Schoolgids 2012-2013 Bs. St. Bernardus Bergeijk ‘t Loo
Voorwoord
We vinden het fijn als u dan contact opneemt met de groepsleerkracht of directie voor het maken van een afspraak. Wij wensen u veel leesplezier en een fijn, leerzaam en gezond schooljaar toe.
Voor u ligt de schoolgids van Basisschool St. Bernardus in Bergeijk. In deze schoolgids laten we zien waar we voor staan, op welke manier we kinderen willen laten leren, hoe de sfeer op onze school is, hoe we willen samenwerken en op welke manier we ons onderwijs en de zorg voor de kinderen georganiseerd hebben. Zo weet u als ouder(s)/verzorger(s) wat u van onze school mag verwachten. Daarnaast maakt het voor u ook duidelijk wat wij van u als ouder(s)/ verzorger(s) verwachten in het kader van een goede samenwerking met elkaar. De inhoud van deze schoolgids is tot stand gekomen in samenwerking met het team en de Schoolraad/ Medezeggenschapsraad van de St. Bernardusschool.
Directie en team Basisschool St. Bernardus
In november 2011 heeft er een directiewissel plaatsgevonden op Basisschool St. Bernardus. In het kader van de hervorming van het directielandschap binnen SKOzoK zijn in de aansturing van de scholen, clusters gevormd van basisscholen. Het cluster van Basisschool St. Bernardus en Basisschool Beisterveld in Bergeijk heeft sinds november 2011 een meerscholendirecteur in de persoon van de heer F. de Lau. Ook de samenstelling van het team heeft een aantal veranderingen doorgemaakt. Naast een aantal nieuwe collega’s die we op onze school zelf mochten verwelkomen, gaan we ook samen verder met onze collega’s van Bs. Beisterveld. Intussen heeft onze deelname in de samenwerking van de basisscholen in de regio Bergeijk, vaste vorm gekregen. We nemen deel aan gezamenlijke studiedagen en werkmomenten waarin onderwerpen m.b.t. onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen aan de orde komen. Al met al veel nieuwe gezichten en veranderingen in een kort tijdsbestek waaraan we even moeten wennen maar zeker ook ons voordeel willen gaan doen. In deze gids vindt u allerlei schoolinformatie. Elk jaar wordt deze opnieuw vastgesteld en worden eventuele wijzigingen aan de ouders doorgegeven. Een groot deel in deze schoolgids geldt voor een periode van 4 jaren. Bijlage in kleur. Belangrijke gegevens m.b.t. het lopende schooljaar vindt u in de gekleurde bijlage van deze gids. U kunt hier vinden: Namen van teamleden, oudervereniging leden, MR leden en overblijfouders. Verder de vakanties en vrije dagen en alles wat met schooltijden te maken heeft. Ook zaken m.b.t. de organisatie, ontwikkelingen en opbrengsten van de school worden hierin beschreven We hopen dat we weer volledig zijn, maar weten ook dat er gedurende het jaar altijd nog veranderingen kunnen komen. Deze zaken worden dan via het “Loo-pend Vuurtje”, ons 2wekelijks informatieblaadje, doorgegeven. Deze schoolgids wordt elk jaar, daar waar nodig, aangepast en geplaatst op onze website. Mocht u een papieren versie willen ontvangen, vraagt u dit aan bij de directie. Heeft u suggesties of opmerkingen aangaande deze schoolgids of heeft u nog vragen?
1
Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2 1.3 1.4
De school Bernardusschool Schoolleiding Schoolbestuur Medezeggenschap op school
2. 2.1
De ouders De ouderraad, klassenouders, activiteiten, ouderhulp, verkeersbrigadiers, ouderbijdrage, vergaderingen OR Informatievoorziening Overblijven Klachtenregeling Inspectie Schoolverzekering Sponsoring
2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
3. 3.1 3.2 3.3 3.4
Het team De verdeling van de formatie over de groepen Vervanging Stagiaires Onderwijsondersteunend personeel
Blz. 3 3 3 3
6. 6.1 6.2 6.2.1 6.2.2 6.3 6.3.1
4
6.4 6.5 6.6 6.7 6.8
5 5 6 7 7 8
6.9 6.10 6.11 6.12 6.13
8 8 8 9
7. 7.1
4. 4.1.1 4.1.2 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 4.13
5. 5.1 5.1.1 5.1.2
5.1.3 5.1.4 5.1.5 5.1.6 5.1.7 5.1.8 5.2 5.3
7.2 7.3.1 7.3.2 7.3.3
De organisatie van het onderwijs De schooltijden 9 Gymnastiektijden 9 Vakanties en vrije dagen 9 Leerplicht 9 Verlof 9 Ziekmelding en bezoek dokter 10 Deelname van leerlingen 10 aan onderwijsactiviteiten Aanmelding van nieuwe leerlingen 10 Kennismaking en instroom 10 van nieuwe leerlingen Leerlinggebonden financiering 10 - 11 Uitstroom van leerlingen 11 Schorsing en verwijdering 11 Schoolregels 11 Het weten waard 11 - 12
Waar onze school voor staat Kenmerken van onze school Missie en visie van SKOzoK Een veilige sfeer voor iedereen Aandacht voor waarden en normen en sociaal emotionele ontwikkeling Een open en heldere communicatie met alle geledingen Een uitdagende leeromgeving Creëren Afstemming van ons onderwijs Het optimaal benutten van elkaars sterke kanten De balans zoeken tussen sturend en zelfontdekkend onderwijs Een goede kwaliteitsbewaking De katholieke identiteit van de school De contacten met de ouders
7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 7.11
De inhoud van het onderwijs kleuteronderwijs Taalonderwijs Aanvankelijk Taal- en leesonderwijs Taal Leesonderwijs Begrijpend lezen en voortgezet technisch lezen Rekenonderwijs Engels Wereldoriëntatie Verkeer Godsdienst en Geestelijke stromingen Sociaal Emotionele Ontwikkeling Expressie en lichamelijke opvoeding Werkvormen die we bij ons onderwijs hanteren. ICT Activiteiten die ons onderwijs nog meer inhoud geven Festiviteiten / Excursies / Projecten Het volgen van de ontwikkeling – OND kinderen Organisatie van zorg voor leerlingen Passend onderwijs-HGW-afstemming Visie op zorg Cirkel van Handelingsgericht werken Begeleiding, onderzoek en advies door externe instanties Als extra begeleiding niet voldoende is Onderwijs aan zieke leerlingen Rapportage aan ouders Informatie voorziening gescheiden ouders De overgang naar het voortgezet onderwijs De resultaten van de CITO eindtoets Uitstroom van leerlingen Externe contacten:
15 15 15 16 16 16 16 17 17 17 17 17 17 18 18 18
19 20 20 20 21 21 21 22 22 22 23 23 23 - 25
GGD (Gemeenschappelijke GezondheidsDienst) CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin) Bureau Jeugdzorg SMW (Sociaal Maatschappelijk Werk) Buitenschoolse opvang
13 13 13 8. 13 13 14 14 14 14 14 15
2
Gekleurde bladzijden Bijlage met wisselende gegevens.
Bijlage
1 De school
Het adres: Besturenbureau Kempenland Pastoor Janssenplein 21 5504 BS Veldhoven tel. 040-2531201
1.1 De Bernardusschool.
1.4 Medezeggenschap op school De medezeggenschap wordt via de Medezeggenschapsraad (MR) vormgegeven. De MR heeft als taak de belangen van team en ouders te behartigen. Daarnaast werkt de MR mee aan het bepalen van het beleid op school en zorgt voor overleg met de directie. De medezeggenschap is vastgelegd in de Wet Medezeggenschap Scholen (W.M.S.) Deze wet geeft een aantal bevoegdheden met betrekking tot beleidsvoornemens van de directie en/of het bestuur van de school. Het gaat hierbij om:
De school is gehuisvest in een “oud”, maar karakteristiek gebouw. De eerste steen werd in 1951 gelegd door Pastoor Steenbakkers. In 1975 en 1985 is de school uitgebreid en verbouwd. Het gebouw bestaat deels uit twee bouwlagen met daarin 6 lokalen, 2 noodlokalen en een speelzaal voor de groepen 1 en 2. Verder een multifunctioneel lokaal voor overblijven, handvaardigheid en computers. Wij zijn een Rooms Katholieke school. Wij vallen daardoor onder het bijzonder onderwijs. Door voor onze school te kiezen onderschrijft u dat u onze levensvisie respecteert en waardeert. Wij staan open voor anders denkenden.
A. Instemmingsrecht Bepaalde zaken kunnen zonder instemming van de MR niet uitgevoerd worden. Hierbij kunt u denken aan: Verandering van de onderwijskundige doelstellingen van de school. Vaststelling of wijziging van het schoolplan en het schoolreglement. Fusie of overdracht van de school.
1.2 Schoolleiding De dagelijkse leiding van de school ligt in handen van de directeur, de heer Frans de Lau. Hij wordt hierin ondersteunt door de heer Jan van Nunen.
B. Adviesrecht De M.R. wordt vooraf in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen over diverse beleidsvoornemens. Denk hierbij aan: Vaststellen of wijzigen van de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid. Beëindiging, belangrijke inkrimping of uitbreiding van de werkzaamheden van de school. Aanstelling of ontslag van de schoolleiding.
Het adres: Basisschool St. Bernardus Loo 109 5571 KP Bergeijk Tel: 0497 - 571235 E-mail:
[email protected] Website: www.stbernardus.nl
C. Recht van initiatief De M.R. kan zelf voorstellen tot beleidsveranderingen doen. De directie en/of het bestuur dient hierop een beargumenteerde reactie te geven.
1.3 Het Schoolbestuur. Sinds de bestuurlijke schaalvergroting van 1 januari 1997 van schoolbesturen uit Bergeijk, Cranendonck, Leende, Sterksel, Valkenswaard en Waalre, valt onze school onder het overkoepelend bestuur van SKOzoK (Samen Koersen Op Zichtbare Onderwijs Kwaliteit). SKOzoK omvat 31 scholen voor Basisonderwijs en 1 school voor Speciaal Basis Onderwijs die hun krachten hebben gebundeld om de kwaliteit van het onderwijs voor de kinderen in de toekomst te kunnen blijven waarborgen. SKOZOK ontwikkelt gezamenlijk beleid ten aanzien van onderwijs, financiën, personele zaken en beheer en onderhoud van de gebouwen. De beleidsvoorbereidingen uitvoering en de dagelijkse leiding van SKOZOK zijn in handen van het College van Bestuur.
De MR werkt volgens een vast jaarprogramma. In het Loo-pend vuurtje wordt steeds vermeld, wanneer de MR vergadert. De vergaderingen zijn openbaar, de agenda en de notulen van de vergaderingen kunt u opvragen bij de secretaris. Verder houdt de MR via het Loo-pend vuurtje ook iedereen op de hoogte van wat er besproken is in de vergaderingen en de daarop te ondernemen acties. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de secretaris. Daarnaast heeft de MR een controlerende rol ten aanzien van de financiën van de oudervereniging en wordt daartoe jaarlijks de begroting gescreend en heeft de MR ook deze rol binnen de Overblijf Commissie, alwaar zo veel als nodig de veranderingen worden bijgewoond. Alle SKOzoK-scholen hebben een MR, daarnaast is er een zogenaamde gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) die zaken dient te behandelen die voor alle aangesloten scholen van gemeenschappelijk belang zijn. Het bestuur van SKOzoK overlegt met de GMR en de directie van de school heeft de MR als gesprekspartner. De samenstelling van de leden van de MR vindt u in het overzicht zoals dit jaarlijks wordt opgenomen in de jaarkalender.
Het CvB van Skozok wordt gevormd door mevrouw I. Sluiter en de heer C. Segers. Voor informatie: www.skozok.nl
3
2. De ouders School en ouders werken samen, om de juiste zorg aan de kinderen te kunnen geven. De contacten met de ouders vinden wij erg belangrijk want zij zijn degenen die hun kinderen voor een periode van acht jaar aan onze school toevertrouwen. Hun bijdrage aan het zo optimaal mogelijk verzorgen van het onderwijs komt dan ook vanuit een heel speciale invalshoek. Deze bijdrage kan bestaan uit het meepraten en meebeslissen over allerlei schoolzaken in de Medezeggenschapsraad of door het bieden van praktische hulp o.a. middels de Ouderraad. Maar vooral door het, tijdens oudergesprekken, in overleg gaan met de leerkrachten en samen te kijken naar de ontwikkeling van het kind. Door op een open en eerlijke manier, samen te werken aan deze ontwikkeling, krijgt die de beste kansen.
ziekte van leerkrachten. De kosten worden betaald uit de ouderbijdrage. Activiteiten Om u een indruk te geven, volgt hieronder een overzicht van de activiteiten van de OR, die overigens alle plaatsvinden onder verantwoordelijkheid van en in samenwerking c.q. samenspraak met het team. Hulp bij versieren van het gebouw bij diverse feestmomenten Sinterklaas Kerstviering Koninginnedag Verkeersbrigadiers Schoolreis / Schoolkamp Themadag Hulp bij vervoer en uitstapjes Klussen
2.1 De Ouderraad (OR) Onze school heeft een oudervereniging. Alle ouders zijn in principe lid van de oudervereniging.
Ouderhulp Met de hulp van de ouders zijn de leerkrachten in staat om meer en ook beter georganiseerde activiteiten voor en met de kinderen uit te voeren. Daarnaast is ouderhulp belangrijk voor de kinderen omdat zij op die manier ook de betrokkenheid van hun ouders bij de school kunnen ervaren. Via de intekenlijst kan elke ouder zich bij het begin van het schooljaar opgeven voor:
Doelstellingen en bevoegdheden De oudervereniging wil: De samenwerking en verstandhouding tussen ouders en school bevorderen. Het organiseren van ouderhulp bij diverse activiteiten zowel in als buiten de klas. Samen met leerkrachten organiseren van activiteiten die bijdragen tot de goede gang van zaken in het onderwijs en het welzijn van de leerlingen.
Hulp in de klas. Hulp bij buitenschoolse activiteiten. Hulp en organisatie en voorbereiding van de diverse activiteiten.
