Bestuursverslag 2011
Stichting Prisma
Voorwoord In het jaarverslag legt het bestuur aan de interne en externe belanghebbenden de inhoudelijke verantwoording af over het gevoerde beleid in het afgelopen kalenderjaar. Verder wordt toegelicht hoe de structuur is van de organisatie en geeft het bestuur de belangrijkste activiteiten aan, alsmede de financiële stand van zaken op de balansdatum. Om u een oordeel te kunnen laten vormen over die financiële positie zijn verschillende kengetallen als liquiditeit en solvabiliteit van belang. Voorts bevat het jaarverslag een analyse op hoofdlijnen van de verschillen tussen de cijfers van het verslagjaar, de begrotingscijfers en de cijfers over het voorgaande jaar. In 2011 is enthousiast gewerkt aan de uitwerking van de strategische uitspraken zoals we die hebben verwoord in het ‘strategisch beleidsplan 2011-2014’. De resultaten op het gebied van kwaliteitsverbetering zijn opmerkelijk. Het bestuur heeft goed zicht gekregen op de opbrengsten en de wijze waarop schooldirecties daarop sturen. Ook op het gebied van zorg zijn belangrijke ontwikkelingen te noemen waar we trots op mogen zijn. De Regenboog en het Drieluik ontwikkelen zich tot integrale kindcentra en werken daarbij nauw samen met Stichting Partou voor kinderopvang en de welzijnsstichting de Schoor. Op de Dukdalf en de Omnibus zijn groepen voor leerlingen met specifieke hulpvragen. Deze leerlingen zitten niet op een school voor speciaal onderwijs en integreren zoveel mogelijk binnen de basisschool. Op het gebied van de zorg voor hoogbegaafde leerlingen heeft Prisma een dekkend netwerk van goed presterende scholen in onze stad ontwikkeld.
Nadat in 2009 voor het eerst een daling van het aantal leerlingen is waargenomen binnen Prisma, is in 2011 zelfs weer sprake van een lichte groei. Wel neemt het aantal leerlingen in de onderbouw af. Dit heeft duidelijke gevolgen voor de bekostiging. De effecten van de bezuinigingen, opgelegd door het ministerie, zijn groot. We hebben in 2011 ingrijpend gereorganiseerd. Op een aantal scholen zoals op de Omnibus hebben directie en team enorme inspanningen geleverd om de kwaliteit van het onderwijs met aanzienlijk minder middelen te blijven waarborgen. Het bestuur spreekt nadrukkelijk zijn waardering uit voor de grote inzet van het personeel op alle scholen. Op 1 augustus 2011 is het personeelsbestand met 23 FTE verminderd bij een vrijwel gelijkblijvend aantal leerlingen. Deze afname heeft niet geleid tot gedwongen ontslagen. Dit is in belangrijke mate te danken aan de inzet, de grote betrokkenheid en zijn kennis van onze organisatie van het Hoofd P&O. In 2012 zullen we nog eens tenminste 16 FTE in omvang teruggaan. In 2015 zal de begroting van de stichting naar verwachting geen tekort meer laten zien. De gevolgen van de bezuinigingen merken we op de scholen doordat de gemiddelde groepsgrootte van 23,3 naar 27 zal worden gebracht. Dit is overigens een landelijke tendens. Ook op het bestuursbureau is sterk ingegrepen. Van de 16 medewerkers werken er op 1 augustus 2011 nog maar 12 waarvan slechts drie in een volledige betrekking. Dit heeft geleid tot structurele taakverzwaring voor de medewerkers. Er is stevig ingegrepen, gesneden, maar zoals we in de wandelgangen horen: “de patiënt is genezen en herstellende”. In februari 2011 hebben we afscheid moeten nemen van een van de bestuurders, Hans Westmaas. In 1980 kwam Hans in dienst van de Vereniging voor Protestants Christelijk Basis en Speciaal Onderwijs en werd directeur van de Regenboog. Hij viel al snel op doordat hij een uitstekende vorm had gevonden voor de beheersing van administratieve processen en planning. Ook beschikte hij over een sterk analyserend vermogen en een goede schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid. Hans leidde vele jaren het directieoverleg en de stuurgroep (de BAG). In 1996 werd hij benoemd met een bijzondere opdracht. De door Hans geschreven notitie ‘Alle Hens Aan Dek’ vormde de opmaat tot
2
een professionele organisatie met een bijzonder goed kwalitatief en financieel management. In 1998 volgde een benoeming als algemeen directeur van de Vereniging. Vanaf eind 1997 werkten Hans en ondergetekende, als algemeen directeur van het Oecumenisch Basis- en Speciaal Onderwijs (Stichting OPOA), intensief samen. Hans schreef de notitie ‘Meer Samen, Samen Meer’ die de basis legde voor de fusie tussen PCOA en OPOA in 2005. Na een benoeming in 2005 als algemeen directeur van de nieuwe stichting Prisma, werd Hans in 2007 benoemd als lid van het College van Bestuur met in het bijzonder de portefeuille financiën. Hans was persoonlijk verantwoordelijk voor de instelling van het ‘Expertiseteam’. Deze professi-
onals zijn de afgelopen jaren van grote waarde geweest voor de ontwikkeling van het onderwijs binnen Prisma. Meindert A. Eijgenstein College van bestuur
3
Inhoudsopgave 1
VOORWOORD JAARVERSLAG
2 6
1.1 Algemeen 1.2 Code goed bestuur 1.2.1 Organogram Overzicht van de Prismascholen 1.3 Jaarverslag van de Raad van Toezicht 1.3.1 Bijeenkomsten 1.3.2 Inhoud/ vergaderonderwerpen. 1.3.3 Bestuurlijke verantwoording 1.3.4 Professionalisering 1.4 Kernactiviteiten en organisatiedoelen 1.4.1 Taakopvatting 1.4.2 Beleid 1.4.3 Missie en visie 1.4.4 Beleidsvoornemens en doelstellingen 1.5 Toelating- en aanstellingsbeleid 1.6 Klachtenprocedure
6 6 6 8 10 10 10 11 11 12 12 12 12 13 13 14
2
ONDERWIJS 2.1 Onderwijs in ontwikkeling 2.2 Kwaliteit van onderwijs op de scholen 2.3 Passend onderwijs 2.4 Expertise 2.5 Doorgaande lijn, VVE en Brede schoolontwikkeling 2.6 Samenwerking PO-VO 2.7 Samenwerking met de gemeente
15 15 15 16 16 18 18 18
3
IDENTITEIT 3.1 Identiteitstraject
19 19
4
PERSONEELSBELEID 4.1 Algemeen 4.2 Scholing en deskundigheidsbevordering 4.3 Scholenronde 4.4 Werving en selectie 4.5 Vervangingspool 4.6 Verzuim en ontslag 4.7 School Business Manager (SBM) 4.8 Talentenpool 4.9. Leraren in opleiding 4.10 Prisma Academie 4.11 Prismagazine en Prismaction en Dag van de Leraar 4.12 Verplichte overplaatsingspool 4.13 Functiemix 4.14 Meester/gezel 4.15 Veiligheid en Arbo omstandigheden
20 20 20 20 20 20 20 21 21 21 21 21 21 21 22 22
4
5
HUISVESTING 5.1 Visitekaartjes 5.2 De Sterrenschool 5.3 Integraal Kindcentrum 5.4 Schoolwoningen
23 23 23 23 23
6
COMMUNICATIE 6.1 Onderwijsorganisatie 6.2 Communicatie kan beter 6.3 Uitstraling is belangrijk 6.4 Actieve ouderbetrokkenheid: de ouder als educa- tieve partner
24 24 24 24 24
7
ICT
25
8 FINANCIEN 8.1 Doelen 8.2 Financiële positie 8.2.1 Vermogenspositie 8.2.2 Het eigen vermogen 8.2.3 Liquiditeit 8.2.4 Solvabiliteit 8.2.5 Rentabiliteit 8.2.6 Weerstandsvermogen 8.3 Analyse financiële resultaten 8.4 Analyse vorige verslagjaar versus huidig verslagjaar 8.5 Investeringsbeleid 8.6 Toekomstparagraaf 8.7 BAPO 8.8 Treasuryverslag
26 26 27 27 27 27 27 27 28 29 29 29 30 30 30
9
31
JAARREKENING
BIJLAGE 1
Samenstelling Raad van Toezicht 2011
33
5
1. Het jaarverslag 1.1 Algemeen In het jaarverslag wordt door het bestuur inzicht gegeven over het reilen en zeilen van de Stichting. Niet alleen over de financiële positie, maar ook over het investeringsbeleid, het onderwijskundig beleid, organisatorische ontwikkelingen, de kosten van de bedrijfsvoering, de beleggingen, de relaties met andere rechtspersonen, etc.. Dat is van belang voor alle interne betrokkenen, maar uiteraard ook voor alle externe relaties. Verder wordt u geïnformeerd over de verwachte gang van zaken waarbij aandacht wordt besteed aan de investeringen en de financiering daarvan, de personeelsbezetting. Door de transparante verantwoording kan men zich een oordeel vormen over o.a. de vermogenspositie. 1.2 Code goed bestuur De code is uitdrukkelijk niet alleen bedoeld voor bestuurders en managers, maar ook voor belanghebbenden binnen en buiten de aangesloten scholen. Zoals ouders, personeel, bestuurders en ambtenaren van de gemeente of bijvoorbeeld collega’s brede scholen. Code goed bestuur is er voor waar wet- en regelgeving niet aanwezig is. Het bestuur van de Stichting Prisma Almere, heeft een code met elkaar afgesproken die op de organisatie van onze Stichting voor Christelijk onderwijs is toegesneden. Daarbij geldt onder meer dat het bestuur haar legitimering vindt in de instandhouding van de scholen, waarbij het bestuurlijk handelen transparant en ‘actief openbaar’ is. Dat wil zeggen dat relevante inlichtingen en gegevens uit eigen beweging worden verstrekt aan alle belanghebbenden. Dit komt op het volgende neer: • De bestuurders handelen zó dat er geen vermenging is tussen schoolbestuurlijke belangen en eigen zakelijke en/of persoonlijke belangen, en dat iedere schijn daartoe wordt vermeden. • Het handelen van het bestuur wordt gekenmerkt door betrouwbaarheid zodat kan worden gerekend op gedane toezeggingen en gewekte verwachtingen.
•
•
Het bestuur en individuele bestuurders handelen zo dat alle belanghebbenden met respect worden bejegend en hun belangen correct worden afgewogen. Het bestuur draagt zorg voor een deugdelijke bedrijfsvoering gericht op het realiseren van de vooraf geformuleerde doelen.
