BIJLAGE 5 Kinderopvang in Achtkarspelen Kinderopvang Kinderopvangvoorzieningen zijn bedoeld voor kinderen in de leeftijd nul tot maximaal 13 jaar. Het gebruik is vrijwillig en de activiteiten richten zich op verzorging, begeleiding en opvoeding van kinderen op een dusdanige wijze dat ouders tevreden zijn. Het gebruiksdoel van de kinderopvang is ouders/verzorgers in de gelegenheid stellen andere taken te vervullen, zoals arbeid, studie. Er zijn drie formele vormen van kinderopvang te onderscheiden: 1. Kinderdagopvang bestemd voor kinderen van 0 tot 4 jaar geopend op alle (werk-) dagen van de week voor 5 of meer aaneengesloten uren –halve, hele of 24 uur opvang-; 2. Buitenschoolse opvang bestemd voor kinderen van 4 tot 12 jaar, op werkdagen geopend voor, tussen en na schooltijd en in de vakantie; 3. Gastouderopvang bestemd voor 0 tot 12 jarigen op alle (werk-)dagen Gastouderopvang komt tot stand doordat een gastouderbureau een vraagouder aan een gastouder koppelt. De uitvoering van kinderopvang valt onder de eisen van de wet Kinderopvang (2005). Stimulering kinderopvang door Rijksbeleid Het verhogen van de arbeidsparticipatie en het stimuleren van de economische zelfstandigheid van vrouwen zijn voor de rijksoverheid belangrijke motieven geweest om de ontwikkeling van kinderopvang beleidsmatig en financieel te faciliteren. 1990 In 1990 werd de 1ste Rijksstimuleringsmaatregel ‘kinderopvang’ van kracht die tot doel had het aantal kindplaatsen in de kinderdagopvang (KDV) en de Gastouderopvang (GO) te laten uitbreiden en de gerealiseerde kindplaatsen in stand te houden. Met het oog op deze 1ste Rijksstimuleringsmaatregel ‘kinderopvang’ (ingaande 1-1-1990 tot 1994) werd in Achtkarspelen een behoeftenonderzoek naar (bedrijfs) opvangplaatsen verricht. De positieve uitkomst van dit onderzoek leidde ertoe dat in datzelfde jaar nog de stichting Kinderopvang Achtkarspelen werd opgericht. Met inzet van gemeentelijke subsidie (de rijksmiddelen) werd in eind 1990 jaar gestart met een gastouderbureau later uitgebreid met een kinderdagverblijf. De gemeente Achtkarspelen heeft voor het realiseren van uitbreidingsplannen bij stichting Kinderopvang Achtkarspelen bij het Rijk een aanvraag voor 16 kindplaatsen ingediend tegen een rijksbijdrage van fl. 80.000. 1994 In het Regeringsstandpunt kinderopvang (1992/93) werd geconstateerd dat voortzetting van de stimulering van rijkswege nodig was om de ontwikkelingen in de periode 19902003 dieper wortel te laten schieten. En dus werd de 1ste Rijksstimuleringsmaatregel ‘kinderopvang’ opgevolgd door een tweede (1994 en 1995), opnieuw voor uitbreiding en instandhouding. Ingaande 1 januari 2006 werden de middelen voor instandhouding van de gerealiseerde capaciteit overgedragen aan de gemeenten, storting in het gemeentefonds. 1997 In 1997 bleek opnieuw de noodzaak voor verdere stimulering van de uitbreiding van kinderopvang, vooral voor de buitenschoolse opvang (BSO). Opnieuw werd gekozen voor een specifieke uitkering in plaats van een storting in het gemeentefonds. De Tijdelijke stimuleringsmaatregel BSO (1997 tot 2000) werd in 1998 uitgebreid voor verdere stimulering van uitbreiding KDV en GO en gaat dan op in de Regeling uitbreiding kinderopvang en BSO (1997 tot 2003). Voor de in deze nieuwe periode gerealiseerde kindplaatsen werden ook middelen voor de instandhouding van capaciteit uitgekeerd.
