School gids SO Inhoudsopgave De Berg en Boschschool Inleiding Regionaal Expertise Centrum Organisatiestructuur Aanmelding en toelating Aanmeldingsprocedure bij het REC Keuzemogelijkheden Aanmeldings- en plaatsingsprocedure Oriënteren op de Berg en Boschschool Toelatingscriteria Commissie van Begeleiding Ambulante begeleiding Herindicering Ouders en school Schooltijden Vakantierooster 2012-2013 Jaarplanning Oudercontacten Contactschrift Telefonisch contact / email Verzuim en ziekmelding Nieuwsbrief Uitval van lessen Reglement leerlingen Vervoer Medezeggenschapsraad Klankbordgroep Jeugdgezondheidszorg De afdeling Speciaal onderwijs Algemeen Aanvangsgroepen de Peer en de Kwikstaart De kleuterklas in Houten Speciale klas De Kers Overige groepen Schrijfbeleid in het SO Lichamelijke opvoeding Huiswerk Onderwijsassistentie Leerlingbegeleiding/speciale hulp Na toelating Start schooljaar Leerlingvolgsysteem (LVS) Sociale Competentie Observatielijst (SCOL) Leerlingbesprekingen / Handelingsplannen Schoolobservaties 1 Rapporten Onderwijskundig rapport Organisatie van de onderwijsondersteuning Orthopedagogische ondersteuning Interne begeleiding Testassistente
Remedial teaching Logopedie Ceasartherapie Sociale vaardigheidstraining Time-out / Boomhut Intervisie Multi-disciplinairteam Externe contacten Financiën Vrijwillige ouderbijdrage Verzekeringen Veiligheidsbeleid Klachtenregeling Privacy Protocol leerlingengegevens en inzagerecht Schorsing en verwijdering Arbeidsomstandigheden Sociale veiligheid Resultaten van het onderwijs Besturen, commissies en adressen
Deze schoolgids is een wegwijzer door De Berg en Boschschool met dependances in Bilthoven en Houten. De gids geeft informatie over allerlei zaken die voor leerlingen, ouders/verzorgers, teamleden en andere geïnteresseerden van belang zijn. We hopen dat deze informatie een goed inzicht geeft in onze visie & missie en in de manier waarop wij deze vertalen naar de fundamenten waarop onze organisatie rust: het bieden van onderwijs en levensvaardigheden. Inleiding De afgelopen jaren en zeker ook de komende jaren staat het onderwijs volop in de belangstelling. Het gaat daarbij om de invoering van een nieuw wettelijk traject, het zogenaamde Passend Onderwijs. Als je naar de specifieke doelstelling van Passend Onderwijs kijkt, is daar niet zoveel mis mee. Om elke leerling bij hem of haar passend onderwijs te geven en daarbij altijd het regulier onderwijs als eerste keuze te onderzoeken is een gedachte die wij volledig onderschrijven. Maar daarbij zal altijd met een scherp oog naar het belang en de behoeften van elke individuele leerling gekeken moeten worden. In de voorbereidingen naar die nieuwe wetgeving gebeurt er met name veel op ambtelijk en bestuurlijk niveau. Landelijk zijn alle besturen van scholen verplicht om zich te vereningen in nieuwe-, grotere-, regionale samenwerkingsverbanden. Deze nieuwe samenwerkingsverbanden gaan binnen enkele jaren bepalen hoe de ondersteuning voor alle leerlingen binnen dat samenwerkingverband het beste kan worden georganiseerd. Het bestaande systeem van leerlinggebonden financiering (LGF) met een onafhankelijke Commissie van Indicatiestelling, die bepaalt of een kind toelaatbaar is voor het Speciaal Onderwijs, zal komen te vervallen. Bij de huidige politieke ontwikkelingen (juni 2012) is het Passend Onderwijs een belangrijk onderwerp voor onderhandeling geweest. De aangekondigde bezuinigingen voor het Speciaal onderwijs zijn (voorlopig) ingetrokken. Dat er wat moet veranderen, daarover is men het wel eens. Maar wanneer en op welke wijze dit zal zijn, is nu nog niet te zeggen. Wat voor ouders, voor leerlingen en voor ons natuurlijk telt, is, dat de vele verworvenheden binnen het gespecialiseerd onderwijs een belangrijke schakel in het onderwijsaanbod van de toekomst kunnen blijven. Als speciale school zien wij het als een gezamenlijke missie om met enthousiasme samen met ouders en andere betrokkenen het belang te blijven behartigen van goed- en speciaal onderwijs in een passend schoolklimaat. In deze gids beschrijven wij de huidige situatie, zoals deze komend schooljaar geldt. Van aankomende veranderingen zullen we ouders tijdig op de hoogte brengen. Visie & Missie De Berg en Boschschool –een school voor speciaal onderwijs (so) en voortgezet speciaal onderwijs (vso) bereidt leerlingen optimaal voor op een zo zelfstandig mogelijk leven in de maatschappij. De Berg en Boschschool behoort bij de indeling van speciale scholen tot het zogenaamde cluster 4. Daarin zijn scholen ondergebracht die onderwijs bieden aan leerlingen met gedrags- en psychiatrische problemen. De Berg en Boschschool is er met name voor leerlingen met een vorm van autisme, die tenminste op een gemiddeld intelligentieniveau functioneren. Leerlingen moeten in staat zijn om binnen een redelijke termijn in klassenverband onder leiding van een leerkracht of groepsdocent te leren en samen te werken. We werken toe naar vraaggestuurd onderwijs: we gaan uit van de vragen / problemen van de leerling en geven ondersteuning die is gericht op de individuele behoeften en mogelijkheden van de leerlingen. We willen leerlingen inzicht bieden in het eigen kunnen en hen van daaruit perspectief bieden. Daarbij gaan we uit van door de school vastgestelde orthopedagogische en orthodidactische principes. De kern van onze visie & missie is dat we een school willen zijn waar evenwicht is tussen het behalen van kerndoelen en het ontwikkelen van levensvaardigheden, waarmee de leerlingen zich met een verbeterd perspectief kunnen handhaven in het voortgezet onderwijs en later in de maatschappij. Pedagogische aanpak
Onze pedagogische aanpak kenmerkt zich door een concrete, vragende, ordenende en neutrale manier van omgaan met onze leerlingen. Bij het geven van onderwijs houden we rekening met de informatieverwerkingsproblematiek en met de communicatieve problemen die leerlingen kunnen hebben. We bieden een veilig leerklimaat en zijn voorspelbaar in tijd en ruimte. We hopen de leerlingen zo te kunnen helpen met leren en adequaat functioneren. We besteden veel aandacht aan de verbetering van de wisselwerking tussen leerlingen onderling en sturen het groepsproces volgens duidelijke afspraken en gedragscodes aan. Behalve dat leerlingen klassikaal en individueel leren en werken, stimuleren we - waar dat kan - ook de samenwerking tussen leerlingen. We kijken regelmatig met leerlingen terug op hun leren en functioneren. We helpen ze om zelf oplossingen te bedenken, zodat hun zelfbeeld en zelfvertrouwen kan groeien. We zoeken daarbij steeds naar het evenwicht tussen het werken vanuit structuur en afspraken en het werken vanuit creativiteit, intuïtie en flexibiliteit. Opbrengst- en handelingsgericht werken Leerlingen moeten zich thuis voelen op school. Vanuit die gedachte wordt gewerkt. Daarnaast wordt het steeds belangrijker te leren denken in ‘concrete opbrengsten’ van het leren op school, in cognitief opzicht, maar ook op sociaal emotioneel gebied. Wat willen wij dat onze leerlingen leren? Wat biedt de school daarbij aan? Hoe weten we of de doelen ook echt bereikt zijn? Hoe beoordelen wij dat? En …wat doen we met die informatie? Schoolbreed zijn wij intensief bezig met het concretiseren van het nieuwe beleid ‘opbrengstgericht- en handelingsgericht werken’. Schoolverbeteringstraject In oktober 2010 is er een uitgebreid onderzoek geweest door de onderwijsinspectie. De rapportage daarvan is in te zien op de website van de onderwijsinspectie. De inspectie is positief over de kwaliteit van het pedagogisch handelen, het leerstofaanbod, de actieve en zelfstandige rol van de leerlingen en het schoolklimaat. De inspectie signaleerde op een aantal gebieden ook kwaliteitstekorten op school. Naast een aantal goede ontwikkelingen is er de noodzaak om het komend schooljaar intensief verder te werken aan het opheffen van de geconstateerde tekorten. De verbeterpunten liggen o.a. op het gebied van de kwaliteits- en de leerlingenzorg en de evaluatie en uitvoering van de handelingsplannen. Beide afdelingen, so en vso, hebben inmiddels voorstellen voor verbeteringen gedaan in een plan van aanpak. Deze voorstellen zijn in een document verwerkt, waarin op beknopte wijze is beschreven hoe de Berg en Boschschool planmatig aan de kwaliteitsverbeteringen werkt. Het document is op de website geplaatst. Alle ouders worden in een speciale nieuwsbrief iedere schoolperiode geïnformeerd over de genomen maatregelen en de resultaten uit het plan van aanpak. De onderwijsinspectie zal de school in het najaar van 2012 opnieuw bezoeken. Ouderparticipatie Om goed onderwijs te kunnen geven is het absoluut noodzakelijk dat de communicatie met ouders goed verloopt. Juist vanwege onze doelgroep willen we verwarring tussen de thuis- en schoolsituatie voorkomen. We zien ouders dan ook als partners; zij zijn betrokken bij de school en de kwaliteit van het onderwijs. We betrekken in ons onderwijs ook de effecten op het leren die door factoren buiten de school veroorzaakt worden. Wij wisselen graag ervaringen rond leerlingen uit en zetten deze in ter verbetering van de ontwikkeling van het kind. De Berg en Boschschool werkt met een schoolplan voor vier jaar (2008-2012). Per jaar wordt er een daarvan afgeleid jaarplan gemaakt. U kunt beide plannen opvragen bij het secretariaat.
Brandt Brandsema, algemeen directeur a.i.
