Samenvatting uitwerking Pensioenakkoord 14 juni 2011
Aon Hewitt
Inhoudsopgave Inhoudsopgave............................................................................................................................................ 1 1 Inleiding ........................................................................................................................................ 1 2 AOW .............................................................................................................................................. 1 3 Tweede pijler pensioenen ........................................................................................................... 1 4 Duurzame inzetbaarheid ............................................................................................................. 4 Contactgegevens ........................................................................................................................................ 5 Over Aon Hewitt .......................................................................................................................................... 6
Uitwerking pensioenakkoord | 14 juni 2011
1
Inleiding
In deze bijlage geven wij een samenvatting van het uitgewerkte Pensioenakkoord1. Als eerste gaan wij daarbij in op de afspraken rond de AOW. Vervolgens komt wat uitgebreider de uitwerking voor de pensioenen in de tweede pijler aan bod. En, ten slotte, gaan wij in op de afspraken rondom duurzame participatie en inzetbaarheid van werkenden.
2
AOW
De AOW-leeftijd vormt de basis van ieder pensioen en wordt door de overheid geregeld. De afspraken in het uitgewerkte Pensioenakkoord met betrekking tot de AOW zijn als volgt •
De AOW-leeftijd wordt gekoppeld aan de levensverwachting De AOW-leeftijd wordt elke vijf jaar aangepast aan de toename van de levensverwachting. Uitgangspunt hierbij is de gemiddelde resterende levensverwachting op 65 jaar ten opzichte van de periode 20002009. Een verhoging van de AOW-leeftijd wordt tien jaar van tevoren aangekondigd. De maximale verhoging van de AOW-leeftijd per keer is 1 jaar. Als gevolg hiervan stijgt de AOW-leeftijd in 2020 naar 66 jaar en naar verwachting in 2025 naar 67 jaar, hetgeen in 2015 zal worden vastgesteld.
•
De AOW-leeftijd wordt flexibel Het is mogelijk om eerder te stoppen met werken of langer door te werken dan de geldende AOWleeftijd. De AOW-uitkering wordt dan gekort resp. verhoogd met 6,5% per jaar.
•
Verhoging van de AOW-uitkering De AOW-uitkering wordt vanaf 2013 tot 2028 extra verhoogd met 0,6% per jaar.
Tegelijkertijd wordt vanaf een inkomensafhankelijke ouderenkorting geïntroduceerd specifiek gericht op lage inkomens. De heffingskorting bedraagt € 300,-- en wordt voor inkomens vanaf € 18.000,-- geleidelijk afgebouwd. Met al deze maatregelen tezamen wordt gestreefd naar een robuuster pensioen uit de eerste pijler, hetgeen zich doorvertaalt in het stelsel van de aanvullende pensioenen.
3
Tweede pijler pensioenen
In het Uitwerkingsmemorandum Pensioenakkoord 4 juni 2010 is nog eens vastgesteld dat het Nederlandse pensioenstelsel een van de betere pensioenstelsels in de wereld is. Het stelsel moet nu worden aangepast aan gewijzigde omstandigheden, met behoud van de belangrijkste kenmerken: • Collectiviteit; • Solidariteit; • Verplichte deelneming; • Verplichtstelling van bedrijfstakpensioenfondsen; 1
De afspraken rond het uitgewerkte Pensioenakkoord zijn in verschillende documenten vastgelegd. Op sommige punten bestaat nog onduidelijkheid over de interpretatie.
Uitwerking pensioenakkoord | 14 juni 2011
1
• • •
Inrichting van en toezicht op de uitvoering; Centraal pensioenoverleg met decentrale besluitvorming; Betrokkenheid van sociale partners bij de uitvoering door pensioenfondsen.