1.2.1 Organogram Algemene bestuursgegevens Het College van Bestuur is eindverantwoordelijk voor het beleid van de stichting en de onder de stichting vallende scholen. De directeuren zijn eindverantwoordelijk voor hun school binnen de door het College van Bestuur vastgestelde kaders en leggen daaraan verantwoording af. De Stichting Prisma Almere heeft een beperkte hiërarchische structuur. Dit is terug te zien in het geringe aantal organisatielagen. Er is gekozen voor een besturingsmodel met een decentrale organisatiestructuur en een grote mate van autonomie van de scholen. Het bestuur presenteert zich naar buiten onder de naam: Stichting voor christelijk onderwijs te Almere, met als gebruikte afkorting de naam Stichting Prisma Almere. De stichting is statutair opgericht op 1 januari 2005, gevestigd te Almere en is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Almere onder nr. 41246349 Overige : Instellingsnummer: Correspondentieadres : Bezoekadres: Telefoonnummer: Faxnummer: Website: E-mail:
40114 Postbus 10149, 1301 AC Almere Louis Armstrongweg 120, 1311 RL Almere 036-5346300 036-5345900 www.prisma-almere.nl
[email protected]
Binnen de hiërarchische structuur van de organisatie worden onderscheiden de Raad van Toezicht, het College van Bestuur en de directeurenraad. Het College van Bestuur stuurt de schooldirecties aan. En wordt daarbij ondersteund door de medewerkers van het stafbureau van Prisma. De bestuurder van Stichting Prisma is de heer M.A. (Meindert) Eijgenstein. Directeuren, (staf)medewerkers en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad denken actief mee over beleidsontwikkeling binnen Stichting Prisma. De directeurenraad is een beleidsvoorbereidend orgaan. De directeuren stemmen hun schoolbeleid af op elkaar. Zij bereiden het strategisch beleid voor dat op schoolniveau wordt uitgevoerd.
6
Ook is er ruimte voor intervisie. De GMR overlegt namens ouders en personeel en oefent invloed uit op het beleid van Stichting Prisma over aangelegenheden die alle Prisma-scholen aangaan. De Raad van Toezicht is belast met het toezicht op het College van Bestuur en het beleid van de Stichting Prisma Almere en bestaat uit vijf personen, zijnde een voorzitter de heer. J.D. Pruim en vier leden, mevrouw H.E.M. ten Bos, de heer. E. Bosma, de heer G. Vreugdenhil en de heer G. Rietkerk.
profiel gekregen. De werving- en benoemingsprocedure is in het najaar doorlopen. De GMR is in de benoemingscommissie vertegenwoordigd door haar (vice) voorzitter. Dit heeft geresulteerd in de benoeming van de heer G. Rietkerk als lid van de Raad van Toezicht met ingang van 1 januari 2012. Per 1 januari 2012 volgt de heer Pruim de heer Koedam op als voorzitter. De heer Koedam neemt afscheid van Prisma na twee termijnen in de Raad. Mevrouw Schuijl neemt per 1 april 2011 het secretariaat van de Raad over van mevrouw Van den Hoek.
Mevrouw. M. Honing heeft in maart wegens persoonlijke omstandigheden haar functie als lid van de Raad neergelegd. Haar plaats is niet terstond ingevuld. Daaropvolgend is de profielschets van een lid van de Raad van Toezicht vastgesteld. De vacature heeft als accent een juridisch
Het College van Bestuur heeft 16 scholen en het bovenschools management, vertegenwoordigd door het bestuursbureau onder haar als bevoegd gezag staan. De 16 scholen betreffen de volgende 15 basisscholen en 1 school voor speciaal basisonderwijs.
7
Overzicht van de prismascholen
8
Naam school: De Ark BRIN: 12PM Adres: Middenhof 210 1354 EV Almere Directeur:Margareth van Meerveld-Tavenier
Naam school: De Driemaster BRIN: 12XA Adres: Tegelenpad 2 1324 DS Almere Directeur: Susan Benning
Naam school: De Ichthus BRIN: 13CW Adres: Rijnweg 10 1316 EP Almere Directeur: Martin Minnema
Naam school: Het Kompas BRIN: 13IF Adres: Binnenkruierstraat 5 1333 EC Almere Directeur: Tjesjen Kuiper-Douma
Naam school: De Regenboog BRIN: 13NH Adres: Klipgriend 1 1356 GAAlmere Directeur: Willem Pera
Naam school: De Lichtboei BRIN: 23EV Adres: Luitstraat 7 1312 LH Almere Directeur: Amerensia van HouwelingenNovak
Naam school: De Olijfboom BRIN: 23ZV Adres: Bongerdstraat 2 1326 AB Almere Directeur: Fred de Ruiter
Naam school: De Buitenburcht BRIN: 23ZW Adres: Zonnebloemweg 66 1338 TV Almere Directeur: Annemieke Kiel
In het landelijk kader van Weer Samen Naar School (WSNS) is het bestuur Stichting Leerlingzorg Almere (SLA). Alle schoolbesturen van Almere, waaronder de Stichting Prisma Almere, nemen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de zorgleerlingen in Almere. De Stichting Prisma Almere participeert in het bestuur van deze stichting.De relatie met de gemeente is in eerste instantie gericht op huisvesting van de scholen.
Naam school: De Klimop BRIN: 24FT Adres: Rossinistraat 5 1323 BP Almere Directeur: Ankie Rooze
Naam school: De Kraanvogel BRIN: 25KT Adres: Perzikstraat 24 1326 HN Almere Directeur: René van Eijk
Naam school: De Omnibus BRIN: 26AC Adres: J. Slauerhoffstraat 53 1321 HE Almere Directeur: Riekel Zijlstra
Naam school: De Dukdalf BRIN: 26AD Adres: Makassarweg 68 1335 HZ Almere Directeur: Elies Kok
Naam school: De Optimist BRIN: 27AA Adres: Hildo Kropstraat 20 1328 BC Almere Directeur: Lenemie Laarman
Naam school: De Windwijzer BRIN: 27XH Adres: Kraaiennest 4 1319 DA Almere Directeur: Esther van Wageningen en Gerben Lagendijk
Naam school: Het Drieluik BRIN: 27XJ Adres: Ten H. v.d. Beekpad 4 1336 BK Almere Directeur: Miranda van der Kamp
Naam school: De Kleine Wereld BRIN: 29 XC Adres: Nederlandhof 5 1362 DC Almere Directeur: Jo Koot
Gezien de schaalgrootte van de Stichting Prisma Almere in Almere vraagt het onderhouden van de contacten om een actieve investering. De Stichting Prisma Almere participeert dan ook in het huisvestingsoverleg. Verder is de gemeente een belangrijke partner met betrekking tot de realisatie van nieuwbouw. Vanuit de Lokaal Educatie Agenda (LEA) participeert de Stichting Prisma Almere nadrukkelijk in de genoemde beleidsterreinen.
9
In het afgelopen schooljaar zijn geen wijzigingen in de juridische structuur en de interne organisatiestructuur aan de orde geweest bij de Stichting Prisma Almere.
•
• 1.3 Jaarverslag van de Raad van Toezicht 1.3.1 Bijeenkomsten De Raad van Toezicht heeft in 2011 zes vergadermomenten gekend. Bij alle bijeenkomsten van de Raad in 2011 is het College van Bestuur aanwezig geweest. Bij twee vergaderingen is deels buiten aanwezigheid van de bestuurder(s) vergaderd.
•
• In 2011 is de bijeenkomst van de RvT met GMR niet doorgegaan, evenals een gesprek met directieleden. Op 24 maart 2011 heeft de Raad twee scholen bezocht (De Dukdalf en De Ark). Thema: ‘Opbrengstgericht werken’. Op 24 november 2011 is de Raad op bezoek geweest bij De Omnibus en De Kleine Wereld. Thema: ‘Invloed van de bezuinigingen’. Leden van de Raad zijn aanwezig geweest bij de nieuwjaarsbijeenkomst en de opening van het schooljaar van Stichting Prisma en op de kerstbijeenkomst van het stichtingsbureau. 1.3.2 Inhoud/ vergaderonderwerpen • Bezuinigingen ‘Passend Onderwijs’ die mogelijk effect hebben voor drie scholen komen aan de orde. Aangedrongen is de mogelijke financiële effecten wel mee te nemen bij die scholen. • Het kwaliteitsbeleid van de Gemeente Almere met extra impulsgelden wordt besproken. Het betreft zwakke scholen. Prisma lijkt met één school voor de
10
•
•
•
regeling in aanmerking te komen. Het kwaliteitsbeleid van Prisma wordt door het bestuur toegelicht. Dit beleid is dit jaar met name gericht op De Driemaster, De Klimop en De Optimist. Het rapport ‘Zicht op Kwaliteit’ wordt in aanwezigheid van het hoofd onderwijs besproken. De Raad dringt er op aan de positieve resultaten meer in de openbaarheid te brengen. De ontwikkelingen in Almere Poort komen meerdere keren aan de orde. Met daarbij de ontwikkeling van de samenwerking tussen Prisma en ASG ten aanzien van de Sterrenschool. Er wordt een convenant over de Sterrenschool tussen Prisma en ASG gesloten. De juridische context is punt van bespreking. De ontwikkelingen van de Sterrenschool worden met vertrouwen tegemoet gezien. De noodzakelijke ingrijpende bezuinigingen komen elke vergadering aan de orde. Er is sprake van een reductie van de formatie met 23 FTE. De daaraan ten grondslag liggende plannen met de personeelsaspecten worden nadrukkelijk aan de orde gesteld. Een plan van aanpak, waarbij onder andere minimaal per kwartaal de ontwikkelingen in beeld zullen zijn gebracht kan op waardering van de Raad rekenen. Aangedrongen wordt op het duidelijk maken van het urgentiebesef. Vanuit de discussie te komen tot versterking van het toezicht komt ondermeer de wens tot het opstellen van een klokkenluiderregeling naar voren. De inrichting van de bestuurlijke organisatie, wordt gewijzigd naar één bestuurder. Uit diverse gesprekken met onder anderen delegaties van de GMR, de directeuren en het bureau, wordt medio 2011 duidelijk dat de voortzetting van een eenhoofdig bestuur op dit moment het meest verantwoord is. Na een jaar zal e.e.a. worden geëvalueerd. • Het systeem van scholenbezoeken wordt geëvalueerd. Andere mogelijkheden worden geopperd, maar de keuze blijft bij de huidige werkvorm, omdat het de mogelijkheid biedt in redelijke tijd inzicht in scholen te krijgen. • Jaarrekening 2010 wordt medio 2011 goedgekeurd. • Bestuursformatieplan 20112012 kent waardering evenals jaarverslag/bestuursverslag. • Organisatie en gezagsstructuur is vastgesteld.
