Samenwerkingsakkoord tussen Agentschap Zorg en Gezondheid en Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid voor de periode 2006-2010 Het Agentschap Zorg en Gezondheid is per 01.04.06 de rechtsopvolger van de administratie Gezondheidszorg van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. De vroegere Vlaamse Gezondheidsinspectie (nu Afdeling Volksgezondheid) vormt één van de 5 afdelingen van dit Agentschap. Hierna worden de opdrachten en de financiële engagementen beschreven die het voorwerp uitmaken van de samenwerkingsovereenkomst.
Werkplan 2008 DEEL I: SAMENVATTENDE TABEL Titel / titre
Vl. Gem 2007 VAST
A. Analyse en identificatie van biologische agentia A.1. Ondersteuning in geval van uitbraken A.1.1. Registratie,verdeling, mededeling resultaten (Medische secretariaat) A.1.2.1. Analyse klinische monsters (samen met AZ-VUB) A.1.2.2. Andere stalen (o.a. norovirus, bacillus en stafylococcen in faeces) A.1.3. Eigen analyses : Humane bacterieënvan de NRL A.1.3.2. Genotypische vergelijking van isolaten (analysekost 1 PFGE 12 stammen = 250€) A.1.3.3. Subtypering van Neisseria meningitidis A.1.3.4. Microbiologische analyse van voedingsmiddelen A.2. Opkomende virussen A.3. Analyse en identificatie van schimmel in het binnenmilieu A.3.1.1. Schimmelproblemen in woningen en bedrijven (25 enquêtes en 40 stalen) A.3.1.2. idem, variabel (300€ per enquête en 6€ per staal) A.3.2. Referentiecentrum medische mycologie A.3.2. idem, variabel
40.000,00 73.250,00
10.000,00 35.000,00 35.000,00
VARIABEL
12.500,00 10.000,00 5.000,00 2.000,00 4.000,00
15.000,00
B. Chemische en fysische agentia C.Genetisch gemodificeerde organismen C.1. Inspectieopdrachten in GGO-bedrijven D. Surveillance D.1 Surveillance van mazelen, bof, rubella en pneumokokken D.2. Meetnet stuifmeel en schimmelsporen in lucht D.3. Meetnet van huisartsenpeilpraktijken D.4. Peillaboratorianetwerk D.5. Surveillance van ziekenhuisinfecties D.6. Surveillance van griep D.7. Sexueel overdraagbare infectieziekten E. (a&b) Beleidsgeoriënteerde wetenschappelijke ondersteuning : JAARPLANNING VEREIST E.(a) Reserve voor niet voorziene taken in het kader van crisissen en onvoorziene beleidsgeoriënteerde wetenschappelijke ondersteuning, 500€ per dag (raming 100 d x 500 eur)
41.704,00 30.000,00 50.000,00 128.593,00 123.763,00 57.880,00 76.180,00 65.925,00 97.950,00
823.541,00
50.000,00 140.204,00
963.745,00
1
Deel II : MICROBIOLOGIE A. Analyse en identificatie van biologische agentia A.1. In geval van uitbraken is er een ondersteuning door het WIV van de Afdeling Toezicht Volksgezondheid op het gebied van staalname, analyse en mededeling van het resultaat : A.1.1. Registratie, verdeling naar andere referentielaboratoria en mededeling van het resultaat: Vaste bijdrage voor personele kosten (medisch secretariaat): vast bedrag: 40.000 euro Voor 2008 Het medische secretariaat heeft als doel de gezondheidsinspecteurs bij te staan in de gevallen bij een uitbraak en de resultaten en gegevens te beheren en te centraliseren. Een geneesheer is aangeworven op het budget van de franse gemeenschap. In 2008, zal hij bijstand verlenen aan de gezondheidsinspecteurs bij het uitvoeren van monsternames, het beheer van resultaten (in samenwerking met het secretariaat) van de referentielaboratoria, van het UZ.Brussel of van het klinisch laboratorium gekozen door de gezondheidsinspecteur. In geval van V.T.I. (voedselintoxicatie) onderhouden zij nauwe contacten met en het referentiecentrum van V.T.I. (W.I.V. K. Dierick/N. Botteldoorn) voor de onderzoeksresultaten van verdachte besmette eetwaren. Het secretariaat zal dus de centralisatie en het beheer van alle gegevens in geval van een uitbraak verzekeren. Bovendien is er een nieuw ontwikkelde beveiligde web-applicatie op de server van het WIV, die toegankelijk is voor de verschillende actoren betrokken bij VTI’s. Deze biedt de kans om de “real time” communicatie te verbeteren die echt noodzakelijk is om te achterhalen wat de oorzaak was van de VTI. Het totaal aan verzamelde informatie moet een betere rapportering toelaten naar de betrokken overheden en de EU en kan in de toekomst dienen om advies en maatregelen mee te helpen definiëren voor het beleid om het aantal VTI’s te beperken. A.1.2. Analyse van klinische monsters in samenwerking met UZ-Brussel (andere analysen dan deze vermeld onder A.1.1. en A.1.3): Microscopisch onderzoek van het micro-organisme, immunologische opsporing- en identificatietesten van het micro-organisme, aërobe kweek, anaërobe kweek, mycobacteriële kweek, fungi kweek. • Bacteriën: moleculaire opsporings- en identificatietechnieken, gevoeligheidsbepalingen, opsporen van resistentiemechanismen; • Parasieten en fungi door gendetectie. • Virussen: Norovirus met gendetectie Opsporen en identificeren van kiemen zal uitgevoerd worden door het Labo Klinische Biologie UZ-Brussel, Laarbeeklaan 101, B-1090 Brussel (Beltest accreditatie nummer: 191-M-ISO151189) met uitzondering van Norovirus, stafylococcen en Bacillus cereus bij VTI waarvoor de opsporing gebeurt in het WIV. Bijkomende analyses voor 2008 Prijs per prestatie: A.1.2.1. In onderaanneming met UZ-Brussel Bv VTEC, Vibrio, ea = 12 500 euro variabele kost A.1.2.2. Andere stalen: Norovirus in feces: 100 euro per staal (WIV – K. Dierick/N. Botteldoorn) Bacillus cereus en stafylococcen in feces of braaksel (14.5 euro per kiem per staal) Totaal WIV: 10 000 euro variabele kost A.1.3. Eigen analyse: Humane bacteriën : Vaste bijdrage van 73 250 euro voor onderstaande prestaties (A.131): Lopende activiteiten + ontwikkelingen 2008 A.1.3.1. Neisseria meningitidis, Listeria, Shigella, Salmonella inclusief Typhi en Paratyphi: - Bevestiging van de identificatie, typering van de bacteriële isolaten (serotypering) en bevestiging of uitvoering van de antibioticagevoeligheid 2
