Schoolgids 2e Marnixschool Schoolgids e Marnixschool

Schoolgids 2013 - 2014 e 2 Marnixschool

Schoolgids 2e Marnixschool 2013 - 2014

Beste lezers van deze schoolgids, Hierbij ontvangt u een nieuwe uitgave van de schoolgids. Deze gids is geschreven om u over allerlei zaken te informeren en bedoeld voor de ouders van onze (toekomstige) leerlingen en andere belangstellenden. In de schoolgids beschrijven wij onder andere onze visie op het onderwijs, de opzet van ons onderwijs, de zorg voor de leerlingen,wat wij van de kinderen en van u verwachten en allerlei praktische zaken die nuttig zijn om te weten. In onze schoolgids spreken we steeds over ouders. Met ouders bedoelen wij alle volwassenen die de zorg voor onze leerlingen hebben. Op de eerste schooldag na de zomervakantie vindt u op de website de schoolkalender waar alle activiteiten en vrije dagen van het schooljaar op te vinden zijn. Gedurende het jaar wordt u via de website www.2emarnixschool.nl op de hoogte gehouden van alle activiteiten, elke maand wordt er ook een nieuwsbrief (‘Marnixnieuws’) op de site geplaatst. Tevens vindt u op de site aanvullende informatie op deze schoolgids. Het kan zijn dat u vragen heeft, dat bepaalde zaken niet helemaal duidelijk zijn of dat u informatie mist in deze schoolgids. Laat het ons dan weten, het leren is een belangrijk onderdeel binnen het onderwijs. Ook wij leren iedere dag opnieuw. Veel leesplezier toegewenst, Marieke Boer-Jansink, directeur


Inhoudsopgave

1. De school 1.1 Schoolgegevens 1.2 Kenmerken van de school

2. Waar de school voor staat 2.1 Uitgangspunten 2.2 ‘Samen leren, vieren en spelen’ 2.3 Missie en visie van de PCOU

3. Het onderwijs 3.1 Onderwijs aan het jonge kind 3.2 Onderwijs vanaf groep 3 3.3 Leerstofaanbod

4. De kwaliteit en de ontwikkeling van de school 4.1 4.2 4.3 4.4

Kwaliteitszorg op onze school De resultaten van het onderwijs De resultaten nader bekeken Gegevens waarderingsvragenlijsten

5. De organisatie van de school 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7

Schoolorganisatie Schoolgrootte Schooltijden Vakanties Afspraken onder schooltijd Afwezig wegens ziekte, schoolverzuim en extra verlof Ziek op school

6. De leerlingenzorg

6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8

Aanmelding en inschrijving Het volgen van de ontwikkeling van uw kind Rapportage Extra zorg en begeleiding Externe contacten Verlengde leertijd of vervroegde doorstroom Leerlinggebonden financiering Overgang naar het voortgezet onderwijs

7. De ouders 7.1 Ouders als partner 7.2 Contact met ouders 7.3 Medezeggenschapsraad 7.4 Ouderraad 7.5 Ouderparticipatie 7.6 Schoolverzekering 7.7 Sponsoring 7.8 Klachtenprocedure 7.9 Voor-, Tussen- en Naschoolse opvang 7.10 Schoolreis en schoolkamp 7.11 Jarig op school 7.12 Luizen 7.13 Brandveiligheid 7.14 Mobiele telefoons /MP spelers 7.15 Regels voor het maken van foto’s/beeldopnames

8. Namen en adressen 8.1 8.2 8.3 8.4

2e Marnixschool Bevoegd gezag Inspectie van het onderwijs Medezeggenschapsraad


8.5 Ouderraad 8.6 Buitenschoolse opvang 8.7 Vertrouwenspersoon 8.8 Contactpersoon bij klachten 8.9 DMO afdeling leerplicht 8.10 Schoolarts 8.11 Schoolmaatschappelijk werk 8.12 Vertrouwensinspecteur

Bijlages 1. 2. 3. 4.

Ouderbijdrage in het primair onderwijs Informatie voorziening gescheiden ouders Protocol schorsen en verwijderen PCOU Gedragsregels voor sponsoring in het onderwijs


1. De school 1.1 De naam van de school e

Onze school heeft als naam de 2 Marnixschool en vierde het 60 jarig jubileum in 2011. De school is gesticht door de Marnixstichting in september 1951. Deze stichting is al in 1841 opgericht door de heren van Boetzelaer en van Beeck Calkoen. Sinds 1 januari 2001 valt de school onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de stichting Protestants Christelijk Onderwijs Utrecht (PCOU). Adres van de school: e 2 Marnixschool Dantelaan 2A 3533 VD Utrecht 030-2933832 [email protected] www.2emarnixschool.nl 1.2 Kenmerken van de school e

De 2 Marnixschool is een ontmoetingsschool op Christelijke grondslag waar kinderen uit gezinnen met verschillende geloofsovertuigingen welkom zijn. Van ouders en kinderen wordt daarom verwacht dat zij hier op een respectvolle manier mee omgaan. Samen werken we er aan om een omgeving te creëren waarin kinderen zich veilig en vertrouwd voelen en zichzelf kunnen zijn. Het onderwijs is erop gericht dat kinderen zich volop kunnen ontplooien. De visie en missie van onze school is ‘Samen leren, vieren en spelen’.


2. Waar de school voor staat 2.1 Uitgangspunten Wij vinden het belangrijk dat de kinderen met plezier naar school gaan; dat vormt een goede basis om je zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. Leren en presteren is belangrijk, maar er moet ruimte zijn voor gezelligheid, persoonlijke interesse, spel en plezier. Goede interactie tussen leerlingen, leerkrachten en ouders zal de sfeer, maar ook de uiteindelijke resultaten, ten goede komen. Wij willen een school zijn die kinderen de mogelijkheid biedt in een uitdagende leeromgeving en op eigen niveau te leren. Vanuit onze Christelijke achtergrond zijn respect, onderling vertrouwen en een veilig gevoel voorwaarden om bovenstaande doelen te bereiken. 2.2

‘Samen leren, vieren en spelen’

De visie en missie van onze school is: “Samen leren, spelen en vieren”. Ontmoeten: Op onze school zijn veiligheid en geborgenheid voor iedereen kernbegrippen. e • De 2 Marnixschool is een ontmoetingsschool. Dit wil zeggen dat kinderen van alle gezindten welkom zijn. De identiteit van de school is gebaseerd op de Christelijke uitgangspunten. • In het schooljaar 2007 – 2008 zijn we gestart met de invoering van het traject “De vreedzame school”. • Ouders zijn en worden betrokken bij de ontwikkelingen en activiteiten op school. Zonder de actieve inbreng van onze ouders zou de school niet kunnen draaien. Ouders worden betrokken bij activiteiten en feesten in verschillende rollen (denk hierbij aan o.a.: ouderraad, medezeggenschapsraad en contactouders). • Kinderen ontmoeten elkaar dagelijks binnen de eigen school. Ook buiten de school worden ontmoetingen georganiseerd (o.a. voetbaltoernooi met de scholen in Oog in Al, schaaktoernoooi, Vierdaagse met de scholen in Oog in Al). Sinds 2005 mogen wij ons ‘School in de wereld’ noemen en werken de leerlingen van onze school samen met de leerlingen van de Parkschool in Lombok. Dit

•

houdt in dat er elk jaar met elkaar een aantal leuke activiteiten/projecten worden voorbereid en uitgevoerd in het kader van integratie. Maatschappelijke veranderingen/ontwikkelingen zorgen ervoor dat veel kinderen gebruik maken van de Tussenschoolse opvang (TSO) en ook de Naschoolse opvang (NSO). De TSO wordt uitgevoerd door de BSO Oog in Al. Voor BSO zijn er samenwerkingsafspraken met de BSO Oog in Al en SKON.

Ontwikkelen: Op onze school stimuleren we op positieve wijze ieders eigen mogelijkheden. • De uitgangspunten van het leerstofjaarklassensysteem vormen de basis van ons onderwijs. De leerlingen worden van jongs af gestimuleerd om zelfstandig te kunnen werken. Ook leren wij onze kinderen al vroeg samen te werken. Dit doen we door middel van c öperatieve werkvormen. Het directe instructiemodel hanteren wij om op 3 nivo’s instructie te geven aan de kinderen. • De computer krijgt een steeds prominentere plaats binnen het leerproces van onze leerlingen. In de groepen 3 tot en met 8 wordt gewerkt met een digibord in de klas. Kleuters maken gebruik van de computer van eenvoudige speelse programma’s om kleuren en begrippen te leren. Oudere kinderen maken gebruik van de computer voor basisvakken, spreekbeurten, power point presentaties en verslagen. • Leerprestaties van onze kinderen worden digitaal in een doorgaande lijn geregistreerd in een leerlingvolgsysteem. • De leerkracht krijgt steeds meer een coachende rol binnen ons onderwijs. • Om deze processen goed vorm te kunnen geven, vinden wij het belangrijk dat naast de leerlingen ook de leerkracht zich blijft scholen en ontwikkelen. We noemen onszelf een lerende organisatie. • De kerndoelen zijn het uitgangspunt voor ons onderwijs, omdat wij vinden dat kinderen aan het eind van de schoolperiode kennis en vaardigheden moeten beheersen.


2.3 Missie en visie van de PCOU Ontdekken: Op onze school leren we met en van elkaar in een uitdagende leeromgeving. • Het leven bestaat uit ontdekken. Leren is steeds weer ontdekken en dat doe je door vallen en opstaan. Een uitdagende leeromgeving, een stimulerende en vragende leerkracht. Het zijn voorwaarden om kinderen enthousiast te maken voor ontdekkingen. Een weektaak, werkstukken, spreekbeurt, boekverslagen of een power pointpresentatie, zijn middelen om leerlingen in eigen tempo en nivo te activeren. • Elk mens heeft een eigen manier van leren en het is de taak van de leerkracht om hier bij aan te sluiten. Wij zijn gericht op de onderwijsbehoefte van de kinderen en de stimulerende en belemmerende factoren die een rol spelen bij het leren en ontwikkelen. Ontspannen: Op onze school respecteren we ieders beleving en zijn sfeer en ontspanning erg belangrijk. • Op onze school wordt er door leerkrachten en leerlingen hard gewerkt. We halen gemiddeld hoge resultaten. Naast inspanning is ontspanning belangrijk; niet het resultaat maar de beleving staat centraal. We organiseren activiteiten op verschillende sportgebieden. Bij de kleuters hebben spelactiviteiten dagelijks een centrale rol in het leerproces. Als kinderen ouder worden komen gymlessen hiervoor deels in de plaats. Naast deze wekelijkse activiteiten hebben we onze jaarlijkse sporten speldag, atletiekwedstrijd, voetbaltoernooi, avondvierdaagse en schaaktoernooi. • We organiseren per jaar verschillende activiteiten, zoals de Cochtenden (Cultuur) en presentaties aan ouders, waarin drama, beweging en expressievakken centraal staan. Samen met Het cultureel centrum in de wijk: ‘Het wilde westen’ dragen we zorg voor een doorgaande lijn in het culturele aanbod. Beleven en genieten zijn uitgangspunten als wij vieren (Kerst, Pasen, uitgaan, schoolreisje, kamp of feesten zoals zomerfeest of musical van groep 8). Het uitgangspunt is dat een kind vooral zichzelf moet kunnen zijn. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf.