Regionaal Expertise Centrum Tot het Regionaal Expertise Centrum 't Gooi-Utrecht-West Veluwe (REC-4) behoren elf scholen: -
Berg en Boschschool, (so/ vso onderwijssoorten kap.lzk) Bilthoven Dr. C.P. Van Leersumschool, (so lzk) Zeist Prof. Fritz Redl School, (so/ vso lzk) Soest De Zonnehuisschool, (so/ vso lzk) Zeist Beukenrode-Onderwijs, (vso lzk) Doorn J.H. Donnerschool, (so/ vso zmok) De Glind Emaus College, (vso zmok) Ermelo De Lasenberg, (vso zmok) Soest Dr. D.Q.R. Mulock Houwerschool, (so/ vso zmok) Amersfoort Dokter Pelsschool, (so/ vso zmok) Utrecht De Sprong, (vso zmok) Maarsbergen
Adressen en omschrijvingen van de scholen zijn op te vragen bij het secretariaat van het REC. Tel: 033-4768488 / www.rec4-4.nl / email:
[email protected] Het REC heeft wettelijk vastgestelde taken: - het verzorgen van onderwijs; - het verrichten van handelingsgerichte diagnostiek; - het verzorgen van ambulante begeleiding ten behoeve van leerlingen in het regulier onderwijs, daarbij rekening houdend met de wensen van het regulier onderwijs; - het instellen van een Commissie voor Indicatiestelling; - het ondersteunen van ouders bij de aanmelding bij de Commissie voor Indicatiestelling; - het ondersteunen van ouders van een geïndiceerde leerling bij het zoeken naar een reguliere school of een (v)so-school - De samenwerking bevorderen tussen het speciaal onderwijs, het regulier onderwijs en de zorginstellingen in de regio van het REC; - het verzorgen van consultatie en het geven van advies. Daarnaast het intern en extern bevorderen van deskundigheid
Organisatiestructuur De school is onderverdeeld in: - de afdeling Speciaal Onderwijs (so) - de afdeling Voortgezet Speciaal Onderwijs (vso) De Berg en Boschschool heeft twee locaties in Bilthoven, een op de Prof. Bronkhorstlaan 22 en een tijdelijke vestiging elders op het terrein, op nummer 26. Daarnaast is er een locatie in Houten. Deze locatie van De Berg en Boschschool, gelegen aan de Handboog, biedt onderdak aan so- en vso-groepen alsook aan enkele groepen van dagbehandeling De Molenhorst. De directie van de school bestaat uit: Algemeen directeur a.i.: Brandt Brandsema Afdelingsdirecteur so: Marco Rozenbeek Afdelingsdirecteur vso a.i.: Kees de Bruin De afdelingsdirecteuren richten zich vooral op het onderwijskundig- en personeelsbeleid van hun afdeling en zorgen er voor dat de afdelingen op de verschillende locaties met betrekking tot de inhoud en de kwaliteit van het onderwijs met elkaar verbonden zijn. De afdelingsdirecteuren worden aangestuurd door de algemeen directeur. Per locatie wordt gewerkt met teamleiders. Zij vormen de eerste lijn in het contact met leerlingen, medewerkers en ouders. Directie en managementteam zijn bereikbaar via
[email protected] en/of via telefoonnummer: 030 22 87 620. Dagbehandeling De Molenhorst De Berg en Boschschool heeft een samenwerkingsovereenkomst met Trajectum Jeugdzorg, waaronder De Molenhorst valt. Deze instelling, heeft locaties in Utrecht, Houten en Leidsche Rijn. De Molenhorst biedt multidisciplinaire hulp aan kinderen in de leeftijd van 1.5 - 7 jaar en hun ouders. Kinderen zitten op De Molenhorst omdat zij speciale zorg, behandeling nodig hebben. Wanneer de
kinderen vier jaar zijn en qua ontwikkeling in staat om een deel van de behandeltijd onderwijs te volgen, krijgen zij een plaats in een schoolklas. Zij worden dan ingeschreven als leerling van de Berg en Boschschool gedurende de plaatsing. De Berg en Boschschool verzorgt het onderwijs aan ruim zestig MKD leerlingen. Dienst ambulante begeleiding De Berg en Boschschool vormt samen met de Dr. C. P. Van Leersumschool in Zeist de Dienst Ambulante Begeleiding Midden-Nederland. Verderop in deze gids wordt deze dienst verder toegelicht. Bestuur Onze school valt onder het bestuur van de Stichting Speciaal Onderwijs Midden-Nederland. Het schoolbestuur vergadert ongeveer één keer per zes weken. De Berg en Boschschool is bijzonderneutraal, dat wil zeggen dat kinderen van alle gezindten welkom zijn.
Aanmelding en toelating Voor alle scholen voor Speciaal Onderwijs geldt dat een onafhankelijke commissie de toelating beoordeelt. Binnen ons Regionale Expertise Centrum (REC) kennen wij de Commissie voor Indicatiestelling (CvI). Als deze commissie beslist dat een leerling geschikt is voor cluster 4, geeft zij ook een advies over de school die het best past bij de mogelijkheden van deze leerling. Ouders kunnen ook kiezen voor een reguliere school met ambulante begeleiding. Hieronder volgt een beschrijving van een aanmelding zoals die geldt voor REC 4 \ Cluster 4 voor het schooljaar 2012-2013. Het is op dit moment onduidelijk wanneer en op welke wijze de regelgeving voor ‘Passend Onderwijs’ veranderingen voor de jaren daarna zal brengen. Zodra het Ministerie van OC&W duidelijkheid geeft over komende veranderingen in planning van tijd en procedures, wordt u daarover als ouders direct geïnformeerd. Aanmeldingsprocedure bij het REC Ouders melden hun kind aan bij het secretariaat van het REC 't Gooi, Utrecht, West-Veluwe. Zij hebben contact met de intakecoördinator van het REC. Deze begeleidt hen bij de aanmelding. De intakecoördinator speelt een belangrijke rol: als aanspreekpunt voor ouders, maar ook als begeleider tijdens alle stappen die volgen. Hij heeft bij aanmelding het eerste gesprek met ouders en zal tekst en uitleg geven over cluster 4 en over het REC. Daarnaast zal hij aangeven waaruit het dossier moet bestaan en aan welke voorwaarden het dossier moet voldoen, voordat het wordt opgestuurd naar de Commissie van Indicatiestelling (CvI). Ook geeft de intakecoördinator een beeld van de scholen van REC 4, zodat ouders zich kunnen gaan oriënteren op de school die waarschijnlijk het best aansluit bij de mogelijkheden van hun kind. Commissie voor Indicatiestelling De CvI is een onafhankelijke commissie, die beoordeelt of een leerling in aanmerking komt voor hulp vanuit het REC. Dat kan zijn via ambulante begeleiding op een reguliere school, of door plaatsing op een school voor speciaal onderwijs. Hierbij wordt in de eerste plaats gekeken naar de aard en de ernst van de problematiek. Maar ook wordt bekeken of er al hulp geboden is en of die geholpen heeft, welke moeilijkheden een leerling op de reguliere school ondervindt en wat er al geprobeerd is om problemen op te lossen. Onderzoeksgegevens mogen niet ouder zijn dan zes tot twaalf maanden. Of een leerling toegelaten kan worden in cluster 4, wordt bepaald aan de hand van een aantal objectieve criteria, die in de wet zijn vastgelegd. De intakecoördinator bespreekt deze criteria tijdens het intakegesprek met ouders. Wanneer de CvI een positieve beschikking afgeeft, een indicatie, is een kind toelaatbaar tot een cluster 4 school. Men noemt dit ook wel het recht op leerlinggebonden financiering (LGF). In de verklaring van de CvI staat ook dat ouders kunnen kiezen voor de mogelijkheid van ambulante begeleiding indien een leerling naar een reguliere school gaat, of voor een school voor speciaal onderwijs binnen ons REC. Daarbij wordt een advies gegeven voor de school die volgens de CvI het best past bij een leerling. Ouders kunnen na het toekennen van een indicatie kiezen waar hun kind naartoe gaat. Soms hebben ouders en kind een duidelijke voorkeur, soms is de keus moeilijker. De intakecoördinator helpt en adviseert ouders zo goed mogelijk. Het gaat tenslotte om de ontwikkeling van hun kind. Keuzemogelijkheden Nadat het REC een indicatie voor cluster 4 heeft afgegeven; zijn er twee routes mogelijk: A.Ouders kiezen voor plaatsing op de huidige school of een reguliere school voor voortgezet onderwijs, met ambulante begeleiding. Ouders geven bij het REC aan dat zij in aanmerking willen komen voor ambulante begeleiding. Het REC is verantwoordelijk voor de coördinatie hiervan. De scholen binnen het REC nemen de ambulante begeleiding voor hun rekening. B. De CvI heeft het advies voor de Berg en Boschschool gegeven. Ouders melden het kind aan op de Berg en Boschschool Aanmeldings- en plaatsingsprocedure op de Berg en Boschschool Indien de beschikking van het REC recent is afgegeven gaat de plaatsingsprocedure van start nadat wij van ouders de volgende gegevens ontvangen hebben: - aanmeldingsformulier voor de Berg en Bosch- school; - een kopie van de indicatie voor REC 4; - (psychiatrische) diagnose; - psychologisch onderzoek; - verslagen van de hulpverlening aan uw kind / uw gezin; - onderwijskundig rapport; - ID-bewijs (Burger Service Nummer).
