fr. 5-00
X I
VOOR NOORD-NEDERLAND franco
25.
De abonnementsprijs is voorop bctaulbaar.
Aankondigingen 20 c* den drukregel.
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
fr. 5-00
JL.
A janrs, met do post besteld.
VOOR NOORD NEDERLAND franco
3 g.
BUREEL VAN HET BLAD :
Hij was de stichter en inrichter van het Vlaamschgezind liberalisme, dat de oudo liberale partij van Vlaamsch-België in nieuwe wegen heeft gebracht. Hij was niet de stichter, maar was de hervormer en uitbreider van het WillemsFonds, waar hij, vijf-en-dertig jaar lang, de ziel van was en waarvan hij de citadel gemaakt heeft van de geestelijke ottvcogiling van Vlaanderen. Op Conscience's standbeeld te Antwerpen heeft men te recht deze bondige woorden geschreven : « //*/' /ee?v/<" w/« vo//£ /röra. »
23,
te
Gent
85.
De abonnementsprijs is voorop betaalbaar.
Aankondigingen
VERSCHIJNENDE ELKEN ZATERDAG
Afzonderlijke nummers zijn te bekomen bij AD. HOSTE, Veldstraat, J. VÜYLSTEKE, Koestraat, en bij alle gazetverkoopera, tegen 10 cent.
DOOD VAN JULIUS VUYLSTEKE.
Jeu
SBELAN
'» jams, met de post besteld.
3 g--
Hummer 3 .
Zaterdag 17 Januari 1903.
en dertigste jaar.
20c» den drukregel.
Alle mededeelingen, brieven, handschriften, enz., vrachtvrij te sturen : Ao» de redart/e van /»c< Vottsfte/anp, Galgenberg, 23, Gent.
in de laatste jaren geweest zij, toch was die -kleine grijsaard in onze stad populair gebleven. Algemeen was de eerbiedige achting van groot en klein voor den bescheidenen boekhandelaar it
wondering toe voor al de diensten door hem bewezen aan de volkstaal en aan de zedelijke en geestelijke belangen van het volk, lot nadeel van zijn eigen belang. Allen,
Onz« stad heeft eenen harer meest verdienstelijke zon^n en België eene zijner eigenaardigste figuren der 19"*° eeuw verloren in den persoon van Julius Vuylsteke. De jongere tijdgenooten zullen dit maar half begrijpen, omdat zij van Vuylsteke niet veel meer gekend hebben dan den ingetogenen somberen gedrukten grijsaard, dien men in den achterwinkel van zijnen boekhandel der Koestraat zag zitten of over straat zag stappen, zich zonder opkijken naar het Stadhuis spoedend om er op het archief te gaan werken. Maar de andere Gentenaars, die de jaren 1860 tot 1880 beleefd hebben, kennen nog eenen gansch anderen Vuylsteke : den man, die door zijn karakter, zijn talent, zijne eerlijkheid eene groote plaats innam in het geestelijk en politiek leven der Arteveldestad ; die aan 't hoofd stond van eene belangrijke groep der üentsche liberale partij: de liberale Vlaamschgezinden van (jent en — men mag er wel bijvoegen — van geheel het land; die de ziel was van 't WillemsFonds; die in den Gemeenteraad een groot gezag had weten te veroveren, ondanks zijn flatningiintisme, dat alsdan op het Gentsch Stadhuis van zeer geringen tel was; die op het punt geweest is naar de Kamer te gaan, waar hij stellig op den eersten rang zou geschitterd en wellicht eene groote rol in de Belgisch* politiek zou gespeeld hebben... En daarenboven was die man een der besle dichters van de Nederlandsche letterkunde in de tweede helft der 19<"« eeuw, waar hij eene gansch eigenaardige plaats JULIUS VÜYLSTEKE heeft ingenomen als onnavolgbaar zanger 183Ü-1003 van het studentenleven en als bezielde verkondiger van vrijzinnige en sociale idealen. Ook een onzer drie of vier allerbeste Vlaamsche redenaars der vervlogene eeuw is die man te gelijk geweest. Ook een prozaIndien Vuylsteke niet uitdrukkelijk in allen eerden in hem een smetteloos karakter, schrijver van hooge verdiensten, zooals de zijn testament verboden had him welkdanig onbuigzaam als ijzer, rein als goud. vier deelen zijner FemmeWe Prozasc/m/- gedenkteekan ook op te richten, zou men er Zijn heengaan zal niet alleen te Gent met *» het bewijzen. Eindelijk ook een geleerde op kunnen schrijven hebben : #«/ /em/e aandoening worden vernomen, maar ook in van den eersten rang op het gebied der gegeheel het land en niet minder in Noordschiedenis en der oudheidkunde. En dat alles met opoffering van zijn eigen Nederland, waar zijn naam' algemeen werd geluk en belang; want hij sterft zonder eenig in eere gehouden, als dia van eenen echten * • fortuin, na in de dertig laatste jaren van dichtttr, van eene sympathieke krachtige Hoeveel gaven van geest en van hart had zijn leven om het winnen van hat dageiijksch figuur der vroegere Nederlandsche Congresde natuur in hem vereenigd ! Eéne gaaf had brood dapper gezwoegd te hebben. sen en van de edelste type van den VlaamIn 18^7, ter gelegenheid van de hulde, scheu strijder voor moedertaal, recht, licht, zij hem nochtans stiefmoederlijk geweigerd: de gave om gelukkig te zijn, de kans. Nooit die hem gebracht werd wegens de onschat- rede en vrijheid. heeft de grillige Fortuna dien somberen eer- bare diensten, welke hij aan de geestelijke lijken man een oogenblik willen toelachen. ontvoogding van het Vlaamsche Volk beweDoor eenen samenloop van ongunstige zen heeft, sch-eVf //e* F o / ^ e / a / ^ .• « Zelfs aan zijne politieke tegenstanders omstandigheden en door eene oph'ooijing van tegenslagen, zoo talrijk en afgewisseld, dat boezemt zulk een onwrikbaar c besmet In zijn testament, gedagteekend van zij, onder tien menschen verdeeld, nog ruim karakter eerbied en achting ia. Zij vergui12 Mei 1895, vraagt Julius Vuylsteke om te veel zouden geweest zijn, is Vuylsteke's zen hem met de pen en met den mond, maar loopbaan, na eenige jaren van schitterenden eeren en bewonderen hem in het geh<-ina op de eenvoudigste wijzo o#ry«7«/'£ begraglans, eene sooitvan tragische en onver- huns harten. En wij, liberale Vlamingen, ven te worden : « zonder rouwkapel of versierde lijkkamer, zonder bloemen, kronen wij zijn fier op hem ! » diende schipbreuk geworden. Ja, wij zijn er fier op, dat uit onze rangen en kransen, zonder alle dergelijke praalverMaar in zijnen goeden tijd heeft hij groote diensten bewezen en groote daden verricht. zulk een man is te voorschijn gekomen, dia toooing. » Hij verlangt ook « uitdrukkelijk », dat er Op de Gentsche Hoogeschool ontplooide een toonbeeld mocht heeten van al do burhij het Vlaamsch- en volksgezind vaandel gerdeugden en die zijn volk gediend heeft ten sterf huizo of op het kerkhof volstrekt van 7 # a / ?<;e/yaa«, waar hij de stichter en met een onbaatzuchtigheid zonder weerga. geene redevoeringen uitgesproken worden a en dat er in den ^«wwa«Ve van de Koninkinrichter van was en dat de kweekschool lijke Academie of in de uitgaven van andere van de liberale flaminganten voor geheel | vereenigingen, waar hij lid van was, Hoe öül en teruggetrokken zijn leven ook Vlaanderen is geworden.
Vuylsteke's testament.
geen levensbericht van hem worde opgenomen. » Verder verlangt hij « ten stelligste », dat zijn lijk in geenen grafkelder geplaatst worde, maar dat het begraven worde « in den vollen grond op zijn volgnummer. » Ook wil hij, dat er « geen gedenkteeken boven zijn graf of elders' te zijner nagedachtenis worde opgericht. » Tot de «vrienden en ken nissen,die, zonder zijn bepaald verbod, wellicht zouden bijgedragen hebben tot het bekostigen van bloemen of van een gedenkteeken », richt hij « het verzoek », dat zij hunne giften zouden besteden « aan eenig nuttig Vlaamsch vrijzinnig werk, bepaaldelijk aan de ondersteuning van het ^«//evwa-i'Wc/s. » * * Wij vernemen, dat eenige vrienden van den duurbaren afgestorvene zich reeds vereenigd hebben om inschrijvingen in te zamelen tot het oprichten van een
De verschillende vrijzinnige maatschappijen onzer stad worden dringend uitgenoodigd zich Maandag, te 2 1/2 uren, op de begrafenis van Julius Vuylsteke te laten vertegenwoordigen door haar vaandel of kartel en eene zoo talrijk mogelijke afvaardiging. —=—
Julius Vuylsteke. 1836-19OS Julius Vuylsteke is niet meer. Hij overleed te Gent den Vrijdag 16 Januari 1903, te 1 uur 's namiddags, in den ouderdom van 67 jaren. Op 12 December II. had hem eene beroerte getroffen en sedertdien was zijn toestand hopeloos. Tot het einde toe heeft hij de volkomen helderheid van zijn verstand bewaard en heeft hij onmenschelijke pijnen moeten lijden. Het leven wilde maar niet scheiden van dien man van kracht en van wil. Eindelijk kwam de dood hem verlossing aanbrengen uit al hetgeen hij op aarde heelt geleden. Nu dal Conscience en Van Heers en Heremans en Gezelle en Sleeckx en Benoii beurtelings zijn verdwenen, was Julius Vuylsleke de meest karaktervolle en eigenaardigste persoonlijkheid ouder de nog levende mannen der Vlaamsche beweging. Mei hem daalt eene brok geschiedenis van het Vlaamsche volk, ja van den Nederlandschen stam in het graf. Van hel eerste geslacht blijft, sedert Sleeckx' dood (Oct. 1901), niemand meer over buiten Emanuël Rosscels te Antwerpen. Van hel tweede geslacht, dal lusschen 1830 en 1840 geboren werd, zijn veel strijders ook al weggemaaid. Tony Bergmaan, Rosalie Loveling, Frans De Cort, Emanuël Hiel, Peter Benoil, Guido Gezelle, enz., zijn reeds henen. Alleen Julius De Geyter, Virginie Loveling, Max Rooses, Antheunis en Wazenaar heeft de dood gespaard. Deze laatslen zijn nog allen kloek en groen ondanks de jaren. Mochten zij lang nog
^^»
•