Het Rijksbudget was in eerste instantie alleen bestemd voor uitbreiding van kindplaatsen bij kinderopvanginstellingen waarmee de gemeente al een financiële relatie had. Snelle realisatie van capaciteitsuitbreiding leverde een bonus op. De gemeente Achtkarspelen heeft uiteindelijk voor het realiseren van uitbreidingsplannen en instandhouding (1997-2002) bij stichting Kinderopvang Achtkarspelen een aanvraag voor 123,6 kindplaatsen ingediend tegen een rijksbijdrage van fl. 1.529.179. (1ste aanvraag BSO-uitbreiding was 48,2 kindplaatsen voor fl. 447.794) 2000 In dit jaar werd de verantwoording van de regeling omgezet in output waarmee de gemeenten tevens de vrijheid krijgen om zelf te bepalen hoe en tegen welk bedrag de uitbreiding wordt gerealiseerd. De gemeente kon nu ook nieuwe financiële relaties met andere kinderopvangaanbieders aangaan om de capaciteitsuitbreiding te verwezenlijken. Zo werd een subsidierelatie (voor uitbreidingen instandhouding) aangegaan met stichting kinderopvang Kollumerland, die al geruime tijd met gastouderopvang actief was in de gemeente. 2002 In dit jaar werd ook kindercentrum de Bernebrêge een investeringssubsidie toegekend, waardoor deze kindplaatsen met terugwerkende kracht meekunnen worden gerekend bij de capaciteitsuitbreiding. In oktober werd bekend dat de regeling weer met 1 jaar wordt verlengd waarmee extra tijd wordt verkregen de uitbreidingsambities te verwezenlijken. 2003 Hoewel de invoering van de wet Kinderopvang met een jaar werd uitgesteld (van 2004 naar 2005), was 31 december 2003 het meet- en afrekenmoment voor de capaciteitsuitbreiding. Stichting Kinderopvang Achtkarspelen had 102,69 en stichting Kinderopvang Kollumerland 4 kindplaatsen gerealiseerd en in stand gehouden. Kindercentrum de Bernebrêge had 16 kindplaatsen verwezenlijkt. Met een totale uitbreiding van 122,69 kindplaatsen werd de rijkssubsidie in mei 2005 definitief op € 882.480 vastgesteld. 2004 Voor de overbrugging tot de invoering van de wet Kinderopvang, die een einde maakte aan de subsidierelatie van de gemeenten met de kinderopvangaanbieders, kwam voor de beide stichtingen een aparte rijksfinanciering. 2005 Invoering van de wet Kinderopvang maakte van alle aanbieders van kinderopvang ondernemers, al dan niet met een winstoogmerk. Kinderopvang werd een vrije markt waarbij
het aanbod wordt bepaald door de vraag. De wet diende verschillende doelen: de kwaliteit van de kinderopvang waarborgen; ouders helpen zorg en arbeid te combineren; verhogen van arbeidsparticipatie; meer keuzemogelijkheden in kinderopvangaanbieders voor werkende ouders; het stimuleren van concurrentie en marktwerking voor scherpe prijs-kwaliteitverhouding; invoering van een bekostiging- en financieringsystematiek. Ouders konden onder voorwaarden een deel van de kosten terug krijgen, wel gebonden aan een landelijk vastgestelde maximum uurprijs. De gemeenten bleven verantwoordelijk voor toezicht en handhaving van de kwaliteit, alleen nu op basis van landelijke kwaliteitsregels. De GGD werd aangewezen voor de uitvoering in opdracht van de gemeenten. Vanaf 1 januari van dit jaar was de gemeente ook verplicht om een register kinderopvang bij te houden. Alleen als een kinderopvangaanbieder opgenomen was in het register konden de ouders aanspraak maken op een tegemoetkoming in de kosten.