•
•
•
Arbeidsvoorwaarden van de bestuurder worden herijkt. Dit is noodzakelijk om een eenduidige beloningsstructuur te hebben. Daarbij is rekening gehouden met eerdere arbeidsvoorwaarden. De ontwikkelingen bij De Regenboog, in samenwerking met Partou levert een uniek aanbod op waarvan kinderen van 0–12 jaar van 07.00 uur tot 19.00 uur gebruik kunnen maken. In het verslagjaar heeft de Raad zoals gewoonlijk gesproken met de accountant. Dit gesprek heeft in het bijzonder in het licht gestaan van de bezuinigingen.
1.3.3 Bestuurlijke verantwoording De Raad van Toezicht heeft in 2011 een aantal onderwerpen expliciet aan de orde gesteld. • De verslagen van het bestuur over de ontwikkelingen in de achterliggende periode zijn nadrukkelijk onderwerp van gesprek geweest. Deze verslagen bevatten voor de Raad relevante ken- en stuurgetallen over alle facetten van de stichting. • De financiën hebben het jaar 2011 sterk gekleurd. De conceptbegroting kende tekorten en de voorgestane acties die om te buigen naar een sluitende begroting waren in eerste instantie niet duidelijk genoeg en kregen daarmee niet de instemming van de Raad van Toezicht. Elementen die de inhoud van de discussies bepaalden zijn het verkrijgen van inzicht in de systematiek om te komen tot een sluitende begroting, de planning om te komen tot die sluitende begroting en de noodzaak een meerjaren doorkijk te hebben waarin de gevolgen van een bezuiniging tot uidrukking wordt gebracht van zowel HRM als ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs. Nadrukkelijk is aandacht besteed aan de personele consequenties en de effecten voor het onderwijzend personeel. Belangrijk onderwerp is de waarborging van de continuïteit ven de organisatie en de kwaliteit van onderwijs. • Het forse negatieve saldo noopte tot krachtige maatregelen. Een te trage reactie op de landelijke ontwikkelingen en het ontbreken van inzicht en efficiency en daarmee een onevenredig risico, hebben tot indringende gesprekken met de verantwoordelijke bestuurder geleid. Met het uiteindelijke besluit tot het ontheffen uit de functie van de bestuurder die verantwoordelijk is voor de financiën. Dit is later gevolgd door een definitief vertrek uit de functie. • Nadat aan de begroting eerst goedkeuring is onthouden wordt uiteindelijk in de loop van het jaar met de gewijzigde begroting ingestemd. • Met de accountant wordt de jaarrekening besproken. Waarbij ook expliciet de vraag aan de orde komt hoe
de financiële situatie is ontstaan en of de genomen maatregelen met het oog op het beheersen van de financiën toereikend zijn. De kwartaalcijfers en de stand van zaken van de bezuinigingen worden nadien - in aanwezigheid van de controller - met de financiële commissie uit de Raad besproken ter voorbereiding op de plenaire vergadering. • Het rapport versterking toezicht Prisma Almere wordt besproken. Dit met het oog op de ambitie een verdere ontwikkeling van toezicht en governance te bewerkstelligen. De verdere uitwerking zal eind 2011 begin 2012 ter hand worden genomen. • De ontwikkelingen rondom de Stichting Gewoon Anders komen aan de orde. In het bijzonder wordt gesproken over de mogelijke risico’s voor Prisma. Mede in het licht van het sociaal plan zoals dat is opgesteld bij SGA. De handelwijze van het bestuur wordt toegelicht. • De stagnerende bouw in Almere Poort maakt de start van scholen niet eenvoudig. Daaraan wordt terugkerend aandacht besteed. Hierbij komt ook het scenario van samenwerking met ASG nadrukkelijk aan bod. Het behoud van de wederzijdse identiteit is daarbij een wezenlijk aandachtspunt. 1.3.4 Professionalisering In maart 2011 heeft onder leiding van de heer Immers van CBE een scholingsdag voor de leden van de Raad plaatsgevonden. De studiedag was in het bijzonder gericht op de goede inrichting en juiste toepassing van de governance binnen Prisma. Verder hebben in dit verslagjaar leden van de raad studiedagen van de VTOI over de kwaliteit van het onderwijs en een netwerkbijeenkomst van de Besturenraad bezocht.
11
1.4 Kernactiviteiten en organisatiedoelen 1.4.1 Taakopvatting Stichting Prisma Almere bestaat uit 16 scholen voor primair onderwijs waaronder één school voor speciaal basisonderwijs. Ongeveer 425 medewerkers (oktober 2011) verzorgen onderwijs aan ruim 5400 leerlingen. Dit betekent een marktaandeel van 25% in Almere met een afgelopen jaaromzet van rond de 24 miljoen euro. De Stichting Prisma Almere is een ondernemende organisatie. De missie en visie van Prisma Almere vormen de brug tussen onze identiteit en de algemene strategische ontwikkelingen die we op lange termijn willen bereiken. Daarnaast zijn we ook een lerende organisatie, waarbij we mogelijkheden creëren tot informatie-uitwisseling, samenwerking en intervisie. Ons personeel is ons kapitaal. Daarom zetten we actief in op professionalisering van ons personeel en bijbehorende competentieontwikkeling.
1.4.2 Beleid In het strategisch beleidsplan wordt aangegeven hoe het bestuur haar missie en visie gezamenlijk met haar medewerkers in praktijk brengt. Het onderwijs wordt immers op de werkvloer gemaakt. We constateren evaluerend dat we op de goede weg zijn. Het beleid is zodanig kaderstellend dat ingespeeld kan worden op de dynamiek van alledag. In het strategisch beleidsplan zijn richtinggevende keuzes gemaakt. Deze worden gaandeweg ingevuld, vormgegeven en bijgesteld. Onderwijs op maat betekent beleid op maat.
12
Voor bijvoorbeeld VVE voor de allerjongsten vanaf 3 jaar tot en met de Brede School activiteiten in het kader van talentontwikkeling. Immers de school van nu is meer dan alleen een onderwijsinstituut.
1.4.3 Missie en visie Missie Stichting Prisma Almere staat voor kleurrijk en kansrijk onderwijs voor ieder kind. Ons onderwijs vindt zijn inspiratie in de christelijke traditie. Het personeel verzorgt uitdagend en kwalitatief goed primair onderwijs zodat kinderen een goede basis meekrijgen van waaruit zij toegerust hun weg kunnen vervolgen in de maatschappij. Visie De Stichting Prisma Almere vindt het belangrijk kinderen in het onderwijs vertrouwd te maken met de christelijke traditie en hen de Bijbelse verhalen mee te geven als kostbare bagage voor hun verdere leven. De Stichting Prisma Almere streeft ernaar in de omgang met elkaar en in de vormgeving van het onderwijsproces kinderen iets te laten ervaren van deze traditie. Deze traditie geeft aan mensen vertrouwen, verantwoordelijkheid en inspiratie in het alledaagse leven en voedt het denken over waarden en normen. Begrippen als verbinden, beleven, samenleven, solidariteit en gerechtigheid staan centraal. Op die manier draagt De Stichting Prisma Almere bij aan het werkelijke samenleven van mensen.
Kernwaarden • Kansrijk • Betekenisvol • Inspirerend • Uitdagend • Opbrengstgericht • Betrokken Ons motto: kinderen kleuren kansen 1.4.4 Beleidsvoornemens en doelstellingen De belangrijkste doelstellingen in 2011 van de Stichting Prisma Almere: • Het onderwijs is afgestemd op de onderwijsbehoefte van de kinderen, elke Prismaschool streeft naar een duidelijk herkenbaar onderwijskundig concept met als doel voor ieder kind optimale kansen en uitdagend onderwijs • De visie op christelijk onderwijs wordt aangescherpt, elke school zoekt verder naar de eigen invulling van de identiteit die hierbinnen past • Focus op de kwaliteit van handelen van de leerkracht in de groep • Een gezonde organisatie door verantwoord en beleidsrijk financieel beleid dat gericht is op de toekomst • Het verbeteren van de externe profilering en communicatie • Toezicht op kwaliteit gericht op cyclische en planmatige uitvoering
1.5 Toelating- en aanstellingsbeleid De directie, gemandateerd door het bestuur, beslist formeel of een kind wordt toegelaten. Kinderen zijn vanaf hun vierde verjaardag toelaatbaar in het basisonderwijs en dus vanaf die dag welkom op een van onze scholen. Bij instroom gedurende het schooljaar kan daarvan worden afgeweken als de groepsgrootte van de groepen 1/2 daartoe aanleiding geeft, de sociale verhoudingen in een groep daartoe aanleiding geven en/of het aantal zorgleerlingen dermate groot is dat de gewenste minimale begeleiding van de reeds aanwezige leerlingen niet meer gerealiseerd kan worden.
Het totaal aantal leerlingen is de afgelopen jaren gedaald van ruim 5500 naar 5400 (de blauwe lijn in grafiek), het aantal leerlingen op de SBO school is de afgelopen jaren gestegen (de rode lijn in grafiek). Deze ontwikkeling is ingegeven door het feit dat het WSNS-verband waarin Stichting Prisma participeert groter is geworden waardoor de totale leerling-populatie van het verband is gestegen van 8000 leerlingen naar 20.000.
Zijn een of meerdere van deze zaken aan de orde dan kunnen de ouders/verzorgers dringend worden verzocht hun zoon/dochter niet eerder dan m.i.v. de eerste schooldag van het nieuwe schooljaar onze school te laten bezoeken.
13
1.6 Klachtenprocedure Binnen de Stichting Prisma Almere hanteren we een algemene klachtenregeling. Deze is op elke school aanwezig. De klachtenregeling behelst zaken als hoe met klachten moet worden omgegaan, een overzicht van contact- vertrouwenspersonen, een regeling inzake voorkoming seksuele intimidatie en een protocol hoe pesten kan worden voorkomen. Ook is er een reglement en procedure Landelijke Klachtencommissie. De vertrouwenspersonen die ook in deze regeling worden genoemd zijn het eerste aanspreekpunt en kunnen trachten te bemiddelen en informeren over klachten- en juridische procedures en hulpverlenende instanties. Gedurende 2011 zijn er in totaal 14 klachten van ouders ontvangen. Zes klachten zijn schriftelijk afgehandeld. Bij de overige acht is er een gesprek tussen ouder(s) en bestuur geweest. In één geval is een extern bureau ingezet om tot een oplossing te komen. Eenmaal was een adviseur/ raadsman van de klager aanwezig bij het gesprek. Twee klachten zijn bij de landelijke klachtencommissie ingebracht. De juridisch adviseur van Prisma heeft een keer een gesprek bijgewoond. Onderstaand een overzicht van welke klachten waar aan de orde zijn geweest en wanneer deze zijn afgehandeld.
