Schoolgids 2015 – 2016 Basisschool de Hazesprong Bisonstraat 3 6531 PT Nijmegen Brinnummer 12AR
Samen het beste uit de kinderen halen
INHOUDSOPGAVE SCHOOLGIDS 2015-2016 Voorwoord
3
1. De school
4
2. Waar de school voor staat
5
3. De organisatie van het onderwijs
8
4. De zorg voor kinderen
10
5. Het team van leerkrachten
17
6. De ouders
19
7. Buitenschoolse opvang
20
8. Klachtenprocedure
21
9. De ontwikkeling van het onderwijs in de school
22
10. De resultaten van het onderwijs
23
11. Schoolontwikkeling
25
12. Overzicht van gebruikte methoden
26
13. Leerplicht
27
13. Sponsoring
29
14. Praktisch gedeelte
30
2
EEN WOORD VOORAF Deze schoolgids laat zien wat u als ouders van onze school kunt verwachten en wat de school voor uw kind kan betekenen. De schoolgids stelt ouders zo in staat om na te gaan of de Hazesprong de school is die het best past bij hun kind en bij hun opvattingen over opvoeding en onderwijs. Zowel voor nieuwe ouders, als voor ouders die al kinderen op de Hazesprong hebben, biedt de gids belangrijke informatie. Deze schoolgids is tot stand gekomen met instemming van de medezeggenschapsraad. Ieder schooljaar zal de gids geactualiseerd worden en aan het begin van het schooljaar aan de ouders worden meegegeven. Wat staat er in deze schoolgids? Globaal treft u informatie aan over: de opzet van ons onderwijs. de zorg voor de kinderen. wat van ouders wordt verwacht en wat ouders van de school kunnen verwachten. de resultaten van ons onderwijs. Middels de schoolgids voorziet de school de ouders en kinderen van veel informatie. De ouders hebben bij het afsluiten van het vorige schooljaar de schoolkalender 2015-2016 ontvangen. In deze kalender zijn veel (school)activiteiten zichtbaar en duidelijk in beeld gebracht. Achterop de maandbladen staat ook nog praktische informatie die voor ouders en kinderen belangrijk kan zijn. Indien ouders wensen of suggesties voor verbeteringen hebben, betreffende de schoolgids en/of de schoolkalender, kunnen zij contact opnemen met de directie. Wij staan open voor de feedback die u geeft op de beide documenten. Deze schoolgids is ook bedoeld voor nieuwe ouders die met onze school kennismaken. Wij hopen dat ook zij deze gids met veel plezier zullen lezen. Wilt u na het lezen van deze gids nog meer weten, maak dan een afspraak om een keer langs te komen. U bent van harte welkom.
3
1. DE SCHOOL 1.1 Naam Al vanaf 1959 wordt er onderwijs gegeven in het schoolgebouw aan de Bisonstraat. In de toen nieuwe wijk de Hazenkamp werd de Antoniusschool gebouwd. Tot 1959 gingen de kinderen uit de wijk naar de lagere school die stond aan de Groenewoudseweg, het gebouw waar tot voor kort Doornroosje gehuisvest was. In 1985 kwam de nieuwe wet op het basisonderwijs, waardoor ook 4 en 5 jarigen op onze school werden toegelaten. Er ontstond toen een volwaardige basisschool voor kinderen van 4 tot 12 jaar. Daarmee veranderde ook de naam van onze school, de Antoniusschool werd basisschool de Hazesprong. De naam verwijst naar de ligging van de school in de wijk de Hazenkamp. 1.2 Richting De Hazesprong is een katholieke school. De populatie van de school bestaat echter uit kinderen van allerlei levensbeschouwelijke richtingen, ongeveer 20% van de ouders geeft aan katholiek te zijn. Daarnaast geeft 70% aan geen specifieke levensbeschouwing te hebben. Op school willen wij graag recht doen aan de verscheidenheid van levensbeschouwelijke opvattingen die binnen onze samenleving voorkomen. De school leert de kinderen respect op te brengen voor de eigen en andere levensbeschouwelijke tradities. Waarbij wij als katholieke school het Christendom als het vertrekpunt kiezen. De Hazesprong draagt niet de leer van de kerk over zoals dat jaren geleden in zijn algemeenheid op school vaak gebeurde. Op onze school maken we gebruik van levensbeschouwelijke, interreligieuze leskisten (Samen Leven) en projecten. In deze projecten en lessen uit de kisten komen behalve religieuze aspecten, ook algemeen erkende waarden en normen aan bod. 1.3 Directie De directeur van de school is Mary-Ann van Hoof. Verder werkt de school met een schoolmanagementteam, (SMT) bestaande uit: Carina Coenen (coördinator onderbouw groep 1 t/m 4) Bram Janssen (coördinator bovenbouw groep 5 t/m 8) Vacature (coördinator Leonardo onderwijs) José van Kuppeveld is als intern begeleider direct betrokken bij alle ondersteuningsactiviteiten voor, bij en rondom kinderen. 1.4 Situering van de school De Hazesprong is gelegen in de wijk Hazenkamp in Nijmegen. Een belangrijk deel van de leerlingenpopulatie komt ook uit deze wijk. Door toenemende belangstelling voor de school zijn er de laatste jaren ook steeds meer leerlingen uit omliggende wijken en andere stadsdelen op onze school gekomen. Sinds wij in september 2010 gestart zijn met twee Leonardogroepen voor hoogbegaafde kinderen komen er ook kinderen van buiten de stad Nijmegen naar onze school. Het hoofdgebouw beschikt over 16 lokalen en een speellokaal. De dichtbij het hoofdgebouw gelegen dependance heeft 6 lokalen en een centrale ruimte. Verder beschikt de school over een eigen gymzaal. 1.5 Schoolgrootte Het leerlingenaantal is op dit moment (01-10-2014) 495 kinderen. De vierjarige kinderen kunnen worden geplaatst in één van onze vijf kleutergroepen. De kleutergroepen zijn heterogeen samengesteld. Dit betekent dat kinderen van vier, vijf en zes jaar bij elkaar in de groep zitten. De groepen 3 t/m 8 zijn geclusterd in parallelgroepen. Van iedere jaargroep hebben wij 2 groepen op onze school. Het schoolteam wordt gevormd door 38 leerkrachten. Verder zijn er een conciërge, een administratief medewerkster, een onderwijsassistente en een vakleerkracht voor het bewegingsonderwijs op de Hazesprong. In totaal werken er 43 personen (onderwijzend en ondersteunend personeel) op onze school. Enkele speciaal opgeleide mensen zijn belast met de ondersteuning voor kinderen die extra hulp en/of begeleiding nodig hebben. In totaal is hiervoor meer dan één volledige baan/weektaak beschikbaar. Daarnaast is er nog speciale begeleiding voor meerbegaafde kinderen. Een extra leerkracht stelt hiervoor aanvullende programma's op en coacht deze kinderen, zodat ze zelfstandig verder kunnen.
4
2. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1. Missie Onze missie is een positief, sociaal en veilig schoolklimaat te creëren en vast te houden, waarin elk kind zich optimaal kan ontwikkelen en kan profiteren van het geboden onderwijs op de Hazesprong. De Hazesprong wil voor alle kinderen die op de school zitten door middel van passend onderwijs, dat past bij de fase van ontwikkeling waarin het kind zit, de kansen op succes in de huidige en toekomstige samenleving vergroten. De Hazesprong is een school waar een kind de gelegenheid krijgt zich te ontwikkelen tot een zelfstandig denkend individu dat straks een bijdrage kan leveren aan de samenleving van morgen. De school zorgt daartoe voor een uitdagende, veilige en vertrouwde leer-, werk- en speelomgeving, gebruikt daarbij moderne onderwijsmiddelen en methoden, heeft leerkrachten die zich bewust zijn van hun opdracht en werkt samen met alle direct betrokkenen. 2.2. Visie De Hazesprong is een school waar kinderen, ouders en leerkrachten zich veilig en geborgen voelen. Een veilig schoolklimaat voor alle betrokken is een belangrijk punt om aan te werken. In een veilige en prettige omgeving komen kinderen echt tot leren. Het onderwijs dat wij geven op de Hazesprong is kerndoel dekkend en voldoet (minimaal) aan de eisen van de inspectie om het basisarrangement te behalen. Wij streven naar een goede balans tussen kennis, creativiteit en sociaal emotionele ontwikkeling. Alle leerkrachten van de Hazesprong beschikken over vijf belangrijke vaardigheden: organisatie -, instructie-, didactische-, communicatieve- en pedagogische vaardigheden. Leerkrachten zijn didactisch, pedagogisch en onderwijskundig competent en ontwikkelen zich voortdurend als lerende professionals. Kinderen mogen verschillen op onze school. Wij sluiten aan bij de ontwikkeling van het kind en zorgen voor een passend aanbod. De basisbehoeften zoals professor Luc Stevens die omschrijft zijn daarbij ons uitgangspunt: een kind heeft behoefte aan relatie (erbij horen), behoefte aan competentie (iets kunnen) en de behoefte aan autonomie (iets zelf kunnen). Wij volgen binnen de financiële middelen van de school de ontwikkelingen op het gebied van ICT (o.a. werken met verschillende devices in klassen) en gebruiken deze in het onderwijs op de Hazesprong. De Hazesprong vindt het belangrijk dat ouders zich betrokken voelen en betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kind(eren) op school. Maar ook dat ze zich betrokken voelen en blijven voelen bij de totale school. De school verwacht een actieve betrokkenheid van de ouders bij de school. De Hazesprong ontwikkelt zich de komende vier jaren verder in de richting brede school, waarbij het accent ligt op het naschoolse aanbod van sport en cultuur. De samenwerking met de externe partners willen wij de komende vier jaren verstevigen en mogelijk verder uitbreiden. 2.3. Kenmerken van onze werkwijze 2.3.1. De leeromgeving In de komende (school)jaren gaan wij er vanuit dat de Hazesprong 17 reguliere groepen heeft: vijf groepen 12, twee groepen van iedere jaargroep 3 t/m 8. Daarnaast zal er de komende jaren ruimte zijn voor twee groepen hoogbegaafde kinderen; de Leonardo-afdeling van de school. De kinderen krijgen les in hun eigen leslokaal. Ze hebben in het lokaal hun vaste werkplek. Tijdens instructies kunnen de kinderen op een andere plek in het lokaal zitten, aan de instructietafel bijvoorbeeld. Soms werken kinderen op de gang, alleen of in een klein groepje. De computers staan op de gang of in de klas. Iedere groep heeft naast het werkstation voor de leerkracht de beschikking over drie computers, het streven is dat er vier computers in een groep beschikbaar zijn. In de groepen (7 en ) 8 werken de kinderen met tablets. Alle groepen van onze school hebben de beschikking over een digitaal schoolbord. Op de Hazesprong maken wij gebruik van moderne methodes voor de verschillende vakgebieden. Deze methodes worden regelmatig vernieuwd, zodat het onderwijs op de Hazesprong eigentijds blijft. De methode is de leidraad voor het werken in de klas. Daarnaast leggen de leerkrachten ook hun focus op het beter om kunnen gaan met de verschillen tussen kinderen. Kinderen werken alleen aan de opdrachten en de verwerkingen van de instructies. Samenwerken in tweetallen en kleine groepjes wordt gestimuleerd. De kinderen zitten in tafelgroepjes van twee tot zes kinderen in het lokaal. De samenstelling van deze groepjes wordt regelmatig gewijzigd. De Hazesprong beschikt over twee locaties. De groepen 1 t/m 5 en de twee Leonardo-groepen zijn gehuisvest in het hoofdgebouw aan de Bisonstraat 3. In de dependance aan de Dingostraat 71 zitten de groepen 6 t/m 8. 2.3.2. De organisatie Op de Hazesprong ontwikkelen kinderen zich als totale persoon. Zowel de cognitieve, de creatieve en sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen vinden wij belangrijk. Waarbij in tijd de cognitieve vakken het meeste aan bod komen, maar zeer zeker niet belangrijker zijn. Iedere leerkracht hanteert het week- en dagrooster. Het weekrooster geeft aan hoeveel uren er per week besteed gaan worden aan de verschillende vakgebieden. Het dagrooster laat (vooral de kinderen) zien wat er aan de orde komt op de desbetreffende schooldag. De leerstof per vakgebied wordt (met behulp van de methoden) verdeeld over het schooljaar. De leerkrachten zorgen voor een gedegen voorbereiding die zichtbaar wordt middels het dag- en weekoverzicht. De leerkrachten proberen duidelijk in te spelen op de verschillen tussen kinderen door te differentiëren in de aanbieding van de lesstof en door de instructies aan te passen aan het begripsniveau van het individuele kind. De leerkracht start met een korte klassikale instructie. Daarna geeft de leerkracht aan de leerlingen die dat nodig hebben een verlengde instructie in een klein groepje aan de instructietafel. De remedial teacher
5
ondersteunt kinderen die problemen ondervinden met taal, lezen en rekenen. Zij ondersteunt de kinderen bij hun sociaal emotionele ontwikkeling. De hulp buiten de klas dient tot een minimum beperkt te worden. De remedial teacher levert materialen die de leerkracht in de groep kan gebruiken. Ook helpt de remedial teacher de leerkracht bij het omgaan met de verschillen. Zelfstandig werken, of werken met het planbord, is in iedere groep van de Hazesprong op het dagrooster te vinden. De opdrachten die tijdens het zelfstandig werken aan de orde komen, komen uit de methoden die wij op de Hazesprong gebruiken. De kinderen bepalen zelf de volgorde van de activiteiten waaraan ze werken en maken zelf een planning wat de tijd betreft. In de groepen 1-2 wordt er gewerkt met hoeken. Deze hoeken staan vaak in het teken van een thema dat in een bepaalde periode centraal staat. De kinderen plannen activiteiten volgens het planbord. De Hazesprong verzorgt voor alle kinderen een passend aanbod. De kinderen die het nodig hebben volgen een eigen leerlijn. Voor deze kinderen wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. In principe blijven er geen kinderen op Hazesprong zitten en zijn ook geen kinderen die versnellen (een groep overslaan). Groepsplannen, die 2x per schooljaar worden opgesteld, vormen de basis van de zorg voor de kinderen in de klas. Wij gaan uit van 3 verschillende niveaus in een klas. 2.3.3. De ouders Vier ouders van de school hebben zitting in de Medezeggenschapsraad van de Hazesprong. Zij vertegenwoordigen alle ouders van de school. Daarnaast nemen ouders plaats in de oudervereniging. De oudervereniging ondersteunt de school met concrete hulp. Ouders zijn actief in de school als hulpouder bij diverse activiteiten en festiviteiten in de school. Iedere groep heeft 2 contactouders die voor de verbinding zorgen tussen de leerkracht, de school en de overige ouders van de groep. De oudervereniging zorgt voor de aansturing van de contactouders. Daarnaast heeft iedere groep een digiouder die er zorg voordraagt dat er informatie gedeeld wordt via MaxClass. De ouders worden door de school geïnformeerd over actuele zaken in de school middels de website en de wekelijkse nieuwsbrief (Haasje Repje). De ouders op de Hazesprong leven mee met wat er gebeurt in de klas van hun eigen kind(eren). Zij worden uitgenodigd voor de ouderinformatieavonden en thema-avonden op school. Daarnaast is het belangrijk dat alle ouders de rapportgespreksavonden bezoeken en mee denken als er problemen zijn met of over hun kind. Buiten de verplichte MR aangelegenheden worden de ouders niet betrokken bij beleidsbeslissingen binnen de schoolorganisatie. Het kan echter wel zo zijn dat wij ouders, voordat wij een beleidswijziging uitvoeren, raadplegen. Als ouders kiezen voor de Hazesprong betekent dit ook dat ze achter de visie, de missie en de uitgangspunten van de school staan. 2.3.4. Het team, het personeel Iedere groepsleerkracht van de Hazesprong is eindverantwoordelijk voor zijn of haar eigen groep, samen met de duo collega als dat van toepassing is. In de groep heeft de leerkracht de regie. Hij begeleidt de kinderen van de groep en voert de gesprekken met de ouders van deze kinderen. Minstens twee keer per jaar bespreekt de leerkracht de ontwikkeling van de kinderen met de ouders. Twee keer per schooljaar maakt de leerkracht een rapport over het kind. Hij voert een effectief en efficiënt klassenmanagement dat gericht is op zelfstandig werken. De leerkracht plant en organiseert zijn werkzaamheden o.a. het voorbereiden en het evalueren van de lesactiviteiten. De leerkracht van de Hazesprong is aanspreekbaar op zijn eigen handelen. Op pedagogisch niveau is de leerkracht van de Hazesprong in staat de orde in de groep te handhaven en de leerlingen een veilig klassenklimaat te bieden. Daarbij laat de leerkracht het goede voorbeeld zien aan de kinderen en aan de collega’s. Naast de verantwoordelijkheid voor de eigen groep hebben de leerkrachten niet lesgebonden taken; zoals het organiseren van vieringen, het zijn van BHVer, het team vertegenwoordigen in de MR enz. Naast de functie groepsleerkracht heeft de school nog een aantal speciale taken en functies. Zo kent de Hazesprong de functies en taken van Intern Begeleider, ICT coördinator, bouwcoördinator, Remedial teacher en coördinator van de meerbegaafde kinderen. Om het onderwijs op school goed voor te kunnen bereiden, te evalueren en te ontwikkelen vindt er regelmatig overleg plaats. Op de Hazesprong kennen wij het teamoverleg, het bouwoverleg en het paralleloverleg. Een aantal keren per schooljaar zijn er studiedagen. Op een studiedag zijn alle leerkrachten aanwezig. De leerkrachten op de Hazesprong voelen zich verantwoordelijk voor het totale onderwijs op de school. Zij staan open voor initiatieven en suggesties van collega’s en zijn bereid om samen te werken. De medewerkers van de Hazesprong komen gemaakte afspraken na en geven collega’s feedback. Sinds korte tijd werken wij op Hazesprong met digitale bekwaamheidsdossiers voor leerkrachten. Binnen dit dossier zijn de 7 rollen van de leerkracht belangrijk: opvoeder, pedagoog, vakman/vrouw, organisator van het leerproces, teamspeler, kennismakelaar en lerende professional. 2.3.5. De onderwijskwaliteit en de resultaten De vorderingen van de kinderen worden bijgehouden via de methode gebonden toetsen. Iedere leerkracht heeft de groepsresultaten en individuele scores van deze toetsen beschikbaar. Ook heeft hij een analyse gemaakt en zijn hulpverlening (grote groep – kleine groep, individuele hulp in de klas enz.) afgestemd op kinderen die dit nodig hebben. De directeur en de IBer kunnen vragen naar deze gegevens. De Hazesprong gebruikt het LVOS van Cito om de schoolprestaties te meten. Twee keer per schooljaar (januari/februari en juni/juli) worden de niet methode gebonden Citotoetsen technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen, spelling, taal voor kleuters en ordenen afgenomen. De ouders krijgen in maart een overzicht van de behaalde scores, Cito scores worden niet in het rapport vermeld. Twee keer in het schooljaar maakt de leerkracht een rapport/verslag over de vorderingen en ontwikkeling van de kinderen. Dit rapport/verslag wordt besproken met de ouders tijdens de 10minuten gesprekken. Op de Hazesprong streven wij naar gemiddelde I -II groepsscores bij de verschillende toetsen van het LVOS van Cito. Bij de eindtoets van het basisonderwijs van Cito moeten de resultaten passen bij de populatie van de
6
Hazesprong. Dit betekent dat wij gaan voor een gemiddelde schoolscore van 537 of hoger. 60% (of meer) van de kinderen van onze school krijgt minimaal een HAVO advies. Onderwijskwaliteit bewaken wij middels de PDCA cyclus. Het schoolplan (vastgesteld voor een periode van 4 jaren) en het schoolontwikkelingsplan (vastgesteld voor 1 jaar) worden volgens deze cyclus ingericht. Het team en de ouders (middels MR en OR) worden betrokken bij het ontwikkelen van de plannen. 2.3.6. Het pedagogisch klimaat De Hazesprong wil een veilige school zijn voor kinderen, ouders en medewerkers. De Hazesprong neemt de pedagogische basisbehoeften van kinderen, zoals prof. Luc Stevens die beschreven heeft, als uitgangspunt van het onderwijs. Deze basisbehoeften zijn: autonomie, relatie en competentie. De Hazesprong is een school die begrip en respect heeft voor de verschillen tussen kinderen op cultureel en sociaal gebied, sociaaleconomische afkomst en intelligentie. De schoolregels die de Hazesprong hanteert, blijven de komende 4 jaren belangrijk. De kinderen worden op een positieve manier betrokken bij de uitwerking en handhaving van de (school)regels. De pictogrammen (miniposters) komen 2x in een schooljaar breed aan de orde. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat de leerkracht samen met de kinderen van de groep specifieke groepsregels afspreekt waar de hele groep achter kan staan. Het pestprotocol van de school wordt regelmatig besproken in het team en is te vinden op de website van de school. Bij het begeleiden van de kinderen die te maken hebben met pestgedrag gebruiken wij de “no blame aproach” aanpak. De werkgroep Sociaal Emotionele Ontwikkeling (SEO), die bestaat uit leerkrachten van de school, werkt ieder schooljaar het SEO programma voor de school concreet uit. Via het digitaal SEO volgsysteem houden wij de ontwikkeling kinderen en de totale groep op sociaal emotioneel gebied in beeld. 2.3.7. De omgeving van de school De huidige, moderne samenleving vraagt nu, maar zeker in de nabije toekomst, om een andere afstemming van de zorgtaken en het werk van ouders. Dit zal betekenen dat de Hazesprong iets zal moeten doen met de schooltijden. Steeds meer ouders willen werk combineren met zorgtaken. Met als gevolg dat de groep kinderen die gebruik maakt en gaat maken van BSO steeds groter zal worden. Misschien zo groot zelfs dat deze kinderen niet meer ondergebracht kunnen worden in de huidige BSO huisvesting. De Hazesprong staat in een wijk waar het gonst van de onderwijsactiviteiten. Naast de Hazesprong zijn er: een andere basisschool, een school voor voortgezet onderwijs (VO), een speciale school voor taal- en spraakgestoorde kinderen (SO) en een speciale school voor basisonderwijs (SBAO). Na schooltijd gaan veel kinderen naar de buitenschoolse opvang (BSO) van KION en Struin. Nu stemmen de 2 basisscholen, KION en Struin een aantal organisatorische zaken op elkaar af. Gezien de ontwikkelingen rondom de brede school kan er meer werk gemaakt worden van een betere samenwerking tussen de verschillende organisaties. Op de Hazesprong bieden wij nu een aantal naschoolse activiteiten aan. Kinderen kunnen mee doen aan sport en beweegactiviteiten, kunnen naar zangles, leren blokfluit spelen of krijgen dansles. De activiteiten worden georganiseerd door particulieren, de school stelt ruimte beschikbaar. Als school hebben wij contacten met de peuterspeelzalen in de nabijheid van de school zodat er sprake kan zijn van warme overdracht van informatie bij de overgang van peuterspeelzaal naar basisschool.