werd toevertrouwd (Nov. 1854); — door het bezoeken. Alzoo sloot hij nieuwe en herlitevriend- I VuyNiekn UflMHulaVN verschijnen der Genttohe $/W!fefl<»n-lifft«iaft. sehapsbanden mei Levisohn Norman, Banek, den lateien hoogleeraiir Quack, Ziiwneiiniinn en kran* rond, Ae/i (1854.) en der twee bundels /Vooni »/i Zujtf, vo||, Op het Athenaeum. waar studenten van Vlaamsch-België en Holland anderen. U , e Julius Pieter Vuylsteke werd te Gent den onderling aan meewerkten en waarin Vuylsteke j ledereen gevoelde, dat er .eis in V laam-eli f gulden „,,„|„, zich als eenen dichter van den eemten rang deed ' België veranderd was, nu de b'oein der siudee- lueh«kaaleel«j Kn bij deed |„'., 10 (November 1836 geboren. ''"'V,' me, Zyn vader was er lid der magistratuur en een kennen, terwijl Tony BergHKMin, Nap, de Pauw, rende jeugd van de Gtwuohe Hoogesehool i»t de ' • • " ' " • " ' ' " - • . < • • ' " • , , , ( , „ . , , "'•«lui -•"•• k van de leiders der liberale partij; hij maakte Krnesi Houdei, Karel De fclercq, öilstasf Rolin, Vlaamsehe Beweging loegeireden was en levenl Cdhiiel Hagé eh Désiré Cop'péè als veelbelovende de liberale banier in de hoogte Iwaaid*, terwijl /.ij dan loe •••reere,ler»„„|,.„, gedurende jaren deel uit van den Gentscher Nederlandsche prozaschrijvers opiradeti (Tony droomde van een grooi Nedcrlanl. En dm al lel Gemeenteraad en stierf als raadsheer aan he ,, "TII „ „ _ ' ' - ' « V < nsf-7 alleen hfeéft Idler schitterend woord gehoudfflj; was groetten deels Vuylsieke's werk. Ni hun IK Beroepshof. \t..l..rlai„M„.„ Toch had Julius Vuylsteke wegens bijzondere — door het bezoek van den beroemden" Duu- 'l£rt/ We/ f^rt;» de kweekschool gebleven, waaruit Noordiens (Frlheoli Hnvern t i n , l) i '«'i< schen dichter en geleerde Hoffmann von Fal- de leiders van hei Vlaamschgezinde libfralitnêi omstandigheden eene zeer bittere kindsheid ei lleiniHniiHeb en fijn ook ' " ' " " ' Bi,„ jeugd, die op zijn gemoed eenen stempel van lersleben in' wlrn Alzoo stond hij op het atheiueum van <«e. ' Ie gansche pers en de kamers in beroering balie eene leer eervolle plii.ils. Ili l rerlil kende Bad /«•/,/, aan 't hoofd van zijne klas, en de tegenwoordige werden gebracht door ,ie heftige mandemen- hij grondig en «>JM tpreekwoonlelyke eerlijkheid ' '•"«wnJ ' A/ rector der Gentsche Hoogeschool, Prof. Vander ten van de bisschoppen van Gent en van gepaard mei /iju ongemeen redenaanialeni Mensbrugghe, was zijn geduchtsle mededinger, Brugge tegen de « goddeloozc . Roofètetiool M'lieneii voor h e m e e n e h e e r l i j k e lot koliMl Ie nge gloeiende •aaroeptan U men-, ^ . '"-r,, j„ die hem nu en dan ook wel klopte. Toch ver- van Gent; — en door de banbfikiemi der o p e n e n . !)<• j o n g e sliijfge V iiylstt k e , Zoo Koei en li., /n i . ' ^'''iimit I '••'•'" 'iel wierf Vuylsteke herhaaldelijk belangrijke prijzen pauselijke commissie van den //,«/yo tftcfe «'t sal wel g a m . (1857), hartstochtelijke liefde wist in Ie boezemen. En Voor i n n , ( i i e i u n i nu en dan e n k e l e adi Vuylsteke stond aan 't hoofd van al die woelig) dat vak was de alsdan alom miskende moederi («ent in de m o e d e r t a a l , in, Kerd. Van il • zaken en gebeurtenissen. Door zijn overweldigend befce, k a r e l \ , t o keker en I taal. Wij hebben J. F. J. Heremans genoemd. Vuylsteke zelf getuigde er later van, sprekende talent, door zijne redeoaaragaven, door ijjneo J.iiius V u y l s i e k e deed b e i i a t e g e o d o i organiaatiegeeet en door zijnen aterkea wil beover de eerste leden van 7 Z«Z wei f/aarc : mati>; van ,ien eersten keer HI en / I J „ kranig | ' ^ "»l'"-ke I, l„v,|i I heerschle hij de geheele studentenwereld. SomI werkte weldadig o f n f c d e njawr eo,,n,, Al de eerste leden dankten de Vlaamsche gevoe- ber en pessimistisch bleef aoeèlaaa zijn gemoed * "I' ' ' ^ ' ' '»•• > i » • , d i e a< lens, waarmee zij bezield waren, aan den invloed ie midden vao. al de atodeateavreugdeo, die bij van Prof. Heremans, hunnen leeraar van Vlaamsrh I Ie r e d m hei | m zijne gedichten zoo schilderachtig en zoo triaetl of /WerrfuiMe/i (er waren er toen nog m>iar weinig, ^ I L'clilbaiiken optrad, die .'W/er/ar/rf/irA dorsten zeggen). Zelf nog jon« heeft bezongen.
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
voor de kunst en voor het vaderland behoude» blijven.
I
;;
E
(hij was den 25 Januari 1825 te Antwerpen geboren en telde dus slechts 20 jaren, toen hij in 18V5 aan ons athcnajiiiii gehecht werd) wist bij bij eraige zijner leerlingen het heilig vuur aan Ie blazen. Gedurende de eerste jaren mocht hem dit maar bij icer enkelen gelukken; doch in de jaren 1850 en volgende kreeg hij in de hoogere klassen een geslacht, waarop zijne pogingen met eenen beien n uitslag bekroond werden, lleremans was toen In zijnen besten tijd.
•Mei i e iga j o n g e
\
aaadrdaan
J u l i u s ' porlrrl door Ton».
Van Aelhro.ek, L | | | i,
Zijn Iqdgeaooi Tony heeft Uier van hem en van / Z«. wc/ ,y„a,j ia zijnen in<esfeilyk
II
£meeJ Stad (1873) een neesterltyk p,.nrei ge. |
lit'
•aieu ia i lukie.
l e e k e u d , w a a r i n d e J u l i u s uit zijnen siu.l. ni,i,iij,i z o o p l a s t i s c h v ó ó r
1
) beproefde dij .
il |
wurjiar . . ' ._ \j.,-
"" ""'""
ub
Meer dan eens hebben wij Prof. Heremans van Het voorzitter, lup n a V JtW (kei MiéJt] il.il «He zijnen kant hooren vertellen van de uitzonder- maanden verandert - .tudenten — wordt diea da« waargenon» n do<>r . en joufteliiiK i r en lijke geestesgaven van zijnen leerling Vuysteke. klem van Kci-lte, maar breed van sel.oiH, r,, * . ,„r Siellig zou hij ook over hem geschreven hebben v;ui booW, gespierd van bal*, boog in kleur- wien, ,ur«. I wat hij in 1875 na Tony Bergmanns' dood (1) kleine grijze oogen iet* kouds en levei bebbenj wieoi hoogblonde knevel e n e dikt, over dezen anderen uitslekenden onder zijne " overschaduwt, die meetlat t„t ,k weel niet «rik' Lij leuelljK leerlingen zegde : uiiHnikkmg viio iiHMiii ,,,-, ,•„ reraehtlng geplooid Hij nam plaats op de binken van hét stedelijk atheneeum te Gent, waar hij zich weldra onder zijne schoolmakkers door de vlugheid en de fijnheid van zijnen geesi onderscheidde. Bij de behandeling der onderwerpen, welke den leerlingen ter oefening in het Nedcrlandsch werden opgegeven, verniste tie jonge student loen reeds zijnen leernar, niet mm door de eigenaardige opvatting dier onderwerpen als door het schilderachtige van zijnen stijl.
•
•
" .1 rfebl zieh op au noemt mij welkom met ,„„'„ iware O M t t e a d a l men verwonderd opkijkt zulk o«eh geluid uil w o een klein la^rumenfichooren « V nend en broeder Sta.. . _ „.„, ,„j , „ , , , - «in aaaia der moedertaal, la n a a i . . o 1„, • j " " ^ VlMm«:b,o land, in «aam van on. alleu «.he K«j h.er vereeuigd net t„t vrrdodigl... „„te, •«•«•kende reebten, dr«i ,k • de broHer ^'
'i"K,,
tllcii
j |^
••««e. tot nj
t, \
*"
i
, (|i
fierllfBd
I
H'liiliMI
I
i N Ill
h
^
aW i
op i,
i.
vrienden,
LirA
|
Tony en Julius waren inderdaad schoolmak- «Mbeva.iiael;atrijdinonie*gH"dewn' , kers op het Gentsen Athenaeum. Voor hun leven « de zonen " o Breidel. De Conii.ck «•„ A « en eens zal Vlaanderen optiaau uit de ell, u Ied lang bleven zij boezemvrienden. Ook met den « de vernederloi ! • rykbegaafden Eugeeu Cogen, die laier geneesEn bij .prak die woorden met een kl.m in heer werd, met Ledeganck's dochter trouwde en stem, een kracht en een Bedruk zoo voorbarig gestorven is; en met Karel De het bij hem geea louter tij iiieeiiinjf gold, ninar eene Clercq, Ernest Houdei, Victor Van Wilder, onwrikbaar geloof, dat de Gustaaf Boliu-Jaequemyns, Prosper Claeys en Leo van Aelbroeck had hij eene onverbreekbarc vriendschap gesloten. Waar Vuyls.eke vooral zijnen stempel op drukie. was op de richting van '| Za/ »«/ , „ J Op de Hoogeschool. - « 'g Bal wel gaau ». Hij verkondigde de nieuwe leeHng, dat elke ware Allen vonden elkander terug aan de Gentsche Vlaming tevens Viaamsehgezind e„ KberaaJ Hoogeschool en brachten er hun Taalminnend "'otHtXWrt M tStiu zooals hij hei later uitdrukte genootschap 'I Z«< «*/ y«a» over, dal nog aan • en daarbij even onwrikbaar .Nederlandsen^' 't Athenaeum rondom de kachel der klas van «iud moeten zijn. Hij zelf schreef daarover veel poësis den 21 Februari 1852 was gesticht gewor- later en met zyue gewone bescheidenheid : den door Julius Vuylsteke, door Victor van Wat vooral de aandacht vestigde, wns de ienc, i Wilder, die te Parijs in 1892 als muzikale criti- overmoed, die in de uitgaven van '< Zu* u, ï ** cus van naam en verdienste is gestorven, en door dmirstiaaldc, de kloeke vrijzinnig . n l i - p a , S e Isidoor Haemelinck, die in 't buitenland hande- «eest dien z.j ademden (iet» wal toen i„ d« v L , «cbe beweging zoo goed al< niouw wa«), en 1 laar is geworden. onverbolen Nedfrlandscbgozindheid, die er Met zijne nuchtere waarheidsliefde en verre- lucht in gaf, o. a. door de aanneming de zogde Holbindsche spclliug (iets wat toen i gaande bescheidenheid heeft Vuylsteke zelf de nieuw was). geschiedenis van De em-/* ;«,-«;« „„» 7 Za/ we/ De clericale drukpers viel d«- G-ntsel,,. „ud,.„. #<wrc verteld in den GenUchen van 1885. Het was een lol, wanl er was Gentsche Hoogeschool, gekenmerkt door" hel c aan het btfcwind; Frans de bekomen van den eersten Nederlandschen leerhun een geesiij/ lied, Gevaert gang na 1830, door de jonge mannen van •< 2a/ B muïiek voor twee hunner: we/tftta« aan de kamers en aan het Ministerie M. de Vries schreef i*uu uit afgedwongen, leergang die aan Prof. lleremans brief van warme aanmoediging. _ ft . Vuylsteke was ook de eerste Vlaamsehe studen, (1) Voorrede op Tony's r-«r««vtf, uie niet de makkers uu hel Noorden gere (Gent, Ad. Hoste, 1876). aanknoopte en ze i •
::: nen. I
"J'iU/UfH uit
ie j.ireit'50
leeling,
'"- • venen, m oen
..
"
i
ki
len'.ri' Ir"'"'* "'""• *****" .1-..
Hunne verrijz. nis u | |
l»p«oUritkf voor b(j ia aj dl
en attd-alutlie-
««kkere
H'
I
..•:, ,i K i n , z o r g -
vuldig bewerkt, lii |
maantilijkea voorv«eutè# de,
,, gloed, v»l
Oouibeid, vol iutpirali . Hei is ouiegeiupn'Mi/l' Vuylsiekealsdiehtó cp.
