bewaakt de speciale zorg voor de leerlingen die daar behoefte aan hebben. Zij beheert het leerlingvolgsysteem en bespreekt met de leerkrachten op welke manier het best hulp kan worden verleend. Ook bespreekt zij die zorg regelmatig in de daarvoor bestemde leerlingbesprekingen. Remedial teachers Zij zijn verantwoordelijk voor het verlenen van de extra hulp buiten de klas. vakleerkrachten De Driesprong werkt met een vakleerkracht voor de handvaardigheidlessen. Hij werkt in de midden- en bovenbouwgroepen. groepsleraren Zij zijn specifiek verantwoordelijk voor de aan hen toevertrouwde leerlingen. Zij zijn het eerste aanspreekpunt voor ouders van deze leerlingen. administratief medewerkster De adm.medewerkster draagt zorg voor de leerlingen- en absentenadministratie, de postverwerking, bestellingen van leermiddelen en diverse andere administratieve zaken. conciërge Deze heeft een ondersteunende taak op school. Doet huishoudelijk werk, zorgt voor het vele kopieerwerk, houdt de speelplaats schoon en doet kleine onderhoudswerkzaamheden. stagecoach De stagecoach begeleidt alle stagiaires die onze school bezoeken. Het schoolteam wordt aangevuld met: ambulant begeleider De ambulant begeleider is een leerkracht afkomstig van het speciaal onderwijs. Hij/zij geeft onze leerkrachten advies over begeleiding van leerlingen die speciale zorg nodig hebben. collegiale consultatiegever De collegiale consultatiegever (afgekort c.c.-er) is een leerkracht afkomstig van het speciaal basisonderwijs te Breda. Hij/zij geeft onze leerkrachten advies over begeleiding van leerlingen met leer- en/of gedragsproblemen. onderwijsadviseur Deze medewerker van een Onderwijs Begeleidings Dienst geeft adviezen tijdens consultaties over aanpak en begeleiding van zorgleerlingen. Tevens is deze medewerker deelnemer van het ZAT (zorg advies team). Naast adviezen m.b.t. leerlingen kan de onderwijsadviseur ingeschakeld worden bij onderwijsvernieuwing. C.J.G.-er Een medewerker van Centrum Jeugd en Gezin. Hij/zij adviseert ouders en leraren in de begeleiding van leerlingen. __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 8
d. vervanging van leraren Het is niet meer zo als vroeger dat elke leraar vijf dagen per week werkt en daarmee de enige leraar in de groep is. Een aantal van onze meesters en juffen werkt part time. Daarnaast zijn er leerkrachten die binnen de school ook andere taken hebben en kan de oudere leerkracht gebruik maken van de regeling duurzame inzetbaarheid (voorheen Baporegeling). Bijna alle groepen krijgen dan ook te maken met twee leraren. Daarnaast kan het gebeuren dat een leerkracht ziek is of buitengewoon verlof heeft. In dat geval kunnen we een beroep doen op (vaste)bevoegde invalkrachten die bereid zijn de groep voor korte of langere tijd over te nemen. e. voorkoming van lesuitval Het lukt ons gelukkig nog steeds om bij verlof van een leerkracht een invalkracht te vinden. Mocht dit niet mogelijk zijn dan wordt slechts in het uiterste geval een groep vrij gegeven. Eerst worden er allerlei organisatorische maatregelen genomen om uw kind toch onderwijs te geven. U kunt uw kind nooit onverwacht thuis krijgen. Wanneer een bovenstaand geval speelt, krijgt u altijd minimaal 2 dagen tevoren van ons bericht. f. de activiteiten voor de kinderen Voor een gedetailleerd overzicht van de leerstof verwijzen we naar de methodes die we gebruiken. In dit hoofdstuk geven we een globaal overzicht van wat in onze school aan de orde komt. onderwijs vanuit onze rooms-katholieke levensovertuiging Wij zijn van mening dat de godsdienstige opvoeding op de eerste plaats de taak is van de ouders en van de parochie. Toch draagt onze school aan die godsdienstige opvoeding wel degelijk haar steentje bij. Aan het begin van deze schoolgids geven wij aan dat we ons onderwijs wensen te geven vanuit onze katholieke levensovertuiging. Voor ons betekent dit dat we ons in ons handelen en in ons omgaan met elkaar laten leiden door de waarden en de normen, zoals die door de katholieke kerk zijn geaccepteerd. Dat is merkbaar in alles wat op school gebeurt. Daarnaast wordt in elke groep wekelijks enige tijd ingeruimd voor het godsdienstonderwijs. Tijdens die lessen gaan we onder andere in op de achtergronden en de inhouden van het katholieke geloof en leggen we een relatie met de sociaal- emotionele ontwikkeling van de kinderen. Ook andere levensovertuigingen komen daarbij aan bod. We gebruiken hiervoor de methode KLEUR (vanaf 2010). Verder verleent de school haar medewerking aan de voorbereiding op de eerste communie en het vormsel. de kerndoelen
Onderwijs kan niet zonder doelen. De overheid heeft zogenaamde kerndoelen opgesteld. Alle basisscholen in Nederland dragen er zorg voor dat er aan het onderwijs een zodanige invulling gegeven wordt dat voldaan wordt aan deze kerndoelen. Ook op de Driesprong wordt terdege rekening gehouden met de kerndoelen. Zo wordt bijvoorbeeld bij aanschaf van een nieuwe methode bekeken of deze methode voldoet aan deze doelen. Daar waar ons onderwijs op delen nog niet geheel aan de kerndoelen voldoet, zullen we zelf aanvullende leerstof ontwikkelen.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 9
referentiekader
Specifiek aandacht wordt er besteed aan de doorlopende lijnen binnen de onderdelen TAAL en REKENEN. Hiertoe heeft de overheid referentiekaders opgesteld. Deze strekken zich uit van basisonderwijs tot en met HBO/VWO-niveau. De referentiekaders zijn onderverdeeld in fundamentele- en streefniveaus. De fundamentele niveaus moeten in principe door de instellingen voor alle leerlingen behaald worden (basisonderwijs = niveau F1). De streefniveaus zijn voor leerlingen die sneller en meer dan gemiddeld aankunnen. de eerste jaren
Bij de kleuters onderscheiden we o.a. taal- en rekenactiviteiten, bewegingsactiviteiten, muzikale vorming, expressie-activiteiten en werken met ontwikkelingsmaterialen. In de eerste twee leerjaren van onze school hebben we gekozen voor een natuurlijke en geleidelijke ontwikkeling van de kinderen. Dat wil zeggen dat we onze kleuters op een positieve manier stimuleren in die ontwikkeling. Kleuters leren al doende, tijdens hun spel. Wij spelen daarop in door te zorgen dat er veel materiaal is waarvan kleuters kunnen leren. Door onze kleuters de gelegenheid te geven ook daadwerkelijk “kleuter te zijn” en hen niet geforceerd dingen te laten doen waar ze nog niet aan toe zijn, geven we hen het gevoel van veiligheid en geborgenheid dat naar onze mening nodig is voor een optimale ontwikkeling. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat we onze jongste leerlingen niet stimuleren en “op het goede spoor zetten”. Integendeel. Ook voor hen hebben we lijnen uitgezet en een “leerplan” opgesteld, dat voor ons en voor hen de leidraad vormt bij de voorbereiding op het onderwijs in de groepen 3 en verder. Werken vanuit thema’s in de groepen 1 t/m 4
Als we kijken naar hoe de ontwikkeling van jonge kinderen verloopt, kunnen we al veel zien door het spel van het kind te observeren. Spelen is één van de belangrijkste manieren om tot ontwikkeling te komen en dus ook te leren. Kunnen en willen spelen is voorwaarde voor alle ontwikkeling. Op school is de leerkracht ervoor om de kinderen te helpen spelen en te leren spelen. De manier waarop met de leerlingen gewerkt wordt beoogt samenhang te bewerkstelligen tussen functieontwikkeling, persoonlijkheidsontwikkeling, verkenning van de wereld en een eerste kennismaking met enkele vak- en vormingsgebieden. Voorwaarden om tot een optimale ontwikkeling te komen zijn: - het emotioneel vrij zijn; - nieuwsgierig zijn; - het hebben van zelfvertrouwen . Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan kunnen leerlingen: actief zijn, zich uiten en vorm geven – communiceren, de wereld verkennen, voorstellingsvermogen en creativiteit ontwikkelen,samen spelen en werken, zelfsturing en zelfstandigheid opbouwen, reflecteren, redeneren en problemen oplossen. We werken aan de gebieden van de specifieke kennis en vaardigheden: woorden en begrippen, waarnemen en ordenen, motorische vaardigheid, hoeveelheden en bewerkingen, gereedschappen en technieken, sociale vaardigheid, schematiseren en symboolvorming, geschreven en gedrukte taal.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 10
Wat betekent dit nu voor het jonge kind? Wil een kind tot goede activiteiten en prestaties komen dan zal het zich lekker in zijn vel moeten voelen. Het aanbod wat de leerkracht geeft moet van kwaliteit zijn om de kinderen te stimuleren tot activiteit en opdoen van ervaringen. Ze moeten samen kunnen werken, communiceren en verantwoordelijkheid kunnen dragen. Activiteiten moeten voor de kinderen zinvol zijn en betekenis hebben; de kinderen moeten zich betrokken voelen bij het aanbod . In de praktijk betekent dit dat er in alle groepen met thema's wordt gewerkt, die ongeveer 6 tot 8 weken duren. De begeleiding van de kinderen door de leerkrachten heeft als doel het verbeteren van de interactie met en door kinderen binnen deze activiteiten. In de kleutergroepen worden ook de taal-, reken- en schrijfactiviteiten hierop afgestemd. Ook wordt nagegaan of er mogelijkheden zijn om een activiteit buiten de school te kiezen of iemand binnen de school te halen, die een verdieping van het thema kan betekenen. Het vertelkastje De kinderen beluisteren in tweetallen een aantal keren het verhaal bij een prentenboek,terwijl zij naar de platen kijken. Diezelfde platen zijn gemaakt voor het vertelkastje. Dit is een fraai uitgevoerd kastje dat op een tafeltje staat, waarvan de deurtjes geopend kunnen worden, waardoor er een plaat zichtbaar wordt. Deze plaat kan weggeschoven worden, waarna de volgende zichtbaar wordt. Wanneer de kinderen het verhaal voldoende hebben leren kennen, gaan zij het verhaal aan de hand van de platen vertellen. Op deze wijze kunnen zij het verhaal presenteren aan andere kinderen van de groep. Zij werken zo aan verhaalbegrip, formuleren en samenwerken. De verteltafel De leerkracht leest een prentenboek voor, waarin veel dialoog zit. In eerste instantie leest zij voor aan de hele groep en vervolgens aan een klein groepje kinderen. Zij herhaalt deze voordracht met behulp van materialen als poppen, knuffels e.d. die het verhaal vertellen en uitbeelden. Gaandeweg kunnen de rollen van de poppen, knuffels overgenomen worden door de kinderen. Het is de bedoeling dat de kinderen zich de boekentaal eigen maken. Ook werken zij zo aan verhaalbegrip en samenwerken. De themahoeken In het lokaal zien we verschillende naar het thema ingerichte hoeken. In die hoeken is duidelijk te zien op welke wijze hier rekenkundige en taalkundige activiteiten plaatsvinden. De kleine kring In de kleine kring (4 tot 6 kinderen) wordt een boek of een thema aangeboden. Wanneer het een prentenboek betreft wordt dit prentenboek benaderd vanuit een aantal invalshoeken, zoals deze door de leerkrachten van de groepen 1 t/m 3 zijn afgesproken. Deze invalshoeken zijn allemaal gericht op verhaalbegrip en verhaalbeleving. Wanneer een thema wordt aangeboden, gebeurt dit met gerichtheid op veel interactie. De kleine kring wordt gekozen voor deze activiteiten, omdat de betrokkenheid in zo ’n kleine bezetting het grootst is. Werken in de groepen 3 en 4. Ook voor deze leerlingen geldt: Voorwaarden om tot een optimale ontwikkeling te komen zijn - het emotioneel vrij zijn; - nieuwsgierig zijn; - het hebben van zelfvertrouwen. Daar een structurele opbouw middels een methode in deze groepen een groot belang heeft, wordt er in deze groepen gewerkt met reguliere methodes. Binnen het gebruik van de methode wordt zoveel mogelijk ruimte gezocht om de leerlingen vanuit hun individuele __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 11
behoefte te benaderen, om zodoende de voorwaarden om tot optimale ontwikkeling te komen te bewerkstelligen. De thema’s die in de methodes aan bod komen vormen het uitgangspunt voor allerlei leestaal- reken- schrijf en creatieve activiteiten, maar ook activiteiten richting wereldoriëntatie. Dit om het betekenisvolle en de betrokkenheid te vergroten. Ook wordt nagegaan of er mogelijkheden zijn om een activiteit buiten de school te kiezen of iemand binnen de school te halen, die een verdieping van het thema kan betekenen. Ook wordt nagegaan of er mogelijkheden zijn om een activiteit buiten de school te kiezen of iemand binnen de school te halen, die een verdieping van het thema kan betekenen. Thematisch zaakvakkenonderwijs in de groepen 5 t/m 8
In de bovenbouwgroepen zien we het werken met thema's vooral terug binnen het zaakvakkenonderwijs: de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuurkennis worden niet meer als aparte vakken gegeven, maar aangeboden binnen een thema. Een thema wordt meestal aangesneden vanuit een woordweb op het bord, een inleidend verhaal, film of videofragment. Samen wordt er een woordveld m.b.t. het thema gemaakt of uitgebreid. De subonderwerpen worden over diverse groepjes verdeeld en kinderen gaan hierna aan de slag. Zij zoeken zelf informatie op in ons documentatiecentrum, in meegebrachte boeken van thuis of uit de bibliotheek, via de computer en Ipad of via ons documentatiecentrum. Uiteindelijk resulteert al het werk in een presentatie. Dit kan zijn: een muurkrant, een informatiezuil, een werkstuk, een computerpresentatie enz. Tegen het einde van de periode waarin het thema aan de orde is, geven de verschillende groepjes presentaties aan de klas en wordt er door de leerkracht een "proefwerk" afgenomen. In de bovenbouw worden de taal- en rekenlessen gegeven vanuit de bestaande taal- en rekenmethodes.