7
3. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS Een goede organisatie van het onderwijs op school is van groot belang. In dit verband streven we effectief onderwijs na, omdat uit onderzoekgegevens blijkt, dat dit zowel voor kinderen als voor leerkrachten motiverend werkt. Concreet betekent dit, dat we het volgende proberen te realiseren: duidelijke leerdoelen goed klassenmanagement (er gaat weinig tijd verloren met organisatie) duidelijke en effectieve instructie frequente evaluatie van resultaten hoge verwachtingen van de mogelijkheden van de leerlingen goed evenwicht tussen denken en doen betrokkenheid van leerkrachten en leerlingen bij het onderwijsproces 3.1. Groepering De groepen 1-2 (4-5-6 jarigen) zijn heterogeen samengesteld. In deze situatie leren kinderen veel van elkaar. De leerlingen in de groepen 3 t/m 8 zijn gegroepeerd in jaargroepen. Door de hele school is hierbij sprake van 2 gelijke groepen, zodat onderlinge uitwisselingen en samenwerking goed mogelijk is. Binnen de jaargroepen houden we in de uitwerking van taken en opdrachten rekening met verschillen tussen kinderen. Per lokaal zijn de kinderen meestal gegroepeerd in tafelgroepen waardoor onderling samenwerking mogelijk is. 3.2. De activiteiten voor de kinderen 3.2.1. Activiteiten in de onderbouw In de onderbouw werken wij vanuit thema's, waarbinnen de verschillende ontwikkelingsaspecten een plaats krijgen. Kleuters leren al doende, tijdens hun spel en tijdens gezamenlijke groepsactiviteiten. Wij spelen daarop in door te zorgen dat er veel uitnodigend materiaal is waarvan kleuters kunnen leren. We praten veel met kinderen over allerlei onderwerpen, zodat ze veel woorden leren en goed leren spreken. Dit is belangrijk als voorbereiding voor het latere lees - en taalonderwijs. Door zorgvuldige observatie en registratie kunnen we inspelen op de individuele ontwikkelingsbehoeften van het kind. De kinderen van de kleutergroepen zijn ingedeeld in gemengde leeftijdsgroepen (4-5-6 jarigen). In deze gemengde samenstelling kunnen kinderen veel van elkaar leren. 3.2.2.De basisvaardigheden 3.2.2.1. Lezen De voorbereiding voor het leren lezen vindt al plaats in de kleutergroepen. Hier is een speciale lees- schrijfhoek ingericht waar kinderen spelenderwijs bezig zijn met boeken, verhalen, woorden en letters. Het meer methodisch gerichte lezen begint in groep 3. Het leren lezen wordt hier vanuit verschillende invalshoeken benadrukt. Lezen, schrijven, begrijpen van teksten en wereldoriëntatie zijn hierbij in één pakket ondergebracht. In de groepen 4 t/m. 8 vindt het "voortgezet technisch lezen" plaats. Hierbij gaan kinderen die goed kunnen lezen zelfstandig aan de slag met verschillende leesactiviteiten, terwijl zwakke lezers speciaal begeleid worden. 3.2.2.2.Taal Urenlang in het taalschrift invullesjes maken. Zo zag het taalonderwijs er in het verleden uit. Nog steeds leren we kinderen foutloos schrijven, maar we besteden veel meer aandacht dan vroeger aan leren praten, luisteren naar wat anderen precies zeggen en daarop goed antwoorden. We leren kinderen ook hun eigen mening onder woorden te brengen. Bij het spellingsonderwijs gaan we uit van woordpakketten. Iedere week komt er een nieuw pakket aan de orde en worden de woorden op veel verschillende manieren ingeoefend. Het grootste deel van de taallessen wordt besteed aan onderdelen als spreken, luisteren, stellen, taalbeschouwing e.d. 3.2.2.3. Rekenen In onze rekenmethode leren kinderen rekenen door het oplossen van praktische probleempjes die ze in het dagelijks leven tegenkomen. Hierbij leren kinderen o.a. ook tabellen en grafieken op te stellen van gegevens die de zelf hebben verzameld. Uiteraard worden de noodzakelijke basisvaardigheden geoefend, maar dit staat meer dan in het verleden in relatie tot het toepassen van deze vaardigheden in praktische situaties. Interactie, elkaar vertellen over oplossingsmogelijkheden vormen belangrijke onderdelen in onze rekenmethode. 3.2.2.4. Wereldoriënterende vakken. In de groepen 1 t/m 4 worden aardrijkskunde, geschiedenis en natuurkennis niet in afzonderlijke vakken gegeven. Er worden in die groepen onderwerpen behandeld die voor jonge kinderen interessant zijn en waarbij kennis en inzicht kan worden aangebracht op het gebied van wereldoriënterende vakken. In de overige groepen maken we gebruik van een methode waarbij enerzijds de vakgebieden gescheiden aan bod komen en anderzijds overkoepelende thema's worden behandeld. Belangrijk bij onze methode voor wereldoriëntatie is, dat kinderen door middel van eigen actieve inbreng kennis en inzicht verwerven. Een keer per jaar is er een gezamenlijk schoolproject waarbij alle groepen aan hetzelfde thema werken. Zo'n project wordt gestart en afgesloten met een gezamenlijke viering/activiteit voor de kinderen. 3.2.2.5. Expressieactiviteiten. Expressieactiviteiten nemen op onze school een belangrijke plaats in. We vinden het belangrijk dat kinderen evenwichtig opgroeien en het creatieve aspect is hierbij net zo belangrijk als het kennisaspect. Expressieactiviteiten komen soms gescheiden aan bod, maar vaak ook in samenhang met andere vakgebieden. De resultaten laten we zien tijdens schoolvieringen (4x in een schooljaar) en tentoongestelde werkstukken. Die schoolvieringen vormen bij uitstek een gelegenheid om elkaar (en ouders) op feestelijke wijze met muziek, dans, en drama te ontmoeten. Wij maken ieder jaar gebruik van het aanbod van culturele voorstellingen en uitvoeringen van het bureau Cultuur en School Nijmegen (CESN). In dit aanbod zijn de verschillende culturele
8
disciplines verwerkt (dans – muziek – beeldende kunst). Daarnaast ontwikkelt de school nog zelf een cultureel programma waar iedere groep aan deel neemt. 3.2.2.6. Bewegingsonderwijs Met betrekking tot lichamelijke opvoeding kunnen we opmerken, dat in iedere groep 2 gymlessen per week worden gegeven, terwijl de kleutergroepen iedere dag spelen in het speellokaal of bij mooi weer buiten. Voor de groepen 3 t/m 8 wordt één gymles per week verzorgd door onze vakleerkracht bewegingsonderwijs. De andere gymles wordt verzorgd door de groepsleerkracht. Op onze school is een beweegteam actief. Dit team bestaat uit studenten van de Academie Lichamelijke Opvoeding (ALO) en het Regionaal Opleidings Centrum (ROC) Sport en Bewegen. Het team staat onder leiding van onze vakleerkracht bewegingsonderwijs en verzorgt het naschoolse sportaanbod van de Hazesprong. De kinderen kunnen naschooltijd komen sporten en spelen. Wij noemen onszelf Sportieve School. 3.2.2.7. Informatica In alle groepen wordt gewerkt met de computer. De programma's die we gebruiken, sluiten goed aan bij onze onderwijsmethoden. Per groep zijn er meerdere computers beschikbaar, zodat er voor de leerlingen voldoende mogelijkheden zijn. Zowel in het hoofdgebouw als in de dependance, zijn de computers aangesloten op een netwerk met een eigen server. Vanaf alle werkstations is er toegang tot Kennisnet en internet. De school beschikt over een eigen homepage: www.hazesprong.nl. 3.2.2.8. Zelfstandig werken Zelfstandig werken houdt in dat de kinderen gedurende enige tijd zonder hulp van de leraar aan een aantal opdrachten werken. Kinderen leren d.m.v. zelfstandig werken omgaan met uitgestelde aandacht. Dit betekent dat de kinderen wel aandacht krijgen, alleen niet op het moment dat zij dat willen. De kinderen leren plannen en leren om zelf verantwoordelijkheid te nemen t.a.v. hun werk en de resultaten ervan. Een ander belangrijk doel van zelfstandig werken is dat de leerkracht tijd heeft om kinderen individueel te helpen in de groep. In alle groepen wordt op gezette tijden per dag of per week door de kinderen zelfstandig gewerkt. Het planbord, de dag- of weektaak geven aan wat van de kinderen verwacht wordt in een bepaalde periode. Door deze werkwijze leren de kinderen goed zelfstandig te werken en waar het kan, ook samen te werken. 3.2.2.9. Burgerschap De Nederlandse samenleving kenmerkt zich o.a. een grote verscheidenheid aan culturen. In onze school is dit ook zichtbaar. Naast kinderen van Nederlandse afkomst, bezoeken ook kinderen vanuit andere achtergronden onze school. Van de 490 kinderen die de Hazesprong bezoeken hebben er zeker 30 een andere (sociaal culturele) achtergrond. Wij vinden het prettig dat onze school op deze manier een afspiegeling is van de maatschappij. De samenleving houdt immers niet op bij onze schoolgrens. Wij willen op onze school waken voor stereotyperingen en vooroordelen. Kennis van en begrip voor andere cultuuruitingen kunnen hiertoe een bijdrage leveren en bevordert ook het inzicht in de eigen cultuur. Bij het bespreken van maatschappelijke aspecten vinden we het belangrijk dat kinderen open staan voor elkaars mening. Kinderen moeten hierbij gestimuleerd worden om zich een positief kritische houding eigen te maken. Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich kennis, vaardigheden en houdingen eigen maken, zodat ze op een positieve manier aan de samenleving kunnen deelnemen. Omgaan met andere mensen, problemen oplossen en zingevingvraagstukken kunnen een bijdrage leveren om succesvol deel te kunnen nemen aan de Nederlandse samenleving. Wij denken dan hierbij aan de volgende thema’s en onderwerpen die op school en in de klas aan de orde komen: de hoofdzaken van de Europese en Nederlandse staatsinrichting. zorg hebben voor het milieu. omgaan met elkaar vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. kennis maken met de grote geestelijke stromingen die in de Nederlandse samenleving een belangrijke rol spelen. respect opbrengen voor verschillen in opvatting Ook middels het inrichten van een leerlingenraad denken wij een bijdrage te leveren aan (actief) burgerschap van de kinderen van onze school. Actief burgerschap is het nemen van verantwoordelijkheid voor zaken die het kleine of grote algemene belang raken en het bewustzijn dat je daarbij niet uitsluitend voor jezelf spreekt, maar dat je ook namens anderen spreekt en handelt. 3.3. Het schoolgebouw Het onderwijs op onze school wordt gegeven in 2 gebouwen: het hoofdgebouw en een dependancegebouw. De gebouwen zijn dicht bij elkaar gelegen, zodat er nooit een grote afstand overbrugd hoeft te worden. In het hoofdgebouw zitten de groepen 1 t/m 5; in de dependance de groepen 6 t/m 8. Onze totale gebouwelijke voorziening bestaat uit de volgende ruimten: tweeëntwintig lokalen een speellokaal speciaal voor de kleuters. een gymzaal voor de groepen 3 t/m 8. een documentatiecentrum drie ruimtes voor remedial teaching een gemeenschapsruimte twee kantoren (voor de directeur en de intern begeleider) twee conciërgeruimten. Naast de school is ook een voorziening in het kader van de naschoolse opvang en een peuterspeelzaal van KION (Kinder Opvang Nijmegen) in het gebouw ondergebracht. Deze BSO (Bink) is bereikbaar via tel. nr.: 0243504420
9
4. DE ZORG VOOR KINDEREN 4.1. Central aanmelding Vanaf april 2009 is er voortaan sprake van centrale aanmelding van kinderen die 4 jaar worden in de gemeente Nijmegen. Centrale aanmelding biedt alle ouders dezelfde kans op aanmelding voor en plaatsing op de school van voorkeur. De Nijmeegse schoolbesturen en de gemeente zetten het aanmeldpunt daarnaast in om het naar school gaan in de eigen wijk te stimuleren en om ongewenste scheefgroei in leerling-samenstelling tegen te gaan. Wie zijn kind wil aanmelden voor het basisonderwijs, kan in Nijmegen terecht op de website www.schoolwijzernijmegen.nl. Om ouders in staat te stellen bewust een school te kiezen, hebben de scholen, daarbij gesteund door de gemeente, besloten het centrale aanmeldpunt op te zetten. Dit moet zorgen voor transparante informatie over het onderwijsaanbod in Nijmegen en over het aanmelden en plaatsen van kinderen. Onderdeel hiervan zijn ook een aantal uniforme spelregels voor het aanmelden en plaatsen van de kinderen op een basisschool. Ouders krijgen voortaan vanaf het moment dat hun kind 2 jaar en 9 maanden oud is de gelegenheid om zich aan te melden voor minimaal drie en maximaal zes basisscholen. In de eerste week van maart voorafgaand aan het nieuwe schooljaar wordt door het aanmeldpunt gekeken of ieder kind terecht kan op de school die de voorkeur van de ouders heeft. Als blijkt dat een school niet voldoende plek heeft om alle kinderen aan te nemen, worden de beschikbare plekken volgens uniforme criteria verdeeld. Deze criteria zijn zodanig opgesteld dat kinderen die al een broertje of zusje op de school hebben, of in de buurt wonen, voorrang hebben op andere kinderen. Schoolwijzer Nijmegen, Kelfkensbos 38, 6511 TB Nijmegen. T 024 360 20 22 E
[email protected] 4.2. Plaatsing van een kind op onze school Via het centraal aanmeldpunt kunnen ouders hun voorkeur uitspreken voor de Hazesprong. Dit houdt niet automatisch in dat het kind ook op de Hazesprong geplaatst wordt. Ieder schooljaar kunnen er zo’n 60 kinderen instromen in groep 1. In iedere jaargroep zitten in principe 60 kinderen. Soms zijn het er iets meer, een andere keer iets minder. De Hazesprong heeft in de eind jaren 90 en beginjaren 2000 een sterke groei doorgemaakt. Het aantal aanmeldingen oversteeg het aantal plaatsingsmogelijkheden. Nu het centrale aanmeldpunt de kinderen verdeelt over de scholen is het op dit moment ook zo dat onze school meer eerste keuzes van ouders heeft dan dat er plaats is. Er kunnen nog steeds 60 kinderen instromen in groep 1. Voor de toekenning van plaatsing op onze school, worden de onderstaande criteria gehanteerd: 1. broertjes / zusjes van reeds geplaatste leerlingen worden met voorrang geplaatst. 2. kinderen uit de wijk hebben daarna voorrang. 3. daarna komen kinderen van buiten de wijk in aanmerking voor plaatsing op de Hazesprong. De gemeente Nijmegen wil dat de verhouding tussen kansarme en kansrijke kinderen 30% - 70% wordt op iedere Nijmeegse basisschool. Wat dit voor gevolgen heeft voor het aannemen van kinderen op de Hazesprong is op dit moment, na vijf jaar Schoolwijzer, nog niet duidelijk. Voor het plaatsen van kinderen in groep 3 t/m 8 zullen wij samen met het centrale aanmeldpunt bekijken per aanvraag of wij plek hebben. Zoals al eerder gezegd plaatsen wij ongeveer 60 kinderen in een jaargroep. Het zal dus van het aantal al geplaatste kinderen af hangen of er in een bepaalde groep nog plek is. Als kinderen definitief geplaatst kunnen worden, zijn er nog de volgende spelregels: Kinderen die in juni of juli 4 jaar worden, kunnen pas in augustus/september van het nieuwe schooljaar op school starten. In overleg met de leerkrachten van de kleutergroepen worden er afspraken gemaakt om, voor de vierde verjaardag, al een aantal keren meegedraaid te hebben in de toekomstige groep. Wij gaan ervan uit dat kinderen zindelijk op school komen en zelfstandig naar het toilet kunnen (dus zonder luier). Wanneer dit om medische redenen niet haalbaar is, is het belangrijk dat de ouders dit kenbaar maken tijdens het intake gesprek. De onderbouwcoördinator voert met alle ouders van nieuwe kleuters een intake gesprek. In dit gesprek kunnen bepaalde aandachtspunten ten aanzien van de ontwikkeling naar voren komen. Ook kunnen ouders tijdens dit gesprek aangeven of ze hun kind bij een vriendje of vriendinnetje in de groep willen. Deze wensen worden opgeschreven en die worden meegenomen bij de verdeling. Beloftes maken we niet, want we hebben ook onze criteria waaraan een verdeling moet voldoen om 5 evenwichtige groepen 1-2 te creëren. Deze criteria zijn: jongens en meisjes zoveel mogelijk evenwichtig verdelen. bepaalde aandachtspunten t.a.v. de ontwikkeling zo evenwichtig mogelijk verdelen. er moet een evenwichtige verdeling zijn in de verschillende leeftijden. broertjes en zusjes komen niet bij elkaar in de groep. 4.3. Het volgen van de ontwikkeling van kinderen in de school Op onze school wordt de ontwikkeling van de kinderen nauwgezet bijgehouden. Dit gebeurt d.m.v. geregelde observaties en toetsen. In de methodes die wij gebruiken, zijn voor en/of na iedere leerstofeenheid toetsen opgenomen. De resultaten hiervan worden door de leerkrachten bijgehouden en gebruikt om de vorderingen te beoordelen en d.m.v. de rapporten verslag te doen aan de ouders. Naast deze zgn. methodegebonden toetsen, gebruiken wij toetsonderdelen uit het leerlingvolgsysteem van het CITO, de niet methodegebonden toetsen. Op gezette tijden (twee keer per schooljaar januari en juni) nemen wij onderstaande toetsonderdelen af: Taal voor kleuters Groep 1 en 2 Rekenen voor kleuters Groep 1 en 2 DMT (technisch lezen) Groep 3 t/m 8
10