« . -to. bundei .telden ben g , , ^ , ,
Die drie dichterlijke •
was mei verloren voor deu Viaüm,el, , ru
, /jju geschreven
iu den vorm eeuer c4M«rrie, looals 4lfr«^^
' ' • J ^ U l zijnen ii,,,,kra„s'Ia d é ,
Mutaet'a bereead nuk (Vamauna, *aaiw«**« /'kei
Ja, de tijd i . «leebt voor bet We
mei moeten o n d . n l o r i i
l>aar VIOwJ '»""
o. a. tie beaefanjving van den opiooht derfabrielH
«wneHJhg.. , „
• e r k e n vóór Koning Leopold I in 1856 o p *
heeft meo maar ie veel. Sterker „»„,,,
aloude hiMorisel.e
^
terecht opgenomen. Nog pracnii(J"" ^ ''«• de.de mijmering ie Blankenberge aan «*«" boord der \uord/.ee met ,|e heerlijke brok : g v»„ het acne strand n«»r 9*0 «oiupeiiog, «•..„ broramlin; en wal w
e scbeeden!
lo de iïdeeling ,I//,W«.| (l.S.il-l«70; Vuylateke al jyoe verspreide stukjes, «•Ju ruw e„ zo„ roerend L<W u«« ''«<•'•, />e ,,a,a./r , ,'ene irom.sei.e p *«'•« van bet Vlaanuehgriind leg.T aieboitd*8 ''"'"• '''• VlaaoMche Maagd), ^7«u.<-a«w rt ^ ('""' Populair geworden strijdlied 'Ier lib""*
UK
dr.f een
te lie"'-
»anKlijpei,die;.liUiMboiaeiKelelijkl«fT«''l.'''
k
degens
Vrijlagmarkl
zij... n l . ' . r i n e e i l e i | >„ ,|„ | |IJer, inao.s in | e r , inan.s ui Zj
t s ris
oni-
«' Ui
.
Plaminganier»)
«
i
y
en
P/IIVI><
ra«
4r/«wW
ballade, waar Gevaert eetie
<>"
'ke melodie op getoondicht heefl en die Blau^ • l z<>0 prachtig zong. * p de uiigave dier Verzawie/de fffdfcAfen in t l was zijne loopbaan a's dichter reeds gei n . Allerlei verdriet, ongelukken en zorgen 'iden io hem de dichtader opgedroogd. Hij 'reef zelf in zijn vlijmend voorwoordje
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
want aan die volksgezinde maatschappij wijdde hij dag aan dag liet beste van al zijne gaven, Niemand boven hem zorgde zoo angstvalligg voor het drukken van krullige volksboeken, aldus de laak der stichters voortzettende en uitbreidende. Onder zijne leiding gaf het Willems-Fonlis een honderdvijftigial boekdeelen uit, waaronder Prof. Heiemans" AWtfr/aMdsc/tö Z)jc/tte/7iuZ/e, Rolin• )c oude vrienden van Julius zullen hem hier Jaequemyns' Foordwftto opflr i Fraws , Nfc leven gekend hi'bben ; terwijl de tegenwoordige ij Inden VHII den verzsmclanr het dezen nipt euvel Samuel Smiles' //e//> £[ se//' (uit het Engflsch), • Jen duiden, dtit hij zich niet in dc plants heeft de Laveleyejs X>flwdfroau»ft««s< IK (ie /Vt'dertojde», Jfcel'1 van wty/e/i den dtcA(rr. Betytë e« *ord-iVeder/aBd (uit het Fransen), •iettemin is « wijlen de dichter » in het hart D' Hufeland's Goede raad aa/i »joed«r« (uil het « z i j n volk niet gestorven. In 1887 reeds was Duiisch), John Smart Mill's Ower Fry/wtd (uit • herdruk der FerzameZde giedtcAtfft noodig het Engelsen), Vander llave's itfarttix, E. VIÜI Goethem's P./cJ/icatte «m Ge^i, D' Thejsl o r d e n . En het /al wel de laatste niet zijn. .aVant onder de Nederlandsche dichters der kens' O/;er /«e; misèraikw yaw Aet P. Frederieq's Marnix g/t I.F» eeuw bekleedt Julius Vuylsteke eene G«cArt/ïen, J. Mac Leod's L r h eigenaardige plaats. Niemand heeft als hij de Laveleye's t W r ö t e r öar/ieW (uit het Fransch, tjf stiidenlenwreld, hel vaderland, het lijdend Mevr. Mac Leod's De roerasfi/wi en de diere», («ie verkwezelde Vlaamsche volk in zulke Ichiige liefdeiijke gezangen bezongen. Zijn Aug. Gittee's By wise iVoon/ertroeder*-, Aug. De Lsirnisme, nat tot al de daden van het warmste Vreught's jl/nfcaajiscAe j ; o t a , V. Van de .Liinisme drijft, is dan ook in onze letteren eene YYalle's P/eiO'ede voor de mraraitgre fcige oorspronkelijkheid, die zijn uitsluiiend U>OOH%»»0, P. Frederieq's fie iVerf« /fetse/' üfare/, Max Rooses' Oude e« Ijnmcrk is en blijft. •In alles was hij de nauwgezetheid in persoon, P. Geiregat's ^aafecftappcfyfce praagsfuifcJtert (gelarvan ook, dat zijn dichterlijke vorm schier dachten van Bellamy, Em. de Laveleye, Richet, loos onberispelijk schoon en fijn en edel is. Als Bebel en Richter),Nemo's Le «arc BarmAtfr/tiy/itftd, enz., enz., •enter zal hij zeker den tijd trolseeren, hoe terwijl beroemde zuiver letterkundige werken fcmeedogend streng hijzelf soms over zijne herdrukt werden en aan de inschrijvers uitgeLene poëzie ook oordeelde. deeld als Virgiuie Loveling's/« ou^e K/«a<7wc/ie (/eiüesfe», £e/i dare eed en Sop/ae, Tony BergH e t Willems-Fonds (186S-199O). mann's iïr»es/ S/aas, Teirlinck Stijs* 4rm F/aan• Als jonge advocaat zonder zaken — e n hij der««, Julius De Geyter's üfeiser üfare/ en /ie/ • r g er veel minder te pleiten dan zijn talent en fljjfc der /VederZa/ide/z, enz. line kennis het hadden moeten meebrengen, Hoe overlast van werk hij zelf ook was, toch kndat hij overdreven eerlijk en kiesch was in bewerkte hij zelf voor zijn geliefd Willems[aanvaarden van zaken — aanstonds na zijnen Fonds tie Korte statistieke èesc/tri/umr/ ya« Be/r/ié' lidenientijd had zich Vuylsteke met hart en met die meesterlijke historische inleiding over de l in den Vlaamschen strijd geworpen lotgevallen der Vlamingen door de eeuwen heen In zijne JfijmwingféS der .Student* en over de oorzaken van hun hedendaagsche stofu verkondigde hij reeds, dat de Vlaamsche felijk en geestelijk verval. De meeste cijfers en weging tot het Volk moest gaan en voor het beschouwingen van dat aangrijpend vertoog, dat tik werkzaam zijn. Daarom richtte hij zonder nu nog eenejyiverwelkte waarde bezit, dienden alen het Willems-Fonds op geheel nieuwe aan zijnen vriend Jhr.Aug. de Maere-Limnander, jndslagen in. alsdan liberalen volksvertegenwoordiger van Gent, Men weet het, in 1851 werd het Willems- voor zijne beruchte Kamerredevoeriog van 14 Jands te Gent gesticht ter eere van Jan Frans nuari 1869, die in België zooveel gerucht iilems, den vader der Vlaamsche be*cgi:ig, maakte. Een even omslachtig werk nam Vuylsieke or eenige zijner vrienden en volgelingen van op zich. toen hij, naar Lübke's Duitschen Lei// de richting (D' Snellaerl alsdan nog zeer de/i, een Over.sit7it der aZ(/em*eeue &uttst{f«sc/u*fdeeraal, naast Prof. Serrure), toen Vuylsieke nog «is (mei platen) bezorgde, nog vollediger dan de rling aan het Gentsch athenaeum was. eerste Nederlandsche uitgave van den heer Johan liet lelde bij zijne stichting 38 leden en in de Gram en door Vuylsteke met hét oog op Zuidrsie tien jaren van zijn bestaan bracht het Nederland zorgvuldig bijgewerkt. illems-Fonds het lot 184 leden. Het maakte lich overigens verdienstelijk door de uitgave van Afdeellagen, Voordrachten, Volk*bibllttll)eken bultige Vlaamsche werken, die het aan zijne inschrijvers uitdeelde en verder in den handel Doch die schitterende eu breede voorzetting bracht, als de Waewm'/ie fitd/joj/rap/iie, Owde en van de taak zooals de stichters van 't VVilhinswieuite /i«//e*(door Snellaerl verzameld en met de Fonds ze in de eerste tien jaren hadden opgevat, luelodiën uitgegeven), een leesboek der schei- was Vuylsteke niet genoeg. kunde, ten boekje over de nijverheidstakken in Goede boeken ter beschikking van het verach'Vlaanderen, Ker/m/eu uoor /eindere» van Pieter terd en verkwezeld Vlaamsehe volk stellen was, Geiregal, Ppr*/WCOV/" (Sunaert), /jt/iidtngr tot de volgens hem, niet voldoende. Hij wilde het volk jtrut'd/U/ide (D' C A. Fredericq), een handboek die ernstige boeken leeren lezen en tevens leerei voor huis en meubelschilders (Zetiernam), eene denken. Daarom richtte hij te Genl met eenige uilspraakleer van 'l Nederlandsch (Ternest), enz. strijdgenooieu als Max Houses, Julius Sabbe, De In Maart 1862 trad Julius Vuylsieke als alge- Vigne, Block, Minnaert en anderen de openbare meen secretaris op in een vernieuwd en verjoigd kosielooze volksvoordrachten en de openbare bestuur, met vader Kens als voorzitter. Van dien kostelooze volksboekerijen in. Aldus ontstoni lijd af was hij gedurende meer dan 35 jaren de in Januari 1868 de Gentsche afdeeling van he ziel van 't Willems-Fonds en bracht hij die instel- Willems-Fonds, de eerste plaatselijke vertakking ling toteene verbazende hoogte. van den kloekgeworden boom. Daarop volgden de afdeelingen Antwerpen De 184 leden, die het in 1861 lelde, worden in de volgende vijfiien jaren 256, 598, 459, 567, (1871), Brugge (1872), Brussel en Lier (1875), 713, 716, 914, 916, 1059, 1159, 1282, 1534, Mechelen (1874), Ledeberg en Aalst (1875), Leuven, Dendennonde, Diest, Vilvoorde, Boese1563 en 2121 leden. In 1876 brachten de clericalen de schitterend- lare, Nieuwpoort en Boom, zeven in één enkel ste hulde aan het vrijzinnige Willems-Fonds van jaar (1876), Weiteren, Oudenaarde, Kortrijk en Julius' Vuylsteke door er hun Katholiek Davids- Ninove (1877), Schaarbeek, Lokeren, Geeraardsfonds tegenover op te richten. Dit belemmerde bergen, Hasselt, Tongeren, St-Nicolaas en Aargeenszins den bloei van 't Willems-Fonds, in- schot, weeral zeven in één jaar (1879), Borgloon, tegeudeel van dat jaar 1876 (stichting van het Tienen en Oostende (1880), Poperingen (1881), Davidsfonds) tot aan het jaar 1884 (val van het Assenede eu leperen (1884), Nederbrakel eu liberaal ministerie Frère-Rolin-Van Humbeeck) Berchem bij Oudenaarde (1886), Uzendijke, klommen de cijfers vau het ledental met ver- Meenen, Rupe.hnonde en Leiden (1887), Groninbazende snelheid en jaarlijks als volgt : 2878, gen (1888), Avelgcm (1889), Utrecht (1894), 3139, 3515, 3515, 5525, 5569, 5830, 4257 eu i Coniich (1896), Hoboken en Eekloo (1901). Overal in Vlaumseh-Belgic, in stad en dorp, 4544 ledeu. hebben die afdeelingen voordrachten ingericht ATuttige volksboeken. en boeken uitgeleend, kwistig en kosleioos, aan Die ongemeene bloei van 't Willems-Fonds het volk. Duizenden en duizenden Vlamingen
»8 grootendeels Julius
Vuylsteke's
werk;
