Jaarverslag 2014
Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) Noord Nederland
Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag waarin over 2014 verslag wordt gedaan van de inspanningen en de resultaten van het Regionaal Informatie en Expertise Centrum Noord (RIEC N). Het RIEC N is een samenwerkingsverband waarbinnen verschillende overheidsorganisaties (waaronder de gemeenten, politie, Openbaar Ministerie en de Belastingdienst) op regionaal niveau samen een stevige, bestuurlijke en integrale aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit realiseren. De in dit verslag beschreven inspanningen en resultaten zijn daardoor tevens te zien als een afspiegeling van de effectiviteit van de samenwerking tussen de diverse betrokken samenwerkende partners. Het gaat, met andere woorden, om een beschrijving van gedeelde successen van een overheid die zich organiseert tegen de georganiseerde criminaliteit! Het aantal, binnen het RIEC N samenwerkingsverband, behandelde casussen is dit jaar bijna verdubbeld. Dit geeft aan dat alle partners in toenemende mate de meerwaarde zien van de samenwerking en daarin ook op elkaar ingespeeld raken. Ik ben trots op dit resultaat. En dat is belangrijk, want adequaat voorkomen en bestrijden van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit vraagt dat de overheid zich hierbij als één opstelt!
C. Bijl Voorzitter van de Stuurgroep RIEC Noord
Jaarverslag 2014 – RIEC Noord Nederland
-2-
Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................. 2 Inhoudsopgave ....................................................................................................... 3 1. RIEC Noord in 2014 ............................................................................................... 4 1.1 Inleiding ...................................................................................................4 1.2 Strategische besluiten RBPO (+) ....................................................................4 1.3 Regionale Integrale Stuurcommissie (RIS) .......................................................5 1.4 Informatieplein...........................................................................................5 1.5 Thema’s ...................................................................................................6 1.5.1 Thema Mensenhandel .....................................................................6 1.5.2 Thema Georganiseerde hennepteelt ...................................................7 1.5.3 Thema Milieucriminaliteit .................................................................7 1.5.4 Thema Witwassen en vastgoed .........................................................7 1.5.5 Thema Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s) ...........................................8 1.6 Bevordering Integriteitsbeoordelingen Openbaar Bestuur ...................................9 1.8 Voorlichting ............................................................................................ 10 2. Cijfermatige resultaten ......................................................................................... 11 3. Beheer en financiën............................................................................................. 12 3.1 Personeel ............................................................................................... 12 3.2 Inkoop ................................................................................................... 12 3.3 Organisatie ............................................................................................. 13 3.4 Huisvesting ............................................................................................. 13 3.5 Automatisering ........................................................................................ 13 3.6 Communicatie ......................................................................................... 13 3.7 Opleidingen ............................................................................................ 13 3.8 Financiën................................................................................................ 14 4. Bijlagen ............................................................................................................ 15 4.1 Voorbeelden van casuïstiek ........................................................................ 15 4.2 Financiële verantwoording 2014 .................................................................. 17
1. RIEC Noord in 2014 1.1 Inleiding Samenwerking tussen overheidsorganisaties door informatie te delen zorgt voor een completer beeld van de omvang, werkwijze en “leden” van criminele organisaties en leidt daarmee tot een betere aanpak. Een integrale overheidsaanpak waarbij strafrechtelijke, fiscale- en bestuursrechtelijke aanpak hand in hand gaan. Het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum Noord is het knooppunt voor informatie en expertise met betrekking tot de aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit in Drenthe, Fryslân en Groningen. Binnen dit samenwerkingsverband maken de partners afspraken over de bestuurlijke- en integrale aanpak van ondermijnende criminaliteit. Binnen deze integrale aanpak wordt in het bijzonder het lokaal bestuur ondersteund door het versterken van de informatiepositie en het leveren van expertise. Voor de uitvoering van deze afspraken mag het samenwerkingsverband op grond van het 1 convenant en geldende wet- en regelgeving informatie met elkaar uitwisselen. Er is een landelijke dekking van tien regionale (RIEC’s) en een landelijk samenwerkingsverband (LIEC). In de regio Noord is dit convenant getekend door alle 59 gemeenten, de drie provincies, Belastingdienst, FIOD en Douane, het Openbaar Ministerie, de Politie Eenheid Noord Nederland, KMar, de Inspectie SZW en de IND. Deze partners zijn daarmee in staat informatie uit te wisselen elkaar te vinden in de integrale aanpak. Daarnaast is samengewerkt met het Kenniscentrum Handhaving Werk, Inkomen en Zorg (RCF) en Veiligheidshuizen.
de de en de
Het RIEC N wordt bestuurd door een stuurgroep die verantwoording aflegt aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De stuurgroepvergadering heeft in 2014 vier maal plaatsgevonden. De stuurgroep van RIEC N bestond in 2014 uit: • • • • • • • •
Dhr. Bijl (Burgemeester gemeente Emmen), voorzitter; Dhr. Crone (Burgemeester gemeente Leeuwarden); Dhr. Smit (Burgemeester gemeente Oldambt); Dhr. Tichelaar (Commissaris van de Koning provincie Drenthe); Dhr. Schuth (Plaatsvervangend Hoofdofficier van Justitie); Mevr. Kramers (Plaatsvervangend Politiechef Eenheid Noord Nederland); Mevr. Melis (Plaatsvervangend directeur segment MKB van de Belastingdienst); Mevr. Van Wijk (Hoofd RIEC Noord).
Ambtelijke voorbereidingsgroep (AVG) Ter voorbereiding van de vergadering stuurgroep RIEC N is er tevens een periodiek overleg met de ambtelijke voorbereidingsgroep (AVG). De AVG bestaat uit de ambtelijke ondersteuners van de stuurgroepleden en is in 2014 vier maal bijeen geweest.
1.2 Strategische besluiten RBPO (+) De strategische prioriteitstelling in de regio op de aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit is belegd bij het Regionaal Bestuurlijk Politie Overleg (RBPO), waarbij voor dit onderwerp ook de Belastingdienst en andere handhavingspartners worden betrokken (RBPO+). De voorgelegde besluiten worden voorbereid door de stuurgroep RIEC N. In 2014 is het RBPO+ in deze samenstelling vier maal bijeen geweest onder voorzitterschap van dhr. Bijl, burgemeester van Emmen. De volgende thema’s zijn hier behandeld: • Opleveren van een Bestuurlijke Criminaliteits Beeld Analyse (B-CBA) Outlaw Motorcycle Gangs in mei en november 2014. Stand van zaken en effecten van de regionale integrale aanpak van Outlaw Motorcycle Gangs (zie verder onder de kop Outlaw Motorcycle Gangs) • Brief van de voorzitter dhr. Bijl met betrekking tot het verzoek aan alle gemeenten in Noord Nederland om als convenantpartner voor het eerst vanaf 2015 een evenredige bijdrage aan het RIEC N te gaan betalen.
1
Landelijk Convenant ten behoeve van Bestuurlijke en Geïntegreerde Aanpak Georganiseerde Criminaliteit, Bestrijding Handhavingsknelpunten en Bevordering Integriteitsbeoordelingen.