2006-2010 Verschillende aanpassingen van de wet Kinderopvang hebben in deze periode plaatsgevonden, maar geen enkele was zo ingrijpende als de nieuwe wet Kinderopvang in werking tredend per 1 januari 2010. 2010 De belangrijkste wijzigingen vonden plaats op het gebied van registratie en de gastouderopvang. Er kwam een landelijk register waarin alle voorzieningen voor kinderopvang moesten worden geregistreerd. De registratie van gastouders zou pas per 1 januari 2011 gaan gelden, waarbij ook aan gastouders eisen werden gesteld over opleidingsniveau, EHBO-diploma en Verklaring omtrent gedrag. Het landelijk Register Kinderopvang kwam in plaats van het gemeentelijke register, maar de gemeente bleef wel verantwoordelijk voor inhoud. Nieuw aanbod moet na aanmelding voor het LRKO eerst worden geïnspecteerd door de GGD (op de kwaliteitseisen van de wet Kinderopvang) voordat de gemeente bij een positief advies van de GGD besluit tot opname/registratie. Voor ouders is het nu heel makkelijk om het aanbod van opvangmogelijkheden te vinden en zekerheid te krijgen over de kwaliteit. In dit jaar is ook de invoering van de wet OKE, die het peuterspeelzaalwerk onder de kwaliteitseisen van de kinderopvang brengt, inclusief de registratie van de speelzalen. 2011 Hoewel de verwachting was dat het stellen van eisen aan de gastouderopvang een inperkende werking zou hebben op het aanbod, was de maatregel een grote stimulans om actief grootouders en andere oppassers te werven om betaald op te passen. Opnieuw was het de Rijksoverheid niet gelukt om de steeds verder stijgende kosten terug te dringen. Er kwamen daarom verdergaande inperkingen in de tegemoetkoming van de kosten. 2012 Onder de wet is de kinderopvang afgelopen jaren sterk gegroeid, zowel qua capaciteit als omzet. De capaciteit is in 2008 toegenomen met bijna 22%. De omzet steeg in 2008 met meer dan een derde, van ongeveer € 2,5 miljard in 2007 naar bijna € 3,5 miljard. Het totale aantal kindplaatsen in kinderdagverblijven nam toe van 112.000 in 2004 naar 149.000 in 2008. In 2008 heeft de rijksoverheid € 2.166 miljoen euro aan kinderopvangtoeslag uitgegeven. En dit bedrag blijft stijgen. Daarom werd per 1 januari van dit jaar de toeslag gekoppeld aan het aantal uren van de ouder met het minste aantal werkuren. Om rekening te houden met de reistijd van de werkende ouder geldt de toeslag bij dagopvang, voor kinderen van 0-4 jaar, over 140% van het aantal werkuren. Bij de naschoolse opvang, voor kinderen van 4-12 jaar, geldt de toeslag slechts over 70% van de gewerkte uren. Verder gaat de toeslag omlaag voor ouders met hogere inkomens. Voor de hoogste inkomenscategorie gaat de toeslag voor het tweede en daarop volgende kind omlaag van 82% naar 58% van de kosten van kinderopvang. Ouders die samen meer dan € 130.000 per jaar verdienen krijgen vanaf 2013 helemaal geen toeslag meer voor het eerste kind. Tenslotte gaan alle ouders vanaf 2013 een vaste bijdrage van € 15 per maand betalen. Al deze maatregelen zetten de branche onder druk. Regelmatig verschijnen berichten over omzetdalingen, stagnatie van de vraag naar opvang en alternatieve oplossingen voor de formele opvang, in het bijzonder voor de BSO (grootouders, sleutelkinderen, weekroosters ouders schoolgaande kinderen). Ook initiatieven als dagarrangementen hebben te leiden onder deze maatregelen. Recent (22-5-2012) verscheen een Position Paper van de Brancheorganisatie Kinderopvang, de MOGroep en de PO-Raad1. Zij hebben in een brief aan alle verkiezingsprogrammacommissies geschetst hoe de juiste politieke keuzes kunnen leiden tot een kansrijke volgende generatie. Ze geven acht concrete 1