Samenstelling en verkiezingen De Ouderraad bestaat uit: voorzitter, secretaris, penningmeester, een vertegenwoordiger in de overblijfcommissie en algemene bestuursleden. Het bestuur van de oudervereniging wordt samengesteld uit ouders van leerlingen, aangevuld met 1 teamlid. Bestuursleden worden gekozen voor een periode van 3 jaar. Deze verkiezing vindt plaats op de algemene ledenvergadering aan het begin van het nieuwe schooljaar. Veranderingen in de samenstelling van het bestuur tijdens deze jaarvergadering kunt u lezen in het Loo-pend vuurtje.
De klassenafgevaardigden zorgen op verzoek van de leerkrachten voor een goede verdeling van de hulp van de ouders over de diverse activiteiten. De inzet en medewerking van de ouders op onze school is erg groot. Daar zijn wij heel erg blij mee en daar zijn wij ook erg trots op! De oudervereniging doet verslag van al haar activiteiten in de jaarvergadering. Voor verdere informatie hierover kunt u terecht bij de secretaris. Verkeersbrigadiers Een belangrijke activiteit van onze oudervereniging is de organisatie van de verkeersbrigadiers. De hulp van de ouders bij het oversteken is voor onze kinderen onmisbaar.
De klassenouders Elke groep heeft een klassenouder. Een overzicht hiervan vindt u jaarlijks in de gekleurde bijlage. De taak van deze klassenouder bestaat uit de volgende punten: Aanspreekpunt voor de leerkracht naar de ouders toe inzake het inschakelen van hulpouders voor klassenactiviteiten als lezen, knutselen, vervoer etc. Er voor zorgen dat de communicatie naar de leerkracht open blijft. Wanneer hij of zij signalen ontvangt vanuit de ouders betreffende schoolzaken, adviseert hij of zij om zo snel mogelijk zelf contact op te nemen met de desbetreffende leerkracht. De klassenouder kan, wanneer er zaken spelen die de hele groep betreffen of raken, ook zelf contact opnemen met de leerkracht om zodoende de communicatie tussen ouders en leerkracht optimaal te houden. Daarnaast zorgt de klassenouder voor een attentie namens de ouders bij verjaardagen en langdurige
Daarom zijn we blij dat we reeds een aantal jaren kunnen beschikken over een groep goed functionerende
4
Ouderavonden: Informatieavond voor elke groep bij het begin van het schooljaar. Oudergesprekken.
verkeersbrigadiers. Graag rekenen wij m.b.t. de volgende punten ook op uw medewerking: 1.
2.
Ouders die hun kinderen met de auto naar school brengen worden vriendelijk verzocht de auto te parkeren in de Fr. Rombouts-straat, dus aan overzijde van de school. Let op dat u niet voor de uitrit van woonhuizen parkeert. Voor de ouders uit de Hei is er achter de school parkeergelegenheid.
Overig: Bij inschrijven van nieuwe leerlingen Kijken in de kleutergroepen: op afspraak Schriftelijke rapportage, drie maal per jaar, door middel van rapporten en overzichten van het LOVS
Verder willen we er op wijzen dat het niet de bedoeling is dat kinderen "helpen" bij het brigadieren (het open en dicht doen van de slagbomen). Alle kinderen blijven tijdens het brigadieren op de speelplaats. Dit is in het belang van de veiligheid voor iedereen.
Ouderbijdrage Om alle activiteiten te kunnen realiseren vraagt de Ouderraad elk jaar, na toelating van het kind op school, een vrijwillige ouderbijdrage per kind. Dit noemen wij de ouderbijdrage. De hoogte van de ouderbijdrage wordt tijdens de jaarvergadering vastgesteld. Momenteel is deze bijdrage: €. 12,50 per leerling. Deze bijdrage hoeft pas na de jaarvergadering overgemaakt te worden. Bericht hierover komt t.z.t. in het Loo-pend vuurtje. Het bankrekeningnummer van oudervereniging 't Loo is: 10.64.05.640. Naast de vrijwillige ouderbijdrage wordt ook een bijdrage gevraagd voor het schoolreisje voor de kinderen van groep 4 t/m 8. De hoogte van dit bedrag wordt ook jaarlijks vastgesteld. De ouderraad heeft o.a. tot taak om toe te zien op een juiste besteding en verantwoording van dit bedrag.
2.3 Overblijven Tijdens de middagpauze kunnen de kinderen overblijven. In de handenarbeidruimte wordt gezamenlijk gegeten. Er wordt thee, melk, yoghurtdrank en chocolademelk geschonken. Brood en een stukje fruit brengen de kinderen zelf mee. De tussenschoolse opvang is een vast onderdeel van de schoolorganisatie. Onze school voldoet aan de basisvoorwaarden waaraan de tussenschoolse opvang op de SKOzoK-scholen moeten voldoen. Er is een overblijfcommissie, deze bestaat uit een afgevaardigde vanuit de MR./Schoolraad, oudervereniging en directie.
Vergaderingen ouderraad/contacten Om alles in goede banen te leiden vergadert de OR ongeveer 7 maal per schooljaar. Bij deze vergaderingen is ook een afgevaardigde van het team aanwezig. Indien nodig worden tussentijdse vergaderingen ingelast. De vergaderingen van de OR zijn openbaar. De agenda en de notulen zijn op te vragen bij de secretaris.
Voor ouders of verzorgers die geïnteresseerd zijn in de wijze waarop de tussenschoolse opvang is georganiseerd ligt het “Protocol Tussenschoolse opvang Basisschool St. Bernardus” op school ter inzage.
2.2 Informatievoorziening Een goed contact tussen ouders en school is uiteraard erg belangrijk. Om de ouders de mogelijkheid te bieden regelmatig kennis te nemen van wat er op school gebeurt, zijn er de volgende informatiemogelijkheden: Schriftelijke informatie: De schoolgids en de jaarkalender. De website: www.stbernardus.nl Het Loo-pend Vuurtje Tussentijdse informatie en mededelingen: Telefonisch contact, liefst een kwartier voor en na schooltijd. Volgens afspraak met de leerkracht, de kwaliteitsondersteuner (KO) of de directie. Omdat tussenschoolse opvang een schoolactiviteit is, geldt de afgesloten WA-verzekering ook voor deze opvang.
5
De groepsgrootte: Tussen de 1 en 15 overblijvers: 1 overblijfkracht Tussen de 16 en 25 overblijvers: 2 overblijfkrachten Tussen de 26 en 35 overblijvers: 3 overblijfkrachten Tussen de 36 en 45 overblijvers: 4 overblijfkrachten enz.
Een overblijfcoördinator draagt namens deze commissie zorg voor een goede organisatie van de overblijfregeling. (zie jaarkalender) De procedure t.a.v. aanmelding en betaling TSO. In de gekleurde bladzijden staan de procedures t.a.v. aanmelding en betaling zoals deze voor het lopende schooljaar gelden. Mail-adres:
[email protected]
Ziekmeldingen lopen via school
Vaste dagen Deze staan 40 weken vast voor de maandagdinsdag-donderdag. Kan 8x per jaar gewisseld worden. Bij wissel meteen de nieuwe datum doorgeven. Feestdagen die vallen op de vaste overblijfdagen kunnen gewisseld worden doorgeven via de mail (datum van wissel) Bij langdurige ziekte doorgeven via de mail. (langer dan 3 overblijfdagen)
De regels betreffende de dagelijkse gang van zaken Rust in gangen, niet rennen of schreeuwen. Netjes zijn op spullen: tassen, jassen, spelmateriaal. Wc-gebruik eerst vragen. Respect voor elkaar. Er wordt samen met de kinderen opgeruimd. De overblijfkrachten controleren na afloop of zowel binnen als buiten goed is opgeruimd: tafels schoon, afval weggegooid, stoelen netjes aangeschoven, speelmateriaal opgeborgen. Bij slecht weer kan er binnen worden gespeeld in het overblijflokaal en in de speelzaal Om de veiligheid van de kinderen te waarborgen geldt de gang van zaken van de school betreffende EHBO-spullen, ontruimingsplan en BHV-ers. De overblijfcommissie behoudt zich het recht voor om kinderen om beargumenteerde redenen te weigeren. In het kader van schoolafspraken omtrent gezonde voeding, vragen wij u dringend uw kinderen geen snoep mee te geven voor de lunch. Tijdens het overblijven is het de bedoeling boterhammen, fruit en drinken te nuttigen.
De betaling Alle ouders die gebruik willen maken van de overblijf/ regeling ontvangen aan het begin van het schooljaar een inschrijfformulier. Hierop kan men aangeven of kinderen op een vaste dag of dagen dan wel incidenteel overblijven. Het is het bijvoorbeeld mogelijk om een abonnement te nemen maar ook een rittenkaart behoort tot de mogelijkheden. De betaling geschiedt middels een door u ondertekende automatische machtiging. Formulieren zijn op school verkrijgbaar
Toelichting Overblijfkrachten zorgen ervoor dat de kinderen in een goede sfeer kunnen overblijven. De kinderen van groep 1-2 worden opgehaald en de overige kinderen komen zelf naar de overblijfruimte. De kinderen eten samen en na afloop worden er spelletjes gespeeld of wordt er buiten gespeeld. Overblijfkrachten vullen een presentielijst in. Wanneer er een bijzondere gebeurtenis wordt gesignaleerd, worden de leerkracht en de ouders hiervan op de hoogte gesteld. Ons uitgangspunt is: een veilig en gezellig overblijfuurtje te geven aan de kinderen Het aantal overblijvers geeft recht op het aantal overblijfmedewerkers. Planning is erg belangrijk voor de veiligheid van de kinderen. Graag op tijd doorgeven als een kind overblijft Mochten er zich situaties / gebeurtenissen voor doen: neem dan contact op, dan kunnen wij als team uitleg geven en misverstanden voorkomen. Bij vragen neem dan contact op via mail of telefoon met de coördinator
2.4 Klachtenregeling Omgaan met klachten Interne contactpersonen Overal waar gewerkt wordt zijn wel eens misverstanden of worden fouten gemaakt. Dat is op onze school niet anders. Ouders zijn altijd welkom bij de klassenleerkrachten om dergelijk zaken te bespreken en samen zal dan naar een goede oplossing gezocht worden. Ons streven is dat elke leerkracht u altijd serieus neemt en goed naar u luistert om samen naar de beste oplossing te zoeken. Als dat niet naar wens verloopt, is het mogelijk om met vragen, problemen of klachten over het onderwijs, de aanpak van de kinderen of andere zaken, naar de directeur te stappen. Deze zal proberen zo’n probleem in overleg met de ouders, de groepsleerkracht en eventuele andere betrokkenen zo snel mogelijk op te lossen. Als ouders niet tevreden zijn over de manier waarop een probleem of klacht wordt opgepakt, kunnen ze de zaak bespreken met contactpersonen inzake klachten op onze school. Deze zijn door het bestuur van de school aangesteld om ervoor te zorgen dat klachten van kinderen of ouders altijd serieus worden genomen en op een passende manier worden afgehandeld.
6
Externe vertrouwenspersonen
Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs tel. 0900-1113111 (lokaal tarief).
Elke ouder of elk kind kan een beroep op hen doen als er problemen zijn. Het gesprek wordt vertrouwelijk behandeld en er worden geen stappen gezet zonder uw toestemming. De contactpersoon inzake klachten gaat in overleg met u over wat er moet worden gedaan of wie er moet worden ingeschakeld om tot een goede oplossing te komen. Als dat nodig mocht zijn, wordt een klacht doorverwezen naar de externe vertrouwenspersonen van SKOZOK. Als u met een klacht bij hen komt, zullen zij in eerste instantie nagaan of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Lukt dat niet, of is de klacht dermate ernstig dat verder gaan noodzakelijk geacht wordt, dan kan de klacht doorverwezen worden naar de onafhankelijke klachtencommissie van de besturenorganisatie waarbij de school is aangesloten. Ook is het mogelijk dat u zich rechtstreeks wendt tot de externe vertrouwenspersonen of tot de klachtencommissie. Dat laatste moet altijd schriftelijk gebeuren. De tekst van de klachtenregeling is op school aanwezig en te verkrijgen bij de directie en bij de contactpersonen inzake klachten.
Als school zijn wij verplicht om signalen van kindermishandeling te melden bij Advies en Meldpunt Kindermishandeling: Advies en meldpunt Kindermishandeling Oost-Brabant, Kasteel Traverse 88, 5701 NR Helmond, tel. 0492-508410, fax 0492-508411 2.6 Schoolverzekering Door de school zijn twee verzekeringen afgesloten waarover zo af en toe vragen komen. Daarom treft u onderstaand een beknopte toelichting op die verzekeringen aan. Het is uiteraard geen juridisch sluitend geheel waaraan rechten kunnen worden ontleend. Ongevallenverzekering: De school heeft via het besturenbureau een collectieve ongevallenverzekering afgesloten voor alle leerlingen, onderwijzend en niet onderwijzend personeel en hulpkrachten van de school.
Samengevat: 1. 2. 3. 4.
5.
Altijd eerst overleg met de klassenleerkracht Bij onvoldoende resultaat naar 2. Overleg met de directie Bij onvoldoende resultaat naar 3. Overleg met de contactpersoon inzake klachten Bij onvoldoende resultaat naar 4. Inschakelen van externe vertrouwenspersonen van SKOZOK Bij onvoldoende resultaat naar 5. Indienen van de klacht bij de klachtencommissie KBO.Bij het meldpunt vertrouwensinspecteur kunt U terecht voor advies en klachtmeldingen over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek geweld en psychisch geweld (zoals grove pesterijen). Vanaf 2005 is daaraan toegevoegd: signalen inzake discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme en dergelijke. Het betreft een ongevallenverzekering met de zogenaamde schooltijdendekking. Dit houdt in dat alle hierboven genoemde personen voor ongevallen verzekerd zijn tijdens de schooltijden en vanaf het moment van thuis weggaan, tot het moment waarop zij thuis komen, tot een maximum van 15 minuten vóór en ná schooltijd. Tevens vallen alle activiteiten, die door de school georganiseerd worden, zoals sportdagen, schoolreisjes, schoolverlaterdagen etc., onder deze verzekering. Ook ouders die bij deze activiteiten betrokken zijn, zijn dan verzekerd
Namen van interne en externe contact- en vertrouwenspersonen staan vermeld in de bijlage van deze schoolgids.
