Schoolgids De Franciscusschool valt onder de Stichting Prisma

Schoolgids

2011-2012

De Franciscusschool valt onder de Stichting Prisma

www.prisma-scholen.nl Adres school: Tel: Website: Mail:

Westmede 71 4337 AL MIDDELBURG 0118-650456 http://www.franciscusmiddelburg.nl/ [email protected]

Inhoudsopgave

1

Een woord vooraf

3

2 2.1 2.2

De school De uitgangspunten van de school De school als leef- en leergemeenschap

4 4 4

3 3.1 3.2 3.3

De organisatie van het onderwijs De organisatie van de school De activiteiten van de kinderen Vieringen en buitenschoolse activiteiten

5 5 6 9

4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5

De zorg voor de kinderen Hoe gaan we om met kinderen die problemen hebben op onze school OTV (Onderwijs Tijd Verlenging) Advies vervolgonderwijs DLE Kijk! 1-2

12 12 14 14 15 15

5 5.1 5.2 5.3

De leerkrachten Wijze van vervanging bij ADV en ziekte De samenstelling van het team Scholing van leerkrachten

16 16 17 18

6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10

De ouders Het belang van betrokkenheid van ouders De aanmelding en opvang van nieuwe leerlingen Ouderwerkgroep Medezeggenschapsraad Ziekte Onderwijs aan langdurig zieken Kinderopvang Ouderbijdrage Sponsoring Informatievoorziening aan gescheiden ouders

19 19 21 23 23 24 24 24 26 27 27

7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5

De ontwikkeling van het onderwijs Het schoolplan De schoolgids Het actieplan Zorg voor de relatie school en omgeving Gegevens over een aantal schoolvakken

27 27 27 27 28 30

8 8.1

De resultaten van het onderwijs Uitstroomgegevens vervolgonderwijs: 2009 - 2010

31 31

1

9 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7

Wetenswaardigheden Bewegingsonderwijs Procedure luizencontrole Algemene regels Schooltijden en vakantie Klachtenregeling Vertrouwenspersoon Franciscusschool Te vinden op de website

32 32 34 34 35 36 37 37

2

1.

Een woord vooraf

Voor u ligt de schoolgids 2011-2012 van onze school, de Franciscusschool. Naast deze schoolgids bestaat ook de algemene informatiegids van de Stichting Prisma, maar deze wordt niet ieder jaar vernieuwd en uitgedeeld. Nieuwe ouders ontvangen altijd een exemplaar. De schoolgids bevat belangrijke en handige informatie voor u als ouder of verzorger. Evenals vorig jaar ontvangt u de kalender er apart bij. Op de kalender staan de belangrijkste activiteiten, de vakanties en vrije dagen. We willen de schoolgids gebruiken om allerlei vaststaande zaken aan u door te geven. Voor aanvullende informatie verwijs ik u naar de website. Deze website wordt dit schooljaar geheel vernieuwd. Hier is de recentste informatie te vinden over de school, de kinderen, de meesters en de juffen. Daarnaast ontvangt u wekelijks het weekblaadje, zodat u ook op de hoogte bent van de meest actuele zaken. Giel de Troije, directeur Juli 2011

3

2.

De school

2.1

De uitgangspunten van de school

Op school moet goed onderwijs gegeven worden: modern, aansluitend bij de behoeften van het kind en zo breed mogelijk. Ook willen wij een school zijn waar de kinderen zich goed voelen. In ons omgaan met elkaar laten we ons leiden door de katholieke overtuiging. We vinden verdraagzaamheid, eerlijkheid, naastenliefde en levenslust zeer belangrijk. In de huidige maatschappij zijn dit belangrijke waarden. Niet alleen worden ze uitgedragen door onze school; eveneens draagt de kerk hieraan bij. 2.2

De school als leef- en leergemeenschap

Een school om te leren Uw kind komt in eerste instantie naar school om te leren: lezen, rekenen, taal en al die andere vakken zoals geschiedenis, aardrijkskunde, biologie, engels, techniek, bewegingsonderwijs, muziek etc. We noemen dit de basisvaardigheden. Stuk voor stuk zijn ze uiterst belangrijk. Daarom doen we er wel 8 à 9 jaar over om deze vaardigheden voldoende te ontwikkelen. We gebruiken moderne methoden, mooie boeken en prachtige materialen, zoals bijvoorbeeld het digitale schoolbord. Maar vooral goed opgeleide en gemotiveerde mensen voor de klas vormen het speerpunt. De leerkrachten op onze school worden uiteraard ieder jaar bijgeschoold en leren de nieuwste ontwikkelingen toe te passen. Meer over de methoden en leermiddelen leest u in de hoofdstukken 3 en 7 van deze gids. Een school om te leven Uw kind is van 8.30 uur tot 15.00 uur op school. Dat is een groot gedeelte van de dag. De invloed van de school op het leven van uw kind is dus heel groot. Daarom vinden wij het onze opdracht om het “schoolleven” van de kinderen zo prettig mogelijk te maken. Let wel: de school vervangt nooit het gezin. Op school proberen we een situatie te scheppen waarin het kind:  Rustig en zelfstandig kan werken  Nieuwsgierig wordt naar méér kennis en vaardigheden  Zich veilig voelt  Leert omgaan met anderen  De ander leert begrijpen  Zich belangrijk en begrepen voelt