wikkeld geworden en men mag zeggen, dat het vrijzinnig licht van 't Willems-Fonds tot in de achterhoeken van Vlaanderen is doorgedrongen, want een veertigtal kosielooze volkshoekerijen ijn in al de streken van Vlaamsch-België lusschen Nieuwpoort en Maaseik lot stand gekomen. Ook aan het onslaan der taalwetten en aan het zorgen voor hunne eerlijke toepassing heeft het W illems-Fouds onder de alles bezielende leiding van Vuylsteke een aanzienlijk aandeel genomen. )ver de niet-toepassing der taalwet Coremans ran 187 3, regelende hel gebruik onzer moederaal vóór de rechtbanken, stelde hij aldus eene trachiige memorie op, die tot aanvulling dier aalwet aanleiding gaf. Ook aan de voorbereiding Ier taalwet-De Vigne over het Vlaamsch in het middelbaar onderwijs in 1883 nam hij een beslisend aandeel. Ncderlandsch Muziek. Daarenboven was hij lange jaren de ziel van dies wal hei Willems-Fonds gedaan heeft tot opbeuring van den Nederlandschen zang en van ie nationale toonkunst. Nagenoeg 200 zangstukken van onze beste Noord- en Zuid-Nederlandsche toondichters zijn onder zijn toezicht verschenen. Daaronder beleefde het Leute/ter/ van De Mol reeds tien herdrukken en Jfc &<>« een Zied van denzelfden toondichter werd niet minder dan 25 maal herdrukt, vertegenwoordigende bijna 17,000 exemplaren, zonder van eenen Noord-Nederlandschen nadruk en eene Duitsche uitgave te spreken. Ook zijnen vriend Peter Benoit stond Vuyls;eke met zijn Willems-Fonds steeds manmoedig ter zijde tot handhaving en uitbreiding der Vlaamsche Muziekschool van Antwerpen. Indien dit gesticht na ontelbare jaren eindelijk tot Koninklijk Ffoawisc/t Conservaiorium naast de FrafweAe van Brussel, Luik en Gent werd verheven, is dit, in zekere mate, ook aan het gezag van het Willems-Fonds wel eenigszins te danken. Want zoo goed als niets deed in dezen het Davidsfonds. Yuylsteke'ti SSjarig jubileum (188»). Herhaaldelijk had zich Vuylsieke weerbasiig (uittrokken .aan elk huldebetoog of bewijs van dankbaarheid. In 1887 bezweek hij eindelijk, loen zijne vrienden van Noord en Zuid, als aandenken aan zijn 25ja rig iidmaaischap in het algemeen bestuur van het Willenas-Fonds, hem zijn eenvoudig gesteendrukt portret (meer had hij niet gewild) en zijne Persume/de Pro^asc/i/i/'tóh aanboden. Omstreeks 850 personen uit alle gewesten van België en ook velen uit Noord-Nederland hadden daartoe de noodige gelden bijgedragen. Julius Vuylsteke's jubelfeest werd te Gent gevierd op Zondag 2 October 1«87. Het had plaats in de groote concertzaal der toenmalige Koninklijke Koormaatschappij (nu het socialistisch feestlokaal van Fooraü) in de Bagattensiraat. Het bestond naar voorvaderlijke Vlaamsche gewoonte uil een feestmaal, den held van den dag aangeboden, maar het was veel meer eene redenaarsdan eene eetpariij. Aan de eeretafel hadden plaat» genomen de heeren Buis, burgemeester van Brussel, Prof. Quack van Amsterdam, Allewaert, schepen van Amwerpen, Jan Van Beers, Sleeckx, Peter Benoit, advocaat Banck van 's Gravenhage, Jan Van Rijswijck, J. Sabbe, Julius Hoste, Arthur Cornelte, Aug. Gondry, J. De Vigne, Prof. Wagener, Prof. Swaris, J. K> rlyser, Huinrne, hoofdman der Leidsehe studenten, Hendrik Loveling, afgevaardigde der Vlaamsche studenten, Cuperus, De Swarte, Vander Cruysseu en tal van andere voorzitters en secretarissen der 40 afdeelingen van het Willems-Fonds. O»ider dc aanwezigen bevonden zich verder veel Noord-Nederlanders, waaronder de bekende romanschrijver Huf' van Buren, Jhr. Hartsen en vijftien studenten van Leiden. Te zainen waren de dischgenooten omtrent 500 in getal. Het banket werd voorgezeten door den heer Lippens, burgemeester van Gent. Onder degenen, die zich schriftelijk hadden laten verontschuldigen, noemen wij Prof. Emiel De Laveleye van Luik, Prof. L. Vanderkindere van Brussel, Jhr. de Macre-Lirnnander, graaf Oswald de Kerchove, Max Rooses, Willem Geets, Frans Gittens, Ferd. Vander Taelen, Herman Ledeganck, consul van België te Keulen, en L. De Wael, burgemeester van Antwerpen, door
zijn aldus door middel hunner moedertaal oai- ! eenen fanulierouw verhinderd.
l»c redevoeringen op het feewlinnal. Dat het daaraan redevoeringen en heildrouken niet ontbrak, spreekt van eelf. Men zal ze all»! terugvinden in het l'eesinummer van Z/e£ Fo//ts/W«/(j7, ie dier gelegenheid verschenen op Woensdag 5 October 1887.(1) Daarna werd ook voor hel eerst de F«e«<- e/t S/Hydzan^ van Julius Sabbe, door Benoit meesterlijk getoondichl, met grooten bijval door den zanger Fontaine ten gehoore gebracht. Opvolgend werd aan Vuylsteke hulde gebracht door Julius Sabbe namens de feestcommissie, door Jan Van Beers namens het Verbond der Vlaamsche Liberale Vereenigingen, door Humme namens de Hollandsche studenten, door Hendrik Loveling namens de Vlaamsehe sludeerende jeugd, door burgemeester Lippens namens de stad Gent, door Prof. Quack namens de NoordNederlanders, door burgemeester Buis namens de hoofdstad Brussel, door schepen Callewaert namens Antwerpen, door Prof. de Laveleye (per brief). Eindelijk kwam Julius Vuylsteke zelf aan 't woord en hield eene onvergetelijke rede, waarin hij sprak over hetgeen sedert de laatste 2o jaren gebeurd was en over hetgeen binnen 25 jaren zou gebeurd zijn. Zooals wel te verwachten was, is oprechte nederigheid er het kenmerk van. Tintelend van humour en gloeiend van welsprekendheid bij beurten, was zij de zwanengang van Vuylsteke als redenaar. Wie ze nu, na vijftien volle jaren herleest, komt nog onder den machtigen indruk, dien zij op de 300 disehgenooien van degtootezaal der Koormaatschappij gemaakt heeft, wanneer de grijze Vuylsteke, voor een oogenbhk als verjongd, zijne mannelijke taal met toerende overluiging en aangrijpende oprechtheid liet klinken. Het was eene zeer lange rede, maar iedereen scheen zij nog te kort. Daar heeft men voor het laatst dat eenig zoo eerlijk en zoo heerlijk redenaarsialent van Julius Vuylsieke in zijnen vollen rijpdom mogen bewonderen. Vuylsieke als politieke leider. Op (lat feest van 't Willems-Fonds had men ook in Vuylsteke den man der politiek gevierd; want ook op dat gebied had hij aan Vlaanderen onschatbare diensien bewezen. Immers, terwijl hij in 't algemeen bestuur van 't Willems-Fonds onverdroten en nederig arbeidde aan degeeslesffhtwikkeliog vau zijn volk in de toekomst, had hij daarom zijne staatkundige plichten van den huidigen dag niet verzuimd. üe moeilijke taak, die hij zich gesteld had, was de bekeering der Vlaamschgezinden tot hei liberalisme en de bekeering der liberalen tot het Flaminganiisme. Met de geschiedenis van zijn volk in de hand, bewees hij, dat de Vlamingen der 14^ eeuw groot geweest waren door hunne gehechtheid aan hunne taal en aan hunne nationaliteit, dat Breidel, de Couinu eu Zannekin daarvoor hun bloed vergoten hadden en dat Artevelde daarvoor de bullen van den Paus op de Vrijdagmarkt, te Gent, in 't openbaar had laten verbranden. Maar tevens herinnerde hij, dal de Vlamingen in de 16^" eeuw ook hun leven veil hadden gehad om de nieuwe vrijheid van geweten ie veroveren ondanks Inquisitie, galgen, brandstapels, heulezwaarden en vreemde huurlingen. En wie hield de Vlamingen in hunnen ellendige» toestand der 17"" en 18^ eeuw, terwijl Holland eene groole mogendheid werd? Het elencalisme. En wie ondermijnde na Waterloo den troon van den liberalen koning Wiliem I en bracht ons de scheuring van 1850? Hel clericalisme. En wie heeft de meest verfranschle scholen in het tegenwoordig België? De bisschoppen, paters en nonnen. £7auu?«er{ ew 6reus! ie gelijk en onafscheidbaai',zoo klonk daarom Vuylksleke's leus. De eerste volledige ontwikkeling van ziju politiek standpunt vindt men in zijne kristalheldere redevoering te Gent uilgesproken op de meeting der L«£/era/c! a/"de«h'rt(/ van &£( r/aa«»S(;/t Ker6ond, den 21 Februari 1864 0'). Terwijl in Antwerpen de partijen tijdelijk samensmolten in de Meeting, verkondigde hij to Gent de noodzakelijkheid der scherpe afzondering van liberalen en clericalen, omdat een afgrond gaapt tusschen heider grondbeginselen. (1) Ook in Vuylsteke's iVosaseAri/7«n III. (2) Opgenomen In zijno FertameMe *f'r< deel I, blz. 318-824. Zie ook zijn» gespierde reds op het bunkut, dat hem in 1869 aangeboden werd in 't te Uonl,l)ij zijne verkiezing tot lid van i (opgenomen in zijn*» ProjascAn/frn, deel 11, blz, 151-160}
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Ook tegen hetofttydig llamiugantisme, de «noch mossel noch viseh » Vlaamschgezindheid, zooals hij ze doopte, trok hij onverbiddelijk te velde, hetgeen hem veel politieken haat berokkende. Maar tevens predikte hij van de daken aan de oude liberale partij, dat zij Vlaainschgezind moest worden, wilde zij in Vlaanderen het volk opbeuren, beschaven en lot de vrijzinnige gedachten winnen. In dien geest stichtte hij te Gent, naast de oude Association /«6éra/e, eerst eene itfcera/e a/derim^ wan /ie/ F/narasc/j Peröond, daarna eene alleenstaande F/aamsc/»e Lièera/e Fereentjiingi (December 1867). Later ontstond op zijn voetspoor te Antwerpen een Ltf>era/e F/«amsc/ie Bond, en dat voorbeeld werd weeral later te Brussel en te Brugge ook gevolgd, wanneer het den liberalen Vlaamschgezinden overal gebleken was, dal zij onmogelijk met de ültramontanen in 'tzelfde gelid konden strijden. Vuylsteke heeft aldus in Vlaamsch-België eenen beslissenden invloed uitgeoefend op den gangen de inrichting der partijen. De gevolgen van dien machtigen invloed laten zich overigens nog altijd gevoelen. De liberale Vlaamschgezinden hebben zich van de groote liberale pan ij niet afgescheiden om een onmachtig groepje misnoegden te vormen, maar hebben in den schoot hunner parlij hunne gedachten allengskens ingang doen vinden en hebben het machtig wapen der moedertaal met pen en woord ten dienste der vrijzinnige beginselen in Vlaanderen gesteld. Ook heeft de liberale partjj sedert Vuylsteke's optreden eene echte Vlaamsche kuur ondergaan. Zij is nog niet gansch genazen ; maar 't zal wel gaan! Zijne politieke loopbaan.