Kernactiviteit Het verzorgen van (speciaal) basis- en speciaal onderwijs door christelijk geïnspireerde mensen voor alle leerlingen in de stad en regio Utrecht. Ambitie PCOU wil de toonaangevende organisatie zijn voor het verzorgen van primair onderwijs en onderwijs voor zeer moeilijk lerende kinderen in de stad en regio Utrecht. Dit doet zij midden in de samenleving staand en handelend vanuit een christelijke inspiratie. Hierbij staan de leerlingen en het onderwijs centraal en zijn identiteit, kwaliteit, continuïteit en betrokkenheid altijd terugkerende kernbegrippen. PCOU-scholen • streven als ontmoetingsscholen naar een praktische vertaling van christelijk geïnspireerde waarden en normen, zoals respect, zorgzaamheid, tolerantie in een multiculturele samenleving (zie ook 'levensbeschouwelijke identiteit' in de directory 'scholen'); • zien als hoogste doel de optimale ontplooiing van elke leerling als geheel mens tot het niveau van zijn/haar potenties van hoofd, hart en handen, met een goede balans tussen individuele ontplooiing en sociale verantwoordelijkheid; • streven ernaar dat elke leerling voor wie de school een verantwoordelijkheid heeft genomen, een optimale start krijgt in het vervolgonderwijs of in de maatschappij. Schoolconcept PCOU ziet elke school op zich en PCOU in haar geheel als een lerende organisatie, gericht op de ontwikkeling van haar leerlingen én haar medewerkers. Om haar doelstellingen te verwezenlijken, hanteert ze de volgende uitgangspunten voor haar scholen, uitgedrukt in kernwoorden en zinnen: Het hart van onze onderwijsvisie is: het leren van elke leerling, het gaat om zijn of haar ontwikkeling; die ontwikkeling is ondenkbaar zonder een vergelijkbare ontwikkeling van de medewerkers: geen lerende leerling zonder lerende docent.


Zo’n proces vergt een (mede door ICT) uitdagende leeromgeving, met open vensters naar de maatschappij; voorwaarde daarbij is een duidelijk gestructureerde schoolorganisatie waar elke persoon gekend, herkend en erkend wordt en zich veilig voelt. Dat wordt bevorderd door positieve verwachtingen ten aanzien van elkaar te hebben; de school zorgt voor een duidelijke verantwoording aan en communicatie met de ouders; dit alles wordt ondersteund met een systeem van kwaliteitszorg als een voortdurend verbeterproces dat helder en inzichtelijk is voor medewerkers, ouders en leerlingen.


3. Het onderwijs 3.1 Onderwijs aan het jonge kind Elk kind heeft een voorkeur om tot leren te komen, en vooral als dit spelenderwijs gebeurt. De een luistert graag naar een mooi verhaal, de ander leest graag, onderneemt graag, experimenteert, observeert, werkt graag samen, enz.Veel kinderen zijn zich niet bewust van het leren tijdens spel. En dat is dan ook de kracht van spelend tot leren komen. Spelend leren biedt ook vaak gelegenheid voor de natuurlijke bewegingsdrang die kinderen hebben. Het spelend leren biedt ook gelegenheid om, om te gaan met en het benoemen van gevoelens. Tijdens het spel is de rol van de leerkracht hierin erg belangrijk. De leerkracht observeren de leerlingen tijdens het spel en bij mogelijke conflicten hierin en kunnen de kinderen ondersteunen in het herkennen van gevoelens en de kinderen helpen deze te benoemen en vragen stellen. Spelend leren is de basis voor het werken bij de kleuters.

We werken met een kiesbord. Elke week worden er 5 activiteiten aangeboden. De kinderen kiezen elke dag uit één van de 5 activiteiten. Het doel van het kiesbord is dat de kinderen bewust worden van keuzes en het voorbereidend plannen. De kinderen kunnen kiezen uit zowel creatieve opdrachten en uit opdrachten met ontwikkelingsmateriaal. Binnen deze keuzes bieden wij differentiatie aan voor groep 1 en 2. Zijn de kinderen klaar dan mogen de kinderen een spel uit de kast pakken. Elke dag behandelen wij een laatje uit “de klankkast”, dat is onze aanvullende methode voor de ontwikkeling van het fonemisch bewustzijn. Ook bij de kleuters werken we met coöperatief leren, dit is een leuke manier om samen te leren werken en minder van de leerkracht afhankelijk te zijn. Met Aap en Tijger leren we hoe we op een goede manier met elkaar omgaan. Onze methode ´de vreedzame school´ biedt ons hiervoor erg leuke lessen aan.

Een dagje in groep 1/2: Wij beginnen elke dag met een spel uit de kast, deze heeft de leerkracht al op de tafel gezet. Na 20 minuten wordt het spel opgeruimd en gaan we in de kring. De zonnetjes zitten naast de leerkracht, zij zijn die dag een beetje bijzonder en mogen helpen. Dan kijken we naar de dagritmekaarten, daaraan kunnen we zien wat we gaan doen. We starten dan met godsdienstige en levensbeschouwelijke vorming a.d.h.v. de methode ‘trefwoord’. Trefwoord brengt met behulp van leefthema’s twee werkelijkheden bij elkaar: de belevingswereld van het kind – in de hedendaagse, multiculturele en religieuze samenleving – en de wereld van de Bijbel d.m.v verhalen, liedjes en versjes. We werken in thema’s, met de 3 kleuterklassen hetzelfde thema. We passen de creatieve activiteiten en de taal- en rekenlessen aan op de thema’s.

5 keer per jaar werken we met een thema van de methode schatkist. Hierbij richten wij ons 2á 3 weken specifiek op de taalontwikkeling. Aansluitend hierop werken we met de lettermuur. Elke 2 weken bieden we een letter aan. De kinderen mogen spulletjes meenemen met de letter van dat moment. Om de zelfstandigheid van de kinderen te bevorderen werken we met het stoplicht. Het stoplicht gaat 10 minuten op rood dan moet het helemaal stil zijn, zodat de leerkracht tijd heeft om verlengde instructie te geven. De leerkracht is dan ook niet beschikbaar voor vragen. Oranje houdt in de dat de kinderen werken met een fluitsterstem. Dit betekent dat ze zachtjes mogen overleggen. Als het stoplicht op groen staat mogen ze overleggen/ praten. Tussendoor is er heel veel ruimte voor individuele aandacht zodat ieder kind de mogelijkheid heeft om op eigen niveau tot zijn recht te komen.


Deze dingen doen wij regelmatig, maar niet elke dag: gymmen, schooltelevisie kijken (koekeloere), muziek. En dan zijn er natuurlijk nog een aantal hoogtepunten in het jaar zoals: zwemmen in de badjes als het heel warm weer is, de sportdag, naar de kinderboerderij, naar de bibliotheek, kabouter-herfstpad (in het bos), naar een voorstelling, schoolreisje én het zomerfeest.

Het kan gaan om begrijpend of studerend lezen. Voor begrijpend lezen gebruiken we de methode Nieuwsbegrip. Verder wordt er in alle groepen veel aandacht besteed aan allerlei activiteiten op het gebied van leespromotie. In groep 3 wordt gewerkt met de methode Veilig Leren Lezen. In groep 4 t/m 8 wordt het voortgezet technisch leesonderwijs gegeven met behulp van de methode Estafette.

3.2 Onderwijs vanaf groep 3

Taal Door middel van taal kunnen we contact maken met andere mensen. Het is een manier om uit te leggen aan anderen wat je voelt of denkt. Ook hebben we taal nodig om kennis te verwerven en te verwerken. Zodat we onze omgeving leren begrijpen en uiteindelijk onze plek kunnen vinden in de maatschappij. Taal is een heel breed ontwikkelingsgebied. Op verschillende manieren wordt er aandacht besteed aan taal. Denk hierbij aan luisteren, spreken, teksten schrijven, lezen, creatief taalgebruik, taalbeschouwing en spelling. Vanaf groep 4 wordt er gewerkt met de methode Taaljournaal.

In groep 3 tot en met 8 werken we vanuit de methodes. We hanteren hierbij het directe instructiemodel in de klas. Dit houdt in dat de leerkracht elke les begint met het benoemen van het doel van de les, zodat de leerlingen meer inzicht krijgen in de leerinhouden. We werken gedifferentieerd, immers niet elk kind heeft dezelfde instructie nodig. Dit doen we door middel van het zelfstandig werken model. Dit ziet er als volgt uit: De lessen taal en rekenen worden gestart met een gezamenlijke instructie. Kinderen die na deze gezamenlijke instructie nog meer uitleg nodig hebben, krijgen een verlengde instructie van de leerkracht. Kinderen die daarentegen meer behoefte aan verdieping hebben, krijgen extra leerstof aangeboden en zij hoeven niet met alle klassikale instructie mee te doen. Tijdens het zelfstandig werken dat na de instructie gaat starten kan de leerkracht individuele leerlingen of groepjes kinderen begeleiden. De zelfstandig werken tijd wordt naarmate het kind ouder wordt uitgebreid. In de bovenbouw werken de kinderen met een agenda om hun werk te plannen als voorbereiding op de middelbare school.

3.3 Leerstofaanbod (leren) Lezen Het (leren) lezen moet een betekenisvolle vaardigheid zijn die het kind met veel plezier uitvoert. Lezen moet ergens over gaan. Niet ieder kind heeft dezelfde hulp nodig bij het (leren) lezen. Het is belangrijk dat het leesonderwijs aansluit bij de ontwikkeling van het kind op dat moment. Goede lezers verwerven een grotere woordenschat en meer kennis van de wereld. In de kleutergroepen zijn kinderen ook al bezig met letters. Naarmate de kinderen ouder worden kunnen de leesvormen veranderen. Er wordt gelezen in tweetallen en in groepjes, maar ook vaak individueel.

(leren) Schrijven Ons doel van (leren) schrijven is het bereiken van een goed en vlot handschrift. Onze aandacht gaat daarom uit naar motorische vaardigheden om vloeiende bewegingen te kunnen krijgen. Verder hechten we veel belang aan de verzorging van het werk. Op een bepaald moment (afhankelijk van de vaardigheden van het kind) wordt er overgestapt van het werken met potlood naar het werken met vulpen. We werken met de methode Pennestreken. Rekenen en wiskunde De rekenles van tegenwoordig verloopt anders dan die van vroeger. De nadruk ligt niet meer alleen op het maken van allerlei sommen, zoals optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Het rekenonderwijs gaat veel meer uit van het oplossen van praktische problemen die je in het gewone leven kunt tegenkomen. We bieden de kinderen in groep 3 tot en met 8 rekenkundige en wiskundige activiteiten aan met behulp van de realistische rekenmethode Rekenrijk.