4

3. De organisatie van het onderwijs

3.1

De organisatie van de school

Dit schooljaar starten we met 11 groepen. Op onze school zitten kinderen bij elkaar in zogeheten jaargroepen. Dit betekent, dat ze het hele jaar bij elkaar in dezelfde groep zitten (bijzondere situaties daargelaten). In de jaargroepen proberen we zoveel mogelijk het onderwijs af te stemmen op de ontwikkeling en leerbehoeftes van kinderen. De organisatie in de groepen is dan ook zodanig dat er ruimte is voor instructie aan kleine groepen of individuele kinderen, gericht op afgestemde oefenstof en gevarieerde werkvormen, zodat tegemoet wordt gekomen aan verschillende leerstijlen bij kinderen. De organisatie van de groepen gebeurt ieder jaar opnieuw. Voor de samenstelling van de groep is o.a. het aantal kinderen bepalend, maar ook het beschikbare aantal leerkrachten speelt een rol. Ouders ontvangen jaarlijks voor de zomervakantie een brief, waarin de organisatie voor het nieuwe schooljaar uiteengezet wordt. Als er groepen worden ingedeeld, dan gebeurt dit zeer bewust en aan de hand van een aantal criteria. Zo is er gekeken naar de balans tussen het aantal jongens en meisjes, er is gekeken naar vriendjes en vriendinnetjes en er is , heel belangrijk, gekeken naar de balans binnen de groepen met betrekking tot de extra zorg die aan kinderen besteed moet worden.Er gaat dus heel wat denkwerk aan vooraf. De verwachting is dat iedere ouder zich hier in kan vinden en voor ons is deze indeling dan ook behoorlijk absoluut. Natuurlijk beseffen we dat wellicht niet iedereen tevreden is, maar wij verzoeken u ons het vertrouwen te geven dat wij het goed hebben gedaan. De kinderen en de lokalen Kleuterlokalen zijn groot en op een speciale manier ingericht, bijvoorbeeld met een zand- en watertafel en een redelijk groot aanrecht. Er zijn meer aparte “hoeken” dan in groep 3 t/m 8. We denken hierbij aan: - De huishoek - De lees- en schrijfhoek - De computerhoek Een speellokaal voor de kleuters waar het bewegingsonderwijs voor de groepen 1 en 2 plaatsvindt, is aanwezig. In de leslokalen is steeds een inrichting te herkennen, die afgestemd is op een zo efficiënt mogelijk gebruik van de beschikbare ruimte. Er wordt bijvoorbeeld rekening gehouden met: - Computergebruik in het lokaal zelf - Momenten van groepsonderwijs, afgewisseld met momenten van individueel werk en groepswerk - Bereikbaarheid van de klassenbibliotheek door individuele kinderen zonder de groep te storen. - Het gemakkelijk bereikbaar zijn van allerlei materialen, zoals scharen, lijm en blaadjes. - Gebruik van audiovisuele apparatuur, tv en cd speler en activboard (in de groepen 1/2, 3,4, 5/6, 6, 7 en 8. De plaatsing van al het meubilair in de lokalen is hierop zo goed mogelijk afgestemd.

