SAMENWERKINGSOVEREENKOMST tussen de Vlaamse overheid en de Herculesstichting
Tussen het Vlaams Gewest en de Vlaamse Gemeenschap, hierbij vertegenwoordigd door de VLAAMSE REGERING, in de persoon van mevrouw Patricia CEYSENS, Vlaamse Minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, gevestigd te 1000 Brussel, Martelaarsplein 7,
hierna genoemd de "Vlaamse overheid", enerzijds, en de HERCULESSTICHTING, stichting van openbaar nut hierbij vertegenwoordigd door de heer Bart DE MOOR, voorzitter van de Raad van Bestuur, en de heer Marc LUWEL, operationeel directeur, gevestigd te 1000 Brussel, Koloniënstraat 56, anderzijds, wordt overeengekomen hetgeen volgt:
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
Art. 1.
Voorwerp van de samenwerkingsovereenkomst
Deze overeenkomst heeft tot doel de samenwerking te regelen tussen de Vlaamse overheid en het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Herculesstichting overeenkomstig artikel 31 van het kaderdecreet. Ze iegt de wederzijdse afspraken, verbintenissen, rechten en plichten vast voor het uitvoeren van de decretale opdracht van de Herculesstichting en de ondersteuning die de Vtaamse overheid hiervoor geeft. Art. 2.
•
inwerkingtreding en duur van de samenwerkingsovereenkomst
Deze samenwerkingsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2008 en eindigt met het in werking treden van een in de plaats komende samenwerkingsovereenkomst, die wordt afgesloten binnen de negen maanden na de beëdiging van een nieuwe Vlaamse Regering na de algehele vernieuwing van het Vlaams Pariemenf.
Als bij het verstrijken van deze termijn geen nieuwe samenwerkingsovereenkomst in werking is getreden, wordt de bestaande overeenkomst van rechtswege vertengd, tot op het ogenblik dat een nieuwe samenwerkingsovereenkomst in werking treedt. Art. 3.
Definities
o "Kaderdecreet": het decreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003; o "Oprichtingsdecreet": het decreet van 19 maart 2004 betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, inzonderheid op artikel VI.9.8. toten met Vl.9.16., toegevoegd bij decreet van 22 december 2006; o "Herculesbesluit": het Besluit van de Vlaamse Regering van 26 oktober 2007 betreffende de subsidiëring van onderzoeks- en innovatie-infrastructuur in Vlaanderen o VPS; het besluit van de Vlaamse regering van 13 januari 2006 houdende de vaststelling van de rechtspositieregeling van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid; o "Agentschap": het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap als vermeld in artikel Vl.9.9,§1 van het Oprichtingsdecreet, "Herculesstichting", stichting van openbaar nut; o "Instellingen": instellingen die subsidies kunnen ontvangen, zoals bepaald in art. 4 en 13 van het Herculesbesluit.
Hoofdstuk II. Beleidskader
Art. 4.
Juridisch kader van de samenwerkingsovereenkomst
Het juridische kader voor de samenwerkingsovereenkomst wordt gevormd door artikel 31 van het Kaderdecreet en het Oprichtingsdecreet. Deze samenwerkingsovereenkomst steunt bovendien op de statuten van de Herculesstichting, stichting van openbaar nut, zoals goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 26 oktober 2007 Art. 5.
Specifiek beleidskader
De opdrachten en globale werking van het Agentschap zijn vervat in; c het Oprichtingsdecreet, in het bijzonder artikel Vl,9.9; o de statuten; o het Herculesbesluit. Art. 6.
Samenwerking
Het Agentschap engageert zich tot een constructieve en loyale samenwerking met de andere entiteiten van de Vlaamse overheid en met de entiteiten binnen het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI), In het bijzonder.
Om dit doel te bereiken zal het Agentschap onder meer; o actief deel uitmaken van het managementcomité en de beleidsraad van het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie; o op regelmatige tijdstippen overieg plegen met de leidende 'ambtenaren van de entiteiten van de Vlaamse overheid, in het bijzonder het departement EWI. het IWT, het FWO en de PMV zodat het Agentschap zijn dienstverlening op een klantgestuurde manier kan uitbouwen. Art. 7.