-
-
Onmiddellijke kennisgeving van de typering van de stam aan de Afdeling Toezicht Volksgezondheid Alarmeringsfunctie: dagelijkse detectie eventuele stijgingen van de weinig frequente serotypes, verhoogde virulentie, epidemieën … Hulp bij de aanpak van uitbraken/verhoogde incidenties: gegevensbank (epidemiologische data + het bewaren van stammen) op nationaal niveau Voor Neisseria meningitidis: maandelijkse, driemaandelijkse en zesmaandelijkse overzichten. Voor de andere kiemen: jaarlijkse verslagen (beschikbaar op internet: www.iph.fgov.be/bacterio). Bij actualisering van de overzichten wordt de Afdeling Toezicht Volksgezondheid per e-mail verwittigd. Opvolging – uitstippelen van preventieve acties (vaccinatie) – evaluatie van de genomen maatregelen Opvolging van een random staalname van Neisseria meningitidis B met behulp van moleculaire typering technieken (Multilocus sequence typering (MLST) en pulse field gel electrophoresis) om de evolutie in België op te volgen.
Ontwikkeling van een nieuw beveiligde web-applicatie op de server van het WIV die toegankelijk is voor de verschillende laboratoria en gezondheidsinspecteurs betrokken bij Salmnonella en Shigella analyses/resultaten.
Bijkomend bedrag per prestatie (op aanvraag): A.1.3.2. Genotypische vergelijking van isolaten van verschillende oorsprongen (m.b.v. moleculaire technieken): De stammen (Neisseria, Listeria en Salmonella) worden door de pulse field gel electrophoresis techniek (PFGE) geanalyseerd volgens de guidelines gepubliceerd op internationaal niveau (« Pulse Net » voor Salmonella en Listeria stammen (www.cdc.gov/pulsenet) en EU-MenNet voor de Neisseria stammen). De verschillende genetische profielen worden dan vergeleken met behulp van het « Bionumerics » programma (http://www.applied-maths.com/bionumerics/bionumerics.htm). De analysekosten van één PFGE (12 stammen + 3 controles) worden geschat op 250 euro variabele kost Geschat aantal voor 2008: 20x 250 euro=
5000 Euro variabele kost
A.1.3.3 Subtypering van Neisseria Meningitidis: De Multilicus Sequence typing en de sequenering van de antigen genen kunnen uitgevoerd worden om een fijnere typering van Neisseria meningitidis te bekomen. Met behulp van deze technieken kan een cluster geïdentificeerd worden en is een beter management van de eventuele opstoot mogelijk. Geschat aantal voor 2008: 20x100 euro=
2000 Euro variabele kost
A.1.3.4. Microbiologische analyses van alle voedingsmiddelen, veevoeder en grondstoffen: Door het laboratorium voor levensmiddelenanalyse (Afdeling Bacteriologie), aangeduid bij KB in 2005 als nationaal referentielaboratorium voor voedselovergedragen zoönoses en antimicrobiële resistenties. Zij voeren alle bacteriologische analyses uit van monsters die door het FAVV genomen worden in het kader van voedselgerelateerde uitbraken. Dit geeft de mogelijkheid geïsoleerde stammen uit deze voedingsstalen te vergelijken met de menselijke stammen getypeerd in onze referentielaboratoria voor humane stammen. Vraaggestuurd uitvoeren van analyses op verdachte levensmiddelen bemonsterd door de Afdeling Toezicht Volksgezondheid, opvolgen van specifieke uitbraken. Schatting voor 2008: 20 voedingstalen voor bacteriologie : 10 voedingsstalen voor norovrius:
2500 Euro variabele kost 1500 Euro variabele kost
3
TKG Coliformen 30° telling Thermoresist. coliformen telling Enterobacteriaceae telling melkzuurbacteriën telling E. coli telling coagulase + Stafylokokken telling B. cereus telling Enterokokken telling sulfietred clostridiën telling Cl. perfringens telling Salmonella detectie Salmonella telling L. monocytogenes detectie L. monocytogenes telling Campylobacter detectie Yersinia detectie Serotypering Salmonella Serotypering Listeria E. coli O157:H7 Typering E. coli O157:H7 Enterotoxine Staph. Enterotoxine Bacillus Identificatie bijzondere stam Pseudomonas telling Antibiogram MIC Norovirus in voeding
€ 12,50 12,50 12,50 12,50 12,50 14,50 14,50 14,50 14,50 14,50 25,00 30,00 30.00 38,00 38,00 42,00 30,00 22,00 28,50 30,00 75,00 125 125 100 14,50 10 50 150
A.2. Analyse, identificatie en surveillance van opkomende virussen: vaste bijdrage van 10 000 euro Snelle diagnostiek in geval van nationale of internationale crisis veroorzaakt door het opkomen of opnieuw opkomen van een virose die een bedreiging voor de volksgezondheid zou kunnen vormen. -
Uitvoering van virale diagnostiek van influenza virussen die een pandemie zouden kunnen veroorzaken (H5, H7, H2 en H9 subtypes), SARS virus, West Nile virus en Chikungunya virus (niet uitgevoerd door perifere labo’s) in geval van vermoeden bij een patiënt
-
Ontwikkeling, validatie en accreditatie van de diagnostische moleculaire testen.