School
Klacht betreft
De Driemaster
Pestbeleid, contact met school
Januari 2012
Gesprek en traject met extern bureau
De Ichthus
Combiklas
Maart 2011
Schriftelijk
Het Kompas
Behandeling door/ relatie met directie
Maart 2011
Schriftelijk
De Lichtboei
Leraar
Juli 2011
Schriftelijk
De Olijfboom
Bejegening kind door leraar en communicatie vanuit school
Juni 2011
Gesprek
De Buitenburcht
Communicatie en AMKmelding
September 2011
Gesprek
De Klimop
Leerlingenzorg en communicatie
Juni 2011
Gesprek
De Omnibus
Wisseling leraar/situatie groep
April 2011
Gesprek/Schriftelijk
De Dukdalf/Het Kompas
ZAT-advies
Oktober 2011
Gesprek
De Dukdalf
Incident met leraar
Maart 2011
Gesprek
De Dukdalf
Schorsen leerling
Juli 2011
Schriftelijk
De Optimist
Indeling groepen
Juli 2011
Schriftelijk
De Optimist
Veiligheidbeleid school
Januari 2012
Gesprek
14
Naar LKC Afgehandeld
x
x
Actie bestuur
2. Onderwijs 2.1 Onderwijs in ontwikkeling In 2011 is het strategisch beleidsplan ‘Op weg naar 2014’ uitgangspunt van beleid. Op basis van de gezamenlijke strategische koers van Prisma heeft elke school een concrete vertaling van deze ambities in het eigen schoolplan vormgegeven. In juni 2011 is het proces om te komen tot schoolspecifieke plannen afgerond. Vanaf september 2011 zijn de schoolplannen uitgangspunt voor de onderwijskundige ontwikkelingen op elke school. Concrete doelstellingen hierbij zijn: •
•
De leeropbrengsten zijn per school en op stichtingsniveau in beeld (aan de hand van reële en meetbare doelen); Het onderwijsleerproces is per school in beeld, waaronder de implementatie van handelingsgericht werken.
Onze ambitie om de kwaliteit van het onderwijs op de Prismascholen (nog) beter te maken heeft geresulteerd in een aantal richtinggevende uitspraken die ook concreet worden ingevuld. De komende jaren ligt de focus op het afstemmen van het onderwijs op de onderwijsbehoeften van de kinderen en het ‘planmatig handelen’ van de leerkracht in de klas. Daarmee geven we binnen de stichting concreet vorm aan onze uitspraak: Kinderen - kleuren – kansen. Op alle scholen wordt het traject handelingsgericht werken geïntroduceerd en geïmplementeerd. In het schooljaar 2010-2011 namen 4 scholen deel aan het implementatietraject HGW, in het schooljaar 2011-2012 zijn dit er 9. De overige 2 scholen volgen in 2012-2013. De SBO school is in 2010-2011 gestart met het traject ‘Ontwikkelingskansen’. Het proces van implementatie duurt doorgaans ongeveer twee tot drie jaar. 2.2 Kwaliteit van onderwijs op de scholen De kwaliteit van onderwijs op de scholen van Prisma is goed in beeld. In toenemende mate kunnen scholen de eigen kwaliteit in beeld brengen en deze toetsen aan het kader met specifieke kwaliteitsbepalende indicatoren (met onder meer het Inspectiekader als uitgangspunt). Ook op bestuurlijk niveau is vooruitgang geboekt. Van alle scholen is voldoende relevante informatie beschikbaar. Het accent ligt vooral op ‘zicht hebben’ op het sturende en beleidsvoerende vermogen van de directeuren van de scholen om de juiste doelstellingen te bereiken. Op de meeste scholen is een voldoende kwaliteit van
onderwijs te zien. Voor drie scholen voldoen het onderwijsleerproces en de opbrengsten echter niet aan de eisen. In 2011 heeft Prisma drie zwakke scholen (De Driemaster, De Klimop, De Optimist). Deze scholen nemen deel aan een intensief verbetertraject onder leiding van BMC. Na een gedegen kwaliteitsonderzoek werkt de school via een planmatige aanpak aan verbeteringen. Voor De Driemaster heeft het kwaliteitsverbetertraject in juni 2011 geleid tot voldoende niveau en krijgt de school Basisarrangement van de Inspectie. Voor De Klimop is de prognose dat het Basisarrangement behaald wordt in februari 2012. De Optimist zal naar verwachting in voorjaar 2013 voldoende niveau laten zien. Voor de SBO-school De Klimop geldt een specifieke aanpak gericht op het werken met Ontwikkelingsperspectieven voor alle kinderen. Op vier andere scholen worden risico’s gezien. Deze risico’s betreffen de resultaten, het onderwijsleerproces waaronder de kwaliteit van het handelen van de leerkracht, de aansluiting met de zorgstructuur en de cultuur van werken binnen de school. Per school is een verbeterplan opgesteld en ingevoerd. De overige negen scholen van Prisma laten een voldoende tot goede kwaliteit zien. De managementrapportages van april 2011 staan geheel in het teken van de kwaliteit van onderwijs. “Wij zien dat directeuren in toenemende mate in staat zijn een goed beeld te schetsen van de onderwijskwaliteit op de eigen school en van de wijze waarop sturing plaatsvindt. Niet alleen de opbrengsten (toetsscores) zijn van belang maar juist het verhaal erbij”. Belangrijk uitgangspunt is dat het eigenaarschap om een goede kwaliteit na te streven in alle lagen van onze organisatie zichtbaar tot uiting komt: de leerkracht, de IB-er, de directeur en ook op bestuurlijk niveau. In 2011 maken we een goede start met het doen van kwalitatief goede zelfevaluaties met als doel de collegiale visitaties, van scholen onderling, inhoudelijk te versterken. Dit sluit ook aan bij de werkwijze van onze scholen om met een doordacht Plan van Aanpak aan kwaliteitsverbetering te werken. 2.3 Passend onderwijs De ontwikkelingen rondom ‘Passend Onderwijs’ vinden op school-, wijk- en stedelijk niveau plaats. Met de implementatie van handelingsgericht werken richt elke school zich
15
op preventief handelen en bouwt elke school verder aan de bijpassende zorgstructuur. Er is in gezamenlijkheid een definitie van ‘zorg’ leerlingen vastgesteld. Deze luidt als volgt: “Wanneer een kind specifieke onderwijsbehoeften heeft spreken wij van een zorgleerling. De definitie SEN-leerling (Special Education Needs) vinden wij beter passen bij onze benadering omdat deze recht doet aan het geven van onderwijs op maat.
•
In 2011 zijn door de Inspectie de volgende arrangementen toegekend.
x x
Drieluik Driemaster
juni’11
Dukdalf Ichthus
x x
Kompas
x
Kraanvogel
x
Lichtboei
x
Olijfboom Omnibus
x x
Optimist
x
Regenboog
x
Windwijzer Kleine Wereld Klimop
Geen BA (zwak)
x
Ark Buitenburcht
BA met waarschuwing
BA met attendering
Basisarrangement
Scholen werken met verschillende niveaus van zorg. Voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften wordt een Ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld. Voor het SBO is dit uitgangspunt van handelen. Prisma is zowel vertegenwoordigd in het bestuur (voorzitter CvB) als in het managementoverleg (Hoofd Onderwijs) van de SLA-PO (stichting leerling-zorg Almere). Dit is van belang voor een goede afstemming met het onderwijs op de Prismascholen en de ontwikkelingen Passend Onderwijs. • Het traject handelingsgericht werken wordt georganiseerd door SLA-PO. De implementatie van dit traject op de Prismascholen wordt door Hoofd Onderwijs nauwgezet gevolgd met name gericht op de afstemming van een ‘traject op maat’ aansluitend bij de vraag en behoefte van de school. • De ‘gezamenlijke verantwoordelijkheid’ voor zorg in Almere wordt op wijkniveau vormgegeven. De scholen van Almere Stedenwijk, Haven en Poort hebben deelgenomen aan de pilot en plannen ontwikkeld om
•
de ‘zorg voor kinderen’ op wijkniveau te organiseren. De betreffende Prismascholen hebben hierin een betrokken rol gespeeld. Drie scholen van Prisma nemen deel aan het project Meerbegaafd: De Kraanvogel, De Buitenburcht en De Lichtboei. Op De Kraanvogel zijn twee bovenschoolse verrijkingsgroepen van start gegaan onder de naam Talentenlab. Op De Dukdalf is de structuurgroep (cluster 4) naar tevredenheid ingevuld.
x
* febr 2012
* nog geen toekenning
2.4 Expertise In 2011 hebben ten gevolge van bezuinigingen verschuivingen plaatsgevonden in het expertiseteam. Het expertiseteam is afgeslankt om de kosten te verlagen. De strategische doelen voor de komende jaren en de ondersteuningsbehoeften van scholen zijn leidend voor de bovenschoolse inzet van expertise. De expertisegebieden Zorg en begeleiding en Jonge kind zijn vanaf september 2011 voor een groot deel ondergebracht bij SLA-PO. Belangrijk uitgangspunt is ook geweest het ‘vergroten van
16
de handelingsbekwaamheid’ door middel van coaching van leerkrachten bij situaties rondom Rouw en Verlies.
Pabo Almere Marnix Academie (Windesheim Flevoland per 1-9-2011) Scholen
Alle opleidingsscholen( De Dukdalf, De Lichtboei, De Optimist, De Kraanvogel)
Leerwerkgemeenschap Het werken vanuit de onderzoekscyclus is (LWG) gekoppeld aan het werken met de co-makergroepen. Het onderzoeksmatig werken raakt op deze wijze steeds meer geïntegreerd in de opleidingsscholen. Er wordt in nauwe samenwerking gewerkt aan de vormgeving van de doorlopende lijn van student tot en met zittend personeel. Er is een afgestemd aanbod voor startende leerkrachten in de eerste twee tot drie jaar na afstuderen. Dit wordt verzorgd door schoolopleiders (ICO’s) van Prisma waarmee ‘Opleiden in de school’ een doorgaande lijn kent.
Visitatie
De Omnibus, Het Kompas, De Buitenburcht en Het Drieluik (ook studenten van de Academische richting) De Omnibus, De Buitenburcht en Het Drieluik Binnen een LWG wordt middels de onderzoekscyclus gewerkt aan een schoolontwikkelingsvraag. Teamleden, studenten en docenten van de PABO onderzoeken en leren gezamenlijk. Een LWG is gericht op samenwerking met een lectoraat of de academische lerarenopleiding. Aan elke LWG is een docent van de Pabo verbonden, waar mogelijk gekoppeld aan de benodigde expertise. Prisma neemt tevens deel aan de werkgroep ‘Opleiden’ van de Marnix Academie, waarin het verder ontwikkelen van een LWG een centrale plaats inneemt.
In 2011 zijn alle opleidingsscholen gevisiteerd door vertegenwoordigers van Pabo Windesheim of de Marnix Academie en de BOC (Bovenschoolse opleidingscoördinator) van Prisma. Tijdens deze visitatie worden directie en ICO bevraagd op de verdere ontwikkeling als opleidingsschool aan de hand van de criteria zoals ze zijn opgesteld in het beleidsplan van Prisma en het plan van aanpak van de school zelf.