Wereldoriëntatie Het betreft de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en techniek. In alle bouwen zijn deze vakken verwerkt in thema’s en worden met behulp van leskisten en ander materiaal vormgegeven. In de groepen 5 tot en met 8 wordt er tevens gewerkt met de methodes Wijzer door de wereld en Wijzer door de tijd voor respectievelijk aardrijkskunde en geschiedenis en de methode Wijzer door natuur en techniek. In de groepen 3 tot en met 8 wordt de methode Klaar…over naast de praktische vaardigheden methode Verkeerskunsten gebruikt voor verkeersles. Het streven is om alle onderdelen zo goed mogelijk binnen de thema’s in te passen in een jaar en te integreren met elkaar. Godsdienstonderwijs Wij besteden aandacht aan het godsdienstonderwijs aan de hand van de methode Trefwoord. Deze methode is opgebouwd uit thema’s die hun oorsprong vinden in Bijbelverhalen, maar ook een koppeling maken naar de belevingswereld van de kinderen. Zo kunnen die twee werelden elkaar, door middel van de verhalen treffen. Behalve dat vieringen uit de Christelijke traditie uitgebreid aan bod komen, wordt er ook aandacht besteed aan feesten en vieringen uit andere wereldgodsdiensten. Actief burgerschap Elke school dient volgens de onderwijswet aandacht te besteden aan actief burgerschap, met als doel mee te werken aan een opvoeding tot respectvolle, zorgzame en verantwoordelijke burgers; mensen die de waarde van de democratie weten te onderkennen en daaraan hun bijdrage willen leveren. Op onze school is dit verweven in de omgang met elkaar en met de zorg die wij voor onze directe omgeving hebben. Ieder jaar zijn er activiteiten waarbij kinderen in het kader van de zorg voor de ander een bijdrage leveren zoals de actie schoenmaatjes. Kunstzinnige vorming Het is de doelstelling van de school om aan alle kinderen de mogelijkheid te bieden kennis te maken met verschillende uitingen van kunst en cultuur. Er wordt gestreefd naar een zo divers mogelijk aanbod van alle kunstdisciplines; film, theater, muziek, beeldende kunst, dans. Indien mogelijk bezoeken de leerlingen elk jaar in elk geval één keer het theater. Wij werken

samen met het cultureel centrum Het wilde westen in de wijk Oog in Al om zorg te dragen voor een doorgaande lijn in ons cultureel onderwijsaanbod. Het “Kunst- en Cultuuraanbod Basisscholen Wijk West” dat het Wilde Westen ontwikkeld heeft, bestaat uit diverse voorstellingen en projecten die in de wijk of op school plaatsvinden. Ook ondersteunt Het Wilde Westen op verzoek initiatieven van de school zelf. In het eigen lesprogramma van de school hebben kunst en cultuur een structurele plek. Vier keer per jaar is er een C-ochtend, een ochtend waarin steeds een ander cultureel thema centraal staat en waarin alle groepen van één bouw, vaak gemengd, deelnemen aan verschillende activiteiten binnen het thema. Alle klassen krijgen regelmatig muziekles ook van stagiaires studerend aan het conservatorium. Tevens werken we met de methode ‘Laat maar zien’, een methode voor beeldend onderwijs. Resultaten en impressies van deze projecten en van de C- ochtenden worden regelmatig binnen de school tentoongesteld of verbeeld in een presentatie voor ouders en/ of medeleerlingen. Sociaal emotionele ontwikkeling Veiligheid en respect zijn twee belangrijke voorwaarden op onze school. Dit zijn voorwaarden om je prettig te voelen, maar ook om optimaal te kunnen functioneren. Anders gezegd: kinderen leren beter en prettiger als dat in een omgeving is, waarin ze met respect behandeld worden door volwassenen en kinderen. Om dit nog beter voor elkaar te krijgen als school startten we in het schooljaar 2007 – 2008 met ‘De Vreedzame School’. Het mooie van ‘De Vreedzame School’ is dat het aandacht besteedt aan het handelen van iedereen die zich binnen de school begeeft. Dus niet alleen het gedrag van de leerlingen, maar zeker ook het gedrag van de leerkrachten, onderwijsondersteunend personeel, TSO medewerkers, ouders en directie. Vaak is het al genoeg om je alleen al bewust te zijn van je gedrag.


Tevens hebben we op onze school de Kapstokregels: * Binnen is een wandelgebied, buiten hoeft dat lekker niet. * Voor groot en klein zullen we aardig zijn. * We zullen goed voor de spullen zorgen, dan zijn ze weer te gebruiken morgen. Deze regels vormen de basis van de in de klas door de kinderen geformuleerde aanvullende klassenregels. Wij verwachten van kinderen, ouders en leerkrachten dat zij de Kapstokregels in acht nemen. Tijdens de lessen die de kinderen volgen is er aandacht voor gevoelens en emoties, wat dat met je doet en hoe je vervolgens reageert. Hoe je misschien problemen kunt voorkomen, hoe je als kind conflicten voor kunt zijn, maar ook hoe je problemen kunt oplossen. Dit alles wil niet zeggen dat er nooit meer iets voor zal vallen tussen kinderen, we zijn immers allemaal mensen. Bovendien wordt er ‘mediation’ (bemiddeling) door kinderen ingezet. Dit betekent dat leerlingen van groep 7 en 8 een training hebben ondergaan in hoe ze kunnen bemiddelen in een conflict. Zo’n bemiddeling gaat volgens een vaste lijn, waarin eerst met de betrokkenen afspraken worden gemaakt over: hoe je tijdens dat gesprek op te stellen, wie wanneer het woord krijgt en hoe je tot afspraken komt. Elke dag zullen dan twee leerlingen ‘mediator’ van de dag zijn. Kortom kinderen helpen kinderen. Dit alles met het uitgangspunt dat wij (alle betrokkenen bij de school, kinderen en volwassenen) ons gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor de veiligheid binnen de school en we vanuit onze eigen verantwoordelijkheid, onszelf bewust zijn van ons eigen gedrag en we elkaar steunen en aanspreken op elkaars gedrag. Gymnastiek In groep 1 en 2 krijgen de kinderen twee keer in de week gymles van een vakdocent gymnastiek in de speelzaal in onze school. De gymleerkracht zorgt met een zorgvuldig samengesteld programma voor een doorgaande gevarieerde leerlijn bewegen. In de groepen 3 tot en met 8 krijgen de kinderen één keer in de week één uur gymles van de gymleerkracht. Alle sportonderdelen komen aan bod tijdens de lessen. Regelmatig worden er gastlessen verzorgd door sportverenigingen uit de wijk. Op deze wijze kunnen kinderen kennismaken met verschillende sporten en wellicht een

keuze maken voor een sportactiviteit om na schooltijd te beoefenen. De vakleerkracht organiseert ook mede verschillende sportevenementen waar we als school of een afzonderlijke groep aan mee kunnen doen. Ieder jaar is er tevens een schoolbrede sporten speldag waarbij alle groep 8 leerlingen als teamcaptain zorg dragen voor een leuke sportieve happening voor hun hele team bestaande uit leerlingen uit alle groepen. ICT In de groepen 3 tot en met 8 is een digibord aanwezig waar de leerkracht de gehele dag gebruik van maakt als medium om het onderwijs vorm te geven. Op onze school kunnen de kinderen gebruik maken van de computer om op deze manier aan informatie te komen, leerstof te oefenen of bv werkstukken te maken. De computers staan in de lokalen of gegroepeerd op de gang zodat verschillende groepen er gebruik van kunnen maken. Daarnaast maken we als school gebruik van internet als communicatiemiddel, u treft dus meer informatie op www.2emarnixschool.nl. ICT staat voor: Integrated Computer Technology. Deze term wordt meestal gebruikt als het over computers gaat binnen een school, bedrijf of instelling. De computer vormt dan een vast onderdeel van de organisatie. Leerkrachten kunnen de computer gebruiken voor het onderwijs in de klas. e De 2 Marnixschool zal de komende jaren meer nadruk leggen op computergestuurd onderwijs. Dit houdt in dat de kinderen steeds meer gebruik gaan maken van computers. De school beschikt over moderne netwerkcomputers. Die zijn verbonden met internet, zodat de kinderen informatie kunnen opzoeken over verschillende onderwerpen. De computers worden ook gebruikt bij het werken met de methodes, bijvoorbeeld een reken- of een taalprogramma. Huiswerk Vanaf groep 5 worden de kinderen geleidelijk aan vertrouwd gemaakt met huiswerk. Een belangrijke reden hiervoor is de voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Bij huiswerk denken we behalve aan duidelijke leeropdrachten (topografie en spelling bv) ook zeker aan opdrachten waarbij de kinderen iets moeten uitzoeken, uitknippen en meenemen. Bevordering van zelfstandigheid is hierbij ook een belangrijk doel.


4. De kwaliteit en de ontwikkeling van de school 4.1 Kwaliteitszorg op onze school Elk jaar formuleren wij doelen voor ons onderwijs, evalueren deze en formuleren acties die daaruit voortvloeien om vervolgens nieuwe doelen vast te stellen voor het nieuwe schooljaar. Deze doelen en concrete acties liggen vast in het Jaarplan dat we moeten verantwoorden aan ons bestuur. In het schooljaar 2012 – 2013 waren onze doelen: * Invoeren methode voor voortgezet technisch lezen ‘Estafette’ in de groepen 4 t/m 8. * Bijscholing leerkrachten op het gebied van begrijpend lezen. * Ontwikkelen en invoeren nieuwe digitaal leerlingrapport groep 1 t/m 8. * Bijscholing leerkrachten op het gebied van toetsanalyse en groepsplanning. Voor het schooljaar 2012 – 2013 zijn de doelen: * Formuleren doorgaande leerlijn voor de Plusleerling. * Opzetten doorgaande leerlijn Kunstzinnige vorming. * Oriëntatie nieuwe Rekenmethode. * Bijscholing leerkrachten op het gebied van Handelingsgericht werken. 4.2 De resultaten van het onderwijs Goed onderwijs kan alleen gegeven worden door gemotiveerde en deskundige leerkrachten, daarom blijven we ons ieder jaar weer ontwikkelen. We zijn een lerende organisatie. De directeur en de intern begeleiders komen jaarlijks op bezoek om te zien hoe het beleid in de praktijk wordt uitgevoerd. Zo weten ze waarover ze praten in het contact met de leerkrachten en leerlingen.

VMBO Basis, Kader en Praktijkonderwijs VMBO Theoretische leerweg VMBO TL/Havo Havo/ VWO VWO Totaal

5 2 3 7 7 24

Als u een basisschool zoekt voor uw kind, wilt u weten of een school goede resultaten behaald. Ook als u al een kind op onze school heeft is dat van belang. Om u een beeld te geven van de Cito eindtoets en wat de cijfers u vertellen geven wij u onderstaand overzicht: In totaal kunnen kinderen 550 punten halen op de Cito eindtoets. Score van 520, dan wordt een kind geacht de basisberoepsgerichte leerweg aan te kunnen van het VMBO. Score 526, dan zou het kind naar de kaderberoepsgerichte leerweg kunnen gaan. Score 532, deze biedt toegang tot de theoretische leerweg van het VMBO (de vroeger geheten Mavo). Score 535-538 is de zogeheten ondergrens van de Havo scholen. Score 545, is nodig om aan te melden bij het gymnasium. Wij volgen de ontwikkeling van de kinderen nauwgezet. De leerresultaten houden wij bij in het leerlingvolgsysteem Parnassys, zoals alle andere PCOU scholen. Leerlingen worden regelmatig getoetst met de methodegebonden toetsen en tweejaarlijks met de Citotoetsen. De toetsen worden afgenomen conform de afspraken op de toetskalender behorend bij het toetsprotocol dat met ons bestuur is afgesproken. Op basis van de gegevens uit de toetsen worden zo nodig de groepsplannen, het leerstofaanbod van de groepen, kleine groepjes of individuele leerlingen bijgesteld.