Secretariaat klachtencommissie: Landelijke Klachtencommissie KBO Postbus 82324, 2508 EH Den Haag . 070-3568114
Aansprakelijkheidsverzekering: Deze verzekering heeft ten doel om schade aan personen of goederen te vergoeden (aan derden), welke ontstaat door een verwijtbaar handelen van bestuur, bestuursleden, leden van de ouderraad en schoolraad/medezeggenschapsraad, onderwijzend en nietonderwijzend personeel en ouder participanten. Er moet als het ware iets zijn gedaan of nagelaten, dat niet door de beugel kan en waardoor schade aan derden is berokkend. Deze verzekering dekt alleen de schade als de eigen aansprakelijkheidsverzekering de schade níet dekt.
Meldpunt vertrouwensinspecteur: 0900-1113111 Op werkdagen te bereiken van 08.00-17.00 uur.
2.5 Inspectie Op verzoek van de inspectie is de volgende informatie in deze schoolgids opgenomen: Inspectie van het onderwijs, E-mail:
[email protected] Internet: www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis)
7
2.7 Sponsoring Wanneer we als school extra gelden kunnen aanwenden om het onderwijs aan onze kinderen te versterken zullen we dit niet nalaten. Voorwaarde daarbij is wel dat er naar de school of de leerlingen toe geen verplichtingen aan verbonden zijn en dat de sponsor op geen enkele wijze invloed heeft op ons onderwijs. Op die manier voorkomen we dat we in een afhankelijke positie van de sponsor terecht komen. Het aanbieden van producten aan ouders vindt alleen maar plaats binnen het stimuleren van de beoogde ontwikkeling van de kinderen (tijdschriften en boekpromotie). Leuke, goede en leerzame productaanbiedingen worden wel gemeld aan ouders
We denken hierbij aan het bijwonen van teamvergaderingen, bouwoverleg , groeps- en leerlingbesprekingen, deelname aan Medezeggenschaps/ raad, oudercontacten, thema- en klassenavonden, projecten, het organiseren van activiteiten en festiviteiten en veelvuldig overleg tussen de leerkrachten onderling. 3.1 De verdeling van de formatie over de groepen De directie maakt elk jaar een of meerdere voorstellen voor de verdeling van de leerkrachten over de groepen. Deze voorstellen worden vervolgens besproken en vastgesteld in het team en besproken met de MR. Leerkrachten die gebruik maken de Levensloop / BAPOregeling (Bevordering Arbeids Participatie voor Ouderen) hebben recht op een aantal vrije dagen. Deze dagen worden in overleg met de directie gepland. Een andere collega neemt dan de groep over.l 3.2 Vervanging Wanneer een leerkracht niet aanwezig is, wordt voor vervanging gezorgd. Het uitgangspunt hierbij is dat het onderwijs aan de kinderen zo optimaal mogelijk doorgang kan vinden. Via een centraal meldpunt (P-centrum) wordt in voorkomende gevallen zo snel mogelijk voor vervanging gezorgd. Mocht dit door omstandigheden niet meteen lukken dan hanteren we het volgende beleid dat op SKOZOK niveau is tot stand is gekomen: In eerste instantie wordt een vervanger gezocht. Indien dit niet lukt worden interne oplossingen gezocht, door b.v. vrijgeroosterde leerkrachten in te zetten, studenten onder toezicht met groepjes kinderen te laten werken, of de groep te verdelen over andere groepen (maximaal voor één dag en alleen als het redelijkerwijs mogelijk is). Kunnen bovengenoemde mogelijkheden geen oplossingen bieden, dan kan de betreffende groep, de tweede dag in het uiterste geval, naar huis worden gestuurd. Voor leerlingen die geen opvang hebben, regelen we opvang binnen de school. Ouders worden in een dergelijke situatie altijd, schriftelijk dan wel per mail, de hoogte gesteld.
3 Het team Op Basisschool St Bernardus werken leerkrachten, verdeeld over de groepen in een full-time of parttime betrekking. Hierdoor is het mogelijk dat meerdere leerkrachten samen de groepsverantwoordelijkheid dragen voor één groep. Daarnaast hebben we soms de mogelijkheid om een leraar in opleiding (LIO-er) te benoemen. Een Lio-er studeert in het betreffende schooljaar af en heeft als onderdeel van de opleiding de taak om een groep zelfstandig te begeleiden. Jaarlijks kan het team ook nog worden uitgebreid met stagiaires van de PABO en het ROC. Op onze school is ook een Kwaliteitsondersteuner (KO-er) aangesteld. Juffrouw Tonnie van Geel coacht en begeleidt leerkrachten die in hun groep leerlingen hebben die extra zorg nodig hebben.
3.3 Studenten (Collega’s in Opleiding) Onze basisschool biedt aan studenten van Pedagogische Hogescholen en aan toekomstige onderwijs- en klassenassistenten van het R.O.C. (Regionaal Opleidings Centrum) Eindhoven de gelegenheid om zich in de praktijk verder te ontwikkelen. Het zogeheten ‘werkplekleren’. Doordat de studenten hun theoretische kennis wekelijks in de (onderwijs-) praktijk kunnen brengen, ontwikkelen zij zich het best. Door sámen activiteiten voor te bereiden en onderwijssituaties te bespreken wordt de ervaring van de leerkracht gecombineerd met de vernieuwde kennis van de student. Op die manier zijn zij een waardevolle ondersteuning en aanvulling van de leerkrachten. We hebben op die manier immers meer ideeën en meer handen oftewel ‘leer-kracht’, beschikbaar voor de begeleiding van de kinderen. De dagelijkse begeleiding van de student is in handen van de leerkracht in wiens klas de praktijkervaring wordt opgedaan. De Pabo studenten kunnen daarnaast wekelijks een beroep doen op de School Loopbaan Begeleider van Fontys. De directie zal als Interne Coach de begeleiding en ontwikkeling van de studenten nauwlettend in de gaten houden en ondersteunen. Het aantal studenten kan per jaar verschillend zijn.
De directie ligt in handen van directeur Frans de Lau vanaf 1 november 2011. In zijn taak als meerscholendirecteur wordt hij ondersteunt door Jan van Nunen. Hij heeft regelmatig overlegsituaties zowel intern als extern. Daarom is het verstandig, als u een gesprek wilt dat u dat eerst telefonisch afspreekt. De directie is om die reden dan ook zoveel mogelijk vrij geroosterd van lesgevende taken. Daarnaast zijn er regelmatig overlegsituaties met de KO-er in het kader van de leerlingenzorg, de ICT-er die richting geeft aan het computeronderwijs op school. Als team voelen wij ons heel verantwoordelijk voor de kwaliteit van ons onderwijs en daarom streven wij er steeds naar om onze gezamenlijke en individuele deskundigheid te vergroten. We doen dit o.a. door heel nauw samen te werken; door met elkaar structureel onze bevindingen uit te wisselen en door nascholing te volgen. We werken samen met de SKOzoK scholen in de regio. Naast het lesgeven zijn er nog legio taken die behoren tot het werkgebied van de leerkrachten.
8
3.4 Onderwijsondersteunend personeel Dit zijn de mensen die in ondersteunende zin belangrijk zijn voor het onderwijs op onze school. Zo kunnen wij een beroep doen op de bovenschoolse ICTer die beschikbaar is voor alle werkzaamheden rondom netwerk- en computerbeheer. Vijf dagen in de week is er een conciërge op school aanwezig die ondersteunende werkzaamheden verricht. Op enkele dagdelen kan de school beschikken over een administratief medewerkster. De schoonmaak wordt verzorgd door twee vaste interieurverzorgsters
een keer per schooljaar kan ten hoogste tien dagen extra verlof gegeven worden, als de ouders aantoonbaar vanwege hun beroep (bijv. in de agrarische sector of in de horeca), niet in de reguliere vakanties weg kunnen. Deze dagen mogen echter niet vallen in de eerste twee weken van het schooljaar. Als het extra verlof meer dan twee weken betreft, mag de directeur dit niet geven. Dit moet dan gevraagd worden bij de leerplichtambtenaar van de gemeente. • Bij verhuizing binnen de gemeente een dag verlof, buiten de gemeente twee dagen. • Voor het bijwonen van een huwelijk in de familie. Richtlijn: een dag verlof. • Bij een sterfgeval in de familie. Richtlijn: afhankelijk van wat noodzakelijk is. • Bij een huwelijks of ambtsjubileum. Richtlijn: verlof op de dag van het feest. Dat betekent dat geen verlof gegeven kan worden voor: • Een extra vakantie. • Op wintersport gaan buiten de schoolvakantie. • Een dag eerder dan de schoolvakantie naar het vakantieadres vertrekken. • Een lang weekend, waarbij de vrijdag of de maandag vrij gevraagd wordt.
4. Organisatie van het onderwijs Hoe gaan we om met ongeoorloofd schoolverzuim? 4.1.1 Schooltijden voor de groepen 1 tot en met 8: Maandag, dinsdag en donderdag: 08.30 – 12.00 uur en 13.15 - 15.15 uur
• Als blijkt dat ongeoorloofd extra verlof opgenomen is, wordt dit als zodanig genoteerd in onze administratie. De ouders worden hiervan op de hoogte gesteld.
Woensdag en vrijdag: 08.30 uur – 12.30 uur
• Als dit meerdere malen per jaar voorkomt, meldt de directeur ongeoorloofd verzuim aan de gemeente.
Woensdag- en vrijdagmiddag zijn dus alle kinderen vanaf 12.30 uur vrij.
• Als het ongeoorloofd verzuim plaatsvindt op drie achtereenvolgende schooldagen, dan is de directeur verplicht dit bij de gemeente te melden.
Ook voor de kinderen die gedurende het schooljaar instromen gelden dezelfde schooltijden.
Wij hopen dat ouders begrijpen dat extra verlof geven niet zomaar kan. We hebben ons gewoon aan de regels te houden en het komt het onderwijs niet ten goede als regelmatig kinderen in een groep ontbreken en daardoor uitleg of instructie missen. Daarom is ons dringend verzoek aan de ouders: “Houdt u m.b.t. extra verlof aan de geldende afspraken en plan vakanties in de daarvoor geldende 12 weken schoolvakantie”. Wilt u verlof aanvragen, dan moet u dat schriftelijk doen. Op school liggen aanvraagformulieren. Daarop geeft u de reden van de verlofaanvraag aan. De directeur zal het verlof al dan niet toekennen.
4.1.2 Gymnastiektijden Bij aanvang van het nieuwe schooljaar krijgen de kinderen via de bijlage bericht, op welke dagen de gymlessen voor hun groep gepland zijn. 4.2 Vakanties en vrije dagen Voor de vakantieregeling houden we ons aan de landelijke afspraken m.b.t. de vakantiespreiding. In o.a. de jaarkalender worden deze vakanties aangegeven. Tevens worden bij het begin van het nieuwe schooljaar ook de extra vrije dagen (b.v. studiedagen team) aan u bekend gemaakt. 4.3 Leerplicht Kinderen worden leerplichtig vanaf de eerste schooldag van de nieuwe maand nadat zij hun vijfde verjaardag hebben gevierd. Vanaf die dag moeten alle lessen en activiteiten, die de school in de genoemde schooltijden organiseert, gevolgd worden. 4.4 Verlof De leerplichtwet geeft in het kader van verlof aan dat als de ouders extra verlof wensen voor hun kind, dit altijd aan de directeur gevraagd dient te worden. Deze dient zich dan wettelijk aan de volgende afspraken te houden:
9
4.5 Ziekmelding en bezoek aan de dokter Als een kind vanwege ziekte of bezoek aan de dokter niet naar school kan komen, is het heel belangrijk dat de ouders dit vóór schooltijd aan ons doorgeven. Anders mist de leerkracht het kind en maakt zich ongerust terwijl dit misschien niet nodig is. Wij stellen het op prijs als ouders proberen om afspraken bij dokter of tandarts buiten schooltijd te plannen. Mocht een kind onder schooltijd onverhoopt ziek worden dan bellen we de ouders om het kind op te komen halen als dit nodig mocht zijn. In ons administratiesysteem bestaat de mogelijkheid om ook andere telefoonnummers van grootouders, buren etc. op te geven als tweede telefoonnummer. We sturen kinderen nooit alleen naar huis.
4.8 Kennismaking en instroom van nieuwe leerlingen Kinderen mogen in Nederland naar school vanaf hun vierde verjaardag. Ze moeten naar school, vanaf de eerste schooldag van de nieuwe maand, volgend op hun vijfde verjaardag. Vanaf dat moment is de leerplicht van toepassing. Na aanmelding en inschrijving krijgt u, enkele weken voordat uw kind vier jaar wordt, een uitnodiging van de desbetreffende groepsleerkracht voor een aantal kennismakingsmorgens van uw kind. Deze zijn desgewenst in overleg te regelen. Uw kind mag dan vervolgens definitief naar school komen op de dag na de vierde verjaardag. Kinderen die van een andere basisschool overstappen naar de onze (bijvoorbeeld bij een verhuizing) kunnen het gehele schooljaar instromen. In overleg met de ouders en de school waar het kind vandaan komt, wordt afgesproken wanneer het kind komt kennismaken en vanaf welke dag het kind onze school zal gaan bezoeken.
4.6 Deelname van leerlingen aan alle onderwijsactiviteiten De leerlingen van onze school zijn wettelijk verplicht om deel te nemen aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten. Op verzoek van de ouders is het mogelijk dat de directeur een leerling vrijstelling verleent voor het volgen van het vak godsdienst. Een dergelijk verzoek dient schriftelijk ingediend te worden bij de directeur van de school. Als de directeur deze vrijstelling verleent, geeft hij tevens aan welke onderwijsactiviteit voor de leerling in plaats komt van die waarvoor vrijstelling wordt verleend.
4.9 Leerlinggebonden financiering Tot 2003 was het gebruikelijk dat kinderen met een handicap, leer- of gedrag-stoornis, onderwijs volgden op scholen voor speciaal onderwijs (scholen voor visueel gehandicapte leerlingen, - voor auditief gehandicapte leerlingen, - voor verstandelijk en/of lichamelijk gehandicapte leerlingen, -voor kinderen met gedragsproblemen).
4.7 Aanmelding van nieuwe leerlingen Nieuwe leerlingen kunnen na een (telefonische) afspraak altijd worden aangemeld. Breng uw kind bij aanmelding gerust mee. Samen bekijken we dan de school en maken kennis met de leerkrachten. Ook zijn er per jaar altijd 2 kijkdagen om de school te komen binnenlopen. Op die momenten is de school gewoon bezig en kunt u de dagelijkse gang van zaken van dichtbij meemaken. Deze data worden t.z.t. in de Eykelbergh bekend gemaakt. Bij aanmelden vragen wij u een kopie van het sofi-nummer van uw kind mee te nemen. Ook wordt gevraagd naar de opleiding van vader en moeder, of deze opleiding met een diploma is afgesloten, in welk jaar het diploma behaald is en op welke school de opleiding werd genoten. Het is gemakkelijk als u bij aanmelding deze gegevens paraat hebt.