Missie en opdrachten
De missie en de opdrachten van het Agentschap zijn vastgelegd in het Oprichtingsdecreet, het Herculesbesluit en de statuten. De Vlaamse Regering kan bijzondere opdrachten toewijzen aan het Agentschap, voor zover deze aansluiten bij de missie en taken van het Agentschap.
Hoofdstuk lil. Engagementen van het Agentschap
Art. 8.
Strategische doelstelling
Het Agentschap beoogt met de financiering van middelzware en zware infrastructuur voor fundamenteel en strategisch basisonderzoek het speerpuntonderzoek te stimuleren en op wereldniveau te houden of te brengen. Art. 9. prestaties
Operationele
doelstellingen,
organisatiedoelsteilingen.
processen
en
§1. Het Agentschap engageert zich om periodieke oproepen voor middelzware en zware onderzoeksinfrastructuur te organiseren. §2. Het Agentschap besteedt maximale aandacht aan de kwaliteit van het evaluatie- en selectieproces. §3. Afhankelijk van de beschikbare middelen engageert het Agentschap zich om jaarlijks een oproep voor middelzware onderzoeksinfrastructuur te organiseren. §4. Vanuit het oogpunt van efficiëntie wordt, zolang de beschikbare jaarlijkse overheidsdotatie voor zware onderzoeksinfrastructuur lager is dan 10 miljoen euro, om de twee jaar een oproep georganiseerd waarbij de middelen van twee opeenvolgende begrotingsjaren worden gegroepeerd conform artikel VI.9.10, §3 van het Oprichtingsdecreet. §5. Conform artikel 18 van het Herculesbesluit sluit het Agentschap, zowel voor de middelzware als de zware onderzoeksinfrastructuur, subsidieovereenkomsten met de ontvangers van de subsidies. §6. Zowel bij de uitvoering van de oproepen, bij het afsluiten van de subsidieovereenkomsten, als bij de opvolging ervan wordt gestreefd naar een optimale administratieve en logistieke samenwerking met de Instellingen. Voor de begeleiding van
deze administratieve processen wordt periodiek overleg gepleegd in hiertoe ingestelde werkgroepen. §7. Er wordt gestreefd naar een maximale informatiedoorstroming naar.de publieke en private Vlaamse onderzoekswereld over het Herculesfinancieringsmechanisme, in het bijzonder over de verschillende oproepen, ondermeer via de website van het Agentschap en informatiebijeenkomsten, §8. Er wordt naar, maximale transparantie gestreefd zowel in de oproepprocedure als bi] het beoordelingsproces: antwoorden op concrete vragen worden breed verspreid, indieners kunnen reageren op refe reerapporten, de regelgeving inzake motivering en openbaarheid van bestuur wordt strikt toegepast. §9. Voor de behandeling van de aanvragen en de opvolging van de subsidieovereenkomsten wordt een dossieropvolgsysteem opgezet en de procedures van indienen en behandelen van aanvragen worden stapsgewijze geïnformatiseerd, waarbij vanaf de derde oproep minstens voor de oproep voor zware onderzoeksinfrastructuur de aanvragen elektronisch kunnen worden overgemaakt. §10. Met de Instellingen worden afspraken gemaakt zodat vanaf de eerste oproep een sjabloon met betrekking tot de subsidieovereenkomsten elektronisch ter beschikking wordt gesteld, dit zowel voor de middelzware als de zware onderzoeksinfrastructuur. §11. Het Agentschap volgt de ontwikkelingen inzake de subsidiëring van onderzoeksinfrastructuur in andere tanden en in internationale samenwerkingsverbanden op, in de eerste plaats met het oog op de verbetering van de eigen werking. Bijzondere aandacht moet daarbij gaan naar de ontwikkelingen in de schoot van het European Strategy Forum on Research Infrastructures (ESFRI), de activiteiten van de OESO en van de European Science Foundation (ESF). Het agentschap moedigt hierbij de Instellingen aan om de Herculesfinanciering als hefboom te gebruiken om zich te koppelen aan een door ESFRI ondersteunde onderzoeksinfrastructuur. §12. De werking van de Commissie Hercules-Science en de Commissie Hercyles-lnvest wordt vastgelegd in een reglement van orde zoals bepaald in artikel 12 van het Herculesbesluit.
Art. 10.