Naar welke middelbare scholen gaan onze kinderen? Op voorhand willen we gezegd hebben dat we het schooladvies dat de leerkracht van groep 8 geeft nog belangrijker is dan de uitslag van de Cito eindtoets. Bijna alle leerlingen krijgen een plaats op de school van hun keuze. Uitstroom leerlingen groep 8 schooljaar 2012 - 2013


4.3 De resultaten nader bekeken

4.4 Gegevens waarderingsvragenlijsten

Hieronder ziet u een overzicht van de resultaten op de Cito eindtoets van de laatste 3 jaar. In de score is rekening gehouden met specifieke schoolkenmerken.

Elke 2 jaar bevragen wij onze leerlingen, ouders en leerkrachten op hun ervaringen voor wat betreft onze school. Wij willen graag een objectief oordeel van een ieder om op grond van de resultaten weer te kunnen evalueren en bij te stellen daar waar wenselijk. In schooljaar 2011-2012 is de waarderingsvragenlijst afgenomen met de volgende resultaten: de leerlingen gaven een totaalcijfer van 8,6, de ouders waardeerden de schoolkwaliteit met een 7,8 en de leerkrachten gaven met elkaar het cijfer 7,6.

Resultaat Cito eindtoets Schooljaar Schoolscore Feb. 2013 Feb. 2012 Feb. 2011

536,7 535,6 539

Beoordeling inspectie Goed Voldoende Goed

Landelijk gemiddelde 535 535,5 535,5

Om tussentijds een goed beeld te krijgen van de ontwikkeling van de kinderen op de verschillende vakgebieden, zoals taal, rekenen en lezen, worden in alle leerjaren toetsen afgenomen van het Cito leerlingvolgsysteem. Hieronder een overzicht van de resultaten van een deel van de toetsen op belangrijke momenten in de schoolloopbaan van de leerlingen. Dit zijn tevens de onderdelen waarop de inspectie ons jaarlijks volgt. Resultaten vaardigheidsscores tussentoetsen Schooljaar Score Norm 2012 - 2013 Jan. 2013 inspectie Techn.lezen 26 20 – 28 DMT gr. 3 Techn.lezen 63 54 – 66 DMT gr. 4 Rekenen 64 48 – 58 Gr. 4 Rekenen 90 83 – 92 Gr. 6 Begrijp.lezen 42 34 – 42 Gr. 6

Score Juni 2013 39

Norm Inspectie 34 - 46

69

63 – 73

73

57 - 65

98

88 - 95

De resultaten van de bovenstaande toetsen zijn over het geheel genomen goed te noemen. Het begrijpend leesonderwijs is onderwerp van scholing dit schooljaar omdat we daar onszelf graag willen verbeteren.


5. De organisatie van de school 5.1 Schoolorganisatie e

De 2 Marnixschool wordt geleid door het managementteam dat bestaat uit: Directeur, Marieke Boer – Jansink Intern begeleider groep 1 t/m 4, Doesjka Kuhlemeier Intern begeleider groep 5 t/m 8, Monique Gadellaa De school is verdeeld in een onderbouw, middenbouw en een bovenbouw. De onderbouw omvat de groepen 1 en 2, de middenbouw de groepen 3A, 3B en 4 en de bovenbouw de groepen 5, 6, 7 en 8. Iedere bouw heeft een eigen bouwcoördinator, deze regelt de organisatorische zaken in de bouw. Er is een ICT-coördinator die medeverantwoordelijk is voor de integratie van ICT in het lesprogramma. Verder is er een vakleerkracht bewegingsonderwijs, meester Johnny, die zorgdraagt voor een goede doorgaande lijn in de gymlessen. Onze school heeft een conciërge, meester Shafi, die zorg draagt voor het beheer en onderhoud van de school. 5.2 Schoolgrootte e

De 2 Marnixschool telt ongeveer 250 leerlingen en 22 medewerkers en is daarmee een gemiddelde basisschool. Onze school telt 1 locatie en dit zal naar verwachting ook zo blijven. In onze nieuwsbrief roepen wij de ouders op om op tijd hun jonge kinderen in te schrijven.

’s Morgens gaat de schooldeur 10 minuten van te voren open en kunnen de kinderen naar hun klas toe. Na de lunch gaat de deur 5 minuten van te voren open. Wij willen graag op tijd beginnen met de lessen. Neemt u dus tijdig afscheid van uw kind. Voor de kinderen die starten met een gymles op dinsdag of donderdagochtend, geldt dat zij op het bovengenoemde tijdstip omgekleed in de gymzaal dienen te zijn. 5.4 Vakanties en studiedagen Herfstvakantie: zaterdag 19 oktober 2013 t/m zondag 27 oktober 2013 Kerstvakantie: zaterdag 21 december 2013 t/m zondag 5 januari 2014 Voorjaarsvakantie: zaterdag 15 februari 2014 t/m zondag 23 februari 2014 Studiedag: Maandag 24 februari 2014 Goede vrijdag en Pasen: donderdagmiddag 17 april 2014 t/m maandag 21 april 2014 Meivakantie: zaterdag 26 april 2014 t/m zondag 11 mei 2014 Hemelvaart: Donderdag 29 mei 2014 t/m vrijdag 30 mei 2014 Pinksteren: maandag 9 juni 2014 Zomervakantie: vrijdag 18 juli 2014 t/m zondag 31 augustus 2014 5.5 Afspraken onder schooltijd

5.3 Schooltijden Wij hanteren een zogeheten Hoorns model voor wat betreft ons lesrooster, dat betekent kort gezegd dat alle kinderen ieder schooljaar 940 uur les krijgen. Onze schooltijden zijn als volgt: Ma, di, do 08.30 – 12.00 uur 13.00 – 15.00 uur Wo, vr

Maakt u voor uw kind een afspraak bij de tandarts, de dokter of bijvoorbeeld de logopedist, doe dat dan bij voorkeur buiten de lestijden. Lukt dat nniet , dan vragen wij u de groepsleerkracht te melden via een briefje hoe lang en waarom, op welke dag en hoe laat uw kind afwezig zal zijn. Zonder toestemming van u laten wij een kind niet alleen gaan.

08.30 – 12.30 uur


5.6 Afwezig wegens ziekte, schoolverzuim en extra verlof Als uw kind ziek is en daarom thuis moet blijven, verwachten we dat u het nog diezelfde dag vóór 8.30 uur telefonisch afmeldt bij de school. Wij verzoeken u dit telefonisch aan ons te melden op het schoolnummer: 030-2933832 Behalve bij ziekte is het niet toegestaan de school te verzuimen. Extra verlof voor vakantie wordt niet gegeven. De 12 weken vakantie moeten voldoende zijn om een gezinsvakantie te plannen. Overtreding van deze wettelijke regel moet de directeur melden bij de overheid. Meer informatie hierover vindt u op de website van de gemeente Utrecht. Voor het aanvragen van bijzonder verlof kunt u zich melden bij de directeur dan wel schriftelijk een verzoek indienen. Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur, wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden en deze beslist of er een proces verbaal wordt opgemaakt. 5.7 Ziek op school Het is van groot belang dat we weten waar we u, of iemand anders die u uw zoon of dochter toevertrouwt, onder schooltijd kunnen bereiken. Als uw kind ziek wordt op school, moeten we iemand kunnen bellen met het verzoek het kind te komen halen of de toestemming dat uw kind zelfstandig naar huis mag gaan. Wij zullen u dan ook altijd vragen een noodnummer op te geven waarop u overdag te bereiken bent.


6. De leerlingenzorg 6.1 Aanmelding en inschrijving Wanneer u geïnteresseerd bent in onze school kunt u telefonisch een afspraak maken voor een kennismakingsgesprek en een rondleiding door de school. Aan het einde van het bezoek kunt u besluiten uw kind in te schrijven. We schrijven kinderen in uit de wijken Oog in Al, Schepenbuurt en Lombok/Majella, in blokken van 3 maanden startend vanaf het blok 1 januari tot 1 april. In het blok van 3 maanden dat de kinderen 2 worden kunnen we ze inschrijven, we adviseren u om niet te lang te wachten met inschrijven om te voorkomen dat de groepen vol zitten. Kinderen mogen “fulltime” naar school op de dag na hun vierde verjaardag. Vanaf het vijfde jaar is elk kind in ons land leerplichtig. Om nieuwe leerlingen in groep 1 zo goed mogelijk te kunnen begeleiden, hebben we besloten de kleuters die in juli en augustus jarig zijn, pas na de zomervakantie te ontvangen op school. De eerste schooldag en de dagdelen wennen in de groep worden altijd in overleg met de ouders geregeld. Wanneer de kinderen eenmaal gestart zijn op school, wordt er al snel een afspraak gemaakt door de leerkracht met de ouders voor een kennismakingsgesprek thuis. De leerkracht komt dan na schooltijd samen met het kind mee naar huis om gezellig een kopje thee te drinken. Ouders kunnen hun kind ook op latere leeftijd aanmelden, bijvoorbeeld bij een verhuizing. In zo’n geval vragen we bij de vorige school informatie over het kind. Vervolgens vindt er overleg plaats tussen de intern begeleider en de directeur. Om tot plaatsing over te kunnen gaan moet er plaats zijn binnen de betreffende groep en de zorgbehoefte van de leerling moet passen binnen het zorgprofiel van de school. Op grond van de verkregen informatie wordt er een definitief besluit genomen over plaatsing onder verantwoordelijkheid van de directie. 6.2 Het volgen van de ontwikkeling van uw kind In alle groepen worden leerlingen dagelijks waargenomen door de leerkracht van uw kind. Zij observeren uw kind in allerlei situaties en nemen toetsen af die behoren bij de verschillende methoden. Van alle kinderen op school wordt de ontwikkeling gevolgd en in kaart gebracht. De kinderen in groep 1 en 2 worden door middel van het observatiesysteem “Pravoo” gevolgd. Tevens krijgen de kinderen van groep 2 een logopedische screening in het voorjaar en wordt hun taal-, en reken-

ontwikkeling getoetst met behulp van een toets uit het leerlingvolgsysteen van Cito. Vanaf groep 3 worden jaarlijks alle kinderen minimaal twee keer getoetst met behulp van Cito-toetsen op het gebied van taal, rekenen en lezen. Het Cito heeft deze toetsen ontwikkeld zodat het scholen in staat stelt om de scores van uw kind te vergelijken met het landelijk gemiddelde. De resultaten van de Cito-toetsen worden door de leerkrachten en de intern begeleider geanalyseerd en besproken en vervolgens bewaard in het geautomatiseerde leerlingvolgsysteem. Wij gebruiken de volgende Cito toetsen: Gr. 1 en 2: Gr. 3 t/m 8: Gr. 3 t/m 5: Gr. 7: Gr. 7 en 8: Gr. 8:

Taal voor kleuters en Rekenen voor kleuters Rekenen en Wiskunde, Avi toets voor technisch lezen, Drie Minuten Toets, Begrijpend lezen, Spelling. Woordenschat Studievaardigheden Leeswoordenschat Eindtoets basisonderwijs