5

3.2

De activiteiten van de kinderen

Groep 1 en 2 Een schooldag start met de inloop. Vanaf 8.20 gaat de deur open en worden de kinderen door hun ouders/verzorgers naar de groep gebracht. Vervolgens starten de kinderen met een keuzewerkje aan tafel of in de kring. Gedurende de dag zijn er verschillende brede ontwikkelingsbevorderende activiteiten, waarin spel een centrale plaats inneemt. Binnen ‘wereldoriëntatie’ en ‘expressie’ hebben de georganiseerde activiteiten vooral een verkennend karakter: exploreren van je expressiemogelijkheden en je realiseren wat in je omgeving gebeurt. Veel aandacht wordt besteed aan de mondelinge taalontwikkeling, de woordenschatontwikkeling, de beginnende geletterdheid en de beginnende cijfervaardigheid. Dat gebeurt zowel in de grote kring, als in de kleine kring en in de verschillende hoeken. Vanuit de opgestelde leerlijnen worden de lessen vorm gegeven. Tevens wordt aandacht besteed aan de motorische ontwikkeling, de creatieve ontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Op onze school maken we gebruik van het registratie- en observatiemodel KIJK om de mijlpalen in de ontwikkeling van kinderen te volgen. Dit rapporteren we aan de ouders. Vanuit de observaties sluiten we, door middel van het werken met periodeplannen, zoveel mogelijk aan bij de ontwikkeling van de kinderen. Groep 3 Een schooldag start met de inloop. Vanaf 8.20 gaat de deur open en worden de kinderen door hun ouders/verzorgers naar de groep gebracht. Groep 3 richt zich vooral op het leren lezen en rekenen. In groep 2 hebben kinderen hier al ervaring mee opgedaan en in groep 3 gaan we verder waar de kinderen in hun ontwikkeling gebleven zijn. Zo trachten we een doorgaande lijn te realiseren. Bij het aanvankelijk lees- en rekenonderwijs is er nog veel ruimte voor spelactiviteiten, waarin kinderen spelenderwijs met de leerstof bezig zijn. Zeker in het begin gaan kinderen wat vaker buiten spelen om de overgang vanuit groep 2 te vergemakkelijken. Voor specifieke leeractiviteiten zoals lezen, rekenen, schrijven en spellen gebruiken we methodes. De leerprestaties bij deze vakken worden nauwkeurig gevolgd met behulp van het leerlingvolgsysteem. Daarbij horen methodetoetsen en nietmethodegebonden toetsen, waarmee we de ontwikkeling van de kinderen scherp in de gaten houden. Naast lezen en rekenen, krijgen kinderen later in het jaar te maken met spelling en ander talige activiteiten, zoals het maken van verhaaltjes, het vergroten van de woordenschat en mondelinge taalvaardigheid. Voor wereldoriëntatie wordt gebruik gemaakt van korte projecten die het kind beter grip laten krijgen op de eigen omgeving. Vaak zijn hiermee de expressieactiviteiten als tekenen, handvaardigheid en muziek verbonden, zodat de wereld op een geïntegreerde manier wordt verkend en doorgrond. Daarbij wordt tweemaal per week godsdienstonderwijs met de methode Trefwoord gegeven. Met verschillende werkvormen gaan de kinderen aan de slag: individueel of in kleine groepen. Daarnaast krijgen kinderen in kleine groepen of in de grote groep instructie. Soms vindt dit individueel plaats. Om dat te kunnen regelen wordt vaak een beroep gedaan op de zelfstandigheid van kinderen. Ze leren dan hun aandacht uit te stellen en de leerkracht zorgt ervoor dat iedereen toch met zijn vraag bij hem/haar terecht kan