-
Manipulatie van pathogene virussen behorende tot de risicoklasse 3 in een L3- laboratorium.
Mededeling van laboratoriumresultaten aan: Internationale en nationale Instanties van Volksgezondheid: -
Bewakingscel van FOD Volksgezondheid Kabinet van de Minister van Volksgezondheid Gelijktijdig naar Vlaamse Gemeenschap – Afdeling Toezicht Volksgezondheid WGO Aanvragende huisartsen en klinische laboratoria
Samenwerking: Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie – WIV Epidemiologie 4
A.3. Analyse en identificatie van schimmels in het binnenmilieu A.3.1. Schimmelproblemen in woningen en bedrijven De aanvragen voor onderzoek van schimmelproblemen die op kosten van de Vlaamse Gemeenschap worden uitgevoerd moeten voorafgaandelijk voorgelegd en goedgekeurd worden door de Afdeling Toezicht Volksgezondheid. A.3.1.1. - Basisbedrag: vaste bijdrage 35 000 euro Dit basisbedrag laat toe 25 volledige gemiddelde enquêtes (bemonstering, analyse en rapportering) uit te voeren en 40 stalen (analyse en rapportering) te analyseren. Plannen voor 2008: • De samenwerking met de provinciale inspectiediensten verderzetten voor het analyseren van stalen en de microbiologische onderzoeken. • Het herwerken van de website www.indoorpol.be (in de loop van het 1ste semester 2008): het vervolledigen van de Nederlandstalige versie en het ontwerpen van een nieuwe pagina. Welke weg moet er gevolgd worden om een microbiologisch onderzoek te laten uitvoeren in een woning of in een ander milieu (professioneel, verzorgingsinstelling, … ) in Vlaanderen? De inspectiediensten zullen gecontacteerd bij het opstellen van deze pagina (contactpunten, links maken met hun sites, …). • Einde 2008, het organiseren van een 2-tal korte vormingen (2-uur) met als doel: soort metingen en hoe microbiologische staalnames realiseren? In het bijzonder voor mensen die werken op het terrein, zoals de Logo’s, … . Voor 2008 zijn in het basisbedrag begrepen: - 100 analyses van scotch-tapes - 25 volledige gemiddelde enquêtes A.3.1.2. Het variabele deel voor 2008, 50 enquêtes, bedraagt 300 Euro per supplementaire enquête 15.000 euro. A.3.2. Referentiecentrum medische mycologie De aanvragen voor onderzoek van schimmelproblemen die op kosten van de Vlaamse Gemeenschap worden uitgevoerd moeten voorafgaandelijk voorgelegd en goedgekeurd worden door de Afdeling Toezicht Volksgezondheid. - Basisbedrag (gespecialiseerd personeel, materiaal…): vaste bijdrage van 35 000 euro Niettegenstaande het hier ook gaat om onderzoek in het binnenmilieu, betreft het hier een totaal andere groep van schimmels in vergelijking met A.3.1 die op speciale (actidionerijke) voedingsbodems afgezonderd worden. Het personeel dat zich met deze problematiek bezighoudt is hiervoor gespecialiseerd en verschillend van het personeel dat zich met de "contaminanten" bezighoudt.
Voor 2008: Vraaggestuurd mycologisch onderzoek (bemonstering en analyse) - in scholen, kinderdagverblijven, plaatsen van openbaar nut... in geval van oppervlakkige mycosen (atleetsvoet, hoofdschimmel...). Bemonstering van omgeving en van risicopersonen, advies bij te nemen maatregelen en opvolging. 5
- in ziekenhuizen en verzorgingstehuizen (Vlaams Gewest en AZ-VUB Jette): opsporen van thermofiele schimmels als mogelijke oorzaak van nosocomiale infecties. - van allerhande voorwerpen die onderhevig zijn aan een schimmelbesmetting en waarvan het gebruik een gezondheidsprobleem (bvb. allergie, intoxicatie...) als gevolg kan hebben. Identificatie van moeilijk te identificeren schimmelstammen voor laboratoria van ziekenhuizen.. Indien nodig aan de hand van biomoleculaire methodes. D.2. Meetnet van stuifmeel en schimmelsporen in de lucht Vaste bijdrage van 50 000 € Activiteiten gepland voor 2008: - tellingen van stuifmeel voor Brussel, De Haan en Antwerpen - tellingen van alle schimmelsporen voor Brussel - tellingen van de belangrijkste allergieverwekkende schimmelsporen voor De Haan - centralisering en verspreiding van deze gegevens via telefoon, website, infobladen (per e-mail) - hooikoortsvoorspellingen gedurende het hooikoortsseizoen (15 mei tot 15 juli) - verwerken van de resultaten van 2007 in een jaarverslag - vernieuwing en aanvulling van de site www.airallergy.be C.1 Ondersteuning van Inspectie-opdrachten in GGO-bedrijven Actieplan 2008 •
•
•