Indien een leerling wordt aangemeld op de Berg en Boschschool met een herindicatie, dan vraagt de school, naast bovenstaande gegevens, een schoolverlatersrapport waarin de uitslagen van recent afgenomen testen zijn opgenomen en het rapport van de herindicatie. Oriënteren op de Berg en Boschchool Om ouders de gelegenheid te geven zich tijdig te oriënteren op de Berg en Boschschool, worden een aantal keren per schooljaar voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd. Bij het secretariaat kunnen ouders de data hiervoor opvragen en zich opgeven voor een bijeenkomst. Tijdens zo'n bijeenkomst krijgen ouders informatie over de school, de pedagogische aanpak en het specifieke onderwijsaanbod. Ook kunnen zij het gebouw bekijken, de sfeer proeven en vragen stellen. Zij krijgen een inschrijfformulier mee, specifiek voor de Berg en Boschschool. Toelatingscriteria Het bevoegd gezag van de school (het schoolbestuur) is verantwoordelijk voor de uiteindelijke toelating van leerlingen. Binnen het REC zijn, in het kader van de onderlinge samenwerking, de criteria vastgelegd waarbinnen leerlingen toelaatbaar zijn voor de Berg en Boschschool. Het uitgangspunt voor toelating op de Berg en Boschschool is de mogelijkheid om voor een leerling een verantwoord en uitvoerbaar handelingsplan op te stellen. Oftewel: "Wat heeft de leerling nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen en biedt de Berg en Boschschool de mogelijkheden daartoe?" Als een leerling niet toegelaten kan worden, wordt dit gemeld bij het REC, zodat van daaruit, samen met ouders, gezocht kan worden naar de meest geschikte school voor hun kind binnen REC 4. Niet toelaatbaar voor de Berg en Boschschool: - leerlingen die functioneren op moeilijk lerend niveau of lager; - leerlingen met een oppositionele gedragsstoornis of leerlingen die binnen de schoolcontext niet te reguleren, externaliserend (sterk naar buiten gericht) gedrag vertonen; - leerlingen die overwegend aangewezen zijn op hulp in een één-op-één relatie. Commissie van Begeleiding Het uitgangspunt voor de taakstelling van de Commissie van Begeleiding wordt gevormd door artikel 40b van de WEC. De Commissie van Begeleiding (CvB) van de Berg en Boschschool bestaat uit de directie, drie gedragsdeskundigen, twee schoolartsen en een intern begeleider. Indien nodig en gewenst laat de commissie zich adviseren door deskundigen van binnen of buiten de school. De Commissie van Begeleiding draagt zorg voor een pedagogisch, onderwijskundig en, indien nodig, medisch verantwoord aanbod voor alle leerlingen op school. Enkele belangrijke taken van de Commissie van Begeleiding: 1. Toelating en plaatsing van nieuwe leerlingen Het bevoegd gezag van de school (het schoolbestuur) is verantwoordelijk voor de toelating van leerlingen. Binnen het REC zijn in het kader van de onderlinge samenwerking de criteria vastgelegd waarbinnen leerlingen toelaatbaar zijn. Het uitgangspunt voor toelating op de Berg en Boschschool is de mogelijkheid om een leerling een verantwoord onderwijsaanbod aan te kunnen bieden en daarvoor een uitvoerbaar handelingsplan op te stellen. Oftewel: ‘Wat heeft deze leerling nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen en biedt de Berg en Boschschool de mogelijkheden daartoe?’ Indien een leerling niet toegelaten kan worden, zal de school dit melden bij het REC, zodat van hier uit, samen met ouders, gezocht kan worden naar de meest geschikte school voor hun kind binnen REC 4. De huidige criteria voor toelating tot de school zijn: - leerlingen moeten functioneren boven moeilijk lerend niveau (IQ >80); - leerlingen moeten binnen de schoolcontext in hun gedrag te reguleren zijn; - leerlingen moeten kunnen functioneren in een groep (max. 14 leerlingen). In de maandelijkse toelatingsbespreking bepaalt de commissie voor iedere aangemelde leerling: • de concrete streefdoelen zowel op onderwijskundig- als op sociaal emotioneel gebied; • het onderwijsaanbod; • het te verwachten uitstroomperspectief; • aanvullende vormen van ondersteuning. Indien er naar het oordeel van de commissie onvoldoende gegevens zijn, zal, in overleg met ouders en de school van herkomst, worden gevraagd om aanvullende gegevens of, zo nodig, om nader of actueler onderzoek. Plaatsing wordt bepaald door de CvB. Wanneer een leerling tot onze school is toegelaten, wordt vastgesteld in welk leerjaar, in welke groep en op welke locatie de leerling het best geplaatst kan worden. Dit is afhankelijk van factoren als woonplaats, leeftijd, didactisch niveau, sociaal en emotioneel niveau van de leerling en de samenstelling en de grootte van de groepen. De meeste leerlingen worden geplaatst bij de start van het nieuwe schooljaar. Slechts enkele leerlingen stromen tijdens het schooljaar in. Dit hangt af van de plaatsingsmogelijkheid. 2. Startrapportage De commissie verricht handelingsgerichte diagnostiek om te komen tot het ontwerp van een goed
handelingsplan. Er wordt gezorgd voor een startrapportage met een goede, genuanceerde beginsituatie passend bij de leermogelijkheden van de individuele leerling en het te organiseren onderwijsaanbod van de school. Deze startrapportage is zowel pedagogisch als didactisch het beginpunt voor het doelgericht handelen van het speciale onderwijs. De CVB formuleert op grond van de aangeleverde leerlinggegevens het ontwikkelingsperspectief voor de leerling. 3. Begeleiding en evaluatie van de onderwijsleerprocessen, de handelingsplanning en de georganiseerde extra zorg aan de leerlingen Een essentieel onderdeel van de werkzaamheden van de CvB is de organisatie van de multidisciplinaire leerlingbesprekingen. Het betreft hier de jaarlijkse bespreekcyclus van handelingsplan- en evaluatiebesprekingen over de vorderingen en leerresultaten van de individuele leerling. In deze besprekingen wordt beoordeeld in hoeverre beoogde doelen zijn bereikt, of de gekozen aanpak werkt (of niet/ anders werkt) en welke nieuwe doelen kunnen worden bepaald. Tijdens de evaluatiebesprekingen van de commissie kan blijken dat leerlingen zich onvoldoende of niet naar verwachting ontwikkelen. Ouders ontvangen dan een uitnodiging om mee te denken over intensievere vormen van hulp aan hun kind. Ook komt het voor dat een leerling zich langdurig en goed ontwikkelt. In dat geval overlegt de commissie van begeleiding met de ouders de mogelijkheden van terugplaatsing naar meer reguliere vormen van onderwijs. 4. Evaluatie van het systeem van leerlingenzorg en de opbrengsten van het onderwijsleerproces op schoolniveau De CvB is tevens een commissie die de verantwoordelijkheid heeft om jaarlijks systematisch evaluaties te organiseren over de kwaliteit van de leerlingenzorg, de onderwijsleerprocessen en de leeropbrengsten. Een kritische terugblik leidt jaarlijks tot bijstellingen en verbeteringen van bovengenoemde processen. Dienst Ambulante begeleiding De Berg en Boschschool vormt samen met de Dr. C. P. Van Leersumschool in Zeist de Dienst Ambulante Begeleiding Midden-Nederland. Wanneer een leerling is toegelaten tot cluster 4, kunnen ouders kiezen voor plaatsing op een school voor speciaal onderwijs of voor plaatsing binnen het reguliere onderwijs met ambulante begeleiding (AB). De Dienst Ambulante Begeleiding Midden-Nederland bestaat uit een team van ruim twintig medewerkers en is ingedeeld in regio's; scholen weten in welke regio zij vallen, dus waar de ambulante begeleiding aangevraagd moet worden. De school van een leerling krijgt, wanneer ouders kiezen voor ambulante begeleiding, praktijkgerichte informatie, afgestemde adviezen en begeleiding bij het onderwijs. De vorm en inhoud van de begeleiding worden aangepast aan de specifieke situatie van een leerling. Daarnaast zijn via de dienst AB vele vormen van training, coaching en ondersteuning (waaronder het doen van onderzoek) mogelijk. Herindicering Sinds de Wet op de Expertise Centra van kracht is, is voor elke leerling van de Berg en Boschschool om de drie jaar een herindicatie nodig. Dat wil zeggen dat steeds na drie jaar opnieuw wordt gekeken of de Berg en Boschschool nog de beste plaats is voor een leerling. De Commissie van Begeleiding beoordeelt dit aan de hand van de gegevens die in het dossier van een leerling zijn verzameld, gegevens uit aanvullend onderzoek en een door ouders ingevuld aanmeldingsformulier. De Commissie van Indicatiestelling (CvI) van ons REC 4 adviseert, naar aanleiding van de informatie die zij krijgt van de school en heeft uiteindelijk de beslissende stem. In verreweg de meeste gevallen zal een leerling gewoon op de Berg en Boschschool kunnen blijven. Als dit niet zo is, zijn hier al gesprekken met ouders over gevoerd en zal de CvB samen met hen op zoek gaan naar een geschiktere plek voor hun kind.