Nederlandse taal en lezen
In de kleutergroepen wordt gewerkt aan de diverse leesvoorwaarden. Ook wordt daar middels activiteiten die binnen het kader van de basisontwikkeling vallen de eerste stapjes gezet in het leren van letters en het lezen en schrijven van woorden. In groep 3 werken we met de vernieuwde methode van Veilig Leren Lezen, aangevuld met activiteiten in het kader van de basisontwikkeling. Vanaf schooljaar 2010-2011 wordt er vanaf groep 4 met de taalmethode “Taal in beeld” (versie 2008) en “Spelling in beeld” gewerkt. Het is een taalmethode met een doorgaande lijn voor de groepen 4 t/m 8. Uitgebreide informatie over deze taal- spellingmethode vindt u op de website van de uitgever: www.taalinbeeld.nl . Vanaf groep 4 wordt voor begrijpend en studerend lezen de methode “Nieuwsbegrip XL” (versie 2015) ingezet. In de groepen 4 t/m 8 wordt tevens het technisch lezen verder ontwikkeld middels groepslezen, waarbij de groepjes op niveau worden ingedeeld en lezen uit de boekjes van de methode “Estafette”.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 12
Rekenen
REKENEN/DENKONTWIKKELING is het ontwikkelen en uitbouwen van de aanwezige verstandelijke vermogens van het kind. Hierbij denken we aan: praktisch denken, logisch denken, abstract denken, leren zoeken naar de oplossing van problemen, relaties leren hanteren en deze ook leren verwoorden. De kleuters werken naast diverse ontwikkelingsmaterialen gericht op reken/denkontwikkeling ook in de themahoek, bouwhoek, zandwatertafel, timmertafel. Net zoals bij het aangeboden ontwikkelingsmateriaal is de aandacht gericht op getalbegrip, meten en meetkunde. Er wordt gebruik gemaakt van de map GECIJFERD BEWUSTZIJN, de rekenkist MET SPRONGEN VOORUIT lessen uit de WERELD IN GETALLEN, dit alles steeds aan de thema’s gekoppeld. Verder worden rekenbegrippen gestimuleerd door prentenboeken/verhalen, versjes, liedjes, gym/spellessen In groep 3 neemt het rekenrek een belangrijke plaats in. De vijf- en tienstructuur wordt hiermee zichtbaar gemaakt. Langzamerhand leren de kinderen omgaan met de rekenen werkboeken van de methode DE WERELD IN GETALLEN (versie 2010). Dit is een moderne rekenmethode die ervan uitgaat dat rekenen en wiskunde in de wereld om ons heen plaatsvindt. De verschillende onderdelen zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen of delen worden vanuit de praktijk benaderd. Breuken, procenten en kommagetallen worden in onderlinge samenhang aangeleerd. De basisvaardigheden leren kinderen toepassen in praktijksituaties.
Engels
Dit is een wereldtaal waarvan de invloed op ons dagelijks leven duidelijk herkenbaar en aanwijsbaar is. Kinderen horen dagelijks Engelse conversatie en muziek via onder meer radio en televisie, alsook Engelse uitdrukkingen in ons eigen spraakgebruik. De kinderen van groep 7 en 8 krijgen lessen rondom thema's als het kennismaken, inkopen doen, klok kijken en de weg vragen. Kortom allerlei dagelijks voorkomende situaties. Er is veel aandacht voor het spreken en het verstaan van de taal. We vinden het belangrijk dat kinderen de taal durven spreken. Daarom vinden er veel kleine gesprekjes plaats tussen leerlingen onderling en in kleine groepjes. Wij werken met de methode: "The Team" (versie 2004).
BVL: Brabants Verkeersveiligheids Label
Vanaf schooljaar 2005-2006 werkt onze school mee aan het provinciale project BVL. Dit houdt concreet in dat de school een BVLwerkgroep heeft. In deze werkgroep hebben leraren, ouders en directie zitting. De werkgroep vergadert enkele keren per schooljaar en is verantwoordelijk voor het BVL-activiteitenplan. In dit activiteitenplan worden diverse zaken m.b.t. de verkeersveiligheid van de kinderen rondom de school, de verkeerseducatie in de klas, __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 13
de communicatie m.b.t. dit thema richting ouders e.d. omschreven. De werkgroep bewaakt de uitvoering van dit activiteitenplan en stelt dit zonodig bij.
bevordering sociale redzaamheid w.o. gedrag in het verkeer
Voor de bevordering van sociale redzaamheid hebben wij geen vaste methode. De onderwerpen die hierbij komen kijken zoals vrij zijn van angst of verlegenheid, opdrachten accepteren en uitvoeren, je mening durven geven en vragen durven stellen, om hulp vragen en bieden enz. zijn zo sterk in ons onderwijs geïntegreerd (impliciet), dat we er geen vaste lijn voor kunnen aangeven. Expliciet komen ze aan de orde in catecheselessen, in het pedagogisch handelen in conflictsituaties, tijdens vieringen enz. Voor verkeer kunnen we wel een vaste lijn aangeven. Het doel van verkeersonderwijs omschrijven we als: nu al en in de toekomst veilig en zonder angst kunnen deelnemen aan het verkeer. Naast een stukje kennis van regels en borden is dit toch vooral een mentaliteitskwestie. Helaas moeten we constateren dat de kinderen in de praktijk vaak voorbeelden voorgeschoteld krijgen van hoe het niet moet. Voor het verkeersonderwijs gebruiken we de methode WEGWIJS (versie 2006). In groep 7 wordt het landelijke, zowel theoretische als praktische verkeersexamen afgenomen. expressie-activiteiten Natuurlijk spelen ook de expressie-activiteiten in de ontwikkeling van de kinderen een grote rol. De activiteiten die in onze school op het gebied van expressie plaatsvinden hebben op de eerste plaats als doel de kinderen de gelegenheid te geven zich creatief te uiten. Dat kan d.m.v. muziek, toneel en bewegen, maar ook in de vorm van tekenen en handvaardigheid. Bij deze laatste activiteiten wordt naast de creatieve kant ook aandacht besteed aan technieken en materiaalgebruik, zonder dat de kinderen al te veel worden gestuurd in de richting van een door ons beoogd resultaat. De eigen creativiteit blijft belangrijk. Drie maal in het schooljaar organiseren we voor de groepen 3 en 4 speciale creamiddagen. Voor de vakken muziek, handvaardigheid en tekenen gebruiken we de methode “Moet je doen” (versie 2010). lichamelijke ontwikkeling
Het voor zich dat we de nodige aandacht besteden aan de lichamelijke ontwikkeling van onze leerlingen. Dat doen we niet alleen tijdens de lessen bewegingsonderwijs en lichamelijke opvoeding, maar eigenlijk de hele dag door, door m.n. te letten op houding, motoriek, bewegen, enz. Zoveel als mogelijk is worden de kinderen ook op dit gebied op een positieve manier gestimuleerd. Methode: Basislessen Bewegingsonderwijs (versie 2005).
maatschappelijke verhoudingen, geestelijke stromingen en gezond gedrag
Deze vak- en vormingsgebieden komen impliciet in alle groepen aan de orde. We hanteren hiervoor geen methode, maar hebben op school voldoende naslag- en illustratiemateriaal om daar een verantwoorde inhoud aan te kunnen geven. De groepen 7 en 8 volgen ook iedere __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 14
week het School T.V. Weekjournaal, waarin naast de behandeling van actualiteiten, ook allerlei maatschappelijke en geestelijke stromingen aan bod komen.
wetenschap en techniek
Wetenschap- en techniek wordt aangeboden in alle leerjaren. De groepen 1 t/m 3 zetten techniek in d.m.v. leskisten die ingezet worden bij aansluitende thema’s en/of lessen. De groepen 4 t/m 8 werken wekelijks 45 minuten aan techniek- en wetenschap. Dit doen zij d.m.v. leskisten die qua inhoud en niveau aansluiten bij de ontwikkeling van de kinderen. Wij werken methode onafhankelijk wat betekent dat ons aanbod wordt bepaald door de techniek coördinatoren leerkrachten van onze school. Dit heeft als grote voordeel dat het altijd goed past binnen onze visie en lesopbouw van ons techniek- en wetenschapsonderwijs. Leerkrachten spelen tijdens de lessen in op de talenten van leerlingen waarbij we bewust willen zijn van verschillende aanpakken en leerstijlen van kinderen. Het uitgangspunt is dat het kind een onderzoekende houding heeft waarop de leerkracht probeert aan te sluiten met uitdagende lessituaties en goede vragen en begeleiding.
zelfstandig werken
Regelmatig is er een moment waarop de kinderen gelegenheid krijgen om zelfstandig te werken. De leerkracht laat de kinderen kiezen uit een aantal mogelijkheden: b.v. het verwerken van taal- en rekentaken, opdrachten in het kader van techniek, gezelschapsspelen en werken aan de computer Van de kinderen wordt verwacht dat ze: - zelf keuzes maken. - de opdrachten die ze kiezen (om te maken) ook voltooien. - zelf de benodigde materialen pakken. - de opdrachten zoveel mogelijk zonder hulp van de leerkracht proberen op te lossen. Met de kinderen zijn afspraken gemaakt: - heb je hulp nodig? - lees eerst de opdracht nog een keer! - vraag eerst het kind dat naast je zit! Kan hij/zij helpen? - vraag het een van je groepstafelkinderen! geen resultaat? - vraag het indien mogelijk aan de groepsleerkracht of - wacht tot de nabespreking! De leerkracht heeft ondertussen tijd om: - de kinderen individueel of in kleine groepjes te begeleiden. - de kinderen te observeren. De kinderen werken zoveel mogelijk met materialen waarbij de leerkracht niet echt nodig is: kinderen lezen zelf de instructie en kunnen de opdracht ook zelf nakijken. Ze houden zich aan de afspraken en regels m.b.t. het materiaalgebruik. De organisatie van zelfstandig werken: - de leerkracht geeft informatie over de opdrachten. - als alles duidelijk is, maken de kinderen hun keuzes. - ze pakken de benodigde materialen en gaan op hun werkplek zitten. - de kinderen werken. - na afloop evalueert de leerkracht indien nodig de les met de kinderen. - er vindt ook een registratie plaats van gedane/gemaakte opdrachten of gebruikte materialen
Burgerschapszin
Onze leerlingen groeien op in een multiculturele samenleving. We vinden het belangrijk dat zij respect hebben voor de eigen cultuur en voor die van anderen. __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 15
We maken onze leerlingen bewust van de eigen verantwoordelijkheid die zij hebben t.o.v. de mensen waarmee zij samenleven, de plaats/ het land waarin zij leven. We laten onze leerlingen ervaren wat het betekent actief burger te zijn, voor henzelf en voor hun omgeving. Concreet betekent dit bv. dat we d.m.v. de verschillende disciplines in de kunsten andere culturen leren kennen, zorg dragen voor elkaar tijdens uiteenlopende schoolactiviteiten, met een actie reageren, wanneer een belangrijk dorpitem speelt, de historie inzetten om bewust zijn van de eigen rol te bevorderen. In ons eigen dorp maken we weinig kennis met mensen met een andere culturele achtergrond. Andere activiteiten in en buiten de klas
Behalve alles wat hiervoor beschreven is en wat hoort tot het normale programma van een school, zijn er op onze school nog een heleboel “extra” activiteiten. Het zijn er eigenlijk teveel om op te noemen, maar hierbij moet gedacht worden aan excursies, gastdocenten, theatervoorstellingen, sport- en speldagen, vieringen, projecten, enz. In elke groep wordt het dagelijkse patroon meerdere keren per jaar doorbroken voor een dergelijke activiteit. Uitgangspunt is steeds dat de activiteiten moeten passen bij de ontwikkeling van onze leerlingen.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 16
In onderstaande lessentabel vindt u de afgesproken tijden per vakgebied in minuten per week weergegeven.
Vakgebieden / Groepen Zintuiglijke oefening Lich.Oefening
1
2
3
4
5
6
7
8
360 360
480 420
90
90
90
90
90
90
375 150 60
240 90 255 60
180 90 270 60
150 90 285 30
105 90 270 30
105 90 270
Nederlandse taal Techn.lezen Begr.lezen Taal Schrijven Taalontwikkeling
210
240
Rekenen
30
45
300
300
300
300
300
300
Zelfstandig werken Techniek
30
30
90 45
60 45
75 45
75 45
75 45
105 45
45
45
Engelse taal Kennisgebieden Wereldoriëntatie
30
30
180
210
225
255
Gedrag i/h verkeer
30
30
45
60
75
45
60 60 60
60 45 45
60 45 45
60 45 45
45 45 45
45 45 45
30
30
30
30
30
30
75
75
75
75
75
75
1455 =24¼
1455 =24¼
1575 =26¼
1575 =26¼
1575 =26¼
1575 =26¼
Expressie activiteiten Bevordering taalgebruik Tekenen Muziek Handvaardigheid Spel en beweging Godsdienstonderwijs
60 60 60
60 60 60
60
60
15
15
Pauze TOTAAL PER WEEK
1245 =20 ¾
1455 =24¼
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 17
4. DE ZORG VOOR DE KINDEREN
a. De opvang van nieuwe leerlingen in de school plaatsing jongste kleuters
Voor jongste kleuters geldt de volgende procedure: Tweemaal per schooljaar organiseren we voor de ouders van aankomende kleuters een informatiebijeenkomst over de Driesprong. Tijdens deze bijeenkomst worden de ouders geïnformeerd over de basisschool in het algemeen en de Driesprong in het bijzonder. Na een korte inleiding kunnen de ouders een kijkje nemen in de kleutergroepen. Vervolgens krijgen ze informatie over het hoe, het wat en het waarom in de kleutergroepen van onze school. Na afloop van de bijeenkomst bestaat de gelegenheid de kinderen aan te melden als leerling van de Driesprong. Vierjarigen hebben een leerrecht: de dag na hun vierde verjaardag mogen zij in principe de basisschool bezoeken. Vanaf 1 augustus 2014 treedt de Wet Passend Onderwijs in werking. Aanmelding en inschrijving verlopen dan volgens een vaste wettelijke procedure. Meer informatie hierover vindt u op onze website onder “downloads”. plaatsing overige kinderen
Nieuwe leerlingen worden door de ouders aangemeld bij de adjunct-directeur van onze school. Zij voert een kennismakingsgesprek waarin verteld wordt wie en wat de Driesprong is en waarom we zijn zoals we zijn en waarom we werken zoals we werken. Voor men vertrekt wordt een afspraak gemaakt voor een eventueel tweede bezoek. De nieuwe leerling kan dan “een dagje meelopen” in de nieuwe groep voordat hij/zij definitief op school komt. Die eerste schooldag is dan tevens de dag waarop de nieuwe leerling echt wordt ingeschreven. Kinderen die al eerder op een andere school waren ingeschreven moeten dan een bewijs van uitschrijving van de vorige school meebrengen. Eenmaal op school wordt vooral in de eerste weken intensief contact onderhouden met de ouders en wordt getracht via gesprekjes met het kind zoveel mogelijk aan de weet te komen, zodat de nieuwe leerling op de beste manier kan worden ingepast in de groep.