Jaarverslag 2014 – RIEC Noord Nederland
-4-
Toelichting en mogelijkheden van toepassing door de convenantpartners van de vastgestelde Handhavingsknelpunten in 2014 (zie verder onder de kop Handhavingsknelpunten). • Presentatie en toelichting Regionale Integrale Stuurcommissie (RIS) met betrekking tot de integrale aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit (zie verder onder de kop Regionale Integrale Stuurcommissie). Hiermee is het benodigde draagvlak in de gehele regio verworven; een succesfactor voor de aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. •
Ambtelijk voorbereidingsoverleg (AVO) Ter voorbereiding op de RBPO+ vergadering is het RIEC N periodiek aanwezig bij het Ambtelijk Voorbereidings Overleg (AVO). Hierin hebben beleidsmedewerkers Openbare Orde en Veiligheid, beleidsmedewerkers van het OM en medewerkers van de politie zitting. Dit gremium wordt door het RIEC N benut als klankbord en om de deelnemers mee te nemen in de ontwikkelingen en resultaten op het gebied van de integrale aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. Het RIEC N heeft in 2014 vier maal deelgenomen aan dit overleg.
1.3 Regionale Integrale Stuurcommissie (RIS) 2
‘Iedereen hanteert ‘integraal tenzij’ als adagium’. Het visiedocument Integraal tenzij … heeft geleid tot het oprichten van een Regionale Integrale Stuurcommissie (sturing op zaken in het samenwerkingsverband). In de Regionale Integrale Stuurcommissie wordt besloten welke casus en door welke partner(s) op welke wijze integrale interventies gepleegd worden. Daarnaast wordt de voortgang van de gekozen aanpak van die geprioriteerde casus door deze stuurcommissie gemonitord en desgewenst bijgestuurd. Per keer worden één of meer nieuwe projectvoorstellen besproken en zal de voortgang van de eerder geselecteerde zaken aan de orde komen. De Regionale Integrale Stuurcommissie is april 2014 gestart en is drie maal bijeen gekomen. In deze stuurcommissie hebben drie burgemeesters van de stuurgroep RIEC N en vertegenwoordigers van het OM, Belastingdienst, politie en Hoofd RIEC N zitting. Daarnaast kan een burgemeester zitting nemen in deze commissie, indien een casus speelt in zijn of haar gemeente. De voorzitter van stuurgroep RIEC N is tevens voorzitter van de RIS. Een dergelijk (nieuwe) manier van samenwerken is best lastig voor alle partners. De partners zijn het echter gewoon carte blanche gaan doen en werden steeds beter in het samenwerken binnen de complexe integrale onderzoeken. In 2014 zijn 6 integrale casussen in voorbereiding en behandeling genomen. Van deze casussen zijn er nog vijf in onderzoek. Noordelijke Intelligence Advies Commissie (NIAC)/regionaal informatieplein De Noordelijke Intelligence Advies Commissie (NIAC) vormt het voorportaal voor de Regionale Integrale Stuurcommissie. Ook het RIEC N heeft een vertegenwoordiging in de NIAC. De NIAC draagt er zorg voor dat de ketenpartners gezamenlijk een kwalitatief goed voorstel inbrengen, dat past binnen de gestelde strategische prioriteiten. Deze zogenaamde integrale preweegdocumenten worden voorgelegd aan de Regionale Integrale Stuurcommissie. De voorzitter van de RIS informeert vooraf en achteraf de burgemeester die geraakt kan worden door een besluit van de RIS. Het gezag van het betreffende bestuur blijft namelijk voorop staan. De NIAC is in 2014 twaalf maal bijeengekomen onder voorzitterschap van het OM.
1.4 Informatieplein In 110 zaken heeft het RIEC N als integraal informatieplein gefungeerd. Dat wil zeggen dat over een zaak informatie is gedeeld tussen partners. Het RIEC N heeft de taak toe te zien dat dit juridisch juist gebeurt en alle uitwisselingen te registreren. Maar vaak heeft het RIEC N ook een actieve rol om de juiste gegevens op de juiste plek te krijgen. Door te begrijpen wat de ene partner nodig heeft, kan een andere partner worden geholpen de juiste gegevens te verstrekken. Het maken van deze vertaalslag is heel dankbaar werk omdat het effect hiervan gelijk zichtbaar is. Ook wanneer gemeenten informatie van de politie opvragen in het kader van een vergunningtraject heeft het RIEC N vaak deze rol, hoewel deze informatie-uitwisseling niet op basis van het convenant plaatsvindt. Over 15 zaken heeft het RIEC N een informatierapport opgesteld. Meestal zijn deze rapporten gericht aan een burgemeester (6 maal) of aan een integraal gremium zoals een driehoek (7 maal). Verder zijn 2
N.a.v. het visiedocument “Sturen op prioriteiten en wegen van zaken” door het OM in 2012. Het visiedocument “Integraal tenzij…” uit 2013 is hieruit voortgevloeid.
informatierapporten opgeleverd aan het OM en de Belastingdienst. Deze rapporten bevatten een weergave van beschikbare gegevens uit open bronnen en / of bronnen van de partners en analyse daarvan. Hierbij wordt echter geen advies opgesteld, omdat daaraan (nog) geen behoefte is bij de ontvangende partner. Verder zijn er 35 schriftelijke adviezen uitgebracht waarvan de meeste zijn opgesteld op verzoek van een burgemeester (10 maal) of een lokale driehoek (12 maal). Met ingang van dit jaar worden ook schriftelijke adviezen opgesteld voor de NIAC (5 maal) en de Regionale Integrale Stuurcommissie (5 maal). Daarnaast zijn adviezen opgesteld voor de politie (3 maal). Schriftelijke adviezen betreffen soms juridische of beleidsmatige kwesties. De meeste adviezen bestaan uit een informatierapport met daarbij adviezen voor de aanpak van de zaak. Deze adviezen worden in samenwerking met de betrokken partners opgesteld.
1.5 Thema’s De werkzaamheden binnen het RIEC N worden primair verricht binnen de landelijk geprioriteerde thema’s, zoals deze door de Minister van Veiligheid en Justitie zijn vastgesteld en afgestemd met de Regioburgemeesters in het artikel 19 overleg, op basis van het Nationaal Dreigingsbeeld Georganiseerde Criminaliteit 2012. Dit betreffen de thema’s: • Mensenhandel; • Georganiseerde hennepteelt; • Witwassen/vastgoed; • Milieucriminaliteit. Daarnaast ligt de focus op het landelijk geprioriteerde handhavingsknelpunt Outlaw Motorcycle Gangs. De stuurgroep RIEC N heeft in 2014 de volgende prioriteiten als handhavingsknelpunten vastgesteld, die tevens onder de werking van het convenant kunnen worden bestreden: • Vrijplaatsen (12 maart 2014); • Ongebruikelijk bezit (27 augustus 2014); • Cannabisketen (5 november 2014); • Prostitutiesector (5 november 2014). Verder heeft het RIEC N tot taak het bevorderen en ondersteunen van integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur op grond van de Wet BIBOB. Per thema wordt hieronder toegelicht op welke wijze het RIEC N is ingezet.