6

Groep 4 t/m 8 Ook in deze groepen wordt steeds meer gewerkt vanuit vaststaande leerlijnen. Deze lijnen liggen vast in verschillende methodes die zonder meer ruimte bieden voor gedifferentieerd werken. Kinderen krijgen daardoor steeds meer de gelegenheid zelfstandig met hun werk aan de slag te gaan. Technisch en begrijpend lezen Het accent ligt aanvankelijk bij het technisch lezen. Kinderen krijgen veel oefening om vaardiger te worden in de leestechniek. Het accent komt daarna steeds meer bij begrijpend lezen. Voor beide onderdelen gebruiken we een methode. Aandacht voor het plezier in lezen staat voorop: projecten met boeken, collecties van de bibliotheek, presentatie van een schrijver, boekpresentaties en vrij lezen. Taal Hiervoor gebruiken we “Taal in Beeld”. In deze methode is veel aandacht voor woordenschat en het leren van taal door interactie. Kinderen krijgen keuzeopdrachten, waarbij ze regelmatig met elkaar samenwerken. Verder is er aandacht voor taalbeschouwing. Schriftelijk taalonderwijs komt eveneens aan bod, bijvoorbeeld bij het schrijven van verhaaltjes, gedichten, werkstukjes, enz. Om dat goed te kunnen, moeten kinderen uiteraard ook goed kunnen spellen. Ze leren dat met de spellingsmethode ‘Spelling in Beeld” (groep 4 t/m 8). In groep 7 en 8 staat Engels op het programma. Rekenen Dit schooljaar starten we met een nieuwe rekenmethode, nl. Alles Telt. Een werkgroep bestaande uit een aantal leerkrachten uit alle bouwen hebben het vorige schooljaar gebruikt om zich te oriënteren op een nieuwe methode. Uitgangspunten om tot een verantwoorde keuze te komen waren: 1. een methode die gebruikt kan worden vanaf groep 1 t/m 8 2. een methode die lesstof biedt voor alle kinderen, zowel voor zwakke, goede en uitmuntende rekenaars en waarmee goed gedifferentieerd kan worden en die ook bruikbaar is in combinatiegroepen. 3. een methode die aansluit bij het lesprogramma: Met Sprongen Vooruit. 4. een methode die ook ondersteund wordt door software voor computer en Active Board. Oriëntatie op jezelf en de wereld Op vele momenten komen kinderen in aanraking met de wereld om ons heen: in allerlei gesprekken, spreekbeurten, werkstukken maken, school-TV etc. Vanaf groep 5 worden aardrijkskunde (+ topografie), geschiedenis, verkeer en natuur en techniek wekelijks aangeboden. Burgerschapszin hoort hier eveneens bij. Als aanvulling maken we regelmatig gebruik van het materiaal, dat bij de verschillende school-TV uitzendingen behoort. Kinderen leren omgaan met de mogelijkheden die internet biedt. Denk hierbij aan werkstukken, dingen opzoeken, vragen stellen via internet, een portfolio samenstellen, enz. Sociale redzaamheid Al vanaf groep 1 werken we aan sociale vaardigheden van kinderen met het Leefstijl programma. Daarin komen gevoelens van kinderen aan de orde, maar ook hoe je jezelf weet te beheersen, het geven en ontvangen van complimenten, oplossen van conflicten en dergelijke.

7

Godsdienst/geestelijke stromingen Vanuit de identiteit van de school, Rooms Katholiek, wordt vorm gegeven aan het godsdienstonderwijs. Hiervoor wordt de methode Trefwoord gebruikt. Deze methode heeft voor iedere dag een gedicht, spel, lied, verhaal of Bijbeltekst als dagopening. Naast allerlei zaken, die met de christelijke religie en geloof te maken hebben, wordt ook aandacht gegeven aan wereldgodsdiensten en niet christelijke feestdagen. Bewegingsonderwijs De kinderen uit groep 3 t/m 8 hebben wekelijks twee gymlessen. Een uitzondering geldt voor de groepen 4, die zowel een gymles als een zwemles hebben. Tijdens het gymmen staan naast de bewegingsvormen de spelvormen centraal. De groepen 5 t/m 8 hebben een aantal keren per jaar een zogenaamde “natte gymles” in het zwembad. Kennismaking met diverse zwemsporten en “zwemplezier” , staan hierin centraal. U krijgt via het weekblaadje informatie wanneer deze activiteiten plaatsvinden. Methoden van de Franciscusschool Bij de lessen in de groepen maken we gebruik van zogeheten methoden: boeken en materialen die door onze school aangeschaft zijn voor bijvoorbeeld aanvankelijk lezen, voorbereidend rekenen, aardrijkskunde of catechese. Vaak bestaat een methode uit verschillende boeken, werkschriften, kaarten, platen, computerprogramma’s en ander materiaal. Regelmatig worden methodes vernieuwd. We hebben moderne methoden voor: - Voorbereidend leestaalonderwijs: Schatkist, ook voor Nederlands als tweede taal - Voorbereidend rekenonderwijs: Schatkist, Alles Telt - Aanvankelijk lezen: Veilig leren lezen - Technisch lezen: Estafette - Begrijpend lezen: Goed Gelezen en Nieuwsbegrip - Rekenen: Alles Telt (nieuw) - Nederlandse Taal: Taal in Beeld en Spelling in Beeld - Aardrijkskunde: Hier en daar - Geschiedenis: Bij de Tijd - Gymnastiek: Zapp methode - Natuuronderwijs: Leefwereld/Nieuws uit de Natuur - Godsdienst: Trefwoord - Sociaal emotionele ontwikkeling: Leeftstijl - Muziek: methode Moet je doen - Techniek: Het Ontdekkasteel - Engels; Take it Easy - Schrijven; Pennenstreken