op school de eerste stapjes
Voor een ouder die voor het eerst zijn/haar kind naar school brengt hebben we de eerste stapjes beschreven. De eerste stapjes vormen een opsomming van de zaken die voor u bij het eerste schoolbezoek van uw kind van belang zijn. Ze zijn te vinden op de site van de school en u ontvangt de eerste stapjes wanneer u de bevestigingsbrief van uw inschrijving ontvangt. __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 18
b. Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school (leerlingvolgsysteem) de manier waarop het dagelijks werk van de kinderen wordt bekeken en beoordeeld en de middelen die worden gebruikt om de ontwikkeling van de kinderen te volgen. Om de voortgang van de ontwikkeling van ieder kind in de gaten te houden, maken we gebruik van diverse toetsen uit het CITO leerlingvolgsysteem. Dit biedt ons 2 mogelijkheden: 1. Het gebruik van landelijk genormeerde toetsen waardoor het mogelijk wordt de prestaties van een kind te vergelijken met a. zichzelf: verloopt de voortgang binnen de diverse vakgebieden nog zoals je zou mogen verwachten op grond van eerdere resultaten. b. andere kinderen uit de groep: wat is de plaats van het kind binnen deze groep. c. andere kinderen uit Nederland: hoe goed de prestaties c.q. de ontwikkeling van het kind in objectieve zin zijn. 2.
De resultaten van het onderwijs op onze school te vergelijken met andere scholen.
We gebruiken daarvoor de volgende CITO toetsen: Cito rekenen (gr.2) Cito taaltoets (gr.2) Cito begrijpend lezen (gr. 3-8) Cito Drie minuten toets – DMT (gr. 3 t/m 8) Cito Rekenen/wiskunde (gr. 3-8) Cito Spelling (gr. 3-8) AVI-toetsen (gr. 3-8) (technisch lezen) Cito-eindtoets (groep 8) Naast deze citotoetsen nemen we de volgende toetsen af: CPS-toetsen (gr 1-2) Op gebied van sociaal- emotionele ontwikkeling worden de volgende testen en/of observaties afgenomen Schoolvragenlijst (gr. 6 t/m 8) Observatielijst ZIEN (gr. 1 t/m 8) Sociogram (gr. 5 t/m 8)
De toetsen worden als volgt afgenomen: oktober Rekenen voor kleuters Taal voor kleuters Technisch lezen AVI-toetsen Cito begr.lezen Cito Spelling Cito
groepen 4 t/m 8
november
februari
maart
april
juni
oudste kleuters
oudste kleuters
oudste kleuters
oudste kleuters
groepen 4 t/m 8 groepen 3 t/m 7 groepen 3 t/m 7 groepen
groep 3
groepen 3 t/m 7
groepen 3 t/m 7 groepen
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 19
Rekenenwiskunde D.M.T.
3 t/m 8 groepen 3 t/m 8
Schoolvragen groepen lijst 7 en 8 Observaties groepen 1 ZIEN t/m 8 Cito eindtoets
3 t/m 7 groepen 3 t/m 8
groepen 1 t/m 8 Gr.8
De groepsresultaten worden besproken met de intern begeleider. Die spreekt de resultaten van de groepen door met de directie. De resultaten van individuele kinderen die om actie vragen vanuit de zorgbreedte worden besproken in de leerlingbespreking. De resultaten op individueel niveau worden bijgehouden in het leerlingvolgsysteem. Hierbij worden de gegevens opgenomen in een grafiek waarbij 5 niveaus zijn te onderscheiden nl.: niveau A: goed tot zeer goed niveau B: ruim voldoende tot goed niveau C: matig tot voldoende niveau D: zwak tot matig niveau E: zwak tot zeer zwak
25% hoogst scorende leerlingen. 25% net boven het landelijk gemiddelde. 25% net onder het landelijk gemiddelde. 15% ruim tot net onder het landelijk gemiddelde. 10 % laagst scorende leerlingen.
Naast bovenstaande weergave van de gegevens is de laatste ontwikkeling om te spreken van niveauwaardes. Dit is een vertaling van de A t/m E scores waarbinnen met kan zien of het bijvoorbeeld een hoge A score betreft of een lage A score. Niveauwaarde: Met dit getal kun je zien of het kind een hoge of een lage score heeft binnen een niveau. De vertaling is als volgt: 0-1 = E 1-2 = D 2-3 = C 3-4 = B 4-5 = A Als voorbeeld haalt een kind bij een toets een niveauwaarde van 1,9. Hiermee kun je zien dat dit kind tegen de grens aanzit van een C. Men spreekt hierbij dus van een hoge D-score. Andersom geldt hetzelfde bijeen niveauwaarde van 3,0 wat duidt op een lage B-score. Met name de leerlingen die scoren in niveau E en eventueel in D vereisen een speciale aanpak middels de zorgbreedte en eventueel een aanpassing van de leerweg. De resultaten van uw kind zijn altijd bij de leerkracht in te zien. De groepen 4 t/m 8 krijgen bij het tweede rapport een overzicht mee van de laatst gemaakte toetsen uit het LVS. de verslaggeving van gegevens over leerlingen door de groepsleraar. Alle informatie die we op deze manier over een kind krijgen wordt grotendeels op elektronische wijze bijgehouden. In het e-dossier worden gegevens opgenomen over het gezin, de leerlingbesprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen, toets- en rapportgegevens van de verschillende jaren, enz. De intern begeleider beheert de dossiers en waarborgt de privacy. Voor het elektronisch leerlingvolgsysteem en leerlingenadministratie gebruiken wij het programma Parnassys. Ouders hebben via de Ouderportaal toegang tot diverse gegevens, waaronder de toets gegevens. Tijdens de eerste schoolweken van uw kind op De Driesprong ontvangt u via de administratie een inlogcode. __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 20
teamleden die in de school de vorderingen van de leerlingen doorspreken. Na iedere toetsperiode bespreekt de intern begeleider samen met de leerkracht de groepsen individuele resultaten. Er wordt vooral aandacht gegeven aan kinderen met zwakke of zeer goede resultaten, maar ook wordt van alle leerlingen nagegaan of de ontwikkeling overeenkomt met de verwachtingen. de manier waarop het wel en wee en de resultaten van de kinderen besproken worden met de ouders Het spreekt vanzelf dat, wanneer ouders dat willen, ze alles wat wij van hun kind(eren) bewaren mogen inzien. Daarvoor kunnen ze een afspraak maken met de groepsleerkracht van hun zoon en/of dochter. Daarnaast krijgen de kinderen van de groepen 3 t/m 7 drie maal per jaar en groep 8 twee maal per jaar een rapport mee naar huis. Tegelijkertijd worden de ouders bij de eerste en tweede rapportage uitgenodigd om het rapport met de leerkracht te bespreken in een 15-minutengesprek. Ook de ouders van de kleutergroepen worden voor deze gesprekken uitgenodigd. Voor de kleuters wordt geen rapport opgesteld. Indien daartoe aanleiding is, worden ouders tussentijds uitgenodigd voor een gesprek. Als ouders zelf behoefte hebben aan een gesprek zijn ze, na het maken van een afspraak, altijd welkom bij de groepsleerkracht, de zorgcoördinator of de directeur van onze school.
het zorgadviesteam
Iedere basisschool heeft vanaf 01-08-2011 een zorgadviesteam. Dit team bestaat uit de intern begeleider, de collegiale consultatiegever vanuit het SBO, de onderwijsadviseur medewerker CJG . Dit zorgteam komt minimaal 4x per jaar bijeen om kinderen die zeer speciale zorg nodig hebben te bespreken. c. De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften In onze school telt ieder kind mee. Elk kind is uniek. Daarom benaderen we hen niet alleen als groep, maar ook individueel. Zo krijgt ieder kind de zorg die het nodig heeft, binnen de mogelijkheden van de school. Een kind met specifieke onderwijsbehoeften dat op grond van systematisch verzamelde informatie aantoonbaar op deze school, met deze thuissituatie, onvoldoende profiteert van het onderwijsaanbod en daarom van de school vraagt dit aanbod didactisch en/of pedagogisch zo af te stemmen dat het kind binnen zijn mogelijkheden optimaal kan leren om de gestelde doelen te bereiken noemen we een zorgleerling. Wanneer we zien dat kinderen zich onvoldoende ontwikkelen op leergebied of op sociaalemotioneel gebied problemen hebben wordt er extra naar gekeken. De groepsleerkracht en de intern begeleider bespreken de stappen die genomen moeten worden. Er kunnen toetsen afgenomen worden en/of observaties verricht en er wordt met ouders gesproken over datgene wat ze thuis opmerken. Dit kan leiden tot extra zorg in de groep maar ook tot remedial teaching buiten de klas. Ook indien er sprake is van een ontwikkelingsvoorsprong wordt bekeken wat er voor de betreffende leerling nodig is. __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 21
Het zorgteam of individuele leden van het zorgteam kunnen ingeschakeld worden bij dit proces. Zo zijn er momenten ingeroosterd waarop we de onderwijsadviseur kunnen consulteren over de aanpak en begeleiding van een leerling, de collegiale consultatiegever kan gevraagd worden te observeren of adviezen te geven over de aanpak in een groep. Tot slot kan de school CJG-er ondersteuning bieden bij leerlingen die blijk geven van een problematiek die zich niet tot school beperkt. Blijkt de gegeven hulp binnen de groep en/of met remedial teaching onvoldoende te helpen, dan wordt er naar andere oplossingen gezocht. Hierbij valt te denken aan intern onderzoek (extra toetsen binnen de eigen school) , extern onderzoek om de mogelijkheden van een leerling te bezien of om een probleem helder te krijgen. Dit kan leiden tot een aangepast programma binnen de groep, externe hulpverlening, een doublure of plaatsing op een andere school. Ouders worden steeds betrokken bij dit proces. Wanneer een kind aangewezen blijkt te zijn op speciaal onderwijs volgen we de procedure die is vastgelegd binnen ons samenwerkingsverband OOK. d. Leerling met speciaal arrangement ( voorheen rugzakleerlingen) Per 1-8-2014 wordt met de komst van Passend Onderwijs de Leerling gebonden financiering (LGF) afgeschaft. Het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs OOK, waar wij als Driesprong onder vallen, heeft tot een overgangsregeling besloten: leerlingen die nu met extra financiering uit de LGF op de basisschool zitten, blijven die extra middelen tot 1-8-2016 behouden. e. Speciaal (basis)onderwijs Er zullen ondanks de goede zorgen op de basisschool altijd kinderen zijn die andere onderwijsbehoeften hebben dan het regulier onderwijs kan bieden. Alle basisscholen in Nederland maken deel uit van een samenwerkingsverband. Binnen zo’n samenwerkingsverband is steeds een speciale school voor basisonderwijs: deze school is bedoeld voor leerlingen die langzamer of moeilijker leren. Het aanbod op deze scholen is vergelijkbaar met het aanbod op het regulier onderwijs, maar wordt in een lager tempo aangeboden in kleinere groepen; indien nodig wordt er leerstof weggelaten. Daarnaast is er binnen Nederland een systeem van Speciaal Onderwijs. Dit is verdeeld in regionale expertisecentra de zgn. REC’s waarbinnen een leerling die zeer speciale zorg vraagt, geplaatst kan worden. De REC’s zijn in 4 groepen verdeeld: REC 1 betreft leerlingen die blind of slechtziend zijn, REC 2 gaat over leerlingen die doof/slechthorend zijn en/of een spraak-taalstoornis hebben, REC 3 betreft leerlingen met een lichamelijke beperking en de zeer moeilijk lerende kinderen, tot slot heb je REC 4 voor leerlingen met gedragsproblematieken. Het aanbod op deze scholen is passend bij de problematiek. Om in aanmerking te komen voor een beschikking voor één van deze scholen moeten er procedures doorlopen worden. Voor Speciaal Basis Onderwijs(SbO) en Speciaal Onderwijs (SO) worden momenteel de procedures in het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs OOK ontwikkeld . Op welke wijze leerlingen gebruik kunnen maken van arrangementen (extra zorg) is op het moment van schrijven van deze schoolgids nog niet duidelijk. Kinderen die tijdens schooljaar 2013-2014 speciale zorg (“rugzakjes”) hebben, blijven dit het komende schooljaar ook krijgen. f. De begeleiding van de overgang van leerlingen naar het Voortgezet Onderwijs Na acht jaar gaan de kinderen naar het voortgezet onderwijs. Ze hebben de keuze uit vele scholen. Wij proberen hen en hun ouders bij die keuze te helpen. Met de BOVO-procedure __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 22