1.5.1 Thema Mensenhandel De ketenaanpak mensenhandel was in 2014 op provinciaal niveau geregeld. In Fryslân is in 2014 uitvoering gegeven aan het plan van aanpak, dat eind 2012 is vastgesteld door Gemeente Leeuwarden, Belastingdienst, OM, politie Fryslân, Fier Fryslân, Inspectie SZW en RIEC N. Deze aanpak kenmerkt zich door twee elementen. Enerzijds is er een zorgketen, waarin diverse partijen zich samen richten op zorgverlening. Daarin heeft het RIEC N geen rol. Anderzijds is er de samenwerking op het gebied van repressie. Hiertoe is een ketenregisseur aangesteld bij het Veiligheidshuis. De ketenregisseur zorgt voor afstemming over casuïstiek tussen de diverse partners door een casusoverleg of op basis van een maatwerkaanpak. Wanneer een signaal bekend wordt van (een verschijningsvorm van) georganiseerde criminaliteit, kan het RIEC het signaal verder in behandeling nemen. Deze aanpak is dit jaar geëvalueerd. De uitkomsten van de evaluatie worden in 2015 verwerkt in de doorontwikkeling van dit beleid. De Drentse partners in de repressieve aanpak van mensenhandel hebben in mei een intentieverklaring opgesteld waarin zij stellen de aanpak zodanig uit te voeren, dat gebruik gemaakt kan worden van het RIEC-convenant. De ketenregisseur en het RIEC N hebben hierover afspraken gemaakt en daadwerkelijk uitvoering gegeven aan deze afspraken. In Groningen waren geen afspraken om de aanpak van mensenhandel onder het RIEC-convenant uit te voeren. Er is wel contact geweest tussen de Groningse partners en het RIEC N over enkele zaken. Hiermee is geanticipeerd op het voornemen te komen tot één Noordelijke ketenaanpak van mensenhandel. In 2014 zijn de eerste stappen gezet ter voorbereiding op deze Noordelijke aanpak. In
Jaarverslag 2014 – RIEC Noord Nederland
-6-
2015 zal deze ontwikkeling een vervolg krijgen welke moet uitmonden in een Noordelijk Plan van Aanpak Mensenhandel. In 2014 heeft het RIEC N 8 zaken behandeld waarbij sprake was van (signalen van) mensenhandel. Voor al deze zaken geldt dat het RIEC N als informatieplein heeft gefungeerd en dat juridische of inhoudelijke expertise is geleverd. Deze zaken konden door de ketenregisseurs worden afgehandeld zonder dat het RIEC N informatieproducten of schriftelijke adviezen heeft opgesteld.
1.5.2 Thema Georganiseerde hennepteelt Met de vaststelling van het handhavingsknelpunt Cannabisketen is de weg ingeslagen van een brede, integrale aanpak van georganiseerde hennepteelt. Hieronder valt niet alleen de aanpak van hennepkwekerijen, maar ook de aanpak van het criminele aandeel van growshops, coffeeshops en andere faciliteerders. Het handhavingsknelpunt biedt een juridische basis om in een vroeg stadium informatie te delen over signalen van hennepteelt. Gelijktijdig is een technische voorziening gecreëerd waar informatie over de aanpak van casuïstiek direct deelbaar kan worden gemaakt via het RIEC-informatieplein. Hiermee zijn concrete voorbereidingen getroffen voor een intensieve aanpak in 2015. In 2014 was in 10 zaken georganiseerde hennepteelt een thema. Daarnaast heeft het RIEC diverse bestuurlijke rapportages in afschrift ontvangen, die zijn opgesteld door de politie en gericht aan het bestuur. Hieruit werden enkele verbanden gedistilleerd tussen opsporingsonderzoeken met betrekking tot hennep en zaken die bij het RIEC N in behandeling zijn. Hierdoor werd het beeld bevestigd, dat georganiseerde hennepteelt een prominent aanwezig fenomeen is. Dit zou bij voorkeur integraal moeten worden aangepakt, gezien de fiscale, bestuurlijke en strafrechtelijke aspecten die aan deze zaken zaten.
1.5.3 Thema Milieucriminaliteit Het LIEC en de RIEC’s zijn benaderd door de politie met het verzoek de mogelijkheden te verkennen voor de aanpak van milieucriminaliteit in RIEC-verband. Drie RIEC’s, waaronder RIEC N, hebben deze verkenning uitgevoerd. Milieucriminaliteit kan een sterk ondermijnend karakter hebben. Naast de milieuschade (soms met gevolgen voor de (volks-)gezondheid) zijn belangrijke kenmerken dat milieucriminaliteit vaak wordt gepleegd door legale bedrijven die werken onder een vergunningplicht van een gemeente of provincie of bedrijven die subsidie ontvangen van de overheid. Legale structuren worden dan misbruikt voor criminele doeleinden. Bovendien gaat milieucriminaliteit vaak vergezeld van fraude met en / of witwassen van grote sommen geld. De stakeholders bij de aanpak van milieucriminaliteit in de regio Noord zijn in kaart gebracht en het RIEC N heeft kennis gemaakt met deze partijen. De omgevingsdiensten RUD Drenthe, FUMO en ODG zijn hierin belangrijke partners. Daarom is het RIEC N als agendalid aangesloten bij het netwerk van ketentoezichthouders van Groningen, Friesland, Drenthe en Overijssel. Binnen dit netwerk wordt kennis uitgewisseld over toezicht en handhaving, waarbij nadrukkelijk aandacht is voor criminaliteitsbestrijding. Het RIEC N heeft een presentatie over de wet BIBOB verzorgd in dit netwerk en contact gelegd tussen het netwerk en het Landelijk Milieu Expertisecentrum (LMEC) van de politie. Zowel vanuit politie en Functioneel Parket als vanuit de omgevingsdiensten is de wens uitgesproken volgend jaar verder te verkennen welke rol het RIEC N zou kunnen spelen in de bestrijding van milieucriminaliteit. Deel van deze verkenning is het behandelen van casuïstiek. In 2014 heeft het RIEC N 6 zaken behandeld waarbij signalen van milieucriminaliteit waren. Deze zaken hebben (nog) niet geleid tot een gecombineerde bestuurlijke, strafrechtelijke en fiscale aanpak. 1.5.4 Thema Witwassen en vastgoed Uit diverse onderzoeken is gebleken dat criminelen op grote schaal gebruik maken van- en investeren in vastgoed. Een gerichte strafrechtelijke, bestuurlijke en/of fiscale aanpak van vastgoed heeft tot doel een bijdrage te leveren aan het bestrijden van witwassen en moet tevens leiden tot algehele compliance in de sector.
