ADVOCATEN – BTW PLICHT De BTW adminstratie heeft recentelijk via circulaire nr. Aafisc 47/2013 de richtlijnen uiteengezet aangaande het wegvallen van de BTW-vrijstelling voor advocaten vanaf 2014. We brengen voor u een uiteenzetting van de belangrijkste aandachtspunten.
Wie valt onder de BTW-plicht? Zowel voor de advocaat als natuurlijke persoon als voor een advocaten vennootschap is de BTW regeling van toepassing. Elke advocaat zal zich moeten registreren via het formulier 604A (aanvraag tot BTW registratie) bij de BTW administratie en zal vervolgens zoals alle BTW-plichtigen voortaan periodieke BTW aangiften, intracommunautaire aangiften, jaarlijkse lijst afnemers BTW plichtigen, etc... moeten indienen. Indien de advocaat zijn beroep via een vennootschap uitoefent, dan dient enkel de vennootschap zich te laten registreren bij de BTW administratie en de BTW verplichtingen op zich te nemen. Medewerkers en stagiairs (indien ook advocaat) zijn eveneens onderworpen aan de BTW verplichtingen maar kunnen opteren voor een facultatieve bijzondere regeling. Hierdoor worden de administratieve verplichtingen tot een absoluut minimum herleid. Deze regeling houdt in dat de medewerker of stagiair niet verplicht is periodieke BTW aangiften in te dienen maar bij deze regeling ziet hij (zij) wel vrijwillig af van zijn (haar) recht op aftrek van BTW. De advocaat of het advocaten kantoor zal in naam en voor rekening van de medewerker of stagiair een factuur opmaken. (self billing) Dit principe wordt hierna nog verder uiteengezet. Om van deze bijzondere regeling te kunnen genieten, moeten zij het Formulier 604A indienen bij het BTW controlekantoor en daarop vak 7 aankruisen. De medewerkers en stagiairs die vrijwillig gekozen hebben voor de bijzondere regeling kunnen overgaan naar de normale BTW regeling vanaf 1 januari van het volgende jaar. Hiervoor dienen zij voor 15 december van het voorgaand jaar het BTW controlekantoor schriftelijk op de hoogte te stellen.
Welke prestaties zijn onderworpen aan de BTW? De advocaat of advocaten vennootschap zal voortaan op alles wat hij factureert BTW moeten aanrekenen. Er wordt dus geen onderscheid gemaakt tussen het feit dat zijn cliënt een particulier is of een onderneming. (B2C en B2B) Zowel de adviesverleningen als de tussenkomsten als pleiter in rechtzaken zijn onderworpen aan de BTW.
© KMO Tax Service BVBA - www.kmotaxservice.be
1
Er zijn echter enkele uitzonderingen: 1. De tussenkomsten als schuldbemiddelaar; voorlopig bewindvoerder, voogd en familiale bemiddelaar blijven vrijgesteld van BTW. (Art. 44, §2, 2° W. BTW) 2. Vrijstelling voor de auteur (advocaat) van geleverde prestaties voor de uitgave van letterkundige werken. (Art. 44, §3, 3° W. BTW) 3. Pro-Deo dienstprestaties worden niet vrijgesteld maar worden wel onderworpen aan het nul-tarief. (op te nemen in rooster 00 van de BTW aangifte) 4. De vergoeding die een advocaat optredend als curator bij een faillissement met onvoldoende actief (Pro Deo faillissement) ontvangt, dient voor deze vergoeding (doorgaans 750 EUR) de BTW te verleggen naar de medecontractant. Op voorwaarde dat deze laatste verplicht was om BTW aangiften in te dienen. In dit geval rekent de advocaat geen BTW aan maar vermeld op zijn factuur: “belasting te voldoen door de medecontractant – circ. Aafisc nr. 47/2013”.