8

ICT ICT (Informatie en Communicatie door Technologie) heeft op de Franciscusschool een vaste plaats in het onderwijsaanbod. Iedere week maken de verschillende groepen gebruik van het computerlokaal en in de groepen zelf staan 1 of 2 computers. Daarnaast is er op iedere locatie een aantal laptops voor de leerlingen beschikbaar. ICT op de Franciscusschool is in volle ontwikkeling. De computerprogramma’s sluiten zoveel mogelijk aan bij de methodes die we in de klassen gebruiken: - In de onderbouw werken de kleuters regelmatig met de computer. Met Schatkist Rekenen leren de kinderen de beginselen van het rekenen en Schatkist Lezen leert de kleuters spelenderwijs nieuwe woorden en laat ze tevens kennis maken met geschreven taal. - Vanaf groep drie wordt gewerkt met de computerprogramma’s van Ambrasoft, Veilig LerenLezen,TaalinBeeld, Flits(woordlezen). Ambrasoft kent verschillende modules, waaronder rekenen en spelling. - Vanaf groep 5 wordt ook een begin gemaakt met het leren werken met de computer. Hiervoor gebruiken we de ICT methode BasisBits. - In de groepen 6 t/m 8 leren de kinderen gaandeweg werken met een tekstverwerker. Vanaf groep 7 leren de kinderen te werken met de programma’s WORD, POWERPOINT en EXCEL . - Vanaf groep 7 worden de projecten die de kinderen maken met WORD gemaakt en regelmatig worden deze projecten digitaal ingeleverd. Op onze school hangen op dit moment 9 Activborden: digitale schoolborden. Op school is er een protocol computergebruik. Dit kunt u op onze website vinden.

3.3

Vieringen en buitenschoolse activiteiten

Activiteiten voor de hele school Zelf organiseren we: - het grote, jaarlijkse Franciscusfeest - het bezoek van Sint-Nicolaas aan onze school - het Kerstfeest - het Carnaval - het Paasfeest - samen met de parochiekerk: de gezinsvieringen - musical groep 8 - Spelletjesavond; elk jaar organiseren we een grootse spelletjesavond. De opbrengst van deze avond gaat naar een speciaal project dat jaarlijks wordt gekozen. Wij doen mee aan: - Avondvierdaagse Er is de mogelijkheid voor kinderen om mee te doen aan activiteiten die worden georganiseerd door de Brede School Dauwendaele/Mortiere. Regelmatig ontvangt u hierover informatie over de activiteiten en de wijze waarop kan worden ingeschreven. Zie ook paragraaf 7.4.1.

9

Activiteiten voor bepaalde groepen We organiseren zelf: - de schoolreis voor groep 1 en 2 en slaapfeest - de schoolreis voor groep 3 t/m 6 - de schoolreis voor groep 7 - het schoolkamp voor de hoogste groep Voor de schoolreizen wordt een aparte bijdrage gevraagd van ouders/verzorgers om dit te financieren. De hoogte van het bedrag is afhankelijk van het soort schoolreisje. Ruim van tevoren wordt u op de hoogte gesteld van de bestemming van het schoolreisje/kamp en de bijbehorende kosten. - een bezoek aan een bedrijf, bijv. door groep 8 of een bezoek aan een dierenasiel of een kaasmakerij of bakker, door een andere groep. Vaak gebeurt dit naar aanleiding van een project. - adoptie van een oorlogsmonument (groep 7 en 8 ). Twintig jaar geleden heeft de school een oorlogsmonument geadopteerd. Hiermee willen we de herinnering aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog levend houden bij de jeugd. Ieder jaar in mei dragen de kinderen van groep 8 de zorg voor het oorlogsmonument over aan de kinderen van groep 7. Het grafmonument staat op de r.-k..-Begraafplaats aan de Walcherseweg in Middelburg. - voor de katholieke kinderen in groep 4; in samenwerking met de parochiekerk worden de kinderen voorbereid op de Eerste Communie. - voor de katholieke kinderen van groep 8 is er in samenwerking met de parochie, de voorbereiding op het H. Vormsel. We doen mee aan: - de jaarlijkse sportdag van de gemeente - het schoolvoetbaltoernooi - abonnementen op kindertijdschriften. Bij de aanvang van het schooljaar ontvangt u een folder met de mogelijkheid uw kind te abonneren op een prima jeugdblad, aangepast aan de leeftijd en ontwikkeling van het kind. Naast ontspanning kan aan een jeugdblad heel goed een speels leerelement gekoppeld worden. Met die overtuiging worden de volgende jeugdbladen aan de kinderen aangeboden. 1. Bobo: een speelse kennismaking met de geschreven taal, bestemd voor kinderen uit groep 1 en 2. 2. Okki: het plezier van het leren lezen. Okki laat de kinderen uit groep 3 en 4 spelenderwijs kennismaken met lezen. Maar Okki biedt ook leuke en gekke doedingen. 3. Taptoe: het lijfblad van groep 5 t/m 8. Voor een leeftijdsgroep dus, waarin kinderen in een hoog tempo hun horizon aan het verruimen zijn. Ook de wereld buiten de eigen vertrouwde omgeving begint in beeld te komen. Taptoe biedt bovendien een keur aan puzzels, spelletjes, strips, posters en raadsels. 4. Hello You: werd voorheen alleen gebruikt op school voor de groepen 7 en 8. Het in het Engels geschreven blad is echter zo aantrekkelijk en leerzaam (eveneens voor ouderen), dat de mogelijkheid ook bestaat een persoonlijk abonnement te nemen. Dit schooljaar worden de tijdschriften rechtstreeks naar het huisadres gestuurd en niet meer als voorheen via de school.