Opleiding en bijscholing van personeelsleden van Vlaamse gezondheidsinspectie (inmiddels Toezicht Volksgezondheid of ToVo genaamd): In april 2008 zal in België het jaarlijks congres plaatsvinden van het Europees netwerk van inspecteurs betrokken bij ingeperkt gebruik en doelbewuste introductie van GGO' s. Het congres wordt georganiseerd door ToVo, in samenwerking met FOD-DG4 (Dier, plant en voeding). De afdeling Bioveiligheid en Biotechnologie van het WIV zorgt voor de inhoudelijke en wetenschappelijke invulling. Meewerken aan en ondersteunen van (de rapportering van) de GGO-inspecties van de Vlaamse gezondheidsinspectie: Voorzien wordt dat de SBB deelneemt aan 2 inspectiebezoeken per maand en haar medewerking verleent aan de rapportering ervan (inhoudelijke suggesties). Zij verleent eveneens haar medewerking aan samenvattende rapportage (statusrapport, nationale en internationale vertegenwoordiging, ondersteunende rapportage op de Belgische website Bioveiligheid). Zij neemt deel aan overlegvergadering inzake planning en evaluatie met ToVo en werkt mee aan de ontwikkeling en behoud van het eenvormig karakter van de GGO audits over het Vlaamse grondgebied. Daarnaast verleent zij ook haar medewerking aan het opstellen van checklists, en geeft advies inzake monstername en analyse van GGO' s. Ad hoc adviesverlening bij vragen: De SBB stelt voor een haalbaarheidsstudie uit te voeren inzake monstername en analyse van GGO’s en pathogene organismen binnen inrichtingen. Daarnaast is de SBB samen met ToVo nog steeds betrokken bij de verdere opvolging van het project van LNE, afdeling Milieu-inspectie, inzake het ontwikkelen van een methode voor monstername en analyse van GGO’s en pathogene organismen in lucht, afval en water.
Op jaarbasis wordt een maximale bijdrage voorzien van 41.704 euro variabele kost. De afrekening dient per prestatie te gebeuren, aan de hand van volgende basiskostprijzen: - inhoudelijke ondersteuning: 55,35 euro/uur (geïndexeerd) - secretariaatskosten: 32,29 euro/uur (geïndexeerd) - verplaatsingsonkosten: 0,2903 euro/uur (geïndexeerd) - overhead: 12,5% 6
- externe opleiding: verplaatsing en inschrijving aan kostprijs, geen overhead D.6. Analyse, identificatie en surveillance van griep (nationaal griepcentrum): Vaste bijdrage van 76 180 €. Vanaf week 40-2007 werd het netwerk uitgebreid tot 200 huisartsen peilpraktijken voor de surveillance van het aantal gevallen van griepale syndromen en acute luchtweginfecties (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) als gevolg van de fusie van 2 bestaande netwerken: het netwerk van de afdeling Virologie en het netwerk van de afdeling Epidémiologie. De virologische surveillance (afnemen van nasopharyngeale uitstrijkjes bestemd voor de virale diagnostiek) werd eveneens uitgebreid tot 100 staalafnemers. Doelstellingen: - Vroegtijdige detectie, evolutie en impact van de seizoensgebonden epidemieën en detectie van eventuele pandemie - Identificatie van de circulerende stammen van het griepvirus tijdens elke seizoensgebonden epidemie (ongeveer 1000 nasopharyngeale uitstrijkjes/jaar: typering (Influenza A, B), subtypering van Influenza A (H3, H1, N1, N2) en identificatie van de circulerende stam om de samenstelling van het vaccin te bepalen voor volgend jaar. Samenwerking: WIV Epidemiologie Verspreiding van de resultaten: wekelijkse rapporten en jaarrapport -
Bewakingscel van FOD Volksgezondheid Kabinet van de Minister van Volksgezondheid Gemeenschappen Europees Netwerk voor Surveillance van Influenza (EISS) WHO Huisartsen peilpraktijken en Universitaire Ziekenhuizen Media, medische pers WEB site http://www.fgov.be/flu
Deel III : EPIDEMIOLOGIE
D. Surveillance Algemeen: rapportering van surveillance resultaten geven cijfers mbt Vlaanderen en indien aanwezig ook mbt België. D.1. Surveillance van ziekten die voorkomen worden door vaccinaties Via de Europese beschikking Nr 2119/98/EG van het Europees Parlement en de Raad verbinden de lidstaten van de Europese Gemeenschap zich ertoe om epidemiologische surveillance van ziekten die door vaccinatie kunnen worden voorkomen te waarborgen. Vooral voor ziekten waarvoor een eliminatie doelstelling bestaat (zoals voor mazelen en rubella) is het belangrijk om klinische en epidemiologische gegevens van gevallen te verzamelen, zodat de vooruitgang van de eliminatie kan opgevolgd worden. Door het uitbreiden van bestaande klinische en laboratoria surveillancesystemen kan het WIV een rol spelen in het verzamelen van deze epidemiologische gegevens voor aandoeningen die nog niet opgenomen zijn in de lijst van verplicht te melden ziekten in de Vlaamse Gemeenschap. Ook in 2008 zullen er gegevens verzameld worden over mazelen, bof, congenitale rubella en invasieve pneumokokkeninfecties. Activiteiten Algemeen
Voorstel 2008 Pneumokokken: verder op te volgen en te verbeteren Pertussis ? 7
Verder uitbouwen van surveillancenetwerk van artsen Investigatie van mazelenuitbraken
Andere ziekten ? het Recent afgestudeerde artsen contacteren.
Op vraag studie van de doeltreffendheid van vaccins bij uitbraken Begeleidingscomité (Pedisurv) met leden IVA Z&G. 1 meeting per jaar
Verder actief opsporen van clusters met genotypering van het virus door het nationaal laboratorium voor mazelen (WIV, virologie).
