Samenvatting van de reader Basiskennis Video Periode 1, Leerjaar 1, MBO 4 Fotografie Marion | 106715 | 1409ARO Disclaimer : Dit is een samenvatting van de hele reader. Het lijkt me sterk dat ALLES hiervan op de toets gevraagd zal worden, maar alle informatie is leuk/interessant/handig om te weten! __________________________________________________________________________ De zes belangrijkste camera settings bij het filmen zijn.. ● Formaat 1080p25. Dit betekent een resolutie van 1920x1080 met 25 frames per seconde (25fps) ● Witbalans ● Diafragma ● Scherpte (focus) ● Geluidsniveau ● Vast ISO op 100 Let er ook op dat je lens goed schoon is! [pagina 4871 uit “Films Maken” lezen] Definities van belangrijke begrippen : Workflow Alles wat je doet vanaf het begin tot aan het eindproduct, en de manier waarop je dat doet. Dus het aanbrengen van een structuur in je mappen, de locatie waar je je bestanden neerzet en de naam die je de bestanden geeft om ze later snel terug te kunnen vinden. Préproductie Het creatieve proces dat vooraf gaat aan de productie van je film. Je hebt een idee, dus je maakt een plan van aanpak. Je schrijft dan bijvoorbeeld een script en scenario, en je tekent een storyboard. Ook overleg je met je crew (iedereen die met jou aan het project werkt) wat zij moeten doen. Productie Het uitvoeren van je idee. (filmen en verzamelen van onderdelen voor in je film) Postproductie (montage) Het monteren / aan elkaar plakken / op volgorde zetten van alle shots tot ze samen een gehele sequence of film vormen. Shot Een stukje film Totaalshot Volledig beeld Mediumshot Van hoofd tot de heup Closeshot Details, van erg dichtbij gefilmd
__________________________________________________________________________ De geschiedenis van het bewegende beeld Vroeger werden filmrollen bij het monteren echt doormidden geknipt en weer aan elkaar geplakt met een daarvoor bestemde filmsnijder. Op zo’n filmsnijder zat ook echt plakband om een ander shot er weer aan vast te plakken. Zo’n wisseling van shots heet een filmlas. Het geluid stond op aparte rolletjes en werd gemarkeerd met een nummer dat correspondeerde met het juiste shot. Ontstaansgeschiedenis In 1874 maakte de Engelsman Edward Muybridge de eerste soortvan film. Hij “filmde” een galopperend paard door een reeks van 24 camera’s op een rij te zetten, en met een tussenpoze van een fractie van een seconde een foto te maken van het paard. In de 1880’s werd er in Engeland en Frankrijk gewerkt aan een camera die een serie beelden op een filmstrook kon vastleggen. In 1889 kwamen Thomas Edison en zijn assistent William Dickson met een cinetografische camera. De beelden van die camera konden maar door één persoon tegelijk bekeken worden, met behulp van een kinetoscoop. Ontwikkeling van de filmcamera Tot aan de Tweede Wereldoorlog waren er alleen maar hele zware 35mm filmcamera’s waarmee je niet uit de hand kon filmen vanwege het gewicht. Later kwamen 16mm camera’s die lichter en draagbaarder waren. Belangrijk (volgens de reader) om te begrijpen is dat de drempel voor het maken en verspreiden van filmmateriaal steeds lager is. Denk aan YouTube en Vimeo. Iedereen kan filmpjes uploaden en miljoenen views krijgen. De moderne digitale camera Aspect ratio Het kader in de zoeker/viewfinder laat het beeld zien dat je filmt, en de compositie en verhouding daarvan. Die verhouding noem je ook wel aspect ratio. Dat is de verhouding tussen de hoogte en breedte van je kader. Een aantal veelgebruikte verhoudingen : ● 4:3 (verouderd) Video / TV formaat ● 16:9 Huidig breedbeeld Video / TV formaat ● 1.85:1 en 2.39:1 Bioscoop (anamorphic widescreen) Drager en opnameformat Meest gangbare filmformaten : Super16mm, 35mm, 70mm (negatieffilm) Verouderde filmformaten : 8mm, Super 8mm*, 16mm
Meest gangbare digitale video formaten : Digibeta, (mini) DV, HDV, Full HD Verouderde videoformaten : VHS, Hi8, UMatic, Betacam Huidige opnamedragers : Tape, geheugenkaart, harde schijf *Ik heb even opgezocht wat het verschil is tussen 8 en Super 8. Bij Super 8mm zijn de gaatjes aan de rand van de filmrol kleiner, waardoor er plek overblijft om een groter beeld op te nemen. Ook is er daardoor aan de andere kant plaats om audio op te nemen door middel van een magnetische strip. #weetjedatookweer #leukefeitjes Videochip en beeldkwaliteit Filmcamera’s