Per 1 augustus 2003 is de Regeling Leerling Gebonden Financiering in werking getreden. Als gevolg van deze nieuwe wet bundelen Scholen voor Bijzonder Onderwijs zich per regio in Regionale Expertise Centra (REC). Deze nieuwe wet stelt aan leerlingen met een handicap een zogeheten “leerling gebonden budget” (‘het rugzakje’) beschikbaar. Om in aanmerking te komen voor dit leerling gebonden budget moeten ouders hun kind aanmelden bij een Commissie voor Indicatiestelling (CvI) verbonden aan dit REC. Deze commissie beslist of het kind wel of niet in aanmerking komt voor ‘dit rugzakje’. In dit rugzakje zitten (financiële) middelen waarmee de leerling onderwijs kan volgen op een reguliere basisschool. Het REC begeleidt de ouders bij het zoeken naar geschikte begeleiding voor het kind en/ of een geschikte basisschool. Ouders dienen een aanvraag bij de betreffende basisschool in, waarna de aannameprocedure van deze school in werking treedt. De aannameprocedure en het beleid dat onze school hanteert, wanneer een ouder van een kind met een handicap (voorzien van een "rugzakje") het kind aanmeldt op onze basisschool, ligt ter inzage op school.
Een kind dat 4 jaar is, mag naar school. Een kind dat 5 jaar is, moet naar school. Gelukkig komen de meeste kinderen met 4 jaar naar school. Dit is zeer aan te raden. In overleg met de leerkracht van groep 1 wordt voor een nieuwe leerling een “kennismakingsprogramma" afgesproken.
4.10 Uitstroom van leerlingen Voor iedere leerling die de school verlaat, wordt onder verantwoordelijkheid van de directeur, door de klassenleerkracht van de betreffende leerling een onderwijskundig rapport opgesteld. Dit rapport geeft aan wat het onderwijsaanbod van onze school geweest is en welke resultaten de leerling daarbij behaald heeft. Het onderwijskundig rapport wordt naar de nieuwe school van de leerling gestuurd. Voor sommige vormen van Voortgezet Onderwijs kan het nodig zijn dat aanvullend onderzoek ( b.v. NIO – intelligentieonderzoek / PMTK –prestatie/motivatietoets) en gegevens nodig zijn.
10
Hierover wordt altijd eerst contact met de ouders opgenomen en overleg gevoerd.
alle afval in de kliko we zijn zuinig op de natuur, dus spelen we niet in de struiken jassen en tassen slingeren niet rond op speelplaats fruit(bakjes), per groep, in de daarvoor bestemde bakken witte lijnen geven de grenzen aan van de speelplaats fiets aan de hand tot aan het fietspad
4.11 Schorsing en verwijdering Schorsing is een tijdelijke verwijdering van een leerling en dit kan gebeuren bij wijze van ordemaatregel door de directeur in overeenstemming met de leerkrachten. De directeur meldt dit voorval aan de algemeen directeur van Skozok en aan de ouders. Definitieve verwijdering van een leerling neemt het schoolbestuur in overweging op voorstel van de directeur. Vanuit het bestuur vindt overleg plaats met betrokken ouders en leerkrachten. Bij de uiteindelijke beslissing wordt aandacht besteed aan de situatie waarin de betreffende leerling zich bevindt en aan de gevolgen voor zijn/haar ontwikkelingskansen. Het definitief verwijderen of schorsen van kinderen dient op basis van voldoende gegronde redenen te gebeuren. In beide gevallen zal dit telkens schriftelijk aan de betrokken ouders worden bevestigd, waarbij gewezen wordt op de beroepsmogelijkheden door middel van de klachtenprocedure en bij de burgerlijke rechter.
Binnenregels: jassen en tassen aan de kapstok rustig lopen in de gang en op de trap alle lokalen netjes achterlaten rechts houden op de trap en geen sprongen maken 4.13 Het weten waard Op de fiets naar school Alleen de kinderen die werkelijk ver van school wonen, mogen met de fiets naar school komen. We willen namelijk graag de fietsen goed in de fietsenstalling en fietsenrekken plaatsen zodat ze niet beschadigd raken. Kinderen die dichter bij de school wonen worden verzocht de fiets thuis te laten en te voet naar school te komen. Anders nemen de fietsen te veel ruimte in beslag wat ten koste gaat van de speelruimte.
4.12 Schoolregels We vinden dat iedereen zich binnen en buiten de school veilig moet kunnen voelen. We willen ook allemaal een fijne schooltijd dus: accepteren we elkaar zoals we zijn zorgen we ervoor dat de ander zich net zo goed voelt in de klas als jijzelf proberen we iemand die verdriet heeft te helpen doen we bij een ander niets waarvan we ook niet willen dat het bij onszelf gebeurt noemen we elkaar bij de voornaam en gebruiken we geen bijnaam of scheldnaam lachen we met elkaar en niet om elkaar. Wanneer je zelf of een ander wordt gepest, mag je dat tegen de juf of meester zeggen, dat is géén klikken. Word je gepest? Praat er dan ook thuis over, houd het niet geheim
Onze jongste kinderen halen en brengen Wij zien het als vanzelfsprekend, dat we op elkaars kinderen letten. Vooral onze jongste kinderen is het belangrijk dat we een extra oogje in het zeil houden. Zeker gezien de verkeerssituatie rondom onze school. Het is het raadzaam om even een andere ouder in te schakelen als u een keer niet in staat bent uw kind(-eren) tijdig op te halen van school. We rekenen op de hulp van ouders en leerkrachten dat ze er mede op toezien dat als ze een jong kind zien vertrekken zonder ouder / begeleider, dat dit kind wordt aangesproken en teruggebracht wordt naar de leerkracht.
Speelplaatsregels voor:
Toezicht Vanaf een kwartier voor de ochtend- en middagschooltijd is er toezicht op de speelplaats door een van de leerkrachten. Om die reden is het dan ook wenselijk als kinderen niet eerder op de speelplaatsen aanwezig zijn. Als om 08.25 / 13.10 uur de bel gaat verzamelen de kinderen zich om gezamenlijk naar binnen te gaan. Laat uw kind dus s.v.p. niet te vroeg én niet te laat naar school komen.
Kinderen verzamelen zich bij aanvang schooltijden op daarvoor aangewezen plaats. leerkrachten van groep 1/2/3 zien erop toe dat alle kinderen door hun ouders worden opgehaald voor en na schooltijd speelt niemand op het klimrek en in de zandbak, tijdens de pauzes geeft de surveillerende leerkracht al dan niet toestemming alle afval in de kliko alle kinderen komen/gaan alleen via de poort we zijn zuinig op de natuur, dus spelen we niet in de struiken bij buitenspel gaan we niet voorbij de witte lijn
Op tijd aanwezig Maak er een goede gewoonte van dat uw kind op tijd aanwezig is. Dit voorkomt dat de eerste activiteit die de leerkracht met de kinderen doet telkens verstoord wordt door de laatkomers.
Speelplaatsregels achter:
Later naar huis Het kan voorkomen dat kinderen even wat langer op school blijven om klusjes te verrichten, werk af te maken of om nog even een gesprekje met de leerkracht te hebben. Dit duurt dan maximaal 15 minuten. Kinderen worden na afloop door de leerkracht begeleid bij het oversteken. Duurt het toch langer dan neemt de leerkracht even contact op met de ouders.
maximaal een kwartier voor school op schoolplein als de bel gaat meteen per groep, 2 aan 2, in een nette rij bij de deur, wachten tot sein leerkracht met binnengaan niemand loopt voor schooltijd of in het speelkwartier naar binnen voetballen op het grasveld, afhankelijk van weersomstandigheden inrit hoort niet bij speelplaats
11
Eten op school De kinderen mogen tijdens de pauze iets eten als zij daar behoefte aan hebben. U kunt uw kind wat fruit meegeven en een moeilijk etende kleuter kan eventueel ook een gezonde boterham meegegeven worden. Het is zeker bij de kleuters wel raadzaam om zo’n pakketje te voorzien van een naam. U moet het 10-uurtje wel zien als een klein tussendoortje, dus niet teveel meegeven en bij voorkeur uitsluitend fruit!
Fotografie en video Tijdens het onderwijsleerproces is het niet toegestaan opnames te maken. Het kan echter voorkomen dat er tijdens genoemd proces opnames worden gemaakt door een hulpverlener met een bepaalde opdracht. Deze beelden zijn slechts bedoeld voor intern gebruik en worden uiteindelijk vernietigd. Tijdens verjaardagsvieringen in groep 1 en 2 is het toegestaan foto- en video-opnames, voor eigen gebruik, te maken. Met de verkregen beelden dient te worden omgegaan volgens de algemeen geldende normen en waarden binnen onze samenleving. In opdracht van de school kunnen foto- en video- opnames van evenementen of onderwijssituaties worden gemaakt, voor onderwijskundige doeleinden of voor bijvoorbeeld gebruik op de website. Deze worden echter pas gebruikt, na controle door (een) leerkracht(en). Beelden die worden beoordeeld als zijnde niet geschikt om ‘naar buiten te brengen’, worden vernietigd. Hierbij worden eveneens de eerder genoemde algemeen geldende normen en waarden gehanteerd. Buiten het gebouw respecteren we het recht op vrije nieuwsgaring. Ouders, die bezwaar hebben tegen het maken van opnames in algemene zin (dus ook plaatsing hiervan op onze eigen website), kunnen dit bezwaar, reeds bij inschrijving, kenbaar maken bij de directeur.
Verjaardagen Vader en moeder zijn in groep 1 en 2 tijdens de viering uiteraard van harte welkom. Alle kinderen mogen op school trakteren als zij jarig zijn. Wij verzoeken u echter om zoveel mogelijk een verantwoorde traktatie mee te geven en deze klein en beperkt te houden. Liever geen speelgoed of snoep, er zijn genoeg gezonde alternatieven. Als de leerkracht jarig is, zijn cadeaus echt niet nodig. Uw kind kan zelf bijv. een leuke tekening maken of eventueel iets knutselen. De klassenouder zorgt voor een cadeau namens de groep bij de viering op de meester – of juffendag. Schoolverlaterskamp Voor de leerlingen van groep 8 wordt het schooljaar afgesloten met een schoolkamp. Speelgoed De kinderen mogen geen speelgoed meebrengen naar school. Voor de groepen 1/2 maken we op maandagmorgen hiervoor een uitzondering. Natuurlijk hebben we er ook geen bezwaar tegen als een kind gedurende de eerste onwennige periode zijn of haar knuffel zou willen meebrengen of als er in het kader van een thema door de leerkrachten om gevraagd wordt.
De schoolfotograaf Een keer per jaar komt de schoolfotograaf op school. Er worden dan van alle kinderen individuele foto’s gemaakt en van elke groep een groepsfoto. Ook is het mogelijk een gezinsfoto te laten maken. Het is aan de ouders om te beslissen of zij de foto’s afnemen of niet.
Iets maken voor verjaardagen De kinderen van groep 1 en 2 mogen op school iets maken voor hun jarige ouders- en grootouders (niet voor hun overige familieleden). Voor ons is het gemakkelijk als we ruim van tevoren weten wie er jarig is. Daarom graag in het begin van het schooljaar de verjaardagskalender invullen. Speciale gebeurtenissen zoals een huwelijk, jubileum graag even doorgeven aan de leerkracht. Hoofdluis We streven ernaar om na elke vakantie een hoofdluiscontrole te laten uitvoeren door een ouderwerkgroep. Mocht er bij uw kind hoofdluis geconstateerd worden dan wordt u zo snel mogelijk hiervan door de leerkracht op de hoogte gesteld om maatregelen te kunnen nemen en het kind op te halen. Mocht u zelf bij uw kind hoofdluis geconstateerd hebben dan gaan wij er van uit dat uw kind pas ná de behandeling naar school komt om verspreiding te voorkomen! Graag altijd even melden bij de groepsleerkracht om verdere verspreiding tegen te gaan. Mobiele telefoons Het is niet toegestaan dat kinderen een mobiele telefoon mee naar school nemen. Alleen in zeer bijzondere omstandigheden kan een schriftelijk verzoek worden ingediend bij de directie.
Bibliotheek Op onze school hebben we een groot aantal boeken. Deze zijn bestemd voor de groepen 1 t/m 4. De kinderen van groep 5, 6, 7 en 8 kunnen via een gratis abonnement boeken lenen bij de bibliotheek op ’t Hof.
Communieviering De kosten van de voorbereiding op de communieviering worden rechtstreeks bij de ouders in rekening gebracht.
12
5 Waar onze school voor staat. Missie SKOzoK. De SKOzoK scholen vormen een krachtige leeromgeving waarin kinderen en volwassenen uitgedaagd worden om in een positieve sfeer samen veel te leren. Visie SKOzoK. We verzorgen eigentijds, kwalitatief goed onderwijs, waarin de mogelijkheden en interesses van het kind centraal staan. De leerling leert in de dialoog met medeleerlingen, de leerkracht en de omgeving. We bieden een passend onderwijsarrangement aan, zo dicht mogelijk bij de plek waar het kind woont. SKOzoK is een open en lerende omgeving voor de medewerkers waarin op professionele wijze wordt gewerkt. Dit houdt onder andere in dat we verantwoordelijkheid nemen, afspraken nakomen en voorbeeldgedrag belangrijk vinden en dat we elkaar hier op aanspreken. We hebben een actieve en duurzame samenwerkingsrelatie met ouders, gemeenten en ketenpartners. Onze organisatie wordt gedreven door efficiëntie en effectiviteit om de beschikbare middelen zo goed mogelijk te benutten. We beschikken over relevante managementinformatie om te kunnen sturen op kwaliteit en continuïteit.