Rekenen/wiskunde Groep 3 t/m 8 Begrijpend lezen Groep 3 t/m 8 SVS (spelling) Groep 3 t/m 8 Ieder toetsonderdeel uit het leerlingvolgsysteem wordt een of twee keer per jaar afgenomen en geeft zo een goed overzicht van de vorderingen van het individuele kind of de totale groep. De resultaten worden op school ingevoerd in de computer en geven per kind een niveauaanduiding. Naar aanleiding van de resultaten wordt speciale aandacht besteed aan individuele kinderen of aan bepaalde leerstofonderdelen voor de totale groep. Bij het samenstellen van groepsplannen voor de diverse vakken worden de resultaten van de toetsen gebruikt om de kinderen in het juiste niveau in te kunnen delen. De resultaten van de toetsen uit het leerlingvolgsysteem worden op computerlijsten bewaard en opgeslagen in het leerlingendossier. Van de observaties wordt het verslag vastgelegd in ons interne rapportagesysteem. Ook deze interne rapportageformulieren worden samen met andere belangrijke leerling-gegevens opgeslagen in de leerlingendossiers. Intern worden regelmatig de vorderingen van de kinderen doorgesproken. Hiervoor is er twee keer per jaar een bespreking tussen de interne begeleider en de groepsleerkracht. Er wordt hierbij vooral aandacht besteed aan kinderen met zwakke of zeer goede resultaten en kinderen met specifiek gedrag. De kinderen van groep 3 t/m 8 krijgen twee maal per jaar een rapport mee naar huis. In de maand november worden de ouders uitgenodigd voor een gesprek met de leerkracht. De kinderen van groep 1 en 2 krijgen in november het rapport mee naar huis, dat met de ouders besproken gaat worden. In januari krijgen de kinderen van groep 3 t/m 8 hun eerste rapport mee naar huis. De ouders krijgen de gelegenheid om het rapport samen met de leerkracht te bespreken. In april krijgen de kinderen van groep 1-2 hun tweede rapport mee naar huis. Ook nu krijgen de ouders de gelegenheid dit rapport samen met de leerkrachten te bespreken. Einde schooljaar juni/juli krijgen de kinderen van groep 3 t/m 8 hun tweede rapport. Op verzoek van ouders of de leerkracht wordt dit rapport besproken. Indien daartoe aanleiding is, worden ouders tussentijds uitgenodigd voor een gesprek. Als ouders zelf behoefte hebben aan een gesprek, zijn ze altijd welkom. 4.4. De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften 4.4.1. Ieder kind krijgt de zorg die het nodig heeft. Als zich bij kinderen problemen voordoen, gaat daar speciale aandacht naar uit. De interne begeleider kan bijvoorbeeld een nader onderzoek afnemen, om zicht te krijgen op het probleem. Aan de hand hiervan wordt zo nodig een handelingsplan gemaakt. Dit kan door de leerkracht uitgevoerd worden of indien nodig door een remedial teacher. Voordat er een dergelijke onderzoek plaats vindt, wordt altijd eerst met de ouders over het probleem gesproken en toestemming gevraagd om nader onderzoek te doen. Op onze school hebben we ook deskundigheid met betrekking tot speciale begeleiding voor kinderen die meerbegaafd zijn. De leerkracht is een dag per week beschikbaar voor consultatiegesprekken met deze kinderen. Er wordt dan gekeken naar het speciale programma, waaraan de kinderen in de afgelopen periode hebben gewerkt. Het programma voor de komende periode wordt doorgenomen. In de eigen klas wordt aan het speciale programma gewerkt op momenten dat de andere leerlingen bezig zijn met werk dat de meerbegaafde leerlingen al beheersen. Voor gedetailleerde informatie rond leerlingenzorg verwijzen we naar onze interne nota's “De ondersteunings route van de Hazesprong” en "Begeleiding Meerbegaafden". Voor geïnteresseerde ouders liggen deze nota’s bij de schoolleiding ter inzage. Ten aanzien van het overleg over vragen en problemen met een kind kennen wij op school de volgende overlegmomenten: Overleg leerkracht met remedial teacher Overleg leerkracht met Addito coördinator Overleg leerkracht met de intern begeleider Leerlingenbespreking in het team. Overleg leerkracht met ambulante begeleider (vanuit een speciale school voor basisonderwijs). Overleg met de hulpverlener van de schooladviesdienst. Overleg met schoolmaatschappelijk werker. Overleg tussen leerkrachten aan het einde van het schooljaar, waarbij onderling de gegevens van leerlingen worden uitgewisseld. 4.4.2. Aanwezige voorzieningen. In de eerste instantie proberen we hulp te verlenen binnen de eigen groep door de eigen leerkracht. We vinden het van groot belang dat eventuele problemen tijdig worden gesignaleerd, zodat we ook op tijd (preventieve) hulp kunnen verlenen. Voor tijdige signalering hanteren we eigen observaties, de resultaten van het dagelijkse werk en de toets uitslagen. Als de leerkracht in de eigen groep niet de specifieke hulp kan verlenen die het kind nodig heeft, wordt de hulp van de remedial teacher ingeschakeld. Onze school heeft de beschikking over een aantal (geschoolde) remedial teachers, die samen een aantal dagen kunnen inzetten voor individuele hulpverlening. De intern begeleider coördineert de deze hulpverlening. Als het probleem wat complexer van aard is, wordt de hulp ingeschakeld van het BSOT (brede school ondersteunings team). Het BSOT bestaat uit de directeur (voorzitter), de IBer, schoolmaatschappelijk werker, de ambulant begeleider vanuit het samenwerkingsverband Passend Onderwijs, de sociaal verpleegkundige van de GGD en een vertegenwoordiger van het sociaalwijkteam. Bij het bespreken van een leerling zijn altijd de ouders en groepsleerkracht van het betreffende kind aanwezig. Het BSOT kan voor aanvullende informatie over het kind zorgen, bijv. een onderzoek doen, of een observatie in de klas. Met behulp van deze informatie worden vervolgens aan de school adviezen verstrekt voor de meest wenselijke aanpak. Voor het doen van een eventueel onderzoek wordt van tevoren altijd toestemming gevraagd aan de ouders. Er kan ook zonder bemiddeling van het BSOT een beroep gedaan worden op de Schoolmaatschappelijk werker en de sociaal verpleegkundige. Door middel van gesprekken met ouders, leerkrachten en/ of kinderen proberen zij zicht te krijgen op de problemen en te helpen bij het zoeken naar mogelijke oplossingen.
11
4.4.3. Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. In overleg met de ouders kan het in bepaalde gevallen wenselijk zijn om een kind nog een jaar in dezelfde groep te laten werken. Een eventueel besluit hiertoe wordt goed overwogen en altijd doorgesproken met de ouders en de intern begeleider. Soms is het zo, dat de school samen met ouders en hulpverlenende instanties alles heeft gedaan om een kind verder te helpen, maar dat de gewenste ontwikkeling toch achterblijft. In zo'n geval wordt in overleg met de ouders, het kind via een afgesproken procedure aangemeld bij een speciale school voor basisonderwijs. 4.4.4. Het ondersteuningsprofiel van de Hazesprong in het kader van passend onderwijs Welke (extra) ondersteuning wij onze kinderen op de Hazesprong bieden brengen wij in beeld d.m.v. ons schoolondersteuningsprofiel. Ook geven wij aan welke stappen wij gaan zetten om de ondersteuning op onze school te verbeteren. Daarmee worden ook de mogelijkheden van ons onderwijs duidelijk. Welke (concrete) basis ondersteuning biedt de Hazesprong? De Hazesprong wil een veilige school zijn voor kinderen, ouders en leerkrachten. Hierbij richten wij ons op het welbevinden van de kinderen. De ondersteuning van en voor de kinderen beschrijven wij in het document “de schoolinterne ondersteuningsstructuur van de Hazesprong”. Op de Hazesprong werken wij met groepsoverzichten en groepsplannen waarin de leerkrachten de pedagogische en didactische behoeftes van ieder kind in beeld brengen. We richten ons niet op wat het kind mankeert, maar op wat het nodig heeft om zich verder te ontwikkelen. De Hazesprong heeft expertise opgebouwd voor wat betreft preventieve en (licht)curatieve interventies bij kinderen die een specifieke aanpak nodig hebben bij technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen (met name automatiseren van sommen tot de 100). De Hazesprong heeft een specifieke begeleiding en opvang voor meer- en hoogbegaafde kinderen. De school heeft een ondersteuningsaanpak voor leerlingen met dyslexie en/of dyscalculie. De school heeft en gebruikt onderwijsprogramma’s en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een minder dan gemiddelde intelligentie. Ons uitgangspunt daarbij is dat alle kinderen zo lang mogelijk het gewone onderwijsprogramma uit de onderwijsmethodes die de school gebruikt blijven volgen. De school heeft mogelijkheden om kinderen met een fysieke en/of medische ondersteunings-behoefte van een aanpak te voorzien. Er wordt per kind bekeken in hoeverre de school tegemoet kan komen aan de ondersteuningsbehoefte van dit kind in deze specifieke situatie. De school ziet mogelijkheden om kinderen met specifiek gedrag van een aanpak te voorzien. Wij hebben een aanpak voor kinderen met extra ondersteuningsbehoeften op het gebied van sociaal emotioneel gedrag, maar wij ervaren een grote mate van handelingsverlegenheid bij extreem externaliserend gedrag. Welke interne en externe expertise/deskundigheid heeft de Hazesprong in huis? De school maakt gebruik van de volgende intern aanwezige specifieke teamdeskundigheid: video interactie begeleiding, motorische RT, gedragsproblematiek en meer- en hoogbegaafdheid. De school maakt gebruik van de volgende extern aanwezige specifieke deskundigheid binnen het bestuur en/of het samenwerkingsverband: orthopedagoog, schoolmaatschappelijk werker, dyslexie, begeleiding vanuit de expertise centra voor taal en spraak, auditieve- en visuele beperkingen en de dienst ambulante begeleiding Nijmegen. Welke ondersteuningsvoorzieningen heeft de Hazesprong? De Hazesprong heeft de volgende extra ondersteuningsvoorziening: ondersteuning voor meerbegaafde kinderen (plusklas – Adittogroep) en de speciale opvang voor hoogbegaafden (Leonardogroepen) Welke voorzieningen in de fysieke omgeving heeft de Hazesprong? De volgende voorzieningen zijn in de gebouwen van de Hazesprong aanwezig voor specifieke ondersteuning en opvang van kinderen: rolstoelvriendelijk en toegankelijk, invalidentoilet, een lift en de nodige gespreksruimten. Met welke ketenpartners werkt de Hazesprong samen? De school werkt, ten behoeve van kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, samen met de volgende organisaties en instellingen: CJG Nijmegen Midden, Bureau Jeugdzorg, NIM schoolmaat-schappelijk werk, GGD/JGZ, voorschoolse voorzieningen zoals peuterspeelzalen en kinderopvang, scholen voor PO en VO, SBO de Windroos en de Regionale Expertise Centra. Welke ambitie heeft de Hazesprong voor de toekomst? De Hazesprong richt een ondersteunende structuur in waarbij de leerkracht ondersteund wordt bij het doorlopen van de cyclus van handelingsgericht werken. Gesprekken met kinderen en ouders spelen een grote rol in deze cyclus. De intern begeleider wordt en is hierbij de coach van de leerkracht. De Hazesprong staat open voor terugplaatsing van kinderen vanuit het speciaal (basis)onderwijs wanneer de S(B)O school aangeeft dat het desbetreffende kind daar aan toe is. Wel willen wij van te voren onderzoeken of wij op dat moment aan de hulpvraag van dit specifieke kind kunnen voldoen. Het team van de Hazesprong gaat over tot verwijzing naar het Speciaal (Basis) Onderwijs wanneer het welbevinden van de leerling of van andere leerlingen in gevaar komt of wanneer er sprake is van een combinatie van ontwikkelingsachterstanden en externaliserende gedragsproblematiek. De ambitie van de Hazesprong is om, meer dan nu het geval is, thuisnabij onderwijs te bieden aan kinderen uit de omgeving van de school en als dat van toepassing zou zijn ook van buiten de wijk. Om de kinderen van goede ondersteuning te voorzien zullen wij op de Hazesprong formatie beschikbaar blijven houden voor Interne Begeleiding (minimaal drie dagen per week, RT (minimaal twee dagen per week) en de ondersteuning van de meerbegaafde kinderen (minimaal één dag per week). Daarnaast vinden wij het belangrijk om gespecialiseerde leerkrachten binnen het team van de Hazesprong te hebben en te houden. Belangrijk voor de school zijn dan twee gedragspecialisten, één rekencoördinator, één taalcoördinator en één leescoördinator In de toekomst zullen wij bij aanpassingen in het gebouw meer moeten focussen op stilteruimten en timeoutruimten waar kinderen “ongestoord” kunnen werken. Daarnaast is het belangrijk dat er werkruimten en
12
spreekkamers zijn waar leerkrachten/specialisten kunnen werken met kleine groepjes of individuele kinderen en waar in een rustige omgeving belangrijke gesprekken gevoerd kunnen worden. 4.5. De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs Na groep 8 gaan de kinderen naar het voortgezet onderwijs. Ze hebben de keuze uit vele scholen. Wij proberen de kinderen en ouders zo goed mogelijk te helpen bij het maken van een verantwoorde keuze. In dit verband hebben we op school een stappenplan ontwikkeld, waarbij de volgende onderdelen van belang zijn: 4.5.1. Aan het eind van het schooljaar maken de kinderen in groep 7 de Entreetoets van het CITO Deze entreetoets geeft enerzijds een goed beeld van de vorderingen van het kind; anderzijds levert het bruikbare informatie op om kinderen te begeleiden op onderdelen die nog niet goed worden beheerst. De ouders worden uitgenodigd om met de leerkracht de resultaten van de entreetoets van hun kind te bespreken. De te verwachten score van de eindtoets basisonderwijs en het preadvies van de leerkrachten van groep 7 zijn de punten van het gesprek. 4.5.2. Ouderavond over Cito-Eindtoets en voortgezet onderwijs. Begin januari worden de ouders van de kinderen van groep 8 uitgenodigd voor een informatieve ouderavond over de Eindtoets. Verder wordt informatie verstrekt over het voortgezet onderwijs en de advies - en aanmeldingsprocedure. Ook in september wordt tijdens de informatieavond voor de ouders informatie gegeven over bovenstaande. 4.5.3. In januari/februari wordt met de ouders van groep 8 het definitieve advies besproken. Dit advies wordt in november/december voorbereid door de leerkrachten van groep 8, in overleg met de leerkrachten van groep 7 en de intern begeleider. De ouders krijgen een schriftelijke bevestiging van het uitgebrachte schooladvies. Bij het opstellen van het advies zijn o.a. de volgende punten van belang: Verstandelijke mogelijkheden en prestaties van het kind. Zelfstandigheid en taakgericht kunnen werken. Motivatie en interesse Concentratie en werktempo. Sociale vaardigheden en eventuele faalangst. Alle leerlingen met een vermoedelijk VMBO advies doen mee aan een leerachterstandentest, dat wordt afgenomen onder verantwoordelijkheid van het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs. 4.5.4. Onderwijsinformatiemarkt. Eind januari is er voor leerlingen en ouders van groep 7 en 8 een informatiemarkt. De leerlingen van groep 8 bezoeken samen met hun leerkracht deze markt, terwijl de leerlingen van groep 7 en 8 samen met hun ouders de avondmarkt kunnen bezoeken. Enerzijds wordt hier informatie verstrekt over het voortgezet onderwijs in z'n algemeenheid, anderzijds is er specifieke informatie per afzonderlijke v.o.-school. 4.5.5. Eindtoets basisonderwijs Eindtoets wordt afgenomen in april. De uitslag is te verwachten in mei. Dit is ruim nadat de ouders vanuit de school reeds het schooladvies hebben ontvangen, de kinderen aangemeld zijn en wellicht al geplaatst zijn op een school voor voortgezet onderwijs. Het advies van de school is bepalend geweest voor de plaatsing op de school voor voortgezet onderwijs . Alleen als er een forse discrepantie is in relatie tot de eindtoetsscore wordt de leerling een “bespreekgeval” tussen de basisschool en de school voor voortgezet onderwijs. 4.5.6. Schoolkeus. Met behulp van het schooladvies van de basisschool, kiezen de ouders zelf een geschikte school voor voortgezet onderwijs. Voor alle duidelijkheid geldt, dat de basisschool adviseert voor het schooltype (vmbo - havo - vwo). De ouders zelf kiezen daarbij de naar hun idee meest geschikte school voor hun kind. Ouders zijn vrij in hun keuze en kunnen in principe hun kind aanmelden bij een schooltype, dat niet direct aansluit bij het gegeven advies. Als ouders gekozen hebben voor een schooltype dat niet aansluit bij het gegeven advies, neemt de school voor voortgezet onderwijs in ieder geval contact op met onze school, voordat zij overgaan tot eventuele plaatsing. 4.5.7. Open Dagen Voortgezet Onderwijs. In de maand februari worden de ouders uitgenodigd om de Open Dagen van het voortgezet onderwijs te bezoeken, teneinde hun keus enigszins te vergemakkelijken. De ouders dienen vervolgens zelf hun kind aan te melden. Dit dient vóór 1 maart geregeld te zijn. 4.5.8. Informatieformulieren Voortgezet Onderwijs. Na definitieve aanmelding door de ouders op de school van hun keuze, wordt door de leerkracht van groep 8 een "Informatieformulier Voortgezet Onderwijs" ingevuld en toegezonden naar de school voor voortgezet onderwijs. Hierop staat ook het advies van de basisschool vermeld. Een afschrift van dit formulier ontvangen de ouders. 4.5.9. Rapportage vanuit het Voortgezet Onderwijs. Van de scholen voor voortgezet onderwijs ontvangen we schriftelijke en mondelinge rapportage over de vorderingen van de leerlingen uit de brugklas en de tweede klas. Op deze wijze blijven we op de hoogte en worden de vorderingen teruggekoppeld naar ons eerder gegeven advies. 4.6. Naschoolse activiteiten voor kinderen Op diverse dagen na schooltijd worden er op onze school activiteiten georganiseerd waar kinderen vrijwillig aan deel kunnen nemen. De bedoeling is, dat kinderen het leuk vinden om zich te ontplooien in zaken waar ze plezier aan beleven of waar ze bijzonder goed in zijn. Voor deelname wordt een bijdrage in de onkosten gevraagd. Daarnaast is het zo dat kinderen in het kader van ons project “sportieve school”, na schooltijd kunnen deelnemen aan allerlei sportieve activiteiten. Het aanbod van naschoolse activiteiten wisselt regelmatig. In Haasje-Repje (onze wekelijkse nieuwsbrief) zal van deze activiteiten melding worden gemaakt.