Hieronder is weergegeven hoe de uitwerking van het Pensioenakkoord van 4 juni 2010 is vertaald naar de onderdelen van het nieuwe pensioencontract. Dit nieuwe pensioencontract is rendementsafhankelijk. Het is een contract dat zich nadrukkelijk richt op een reële pensioenambitie en niet meer uitgaat van onvoorwaardelijke nominale pensioenrechten. De gekozen mate van zekerheid in het nieuwe pensioencontract is afgestemd op het risicoprofiel van de collectiviteit van de deelnemers. Dit komt tot uitdrukking in de samenstelling van de beleggingsportefeuille. Het contract kent een ruime periode om financiële schokken op te vangen. Stijgende kosten vanwege langere levensverwachting worden niet opgevangen door premiestijgingen maar door aanpassingsmechanismen die ervoor zorgen dat alle generaties dezelfde verwachtingen ten aanzien van pensioenjaren verkrijgen. Hoewel in het Pensioenakkoord van 4 juni 2010 nog gesproken werd van een combi-contract, waarin een combinatie van onvoorwaardelijke nominale rechten en voorwaardelijke reële rechten was opgenomen, geeft de Stichting van de Arbeid (hierna: STAR) nu aan hier geen voorstander van te zijn, omdat het schijnzekerheid biedt en ten koste gaat van de kans op indexatie. Vooralsnog is de uitwerking van het Pensioenakkoord hoofdzakelijk gericht op pensioenregelingen die uitgevoerd worden door pensioenfondsen. Voor een nadere uitwerking over de vertaling van de gemaakte afspraken naar rechtstreeks verzekerde regelingen, zullen sociale partners in overleg treden met de pensioenverzekeraars en het kabinet. Onderdelen van het Nieuwe Pensioencontract De pensioenambitie in reële termen en de financiering van deze ambitie door pensioenpremies en prudent ingeschatte beleggingsrendementen moeten op elkaar aansluiten. Om deze consistentie te bereiken bevat het nieuwe pensioencontract de volgende onderdelen: 1. Afspraken over stabilisering van de pensioenpremie Premies worden niet meer automatisch aangepast door stijgende levensverwachting en/of schokken op de financiële markten. 2. Rendementsparameters en beleggingsbeleid Het nieuwe pensioencontract moet expliciet aandacht besteden aan het beleggingsbeleid en over de keuzes in de risico/rendementsverhoudingen moet goed worden gecommuniceerd. Nominale garanties worden losgelaten, daarmee vervalt de betekenis van de risicovrije rentevoet. Daarentegen is des te belangrijker te zorgen voor samenhang tussen risicoprofiel, samenstelling van de beleggingsportefeuille en opbouw van reserves. Dit alles afgestemd op de geformuleerde pensioenambitie, de samenstelling van het deelnemersbestand en verwachte rendementsparameters. Daarbij mag men maximaal uitgaan van de discontovoet die overeenkomst met de verwachte gemiddelde lange termijn rendementen en bijbehorende risico’s die collectief in de financiering van het pensioen worden genomen. 3. Franchise, opbouwpercentage en toeslagverlening De STAR adviseert om als bestendige gedragslijn uit te gaan van een franchise die wordt aangepast aan de loonontwikkeling. Op decentraal niveau worden per regeling ook de afspraken gemaakt voor de hoogte van het opbouwpercentage en de toeslagambitie. Dit wordt vooraf geëxpliciteerd en gecommuniceerd. 4. Levensverwachtingsaanpassingsmechanisme In het pensioencontract wordt expliciet aangegeven hoe wordt omgegaan met stijgingen in de levensverwachting. Daarbij dienen nog op te bouwen pensioenaanspraken te worden
Uitwerking pensioenakkoord | 14 juni 2011
2
onderscheiden van reeds opgebouwde (en in het nieuwe pensioencontract ingebrachte) aanspraken. Het aanpassingsmechanisme werkt los van de dekkingsgraad, dus ook in tijden van een (ruim) voldoende dekkingsgraad. a. Op te bouwen aanspraken. Deze aanpassing bestaat uit 3 componenten: i. De pensioenrekenleeftijd sluit aan bij stijging AOW leeftijd en gaat in 2012 naar 66 jaar en in 2020 naar 67 jaar (in verband met vastlegging stijging AOW leeftijd per 2020 respectievelijk 2025). ii. Eenmaal in de vijf jaar aanpassing aan gewijzigde overlevingstafels, voor het eerst per 1 januari 2015. iii. Premieneutraliteitsregel wordt toegepast. Dit betekent dat kostenstijgingen als gevolg van i en ii leiden tot korting van het opbouwpercentage en/of de indexatie van de pensioenen. Kostendalingen leiden juist tot verhogingen of kunnen worden gebruikt ten behoeve van een egalisatiereserve ter vergroting van de schokbestendigheid. Dat is aan de decentrale partijen. b. Reeds opgebouwde aanspraken. Als door aanpassing van de overlevingstafels de kosten voor de reeds opgebouwde pensioenaanspraken stijgen, wordt dit gecompenseerd door in maximaal 10 jaar deze kosten in te lopen door neerwaartse bijstelling van de indexatie. 