Het doel van het thema misbruik Vastgoed en Witwassen is het, in een zo vroeg mogelijk stadium, opsporen en aanpakken van misbruik van vastgoed en witwassen. In 2014 heeft het RIEC N ondersteuning verleend in 29 zaken waarbij sprake was van dergelijke signalen. 1.5.5 Thema Outlaw Motorcycle Gangs (OMG’s) Eind 2013 is het plan van aanpak “Noorderlicht” goedgekeurd in het RBPO+. De uitvoering van het plan, die feitelijk al eerder was gestart, is in 2014 goed van de grond gekomen. De vaststelling van “Noorderlicht” heeft geholpen om groot draagvlak te creëren voor de aanpak van OMG’s. Alle gemeenten en andere partners die vragen hadden over of initiatief namen in deze aanpak, zijn daarin bijgestaan door het RIEC N. Het RIEC N heeft daarnaast actief gemeenten benaderd waar signalen waren van de aanwezigheid van een OMG. Dit heeft een sterk en actief netwerk opgeleverd, waarin kennis en expertise veelvuldig is gedeeld. In dit netwerk waren naast ruim 20 gemeenten, Belastingdienst, OM en politie ook de FIOD en de Inspectie SZW actieve partners. Bij de integrale aanpak van OMG’s ligt de focus enerzijds op chapters, anderzijds op personen. Sinds de start van de aanpak in 2014 zijn chapters in beeld gebracht en zijn waar nodig interventies uitgevoerd tegen chapters. Deze interventies zijn vaak gericht op het voorkomen van vestiging van een chapter (bijvoorbeeld in de vorm van een clubhuis) of het intrekken van een vergunning. Regionaal overleg OMG’s In 2014 hebben in een frequentie van 2 weken (operationeel overleg) en maandelijks (integraal overleg) integrale overlegvormen plaatsgevonden. Tijdens deze overleggen werd de integrale informatie met alle partners gedeeld. Er zijn dit jaar 38 zaken (dan wel projecten) behandeld met betrekking tot OMG’s. Het RIEC N heeft hierbij de informatie-uitwisseling tussen de partners bevorderd en inhoudelijke of juridische adviezen gegeven. De aanleiding daartoe was in de meeste gevallen een signaal vanuit een gemeente. Bestuurlijke Criminaliteits Beeld Analyse (B-CBA) Outlaw Motorcycle Gangs Het RIEC N heeft in 2014 2 B-CBA’s op het thema OMG’s opgeleverd. De informatie is afkomstig van alle convenantpartners en er is veel geïnvesteerd om alle informatie te verkrijgen. De B-CBA is opgebouwd vanuit de thema’s welke beschreven zijn in het Noordelijk plan van aanpak ‘Noorderlicht’ (Aurora). Van alle benoemde thema’s is de aard en omvang beschreven net als alle inspanningen en interventies van de partners. Het doel van de B-CBA was gericht op het geven van een integraal Noordelijk beeld op het thema OMG’s en om te komen tot een integrale bestrijding en beëindiging van de normoverschrijdende en criminele activiteiten van OMG’s en hun leden. Tevens is gekeken naar de effecten van de inspanningen van alle partners. Deze B-CBA is aan het RBPO+ in het voorjaar (mei) en de geactualiseerde versie in het najaar (november) 2014 gepresenteerd. Deze B-CBA heeft opgeleverd dat alle convenantpartners zich gecommitteerd hebben aan dit onderwerp en het belang onderschrijven. De informatiepositie op dit thema ten opzichte van 2013 is aanzienlijk toegenomen. De B-CBA laat zien dat veel driehoeken inspanningen verrichten om zogenaamde OMG chapters aan te pakken cq stopgesprekken voeren om dergelijke chapters te weren uit hun gemeente, wat in 2014 een aantal malen tot succes geleid heeft. Er zijn door gemeenten diverse interventies gepleegd, waaronder 5 maal handhaving van het bestemmingsplan, 4 maal een stopgesprek, een integrale controle en een last onder dwangsom. De Belastingdienst heeft 24 ‘windhappers’ geselecteerd die een (aanvullende) fiscale controle hebben gekregen. Als resultaat zijn aanslagen opgelegd bij deze subjecten en zijn goederen ingevorderd in verband met openstaande schulden. De politie heeft, onder het RIEC-convenant, 9 strafrechtelijke onderzoeken naar OMG-leden lopen. Presentaties / voorlichting OMG’s Het RIEC N heeft in 2014 12 maal een voorlichting/presentatie verzorgd aan driehoeken, gemeenteraden/college B&W’s en gemeenteambtenaren op het gebied van de problematiek en de aanpak van OMG’s. Internationaal OMG’s Het RIEC N heeft in 2014 2 maal een internationale bijeenkomst op het thema OMG’s bijgewoond. Eén bijeenkomst was georganiseerd door het LIEC met internationale partners in Den Haag en één bijeenkomst vond plaats in Enschede met de Duitse politie.
Jaarverslag 2014 – RIEC Noord Nederland
-8-
1.5.6 Overige handhavingsknelpunten In de 2014 zijn 4 nieuwe handhavingsknelpunten vastgesteld. Dit zijn onderwerpen waarbij er grote behoefte is om informatie uit te wisselen tussen convenantpartners. Deze thema’s genereren veel signalen van georganiseerde criminaliteit. Door deze signalen zo snel mogelijk te delen onder het RIEC-convenant, ontstaat er een betere informatiepositie waardoor adequaat kan worden opgetreden. De volgende handhavingsknelpunten zijn vastgesteld door de stuurgroep RIEC N: • Prostitutiesector; • Cannabisketen; • Ongebruikelijk bezit/vermogen; • Vrijplaatsen. Er zijn nu veel mogelijkheden om signalen te delen en te verwerken, zonder dat dit de partners verplicht deze onderwerpen als prioriteit te beschouwen. Het geeft de ruimte om in te spelen op lokale behoeften. Met betrekking tot vrijplaatsen zijn in 2014 4 zaken in behandeling genomen, met betrekking tot ongebruikelijk bezit zijn 6 zaken in behandeling genomen. Week van de Veiligheid (oktober 2014) De partners in de Week van de Veiligheid hebben het thema Patseraanpak benoemd. Hier is door de partners aandacht besteed aan zogenaamde patsers: veelal jonge mensen in het bezit van dure goederen zonder dat daar een gerechtvaardigd inkomen tegenover staat. Op basis van het handhavingsknelpunt ongebruikelijk bezit is informatie tussen de partners gedeeld. Dit heeft geresulteerd in 5 zaken waarin sprake was van signalen van ongebruikelijk bezit. Deze zaken konden niet binnen het bestek van de Week van de Veiligheid worden aangepakt, maar zijn verder integraal aangepakt. Deze zaken lopen nog.