Overleg ‘Opleiden in de In 2011 heeft zes keer een inhoudelijk overleg plaatsgevonden tussen de schoolopleiders school’ (ICO’s), directeuren van de opleidingsscholen en de vertegenwoordigers van PABO Windesheim en de Marnix Academie. Inhoudelijke onderwerpen die dit jaar centraal hebben gestaan zijn: het borgen van het HBO-niveau van de studenten, werken in leerwerkgemeenschappen en co-makergroepen, het begeleiden van academische studenten, doorlopende lijn van opleiden tot en met begeleiden van startende leerkrachten. Bestuurlijk overleg
Het bestuurlijk overleg met Pabo Windesheim vindt sinds 2011 plaats per Opleidingsschool. Dit heeft de mogelijkheid gegeven om in nauwe samenwerking eigen ambities te realiseren: samen werken betekent onder meer samen ‘onderzoekend leren’, samen begeleiden van startbekwame leerkrachten, samen beoordelen van ‘opleidingsschool-in-ontwikkeling’ via visitatie opleidingsscholen.
Het stuurgroep overleg met de Marnix Pabo vindt twee keer per jaar plaats en richt zich op Partnerschap en de uitwerking van het convenant (ook m.b.t. verdeling subsidiegelden).
Prisma arrangement
Niet van toepassing in 2011
Niet van toepassing in 2011
Voorbeeld van een Leerwerkgemeenschap “De kracht en meerwaarde van een leerwerkgemeenschap is dat de deelnemers daadwerkelijk met een voor de school betekenisvol thema aan de slag gaan. Zo hebben de leerwerkgemeenschappen in het teken gestaan van de Begrijpend lezen, rekenen en actieve ouderbetrokkenheid”. Bijzonder in een LWG is de samenwerking tussen opleidingsschool en Pabo doordat leerkrachten, directie en studenten (onder begeleiding van een expert) samen ‘onderzoekend leren’.
17
2.5 Doorgaande lijn, VVE en Brede schoolontwikkeling Afgelopen jaar heeft Prisma veel geïnvesteerd in de ‘doorgaande lijn voor (jonge) kinderen’. Kansen en ambities zijn separaat beschreven in een notitie. De insteek is dat alle scholen beleid ontwikkelen om de doorgaande lijn in de ontwikkeling van jonge kinderen zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Daarbinnen stellen de scholen zichzelf ten doel om kinderen die een risico lopen op een (taal-) achterstand extra begeleiding te geven om de ontwikkeling zo optimaal mogelijk te laten verlopen. In het strategisch beleidsplan staat de ambitie als volgt beschreven: Over 4 jaar is op elke school sprake van een doorlopende leerlijn van voorschools naar de schoolse periode, is er sprake van een goede en bij voorkeur warme overdracht (via Peuterestafette). En zijn de ouders optimaal betrokken bij de ontwikkeling van hun kind en wordt ingezet op ‘actief partnerschap’ met ouders. Concreet is in 2011 gerealiseerd: • Een subsidie voor een startgroep voor peuters op Het Kompas, in nauwe samenwerking met Kinderdagcentrum Noah’s Ark. De startgroep is eind 2011 van start gegaan o.l.v. een HBO-geschoolde medewerker. Ambitie is om het voorschoolse gedeelte optimaal in te richten met als doel de risico’s op (taal-) achterstand zo klein mogelijk te houden. • Toestemming en een subsidie om de Regenboog i.s.m. Partou en de Schoor tot een Brede school te ontwikkelen (met een Integraal Kindcentrum als toekomstscenario). • Verdere ontwikkeling van Brede school Het Vlechtwerk (waaronder Drieluik en Klimop) met een gecombineerde groep voor 3- en 4- jarigen (om de aansluiting van peuter- naar kleuters zo optimaal mogelijk te laten verlopen). • Voortgang Verlengde Onderwijstijd op de Driemaster en de start van een gecombineerde groep 3- en 4-jarigen. Daarnaast zijn heel concreet de investeringen zichtbaar m.b.t. de ontwikkeling van de Eerste Almeerse Sterrenschool de Ruimte in nauwe samenwerking met betrokken partners. 2.6 Samenwerking PO-VO De samenwerking tussen Prisma en Het Baken heeft een goede inhoudelijke impuls gekregen. Meerdere doelen uit het projectplan zijn gerealiseerd. Er heeft in november
18
een studiedag plaatsgevonden met als doel tot een inhoudelijke uitwisseling tussen de bovenbouw van de Prismascholen en de onderbouw van het Baken te komen. In de gemeente brede werkgroep BOVOC is Prisma goed vertegenwoordigd. In 2011 is het protocol gepresenteerd om de overgang voor kinderen van PO naar VO in Almere beter te laten verlopen. De bevindingen vanuit het onderzoek naar ‘de kwaliteit van het advies’ zijn hierin meegenomen. 2.7 Samenwerking met de gemeente Het afgelopen jaar heeft het onderwijs letterlijk en figuurlijk een impuls van de gemeente gekregen. De gemeente heeft een aanzienlijk bedrag beschikbaar gesteld voor het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Voor Prisma heeft dit extra kansen geboden. De zwakke scholen met een kwaliteitsverbeterplan hebben extra kunnen investeren in onderwijsmateriaal, scholing en/ of coaching en begeleiding van leerkrachten. Van zes scholen hebben in totaal zeven schoolleiders en/of leerteamleiders deelgenomen aan het traject ‘Schoolleiders die ertoe doen’ met een cursorisch deel en een praktisch deel Coaching on the job. Belangrijke doelstelling is het vergroten van het onderwijskundig leiderschap gericht op opbrengsten en het onderwijsleerproces. Ter versterking van het kwaliteitsbeleid van Prisma volgen acht collega’s het traject om goede Zelfevaluaties te kunnen doen en uitvoeren op de Prismascholen. Dit sluit goed aan bij de al aanwezige structuur van onderlinge visitaties.
3. Identiteit 3.1 Identiteitstraject In het schooljaar 2011-2012 is een driejarig traject afgesloten waarin het thema identiteit centraal heeft gestaan. Er is een identiteitstraject in gang gezet (2009 tot 2012) onder leiding van de Besturenraad en een stuurgroep om scholen (leerkrachten en directies) beter toe te rusten de levensbeschouwelijke identiteit vorm te geven. Ambitie was dat aan het einde van dit traject alle leerkrachten van Prisma kunnen verwoorden waarom ze in het christelijk onderwijs in Almere werken. Ook wordt ingezet op het vergroten van de kennis over christelijk onderwijs en vindt veel onderlinge uitwisseling plaats over de vormgeving van de identiteit van de eigen school. Uitgangspunt is dat leerkrachten verhalen kunnen vertellen in de context en afgestemd op de leeftijdsgroep en in staat zijn deze te koppelen aan ervaringen van kinderen.
sen, via de Prisma Academie, gericht op het verwerven van specifieke vaardigheden, zoals het kunnen vertellen van Bijbelverhalen, het zingen en het optimaal gebruik kunnen maken van de methode. Eind 2011 is besloten dat de stuurgroep identiteit haar werkzaamheden zal blijven verrichten. De regie van deze groep ligt bij de directeurenraad. Werken aan de identiteit wordt zo een ononderbroken proces. Samen met de directeuren van de oecumenische school voor Voortgezet Onderwijs ‘het Baken’ wordt een manifest geschreven waarmee beide organisaties zich ook naar buiten willen profileren.
VRAGEN VOOR HET TEAM 1. De leraren besteden ….aan kennis van de Bijbel. Wat is je mening over deze score? Welke keuzes maak jij in Trefwoord? 2. Op welke manier beïnvloedt de Bijbel je manier van werken? 3. Op welke wijze wil je de identiteit van de school in de functioneringsgesprekken naar voren laten komen? 4. Wil je de grondslag van de school bespreken en zo ja op welke wijze? 5. Kunnen we de concrete doelen met betrekking tot de kernbegrippen compleet maken? De door onze gekozen kernbegrippen zijn… 6. Hoe kunnen wij onze christelijke grondslag bespreken met ouders? 7. Vooroordelen: in hoeverre spelen ze een rol in de manier van lesgeven? Of hoe spreken wij over kinderen en ouders? 8. Hoe ervaar je de weekopeningen? Inhoud, frequentie…
Op school- en stichtingsniveau wordt nagedacht over en een antwoord geformuleerd op de vraag wat Stichting Prisma binnen Almere betekent. Wat is de maatschappelijke opdracht van de stichting en hoe komt deze naar voren? Er wordt gezocht naar relaties met kerken en vergelijkbare maatschappelijke doelgroepen. Naast het identiteitstraject worden ook andere professionaliseringsmogelijkheden aangeboden. Zo zijn er cursus-
19
4. Personeelsbeleid 4.1 Algemeen Het onderwijs op de Prismascholen vraagt in toenemende mate om kwalitatief goed personeel en hoogwaardige professionalisering. Om dit voor elkaar te krijgen ligt een belangrijke focus op de kwaliteit van handelen van de leerkracht in de groep waarbij de interne begeleider o.a. een coachende rol heeft, het onderwijsaanbod mede afstemt en het uitvoeren van het zorgbeleid, ook op schoolniveau. Van iedere directeur vraagt dit vervolgens in toenemende mate goed onderwijskundig leiderschap en de borging van kwaliteit en zorg. Er wordt een actief mobiliteitsbeleid tussen de scholen gevoerd. Ingezet wordt op brede inzetbaarheid van leerkrachten en directeuren zodat binnen de Prismascholen het ‘leren van elkaar’ voorop staat. Om die reden wordt gestimuleerd dat er in en tussen de scholen meer uitwisseling van personeel plaatsvindt. 4.2 Scholing en deskundigheidsbevordering Scholen geven in hun schoolplan aan hoe de ondersteuningsbehoefte eruit ziet. Het bestuur zal daarbij bevorderen dat hierbij op bovenschools niveau wordt samengewerkt. Het gesprek over functioneren, de afspraken en mogelijkheden voor eigen ontwikkeling en het waarderen heeft met behulp van de gesprekscyclus daarbij een belangrijke plaats ingenomen. In het kader van deskundigheidsbevordering worden alle medewerkers tot scholing gestimuleerd, gekoppeld aan de kernactiviteiten en organisatiedoelen. Scholingswensen worden in overleg gehonoreerd. 4.3 Scholenronde De scholenronde staat nu vast op het programma van P&O. De scholenronde vindt tweemaal in het jaar plaats, eenmaal in het voorjaar en eenmaal in het najaar. Tijdens de scholenronde wordt een aantal standaard onderwerpen besproken: o.a. het verloop van gesprekscyclus; ziektegevallen, verzuimpercentage en de gesprekken daarover, de personeelsdossiers: hoe zien de verslagen van de gesprekscyclus er uit? Worden de personeelsleden aangesproken als ze voldoende/onvoldoende functioneren? Hoe word de gesprekscyclus als sturingsmiddel gebruikt? We kunnen nu constateren dat in alle teams de gesprekscyclus goed draait. De dossiervorming- en verslaglegging gaat ook steeds beter. Tevens is er altijd ruimte voor inbreng van de zijde van de directie. Het is een goede manier om op de school zelf personele zaken met elkaar door te nemen.