10

Typecursussen Aangezien er steeds meer gebruik gemaakt wordt van de computer binnen het onderwijs, is een goede beheersing van het gebruik van het toetsenbord nuttig, ook voor de toekomst. In het lesrooster ontbreekt de tijd om hier binnen de school intensief aandacht aan te besteden. Ouders hebben zelf de keuze of zij hun kind (vanaf groep 6) op een cursus willen doen, voor eigen rekening uiteraard, maar het is zeker nog niet noodzakelijk. Als school hebben wij wel ervaring met de diverse aanbieders en foldermateriaal is in de loop van het jaar op school voorhanden. Desgewenst kunnen wij u nader adviseren.

Reclame We ontvangen op school wekelijks folders voor diverse activiteiten, materialen e.d. met het verzoek om deze uit te delen. De directie maakt hier een selectie in om een “wildgroei” van het uit te delen foldermateriaal te voorkomen. Het uitgangspunt voor selectie is dat de geboden activiteit of het aangeboden materiaal in folders een educatief of pedagogisch karakter moet hebben, zoals bijvoorbeeld de muziekschool, een typecursus, naschoolse culturele of sportieve activiteiten of indien we als school gesponsord worden (zie ook paragraaf 6.7) ter ondersteuning van activiteiten.

11

4

De zorg voor de kinderen

4.1 Hoe gaan we om met kinderen, die extra zorg nodig hebben op onze school In het zorgplan staat beschreven op welke manier we omgaan met kinderen die op school extra zorg nodig hebben, omdat ze door sociaal-emotionele problemen en/of leerproblemen achter blijven in hun ontwikkeling. Dit schoolplan kunt u opvragen bij de directie of Intern Begeleider van de school. Dit schooljaar gaan we ons ook orienteren op de zorg voor kinderen die een grote voorsprong hebben in hun ontwikkeling (hoogbegaafdheid). In het zorgplan is te vinden hoe signalering van problemen plaats vindt en op welke manier extra zorg geregeld is. Tevens is er in te lezen wanneer en op welke manier we hulp van buiten de school inschakelen en welke hulp er zoal voorhanden is, en - wanneer dat nodig is - hoe verwijzing naar een school voor speciaal basisonderwijs plaats vindt. Op onze school is Ineke Wiertz IB-er. Zij coördineert alle extra zorg en houdt ons zorgplan actueel. Ouders die interesse hebben in dit zorgplan kunnen dat, als ze willen, ter inzage mee naar huis nemen. Ouders die over hun kind willen praten, kunnen een afspraak met haar maken. 4.1.1 Weer Samen Naar School en PCL Basisscholen en speciale basisscholen werken samen. Die samenwerking heet Weer Samen naar School (WSNS). De bedoeling van WSNS is, dat er meer kinderen binnen de basisschool voor hen passend onderwijs kunnen volgen. Toch kan het voorkomen, dat het voor een kind beter is om naar een Speciale school voor basisonderwijs (Sbo) te gaan. U zult begrijpen dat een aanmelding voor een Sbo-school zorgvuldig moet gebeuren. Daarvoor is de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) in het leven geroepen. Deze commissie beslist over de toelaatbaarheid van een kind op de Sbo-school. Hoe kunt u uw kind aanmelden ? Voordat u, als ouder, overgaat tot aanmelding, zult u met de basisschool van uw kind al regelmatig contact gehad hebben. In eerste instantie zal de school zelf getracht hebben om de problemen op de lossen. Daarna heeft men de hulp van het Zorgplatform ingeroepen. Toch kan het zijn, dat de problemen zo ernstig of hardnekkig zijn, dat er - in overleg met u als ouder - besloten wordt om uw kind aan te melden bij de PCL. Als school kunnen wij u verder inlichten over de procedures en welke informatie voor de aanmelding nodig is. 4.1.2 Kwaliteitsbewaking op onze school Vanaf het schooljaar 2004-2005 wordt jaarlijks, aan het eind van het schooljaar, een kwaliteitsmeting gedaan. Ouders, leerlingen en leerkrachten kunnen dan hun mening geven over de kwaliteit van de school als geheel en in detail over tal van kwaliteitsaspecten van de school. In het team worden actiepunten uitgezet om zaken, die als onvoldoende uit de meting komen, aan te pakken. De ouders, leerlingen en leerkrachten geven ook een waarderingscijfer aan de school. De volgende gemiddelde waarderingscijfers (op een schaal van 1 t/m 10) zijn gegeven:

ouders leerlingen leerkrachten

2010-2011 7,2 7,1 7,8

2009-2010 7,5 7,9 7,2

12

2008-2009 6,7 7,3 7,2

Als school zijn we van mening dat we onze kinderen onderwijs moeten geven, dat aansluit bij hun individuele mogelijkheden en dat kwalitatief van een goed niveau is. Om daarvoor te zorgen is een voortdurende bewaking van de kwaliteit van ons onderwijs van belang. Het gaat daarbij om de volgende aspecten: a. Sluit het onderwijs zo goed mogelijk aan bij het individuele kind en benutten we daarbij zo goed mogelijk de capaciteiten van het kind? b. Hoe is het in het algemeen bij ons op school gesteld met de prestaties van de leerlingen bij ons op school in vergelijking met wat landelijk als norm wordt gezien? Wanneer kinderen nog maar pas bij ons op school zijn, kunnen we vaak nog moeilijk overzien hoe het met het kind zal gaan en welke mogelijkheden het kind heeft. We proberen dan ook al in een vroeg stadium te beginnen met het observeren van het kind en het in beeld brengen van de vorderingen. Dit doen we aan de hand van Kijk!-registratie. Verder is het noodzakelijk om regelmatig met objectieve metingen te kijken hoe individuele kinderen gevorderd zijn en of het beeld van de school daarmee overeenkomt. Deze metingen worden 2 tot 3 keer per jaar gedaan voor wat betreft de volgende vakken:

Lezen

Vak

Toets Cito leestempo, AVI + DMT

Periode januari/(mei/juni)

Spelling

LOVS spelling

januari/juni

LOVS Cito,

januari/juni

Rekenen, taal, begrijpend lezen, woordenschat Avi=leestoets DMT=drie minuten toets LOVS=leerlingvolgsysteem

Voor alle toetsen worden de nieuwste versies gebruikt van Cito. Omdat deze metingen ook landelijk genormeerd zijn, kunnen we aan de resultaten van de toetsen niet alleen zien of kinderen aan die normering voldoen, maar eveneens waar de sterke en zwakke punten liggen in het onderwijs op deze vakgebieden. Desgewenst kunnen we ons onderwijsaanbod aanpassen en bijstellen. Dat gebeurt dan ook regelmatig n.a.v. deze toetsen. Aan het einde van de schoolloopbaan is er de eindbeoordeling voor de keuze naar welk voortgezet onderwijs uw kind gaat. Uit die evaluatie komen voor de school vaak waardevolle gegevens naar voren die besproken worden met de directeur. Daarnaast hebben we 2 keer per jaar een groepsbespreking met de intern begeleider waarbij we met name kijken naar de vorderingen van het individuele kind. Aan de hand van groepsoverzichten waarop de onderwijsbehoeften van alle kinderen vermeld staan m.b.t. rekenen lezen en spelling, taal, begrijpend lezen, cito, worden de leerlingen besproken. We kijken welke kinderen niet voldoen aan ons verwachtingspatroon en/of aan de normen van onze gemiddelde verwachting. Kinderen die hier buiten vallen, zowel aan de bovenkant als aan de onderkant, komen vaak in aanmerking voor extra zorg in de groep of, als dat nodig is, in het zorgcircuit buiten de klas. We proberen met behulp van een groepsplan of periodeplan(groepen 1 en 2) waarin op een preventieve manier aandacht wordt besteed aan de kinderen, ervoor te zorgen dat het aantal zorgleerlingen zo laag mogelijk blijft.