13
4.7. Bijzondere activiteiten voor kinderen Gedurende het schooljaar zijn er verschillende soorten activiteiten gepland. Soms vinden deze activiteiten onder schooltijd plaats, soms ook buiten schooltijd. 4.7.1. Activiteiten onder schooltijd: Sportdag. In het begin van het schooljaar (meestal halverwege september) wordt er voor de gehele school een sportdag georganiseerd. Schoolprojecten. Behalve de groepsgebonden thema's en projecten, werken we 2 keer per jaar met de hele school aan een gezamenlijke project. De projecten worden gezamenlijk geopend en afgesloten. Een er van is meestal de kinderboekenweek in oktober. Sinterklaasviering. Op 5 december brengt Sinterklaas een bezoek op school. In de weken voor Sinterklaas is er meestal een verhaal of thema dat zichtbaar wordt uitgewerkt naar 5 december toe. Sinterklaas komt meestal op een ludieke wijze onze school binnen, waarna er per groep een bezoek van sint en pieten is en waarbij een bepaald programma wordt uitgewerkt. Kerstviering. Op woensdagavond voor de kerstvakantie houden we een gezamenlijke kerstviering. In de verschillende groepen wordt o.a. aandacht besteed aan de betekenis van het kerstverhaal. Carnaval. Op vrijdag voorafgaande aan het carnavalsweekend, vieren we met alle kinderen carnaval. Alle lokalen worden ingericht met verschillende soorten activiteiten, waar kinderen vrij aan mee kunnen doen. Zo worden er o.a. 2 restaurants ingericht en een theater met optredens van kinderen. Verder zijn er activiteiten als schminken, portrettekenen, diverse spelletjes, enz. Afhankelijk van de omstandigheden kan er een optocht georganiseerd worden. Schoolkamp. Op het eind van het schooljaar, gaan de kinderen van groep 8 op schoolkamp. Meestal vindt dit plaats van woensdag t/m vrijdag in de maand mei of juni. Schoolreisje. In de maanden mei of juni worden er schoolreisjes georganiseerd, afzonderlijk voor de onderbouw, de middenbouw en de bovenbouw. We streven ernaar, om behalve een ontspanningselement, ook altijd een educatief moment in te plannen. De kosten voor de schoolreisjes worden betaald vanuit de jaarlijkse ouderbijdrage. Afscheid groep 8.In de laatste week van het schooljaar nemen we afscheid van de leerlingen van groep 8. De schoolverlaters presenteren dan meestal een musical, die overdag voor de andere kinderen van de school wordt opgevoerd en 's avonds voor de ouders. 4.7.2. Activiteiten buiten schooltijd: Bij voldoende deelname doen wij mee met de stedelijke georganiseerde activiteiten zoals: - hockeytoernooi. - voetbaltoernooi. - schaaktoernooi. - zwemwedstrijden. Sportieve school de Hazesprong biedt de kinderen van groep 1 t/m 8 sportactiviteiten aan na schooltijd. Deelname aan eventuele andere activiteiten is afhankelijk van het beschikbare aanbod. 4.8. De leerlingenraad De groepen 5 t/m 8 van de Hazesprong kiezen ieder hun klassenvertegenwoordiger. Samen met de directeur en een afgevaardigde ouder van de oudervereniging vormen zij de leerlingenraad van de school. Ieder schooljaar kiest iedere groep een nieuwe vertegenwoordiger. De leerlingenraad komt 1x per maand bij elkaar. De data worden vermeld op de schoolkalender. De leerlingenraad bevordert de betrokkenheid van de kinderen bij de school. 4.9. Het onderwijs aan hoogbegaafde kinderen, de Leonardo-groepen Naast de begeleiding van meerbegaafde kinderen intern in de school, heeft de Hazesprong opvang voor hoogbegaafde kinderen in de zogenaamde Leonardo-groepen. Sinds de start van het schooljaar 2010-2011 zijn een middenbouwgroep en een bovenbouwgroep ondergebracht in onze school. 4.9.1.het doel van het Leonardo-onderwijs Het belangrijkste doel van het Leonardo-onderwijs is dat hoogbegaafde kinderen zich binnen een uitdagende leeromgeving in een eigen tempo en zonder belemmeringen kunnen ontwikkelen. Daarnaast streven we naar een betere samenwerking en afstemming tussen onderwijs en bedrijfsleven, naar een versterking van het universitaire onderwijsniveau en versteviging van de Nederlandse kenniseconomie. 4.9.2. kenmerken van het Leonardo-onderwijs Groeperen van ontwikkelingsgelijken Omdat hoogbegaafde kinderen een groot ontwikkelingsverschil vertonen met hun leeftijdgenoten - vaak zijn ze vier tot zes jaar verder in hun ontwikkeling - is het binnen het regulier systeem nauwelijks mogelijk hen op hun niveau passend onderwijs te geven. Daarom gaat het Leonardo concept uit van het bij elkaar zetten van hoogbegaafde kinderen in aparte klassen. Deze klassen blijven echter wel onderdeel van een gewone basisschool. Uitdagend onderwijsaanbod Het reguliere onderwijsaanbod wordt in beknopte vorm en versneld aangeboden. Als leerlingen met het standaardprogramma van de basisschool klaar zijn, kan ook al stof van het voortgezet onderwijs worden aangeboden. Daarnaast zijn er een aantal vakken die niet binnen het regulier aanbod vallen of op een wijze worden gegeven die sterk afwijkt van de standaard lesmethodes en/of kerndoelen: Engels, Spaans, filosofie, leren leren, leren ondernemen, Science, informatica, communicatie/omgaan met hoogbegaafdheid, Leonardotijd, Leonardo muziekmethodiek, schaken. Versnellen: ja en nee Door het rijke aanbod dat de kinderen krijgen en de mogelijkheid tot doorw erken op eigen niveau met taal en rekenen is het overslaan van klassen in principe niet aan de orde binnen Leonardoscholen. Hierdoor wordt voorkomen dat kinderen op te jonge leeftijd doorstromen naar middelbaar en later naar het universitair
14
onderwijs. Kinderen kunnen wel versnellen in leertempo: het verbinden van leerstof aan de leeftijd van de kinderen – zoals vaak binnen het regulier onderwijs gebeurt – is binnen Leonardo niet aan de orde. Topdown leren De wijze van les geven wijkt sterk af van de standaard methodes in het onderwijs. In de reguliere methodes wordt bottom-up gewerkt: leerlingen krijgen kleine onderdelen aangeboden om uiteindelijk te komen tot begrip van het geheel. Binnen het Leonardo onderwijs wordt andersom gewerkt: eerst wordt uitgelegd waar de lessen uiteindelijk toe moeten leiden, waarna de benodigde onderdelen aangeboden en nog in zoverre geoefend worden als nodig is. Voorbeeld: metriek stelsel binnen het rekenonderwijs. In alle gangbare methodes doet men er nagenoeg vier jaar over om alle facetten behandeld te hebben. Binnen het Leonardo onderwijs gebeurt dit feitelijk in één les, namelijk dat het systeem wordt besproken en uitgelegd. Daarna komen facetten van het stelsel (gewichten, inhoudsmaten, lengtematen etc.) pas aan de orde. Nadruk op competenties Belangrijker dan kennisinhouden zijn competenties van leerlingen: vaardigheden om zelf kennis te kunnen verwerven, om te kunnen functioneren in de maatschappij, om te kunnen nadenken en een mening te vormen over hetgeen in de wereld gebeurt etc. etc. Competenties vormen dan ook een wezenlijk onderdeel van het onderwijskundig rapport. Motivatie Omdat hoogbegaafde kinderen vaak ver onder hun niveau les hebben gekregen, verdwijnt bij velen de motivatie om te leren. Door het kunnen optrekken met andere hoogbegaafden, het uitdagend onderwijsaanbod en de topdown benadering bij het aanbieden van nieuwe stof komt deze motivatie bij de meesten weer snel terug en vinden zij school en leren weer leuk. Creativiteit Een van de sterkste kanten van hoogbegaafde mensen is het creatief kunnen denken, dat wil zeggen oplossingen verzinnen of verbanden leggen die anderen vaak niet zien. Binnen het regulier systeem zit zo weinig uitdaging, dat het creatief oplossend vermogen steeds verder wegzakt. Kinderen zeggen dan al vrij snel bij moeilijker zaken “dat snap ik niet”, doen geen moeite om zelf oplossingen te verzinnen. Door bij alle vakken opdrachten in te bouwen waarbij de kinderen de ruimte krijgen voor eigen initiatief en eigen oplossingsmethodes, wordt voortdurend een beroep gedaan op hun creativiteit. B.v. open een eigen restaurant (Leren Ondernemen), ontwerp een advertentiecampagne voor Coca Cola (informatica), ontwerp een bootje dat op duurzame energie voortbeweegt (Science). Co-Creation en kennis delen Binnen het Leonardo onderwijs worden voortdurend nieuwe leerinhouden ontwikkeld, enerzijds omdat er nog geen doorlopende leerlijnen zijn voor hoogbegaafden, anderzijds omdat veel met blauwdrukken wordt gewerkt en de invulling afhankelijk is van de inbreng van leerkrachten, leerlingen en de maatschappelijke omgeving (zie onder 9). Door de opzet van een digitaal netwerk met intranet en sharepoints kunnen leerinhouden gezamenlijk opgezet dan wel met elkaar gedeeld worden. Dit geldt niet alleen voor de Leonardo leerkrachten en leerlingen onderling. Binnen Leonardo ontwikkelde projecten kunnen vaak ook gebruikt worden in verrijkingsklassen, waarin leerlingen uit het regulier onderwijs één of enkele dagdelen extra uitgedaagd worden. Nauwe samenwerking met de maatschappelijke omgeving, met name met het bedrijfsleven Leonardoscholen en Leonardocolleges zijn niet, zoals de meeste scholen, naar binnen gericht. Buiten school is een veelvoud van kennis – en dan ook authentieke kennis – voorhanden van wat in de gewone schoolboeken staat. Instituten en bedrijven worden dan ook actief benaderd om een bijdrage te leveren aan het curriculum (gastlessen, workshops, bedrijfsbezoeken, stageplaatsen etc.). Daarnaast kunnen zij het Leonardo onderwijs steunen met financiële bijdragen of materialen ter beschikking stellen. Zo heeft de Leonardostichting al partners gevonden in de Rabobank (partner in Leren Ondernemen), Steinberg Technologies en Yamaha (partners bij de muziekmethodiek), DSM en NMi (partners in Science) en Apple (inrichting ICT en digitale leeromgeving). Brede aandacht voor veelzijdige ontwikkeling Om tegemoet te komen aan alle aspecten van de ontwikkeling van de leerlingen – zie de acht vormen van meervoudige intelligentie van Howard Gardner – wordt binnen het Leonardo concept uitgebreid aandacht besteed aan kunst, cultuur en sport. Zo zijn er naast de reguliere lessen voor beeldende vorming, dans en drama speciale projecten (b.v. project moderne kunst, o.a. expressionisme, Cobra, pop-art etc.), is er een aparte leergang literatuur, vindt naast de reguliere lessen gymnastiek kennismaking plaats met allerlei sporten (zoals het zeilproject in Venlo) etc.. In de muziekmethodiek wordt naast de muzikale ontwikkeling ook aandacht besteed aan leidinggevende, organisatorische en creatieve competenties. Tenslotte staat het kunnen communiceren met andere mensen in allerlei situaties als een van de speerpunten op het Leonardo programma. 4.9.3. De Leonardo-methodiek Op de Leonardoscholen staat de ontwikkeling van de individuele leerling centraal. Dit komt tot uitdrukking in het in eigen tempo doorwerken van de leerlijnen taal en rekenen/wiskunde en in het oneindig kunnen verbreden, verdiepen en verrijken van de leergebieden aardrijkskunde, geschiedenis, kennis der natuur en science onder Leonardotijd. Naast de cognitieve ontwikkeling is er brede aandacht voor kunst, cultuur, dans, drama, muziek en sport (waaronder ook de denksporten). Bij filosofie staan de leerlingen stil bij gebeurtenissen en levensvragen, discussiëren samen en vormen zich een mening daarover. Omgaan met Hoogbegaafdheid moet leiden tot inzicht in de eigen realiteit als hoogbegaafde en het vermogen om met mensen van allerlei andere niveaus te kunnen communiceren. Via de vakken informatica en multimedia doen de leerlingen vaardigheden en kennis op van de moderne informatietechnieken en systemen. Ieder kind heeft een eigen laptop, zodat ze deze continu kunnen gebruiken en toepassen.
15
Met het vak Leren Leren reiken we de leerlingen de instrumenten aan om te kunnen leren: hoe leer je (werking van de hersens), samenvattingen maken, mindmapping, leren plannen geheugentrainingtechnieken, leestechnieken, leerstijlen en leerstrategieën etc. Met het vak Leren Ondernemen brengen we niet alleen kennis bij over ondernemerschap (businessplan, omzet, kostprijs e.d.), maar willen we de leerlingen vooral een ondernemende en onderzoekende houding bijbrengen, zodat ze uit zichzelf dingen willen weten en onderzoeken. Vaak zijn ze deze houding in het reguliere onderwijs kwijtgeraakt. Onder Leonardotijd, vrije onderzoekstijd, kunnen de leerlingen toepassen wat ze o.a. met Leren Leren en informatica hebben geleerd, wordt de onderzoekende houding gestimuleerd, kunnen ze met W.O. en Science eindeloos verbreden, verrijken en verdiepen en wordt ook specifieke belangstelling voor kunst, literatuur, muziek, techniek e.d. gestimuleerd. Als hoogbegaafde leerlingen weten hoe ze moeten leren (Leren Leren), instrumenten kunnen gebruiken om kennis te verwerven (informatica/multimedia), de drive hebben òm te leren (Leren Ondernemen) en de ruimte krijgen om zelf kennis te verwerven (Leonardotijd), dan is wat het verwerven van nieuwe kennis betreft “the sky the limit.” Van essentieel belang is de manier van leren die gehanteerd wordt. Nieuwe stof wordt topdown aangeboden. Uitgegaan wordt van het geheel, waar moet iets toe leiden, het doel. Vervolgens komen de stappen die nodig zijn om dit doel te bereiken aan de orde en vaak doorlopen hoogbegaafde leerlingen deze in een fractie van de tijd die daarvoor normaliter wordt ingeroosterd. In het reguliere onderwijs wordt meestal andersom gewerkt, worden eerst methodisch alle deelaspecten in kleine stapjes aangeboden en doorgewerkt voordat men tot een einddoel of conclusie komt. Tot slot zijn er nog de vreemde talen, gegeven door native speakers: Engels, Spaans en/of Chinees.
4.10. Verwijsindex Onze organisatie is vanaf 01-08-2010 aangesloten bij de Verwijsindex Regio Nijmegen. De Verwijsindex is een digitaal systeem waarin professionals van verschillende organisaties en instellingen (bijvoorbeeld intern begeleiders in het onderwijs, begeleiders en hulpverleners) een signaal kunnen afgeven wanneer zij zich zorgen maken over een kind of jongere onder hun hoede. Wanneer meerdere hulpverleners een signaal over hetzelfde kind afgeven in de Verwijsindex, dan krijgen zij elkaars contactgegevens. Zo kunnen professionals elkaar makkelijker en sneller vinden, en beter afstemmen en samenwerken in de hulpverlening aan jeugdigen. Er kunnen verschillende redenen zijn voor een signaal in Verwijsindex. Bijvoorbeeld omdat de professional zich zorgen maakt over de woonomstandigheden, geldproblemen, drugsgebruik, depressiviteit, problemen in het gezin, gedragsproblemen, criminaliteit of pesten. In de Verwijsindex wordt alleen vermeld om wie het gaat: naam, adresgegevens, geslacht en geboortedatum. De reden waarom de professional zich zorgen maakt, wordt niet vermeld. Ouders van kinderen tussen de 0 en 16 jaar worden persoonlijk op de hoogte gesteld als een signaal over hun kind wordt afgegeven in de Verwijsindex en wat de reden daarvoor is. Jongeren van 16 jaar en ouder worden zelf geïnformeerd. In het systeem worden signalen over kinderen en jongeren tussen de 0 en 23 jaar uit de gemeenten Nijmegen, Wijchen, Beuningen, Druten, West Maas en Waal, Heumen, Groesbeek, Ubbergen en Millingen aan de Rijn gedurende maximaal twee jaar opgeslagen. Meer weten? Lees de informatiefolder voor ouders of voor jongeren of bezoek vanaf het voorjaar 2010 de website http://www.verwijsindexgelderland.nl .
16
5. HET TEAM VAN LEERKRACHTEN 5.1 Samenstelling van het team Binnen onze schoolorganisatie werken ongeveer 45 mensen in verschillende functies en te onderscheiden taken. Directeur Belast met de algehele leiding en dagelijkse gang van zaken op school. Management Team Belast met taken op het niveau van de verschillende bouwen en taken op het gebied van schoolorganisatie. Intern begeleider Algemene coördinatie van de leerlingenzorg. Coördinator Leonardogroepen Belast met dagelijkse leiding van de Leonardoafdeling van de school. Remedial teacher Belast met individuele begeleiding van kinderen met ondersteuningsvragen op bepaalde gebieden. Groepsleerkracht Belast met de dagelijkse zorg voor een groep leerlingen. Daarnaast heeft iedere groepsleerkracht nog een aantal groepsoverstijgende taken. Groepsleerkracht van de Leonardoafdeling Deze leerkrachten zijn belast met de specifiek opvang van de hoogbegaafde kinderen in de Leonardogroepen Bouwcoördinator Per bouw (groep 1 t/m 4 en 5 t/m 8) is een bouwcoördinator belast met het leiding geven aan en uitvoeren van specifieke taken binnen de bouw. Conciërge Allerlei dagelijkse voorkomende werkzaamheden op het gebied van onderhoud en ondersteuning. Administratief medewerker. Ondersteunende werkzaamheden, vooral gericht op het gebied van leerlingenadministratie. ICT coördinator (Informatie en Communicatie Technologie) Groepsleerkracht die zich bezig houdt met de organisatie en inhoud rond computers en informatica. Coördinator meerbegaafden Groepsleerkracht die zorgt voor begeleiding van meerbegaafde kinderen. Gedragspecialist Een groepsleerkracht die een speciale studie heeft gevolgd als gedragspecialist. De gedragspecialist ondersteunt leerkrachten die specifieke vragen hebben over de aanpak van individueel kind of het pedagogisch klimaat in de groep. Rekenspecialist Een groepsleerkracht die een speciale studie heeft gevolgd als rekenspecialist. De rekenspecialist adviseert het SMT over allerlei zaken die met het rekenonderwijs op de school te maken hebben. Daarnaast helpt de rekenspecialist de leerkrachten met reken vragen. Onderwijsassistent Ondersteuning van de leerkrachten als het om huishoudelijke taken en activiteiten. Interne contactpersoon Aanspreekpunt op het gebied van machtsmisbruik. Schoolmaatschappelijk werker Begeleiding bij problemen in school en/of thuissituatie. Vakleerkracht bewegingsonderwijs Verzorgen van gymlessen in de groepen 3 t/m 8. Naschoolse sportcoördinator Belast met naschoolse sportieve activiteiten. 5.2. Wijze van vervanging bij ziekte, ADV, studieverlof, scholing Door verschillende soorten taken, arbeidsduurverkorting en duobanen is het niet meer zo, dat iedere leerkracht vijf dagen per week, gedurende het hele schooljaar in dezelfde groep werkt. Dit betekent, dat in de meeste groepen twee leerkrachten staan. Plotselinge vervangingen bij ziekte proberen we zo goed mogelijk te regelen door gebruik te maken van invalleerkrachten van de regionale vervangingspool. Intern ligt er de afspraak dat in geval van plotselinge vervanging, de gegevens om een groep over te nemen duidelijk beschikbaar zijn (invalklapper). Bovendien is altijd de leerkracht van een parallelgroep beschikbaar om de vervanger te begeleiden. De volgende maatregelen worden getroffen wanneer bij ziekte of afwezigheid van een leerkracht vervanging noodzakelijk is: Via de vervangingspool wordt een invalleerkracht gezocht. De vervangingspool werkt ten behoeve van schoolbesturen in Nijmegen. Is er geen vervanger beschikbaar, dan wordt de eerste dag waarop vervanging nodig is gezocht naar een schoolinterne oplossing: De betreffende groep wordt volgens een vooraf opgesteld schema voor maximaal twee dagen opgesplitst; Zijn voor opvang niet-leerkrachten als onderwijsassistenten en Pabostudenten beschikbaar, dan kunnen zij onder toezicht van de directie of bevoegde leerkracht worden ingezet; Functionarissen met andere taken kunnen slechts incidenteel voor vervanging worden ingezet (o.a. directeur, interne begeleider, ICT-coördinator, remedial teacher).