Wanneer BTW aanrekenen? Vanaf 1 januari 2014 geld voor de advocaten de algemene regel dat de BTW opeisbaar wordt zodra de dienst verricht (voltooid) is. Indien de betaling van de dienst plaatsvindt voor de voltooiing, is de BTW opeisbaar op ogenblik van het ontvangst van deze betaling. Overgangsmaatregelen: •
Diensten aan belastingplichtige klanten (waarvoor factureringsplicht geldt)
Belastbaar Facturatie feit 2013 2013 2013 2014 •
2013 2013 jan/14 jun/14
Gevolg
2013 jan/14 feb/14 aug/14
vrijstelling want opeisbaarheid 2013 vrijstelling want opeisbaarheid 2013 vrijstelling want opeisbaarheid 2013 BTW want opeisbaarheid 2014
Voltooiing van de dienst bij opeenvolgende diensten en afrekening
Prestaties Facturatie 2013-2014 jan/14
•
Betaling
Betaling feb/14
Gevolg * vrijgesteld deel prestaties materieel verricht vóór 2014 * BTW voor prestaties materieel verricht in 2014
Voorschotten aan belastingplichtige klanten
Belastbaar Facturatie Betaling feit voorschot voorschot 2013 2014 2014
2013 2013 2013
2013 2013 2014
Gevolg vrijstelling want opeisbaarheid 2013 vrijstelling want opeisbaarheid 2013 BTW want betaling voorschot 2014
© KMO Tax Service BVBA - www.kmotaxservice.be
2
•
Diensten aan particuliere klanten (waarvoor geen facturatie plicht geldt)
Belastbaar Facturatie feit 2013 2013 2013 2013 2013 2014
2013 2013 jan/14 -feb/14 jun/14
Betaling
Gevolg
2013 jan/14 feb/14 feb/14 mrt/14 aug/14
vrijstelling want betaling in 2013 vrijstelling bijz. overgangsmaatregel vrijstelling bijz. overgangsmaatregel BTW want betaling in 2014 BTW want betaling in 2014 BTW want betaling in 2014
Opgelet: de bijzondere overgangsmaatregel conform circulaire Aafisc nr. 47/2013 loopt tot uiterlijk 31 januari 2014.
Maatstaf van heffing De advocaat dient naast zijn ereloon alle door hem gemaakte en aan de cliënt doorgerekende kosten op te nemen in de maatstaf van heffing, met inbegrip van de belastingen en heffingen waarvan hij schuldenaar is. Indien deze kosten voorgeschoten worden door de advocaat maar door de derde dienstverrichter rechtstreeks op naam en voor rekening van de cliënt worden gefactureerd, dienen zij op grond van Art. 28, 5° W. BTW niet opgenomen te worden in de maatstaf van heffing BTW.
Tarief Op de diensten van advocaten die in België plaatsvinden is het normale tarief van 21% van toepassing.
Aftrek van BTW Algemeen: Advocaten kunnen de BTW op de kosten gemaakt in het kader van hun beroepswerkzaamheid volgens de algemene regels in aftrek brengen. De gewone aftrekbeperkingen (wagen, relatiegeschenken, kosten van onthaal, etc...) en aftrekuitsluitingen (restaurantkosten, etc...) zijn ook op hen van toepassing. (Art. 45, §§1bis, 1quinquies, 2 en 3 W. BTW) Opdat de advocaat rechtmatig zijn recht op aftrek van de BTW zou kunnen uitoefenen, dient hij in bezit te zijn van geldige facturen. Recht op aftrek historische BTW: De advocaat kan bij wijze van regularisatie zijn recht op aftrek van voorbelasting uitoefenen voor alle goederen en diensten die nog niet werden gebruikt of verbruikt op 1 januari 2014. Ook voor de bedrijfsmiddelen (investeringen die worden afgeschreven) die op 1 januari 2014 nog bestaan, voor zover die goederen nog bruikbaar zijn en de herzieningstermijn nog niet is verstreken. Voor roerende goederen is de herzieningstermijn 5 jaar vanaf datum van aankoop investering, voor onroerende goederen is de herzieningstermijn 15 jaar vanaf datum van aankoop investering. (Art. 48, §2 W. BTW)
© KMO Tax Service BVBA - www.kmotaxservice.be
3
De advocaat moet hiervoor bij het bevoegd BTW controlekantoor een inventaris, opgemaakt in 2 exemplaren, indienen en dit ten laatste 20 dagen vóór de uiterlijke indieningsdatum van de eerste periodieke BTW aangifte waarin hij de aftrek van historische BTW uitoefent. (Aangifte eerste kwartaal is 31 maart aanstaande) Ze vermelden op gedetailleerde wijze de goederen en diensten die nog in aanmerking komen voor de betreffende regularisatie, de datum en het nummer van de factuur van de aankoop, de maatstaf van heffing waarop de BTW werd berekend en het te regulariseren bedrag aan BTW. Het berekende bedrag aan te regulariseren historisch aftrekbare BTW dient te worden gecompenseerd van de in rooster 71 opgenomen aan de staat te betalen BTW van de periodieke aangifte. Als de historisch te regulariseren BTW nog niet volledig kon gerecupereerd worden dient het saldo opgenomen te worden in de BTW aangifte van de volgende BTW periode. Indien de gewone BTW aangifte een door de Staat verschuldigd bedrag in rooster 72 weergeeft kan de bedoelde verrekening niet plaatsvinden. De historisch aftrekbare BTW die de eerste elf maandaangiften of de eerste drie kwartaal aangiften van het jaar 2014 niet kon worden verrekend mag worden vermeld in de BTW aangifte van december 2014 of de BTW aangifte van het vierde kwartaal 2014.