20
4.4 Werving en selectie Op het gebied van werving en selectie hebben we in 2011 een ommezwaai gezien van een groeibehoefte aan personeel naar een overschot van personeel van 22 fte. De meeste vacatures (25) zijn ingevuld middels mobiliteit en de benoeming van LIO stagiaires waar wij verplichtingen aan hadden. Slechts voor enkele specialistische functies zoals School Business Manager, vakleerkrachten, onderwijsassistenten en leerkrachten SBO zijn mensen extern benoemd (10). Wij zijn blij dat we alle mensen binnen Prisma/extern hebben herplaatst. 4.5 Vervangingspool Ook dit jaar hebben wij weer dankbaar gebruik gemaakt van onze vervangingspool van 14 fte. Met deze pool van mensen zijn wij goed in staat om snel in te spelen op vacatures en kan langdurend verlof adequaat worden vervangen. Voor het kortdurend verzuim maken wij gebruik van de personeelsdiensten van de IJsselgroep. Deze dienst kan voor veel van het korte verlof mensen leveren (ongeveer 80% van het kortdurend verzuim). 4.6 Verzuim en ontslag Opnieuw heeft Prisma in 2011 een hoog verzuimpercentage (7,75 % ten opzichte van het landelijk gemiddelde 6,85%). Het valt op dat de belangrijkste uitval fysieke klachten zijn. Tweede oorzaak betreft overspanningsoorzaken die niet werkgerelateerd zijn, het gevolg van privéomstandigheden en/of acpecten in de persoonlijkheid. Het merendeel van de uitvallers betreft personeelsleden met (langdurige) fysieke klachten. Gevolg is ook dat het ziekteverzuimpercentage oploopt, omdat het fysiek herstel vaak tussen de 1 en 2 jaar duurt.
binnen Prisma. In 2011 besluiten we om het ‘Prisma arrangement’ (o.a. baangarantie na de LIO periode) voorlopig vanwege het overschot aan personeel in de ijskast te zetten en ook minder in te zetten op betaalde LIO plaatsen en meer op onbetaalde LIO met een kleine vergoeding.
In 2011 hebben we opnieuw alle leidinggevenden een tweedaagse training aangeboden rondom het thema ziekteverzuim en het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken. Deze trainingen werden verzorgd door VOSABB. Uitgangspunt van deze training is dat het ziekteverzuim in de komende jaren zal dalen. 4.7 School Business Manager (SBM) In 2011 zijn er op 5 scholen (De Windwijzer, De Omnibus, De Lichtboei, De Optimist, De Kraanvogel) School Business Managers werkzaam. Op deze 5 scholen worden de werkzaamheden door 3 SBM’s uitgevoerd. De tendens is dat door krimp van het personeelsbestand de benoeming van nieuwe SBM’s niet voor de hand ligt in de nabije toekomst. 4.8 Talentenpool In 2011 is het budget vanuit de scholen wat naar de gezamenlijke opleiding van specialisten geheel teruggevloeid naar de scholen. Als er in 2012 een opleiding komt voor specialisten binnen Prisma dan zal dit betaald worden vanuit de reservering, hiervoor is op de begroting een bedrag opgenomen. Verder worden leerkrachten gestimuleerd om vooral gebruik te maken van de lerarenbeurs. De opleiding gymspecialist wordt extra onder de aandacht gebracht en gestimuleerd. Dit heeft geresulteerd in een kleine toename van vakspecialisten. In 2011 zijn 6 personeelsleden geslaagd voor hun masteropleiding ‘rekenen’ of ‘taal/dyslexie’. 4.9 Leraren in opleiding In 2011 hebben we binnen de scholen van Stichting Prisma 21 betaalde LIO stagiaires lopen waarvan er uiteindelijk, mede vanwege de baangarantie, 10 een baan vinden
4.10 Prisma Academie In 2011 is het wederom gelukt een inspirerend aanbod van workshops op te nemen in het aanbod van de Prisma Academie, In totaal zijn er ruim 30 workshops/ cursussen waarvan er 25 worden gegeven door Prisma personeel. De inhoud van deze cursussen/workshops sluit direct aan op de dagelijkse praktijk in de groep/ school. Denk hierbij aan: ‘Werken met het digibord’,’Omgaan met gedragsproblemen’ en ‘Oudergesprekken’. Het aanbod kan jaarlijks rekenen op een grote belangstelling. In 2011 zijn er 255 inschrijvingen geweest bij de academie, dit is een kleine toename ten opzichte van 2010. Na 4 jaar Prisma academie kunnen we gerust stellen dat we hiermee het plafond van de inschrijvingen hebben bereikt. 4.11 Prismagazine en Prismaction en Dag van de Leraar De speciale activiteiten in het kader van personeelsbinding, het maken van het personeelsblad Prismagazine, en het organiseren van maandelijkse uitjes voor alle werknemers door Prismaction, blijft een groot succes. De race om door Prisma gesubsidieerde toegangskaartjes voor de activiteiten te bemachtigen is een jaarlijks festijn geworden. Op 5 oktober 2011 hebben wij samen met het openbaar onderwijs te Almere een studiedag/ onderwijsmarkt georganiseerd voor alle leraren binnen het Almeerse onderwijs (ruim 4000). Deze dag is een groot succes geweest en zal zeker in de toekomst worden herhaald. 4.12 Verplichte overplaatsingspool Als een leerkracht een onvoldoende beoordeling krijgt, kan hij/zij op een andere school een tweede (laatste) kans krijgen om te laten zien of hij/zij zich kan verbeteren. In 2011 is hier geen gebruik van gemaakt. 4.13 Functiemix In het strategisch beleidsplan is beschreven dat Prisma streeft naar het behalen van 45% leraren in LB met ingang van 1 augustus 2014. Het doel hiervan is het verbeteren van de kwaliteit van onderwijs. Aan deze nieuwe functie worden door Prisma hoge eisen gesteld voor wat
21
betreft het hebben van de juiste competenties alsmede scholing(master). In 2011 zitten we op een percentage LB van 15% wat inhoudt dat we naar 2014 nog een flinke slag zullen moeten maken.
dit vlak op deze manier behouden voor Prisma. In 2011 heeft een personeelslid van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. In de toekomst zullen meer mensen worden aangemoedigd hieraan deel te nemen.
4.14 Meester/gezel In 2011 is een start gemaakt met het creëren van mogelijkheden voor mensen die een (midden) management opleiding hebben gevolgd om deze op een aantal scholen van Prisma in de praktijk te brengen door middel van het zogenaamde meester/gezel principe. De aanstaande (midden) manager krijgt zo de gelegenheid om in de praktijk te ervaren wat het inhoudt om (adjunct) directeur van een basisschool te zijn. Daarnaast blijft de kennis en kunde op
4.15 Veiligheid en Arbo omstandigheden Vanuit onze visie dat de school een veilige leeromgeving dient te zijn voor leerlingen en personeel is op elke school een sociaal veiligheidsplan aanwezig dat jaarlijks zo nodig, geactualiseerd wordt aan de hand van de praktijk. Eens per vier jaar wordt de wettelijk verplichte risico-inventarisatie en -evaluatie uitgevoerd. In 2012 vindt deze opnieuw plaats.
22
5. Huisvesting 5.1 Visitekaartjes In het Strategisch Beleidsplan 2010-2014 is met betrekking tot onze gebouwen vastgelegd dat de schoolgebouwen en pleinen er aantrekkelijk uit moeten zien. Het schoolgebouw en het plein zijn het visitekaartje van de school. In 2009 en 2010 is er door Prisma veel geïnvesteerd in het onderhoud van de gebouwen. Het gaat daarbij niet alleen om dagelijks- en planmatig onderhoud maar ook om zgn. cosmetisch onderhoud. De meeste scholen staan er zowel van buiten als van binnen goed bij. Jaarlijks wordt het betreffende gedeelte van het ‘Meerjarenonderhoudsplan’ van de scholen geactualiseerd. De daaruit volgende uitgaven worden in de (meerjaren) begroting opgenomen. In 2012 vindt er een inventaris plaats of de MOP voor 2013 en 2014 aansluit bij de praktijk. Daarom zijn de volgende doelen voor 2011 met elkaar afgesproken: • •
• • •
Vergroten van de herkenbaarheid van de scholen door naam en logo zichtbaar op de gebouwen te plaatsen De medewerker financiën en beheer bezoekt alle scholen en voert overleg met de directeuren over het onderhoud en van het schoolgebouw en de onderwijskundige eisen waaraan het gebouw zou moeten voldoen (m.b.t. het onderwijsconcept en ontwikkelingen op het gebied van ICT en voorschoolse opvang) Aanpassen van het Meerjaren Onderhoudsplan (MOP) In geval van huurpanden: op de hoogte zijn van de inhoud van het MOP Vervangen van de kopieerapparaten
In het huisvestingsoverleg met de gemeente wordt bepaald welke noodzakelijke voorziening(en) worden opgenomen in het integraal huisvestingsplan PO, dat door de lokale overheid jaarlijks voor 1 februari wordt vastgesteld. 5.2 De Sterrenschool Stichting Prisma en de Almeerse Scholengroep (openbaar onderwijs) hebben in 2011 een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor de duur van maximaal de eerste zeven jaar van twee startende scholen in Poort en Hout. Voor beide scholen wordt het schoolmodel de ‘Sterrenschool’ ingevoerd dat mede door Prisma is ontworpen. De samenwerking is ingegeven door de wens om voor kinderen in een nieuwe wijk zo snel mogelijk in een breed onderwijsaanbod te kunnen voorzien. Daarnaast kunnen de hoge aanloopkosten gedeeld worden.