Financiëie engagementen
§1,
Generieke bepalingen
De samenwerkingsovereenkomst wordt geënt op de meerjarenbegroting. In het kader van de begrotingscyclus (begrotingsopmaak en -controle) worden periodiek door het Vlaams Parlement de financiële engagementen gestemd die moeten worden doorvertaald in het jaarlijkse werkplan (en desgevallend halfjaarlijks aangepast). Eik agentschap moet het ESRvorderingensaldo behalen zoals wordt bepaald in het kader van de begrotingscyclus (resp. begrotingsopmaak en -controle). De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, heeft daartoe een interventiemogeliikheid op basis van het besluit op de begrotingscontrole,
§2.
investeringsdotatie
De Vlaamse overheid verbindt er zich toe, binnen de door het Vlaams Parlement goedgekeurde begrotingskredieten, zoals bepaald in artikel Vl.9.10 van het Oprichtingsdecreet, aan de Herculesstichting een jaarlijkse investeringsdotatie toe te kennen voor middelzware en zware onderzoeksinfrastructuur, die in 2008 15.000.000€ bedraagt. §3.
Werkingsdotatie
De Vlaamse overheid verbindt er zich toe, binnen de door het Vlaams Parlement goedgekeurde begrotingskredieten een jaarlijkse werkingsdotatie ter beschikking te stellen van het Agentschap die in 2008 606.000€ bedraagt en jaarlijks wordt vermeerderd met de gezondheidsindex zoals voorzien in de begroting van de Vlaamse Gemeenschap. §4.
Bijkomende opdrachten
Indien de Vlaamse overheid gedurende de looptijd van deze overeenkomst binnen het kader van het Oprichtingsdecreet bijkomende opdrachten toekent aan het Agentschap wordt overleg gepleegd met het Agentschap over de hiervoor noodzakelijke middelen. Art. 11.
Andere engagementen
§1.
Huisvesting
Voor huisvesting heeft het Agentschap een overeenkomst voor onderhuur afgesloten met het Vlaams Agentschap Ondernemen (VLAO). In geval van opheffing van dit laatste agentschap verbindt de Vlaamse overheid er zich toe dat de rechtsopvolger van deze entiteit deze overeenkomst overneemt of dat er een evenwaardig alternatief wordt aangeboden.
§2.
Dienstverlening
Voor dienstverlening, ondermeer toegangsbewaking, gebruik van gemeenschappelijke lokalen, onderhoud en ICT-ondersteuning heeft het Agentschap met het Vlaams Agentschap Ondernemen (VLAO) een overeenkomst voor dienstverlening afgesloten. In geval van opheffing van dit laatste agentschap verbindt de Vlaamse overheid er zich toe dat de rechtsopvolger van deze entiteit deze overeenkomst overneemt of dat er een evenwaardig alternatief wordt aangeboden.
Art. 12.
Personeelsbeleid
§1. Het HRM beleid van het Agentschap wordt beheerst door de privaatrechtelijke regelgeving. §2. Hel Agentschap streeft ernaar het arbeidsreglement zo veel mogelijk af te stemmen op het VPS.
§3. Het Agentschap verbindt er zich toe een personeelskader op te stellen. §4. Het Agentschap engageert zich om een coherent HRM-beleid te voeren inzake aanwerving, loopbaan- en competentieontwikkeling, opleidlngs- en verioningsbeleid, arbeidsmodaliteiten, en andere. Het Agentschap speelt hierbij zoveel mogeiijk in op de waarden en de doelstellingen inzake personeelsbeleid die gelden binnen de Vlaamse Overheid, zoals de deontologische code, anders werken, klantvriendelijkheid, diversiteitprincipes, integriteit, en andere. §5. Het personeelsbeleid wordt kenbaar gemaakt op de website van het Agentschap.
Hoofdstuk VI. Financiële betrekkingen tussen het Agentschap en de Vlaamse overheid
Art. 13.
Financiering door de werklnos- en investeringssubisidie
Zowel van de werkings- als de investeringssubsidie wordt 90% op het einde van elke maand per twaalfden ter beschikking gesteld van het Agentschap door het departement Economie, Wetenschap en Innovatie, Het resterende bedrag van 10% wordt uitbetaald na goedkeuring door de minister bevoegd voor het Wetenschaps- en Innovatiebeleid van het in art. 18 vermeld jaarverslag (met in begrip van het financieel verslag) en het in art. 20 vermeld jaarplan (met inbegrip van begroting) van het Agentschap. Art. 14.