De MO groep is de landelijke brancheorganisatie voor Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening . De PO raad is een vereniging van schoolbesturen van het primair onderwijs
aanbevelingen voor een betere toekomst van Nederland. Verder geven ze het volgende aan: “De bezuinigingen op kinderopvang vinden de drie partijen de geen gunstige ontwikkeling. De partijen vinden dat ieder kind vanaf 2 tot 12 jaar recht zou moeten hebben op drie dagdelen kinderopvang met daarin een aanbod van talentontwikkeling en VVE. Om te voorkomen dat kinderen in achterstandssituaties geen gebruik meer maken van voorschoolse voorzieningen, moet er weer worden geïnvesteerd in peuterspeelzalen”. Een andere recente ontwikkeling heeft te maken met de realisatie van geïntegreerde kindcentra. De rechtbank van Middelburg heeft een halt toegeroepen aan gemeenten die peuterspeelzalen omzetten in peuteropvang zodat ouders kinderopvangtoeslag kunnen opstrijken. Volgens de rechtbank is vermelding in het LRKP niet voldoende om voor kinderopvangtoeslag in aanmerking te komen. Het bespaart gemeenten subsidiegeld om ouders gebruik te laten maken van peuteropvang in plaats van een gesubsidieerde plek in de peuterspeelzaal. De VNG adviseert nu terughoudend te zijn met het omzetten van peuterspeelzalen in peutergroepen onder de Wet kinderopvang en indien een gemeente toch de keuze voor omvorming en onderbrenging onder de wet Kinderopvang wil maken, te kiezen voor halve dagopvang (minimaal 4 uren). Dit is vergeleken bij het reguliere peuterspeelzaalwerk een toename in uren met minimaal 1,5 uur per dagdeel. Het is al met al een onzekere tijd voor ouders en aanbieders van kinderopvang. Ontstaansgeschiedenis van Kinderopvang Achtkarspelen BV Zoals hierboven al is aangegeven is in 1990 de stichting Kinderopvang Achtkarspelen op gericht. Begonnen met gastouderopvang in de hele gemeente werd in de daaropvolgende jaren ook kinderdagopvang en nog later buitenschoolse opvang in een aantal dorpen opgezet. Stichting Kinderopvang Achtkarspelen was begin jaren 90 de enige aanbieder in de gemeente en kwam tot 2000 dus exclusief in aanmerking voor alle gemeentelijke subsidie voor het realiseren en in standhouden van opvangplaatsen in de gemeente. De uitbreiding van kindplaatsen heeft wel een aantal tegenslagen gekend. Inspecties naar de brandveiligheid in 2002 van de woonhuizen waar de BSO in Buitenpost in was gehuisvest en de Kinderdagopvang in Surhuisterveen, leidden tot sluiting van de BSO locatie in Buitenpost en tot locatieruil met de BSO in 't Vleckehus in Surhuisterveen. Door een gezamenlijke inspanning van de gemeente en de directeur zijn goede, eerst tijdelijke en later permanente, oplossingen gevonden en zo kon de stichting eind 2003 met trots 102,69 gerealiseerde kindplaatsen opgeven voor de verantwoording naar het Rijk. In 2007 wordt de stichting Kinderopvang Achtkarspelen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2006 Kinderopvang Achtkarspelen BV. Deze ondernemingsvorm paste volgens de directeur beter bij de eisen van de Wet kinderopvang. Kinderopvang Achtkarspelen BV breidt in de jaren daarna het aantal