17
Is er geen schoolinterne oplossing mogelijk dan krijgen de kinderen een brief mee naar huis, waarin aan de ouders wordt meegedeeld om hun kinderen een of twee dagen thuis te houden. Als er na een of twee dagen nog geen vervanging beschikbaar is, dan herhaalt de procedure zich zoals beschreven. De verdeling van de groep over andere groepen wordt echter gewijzigd of een andere groep wordt naar huis gestuurd. Kinderen worden niet zonder voorafgaande brief naar huis gestuurd, tenzij er sprake is van afwezigheid van meerdere leerkrachten. In dat geval worden kinderen pas na telefonisch contact op de eerste dag naar huis gestuurd. Indien kinderen, in redelijkheid, in de thuissituatie niet kunnen worden opgevangen draagt de school zorg voor de opvang. Bij calamiteiten kan de directie afwijken van dit protocol en achteraf verantwoording afleggen. Gelukkig is het in de afgelopen jaren op onze school nog niet nodig geweest om een groep naar huis te sturen. 5.3. Stagiaires in de school Ieder jaar begeleiden leerkrachten van onze school PABO-studenten. Bij de indeling van PABO-studenten in de groepen houden we rekening met de gewenste ervaring van de begeleidende mentor en met de belastbaarheid van de groep. D.w.z. als er in een groep sprake is van veel wisseling van leerkrachten, plaatsen we hier geen PABO-student. De verantwoordelijkheid voor de groep en het onderwijsleerproces blijft altijd bij de groepsleerkracht. Onze school werkt, indien mogelijk, ook mee aan plaatsing van z.g. LIO-stagiair(e)s (Leraar In Opleiding). Deze studenten verkeren in de eindfase van de studie, zijn vaker in de groep en dragen meer eigen verantwoordelijkheid. Sinds 9 jaar is onze school opgenomen in het project “Opleiden in de School” (Oi/dS). In nauwe samenwerking met de PABO nemen leerkrachten van onze school een aantal begeleidingstaken van de PABO over. Deze Oi/dS studenten zijn meerdere dagen en een langere periode op onze school. Naast studenten van de PABO komen er ook studenten van het ROC en van de HAN naar de Hazesprong. De ROC studenten volgen de opleiding klassenassistent of coördinator sport en bewegen. HAN studenten volgen vaak de opleiding tot vakdocent bewegingsonderwijs of de studie orthopedagogiek. 5.4. Scholing van leraren Scholing van leraren maakt onderdeel uit van ons personeelsbeleid. We vinden het belangrijk, dat we de ontwikkelingen goed bijhouden. In het kader van kwaliteitsbeleid is het dan ook noodzakelijk dat we ons blijven scholen. Hiertoe wordt ieder jaar een nascholingsplan gemaakt. In dit plan wordt de scholingsbehoefte van de school beschreven, daarbij aansluitend wordt bekeken welke leerkrachten zich voor specifieke onderwerpen scholen. Het ons toegekende nascholingsbudget wordt dan ook altijd volledig ingezet.
18
6. DE OUDERS 6.1. Het belang van de betrokkenheid van ouders De Hazesprong is een school van kinderen, leerkrachten en ouders. Deze drie groepen zijn gelijkwaardig maar niet gelijk. Elk heeft zijn eigen kenmerken, taken en verantwoordelijkheden. Het team wil ouders op basis van die gelijkwaardigheid bij de school betrekken en doet dit vanuit de volgende uitgangspunten: ouders en leerkrachten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de opvoeding van en onderwijs aan de kinderen. Natuurlijk heeft ieder daarin eigen taken en verantwoordelijkheden. ouders en teamleden leveren gezamenlijk een bijdrage aan het creëren van een optimaal schoolklimaat. ouders zijn van harte welkom om het onderwijsproces in praktische zin te ondersteunen. ouders houden zich aan de richtlijnen en afspraken die de school hanteert. 6.2. Een goede informatieoverdracht naar ouders is van groot belang. Hoe doen we dat? de (school)kalender die in begin van het schooljaar verschijnt. de schoolgids. wekelijks verschijnt op donderdag Haasje-Repje (onze nieuwsbrief) met veel actuele informatie, de website (www.hazesprong.nl). Naast deze ‘schriftelijke info’: ouderavond in de klas van uw kind aan het begin van het schooljaar. schoolvieringen. info- en thema-avonden verzorgd door de oudervereniging. rapportage/tien minuten gesprekken met de leerkracht van uw kind: u wordt twee keer per jaar uitgenodigd voor zo’n gesprek. Daarnaast is het altijd mogelijk om een afspraak te maken met de groepsleerkracht om te praten over de vorderingen van het kind. Als de situatie daartoe aanleiding geeft, zal het initiatief hiertoe uitgaan van de leerkracht. natuurlijk is iedereen na schooltijd in alle groepen van harte welkom om een kijkje te komen nemen. 6.3. De Medezeggenschapsraad Enkele jaren geleden is het meebeslissen en meedenken van ouders op school geregeld bij de 'Wet Medezeggenschap Onderwijs"(WMO). Die wet zegt dat op elke school een Medezeggenschapsraad (MR) moet zijn. In de MR zitten 4 gekozen vertegenwoordigers van de leerkrachten en 4 vertegenwoordigers van de ouders. De MR heeft volgens de WMO advies- en/of instemmingsrecht bij personele en financiële aangelegenheden en bij een aantal onderwijszaken. De zittingsduur in de MR is drie jaar, maar leden kunnen meerdere termijnen achtereen gekozen worden. 6.4. De Oudervereniging De oudervereniging (OV) is bevoegd gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen aan de Medezeggenschapsraad en/of de directie van de school met name over die aangelegenheden die leerlingen en ouders in het bijzonder aangaan. Het bestuur van de oudervereniging wordt gevormd door de ouderraad (OR). De OR heeft een huishoudelijke reglement waarin o.a. vermeld staat hoe de verkiezingen moeten verlopen. Daarnaast bereidt de OR een procedure voor die er voor gaat zorgen dat contactouders plaats te laten nemen in de OR. Momenteel bestaat de OR uit 10 leden. De zittingsduur voor leden is 3 jaar. Men kan eenmaal herkozen worden. De OR vergadert een aantal keren per jaar samen met de directeur en een van de teamleden over verschillende onderwerpen die met name de ouders aangaan. Het hele jaar door zijn er allerlei activiteiten in en rond de school waarbij de hulp van de ouders onmisbaar is. De OR organiseert deze ouderparticipatie in overleg met het team. Verder zijn er per groep nog twee contactouders, die functioneren onder de verantwoordelijkheid van de ouderraad. 6.4.1. De contactouder + de digiouder Iedere groep op de Hazesprong heeft twee contactouders. Deze contactouders zijn de directe verbinding tussen de leerkracht en de (overige) ouders. De contactouder is het aanspreekpunt voor de andere ouders van de groep. De contactouder voert hand en spandiensten uit om activiteiten in de groep goed te laten verlopen. Iedere ouder van de groep kan zich aanmelden als contactouder. Als er meer kandidaten zijn gewenste contactouders besluit de OR en de leerkracht wie er contactouder wordt. Daarnaast is het wenselijk dat iedere groep een digiouder heeft. Deze ouder verzorgt de communicatie via MaxClass, het digitale ouderplaform van de school. 6.4.2. De ouderbijdrage U zult begrijpen dat de activiteiten in en buiten de school kosten met zich meebrengen. Daarom vragen wij jaarlijks uw financiële steun. De ouderbijdrage is €35,- per kind. In een afzonderlijk schrijven bij de rekening, wordt hierover meer informatie verstrekt. De bijdrage die van de ouders wordt gevraagd, is in principe vrijwillig, maar u zult begrijpen dat de oudervereniging zonder deze bijdrage een aantal specifieke activiteiten niet kan realiseren. Aan het begin van het schooljaar ontvangt u hiervoor een rekening van de ouderraad. Gironummer ouderraad: 30.27.634 t.n.v. Ouderraad Basisschool De Hazesprong, Nijmegen. 6.5. Ouderparticipatie Onder ouderparticipatie verstaan wij het actief deelnemen van ouders aan allerlei voorkomende activiteiten. Veel activiteiten kunnen niet doorgaan als er niet voldoende hulp is van ouders. Aan het begin van het schooljaar kunnen ouders intekenen op ons zgn. ouderparticipatieformulier. Het gaat hierbij om activiteiten als sportdag, sinterklaas, kerstmis, carnaval, excursies, schoolreisjes, enz. Uiteraard krijgt ouderparticipatie ook gestalte binnen de ouderraad en de medezeggenschapsraad, waar het gaat om organisatie en beleid rond een aantal aangelegenheden die de school betreffen (zie hiervoor de beschrijvingen onder de paragrafen medezeggenschapsraad en ouderraad).
19
7. VOOR- EN NASCHOOLSE OPVANG 7.1. Informatie over de Buitenschoolse opvang (BSO) Vanaf 1 augustus 2007 is het schoolbestuur verplicht om buitenschoolse opvang te organiseren wanneer ouders daarom vragen. Dit geldt (nog) niet voor het speciaal onderwijs. De verplichting komt o.a. voort vanuit het belang dat wordt gehecht aan het toenemen van deelname aan het arbeidsproces, met name door vrouwen, in verband met de vergrijzing van de Nederlandse samenleving. 7.2. Wat is buitenschoolse opvang? Buitenschoolse opvang is opvang na schooltijd voor kinderen van 4 tot 13 jaar. De kinderen kunnen er vijf werkdagen per week en 52 weken per jaar voor- en na school terecht, ook tijdens vakanties en op studiedagen van de basisschool. Een professionele groepsleiding zorgt ervoor dat kinderen zich prettig en op hun gemak voelen. Tijdens de opvang worden allerlei leuke activiteiten georganiseerd voor en met de kinderen. De buitenschoolse opvang moet voldoen aan de kwaliteitseisen van de Wet Kinderopvang. Het schoolbestuur, de Stichting Sint Josephscholen, heeft de organisatie van de buitenschoolse opvang uitbesteed aan een professionele kinderopvangorganisatie: KION. Daarnaast maken steeds meer kinderen gebruik van de buitenschoolse opvang Struin. 7.3. Wie is KION? KION regelt in Nijmegen en omgeving de dagelijkse opvang van ruim 6.000 kinderen van 0 tot 13 jaar bij ongeveer 200 gastouders en in 90 kindercentra, zoals kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang en peuterspeelzalen. KION houdt bij de organisatie van de buitenschoolse opvang rekening met een aantal eisen die door het schoolbestuur zijn gesteld: Buitenschoolse opvang moet zoveel mogelijk in de onmiddellijke nabijheid van de school worden gerealiseerd; Buitenschoolse opvang moet maximaal tegemoet kan komen aan de behoefte van ouders aan flexibele kinderopvang (wisselende tijden, dagen, weken). Buitenschoolse opvang betekent zowel voorschoolse- als naschoolse opvang en opvang tijdens dagen dat er geen school is (vakantie en andere vrije dagen). Buitenschoolse opvang moet voldoen aan alle geldende eisen omtrent kwaliteit en veiligheid. Buitenschoolse opvang moet zo veel mogelijk samenwerken met andere initiatieven rond buitenschoolse opvang. Buitenschoolse opvang moet betaalbaar zijn. Buitenschoolse opvang moet samengaan met een goede informatievoorziening aan ouders. 7.3.1. Wat betekent de samenwerking tussen KION en het schoolbestuur voor de ouders ? Indien ouders gebruik willen maken van buitenschoolse opvang, kunnen zij hiervoor rechtstreeks contact opnemen met KION. Ouders kunnen, als vanzelfsprekend, ook gebruik maken van andere aanbieders van buitenschoolse opvang. Hebben ouders de buitenschoolse opvang al geregeld, dan hoeft men niets te doen. Voor informatie, vragen, of voor het direct inschrijven kunt u tijdens werkdagen terecht bij de afdeling Klantrelaties van KION, 024 – 382 26 55. Of kijk op www.kion.nl 7.2. Wie is Struin? Struin is de eerste en enige buitenschoolse opvang waar kinderen worden opgevangen in de wilde natuur. Hoe Stuin dit doet, is vastgelegd in het pedagogisch beleidsplan en in de huisregels van de buitenschoolse opvang. Struin heeft als organisatie een voortrekkersrol en voorbeeldfunctie voor andere organisaties die overwegen opvang in de natuur te realiseren. Struin biedt kinderen samen met hun leeftijdsgenootjes vrij spelen in de natuur aan, net zoals hun ouders en grootouders dat vroeger zelf deden. Struin ziet zichzelf vooral als een natuur-educatieve organisatie. De vorm die zij daarbij gebruiken is buitenschoolse opvang. Hierdoor bieden zij de kwaliteit en veiligheid van een BSO en de ervaring en kennis van natuureducatie. Struin is een milieubewuste opvang met biologische consumpties. De kinderen worden per groepsfiets vervoerd waardoor het milieu ontzien wordt. In de gehele bedrijfsvoering houden zij rekening met het milieu en de gezondheid van de kinderen. Voor informatie, vragen, of voor het direct inschrijven kunt u tijdens werkdagen terecht bij BSO Struin B.V., Ooysedijk 61, 6522 KV Nijmegen, 024-7506085 (kantoor),
[email protected]. Of kijk op www.struin.nl 7.3. Overige BSO organisaties Het schoolbestuur van onze school heeft een overeenkomst gesloten met KION m.b.t. de voorschoolse- en naschoolse opvang. Ook met Struin heeft het schoolbestuur een overeenkomst. Er zijn in Nijmegen echter ook andere aanbieders van buitenschools opvang.
20
8. KLACHTENPROCEDURE Gelukkig komt het niet zo vaak voor, maar als u klachten of opmerkingen heeft betreffende de school, is het goed als u weet waar u met uw opmerkingen terecht kunt en wat er vervolgens mee wordt gedaan. In samenspraak met de ouderraad en de medezeggenschapsraad is daarom een interne 'klachtenprocedure" ontwikkeld. 8.1. De gang van zaken bij behandeling van opmerkingen/klachten van ouders. Indien ouders opmerkingen of klachten hebben over schoolaangelegenheden in het algemeen, is het wenselijk dat zij zich in eerste instantie vervoegen bij de directie. Indien het gaat om opmerkingen/klachten betreffende een individuele leerkracht, is het wenselijk dat de ouders in eerste instantie de betrokken leerkracht benaderen. De leerkracht zal een opmerking/klacht serieus in behandeling nemen en met de ouders bespreken in hoeverre verandering van de situatie noodzakelijk en/of mogelijk is. Als het door omstandigheden niet mogelijk is om rechtstreeks de leerkracht te benaderen, nemen de ouders contact op met de directie. De directie bespreekt het probleem vervolgens met betrokken leerkracht en brengt een gesprek tot stand tussen ouders en betrokken leerkracht. De directie kan hierbij zelf, indien gewenst, aanwezig zijn. Pas als deze gesprekken niet het gewenste resultaat hebben opgeleverd, kunnen de ouders het probleem signaleren bij een lid van de ouderraad. Het ouderraadslid neemt de klacht niet zelf in behandeling, maar neemt contact op met de directie, die vervolgens opnieuw de klacht in behandeling neemt. Na afloop van ieder gesprek genoemd onder de bovenstaande punten wordt, indien gewenst, een vervolgafspraak gemaakt om de vorderingen te bespreken. Soms kan er sprake zijn van ernstige klachten over een vorm van machtsmisbruik: seksuele intimidatie, discriminatie, agressie, geweld en/of pesten. Het is belangrijk om deze klachten niet binnen de school af te handelen, maar daarvoor onafhankelijk, externe deskundigen in te schakelen. De klachtenregeling van de Landelijke Klachtencommissie (LKC), waarbij onze school is aangesloten, voorziet hierin. Binnen de school kunt u een beroep doen op de interne contactpersoon en buiten de school op de externe vertrouwenspersoon. 8.2. Interne contactpersoon Binnen de school is er een contactpersoon waarbij u terecht kunt met een klacht over machtsmisbruik door iemand van de school (personeel, leerlingen, ouders, vrijwilligers). De contactpersoon zal naar uw verhaal luisteren en samen met u kijken wat er gaat gebeuren. De contactpersoon gaat niet zelf met de klacht aan de slag, maar verwijst u door naar de externe vertrouwenspersoon. De naam van de interne contactpersoon/personen vindt u in het B-gedeelte van deze Schoolgids. 8.3. Externe vertrouwenspersoon Het bestuur heeft een externe vertrouwenspersoon aangezocht die deskundig is op het gebied van machtsmisbruik en de gevolgen ervan. De externe vertrouwenspersoon zal met u over de klacht praten en kijken welke volgende stappen wenselijk zijn. Dat kan een vorm van hulpverlening zijn, het indienen van een klacht en/of aangifte doen bij de politie. U beslist welke stappen u wilt zetten. De vertrouwenspersoon ondersteunt u desgewenst daarbij. De naam van de vertrouwenspersoon vindt u in het B-gedeelte van deze Schoolgids. 8.4. Klachtencommissie Mocht u een officiële klacht willen dienen dan komt u terecht bij de onafhankelijke klachtencommissie. De commissie zal u en de aangeklaagde uitnodigen voor een hoorzitting. De commissie zal zo mogelijk ook getuigen horen. De gegevens van de onafhankelijke klachtencommissie vindt u in het B-gedeelte van deze Schoolgids. 8.5. Advies aan het bevoegd gezag Wanneer de klachtencommissie klaar is met haar onderzoek doet ze een uitspraak of de klacht wel of niet gegrond is. Bij een gegronde klacht wordt een advies gegeven aan het bevoegd gezag over te nemen maatregelen. Het bevoegd gezag beslist wat ze met het advies doet. 8.6. Gedrag van ouders De school verwacht van de ouders dat zij uitgangspunten en doelstellingen van de school onderschrijven en zich als zodanig loyaal naar de school toe opstellen. Los van bovenstaande klachtenprocedure kan het in een uitzonderlijk geval voorkomen dat de school te maken krijgt met wangedrag van ouders. In principe kan wangedrag van ouders een reden zijn voor verwijdering van de school. Alvorens dit geschiedt, dienen uiteraard wel de betrokken ouders en de leerkracht te worden gehoord. Een verwijdering in dit opzicht is echter wel een eenzijdige rechtshandeling: er is geen toestemming van de ouders voor nodig.