Een vaste bijdrage van 30.000 € wordt voorzien D.3. Meetnet van huisartsenpeilpraktijken Het meetnet volgt bepaalde aandoeningen en behandelingen op in de eerste lijn. Voor het bekomen van betrouwbare epidemiologische cijfers over zowel België als de regio’s is een minimum van 180 peilpraktijken nodig, waarvan minimaal 100 in de Vlaamse Gemeenschap. De inhoud van het netwerk wordt jaarlijk opnieuw besproken met leden IVA Z&G, tijdens 1 van de 3 vergaderingen van het begeleidingscomité en waarin alle partners van het meetnet aanwezig zijn. Een vaste bijdrage van 128.593 € wordt voorzien. Het nationale griepcentrum maakt deel uit van het Meetnet van Huisartsenpeilpraktijken. Alle huisartsenpeilpraktijken (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) geven wekelijks het aantal gevallen van grippale syndromen en acute luchtweginfecties door. 50-70 huisartsen nemen ook regelmatig nasopharyngeale uitstrijkjes af bij patiënten bestemd voor de virale diagnostiek. - Vroegtijdige detectie, evolutie en impact van de seizoensgebonden epidemieën en detectie van eventuele pandemie; - Identificatie van de circulerende stammen van het griepvirus door het referentielaboratorium tijdens elke seizoensgebonden epidemie (ongeveer 1000 nasopharyngeale uitstrijkjes/jaar: typering (Influenza A, B), subtypering van Influenza A (H3, H1, N1, N2) en identificatie van de circulerende stam om de samenstelling van het vaccin te bepalen voor volgend jaar. Een vaste bijdrage van 76.180 € wordt voorzien (zie microbiologie). Activiteiten rapportering
registratie
Begeleidend comité peilpraktijken
Voorstel 2008 Astma: incidentie, prevalentie: editie van rapport Ongevallen: editie van rapport Diabetes (1 wetenschappelijk artikel + 1 artikel in SentiBul) Overlijdens/zorgen aan levenseinde: Een of meerdere artikelen en 1 rapportering in SentiBul Intentioneel geweld: 1 rapport Varicella en zona: 1 artikel Depressie: rapportering over de pilootstudie in 2007 Griep en ALI: wekelijkse curve, jaarrapport en artikel ALI en griep Varicella en zona Zelfmoord(poging) Overlijdens en zorg aan levenseinde Depressie Ziekte van Lyme 2 à 3 vergaderingen
8
D.4. Peillaboratorianetwerk: surveillance van infectieuze aandoeningen Activiteiten Voorstel 2008 Gegevens verzamelen mbt volgende Te bepalen in de begeleidingscomite (dec) kiemen* De interactieve website onderhouden Verbetering van de dagelijkse feed back worden met het verhogen van de Evaluatie van de timing van de gegevens opsturen elektronische rapportering door de laboratoria Organisatie van seminarie November 2008 Andere: referentie laboratoria Te verbeteren Andere: begeleidingscomite Beter voorbereiding met de IVA Z&G (een vergadering met de 2 gemeenschappen en Brussels ?) Opmaken van expertenlijst (namen, coördinaten) per ziekte Maken van gestandaardiseerde richtlijnen per infectieziekte i.s.m. Afdeling Toezicht Volksgezondheid (beperkte proefset) *: Adenovirus, Bordetella pertussis, Borrelia burgdorferi, Campylobacter, Chlamydia psittaci, Chlamydia trachomatis, Cryptococcus neoformans, Cryptosporidium, Cyclospora, Entamoeba histolytica, Enterovirus, Escherichia coli, Giardia, Haemophilus influenzae, Hantavirus, Hépatite A, Hépatite B, Hépatite C, Influenza A, Influenza B, Legionella pneumophila,Listeria, Morbillivirus, Mycoplasma pneumoniae, Neisseria gonorrhoeae, Neisseria meningitidis, Parainfluenza, Parvovirus, Plasmodium, Rotavirus, Rubivirus, Septis & neonatale meningitidis, Shigella, Streptococcus pneumoniae, Streptococcus pyogenes, Treponema pallidum, Respiratoir Syncytial Virus, Yersinia enterocolitica. Een vaste bijdrage van 123.763 € wordt voorzien D.5. Surveillance van ziekenhuisinfecties Belangrijk voor snelle detectie van multiresistente ziekenhuiskiemen en nosocomiale epidemieën. Epidemiologische en wetenschappelijke ondersteuning inzake ziekenhuishygiëne en infectiepreventie van de Dienst Toezicht Volksgezondheid bij ziekenhuisaudits. Activiteiten Opvolgings-comité Ondersteuning:
Voorstel 2008 2 vergaderingen 1) Uitwerken van statusrapport over het screeningsbeleid in Vlaamse ziekenhuizen: (deadline: 31 mei 2008) Doel:- uniformiseren van screeningsbeleid Onderzoeksvragen: - doelgroep voor screening - gebruikte screeningstechiek - ondernomen acties na screening - kosten/baten studie van screening voor ziekenhuizen en ROB/RVT - te ondernemen acties voor standaardisatie van screeningsbeleid 2) Opstellen van actieplan voor de ondersteuning van de informatisering van de ziekenhuisinfecties in Vlaamse ziekenhuizen (deadline: 1 september 2008) Doel: 9
- prioritisering van informatiseringsprojecten in ziekenhuizen - communicatie tussen ziekenhuishygiënisten en informatici verbeteren - uniformiseren van evaluatie tijdens audits van deze ziekenhuisinfectiesystemen Wat? - handleiding voor ziekenhuishygiënisten en ziekenhuisinformatici (goede praktijkvoorbeelden) - Opstellen lijst criteria voor elektronische ziekenhuishygiënedossiers Surveillance
Voortzetten van de surveillance van ziekenhuisinfecties: Septicemieën, IZ, post-operatieve wondinfecties, Clostridium difficile Voortzetten van de surveillance van AB-resistentie: Surveillance van MRSA en van multiresistente & ESBL- producerende Enterobacteriaceae Oprichten van begeleidende werkgroep voor de surveillance van MRSA. Verfijnen van bestaande individuele feedback voor MRSA, MRE.. Uitwerken van web- based invoermodule (web- NSIH) voor surveillancegegevens ivm multiresistente & ESBL- producerende Enterobacteriaceae
Vorming
- Een vervolg (2008) van deze vorming voor verzorgenden in Vlaamse WZC wordt momenteel uitgewerkt samen met VVSG, VVI en FERUBEL (geplande vergadering: 26/10/2007) - Ook zijn er momenteel onderhandelingen met CRATAEGUS (overkoepelend orgaan van Vlaamse Coördinerend Raadgevende artsen) voor het verderzetten, afwerken van onderzoek en het uitwerken van verdere stappen om de MRSA- problematiek en infectiepreventie in WZC aan te pakken. (geplande vergadering: 18/10/2007).
