De hoogste tijd 2 Preek over 1 Korintiers 7 : 29 – 31. Bijbellezing: 2 Petrus 3 : 1 - 14 Ds. Gerrit Gunnink. Geplaatst 8 augustus 2011 Aanwijzingen voor de liturgie Na de zegengroet: Ps. 90 : 1, 2, 6, 8 Na de wet: Gez. 156 : 1 – 4 Na de Bijbellezing: Ps. 98 : 1 - 4 Na de preek: Liedboek 114 : 1 - 3 (Geloofsbelijdenis: Gez. 179a, wisselzang) Slotlied: Gez. 162 : 1 – 3 Gezongen amen: Gez. 162 : 4 Samenvatting: Wanneer je weet dat het schip de haven binnenvaart, bepaalt die hoop de houding van alle opvarenden In 1 Korintiers 7 zegt Paulus een aantal dingen over het huwelijk , waar je waarschijnlijk heel raar van opkijkt. Hij zegt dingen, die verbazing wekken en verontwaardiging. Zo zegt hij in vers 8 en 9 tegen mensen die niet getrouwd zijn, dat het goed voor hen is niet te trouwen. Twee verzen voor de tekst klinken dezelfde geluiden. ‘Bent u niet gebonden aan een vrouw, zoek er dan ook geen.’ (vers 27) ‘Straalbelachelijk!’, zegt iemand. Want in werkelijkheid kan het hebben van een vaste relatie toch heel mooi zijn? Is wat hier staat niet wereldvreemd en niet erg negatief? Om eerlijk te zijn: zijn deze woorden, behalve wereldvreemd, ook niet Bijbelvreemd? In de rest van de Bijbel worden huwelijk en liefde en erotiek en romantiek bezongen als Godsgeschenken. In het paradijs begon het al. En heeft Paulus wel eens in het Hooglied zitten lezen? Want… opeens lijkt daar bij hem een streep door te gaan. ‘Paulus zal dit wel geschreven hebben omdat hij zelf geen vrouw had…’ veronderstelt iemand. .. Ik wil je daarom om te beginnen vragen, om dit Bijbelhoofdstuk wel serieus te nemen. Wij willen vaak de Bijbel laten zeggen, wat de Bijbel volgens ons moet zeggen. De kernvraag is: stel je je open? Gaat het om wat wij vinden en wat onze cultuur voorschrijft? Gaat het om wat onze tijdgenoten en leeftijdgenoten vinden? Of durven we ons te laten corrigeren door het woord van God? Laten wij niet met onze algemeen aanvaarde meningen en leefpatronen de heilige Geest voor de voeten lopen bij het luisteren naar dit verrassende hoofdstuk uit de Bijbel. God praat ons niet naar de mond. Van Hem mag je verrassingen verwachten! Ook lastige verrassingen. De Bijbel doorbreekt onze codes en doorbreekt wat wij normaal vinden. En wat die verrassing dan is? Het gaat er in ieder geval niet om, dat God je negatief laat kijken naar de mooie dingen die Hij zelf heeft bedacht en geschapen.