willen we alle kinderen het laatste jaar begeleiden om het juiste niveau van het voortgezet onderwijs bepalen. De Cito-eindtoets in groep 8 is nog een extra toets om een definitieve keuze te bepalen. Voorts bestaat er nog de mogelijkheid om een psychologisch onderzoek te doen via de onderwijsbegeleidingsdienst of een ander instituut. Bij twijfel geeft de leerkracht van groep 8, na overleg met de ouders, deze kinderen hiervoor op. Tijdens de eerste rapportbesprekingen in november wordt door de leerkracht van groep 8 een voorlopig advies aan de ouders gegeven. Dit voorlopige advies wordt opgesteld door de leerkracht van groep 8 in samenspraak met de intern begeleider, de leerkracht(en) van groep 7 en een lid van de directie. Het definitieve advies wordt besproken tijdens de 2e ouderavond voor groep 8. Op ouderavonden vertellen we de ouders welke mogelijkheden er zijn. Verder organiseert het V.O. jaarlijks een voorlichtingsavond, waarop verschillende V.O.-scholen zich naar ouders en kinderen presenteren. Bovendien wijzen we kinderen en ouders op de vele open dagen die in de maanden januari en februari door het voortgezet onderwijs worden gehouden. Daarnaast gaan de schoolverlaters op bezoek bij een V.O.-school “in bedrijf”. g. Leerlingenzorg door externen Daar we in toenemende mate geconfronteerd worden met het feit dat ouder(s)/verzorger(s) op eigen initiatief en voor eigen rekening externe hulp inschakelen om extra zorg voor hun kinderen te organiseren, is er een regeling vastgesteld voor het alle scholen behorend tot het bevoegd gezag, getiteld "Leerlingenzorg door externen onder schooltijd". U vindt deze regeling op de website van SKO Het Groene Lint (www.hetgroenelint.nl) T.a.v. externe hulp onder schooltijd in en buiten de school staat het bevoegd gezag hier in beginsel afwijzend tegenover. Indien er sprake is van een medische indicatie of indien er door het zorgteam van de basisschool kan worden aangetoond dat de te verlenen hulp een onmisbare schakel in het hulpverleningsproces is, wordt hierop een uitzondering gemaakt. Als dit is aangetoond, dient er door de ouder(s)/verzorger(s) en de uitvoerder van de hulpverlening een verklaring van vrijwaring van verantwoordelijkheid aan school te worden afgegeven. Op deze manier kunnen school en bevoegd gezag niet aansprakelijk worden gesteld voor de kwaliteit of gevolgen van de door de externe hulpverlener geleverde diensten en producten. Wel dienen goede afspraken gemaakt te worden over de frequentie, tijdsduur en wijze waarop terugkoppeling naar school plaatsvindt. Als dit allemaal goed is geregeld, kan de school alsnog toestemming geven.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 23
h. Kinderen met ernstige leesproblemen (dyslexie) Het Protocol Leesproblemen en Dyslexie is bedoeld om leerkrachten een houvast te geven bij het vroegtijdig onderkennen en aanpakken van leesproblemen. Uit onderzoek is bekend dat hoe eerder leesproblemen kunnen worden opgespoord hoe groter de kans is dat een interventieprogramma succes heeft. Voor een belangrijk deel kunnen leerlingen met leesproblemen binnen het regulier onderwijs worden geholpen. In sommige gevallen zijn de leesproblemen zo complex en hardnekkig dat hulp van buitenaf noodzakelijk is om tot een diagnose en eventuele behandeling te komen. Een tijdige signalering is dus dringend gewenst. Door uit te gaan van een duidelijk opgezet protocol waarin volgens vastomlijnde kaders wordt gewerkt kan de aanpak van leesproblemen op een controleerbare en efficiënte wijze geschieden. Op De Driesprong hanteren wij een schoolspecifiek en door de onderwijsbegeleidingsdienst gecertificeerd PLD (Protocol Leesproblemen en Dyslexie). In dit schoolspecifieke protocol vindt u terug: ‐ signalering van problemen bij de leesvoorwaarden in groep 1 en 2 ‐ signalering van de lees-en spellingproblemen in groep 3 t/m 8 ‐ toetskalender ‐ interventiemogelijkheden en begeleiding van de zwakste groep leerlingen ‐ verwijzing voor onderzoek naar dyslexie / onderkenning van dyslexie middels de CODE (Checklist Onderkenning Dyslexie Edux: een onderkennende verklaring van dyslexie kan in specifieke gevallen afgegeven worden door Edux) Het volledige protocol vindt u op onze website. Ernstige dyslexie In bepaalde gevallen kunnen de ouders van een kind met ernstige dyslexie aanspraak maken op vergoeding van de behandeling van dit kind. Op de website van de school is een tekst te vinden met de exacte uitleg en de procedure rond de aanvraag. In het kort komt het erop neer dat:
Uit het leerlingvolgsysteem van de school moet blijken dat het kind problemen ervaart met lezen en spelling. De school heeft al extra begeleiding geboden aan het kind op het gebied van lezen en spelling, maar de resultaten bleven uit. Een specialiseerde zorgverlener stelde aan de hand van vastgestelde criteria de diagnose “ernstige dyslexie”.
Bij twijfel, ook na het lezen van de uitgebreide informatie die u kunt vinden op onze website, kunt u altijd advies vragen aan onze interne begeleider. i. Centrum Jeugd & Gezin Opvoeden en opgroeien is niet altijd even makkelijk. Soms is informatie of ondersteuning welkom of simpelweg zelfs nodig. Maar wie helpt u het beste op weg? Er zijn zoveel organisaties voor jeugd(gezondheids)zorg! Het Centrum voor Jeugd en Gezin is het centrale punt waar ouder(s) en jongeren terecht kunnen met alle vragen over opgroeien en opvoeden. Alle organisaties die zich met jeugd bezighouden vormen één loket waar jij als jongere of u als ouder terecht kunt voor informatie en advies bij opgroeien en opvoeden. Dit kunnen vragen zijn over gezondheid, schoolprestaties, gedrag, etc. De medewerkers van het CJG geven advies en denken met u mee. __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 24
Het CJG Baarle-Nassau en Alphen-Chaam is geïntegreerd in CJG Breda. Een netwerkorganisatie van onafhankelijke organisaties die deskundig zijn op het gebied van opvoeden en opgroeien. Dit zijn: GGD West-Brabant, IMW, Surplus Welzijn, MEE WestBrabant, Careyn, GGZ, Juzt, Novadic-Kentron, Bureau Jeugdzorg, Humanitas, Social Work en Kober. Zo bundelen we de expertise ten behoeve van de ouders en jeugd in BaarleNassau, Alphen-Chaam en Breda. Meer informatie vindt u op: www.cjgbreda.nl
j. Externe zorgverleners In overleg is het mogelijk dat externe zorgverleners onder schooltijd in het schoolgebouw leerlingen begeleiden. Dit is alleen mogelijk als er in het gebouw een ruimte hiervoor beschikbaar is. Bovendien moet aan alle voorwaarden voldaan zijn die in de notitie "Leerlingenzorg door externen onder schooltijd" genoemd worden, met uitzondering van wat gesteld wordt bij de genoemde begin- en eindtijden van de school. Met nadruk moet hier gesteld worden dat deze tijd besteed aan kinderen niet onder de verantwoordelijkheid van de school valt. De school verleent alleen onderdak. k. Passend onderwijs / Zorgplicht In principe zijn alle kinderen welkom die behoren tot het normale voedingsgebied van onze scholen. Wel wordt bij aanmelding bekeken of verwacht mag worden dat het team deze leerling kan begeleiden zonder dat deze leerling en/of klasgenoten daardoor te kort komen. Met de invoering van Passend Onderwijs geldt voor iedere school een zorgplicht. Dit betekent dat wij als school voor iedere nieuwe aanmelding de verplichting hebben om een passende onderwijsplek aan te bieden. Als de specifieke onderwijsbehoefte van de leerling iets vraagt wat wij als reguliere basisschool niet kunnen bieden, wordt gezocht naar passend onderwijs op een andere plek. Wanneer tot plaatsing wordt besloten voor een leerling met een specifieke onderwijsbehoefte moet duidelijk zijn dat: • het aanmeldingsformulier naar waarheid is ingevuld • de ouders en de school elkaar van eerlijke informatie voorzien; • de leerkracht, waarbij het kind wordt geplaatst, extra tijd zal moeten steken in zaken als bijscholing en contacten met ouders en andere instanties; al deze punten zorgen voor een taakverzwaring van de leerkracht • de leerkracht extra steun krijgt van de mensen binnen de schoolorganisatie • de extra middelen die door het Samenwerkingsverband aan de school gegeven worden, moeten zoveel mogelijk voor dit kind en de leerkracht worden ingezet • de ouders hun volledige medewerking zullen moeten geven en bij moeten springen indien nodig • de intern begeleider regelmatig bij het overleg over de leerling betrokken is • alle afspraken tussen ouders en school met betrekking tot de begeleiding van het kind worden vastgelegd in een arrangement. In het beleidsplan aannamebeleid en in ons ondersteuningsprofiel is omschreven welke voorwaarden voor plaatsing wij hanteren. Samenvattend: Wij accepteren dat leerlingen niet op dezelfde manier en in hetzelfde tempo leren. We gaan uit van verschillen bij leerlingen bij het kiezen van onze leerinhouden en doelen, waarbij het verschil tussen groepsleerkrachten in de mogelijkheid om met verschillen te kunnen omgaan ook een rol speelt. Steeds opnieuw zal bekeken worden of er voor de leerling nog voldoende mogelijkheden zijn op de reguliere basisschool
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 25
l. De ondersteuning voor het jonge kind Natuurlijk streven wij naar kleine onderbouwgroepen. Het lukt niet altijd om de omvang van de kleutergroepen het gehele schooljaarklein te houden. Door de klassenverkleiningsmaatregel van het jaar 2000 goed uit te voeren, zijn de onderbouwgroepen kleiner dan de bovenbouwgroepen. Hierdoor kunnen we meer individuele aandacht schenken aan kinderen die dat nodig hebben. Naast de kleine groepen hebben de kleutergroepen gezamenlijk extra ondersteuning van een onderwijsassistent voor 4 dagen in de week.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 26
5. DE ROL VAN DE OUDERS IN ONZE SCHOOL We zijn er van overtuigd dat wij het als school niet redden zonder de betrokkenheid en de hulp van u, ouders. U vertrouwt ons een belangrijk deel van de opvoeding en vorming van uw kind toe. Wij willen dat vertrouwen waard zijn en willen daarom kwalitatief goed onderwijs aanbieden, o.a. met behulp van bij de tijd passende materialen. Maar wat doen we er nu werkelijk aan om de betrokkenheid van ouders bij school waar te maken? Oftewel: Hoe krijgen we het voor elkaar dat de ouders gemakkelijk en graag naar school komen? Dit gebeurt op verschillende manieren: - Door mondelinge en/of schriftelijke informatie, - Door contacten over individuele kinderen tijdens de 15-minutengesprekken. - Door ouders die op school hand- en spandiensten verlenen, zoals klussen, hulp bij het organiseren van feesten. - Door ouders die helpen bij onderwijs, bijvoorbeeld het verzorgen van de biebkisten en de creamiddagen. - Door ouders die meedenken en beslissen over de opzet, inhoud en organisatie van het onderwijs op onze school als lid van de oudervereniging, lid van de medezeggenschapsraad of van de klankbordgroep. Medezeggenschapsraad (MR) Net als alle andere scholen in Nederland heeft ook onze school een medezeggenschapsraad (M.R.). Daar zitten vertegenwoordigers in van de ouders en van de leerkrachten. De M.R. mag aan het bestuur gevraagd en ongevraagd advies geven over alle zaken die de school aangaan. Maar ook beslist men samen met het schoolbestuur over een aantal zaken. De medezeggenschapsraad bestaat uit 4 ouders en 4 personeelsleden: De vergaderingen van de M.R. zijn in beginsel openbaar. De vergaderdata worden in de NIEUWSBRIEF bekendgemaakt. De medezeggenschapsraad heeft als taak het bestuur te adviseren en in bepaalde gevallen heeft het bestuur zelfs de instemming van de MR nodig. Onderwerpen waar de MR zich zoal mee bezighoudt zijn: personeelsbeleid, organisatie, onderwijskundig beleid en financiën. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) Namens onze MR hebben twee leden, een ouderlid en een personeelslid, zitting in de GMR. De GMR behandelt zaken die schooloverstijgend zijn en betrekking hebben op alle scholen die vallen onder het bestuur van “Het Groene Lint”.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 27
Oudervereniging
De Driesprong heeft een oudervereniging. Alle ouders zijn bij aanmelding automatisch lid van deze vereniging, tenzij ze aangeven hierop geen prijs te stellen. Het lidmaatschap van de oudervereniging is kosteloos en wordt verderop in deze schoolgids onder “” vrijwillige ouderbijdrage” vermeld. De ouderraad is het bestuur van de oudervereniging. De ouderraad is met diverse taken belast en organiseert een groot aantal activiteiten. Het beheren van de contributies en het schoolfonds Het organiseren van de jaarvergadering van de oudervereniging Het organiseren van een thema avond rondom de jaarvergadering Brigadieren Schoolfoto’s Hoofdluisbrigade School versieren Klassenouders Sinterklaas Kerst Carnaval onderbouw Carnaval bovenbouw Bijdrage aan avondvierdaagse groepen 1 t/m 3
De ouderraad is bovendien een klankbord voor de ouders die in de medezeggenschapsraad gekozen zijn en voor de directie van de school. In de Nieuwsbrief treft u regelmatig een bericht aan van de . Op deze manier proberen we ouders op de hoogte te houden van activiteiten ouderraden nieuws.