Financiering van bijkomende opdrachten
De regeling van de inhoudelijke invulling en financiering van de bijkomende opdrachten zoals vermeld in art. 8 §4 van onderhavige samenwerkingsovereenkomst wordt vastgelegd in een addendum bij onderhavige samenwerkingsovereenkomst. Art. 15.
Reservevorminq en gebruik financiële opbrengsten
§1. Het Agentschap is er toe gehouden vanuit de werkingsdotatie een reserve op te bouwen, o.a. ten behoeve van het sociaal passief en afschrijvingen. Na aftrek van deze verplicht aan te leggen reserves mag de gecumuleerde onbestemde reserve 20% van de werkingsdotatie niet overschrijden. Indien de gecumuleerde onbestemde reserve van de werkingsdotatie 20% overstijgt, wordt dit overstijgende bedrag overgedragen aan de investeringsdotatie. Hierover wordt gedetailleerd gerapporteerd in het jaarlijkse financieel verslag. §2. De regels voor het overdragen van een gedeelte van de investeringssubsidie zijn vastgelegd in het Oprichtingsdecreet, in het bijzonder in artikel VI.9.10. Voor wat betreft de middelzware, onderzoeksinfrastructuur wordt een procedure overeengekomen met de associatiebesturen, die kenbaar wordt gemaakt op de website van het Agentschap. §3. De Herculesstichting dient vooraf aan de minister bevoegd voor Financiën en Begroting toestemming te vragen over de financiëie instrumenten andere dan termijnrekeningen voor het beheer van de financiële middelen.
§4. De financiële opbrengsten dienen te worden aangewend voor het subsidiëren van de onderzoekinfrastructuur conform de bepalingen in het Oprichtingsdecreet, in het bijzonder in artikel Vt.9.10 en van het Herculesbesluit. Art. 16.
De boekhouding
Het Agentschap dient een dubbele boekhouding te voeren en de waarderingsregels worden vastgelegd overeenkomstig de bepalingen van het Besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 1997 betreffende een geïntegreerde.boekhouding en budgettaire rapportering voor de Vlaamse openbare instellingen.
Hoofdstuk Vil. Toezicht, rapportering en overleg
Art. 17.
Toezicht
§1. Overeenkomstig de statuten wordt een beëdigd bedrijfsrevisor door het Agentschap belast met de controle op de financiële 'toestand, op de jaarrekening en jaarbalans, op de regelmatigheid vanuit het wettelijk standpunt van de operaties en de bedrijfsprocessen. De bedrijfsrevisor rapporteert zijn bevindingen aan de Raad van Bestuur. §2. Per trimester voert de Raad van Bestuur een budgetcontrole uit. §3. Conform artikel VI.9.15 van hét Oprichtingsdecreet en artikel 21 van het Herculesbesluit houdt een regeringsafgevaardigde toezicht op de overeenstemming van de verrichtingen en de werking van de Herculesstichting met de beginselen inzake financiële orthodoxie. Art. 1.8.
Jaarverslag en financieel verslag
Het Agentschap bezorgt jaarlijks uiterlijk vóór 1 juli van het daaropvolgende kalenderjaar.via de minister bevoegd voor het Wetenschaps- en Innovatiebeleid, aan de Vlaamse Regering een omstandige rapportering over de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst en de opdrachten die aan het Agentschap zijn toegewezen. Voor deze rapportering stelt het Agentschap een jaarverslag en een financieel verslag op. Het Jaarverslag omvat tenminste: - een overzicht van de in het kalenderjaar uitgevoerde oproepen, waarbij omstandig wordt ingegaan op de oproepen die tijdens dat jaar werden afgesloten; - een overzicht van de aanvragen die in het kalenderjaar werden goedgekeurd en waarvoor een subsidieovereenkomst werd afgesloten; - een overzicht van de lopende subsidieovereenkomsten; - een overzicht van ds tussentijdse beperkte evaluatie van de uitvoering van de afgesloten subsidieovereenkomsten; - een overzicht van de beroepsprocedures; - een overzicht van de resultaten van de door het Agentschap uitgevoerde evaluatie over zijn werking, inclusief een tevredenheidsanalyse; - de in artikel 19 bedoelde statistische parameters; - Een financieel verslag bestaande uit de goedgekeurde jaarrekeningen en jaarbalans.