De resultaten van de Cito-toetsen worden uitgedrukt in een landelijke toetsscore en een niveauscore. De niveaus lopen van niveau A tot en met E. Niveau A zijn de 25% hoogst scorende leerlingen, niveau B zijn de 25% leerlingen die net boven tot ruim boven het landelijk gemiddelde scoren, niveau C zijn de 25% leerlingen die net onder tot ruim onder het landelijk gemiddelde scoren, niveau D zijn de 15% leerlingen die ruim onder het landelijk gemiddelde scoren en niveau E zijn de 10% laagst scorende leerlingen. We toetsen de voortgang van de kinderen in vergelijking met zichzelf, in vergelijking met de andere kinderen in de klas en het leerjaar en in vergelijking met kinderen op andere scholen in Nederland. Belangrijk voor de interpretatie is, of de vaardigheden en de kennis van uw kind een stijgende lijn vertonen. Dit geheel van toetsen wordt het Cito Volgsysteem primair onderwijs (LOVS) genoemd. Met behulp van de toetsen worden de resultaten van uw kind met de landelijke norm vergeleken. Dit heeft een signaleringsfunctie voor de leerprestaties van uw kind. Dit kan samen met de observaties van de leerkracht


aanleiding zijn om uw kind in de komende periode extra te gaan observeren, begeleiden, extra oefenstof aan te bieden of om een nader onderzoek in te stellen. Na de toetsperiode worden de opbrengsten besproken in de groepsbespreking en in de bouwvergadering. Er wordt gekeken hoe de resultaten van de groepen zijn in vergelijking met het landelijk gemiddelde en wat hiervoor een verklaring kan zijn. Het doel van dit overleg is om kritisch naar onze eigen opbrengsten te kijken en actiepunten op te stellen om het onderwijs te verbeteren. Op groepsniveau wordt er gekeken hoe er aan de onderwijsbehoefte van de groep, van een groepje of van een leerling kan worden voldaan. Op leerjaarniveau wordt er gekeken of er verbeteringen ten aanzien van de leermethode, de leertijd of eht leerkrachtgedrag ingevoerd moeten worden. Op schoolniveau wordt door het managementteam bekeken hoe het beleid kan worden aangescherpt. Hierbij kunt u denken aan: extra handen voor de klas, vervanging van de methode, verandering binnen de organisatie e.d. Naast de eerst verantwoordelijke personen, de ouders, zijn op school de leerkrachten verantwoordelijk voor het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de groep. De leerkracht: - stemt de didactiek en pedagogiek af op zijn groep; - registreert de vorderingen van de kinderen en past het onderwijs waar mogelijk en noodzakelijk aan de behoefte van het kind aan; - neemt deel aan groepsbesprekingen en leerlingbesprekingen en heeft de verantwoordelijkheid zorgen met betrekking tot kinderen in de klas te melden aan de intern begeleider; - maakt handelingsplannen en rapporten; - bespreekt de vorderingen van elk kind met de ouders en het kind. De intern begeleider is verantwoordelijk voor alles wat te maken heeft met de leerlingenzorg. Op onze school zijn twee Intern begeleiders (voor groep 1 t/m 5 resp. groep 6 t/m 8) werkzaam. De intern begeleider: - plant alle toetsen van het schooljaar in op de toetskalender; - begeleidt leerkrachten met leerlingen met speciale zorg (observatie, advies, handelingsplannen);

- is verantwoordelijk voor de groepsbesprekingen en leerlingbesprekingen; - bezoekt de klassen om de doorgaande lijn op het gebied van leerlingenzorg te bewaken en de leerkracht adequaat te kunnen adviseren; - voert (vaak samen met de leerkracht) oudergesprekken; - onderhoudt contacten met externe instanties en personen (schoolarts, logopedie, schoolbegeleidingsdienst, schoolmaatschappelijk werk e.d.) De directeur is eindverantwoordelijk voor uw kind op onze school. 6.3 Rapportage Twee keer per jaar (januari-februari/juni-juli)ontvangen de kinderen een rapport. De leerkracht brengt op deze wijze schriftelijk verslag uit van de vorderingen van uw kind. In februari volgt er een rapportgesprek met de leerkracht, het kind en de ouders. Er zijn standaard twee gesprekken per jaar met u als ouders. In september is het eerste ‘afstemmingsgesprek’, waarin u informatie geeft over uw kind aan de nieuwe leerkracht. In februari volgt er een rapportgesprek waarbij ook uw kind aanwezig is, het is tenslotte zijn/haar rapport. In november-december kunt u een gesprek aanvragen of wordt u door de leerkracht uitgenodigd indien wenselijk voor een ‘afstemmingsgesprek op afspraak’. In april-mei is er weer een mogelijkheid voor een ‘afstemmingsgesprek op afspraak’. In juni-juli volgt het tweede rapport aan het einde van het schooljaar en kan er op initiatief van ouders of leerkracht nog gekozen worden voor een aanvullend gesprek. Afhankelijk van de behoefte en de noodzaak kan natuurlijk van beide kanten (ouders en school) gedurende het hele schooljaar het initiatief genomen worden voor een extra gesprek. 6.4 Extra zorg en begeleiding Soms wordt er door de leerkracht en de Intern Begeleider besloten om een leerling een groep nogmaals over te laten doen. Dit betreft slechts een klein aantal kinderen per jaar. Met name wanneer niet alleen het leren wat vertraagd is, maar het kind ook sociaal en emotioneel niet meegroeit in het tempo van de klasgenootjes, kan het zijn dat dit besluit wordt genomen.


Het doel van de doublure is dat het kind vervolgens de basisschool gewoon kan afmaken. Ondanks intensieve begeleiding en externe hulpverlening kunnen er zorgen blijven bestaan over de ontwikkeling van een kind. Het kan zo zijn dat de school dan handelingsverlegen is en op zoek gaat met deskundigen naar een oplossing. Hierbij kunt u denken aan het schrappen van onderdelen uit de leerstof of het volgen van een eigen leerlijn. Zo kan het zijn dat aan het einde van groep 5 wordt besloten om een kind van het klassikale programma af te halen en een eigen leerlijn te laten volgen. Voorwaarde is dat er voor dit kind een ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld met een einddoel en tussen gelegen doelen voor de basisschool. Een andere voorwaarde hierbij is, dat het volgen van een eigen leerlijn haalbaar is. Niet alleen nu, maar ook in de komende jaren. In sommige gevallen kan het zijn dat, na intensief overleg met de ouders, naar een school voor speciaal (basis) onderwijs wordt verwezen. Aan zo’n verwijzing is een heel intensief proces vooraf gegaan. Allereerst bieden wij op school alle hulp die binnen onze mogelijkheden ligt (o.a. via handelingsplannen), wanneer er sprake is van stagnatie in de ontwikkeling op een bepaald gebied. Als dit onvoldoende effect heeft wordt er, na toestemming van de ouders, hulp ingeroepen van het zorgplatform. Het zorgplatform kan verschillende vormen van begeleiding bieden, zoals ambulante begeleiding aan de leerkracht of een psychologisch onderzoek (naar de cognitieve mogelijkheden van het kind, de didactische vorderingen en de sociaal-emotionele/gedragsmatige ontwikkeling) dat wordt uitgevoerd door een orthopedagoog/psycholoog die verbonden is aan het Zorgplatform, schoolbegeleidingsdienst of andere instantie. Aan de hand van het resultaat daarvan wordt dan in de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) besproken wat de mogelijkheden in het basisonderwijs zijn, of dat verwijzing naar het Speciaal (Basis) Onderwijs meer voor de hand ligt. De PCL adviseert, maar de uiteindelijke beslissing ligt bij de ouders. 6.5 Externe contacten GG & GD De GG & GD verzorgt de screening door de schoolarts en de logopedist. De logopediste verricht jaarlijks een screening bij de oudste kleuters.

De schoolarts nodigt elk jaar de oudste kleuters uit en de kinderen in groep 7 worden opgeroepen door de jeugdverpleegkundige. Op onze school hebben we er voor gekozen om de kinderen in groep 7 een weerbaarheidstraining te laten volgen, te weten: ‘Kom op voor jezelf’. Schoolmaatschappelijk werk Op onze school is een maatschappelijk werker aanwezig 1 dagdeel in de week. Soms lopen ouders en kinderen rond met problemen waar ze graag over willen praten of hulp bij willen hebben. Praten met de schoolmaatschappelijk werker kan dan een goede oplossing zijn. De schoolmaatschappelijk werker is er om hulp te bieden bij verschillende problemen van kinderen en/of hun ouders, zoals bijvoorbeeld vragen over opvoedingsproblemen of de ontwikkeling van hun kind. Ook kunnen vervelende zaken in de thuissituatie de oorzaak zijn van problemen waar ouders en een kind last van hebben. De schoolmaatschappelijk werker voert gesprekken op school met kinderen en/of ouders. Als het nodig is wordt er doorverwezen naar andere hulpverleningsinstanties voor verdere hulp en advies. Een eerste gesprek met de schoolmaatschappelijk werker, maag zonder toestemming van ouders plaatsvinden. Bij meerdere gesprekken is toestemming van de ouders nodig. U kunt rechtstreeks contact opnemen met de schoolmaatschappelijk werker voor een afspraak of u kunt dit laten weten via de intern begeleider. De contactgegevens van de schoolmaatschappelijk werker staan ook op de website van de school. 6.6 Verlengde leertijd of vervroegde doorstroom Niet alle kinderen zal het lukken de basisschool binnen 8 jaar af te ronden. Soms kan het in het belang van het kind nodig zijn om te kiezen voor een extra jaar in een bepaalde groep. Het aanbieden van deze verlengde leertijd is een zorgvuldige beslissing. Er wordt altijd gekeken of een kind sociaal-emotioneel en qua ontwikkeling in staat is om door te stromen naar de volgende groep. Ook is het mogelijk dat een kind door een ontwikkelingsvoorsprong in sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling juist vervroegd doorstroomt naar een volgende groep. Observaties, toetsgegevens en informatie van de ouders en leerkrachten kunnen in een gesprek met de intern begeleider tot deze beslissing leiden. De mening van de ouders is voor ons erg belangrijk, maar de directie beslist uiteindelijk.


6.7 Leerlinggebonden financiering Leerlinggebonden financiering, anders gezegd ‘het rugzakje’, maakt het ouders mogelijk om te onderzoeken of hun kind, ondanks een handicap, op een reguliere basisschool geplaatst kan worden met behulp van de leerlinggebonden financiering. Het recht op de vrije onderwijskeuze van ouders betekent echter nog niet dat kinderen met een handicap automatisch op een reguliere basisschool geplaatst kunnen worden. Het REC (Regionaal Expertise Centrum) biedt ouders begeleiding in het traject van plaatsing in het reguliere onderwijs. Indien Voor een kind gedurende zijn basisschoolperiode leerlinggebonden financiering wordt aangevraagd is er op school al in een eerder stadium het Zorgplatform ingeschakeld. Het Zorgplatform moet de aanvraag ondersteunen. Indien de aanvraag tot een indicatiestelling leidt kunnen ouders kiezen of zij gebruik willen maken van de leerlinggebonden financiering of dat zij hun kind willen inschrijven op het Speciaal Onderwijs. Indien ouders in samenspraak met de school kiezen voor een ‘rugzakje’ zal er een handelingsplan worden opgesteld en een ambulant begeleider worden toegekend. Deze ambulant begeleider zal de basisschool onderwijskundig begeleiden gericht op de mogelijkheden van het kind, de ouders en de school. In het begeleidingsplan staan de doelstellingen van ambulante begeleiding, de frequentie en wijze van begeleiding en tevens de evaluatiemomenten beschreven. Het geld uit het rugzakje zal worden ingezet om het bovenstaande ook echt mogelijk te maken. U kunt hierbij denken aan extra personeel om individuele hulp te bieden, begeleiding van de leerkracht, extra materialen of speciale hulpmiddelen en wellicht een aanpassing aan het gebouw.