Ouderparticipatie binnen het onderwijs
Op heel uiteenlopende manieren is de hulp van ouders erg belangrijk binnen ons onderwijs. Deze hulp kan ondersteuning tijdens een technisch leesles zijn, of het versieren van de entree, het helpen bij feesten en creatieve activiteiten of het begeleiden bij uitstapjes. Aan het einde van het schooljaar kunnen alle ouders op een overzicht aangeven, aan welke activiteit zij het volgende jaar willen meewerken. Wie in de loop van het schooljaar op school komt en graag mee wil werken, neemt contact op met de klassenouder, zodat die een beroep kan doen op de aangeboden hulp.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 28
6. DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS OP DE DRIESPRONG Zorg voor de relatie school en omgeving
Omdat onze school een vitale school is en wil blijven, laten wij ons professioneel begeleiden door de schoolbegeleidingsdienst. De schoolbegeleidingsdienst staat ons enerzijds bij in het opsporen en oplossen van onderwijskundige problemen bij kinderen en anderzijds helpt ze ons bij het op peil houden van de kwaliteit van ons onderwijs. Met de basisscholen in Riel, Baarle-Nassau, Ulicoten, Alphen Bavel, en Galder onderhouden we nauwe contacten. Meerdere malen per jaar komen de directeuren van deze scholen bij elkaar om allerlei zaken van schoolorganisatorische aard met elkaar te bespreken. Op het gebied van de leerlingenzorg (WSNS) maakt onze school deel uit van het Samenwerkingsverband Nieuw Land van Nassau. Hierin nemen de basisscholen uit Galder, Baarle-Nassau , Ulvenhout Gilze-Rijen en Breda deel, samen met een school voor speciaal basisonderwijs uit Breda. En daarnaast zijn er natuurlijk de contacten met: de gemeente Alphen-Chaam, vooral als het gaat om zaken als financiën en gebouwen; de PABO van Breda, m.n. waar het betreft de begeleiding van stagiaires en de bij- en nascholing van de leerkrachten; de bibliotheek in Chaam/ Baarle-Nassau en de Provinciale Bibliotheek Centrale, voor begeleiding op het gebied van leesbevordering; de peuterspeelzaal, voor gezamenlijke overleg en uitwisseling van informatie; de BSO, buitenschoolse opvang van de Kobergroep; de GGD en de ARBO-dienst, waar het gaat om de gezondheid en de arbeidsomstandigheden; diverse scholen voor Voortgezet Onderwijs en Speciaal Onderwijs in de regio Breda; Kunstbalie, voor de ondersteuning op het gebied van de kunstzinnige vorming;
de scholing van de leraren
Omdat we als team op de hoogte willen blijven van de ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en zorg voor kinderen, wordt er van elke leerkracht gevraagd om naast de begeleiding door de schoolbegeleider, deel te nemen aan nascholingscursussen. Deze cursussen vinden plaats in het kader van het door het bestuur vastgestelde na- en bijscholingsplan. Tevens hebben we gedurende het schooljaar een 6- of 7 tal studiedagen gepland, waarin intern nageschoold wordt.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 29
7. DE RESULTATEN VAN ONS ONDERWIJS Om in een brochure als deze de resultaten van ons onderwijs met cijfers te staven, gaat ons eigenlijk iets te ver. Dat zou verkeerde verwachtingen kunnen wekken. Bovendien wat zeggen cijfers precies? Natuurlijk moeten kinderen tot bepaalde prestaties/resultaten gebracht worden. Maar welke criteria worden er voor gebruikt? Sommen zijn goed of niet goed opgelost. Maar wanneer is een tekening goed? Als het er goed uitziet of als het kind er hard zijn best op gedaan heeft? En als dat laatste een criterium is voor tekenen, waarom dan niet voor rekenen? En wat leert het de ouders als ze weten hoeveel leerlingen er in het afgelopen jaar hulp gekregen hebben van de remedial teacher en hoeveel doorverwijzingen er waren naar het speciaal onderwijs? Daarom willen we voorafgaand aan de kille cijfers beschrijven hoe we nagaan wat de effecten van ons onderwijs zijn. Daarbij willen we een onderscheid maken tussen de sociaalemotionele zorg en de onderwijskundige zorg. de sociaal-emotionele zorg
Via observaties, gesprekken, e.d. verzamelen we gegevens aangaande de sociaalemotionele ontwikkeling van de kinderen. Deze gegevens slaan we op in ons leerlingvolgsysteem. Voor de meeste leerlingen blijft het daarbij. Kinderen waarvan wij vinden dat het nodig is, worden besproken in een leerlingbespreking, waarvan er per jaar drie plaatsvinden, of in een speciaal daarvoor belegd gesprek tussen de leerkracht, de intern begeleider, de gedragsspecialist en een extern deskundige. In sommige gevallen leidt dit tot een handelingsplan. In alle gevallen wordt van het gesprek een verslag gemaakt, dat in het dossier van de betreffende leerling bewaard wordt. In de volgende leerlingbespreking wordt het effect van de gemaakte afspraken geëvalueerd. Vanaf groep 6 wordt jaarlijks in de maand november een versie van de "schoolvragenlijst" afgenomen. de “opbrengsten” van de school
Voor wat betreft de ontwikkeling op leergebied verzamelen we de informatie over onze kinderen door middel van de toetsen en onderzoeken die deel uitmaken van het CITOleerlingvolgsysteem. Om een compleet beeld te krijgen van de vorderingen van een kind worden ook de methodegebonden toetsen afgenomen en in groep 8 de Cito-eindtoets. Dit alles volgens een vaste toetskalender. De aldus verzamelde gegevens worden opgeslagen in het leerlingvolgsysteem. T.b.v. inspectie en schoolbestuur wordt jaarlijks een managementrapportage opgesteld waarin de toetsresultaten en doorgaande ontwikkelingslijn op de wijze die de inspectie voorstaat, verantwoord wordt. Ouders kunnen op www.scholenopdekaart.nl (er staat op de site van De Driesprong ook een link direct naar de resultaten van onze school) onze resultaten in vergelijking met andere scholen in Nederland inzien. zittenblijven (doubleren)
Op de website van de Driesprong vindt u een duidelijke notitie die in gaat op de criteria waarop leerlingen kunnen doubleren. Deze notitie heeft de instemming van het bevoegd gezag en de medezeggenschapsraad.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 30
indeling van de groepen
Op de website van de Driesprong vindt u een duidelijke notitie die in gaat op de wijze waarop op de driesprong de kinderen in groepen worden verdeeld. Deze notitie heeft de instemming van het bevoegd gezag en de medezeggenschapsraad. In het kader van Passend Onderwijs is het noodzakelijk jaarlijks de samenstelling van de groepen te bezien. Dit gebeurt in nauw overleg tussen de leraren, de intern begeleider en de directie. Het kan zo zijn dat een groep in het nieuwe schooljaar dezelfde samenstelling heeft, maar gezien de diverse uiteenlopende problematieken is het ook mogelijk dat de groep van samenstelling verandert. de uitstroom
Wanneer onze leerlingen naar het Voortgezet Onderwijs gaan hebben we een aantal “vaste afnemers”. Hiermee bedoelen we de scholen waar elk jaar wel een aantal van onze schoolverlaters wordt ingeschreven.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 31
8. REGELINGEN EN PRAKTISCHE AANGELEGENHEDEN schooltijden
groep 1
groep 2 t/m 4
groep 5 t/m 8
maandag
08.30 - 12.00 13.15 - 15.30
08. 30 - 12.00 13.15 - 15.30
08. 30 - 12.00 13.15 - 15.30
dinsdag
08. 30 - 12.00 13.15 - 15.30
08. 30 - 12.00 13.15 - 15.30
08. 30 - 12.00 13.15 - 15.30
woensdag
08. 30 - 12.00
08. 30 - 12.00
08. 30 - 12.00
donderdag
08. 30 - 12.00 13.15 - 15.30
08. 30 - 12.00 13.15 - 15.30
08. 30 - 12.00 13.15 - 15.30
08. 30 - 12.00
08. 30 - 12.00 13.15 - 15.30
vrijdag
Onze leerlingen gaan dus 5.45 uur per dag naar school en, afhankelijk van de groep waarin ze zitten, op woensdag en vrijdag wat minder. Naast de vakanties zijn er in de loop van het schooljaar nog 6 à 7 dagen voor de leerlingen vrij. De leerlingen moeten volgens de schooltijdenwet in acht schooljaren ten minste 7520 uren onderwijs ontvangen, met dien verstande dat de leerlingen in de eerste vier schooljaren ten minste 3520 uren onderwijs en in de laatste vier schooljaren ten minste 3760 uren onderwijs ontvangen. vakantieregeling
De vakanties worden opgesteld in overleg met de scholen in de regio. Hierna wordt het aan onze MR ter advisering voorgelegd. We proberen het vakantierooster in een vroegtijdig stadium op onze website te publiceren. afspraken m.b.t. extra verlof Vanaf de eerste dag van de maand volgend op de vijfde verjaardag is een kind leerplichtig. Dat betekent dat het verplicht is op alle schooldagen aanwezig te zijn en deel te nemen aan alle activiteiten die de school aanbiedt. Soms willen ouders voor hun kind graag één of meer extra verlofdagen. Zeker een laatste schooldag is geliefd, omdat men graag wat eerder op vakantie wil gaan. Toch is het van belang te weten, dat de overheid zeer streng is op de naleving van de leerplichtwet. Extra vakantie kan slechts bij hoge uitzondering verleend worden. Alleen de directeur van de school mag bij zeer dringende, “gewichtige” omstandigheden ontheffing verlenen. Dat zijn omstandigheden die niet van de wil van de ouders afhankelijk zijn, bijvoorbeeld een huwelijk of een jubileum, een sterfgeval of ernstige ziekte in de naaste familie, toewijzing vakantiehuisje door een sociale instelling (bijv. Astmafonds), of gedwongen verlofopname vanwege het beroep van het gezinshoofd (werkt bijv. op camping of als reisleider). In zulke gevallen dient een schriftelijke aanvrage, middels de hiertoe bestemde formulieren, vooraf en tijdig plaats te vinden bij de directeur. __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 32
Belangrijk is om zo precies mogelijk de reden van het verzoek aan te geven. De directeur beoordeelt of de aanvraag terecht is of niet. Bij twijfel wordt overleg gepleegd met de leerplichtambtenaar van de gemeente. Als er meer dan 10 dagen per schooljaar verlof gevraagd wordt, zal altijd goedkeuring nodig zijn van de betrokken leerplichtambtenaar, c.q. van het gemeentebestuur. Het zal duidelijk zijn dat geen verlof gegeven mag worden aan ouders die de drukte voor willen zijn of een goedkopere vakantie willen boeken. Het is een misverstand dat een directeur zondermeer 10 dagen verlof mag verlenen. De 10 dagen die in de wet genoemd worden, geven aan dat een directeur bij meerdere verloven van een kind nooit boven die 10 dagen uit mag gaan. Worden het meer dan 10 dagen dan is een directeur niet meer bevoegd zelfstandig verlof te verlenen, maar gaat de verlofverlening altijd in overleg met de leerplichtambtenaar. Als een kind zonder toestemming of geldige reden afwezig is, is dit ongeoorloofd verzuim. Wij zijn verplicht de overheid hiervan in kennis te stellen. Dat kán leiden tot het opmaken van een proces-verbaal, waaraan een flinke boete verbonden is. Het kan voorkomen dat uw kind naar de dokter of de tandarts moet. Probeer deze afspraken zoveel mogelijk buiten de schooltijden te plannen, zodat uw kind (in zijn eigen belang) zo min mogelijk van school mist. Iedereen is wel eens ziek en dat kan ook uw kind overkomen. In dat geval krijgen wij hierover graag bericht, bij voorkeur voor schooltijd. Gaat u tijdelijk naar het buitenland en laat u uw kind daar naar school gaan , dan moet u aan de leerplichtambtenaar vrijstelling van de Nederlandse leerplichtwet vragen. klachtenregeling
Mochten er problemen zijn, dan is het natuurlijk prettig dat u dit eerst probeert op te lossen met de direct betrokkene(n). Wanneer dit niet naar tevredenheid verloopt, kunt u contact opnemen met de directie. Mocht dit ook geen oplossing bieden, dan heeft onze school een procedure voor melding en afhandeling van eventuele klachten. 1.
Interne Klachtenregeling
Naast de klachtenregeling, verplicht volgens de kwaliteitswet, is er op de scholen onder Het Groene Lint ook nog de interne klachtenregeling. Gaat het bij de klachtenregeling volgens de kwaliteitswet om klachten op het gebied van machtsmisbruik (= seksuele intimidatie, discriminatie, agressie/geweld/pesten), bij de interne klachtenprocedure gaat het om klachten betreffende de kwaliteit van het onderwijs en/of het functioneren van leerkrachten. Ook voor de interne klachtenregeling is een reglement dat duidelijkheid verschaft over de procedure. Reglement interne klachtenregeling 1. Ouders gaan in eerste instantie met hun klacht naar de betrokkene. Indien hiertegen gegronde bezwaren bestaan kan de klacht meteen bij de directie worden neergelegd. 2. Bij onbevredigende afhandeling van hun klacht kunnen de ouders hun klacht voorleggen aan de directeur en/of adjunct-directeur. De klacht wordt op het “klachtenformulier” schriftelijk vastgelegd door de directie. __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 33
3. De directeur reageert schriftelijk op de klacht uiterlijk binnen twee werkweken na de vastlegging van de klacht. 4. Bij onbevredigende afhandeling door de directie kunnen de ouders de klacht schriftelijk voorleggen aan het College van Bestuur. Onder onbevredigende afhandeling is ook te verstaan het verstrijken van de gestelde afhandelingstermijn zonder dat bericht is ontvangen. 5. Het College van Bestuur geeft de klacht binnen een werkweek in behandeling bij de in dat geval door haar in te stellen klachtencommissie. Deze bestaat uit: -één onafhankelijk voorzitter -één MR-lid uit de oudergeleding -één personeelslid. 6. De klachtencommissie onderzoekt de klacht, waarbij de partijen gehoord dienen te worden. De klachtencommissie brengt binnen twee werkweken een advies uit aan het College van Bestuur omtrent de afhandeling van de klacht. 7. Het College van Bestuur geeft een schriftelijke reactie op de klacht uiterlijk binnen vier werkweken na ontvangst van de schriftelijke klacht bij het College van Bestuur. Deze schriftelijke reactie gaat zowel naar de betrokken ouders, als het betrokken personeelslid, de directie en de klachtencommissie.
2.