21
9. ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL 9.1. Ontwikkelingen Onze school is voortdurend in ontwikkeling. Ieder jaar wordt er een schoolontwikkelingsplan opgesteld, waarin we onze ontwikkeldoelen formuleren. Binnen onze school willen we steeds meer werken naar een onderwijsmodel waarbij we goed kunnen inspelen op verschillen tussen kinderen. Verder zal er de komende jaren gewerkt worden aan een verdere integratie van ICT binnen ons onderwijs en zal er veel werk gemaakt worden van kwaliteitsbeleid. Daarnaast zijn we bezig met het invoeren van zelfstandig werken door middel van een planbord en het werken met dag- en weektaken. Voor verdere informatie over de schoolontwikkeling in de komende jaren verwijzen we naar ons "Schoolplan 2015-2019". 9.2. Zorg voor de relatie school en omgeving Onze school is gelegen in de wijk Hazenkamp. Wij proberen een goede relatie te onderhouden met de buurt in het besef dat de school mogelijke overlast zal kunnen bezorgen, maar ook in het besef dat school en buurt veel voor elkaar kunnen betekenen. Verder maakt de school onderdeel uit van een netwerk van allerlei overleg- en samenwerkingsinstanties, waaronder: Overleg en samenwerking met de scholen van de Stichting St-Josephscholen. Samenwerking met NIM maatschappelijk werk, waarbij we gebruik maken van de diensten van de schoolmaatschappelijk werker. Overleg en samenwerking binnen verschillende werkgroepen en scholingsmomenten die aangestuurd worden door het ondersteuningsplatform Nijmegen in het kader van Passend Onderwijs. Overleg en samenwerking met de Speciale Scholen (voor Basisonderwijs) in het kader van ambulante hulpverlening en werkwijzen van leerlingen. Overleg en samenwerking met de scholen in Nijmegen- Midden. Samenwerking met GGD in het kader van onderzoek van leerlingen en begeleiding van ouders. Samenwerking met welzijnsinstellingen als bibliotheek, jeugdzorg e.d. Contacten met PABO'S, ROC en Hoge Scholen in het kader van stagebegeleiding. Contacten met nascholingsinstellingen in het kader van professionalisering van leerkrachten (Marant, Impuls, SBO, BCO enz.) CESN (Bureau voor kunstzinnige vorming) De Lindenberg De Bastei (Milieu Educatief Centrum) Stichting tot Ondersteuning van Levensbeschouwing en Identiteit (SOL) Gemeente Nijmegen Schoolwijzer Peuterspeelzalen BSO Bink BSO Struin Basisschool NSV2 (buurschool) SO Martinus van Beekschool, de Open Kring en VSO Marwindt (cluster 2 scholen) Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen (SSgN) Contacten met Nijmeegse scholen voor VO in kader van de overgang van PO naar VO Wijkraad de Hazenkamp, de wijkcoördinator gemeente Nijmegen, de wijkagent en bureau toezicht
22
10. DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS In ons onderwijs willen we de talenten bij kinderen zo optimaal mogelijk benutten. Dit zien we zo breed mogelijk: zowel talenten op creatief en sociaal emotioneel gebied als op het gebied van verstandelijke capaciteiten. In dit verband willen we ons onderwijs uitnodigend en effectief inrichten. Bij deze effectiviteit hoort ook dat wij voortdurend meten wat de resultaten van ons onderwijs zijn. Dit doen we door gebruik te maken van toetsen die bij onze methodes horen, maar ook door gebruik te maken van het al eerder genoemde LeerlingOnderwijsVolgSysteem (LOVS). Hierbij worden voor de verschillende vakgebieden de resultaten gemiddeld twee keer per jaar gemeten. Daarna kan tijdig worden bijgestuurd waar dat nodig is. De resultaten bij dit LOVS worden weergegeven in een niveauaanduiding per groep. Deze niveauaanduiding geeft een goede vergelijking met de landelijke normering. Meestal scoren de verschillende groepen op onze school in de niveaus I en II (40% best scorende scholen). Als we kijken naar onze eindresultaten in groep 8 kunnen we het best de resultaten van de eindtoets van het CITO hanteren. Over het algemeen scoort onze school hierbij boven of op het landelijk gemiddelde. We willen hier graag bij opmerken, dat de gemeten resultaten slechts een deel van onze onderwijswerkelijkheid weergeven. Niet minder belangrijk zijn de sociaal-emotionele ontwikkeling en het creatieve ontwikkeling van het kind. Alleen is het erg moeilijk om de resultaten van deze ontwikkelingsgebieden in een schema of grafiek weer te geven. 10.1. Schoolscores eindtoetsbasisonderwijs van Cito van groep 8 De schoolscore kan afgezet worden tegen over het landelijke gemiddelde. Daarnaast kan de schoolscore vergeleken worden met de score van de schoolgroep. De schoolgroep zijn die scholen in Nederland waarop een vergelijkbare populatie zit als op de Hazesprong. Jaar Schoolresultaat Schoolgroep Landelijk gemiddelde
2008 537,6
2009 535,2
2010 538,5
534,9
535,0
534,9
2011 540,3 536,8 535,1
2012 539,1 536,8 535,1
2013 537,4 536,4 535,1
2014 539,0 536,9 534,4
2015 538,4 536,9 534,8
10.2. Uitstroom resultaten naar het voorgezet onderwijs van de kinderen van groep 8
Gymnasium VWO HAVO/VWO HAVO VMBO-T/HAVO VMBO-T VMBO-G VMBO-T/K VMBO-K VMBO-K/B VMBO-B LWOO PrO Totaal
2011 0 15 7 11 9 4 1
4
51
Totaal in cijfers 2012 2013 2014 12 8 8 10 8 11 12 14 17 13 8 10 6 7 4 8 8 8 1 3 2 1 2 4 2 4 2 68
58
2015 10 14 12 8 4 8
2011 0% 29% 13% 22% 18% 8% 2%
3 4 8%
Totaal 2012 18% 15% 18% 19% 8% 12% 4% 3% 3%
1 3
66
68
in procenten 2013 2014 14% 12% 14% 16% 24% 25% 14% 15% 12% 6% 14% 12% 2%
100%
100%
4% 6%
2% 3% 3% 100%
2015 15% 21% 18% 12% 6% 12%
6% 6%
100%
2% 4% 100%
10.3. Scores bij het leerlingvolg systeem van Cito Cito zet de score van een kind op een cito-toets af tegen de scores van alle kinderen in Nederland. Als een kind een I scoort hoort het bij de 20% best scorende kinderen in Nederland. Bij de indeling met de Romeinse cijfers I t/m V wordt uitgegaan van 5 groepen van 20%. I 20% hoogst scorende kinderen II 20% boven het landelijk gemiddelde III 20% het landelijke gemiddelde IV 20% onder het landelijk gemiddelde V 20% laagst scorende kinderen 10.3.1. Resultaten uit het leerling volgsysteem van CITO bij de groepen 1 en 2 (juni 2015)
Taal voor kleuters Rekenen voor kleuters
Niveau I 48% 45%
Niveau II 26% 31%
23
Niveau III 9% 9%
Niveau IV 9% 11%
Niveau V 8% 4%
10.3.2. Resultaten uit het leerling volgsysteem van CITO bij de groepen 3 t/m 8 (juni 2015)
Spelling Begrijpend lezen Technisch lezen Rekenen/wiskunde
Niveau l 30% 37% 39% 41%
Niveau ll 22% 21% 23% 23%
24
Niveau lll 18% 18% 14% 16%
Niveau lV 14% 11% 12% 12%
Niveau V 16% 13% 12% 8%
11. SCHOOLONTWIKKELING We vinden het belangrijk om voortdurend alert te zijn op signalen van ouders en leerkrachten met betrekking tot de huidige situatie en de gewenste ontwikkeling. Deze signalen geven belangrijke impulsen voor de verdere kwaliteitsontwikkeling van onze school. In het schoolplan 2015-2019 staan de ontwikkelingsplannen van de Hazesprong aangegeven. Die plannen zijn gebaseerd op de wensen en ambities van het team van de Hazesprong maar worden natuurlijk ook door anderen (o.a. ouders en leerlingen) beïnvloed. De resultaten van een schoolbezoek door de onderwijsinspectie en van een Stichtingsbreed tevredenheidsonderzoek onder ouders, kinderen en teamleden leverden bouwstenen voor het nieuwe schoolplan op. Dit schoolplan ligt op school ter inzage en staat op de website van de school. In het schoolontwikkelingsplan 2015-2016 formuleren wij wat wij specifiek in dit schooljaar willen bereiken. Alle scholen van ons schoolbestuur hanteren daarbij de dezelfde categorieën, die schoolspecifiek ingevuld worden. 11.1. Onderwijs SJS wil kinderen met al hun talenten in de leeftijd van 4 tot 12 jaar met eigentijds onderwijs en met aandacht voor cognitieve, sociaal-emotionele en creatieve ontwikkeling de kans geven zich te ontwikkelen tot competente burgers die zich goed weten te redden in onze samenleving. Daarbij komen wij tegemoet aan de basisbehoeften van leerlingen: veiligheid, waardering, uitdaging om te leren. Wij houden daarbij rekening met verschillen tussen kinderen. De speerpunten voor het schooljaar 2015-2016 zijn: Starten met PBS traject – de pedagogische aanpak in de hele school. Implementatie nieuwe begrijpend leesmethode “Grip op lezen”. Cultuur met kwaliteit – verbeteren van het muziekonderwijs op school. Beredeneerd aanbod in groep 1-2. Volgen van kinderen in groep 1-2. De warme overdracht van de voorschoolse periode naar de basisschool Groepsoverzichten Groepsplannen Aanschaf en inzet tablets in de groepen 7 en 8 Media Wijsheid 11.2. Personeel Voor realisering van goed onderwijs is personeel de belangrijkste factor. Het gaat om de vrouw en de man voor de klas. Individueel, maar vooral ook in gezamenlijkheid als team, met een goede sturing, en ondersteund door niet-onderwijzend personeel, geven zij dagelijks vorm aan het leren van kinderen. Professioneel opererend personeel is cruciaal om onze onderwijsdoelen te realiseren. Gesprekscyclus Scholingsplan - scholing leerkrachten Professionele leergemeenschap Nieuwe cao 11.3. Samenwerking Onderwijs en opvoeding zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. We zoeken naar een balans tussen onderwijs en opvoeding, samen met ouders en omgeving. Het vraagt om een gezamenlijke inspanning van alle direct en indirect betrokkenen. Daarbij is een optimale ontwikkeling van elk kind het doel. We werken daar samen aan, vertrekkend vanuit de te onderscheiden taken, verantwoordelijkheden en kwaliteiten van alle betrokkenen. Brede School ontwikkeling Hazesprong Andere (school)Tijden en de samenwerking met de externe partners Educatief partnerschap – ouder participatie Gebruik Maxclass door ouders en leerkrachten 11.4. Organisatie Een goed functionerende organisatie is noodzakelijk om onze onderwijsdoelstellingen te realiseren. Efficiënt en effectief zijn daarbij sleutelwoorden, evenals duurzaamheid. Onder organisatie verstaan we met name de bedrijfsvoering bovenschools, zoals die door en vanuit het bestuursbureau wordt gerealiseerd.
25
12. OVERZICHT VAN DE IN GEBRUIK ZIJNDE METHODEN Taalonderwijs
Kleuterplein taal/lezen (groep 1-2) Taaljournaal (groep 4 t/m 8)
Aanvankelijk lezen
Veilig Leren Lezen (groep 3)
Begrijpend / Studerend lezen
Nieuwsbegrip (groep 4 t/m 8) Grip op lezen (groep 4 t/m 8)
Technisch lezen
Leesestafette (groep 4 t/m 8)
Schrijven
Zwart op Wit ( groep 1-2) Schrijfdans (groep 1-2) Pennenstreken (groep 3 t/m 8)
Rekenen en Wiskunde
Kleuterplein rekenen (groep 1-2) Wereld in Getallen (groep 3 t/m groep 8)
Aardrijkskunde
Meander (groep 5 t/m 8)
Geschiedenis
Brandaan (groep 5 t/m 8)
Natuur en techniek
Naut (groep 5 t/m 8) Techniektoren (groep 3 t/m 5)
Verkeer
Klaar over (groep 3 t/m 8)
Engels
Real English (groep 7 en 8)
Expressie
Moet je doen (groep 1 t/m 8)
Emotionele ontwikkeling
Goed Gedaan (groep 1 t/m 8) Een doos vol gevoelens (groep 1-2)
Bewegingsonderwijs
Planmatig Bewegingsonderwijs (groep 1 t/m 8)
Daarnaast wordt nog een veelheid van allerlei aanvullende materialen en onderdelen van methoden gebruikt voor het vormgeven van de lessen.
26
13. LEERPLICHT 13.1. De Leerplichtwet Alle kinderen en jongeren in Nederland zijn verplicht om naar school te gaan, zo schrijft de leerplichtwet voor. Alle kinderen van 5 tot 18 jaar zijn leerplichtig. Soms is er een reden waarom ze (tijdelijk) niet naar school hoeven, bijvoorbeeld bij ziekte of verplichtingen die voortvloeien uit geloofsovertuiging of levensovertuiging. 13.2. Verzuimprotocol Daarnaast is in Nijmegen een verzuimprotocol opgesteld waarin de gemeente met de schoolbesturen in het Primair Onderwijs afspraken heeft gemaakt over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de uitvoering van de Leerplichtwet. 13.3. Verzuimregistratie De school moet van alle ingeschreven leerlingen de aan- en afwezigheid bijhouden. Als een leerling van de basisschool verzuimt, waarschuwt de school de leerplichtambtenaar. In het verzuimprotocol staat vermeldt wanneer de schooldirecteur verplicht is om schoolverzuim te melden. Wanneer de leerplichtambtenaar een melding van de school ontvangt, zoekt hij vervolgens uit waarom een kind niet op school is verschenen of regelmatig afwezig is. 13.4. Vrijstelling van schoolbezoek Voorbeelden van momenten waarop een leerling niet naar school hoeft zijn: een officiële religieuze feestdag; een huwelijk in eerste of tweede lijn; een begrafenis in eerste of tweede lijn Om hiervoor vrij te krijgen moeten de ouders een vrijstelling van schoolbezoek aanvragen bij de schooldirecteur. Deze beoordeelt tot maximaal 10 schooldagen, en waar nodig in overleg met de leerplichtambtenaar, of er een gewichtige reden is voor verzuim. Als een leerling verzuimt zonder dat hiervoor een geldige reden is, als dit niet met de school is overlegd, of als de schooldirecteur de aanvraag heeft afgewezen, zijn de ouders van de leerling strafbaar. Vrijstellingsaanvragen voor meer dan 10 dagen moeten bij de leerplichtambtenaar worden ingediend. Aanvraagformulieren voor een vrijstelling kunt u verkrijgen bij de directeur van de school van uw kind. Het ingevulde en ondertekende formulier kunt u samen met de benodigde verklaringen inleveren op school. 13.5. School meldt ongeoorloofd verzuim Ongeoorloofd verzuim is verzuim zonder geldige reden. Een geldige reden is bijvoorbeeld overmacht, een gewichtige omstandigheid of ziekte. De school moet ongeoorloofd verzuim melden vanaf 16 uur lesuren binnen 4 aaneengesloten lesweken. Voor het basisonderwijs geldt dat 16 uur ongeveer overeen komt met 5 dagdelen. Luxeverzuim, de officiële benaming voor vakantieverlof, wordt altijd aan de leerplichtambtenaar gemeld. Het maakt daarbij niet uit of het om 1 uur of enkele dagen gaat. Frequent te laat komen: school meldt regelmatig te laat komen bij de leerplichtambtenaar als een leerling regelmatig te laat komt, ook na herhaaldelijk aanspreken van ouders door school. Mocht een leerling 16x of meer te laat komen in een periode van 4 weken, dan valt dit verzuim onder de wettelijke meldplicht. Frequent ziekmelden: school kan regelmatig ziekmelden van een leerling als zorg melden aan de leerplichtambtenaar of aan de schoolarts. Als ouders weigeren naar de schoolarts te gaan bij frequent ziekteverzuim dan is school verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden. Onder frequent ziekmelden wordt verstaan 4 keer of meer per schooljaar. Een melding wordt alleen gedaan als het ziekteverzuim niet conform het ziektebeeld is. 13.6. Verzuimoverzicht Als de school een verzuimmelding doet, moet zij ervoor zorgen dat de leerplichtambtenaar het verzuimoverzicht van de betreffende leerling ontvangt. In dit verzuimoverzicht is duidelijk aangegeven voor welk soort verzuim de melding gedaan wordt en de frequentie waarin het is voorgekomen. 13.7. Vakantieverlof In verband met de specifieke aard van het beroep van de ouders kan een verzoek om verlof buiten de reguliere schoolvakanties worden ingediend. Uit dit verzoek moet blijken dat in geen enkele reguliere schoolvakantie het gezin gezamenlijk 2 weken vakantie kan houden. Bij dit verzoek moet een werkgeversverklaring worden bijgevoegd waaruit de specifieke aard van het beroep blijkt. Het betreft doorgaans beroepen in de toeristische industrie. 13.8. Bereikbaarheid leerplichtambtenaar Bij de gemeente Nijmegen zijn meerdere leerplichtambtenaren werkzaam. Zij zijn bereikbaar via telefoonnummer 14024 of per e-mail via
[email protected]. 13.9. Verlof bij andere gewichtige omstandigheden: Onder 'andere gewichtige omstandigheden' vallen situaties die buiten de wil van de ouders en/of de leerling liggen en waarmee een kennelijk onredelijke situatie kan worden voorkomen. Voor bepaalde omstandigheden kan vrij worden gevraagd. Hierbij moet gedacht worden aan: een verhuizing van het gezin (ten hoogste 1 dag); het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de 3e graad (ten hoogste 2 dagen); ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten tot en met de 3e graad (altijd in overleg met de directeur);
27
De
overlijden van bloed- of aanverwanten in de 1e graad (ten hoogste 4 dagen), bloed- en aanverwanten in de 2e graad (ten hoogste 2 dagen), bloed- of aanverwanten in de 3e of 4e graad (1 dag); viering van een 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubileum en het 12½-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig (huwelijks) jubileum van ouders of grootouders (ten hoogste 1 dag); voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, een en ander voor zover dat niet buiten de lesuren kan geschieden; bij bevalling van de moeder, voogdes; bij calamiteiten, zoals brand (altijd in overleg met de directeur). volgende situaties zijn geen 'andere gewichtige omstandigheden': familiebezoek in het buitenland; vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding; vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden; een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakantie op vakantie te gaan; eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte; verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn.