Ouders en school Schooltijden maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 08.25 uur - 14.15 uur woensdag: 08.25 uur - 12.45 uur
Vakantierooster 2012-2013 Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Goede vrijdag Tweede Paasdag Mei vakantie Tweede Pinksterdag Zomervakantie so
15-10-2012 - 19-10-2012 24-12-2012 - 04-01-2013 18-02-2013 - 22-02-2013 29-03-2013 01-04-2013 29-04-2013 - 10-05-2013 20-05-2013 22-07-2013 - 30-08-2013
In de keuze voor de vakantieperiodes valt de Berg en Boschschool in de regio Midden-Nederland. Het komt daardoor voor dat leerlingen op een ander moment vakantie hebben dan hun broers of zussen. De school begrijpt dat dit ongemak kan opleveren maar kan daar helaas geen rekening mee houden. Verzoeken om extra verlofdagen hiervoor kan de school niet goedkeuren. Jaarplanning Bij de start van het schooljaar krijgen ouders een overzicht van de belangrijkste activiteiten. Deze worden zorgvuldig gepland, maar toch kunnen er onverwachte situaties zijn, waardoor er wijzigingen ontstaan. Via de nieuwsbrieven worden ouders daarover geïnformeerd. In de jaarplanning worden de data vermeld van: - de afgifte van rapporten; - contactavonden naar aanleiding van het rapport; - thema-avonden; - voorlichtingsavonden met betrekking tot schoolkeuzes; - vrije dagen; - leerlingbesprekingen - studiedagen voor het personeel (leerlingen zijn dan vrij). Zaken als sport- en speldagen en schoolreisjes worden vermeld in de nieuwsbrieven. Oudercontacten Ouders willen, wanneer hun kind bij ons op school zit, uiteraard goed geïnformeerd blijven. In de eerste schoolweek vinden er individuele kennismakingsgesprekken plaats tussen ouders, leerling en het klassenteam de zgn startgesprekken. Ouders kunnen de leerkracht informatie geven over hun kind. In dit gesprek worden ook de verwachtingen van ouders en leerling besproken. Tijdens de eerste algemene klassenavond in het begin van het schooljaar krijgen ouders informatie over de methodes, de werkwijze in de klas en over de specifieke gebeurtenissen die horen bij het komende leerjaar. Naar aanleiding van de rapporten zijn er op verschillende momenten in het schooljaar ouderavonden. Bij de start van het schooljaar ontvangen ouders een jaarplanning, waarin de verschillende ouderavonden zijn opgenomen. We verwachten dat ouders minimaal twee keer per jaar op een contactmoment over hun kind aanwezig zijn. Contactschrift Bij de leerlingen van de jongste groepen van het so wordt met een contactschrift gewerkt. In dit schrift schrijft de leerkracht een aantal malen per week over de schooldag van de leerling. Zo zijn ouders op de hoogte hoe het op school met hun kind gaat. Ouders kunnen natuurlijk op hun beurt de leerkracht via dit schrift van ontwikkelingen thuis op de hoogte houden. In de andere groepen van het so wordt het contactschrift minder gebruikt, afhankelijk van de noodzaak of afspraken die daarover tussen ouders en klassenteam worden gemaakt. Telefonisch en emailcontact De medewerkers zijn tijdens de schooluren moeilijk telefonisch bereikbaar. Wanneer ouders een van hen telefonisch willen spreken bellen zij bij voorkeur na 14.15 uur of geven zij dit, liefst voor 09.30 uur, door aan het secretariaat van de school via: 030 22 87 620/
[email protected]. Zij worden dan teruggebeld, zo mogelijk dezelfde dag. De locatie in
Houten is niet rechtstreeks bereikbaar. Ook de contacten met de medewerkers daar verlopen via de centrale in Bilthoven. Verzuim en ziekmelding Als een leerling ziek is, moet dit vóór 9.00 uur worden doorgeven aan het secretariaat, bij voorkeur via de mail:
[email protected]. Telefonisch ziekmelden kan ook via: 030-2287620. Wanneer dit niet gebeurt, moet de leerling, wanneer hij/zij weer op school terugkomt, een door ouders ondertekend briefje met de reden van het verzuim bij zich hebben. In principe wordt geen verlof verleend tijdens de schooldagen. In bijzondere gevallen kan de directeur extra verlofdagen toestaan voor ten hoogste tien schooldagen. Vervroegd vertrekken vlak voor een vakantie of een lang weekend, is geen reden om verlof te verlenen. Een verzoek om extra verlofdagen moeten ouders schriftelijk bij de teamleiders indienen; een formulier hiervoor is bij het secretariaat verkrijgbaar of te downloaden via onze website. Ongeoorloofd verzuim wordt doorgegeven aan de leerplichtambtenaar van de betreffende gemeente. Nieuwsbrief Gemiddeld twee keer per maand ontvangen ouders een nieuwsbrief. Daarin kunnen zij lezen over diverse activiteiten en wetenswaardigheden van de Berg en Boschschool. Via deze nieuwsbrief blijven zij op de hoogte van allerlei onderwijskundige- en organisatorische ontwikkelingen. De nieuwsbrieven worden digitaal verstuurd. Aan het begin van het schooljaar wordt aan alle ouders gevraagd hun e-mailadres aan het secretariaat door te geven. Uitval van lessen Uitval van lessen is heel vervelend. Toch is het niet altijd te voorkomen. Er wordt al het mogelijke gedaan om bij afwezigheid van een medewerker tot een goede, vervangende regeling te komen. Daarbij zal altijd eerst worden gezocht naar vervanging in de groep. Toch komt het voor dat de omstandigheden zo zijn, dat een klas vrij krijgt. Of een halve klas, waarbij de onderwijsassistent de andere helft onderwijs geeft. Met name op het so kunnen leerlingen niet zomaar verdeeld worden over andere groepen. Dit kan, zowel voor de leerling die naar een andere groep moet als voor de groep waarin de leerling komt, voor te veel onrust zorgen. Ouders worden, waar mogelijk, van tevoren geïnformeerd als er een lesdag uitvalt. Uiteraard wordt geprobeerd vrije uren of dagen zoveel mogelijk te vermijden. Reglement leerlingen Voor alle leerlingen geldt een afdelingsbreed schoolreglement. Dit reglement beschrijft een aantal regels, waaraan iedereen zich dient te houden. Het staat op de website en hangt in alle vestigingen van de Berg en Boschschool. Het reglement kan worden opgevraagd bij het secretariaat van de school. Bij aanvang van ieder schooljaar wordt het reglement aangepast op grond van ervaringen uit voorgaande jaren en bij wijziging van bepaalde situaties. Vervoer De gemeente waarin een leerling woont, bepaalt -na advies van de CvB- hoe het vervoer dient plaats te vinden. Als de afstand naar school niet te groot is en de omstandigheden dit toelaten, kan een leerling met de fiets of het openbaar vervoer komen. De meeste leerlingen zijn echter aangewezen op vervoer per taxi. Het vervoer is een zaak van ouders en de gemeente waarin hun kind woont. De gemeente betaalt het vervoer en is daarvoor verantwoordelijk. Elke gemeente heeft een ambtenaar die belast is met het regelen en het organiseren van dit vervoer. In eerste instantie moeten ouders zich met aanvragen en opmerkingen tot deze ambtenaar wenden. De school werkt, waar mogelijk, mee om het vervoer zo goed mogelijk te laten verlopen en schrijft een zogenaamde 'taxiverklaring', waarmee ouders naar de gemeente kunnen gaan. De afdelingsdirecteuren vervullen een bemiddelende rol bij klachten. Als een leerling door omstandigheden niet naar school kan, moeten ouders dit zelf regelen met het taxibedrijf van hun kind. Dit geldt ook voor afwijkende schooltijden bij studiedagen, excursies e.d. Medezeggenschapsraad De Berg en Boschschool heeft een Medezeggenschapsraad (MR). Het totaal aantal MR-leden is afhankelijk van het aantal leerlingen. De MR bestaat uit vertegenwoordigers van de ouders en vertegenwoordigers van het personeel (zowel van het so als het vso). De MR streeft naar gelijke vertegenwoordiging van ouders en personeelsleden voor Bilthoven en Houten. Het doel van de MR is het bevorderen van openheid, openbaarheid en onderling overleg met betrekking tot ontwikkelingen binnen de school. De MR bespreekt beleidsvoornemens en beleidsstukken van de directie. Soms is er, naast advies, wettelijke instemming van de personeels- en/of oudergeleding vereist, voordat de directie een besluit kan nemen. De MR kan ook voorstellen doen (initiatiefrecht). Daarnaast is de MR een luisterend en kritisch oor voor haar achterban (ouders en teamleden). De MR vergadert ongeveer tien keer per jaar. Ook heeft zij, als geheel of de oudergeleding / personeelsgeleding los van elkaar, overleg met de directie. Alle MR-vergaderingen zijn openbaar, tenzij nadrukkelijk anders vermeld, en vinden plaats op Berg en Bosch 22 of in Houten. Ouders en personeel worden op de hoogte gehouden van de vergaderdata en de inhoud van de vergaderingen via de website van de school.