Administratieve formaliteiten Identificatie: De advocaat dient zich voor BTW doeleinden te laten identificeren bij het BTW controlekantoor waaronder hij ressorteert. Hiervoor dient een formulier 604A gebruikt te worden welke op papier kan verkregen worden via www.myminfin.be . (“formulieren”) Gebruik van het BTW-identificatienummer: De advocaat dient zijn BTW nummer mee te delen aan de leveranciers en aan de klanten. Dit nummer moet bovendien worden vermeld op alle contracten, facturen, bestelbons, verzendingsnota’s en andere stukken met betrekking tot de economische activiteit. (Art.30 KB nr.1) Periodieke aangifte: De BTW-plichtigen waarvan de jaaromzet voor het kalenderjaar, exclusief belasting over de toegevoegde waarde, voor hun volledige economische activiteit meer bedraagt dan 50.000.000 EUR zijn gehouden tot het indienen van een maandelijkse BTW aangifte. De BTW-plichtigen die dit grens bedrag niet overschrijden zijn gehouden tot het indienen van kwartaalaangiften. De periodieke aangifte moet uiterlijk de 20ste dag volgend op het tijdvak waarop de aangifte betrekking heeft worden ingediend. De periodieke aangifte moet verplicht elektronisch worden ingediend via de toepassing INTERVAT. (www.minfin.fgov.be – “e-services”) Facturatie: De advocaten zijn ertoe gehouden een factuur uit te reiken en een kopie daarvan te bewaren in hun eigen administratie. De factuur moet uitgereikt worden uiterlijk de 15de dag van de maand na die waarin de BTW opeisbaar is geworden.
© KMO Tax Service BVBA - www.kmotaxservice.be
4
Volgende vermeldingen dienen verplicht op de factuur voor te komen: Factuurdatum, het volgnummer, de naam het adres en het btwnummer van de dienstverrichter en van de medecontractant, de datum van het belastbaar feit, de omschrijving van de diensten, voor elk tarief de maatstaf van heffing, de vermelding van de tarieven en de verschuldigde belasting. (of in voorkomend geval “BTW verlegd” of “Vrijgesteld”) – Factuurvereisten volgens Artikel 5 KB1 Betaling: De eventueel verschuldigde BTW moet voldaan worden binnen de termijn van indiening van de periodieke aangifte. De belastingplichtige die kwartaalaangiften indient, moet uiterlijk de 20ste dag van de tweede en derde maand van ieder kalenderkwartaal een voorschot voldoen. Het bedrag van dit voorschot is gelijk aan één derde van de belasting die door de belastingplichtige voor het vorige kalenderkwartaal verschuldigd was. (zie rooster 71 BTW aangifte vorig kalenderkwartaal) Bij wijze van overgang dient er geen voorschot betaald te worden op 20 februari 2014 en op 20 maart 2014. De BTW maandaangevers dienen voor de 24ste december van ieder jaar een december voorschot te betalen. Dit voorschot is gelijk aan de BTW die verschuldigd is over zijn (haar) handelingen van de maand december. (tussentijdse raming voor periode 1 december t.e.m. 20 december) Jaarlijkse opgave van belastingplichtige afnemers: De advocaten zijn ertoe gehouden om jaarlijks voor 31 maart, een opgave in te dienen van de BTW belastingplichtige afnemers. Concreet gaat het om een lijst met belastingplichtige klanten aan wie het afgelopen kalenderjaar voor meer dan 250 EUR (excl. BTW) diensten werden verstrekt. De eerste lijst zal dus betrekking hebben op het jaar 2014 en dient voor 31 maart 2015 ingediend te worden. Deze jaarlijkse aangifte moet eveneens verplicht elektronisch worden ingediend via de toepassing INTERVAT. (www.minfin.fgov.be – “e-services”) Opgave intracommunautaire handelingen: Wanneer de advocaat diensten verricht voor een belastingplichtige van een andere EU lidstaat dient er een intracommunautaire opgave opgesteld te worden waarin het BTW-identificatienummer van de buitenlandse afnemer en het bedrag van de handeling opgenomen wordt. Deze opgave dient uiterlijk de 20ste van de maand volgend op het tijdvak waarop ze betrekking heeft ingediend te worden en eveneens verplicht elektronisch via de toepassing INTERVAT. (www.minfin.fgov.be – “e-services”)
Selfbilling Medewerkers en stagiairs kunnen opteren voor een facultatieve bijzondere regeling. Deze regeling houdt in dat de advocaat of het advocaten kantoor in naam en voor rekening van de medewerker of stagiair een factuur zal opmaken. Er moet hiervoor voorafgaand een akkoord bestaan tussen de beide partijen en tevens moet elke factuur het voorwerp uitmaken van een procedure van aanvaarding door de advocaat.