Eind 2012 wordt gestart met de bouw van een 16-klassige protestants-christelijke school in het Homeruskwartier te Almere-Poort. De school zal de naam ‘De Ruimte’ krijgen. Het wordt een integraal kindcentrum met een kinderdagverblijf, voorschool, naschoolse programma’s en een buurtvoorziening. Prisma voert de regie over de verschillende instellingen. Stichting Partou (kinderdagverblijf, voor- en naschoolse opvang) en welzijnsstichting de Schoor zijn partners. De IJsselgroep, Kennisnet en diverse Almeerse instellingen hebben hun medewerking toegezegd. De startdatum van deze school is 1 augustus 2012. Bureau Etuconsult uit Almere voert de projectleiding. Voor Almere Hout-Noord is een oecumenische school toegekend. De start van de bouw wordt verwacht in de periode 2013-2014. 5.3 Integraal Kindcentrum De Regenboog in Almere-Haven zal in augustus 2012 in samenwerking met de eerder genoemde Stichting Partou een Integraal Kindcentrum starten in het gebouw aan de Klipgriend 3. Het gebouw was voorheen in gebruik door het (voorgezet) Praktijk Onderwijs-Almere en wordt volledig aangepast voor de onderbouw, kinderopvang, en vooren naschoolse opvang. De bouwtechnische voorbereidingen zijn in volle gang. 5.4 Schoolwoningen De gemeente Almere zal in 2012 de schoolwoningen afstoten. Dit heeft gevolgen voor De Kraanvogel (schoolwoningen aan de Mangostraat) en De Buitenburcht (schoolwoningen Zonnebloemweg). De groepen van De Kraanvogel zullen gehuisvest worden aan de noodlokalen in de Danslaan 60. De Buitenburcht zal met 8 groepen gebruik gaan maken van de school aan de Goudsbloemweg 6. Naar verwachting zal het gebouw aan De Goudsbloemweg aan de Stichting Prisma worden overgedragen. De gesprekken over de aanpassingen zullen begin 2012 worden gevoerd.
23
6. Communicatie
6.1 Onderwijsorganisatie Prisma gaat zich de komende jaren verder profileren als een onderwijsorganisatie die hoge onderwijskwaliteit biedt en waarvan de missie herkenbaar wordt uitgedragen. Rondom de onderwerpen communicatie, uitstraling en ouderparticipatie worden strategische doelen gesteld om de externe profilering te verbeteren. 6.2 Communicatie kan beter Uit het twee jaar geleden gehouden tevredenheidsonderzoek is gebleken dat ouders de communicatie als een belangrijk te verbeteren punt zien. Dit betreft met name de communicatie rondom afstemming van specifieke zorg en begeleiding voor het eigen kind. Hoewel dit de communicatie op schoolniveau betreft, ziet Prisma de communicatie in het geheel als een te verbeteren punt. Een paar scholen zijn in 2011 gestart met een sterk verbeterde vorm van informatieverstrekking naar ouders via de digitale programma’s ‘het basisschoolnet’ of ‘de Digiduif’. De ervaringen hiermee zijn zeer positief. 6.3 Uitstraling is belangrijk Het is belangrijk dat iedere school een herkenbare identiteit heeft en een aantrekkelijk profiel ontwikkelt en uitstraalt. Zeker vanuit concurrentieoverwegingen is het in toenemende mate belangrijk dat elke school zich goed
24
profileert en tegemoet komt aan (onderwijs)vragen van en uit de omgeving. De directies hebben een tweedaagse cursus ‘marketing en communicatie’gevolgd. Ook de GMR besteedt aandacht aan dit resultaatgebied. In het voorjaar van 2012 zal door een externe partij het aannamebeleid op de scholen en de aantrekkelijkheid van de scholen in beeld worden gebracht. De website van de stichting is vernieuwd en wordt voortdurend geactualiseerd. De stichting heeft een twintigtal domeinnamen geregistreerd die via minisites zullen verwijzen naar de scholen binnen de stichting of specifieke voorzieningen. Daarnaast worden scholen ook op dit beleidsterrein nadrukkelijk gestimuleerd om van elkaar te leren door middel van het aan elkaar presenteren van ‘good practices’. Een hoogtepunt in 2011 was de prominente aanwezigheid van de stichting op de Almeerse Onderwijsdag. 6.4 Actieve ouderbetrokkenheid: de ouder als educatieve partner De GMR is een belangrijke geleding binnen Prisma. In het kader van horizontale verantwoording betrekt het bestuur actief de geledingen van de GMR bij alle facetten van het beleid. De GMR heeft een aantal werkgroepen geformeerd die over specifieke onderwerpen met het bestuur spreken. Door aan het begin van de besluitvormingsprocessen actief te participeren kan de GMR daadwerkelijk invloed uitoefenen op het beleid. Vanuit het oogpunt van maatschappelijke verantwoording en legitimering van stichtingsbeleid wordt actief gezocht naar nieuwe manieren om ouders bij het onderwijs te betrekken. Prisma heeft de stichting ‘actief ouderschap’ verzocht haar hierin te ondersteunen.
7. ICT 7.1 Beleid In het Strategisch Beleidsplan 20102014 is met betrekking ICT is niet meer weg te denken uit het hedendaagse onderwijs. Ontwikkelingen op dit gebied gaan snel en veel kinderen lopen inmiddels voor op de generatie leerkrachten waar zij les van krijgen. Het ICT beleid is onlosmakelijk verbonden met het schoolplan van de school. Elke school heeft een of meerdere ICT- verantwoordelijken die er voor zorgen dat de continuïteit van het ICT- beleid op schoolniveau is gewaarborgd. Op stichtingsniveau geeft de projectgroep ICT richting aan ambities. Zo zal het toenemende gebruik van de computer door de leerlingen inhoudelijk meer invulling krijgen. Medio 2011 zijn we gestart met een 2 jarig Kennisnet Ambassadeurstraject. De meeste Prismascholen zijn met dit traject gestart. Voor de andere scholen zullen in 2012 workshops worden verzorgd om de ICT kennis te vergroten. Het is tevens de bedoeling dat in 2012 minimaal 3 Prismascholen als ‘ICT voorlopers’ een voorbeeldfunctie vervullen naar de overige Prismascholen. De Ark heeft ambities en wordt daarin begeleid. Het blindtypen met tien vingers wordt op alle scholen een vast onderdeel van het schrijfonderwijs. Op 10 van de 16 scholen is hier inmiddels een start mee gemaakt. In 2012 zullen wij de uitkomsten evalueren aan de hand van het aantal geslaagde leerlingen.
Op centraal niveau worden ‘bord-tools’ aangeboden voor de leerkrachten. Ook wordt de komende jaren op een klein aantal scholen het digitaal portfolio gefaseerd ingevoerd. In 2011 is het CiTO Leerling Volg Systeem (LVS) gekoppeld aan ESIS. Vervolgens is instructie gegeven over hoe ESIS gebruikers beter inzicht kunnen verkrijgen in de opbrengsten van de school. Op bestuursniveau is het mogelijk om verschillende rapportages te maken. Tenslotte is een belangrijke stap gezet met de geleidelijk uitrol van Windows 7 en Office 2010 op de Prisma scholen. Het accent ligt nu op Office 2010. Windows 7 wordt opgepakt bij het vervangen van de servers.
Het gebruik van digitale schoolborden (LCD schermen) wordt gestimuleerd. Op de meeste scholen is een traject uitgestippeld zodat de groepen van 3 tot en met 8 zijn/ worden voorzien van digiborden.
25
8. Financiën 8.1 Doelen De doelen die wij voor 2011 op het gebied van Financiën met elkaar hebben afgesproken zijn de volgende: •
•
• •
•
Alle directeuren maken gebruik van een meerjaren investeringsbegroting op basis van het schoolplan waarmee zij vraaggestuurd kunnen handelen en waarmee het financieel zelfbeheer vergroot wordt Op stichtingsniveau wordt centraal beleid ontwikkeld ten behoeve van inkoop, energie, repro, onderhoud en afvalverwerking Alle directeuren leveren tussentijds rapportages aan met betrekking tot onder- en/of overschrijvingen De controller stelt een scholingsplan op met betrekking tot het voeren van financieel beleid van de schooldirecteuren Een sluitende begroting is het uitgangspunt waarbinnen mogelijkheden zijn voor innovatie en investeringen Het aantal leerlingen van een schoolbestuur is de belangrijkste indicator van de inkomsten van een school, het aantal fte personeelsleden is de belangrijkste indicator van de uitgaven van een schoolbestuur. Door het aantal leerlingen te relateren aan het aantal personeelsleden wordt inzichtelijk gemaakt welke
26
verhouding er is tussen de belangrijkste inkomsten en uitgaven van een bestuur. Uit onderstaande grafiek komt het beeld naar voren dat bij Stichting Prisma na een dalende trend in de periode 2007-2010, een (flinke) stijging is te zien wat betreft deze verhouding in 2011. De inkrimping van het personeelsbestand komt in deze grafiek tot uitdrukking.
8.2 Financiële positie 8.2.1 Vermogenspositie De vermogenspositie is de omvang en samenstelling van bezittingen, schulden en eigen vermogen, zoals weergegeven in de balans. De kengetallen: liquiditeit, solvabiliteit, rentabiliteit en het weerstandsvermogen geven inzicht in de continuïteit van de organisatie. Maar ze zijn ook van belang wanneer wij als bestuur plannen hebben om forse investeringen in gebouw, meubilair of leermiddelen willen doen. Deze kengetallen zijn direct te verkrijgen uit de balans : Activa
31-12-2011
31-12-2010
Passiva
31-12-2011
31-12-2010
Materiële vaste activa
233.065
2.034.675
Eigen vermogen
5.520.377
6.703.843
Financiële vaste activa
3.256.550
4.369.019
voorzieningen
625.439
788.014
vorderingen
1.610.325
2.124.830
langlopende schulden
338.634
413.315
Liquide middelen
2.708.814
2.843.008
kortlopende schulden
3.428.304
3.466.360
Totale activa
9.912.754
11.371.532
Totale passiva
9.912.754
11.371.532
8.2.2 Het eigen vermogen. Het eigen vermogen van Prisma bestaat uit liquiditeiten (contant geld) en obligaties. De obligaties zijn snel te verzilveren als dit noodzakelijk zou zijn. Het beleggen van geld levert altijd risico’s op. Zelfs sparen, zo heeft het recente verleden geleerd, kan een risico vormen. De beleggingen van Prisma worden gevoerd door de afdeling vermogensbeheer van de ABN AMRO. De afgelopen jaren zijn zij er steeds in geslaagd een aantrekkelijk rendement te leveren. Het belangrijkste risico is het renterisico. Conform de voorschriften van het ministerie wordt onze portefeuille zeer defensief belegd. Hierdoor komen grote winsten niet voor en is de kans op verlies erg klein. Toch kent ook het beleggen in obligaties een risico namelijk een renterisico. Als gevolg van veranderingen van de rente in de financiële markten (de marktrente) kunnen er koersfluctuaties in de obligaties optreden. Bij een dalende marktrente neemt de obligatie in waarde toe. Bij een stijgende marktrente daalt de waarde van de obligatie. Vor Prisma is dit risico vastgesteld in 2011 op € 110.000 bij een rentestijging van 1 procent. 8.2.3 Liquiditeit De liquiditeit geeft aan in hoeverre de organisatie in staat is om op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen.