Externe Klachtenregeling:
Het model klachtenregeling van de klachtencommissie Stichting KOMM is voor onze school vastgesteld. Hierin is de procedure opgenomen die gevolgd kan worden als er een klacht is. De regeling heeft betrekking op machtsmisbruik op school, seksuele intimidatie, ernstige vormen van pesten, discriminatie, racisme, agressie en lichamelijk geweld en overige klachten. De Stichting KOMM is een onafhankelijke regionale klachtencommissie. Op de website van het bestuur van S.K.O. Het Groene Lint (www.hetgroenelint.nl) vindt u de complete klachtenregeling. Wat is seksuele intimidatie? Eigenlijk alles wat ervaren wordt als ongewenste seksueel getinte aandacht, vooral als er sprake is van machtsverschil. Leerlingen kunnen last hebben van opmerkingen over hun uiterlijk, kleding, gedrag, van aanrakingen, blikken met een eventueel seksuele bijbedoeling. Niet iedere leerling die zich seksueel geïntimideerd voelt, heeft hierop een afdoende antwoord. Wat kunt u doen bij problemen of klachten? Voor problemen en klachten op school kunt u terecht bij onze interne contactpersoon. Voor klachten van ernstige omvang kunt u ook een externe vertrouwenspersoon van de Het Groene Lint inschakelen. U kunt het telefoonnummer van de externe vertrouwenspersoon opvragen bij de interne contactpersoon of de directeur van de school. Zowel de interne contactpersonen als de externe vertrouwenspersonen hebben een geheimhoudingsplicht. Dat betekent dat er alleen met uw toestemming aan anderen informatie gegeven mag worden. Eventueel kunt u ook direct een klacht indienen bij de klachtencommissie Stichting KOMM. __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 34
De interne contactpersonen: De contactpersoon is gemakkelijk aanspreekbaar, zowel voor de leerlingen als voor hun ouders. Wat doet de interne contactpersoon? · luisteren naar de klacht; · informatie geven over de klachtenprocedure; · overleggen met de externe vertrouwenspersoon; · eventueel verwijzen naar de externe vertrouwenspersoon; · contact houden met de leerling/ouders. Daarnaast heeft de interne contactpersoon een belangrijke taak op het gebied van preventie van seksuele intimidatie op school. U vindt de namen van onze interne contactpersonen op de jaarlijkse schoolkalender. De externe vertrouwenspersoon: Wat doet de externe vertrouwenspersoon nog meer dan de interne contactpersoon? · zo nodig bemiddelen; · nadere informatie geven over de klachtenprocedure; · adviseren en ondersteunen bij het indienen van een klacht bij de onafhankelijke klachtencommissie en zedenpolitie; · bijstand geven tijdens de klachtenprocedure; · zo nodig verwijzen naar professionele hulpverlening; · contact houden met de interne contactpersoon op school om de belangen van de leerling te bewaken. De klachtencommissie Stichting KOMM: De klachtencommissie onderzoekt de klacht en adviseert het bestuur van de school over de te nemen maatregelen. De leden van de klachtencommissie hebben onder andere deskundigheid op het gebied van arbeidsrecht, seksueel geweld en onderwijs. Gedragsregels met betrekking tot seksuele intimidatie Op onze school hanteren we met betrekking tot seksuele intimidatie gedragsregels. Deze regels zijn tot stand gekomen door gedachtewisselingen van de teamleden en ouders. De totale gedragscode is opgenomen in de personeelsgids, die alle personeelsleden op onze school ontvangen. Bent u geïnteresseerd in de exacte inhoud dan kunt u daar op school steeds inzage in krijgen. verbetering van sociaal gedrag Om het omgaan met elkaar in goede banen te leiden hebben we met elkaar en met de leerlingen een aantal afspraken gemaakt en die samengevat in het volgende protocol: 1. Gedragsregels als basis 1.1 Binnen de groepen worden, samen met de kinderen, gedragsregels vastgesteld. 1.2 Binnen alle groepen krijgen deze regels in fraaie vorm een duidelijke plaats. 2. Ter ondersteuning 2.1 Met de leerlingen wordt besproken wat wij verstaan onder sociaal gedrag. Tevens wordt besproken waarom onze school een school wil zijn waar iedereen mag zijn zoals hij is. 2.2 Om kinderen hulp te bieden bij het zich eigen maken van prettig sociaal gedrag besteden alle groepen regelmatig aandacht aan thema’s als zelfvertrouwen, omgaan met gevoelens, sociale vaardigheden, enz. 3. Wanneer het mis gaat - houden we een gesprekje met de betrokkenen en verwijzen we naar de gedragsregels; - noteren we wie de betrokkenen zijn; __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 35
- wordt de leerling die voor de derde keer betrokken is door de vertrouwenspersoon uitgenodigd voor een gesprek, waarin deze o.a. meedeelt dat bij een volgende keer de ouders worden ingelicht; - wordt in overleg met de ouders naar oplossingen gezocht, waarbij ‘zinvol’ straffen een van de mogelijkheden is. gescheiden ouders In november 1995 is de Wet Gezag en Omgang van kracht geworden. Deze wet verplicht scholen om alle nodige informatie te verschaffen aan de ouder die het kind niet verzorgt. Deze ouder moet hier echter wel zelf om verzoeken. Een dergelijk verzoek houdt weer niet in dat de school periodiek informatie moet verschaffen. Indien bij ons het adres van de niet verzorgende ouder bekend is, wordt de jaarlijkse schoolgids en het rapport (indien de ouder dit wenst) toegezonden. Indien deze ouder ook de ouderavonden wenst te bezoeken, dan onderneemt deze ouder zelf actie richting leerkracht. Meer informatie vindt u in een aparte notitie op onze website. sponsoring We willen van sponsoring gebruik maken, omdat dit mogelijkheden biedt tot o.a. een gevarieerder onderwijsaanbod. We willen er voor waken dat de pedagogische en onderwijskundige doelstelling van de school daarbij niet in het geding komt. We maken beperkt gebruik van sponsoring, bijv. bij actiedagen, tekententoonstelling en de Nieuwsbrief. WBP (Wet bescherming persoonsgegevens) Vele regels in deze wetgeving zijn terug te brengen tot één belangrijke vuistregel: er moet met grote zorgvuldigheid omgegaan worden met persoonsgegevens. Het bestuur van SKO Het Groene Lint heeft in een reglement (te vinden op www.hetgroenelint.nl) de wijze waarop de scholen leerlinggegevens verwerken vastgelegd. De praktische uitwerking komt op het volgende neer: - Leerlingdossiers blijven bewaard in een afgesloten ruimte die alleen toegankelijk is voor leraren, intern begeleider, r.t.-leraren en directie. - Niemand mag dossiers mee naar huis nemen of op school in een ruimte onbeheerd achter laten. - Als een leerling naar het voortgezet onderwijs gaat, blijft alleen het inschrijfformulier en de aannamemelding van de school van voortgezet onderwijs 5 jaar op school bewaard. De leerkracht van groep 8 stelt t.b.v. de aanname een onderwijskundig rapport op. Dit rapport wordt door de ouders voor gezien ondertekend en hierna pas door ons doorgestuurd naar de betreffende school - Als een leerling naar een andere (basis)school verhuist, wordt een onderwijskundig rapport opgesteld. Dit rapport wordt eerst door de ouders voor gezien ondertekend en pas daarna door ons doorgestuurd naar de betreffende basisschool. - Van leerlingen die vanwege leer-, gezondheids- en/ of gedragsproblemen verwezen worden naar een vorm van speciaal onderwijs (SbO of SO) blijft het volledige dossier nog 3 jaar in onze administratie bewaard. Hierna blijft het inschrijfformulier en het aannameformulier nog 2 jaar in de administratie aanwezig. - Als een leerling vóór de aanmelding op onze school op een andere basisschool les heeft gekregen, dan wordt een wettelijk verplicht meldingsformulier van aanmelding naar de __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 36
vorige school gestuurd. Hierop staan naam, adres, woonplaats en geboortedatum van de leerling. - Via Parnassys kunnen ouders adres- en telefoongegevens van klasgenootjes raadplegen. - Bij de start van het schooljaar wordt per groep een "telefoonketting" met de kinderen mee naar huis gegeven. In geval van een calamiteit kunnen met het gebuik van deze ketting alle ouders vrij snel op de hoogte worden gebracht. - Laatst bekende naw-gegevens inclusief geboortedatum,blijven voor onbeperkte tijd in een elektronisch archief op school aanwezig. - Digitale dossiers (leerlingen administratie, leerlingdossier en leerlingvolgsysteem) zijn beveiligd en alleen met wachtwoorden voor leerkrachten beperkt toegankelijk. Directie en intern begeleider hebben volledige toegangsrechten tot deze dossiers. Medicijngebruik Het blijkt dat steeds meer kinderen ook onder schooltijd medicijnen moeten innemen. Ook moeten er door leerkrachten diverse controles uitgevoerd worden. Dit allemaal op voorschrift van een arts en op verzoek van en in goed overleg met de ouders. De leerkrachten en de eventuele invallers doen dit met de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Voor de helderheid en om misverstanden te voorkomen hebben wij een contractje opgesteld dat door de ouder en de groepsleerkracht ingevuld en ondertekend wordt. In dit contractje wordt precies omschreven welke handeling(en) van de leerkracht verwacht wordt (worden). Dit contractje moet jaarlijks tussen de ouder en de nieuwe groepsleerkracht aangegaan worden. Het contract wordt bewaard in het leerlingendossier. Er moet overigens met iedere leerkracht (als er meerdere leraren voor de groep staan) een afzonderlijk contractje worden afgesloten. Medisch handelen Het zal niet vaak voor komen dat een ouder de school verzoekt medische handelingen uit te voeren. Het meten van de bloedsuikerspiegel bij suikerpatiënten door middel van een vingerprikje is zo’n medische handeling. In zijn algemeenheid zijn dit handelingen die door thuiszorg of de ouders zelf uitgevoerd worden. Voor medisch handelen kan GEEN beroep worden gedaan op de leerkrachten. Hoe we hier mee omgaan staat uitvoering beschreven in het “Protocol Medicijnverstrekking en Medisch handelen”. Dit protocol kunt u vinden op onze website.
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Sinds 1 juli 2013 volgen wij bij een vermoeden van kindermishandeling de 5 stappen van de meldcode: Stap 1 - In kaart van signalen. Stap 2 - Overleggen met een collega, contactpersoon en/of het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) of het steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) Stap 3 - Gesprek met de betrokkene(n) Stap 4 - Afweging maken met betrekking tot huiselijk geweld of kindermishandeling over wat nodig is. Bij twijfel wordt SHG of AMK geraadpleegd. Stap 5 - Er wordt een beslissing genomen: er wordt zelf hulp georganiseerd of er wordt een melding gedaan. Een volledig uitgewerkte meldcode is op onze website. Zorg voor jeugd In de keten van jeugdzorg werkt een groot aantal instellingen samen. Elk voelt zich vanuit zijn eigen invalshoek zeer verantwoordelijk voor de problemen van of met jongeren. Dat vergt optimale samenwerking, coördinatie, informatie-uitwisseling en afstemming, maar dat werkt nog niet altijd vanzelfsprekend. Soms gaat het niet goed en dan dreigt er een jongere __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 37
tussen wal en schip te vallen. Soms gaat het zelfs echt mis. Om dat zoveel mogelijk te voorkomen heeft de provincie Noord-Brabant subsidie beschikbaar gesteld om de coördinatie van zorg in heel Noord-Brabant te verbeteren. Met deze subsidie is een signaleringssysteem ontwikkeld in de vorm van een webbased computerprogramma. Met dit programma worden problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 0-23 jaar in een vroegtijdig stadium gesignaleerd, waarna direct overgegaan wordt tot coördinatie. Eén van de signaalgevers zijn wij als basisschool. Dit houdt in dat één van onze personeelsleden geautoriseerd is meldingen binnen dit systeem te doen. De school zal daadwerkelijk melden ingeval van mishandeling en ernstige verwaarlozing. Het is niet zo dat de school een gedane melding aan de ouders/verzorgers doorgeeft. Meer info op: www.zorgvoorjeugd.nu Mobiele telefoons / Ipods / MP3-spelers op school We merken dat er op school steeds meer kinderen een mobiele telefoon bij zich hebben. Vandaar enkele regeltjes omtrent het toestaan van het gebruik hiervan. In principe mogen leerlingen geen mobiele telefoon mee naar school nemen. Indien de ouder het noodzakelijk vindt, dan treedt deze in overleg met de groepsleerkracht. De groepsleerkracht zal akkoord gaan als er een directe link is met het schoolgebeuren. Dit kan zijn de afstand van huis naar school (dus niet na school de afstand naar het zwembad). Als leidraad geldt dat een verzoek van ouders die buiten de bebouwde kom wonen gehonoreerd wordt. Ook medische redenen kunnen aanleiding zijn tot het meebrengen van een mobieltje. Op school horen de mobieltjes altijd uit te staan en blijven in jas of broekzak van de leerling. Gaat een mobieltje stuk of is het kwijt dan kan de school hier niet aansprakelijk voor gesteld worden. Voor bovenstaande kan er bij de leerkracht een contractje gehaald worden waarin alles wordt vastgelegd. Indien er toch leerlingen zijn die een mobieltje bij zich hebben en geen contractje daarvoor hebben dan worden die mobieltjes door de leerkracht ingenomen en kunnen ouders het mobieltje op komen halen bij de leerkracht. Ipods, MP-3 spelers zijn zonder meer niet op school toegestaan. Gameboys mogen alleen meegebracht worden als er vanuit school gevraagd wordt om gezelschapsspelletjes mee te brengen. Filmen en/of fotograferen Op bestuursniveau is er een regeling opgesteld m.b.t. “filmen en fotograferen in de klas”. In het kort komt het er op neer dat wij als school van de goede bedoelingen van ouders die foto’s maken uit gaan. Indien u als ouder merkt dat foto’s voor niet bedoelde doeleinden gebruikt worden, wordt u verzocht zelf contact op te nemen met de ouder die hiervoor verantwoordelijk is. Het volledige protocol vindt u op onze website.