Klankbordgroep De klankbordgroep (KBG) bestaat uit een groep ouders die, op uitnodiging van de school, een aantal keer per jaar met de directie in gesprek gaat. Deze groep dient als ‘klankbord’ voor de school rondom actuele thema’s, nieuw beleid, of zaken die met de communicatie tussen school en ouders te maken hebben. De directie draagt aan waar ze de leden over wil horen. De KBG kan op haar beurt gevraagd of ongevraagd advies geven over zaken die de samenwerking tussen school, ouders en leerlingen positief kunnen beïnvloeden. De gesprekken hebben een oriënterend en ideeënvormend karakter en vinden plaats voorafgaand aan de fase van besluitvorming. Ook bij de evaluatie van de ingeslagen weg kunnen beide partijen elkaar van dienst zijn. Overleg geschiedt op basis van wederzijds vertrouwen en heeft in die zin geen formele status. De klankbordgroep functioneert naast de Medezeggenschapsraad (MZR). Er is geen directe verbinding tussen MZR en KBG. Waar de MZR vooral een wettelijke toetsende functie heeft, bekleedt de KBG een informele en adviserende functie. Een belangrijke voorwaarde tot lidmaatschap is dat men in staat is om vanuit het algemeen belang naar de ontwikkelingen op school te kijken en dat men daarbij zijn of haar persoonlijke situatie kan overstijgen. In 2004 ontstond het idee van de klankbordgroep. Deze groep is in wisselende samenstelling als gesprekspartner betrokken geweest bij het veranderingstraject van de Berg en Boschschool als een school voor Langdurig Zieke Kinderen naar een Cluster 4 school. Vele zaken zijn in de afgelopen jaren de revue gepasseerd. De ontwikkelingen betreffende de invoering van ‘passend onderwijs’ en de veranderende positie van het speciaal onderwijs zullen nieuwe vraagstukken met zich meebrengen. Ook in deze fase kan het zinnig zijn om elkaar te ondersteunen en te stimuleren, waarbij een kritische noot ontvangen kan worden omdat een gemeenschappelijk belang centraal staat. Helderheid over de rolverdeling bij de leden van KBG blijft een punt van aandacht: ouders zijn vooral ouders met hun visie, idealen, ideeën enz., de directie is en blijft verantwoordelijk voor de beleidskeuzes en voor de organisatie van de school. Jeugdgezondheidszorg GGD Midden-Nederland Elk kind maakt een grote lichamelijke en geestelijke ontwikkeling door. De afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD begeleidt, samen met de leerkrachten, dit proces van gezondheid, groei en ontwikkeling. In de periode dat een leerling op de Berg en Boschschool zit, wordt hij/zij met zijn/haar ouders om de twee a drie jaar schriftelijk uitgenodigd door de jeugdarts (schoolarts) voor een onderzoek. De arts bekijkt dan onder andere de groei, het gehoor en het gezichtsvermogen. Verder worden zaken als eten, slapen en contact met vriendjes of vriendinnetjes met ouders en leerling besproken. Als ouders zelf vragen hebben over de gezondheid of de ontwikkeling van hun kind, kunnen zij contact op nemen met de jeugdarts. Het adres is: GGD Midden Nederland: Utrechtseweg 139 Postbus 51 030-6086086 3700 AB Zeist www.ggdmn.nl
Het onderwijs De Berg en Boschschool heeft twee afdelingen: 1. De afdeling speciaal onderwijs (so) 2. De afdeling voortgezet speciaal onderwijs (vso) Afdeling Speciaal Onderwijs (so) Algemeen De basisafdeling (so) richt zich binnen haar onderwijs op het welbevinden van de leerlingen en op het behalen van de kerndoelen van het basisonderwijs. Als deze doelen niet of moeilijk haalbaar blijken, wordt dit tijdig met de ouders besproken en worden de onderwijsdoelen bijgesteld. Naast het reguliere onderwijsaanbod, wordt veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van levensvaardigheden van de leerlingen. Hieronder wordt verstaan de ontwikkeling en versterking van hun communicatieve en sociale vaardigheden en het bevorderen van hun zelfstandigheid. In het kader van de onderwijswetgeving (WEC) moet de school beschikken over individuele handelingsplannen. In de periode tot de herfstvakantie is de handelingsplannning voor alle leerlingen eerst gericht op een goede start van het leerproces en op de inrichting van een goed pedagogisch klimaat. Leerlingen moeten zich veilig genoeg voelen om tot leren te kunnen komen. In de daarop volgende schoolperiodes wordt aan de hand van een doelgericht onderwijsaanbod gewerkt aan het behalen van de doelen op de genoemde ontwikkelingsgebieden De afdeling speciaal onderwijs bestaat uit achttien groepen op vier locaties. In Bilthoven zijn zeven so-groepen en in Houten zijn er acht, waarvan één klas specifiek voor kinderen van dagbehandeling De Molenhorst. Op de locatie van De Molenhorst in Utrecht zijn twee Berg en Boschklassen en op de nieuwe locatie in Leidsche Rijn is een klas. De groepssamenstelling is niet gebaseerd op het klassikale jaarsysteem van de basisschool. Bij plaatsing op de Berg en Boschschool wordt allereerst gekeken naar de locatie die het best aansluit bij de woonplaats van een leerling. Indien daar plaats is, wordt er bij de indeling in de groepen gekeken naar de leeftijd, maar vooral ook naar het didactische niveau (hoe ver is de leerling met de leerstof), de ontwikkelingsleeftijd en de vaardigheden op sociaal-emotioneel gebied. Ook speelt de samenstelling van de groep mee. De groepen in Bilthoven hebben namen van bomen en de groepen in Houten hebben namen van vogels: Bilthoven: Peer Beuk Kers Berk Plataan Kastanje Wilg Houten: Kwikstaart Leeuwerik Lijster
Kievit Snip Grutto
Zwaluw
Een groep is in principe een groep voor één schooljaar. Een volgend schooljaar kan o.a. door instroom van nieuwe leerlingen de groepssamenstelling zodanig veranderen, dat groepen niet als geheel bij elkaar blijven. Het team realiseert zich dat dit voor sommige leerlingen een probleem kan vormen. Leerlingen gaan wel op hun eigen niveau verder met de leerstof. Aanvangsgroepen de Peer en de Kwikstaart Afhankelijk van het niveau en de leeftijd van de jongste leerlingen die worden aangemeld, wordt er gestart met een aanvangsgroep op een of op beide locaties. In deze groep wordt doelgericht, spelend geleerd. Veel tijd en aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van spraak en taal, sociaal- emotionele vorming en de motoriek. De leerkracht en de onderwijsassistent werken aan het ontwikkelen van de leervoorwaarden die nodig zijn om te kunnen beginnen met het reken- lees- taal- en schrijfonderwijs. Deze groep maakt ook gebruik van het speel-leerlokaal. De leerlingen van de aanvangsgroep spelen buiten op een eigen, afgeschermde speelplaats. In de aanvangsgroepen zijn de kleuters om de week op woensdag vrij. Kinderen met onderwijs vanaf groep drie hebben een volledige schoolweek. De kleuterklas in Houten In deze schoolklas zitten voornamelijk kinderen van dagbehandeling De Molenhorst. Ook wordt in deze klas in Houten onderwijs verzorgd aan een kleine groep externe leerlingen. Het betreft enkele kinderen die al in deze klas zaten en die zijn uitbehandeld op De Molenhorst. Zij krijgen nog een jaar extra kleuteronderwijs. Special klas De Kers Op de locatie in Bilthoven is één speciale klas ingericht voor enkele leerlingen binnen de school, die tijdelijk
een heel intensieve vorm van zorg en onderwijs nodig hebben. Deze speciale klas heet De Kers en biedt plaats aan tien leerlingen. Het onderwijs en het programma voor de levensvaardigheden zijn voor elke individuele leerling op maat gemaakt. Het programma dat de leerlingen volgen heeft een sterk trainingsgericht karakter, met een behandelachtige aanpak. Door de kleinschalige organisatie en het intensieve en speciale programma kan deze klas gezien worden als "de intensive care" van de so-afdeling. De overige groepen In de overige groepen wordt gewerkt op het niveau van groep drie tot en met acht van de basisschool. De groepsgrootte is maximaal 14 leerlingen. Alleen bij hoge uitzondering is een groep groter. Bij de keuze van de leerstof en de wijze van lesgeven wordt waar mogelijk aangesloten bij de individuele mogelijkheden en onderwijsbehoeftes van de leerling. Veel leerlingen die op de Berg en Boschschool komen, hebben negatieve ervaringen op andere scholen opgedaan. Centraal in het werken staan daarom aanmoediging, versterking van het zelfvertrouwen, stimuleren van de werkhouding, zelfstandigheid en het bevorderen van de concentratie. Dagelijks staan vakken als lezen, schrijven, taal, rekenen, wereldverkenning, etc. op het programma. Daarbij wordt lesgegeven volgens algemeen gebruikte methodes. In iedere groep krijgen leerlingen op verschillende niveaus les. Ook wordt er bij sommige vakken groepsoverstijgend gewerkt, waarbij leerlingen enkele keren per week naar een andere groep gaan om les te krijgen, afgestemd op hun eigen niveau. De volgende methodes worden gebruikt: Lezen: Leeslijn Taal: Zin in Taal Rekenen: Wereld in Getallen Schrijven: Schrijftaal / Schrijven doe je zo Aardrijkskunde: De grote reis / Topondern. Geschiedenis: De grote reis / Topondern. Biologie: De grote reis / Topondern. Verkeer: De verkeerskrant Handvaardigheid: Uit de kunst Schrijfbeleid In het so geldt een aantal afspraken met betrekking tot het schrijfonderwijs. In de onderbouw starten de leerlingen met schrijven met een driehoekig potlood met pengreepdeukjes (merk Stabilo). Dit potlood wordt door de school geleverd. Wanneer de leerlingen toe zijn aan het schrijfniveau van schrijfschrift 4A, start het schrijven met een Lamy-vulpen. De leerlingen krijgen deze vulpen en de bijbehorende vullingen van school. Indien nodig kan er, in overleg met de fysiotherapeut, de remedial teacher en/of de intern begeleider, worden gekozen voor een andere pen. Leerlingen krijgen gedurende hun tijd op het so eenmaal een vulpen van school. Als deze pen stuk of verloren gaat, zorgen ouders zelf voor een nieuwe Lamy vulpen. Dit kan via school (inkoopprijs) maar mag ook zelf geregeld worden. Vanaf de bovenbouw zorgen de leerlingen zelf voor een etui met teken- en schrijfgerei zoals een schrijf- potlood, kleurpotloden, stiften, een gum, een puntenslijper en een liniaal. Voor het schrijven blijven wij de Lamy-vulpen adviseren. Kiest de leerling voor een andere pen, dan moet deze in ieder geval blauw schrijvend zijn. Vullingen voor andere pennen dan Lamy worden niet door school verzorgd. Lichamelijke opvoeding Het vak lichamelijke opvoeding (gym) wordt gegeven door vakleerkrachten. Van de leerlingen wordt verwacht dat ze elke week schone gymkleding en gymschoenen bij zich hebben. Belangrijk doel van de gymlessen is dat leerlingen leren sporten en plezier hebben in bewegen. De gymlessen worden in Bilthoven gegeven in de gymzaal bij de school en in Houten in Sporthal de Kruisboog. Huiswerk De leerlingen maken, ook door de vaak forse reistijden, lange dagen. Daarom wordt huiswerk in de laagste groepen tot een minimum beperkt. In de eindgroepen krijgt de leerling regelmatig huiswerk mee, als voorbereiding op het vervolgonderwijs. Het huiswerk dient ook ter bevordering van de zelfstandigheid. De leerkracht leert de leerling hoe hij/ zij huiswerk moet maken of leren. Het is belangrijk de leerling het huiswerk zo zelfstandig mogelijk te laten maken. De voornaamste taak van ouders is, waar mogelijk, zorgen voor een rustig plekje, het overhoren van het geleerde en het kind stimuleren om het huiswerk zo serieus mogelijk te maken. Een enkele keer wordt, in overleg met ouders, afgesproken, dat een leerling schoolwerk mee naar huis krijgt om thuis af te maken. Onderwijsassistentie In alle groepen is naast de leerkracht fulltime of parttime een onderwijsassistent aanwezig. Hij/zij verricht onderwijsondersteunende werkzaamheden op de verschillende didactische gebieden en helpt individuele leerlingen. Als lid van het klassenteam heeft de onderwijsassistent ook een belangrijke rol bij het ontwikkelen en vergroten van de levensvaardigheden van de leerlingen.