Natuurlijk scheen hij door zijn krachtdadig initiatief, zijne schranderheid, zijn politiek doorzicht en zijn veelzijdig talent aangeduid om de vruchten van dat baanbrekend optreden in de eerste plaats te plukken. Doch de ongunstige omstandigheden, de zorgen van het dagelijksch leven en de herhaalde tegenslagen, die zijne loopbaan weldra dwarsboomden en voorgoed tegenhielden, beslisten er anders over. Hij, die in de wieg scheen gelegd te zijn om in de Kamers te schitteren en dan waarschijnlijk minister zou zijn geworden, indien de wind eenigszins gunstig in zijne zeilen had geblazen, bracht het nooit verder dan lot lid van den Gentschen gemeenteraad. Na eene hevige tegenkanting der Franskiljons en der oude doctrinairen werd hij in October 1869 door de 4ssoda/ton fó6éra/e als candidaat aangenomen en door de kiezers gekozen. Alzoo opende hij in die vesting van het Franskiljonisme, die de Gerilsche Gemeenteraad alsdan nog was, met geweld eene breede bres, waardoor achter hem de andere Vlaamsche candidaten schier zonder stoot noch slag ing de volgende kiezingen binnendrongen : Prof. Heremans, J. De Vigne, W. Rogghé, C. Siffer, Paul Fredericq, Broekhans en Spiilhoorn. Nogmaals had hij niet voor hem zelven, maar voor anderen gezwoegd. Slechts eenige jaren bleef Vuylsieke in den Gemeenteraad. In den beginne had hij er met veel tegenkanting en wantrouwen te kampen. Wanneer hij voor het eerst te midden van den Franschsprekenden Gemeenteraad het woord in de moedertaal voerde, wilde de anders zoo uitstekende Prof. Laurent, een Luxemburger van geboorte, hem den mond snoeren met in 't Luxemburgsen dialect spottender wijze (als zijnde -ijtttf moedertaal), eene redevoering te houden. Doch zelfs de Franskiljons van den Gemeenteraad gevoelden zich door die misplaatste gekscheerderij gekwetst; het publiek in de zaal hief van zijnen kant een geweldig gemor aan, en Prof. Laureut kwam van eene kale reis naar huis. De verontwaardiging was te Gent overigens algemeen en bij de volgende verkiezing werd Prof. Laurent niet meer herkozen. Xijnc rol in den dieuiecuterand. Inlusschen had Vuylsteke zonder veel moeite in den Gemeenteraad de plaats veroverd, die hem toekwam. Nauwgezet en arbeidzaam te midden van veel lijdzaamheid, onverschilligheid en luiheid, was hij weldra eeo invloedrijk lid en ten spreker van groot gezag. Meer dan eens blonken zijne schranderheid uit, zelfs in ingewikkelde flnancieele zaken. Zoo was hy alleen opgewassen tegen de spits-
vondige beknibbelingen van den oud-schepen Voituron, die zijne vroegere collega's van het Schepencollege eerst zegevierend had beschuldigd den waren toestand der stadsfinanciën te vervalsenen. Vuylsteke bestudeerde haarfijn de begrootingen en de rekeningen der Seeningen en hg bewees .weldra de ongegrondheid van denonwdwillenden veldtocht tegen de stadsregering. Op dat oogenblik was er zelfs spraak hem eene plaats in 't Schepencollege in te ruimen; maar de Franschkiljons wilden nog van geenen Vlaamschgezinden schepen weten, die stelselmatig Vlaamsch zou gesproken hebben, hetgeen /'aéominniiem de /a cfósofaüon ZOJ geweest zijn. Tijdens zijn kortstondig lidmaatschap van den Gemeenteraad heeft Vuylsteke nochtans zijnen naam aan enkele belangrijke maatregels gehecht. Alzoo bewerkte hij de inrichting te Gent van eene bezoldigde Nederlandsche tooneehroep en stelde aldus een einde aan het rijk der gesubsidieerde liefhebbersmaatschappijen. Ook zwoeren de mannen van de Fontein?, van Broedermi» e» T W y t w en dies meer hem eenen vinnigen haat, omdat hij de opbeuring van hel vaderlandsch tooneel te Gent voorbereid had door het eenig degelijk redmiddel. Ook de redding van het aloud Gravenkasteel bereidde Vuylsteke voor, wanneer hij in 1870 aan den Raad voorstelde de prachtige Voorpoort der Geldmunt niet te laten sloopen, maar door de Stad aan te koopen, hetgeen geschiedde. Kleine hervormingen ten bate van het officieel gebruik der moedertaal vanwege het gemeente, bestuur verkreeg hij ook; maar op het gebied der stadsscholen, waar de verfransching aan 't woekeren was en nog voortwoekert, trachtte hij vruchteloos tusschen te komen; maar hij bleef machteloos. Men weerde hem zorgvuldig uit de schoolcommissie en verkoos herhaaldelijk boven hem, den meest bekwamen en den voorbeeldeloos werkzamen, allerlei onschuldige nulliteiten. Vuylsteke verlaat de politiek. Bij de Kamerverkiezingen van 1875 hadden de Vlaamsche liberale kiezers hem als candidaat aan de issociaiion /ifóra/e opgedrongen. Te dier gelegenheid sprak hij eene gespierde politieke redevoering uit, zooals hij alleen te Gent ze kon houden en die de bewondering der meesl verstokte Franskiljons afdwong ondanks de taal, waarin zij werd gehouden. Nu ging hij eindelijk zijne eenige politieke gaven opeen grooter tooneel, hem waardig, in den schoot van hel Belgisch Parlement te Brussel kunnen bekend maken en laien waardeeren. Daar had hij ook, met zijnen stalen wil en kloeke voortvarendheid en politiek beleid, onschatbare diensten aan de Vlaamsche zaak kunnen bewijzen, hij de voortreffelijke redenaar en tacticus. Doch neen. De uitslag der verkiezingen viel tegen de liberale partij uit en Vuylsieke ging niet naar de Kamer. Hel was stellig een gevoelige en onherstelbare slag voor de Vlaamsche beweging. Zijne laatste jaren in het Wlllcms-Fonds (t89&-18»e) Het Willems-Fonds en de politiek hadden hem zijne practijk van advocaat, die nooit zeer belangrijk was geweest, doen op den achtergrond schuiven. Doch hij had vrouw en kinderen. Hij moest leven. Aan de politiek, die hem eer en winsten kon aanbrengen, verzaakte hij beslist, maar «an zijn Willems-Fonds, dat hem veel kostte, en niets opbracht, kon hij niet verzaken. Hij zond zijn ontslag als lid van den Gemeenter a a d in en nam den boekhandel van Witlem Rugghé over, om op nederige wijze het dagelijksch brood voor zijn gezin te winnen, zonder zijne taak van volksbeschaver en verdediger der moedertaal in 't Willems-Fonds op te geven. De zooveel belovende politieke mau was een eenvoudig boekverkooper geworden in den bekenden winkel op den Kalanderberg en later in de Koestraat, waar hij overleden is. Jarenlang schonk hij nog al zijne krachten aan 't Willems-Fonds en, terwijl zijne eigene loopbaan op groote en herhaalde ontgoochelingen uitliep, zag hij zijne geliefde instelling in de hoogte gaan en eenen verbazenden trap van bloei en uitbreiding bereiken. Dit troostte en sterkte hem in al zijnen tegenslag en vergoedde hem veel, dal hem in zijn privaat leven nederdrukte en pijnigde. Nochtans zag hij zich om gezondheidsredenen gedwongen het alg. secretariaat te verlaten en het op te dragen aan zijnen ouden trouwen vriend Aug. Gondry (Oct. 1880).
Inmiddels werd hij als voorzitter gekozeu in vervanging van zijnen oud-leermeester Prof. Heremans, die vader Rens was opgevolgd aan 't hoofd van 't Bestuur. Doch na de schitterende jaren van bloei en vooruitgang kwan.™ voor 't Willems-Fonds ook de slechte. Niemand meer dan hij w< rd in 't hart getroffen door hel aanhoudend achteruitgaan van hel Willems-Fonds sedert 1884, ten gevolge van den val van het liberaal ministerie en van de zegepraal der clericalen in hunnen onmenschelijken walgelijken schoolstrijd. De armupfgedankte of gekortwiekte onderwijzers en onderwijzeressen hadden gedwongen het Willems-Fonds moeten verlaten. Overal vielen de valsche vrienden uit de dagen van voorspoed af. Ue dood maaide intusschen onvermoeid in de rangen der irouwgeblevenen en nieuwe aanwinsien kwamen de verdunde gelederen bijna niet meer aanvullen. Het ledental, dat tot in 1883 met ieder jaar geklommen was en alsdan het verbazend cijfer van 4344 had bereikt, viel nu in omgekeerde evenredigheid ieder jaar wat lager. Ziehier de afdalende cijfers tot in 1900: 4299, 3951, 3655, 3621, 3504, 3321, 5244, 3096, 3071, 2965, 2846, 2727, 2543, 2556, 2471, 2479, 5564 en 2200 leden, in de plaats van 4500! Dat grieffe Vuylsteke grooielijks en was 't onderwerp van zijne meeste gesprekken. Doch hij gevoelde wel, dat hij er geene schuld aan had en dat hij alles deed om de ramp te verzachten en te stuiten. Hij berustte kloekmoedig in het onvermijdelijke. Maar, toen onder de Vlaamsche strijders hem enkelen, van uit de kolommen van twee Brusselsche bladen (F/andria en De F/amtngartJ) hardnekkig begonnen aan te vallen in zijne eerlijkheid en hem ie laste legden, dat hij het WillemsFonds als uitgever uitbuitte — hetgeen wel de wraakroependste laster was, dien blinde partijhaat kon uitdenken tegenover eenen man, die de financiëele kieschheid en onbaatzuchtigheid in persoon was — toen begon hij zich dien laster meer en meer aan te trekken en besloot hij uit het algemeen bestuur te treden, waarvan hij zoolang de secretaris en, in de laatste jaren, de voorzitter van geweest was, maar waw hij lot den laatsten dag de ziel van was gebleven. Eerst trok hij zich feitelijk terug en gaf de leiding van het Willems-Fonds aan Prof. Vercoullie over, die Aug. Gondry, bij dezes dood in 1890, als algemeen secretaris had vervangen. Meer en meer liet overigens zijne gezondheid te wenschen over. In 1896 verklaarde hij onverzettelijk, dat hij zich in 't algemeen bestuur niet meer wilde laten verkiezen en zich gedwongen zag zijn geliefd Willems-Fonds te verlaten. Op de jaarlijksche algemeene vergadering van 25 October 1896 werd die bcslising van Vuylsieke bekend gemaakt. Ziehier wat er het verslag der zitting over meldt : De algemcene secretaris, de heer J. Vercoullie vestigde de aandacht op het onherroepelijk besluit van den heer J. VuyUiekc om af ie treden en ais voorzitter en als bestuuilid. Hij herinnerde, dat Vuylsteke het Willems Fonds gemaakt had wat het was, hij toonde, dat de geschiedenis van Vnylsteke's vijf en dertigjarige deelneming aan het algemeen bestuur als lid. secretaris en voorzitter de geschiedenis van hel Willems-Fonds is en drukte de verzekering uit, dat het Willems-Fonds moet bloeien, zoolang Vuylsteke's geest er in voortleeft (1). En dit was de loutere waarheid, hoe groot ook de lol' was. Vuylsteke's besluit was onherroepelijk. Zelfs verscheen hij nooit meer op de algemeene vergaderingen noch zelfs op de jaarlijksche banketten van 't Willems-Fonds, die zonder hem tot dan toe ondenkbaar waren en waarop men hem « de Vlaamsche rots » gedoopt had. Meer dan eens schertste hij bitter onder trouwe vrienden over het erbarmelijk afbrokkelen der eens zoo vast onwrikbare rots, die hij geweest was in vervlogen dagen. Hij beschouwde zicli zelven als dood. Hij voelde zich naar hart en ziel gebroken. Eerst had hij in 1881 gesproken van « wijlen den dichter ». Nu was hel « wijlen de Willems-Fondser ». Aandachtig volgde hij nochtans uil de verte en in stille de werkingen van zijn grootgeworden kind en menigen goeden wenk gaf hij nog op de meest kiesche wijze, zonder ooit iets te doen, dal aanmatigend had kunnen schijnen. Vuyleteke en « H e t Volksbelang ». be naam van Julius Vuylsteke is innig aan (1) TtytheAri/ï ra» 1896, bli. CLXV.