9. OVERIGE INFORMATIE Als school maak je heel wat afspraken om ervoor te zorgen dat het geheel soepel verloopt. In dit laatste hoofdstuk hebben we de belangrijkste op een rijtje gezet. Hieronder volgen ze in alfabetische volgorde: acties Jaarlijks doen wij mee met de actie “Alpe d’ Huzes”. Wij helpen met het inzamelen van geld voor de Chaamse wieler-loop ploeg die met dit grootse evenement meedoet. __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 38
aansprakelijkheidsverzekering particulieren. Wij gaan er vanuit dat alle ouders een aansprakelijkheidsverzekering hebben. Voor schade die de leerlingen toebrengen aan het schoolgebouw, de inventaris, en de eigendommen van andere leerlingen kunnen zij aansprakelijk gesteld worden. Voor wat verloren of zoek raakt, kan de school nimmer aansprakelijk gesteld worden. Het verdient aanbeveling schooltassen, gymschoenen, jassen, dassen, handschoenen e.d. te voorzien van naam. abonnementen Via school kunt u uw kind abonneren op diverse tijdschriften. Wij verspreiden folders van de bekende kindertijdschriften, zoals Doremi, Bobo, Hoy, Okki, Taptoe en Hello You. Uiteraard staat het elke ouder/verzorger vrij om voor zijn/haar kind al dan niet een abonnement te nemen. Deze abonnementen worden niet automatisch jaarlijks verlengd. afwezigheid Als uw kind de school moet verzuimen wegens ziekte of doktersbezoek, dient u dit schriftelijk of telefonisch door te geven. Het telefoonnummer van onze school is 491693. Een mondelinge mededeling van een medeleerling geldt niet. Hebben wij van de afwezigheid van een leerling niets vernomen, dan wordt om schoolverzuim tegen te gaan rond 9.30 uur contact opgenomen met de ouders. bewegingsonderwijs De kleutergroepen spelen dagelijks, bij mooi weer buiten en bij slecht weer in onze eigen speelzaal. Normaliter wordt er in de speelzaal in ondergoed gegymd. Schoeisel is verplicht. De schoenen met geribbelde rubber onderzijde en zonder veters mogen, voorzien van naam, op school blijven. Bij slecht weer worden ook andere bewegingsactiviteiten in de speelzaal gedaan. brengen en ophalen van kinderen Bij aankomst op school mogen de kleuters hun tasje aan de kapstok hangen en blijven daarna op de speelplaats tot de “bel” gaat. Bij slecht weer mogen ze meteen naar binnen en gaan op hun plaats een boekje lezen tot alle kinderen binnen zijn. Als de bel gaat, mogen ouders die dat willen hun kinderen binnenbrengen. Maar hierbij een dringend verzoek aan de ouders: beperk het afscheid nemen van uw kind in het groepslokaal, want het geeft nogal wat onrust als er ouders in het lokaal blijven. Bij het uitgaan van de school kunt u uw kind op de speelplaats weer ophalen.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 39
buitenschoolse opvang (BSO) Het schoolbestuur heeft een contract afgesloten met “Kober Kindcentra”. Zij verzorgen de voor- en naschoolse opvang. Meer informatie vindt u op de website van Kober: www.kober.nl culturele activiteiten Elk schooljaar volgen we een cultureel programma onder leiding van het Kunstbalie (vanuit het Brabants Instituut Steunfunctie Kunstzinnige Vorming). Alle kinderen zullen gedurende hun basisschoolperiode kunnen kennismaken met uiteenlopende kunstvormen, zoals drama, literatuur, beeldende kunst, ballet, muziek en film. Voor de leerkrachten zijn er regelmatig workshops om de diverse activiteiten goed voorbereid te kunnen begeleiden. creamiddagen Voor de groepen 3 en 4 organiseren we enkele keren per jaar een creamiddag. De leerkrachten hebben dan een groot aantal creatieve activiteiten uitgewerkt. De kinderen kunnen op deze middagen zelfstandig diverse keuzes maken en worden begeleid door ouders en leerkrachten.
computers en Ipads
Onze school heeft het ICT onderwijs heel bewust vormgegeven en wil hiermee zichzelf profileren als een school waarbij ICT van zeer goede kwaliteit is, aansluit bij de behoefte van het kind, ondersteunend is aan het onderwijs en goed past in de huidige invloed van ICT op ons dagelijks functioneren. In de praktijk betekent dit dat elke groep is voorzien van een LCD Touch screen variërend van 55" tot 65". Daarvan zijn sommige opstelling mobiel en sommige opstelling vast gemonteerd aan de muur. Er is voor de kinderen afgeweken van werkplekken die "vast" zijn. Er is gekozen voor laptops en iPads waardoor plaats en ruimte flexibeler kunnen worden gekozen. Mede door ons uitstekende professionele draadloze netwerk is deze werkwijze zeer goed mogelijk. In de onderbouwgroepen (gr 1 t/m 4) is er gekozen voor 1 tot 3 laptops per klas en 1 of 2 iPads. Laptops worden met name gebruikt voor programma's die werken via Basispoort, surfen op het internet en programma's waarmee je tekst kun verwerken (Word). De ipad wordt in deze groepen ingezet als middel om specifieke apps te kunnen gebruiken. De focus van deze apps ligt op de thema's die spelen in de klas en ondersteunende apps voor de basisvakken. Vanaf groep 5 heeft elk kind de beschikking over een eigen iPad. De iPads worden ingezet als persoonlijk device die leerkrachten en leerlingen gebruiken om het onderwijs beter op maat te maken. De ipad is ondersteunend aan ons onderwijs en de apps die zijn gekozen hebben als specifieke kenmerk dat de leerkracht en het kind invloed heeft op de content (inhoud) van de app. Een rijke, uitdagende en afwisselende manier om thema's te verwerken, waarbij heel gemakkelijk gewisseld kan worden tussen individuele inzet van het apparaat en een groepsopdracht. Ook kinderen met speciale behoeften of dyslexie kunnen ondersteuning op maat verwachten van verantwoorde apps. __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 40
Door de faciliteiten zoals Apple TV, software van het bord, en apps die adaptief zijn wordt de interactie verhoogd . Leerkrachten zullen blijvend worden getraind en ondersteund om juist deze interactie die meerwaarde kan geven aan het onderwijs optimaal te benutten. Opladen en opbergen van de iPads gebeurt in de klas waardoor het apparaat op elk moment van de dag beschikbaar is voor het kind decemberfeesten Hiermee bedoelen we Sinterklaas en Kerst. Net als bij een heleboel scholen in Nederland komt ook bij ons Sinterklaas op bezoek. Wij ontvangen hem in de groepen 1 t/m 4. De overige groepen vieren zijn verjaardag in de vorm van een surprisemiddag. Het kerstfeest wordt in onze school op verschillende manieren en op verschillende tijdstippen gevierd. Dat heeft alles te maken met de grootte van de school en met het bevattingsvermogen van de kinderen. Hoe en wat wordt elk jaar tijdig aan de ouders meegedeeld. E-mailcommunicatie Ouders krijgen zo min mogelijk informatie op papier thuis. Vrijwel alle informatie komt via de e-mail van Parnassys bij de ouders. Leerkrachten kunnen via Parnassys direct met de ouders van de eigen groep communiceren. excursies Iedere groep houdt jaarlijks diverse excursies. Als hiervoor busvervoer noodzakelijk is, wordt een vergoeding van € 10,00 aan de ouders gevraagd. Maximaal kan een groep 3 x per schooljaar met de bus op excursie. fruit eten De kinderen mogen ‘s ochtends fruit of een gezond koekje en drinken mee naar school nemen. De kleuters eten iedere morgen gezamenlijk fruit in de klas. De leerlingen van de overige groepen doen dit in de pauze op de speelplaats. Geef geen pakjes drinken mee maar gebruik een goed afsluitbare beker. gesprekken met leerkrachten Als u de juf of de meester van uw kind wil spreken, kan dat vrijwel altijd na schooltijd. U kunt dat het beste van tevoren aankondigen, zodat u niet de kans loopt voor niets te komen. Na schooltijd mag u ook in de klas komen om het werk van uw zoon/dochter te bekijken. Daarnaast wordt u na het eerste en het tweede rapport, dat uw kind in de loop van het jaar krijgt, uitgenodigd voor een zgn. “10-minutengesprek”. De directeur van onze school is in principe elke dag (ook onder schooltijd) te spreken. Ook voor een gesprek met hem geldt dat u het best een afspraak kunt maken. gevonden voorwerpen Spullen die voorzien zijn van een naam of een merkje zijn voor de vinder gemakkelijker terug te bezorgen. Andere gevonden voorwerpen worden bewaard door de conciërge. Bij haar/hem kunt u terecht als uw kind iets kwijt is. Spullen die te lang (langer dan één jaar) blijven liggen, en die dus door niemand gemist worden, gaan naar het Leger des Heils of naar een ander “goed doel”. Dit overdragen gebeurt in schoolweek 2 van het nieuwe schooljaar. Wanneer kinderen schoolmaterialen kwijtraken, kunnen ze (tegen vergoeding) bij de conciërge nieuwe krijgen.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 41
gymlessen De gymlessen voor de groepen 3 t/m 8 worden gegeven in de gemeentelijke gymzaal achter de school. Als gymkleding zijn een lichte gymbroek met wit T-shirt en gymschoenen met een blanke zool verplicht. Alle gymspullen moeten voorzien zijn van de naam van de eigenaar.
hoofdluisbrigade
Jaarlijks kunnen ouders zich opgeven voor deze “werkgroep”. De brigade controleert alle kinderen in de week na een vakantieweek (of weken). In principe wordt op de maandag na een vakantie gecontroleerd. Bij constatering van hoofdluis of neten vindt onmiddellijk een contra-expertise plaats. Het is namelijk vervelend als de eerste constatering niet juist was en de ouders/verzorgers hierdoor een onterechte berichtgeving thuis krijgen. Bij geconstateerde hoofdluis gaat het protocol zoals beschreven op de website van de school direct in werking. huiswerk Vanaf groep 5 wordt een begin gemaakt met het meegeven van huiswerk. Dit in de vorm van werkzaamheden t.b.v. de wereldoriënterende thema's. Groep 8 krijgt iedere week 1x taal- en 1x rekenopgaven mee. Groep 7 afwisselend taal- en rekenhuiswerk. Wij vinden het een goede zaak om huiswerk mee te geven: - om de kinderen de nodige oefenstof te geven. - om ze al enigszins te laten wennen aan het maken van huiswerk bij het vervolgonderwijs. - om ze een zeker taakbesef bij te brengen en te leren hun vrije tijd in te delen. - om ze te leren plannen in de door school beschikbaar gesteld schoolagenda. hygiëne op school U kunt ons helpen de hygiëne op school te bevorderen. Op school wassen wij na toiletgebruik de handen. Als uw kind een besmettelijke ziekte heeft, zoals bof, waterpokken, rode hond, e.d. willen wij dit ook graag weten. Dus geeft u dit dan alstublieft door. In de toiletgroep bovenbouw is één toilet voorzien van een maandverbandcontainer. Indien er onverhoopt maandverband nodig is, is dit te verkrijgen bij de conciërge of administratief medewerkster.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 42
op de fiets naar school
I.v.m. de veiligheid en beperkte ruimte in de fietsenstalling mogen alleen die kinderen mét de fiets komen die NIET in de zwart gemaakte straten wonen.
Op de speelplaats mag niet gefietst worden!!! ouderbijdrage Het onderwijs aan de Driesprong is gratis. Voor de extra activiteiten die voor onze leerlingen worden georganiseerd vragen we echter een vrijwillige financiële bijdrage aan de ouders. Om de uitgaven te dekken, waarvoor geen subsidie wordt verleend, is er een schoolfonds. De bedragen voor het schoolfonds en de oudervereniging zijn samengevoegd en worden door de oudervereniging beheerd. U betaalt alleen voor de kinderen die op 1 oktober van het schooljaar op school zitten. Dit geld wordt besteed aan een aantal extra activiteiten, o.a. - het sinterklaasfeest met de bijbehorende cadeautjes; - het kerstfeest met ontbijt; - carnavalsfeest; - de creamiddagen; - de laatste schooldag; - een extra bijdrage t.b.v. excursies naar b.v. de kinderboerderij, de bakker en diverse musea; - attenties voor vader- en moederdag in de groepen 1 t/m 3. Kortom, een aantal extra, leuke activiteiten, die zonder uw bijdrage niet bekostigd zouden kunnen worden. Eén keer per jaar ontvangt u, samen met de uitnodiging voor de jaarvergadering, een financieel overzicht, waarop de gemaakte kosten te zien zijn. __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 43
WIJ VERZOEKEN U TE WACHTEN MET BETALEN TOT U EEN VERZOEK TOT BETALEN HEBT ONTVANGEN ! ! ! Voor het schoolkamp van groep 8 vragen we aan de ouders nog een extra bijdrage. De hoogte van die bijdrage is afhankelijk van het prijskaartje dat aan die activiteiten hangt. ouderinformatie Elk schooljaar is er in elke groep een informatieve ouderavond. Dan wordt voorlichting gegeven over de algemene gang van zaken in de groep. Nieuws en mededelingen vanuit de school staan in onze NIEUWSBRIEF. Deze verschijnt ongeveer eenmaal per maand. overblijven Een team van TSO-medewerkers verzorgt het overblijven en zij ontvangen hiervoor een vergoeding. Hier is de Stichting Lunchaamer voor opgericht. Vanuit deze stichting werkt een coördinatrice samen met de TSO- medewerkers. Gaan uw kind(eren) overblijven, dan dient u dit middels een inschrijfformulier-TSO (te downloaden via onze website) door te geven. De overblijvers dienen altijd in het bezit te zijn van een strippenkaart of één of meerdere abonnementen. Meer informatie vindt u in een speciale folder te downloaden via onze website. paasvoetbaltoernooi en volleybaltoernooi Elk jaar doen we mee aan het voetbaltoernooi dat in de periode rond Pasen voor de hoogste groepen van de scholen uit de regio wordt georganiseerd. Zowel jongens als meisjes kunnen aan dit toernooi meedoen. Daarnaast wordt er jaarlijks een volleybaltoernooi georganiseerd in de carnavalsvakantie. Dit is voor de groepen 7 en 8 en wordt georganiseerd in Gilze door de plaatselijke volleybalvereniging. schoolgezondheidszorg De afdeling Jeugd en Gezin (J&G) van de GGD West-Brabant onderzoekt alle kinderen op 56 jarige leeftijd en 10-11 jarige leeftijd. Zij adviseert ouders, verzorgers, kinderen en scholen bij het gezond opgroeien van kinderen. Jeugd en Gezin werkt preventief, dat wil zeggen, uit voorzorg. Alle kinderen worden op verschillende leeftijden gezien om mogelijke problemen in het opgroeien op het spoor te komen. Daarnaast helpt J&G bij het bewandelen van de juiste weg als er problemen zijn gesignaleerd. Uitnodiging voor onderzoek Voor het onderzoek op school krijgt u een uitnodiging. Hierin wordt uitgelegd hoe het onderzoek in zijn werk gaat. U krijgt ook een vragenlijst met vragen over de ontwikkeling en gezondheid van uw kind. Deze lijst moet ingevuld worden en aan de GGD per post teruggestuurd, of aan uw kind worden meegegeven naar het onderzoek. De leerkracht krijgt zelf ook een lijst waarop hij/ zij invult bij welke kinderen hij/ zij extra aandacht gewenst vindt. Voordat uw kind op deze lijst wordt ingevuld, zal de leerkracht dat met u bespreken. Onderzoek op 5-6 jarige leeftijd en 10-11 jarige leeftijd Nieuw is dat de doktersassistente ook voor kinderen van 10-11 jarige leeftijd het onderzoek (screening) uitvoert. De doktersassistente voert een screening uit. Ze doet geen uitgebreid onderzoek, maar kijkt of er aanleiding is om nader onderzoek door de jeugdarts of jeugdverpleegkundige te laten doen. Ze bekijkt daarvoor de vragenlijst en meet de lengte en het gewicht. Bij kinderen van 5-6 jaar worden ook de standaard ogen getest. Als daar __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 44
aanleiding toe is, gebeurt dat ook bij de kinderen van 10-11 jaar. Op deze manier krijgt de doktersassistent een goede indruk van de ontwikkeling en gezondheid van uw kind. Gezien de aard van de screening is uw aanwezigheid bij het onderzoek niet nodig. Als u dat wilt kunt u er natuurlijk wel bij aanwezig zijn. U kunt dat aangeven bij het afsprakenbureau van de G.G.D. (tel. 076-5282486). Na het onderzoek: resultatenformulier Na het onderzoek krijgt u per post een brief met de resultaten van het onderzoek thuisgestuurd. Op deze manier wordt u geïnformeerd over de resultaten van het onderzoek. Eventueel volgt later een uitnodiging voor een spreekuur van de jeugdverpleegkundige of de jeugdarts. Folders GGD West-Brabant heeft over verschillende onderwerpen folders met informatie voor ouders. Als een folder voor u interessant kan zijn, geeft de doktersassistente die mee met de resultaatbrief. Sommige folders worden aan alle kinderen meegegeven. Zelf een afspraak maken voor het spreekuur Ook als uw kind buiten de onderzoeksgroep valt, kunt u met uw vragen terecht op het spreekuur bij de jeugdarts en/ of de jeugdverpleegkundige. U kunt bellen voor een afspraak naar 076-5282486. Soms is het eerstvolgende spreekuur bij de GGD, soms op een nabij gelegen locatie van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Doorverwijzen naar het spreekuur door een leerkracht Als de leerkracht van uw zoon of dochter aanleiding ziet voor een onderzoek door een jeugdarts of jeugdverpleegkundige, zal hij/ zij dit doorgeven aan de GGD. Hij/ zij zal dit altijd eerst met u overleggen. Contact Afspraak op het spreekuur n.a.v. onderzoek doktersassistente (= screening). Hiervoor hoeft u niet te bellen; u ontvangt automatisch een uitnodiging. Afspraak op eigen initiatief Bereikbaar tijdens kantoordagen van 8.30-10.30 en 14.30-16.30. Tel. 076-5282486 schoolkamp In de voorlaatste week van het schooljaar wordt voor de leerlingen van groep 8 een schoolkamp georganiseerd. Op die manier willen we zorgen voor een voor de kinderen onvergetelijke afsluiting van hun basisschoolperiode.