1.6 Bevordering Integriteitsbeoordelingen Openbaar Bestuur In 2014 ondersteunde het RIEC N gemeenten en provincies bij de toepassing van de wet BIBOB. Omdat de rol van RIEC’s in het BIBOB-proces nu ook wettelijk is vastgelegd kan het RIEC N sinds 1 juli 2013 de noordelijke bestuursorganen begeleiden en ondersteunen in het hele traject van “eigen onderzoek” tot en met het adviseren over uitgebrachte BIBOB-adviezen. Nog niet alle gemeenten in Noord-Nederland hebben een actief BIBOB-beleid, maar het aantal is in 2014 wel gegroeid. De praktijk heeft geleerd dat steeds meer gemeenten bij het RIEC N aankloppen in de fase van “eigen onderzoek”, om zo een compleet dossier te maken voor een eventuele adviesaanvraag aan het Landelijk Bureau BIBOB of het zelfstandig weigeren van een vergunning. In 2014 heeft het RIEC N in 35 zaken deze ondersteuning verleend. Gezamenlijk met een aantal andere RIEC’s is op basis van de Ministeriële Regeling een vragenlijst voor “overige vergunningen” ontwikkeld. Samen met de drie BIBOB-coördinatoren van de drie provincies in Noord-Nederland heeft het RIEC N een vragenlijst voor omgevingsvergunningen Milieu gemaakt. Tevens is op verzoek van één van de Omgevingsdiensten met behulp van input uit den lande een vragenlijst omgevingsvergunning Bouw ontwikkeld. Deze twee vragenlijsten zijn vervolgens weer gedeeld met andere RIEC’s. In 2014 is ook contact gelegd met de RUD’s (FUMO, ODG en RUD Drenthe) en hun bevoegd gezag (provincie en gemeenten) over de ondersteuning die het RIEC N hen kan bieden bij het toepassen van de Wet BIBOB. Dit zal in 2015 tot activiteiten leiden, gericht op het vergroten van draagvlak voor en kennis van de Wet BIBOB. Het RIEC N heeft dit jaar 6 bestuursorganen ondersteund bij de vorming of aanpassing van hun BIBOB-beleid. Het RIEC N heeft in 2014 voor 4 gemeenten een opleiding toepassing Wet BIBOB verzorgd. Tevens is in 2014 2 maal een voorlichting gegeven over de Wet BIBOB aan de omgevingsdiensten en gemeenten.
1.7 Ontwikkeling Bestuurlijke Criminaliteitsbeeld Analyse (B-CBA) In het voorjaar van 2014 heeft het RIEC N een eerste bestuurlijke criminaliteitsbeeldanalyse (B-CBA) opgeleverd. In lijn met de opdracht van de minister is gekozen voor een afgebakend geografisch gebied. Daar deze eerste B-CBA bij wijze van pilot werd gestart in 2013, is gekozen voor een gebied van drie gemeenten. Het doel van deze B-CBA is ten eerste het bieden van inzicht in criminele gelegenheidsstructuren en kwetsbare plekken in de lokale maatschappelijke infrastructuur. Hiervoor is gebruik gemaakt van geregistreerde informatie van o.a. de gemeenten, Belastingdienst, politie en OM. Deze informatie is vervolgens gecombineerd met straatinformatie van experts uit het veld, in de vorm van interviews en expertmeetings. Zo is een integraal beeld opgesteld van de (geregistreerde) georganiseerde criminaliteit op het gebied van hennepteelt, mensenhandel, vastgoedmisbruik, vastgoedfraude en witwassen. De pilot is niet geheel in zijn opzet geslaagd. De B-CBA bleek niet te voorzien in de behoefte van het lokale bestuur. De B-CBA gaf op de beschreven thema’s onvoldoende nieuwe inzichten waardoor geen concrete handelingsperspectieven konden worden opgesteld. In overleg met de stuurgroep RIEC N is gekozen voor een andere opzet van een B-CBA welke wel aansluit bij de behoeften van de partners. Er is gekozen om in 2014 op het thema OMG’s voor Noord Nederland een B-CBA te maken. Dit heeft geresulteerd in de oplevering van twee B-CBA’s OMG’s welke wel aansloten bij de wens en behoefte van de partners (zie paragraaf 1.5.4.) Deze vorm van B-CBA zal in 2015 zeker opnieuw gebruikt worden, met betrekking tot de thema’s waarnaar het bestuur verzoekt. In 2014 is benoemd dat er behoefte is aan een voortzetting van een BCBA OMG’s en een B-CBA Integrale aanpak hennep.
1.8 Voorlichting In 2014 heeft het RIEC N 18 presentaties verzorgd. Een aantal gemeenteraden, Colleges van B&W, het Waddencollege en gemeente /provincie ambtenaren zijn voorgelicht over het RIEC N met bijbehorende thema’s op het gebied van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit. Zoals beschreven in paragraaf 1.5 worden diverse schriftelijke producten opgeleverd. Maar daarnaast verstrekt het RIEC N ook mondelinge adviezen. Er worden adviezen gevraagd over het uitwisselen van informatie, juridische vraagstukken en beleidsmatige kwesties. Voorbeelden zijn adviezen over de toepassing van de wet BIBOB, artikel 13b Opiumwet (sluiting van een pand na een drugsvondst), het voorkomen van vestiging van een OMG, het opstellen van een noodbevel, etc. Het RIEC N is in 41 gevallen om advies gevraagd, waarbij de advisering meestal bestaat uit een serie gesprekken op ambtelijk niveau. De voorlichtingen en adviesgesprekken beogen altijd tweerichtingsverkeer te zijn. Kennis en ervaringen van de partners worden door het RIEC N meegenomen en geïntegreerd in het werk. De voorlichtingen hebben daardoor een extra opbrengst: kennis van convenantpartners kan beschikbaar worden gemaakt voor andere doelgroepen. In 2014 is door het RIEC N 3 maal een digitale nieuwsbrief verspreid onder ruim 300 abonnees. Hierin worden actualiteiten in de criminaliteitsbestrijding beschreven, jurisprudentie aangehaald en best practices gedeeld.
Jaarverslag 2014 – RIEC Noord Nederland
- 10 -
2. Cijfermatige resultaten Resultaten – jaar 2014 Bestuurlijke aanpak 1 Behandelde casus hebben tot volgende bestuurlijke interventies geleid:
2 3
(korte) BIBOB toets Vergunningen
Geïntegreerde aanpak 4 A. Aantal casus behandeld in integrale 4 stuurploeg B. Aantal casus behandeld in andere integrale gremia 5
6
C. Totaal Aantal maal dat een thema speelde in de casus
Behandelde casus hebben tot de volgende interventies geleid
FORMAT 2 a. sluiting o.b.v. art. 13b Opiumwet b. waarschuwing o.b.v. Opiumwet c. sluiting o.b.v. art. 174a Gemeentewet d. actie flexteam/ lokaal interventieteam e. andere interventies (o.a. APV) Totaal interventies Totaal aantal toetsen a. verstrekt (eventueel onder aanvullende voorwaarden BIBOB) b. geweigerd op slecht levensgedrag c. buiten behandeling gesteld (incl. toepassing BIBOB) d. ingetrokken door gemeenten (intrekkingsgrond) e. geweigerd o.b.v. Wet BIBOB f. andere reden g. Totaal
1 0 0 14 24 39 9 10 2 1 2 2 6
3
23
a. Aantal casus met uitgevoerde interventies tot gevolg b. Aantal casus zonder uitgevoerde interventies tot gevolg c. Aantal casus met het uitvoeren van interventies in vooruitzicht
1 0 5 38
a. Mensenhandel b. Georganiseerde hennepteelt c. Witwassen/vastgoed d. Milieucriminaliteit e. Regionaal benoemde handhavingsknelpunten (ex. OMG’s) f. Handhavingsknelpunt OMG’s a. Totaal aantal bestuurlijke interventies
8 10 29 6 10 38
44
b. Totaal aantal fiscale maatregelen Totale omvang in euro: € 1.104.000 c. Totaal aantal strafrechtelijke maatregelen Bestuurlijke dossiers en rapportages 7 Bestuurlijke signalen Totaal aantal bestuurlijke signalen 8 Bestuurlijke Totaal aantal bestuurlijke rapportages rapportages
5
62 15 11
0 6 31
3
Het RIEC N heeft bij 35 vergunningtrajecten ondersteund. Dit is meer dan het totaal van de bovengenoemde aantallen, omdat niet van alle zaken bekend is wat de uitkomst is, bijvoorbeeld omdat de zaak nog loopt. 4 In de praktijk wordt dit gremium niet altijd “Integrale Stuurploeg” genoemd. De benaming is ook niet relevant; het gaat om het regionale gremium waarin in ieder geval de politie, het OM, het bestuur en de Belastingdienst zijn vertegenwoordigd en waarin de deelnemende partners (op tactische/operationeel niveau) over de aanpak van concrete casuïstiek beslissen. 5 Voor zover bekend bij het RIEC N. Het aantal kan hoger zijn. 6 Dit betreft het aantal bestuurlijke rapportages dat door de politie is opgesteld en met het RIEC N is gedeeld. Halverwege 2014 is afgesproken dat de politie alle bestuurlijke rapportages die betrekking hebben op een RIEC-thema, delen met het RIEC N.