Art. 19.
Statistische parameters
Om het verloop van de activiteiten van het Agentschap op te volgen zal het Agentschap jaarlijks aan de minister bevoegd voor het Wetenschaps- en Innovatiebeleid rapporteren over de volgende statistische parameters: a) uitgesplitst naar Hercules-type 1, -type 2 en -type 3: - de verhouding tussen het aantal ingediende en gehonoreerde aanvragen, fundamenteel en basisonderzoek, wetenschapsgebied, onthaalinstelling, met bijhorende bedragen; - het aantal in consortiumverband ingediende en goedgekeurde aanvragen en de corresponderende bedragen; - het aantal ingediende en gehonoreerde aanvragen met derden, de corresponderende bedragen en het geraamde bedrag aan financieel waardeerbare inbreng. Voor derden dienen categorieën te worden gedefinieerd waarbij minstens een onderscheid wordt gemaakt tussen Instellingen gevestigd in Vlaanderen, Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijke Gewest en buitenlandse instellingen en tussen privé of publieke instellingen. b) de verhouding tussen het aantal ais excellent beoordeelde aanvragen voor zware onderzoekinfrastructuur en het aantal van deze aanvragen dat wordt gefinancierd, met de bijhorende bedragen. Het formaat voor het aanleveren van de gegevens voor het onderzoeksinformatiesysteem van het departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) zal in onderling overleg gebeuren met het departement. Art. 20.
Jaarplan
Het Agentschap bezorgt jaarlijks uiterlijk vóór 1 juli van het voorafgaande kalenderjaar, via de minister bevoegd voor het Wetenschaps- en Innovatiebeleid, aan de Vlaamse Regering een jaarplan over de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst en de opdrachten die aan het Agentschap zijn toegewezen. De financiële engagementen houden rekening met de begroting van het betrokken werkingsjaar zoals goedgekeurd door het Vlaams Parlement,conform artikel 10 §1 van onderhavige samenwerkingsovereenkomst. Het Jaarplan omvat tenminste: - een overzicht van de in het kalenderjaar geplande oproepen; - een overzicht van de geplande onderhandetingen in het kader van de subsidieovereenkomsten; - een overzicht van de methodiek en planning van doorlichting en evaluatie; - een overzicht van de geplande beroepsprocedures; - een begroting, Art. 21.
Overleg en opvolging
§1, Minstens één maal per jaar vindt een gestructureerd overleg over de realisatie van de samenwerkingsovereenkomst plaats tussen de minister bevoegd voor het Wetenschaps- en Innovatiebeleid, de voorzitter van de Raad van Bestuur en de operationeel directeur van het Agentschap en de secretaris-generaal van het departement. Zij kunnen zich hiertoe laten bijstaan door hun medewerkers.
§2. Elke partij kan op elk moment een formeel en bijkomend overleg vragen over de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst. In dal geval zal het overleg georganiseerd worden binnen de drie weken nadat het formeel en bijkomend overleg is aangevraagd.
Art. 22.
Doorlichting en evaluatie
§1. Parallel met de voorbereiding van de volgende oproepen wordt een doorlichting uitgevoerd van de eerste oproep voor zware onderzoeksinfrastructuur, waarbij door middel van een elektronische enquête van aanvragers, van de operationele verantwoordelijken in de deelnemende Instellingen en derden, van geconsulteerde referees en van de leden van de Commissie Hercules-Science en de Commissie Hercules-lnvest de opinie wordt ingewonnen over het verloop van de procedure (transparantie, kwaliteit van (de ondersteuning van) het beoordelingsproces, feedback, administratieve lasten, etc.) en suggesties worden gevraagd voor eventuele bijsturingen. Voor de oproep middelzware onderzoeksinfrastructuur wordt bij de verantwoordelijken in de associaties gepeild naar knelpunten in de informatiedoorstroming en de samenwerking en worden voorstellen gevraagd voor verbetering. §2. Voor de tweede en volgende oproepen wordt een tevredenheidsenquête elektronisch uitgevoerd bij de aanvragers en wordt gepeild naar suggesties voor eventuele bijsturingen. De Raad van Bestuur van het Agentschap stuurt indien nodig de oproepmodafiteiten bij. §3. In de loop van het derde jaar van de subsidieovereenkomsten zoals gedefinieerd in artikel 9 §5 van onderhavige samenwerkingsovereenkomst wordt een doorlichting uitgevoerd van deze subsidieovereenkomsten waarbij bij de promotoren van de projecten en de verantwoordelijken in de Instellingen onder meer wordt gepeild naar de administratieve lasten en de samenwerking met het Agentschap en voorstellen voor bijsturing van de gevolgde procedures en de gebruikte overeenkomsten worden gevraagd. §4. Met het oog op de voorbereiding van de in artikel 22 van het Herculesbesluit voorziene evaluatie in 2012 en vervolgens vijfjaarlijks wordt in de subsidieovereenkomsten, in overieg met de Insteiiingen, bepaald dat de promotoren in samenwerking met de onthaalinstellingen de elementen nodig voor de in §2 van dat artikel vermelde indicatoren systematisch dienen bij te houden. Art. 23.