5.1.2 Aandacht voor waarden en normen en sociaal emotionele ontwikkeling Het ontwikkelen van een door onze maatschappij geaccepteerd waarden en normen besef is de basis voor goed sociaal functioneren. Dit besef komt niet vanzelf. Hier moeten kinderen in worden begeleid en soms met vallen en opstaan in groeien. Juist in het sociaal functioneren leren kinderen zichzelf kennen en dat is weer de voorwaarde voor emotioneel vrij zijn. We willen met ons onderwijs een zodanige bijdrage aan de ontwikkeling van de kinderen leveren, dat kinderen straks in staat zijn eigen keuzes te maken. Keuzes waar ze zelf verantwoordelijkheid voor kunnen dragen en die bijdragen aan een gelukkig leven voor zichzelf en voor de mensen om hen heen.
5.1 Kenmerken van onze school Met deze visie en missie van Skozok in het achterhoofd hebben we een aantal richtinggevers geformuleerd die we als uitgangspunt nemen voor ons onderwijs: Een veilige sfeer voor alle kinderen. Ruime aandacht voor waarden en normen en de sociaal emotionele ontwikkeling. Een open en heldere communicatie tussen alle betrokkenen. Een uitdagende leeromgeving creëren. Afstemming van het onderwijs op de ontwikkelingsbehoefte van het kind. Het optimaal benutten van elkaars sterke kanten. De balans vinden tussen aanbodgestuurd en vraaggestuurd onderwijs. Een continue bewaken van en werken aan kwaliteitsverhoging
5.1.3 Een open en heldere communicatie tussen alle betrokkenen Leren is een proces dat gebeurt in een samenspel met de omgeving en de ander. Daarvoor is een goede communicatie noodzakelijk. Open communicatie tussen leerkrachten, kinderen en ouders blijft voortdurend om onze aandacht vragen. 5.1.4 Een uitdagende leeromgeving creëren Kinderen moeten gestimuleerd worden om met de vele talenten die ze hebben te wíllen leren. Ze moeten op allerlei terreinen meer eigen verantwoordelijkheid krijgen. Verantwoordelijk voor materialen, verantwoordelijkheid voor sfeer, orde en rust in de klas en voor hun eigen leerproces. Verantwoordelijkheid kun je alleen maar nemen als je de ruimte krijgt om je zelfstandig op te stellen. Wij willen de leerlingen steeds meer zelfstandigheid geven. Zelfstandigheid betekent dan voor leerlingen dat zij keuzes kunnen en durven maken. Dat gaat niet vanzelf, maar dat moet je leren, bijvoorbeeld als het gaat over: keuzes in taken, keuzes in tijdstippen waarop je een taak maakt, keuzes in opdrachten. Kiest een kind voor een bepaalde weg dan wordt hij/zij daar dan ook verantwoordelijk voor gesteld. We willen dit realiseren door een uitdagende leeromgeving te scheppen. Deze uitdaging kunnen we vinden in verschillende werkvormen en door de te verkennen wereld binnen te halen of juist te gaan bezoeken. Door de leeromgeving stimulerend te maken, dagen we de kinderen uit zelf op zoek te gaan naar informatie. Te leren om deze opgedane informatie toe te passen, te delen en te verwerken.
5.1.1 Een veilige sfeer voor iedereen Kinderen hebben een gevoel van veiligheid nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Ze moeten zich gewaardeerd voelen, zich thuis voelen, en het gevoel hebben erbij te horen. We kiezen daarom voor een positieve benadering met duidelijke regels en afspraken. Door problemen te zien als uitdagingen en ze te bespreken met de kinderen, leren we de kinderen hoe we de sfeer goed en veilig kunnen houden.
13
5.1.5 Afstemming van ons onderwijs Ieder kind is anders in aanleg en ontwikkeling. Wij willen ons onderwijsaanbod zoveel mogelijk afstemmen op deze individuele verschillen tussen de kinderen. Dit doen we door het leerstofaanbod, de instructie en de verwerking op verschillende niveaus aan te bieden. Maar ook door verschillende werkvormen te hanteren. Instructie en begeleiding in kleine groepjes, pre-instructie en zelfs het volgen van individuele leerlijnen zijn mogelijkheden die zorgen voor afstemming op de specifieke ontwikkeling van het individuele kind.
de andere schoolteams van de Bergeijkse basisscholen, aan onze kwaliteit door dan onze eigen vaardigheden verder te ontwikkelen en/of te werken aan ons onderwijsaanbod. Het meeste wordt er echter nog wel geleerd door het dagelijks in de praktijk samen verantwoordelijk zijn.
5.2 De katholieke identiteit van de school Basisschool St. Bernardus is een katholieke school. De school staat echter open voor alle kinderen en hun ouders, ongeacht hun levensovertuiging. Gezamenlijk proberen we de katholieke identiteit gestalte te geven door in ons doen en laten een aantal waarden die in de christelijke traditie van belang zijn, waar te maken. In samenwerking met de parochie, geven we ondersteuning aan de parochiële werkgroepen ter voorbereiding en organisatie van de Eerste Heilige Communie en het Vormsel. De kinderen maken ook kennis met andere godsdiensten zoals het Jodendom, de Islam, het Hindoeïsme en het Boeddhisme. De geloofsopvoeding is een taak van de ouders. Samen met die ouders probeert de school vorm en inhoud te geven aan de katholieke identiteit. Dat doen we:
5.1.6 Het optimaal benutten van elkaars sterke kanten. Verschillende mensen hebben verschillende kwaliteiten. Als volwassenen en als kinderen, moeten we ons daar bewust van zijn, mee om leren gaan en vooral gebruik van maken. We kunnen vaak het meeste leren van mensen die anders zijn, door ons daar voor open te stellen. Door als leerkrachten echt samen te werken, kunnen wij de kinderen optimaal begeleiden. Door de kinderen samen te laten werken, kunnen zij nog meer van elkaar leren. Hoekenwerk, opdrachten in groepsverband, het samen bedenken van oplossingen en samen voorbereiden en presenteren van werkstukken, zijn mogelijkheden om dit te stimuleren.
Door niet alleen te praten over normen en waarden, die we willen overbrengen. Kinderen, ouders en collega's moeten die ook in de dagelijkse praktijk ondervinden. Door er van uit te gaan dat ieder mens, ieder kind uniek is, dus anders, maar daarin ook juist gelijk en gelijkwaardig. We respecteren en waarderen de verschillen die er zijn tussen de kinderen. We proberen kinderen de ruimte te geven om te kunnen zijn wie ze zijn en hen te leren ook op deze manier met elkaar om te gaan. Door ervan overtuigd te zijn dat ieder mens er het beste van wil maken. Daarom zoeken we in de eerste plaats naar het goede in leerlingen, collega's en ouders en hebben we vertrouwen in hun goede wil. Door veel waarde te hechten aan samenwerken, elkaar helpen en samen delen. Door de kinderen proberen op te voeden tot verantwoordelijkheidszin voor elkaar en voor de wereld om hen heen. Door in de lessen, waar dit van toepassing is, aandacht te besteden aan het maken van keuzes vóór rechtvaardigheid, medemenselijkheid, vrede, vrijheid, tolerantie, milieubewust leven en tégen geweld, discriminatie en vooroordelen.
5.1.7 De balans zoeken tussen sturend en zelfsturend onderwijs. Door te zorgen voor activiteiten die voor de kinderen Betekenisvol zijn, raken zij intensief betrokken bij het onderwijs, waarmee wij onze Bedoelingen willen bereiken. Bij een optimale Betrokkenheid leren kinderen het makkelijkst en hebben zij de minste sturing nodig. Dit is dan ook ons streven. Helaas is die betrokkenheid niet altijd optimaal te krijgen voor alle leerlingen. Om dan toch de Bedoelingen (doelstellingen) te bereiken, zal de leerkracht wat meer aanbodgestuurd moeten begeleiden. Deze balans tussen aanbodgestuurd door de leerkracht en vraaggestuurd door het kind is vaak voor ieder kind en iedere activiteit anders. En daarin moeten wij de balans vinden die zorgt voor een optimaal leerrendement.
Daarnaast blijkt het katholieke karakter van onze school ook uit zaken die direct verband houden met de katholieke geloofstraditie, zoals: De lessen godsdienst en levensbeschouwelijke vorming. We werken met de methode ‘reis van je leven’. De ondersteuning die we geven aan de werkgroepen bij de voorbereiding op de Eerste Heilige Communie en het Vormsel. Door de kinder- en gezinsvieringen. De viering van de Christelijke feestdagen.
5.1.8 Een continu bewaken van en werken aan kwaliteitsverhoging Jaarlijks stellen we onze onderwijsdoelen vast, die we dan ook aan het eind van het schooljaar evalueren. Dit gebeurt op schoolniveau, op groepsniveau en ook op het niveau van de persoonlijke ontwikkeling. Leerkrachten volgen cursussen of trainingen, zowel intern verzorgd door SKOzoK als extern door derden. Daarnaast werken we tijdens studiedagen en studiemiddagen als team, maar ook in samenwerking met
14
5.3 De contacten met de ouders Het begeleiden van kinderen in hun ontwikkeling is een gezamenlijke taak van ouders en school, waarin ieder zijn eigen verantwoordelijkheden heeft, maar waarin afstemming op elkaar van wezenlijk belang is. Daarom stelt de school een goed en zorgvuldig contact met de ouders erg op prijs. We zijn er van overtuigd dat alleen middels een goede samenwerking tussen ouders en school, de begeleiding van de kinderen optimaal kan verlopen. We proberen dan ook om de ouders zo goed mogelijk bij de school te betrekken en hen op de hoogte te houden van wat er op school speelt. Er wordt op diverse manieren informatie gegeven over de vorderingen van de kinderen zodat de ouders in staat zijn om het ontwikkelingsproces van hun kind(eren) goed te volgen. We vinden het fijn als ouders regelmatig de school binnen lopen om een informeel praatje te maken over hun kind(eren). We stellen het zeer op prijs als ouders een afspraak maken met de leerkracht als zij iets bijzonders te bespreken hebben. De ouders zijn vertegenwoordigd in de Medezeggenschapsraad en in de Ouderraad. Meer informatie hierover vindt u in hoofdstuk 2 van deze schoolgids.
Tegelijkertijd moeten we zorgen voor de doorgaande lijn in groep 1 t/m 8. Daarom hebben we gekozen voor gezamenlijke methodes voor de hele school voor de muzische vorming en catechese. Voor voorbereidend rekenen gebruiken we de voorloper van de methode De Wereld in Getallen en de methode Schatkist. Voor de taalontwikkeling gebruiken we voornamelijk de methode “Schatkist”. Het is natuurlijk van belang, dat al deze activiteiten zodanig in een programma worden ingepast, dat ze aansluiten bij de interesse en de belevingswereld van de kinderen. Daarom wordt er ook veel gewerkt rond thema’s , b.v. de kinderboekenweek, Sinterklaas, Kerstmis, Carnaval, beroepen, wonen, water, vakantie, geboorte, enz. Verder zijn er allerlei onderwerpen uit de belevingswereld van de kinderen, die ze zelf aangedragen.
De thema’s zijn opgenomen in een beredeneerd aanbod.
6. De inhoud van het onderwijs 6.1 Kleuteronderwijs Hoewel de groepen 1 en 2 natuurlijk deel uit maken van de “basisschool”, vraagt de begeleiding van de kleuters toch een heel specifieke aanpak. Een van de belangrijkste uitgangspunten hierbij is: “spelen is leren”. Een kleuter ontwikkelt zich spelenderwijs, dus spel is een eerste vereiste. Wij zorgen voor een omgeving waarin het kind zich optimaal kan ontwikkelen, een omgeving die het kind uitdaagt. We observeren en volgen kinderen, zodat we kunnen inspringen als dat nodig is en bieden hulp bij eventuele geconstateerde achterstanden. Hierbij krijgen onderstaande ontwikkelingsgebieden de nodige aandacht: De sociaal-emotionele ontwikkeling: - het leren omgaan met elkaar, redzaamheid, sociale vaardigheden
6.2 Taalonderwijs Op onze school willen we met goed taalonderwijs een belangrijke bijdrage leveren aan de persoonlijkheidsontwikkeling van ieder kind. We gebruiken hiervoor als leidraad bij de kleuters o.a. ”Schatkist taal “. In groep 3 “Veilig leren lezen“ en bij de overige groepen gebruiken we de methode “Taal Actief “.
De zintuiglijke ontwikkeling - gehoor, gezicht, tast, reuk, smaak Voorbereidend rekenen / wiskunde -tellen, meten, ordenen
6.2.1 Aanvankelijk Taal – en Lees onderwijs Voor het aanvankelijk lezen gebruiken we de methode “Veilig Leren Lezen”. De basis van Veilig leren lezen is de zogenoemde structuurmethode. Door zorgvuldig gekozen woorden veelvuldig te structureren (ontsleutelen en samenvoegen) leren kinderen: - dat een woord uit klanken (fonemen) bestaat; - dat die klanken door grafische tekens (grafemen/letters) worden weergegeven; - dat je nieuwe woorden kunt lezen door grafemen van een woord te verklanken en die klanken te verbinden tot een woord. De methode Veilig leren lezen biedt ruimte voor verschillen en maakt adaptief onderwijs praktisch uitvoerbaar, zodat we
Taal-denk-ontwikkeling -taalgebruik, woordenschat, kennismaken met geschreven taal Motorische ontwikkeling - grove motoriek: rennen, springen, balanceren, rollen enz. - fijne motoriek: kleuren, kralen rijgen, borduren, mozaïek enz. Muzische/creatieve ontwikkeling - dans, drama, muziek, handvaardigheid, tekenen Catechese
15
duo- en tutorlezen, inzet van hulpprogramma’s op computer, begeleid door leerkracht enz. Tutors zijn oudere leerlingen, ervaren lezers, die jongere leerlingen helpen bij het leesproces. Ook doen we dan een beroep op de ouders om sámen met hun kind thuis iedere avond te lezen.
nog beter kunnen inspelen op de verschillen tussen leerlingen . De methode biedt daarvoor concrete materialen voor zelfstandige verwerking op verschillende niveaus. Ook moderne hulpmiddelen zoals de computer worden ingezet. 6.2.2 Taal Taal maakt ordening mogelijk; met taal kan een kind ervaringen onder woorden brengen. Met taal treden we in contact met anderen; we laten kinderen vertellen over hun ervaringen, belevenissen, gedachten en gevoelens. We scheppen ruimte voor discussie en overleg; creatief spel en dramatiseren. Bij het spellen van woorden leert het kind, dat taal ook gebonden is aan regels. Alleen woorden die het kind op dit moment nodig heeft voor schriftelijke communicatie worden ingeoefend. In een programmatische opbouw worden de volgende taalvaardigheden geoefend:
De vaardigheden schrijven en lezen liggen dicht bij elkaar. Kinderen vinden het leuk wanneer anderen hun verhaaltjes of briefjes lezen. Schrijven vereist de nodige technische
Spreken: Ontwikkelen van het vermogen tot communiceren. Taalschat: Uitbreiden woordenschat Relaties leren leggen tussen woorden en woordgroepen. Leren werken met begrippen als betekenis, beeldspraak, letterlijk/figuurlijk taalgebruik enz.
vaardigheid, waar we dan ook veel aandacht aan besteden. We gebruiken hiervoor de methode “Pennenstreken “ 6.3.1 Begrijpend lezen en voortgezet technisch lezen: Omdat het begrijpen van geschreven tekst, voor kinderen in allerlei situaties zo enorm belangrijk is, hebben we het schooljaar 2007- 2008 gezocht naar een nieuwe methode. Uiteindelijk is gekozen voor de methode “Goed gelezen”. In het schooljaar 2008-2009 is deze methode in gebruik genomen. Deze methode biedt voldoende mogelijkheden tot samenwerkend leren, ruim voldoende mogelijkheden tot differentiatie naar niveau en zorgt voor toepassing van het geleerde in andere vakgebieden. Ook sluit hij goed aan bij de belevingswereld van het kind.