6.8 Overgang naar het voortgezet onderwijs De leerlingen van groep 8 en hun ouders staan voor de keuze welk vervolgonderwijs de leerlingen gaan volgen. Wij weten dat dit voor ouders en leerlingen een belangrijke stap is, vandaar dat wij hier de uiterste zorg aan willen besteden. Aan het begin van het schooljaar worden de ouders van leerlingen uit groep 8 op de hoogte gesteld van de gang van zaken om te komen tot een verantwoorde schoolkeuze en de aanmelding voor de nieuwe school. In een gesprek met de ouders (en de leerling) wordt het advies van de school voor de schoolkeuze besproken. Het advies komt tot stand op basis van gegevens van de ontwikkeling van de leerling (werkhouding, motivatie, doorzettingsvermogen, toetsresultaten, observaties, cognitieve ontwikkeling).Tevens worden besproken de stappen die gezet moeten worden om de leerling aan te melden voor de school voor voortgezet onderwijs. De Utrechtse schoolbesturen en de gemeente Utrecht hebben afspraken gemaakt over het proces van aanmelding en inschrijving op een school voor voortgezet onderwijs. Deze afspraken zijn vastgelegd in de zogenaamde POVO-procedure. Alle Utrechtse scholen hebben toegezegd zich te houden aan de afspraken van de POVO-procedure.

Wanneer kunnen we een leerling met een ‘rugzakje’ niet toelaten op onze school? In de volgende gevallen kan de school inschrijving weigeren: wanneer ouders de grondslag van de school niet onderschrijven, wanneer er sprake is van verstoring van de rust en veiligheid, wanneer de nadruk op verzorging en behandeling ligt en niet op onderwijs, wanneer het leerproces van de andere kinderen wordt verstoord en wanneer er gebrek is aan plek in de groepen. Een besluit om niet in te schrijven zal de directeur schriftelijk mededelen.


7.

De ouders

7.1 Ouders als partner Voor het goed kunnen functioneren van de school is het van groot belang dat er een goede constructieve band is tussen de ouders, leerkrachten en de directie. De ouders moeten hun kind met vertrouwen naar school kunnen laten gaan. Daarom moet er open en transparant worden gecommuniceerd. Ouders en school moeten zich als partners naast elkaar opstellen en alles in het werk stellen om de ontwikkeling van kinderen optimaal te bevorderen. Dat is eenvoudig als het goed gaat en essentieel als de ontwikkeling niet naar verwachting gaat. Ouders hebben een signaalfunctie en weten het beste hoe hun kind omgaat met wat er op school gebeurt. Als de communicatie en samenwerking tussen school en ouders goed verloopt, kun je samen veel problemen aan. Daarom is het uitgangspunt dat ouders en kinderen educatieve partners zijn. Om die reden starten we ieder schooljaar ook altijd met een afstemmingsgesprek tussen ouders en leerkracht. In dit gesprek vertellen de ouders over hun kind. 7.2 Contact met ouders Het contact met de leerkracht van uw kind is belangrijk. We geven de voorkeur aan persoonlijke gesprekken boven emailcontact. ’s Morgens kunt u bij de leerkracht aangeven (mondeling of via het mededelingenschrift bij de klasdeur) dat u graag een afspraak wilt maken. ’s Middags bent u altijd welkom om binnen te komen. We vinden het belangrijk om ouders goed te informeren. Naast de schoolgids en de jaarkalender komt er iedere twee weken een nieuwsbrief uit, schrijven leerkrachten iedere twee weken een groepsnieuws en kunt u op de website www.2emarnixschool.nl terecht voor informatie en verslagen van activiteiten.

zaken op school. Dat zijn bijvoorbeeld het schoolplan en de begroting. De bevoegdheden van de MR zijn wettelijk geregeld. De belangrijkste zijn: instemmen met een besluit van de schooldirectie en het geven van adviezen aan de schooldirectie. Op de website vindt u de namen en verdere gegevens van de MR-leden. 7.4 Ouderraad De ouderraad bestaat uit een negental ouders en twee adviserende leden namens de schoolleiding en het team. De ouderraad organiseert en ondersteunt veel verschillende activiteiten. De ouderraad heeft een taakverdeling. Er is een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Twee leden vertegenwoordigen de ouders in de Medezeggenschapsraad (MR). Andere taken van de ouderraad zijn: coördinatie van de contactouders, van culturele activiteiten en van de verschillende festiviteiten op school. Ook zijn binnen de ouderraad contactpersonen aangesteld rondom de overblijf en sport en spel. De doelstelling van de ouderraad is te zorgen voor een goede relatie tussen de ouders aan de ene kant en schoolleiding, de leerkrachten en het bestuur aan de andere kant. De ouderraad probeert dat te bereiken door activiteiten te organiseren en te ondersteunen die bijdragen aan het zo goed mogelijk functioneren van de school. De ouderraad vergadert een keer of zes per schooljaar. Tijdens de vergaderingen worden, samen met de school, plannen uitgewerkt, afspraken gemaakt en informatie uitgewisseld. Voor iedere vergadering wordt een agenda opgesteld. Deze is gebaseerd op het activiteitenplan dat aan het begin van het schooljaar in de ouderraad is opgesteld. Van iedere vergadering wordt een verslag gemaakt door de secretaris en regelmatig worden ouders geïnformeerd via de nieuwsbrief en/of de website van de school. 7.5 Ouderparticipatie

7.3 Medezeggenschapsraad Naast de ouderraad is er op onze school ook een Medezeggenschapsraad (MR). Hierin zitten naast twee leerkrachten ook twee afgevaardigden van de ouders, die door de ouders zelf worden gekozen. De Medezeggenschapsraad oefent invloed uit op het beleid van de directie en de gang van

Wij stellen het op prijs als ouders willen meedenken en meepraten over inhoudelijke thema’s in de school. Elk jaar organiseren school en OR/MR ouderavonden met een bepaald thema of naar aanleiding van activiteiten op school. Tevens maken we graag gebruik van kenneis en kunde van ouders, variërend van klussen tot ondersteuningsactiviteiten of zelfs het


verzorgen van lessen en workshops gezien het beroep van de desbetreffende ouder. 7.6 Schoolverzekering Aansprakelijkheidsverzekering - zorgplicht De school kan aansprakelijk gesteld worden voor schade aan derden en is daarvoor verzekerd. Of de school aansprakelijk is voor de schade hangt af van de vraag of de school aan haar zorgplicht heeft voldaan. De zorgplicht houdt in de verantwoordelijkheid ten opzichte van de gezondheid en de veiligheid van de leerlingen. In het gebouw en op het schoolplein moet de situatie veilig zijn en er moet voldoende toezicht zijn op het schoolplein en tijdens sporten spelsituaties. Van een school wordt niet verwacht dat op elke leerling en elke situatie direct toezicht kan worden gehouden. Vooral jonge kinderen kunnen in hun enthousiasme en onbevangenheid dingen doen die schade tot gevolg hebben. Een school of leraar kan dat niet altijd voorkomen. Aansprakelijkheid van leerlingen De school is niet verantwoordelijk en aansprakelijk voor de gedragingen van de leerlingen. De verantwoordelijkheid voor het handelen en de gedragingen van leerlingen ligt bij de ouders en/of de leerling. Wanneer de leerling nog niet de leeftijd van 14 jaar heeft bereikt, zijn de ouders aansprakelijk voor de gedragingen van hun kind; bij 14- en 15-jarigen geldt dat zowel de ouders als de leerling aansprakelijk kan zijn voor de gedragingen van de leerling; vanaf 16 jaar zijn leerlingen aansprakelijk voor hun eigen gedrag. Ouders wordt aangeraden een particuliere aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. De aansprakelijkheid van leerlingen is secundair meeverzekerd in de verzekering die voor de school is afgesloten. Dat geldt voor activiteiten binnen de lesuren of bij activiteiten binnen schoolverband. De particuliere aansprakelijkheidsverzekering gaat voor. Schoolongevallenverzekering Deze verzekering biedt dekking voor de gevolgen van ongevallen in en om de school ongeacht of er sprake is van aansprakelijkheid. Verzekerd zijn alle bij de activiteiten in en rond de school betrokken personen: leerlingen,

personeel, vrijwilligers. Meeverzekerd is de benodigde reistijd voor het rechtstreeks komen en gaan naar de genoemde schoolactiviteiten. Er zijn maxima gestelde aan de verzekerde bedragen. Niet meeverzekerd is materiële schade zoals brillen, kleding en vervoermiddelen. Vergoeding van geneeskundige en tandheelkundige kosten (tot het maximumbedrag) vindt alleen plaats als de ziektekostenverzekering van de gedupeerde de kosten niet of niet volledig vergoedt. Voor nadere informatie over de schoolverzekering kunt u contact opnemen met de directie van de school. 7.7 Ouderbijdrage Scholen mogen via de ouderbijdrage een geldelijke bijdrage vragen aan ouders van leerlingen om extra activiteiten als excursies, sinterklaasfeest, kerstviering of een sportdag te kunnen bekostigen. Soms worden ook andere kosten in rekening gebracht zoals overblijven, schoolreisje, schoolkamp of kosten voor het schoolzwemmen. Ook deze kosten vallen onder de ouderbijdrage. In alle gevallen moeten ouders kunnen kiezen óf ze willen betalen en waarvóór zij willen betalen. Daarom wordt gesproken over vrijwillige ouderbijdrage. De oudergeleding van de medezeggenschapsraad heeft instemmingsbevoegdheid v.w.b. de hoogte van de ouderbijdrage. Wettelijke voorschriften/bepalingen over vrijwillige ouderbijdrage De wettelijke voorschriften/bepalingen rond de vrijwillige ouderbijdrage zijn te vinden in de Wet Primair Onderwijs (WPO) en de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS). Artikel 13 en 40 van de WPO bepalen dat de schoolgids informatie moet bevatten over de ouderbijdrage, de hoogte ervan, het vrijwillige karakter en de besteding van de middelen. Formeel moet de schoolgids een ontwerp van een overeenkomst bevatten die aan de eisen van artikel 40 van de WPO voldoet (Het is – op grond van een voorgenomen wetswijziging – aannemelijk dat de verplichting voor het afsluiten van een overeenkomst met de ouders, komt te vervallen). In artikel 13 onderdeel c van de WMS staat dat de oudergeleding van de medezeggenschapsraad vooraf moet instemmen met de hoogte en bestemming van de bijdrage, voordat het bevoegd gezag van de school de hoogte en de bestemming vastlegt.