Een vaste bijdrage van 57.880 € wordt voorzien D.7. Seksueel overdraagbare infectieziekten Surveillance van seksueel overdraagbare infectieziekten Planning 2008
2 vergaderingen per jaar Op punt houden van netwerk en werking van HIV/AIDS/SOA surveillance met voortzetting van in 2007 opgestarte initiatieven. Verdere uitbouw en consolidatie van de registratie Organisatie van 4e seminarie over SOA-surveillance in België. Nagaan van haalbaarheid van verschillende methoden om coïnfecties HIV, hep C te bepalen binnen bestaande registratie en surveillance systemen Een vaste bijdrage van 65.925 € wordt voorzien
10
E. Beleidsgeoriënteerde wetenschappelijke ondersteuning a) 1. Veldvalidering van in vitro screeningsmogelijkheden t.o.v. de klassieke tuberculinehuidtest, fase 1 (Departement Instituut Pasteur met ondersteuning van de Afdeling Epidemiologie) De validatie zal gebeuren door de uitvoering van een in vitro test parallel met een intradermoreactie op tuberculine (tuberculine-huidtest). Een ontmoeting tussen de onderzoekers van WIV – Pasteur en de Vlaamse Gemeenschap is onontbeerlijk om de details van het protocol vast te leggen en om een keuze te maken voor de in vitro test. Er bestaan 2 verschillende testen: QuantiFERON-TB Gold (Cellestis) en T-SPOT.TB (Oxford Immunotec). QuantiFERON QuantiFERON®-TB Gold (In-Tube) [QFT] is an in vitro laboratory diagnostic test using a whole blood specimen. It is an indirect test for M.tuberculosiscomplex (i.e., M. tuberculosis, M. bovis, M. africanum, M. microti, M.canettii) infection, whether tuberculosis disease or latent tuberculosis infection (LTBI). It cannot distinguish between tuberculosis disease and LTBI, and is intended for use in conjunction with risk assessment, radiography, and other medical and diagnostic evaluations. QFT in vitro diagnostic test uses peptide cocktails simulating TB proteins to stimulate cells in heparinized whole blood. The antigens represented in the test are ESAT-6, CFP-10 and TB7.7(p4). These proteins are absent from all BCG strains and from most nontuberculosis mycobacteria. Individuals infected with M.tuberculosis-complex organisms usually have lymphocytes in their blood that recognize these and other mycobacterial antigens. This recognition process involves the generation and secretion of interferon(IFN- ). Detection and quantification of IFN- made in response to the specific antigens is the basis of QFT.
T-SPOT.TB T-SPOT.TB is a in vitro diagnostic that measures T cells specific to Mycobacterium tuberculosis (MTB) antigens. Based on the pioneering T-SPOT technology (ELISPOT = Enzyme-Linked ImmunoSPOT) , it was developed for diagnosing both latent TB infection and TB disease in humans. Briefly, white blood cells are separated from the patient sample (usually blood), washed and counted and then added to wells of a standard 96-well microtitre plate, where they are incubated in the presence of antigen from the disease of interest. If you have the disease, your T cells will recognise the antigen and secrete cytokine (e.g. IFN- ) as part of the normal immune response. This cytokine is captured by particular cytokine-specific antibodies lining the well floor. The cytokine-bound antibodies are subsequently visually illuminated using a ‘sandwich capture’ technique. This produces spots on the well floor, where each spot represents the footprint of one T cell that responded to the antigens. These spots are then counted and the frequency of your T cells that are fighting a particular disease can then be quantified.