, afl. Decemb»r
Ztó Ko/W*tart0 verboodeo. Ziehier op wijze. Op Zaterdag 12 Januari 1867 versche en Gent, bij den drukker-uitgever Is. Van ss^ laere, het eerste nummer van het weekblad % PoJ*J&«te»f, dat in den beginne geeue vaste redactie had en leefde op vrijwillige medewerkers' waarvan enkelen nog piepjong waren : een jeu», dige onderwijz.-r (Joz. Van Hoorde), ee„ p„„, studenten der Hoofleschool (J. Ssbbe en J rjg Vignc), een leerling van 't Athenaeum (p„„| Fredericq), enz. De brievenbus van den drukker op 't Steendam was hel eigenlijk redactiekantoor! In het eerste nummer komt een inleidend woord voor : Tot rfe / « m . Men noemt er het nieuw orgaan • een Vlaamsch Volksblad », < |> wordt bijgevoegd : « Ons programma is eenvoii. dig en bepaalt zich lot de betrachting van den vooruitgang en het welzijn van den werker in 't algemeen. De stoffelijke ellende vloeit meestal voort uit de onwetendheid. De armoede voorkomen door de gedachten aan orde, rede, spaar. zaamheid onder het volk te verspreiden, moet ons voornaam doel uitmaken. Door aan te toonen wat nut de volksbanken, de. spaarkassen, de maatschappijen van onderlinge hulp en alle andere instellingen van dien aard in Duitschland in Engeland en overal, waar zij tot stand zijn gekomen, hebben gesticht, hopen wij dit doel ie bereiken. Ons blad, zooals men ziel, richt zich bijzonder tot den werkman en de neriindoende standen. Wij willen steeds hunne belangen met rede, doch krachtig verdedigen, onze stem verheffen tegen alles wat hun in de vrijheid van het werk en in het recht van vereeniging hinderlijk kan zijn. > Als punten van het programma worden opgegeven : de afschaffing van het bloed-impost, de grootste verspreiding van hel onderwijs, de stol" felijke welvaart van den onderwijzer, de herstelling der Vlaamsche taalgrieven. Ten slotte : c Daar wij niets anders willen dan de uitvoering der Grondwet, zal het ons gemakkelijk zijn de verdediging der Vlaamsche taairechten (e behartigen. Die rechten zijn ons Ie duurbaar én te gegrond, opdat wij ze niet met al de krachten onzer ziel zouden ondersteunen. » Langzamerhand abonneerden zich de liberale Vlaamschgezinden op dat vrijzinnig orgaan, dat als uit de lucht was gevallen. Weldra ook begonnen zij er in te schrijven, Vuylsteke en Rooses aan hun hoofd. En zoo werd ffe< Fo/Asée/anj op korten tijd hel degelijksie en best beredeneerde Vlaamschgezind weekblad van Vlaamsch-België. Feitelijk was aldus Z/ef Ko/Zrifo/ang' liet blad van Julius Vuylsteke geworden. Zijnen hockigen gespierden prozastijl herkent men in de voornaamste artikels van polemischen aard tegen papen en Franskiljons. Ook de meeste vertoogen over den Fransch-Duitschen oorlog van 1870-71 en over de aanhechting van den Elzas, die destijds algemeen werden opgemerkt, zelfs in Duitschland, zijn uit zijne flinke pen gevloeid. Doch hij wilde, dat de liberale Vlaamsche partij, geheel onafhankelijk van drukker-uitgever of wie ook, haar eigen orgaan te Gent zou bezitten. Daarom bracht hij onder de Gentsche vrienden het noodige kapitaal bijeen en stichtte hij de Naamlooze vennootschap tot uitgave van /fe< Zoolang zijne krachten en de zorg zijner handelszaken het hem toelieten, nam hij een overwegend aandeel aan de Redactie. Op bet blad heeft hij overigens zijnen stempel gedrukt: bedaard in den toon, ernstig in de redeneering, rotsvast in de beginselen, was hij zelf en trachtte ook de polemiek van /ƒ«< Ko/Mdarti/ in dezelfde richting ie leiden. Dat is dan ook sedert 1867 het ideaal der Redactie gebleven en daarom bekleedt ffeJ Fo/ts* ttf/anj sedert bijna veertig jaar een zoo eigenaardige plaats in de Vlaamsche pers. Vnyluteke ala prozaschrijver. Toen hem zijne vereerders in 1887 feestten, werd hem de volledige reeks zijner rerza'»*^* joiozosc/jn/ien aangeboden. Sedert lang werd het algemeen betreurd, dat zijne talrijke prozastukken, zoo belangrijk voor de geschiedenis der Vlaamscue beweging' zoo oorspronkelijk van gedachten en van stijl.'" tijdschriften en elders verspreid lagen en schier onvindbaar waren. Zijn trouwe volgeling Julius Sabbe vatte het uitstekend denkbeeld op onder de vrienden van het Willems-Fonds eene inschrjj* ving te openen om al die krachtige vertooge" in eenen bundel samen te snoeren en heruil te
Bijvoegsel van het l/o//cs£e/a/?g van 17 Januari 1903.
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
geven, en overal vond het ontwerp den luidsten bijval. Vuylsteke was de laatste om er eindelijk de noodige toestemming voor te geven. Vier deelen kwamen aldus bij Ad. Hoste, te Gent, in 't licht tusschen (887 en 1891. Het eerste deel hevat de piltige brieven door hem reeds in i860 en 1861 aan den MderZawdscAeSpec/afor van 's-Gravenhage geschreven over de Vlaamsche beweging. - zijne Fransehe brochuur La question ^famande ef /e /tftéra/ïsme (Mei 1861), die destijds zooveel gerucht maakte, — eene nieuwe reeks brieven uil Vlaanderen aan den AWer/andscAen Spectator (Sept. 1861 tot Mei 1861) over de stichting van het Vlaamsch Verbond, de Kamerkiezingen van 1861, hei Vlaamsch feest te Gent, Prudens van Duyse, Holland's houding tegenover de Vlaamsche beweging, enz. — Zijne heftig-ironisehe redevoering over de eenAeid i»an speZZing op het Nederlandsch Congres van Brugge(1*62) legen kanunnik David en deWest-Vlaamsche taalparticularisten, zijne mannelijke redevoering over Ltèera/isme en FZ«amscAge*indAetd op de meeting van de Liberale afdeeling vanhet Vlaamsch Verbond te Gent(Feb. 1864), — zijn helder vertoog over Aet spZitsen der iVederZandscAe Congressen in afdeeZingen op het Nederlandsch Congres van Rotterdam (Sept. 1863), — zijn heerlijk stuk over WaterZoo Ier gelegenheid van den J50"" v« rjaardag van den veldslag, die de 'Nederlanden redde (1865). — zijne studie over het recht der Vlamingen in de Kon. Belgische Academie (1866), - zijne flinke redevoeringen op het Nederlandsch Congres van Gent (1867) over 4/gemeen stemrecAt of FZaamscA onderwijs in FZaanderen, over de vraag : /s de Flaamsc/ie èeweging c/ericaa/? en over Aet iVederZandscA toonee/ en de middelen,die dal tooneel in Noord en Zuid zouden kunnen opbeuren. In het tweede deel vindt men eene reeks brieven aan den iVeder/andscAe/i Spectator (1»67) over de Vlaamsche muziek, Peter Benoit's Lttfi/"er, enz., — artikels over de grondbelasting, — verioogen over het doel en het wezrn der Nederlandsche Congressen — de meesterlijke inleiding van zijne Korte jjtati67{V&& bescArijying pan öe/j/ië (1869), waar wij hierboven reeds de eemge waarde van bespraken — zijne degelijke redevoering over Aet onderwijs der vaderZandscAe gescAiedenis in Mwrd en Z:*id, op het Nederlandsch Congres van Leuven (I8t>9), - zijne schitterende toesprak over de drievoudige /tZicAten van den F/aming op het banket, dat hem in het HofeZ fioi/aZ te Gent aangeboden werd na zijne kiezing als lid van den Gemeenteraad (November 1869). — zijne treffende vertoogen over een iVederZandscA Per&)*d geschreven in den winter 1870-1871, tijdens den Fransch-Duiischen oorlog, _ zijn boeiend overzicht der Twintig eerste jaren van Ae/ Wïttems-Fonds, (1871), waarin zijne bescheidenheid evenals de breedheid zijner gedachten om het meesi bewondering afdwingen, — zijn verrassend historisch stuk : Dt' Gentenaren tij de inneming t»an Den BrieZ (1872), — zijn geestdriftig relaas der Brie/scAe feesten (! April 1872), — zijne beoordeeling van Conscience en Miry's 7.angspel De DtcAter en sijn droomèee/d (1872), — zijne merkwaardige verklaring van grondbeginselen op den onzijdigen Vlaamschen Landdag te Brussel (29 Juni 1873). — zijne aantekeningen over de Fij/"-en-twintig eerste jaren won Aet FFiZtems-Fonds (1876), — zijn grondig verslag over de ontoereikende uitfwmn^ der (aaZwet-Coremans (1878), — en meer andere stukken, waarvan velen eerst in //et FWfcste/awo waren verschenen. Het derde deel omvat eene reeks redevoeringen door VuyUteke uitgesproken als voorzitter van het Willems Fonds op de jaarlijksche algemeene vergaderingen ol bij de stichting van afdeelingen, alle verscheiden en afgewisseld en frischen kloek, die ons nu nog aangenaam verrassen om den rijkdom der denkbeelden en den sierlijker) ernstigen vorm, — alsn ede enkele andere stukken aangaande de Vlaamsche beweging, als De eerste jaren «an « Za/ wet gaan » (1884), — de ongehoorde verfransching in de geestelijke colleges en scholen,enz Ten slotie een drietal gespierde historische volksvoordrachten ; de oude Vlamingen, — Jacob van Artevelde, — Philips van Artevelde
en Frans Ackerman. Die bundel bevat bovendien het omstandig verslag over Vuylsteke's jubelfeest (1887). Van het vierde deel is slechts de !•*• aflevering (208 blz.) in 1891 verschenen. Daarin werden enkele zijner geleerde verhandelingen over onze vaderlttndsche geschiedenis opgenomen : De beruclite aftakeling van Frans De Potter en zijnen stamboom der Anevelden (1873), - £Tet JoogAMM, />e 1/tenAouestem en tfet TVeften op de Vrijdagmarki ie Gent (1883), — en zijne verrassende ontdekkingen over den oorsprong der DraaA t>an Aft Be//r»rt te Gent (1871), die al de eeuwenoude legenden den bodem inslaan. Seden 1891 herzag Vuylsteke met loome hand en zonder liefde de nog overschietende historische Mukken, die in de 2' aflevering moesten herdruki worden. Dien arbeid bracht hij niet ten einde. Wij hopen wel, dat een deskundige met vrome toewijding die taak zal overnemen en ons spoedig het vervolg en het slol van Vuylsteke's Fersame/de Prozawerken bezorgen zal. Vnylsleke als geleerde. Uit de voorgaande opsomming zijner prozasiukken blijki hoeveel Vuylsieke over onze vaderlandsche geschiedenis heeft geschreven. Hij was een der eerste geleerden van ons land in dal vak. Niemand kende beter dan hij de gtschiedenis onzer zestiendeeuwsche beroerten jjf de geschiedenis van Vlaanderen en van GenT tijdens de 13* en de 14" eeuw. Met Jhr. Nap. De Pauw had hij reeds in 1873-74 de uitgave van de itefaxtngen der 5'ad Gent (tf/draifc tan Jaco6 i;an Artet>e/de) ondernomen, waarvan hij het eerste deel en het begin van het tweede deel verzorgde. In 1891 93 gaf hij ook de /Jefceni/tge» van hei tijdvak van Philips van Artevelde uit. De nauwgezetheid dier uitgaven is spreekwoordelijk. In