• Onze ouderraad beheert het geld en legt hiervoor verantwoording af aan OR/MR en directie door middel van een jaarrekening. De bijdrage voor schooljaar 2012 – 2013 is vastgesteld op 60,- voor 1 kind, 103,- voor 2 kinderen en 129,- voor 3 kinderen of meer in één gezin. Ouders wordt gevraagd hiervoor een machtiging in te vullen voor automatische incasso in twee termijnen. De bijdrage wordt besteed aan de volgende zaken: Schoolvieringen, schoolreis, sportdagen, culturele activiteiten, vervoer. Kunt de ouderbijdrage niet of niet volledig voldoen dan neemt u contact op met de directie voor een aparte regeling. Voor leerlingen die in het bezit zijn van een Upas bestaat de mogelijkheid om de ouderbijdrage gedeeltelijk te voldoen via de bekostiging van de gemeente. 7.8 Sponsoring Onze school maakt op dit moment geen gebruik van sponsoring. Als wij dit zouden doen is dit met inachtneming van onderstaande regelgeving en slechts in die gevallen dat het een meerwaarde heeft voor ouders en kinderen. Gedragsregels voor sponsoring in het onderwijs. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft in 2009 met veertien organisaties een convenant afgesloten. Hierin staan gedragsregels die een school helpen om op een verantwoorde manier met sponsoring om te gaan. Het convenant bevordert of bestrijdt sponsoring niet. Er staat in waar scholen op moeten letten, waar sponsors aan gebonden zijn, wat valkuilen zijn en hoe scholen inspraak van ouders, teams en leerlingen moeten organiseren. Het convenant is van toepassing op Stichting PCOU/Willibrord Stichting. In het convenant heeft het Ministerie van OCW de eerdere regels aangescherpt: • •

nieuwe sponsorcontracten moeten zich richten op een gezonde levensstijl van leerlingen; bedrijven mogen alleen met scholen samenwerken vanuit een maatschappelijke betrokkenheid;

•

de samenwerking tussen scholen en bedrijven mag geen nadelige invloed hebben op de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van leerlingen; de kernactiviteiten van de school mogen niet afhankelijk worden van sponsoring.

De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving van de regels. 7.9 Klachtenprocedure Afhandeling van klachten Het is de bedoeling dat klachten over de gang van zaken in de school tussen leerlingen, ouders, personeel, schoolleiding en alle overige bij de school betrokken personen in eerste instantie onderling op schoolniveau worden opgelost. Het meest voor de hand liggend is dat de klager zich rechtstreeks richt tot degene tegen wie zijn klacht is gericht, dan wel tot diens leidinggevende, dan wel rechtstreeks tot de directeur. Ook is het mogelijk om eerst de contactpersoon van de school te benaderen. Als deze mogelijkheden niet toereikend zijn, doordat afhandeling van de klacht niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden of door de aard van de klacht, dan kan men een beroep doen op de klachtenregeling. De regeling biedt mogelijkheden voor het indienen van een klacht bij de directeur/rector, het bestuur of rechtstreeks bij de landelijke klachtencommissie. De contactpersoon op schoolniveau De school heeft een of meer contactpersonen voor de klachtenregeling. De contactpersoon heeft tot taak: eerste aanspreekpunt te zijn bij klachten; de eerste opvang te verzorgen als een klacht wordt ingediend; naar eigen inzicht eenvoudige klachten af te handelen; de klager in het geval van een zware, gevoelige of complexe klacht door te verwijzen en te informeren over de mogelijkheden die de klachtenregeling biedt; indien noodzakelijk te verwijzen naar gespecialiseerde instanties.


De klachtenregeling is te vinden op de website van Stichting PCOU: www.pcou.nl : De contactpersoon van de school is: Doesjka Kuhlemeier

op kamp gaat, wij noemen dat de werkweek. Aan het kamp zijn extra kosten verbonden waarover u tijdig wordt geïnformeerd door de leerkracht. 7.12 Jarig op school

Wij houden op school ook een incidentenregistratie bij, zodat we weten in welke mate problemen zich manifesteren en daarop in kunnen spelen met ons beleid. PCOU is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie voor het Christelijk Onderwijs: Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel: (070) 386 16 97 E-mail: [email protected]

Wij vieren graag de verjaardagen van de kinderen op school. Niks is leuker voor de kinderen dan ook even de school door te lopen met een maatje om gefeliciteerd te worden door de andere leerkrachten. Echter willen wij graag dat de traktaties zo gezond mogelijk zijn. We hebben hiervoor suggesties op de website geplaatst en ook de leerkrachten kunnen u tips geven. De leerkracht deelt mee in de traktatie van de kinderen en de rest van het team verwacht geen traktatie. Liever nog willen we u in plaats van een traktatie voor het team vragen om een kleine bijdrage mee te geven aan uw kind voor het jaarlijks te bepalen goede doel. 7.13 Luizen

7.10 Voor-, Tussen- en Naschoolse opvang Wanneer u gebruik wilt maken van Voorschoolse of naschoolse opvang is dit mogelijk via twee aanbieders waar wij samenwerkingsafspraken mee hebben gemaakt. U kunt kiezen uit de BSO Oog in Al, zij bieden opvang aan in en buiten de school. Tevens kunt u kiezen voor een van de opvang mogelijkheden via Skon. Zie hoofdstuk 8 voor contactgegevens van beiden.

Hoofdluis is een regelmatig terugkerend probleem op de basisschool. De luizen kiezen zelfs graag de schone kinderhoofdjes en verspreiden zich snel en gemakkelijk in de school. Wij hebben een luizenteam van ouders die regelmatig controles uitvoeren en u voorzien van tips over de bestrijding van de luizen. Voor aanvullende informatie kunt u op de website kijken. 7.14 Brandveiligheid

Tussen de middag op maandag, dinsdag en donderdag kunt u uw kind aanmelden voor deelname tegen betaling aan de tussenschoolse opvang. De BSO medewerkers van BSO Oog in Al, eten samen met de kinderen in de klas en verzorgen daarna de buitenspeeltijd. Informatie over de TSO kunt u inwinnen via: Tel: 06-47434581 of [email protected]

Net als iedere school heeft de 2 Marnixschool een verbruiksvergunning, afgegeven door de brandweer. Dat betekent dat de brandveiligheid is onderzocht en goed bevonden. In ieder schooljaar wordt gezorgd voor ontruimingsoefeningen en informatie aan kinderen en leerkrachten hoe te handelen in geval van een noodsituatie.

7.11 Schoolreis en schoolkamp

7.15 Mobiele telefoons

Alle groepen gaan ieder jaar een keer op schoolreis. Tevens zijn er plannen in de maak om het schoolreisje, één dagje uit, af te wisselen met een schoolkamp voor alle kinderen. Op dit moment is het zo dat alleen groep 8

Deze mogen op school niet aan staan. Kinderen zijn op school bereikbaar op het schoolnummer indien nodig. De telefoon is in onze optiek alleen nodig buiten de school en buiten schooltijd. Bij overtredingen geldt dat de leerkracht de telefoon in mag nemen.

e


7.16 Regels voor het maken van foto’s/beeldopnames Gedurende het schooljaar worden regelmatig foto- of filmopnamen gemaakt van schoolactiviteiten. Soms worden deze gebruikt voor plaatsing in bijvoorbeeld de schoolkrant of op de website. Juridisch gezien is geen toestemming nodig voor het publiceren van dergelijke foto’s. Mocht u bezwaar hebben tegen het plaatsen van foto’s waarop uw kind staat afgebeeld, dan kunt u dit melden aan de directie.


8.

Namen en adressen e

8.1 2 Marnixschool e 2 Marnixschool Dantelaan 2A 3533 VD Utrecht Tel: 030-2933832 Website: www.2emarnixschool.nl Email: [email protected] 8.2 Bevoegd gezag Stichting Protestants Christelijk Onderwijs Utrecht Postadres: Postbus 9419 3506 GK Utrecht Bezoekadres: Kaap Hoorndreef 66, Utrecht Tel: 030-2723123 Fax: 030-2723469 College van bestuur: Dhr. Drs. J.H. Bootsma Mevr. Drs. M.T.C. Blom 8.3 Inspectie van het onderwijs Inspectie van het onderwijs Postbus 2730 3500 GS Utrecht [email protected] www.onderwijsinspectie.nl tel: 0800-8051 8.4 Medezeggenschapsraad Oudergeleding: Ella Broekstra en Gerda Hogeveen Personeelsgeleding:

Paul Minjon en Joyce Halsema [email protected] 8.5 Ouderraad [email protected] 8.6 Buitenschoolse opvang BSO Oog in Al www.bso-ooginal.nl BSO Skon www.skon.nl 8.7 Vertrouwenspersoon Interne vertrouwenspersoon: Doesjka Kuhlemeier (intern begeleider) Anneke Bootsma (leerkracht) 8.8 Contactpersoon bij klachten Landelijke klachtencommissie voor het Christelijk onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel: 070-3861697 [email protected] 8.9 DMO afdeling leerplicht Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Afdeling onderwijs Sectie Leerplicht Postbus 2158 3500 GD Utrecht Tel. 030-2860000 E-mail [email protected] 8.10 Schoolarts J.P. Coenhof 216 Tel: 030-8802878


8.11 Schoolmaatschappelijk werk Yvon Hendriks J.P. Coenhof 224 3531 HX Utrecht Te. 030-8802834 E-mail [email protected] 8.12 Vertrouwensinspecteur De vertrouwensinspecteur adviseert en ondersteunt leerlingen, docenten, ouders en andere betrokkenen bij klachten rond seksueel misbruik, seksuele intimidatie en ernstig fysiek of geestelijk geweld. Bij een vermoeden van seksueel misbruik is een school wettelijk verplicht contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Ook voor vragen of meldingen over discriminatie en radicalisering kunt u terecht bij de vertrouwensinspecteur. De vertrouwensinspecteur is alleen voor vertrouwenskwesties tijdens kantooruren bereikbaar op telefoonnummer 0900-1113111 Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (lokaal tarief).


Bijlage 1: Ouderbijdrage in het primair onderwijs Achtergrondinformatie Inleiding Scholen mogen via de ouderbijdrage een geldelijke bijdrage vragen aan ouders van leerlingen om extra activiteiten als excursies, sinterklaasfeest, kerstviering of een sportdag te kunnen bekostigen. Soms worden ook andere kosten in rekening gebracht zoals overblijven, schoolreisje, schoolkamp of kosten voor het schoolzwemmen. Ook deze kosten vallen onder de ouderbijdrage. In alle gevallen moeten ouders kunnen kiezen óf ze willen betalen en waarvóór zij willen betalen. Daarom wordt gesproken over vrijwillige ouderbijdrage. De oudergeleding van de medezeggenschapsraad heeft instemmingsbevoegdheid v.w.b. de hoogte van de ouderbijdrage.

4. De oudergeleding van de medezeggenschapsraad moet instemmen met de hoogte en de besteding van de ouderbijdrage. Formeel stelt het bevoegd gezag de hoogte en besteding vast. Op basis van het directiereglement PCOU is deze taak indirect gemandateerd aan de directeur.

Wettelijke voorschriften/bepalingen over vrijwillige ouderbijdrage De wettelijke voorschriften/bepalingen rond de vrijwillige ouderbijdrage zijn te vinden in de Wet Primair Onderwijs (WPO) en de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS). Artikel 13 en 40 van de WPO bepalen dat de schoolgids informatie moet bevatten over de ouderbijdrage, de hoogte ervan, het vrijwillige karakter en de besteding van de middelen. Formeel moet de schoolgids een ontwerp van een overeenkomst bevatten die aan de eisen van artikel 40 van de WPO voldoet (Het is – op grond van een voorgenomen wetswijziging – aannemelijk dat de verplichting voor het afsluiten van een overeenkomst met de ouders, komt te vervallen). In artikel 13 onderdeel c van de WMS staat dat de oudergeleding van de medezeggenschapsraad vooraf moet instemmen met de hoogte en bestemming van de bijdrage, voordat het bevoegd gezag van de school de hoogte en de bestemming vastlegt. Uitwerking (verplicht in de schoolgids opnemen) Hieronder staat puntsgewijze wat er moet zijn geregeld op school: 1. In de schoolgids moet expliciet informatie staan over de ouderbijdrage, dat wil zeggen de hoogte, beschrijving van de activiteiten waarvoor het geld wordt gebruikt en het vrijwillige karakter. 2. De wijze van betaling. 3. Er dient een reductie- en kwijtscheldingsregeling te zijn.