Het moet wat anders zijn. De eerste verrassing van de tekst is, dat God voor zijn kinderen een toekomst klaar heeft liggen, waarbij zelfs de allermooiste dingen in deze wereld verbleken. Er komt een duizelingwekkend liefdesfeest aan van God samen met zijn bruid, de nieuwe mensheid. In vergelijking daarmee is de zelfs de gaafste liefde tussen twee mensen maar kinderspel. We denken vanuit onze kortzichtigheid en benepenheid vaak veel te klein van het geweldige plan van God en van de onuitsprekelijke vreugde die hij voor ons heeft klaar liggen. We vergeten te vaak dat in Christus geloven betekent: in zijn toekomst geloven. Paulus schrijft in Romeinen 8 daarover: ‘Ik ben ervan overtuigd, dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard.’ (vers 18). Je kunt van God nooit groot genoeg denken. Hij is altijd groter dan je denkt. Je kunt ook van Gods toekomst nooit groot genoeg denken. Het is altijd mooier dan je denkt. Als de apostel in vers 27 zegt: beste broers en zussen, ‘Er rest nog maar weinig tijd’ dan heeft dat dus niks te maken met: ‘Jammer, de koek is bijna op.’ Geen sprake van. Het heeft alles te maken met: ‘De haven is in zicht!’ Paulus gebruikt hier een uitdrukking die ook gebruikt werd in de zeevaart. Of hij daar bewust bij stil gestaan heeft weet ik niet, maar ik vond het wel treffend, dat hij letterlijk zegt: de tijd is opgerold, samengeperst. Die term werd ook gebruikt voor het zeil van een binnenlopend schip. Als de haven vlakbij is kunnen de zeilen neer. De zeilen worden eerst neergehaald, dan strak opgerold om de mast. Zeilen innemen, dat betekent: we zijn nu bijna thuis. Het rijk van God is vlakbij. Het ruige leven aan boord is bijna voorbij, en op de wal, met vaste grond onder de voeten, wacht een ander leven. Als het zeil wordt opgerold is dat een teken voor alle opvarenden. Alle hens aan dek. Kijk over de reling! Want wie verlangt er na een lange zware zeereis niet naar om thuis te komen? En op de kade staat iemand, die met open armen op je wacht. Nu weet je dus hoe laat het is. De hoogste tijd. Het is niet meer de tijd van ver weg zijn, de tijd van de volle zee. Maar de tijd van het binnenlopen in de haven. Het zeil van de tijd is opgerold. De Bijbel legt hier bijzondere nadruk op. ‘Wat ik bedoel, broeders en zusters,’ staat hier. Beter nog: jullie moeten dit allemaal heel goed weten! Het ging tot nu toe in dit hoofdstuk uitvoerig over het huwelijk. Ook de ongehuwde gemeenteleden zijn aangesproken. Maar nu spreekt Paulus indringend iedereen aan. Dit moet je weten met relatie en zonder relatie; dit moet je weten als alleen gaande, en als gehuwde; als jongere en als oudere; als hetero, als homo. Voor jullie allemaal geldt: je bent aan het binnenlopen. Paulus zucht hier niet wat triest over ‘de vergankelijkheid’. Maar hij heeft iets van een matroos in het kraaiennest. Bovenaan de mast roept iemand: ‘Land in zicht!’. Bijna thuis, bazuint Paulus vrolijk. Wees niet bijziend, de kustlijn kun je al zien, het nieuwe land is in zicht. En laat je niet afleiden door mensen, die bij je aan boord komen met verhaaltjes als: ‘Wat komt er terecht van de komst van Christus?’
Dat vragen mensen soms spottend. ‘Denk je echt dat er ooit iets van de jongste dag terecht komt? Is het inmiddels na al die eeuwen niet duidelijk, dat de hemel leeg is en dat je op niemand uit de hemel hoeft te wachten? Want: de ‘korte tijd’ duurt inmiddels al tweeduizend jaar…!’ Maar als je zulke geluiden hoort – en soms twijfel je misschien zelf ook wel! - vergeet dan niet, dat Jezus in zijn eigen toespraken liet doorschemeren, dat het wel eens heel lang zou kunnen duren. Denk bij voorbeeld aan de gelijkenis over tien meisjes die een bruidegom gingen verwelkomen. Opvallend genoeg staat daar dan, dat zowel de onverstandige vijf meisjes als de verstandige vijf allemaal in slaap vallen omdat de bruidegom zo lang op zich laat wachten…! En wat schrijft Petrus? Hij heeft in zijn afscheidsbrief gewaarschuwd, dat de komst van de laatste dag belachelijk zal worden gemaakt. Spotters zullen van Gods geduld misbruik maken. Ze zeggen: ‘Zie je wel, de hemel blijft dicht.’ En trouwens: het woord dat hier in vers 27 staat (‘kort’, ‘samengeperst’) betekent niet dat het, in jaren geteld, maar om een paar jaar gaat. Het betekent wel: de gebeurtenissen verdringen elkaar, ze volgen elkaar snel op. Het is een tijd volgestouwd met actie. Alles wat gebeuren moet is samengeperst in een zo kort mogelijke periode! Lees de krant en volg het nieuws: de wereldgebeurtenissen rollen over elkaar heen. De wereld rent van crisis naar crisis. En laat je dan niet ontmoedigen, maar zeg tegen elkaar: kijk eens hoe snel Jezus bezig is terug te komen! En trek niet alleen een conclusie met het oog op mensen die spotten met Gods geduld. Trek nu ook ee conclusie voor je zelf. Als de tijd kort is, dan is het kort-zichtig als je helemaal opgaat in deze tijd - alsof er geen toekomst is die op je wacht! Dat betekent niet, dat alles waar je mee bezig bent er niet toe doet. Het betekent ook niet, dat je je nergens meer voor inzet. Bij voorbeeld: op de laatste dag voorafgaande aan een lange zonvakantie op Curaçao heb je het misschien wel drukker dan ooit. Maar ik kan me niet indenken, dat je op die laatste dag voor zo’n vakantie werkt alsof er niets anders bestaat dan werk. Nee, je werkt die laatste dag misschien wel harder… maar ook met meer plezier. Want morgen zit je in het vliegtuig! Daarom moet je de woorden van Paulus niet zien niet zien als aansporing om niet meer veel in elkaar te investeren. Langs elkaar heen leven is een valkuil die ongemerkt steeds dieper kan worden. Totdat je er bijna niet meer uitkomt. ‘Vreemd gaan’ is de term die gebruikt wordt voor overspel. Het gaat echt niet altijd om ‘vreemdgaan’ waardoor het misgaat; vervreemding laten groeien en steeds groter laten worden, zonder er iets aan te doen kan ook een vorm van ontrouw zijn. Het is helemaal geen schande, om te erkennen dat je daarbij hulp van anderen soms heel erg nodig hebt. Zoek die hulp niet te laat. Maar de tekst zegt iets anders. Laat je niet in beslag nemen door je huwelijk, doe niet alsof je daar alles van kunt verwachten. Er bestaat in het echt geen zevende hemel, hoe verliefd je ook was of bent. Die zevende hemel bestaat hier beneden niet. Er is wel, zegt de Bijbel, een nieuwe hemel en aarde waarheen je op weg bent. Waar al Gods kinderen als de engelen zullen zijn. God kent jou. Wanneer je niet getrouwd bent. Hij weet hoe je daar mee om gaat. Hij weet waar je
naar verlangt en waar je niet naar verlangd. Hij kent jou als jongere. Hij kent ook alle getrouwde mensen in de kerk. Laat het een groot geluk mogen zijn, dat God aan je wil geven als getrouwde mensen. Dat hoop ik voor je. Maar het is niet het hoogste geluk! Als je zielsveel van elkaar houdt, dank God ervoor, maar ga niet voor anker in je huwelijk. En ook als je gemis ervaart als niet gehuwde of als getrouwde mensen: God kent je. En Hij zegt tegen je: dat gemis is niet alles. Zulke nuchtere woorden zijn heel nuttig. Door het hebben van hemelhoge verwachtingen haak je teleurgesteld af, als het gaat onweren in je huwelijk. Als je mensen tot je afgod maakt vallen ze vroeg of laat van het voetstuk en er blijven brokstukken over. Al voordat je trouwt is het belangrijk een realistisch beeld van elkaar te hebben en ook kennis gemaakt te hebben met de minder mooie kanten van de ander. Het voorkomt ook ongezonde bezitterigheid. Letterlijk zegt Paulus: heb elkaar als ‘niet hebbend’. Zo noemt hij dat. Je bent niet van elkaar maar van Jezus. De andere kant van de woorden van Paulus is, dat ook je teleurstellingen uiteindelijk niet onoverkomelijk zijn en van korte duur zijn! Dat is goed nieuws en dat is meteen de overgang naar vers 30: ‘Laat ieder die verdriet heeft zo leven, dat hij er niet voor beheerst wordt.’ Deze woorden zijn geen oproep om laconiek te blijven onder alles: ‘Zie nou maar het betrekkelijke van alles in, blijf onaangedaan en onverstoorbaar .’ Bassie en Adriaan met ‘altijd blijven lachen’ zijn hier niet in beeld! Onze Here God neemt onze pijn serieus. Hij leeft mee met de pijn van kinderen en van ouderen. Onze Here God neemt de pijn van de ongehuwde en gehuwde ernstig. Hij schuift het niet onder het tapijt. Hij kent jou, zoals jij hier in de kerk zit te luisteren. Met heel je hebben en houden, je verlangen en je vrede, met je tranen die gezien worden en met je verborgen tranen. Psalm 10 zegt heel mooi: ‘Toch ziet U de pijn en het verdriet, U merkt het op en weegt het in uw hand.’ (vers 14). Je mag het hopelijk met mensen delen, en zelfs als dat niet gaat, deel het met God. Maar terwijl je huilt zegt Paulus - en dat is een stevige uitspraak! - mag je zijn als huilde je niet. Je mag een voorschot nemen op het feit dat alle tranen binnenkort gedroogd worden. Het telt, de pijn, en toch telt het niet meer! Het doet er echt toe. En toch is dit de machtige troost: het doet er helemaal niets meer toe! Want God is bij je en niets kan je van zijn liefde scheiden . En je staat binnenkort voor altijd te zingen en blij en zorgeloos te zijn. Niet het voorbijgaande telt, maar wat voor altijd blijft. Er zijn gelukkig ook zoveel dingen waar je blij van kunt worden. Dingen die God je graag geeft en gunt. Wanneer Hij je blij maakt en laat genieten, dan geeft Hij er niet een weegschaaltje bij. Zo van: houd je in en hou het kort. De Bijbel leert je niet met de rug naar dit leven te gaan staan, met alle mooie dingen die God in overvloed te genieten geeft. Tegen jong en oud zegt de Prediker: laat je hart vrolijk zijn! Leef niet met de rug naar de mooie dingen toe. Maar kijk ondertussen wel over de reling van het schip naar de schitterende haven die je binnen vaart. Pak de mooie dingen aan uit Gods hand en doe dat in de verwachting van nog veel meer, want het koninkrijk van God is dichtbij gekomen. Als je alleen voor dit leven leeft, dan is het genieten een genieten van het laatste glas. Nog even en alles is voorbij. Maar
christelijke levenskunst is: genieten in het besef dat de mooie dingen van nu verwijzen naar iets dat oneindig veel grootser is. Namelijk het altijd eren van God en het grenzeloos genieten met en voor God. En ga zo ook om met de materiële dingen. En met de zakelijke transacties die je doet. Kleine inkopen en grote aankopen houden ons veel bezig. En wat voor koopadvies geeft de Bijbel er dan bij? Het aardige van kopen is dat je kunt zeggen: ‘Het is nu van mij’! Een verzamelaar kan daar helemaal wild van worden. Eindelijk heeft hij die ene munt in bezit die hij al een tijd zocht. Of dat kunstwerk. Of die oldtimer. Het kost misschien veel geld. Maar dan héb je ook wat! Het aantrekkelijke is dat het nu echt jouw eigendom wordt. Maar nu zegt de heilige Geest: als je iets koopt, probeer er op een of andere manier los van te blijven. Hecht er niet aan. Hoe moet ik dat uitleggen? Want je hecht er op natuurlijk wel aan en het zou ook niet goed zijn als het niet zo was. Maar doe het met een bijgedachte - die de hoofdgedachte van heel je leven is. Namelijk dat het niet van jou is maar van God en van Gods nabije koninkrijk. Al die dingen die hier genoemd worden: je getrouwd zijn of niet, jouw relaties. En jouw emoties, verdriet en vreugde. Jouw transacties, jouw bezit. Het wordt beheerst