28
14. SPONSORING Op school hanteren we de regels met betrekking tot sponsoring zoals die omschreven staan in een circulaire van het ministerie van OenW. Samen met de besturenbonden is sponsoring en reclame nader omschreven. Het doel van dit convenant is dat onze school op een verantwoorde en zorgvuldige manier met sponsoring omgaat, als we daarmee te maken krijgen De school onderschrijft deze voorstellen. Aan het convenant liggen vier uitgangspunten ten grondslag: sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van de kinderen. sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen. sponsoring mag niet de objectiviteit , de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, onze school, de kinderen, de ouders en de leerkrachten in gevaar brengen. sponsoring mag de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs niet beïnvloeden dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die onze school aan het onderwijs stelt. het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn of worden van sponsormiddelen.
29
DEEL B PRAKTISCH GEDEELTE Schooljaar 2015-2016 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
naar school en verlof ouderavonden en rapporten samenstelling team 2015-2016 schooltijden vakanties en vrije dagen bewegingsonderwijs verjaardagen leerkrachten Sinterklaas Kerst Carnaval schoolkamp schoolreisje slotavond samenstelling medezeggenschapsraad samenstelling ouderraad bestuur stichting Sint Josephscholen meenemen van fietsen huiswerk eten en drinken trakteren met verjaardagen gevonden voorwerpen
22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39.
melding afwezigheid verzoek om verlof Haasje Repje aanmelding nieuwe leerlingen school begeleidingsdienst schoolmaatschappelijk werk logopedie op school werkwijze jeugdgezondheidszorg ongevallen verzekering culturele programma’s Bobo – Okkie – Taptoe – Hello You schrijfmateriaal verkeersexamen verkeerswerkgroep sportgroepjes leerlingenraad sportwedstrijden interne contactpersoon en externe vertrouwenspersoon 40. inspectie 41. website 42. activiteiten kalender
30
1. NAAR SCHOOL EN VERLOF
Kinderen die 4 jaar geworden zijn, kunnen op de dag volgend op hun verjaardag op school toegelaten worden. Voor deze kinderen is het mogelijk om voordat de 4 jaar worden een aantal keren proef te draaien in hun toekomstige groep. Kinderen die 4 jaar zijn, zijn niet leerplichtig. Een kind dat de leeftijd van 5 jaar bereikt heeft, is leerplichtig. Dit betekent dat het verplicht naar school moet. Als het voor uw kind van 5 jaar een te zware belasting is, dan mag u het kind vijf uur per week thuis houden. Dit kan alleen nadat er overleg is geweest met en toestemming is verkregen van de directie. Kinderen mogen (als dat noodzakelijk is) onder schooltijd naar de huisarts, de tandarts, de beugeltandarts, logopedist, fysiotherapeut of andere hulpverleners. Ouders brengen de groepsleerkracht tijdig hiervan op de hoogte en vragen bij langere hulpverleningstrajecten eerst toestemming aan de directie. Voor alle vragen m.b.t. verlof nemen ouders contact op met de directeur van de school. Verlof moet schriftelijk aangevraagd worden bij de directeur. Hiervoor is een verlofaanvraagformulier beschikbaar. Zie voor verdere uitleg over leerplicht, leerplichtwet, verzuim en verlof het hoofdstuk 13 op bladzijde 27 en 28 van deze schoolgids.
2. OUDERAVONDEN EN RAPPORTEN
Tweemaal per jaar krijgen de leerlingen van groep 1 t/m groep 8 een rapport. Tijdens een zgn. 10-minutengesprek op een ouderavond wordt het rapport besproken en kunt u met de leerkracht over uw kind praten. Het rapport wordt van tevoren aan de kinderen meegegeven. De rapportavonden vinden dit schooljaar plaats op de volgende data: Donderdag 15 oktober 2015: voortgangsgesprekken met ouders groep 3 t/m 8 Dinsdag 20 oktober 2015: voortgangsgesprekken met ouders groep 3 t/m 8 Vrijdag 06 november 2015: eerste rapport mee naar huis van groep 1-2 Dinsdag 10 november 2015: voortgangsgesprekken met ouders groep 1-2 Donderdag 12 november 2015: voortgangsgesprekken met ouders groep 1-2 Vrijdag 29 januari 2016: eerste rapport mee naar huis van groep 8 Dinsdag 02 februari 2016: adviesgesprekken VO groep 8 Donderdag 04 februari 2016: adviesgesprekken VO groep 8 Vrijdag 26 februari 2016: rapporten mee naar huis groep 3 t/m 7 Dinsdag 01 maart 2016: rapportgesprekken met ouders groep 3 t/m 7 Donderdag 03 maart 2016: rapportgesprekken met ouders groep 3 t/m 7 Vrijdag 08 april 2016: tweede rapport mee naar huis groep 1-2 Dinsdag 12 april 2016: rapportgesprekken met de ouders groep 1-2 Donderdag 14 april 2016: rapportgesprekken met de ouders groep 1-2 Donderdag 23 juni 2016: voorlopig advies gesprek ouders groep 7 n.a.v. entreetoets Dinsdag 28 juni 2016: voorlopig advies gesprek ouders groep 7 n.a.v. entreetoets Vrijdag 01 juli 2016; tweede rapport mee naar huis groep 1 t/m 7 Dinsdag 05 juli 2016: rapportgesprekken met ouders als dat wenselijk is Vrijdag 08 juli 2016: tweede rapport mee naar huis groep 8 Wanneer leerkrachten het in het belang van het kind noodzakelijk achten, kan het gebeuren dat zij de ouders uitnodigen voor een gesprek buiten de ouderavonden om. Op onderstaande data zijn voor iedere groep ouderavonden gepland. Tijdens deze ouderavond worden de ouders geïnformeerd over de werkwijze en de materialen voor de betrokken groep in het nieuwe schooljaar. * Donderdag 10 september 2015: Leonardo midden- en bovenbouw * Maandag 14 september 2015: groepen 1 en 2 * Dinsdag 15 september 2015: groepen 7 en 8 * Woensdag 16 september 2015: groepen 5 en 6 * Donderdag 17 september 2014: groepen 3 en 4 * Maandag 11 januari 2016: groep 8 infoavond over het vervolgonderwijs Op dinsdag 24 mei 2016 is er een informatieavond voor de ouders van de kinderen die na de zomervakantie de overstap van groep 2 naar groep 3 maken. Op donderdag 16 juni 2016 is er een informatieavond voor nieuwe ouders, waarvan het kind in het volgende schooljaar op onze school start. De oudervereniging organiseert een tweetal ouderavonden in het schooljaar 2015-2016: * De jaarvergadering en thema-avond op woensdag 21 oktober 2015. * De thema-avond (schoolcafé) op woensdag 20 april 2016. De informatieavond voor de contactouders van alle groepen is op woensdag 30 september 2015.
3. SAMENSTELLING TEAM Directeur: Groep 1-2A: maandag + dinsdag woensdag t/m vrijdag Groep 1-2B: maandag dinsdag t/m vrijdag Groep 1-2C: maandag + woensdag t/m vrijdag dinsdag
Mary-Ann van Hoof
[email protected]
Elwina de Ruiter Mireille Bruens
[email protected] [email protected]
Annemiek van Ruitenbeek Sharon Roos
[email protected] [email protected]
Bertien den Brok Carina Coenen
[email protected] [email protected]
31
Groep 1-2D: dinsdag maandag + woensdag t/m vrijdag Groep 1-2E: maandag + dinsdag woensdag t/m vrijdag Groep 3A: maandag + dinsdag donderdag + vrijdag Groep 3B: Maandag t/m vrijdag Groep 4A: maandag + dinsdag donderdag + vrijdag Groep 4B maandag t/m woensdag donderdag + vrijdag Groep 5A: Maandag + dinsdag + vrijdag woensdag + donderdag Groep 5B maan- + dins- +donder- +vrijdag woensdag Groep 6A: maandag t/m vrijdag Groep 6B: maandag t/m woensdag donderdag + vrijdag Groep 7A: maandag t/m woensdag donderdag + vrijdag Groep 7B: maandag t/m woensdag donderdag + vrijdag groep 8A: maandag t/m vrijdag groep 8B: maandag dinsdag t/m vrijdag Leonardo MB maandag t/m woensdag donderdag en vrijdag Leonarod BB Maandag, donderdag en vrijdag dinsdag en woensdag Overige medewerkers Vakleerkracht bewegingsonderwijs Interne begeleider Remedial teacher Remedial teacher Extra ondersteuning groep 3+4 Coördinator groep 1 t/m 4 Coördinator groep 5 t/m 8 Coördinator Leonardo Coördinator MB Gedragspecialist ICT coördinator Website beheerder Onderwijsassistente Conciërge Administratief medewerkster Buitenschools sportbegeleider Schoolmaatschappelijk werkster
Sanne Reijnen Joyce van Loon
[email protected] [email protected]
Angelique Engelen Leonie Ruiter
[email protected] [email protected]
Sandra Linders Karin Haselhoff
[email protected] [email protected]
Mayke Derksen
[email protected]
Hanneke van de Korput Ans de Kleijn
[email protected]
Stella van Bommel Els Naber
[email protected] [email protected]
Truus Oelers Annemiek van Ruitenbeek
[email protected] [email protected]
Rob Fila Hanneke van de Korput
[email protected] [email protected]
Frank Weijers Lotte Strous Janneke Braam Esther van Lavieren Maria Gerrits-Leenders Bram Janssen Sanne Reijnen Lex Schulte Desiré van Rossum Koen Arts Marlon Alsters Anja van Rossum Marleen Bouwman Wieteke Aarts-Miltenburg Irene Bouman José van Kuppeveld An Buurman Ingeborg Simonetti Wilma Thunnissen Carina Coenen Bram Janssen Vacature Angelique Engelen Sharon Roos Frank Weijers Bram Janssen Rob Fila Sevim Behar Rob Ouwerkerk Brecht Witte Irene Bouman Linde Bouwkamp
32
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
4. SCHOOLTIJDEN
Het activiteitenplan en jaarrooster op de Hazesprong worden zodanig ingericht dat de kinderen in acht jaar basisonderwijs minimaal de verplichte 7520 uren onderwijs halen. In het schooljaar 2015-2016 gaat iedere groep van de Hazesprong 970 uren naar school (8 x 970 = 7760 uren). De Hazesprong hanteert sinds de aanvang van het schooljaar 2014-205 het 5 gelijke dagen model. De schooltijden voor groep 1 t/m groep 8 zijn iedere dag van 08.30 uur tot 14.00 uur. Iedere groep heeft 2 x 15 minuten speeltijd en 15 minuten om te lunchen. ’s Morgens kunnen de kinderen tussen 08.20 en 08.30 meteen doorlopen naar hun klaslokaal. Alle kinderen moeten om 08.30 uur in de klas zijn, zodat we op tijd met de lessen kunnen beginnen. Wij vragen de ouders met klem ’s morgens op tijd te komen, zodat de lessen op tijd kunnen beginnen.
5. VAKANTIES EN VRIJE DAGEN Studiedag Herfstvakantie Studiedag Kerstvakantie Studiedag Krokusvakantie Goede Vrijdag Tweede Paasdag Studiedag Meivakantie + Hemelvaart Tweede Pinksterdag Studiedag Zomervakantie
Maandag 28 september 2015 Maandag 26 t/m vrijdag 30 oktober 2015 Vrijdag 27 november 2015 Maandag 21 december 2015 t/m vrijdag 01 januari 2016 Woensdag 27 januari 2016 Maandag 08 t/m vrijdag 12 februari 2016 Vrijdag 25 maart 2106 Maandag 28 maart 2016 Dinsdag 05 april 2016 Maandag 25 april t/m vrijdag 06 mei 2016 Maandag 16 mei 2016 Donderdag 09 juni 2016 Maandag 18 juli t/m vrijdag 26 augustus 2016
6. BEWEGINGSONDERWIJS
Gewenste sportkleding voor de jongens is korte broek, shirt en gymschoenen. Voor meisjes: gympakje of korte broek en shirt en gymschoenen. Na de gymles nemen de kinderen hun gymspullen mee naar huis. De kleding kan dan gewassen worden. In verband met de kans op besmetting via de gymzaalvloer (wratten en/of eczeem) stellen wij gymschoenen verplicht (geen balletschoentjes). Voor de kleuters adviseren wij u om gymschoentjes aan te schaffen met elastiek (zgn. bootschoentjes). Bij slecht weer spelen de kleuters binnen in het speellokaal. Om de kinderen zoveel mogelijk zelfstandig te laten aan- en uitkleden willen wij u vragen de kinderen gemakkelijke kleding aan te geven met niet al te moeilijke sluitingen. (Dit helpt ook vaak 'ongelukjes' te voorkomen bij de toiletten doordat de kinderen zelf hun broek snel uit kunnen doen). De gymlessen worden gegeven op de volgende dagen: groep 3A Sandra/Karin: maandagmiddag en donderdagmiddag groep 3B Mayke: maandagmiddag en donderdagmiddag groep 4A Ans/Hanneke: maandagmorgen en donderdagmorgen groep 4B Stella/Els: maandagmorgen en donderdagmorgen groep 5A Truus/Annemiek: maandagmorgen en donderdagmorgen groep 5B Rob/Hanneke: maandagmorgen en donderdagmorgen groep 6A Frank: dinsdagmorgen en vrijdagmorgen groep 6B Lotte/Janneke: dinsdagmiddag en vrijdagmorgen groep 7A Esther/Maria: dinsdagmorgen en vrijdagmorgen groep 7B Bram/Sanne: dinsdagmiddag en vrijdagmorgen groep 8A Lex: dinsdagmorgen en vrijdagmiddag groep 8B Desiré/Koen: dinsdagmorgen en vrijdagmiddag Leonardo middenbouw maandagmorgen en donderdagmorgen Leonardo bovenbouw dinsdagmorgen en vrijdagmorgen Op maandag en dinsdag worden voor de groepen 3 t/m 8 de beweeglessen gegeven door onze vakleerkracht Irene Bouwman. Zij wordt daarbij ondersteund door het beweegteam. Het beweegteam bestaat uit studenten van ALO HAN en SPORT en BEWEGEN van het ROC Nijmegen.
7. VERJAARDAGEN LEERKRACHTEN Leerkrachten groepen 1-2: Leerkrachten groepen 3: Leerkrachten groepen 4: Leerkrachten groepen 5: Leerkrachten groepen 6: Leerkrachten groepen 7: Leerkrachten groepen 8: Leonardo middenbouw: Leonardo bovenbouw:
Vrijdag 10 juni 2016 Vrijdag 13 mei 2016 Vrijdag 23 oktober 2015 Dinsdag 10 november 2015 Vrijdag 13 mei 2016 Vrijdag 11 maart 2016 Vrijdag 23 oktober 2015 Woensdag 13 april 2016 Maandag 18 januari 2016
33
Als de leerkracht jarig is, mogen de kinderen een persoonlijk (zelfgemaakt) cadeautje meenemen. Sommige kinderen willen een gezamenlijk cadeau geven. Mocht u merken dat het uit de hand loopt, neem dan contact op met de groepsouder van de Ouderraad en/of contactouders van de klas.
8. SINTERKLAAS De Sint komt op vrijdag 04 december 2015 op bezoek bij de groepen 1 t/m 4. De groepen 5 t/m 8 maken surprises voor elkaar.
9. KERSTMIS Een gezamenlijke kerstviering van, voor en de kinderen, ouders en leerkrachten is op donderdagavond 17 december 2015.
10. CARNAVAL Op vrijdag 13 februari 2015 mogen de kinderen verkleed op school komen om carnaval te vieren.
11. SCHOOLKAMP Op woensdag 22, donderdag 23 en vrijdag 24 juni 2016 gaan de leerlingen van groep 8 op schoolkamp. De ouders van de kinderen van groep 8 krijgen hierover nog nadere informatie.
12. SCHOOLREISJES Op de onderstaande data zijn voor dit schooljaar de schoolreisjes gepland. Groep 1-2 op vrijdag 20 mei 2016, groep 3 en 4 op dinsdag 17 mei 2016, groep 5 en 6 op dinsdag 24 mei 2016 en groep 7 op vrijdag 17 mei 2016.
13. SLOTAVOND De laatste woensdagavond van het schooljaar (woensdag 13 juli 2016) is de avond waarop we het schooljaar feestelijk afsluiten. Er is dan een programma voor kinderen en ouders.
14. SAMENSTELLING MEDEZEGGENSCHAPSRAAD Voorzitter: Secretaris: GMR: GMR: Leden MR:
Bart de Bruin (ouder) telefoon 024-3734838 Lex Schulte (leerkracht) telefoon 024-3551285 Stan Houterman (ouder) Maria Gerrits (leerkracht) telefoon 024-3551285 Nicole Weterings (ouder) telefoon 024-3888811 Bauke van der Laan (ouder) Koen Arts (leerkracht) telefoon 024-3551285 Marleen Bouwman (leerkracht) 024-3550130
15. SAMENSTELLING OUDERRAAD Voorzitter: Penningmeester: Secretaris: Leden:
Vacature Yvo Hollman Cornelius Offereins Susan Hagemans Neeltje Biemans Vicky Lolkema-Heijns David Griffioen Guido Verschoor Hanneke Kusters Angelique van den Broek Iedere groep van de Hazesprong heeft twee contactouders. De contactouder is de schakel tussen de overige ouders van de groep en de leerkrachten van de groep. Contactouders onderhouden goede contacten met de ouderraad. Van iedere jaarlaag neemt een van de contactouders plaats in de ouderraad.
16. BESTUUR STICHTING ST. JOSEPHSCHOLEN Adres: Telefoonnummer: E-mail: Directeur/voorzitter CvB:
Kelfkensbos 38, 6511 TB NIJMEGEN 024-3818283
[email protected] Rini Braat
17. HET MEENEMEN VAN FIETSEN EN PARKEREN VAN AUTO’S Wij vragen de ouders om hun kinderen zoveel mogelijk te voet naar school te laten gaan. Alleen als de afstand van school naar huis te groot is, mag een leerling op de fiets komen. Wij hebben op school een gelegenheid tot het stallen van een beperkt aantal fietsen. Dit gebeurt geheel op eigen risico. Drukt u uw kind op het hart altijd de fiets op slot te zetten? Op het schoolplein mag uiteraard niet gefietst worden. De kinderen van groep 1-2-3 stallen hun fiets vóór de gymzaal, de kinderen van groep 4-5 en de kinderen van de Leonardo middenbouw en bovenbouw stallen hun fiets achter de gymzaal en de kinderen van groep 6-7-8 stallen hun fiets bij de dependance Wij wijzen u er verder op dat, bij het halen en brengen per auto, parkeren aan de zijde van het schoolplein verboden is. Voor de veiligheid van de kinderen is dit van groot belang. We verzoeken u verder, om vanaf de
34
Bisonstraat niet de Luipaardstraat in te rijden. Komt u vanuit de Luipaardstraat, rijdt u dan rechtsaf richting Hazekampseweg. Het Jagerspad is een voetpad en dus geen fietspad. Wij vragen ouders en kinderen om de (verkeers)regels van een voetpad te respecteren. Dus niet fietsen. Op de parkeerplaats aan de Lamastraat – IJsbeerstraat is volop ruimte om auto’s te parkeren. Op dit parkeerplaats geldt een verplichte rijrichting. Let daarbij op de pijlen bij het oprijden van de parkeerplaats.
18. HUISWERK De leerlingen van groep 7 en groep 8 krijgen 'huiswerk'. Een gerichte hulp van de ouders is hierbij niet nodig. Het huiswerk bestaat uit: afmaken en leren van opdrachten voor geschiedenis, aardrijkskunde en natuuronderwijs taalwerk rekenen voorbereiden spreekbeurt afmaken opdrachten uit het documentatiecentrum. De leerlingen van groep 6 krijgen 'het begin van huiswerk': het voorbereiden van een spreekbeurt; het leren voor een overhoring van aardrijkskunde, geschiedenis en/of natuur en techniek.