Leerlingbegeleiding / special hulp Na toelating De groepsleerkracht begeleidt de leerlingen het hele schooljaar. Hij/zij is op de hoogte van het dossier van de leerling en stelt met de leden van het zorgteam het handelingsplan op. Bij toelating wordt door de Commissie van Begeleiding bepaald welke pedagogische en didactische streefdoelen dienen te worden behaald en welk onderwijsaanbod daarbij passend is voor de betreffende leerling. Start van het schooljaar De eerste week van het schooljaar wordt begonnen met een individueel gesprek tussen het klassenteam, de ouders en, zo mogelijk, de leerling. De visie van de ouders, de verwachtingen en de wenselijke doelen voor het komende schooljaar komen dan aan de orde. Ook hoort het klassenteam graag de 'gouden tips' die ouders hun kunnen geven over de omgang met hun kind. Het klassenteam informeert de ouders over het groepsplan en de startdoelen waaraan de eerste periode gewerkt gaat worden. De gegevens uit dit gesprek worden opgenomen in het leerlingvolgsysteem en zullen de basis vormen voor de eerstvolgende leerlingbespreking. Leerlingen die voor het eerst naar de Berg en Boschschool komen, stromen fasegewijs in. Dat betekent dat zij in de startfase niet allemaal vanaf dag één en soms ook niet direct hele dagen naar school gaan. Er wordt vanzelfsprekend naar gestreefd leerlingen zo snel mogelijk volledig naar school te laten gaan. Leerlingvolgsysteem Het leerlingvolgsysteem zorgt ervoor dat medewerkers de vorderingen van de leerlingen op de voet kunnen volgen. Het is belangrijk om te zien welke resultaten zijn bereikt. Twee keer per jaar worden er Cito-toetsen afgenomen voor lezen, spelling en rekenen. De toetsresultaten worden in kaart gebracht. Deze gegevens worden opgenomen in het Leerlingvolgsysteem (LVS). Bij de leerlingen in de eindgroepen speelt het toewerken naar het vervolgonderwijs zeer nadrukkelijk mee. In november en december vinden, voor de leerlingen die naar het voortgezet onderwijs kunnen, de zogenaamde eindonderzoeken plaats. In januari worden met de ouders van de betreffende leerlingen de uitslagen van deze onderzoeken besproken en wordt in overleg een advies gevormd over de meest geschikte vorm van vervolgonderwijs. Dit kan een school voor gewoon voortgezet onderwijs zijn of een vorm
van voortgezet speciaal onderwijs, zoals de vso-afdeling van de Berg en Boschschool. Sociale Competentie Observatie Lijst (SCOL) De Sociale Competentie Observatie Lijst voor Speciaal Onderwijs (SCOL SO) is een leerlingvolgsysteem voor sociale competentie, afgestemd op het speciaal onderwijs. Met de SCOLscores wordt de sociale competentie van de leerlingen systematisch in kaart gebracht. SCOL wordt gebruikt om: - de ontwikkeling van sociale competentie op groeps- of schoolniveau planmatig aan te pakken; - met de resultaten op de SCOL de sociale competentie inhoudelijk vorm te geven; - leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, snel op het spoor te zijn. De scorelijst wordt tweemaal per jaar ingevuld: een keer rond de herfstvakantie en de tweede keer in het voorjaar. Het invullen gebeurt op grond van observaties en het beeld dat de leerkracht van de leerling heeft. De analyse van de gegevens vindt plaats op leerling-, groeps- en schoolniveau. Na iedere volgende afname worden de scores met de vorige afname vergeleken en de vorderingen geanalyseerd. Leerlingbesprekingen / Handelingsplannen De ontwikkeling van iedere leerling wordt drie keer per jaar besproken. Deze leerlingbesprekingen worden georganiseerd door de intern begeleider van de locatie, samen met het klassenteam, de orthopedagoog en -waar nodig- de overige medewerkers van het zorgteam. De basis voor een leerlingbespreking is het handelingsplan en de evaluatie daarvan. Gezamenlijk wordt bekeken of de gestelde doelen nog relevant zijn en of de ontwikkelingen naar verwachting verlopen. Ouders krijgen twee keer per jaar de evaluatie van het handelingsplan en het nieuwe handelingsplan thuisgestuurd. In de evaluatie staat beschreven of en, zo ja, hoe een leerling de doelen uit het handelingsplan en de individuele doelen heeft behaald. Vanuit de evaluatie worden de doelen voor de volgende periode in het nieuwe handelingsplan vastgesteld. Het handelingsplan wordt, wanneer het door de ouders is gelezen, door hen voor akkoord ondertekend en teruggestuurd naar school. Op school wordt het handelingsplan bewaard in het leerlingdossier. De leerlingbesprekingen worden in het jaarprogramma van de school opgenomen. Indien bij evaluaties blijkt dat de ontwikkeling van leerlingen, op welke wijze dan ook, niet naar verwachting verloopt, dan bespreekt de voltallige commissie van begeleiding met de ouders strategieën, maatregelen en acties, die noodzakelijk zijn om de leerling te laten krijgen wat hij/zij nodig heeft. Schoolobservaties Soms hebben ouders begeleiding van instanties zoals Altrecht (RIAGG) of UMC. Vanuit deze instanties komt af en toe een verzoek om op school een leerling te mogen observeren. De school staat daar positief tegenover en verzoekt ouders, indien nodig, om afspraken hierover te laten maken met de orthopedagoog. Rapporten De leerlingen krijgen twee keer per jaar een speciaal voor hen geschreven rapport mee. Daarin staan de vorderingen en aandachtspunten vermeld. Ook wordt bij taal, lezen en rekenen afzonderlijk aangegeven op welk niveau de leerling werkt. Als een leerling logopedie, fysiotherapie en/of remedial teaching krijgt, wordt ook hier kort verslag van gedaan. Naar aanleiding van de evaluatie van het handelingsplan vinden 20-minuten gesprekken plaats. Onderwijskundig rapport Voor elke leerling die de school verlaat, stelt de leerkracht een onderwijskundig rapport op. De organisatie van de onderwijsondersteuning Het uitgangspunt bij het pedagogisch klimaat op de Berg en Boschschool is het principe dat iedereen zich ‘thuis op school’ voelt. Vanuit dat perspectief verzorgt de so-afdeling een gericht aanbod van de twee pijlers van de school: onderwijs en levensvaardigheden. Binnen de klassen zijn de leerkrachten verantwoordelijk voor het aanbod en de organisatie van het onderwijs. Er wordt uitgegaan van een zogenaamd basisleerklimaat. Van groot belang is het idee dat alle leerlingen van de Berg en Boschschool zich ontwikkelen binnen de context van de klas en profiteren van het basisleerklimaat. Dit betreft o.a. voorspelbaarheid in tijd, ruimte, activiteiten en de omgang met elkaar. Om dit zo goed mogelijk te realiseren, werken de klassenteams nauw samen met de andere disciplines binnen de school. Verbonden aan de so-afdeling zijn onder anderen een orthopedagoog, remedial teacher, intern begeleider, logopedist en een Ceasartherapeut. Deze gespecialiseerde medewerkers hebben als belangrijkste taak het begeleiden van het klassenteam en ondersteunen, aansluitend bij de behoeften van de leerlingen, in de groepen. Alle vormen van extra ondersteuning zijn er op gericht het onderwijs en de ontwikkeling van de leerlingen in de klas zo specifiek en optimaal mogelijk te maken Dit betekent dat deze medewerkers regelmatig in de groepen zijn en met het klassenteam kritisch kijken naar de gemeenschappelijke uitgangspunten en de centrale vraag: ‘Bieden wij de leerlingen op school voldoende wat zij nodig hebben?’ Wanneer nadrukkelijk blijkt dat het basisleerklimaat een
leerling gedurende een periode onvoldoende gelegenheid tot leren biedt, zal in een begeleidingsoverleg worden beoordeeld welke extra maatregelen (tijdelijk) nodig zijn om de leerling weer goed in ontwikkeling te krijgen. De ouders van de leerling worden vanzelfsprekend bij dit proces betrokken. Er is beperkt tijd voor individuele begeleiding. Alleen wanneer een leerling een hulpvraag heeft die het schoolse functioneren ernstig beïnvloedt, kan deze voor ondersteuning in aanmerking komen. Iedere medewerker ondersteunt vanuit de eigen deskundigheid. Orthopedagogische ondersteuning De orthopedagoog is eerste aanspreekpunt als het gaat om pedagogische hulpvragen van medewerkers of ouders. Zij adviseert het team met betrekking tot begeleiding van werkhoudings- en gedragsproblemen en is verantwoordelijk voor de begeleiding die is gericht op het basisleerklimaat en. Dit betreft o.a. voorspelbaarheid in tijd, ruimte, activiteiten en de omgang met elkaar. De orthopedagoog heeft een belangrijke rol in de Commissie van Begeleiding. Zij is mede verantwoordelijk voor het opstellen van de handelingsplannen van nieuwe leerlingen. De orthopedagoog volgt de ontwikkeling van de leerling en zorgt, samen met de leerkracht, voor verslaglegging van de gegevens en het op schrift stellen van de evaluaties van de handelingsplannen. Deze gegevens komen in het dossier van de leerling. Tevens onderhoudt de orthopedagoog contacten met de Bureaus Jeugdzorg en instellingen voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Deze contacten zijn gericht op een goede afstemming van behandeling, de thuissituatie en de school. Interne begeleiding De intern begeleider heeft een centrale rol bij de onderwijsondersteuning op school. Zij is met name gericht op de groepen als geheel en de didactische hulpvragen. Zij begeleidt leerkrachten en onderwijsassistenten in de klas met het uitvoeren van de handelingsplannen. Zij bewaakt de leerlingenzorg en coördineert de aanvraag, uitvoering en evaluatie van speciale hulp aan de leerlingen. Tevens zorgt zij voor de begeleiding bij het invoeren van nieuwe didactische en/of pedagogische methodieken. Ook het jaarlijks terugkerende proces van verwijzing van