13

Tenslotte is er ook een stukje kwaliteitsbewaking naar kinderen die extra zorg in het zorgcircuit nodig hebben. Voor deze kinderen stellen we een handelingsplan op, waarbij we zoveel mogelijk proberen uit te gaan van meetbare doelen, die in een periode van 6 tot 8 weken bereikt kunnen worden. Na de betreffende periode wordt dan nagegaan of deze doelen bereikt zijn en wat daarvan de gevolgen zijn. Alle gegevens, die op hierboven beschreven manier verkregen zijn, worden centraal opgeslagen en met het team en de directie besproken. De directie zet, indien nodig, n.a.v. deze gegevens beleidslijnen uit voor veranderingsprocessen ten behoeve van kwaliteitsverbetering van het onderwijs bij ons op school. 4.2 OTV (OnderwijsTijd Verlenging). Sinds april 2010 doen we als school mee aan een landelijk proefproject van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: ONDERWIJSTIJDVERLENGING kortweg OTV. Deze onderwijstijdverlenging krijgt vorm d.m.v. de Brede School Academie. Alleen kinderen uit groep 5 t/m 8 doen mee met een taal- en/of rekenachterstand. De kinderen krijgen één of twee keer per week in totaal drie uur extra les. Het volgen van deze extra lessen is vrijwillig. De lessen worden gegeven volgens de methode “levensecht leren”: de lesstof wordt gekoppeld aan praktijksituaties.

4.3 Advies vervolgonderwijs Voor de kinderen van de hoogste groep breekt ook de tijd aan voor de keuze van de school voor voortgezet onderwijs. Dit vereist een zorgvuldige aanpak en een verantwoorde keuze. De kinderen hebben de keuze uit vele scholen. Bij die keuze wordt uw kind, maar ook de ouders zoveel mogelijk begeleid, en wel als volgt: - Er zijn gesprekken in de klas over het voortgezet onderwijs - De AOB-toets(AdviesOnderwijs en Beroep) wordt aangeboden; een capaciteiten en interesse toets. Deze toets geldt als extra meetpunt en voor eigen rekening. Indien ouders hiervan gebruik willen maken, is vooraf overleg met de leerkracht(en) van groep 8 gewenst. - De Eindtoets wordt gemaakt om de keuze te ondersteunen. Dit schooljaar gebruiken we de eindtoets SEO(schooleindonderzoek), die bestaat uit een intelligentieonderdeel en een schoolvaardighedentoets - Er is voorlichting door het voortgezet onderwijs; ouder- en kindvoorlichting. - De leerkracht van groep 8 heeft een gesprek met u en uw kind over de schoolkeuze. - Op de zogeheten open dagen kunnen u en uw kind gaan kijken in de verschillende scholen voor voortgezet onderwijs.

14

4.4

DLE

Vanaf groep 4 willen we de Citoscores verder verduidelijken middels het systeem van de Didactische Leeftijds-Equivalenten-bepaling (DLE) Een kind start in groep 3 zijn/haar didactische leeftijdsopbouw. Ieder schooljaar bestaat uit 10 maanden. Een kind krijgt dus per schooljaar 10 maanden onderwijs “aangeboden”. Een kind dat aan het eind van groep 8 is, heeft een didactische leeftijd van 60 maanden bereikt. (6 X 10 maanden). Alle Cito-scores kunnen worden omgezet naar didactische maanden. Op deze manier kunnen we als Franciscusschool de schoolvorderingen van alle kinderen weergeven. Indien noodzakelijk kunnen we dus al vroeg een eventuele achterstand (of een voorsprong) op een bepaald vakgebied duidelijk maken. Dit systeem willen we alleen toepassen op de vakgebieden: rekenen, taal/spelling en lezen (de instrumenteel-culturele vaardigheden). Omdat een kind in groep 3 het begin van de ontwikkeling staat, worden de didactische maanden wel geteld, maar nog niet in een score weergegeven. We gebruiken dit DLE-systeem om de vooruitgang van leerlingen vast te kunnen stellen. Het systeem van DLE’s meet nl. de vooruitgang i.p.v. de fouten die een kind laat zien. Naast vooruitgang kunnen we me het DLE-systeem het leerrendement van individuele kinderen vaststellen. 4.5

Kijk! 1-2

We willen de leerlingen in de kleutergroepen goed kunnen volgen, observeren en registreren. Dat doen we met KIJK! 1-2: een observatie- en registratiemodel voor de groepen 1 en 2. Bij het werken met KIJK! 1-2 geeft de leerkracht op basis van zijn of haar professionele observatie per ontwikkelingsaspect aan in welke ontwikkelingsfase het individuele kind zich bevindt. Door ook te kijken naar de basiskenmerken van het kind , de betrokkenheid en eventuele risicofactoren ontstaat er een compleet beeld van de ontwikkeling. Aan de hand hiervan kan de leerkracht de juiste keuzes maken op pedagogisch, didactisch en organisatorisch gebied. De leerlingen worden tweemaal per jaar in dit systeem ingevoerd.

15