schoolmaatschappelijk werk (valt onder C.J.G.)
Waarom schoolmaatschappelijk werk? Als u zich zorgen maakt over uw kind, kunt u daar altijd over praten met de leerkracht. Zo zal ook de leerkracht eerst met u praten als hij / zij zich zorgen maakt. U beiden kent tenslotte het kind het beste en meestal komt u er samen wel uit. Wanneer er echter zorgen blijven, kunt u daarover praten met de schoolmaatschappelijk werker. Voorbeelden op het gebied van opvoedingsvragen: u wilt weten of u anders met uw kind zou kunnen omgaan u heeft het gevoel dat u er alleen voor staat u beleeft geen plezier meer aan uw kind __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 45
Voorbeelden op het gebied van kindgedrag: uw kind heeft voortdurend ruzie uw kind is lusteloos of juist overactief uw kind heeft moeite met het aangaan van contacten met leeftijdsgenoten
De schoolmaatschappelijk werker zal samen met u bekijken wat de beste hulp is voor u en uw kind. Wat doet de schoolmaatschappelijk werker? Als u of de school een beroep doet op de schoolmaatschappelijk werker, zal deze een gesprek met u als ouder / verzorger aangaan. Samen met u bespreekt de schoolmaatschappelijk werker de zorgen. In goed overleg wordt een oplossing gezocht. Ook kan de schoolmaatschappelijk werker de leerkracht ondersteunen bij de begeleiding van kinderen met sociale of emotionele problemen. Vaak zijn er maar enkele gesprekken nodig om u weer op weg te helpen. Soms is er voor langere tijd hulp nodig. De schoolmaatschappelijk werker bekijkt dan samen met u waar die hulp het beste geboden kan worden. Dat kan dan ook bij een andere instelling zijn. Natuurlijk zijn alle gesprekken vertrouwelijk. Overleg Soms is het probleem zo ingewikkeld, dat overleg met andere instellingen noodzakelijk is. Dat gebeurt alleen als u daarvoor toestemming heeft gegeven. Van tevoren wordt met u besproken wat de reden van het overleg is en wat het zou moeten opleveren. Van de uitkomst wordt u natuurlijk ook op de hoogte gebracht. Hoe komt u met de schoolmaatschappelijk werker in contact? U kunt zelf contact opnemen met de schoolmaatschappelijk werker. Ook de leerkracht of de intern begeleider kunnen u verwijzen naar de schoolmaatschappelijk werker. schooltelevisie Ook dit jaar gaan we een aantal schooltelevisieprogramma's volgen. Het zou fijn zijn als u thuis ook kijkt zodat u er met uw kind over kunt praten. spelletjesmiddag / speelgoed Twee keer per jaar mogen de kleuters zelf gezelschapsspelletjes mee naar school nemen. Tijdens deze middag wordt er een uurtje in groepjes met deze spelletjes gespeeld. Op de dag na Sinterklaas en op hun verjaardag mag er speelgoed mee naar school gebracht worden. Hierdoor hopen we tegemoet te komen aan de behoefte van bijna alle kinderen om eigen speelgoed op school te laten zien. speelplaats en surveilleren De school is verplicht om toezicht te regelen vanaf de openingstijd tot einde schooltijd. Op De Driesprong surveilleren wij ook ’s morgens een kwartier voor schooltijd. Tijdens het speelkwartier wordt op de speelplaatsen gesurveilleerd. Tussen de middag zorgt de TSO voor de surveillance. Leerkrachten nemen dit 15 minuten voor aanvang van de school over. De speelplaats is in drieën verdeeld: onderbouwspeelplaats (groepen 1-2), middenbouwspeelplaats (groepen 3-4-5) en bovenbouwspeelplaats (groepen 6-7-8). Afhankelijk van de grootte van de groepen kunnen de speelplaatsen anders ingedeeld worden. Per gedeelte van de speelplaats is er telkens één surveillant. Als wij dit gezien omstandigheden noodzakelijk achten, worden er meer leerkrachten als surveillant ingezet. Na schooltijd wordt er niet gesurveilleerd. Wij gaan er van uit (ook gezien de beperkte tijd van het brigadieren) dat alle leerlingen direct naar huis gaan. __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 46
sportdag Jaarlijks organiseert een werkgroep van de scholen uit Galder, Ulvenhout, en Chaam een sportdag op het gemeentelijk sportpark voor de kinderen uit de groepen 5 t/m 8. stagiaires Onze school begeleidt a.s. leerkrachten van PABO Breda. Zij maken op onze school kennis met hun toekomstige beroep en worden begeleid door de leerkracht(en) van de betreffende groep(en) waar zij stage lopen en de stagecoach. Studenten die in het laatste jaar van de studie zitten volgen een zogenaamde LIO-stage. Dit houdt in dat zij in de tweede periode van het schooljaar de groep, waarin zij aan het begin van dat jaar stage hebben gelopen, voor een periode van 7 tot 20 weken zelfstandig begeleiden. Naast studenten van de pabo krijgen we ook regelmatig stagiaires van de sportacademie, opleiding tot onderwijsassistent en opleiding tot remedial teacher. De Driesprong heeft een officiële erkenning als OIDS-basisschool (OIDS = Opleiden in de School) . Een OIDS-basisschool werkt met een stagecoach volgens het competentiegerichte curriculum van de PABO. thuisblijven Als u merkt dat uw kleuter van 4 jaar nog niet toe is aan een hele week naar school, dan kunt u uw kind af en toe thuis houden. Het is immers nog niet leerplichtig. Een leerling van 5 jaar is wel leerplichtig, maar mag ten hoogste 1 dag per week thuisblijven indien het te vermoeiend is om de volle week naar school te gaan; wel tijdig doorgeven aan de directie. Deze dagen mogen niet worden opgespaard. Zodra uw kind 6 jaar is, houdt deze regeling op . verkeersveiligheid Een kwartier voor aanvang van de school staan in de Dorpsstraat en bij de Gilzeweg verkeersbrigadiers, dus laat uw kinderen thuis niet te vroeg vertrekken. De toegangspoort aan de Wolfsdonk is voor de voetgangers van groep 3 t/m 8; de fietsers komen door de fietsenpoort. Alle kleuters komen en gaan via de poort aan de Kinderbeemd. Om opstoppingen en andere gevaarlijke situaties in de Wolfsdonk te vermijden, vragen wij dringend alle ouders die hun kinderen komen halen en brengen om met auto's de volgende eenrichtingsroute te nemen:
-aankomst op school altijd via de Gilzeweg naar Wolfsdonk en met de kleuters naar de Kinderbeemd; -vertrek van school altijd via de Wolfsdonk naar Wouwerdries en met kleuters van Kinderbeemd via Hoefakker naar Wouwerdries. De straten rondom de school bevinden zich in een “parkeerzone”. Dit houdt in dat u uw auto alleen in parkeervakken met een P mag parkeren. __________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 47
verkeersbrigadiers Elke week zijn er 36 ouders die zorgen dat de schoolkinderen veilig kunnen oversteken. Zij staan elke week een kwartiertje voordat de school begint te brigadieren. Laat uw kinderen dus niet te vroeg van huis vertrekken! Om gevaarlijke situaties bij de oversteekplaatsen bij de brigadiers te voorkomen dient u te voet over te steken. Te vaak nog worden de voetgangers gehinderd door fietsers die dan linksaf slaan. Als laatste willen wij u er nog op wijzen, dat iedereen zich dient te houden aan de aanwijzingen van de ouderbrigadier. verzekering Het bestuur heeft een basis schoolpakketverzekering ter dekking van risico's waaraan het bestuur, de personeelsleden en leerlingen bij het dagelijks gebeuren blootstaan. Hieronder vallen ook alle hulp(ouders) die onderwijsondersteunende activiteiten verrichten. Het bestuur heeft voor de Driesprong ook een schoolongevallenverzekering afgesloten, alsmede een doorlopende reis- en evenementenverzekering. Schade door en aan motorrijtuigen is niet verzekerd. De wetgever heeft bepaald dat de eigenaar van een motorvoertuig zelf aansprakelijk is en dat deze aansprakelijkheid niet overdraagbaar is. Vervoert u dus met excursies/uitstapjes met uw auto kinderen van school, bent u zich er dan van bewust dat u zelf de volledige verantwoordelijkheid draagt. verjaardagen Verjaren is voor ieder kind een heerlijke gebeurtenis. In iedere groep wordt uiteraard de nodige aandacht besteed aan de "jarige Job". Trakteren is toegestaan, maar beperkt u zich wel tot een kleinigheidje en een verstandige traktatie bevelen wij aan. Bij het verjaardag vieren in groep 1 en 2 mag u aanwezig zijn tot 10 uur en in groep 3 tot 9.15 uur. In de andere groepen wordt er getrakteerd bij aanvang van het speelkwartier. Om onnodig kinderleed te voorkomen, zou het fijn zijn om de uitnodigingen voor verjaardagsfeestjes niet op school uit te delen, maar bij de kinderen thuis te bezorgen. De verjaardag van de groepsleerkracht wordt feestelijk doorgebracht. Het is niet de bedoeling dat ieder kind apart een cadeautje meebrengt, want uit het schoolfonds wordt door de ouderraad een gezamenlijk cadeau gekocht. De juffen van de groepen 1 en 2 vieren de verjaardagen gezamenlijk in de vorm van het juffenfeest. Zo ook de juffen van de groepen 3 en 4 en de juffen en meesters van de groepen 5 t/m 8. wensjes De school verzorgt geen wensjes voor verjaardagen, jubilea enz.
zindelijkheid
Het frequent voorkomen van leerlingen die (nog) niet zindelijk zijn noodzaakt ons tot het vaststellen van een protocol ‘zindelijkheid’. Het liefst zouden wij alle kinderen welkom heten en hulp geven maar de praktijk leert ons dat dit (praktische) problemen oplevert. Zowel voor de leerling en ouders als de leerkracht en klasgenoten. Maatschappelijke instellingen en zorgverzekeraars bieden nog niet altijd de gewenste (tussen)oplossingen. Daarom de hieronder genoemde aandachtspunten:
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 48
1.
2. 3.
Het af en toe verschonen van kinderen bij incontinentie is voor de leerkracht geen probleem. Het is afhankelijk van de situatie: of de leerkracht verschoont of een ouder/oppas wordt gebeld. Wanneer echter sprake is van een structureel probleem wordt er contact opgenomen met de ouders/ verzorgers om samen een oplossing te zoeken. Wanneer ouders niet in staat zijn om assistentie te organiseren, ondernemen ouders en directie in overleg vervolgstappen. Dit kan inhouden dat de school afwijkt van bovenstaande regels en helaas de leerling niet (langer) op school kan toelaten. De school zal uiteraard alle medewerking verlenen bij een eventuele verwijzing naar een passende onderwijssituatie.
10. Gegevens die jaarlijks (kunnen) wijzigen Deze gegevens zijn opgenomen in de “Infokalender”. Deze kalender behoort gezien te worden als aanhangsel met bijlagen van deze schoolgids.
__________________________________________________________________________________________________ Schoolgids b.s. De Driesprong schooljaar 2015-2016 Pagina 49