alles stipt en wetenschappelijk, kon hij niet dulden, dat onhekwamen de-ingewikkelde vraagstukken der geschiedenis door hunne misslagen en oi kunde nog meer kwamen verwarren. Onverbiddelijk trok hij legen de luiken te velde. Meer dan een historische knoeier beeft het meer dan eens tot zijne schande moeien ondervinden. De studie der Vaderlandsche g. sclnedenis was overigens de laatste passie van zijn leven gebleven. De stedelijke regeering van Gent had hem, op voorstel van den heer Ad. Du Bois, ook een grondig kenner onzer historie, den lasi opgedragen om de rijkdommen van ons sladsarchief te openbaren, lederen dag zag men den ouden Julius naar het Stadhuis stappen, om er in zijne geliefde oude perkamenten te gaan snuffelen en in ons grooisch verleden zijne smarten en zorgen van het heden Ie gaan vergeten. Reeds zijn de vruchten van die jarenlange sludie gedeeltelijk in het beteik der geleerden. Van het groot Oorfomden/wefc der stad Gent heeft Vuylsteke reeds de rekeningen van Gent en van de Gentsehe baijuws over de jaren 12«0-1336 in twee zware boekdeelen (1900) uitgegeven en een ander belangrijk gedeelte is reeds grootendeels afgedrukt. Hei is, naar hel oordeel der deskundigen een meesterstuk van schroomvallige zorg, grondige geleerdheid, onberispelijke nauwgezetheid en scherpe criliek, in alle opzichten, waardig van Julius Vuylsteke's faam als historicus. Ook de oudheidkunde trok hem in zijn laatste jaren bijzonder aan. Hij was een der trouwste bezoekers van de Gentsche flfaatsenappij wan GesrAieden/s en O«d/ici(/A:M»de en hij gaf in d< Wande/im/e« van dien Kring eene reeks belan* rijke historische vertogen: De goede Disenda/» (1349) — //et Gnriwifcastee/ — Het opsc/iri/ï txn Aet Grayentoke/. Tijdens de zittingen zat ïij gewoonlijk zeer slil op dezelfde plaats en iel iedereen uitpraten. S.echis gedwongen narnhij hel woord eu altijd in den meest bescheen vorm, alhoewel hij zeker wel de geleerdste van allen was. Voor hei laatst kwam hymoedigvóór den dag met eene grondig beredeneerde nrvoering om de zoo eerlyke en getrouwe hertelling van het (iravenka>ieel door den heer bou'tneestt:r J. De \\ aelu legen onverdiende aanvilen te
verdedigen. Vuylsteke gaf den doorslag in de bespreking. In den schoot van den Kring bezat hij een groot gezag en was door al de leden, oude en jonge, geacht en geliefd. Ook nam hijgeregeld deel aan deZondagsche archaeologische uitsiapjes der jongeren in den omtrek van Gent en hij genoot meer dan iemand van de buitenlucht, van de sehoone natuur en van de merkwaardige oudheden, die men te gelijk ging opzoeken en bewonderen. Hij was de patriarch der lustige bende, maar niet de minst vroolijke tijdens die korte zalige uren van uitspanning, waarin hij zijne zorgen vergat. VuylsteUe en de Academiën. In 1886, toen de Koninklijke Vlaamsche Academie door de clericalen werd gesticht, werd hij natuurlijk builen de achttien eerste leden gesloten, die de toenmalige Minister, de Waal Jhr. de Moreau d'Andoy benoemde.Tegen zijnen zin stelden zijne liberale vrienden Jan Van Beers en Max Rooses hern voor eene der opengebleven plaatsen candidaai met Sleeckx, !)e Geyier, Pol de Mont en Antheunis, die ook < vergeten » waren, terwijl ongehoorde elericale nulliteiten waren opgenomen. De dweepzuehtige meerderheid der Academie koos Sleeckx alleen van de vijf voorgestelde liberalen. Daarop namen van Beers en Rooses met den nieuwgekozen Sleeckx onmiddellijk hun ontslag, zooals men zich zal herinneren. Wat Vuylsteke betreft, het was hem eene verlichting en een innig genoegen builen de Vlaamsche Academie gelaten te worden. Hij zou daar evenmin als de omslaggevers op zijne plaats geweest zijn, dat gevoelde hij wel zelf. In Mei 1t>89 werd hij overigens lot lid der Koninklijke Academie van België gekozen, wier gezag binnen eu buiten ons land oneindig grooter is dan dat d r Vlaamsche Academie. Vuylsteke was met zijne benoeming intusschen zeer verlegen en nam het zijnen vrienden eerst bepaald kwalijk, dat zij hem in zijnen ouden dag niet wilden in rust laten. Nochtans vond hij weldra smaak in de deftisre rustige verga leringen der Bru8se|»ch<' Academie, waar liy, de bescheidene geleerd'' grijsaard, weldra de algenvene achting en sympathie genoot. Alleen betreurde hij, dat ouderdom, overlast van bezigheden, ziekte en zorgen hem zoo weinig toelieten aan d^ wetenschappelijke werkxaamheden der Brusselsche Academie deel ie nemen. Hij had overigens eenen afkeer van alle wervliische glorie. Toen hij in 1880 door eene onbescheidenheid vernam, dat zijn oude vriend Rolin-Jaequemyns, alsdan minister van Binnenlamlsche Zaken, hem gebracht had op de lijst der nUuwe ridders in de Leopoldsorde, schreef Vuylsttke hem dadelijk eenen brandbrief om die «i:er » onveizeuelijk te weideren. Die brief, een meesterstukje, zou verdienen uitgegeven te word;n als een blijk van zijne oprechte bescheidenheid, van lijne diepe verachting voor allen uiterlijken praal en van zijnen fijnen humour. In de hatste jaren werd hij op hel onverwachtste en ,;ansch buiten zijnen wele toch geridderd in zijne hoedanigheid van lid der Academie. Hij bepaalde er zich bij zwijgend het hoofd te buigen, zeggende dat eene «pensare weigering te pietentieus was om er zijne toevlucht toe te nemen. Maar hij droeg zijn lintje nooit en sprak er evenmin over. Laatste berinneringen. Bij het begin zijner loopbaan was Julius Vuylsieke als het ware de verpersooulyking van allerlei krachtige hoedanigheden : wil, energie, koppigheid, initiatief, oiganisalitgeest. Hij was een geboren meester en leider van anderen, voortvarend, onvermoeibaar, standvastig, hoekig, forsch en kloek. Wie hem in dien lijd « de Vlaamsche rots» had gedoopl — men beweert dal hei de grijze Dr. C. A. Fredericq, een zijner trouwste bewonderaars, was — die had voorwaar geen slecht breid gevonden. Ouk maakte de vondst /«roie en VuylMeke. heette algemeen « de Vlaamsche rots » of ook, wegens zijne hoekige zyde, < de Vlaamsche beer ». Overal waar hij verscheen, overtiecrsehte hij door zijn talent en
door de hem aangeboren drift om den wil dr anderen onder den zijnen te huigen. Maar in de laatste jaren was die JuliugiH zijnen besten lijd geheel en al in puin gevalWn. Een schuchtere mismoedige grijsaard, gebogen onder ouderdom, ziekte en ongelukken, was in de plaats getreden. De « Vlaamsche rots » was slechts eene herinnering uit vervlogen jaren geworden. Doch twee snaren waren in dat gebroken ontgoochelde hart blijven trillen, twee liefden uit zijne zonnige jaren : zijne Nederlandschgezindheid en zijne gehechtheid aan 't Zat we/gaan. Niemand heeft als Vuylsteke de Nederlandsengezindheid diep gevoeld en warm verkondigd; hierin was hij de ware gloedvolle discipel van D' F. A. Snellaert, den stichter der Nederlandsche congressen in 1849. Vuylsteke, zoolang hij kon, bezocht geregeld al de Nederladsche Congressen en speelde er steeds eene belangrijke rol. Van het Genlsch Congres van 1867 was hij de voorbereider en de ziel. Te Brugge, te Rotterdam, te 's Gravenhage, te Leuven, enz. leidde hij meer dan één debat. Ontelbaar waren in Noord-Nederland zijne vrienden en kennissen, die hij, zooveel de omstandigheden het hem toelieten, herhaaldelijk in Holland ging opzoeken. Voor hem was de toenadering tusschen Noord en Zuid geen thema lot woordenkramerij, maar eene werkelijkheid en eene behoefte. Rondom hem werkte dan ook zijn voorbeeld aanstekelijk. Niemand meer dan hij heeft tal van jonge Flaminganten tot de werkdadige Nederlandschgezindheid bekeerd. En toen hij zelf uit de Nederlandsche Congressen moest wegblijven, volgde hij ze nog steeds met warme belangstelling uit zijn stil hoekje. 't Ztf/ wei gaan leefde te Gent dicht bij hem, als het ware onder zijne oogen. Nooit had hij de banden, die hem aan zijn kind het Taalminnend Studenlengenootschap van Gent verbond, geheel en al losgemaakt. Bij het feest der meerderjarigheid van 't Za/ wet graan in 1872, hij de stichting van den Bond der oud /erfe», in 1884. en op de jaarlijksche bankeiien van dien Bond, bij de verschijning van den 23"'" jubel-almanak en vooral bij het jubflfeest van hel vijftigjarig bestaan van 't Za/ we/ gaan, onlangs in Maart 1902 te Gent gevierd, was hij altijd op zijnen post en schepn hi' voor eenige uren als het ware weer jong geworden, opnieuw de Julius der Studehtenliederen. Zijn laatste verschijning in 't openbaar is dan ook dat Jubelfeest van 't Zat wet gaa« geweest, waar zijne toespraak zoo roerend was, dat tranen in aller oogen blonken. Te midden van zijn jon;; volkje van fiïauwaart en Geus, herleefde hij voor de laatste maal, gezeten te midden der laatste overlevenden, van de keurbende uit de jaren 50, Onvergetelijk was voor hem dal jubelfeest en onvergetelijk was ook de indruk,die zijne persoonlijkheid op de toegestroomde 'f Za/weli/aners van al de geslachten teweeg bracht. Hij was in e den vollen zin van 't woord de held van het feest, f en aan die hulde der vrijzinnige Vlaamschgezinde studenten was zijn oud verkleumd en bloedend hart buitengewoon gevoelig. Hij betuigde het op het feest en herhaalde het nog menigmaal in zijne gesprekken. Den 1" December 11. was zijn laatste uitgang. Sedert eenige weken was hij onpasselijk wegens eene verkoudheid. Toch ging hij dien dag naar Brussel om in de zitting der Academie voor zijnen jongen trouwen vriend Prof. J. Vercoullie te gaan stemmen, wiens candidatuur hij ten onrechte meende bedreigd te zijn. Dat Brusselsch reisje had hij overigens met de voile toelating van zijnen geneesheer ondernomen. De verandering van lucht scheen op hem goed gedaan te hebben en hij was volkomen aan do beterhand, toen eene verschrikkelijke beroerte hem den 12<"°» December half lam sloeg. Sedertdien tot op li t oogen blik van zijnen dood is hij een echie martelaar der lichaamspijnen geweest. De laatste snik was voor hem de redding uit een lijden, dat ongewoon bij soorgelijkeberoerten, als een laatste tegenslag was, die de stiefmoederlijke natuur nog voor hem op deze aarde bij den rand van 't graf had bewaard. Nu rust hij in vrede.
il
BOEKHANDEL J. VUYLSTEKE
Algemeene Boekhandel van A D . HOSTE, Uitgever Veldstraat, 47, te ö n t f
KOESTRAAT, IS, GENT.