Evaluatiekosten De studie zal uitgevoerd worden op personen die contact hebben gehad met patiënten met actieve pulmonaire tuberculose. Zo’n 200 individuen kunnen opgenomen worden in deze studie,in twee fasen, waarbij in fase 1 gestreefd wordt naar inclusie van 100 personen. Bloedafname wordt gevolgd door een intradermoreactie op tuberculine, inclusief lezing na 72u. Het bloed zal opgestuurd worden naar het laboratorium voor mycobacteriën van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (Instituut Pasteur, Ukkel), waar de in vitro test gerealiseerd zal worden. De testen zullen opgesteld worden in het laboratorium door een wetenschapper. Ze zullen dan uitgevoerd worden door een laborant-technicus onder de opvolging van de wetenschapper die de resultaten zal valideren. De statistische verwerking zal in samenwerking met een epidemiologist gebeuren. De bekomen resultaten en de patiëntgegevens, verkregen via een vragenlijst zullen statistisch verwerkt worden en gediscussieerd in nauwe samenwerking met de artsen van de Vlaamse Gemeenschap die de desbetreffende patiëntendossiers bezitten. Kosten berekend voor 200 patiënten, fase 1 : In vitro test 10.000 € Personeel 25.000 € Andere 5.000 €
Totale bijdrage 40.000 €
11
a) 2. Support op epidemiologisch vlak van de equipes van de Dienst Toezicht Volksgezondheid bij uitbraak/enquêtes. De Afdeling Epidemiologie is bereikbaar via een GSM-nummer (gekend door het IVA Z&G) 24/24 uur en dit 7 dagen op 7. De ondersteuning is onmiddellijk en bestaat in functie van de vraagstelling en in samenspraak met de vrager uit: • een telefonische consultatie, • het elektronische beantwoorden van een vraag, • deelname aan werkvergadering(en), • ondersteuning bij de statistische analyse van gegevens verzameld rond het specifiek probleem • het zich ter plaatse begeven • het opzetten en/of uitvoeren van een epidemiologisch onderzoek. b) Vraaggestuurd aanleveren van wetenschappelijke ondersteuning aan het agentschap via opleiding en vorming, literatuurstudie, advies bij opstart en begeleiding van wetenschappelijke projecten, specifieke programma's en studies met betrekking tot beleidsevaluatie, bevolkingsonderzoek, thematische dossiers op vraag en ondersteuning bij ad hoc vragen (bvb. parlementaire vragen met zeer korte termijnen). Hiertoe dient jaarlijks (eind november) een jaarplanning opgemaakt te worden door de begeleidende stuurgroep, waar afgevaardigden van het WIV en van het Agentschap deel van uitmaken. Jaarplanning 2008 Activiteit 1. Vorming • Electronische bibliotheek • Vorming personeelsleden
Tijdsplanning 0.5 FTMaand
2. Evaluatie van gezondheidsdoelen dmv gezondheidsenquête
2 FTMaand
Suïcide, borstkanker en middelengebruik
3. Beleidsvoorbereidende en –evaluerende ondersteuning 3.a. Bedrijfgezondheidszorg 3.b. voeding en beweging 3.c. valpreventie bij ouderen
2.5 FTMaand 1 FTMaand 2 FTMaanden
3.d. evidentie voor strategie ter preventie van huidkanker
2 FTMaanden
Zie bijlage BGZ Zie bijlage GC VoeBew Mogelijkheden onderzoeken voor registratie, bepalen van indicatoren voor (effect)evaluatie van het programma De evidentie nagaan van verschillende strategieën voor de preventie van en bij huidkanker
4. participeren aan werkgroepen in het kader van gezondheidsconferentie, -symposia,– colloquia of screeningsbeleid 4 a) bevolkingsonderzoek algemeen
2 FTMaanden
4 b) borstkankeropsporing
3 x 2 dagen
Opmerkingen 15000€ - gebruik EpiInfo - eenvoudige statistische technieken - Zie bijlage VORMING
Oprichting werkgroep afwachten (ontwerpbesluit bevolkingsonderzoek) Eind 2008 meewerken aan 12
4 c) baarmoederhalskanker 4 d) darmkanker 4 e) gezondheidsconferentie voeding en beweging (zie E.b) 3.b.)
jaarlijks symposium Zie eerdere afspraken met Marc Arbyn: basistekst bijwerken + subwerkgroep Voorlopig niet
Epidemiologisch bulletin Deelname aan het redactie-comité Rapportering
2008 V. Van Casteren en Germaine Hanquet
Vogelgriep: Sophie Maes en Emanuel Robesyn Overzicht SOA in Vlaanderen: Ann Defraye Artikel over rugby spelers (vertaling): te bespreken binnen het redactiecomité Meewerken aan artikel over meningokokken guidelines Overzicht situatie infectieziekten in Europa of de wereld: in elk nummer Andere thema’s zullen in het redactiecomité worden besproken
Een vaste bijdrage van 57.950 € wordt vooropgesteld voor de geplande taken onder E.a.2 en E.b. (zie jaarplanning onder b.). Als reserve voor niet voorziene taken in het kader van crisissen (E.a.1.) en voor onvoorziene beleidsgeoriënteerde wetenschappelijke ondersteuning (E.b.) die niet in de planning voorzien is wordt een variabele bijdrage van 50.000 € voorzien.