Taalspel: Uiting leren geven aan gedachten en gevoelens d.m.v. taal. Stellen: Gedachten, gevoelens en bedoelingen leren uiten in verhaal, dialoog, enz. Teksten leren schrijven waarin eigen mening, waardering of kritiek doorklinkt. Verschillende soorten brieven leren schrijven. Werkstukken leren maken. Anderszins functioneel leren stellen.
Ook voor het voortgezet technisch lezen is gekozen voor de methode “Goed gelezen”. Op die manier sluit het technische lezen perfect aan bij het begrijpend lezen en ontdekken kinderen dat het technische lezen geen doel op zich is, maar dat je het nodig hebt om teksten goed te kunnen begrijpen. En dit is op zijn beurt weer nodig om te kunnen genieten van teksten of de informatie eruit te kunnen verwerken.
Spellen: Leren toepassen van de afspraken m.b.t. de spelling van onveranderlijke en veranderlijke woorden. Luisteren: Leren vasthouden, reproduceren, en verwerken van boodschappen en mededelingen. Ontwikkelen van motivatie tot luisteren. Leren begrijpen wat de bedoeling van een bepaalde boodschap is.
6.4 Rekenonderwijs:
We gebruiken hiervoor de methode Taal Actief en Taal Actief Woordenschat 6.3 Leesonderwijs Het leesonderwijs op onze school heeft de afgelopen jaren veel vernieuwing ondergaan. Wanneer leerlingen zich de eerste technische leesvaardigheden eigen hebben gemaakt, kunnen ze ieder op hun eigen niveau verder oefenen middels het AVI-lezen. Kinderen die extra hulp nodig hebben worden op school extra begeleid. In het groepsplan wordt omschreven op welke manier en wanneer deze kinderen de extra hulp ontvangen. B.v. extra oefenen op woord- en tekstniveau,
Voor het vakgebied rekenen gebruiken we de rekenmethode:‘De wereld in getallen’. Wij zijn ervan overtuigd dat deze methode ons in staat stelt om nog beter in te spelen op realistische leersituaties.
16
6.8 Godsdienst en geestelijke stromingen
Kinderen leren om herkenbare probleemsituaties uit het dagelijks leven op te lossen. Ze leren om te gaan met plattegronden, grafieken en tabellen en ze leren inzicht te krijgen in ons getalsysteem. Inzicht is belangrijker dan het aanleren van rekentrucjes die je zelf eigenlijk niet eens begrijpt. Kinderen mogen de voor hen meest handige manier van rekenen hanteren. Begrijpen wat je leert, is het uitgangspunt van deze methode. ‘De wereld in getallen’ sluit volledig aan bij de visie die wij op onderwijs hebben. De balans tussen aanbod gestuurd( wat de leerkracht je leert) en vraaggestuurd leren is heel wezenlijk in ons rekenonderwijs. De methode heeft een sterk adaptief karakter zodat ook de aftstemming op het niveau van het kind hier tot uiting komt .
In alle groepen wordt godsdienstonderwijs gegeven. Daarvoor gebruiken we de methode ‘Reis van je leven’. We verlenen medewerking aan de voorbereiding van gezinsvieringen, EHC en Vormsel van de parochie. Ouders en parochie nemen initiatieven bij de voorbereiding. De school faciliteert in organisatie en comunicatie. Wat de geestelijke stromingen betreft maken de kinderen kennis met de grote wereldgodsdiensten zoals Jodendom, Christendom, Islam en Hindoeïsme. Ook burgerschap en integratie zijn topics binnen dit “vakgebied”. De nieuw in te voeren kring- en forum activiteiten zijn hiervoor uitermate geschikt. 6.9 Sociaal Emotionele ontwikkeling We vinden het erg belangrijk om op een positieve en concrete manier aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen te besteden. Dit draagt bij aan een prettig schoolklimaat en geeft de kinderen een goede basis mee voor later. De methode “Goed gedaan!” houdt rekening met de wereld waarin kinderen vandaag de dag opgroeien. Dat is een wereld die o.a. door de media (tv, internet) erg groot en divers is, en waarin kinderen zeer verschillend voorbeeldgedrag krijgen. Goed gedaan! geeft hen meer zicht en grip op hun eigen emoties en gedrag en maakt hen het "hoe en waarom" van sociale vaardigheden duidelijk. De activiteiten voor de kinderen zijn motiverend en aansprekend. De nadruk daarbij ligt op ervaren en doen. Sociaal-emotionele vaardigheden leer je immers niet uit een boekje.
6.5 Engels Het vak Engels wordt gegeven aan de leerlingen van de groepen 7 en 8 met behulp van de methode ‘Let’s do it’. (We zijn op zoek naar een nieuwe methode) De kinderen leren in een veelheid van situaties nuttig gebruik te maken van het Engels als taal. 6.6 Wereld-oriënterende vakken Tijdens de wereldoriënterende vakken krijgen de kinderen op alle mogelijke manieren informatie. Dit gebeurt d.m.v. verhalen, dia’s, tv. lessen, klassengesprekken, platen, teksten en computer. De start van een les zal meestal klassikaal verlopen. De verwerking vindt zowel in groepen als individueel plaats. Wereldoriëntatie wordt op onze school in zaakvakken gesplitst gegeven. Dat wil zeggen dat aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs (waaronder biologie) apart gegeven worden. Voor alle zaakvakken hebben we een methode tot onze beschikking. Aardrijkskunde Geschiedenis Natuurkunde
De blauwe planeet Bij de tijd Wijzer door de natuur
6.10 Expressie en lichamelijke opvoeding Naast de instrumentele vaardigheden geven we ook voldoende aandacht aan de creatieve vakken als handvaardigheid, tekenen, muziek,dans en drama. We gebruiken hiervoor o.a. de materialen van “Moet je doen“. Vanuit de werkgroep Culturele Vorming worden voor de kinderen elk jaar culturele activiteiten georganiseerd die d.m.v. een project worden voorbereid en verwerkt.
6.7 Verkeer Bij de verkeerslessen proberen we zo goed mogelijk aan te sluiten bij het huidige verkeer, zoals kinderen het dagelijks ervaren als voetganger en/of fietser. De nadruk ligt ook op handelend bezig zijn. Wij gaan er op uit en organiseren excursies. Een methode is uitgangspunt voor het geven van de verkeerslessen. We gebruiken “Wijzer door het verkeer”.
Tijdens de bewegingslessen richten we ons op het ontwikkelen van een goede en veelzijdige motoriek, op het
17
plezier van de kinderen in bewegen en spelen en op het bevorderen van sociaal gedrag in bewegings- situaties. Er zijn toestellessen en spellessen. In het kader van een onlangs landelijk opgestart project “Sport2 School” maken de kinderen o.l.v. erkende sportinstructeurs en trainer kennis met diverse vormen van sport. Hockey, tafeltennis, judo en basketbal vormen de eerste onderdelen van dit project waaraan we 3 jaar gaan deelnemen.
Internet Hanteren zoekmachines Word Powerpoint Als middel voor presentaties: Verhaaltjes met afbeeldingen Werkstukken, spreekbeurten Powerpoint 6.13 Activiteiten die ons onderwijs, nog meer inhoud geven.
6.11 De werkvormen die wij bij ons onderwijs hanteren Instructielessen Binnen de vakken taal, lezen en rekenen wordt uitgegaan van het leerstofjaarklassensysteem. Dat wil zeggen dat kinderen van een zelfde leeftijd bij elkaar in de groep zitten.
Festiviteiten Festiviteiten zijn ook onderdeel van ons schoolgebeuren. We denken hierbij aan verjaardagen, jubilea, Sinterklaas, Kerstmis, Carnaval en nog veel meer. Gezamenlijke vieringen zoals een opening of afsluiting van een project komen regelmatig voor. Ook evenementen zoals themadag, Buchtdag, sportdag en schoolreisje horen hierbij.
Om daarbinnen recht te doen aan de verschillen tussen leerlingen wordt het ABC lesmodel gebruikt bij de instructie. Dat wil zeggen dat instructie en begeleiding wordt gegeven in 3 niveaus: Kinderen die moeite hebben met de leerstof krijgen verlengde instructie, zij worden extra geholpen om het basisprogramma te kunnen verwerken en eventuele achterstand in leerstof nogmaals aan de orde te laten komen. (drijfvermogen) De gemiddelde leerlingen krijgen de instructie die ze nodig hebben en kunnen dan zelfstandig de stof verwerken.(Basisaanbod) Kinderen die verder zijn in ontwikkeling krijgen een korte instructie of een aangepaste instructie op hun niveau waarna ze de stof zelfstandig verwerken en waarna ze een verrijkingsprogramma kunnen maken. (Verdieping. Zelfstandig werken We vinden het belangrijk dat kinderen leren om een taak zelfstandig uit te voeren en dat ze elkaar daarbij kunnen helpen. We verstaan onder zelfstandig werken het volgende:
Excursies Deze worden door de verschillende groepen gemaakt in het kader van diverse projecten, waarbij de inhoud zal aansluiten bij wat leeft onder de kinderen of bij wat aan de orde is op school. Zo worden er bijvoorbeeld elk jaar diverse culturele activiteiten georganiseerd door de werkgroep Culturele Vorming. Ook een bezoek aan de bibliotheek staat voor diverse groepen gepland. Groep 8 maakt kennis met de scholen voor Voortgezet Onderwijs.
de leerlingen plannen hun eigen werk. ze werken met een weektaak. er worden vaste momenten op het rooster ingepland om hieraan te werken. er zijn verplichte- en keuzeonderdelen. we koppelen deze zelfstandig werkmomenten o.a. aan taal, lezen en rekenen. we komen tegemoet aan de verschillen tussen de kinderen. op het formulier geeft het kind aan of het alleen gewerkt heeft of samen met een ander het gaat vooral om het inoefenen van leerstof de organisatie is erop gericht dat de leerling zelfstandig leert te werken en de leerkracht tijd heeft voor extra instructie en of begeleiding.
Projecten Regelmatig vinden er in alle groepen thematische projecten plaats. Tijdens projecten werken kinderen thematisch aan onderwerpen die binnen hun ervarings- en belevingswereld liggen.
6.12 ICT en de inhoud van ons onderwijs. De computer is helemaal geïntegreerd in ons schoolgebeuren en wordt dagelijks gebruikt in alle groepen. We maken gebruik van het SKOOL-netwerk dat is aangepast aan het niveau van de basisschoolleerling. We stimuleren de kinderen om de computer op de volgende manieren te gebruiken:
Naast nieuwe projecten zien we ook een aantal min of meer “vaste” projecten die jaarlijks terugkeren in ons aanbod: De Kinderboekenweek Nationaal schoolontbijt (voeding) Project rondom culturele vorming Week van de Lentekriebels (relaties en seksualiteit) De Rode Draad (bibliotheek /leesbeleving)
Als leermiddel: programma’s voor taal, spelling, lezen, rekenen en wereldoriëntatie Als middel voor informatieverwerving en verwerking:
18
7. Volgen van de ontwikkeling – OND kinderen Het volgen van de ontwikkeling van kinderen vinden we heel belangrijk. Wanneer we weten waar een kind staat in zijn ontwikkeling kunnen we het onderwijs daar zo goed mogelijk op afstemmen. Om de ontwikkeling van een kind goed in kaart te kunnen brengen, observeren we de kinderen en nemen we regelmatig toetsen af. We noemen dit een ‘leerlingvolgsysteem’. In de groepen 1 en 2 wordt gewerkt met een observatielijst. Hierin worden de ontwikkelingen van elk kind bijgehouden. Eind groep 1 en in groep 2 wordt een Cito toets afgenomen om een beeld te krijgen van de voorbereidende lees-, schrijf- en rekenvaardigheden. Op deze manier verkrijgen we ook de nodige objectieve informatie over de vorderingen van het kind, op dát moment. Speciale aandacht is er voor de kinderen die geboren zijn in de maanden oktober, november of december. Binnen SKOzoK is er een uniform beleid geformuleerd betreffende kinderen die instromen in groep 1, in één van deze maanden. Deze zgn. “OND-kinderen” stromen immers regulier in minder dan 2 jaren door naar groep 3. Hoe we daar mee omgaan en de criteria die hierbij een rol spelen zijn schriftelijk vastgelegd en bij de directie verkrijgbaar. Vanaf groep 3 wordt op een aantal momenten getoetst hoe het staat met de basisvaardigheden. Hieronder verstaan we de volgende vakgebieden: rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen, taal en spelling. We gebruiken hiervoor toetsen van CITO - LOVS (Centr. Instituut voor Toetsontwikkeling). Stagnatie of terugval in de ontwikkeling van het kind kan op deze manier tijdig gesignaleerd worden. Naast de cognitieve ontwikkeling volgen we ook de sociaalemotionele ontwikkeling van het kind. Hiervoor gaan we toekomstig het programma Zien voor gebruiken. Dit is een expertsysteem dat de leerkracht helpt bij het bevorderen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen. De observaties en toetsuitslagen, bespreekt de leerkracht 3 maal per jaar met de Kwaliteits-ondersteuner (KO-er) tijdens de groepsbespreking. Alle gegevens van het leerlingvolgsysteem worden bewaard in het leerling-dossier. Dit is strikt vertrouwelijk. Alleen ouders kunnen hier, op afspraak, inzage in krijgen. 7.1 Organisatie van zorg voor leerlingen Op onze school is als Kwaliteitsondersteuner (KO-er) aangesteld Juffrouw Tonnie van Geel. Zij coacht en begeleidt leerkrachten die in hun groep leerlingen hebben die extra zorg nodig hebben. Wanneer blijkt uit de observaties en toetsen dat kinderen zich op sociaal en/of cognitief vlak minder goed ontwikkelen, wordt er extra hulp geboden. De leerkracht stelt ,eventueel in samenspraak met de KO-er of collega, een groepsplan op. Ouders worden hier tijdens een rapportgesprek of een tussentijds gesprek van op de hoogte gesteld.