kindplaatsen op de bestaande locaties verder uit en opent een nieuw kindcentrum in Harkema (2009). Momenteel is Kinderopvang Achtkarspelen bezig met het ontwikkelen van plannen voor een permanent kindercentrum in Harkema. Kinderopvang Achtkarspelen had eind 2008 te kennen betrokken te willen worden bij de uitvoering van de voorschoolse educatie in Achtkarspelen en het VVEprogramma Piramide op de kinderdagverblijven te willen invoeren. Dit streven paste goed in het gemeentelijke beleid zoals verwoord in de Notitie 'VVE in Achtkarspelen (2006-2010), zo wordt het'. In 2010 besluit de gemeente een subsidie te geven voor de scholing van tutoren en de aanschaf van Piramide materiaal. Kinderopvang Achtkarspelen maakt sinds 2010 deel uit van de stuurgroep VVE. Kinderopvang Achtkarspelen heeft in verschillende dorpen kinderopvang gerealiseerd. Buitenpost. Begonnen met het gastouderbureau en kinderdagopvang in een deel van de Ald Skoalle werd op deze plaats in 1995 nieuwbouw gerealiseerd. Kindercentrum Bommelstein, een
mooie kinderopvangvoorziening die in de loop der jaren steeds verder werd aangepast aan de toenemende vraag naar kindplaatsen. De BSO was in eerste instantie gehuisvest in een woonhuis, maar nadat de brandweer de bovenverdieping voor gebruik afkeurde, moest een alternatief worden gezocht. De BSO vond een goed onderdak in de gereformeerde basisschool de Fontein, waar men ook nog over meer kindplaatsen kon beschikken. Het bestuur van Stichting Kinderopvang Achtkarspelen was eigenaar van het gebouw, de gemeente als eigenaar van de grond verhuurde de grond aan de stichting. In 2007 verkoopt de gemeente op verzoek van de stichting de grond aan stichting Kinderopvang Achtkarspelen. In 2008 doet, vanwege toenemende vraag naar BSO, Kinderopvang Achtkarspelen met instemming van het bestuur van de speelzaal en stichting Peuterspeelzalen Achtkarspelen het verzoek aan de gemeente om voor de BSO medegebruik te mogen maken van de naastliggende peuterspeelzaal en het buitenspeelterrein. Voorde noodzakelijke aanpassingen van de speelzaal moet kinderopvang Achtkarspelen zelf investeren. Een rijkssubsidiemaatregel en een bijdrage van de gemeente aan de buitenspeelruimte maakt de investering iets minder groot. De vrijgekomen ruimtes in Bommelstein worden weer ingenomen door de kinderdagopvang. Vanaf 2009 kan Kinderopvang Achtkarspelen voor de BSO ook beschikken over een gehuurde ruimte in OBS de Mienskip. Surhuisterveen In Surhuisterveen was in 2000 de BSO gehuisvest een speciaal voor deze opvang gebouwde ruimte op de 1ste verdieping van het MFC it Vleckehus met een trap naar de buitenspeelruimte, het schoolplein. Samen met de peuterspeelzaal en een basisschool, ruimte voor de muziekschool en het sociaal cultureel werk, werd in it Vleckehus de eerste brede school van Achtkarspelen vormgeven. Hoewel de ruimte geschikt was, voldeed het schoolplein niet aan de eisen van de verordening kinderopvang (geen hekwerk). Gelukkig kon worden uitgeweken worden naar het omheinde grasveld van het naastgelegen pand. De KDV vond vanaf de start in 1999 plaats in een (gehuurd) woonhuis. Ook op deze locatie keurde de brandweer in 2002 de bovenste verdiepingen voor het gebruik voor slaapkamers af, waardoor er geen dagopvang meer kon plaatsvinden. De directie van Stichting Kinderopvang Achtkarspelen besloot tot locatie wisseling met de BSO in it Vleckehus. De