de schoolverlaters naar de juiste vorm van vervolgonderwijs en de begeleiding van stagiaires zijn taken van de intern begeleider. Testassistentie Op de so-afdeling is een aantal uren per week een testassistente aanwezig, een bevoegd orthopedagoge. Zij test leerlingen op intelligentie, leervorderingen en persoonlijkheid. De orthopedagogen bespreken met elkaar de testgegevens. Remedial teaching De remedial teacher bekijkt in overleg met de intern begeleider en de orthopedagoog of en, zoja, welke extra hulp nodig is. Ondersteuning is in eerste instantie gericht op de klas. Zij adviseert over alle leerlijnen, didactische aanpassingen en eventuele individuele leerprogramma's in de klas. Individuele begeleiding is beperkt mogelijk. Logopedie Op beide locaties is een logopediste werkzaam vanuit een eigen praktijk. Zij behandelt en begeleidt op het gebied van spraak, taal en communicatie. Deze behandeling vindt plaats met een verwijzing van de huisarts. De kosten van deze logopedische ondersteuning worden gedeclareerd bij de ziektekostenverzekeraar. Ceasartherapie Zowel in Bilthoven als in Houten werkt een oefentherapeut Ceasar. Zij behandelt en begeleidt bij problemen ten aanzien van de motoriek of gerelateerd aan de motoriek. Behandeling is mogelijk op individuele basis of in groepjes. Deze behandeling vindt plaats met een verwijzing van de huisarts. De kosten van de bewegingstherapie worden gedeclareerd bij de ziektekostenverzekeraar. Sociale vaardigheidstraining Aan de school is geen sociale vaardigheidstrainer meer verbonden. Wel werkt de school nauw samen met een deskundig sociale vaardigheidstrainer die medewerkers adviseert of begeleidt bij problemen die kunnen ontstaan bij de ontwikkeling van sociale vaardigheden. Komend schooljaar wordt er in Houten eens per week na schooltijd gestart met ‘autismebegeleiding’. Doelgerichte spelactiviteiten voor kleine groepjes kinderen met een vorm van autisme, georganiseerd door deze zelfde begeleidster. Het betreft een vorm van ondersteuning die door ouders zelf moet worden vergoed. Informatie is verkrijgbaar bij de teamleider in Houten en het secretariaat van de school. Time-out / Boomhut De visie van de school is erop gericht dat alle leerlingen zoveel mogelijk binnen de klassensituatie profiteren van de onderwijsactiviteiten. Er kunnen echter momenten zijn waarop een leerling tijdelijk het klassengebeuren niet aankan. Dit kan komen door te veel onrust in de leerling zelf, of worden veroorzaakt door de omgeving. In zo'n situatie kan hij/zij tijdelijk worden opgevangen in een aparte
ruimte: de Time-out, in Bilthoven genaamd Boomhut. Wanneer de leerling weer rustig is, gaat hij/zij terug naar de klas. Ook kan er preventief gebruik van de Time-out worden gemaakt, als een leerkracht inschat dat tijdelijke opvang nodig is om rust bij een leerling of de groep te waarborgen. De leerling weet dan al wanneer hij/zij in de Time-out gaat werken. Intervisie Het aanbieden van speciaal onderwijs aan de leerlingen vraagt om een voortdurende kritische houding naar de eigen aanpak. Wanneer zich gecompliceerde situaties met leerlingen voordoen, wordt er binnen het team een vorm van intervisie georganiseerd. Tijdens de intervisiebijeenkomst wordt onderzocht of er met elkaar wel goed gehandeld is. Er wordt gereflecteerd op de eigen aanpak. Alle medewerkers van school moeten in de gelegenheid zijn om collega's ondersteuning of advies te vragen. Ook wordt van iedereen verwacht dat een gekozen aanpak nader met elkaar kan worden doorgesproken en waar nodig, wordt bijgesteld. Dit is een belangrijk kwaliteitsprincipe binnen de schoolorganisatie. Multi-disciplinair team Indien in overleg met de ouders, tijdens de leerlingbesprekingen of bij een intervisie geen passende oplossingen kunnen worden gevonden om problemen hanteerbaar te maken zal de school gebruik maken van het multidisciplinaire team, het MDT. Het probleem wordt daarmee voorgelegd aan medewerkers die, vanuit de eigen deskundigheid, meedenken over extra maatregelen of aanvullende vormen van hulpverlening. Vanuit school zitten de directeur, de jeugdarts, de teamleider, de orthopedagoog en de intern begeleider in het MDT. Externe contacten Veel van onze leerlingen hebben een vorm van extra zorg buiten de school. De orthopedagoog onderhoudt de contacten met de Bureaus Jeugdzorg en instellingen voor kinder- en jeudpsychiatrie. Deze contacten zijn gericht op een goede afstemming tussen behandeling, de thuissituatie en school.
Financiën Vrijwillige ouderbijdrage Elk jaar wordt vanuit de directie aan de ouders/verzorgers van leerlingen op de Berg en Boschschool een vrijwillige financiële bijdrage gevraagd. Deze bijdrage is vrijwillig, ouders zijn niet verplicht deze te betalen. De school vraagt deze ouderbijdrage omdat het ministerie voor bepaalde zaken en activiteiten niet voldoende of geen geld beschikbaar stelt, terwijl de school haar leerlingen toch graag extra activiteiten en voorzieningen blijft aanbieden omdat ze belangrijk zijn voor het onderwijs. Het betreft zaken als sint- en kerstactiviteiten, sportdagen, kunst- en cultuur e.d. De hoogte en de bestemmingen van de vrijwillige ouderbijdrage worden jaarlijks afgesproken met de oudergeleding van de medezeggenschapsraad. Het (onverhoopt) niet betalen van de vrijwillige bijdrage heeft geen gevolgen voor de toegankelijkheid van de onderwijsactiviteiten op de school voor de leerlingen. De kosten voor het schoolreisje zitten niet bij dit bedrag inbegrepen. Een verzoek tot betaling hiervoor krijgen ouders, afhankelijk van de te maken kosten, van de afdelingsdirecteur. Verzekeringen Het schoolbestuur heeft een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering is van kracht bij alle activiteiten die in schoolverband plaatsvinden. De verzekering geldt vanaf een uur voor het begin van de school tot een uur na schooltijd. Dit is echter geen aansprakelijkheidsverzekering. Ouders blijven wettelijk aansprakelijk voor schade die door hun kind aan andere kinderen of aan de school wordt toegebracht. De school gaat er daarom vanuit ouders en leerlingen een Aansprakelijkheidsverzekering Particulieren (AVP) hebben. Wanneer een leerling een laptop, gameboy, MP3- speler, mobiele telefoon o.i.d. meeneemt naar school en deze gaat kapot of raakt zoek, dan kan de school daarvoor niet aansprakelijk worden gesteld.
Veiligheidsbeleid Klachtenregeling Als ouders of een leerling klachten hebben op het gebied van agressie, geweld, seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, over het onderwijs of de begeleiding op school, dan worden deze in eerste instantie besproken met de groepsleerkracht of mentor. Als blijkt dat het niet mogelijk is de klacht eenvoudig op te lossen, dan verwijst de groepsleerkracht of mentor naar de interne vertrouwenspersoon. Ouders en leerlingen kunnen zich ook rechtstreeks tot deze persoon wenden. Vertrouwenspersonen zijn geschoold in de begeleiding van klagers, hebben zicht op de heersende schoolcultuur en hebben oog voor de mogelijke gevolgen voor de klager. Vertrouwenspersonen hebben, evenals andere ontvangers van klachten, een geheimhoudingsplicht t.a.v. derden. De vertrouwenspersoon zorgt voor de eerste opvang van de klager en brengt vervolgens samen met de klager het probleem in kaart. Met de klager wordt besproken welke vervolgstappen er mogelijk zijn. Daarbij kan het gaan om stappen richting schoolleiding, schoolbestuur, externe (landelijke) klachtencommissie, politie en vertrouwensinspecteur. De klager wordt zo nodig geholpen bij het maken van een keuze en begeleid bij het leggen van het eerste contact met de gekozen functionaris. De klacht en de vervolgstappen worden geregistreerd. De vertrouwenspersoon houdt contact met de klager tot de klacht is afgehandeld. Als de vertrouwenspersoon tot de conclusie komt dat de klacht niet binnen school is op te lossen, kan de klager worden doorverwezen naar de Landelijke Klachtencommissie. Deze neemt de klacht in behandeling volgens het protocol zoals vastgesteld in het Klachtenreglement. De Klachtencommissie geeft in een uitspraak aan of de klacht gegrond is en zal, als dat het geval is, het bevoegd gezag van de school adviseren over te nemen maatregelen. De klager kan zich ook rechtstreeks wenden tot de Landelijke Klachtencommissie. Het bestuur van de Stichting Speciaal Onderwijs Midden-Nederland heeft zich aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie van de Vereniging voor Bijzondere Scholen. Het adres van de Landelijke Klachtencommissie en het telefoonnummer van de vertrouwensinspecteur, evenals de contactgegevens van de interne vertrouwenspersoon, staan achterin deze schoolgids. Naast bovengenoemde regeling is op de Berg en Boschschool ook nog een interne, laagdrempelige klachtenregeling ingesteld. Ouders kunnen kiezen tussen de Algemene klachtenprocedure zoals hierboven beschreven, of deze regeling. Er is een onpartijdige commissie ingesteld, die een advies uitbrengt aan het bestuur. De commissie bestaat uit een voorzitter, een voormalig personeelslid en een ouder van een oud-leerling. De namen van de commissieleden, de interne klachtenregeling en het Klachtenreglement kunnen worden opgevraagd bij het secretariaat van de school. Ook via de website: www.bergenbosch-school.nl onder het kopje Algemeen kunt u deze gegevens vinden. Privacy Protocol leerlingengegevens en inzagerecht De school bewaart, met het oog op optimale begeleiding van de leerlingen, veel gegevens in een dossier. Dit begint al bij het toelatingsonderzoek. De