door de Heer. En beheerst door de komst van zijn rijk. Ik hoop, dat het je als zakenman niet overkomt: het drama van failliet gaan. Maar als het gebeurt hoop ik dat je hier toch hoop uit zult putten. Je wacht op de wereld die nooit failliet gaat en hebt een onaantastbare schat in de hemel die nooit verroest. Je kunt alles wat in deze preek samenvatten met wat Paulus aan het slot van vers 31 zegt: de wereld die wij kennen gaat ten onder. Let op: hier staat niet dat de schepping voorbijgaat. Hier staat niet dat het binnenkort afgelopen is met de wereld. Wat voorbij zal gaan, dat is de wereld zoals wij die nu kennen. De wereld zoals die nu ik elkaar zit? Die gaat voorbij. De lijdende wereld van nu is geen blijver. Hoe je je dat moet voorstellen? Dat is moeilijk. Je kunt het beste aan Jezus Christus denken! Want hetzelfde woord staat in Filippenzen 2 : 7. Daar staat dat Gods zoon aan de mensen gelijk is geworden. God heeft de gestalte van een mens aangenomen, zelfs van een slaaf. En dan moet je niet alleen denken aan de buitenkant. Jezus was door en door echt mens! Na zijn opstanding veranderde Hij die een slaaf was in een mens vol glorie. Hij bleef na Pasen helemaal dezelfde Persoon. Tegelijk was totaal anders: vol goddelijke glorie. Nou kijk, zoals het met Gods zoon is gegaan: van lijden naar heerlijkheid, zo zal het ook gaan met hen die bij Hem horen. Christus’ ontluisterde lichaam, dat zo onnoemelijk veel had geleden, veranderde in een luisterrijk en koninklijk nieuw lichamelijk bestaan. God belooft aan jou: zo zal het met jou ook gaan. Want Christus en jij zijn onafscheidelijk. Daar mag je je aan vastklampen wanneer je nu nog lijdt, en wanneer je in jouw leven ziekte of ontluistering ervaart. En nog mooier: zoals het met Christus gegaan is, zo zal het ook met heel de schepping gaan. De lijdende schepping zal herschapen worden in luisterrijke glorie. Deze schepping lijdt nu nog en steunt en kreunt als een vrouw tijdens barensweeën. Straks wordt er een nieuwe kosmos geboren.
Het is deze wereld, maar totaal anders! De almachtige schepper van hemel en aarde maakt alle dingen nieuw. Petrus schrijft over het wegsmelten in vuur van de elementen. Het is niet zo dat de Here God deze wereld straks een beetje opknapt, restaureert, bijwerkt. De schepping zal echt tot op het bot vernieuwd worden. Die verandering gaat zo diep, dat de dood (onmisbaar in de huidige voedselketen, het hele systeem van de natuur) er niet meer zal zijn. En de komende verandering is zo ingrijpend dat het huwelijk (onmisbaar in de huidge vruchtbaarheidsketen, het systeem van deze wereld) er niet meer zal zijn. En nee, we worden geen engelen, we blijven tot op het bot mensen! Maar we worden wel naar elkaar ‘als’ engelen in de hemel. Want we worden alleen nog maar aangetrokken door Gods glorie en alleen nog maar gevuld door de liefde van Christus. Een verarming? Nee, een eeuwige verrijking. Want het nieuwe bestaan is niet anders dan een eeuwige bruiloft. Daarom: leef volop vandaag, maar ga niet voor anker in vandaag. Vandaag glijdt snel weg en biedt geen houvast. Het woord van God spreekt in Hebreeën 6 over een ander anker. Dit anker: ‘De hoop op wat voor ons in het verschiet ligt.’ Die hoop is geen vage hoop maar, zegt de schrijver van dezelfde brief: de onmogelijkheid dat God liegt. Dat anker ligt niet beneden je in het diepe water. Dat anker bevindt zich boven je! Die hoop is als een betrouwbaar en zeker anker voor onze ziel! Met andere woorden: kijk verlangend over de reling. En kijk eens hoe snel het schip, Het Schip onder Jezus’ hoede, door de golven klieft. En wees niet bang voor wat komt maar verlang er naar. Want in de haven, op de kade, word op jou gewacht. Daar staat Iemand met open armen op jou te wachten! Amen