BSO-ruimte beschikte echter niet over een slaapvertrek, maar dat kon worden opgelost. Met een slaapwacht erbij konden de kleine kinderen in een voormalige vergaderruimte slapen. De ingreep was duidelijk een tijdelijke oplossing. Het ontbreken van een buitenruimte die voldeed aan de verordening kinderopvang, de (prijzige) oplossing van het creëren van slaapruimte en het geringere aantal kindplaatsen vroeg om een definitievere huisvesting. In samenwerking met de gemeente werd gezocht naar een nieuwe locatie. Deze werd uiteindelijk gevonden op het terrein aan de Langelaan. De stichting ontwikkelt voor deze aan te kopen locatie nieuwbouwplannen met semipermanente bouw. De exploitatie zou echter alleen maar haalbaar zijn als ook de BSO in het gebouw erbij zou komen. De stichting vraagt in 2002 de gemeente toestemming om met de BSO uit it Vleckehus te gaan. Dit verzoek wordt gehonoreerd en in 2003 wordt de Kindertuin geopend. Opnieuw een mooi kindercentrum met veel kindplaatsen. In 2007 vertrekt de BSO naar een nieuw onderkomen op het terrein van de Kindertuin. De vrijgekomen ruimtes worden ingenomen door de kinderdagopvang. Harkema Belangstelling voor kinderopvang in Harkema, de noodzaak voor nieuwe huisvesting van de peuterspeelzaal en landelijke ontwikkelingen aangaande harmonisatie leidde in 2007 tot een onderzoek naar samenwerkingsmogelijkheden tussen Kinderopvang Achtkarspelen BV, het bestuur van de peuterspeelzaal en stichting peuterspeelzalen Achtkarspelen. Een combinatie kinderopvang - peuterspeelzaalwerk kon echter niet worden verwezenlijkt op de speelzaallocatie. Kinderopvang Achtkarspelen was al geruime tijd op zoek naar geschikte locaties en hoopte die gevonden te hebben op de locatie van de gymzaal, die op nominatie stond om te werden gesloopt. Hier was voldoende ruimte
om een dergelijke combinatie te bouwen. Kinderopvang Achtkarspelen diende daarom ook in 2008 een verzoek in om de grond aan te mogen kopen. De gemeente verleende Kinderopvang Achtkarspelen voor 2 jaar een optie op aankoop, echter wel met een inspanningsverplichting te komen tot een kindcentrum met de peuterspeelzaal. In de tussentijd werd met veel medewerking van de gemeente in 2009 door Kinderopvang Achtkarspelen naast de sporthal een semi permanent kindercentrum Harkelein geplaatst, waarmee de eerste nood geledigd werd. Deze situatie is vanwege vergunningen echter tot 5 jaar beperkt. De inspanningen om tot samenwerking in een nieuw te bouwen kindcentrum te komen hebben niet tot een resultaat geleid. In 2011 werd besloten dat Kinderopvang Achtkarspelen aan de inspanningsverplichting had voldaan. Kinderopvang Achtkarspelen had ondertussen aangegeven ook wel bij de sporthal te willen blijven, waar inmiddels (2012) de peuterspeelzaal ook in was gehuisvest. De deadline van 2014 voor de semi permanente bouw maakt spoedige besluitvorming over het verzoek tot nieuwbouw wel noodzakelijk. De ontstaansgeschiedenis van Kindercentrum de Bernebrêge De kinderopvang van Kindercentrum de Bernebrêge werd in 1998 in eerste instantie beschouwd als gastouderopvang in een woonhuis in Buitenpost, waarbij de kinderen werden opgevangen in een verticale groep (0-12 jarigen). De eigenaar wilde de opvang graag uitbreiden tot 10 kindplaatsen. In 2001 krijgt de Bernebrêge een vergunning voor kinderopvang, maar aan het eind van het jaar keurt de brandweer de slaapvertrekken af. Een