© KMO Tax Service BVBA - www.kmotaxservice.be
5
Het kantoor waarvoor ze werken zal dus via selfbilling in hun factureringsplicht voorzien en de door hen verschuldigde BTW doorstorten via de periodieke BTW aangifte van het kantoor. Op de door de medecontractant opgemaakte afrekening wordt in de plaats van de vermelding van de tarieven en van het totaalbedrag van de verschuldigde belasting, de vermelding "BTW verlegd Circulaire AAFisc nr. 47/2013" aangebracht. De medewerkers en stagiairs zijn verplicht om dubbels van deze selfbilling bij te houden en zijn ook verplicht tot het zelf indienen van een jaarlijkse lijst van afnemers-belastingplichtigen. (BTW listing) De medewerkers en stagiairs die deze bijzondere regeling genieten zijn er echter niet toe gehouden om periodieke BTW aangiften in te dienen. De periode dat zij onderworpen zijn aan de bijzondere regeling zien zij tevens vrijwillig af van het recht op aftrek van BTW.
Stappenplan 1. Voor 15 december 2013 dient de aanvraag tot BTW registratie via formulier 604A in orde te worden gebracht. 2. Een evaluatie inzake de facturatie van de lopende dossiers. Voor de prestaties geleverd in 2013 waarvoor nog erelonen moeten aangerekend worden, moeten de facturen (ereloon nota’s) te worden uitgestuurd voor 31 januari 2014 teneinde nog vrijstellen van BTW te kunnen bekomen. 3. Inventaris maken van alle op 1 januari 2014 nog niet verbruikte goederen en diensten andere dan bedrijfsmiddelen. 4. Inventaris maken van alle bedrijfsmiddelen (investeringen) op 1 januari nog in het bezit zijn en waarvan de herzieningstermijn nog niet verstreken is. (5 jaar roerende goederen en 15 jaar onroerende goederen)
5. Organisatie boekhouding en vanaf 1 januari 2014, bijhouden van een verkoopdagboek, een aankoopdagboek en een dagontvangstenboek. 6. Voor 1 januari 2014 akkoorden sluiten tussen advocaten en medewerkers-stagiairs en opstellen procedure van aanvaarding self billing facturen. 7. BTW maandaangifte voor 20 januari 2014. BTW kwartaalaangifte voor 20 april 2014. 8. Inventaris indienen aftrek historische BTW ten laatste 20 dagen vóór de uiterlijke indieningsdatum van de eerste periodieke aangifte.
© KMO Tax Service BVBA - www.kmotaxservice.be
6
Organisatie boekhouding
Bijlagen • • • •
Formulier BTW 604A Voorbeeld inventaris niet opgebruikte goederen en diensten Voorbeeld inventaris bedrijfsmiddelen – aftrek historische BTW Afrekening en aanvaarding self billing
Contact Voor meer inlichtingen of bij vragen over deze nieuwe BTW regeling voor u als advocaat, uw kantoor en uw medewerkers-stagiairs, aarzel niet mij te contacteren op het mobiel nummer 0476-213.747 of via mail naar
[email protected] Het formulier 604A, en de excel voorbeelden i.v.m. de inventarissen en de afrekening selfbilling kan u downloaden via onze website www.kmotaxservice.be Wim Cornand Accountant
© KMO Tax Service BVBA - www.kmotaxservice.be
7