3. Beheer en financiën 3.1 Personeel Het personeel wordt deels bekostigd uit de subsidie (volgens meerjarenbegroting) en deels om niet beschikbaar gesteld door partnerorganisaties. Functie Hoofd RIEC N Beleidsmedewerker Bestuursexpert / BIBOB Administratieve ondersteuning Accounthouder informatieplein / jurist Accounthouder Accounthouder Accounthouder Analist Analist Analist Informatiecoördinator Fiscaal specialist Belastingdienst Totaal ** ***
Aantal FTE’s 1 1 2 1 1 0,5 1 1 1 1 1 1 1
Bekostigd uit Begroting RIEC N Begroting RIEC N Begroting RIEC N Begroting RIEC N Begroting RIEC N Detachering om niet OM tot 1 juli 2014*** Detachering om niet politie t/m 31 december 2014 Detachering om niet CJIB** Begroting RIEC N Detachering om niet politie Vacant, functie niet ingevuld Begroting RIEC N Inbreng Belastingdienst om niet (2x 0,5)***
13,5 per 1 oktober 2014 eigen werkpek, geen detachering
Het RIEC N heeft in 2014 langzaam de eerste stappen kunnen zetten naar een inrichting zoals deze is 7 vastgesteld in de stuurgroep RIEC N : een functie als informatie(coördinatie)plein en samenwerkingsentiteit. Dit vereiste enkele aanpassingen binnen het RIEC N wat betreft de invulling van de functies (inrichting RIEC N) om structureel de groeiende behoefte van de partners op kwalitatief niveau te kunnen uitvoeren. Dit om te komen tot een stabiele en volwaardige voorziening. In 2014 heeft er personele verschuiving plaatsgevonden: 2 contracten zijn eind 2014 niet verlengd en 1 e medewerker heeft de overstap gemaakt naar RIEC NH. De functie van 2 bestuursexpert zal niet meer terugkomen in de inrichting. Tevens is er gekozen om de functie van beleidsmedewerker en administratieve ondersteuning (terugbrengen overhead) samen te voegen om extra geld vrij te maken voor analysecapaciteit in 2015. De vacante functie van analist is niet opgevuld daar de begroting in 2014 daarvoor niet geheel toereikend was. In 2014 is het RIEC N de verplichting aangegaan voor 2015 om drie analisten in een zogenaamd traineeship (jonge WO afgestudeerden) te plaatsen. Dit om de analyse capaciteit uit te breiden, naar wens van de convenantpartners (inrichten informatieplein). Het OM heeft in 2014 een medewerker voor 0,5 fte om niet gedetacheerd. De Belastingdienst heeft capaciteit beschikbaar gesteld binnen het samenwerkingsverband. De politie heeft in 2014 2 fte om niet geleverd. Om de mogelijkheden van het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te verkennen om als landelijk convenantpartner toe te treden, heeft het CJIB een medewerker voor een jaar om niet gedetacheerd om ervaring binnen het RIEC N op te doen en om de mogelijkheden uit te werken. Dit vindt plaats in nauwe afstemming met het Hoofd LIEC.
3.2 Inkoop De inkoop van materialen en voertuigen wordt geregeld volgens de bij de politie geldende afspraken. Het RIEC N heeft een eigen kostenplaats waarbij de aankopen het akkoord behoeven van het Hoofd RIEC N en komen ten laste van de begroting RIEC N.
7
Beleidsnotitie RIEC N 2015 > Organisatie en financiering RIEC N vanaf 2015, vastgesteld 26 februari 2014
Jaarverslag 2014 – RIEC Noord Nederland
- 12 -
3.3 Organisatie Het RIEC N is een netwerkorganisatie die beheersmatig is ondergebracht bij de politie. Het RIEC N is geen rechtspersoon. Om deze reden zijn alle medewerkers gedetacheerd vanuit hun oorspronkelijke werkgever, of hebben een tijdelijke aan- of tewerkstelling bij de politie. Er worden geen medewerkers welke gedetacheerd zijn bij het RIEC N, voor onbepaalde tijd in dienst genomen.
3.4 Huisvesting Het RIEC N is gehuisvest in het politiebureau in Oosterwolde aan de Groote Singel 7. Het RIEC N maakt gebruik van 4 werkruimtes op de bovenverdieping van dit pand. Verder maakt het RIEC N gebruik van de aanwezige faciliteiten. Door gebruik te maken van deze accommodatie wordt voor het overgrote deel voldaan aan de opgedragen beveiligingseisen. De noodzakelijke aanvulling op deze vereisten heeft het RIEC N zelf verder ingevuld.
3.5 Automatisering Er wordt gebruik gemaakt van de kantoorapplicaties van de politie en Analyst’s Notebook. Het beheer wordt uitgevoerd door VTS-PN. Landelijk wordt gewerkt aan eigen RIEC databases; RIEC-IS en Fileshare. RIEC-IS is in 2013/2014 voortdurend getest. Dit heeft helaas nog niet geleid tot een goed werkend informatiesysteem dat de uitwisseling van informatie tussen het RIEC en hun partners en tussen de RIEC’s onderling kan ondersteunen. Uitrol van de nieuwe versie RIEC-IS wordt naar verwachting in 2015 gestart. Het RIEC N sluit hier bij aan wanneer de nieuwe versie beschikbaar is. File-share is inmiddels wel operationeel en wordt gebruikt om op veilige wijze documenten, verslagen, handleidingen etcetera uit te wisselen met convenantpartners.
3.6 Communicatie In 2014 is in de formatie geen ruimte ingeruimd voor een medewerker communicatie. Er is één medewerker belast met dit onderwerp als neventaak. De werkzaamheden betreffen vooral het verbeteren van de communicatie tussen het bureau RIEC en de convenantpartners. Ook wordt deelgenomen aan het periodiek landelijk overleg van communicatiemedewerkers. Onderdelen hiervan zijn bijvoorbeeld het opmaken en verspreiden van een digitale nieuwsbrief, het leggen van contacten met communicatieafdelingen van partnerorganisaties, het standaardiseren van de producten van het RIEC N en het geven van diverse voorlichtingen / workshops. Daarnaast is er extra aandacht gekomen voor de communicatie met gemeenten tijdens het uitvoeren van een casus.