leden van de Commissie van Begeleiding maken ieder een verslag van hun onderzoek. Deze verslagen maken deel uit van het leerlingendossier, waarin ook persoonlijke gegevens zijn opgenomen. Na toelating worden verslagen van huisbezoeken, van fysiotherapie, logopedie, de rapporten e.d. aan dit dossier toegevoegd. Alle leerlingendossiers zijn, op de verschillende locaties, opgeborgen in een afsluitbare kast. De dossiers zijn ter inzage voor de medewerkers van de school, het bestuur en de Inspectie. Ouders kunnen ook inzage vragen. Bij overgang naar een andere school of als derden informatie opvragen, dienen ouders hiervoor toestemming te geven. Het dossier van een leerling wordt na het verlaten van de school vijf jaar bewaard en vervolgens vernietigd. Wanneer een lid van de ondersteunende diensten een verslag van een leerling maakt, dan ontvangen de ouders hiervan een kopie. Voor begeleidingsdoelen worden af en toe video- opnames gemaakt. Deze opnames worden alleen bekeken door de begeleiders van de leerling, ter observatie voor een diagnose of om een handelingsplan op te stellen. Vervolgens worden deze opnames gewist. Ouders kunnen aan het begin van het schooljaar bij de groepsleerkracht/mentor van hun kind aangeven of ze bezwaar hebben tegen het maken van opnames. Van activiteiten zoals sportdagen, schoolfeesten e.d. worden soms foto’s gemaakt. Deze worden op de website geplaatst of soms gebruikt voor de schoolgids. Als ouders bezwaar hebben tegen het plaatsen van foto’s van hun kind, kunnen zij dit doorgeven aan het secretariaat. Mocht dit niet tot een oplossing leiden, dan kan men zich wenden tot de interne vertrouwenspersonen of -in laatste instantie- de directie. De school heeft de procedure betreffende de omgang met leerlingendossiers vastgelegd in een protocol. Dit protocol en de wettelijke verplichtingen op het gebied van privacy-beleid (afgeleid van de Wet op de Bescherming van Persoonsgegevens) is opvraagbaar bij het secretariaat van de school. Ook deze informatie is te vinden op de website van school, onder het kopje Algemeen Schorsing en verwijdering Schorsing en verwijdering van een leerling zijn zware maatregelen. Zij worden alleen toegepast
bij uitzonderlijk probleemgedrag. In de beoordeling of een schorsing noodzakelijk is, zijn de veiligheid voor de leerling zelf, voor de medeleerlingen en de medewerkers belangrijke aspecten. Bij ernstige fysieke en/of verbale agressie van een leerling, wordt contact opgenomen met de ouders. De leerling krijgt een time-out, wat wil zeggen dat hij/ zij een dag thuis blijft om tot rust te komen. Ook medeleerlingen en/of het personeel krijgen dan de kans het incident te verwerken. Deze procedure kan twee of drie keer herhaald worden. Bij blijvend ernstige agressie-incidenten worden ouders opnieuw uitgenodigd op school en wordt overgegaan tot een schorsing van maximaal drie weken. De leerling krijgt werk mee voor thuis. De Onderwijsinspectie en de leerplichtambtenaar worden hierover geïnformeerd. Wanneer de agressie blijft bestaan, kan worden overgegaan tot verwijdering van school. Gelukkig zijn deze maatregelen zelden nodig. Het protocol schorsing en verwijdering, wat is opgenomen in het veiligheidsplan, ligt ter inzage bij het secretariaat en staat op de website van onze school. Arbeidsomstandigheden Iedere onderneming, dus ook iedere school, is volgens de wet verplicht beleid te voeren dat is gericht op het verbeteren en in stand houden van zaken die te maken hebben met veiligheid, gezondheid en psychosociale arbeidsbelasting. Om hier zicht op te krijgen dienen tal van situaties gecontroleerd en beschreven te worden. Hiertoe wordt iedere 3 á 4 jaar een Risico Inventarisatie en Evaluatie uitgevoerd door de beleidsmedewerker arbeidsomstandigheden. N.a.v. dit onderzoek wordt jaarlijks het arbojaarplan opgesteld. Oplossen van knelpunten en borging van procedures wordt bewaakt door de arbocommissie van de Berg en Boschschool. Het gaat dan bv. om veiligheid van werkruimtes en lokalen, periodieke controle van elektrische apparatuur, goed meubilair, brandveiligheid, goede verlichting, een ontruimingsplan, EHBO, maar bijvoorbeeld ook om het aanstellen van vertrouwenspersonen en het vastleggen van de klachtenprocedure. De Berg en Boschschool is zich bewust van het belang van het voeren van goed beleid rond de arbeidsomstandigheden en stelt zich hierin actief op. Zo zijn er op iedere locatie medewerkers tot Bedrijfshulpverlener opgeleid, een opleiding die tot doel heeft mensen de kennis en vaardigheden bij te brengen hoe te handelen in geval van een calamiteit, zoals een brand. Jaarlijks wordt er op beide locaties een ontruimingsoefening gehouden. Doel van dit alles is een situatie en sfeer te ontwikkelen waarin zowel de leerling als het personeel zich veilig en prettig voelt. En mocht er onverhoopt iets misgaan, dan is in ieder geval duidelijk hoe er gehandeld moet worden. Op de Berg en Boschschool is een beleidsmedewerker arbeidsomstandigheden aangesteld, dhr. K. Geurts. Mocht u vragen of opmerkingen hebben op het gebied van veiligheid, gezondheid en psychosociale arbeidsbelasting, dan kunt u zich tot hem wenden, via het secretariaat van de school. Sociale veiligheid Een veilig leerklimaat voor de leerlingen en een veilig werkklimaat voor het personeel zijn belangrijke voorwaarden om optimaal te kunnen functioneren en voor de leerlingen om zich te kunnen ontwikkelen. Betrokkenheid van ouders is hierbij van groot belang. De school is eerstverantwoordelijke voor het creëren van een veilig schoolklimaat, maar dit kan niet zonder de medewerking van leerlingen en ouders. Het schoolveiligheidsbeleid van de Berg en Boschschool is niet beperkt tot incidentenbeleid. Het wordt planmatig ontwikkeld en uitgevoerd, waarmee het team alle vormen van agressie, geweld, seksuele intimidatie, discriminatie en pesten binnen of in de directe omgeving van de school zoveel mogelijk wil voorkomen. Daar waar zich incidenten voordoen worden maatregelen getroffen om verdere escalatie te voorkomen. Het onderdeel veiligheid krijgt jaarlijks aandacht. Er is een veiligheidsplan ontwikkeld waarin beschreven staat welke maatregelen de school neemt om agressie en geweld zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken. In de gedragscode ligt vast hoe met elkaar om te gaan, in een protocol is beschreven hoe er gehandeld moet worden als zich een ernstig incident voordoet. Medewerkers worden jaarlijks getraind in agressie- en conflicthantering. Ook de klachtenregeling en het inzetten van de Time Out maken deel uit van dit veiligheidsplan. Tevens is duidelijk omschreven wat de omgangsregels zijn betreffende internet-, gsm-, msn- en sms-gebruik. Mocht er sprake zijn van het zogenoemde “cyberpesten” dan wordt het pestprotocol en eventueel de klachtenprocedure gevolgd. Essentieel voor een effectief veiligheidsbeleid is echter dat de nadruk ligt op het voorkómen van incidenten. Het is goed over protocollen te beschikken die gevolgd kunnen worden in geval van calamiteiten, maar preventie blijft centraal staan.
Resultaten van het onderwijs We proberen iedere leerling op het gebied van de leerstof het maximaal haalbare te laten bereiken. Op het gebied van de persoonlijkheidsontwikkeling streven we ernaar het zelfvertrouwen en de zelfstandigheid van de leerling zoveel mogelijk te bevorderen. Dit doen we door de leerling structuur te bieden, de leerstof gedoseerd aan te bieden en de leerling zoveel mogelijk individueel te benaderen. Zelfvertrouwen en zelfstandigheid zijn niet zo gemakkelijk meetbaar, maar in de loop van hun verblijf op onze school zien we bij veel leerlingen vooruitgang op dit gebied. Terugplaatsing naar het regulier onderwijs kan daarom een optie zijn. Met een geldige beschikking van de CvI kan er dan ambulante begeleiding aangevraagd worden door ouders en de gekozen school.
Uitstroom naar vervolgonderwijs vanuit het so schooljaar 2010-2011 Eigen vso Ander vso Reg. vo Totaal
47 2 2 51
Overzicht van het instroomniveau van de so- leerlingen op het eigen vso schooljaar 2010-2011 Praktijkonderwijs
7
Basisberoepsgerichte leerweg
7
Basiskaderberoepsgerichte leerweg
4
Kader beroepsgerichte leerweg
12
Kader-theoretische leerweg
11
Theoretische leerweg
6
Bestuur, commissies en adressen Schoolbestuur Dhr. W. Peeks,voorzitter Mevr. A. Verhees, secretaris, penningmester Dhr. B. Brandsema Dhr. A. Vroon Dhr. N. Nieuwboer Dhr. M. Girbes Ouderklankbordgroep Namen bekend bij het secretariaat van de school. Interne vertrouwenspersoon Mevr. E. de Boer (groepsleerkracht so). Bereikbaar via het secretariaat van school. Dienst Ambulante begeleiding Midden-Nederland Verlengde Slotlaan 113 3707 CE Zeist Postbus 580 3700 AN Zeist tel: 030-6975869 website: www.dienstab.nl e-mail:
[email protected] Klachtencommissie VBS Bezuidenhoutseweg 225 2594 AM Den Haag tel: 070-331525 Medezeggenschapsraad Namen van het personeel: bekend bij het secretariaat van school. Namens de ouders: Erwin Spekman (vso) Sjoerd Mackor (so) Jan Vlaanderen (vso) Stefan Greve (so) Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (lokaal tarief)
Administratiekantoor: REC 4-4 zie adresgegevens hieronder. Regionaal Expertise Centrum 't Gooi, Utrecht, West-Veluwe (REC4-4) Directeur, dhr. J. Fleskes Siliciumweg B7b SB12 SW Amersfoort Postbus 14B1 SBQQ BL Amersfoort tel: QSS-476B4BB website: www.rec4-4.nl email:
[email protected] Genoemde medewerkers zijn te bereiken via het secretariaat van de school. Tel: 030-228 76 20/ fax 030-229 36 02/ e-mail:
[email protected]