19
7.2 Passend Onderwijs – HGW - afstemming
Van wat een kind heeft (het probleem) naar wat een kind nodig heeft van de leerkracht: Van probleem gericht naar oplossingsgericht denken en handelen: Van een school die ouders informeert naar een school die tevens de ervaringsdeskundigheid van ouders benut in haar onderwijs.
In het kader van Passend Onderwijs hebben schoolbesturen straks de plicht om aan elk kind een passend arrangement van onderwijs en zorg te bieden. Ons samenwerkingsverband heeft ervoor gekozen om via het project Afstemming (handelingsgericht werken) passend onderwijs te realiseren.
7.3.2 De cirkel van handelingsgericht werken
Centraal in het project staat dat passend onderwijs geboden wordt, waarin alle leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen op basis van hun mogelijkheden en talenten. Via handelingsgericht werken willen we het onderwijs afstemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Vanuit deze gedachten hebben we onze visie op zorg ontwikkeld. 7.3.1 Visie op zorg Ieder kind op onze scholen verdient onze zorg. Vanuit Het traject afstemming werken de scholen aan deze zorg. Het handelingsgericht werken (HGW) is het kader van waaruit we de kindbegeleiding gestalte geven. Met HGW beogen wij de kwaliteit van ons onderwijs en de begeleiding van al onze kinderen te verbeteren. HGW maakt adaptief onderwijs en doeltreffende kindbegeleiding concreet, zodat ons team effectief kan omgaan met verschillen tussen kinderen.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Waarnemen
Plannen
Begrijpen
We onderscheiden vier verschillende fases met in totaal zeven stappen.
HGW is een planmatige en cyclische werkwijze waarbij we de volgende zeven uitgangspunten toepassen. 1.
Realiseren
De onderwijsbehoeften van kinderen staan centraal: wat heeft een kind nodig om onderwijsdoelen te behalen? Het gaat om afstemming en wisselwerking: het gaat niet alleen om het kind, maar om het kind en de wisselwerking met zijn omgeving. Het gaat om het kind in deze groep, bij deze leerkracht, op deze school en van deze ouders. De leerkracht doet ertoe: de leerkracht realiseert passend onderwijs en levert daarmee een cruciale bijdrage aan een positieve ontwikkeling van de kinderen. Positieve aspecten zijn van groot belang: van zowel kind, leerkracht, school, de groep en ouders. Positieve factoren bieden aanknopingspunten voor het stellen van ambitieuze doelen en om een succesvol plan van aanpak te kunnen uitvoeren. We werken constructief samen: samenwerking tussen leerkracht, kind, ouders interne en externe begeleiders is noodzakelijk om een effectieve aanpak te realiseren. Ons handelen is doelgericht: het team formuleert korte- en lange termijndoelen voor het leren, de werkhouding en het sociaal-emotioneel functioneren van alle kinderen en evalueert deze in een cyclus van planmatig handelen. De werkwijze is systematisch, in stappen en transparant: het is voor betrokkenen duidelijk hoe de school wil werken en waarom.
Fase 1. Waarnemen/signaleren Stap 1: verzamelen van kind gegevens in een groepsoverzicht Stap 2: signaleren van kinderen die extra begeleiding nodig hebben Stap 3: bepalen van de doelen voor de komende periode
Fase 2. Begrijpen/analyseren Stap 4: benoemen van de onderwijsbehoeften van alle kinderen
Fase 3. Plannen Stap 5: clusteren van kinderen met vergelijkbare onderwijsbehoeften Stap 6: opstellen van een groepsplan
Fase 4. Realiseren Stap 7: uitvoeren van het groepsplan
De cyclus van handelingsgericht werken doorlopen we drie keer per jaar. Tijdens de groepsbespreking bespreken we het wel en wee van de groep; hoe gaan kinderen met elkaar om en hoe zijn de leerresultaten van de kinderen. Als er kinderen zijn die meer specifieke onderwijsbehoeften hebben dan bespreken we deze tijdens een leerling bespreking. Op het moment dat er zorgen zijn rondom een kind worden de ouders altijd op de hoogte gebracht. Het kan dus niet zo zijn dat uw kind wordt besproken zonder dat u hier van op de hoogte bent. We kijken altijd vanuit een positieve insteek; wat heeft dit kind, op deze school, in deze groep, met deze leerkracht, met deze ouders nodig om zich zo optimaal mogelijk te kunnen ontwikkelen.
De zeven uitgangspunten bieden een kader. We streven ernaar alle uitganspunten tot hun recht te laten komen binnen een cyclisch proces. Het werken volgens de zeven uitgangspunten kunnen een omslag in denken betekenen, zoals:
20
7.3.3 Begeleiding, onderzoek en advies door externe instanties Om mede de juiste zorg voor kinderen te kunnen bepalen, kunnen we als school advies vragen bij diverse externe instanties. Zij adviseren en bieden hulp aan leerkrachten bij de begeleiding van leerlingen. Soms doen ze dit aan de hand van een onderzoek. Daarnaast bieden buitenschoolse instanties mogelijkheden tot scholing en training voor leerkrachten, teams en directies. Een traject met een externe instantie verloopt meestal op de volgende manier:
vervolgens advies over de meest geschikte vorm van extra zorg voor het kind. De volgende zorgvoorzieningen zijn mogelijk: - Op de basisschool blijven met een vorm van speciale hulp, bv. Ambulante begeleiding. - Plaatsing op een andere basisschool waar meer specifieke hulp mogelijk is. - Plaatsing op een school voor speciaal basisonderwijs. In sommige gevallen is het mogelijk dat ouders leerlinggebonden financiering (LGF) voor hun kind aanvragen. Zie hoofdstuk 5.8. Wanneer LGF is toegekend hebben de ouders in overleg met school de volgende keuzemogelijkheden:
In een eerste gesprek leggen leerkracht en KO-er uit wat het probleem is en wat de vraag aan de externe hulpverlener is. Afhankelijk van het probleem wordt afgesproken of er verder onderzoek moet plaatsvinden en zo ja, welke onderzoeksactiviteiten dit zullen zijn.
-
Het kind blijft op de basisschool en maakt gebruik van het zogenaamde “rugzakje”. In dit rugzakje zit formatie die de school in kan zetten om het kind extra te begeleiden. Daarnaast zit er een geldbedrag in dat de school kan gebruiken voor de aanschaf van speciale leer- en hulpmiddelen voor het kind. Ook krijgt de school ambulante begeleiding vanuit een school voor speciaal onderwijs uit het betreffende REC.
-
Het kind gaat naar een andere basisschool waar meer specifieke hulp mogelijk is. Er wordt dan eveneens gebruik gemaakt van het rugzakje.
-
Het kind wordt geplaatst op een school voor speciaal onderwijs in het betreffende REC.
De ouders ontvangen een toestemmingsformulier. Hierin wordt toestemming gevraagd voor het onderzoek en voor het uitwisselen van gegevens met andere instanties die betrokken zijn bij het kind. Vervolgens vindt het onderzoek plaats. Er zijn verschillende onderzoeksactiviteiten mogelijk zoals een observatie, psychologisch onderzoek om de verstandelijke- en of persoonsontwikkeling van een kind in kaart te brengen, afname vragenlijsten enz. De resultaten van het onderzoek worden besproken met de ouders, leerkracht en KO-er. Meestal is bij dit gesprek een medewerker van de uitvoerende instantie aanwezig. Het uiteindelijke verslag van de onderzoeksresultaten gaat naar de ouders en naar de school. Als laatste ontvangen ouders een evaluatieformulier. Hierop kunnen zij hun mening geven over de geboden hulp door de externe instantie. De gegevens die over het kind zijn verzameld, worden in het administratiesysteem in bewaard. Deze gegevens worden alleen met toestemming van ouders doorgegeven aan derden
Ons streven is om alle kinderen op de basisschool te houden, dus ook de kinderen die extra zorg nodig hebben. Het is voor een kind immers prettig om in zijn eigen vertrouwde omgeving naar de basisschool te gaan. Als we constateren dat onze basisschool niet aan de juiste onderwijsbehoefte van een kind kan voldoen, zullen we samen met de ouders op zoek gaan naar een school die wel de mogelijkheden biedt, die het kind nodig heeft. Volgens wettelijk voorschrift moet de gemeente voorzieningen treffen voor wat betreft de regeling van het vervoer naar een school voor speciaal onderwijs. Hierover kan altijd contact worden opgenomen met de gemeente, afdeling welzijn en onderwijs.
7.4 Als extra begeleiding niet voldoende is Als blijkt dat de hulp die we als school geven niet voldoende resultaat oplevert, volgt een gesprek met ouders, leerkracht, KO-er en eventueeel een externe deskundige. Er kan vervolgens besloten worden om een nieuw plan op te stellen of om verdere hulp in te schakelen. Er zijn verschillende mogelijkheden voor extra hulp:
7.5 Onderwijs aan zieke leerlingen. Als blijkt dat uw kind door ziekte langere tijd niet naar school kan komen, dan is het van belang dat u dit aan de leerkracht kenbaar maakt. De leerkracht kan dan samen met u bekijken hoe het onderwijs aan uw kind toch voortgezet kan worden. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen die verbonden is aan de SBD of het academisch ziekenhuis. Als u meer wilt weten over onderwijs aan zieke leerlingen kunt u informatie opvragen bij de intern begeleiders. U kunt ook informatie vinden op de volgende site, www.ziezon.nl.
Een kind kan aangemeld worden bij de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) van het samenwerkingsverband van Weer Samen Naar School Valkenswaard. De school informeert de PCL over het probleem van het kind en geeft aan wat er al gedaan is om het probleem aan te pakken. Die informatie wordt gegeven in de vorm van het onderwijskundig rapport. Dit onderwijskundig rapport wordt in een gesprek met de PCL nader toegelicht. Ook gaat de PCL in gesprek met de ouders van het kind. Wanneer de PCL dan nog vragen heeft, kan er aanvullend onderzoek worden gedaan. De PCL geeft
21
7.6 Rapportage aan ouders. We vinden het belangrijk om ouders goed te informeren over de ontwikkelingen en de vorderingen van hun kind op school. Contacten met de ouders van de kleuters gaan in de vorm van oudergesprekken op school. Bij de kleuters is er als eerste een kennismakingsgesprek. De ouders vertellen over hun kind. Als houvast hebben de ouders een kijklijst gekregen die ze thuis mogen invullen. Het tweede gesprek komt vanuit de juf. Zij vertelt over de vorderingen van het kind. Aan het eind van het schooljaar krijgen de kinderen een Pompommetje mee naar huis. (De mascotte van Schatkist). Hebben de ouders hier nog vragen over, kunnen ze zelf een gesprek aanvragen bij de juf. Hierin wordt verslag gedaan over diverse ontwikkelingsgebieden o.a. van taal, ordenen, zelfredzaamheid, soc. emotionele ontwikkeling. Daarbij komt ook nog een overzicht bij van de signaleringstoetsen (2x per jaar) LOVS voor kleuters op het gebied van rekenen en taal.
Het kenmerk van de informatieplicht aan de ouder, die niet het dagelijks gezag uitoefent of die niet met het ouderlijk gezag is belast, is dat deze tot stand komt op verzoek. Hoe gaat de school daarmee om? 1. Informatie vanuit de school: • De schoolgids • De schoolkalender • Het infoblad. 2. Informatie over het kind: • Rapport • Rapportgesprekken • Gesprekken bij specifieke problemen • Advisering voortgezet onderwijs Deze informatie kan op verzoek verstrekt worden aan de ouder die niet de dagelijkse zorg uitoefent of die niet belast is met het ouderlijk gezag. De betreffende ouder kan op aanvrage over de schriftelijke informatie beschikken. Met de school wordt dan een afspraak gemaakt op welke manier deze schriftelijke informatie verstrekt wordt. Voor mondelinge informatie kan de betreffende ouder een afspraak maken met de school. Wanneer het belang van het kind zich tegen deze informatieverschaffing verzet, zal naar het oordeel van de schoolleiding deze informatie niet worden verstrekt. Het gaat dan om zwaarwegende omstandigheden. De ouder die zich benadeeld voelt door de weigering kan zich wenden tot het bestuur en uiteindelijk zelfs tot de rechter. Om welke informatie/contacten gaat het niet ?
De kinderen van groep 3 t/m 8 krijgen driemaal per jaar een rapport mee naar huis. Na het eerste en tweede rapport wordt u uitgenodigd om het rapport met de leerkracht te bespreken in een 10- minuten gesprek. Tijdens het oudergesprek licht de leerkracht het rapport verder toe en probeert samen met de ouders de ontwikkeling van het kind zo optimaal mogelijk te volgen. Ook worden de resultaten en de ontwikkelingen van de kinderen gevolgd door de resultaten van de (methode onafhankelijke - ) toetsen van het LOVS te overleggen en met de ouders te bespreken. Indien daartoe aanleiding is, worden ouders tussentijds uitgenodigd voor een gesprek om de ontwikkelingen van het kind te bespreken. Dit kan zowel op initiatief van de ouders als op initiatief van de leerkracht. U kunt na schooltijd altijd binnenlopen om een afspraak met de leerkracht te maken.
1.
Algemene ouderavonden en startavonden. De informatie die op deze bijeenkomsten gegeven wordt is gericht op zaken die van belang zijn voor de ouder die de dagelijkse zorg voor het kind uitoefent.
3.
Vieringen, sport- en speldagen, ouderparticipatie (leesouders e.d.), ouderraad en schoolraad. De deelname en bijbehorende informatie is voorbehouden aan de ouder die het dagelijks gezag uitoefent.