3.7 Opleidingen Het RIEC N leidt in principe geen medewerkers op. Er bestaat alleen mogelijkheid een opleiding te volgen die gericht is op het vergroten van expertise of het aanleren van vaardigheden die vereist zijn voor het uitoefenen van de functie. In 2014 heeft slechts één medewerker een opleiding gevolgd.
3.8 Financiën Voor dit onderwerp wordt gebruik gemaakt van het door het Ministerie van Veiligheid en Justitie vastgesteld format (bijlage 4.2). Hierin is zichtbaar welke bijdragen zijn geleverd door het Ministerie van Veiligheid en Justitie en door de partners in de regio en op welke wijze het budget is besteed. In deze paragraaf wordt slechts de verkorte versie weergegeven: Regionaal Informatie- en Expertisecentrum Noord Nederland Exploitatie 2014 Inkomsten Subsidie V&J Bijdragen provincies Overschot 2013 Huisvesting en automatisering (Bijdrage politie)
Bijdragen in uren Gemeenten 922 uren Belastingdienst 2510 uren Politie 4469 uren OM 1212 uren Totaal
€ 735.000 € 45.000 € 9.115 € 103.962
€ 74.682 € 203.310 € 361.949 € 98.172 € 1.631.190
Uitgaven Personele lasten Gekapitaliseerde uren Huisvestingskosten Automatiseringskosten
€ 642.240 € 738.113 € 71.909 € 32.053
Overige kosten Bijdrage DVO LIEC Totaal
€ 20.542 € 38.100 1.542.957
Toegestane 5% reservering V&J* Voorziening DVO LIEC** Voorziening Analyse formatie*** Totaal
€ 36.750 € 6.483 € 45.000 € 1.631.190
Toelichting exploitatie 2014: Subsidie V&J* De subsidie-eis van het Ministerie van Veiligheid en Justitie houdt in dat het RIEC N tegenover de subsidiebijdrage van € 735.000 eenzelfde bedrag moet ontvangen wat mag bestaan uit geldelijke bijdragen, personeel / huisvesting om niet of uren welke convenantpartners bijdragen in het RIEC N verband. Het RIEC N heeft in 2014 ruim aan deze eis voldaan door het opvoeren van € 738.113 aan gekapitaliseerde uren. *Het Ministerie van Veiligheid en Justitie staat toe dat 5% van het subsidiegeld mag worden meegenomen naar het volgende jaar, in casu € 36.750 (€ 735.000 x 5%). Daar de voorlopige factuur ten behoeve van de Dienstverleningsovereenkomst LIEC (begroot € 60.000) voorlopige aanzienlijk lager is uitgevallen is deze reservering overgeheveld naar de post toegestane reservering 2015. Dienstverleningsovereenkomst LIEC** In de begroting van 2014 was ingevolge de dienstverleningsovereenkomst (DVO) van het LIEC €60.000 gereserveerd. Het LIEC heeft echter in december 2014 een voorlopige conceptfactuur gestuurd van € 38.100. Dit betrof een voorlopig bedrag omdat nog niet alle facturen binnen waren bij het LIEC en er nog uitgaven dienden te worden gedaan. De definitieve factuur wordt verwacht in het eerste kwartaal van 2015. Het RIEC N heeft echter in 2014 wel rekening gehouden met een reservering van € 21.900 met betrekking tot de DVO. Deze is overgeheveld naar de post toegestane reservering (zie subsidie V&J). Daar in het eerste kwartaal van 2015 nog een definitieve factuur naar de RIEC’s wordt verzonden is hiervoor een post voorziening DVO LIEC opgemaakt: € 6.483. Dit betreft om en nabij het verwachtte factuurbedrag DVO LIEC. Voorziening analyse formatie*** Eind 2014 is het RIEC N de verplichting aangegaan (met toestemming Stuurgroep RIEC N) om de analysecapaciteit te intensiveren. Er zijn drie analisten (zogenaamd WO traineeship) aangesteld conform het inrichtingsplan 2015. Deze analisten worden gefinancierd middels deze post voorziening analyse formatie en uit de gemeentelijke bijdragen. De gemeenten gaan per 2015 namelijk ook geldelijk bijdragen aan het RIEC N ( € 0,10 cent per inwoner). Exploitatie 2014 Ten opzichte van het jaarverslag 2013 kan gesteld worden dat het RIEC N in 2014 de financiën weer op orde heeft gekregen.
Jaarverslag 2014 – RIEC Noord Nederland
- 14 -
4. Bijlagen 4.1 Voorbeelden van casuïstiek Casus schijnbeheer horeca In het kader van een gebiedsscreening van panden en horeca in een gemeente leidde dat tot een advies aan de lokale driehoek. In dat advies werd aandacht gevraagd voor een horecaonderneming nu daar duidelijke signalen omtrent witwassen en schijnbeheer zichtbaar werden. Dit leidde tot het voornemen van de gemeente tot intrekken horecavergunning. De desbetreffende horecaondernemer heeft dit niet afgewacht en heeft de zaak verkocht. De Belastingdienst heeft een boekenonderzoek uitgevoerd en een boete inzake omzetbelasting opgelegd. Casus OMG • Een OMG heeft zich niet aan de voorwaarden gehouden, welke gesteld werden door een gemeente. Dit veroorzaakte overlast op het gebied van openbare orde en veiligheid. Er is door de gemeente een besluit last onder dwangsom uitgereikt aan de bestuursleden van desbetreffende OMG. • Op een locatie in de gemeente bleek een clubhuis gevestigd te zijn van een supportclub van een OMG. Op de locatie woont een lid in strijd met het geldende bestemmingsplan. Aanvraag horecavergunning is geweigerd door de gemeente. Het bestuur heeft een zogenaamd stopgesprek gevoerd met de motorclub. Bestuursdwang is toegepast m.b.t. bewoning in strijd met het geldende bestemmingsplan. Uiteindelijk resultaat dat op de locatie geen clubhuis meer is gevestigd en het lid is vertrokken. • In een dorp wordt jaarlijks een motorevenement georganiseerd. Enkele dagen voor het evenement wordt bekend dat een OMG met bijbehorende vrachtwagen mogelijk naar het evenement komt. In een andere gemeente waren eerder dit jaar negatieve ervaringen met de komst van deze vrachtwagen en het niet houden aan gemaakte afspraken. De gemeente heeft een noodbevel opgesteld om te voorkomen dat desbetreffende OMG met de vrachtwagen overlast zou veroorzaken op het gebied van openbare orde en veiligheid. De vrachtwagen heeft dit motorevenement niet bezocht. Wel waren er grote groepen OMG leden van diverse clubs uit de regio aanwezig. De sfeer was op sommige momenten grimmig en de organisatie heeft besloten om volgend jaar een dergelijke dag niet meer te organiseren. Casus recreatiepark In de lokale driehoek van een gemeente is besloten het RIEC N te verzoeken onderzoek te verrichten naar een recreatieterrein in verband met de huisvesting van arbeidsmigranten, signalen van uitbuiting en oplichting en naar later bleek, de (mogelijke) vestiging van een OMG in een gebouw op dit terrein. Naar aanleiding van dit verzoek heeft een integraal overleg plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van de Gemeente, Politie, Belastingdienst en het RIEC N. Het bestemmingsplan laat alleen recreatief gebruik van het terrein toe en geen permanente bewoning. Op het recreatieterrein waren naast een bedrijfswoning en een kantinegebouw ook stacaravans geplaatst waar arbeidsmigranten werden gehuisvest. De gemeente wil dat het recreatieterrein conform bestemming wordt gebruikt. Na een analyse van het RIEC N blijkt dat op grond van de gewijzigde wetgeving en jurisprudentie door de gemeente ook tegen de verhuurder van de chalets kan worden opgetreden, wegens het laten gebruiken van het recreatieterrein, wat in strijd is met het bestemmingsplan. Na een integrale controle kwam vast te staan dat een groot aantal chalets werd gebruikt voor de (permanente) huisvesting van arbeidsmigranten. Hier is door de gemeente tegen opgetreden. Toen bij een integrale controle werd geconstateerd dat het hoofdgebouw zonder vergunning, als horecabedrijf in gebruik was, en de gemeente hiertegen wilde optreden, bleek dit tijdens de tweede controle niet meer het geval te zijn. Ook de leden van de OMG bleken het gebouw verlaten te hebben. Vermoedelijk vanwege de controles op het park, maar ook omdat externe partijen de verhuurder onder druk hadden gezet. Deze integrale aanpak heeft tevens geleid tot een fiscale inbeslagname van een aantal dure goederen bij personen die fungeerden als verhuurder en werkgever van de gehuisveste arbeidsmigranten. Daarnaast loopt er intussen een stafrechtelijke aanpak naar een van de betrokken personen.