vangen het beeld op een lichtgevoelige laag op. Die laag bestaat uit drie transparante lagen die elk voor een andere kleur gevoelig zijn. Namelijk rood, groen en blauw (RGB). Een videocamera vangt het beeld electronisch op, op een beeldchip (ofwel beeldsensor). De meeste consumentencamera’s vangen het beeld op 1 chip op. De wat meer geavanceerde camera’s hebben 3 chips, vergelijkbaar met de 3 lagen in een filmcamera. Ook deze chips vangen weer de drie kleuren rood, groen en blauw op. Wat ook invloed heeft op de kwaliteit van je beeld, is de afmeting van de beeldchip en de lens die je gebruikt. Één uur Full HD film vereist ongeveer 8GB geheugen op je SD kaart. Waar je op moet letten voordat je gaat filmen ● Lenzen Veel cameramensen geven nog steeds de voorkeur aan filmcamera’s omdat bij video het beeld toch net anders / minder goed wordt weergegeven. Zo is bijvoorbeeld de overgang van scherp naar onscherp mooier op film. Ook de diepteindruk van het beeld is anders. Soms worden daarom tussenringen of adapters gebruikt om hele goede filmlenzen te kunnen gebruiken op videocamera’s. ● FPS (Frames Per Second) In Europa is de opnamesnelheid 25 frames per seconde, in de USA is dat 30. ● A vs. M Gebruik alleen de automatische stand (A) op je camera als je heel snel moet reageren en geen tijd hebt om je instellingen aan te passen, anders ALTIJD MANUAL! (M)
● Kleurtemperatuur (Kelvin) [||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||] (herken je dit balkje nog uit je reader?) Temperatuur in KelvinOmschrijving 1200 Kaarslicht 2000 Zonsopkomst en zonsondergang 2800 Gloeilamp, zonsopkomst, zonsondergang 3000 Studiolamp, 3000kleur TL lamp 3200 Halogeenlamp 3400 Filmzon 3500 Een uur na zonsopkomst 4000 4000kleur TL lamp 42004700 Mengsel van kunst en daglicht 5000 Fototoestelflitser, daglicht 5600 Standaard daglicht 6000 Middagzon 6500 Wit/neutraal. Standaard waarde voor televisie of monitor 700010.000 Zware bewolking of schaduw aan de noordzijde. Zonder direct zonlicht. ● Diafragma : Bepaalt de scherptediepte van je beeld. ● Shutterspeed (sluitertijd) : Bepaalt of je opnamen bij een snel bewegend onderwerp scherp of bewogen zijn. Een lange sluitertijd, bijvoorbeeld 1/100e van een seconde, zal niet genoeg zijn om een rennend persoon scherp vast te leggen. ● ND filter : Filter die het volume van de licht intensiteit reduceert met een aantal stops. (Dus echt een fysieke filter die je op je lens draait, niet een instelling op je camera) ● Gain : Gevoeligheid van de sensor (dit is gewoon je ISO). Hoe hoger het getal, hoe lager de kwaliteit, hoe meer de beeldruis toeneemt. (Als je een foto met ISO 3200 neemt zul je veel “beeldruis” op je foto zien.) ● Optiek : Kies vooraf bewust met welke lens je wilt gaan werken. Tele? Groothoek? etc. ● Accu’s : Zorg dat je een reserve batterij voor je camera bij je hebt, en dat deze opgeladen is! Bij koud weer zal je batterij sneller leeg zijn dan bij gemiddeld of warm weer. Het filmen Pan
Horizontale beweging. Een goede pan beweegt zonder schokken in een vloeiende beweging. Zowel bij de start als op het einde wacht je een paar tellen. (Panning is wat we deden toen we mensen die voorbij reden of fietsten moesten fotograferen, waarbij alleen het onderwerp scherp was.) Tilt Exact hetzelfde als panning, maar dan verticaal! Ryder / Tracking / Dolly Je beweegt je camera naar je onderwerp toe, of juist er vanaf. Kan met de hand, kan ook met behulp van een dolly of rail systeem. Crane Een kraanbeweging over of voor langs je onderwerp met behulp van een crane. Steadycam Een loopbeweging met de camera die heel vloeiend gaat. Je hebt echte frames om je camera aan vast te maken die jouw loopbewegingen compenseren, maar zelfs door een gewichtje aan je camera te hangen zullen de bewegingen al vloeiender zijn. Decoupage Actie line / over de as. Als je een gesprek tussen twee mensen filmt, zorg dan dat je altijd aan dezelfde kant blijft staan zodat de mensen elkaar in jouw video ook daadwerkelijk aankijken. Ga nooit over de denkbeeldige “as” tussen de twee mensen, of je video wordt erg verwarrend. Het werkt bijvoorbeeld net zo bij een sportwedstrijd. Die wordt altijd maar van één kant gefilmd, om te zorgen dat de kijkers begrijpen wie er aan welke kant moet scoren. Ook in dit geval vormt zich een denkbeeldige lijn of as op het veld.