7.8 De overgang naar het voortgezet onderwijs. Alle leerlingen verlaten na groep 8 de basisschool om hun onderwijsloopbaan in het voortgezet onderwijs te vervolgen. Het is van groot belang dat de schoolkeuze die dan gemaakt moet worden zo verantwoord mogelijk gebeurt. Wij vinden het erg belangrijk om in het advies op een lijn te komen met de ouders en het kind. Dit lukt gelukkig bijna altijd. In het begin van het schooljaar wordt er op een ouderavond uitvoerig informatie gegeven over de procedure ten aanzien van het voortgezet onderwijs. Er wordt een jaaroverzicht uitgereikt met relevante data zoals info-avonden op de diverse scholen en inschrijfdata. Ook gaat groep 8 bij een aantal scholen op bezoek om zich te oriënteren en de sfeer te proeven van die scholen. Er vinden in het algemeen twee oudergesprekken plaats over de schoolkeuze. In het eerste gesprek, dat in november plaatsvindt, wordt mogelijk al op basis van alle leerling-gegevens vanuit het leerlingvolgsysteem, aangevuld met aanvullende toetsen en/of onderzoeken, gesprekken met collega’s en de wensen van de leerling en de ouders, een voorlopig advies gegeven. Daarnaast nemen alle leerlingen van groep 8 in februari deel aan de Cito-eindtoets.
7.7 Informatie voorziening gescheiden ouders Informatie aan de ouder die niet de dagelijkse zorg uitoefent of die niet belast is met het ouderlijk gezag. (Conform het SKOzoK beleid, gebaseerd op de wettelijke regelgeving) Na de scheiding van ouders kent de school de normale omgang met de ouder die de dagelijkse zorg uitoefent en daarnaast de informatieplicht aan de ouder die niet het dagelijks gezag uitoefent of die niet met het ouderlijk gezag is belast. Bij geregistreerd partnerschap geldt dezelfde omgang.
22
Hierin worden de schoolvorderingen van de school en van elke leerling afzonderlijk gemeten. Tegenvallende – of juist heel positieve uitslagen van de citoeindtoets zijn niet direct van invloed op de het advies zoals deze door de leerkracht(-en) is gegeven. Immers het advies komt tot stand uit tal van factoren die een rol gespeeld hebben gedurende de basisschoolperiode: leerlingkenmerken zoals concentratie, zelfstandigheid, prestatie en motivatie, interesse, behaalde resultaten, enz.
Onderwijs Service Groep in St Oedenrode (administratie) Inspectie basisonderwijs PABO “Fontys ” te Eindhoven SKOzoK Jeugdgezondheidszorg Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst.
In februari/maart nog voordat de cito-uitslag bekend is, volgen er opnieuw gesprekken. Dan geeft de school een definitief advies. Dit advies wordt vermeld in het onderwijskundig rapport dat digitaal naar de betreffende school wordt gestuurd. Met dit onderwijskundig rapport melden de ouders hun kind aan op het voortgezet onderwijs. Alle leerlingen worden vervolgens door de leerkracht van groep 8 doorgesproken met de coördinator van de brugklas. Hierna krijgen de ouders bericht of hun kind op de school van hun keuze is aangenomen. Gedurende de brugklasperiode houdt het voortgezet onderwijs ons op de hoogte van de rapportcijfers van onze oud-leerlingen. Na een half jaar spreken we de vorderingen van onze oudleerlingen met de klassenmentoren door tijdens de zgn. BoVo- markt. Op grond van deze gegevens gaan we na hoe verantwoord ons advies is geweest.
Jeugdgezondheidszorg: een gezonde keuze voor alle leerlingen Onze school werkt samen met de GGD Brabant-Zuidoost, team Jeugdgezondheidszorg. Dit team bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige, assistente, logopedist en een psycholoog. Wat kunnen zij voor u en uw zoon of dochter betekenen in de periode dat hij of zij op de basisschool zit? Contactmomenten Tijdens de basisschoolperiode komen u en uw kind in groep 2 en in groep 7 in contact met de medewerkers van het team Jeugdgezondheidszorg. Het team Jeugdgezondheidszorg besteedt aandacht aan de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van uw kind. Afhankelijk van de leeftijd en ontwikkelingsfase ligt de nadruk steeds op andere gezondheidsaspecten, zoals groei, motoriek, leefstijl, spraak en taal, maar ook schoolverzuim en gedrag. Bij een onderzoek worden de resultaten altijd na afloop met u en/of uw kind besproken, zo nodig aangevuld met advies. De ouders zijn bij een onderzoek aanwezig.
7.9 De resultaten van de CITO Eindtoets We zijn blij te zien dat onze adviezen voldoende verantwoord zijn en voor het grootste deel overeenkomen met het uiteindelijk behaalde resultaat. Hoewel niet iedere klas hetzelfde eindniveau haalt, iedere groep is immers anders wat betreft intelligentie, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen,motivatie enz. kunnen we met trots vermelden dat de score bij de Citotoets van de groep 8 leerlingen al jaren boven het landelijk gemiddelde zit. Een overzicht van de scores vindt u in de bijlage van deze schoolgids. 7.10 Uitstroom van leerlingen
Inentingen In het kalenderjaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt het de laatste twee inentingen tegen DTP (difterie, tetanus, polio) en BMR (bof, mazelen en rodehond). U krijgt hiervoor een uitnodiging van de GGD. 12-Jarige meisjes krijgen een oproep voor de vaccinatie tegen baarmoederhalskanker (HPV).
Uitstroomgegevens van de afgelopen jaren vindt u in de gekleurde bijlage 7.11 Externe contacten Om goed onderwijs te kunnen verzorgen, hebben de school en de omgeving elkaar nodig. Eerst betrokkenen daarbij zijn de ouders, maar daarnaast is het noodzakelijk dat de school een goed afgestemde samenwerking heeft met de diverse instellingen die op de een of andere manier raakvlakken hebben ten aanzien van onderwijs en opvoeding. Zo onderhoudt onze school contacten met:
Een gezonde school De GGD ondersteunt de school bij het realiseren van een veilig, gezond en hygiënisch schoolklimaat, zoals het voorkomen en bestrijden van hoofdluis, uitvoeren van projecten over een gezonde leefstijl of het meten van en adviseren over een gezond binnenmilieu.
Onderwijsbegeleidingsdienst Giralis GGD SMW Dommelregio Scholen voor basisonderwijs gemeente Bergeijk Buurthuis Terlo Bibliotheek Bergeijk Art4U – centrum voor muziek en dans Peuterspeelzaal Parochie Nummer Een (voor en naschoolse opvang) Scholen voortgezet onderwijs Gemeente Bergeijk, afd. onderwijs
Vragen, informatie en contact Hebt u vragen aan de jeugdverpleegkundige, jeugdarts of logopedist, neem dan gerust contact op met het team Jeugdgezondheidszorg: GGD Brabant-Zuidoost Postbus 810 5700 AV Helmond Telefoonnummer: 088 0031 422 E-mail:
[email protected] Website: www.ggdbzo.nl Info punt Opvoeding.
23
Opvoeden van kinderen is een hele job. Ouders hebben veel vragen en soms veel zorgen. Een heleboel zaken lossen na verloop van tijd vanzelf op. Soms blijven ouders met vragen zitten. Vragen over b.v. moeilijk slapen, pesten, liegen, ruzie, scheiding, puberteit enz. Met iemand daarover praten en samen zoeken naar oplossingen kan heel goed helpen. Hiervoor hebben we samen met de gemeente Bergeijk en de GGD Zuidoost-Brabant het Info punt Opvoeding in het leven geroepen. Hieraan zijn geen kosten verbonden. U kunt op vrijdag tussen 09.00 – 10.00 uur, na telefonische afspraak, terecht in het wijk gebouw van Zuidzorg, Klaproosstraat 60 te Bergeijk. Voor meer informatie kunt u kijken op www.ggdbzo.nl
Vragen Meer informatie kunt u krijgen bij de Gemeente Bergeijk, mevrouw M. van Nifterik, coördinator CJG Bergeijk (0497551 366). Bureau Jeugdzorg Kinderen en jongeren tot 18 jaar met opvoedings- en opgroeiproblemen en hun ouders kunnen voor hulp terecht bij Bureau Jeugdzorg. Wij kijken wat er nodig is, geven informatie en advies en bieden de route naar passende hulp. De jeugdbeschermingsmaatregelen voogdij, gezinsvoogdij en jeugdreclassering, voert Bureau Jeugdzorg zelf uit. Voor andere vormen van jeugdzorg regelt Bureau Jeugdzorg de toegang. Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en de Kindertelefoon maken deel uit van Bureau Jeugdzorg. Bij het AMK kan iedereen terecht die zich zorgen maakt om een kind en denkt aan kindermishandeling. Het AMK is bereikbaar via het landelijke telefoonnummer 0900-1231230. Kindertelefoon Speciaal voor kinderen die problemen of vragen hebben waarmee ze liever niet naar hun ouders of leerkrachten gaan, is er een kinder- of jongerentelefoon. Daar is van 14.00 tot 18.00 uur altijd iemand aanwezig, die naar je luistert, eventueel advies geeft en helpt. Je hoeft je naam niet te zeggen als je belt. Het gratis telefoonnummer is : 0800-0432.
Centrum voor Jeugd en Gezin. Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)
Schoolmaatschappelijk werk ( SMW) Heeft u of uw kind een probleem dat van invloed is op de schoolsituatie, dan kunt u terecht bij SMW van Dommelregio. De schoolmaatschappelijk werksters stellen samen met u of met de school een plan op. Dat kan bijvoorbeeld inhouden:
Kinderen en hun ouders/verzorgers moeten dicht bij huis terecht kunnen voor informatie en advies over en hulp bij opgroeien en opvoeden. Daarom wordt het aanbod gebundeld via een Centrum voor Jeugd en Gezin: samenwerking door allerlei instellingen met in elk geval één herkenbaar, laagdrempelig inlooppunt, waar ouders en kinderen kunnen binnenlopen met vragen die snel worden beantwoord.
Het geven van informatie en advies. Een aantal gesprekken met de leerling. Een aantal gesprekken met de ouders en/of de leerkracht. Bemiddeling tussen ouders en school. Praktische ondersteuning in de thuissituatie.
Vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin wordt jeugdgezondheidszorg aangeboden en waar nodig hulp geboden bij ingewikkelde problemen. Alleen als het nodig is vindt overdracht naar gespecialiseerde hulp plaats.
Dommelregio Valkenswaard tel. 040-2048500. Voor meer informatie kunt u kijken op www.dommelregio.nl
Wanneer Het Rijk heeft wettelijk vastgelegd dat elke gemeente in 2011 een Centrum voor Jeugd en Gezin moet hebben. Achter de schermen wordt dan ook momenteel gewerkt aan het Bergeijkse CJG. Basisgedachte is dat ons CJG aansluit bij de behoeften van ouders en jongeren maar ook bij alle partijen die werken met kinderen. Hierbij kunt u/kun je denken aan: de peuterspeelzaal, de kinderopvang, de basisschool en de verenigingen.
Buitenschoolse Opvang Opvang voor uw kind: vóór school, na school en in de vakanties Kinderopvang is de laatste jaren volop in ontwikkeling. Zo werden o.a. in het schooljaar 2006-2007 de basisscholen zelf verantwoordelijk voor de organisatie van het overblijfuur op school waar voorheen de ouderraden dat organiseerden. In het schooljaar 2007-2008 is daar ook de opvang vóór en ná school bijgekomen. Dit betekent dat scholen aan ouders voortaan de mogelijkheid voor buitenschoolse opvang van 7.30-18.30
Om deze behoefte helder te krijgen, hebben we een vragenlijst gestuurd naar ouders en jongeren in de gemeente Bergeijk. De partijen die werken met kinderen, worden betrokken door middel van bijeenkomsten.
24
uur moeten bieden. Uw school is daarvoor een samenwerking aangegaan met NUMMEREEN
Vakantieopvang en/of studiedagopvang vindt ook plaats op Basisschool Prinses Beatrix.
Wie is NUMMEREEN ? Nummereen is de overkoepelende naam voor Duimelot - 0 tot 4 jarigen opvang, Clup Hasta la Pasta -buitenschoolse opvang en Clup LoS - de tussenschoolse opvang. Nummereen ,omdat het kind op de eerste plaats komt en voor hem of haar alleen het beste goed genoeg is. Sinds 1990 een educatieve organisatie die garant staat voor complete kinderopvang voor kinderen van 0 tot 13 jaar. Het HKZ/ISO-certificaat maakt NUMMEREEN tot een betrouwbare partner zowel voor ouders als voor scholen. De vestigingen in Eersel, Bergeijk,(Eijkereind 2/4) Hapert en Vessem zijn op professionele wijze ingericht en stralen een huiselijke sfeer uit. Het biedt de kinderen een creatieve en uitdagende omgeving waar zij zich prettig en veilig voelen. Want alleen op die manier laat u uw dierbaarste bezit met een gerust hart achter! Voor de Sint Bernardusschool ziet het dagarrangement er als volgt uit: Voorschoolse opvang: Vanaf 7.30 uur worden de kinderen opgevangen door een pedagogische medewerkster op de vestiging in Bergeijk, Basisschool Prinses Beatrix. Kinderen die thuis niet ontbeten hebben, eten hun meegebrachte ontbijt samen met andere kinderen op aan de ontbijttafel. Vervolgens vullen de kinderen hun vrije tijd in naar keuze met vrije of begeleide activiteiten en worden ze door de Clupmedewerkster naar school gebracht. Tussenschoolse opvang: (ofwel het overblijven) Dit wordt door de school zelf geregeld. Zie hoofdstuk 2.3
Naschoolse opvang: Na schooltijd staat een pedagogisch medewerker op een vast punt op het schoolplein om de kinderen op te vangen. De kinderen worden naar de vestiging op Basisschool Prinses Beatrix gebracht. Daar krijgen ze drinken, vers fruit of een koek. Tijd om met de leidsters aan tafel te kletsen over school of in te gaan op wat er leeft bij de kinderen. Hierna mogen de kinderen kiezen uit vrij spel of een programma. Het programma wat de pedagogische medewerkster biedt varieert per dag en is afhankelijk van de kinderen die de Clup op dat moment bezoeken. Een programma is gericht op: Kunstzinnige vormgeving, Sport/Spel/Bewegen, Wetenschap/Techniek en Natuur/Milieu.
25