19. ETEN EN DRINKEN Het is gebruikelijk dat er (m.n. in de onderbouw) in de ochtendpauze iets gegeten of gedronken wordt, bijv. fruit, boterhammetje, gezonde koek en/of melk. Wilt u vooral niet te veel eten en/of drinken meegeven? Het drinken graag in een goed sluitende beker. De kinderen mogen onder schooltijd niet snoepen. Kauwgom en snoep is op school en tussen de middag tijdens het overblijven niet toegestaan. Tussen de middag eten de kinderen met de leerkracht. Eten en drinken brengen de kinderen zelf mee naar school.
20. HET TRAKTEREN MET VERJAARDAGEN We laten iedereen graag vrij in de traktaties, maar laat de kinderen bij voorkeur geen snoep uitdelen. Onze voorkeur gaat uit naar een gezonde traktatie. Houdt u de onkosten van de traktaties a.u.b. laag, het gaat om het gebaar, niet om de hoeveelheid. De leerkrachten stellen het op prijs wanneer zij dezelfde traktatie krijgen als de kinderen.
21. GEVONDEN VOORWERPEN Alle gevonden voorwerpen worden bewaard in een (blauwe) bak in de hal van het hoofdgebouw, onder de trap van de nieuwbouw en in hal bij binnenkomst van de dependance. Als uw kind iets mist, vraag er dan direct naar op school. Merk zoveel mogelijk jassen, dassen, handschoenen, laarzen, regen- en gymkleding. Het valt op dat er veel (dure) kleding op school blijft liggen. Tijdens vakanties wordt de bak gevonden voorwerpen leeg gemaakt.
22. MELDING AFWEZIGHEID Voor de leerkracht is het belangrijk te weten waarom een leerling niet aanwezig is op school. Als kinderen ziek zijn, melden ouders dit voor 08.45 uur bij de administratie van de school. Dit kan telefonisch; voor de groepen 1 t/m 5 gebruikt u telefoonnummer 3550130 en voor de groepen 6 t/m 8 het telefoonnummer 3551285. Bij veelvuldige afwezigheid en/of te laat komen schakelt de directie de leerplichtambtenaar in.
23. VERZOEK OM VERLOF In hoofdstuk 13 op bladzijde 27 en 28 wordt uitgebreid stil gestaan bij leerplicht en verlof. Verlof moet altijd (schriftelijk) aangevraagd worden bij de directeur van de school. Voor het aanvragen van verlof is een standaardformulier beschikbaar.
24. HAASJE-REPJE Wekelijks verschijnt op donderdag Haasje-Repje, de nieuwsbrief van onze school. In deze nieuwsbrief leest u wekelijks alle actuele zaken die betrekking hebben op onze school. Ook schrijven kinderen verhalen voor de nieuwsbrief. De nieuwsbrief is ook te vinden op de website van de school.
25. AANMELDING NIEUWE LEERLINGEN Ouders die met hun kind een kijkje willen nemen op onze school zijn altijd welkom! Een telefoontje naar de school is voldoende. Dan kunnen we een afspraak maken. Verder verwijzen we naar de Open Dag die op zaterdag 30 januari 2016 gehouden wordt. Daarnaast organiseren wij twee informatieve ochtenden voor ouders: woensdag 11 november 2015 en vrijdag 19 februari 2016. Iedereen is dan van harte welkom. Voor verdere aanmelding moet u zich wenden tot het centrale aanmeldpunt van de gemeente Nijmegen: Schoolwijzer Nijmegen, Kelfkensbos 38, 6511 TB Nijmegen. E-mail:
[email protected], telefoon 0243602022.
26. ONDERZOEKEN DOOR DE ORTHOPEDAGOOG Wanneer er bepaalde leer- en/of gedragsproblemen bij een kind zijn, onderzoekt een orthopedagoog of een psycholoog op verzoek van de school wat de oorzaken van de moeilijkheden zijn en hoe de problemen opgelost zouden kunnen worden. Het schoolbestuur heeft een orthopedagoge in dienst die door de school ingeschakeld kan worden. Ouders kunnen ook zelf onderzoek laten doen, maar betalen dit dan zelf.
35
Voordat wij een kind aanmelden voor nader onderzoek wordt altijd eerst toestemming gevraagd aan de ouders. Na het onderzoek vinden er gesprekken plaats tussen de ouders en de orthopedagoog. Ouders krijgen een verslag van het onderzoek dat gemaakt is door de orthopedagoog. De school krijgt de beschikking over het verslag als ouders hier toestemming voor geven.
27. SCHOOLMAATSCHAPPELIJK WERK Eén ochtend per week krijgt de school begeleiding van een Schoolmaatschappelijk Werker (SMW) die werkzaam is bij NIM Maatschappelijk werk. Voor o.a. opvoedingsproblemen, problemen vanuit de thuissituatie, problemen vanuit het kind of problemen in de schoolsituatie kunt u terecht bij de SMW. De SMW is er om naar uw problemen te luisteren en helpt u deze problemen te ordenen en te zoeken naar mogelijke oplossingen. Mocht het nodig zijn, dan kan er doorverwezen worden naar een andere instantie. Het krijgen van de juiste hulp is erg belangrijk. Via de leerkracht of de intern begeleider kunt u zich aanmelden bij de schoolmaatschappelijk werker.
28. LOGOPEDIE OP SCHOOL De logopediste komt minstens 2x per jaar op school. Zij test het gehoor en het spreken (= screening). Wanneer u een zoon of dochter in de kleuterleeftijd hebt dan kunt u een berichtje verwachten dat uw kind gescreend zal worden. U hoeft hierbij niet aanwezig te zijn. Wanneer u graag zelf een gesprek wilt, dan kunt u dit aanvragen via de leerkracht of wanneer u wilt dat er op korte termijn een onderzoek gedaan wordt dan kunt u ook een afspraak maken voor het spreekuur, (tel. 024-3297111) tussen 8.30 uur en 14.00 uur en vragen naar de afdeling logopedie. De logopediste voert verder elk half jaar controles en onderzoekt uit op verzoek van ouders, leerkrachten, schoolarts en schoolverpleegkundige. De afdeling logopedie is onderdeel van de Jeugdgezondheidsdienst en werkt dus nauw samen met de schoolarts en -verpleegkundige. Aan deze werkzaamheden zijn voor u geen kosten verbonden.
29. WERKWIJZE JEUGDGEZONDHEIDSZORG Speciale aandacht voor 5- 8 en 11-jarigen De medewerkers van de GGD/JGZ screenen alle kinderen van 5, 8 en 11 jaar. Ze worden gewogen (met kleren aan) en gemeten. Bij de kinderen van 5 en 11 jaar testen we ook de ogen. De ouders ontvangen hierover tijdig bericht en kunnen aangeven of zij bij de screening van hun kind aanwezig willen zijn. Ouders ontvangen een lijst met vragen en aandachtspunten. Daarop kunnen zij aangeven welke vragen er leven rond hun kind, en of zij een afspraak met een medewerker van de Jeugdgezondheidszorg willen maken. Na de screening krijgen de kinderen een brief mee naar huis met de uitkomsten. Iedereen kan een afspraak maken De GGD wil bereikbaar zijn voor (ouders van) alle leerlingen op school. Heeft u als ouder vragen over opvoeding, groei en/of ontwikkeling van uw kind? Dan kunt u altijd een gesprek aanvragen met een van onze medewerkers. Tijdens dit gesprek zoeken we samen naar mogelijkheden om de gezondheid en het welzijn en opvoeding van uw kind (verder) te verbeteren. De schoolverpleegkundige; Merit Boele van Hensbroek houdt iedere eerste woensdag van de maand een spreekuur op school, van 08:30-10:30. Voor data kijk in de nieuwsbrief(Haasje Repje). U kunt bellen met het bedrijfsbureau 024-3297111, bereikbaar op werkdagen tussen 8.30 uur en 14.00 uur. Zij zullen haar vragen contact met u op te nemen. U kunt ook met haar mailen:
[email protected] Individuele aandacht via het schoolintern ondersteuningsteam Medewerkers van de Jeugdgezondheidszorg nemen indien mogelijk deel aan de zorgstructuur op school. In dit overleg bekijken we samen met andere professionals welke extra ondersteuning een kind mogelijk nodig heeft. Aandacht voor gezondheid voor alle leerlingen Behalve op individueel niveau geeft de GGD ook ‘schoolbreed’ aandacht aan de gezondheid van leerlingen. Zo wordt er op verschillende manieren aandacht gegeven aan thema’s als: gezonde voeding, beweging, mondgezondheid, roken, alcohol, relaties en seksualiteit, veilige schoolomgeving en omgaan met elkaar. GGD – Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Groenewoudseweg 275 6501 BC Nijmegen Algemeen telefoonnummer: 088-1447144 Bedrijfsbureau JGZ|: 088-1447111 Website: www.ggd-nijmegen.nl Jeugdarts: Tai-ati Räkers Doktersassistente: Tony Santegoets Sociaal verpleegkundige: Merit Boele van Hensbroek Logopediste: Angela van Groningen
30. ONGEVALLENVERZEKERING De ouderraad/school/bestuur heeft voor de kinderen een zgn. COLLECTIEVE ONGEVALLENVERZEKERING afgesloten. De verzekering is van kracht gedurende de tijd dat de kinderen op school zijn, alsmede tijdens het komen en gaan van en naar huis. De dekking begint 1 uur voor de aanvang van de school en eindigt 1 uur na het verlaten daarvan. Ook tijdens buitenschoolse activiteiten als wandelingen, sportdagen en uitstapjes zijn de kinderen verzekerd. De premie voor deze collectieve verzekering wordt betaald uit uw ouderbijdrage. Voor meer informatie kunt u terecht bij de directeur. Bij ongevallen moet eerst een beroep gedaan worden op de eigen ongevallen verzekering (wa) of de verzekering van degene die de schade of het letsel heeft veroorzaakt.
31. CULTURELE PROGRAMMA'S
36
Ieder jaar krijgen we van het CESN (Cultuur En School Nijmegen) een overzicht van de beschikbare culturele kinderprogramma's. Hieruit maken wij voor iedere groep een keuze. Alle culturele disciplines komen aanbod tijdens het kunstmenu. Daarnaast werken wij op school, middels de cultuureducatiecoördinatoren, ook de inhoud van het cultureel programma.
32. BOBO - OKKI - TAPTOE - HELLO YOU De mogelijkheid bestaat om uw kind op een van de volgende jeugdtijdschriften te abonneren: groep 1 en 2 : BOBO groep 3: OKKI groep 4 en 5: JIPPO groep 5 en 6: TAPTOE en FLO groep 7 en 8: HELLO YOU, NATIONAL GEOGRAPHIC en FLO Ieder kind krijgt aan het begin van het schooljaar een folder via de leerkracht.
33. SCHRIJFMATERIAAL In groep 4 wordt aan alle leerlingen van onze school een vulpen. Het is de bedoeling dat al het schrijfwerk op school met deze vulpen wordt uitgevoerd. Ervaringen wijzen uit, dat dit ten goede komt aan het handschrift. Omdat de vulpen van jaar tot jaar met de leerling mee gaat, is het belangrijk dat de leerlingen voorzichtig met hun pen omgaan. Werk dat eventueel thuis gemaakt moet worden, kan met eigen schrijfmateriaal worden gedaan. Als de vulpen stuk gaat, kunnen ouders tegen kostprijs een vulpen op school kopen.
34. VERKEERSEXAMEN Groep 7 neemt op het einde van het schooljaar deel aan het verkeersexamen. Zowel schriftelijk als praktisch op de fiets, zal er een proef worden afgenomen. Bij goed gevolg ontvangen de leerlingen het verkeersdiploma.
35. VERKEERSWERKGROEP Op onze school is een verkeerswerkgroep, bestaande uit een aantal ouders en leerkrachten, actief. Deze verkeerswerkgroep draagt zorg voor de verkeersveiligheid rond de school en op de route van school naar huis. Op gezette tijden wordt de aandacht van de ouders gevraagd voor de verkeerssituaties rondom school. Zo organiseert de school de “op voeten en fietsendag” “de “val op dag”.
36. NASCHOOLSE ACTIVITEITEN EN SPORTGROEPJES Na schooltijd kunnen kinderen, die dit leuk vinden, op school deelnemen aan verschillende sportieve activiteiten. De lessen worden gegeven door het beweegteam (studenten van ALO en ROC SPORT en BEWEGEN) onder verantwoordelijkheid van onze vakleerkracht en de directeur van de school in het kader van ons concept “sportieve school”. Voor deze activiteiten wordt een kleine bijdrage gevraagd. Naast sport en bewegen zijn er andere naschoolse activiteiten waarvoor de kinderen zich (tegen betaling) voor kunnen aanmelden. Zo is er blokfluitles, zangles en een koortje, toneel/drama en allerlei knutselactiviteiten. Bij de start van het schooljaar verschijnt er een folder waarin alle activiteiten beschreven worden.
37. LEERLINGENRAAD Op de Hazesprong is een leerlingenraad actief. Vanaf groep 5 heeft iedere groep een klassenvertegenwoordiger in deze raad. Samen met een vertegenwoordiger van de ouderraad en de schoolleiding praten de kinderen van de leerlingenraad een 10tal keren per jaar over dat wat kinderen op de Hazesprong belangrijk vinden.
38. SPORTWEDSTRIJDEN We nemen dit schooljaar bij voldoende belangstelling van kinderen en ouders (als begeleiders) met enkele teams deel aan drie sportevenementen: hockeytoernooi schaaktoernooi voetbaltoernooi
39. INTERNE CONTACTPERSONEN EN EXTERNE VERTROUWENSPERSOON Voor de taak en functie van onze interne contactpersonen, zie ons hoofdstuk over de klachtenregeling. Interne contactpersonen: Esther van Lavieren (teamlid) Telefoon: 024-3551285 (school) José van Kuppeveld (teamlid) Telefoon: 024-3550130 (school)
Externe vertrouwenspersoon: Marianne Pieper (schoolarts - GGD)
Landelijke klachtencommissie:
Postbus 85191 3508 AD Utrecht Telefoon: (030) 280 95 90 Fax: (030) 280 95 91 E-mail:
[email protected]
Vertrouwensinspectie:
Telefoon: 0900-1113111
Telefoon: 024-3297111
37
40. INSPECTIE De inspectie van het basisonderwijs beantwoordt geen telefonische vragen van ouders, directies en leerkrachten. Het beleid van de rijksoverheid is erop gericht dat alle vragen over onderwijs bij “één loket” binnen komen. Dat loket is Postbus 51. U kunt daarvoor het volgende gratis nummer bellen 0800-8051. De inspectie van het primair onderwijs is bereikbaar via:
[email protected] of www.onderwijsinspectie.nl Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (lokaal tarief).
41. WEBSITE De website van onze school is: www.hazesprong.nl Op deze website vindt u alle informatie over de school die voor ouders en belangstellenden van belang kan zijn. De website wordt bijgewerkt door de webmaster. Een van onze leerkrachten is de webmaster.
42. MAXCLASS MaxClass is een (voor ouders gratis) online communicatieplatform voor school en thuis. Het maakt het gemakkelijk voor de school om te communiceren met ouders, leerkrachten en andere medewerkers. Voor ouders is het zo veel gemakkelijker om betrokken te zijn en te blijven bij de klas van de kinderen en de school. Ook leren ze de andere ouders beter kennen. De digitale (contact) ouder van iedere groep houdt via Maxclas de communicatie op gang. Ouder moeten zich wel aanmelden en een account aanmaken om deel te kunnen nemen. Op termijn zullen alle berichten, nieuwsbrieven e.d. vanuit de school alleen nog maar via het digitale platform met ouders gedeeld gaan worden.
43. ACTIVITEITENKALENDER 2014-2015 September 2015 Dinsdag 15 september 2015 Woensdag 23 september 2015 Woensdag 23 september 2015 Vrijdag 25 september 2015
Prinsjesdag Offerfeest (Islamitisch) Start kinderpostzegelactie Sport- en speldag groep 1 t/m 8 Op voeten- en fietsendag Nijmeegse Week van de Techniek! Grote Nijmeegse techniek dag Studiedag
Maandag 21 t/m zaterdag 26 september 2015 Zaterdag 26 september 2015 Maandag 28 september 2015 Oktober 2015 Zondag 04 oktober 2015 Maandag 05 oktober 2015 Woensdag 07 t/m zaterdag 17 oktober 2015 Vrijdag 16 oktober 2016 Zondag 25 oktober 2015 November 2015 Woensdag 04 november 2015 Woensdag 11 november 2015 Woensdag 11 november 2015 Woensdag 11 november 2015 Maandag 16 november 2015 Maandag 23 t/m vrijdag 27 november 2015 Vrijdag 27 november 2015 December 2015 Vrijdag 04 december 2015 Donderdag 17 december 2015 (vanaf 17.00 uur) Januari 2016 Dinsdag 26 januari 2016 Woensdag 27 januari 2016 Zaterdag 30 januari 2016 Februari 2016 Vrijdag 05 februari 2016 Vrijdag 19 februari 2016 Maart 2016 Maandag 14 maart t/m vrijdag 01 april 2016 Donderdag 17 maart 2016 Donderdag 24 maart 2016 Zondag 27 maart 2016
Werelddierendag Dag van de Leraar Kinderboekenweek Eerste schoolviering Val op dag Einde zomertijd - de klok verzetten Rondbrengen van de kinderpostzegels Sint Maarten Kennismakingsochtend NSV2 - Hazesprong Slimmeriq quiz Inpak- en versieravond Sinterklaas Mediawijsheidweek Studiedag Sinterklaas op school Kerstviering Tweede schoolviering Studiedag Open dag NSV2-Hazesprong-Bink-Struin-SOOS Carnavalsviering Kennismakingsochtend NSV2 - Hazesprong Veiligheid rondom de school Schoolproject Kangoeroetest Paasontbijt Begin zomertijd - de klok verzetten
38
April 2016 Dinsdag 05 april 2016 Donderdag 07 april 2016 Donderdag 14 april 2016 Vrijdag 15 april 2016 Dinsdag 19 t/m donderdag 21 april 2016 Mei 2016 Zondag 08 mei 2015 Dinsdag 17 mei 2016 Dinsdag 17 mei 2016 Vrijdag 20 mei 2016 Dinsdag 24 mei 2016 Dinsdag 24 mei 2016 Maandag 30 mei 2016 Dinsdag 31 mei 2016 Juni 2016 Donderdag 01 t/m dinsdag 07 juni 2015 Dinsdag 07 juni t/m vrijdag 10 juni2016 Donderdag 09 juni 2106 Dinsdag 14 juni 2016 Donderdag 16 juni 2016 Zondag 19 juni 2016 Woensdag 22 t/m vrijdag 24 juni 2016 Juli 2016 Donderdag 07 juli 2016 Dinsdag 12 juli 2016 Woensdag 13 juli 2016 Woensdag 13 juli 2016 Woensdag 13 juli 2016 Donderdag 14 juli 2016
Studiedag Schriftelijk verkeersexamen groep 7 Girlsday Derde schoolviering Eindtoets basisonderwijs groep 8 (cito) Moederdag Schoolreisje groep 3 en 4 Schoolreisje groep 7 Schoolreisje groep 1-2 Schoolreisje groep 5-6 Informatie avond ouders groep 2 over groep 3 ANWB Streetwise ANWB Streetwise Schoolfotograaf Avond4daagse Studiedag + teamuitje Vierde schoolviering Informatie avond voor ouders nieuwe kleuters Vaderdag Kamp groep 8 Musical Leonardo bovenbouw Musical groep 8 Afscheid oudste kleuters Afscheid groep 8 Slotavond Doorschuif uur groep 2 t/m 7
39