5. Aanpassingsmechanisme voor het opvangen van financiële schokken Financiële schokken leiden niet langer tot premieverhogingen of bijstortingsverplichtingen. In het nieuwe pensioencontract worden afspraken gemaakt over de wijze waarop men omgaat met dekkingstekorten en –overschotten. Dit kan op twee manieren worden vormgegeven: a. Met reële dekkingsgraad i. Wanneer de reële dekkingsgraad minder dan 100% bedraagt wordt gedurende maximaal 10 jaar de indexatie van pensioenaanspraken en –rechten met een uniform percentage gekort. Indien nodig kan het indexatiepercentage zelfs negatief zijn (korting van aanspraken). ii. Door middel van een reële indexatiestaffel kan de kans op negatieve aanpassingen worden verkleind. Zo’n staffel neemt harder af bij lage dekkingsgraden en neemt trager toe bij hoge dekkingsgraden. b. Met nominale dekkingsgraad Bij een dekkingsgraad op het benodigde eigen vermogen kan volledig worden geïndexeerd. Onder dit niveau wordt een indexatiestaffel gehanteerd zodat in maximaal 10 jaar het tekort is opgeheven. Wanneer de dekkingsgraad onder de 100% ligt, wordt de indexatiestaffel zo vastgesteld dat de nominale dekkingsgraad in maximaal vijf jaar weer 100% is. c.
Extra instrument: egalisatiereserve De STAR beveelt de vorming van een egalisatiereserve aan. Dit is een reserve die wordt aangehouden boven de 100% reële dekkingsgraad danwel een dekkingsgraad boven het benodigde vermogen. Het doel is om meer dan gemiddelde rendementen opzij te zetten voor tijden waarin minder dan gemiddelde rendementen worden gerealiseerd. De omvang (onder- en bovengrens) van de egalisatiereserve is onderwerp van de onderhandelingen op decentraal niveau. Vermogen dat uitgaat boven de egalisatiereserve kan gespreid over 10 jaar toekomen aan de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden door extra indexaties. Het kan ook worden gebruikt ten behoeve van een wijziging van de beleggingsportefeuille om rendementsonzekerheid te verminderen.
Uitwerking pensioenakkoord | 14 juni 2011
3
Wetgeving FTK Met de overheid dienen goede afspraken gemaakt te worden om het wettelijk toezicht te laten passen bij het nieuwe pensioencontract. Het gaat om de volgende onderwerpen: • Vormgeving van een haalbaarheidstoets om te toetsen of de pensioenambities passen binnen de bereikte premieruimte en of ontwikkelingen in de levensverwachting en schokken op de financiële markten kunnen worden opgevangen binnen deze premieruimte; • Aanpassingsmechanisme voor het opvangen van financiële schokken; • Levensverwachtingsaanpassingsmechanisme; • Stabiliteit in meting van de dekkingsgraad, bijvoorbeeld door trendmatige benadering; • Te hanteren discontovoet (maximaal verwacht portefeuillerendement op basis van prudent ingeschatte beleggingsrendementen); • Realistische scenarioanalyses waardoor bandbreedte van het individuele pensioenresultaat inzichtelijk wordt; • Nieuwe procedure voor het vaststellen en herzien van rendementsparameters, standaarddeviaties etc. (STAR: eens in de vijf jaar vaststellen, maar alleen wijzigen als daarvoor zwaarwegende argumenten zijn). Invaren van bestaande pensioenaanspraken De STAR is voorstander van het wettelijk regelen van de mogelijkheid om alle reeds bestaande pensioenaanspraken te converteren naar pensioenaanspraken in het nieuwe pensioencontract. De juridische haalbaarheid daarvan staat ter discussie. Als de wens van de STAR juridisch niet haalbaar is, pleit de STAR voor een individueel keuzerecht. Individuele deelnemers moeten dan de mogelijkheid krijgen om hun “oude pensioenaanspraken” om te zetten in pensioenaanspraken volgens het nieuwe pensioencontract. Sturen op ambitie, risico en zekerheid In het nieuwe pensioencontract zijn verschillende manieren aanwezig waarmee sociale partners het evenwicht tussen ambitie, risico en zekerheid te sturen. In het memorandum worden achtereenvolgens genoemd: • Prudente formulering van de pensioenambitie; • Samenstelling van de beleggingsportefeuille; • Vorming van een egalisatiereserve; • Expliciete afweging van indexatieperspectief en risico van afwijkingen daarvan; • Trendmatige benadering van de dekkingsgraad; • Spreiding verwerking financiële schokken over 10 jaar; • Individuele keuzes zoals bijsparen, levensloopregeling en/of beoogde vitaliteitsregeling (STAR pleit voor het handhaven van de mogelijkheid om tegoeden uit levensloop- of vitaliteitsregeling te kunnen gebruiken voor pensioen).