Casus hennep Er wordt in een woning een hennepkwekerij aangetroffen. Het betreffende pand was eigendom van een lokale ondernemer welke onder meer diensten verzorgde voor de gemeente. Hangende het politieonderzoek naar de aangetroffen hennepkwekerij heeft de gemeente de relatie met de ondernemer stopgezet. De ondernemer bleek bekend met de aanwezigheid van de hennepkwekerij. Bovendien was bij de politie bekend dat de ondernemer contacten onderhield met personen die aan de hennepteelt gerelateerd zijn. De bestuurlijke driehoek van de gemeente wilde daarom zicht krijgen op alle relevante, bij de gemeente, politie en Belastingdienst, aanwezige informatie, betreffende de ondernemer en zijn relevante relaties, teneinde vast te kunnen stellen in hoeverre sprake was van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit in de vorm van hennepteelt en witwassen. Uit onderzoek is gebleken dat een aantal vergunningen van de ondernemer niet op orde was en er mogelijk sprake zou zijn van witwassen. De casus is integraal opgepakt. Casus mensenhandel De ketenregisseur mensenhandel ontving van een gemeente een signaal van mogelijke uitbuiting van werknemers van een bedrijf. De gemeente had bij handhaving van het bestemmingsplan een situatie aangetroffen die tot zorgen leidde. De ketenregisseur heeft een aantal mogelijk betrokken partijen bij elkaar gehaald, namelijk de vreemdelingenpolitie, IND, arbeidsinspectie (ISZW), Belastingdienst en uiteraard de gemeente. Onder begeleiding van het RIEC N is informatie uitgewisseld tussen deze partijen. Na overleg tussen deze partijen is besloten een gezamenlijke controle uit te voeren door politie, arbeidsinspectie en gemeente. Bij deze controle (zijnde toezicht op diverse regelgeving) is bijzondere aandacht geweest voor eventuele signalen van uitbuiting. Deze signalen waren er echter niet. Het overheidsoptreden heeft een monodisciplinaire opvolging gekregen. Casus BIBOB • Gemeente heeft in het verleden slechte ervaringen met een café gehad. Nu dient zich een nieuwe exploitant aan. Er zijn direct vraagtekens bij de financiering en betrokkenheid van derden. Het RIEC N heeft ondersteuning geboden in de fase van eigen onderzoek. In dit geval het beoordelen van de ingevulde vragenlijst, de compleetheid van de aanvraag en het maken van een brief om te vragen naar aanvullende documentatie. Toen de gegevens uitbleven heeft de gemeente besloten de aanvraag buiten behandeling te laten. Direct werd ook een handhavingstraject opgestart, om er voor te zorgen dat het café niet zonder vergunning open blijft. • Een BV vraagt een vergunning aan. De plannen en financiering zijn onduidelijk. De gemeente is door het RIEC N voorzien van gegevens van de Belastingdienst. Daaruit bleek dat de aanvragers niet veel eigen vermogen hadden. Uit andere bronnen bleek dat de onderneming een zorgbedrijf had gehad dat dubieus failliet was gegaan. Inmiddels was de partner een zorgbedrijf gestart. Betrokkenen werden uitgenodigd voor een gesprek waarbij de gemeente flink heeft doorgevraagd over de financiering. De ondernemers wilden geen gegevens aanleveren over het desbetreffende zorgbedrijf, terwijl die zou optreden als financier. Toen de gemeente aangaf een advies aan te willen vragen bij het Landelijk Bureau BIBOB, werd de aanvraag door de ondernemers ingetrokken.
Jaarverslag 2014 – RIEC Noord Nederland
- 16 -
4.2 Financiële verantwoording 2014 Inkomsten RIEC Bijdragen ministerie V & J: RIEC algemeen (cofinanciering) 100% subsidie Overschot 2013 Subtotaal Geldelijke bijdragen partners: Gemeenten Provincie Politie Subtotaal
€ 735.000
Uitgaven RIEC Personele kosten: Personele lasten
€ 642.240
Gekapitaliseerde uren partners
€ 738.113
€ 9.115 € 744.115 €0 € 45.000 € 103.962
Subtotaal Huisvestingskosten: O.b.v. HAFIR tarief 2014 (10,8 fte)
Bijdragen in uren en/of loonkosten: uren loonkosten Gemeenten 922 € 74.682 Belastingdienst 2.510 € 203.310 Politie 4.469 € 361.949 OM 1.212 € 98.172 Overigen Totaal uren en/of 9.113 € 738.113 loonkosten
Totaal geldelijke inkomsten
€ 71.909
€ 148.962 Subtotaal Automatiseringskosten: O.b.v. HAFIR tarief 2014 (10,8 fte)
Gekapitaliseerde uren (totaal x € 81)
€ 1.380.353
€ 738.113
€ 1.631.190
€ 71.909 € 32.053
€ 32.053
Subtotaal Overige kosten: Overige kosten
€ 20.542
Bijdrage LIEC
€ 38.100
Subtotaal Totaal Saldo per 01-01-2015 - Voorziening DVO LIEC € - Voorziening analyse formatie - Reservering 5% subsidie V&J Totaal uitgaven
€ 58.642 € 1.542.957 € 88.233 € 6.483 € 45.000 € 36.750 € 1.631.190
© 2015, Regionaal Informatie en Expertise Centrum Noord Nederland (uitgegeven in eigen beheer). Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder bronvermelding worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door print-outs, kopieën, of op welke andere manier zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. http://www.riec.nl/noord
Jaarverslag 2014 – RIEC Noord Nederland
- 18 -