Bijlage 2: Informatie voorziening gescheiden ouders 1. Inleiding Na een echtscheiding kunnen de verantwoordelijkheden voor ouders rondom de opvoedingen verzorging van het kind op verschillende manieren zijn geregeld. Meestal zijn beide ouders met het ouderlijke gezag belast en zijn er afspraken gemaakt over de verdeling van de zorgtaken (omgangsregeling of co-ouderschap). Maar het kan ook zo zijn dat een van de ouders met het ouderlijke gezag belast is. Naast de wijze waarop verantwoordelijkheden geregeld zijn, kan ook de wijze waarop het onderling contact plaatsvindt verschillen. Omdat de school in de praktijk met al de verschillende situaties te maken heeft, is dit protocol opgesteld, met het doel om de informatievoorziening aan gescheiden ouders goed te laten verlopen. De school heeft een zelfstandige informatieplicht tegenover beide ouders, dus ook tegenover de ouder die het kind niet verzorgt, het ouderlijk gezag niet heeft of zelfs geen omgangsregeling met zijn of haar kind heeft. 2. Uitgangspunten informatieverstrekking aan gescheiden ouders Juridisch kader De school heeft een zelfstandige informatieplicht tegenover beide ouders, dus ook de ouder die het kind niet verzorgt of het ouderlijk gezag niet heeft. De wet bepaalt zelfs dat de ouder die niet met het ouderlijk gezag is belast, door derden (in dit geval de school) geïnformeerd wordt over belangrijke feiten en omstandigheden van het kind (zie Burgerlijk Wetboek boek 1: artikel 377c). De school mag afwijken van de informatieplicht wanneer de rechter dat in een specifiek geval bepaalt. Het belang van het kind (de leerling). Het belang van het kind is het beste gediend wanneer de school buiten een eventueel conflict tussen de ouders blijft en uitvoering geeft aan de weten regelgeving ten aanzien van informatieverstrekking aan gescheiden ouders. Wanneer er sprake is van een situatie waarbij er tussen één van de ouders en het kind geen sprake is van contact, is informatieverstrekking van belang om te voorkomen dat ouder en kind van elkaar vervreemd zijn wanneer het contact wordt hersteld. Ouderschapsplan In geval van een echtscheiding behouden ouders veelal beiden het ouderlijke gezag. Zij blijven dan ook gezamenlijk verantwoordelijk voor hun kind(eren). In november 2008 is de "Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding" in werking getreden waarin onder meer is opgenomen dat gescheiden ouders verplicht worden afspraken te maken over de verzorging en opvoeding van hun kind(eren). Deze afspraken moeten worden vastgelegd in een zogeheten ouderschapsplan. Ouders dienen de school van de relevante afspraken in het ouderschapsplan op de hoogte te stellen. Dat is niet alleen van belang met het oog op een zorgvuldige informatievoorziening, maar ook met het oog op de eventuele

omgangsregeling en bijvoorbeeld de mogelijkheid voor de school om rekening te houden met aan wie het kind na school moet worden meegegeven. Overig Voogden hebben hetzelfde recht op informatie als ouders met gezag. Grootouders hebben daarentegen geen wettelijk recht op informatie. Als school houden wij vast aan één gezamenlijk gesprek voor (gescheiden) ouders. Zeker bij gesprekken waarbij over de voortgang, uitslag van onderzoek of de keuze van een vervolgschool gesproken moet worden, is het noodzakelijk dat alles in één gesprek wordt afgehandeld. Alle partijen hebben dan de gelegenheid gehad hun kijk op de ontwikkeling van hun kind te verwoorden en hebben exact dezelfde informatie ontvangen. Hierbij wordt geen uitzondering gemaakt, tenzij er een gerechtelijke uitspraak is dat slechts één ouder de verzorgende taak heeft. In heel bijzondere gevallen, kan na overleg met de directie een tweede gesprek voor de 10 minutengesprekken worden toegestaan n.a.v. het rapport. Hierbij wordt heel zorgvuldig gewerkt , immers dat wat met de ene ouder besproken en afgesproken wordt, moet ook worden gecommuniceerd naar de andere ouder. In geval van een echtscheiding behouden beide ouders het recht op informatie van de school over de vorderingen van hun kind(eren) of bijzondere situaties. Van belang is dat de directie van de school schriftelijk op de hoogte wordt gebracht omtrent de scheiding, waarbij duidelijk dient te worden gemaakt wie de verantwoordelijke ouder wordt, nieuwe adresgegevens en bereikbaarheid worden bekend gemaakt. De ouder die de daadwerkelijke zorgplicht heeft (verzorger) dient een eventuele rechterlijke uitspraak aan de directie van de school te overhandigen.


Bijlage 3: Protocol schorsen en verwijderen PCOU Inleiding In het directiereglement van de Stichting zijn de door het College van Bestuur aan de directeur gemandateerde taken en bevoegdheden, waaronder “het schorsen en definitief verwijderen van leerlingen”, opgenomen. De directeur draagt hier dus de zorg voor de besluitvorming, maar omdat er sprake is van mandaat wordt deze bevoegdheid steeds in naam en onder verantwoordelijkheid van het College van Bestuur uitgeoefend. In alle gevallen van schorsing en/of definitieve verwijdering wordt steeds tevoren informatief contact opgenomen met c.q. zonodig overleg gevoerd met het Bureau Christelijk Onderwijs Utrecht. Verwijdering gebeurt niet van de ene dag op de andere. Afgezien van de situatie waarin de leerling figuurlijk een “halsmisdaad” begaat moet er als regel sprake zijn van een reeks van oplopende ellende. Hierbij kan met name gedacht worden aan vormen van (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie, geweld en pesten die door medeleerlingen en/of personeelsleden als bedreigend worden ervaren. De school moet over een goed gedocumenteerd dossier beschikken. P.M. Het betreft hier twee in principe op zichzelf staande procedures: schorsing leidt niet per definitie tot verwijdering en aan verwijdering gaat niet in alle gevallen schorsing vooraf. Schorsing Schorsing kan als ordemaatregel en als disciplinaire maatregel worden opgelegd. In het laatste geval kan het (ook) een alternatief zijn voor verwijdering. Achtereenvolgende stappen: 1. De directeur kan een leerling met opgave van redenen voor een periode van ten hoogste één week schorsen. Tenzij de schorsing onverwijld noodzakelijk is wordt de leerling en worden diens ouders, voogden of verzorgers voorafgaand aan het schorsingsbesluit gehoord. 2. De directeur bevestigt de schorsing met opgave van redenen schriftelijk aan de ouders, voogden of verzorgers van de leerling. In deze brief wordt verder opgenomen: a. de duur van de schorsing; b. een verwijzing naar de mogelijkerwijze op te lopen leerachterstand (de verant-woordelijkheid voor inperking daarvan ligt primair bij de ouders, voogden of verzorgers van de leerling; zij kunnen daarover contact met de school opnemen). Kopieën van deze brief gaan naar de Inspectie, de leerplichtambtenaar, het College van Bestuur en het leerlingdossier. 3. De directeur stelt de Inspectie van een schorsing voor een periode van langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. 4. De directeur ondertekent alle brieven namens het College van Bestuur.

Definitieve verwijdering Achtereenvolgende stappen: 1. Interne afweging: Expliciete belangenafweging en overleg met de betrokken groepsleraar. Rechtvaardigt het wangedrag verwijdering (ernst van het gedrag, recidive, belang van de leerling zelf) en is verwijdering noodzakelijk (zijn er geen minder vergaande oplossingen mogelijk). 2. Externe afweging: Informeren van en overleg met de Inspectie. Dit overleg strekt er mede toe na te gaan op welke andere wijze de betrokken leerling onderwijs zal kunnen volgen. 3. De directeur besluit eerst tot definitieve verwijdering van een leerling nadat de leerling en diens ouders, voogden of verzorgers in de gelegenheid zijn gesteld door hem over het voornemen tot verwijdering te worden gehoord. 4. Definitieve verwijdering van een leerling vindt niet plaats dan nadat een andere school, een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs zich bereid heeft verklaard de leerling toe te laten. Deze zoektocht wordt gedocumenteerd vastgelegd. Indien aantoonbaar gedurende acht weken zonder succes naar een zodanige school of instelling waarnaar kan worden verwezen is gezocht, kan in afwijking van de vorige volzin tot definitieve verwijdering worden overgegaan. 5. De directeur stelt de Inspectie schriftelijk en met opgave van redenen in kennis van de definitieve verwijdering. 6. De directeur maakt zijn besluit tot definitieve verwijdering schriftelijk en met opgave van redenen bekend aan de ouders, voogden of verzorgers van de leerling. Daarbij wordt steeds aangegeven dat de belanghebbende(n) binnen zes weken na de bekendmaking van het verwijderingsbesluit daartegen bezwaar kunnen maken bij het College van Bestuur. Kopieën van deze brief gaan naar de Inspectie, de leerplichtambtenaar, het College van Bestuur en het leerlingdossier. 7. Het College van Bestuur beslist binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift doch niet eerder dan nadat de leerling en diens ouders, voogden of verzorgers in de gelegenheid zijn gesteld te worden gehoord en kennis hebben kunnen nemen van de op het besluit betrekking hebbende adviezen of rapporten. 8. De directeur kan de betreffende leerling gedurende de verwijderingsprocedure (tussen voornemen en effectuering) schorsen. Ten aanzien van deze langdurige(r) schorsing draagt de school een grotere verantwoordelijkheid om enig onderwijsaanbod te doen (minimaal: pakket voor zelfstudie thuis).


9. De directeur ondertekent alle brieven namens het College van Bestuur. Bronnen: - Wet op het Primair Onderwijs (artikel 40 lid 5). - Naar analogie: Inrichtingsbesluit WVO (artikel 13, 14 en 15). - Directiereglement Stichting PCOU (artikel 1 sub i. en 10 sub f. en g.).Maart 2007


Bijlage 4: Gedragsregels voor sponsoring in het onderwijs Gedragsregels voor sponsoring in het onderwijs: Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft in 2009 met veertien organisaties een convenant afgesloten. Hierin staan gedragsregels die een school helpen om op een verantwoorde manier met sponsoring om te gaan. Het convenant bevordert of bestrijdt sponsoring niet. Er staat in waar scholen op moeten letten, waar sponsors aan gebonden zijn, wat valkuilen zijn en hoe scholen inspraak van ouders, teams en leerlingen moeten organiseren. Het convenant is van toepassing op Stichting PCOU/Willibrord Stichting. In het convenant heeft het Ministerie van OCW de eerdere regels aangescherpt: · nieuwe sponsorcontracten moeten zich richten op een gezonde levensstijl van leerlingen; · bedrijven mogen alleen met scholen samenwerken vanuit een maatschappelijke betrokkenheid; · de samenwerking tussen scholen en bedrijven mag geen nadelige invloed hebben op de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van leerlingen; · de kernactiviteiten van de school mogen niet afhankelijk worden van sponsoring. De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving van de regels.



Schoolgids 2e Marnixschool Schoolgids e Marnixschool

Recommend Documents