13
Bijlage VORMING bij punt E, b), 1. Voor de opdrachten van het team preventie is het leren werken met epi-info een mogelijkheid, doch wellicht niet prioritair. Hieronder de eerder reeds bezorgde inventaris van de behoeften. 1 2 3 4 5 5.1 5.2 6 7 8 8.1 8.2
Beleidsgerichte informatie opzoeken in literatuur en op websites en een relevante selectie maken Ontsluiten van beleidsgerichte informatie uit wetenschappelijke studies (vb. rapport drugs in cijfers,…), nationale en internationale rapporten en beleidsdocumenten (WHO e.a.) over de relevante thema’s Evidence based preventive medicine: capita selecta m.b.t. de relevante thema’s (mogelijk aansluiting zoeken met andere reeds door WIV georganiseerde sessies of seminaries) Kwantitatief versus kwalitatief onderzoek Basisepidemiologie en statistiek, onder andere: Het interpreteren van cijfers (en de valkuilen hierbij) Met het oog op het evalueren van onderzoekdesigns: representativiteit, bias, power van een studie, significantie Gezondheidsschade en gezondheidswinst: hoe meten en interpreteren (DALY' s, QALY' s, verloren potentiële levensjaren, andere (surrogaat)indicatoren...) Inhoudelijk en financieel beoordelen van projectaanvragen en eigen voorstellen met het oog op doelmatigheid op vlak van gezondheidswinst Inhoudelijk en financieel evalueren, opvolgen en aansturen van projecten en beleidsinitiatieven (werken met indicatoren, bench marking…) effectmeting van (loco-regionale) acties op kennis, gedrag en gezondheid van bevolking netwerking: proces- en effectindicatoren opmaken en berekenen om na te gaan of netwerking zin heeft, goed georganiseerd is
Bijlage BGZ bij punt E, b), 3.a. Het team preventie stelt volgende verduidelijking van de opdracht voor: * nagaan welke ratio' s haalbaar/zinvol zijn m.b.t. evaluatie van de performantie van een bedrijfsgezondheidsdienst (BGD), en m.b.t. vergelijking van performantie tussen de BGD onderling (benchmarking) + nagaan met welke ' vertekeningen'moet worden rekening gehouden per ratio (aangeven van de ' beoordelingswaarde'van de ratio) * nagaan hoe, en op welk niveau gegevens m.b.t. performantie-indicatoren, door bedrijfsgezondheidsdiensten kunnen geleverd worden aan het agentschap Zorg en Gezondheid (daarbij moet rekening gehouden worden met de toekomstige erkenningsaanvragen en jaarverslagen en met de recente ontwikkelingen i.v.m. uniforme codering - bijv. binnen de FOD WASO). Bijlage GC VoeBew bij punt E, b), 3.b. In het kader van de gezondheidsconferentie voeding en beweging stelt het team preventie, na overleg met het kabinet, volgende verduidelijking van de opdracht voor: Voorstel van verfijning opdracht WIV 2007-2008 m.b.t. de gezondheidsconferentie voeding en beweging Deze opdracht wordt gegeven in het kader van de overeenkomst van het Agentschap Zorg en Gezondheid met het WIV. Het WIV bezorgde het Agentschap een rapport : ‘In de aanloop van de gezondheidsconferentie voeding en beweging 2008’ dat werd opgesteld binnen de subwerkgroep epidemiologie. Deze tekst van het WIV omvat twee luiken: - een stand van zaken op vlak van gedragingen van de Vlamingen op vlak van voeding en beweging en - een aantal aanbevelingen naar acties
14
Het is goed dat er een overzicht gegeven wordt van de bestaande cijfergegevens. Toch worden nog niet geantwoord op alle vragen die het Agentschap stelde in de eerdere opdrachtomschrijving (datum). Een aantal aanvullende zaken die we in het finale rapport willen terugvinden worden hieronder opgesomd. Het Agentschap beseft dat het antwoord op deze vragen wellicht niet volledig zal zijn, maar vraagt de zoveel mogelijk beschikbare informatie hieromtrent te verzamelen. 1. De link tussen gedrag en gezondheidsschade. Wat is de morbiditeit en de mortaliteit die veroorzaakt wordt door slechte eetgewoontes en onvoldoende beweging. Welke maat kan best gebruik worden om deze gezondheidsschade uit te drukken? (cfr: rapport middelengebruik in Vlaanderen, hoofdstuk 3 gezondheidsschade door tabak, alcohol- en druggebruik in Vlaanderenwww.gezondheidsconferentie.be – cijfers) 2. Welke gedragsverandering gaat gepaard met het welke gezondheidswinst a. Op individueel niveau: Vb. Wanneer men elke dag 30 minuten beweegt zal men x% minder kans hebben op ...? b. Op bevolkingsniveau: Vb wanneer x% van de bevolking elke dag 30 minuten beweegt zal de ziektelast en de sterfte dalen met x% 3. In het rapport (punt 1.1, 1.2., 2.1.) zijn een aantal aanbevelingen opgenomen voor voeding en beweging. Wat is de gezondheidswinst die samengaat met elk van deze aanbevelingen? Welke aanbeveling gaat gepaard met het meeste gezondheidswinst? Kunnen hier duidelijke en concrete boodschappen opgesteld worden? Vb. wanneer men voldoet aan de aanbevelingen voor groente en fruitconsumptie heeft men x% minder kans om een aantal aandoeningen te krijgen/ vroegtijdig te sterven... 4. In het rapport zijn een groot aantal indicatoren opgenomen om het gedrag op vlak van voeding en beweging weer te geven. Op basis van de aanbevelingen/ richtlijnen die men best geeft (punt 3) dient men ook de indicatoren te kiezen die gebruikt kunnen worden om de uitvoering van deze aanbevelingen in Vlaanderen op te volgen. 5. De link tussen gedrag en economische schade. Wat is de kost (uitgedrukt in monetaire waarde) die gepaard gaat met ziektelast, het werkverzuim door ziekte, verlies van productiviteit,… ten gevolge van slechte voedingsgewoontes en onvoldoende fysieke activiteit? (cfr. rapport middelengebruik in Vlaanderen, hoofdstuk 4. Maatschappelijke schade door tabak, alcohol en illegale drugs – www.gezondheidsconferentie.be cijfers). 6. Welke gegevens ontbreken er nog om een goede uitspraak te kunnen doen op vlak van gedrag, gezondheidsschade, economische schade? Wat zijn de hiaten in de bestaande cijfergegevens? 7. Tot op welk niveau (Vlaams, provinciaal, lokaal, Logo-regio’s) zijn deze gegevens op vlak van gedrag beschikbaar? 8. Wanneer men beschikt over bovenstaande informatie (link tussen gedrag-gezondheid) moet men ook de link leggen naar de strategieën die het actieplan voeding en beweging staan. a. Wat is het effect op niveau van gedragsverandering en eventueel op niveau van gezondheidswinst van deze strategieën? b. Welke gegevens ontbreken nog om een uitspraak te doen over de effectiviteit van deze strategieën.
15