Bijsturing
Wanneer blijkt dat een van beide ondertekende partijen van onderhavige samenwerkingsovereenkomst zijn verbintenis niet nakomt, kunnen, onverminderd de mogelijkheden van schorsing en ontbinding zoals opgesomd in artikel Vl.9.15 van het Oprichtingsdecreet, in overleg bijsturende maatregelen en acties worden afgesproken. Verder wordt de periode vastgesteld waarbinnen deze acties moeten worden uitgevoerd en tot welk resultaat ze moeten leiden. De manier waarop hierover gerapporteerd dient te worden, wordt eveneens vastgelegd.
Art. 24.
Aanpassingen
Indien zich tijdens de duur van de overeenkomst Ingrijpende wijzigingen voordoen, hetzij in de maatschappelijke omgeving waarin het Agentschap actief is, hetzij in de beleidsopties, hetzij door een interventie van de Vlaamse minister, bevoegd voorde financiën en de begrotingen, t.g.v. een budgettaire noodwendigheid, en deze wijzigingen de opdrachten van hel Agentschap dermate veranderen dat deze veranderingen niet kunnen worden ingepast in de vigerende afspraken tussen de ondertekende partijen van onderhavige samenwerkingsovereenkomst, dan kan de samenwerkingsovereenkomst op vraag van de functioneel bevoegde minister of van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, opnieuw onderhandeld en aangepast worden. De samenwerkingsovereenkomst kan enkel opnieuw formeel onderhandeld worden op vraag van de Raad van Bestuur, na een belangrijke wijziging van hel financiële engagement van de Vlaamse Regering tijdens de duur van de samenwerkingsovereenkomst. Deze bepalingen hebben voorrang op alle andere artikels van de samenwerkingsovereenkomst. Van de bepalingen in artikel 24 en in artikel 10§1 kan niet worden afgeweken. Alle andere bepalingen in de samenwerkingsovereenkomst die hiermee strijdig zijn, die hiervan afwijken of zelfs voor een verschillende interpretatie vatbaar zouden zijn, verliezen hierdoor hun uitwerking en zijn in elk geval steeds ondergeschikt aan bovenvermelde budgettaire generieke bepalingen.
10
Art. 25,
Geschillenregeling en sanctionering
In geval van conflicten over de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst waarvoor partijen geen oplossing in der minne kunnen vinden, wordt beroep gedaan op de tussenkomst van een arbitragecommissie. Deze commissie beslaat uit 2 leden aangeduid door de minister bevoegd voor het wetenschaps- en innovatiebeleid en 2 leden aan te duiden door de Raad van Bestuur van het Agentschap en 1 onafhankelijk lid aan te duiden door beide partijen. Op basis van hun arbitrage beraden beide partijen zich en wanneer geen consensus mogelijk is, beslist de Vlaamse Regering.
Opgemaakt te Brussel, op ....15.r.l2:.2ö08 , in twee originele exemplaren. Elke partij verklaart één exemplaar te hebben ontvangen.
Voor het Agentschap,
Bart DE MOOR jtter van de Raad van Bestuur
tare LUWEL Operationeel Directeur
Voor de Vlaamse overheid,
Patricia CEYSENS Vlaams ministervan Economie, Ondernemen, Wetenschap, innovatie en Buitenlandse Handel
11