4
Duurzame inzetbaarheid
In CAO’s gaan werkgeversorganisaties en vakbonden op decentraal niveau afspraken maken over hoe mensen langer kunnen doorwerken. Maatregelen gericht op inzetbaarheid, scholing, arbeidsomstandigheden, mobiliteit, werkhervatting en productiviteit moeten ervoor zorgen dat alle werknemers bewuster de regie kunnen nemen over hun loopbaan en duurzame inzetbaarheid. Sociale partners op centraal niveau hebben hiertoe een voorgenomen aanpak opgesteld dat is verwoord in de notitie ‘Beleidsagenda 2020: investeren in participatie en inzetbaarheid’. De STAR heeft voor iedere sector een stappenplan voor ogen. Een scan per sector moet een goed inzicht geven in de feiten en
Uitwerking pensioenakkoord | 14 juni 2011
4
mogelijkheden, hetgeen vervolgens kan leiden tot afspraken over concrete doelstellingen per sector en gerichte inzet van instrumenten. Daarnaast dienen overheidsinstrumenten bij te dragen aan langer doorwerken en een vergroting van de mobiliteit van werknemers. Als onderdeel hiervan zal een mobiliteitsbonus geïntroduceerd worden, een bedrag dat werkgevers krijgen als ze oudere werknemers aannemen. Daarnaast zal onderzocht worden hoe bestaande middelen voor onder meer ouderenparticipatie effectiever en efficiënter ingezet kunnen worden. Verder is in het Regeerakkoord afgesproken de levensloopregeling en het spaarloon te integreren tot een vitaliteitsregeling. In de komende periode zal het kabinet met een concrete uitwerking van de vitaliteitsregeling komen en dit bespreken met sociale partners. Samen met het kabinet zullen sociale partners zich ook richten op het wegwerken van onterechte beelden over oudere werknemers en het bevorderen van het in dienst nemen en houden van oudere werknemers.
Contactgegevens
Drs. Silvia Groeneweg AAG | Client Manager Aon Hewitt | Consulting | Retirement & Financial Management Beukenlaan 143 | 5616 VD Eindhoven | The Netherlands t +31 40 2654 321 | m +31 6 43 19 7221 | f +31 40 2654 004
[email protected] | www.aon.nl | www.aonhewitt.com
Mr. Pieter van Rijsbergen | Pension Legal Consultant | Client Manager Aon Hewitt | Consulting | Retirement & Financial Management | Pension Legal Services Admiraliteitskade 62 | 3063 ED | Rotterdam t +31 (0)10 448 81 16 | m +31 (0) 6 429 890 87
[email protected] | aonhewitt.com
Uitwerking pensioenakkoord | 14 juni 2011
5
Over Aon Hewitt Aon Hewitt is wereldwijd marktleider in Human Resources Management, Consultancy en Outsourcing. Het bedrijf adviseert organisaties bij het oplossen van complexe vraagstukken op het gebied van arbeidsvoorwaarden, talent management en daarmee samenhangende financiële uitdagingen. Aon Hewitt ontwerpt, implementeert, communiceert en beheert een breed scala aan oplossingen op het gebied van menselijk kapitaal, pensioenen, beleggingsbeheer, zorg, beloningen, verzekeringen en talentmanagement. Hiermee verhoogt Aon Hewitt het rendement op het belangrijkste kapitaal van organisaties: hun medewerkers. Het bedrijf telt wereldwijd meer dan 29.000 professionals in 90 landen. Aon Hewitt is onderdeel van verzekeringsmakelaar en risicoadviseur Aon Corporation, Chicago, USA. Het wereldwijde Aon-netwerk omvat circa 120 kantoren in meer dan 500 landen en heeft ruim 59.000 medewerkers. Meer informatie: www.aonhewitt.com.
© 2011 Aon Consulting Nederland cv Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Aon Consulting Nederland cv.
Uitwerking pensioenakkoord | 14 juni 2011
6