verbouwing waarmee werd voldaan aan alle kwaliteitseisen werd in 2002 gerealiseerd onder meer met een investeringssubsidie van de gemeente. De toenemende vraag naar opvang was op deze locatie niet meer te realiseren en in 2006 verhuist de Bernebrêge naar een nieuwe grotere locatie in Buitenpost met kinderdagopvang en een BSO. In 2008 wordt de BSO-groep opgeheven en biedt de Bernebrêge alleen nog maar kinderdagopvang aan. In 2010 sluit ook de Bernebrêge zich aan bij de Voorschoolse educatie in Achtkarspelen en maakt deel uit van de stuurgroep VVE. De Bernebrêge gebruikt geen Piramide, maar het Belgische kleuterprogramma Nellie en Cesar. Het integrale programma stimuleert de vier belangrijke ontwikkelingsgebieden, taal, rekenen, motoriek en de sociaal emotionele ontwikkelingen. De ontstaansgeschiedenis van Amarins kindercentra afdeling kinderopvang De kinderopvangactiviteiten in onze gemeente van stichting Kinderopvang Kollumerland beperkten zich tot 2008 tot gastouderopvang. Als zodanig heeft de stichting tot 2004 bijgedragen aan de realisatie van de capaciteitsuitbreiding van kindplaatsen. In 2008 breidt de stichting de opvangactiviteiten uit en begint in zorgcentrum Haersahiem een BSO. In 2009 fuseert stichting Kinderopvang Kollumerland met de stichting Peuterspeelzalen Achtkarspelen (zie bijlage 3) en gaat verder onder de naam Amarins kindercentra. In de hierop volgende jaar verwezenlijkt Amarins nog op twee locaties kinderopvang. In 2010 wordt gestart met een BSO in de peuterspeelzaal in de OBS Balkwar in Kootstertille. Net als de combinatie met de BSO van Kinderopvang Achtkarspelen bijt in principe een gezamenlijk gebruik door BSO en peuterspeelzaalwerk elkaar niet. BSO vind immers op ander tijden plaats. In 2010 wordt ook gestart met een opvangexperiment op de peuterspeelzaal in Gerkesklooster-Stroobos (een voorbeeld van harmonisatiemodel 2). Dalend gebruik van de speelzaal bedreigde het bestaansrecht. Door zowel BSO als KDV in de speelzaal aan te bieden en de 2-4 jarige KDV kinderen ook naar de peutergroep van Amarins afdeling peuterspeelzaalwerk te laten gaan, lijkt het erop dat de daling in gebruik in elk geval tot stilstand is gekomen. Of deze trend zich voortzet moet de tijd uitwijzen. De deelname van Amarins afdeling kinderopvang en Amarins afdeling peuterspeelzaalwerk aan de nieuwe brede school moet hieraan positief kunnen bijdragen.
De vraag naar opvang in Buitenpost blijft groot. In 2012 wordt een interne verbouwing uitgevoerd om de uitbreiding BSO- en KDVplaatsen van kindercentrum de Bijenkorf in Haersmahiem gerealiseerd. Ook Amarins afdeling kinderopvang heeft vanaf 2009 belangstelling getoond voor een kinderopvangaanbod in Harkema en tot eind 2011 zich beijverd voor deelname aan de kinderopvangplannen aldaar. Zoals het er zich nu laat uitzien, ziet Amarins daar (voorlopig?) van af. De ontstaansgeschiedenis van de Christelijke Kinderopvang Noordoost Friesland "Krummel" Na de zomervakantie heeft de houder van Krummel een kinderdagopvang met 16 kindplaatsen in Buitenpost aangemeld voor registratie in het LRKP. Het pand waar de dagopvang moet gaan plaatsvinden wordt momenteel nog verbouwd en beschikt nog niet over de juiste vergunningen, zodat deze opvang waarschijnlijk pas eind 2012 geregistreerd zal zijn. De houder heeft Piramidescholing gevolgd en zal worden uitgenodigd om deel te nemen aan de stuurgroep VVE.