UITTREKSEL UIT DE LIJST der belangrijkste wetenschappelijke verken verschenen in Noord- en Zuid-Nederland.
MORCEAUX CHOISIS
VERKLARING
DE VAN
PROSATEURS U T I N S DU MOYEN-AGE ET DES TEMPS MODERMES publiés avec des notices et des notes par P . THOMAS. (Ouvrage auquel 1'Académie royale de Belgique a décerné un prix De Keyn.) Prix 3 fr.
DOOR
I». TAOK
GESCHIEDENIS.
P J Block. Gescliiedeiijs van liet Nederlandsclie Volk, Deel L 1892, fr. 10,40 ; Deel II, 1893, fr. 13,25; Deel III, 1896, fr. 13,25; Deel IV, 1899, fr. 13,26; Deel V. 1902,fr.13,25.
D* P. L. Muller. Geschiedenis van onzen É#d sedert 1848.
1- stuk. Toestanden vóór 1848. fr. 3,75. Kompleet in 5 stukken.
H. Pirenne. Geseniedenis v a n België. i- deei T* . „ <« eeuw. In-8», fr.. 6,00.
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
(door de Koninklijke Academie van België met een • prijs De Keyn » bekroond)
WOORDENBOEK DER
Inscftrijcinjsprys : 3 /V.
D. SLEECKX (MET PORTRET).
Inschrijvingsprijs : fr. 2,50
P.
Theorie en practijk. In-8°, 2 ' druk, X V I +
533 bladz., fr. 5,00.
IEDEBLA1DSGHE TAAL DOOR
WISKUNDIGE WERKEN.
2» deel 17° aflevering (5* aflevering van het 2' stuk). Bieden-Bijtreden bewerkt door D' A. KLUYVER met medewerking van D'A. LODEWYGKX. 11' deel 7« aflevering. Opkuiven-Oprijzen bewerkt doorD' G. J. BOEKENOOGEN. 6' deel 3" aflevering. Heer-Helft bewerkt door D' A. BEETS. Prijs per a/!mrm : /r. 1,85.
G l l C h t e n a e r e , Leeraar aan de Nijverheidsschool van Gent. / e n J H a n d e I S r e . k e n e n , ten gebruike van nijverheids-, beroep- en adultenscholen. Bekroond door de koninkl. Academie (Prijs De Keyn). In-8', 2 fr.
Handboei: VOOr SteilCl
in overeenstemming met het programma der
nijverheidsscholen en geschikt tot voorbereiding van meet-, natuur-, werktuigkunde, anz. 2» «itg. in-8* post, 2 fr. lder,
Bestuurder der stedelijke Beroepischool voor jongelingen, leeraar aan de Nijver-
heidsschooi. 'Grondbeginseienderwerlcdadige meetkunde ten gebruike van werklieden en leerlingen van Nij verheids- en Beroepsscholen. 3* uitg. met 303 flg. In-8» post. 2 fr. , Leeraar nan het Athenaeum en aan de Nijverheidsschool van Gent. U T O 2 2 U met voorbeelden en practigche toepassingen.
DE GESCHIEDENIS VAN BELGIË deel : Tot
DOOR
H. PIRENNE
ln-8% met 189flg.fr. 2,25.
— Grondbeginselen van bescnri/Vende ikfeetlrunde. In-4°. Autogr. met LXX flg. en 7 uitslaande platen, fr. 1,25.
c3Le ± - 4 '
Nederhndsche vertaling van de tweede Fransche uitgave; een schoon boekdeel van 450 blad*. Terwijl de Duitsche uitgavefr.12,50 en de Franschc fr. 7,50 kost, is de Nederlandsehe «ruling gesteld op 6 fr. — Prospectus t>erfcrf/s*aar.
^ ^^ Onzg twe^ nationak remediën: BORSTPILLEN BLOEbPILLEN
FOTOGRAFIE.
VBRSGHKNBN
I VAN
ROMBAUTS HANDBOEK DER PMCTISCHE FOTOGRAFIE 775 fraa/fl aftoW*** /f g « ^ «wtaro «i w»//«W II 72 o/ » «*""• ra. 75 centiemen. Het feit dat er gebrek ia aan een degelijk handboek voor fotografie in
het Vlaamsch gaf aanleiding tot het schrijven van dit boek.
van F. Vergauwen,
van F. V^rgauw^n,
flpotheKer te Brussel, tegen hoest, verk,oudheid,aamborstigheid, bronchiet en alle zieKten van luchtpijpen en borst.
flpotheKer te Brussel, tegen verstoptheid, maagziekten, hoofdpijn, rhumatism, Keeren der jaren, enz.
Bloedplllenvan P.VBRCAl'WBS zijn IIIUÏ leven» pillen b e d o o s : I fr. 5 0 In al de goede a p o t h . :; c,e doos : I fr. 5 0 in al de g o e d e apoth. Elke doos Is franco verzonden mits 16 postzegels van 10 centiemen aan M. F. VERQAUWEN, apotneker, 160, Anspacnlaan, Brussel, te zenden. Gedeponeerd. £ « c W » < / & « naawt pan F . V^rgawwo» wor i« « A f a / t i '
Borstpilleo eo Bioedpilieg vaa F. Verflauwen geaezen ieder jaar vele dutzesde meoseben!
Het is gemaakt \oor den LIEFHEBBER en \ARMAN.
is een lijvig boekdeel bevattende 6 van die novellen zooals bij alleen schreef. Was zijn voorlaatste werk van langeren adem, *oodat het den romanvorm nalij kwam, bier geeft hij weer sijn geheel, kunst, brokken leven » voorspoed en ellende, krachtig omlijnd en weergegeven i o o * dit alleen kan de gevierde Vlaamsche schrijver
O O K T B B E K O M E N ; Depots /e Gent: Baetsle, 54, Keiier Karaistrut; Boelaert, 8, Violettenstraat; P. Buss, 38, Noordstraat; Col.anlin, 48 Lan^emnnt De Bait,35, BUsabethgracht; Delamotte, 34, Eortrijkscheo steeawejf; Demoor. 34, Burchtstraat; Dweletmuw-rs, C4, Vlaandereostniat; Frétin, 10, Dampoortstraat; Gevaert, 49 Vlaanderenstraat; F. Leclercq, 31, Mageleinstraat; Roelandta, 23, Hrabantdam; St-Baafsapotheelc, 16, Lirnburgstrsat; Sielbo, 33, Nieuwe Saeschepoortstraat; Q. Tuerlingp, 404, Salrators t r a t ; Joseph BOBS, 03, Twaalf kamerstraat, f e i'uHejem : apotheek V ekemau-Dossche en Victor "Vandeischueren.
Verschenen bij A. H. ADRIANI, Leiden :
STUN STREUVELS.
Uittreksels uit de
MORAAL-THEOLOGIE
DE NEDERLANDSCBE BOEKHANDEL, Antwerpen eB Gent. Het huis G u . ] p o x * - U L S e x x Z o n e n verzendt OAMIDDELLIJK, eike gewensctite hoeveelheid thee in 't binnen- en buitenland, wanneer de bestelling vóór 6 uren inkomt; behalve op Zon- en Feestdagen. Dit eike streek der wereld waar thee wast, zijn ille soorten voorhanden.
GEZ0NDHEIDSP1UEN DEFENSE g-alwerendl en zuiverend. Deze uitstekende pillen zuiveren zacht het lichaam zonder buikkrampen ea zonder speciaal regiem. Zij verjagen volledig de «lijmen, oorzaak van alle ziekten, aulveren het bloed en geneze» in eemge d»gea VERSTOPPING, maagziekten, hoofdpyn, zenuwkoortsen, j i c h t e n rhumatisme, huidziekten, enz. Noch aioës noch prikkelende stoffen bevattende, passen de ö^jtifoüf^iM*» i>«/«»*« Toor eiken ouderdom en elk temperament en zijn het volkspurgeeriniddel, de schat der huisgezinnen, dien alle geneesheeren voorschrijven voor het onderhouden der gezondheid en de genezing der ziekten.
Jaarlijksche verkoop: EEN M1LLI0EN doozen. /.05), J#
van den b. D' A. H. DE LIGÜORI. PRIJS : 50 Cents - 1 fr. Mede te bekomen :
OJ? DH üBHBlME VOORSCHRIFTEN DBR
JEZUÏETEN Compagnie van Algcmecne
VERZEKERINGEN OP HET LEVEN in 181Ote Parijw lijfrenten. — Waarborg : 690 millioeo frank, heel en tl verwezentlijkt. — Deelneming aan de winsten der Verzekeringen op het heele leven. Mixte- Vmekeringeo en verzekeringen op bepaalden termijn. Bijionder bestuur voor» België en Holland : LEON HAMOlR, algemeene besiuurder der compagnie.'n-vaa verzelfl>ringen tegen brandgevaar, />« V Verikerde kapitalen in koers, op 31 December 1896 :Jr. 848,020,41)2-04. Geconstitueerde reutel •p 31 December 1896 : fr. 33,936,201-47. * Getal Ier loopende policen : 95,642. De bek.ngrijkb.eid der geconstitueerde lijfrenten it een bew^s van groot vertrouwen dat de compagnie verkregen heelt. Zich te wenden voor de verzekeringen, pro»iectus en inlichtingen tot B. DE CUYPKA, Agent-be»Hurdei, Staiiesirtat, 31, Gent.
PRIJS: SO Cents = lfr. maarrfri«^«Mrf«a a n i o n ^ t » ^ om preidea. D' J. H. GUNNING J. H Ï .
DE VEREENI30E EIGENAARS Vtamlooie veriekerintfRinaaischappy op premiüo tejren urand, hat ontpioffsn Tan den Donder, de GK«MQ «n Stoomketel», gevestigd te Brussel. LoxumMrwt, SO,
in«»riciii ten jare 1821. W a a r b o r g en voorzorg 15 mlllloen franken. ii8e»<en-fie»m«rrferj voor
B.CHRISTIAENSENS & DE CÜYPEB ÖENT, STATIESTKAAT, 21 Men vraagt goede onder-agenten.
Gent, drukk. C. AnnooWBr«eckm»n, Ad. Hoite, opv'.