Dit kengetal wordt berekend door het totaal van de vlottende activa (liquide middelen en vorderingen) te delen door het totaal van de kortlopende schulden. Als de uitkomst 1,5 of hoger is, is er sprake van een gezonde liquiditeit. De vlottende activa ontstaan wanneer het bestuur een vordering heeft op de gemeente of de ouderbijdrage van de ouderraad nog niet (volledig) is geïnd. Maar het kunnen ook nog te verkrijgen middelen zijn om activiteiten als de Voor en Vroegschoolse Educatie te financieren. Voor 2010 was de liquiditeit 1,4. Die voor 2011 is 1,3. Het bestuur streeft ernaar om binnen afzienbare tijd op de 1,5 te komen. 8.2.4 Solvabiliteit De solvabiliteit geeft aan in welke mate het bestuur op lange termijn aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Een slechte solvabiliteit is een teken van naderend slecht weer. De solvabiliteit is berekend door het eigen vermogen te delen door het balanstotaal. Een solvabiliteit vanaf 30% wordt voor het primair onderwijs als gezond gezien. Voor 2010 was die 59,0%, voor 2011 is die 55,7%. Het bestuur streeft ernaar om binnen afzienbare tijd uit te komen rond de 60%. 8.2.5 Rentabiliteit De rentabiliteit heeft betrekking op het rendement en geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief exploitatieresultaat in relatie tot de totale baten. De rentabiliteit wordt berekend door het resultaat te delen door de totale lasten (inclusief financiële baten). De rentabiliteit voor 2011 is kleiner dan 0, namelijk -5,0% , anders gezegd, er is meer uitgegeven dan er is ontvangen. Naarmate de rentabiliteit stijgt boven de 0, wordt er meer geld onttrokken aan het primaire onderwijsproces, c.q. meer geld overgehouden. Dat kan nodig zijn, bijvoorbeeld omdat de liquiditeitspositie (betalingsverplichting) of omdat de solvabiliteit niet goed is. In onze situatie is daar echter geen sprake van. De rentabiliteit voor 2010 was -5,7 %.
27
8.2.6 Weerstandsvermogen Voor het opvangen van de mogelijke financiële effecten van de restrisico’s moeten de schoolbesturen een voldoende weerstandsvermogen hebben of opbouwen. Het gaat hierbij niet om risico’s die buiten de normale bedrijfsvoering liggen, maar om reguliere bedrijfsrisico’s. Tegen calamiteiten valt immers niet aan te reserveren. Om het weerstandsvermogen te berekenen wordt het eigen vermogen (het stichtingskapitaal plus de vrije reserve) verminderd met het bedrag dat op balans staat voor de vaste activa (de waarde van al onze bezittingen), deze uitkomst wordt vervolgens gedeeld door het totaal aan rijksvergoedingen dat in 2011 door het bestuur is ontvangen. De accountant is van mening dat de uitkomst minimaal 0,05 (ofwel 5%) moet zijn, uitgaande van een adequate risicobeheersing. Voor 2010 bedroeg het weerstandsvermogen 21,2%, voor 2011 is het weerstandsvermogen 14,2%. Het bestuur heeft in 2008 een personele risico-inventarisatie laten opstellen, waaruit naar voren is gekomen dat voor het opvangen van die risico’s hiervoor minimaal € 215.000,- vanuit de vrije reserve beschikbaar moet zijn. De totale algemene reserve waaruit niet alleen genoemde risico’s, maar ook opgebouwde BAPO-verplichtingen en personeelsbeleid bekostigd dienen te worden is als volgt opgebouwd :
Eigen vermogen
2011
Algemene reserve
1.943.421
(vrij aanwendbaar)
Bestemmingsreserve (publiek) (personeel en BAPO)
3.227.334
Bestemmingsreserve (privaat)
285.557
Overige (statutaire) reserves
63.965
Totaal
5.520.377
De commissie Don heeft in haar rapport een nieuwe kengetal geïntroduceerd voor de beoordeling van het weerstandsvermogen. Daartoe is vorig jaar de kapitalisatiefactor ingevoerd, als een indicatie die aangeeft hoe ‘rijk’ een bestuur is. Dit kengetal is in feite een signalering of middelen efficiënt of inefficiënt benut worden voor vervulling van onderwijstaken. Een te hoge factor zou kunnen
28
duiden op een niet efficiënt benutten van het vermogen. Er wordt een directe relatie gelegd met de door de onderwijsinspectie geconstateerde onderwijskwaliteit. Berekening is als volgt: het totaal aan de activazijde minus de materiële activa inzake gebouwen en terreinen worden gedeeld door de totale baten plus de rentebaten. De kapitalisatiefactor is voor 2011 (2010) voor de stichting 40,4% (45,5%). De signaleringsgrens voor de Stichting Prisma Almere is 35% (bovengrens) en is 60% voor de kleinere besturen.
8.3
Analyse financiële resultaten
8.4 Analyse vorige verslagjaar versus huidig verslagjaar Analyse van de financiële positie : de begroting van 2011 liet een negatief resultaat zien van ruim € 1,2 miljoen. Uiteindelijk resulteert een negatief resultaat van net iets minder dan € 1,2 miljoen: een verschil van zo’n € 34.000,met de begroting. Het resultaat over het boekjaar 2010 bedroeg bijna € 1,4 miljoen (negatief).
8.5 Investeringsbeleid Vanwege de relatief gunstige liquiditeit worden de investeringen in eerste instantie uit eigen middelen voldaan. Het beleid is als in enig jaar of maand een te groot beslag op de liquiditeit plaatsvindt een spreiding in de aanschaf van nieuwe investeringen wordt aangebracht. De investeringen worden bewaakt op basis van de liquiditeitsbegroting en zijn afgestemd vanuit een in de meerjarenbegroting opgenomen financieel perspectief.
Het eigen vermogen is afgenomen met 18% voornamelijk door onttrekking van het negatieve resultaat. Voor een toelichting van de verschillen tussen de realisatie 2011 en de begroting 2011 en de realisatie 2010 wordt verwezen naar de jaarrekening 2011.
29
8.6 Toekomstparagraaf In de loop van 2012 wordt gestart met een tweede bezuinigingsslag, waardoor het begrotingstekort in 2013 en 2014 zal teruglopen naar respectievelijk €-/- 550.000 en €-/- 190.000. Het is de verwachting dat de begroting in 2015 rond de nullijn zal uitkomen.
8.7 BAPO Met ingang van het schooljaar 2009-2010 zijn we in samenwerking met Dyade gestart met het maken van jaaroverzichten van het BAPO volume voor onze personeelsleden. Jaarlijks krijgt iedereen die BAPO gerechtigd is een overzicht van de hoeveelheid BAPO waar hij/ zij recht op heeft en wat er al is verbruikt. Verder krijgt ieder BAPO gerechtigd personeelslid jaarlijks een brief met de vraag of hij/zij van plan is om in het komend schooljaar BAPO te gaan gebruiken.
30
Het voordeel voor de werkgever en de werknemer is dat er elk jaar een duidelijk beeld ontstaat van de rechten en plichten rond de BAPO. 8.8 Treasuryverslag Het treasurystatuut heeft tot doel de kaders aan te geven, waarbinnen het College van Bestuur van Stichting Prisma Almere de financiële vermogenswaarden, financiële geldstromen, financiële posities en de hieraan verbonden risico’s kan besturen en beheersen. Het statuut maakt de doelstellingen van het treasurybeleid en -beheer en de uitgangspunten, die daaraan ten grondslag liggen, duidelijk. Het primaire doel van het treasurybeleid is het beheersen en bewaken van financiële risico’s die aan de financiële posities en geldstromen van Stichting Prisma Almere verbonden zijn. Daarnaast om binnen de financiële mogelijkheden een zo optimaal mogelijk rendement te verkrijgen, de lasten zo veel mogelijk te reduceren en zorg te dragen voor de tijdige beschikbaarheid van de benodigde geldmiddelen. In de praktijk wordt invulling gegeven aan dit profiel door gebruik te maken van vermogensbeheer bij ABN AMRO bank. De tegoeden die door vermogensbeheer worden beheerd zijn direct opeisbaar. In 2011 hebben, conform het treasurybeleid geen beleggingen plaatsgevonden in het risicodragend kapitaal. De opbrengsten en baten zijn verantwoord in de financiële exploitatie. Met kwartaalrapportages informeert het College van Bestuur de Raad van Toezicht ten aanzien van de ontwikkelingen in de beleggingen/treasury als geheel.
9. Jaarrekening Met de komst van RJ660 (Regeling Jaarverslaggeving hoofdstuk 660 betreffende het onderwijs) is een einde gekomen aan begripsverwarring tussen o.a. reserve en voorziening. Van belang is nu ook op te nemen in de jaarrekening de uitwerking en de resultaten van onze financiële plannen in vergelijk met de begroting. Alsmede de onderbouwing inzake investeringen en onderhoud van gebouwen, inventaris en leermiddelen. De jaarrekening gaat zowel op papier als digitaal naar de CFI. De jaarrekening 2011 van Stichting Prisma Almere is opgesteld door Dyade Dienstverlening Onderwijs, vestiging Amersfoort en is gecontroleerd door accountants van Ernst & Young.
31
32
Bijlage 1. Samenstelling Raad van Toezicht 2011 De heer E. Bosma, lid • Directeur Stichting Leger des Heils Dienstverlening • Directeur Stichting Leger des Heils Fondsenwerving • Directeur Stichting Leger des Heils Reshare BV • Penningmeester van de stichting Verkoop Goed Mevrouw. H. ten Bos, lid • Projectleider subsidiedesk, onderwijs en innovatie ROCFlevoland/ROC van Amsterdam Mevrouw. M. Honing, lid ( tot 1 maart 2011) • Vestigingsmanager van De Kinderkliniek, • Bestuurslid Voedsel Loket Almere • Bestuurslid Stichting De kip en het Ei. De heer. A.A. Koedam, voorzitter • Manager special services Aedes vereniging van woningcorporaties • Directeur AVE services BV • Bestuurslid stichting Meer met Minder De heer J.D. Pruim, vicevoorzitter • Griffier van de gemeenteraad van Almere • Adviseur bij onderzoek- en adviesbureau Necker van Naem te Utrecht • Secretaris van het bestuur van het Kamer Muziekfestival Almere, te Almere • Lid van het bestuur van de stichting Casla Almere • Voorzitter sponsorcommissie ASVD korfbal Dronten • Bestuurslid stichting Agora-Europa te Amsterdam De heer G. Vreugdenhil, lid • Lid Raad van Bestuur ROC van Amsterdam - ROC Flevoland. • Voorzitter van de Raad van Toezicht Amaris Zorggroep • Bestuurslid Stichting ECABO • Voorzitter Btg ESB&I • Penningmeester Stichting Annie M.G. Schmidt Huis Amsterdam • Penningmeester van een klein pensioenfonds
33
Notities
34
Colofon
Stichting Prisma Louis Armstrongweg 120 1311 RL Almere Correspondentieadres: Postbus 10149 1301 AC Almere telefoon: (036) 534 63 00 www.prisma-almere.nl Ontwerp: Angelique Kip Creatieve Communicatie
35
37