SAMENVATTING SHANGHAI: LITERAIRE VERBEELDINGEN VAN EEN STAD IN TRANSFORMATIE “Door Shanghai kan ik me Beijing over twee jaar voorstellen, maar ik heb geen enkele voorstelling van hoe Shanghai er over twee jaar uitziet, geen idee,” verzuchtte de Beijingse rockster Cui Jian eind jaren 1990 tegen de Shanghaise schrijfster Mian Mian. Als het aan het gemeentebestuur van Shanghai ligt moet de stad niet alleen het financiële hart van Supermacht China worden, maar zelfs van heel Azië. Om dit doel te bereiken ondergaat Shanghai sinds 1990 een metamorfose op ongekende schaal. Volgens sommige bronnen zou vanaf de jaren 1990 een derde van alle hijskranen in de wereld in Shanghai staan, en iedere drie maanden een nieuwe stadskaart noodzakelijk zijn. De transformatie van Shanghai brengt alomvattende ontwrichting teweeg, met vérgaande gevolgen voor haar bewoners, die iedere dag worden geconfronteerd met het verdwijnen van een oude, vertrouwde omgeving en het verschijnen van een nieuwe, onbekende. Literaire verbeeldingen van deze ervaring vormen het onderwerp van dit boek, dat Chinastudies, literatuurwetenschap en stadssociologie bijeenbrengt. Ieder hoofdstuk behandelt romans, korte verhalen en/of literaire essays met de veranderende stad als decor of thema. Hoe worden individuele en collectieve ervaringen van veranderend Shanghai in deze teksten verbeeld? In hoeverre worden deze verbeeldingen beïnvloed door lokale geschiedenis en cultuur, en in hoeverre dragen de verhalen op hun beurt bij aan het beeld dat de bewoners van Shanghai hebben van hun stad, en daarmee indirect aan de stedelijke transformatie waarover ze gaan? Hoe komt de culturele, sociale en psychologische dynamiek van die razendsnel veranderende stad tot uiting? Vooral de laatste vraag heeft me geïnspireerd tot het doen van dit onderzoek, en me niet losgelaten tijdens het schrijfproces. 1) Context Geen enkel literair werk is immuun voor invloeden van de cultuur waartoe het behoort. Om die reden geeft dit hoofdstuk een overzicht van de geschiedenis van Shanghai, van het Shanghaise literaire veld, en van invloedrijke romans die zich afspelen in Shanghai. In het lokale discours over Shanghai wordt de stad altijd in een drieledig historisch raamwerk geplaatst: het ‘semikoloniale’ Shanghai (1842-1949), Communistisch Shanghai (1949-1978) en het hedendaagse global Shanghai. In nonfictie en fictie overheerst het beeld van een onbeduidend vissersdorpje dat pas met de komst van de kolonisten zou uitgroeien tot een bloeiende metropool, totdat het Communistische regime die zou veranderen in een stagnerende industriestad, dat met de globalisering herleefde als kosmopolitisch metropool. Deze historische simplificatie speelt een bepalende rol in het collectieve geheugen van de bevolking 249
SUMMARY
van Shanghai. Het romantische beeld van het ‘semikoloniale Shanghai’ heeft het imago van de stad direct verbonden met begrippen als kosmopolitisme, grootstedelijkheid en moderniteit. Shanghai heeft zich als mondaine stad altijd afgezet tegen Beijing, dat met een enkele onderbreking de status van nationale hoofdstad bezat en bezit. In de jaren 1930 mondde deze rivaliteit uit in een verhitte polemiek tussen schrijvers uit beide steden. Volgens de schrijvers uit Beijing bestond het werk van hun collega’s uit Shanghai, de Shanghai-School, voornamelijk uit commerciële, sentimentele liefdesverhalen, doorspekt met buitenlandse decadentie en vervreemd van traditie en vaderland. De Shanghaise schrijvers verweten op hun beurt de schrijvers van de Beijing-School dat hun werk behoudend was en vastgeroest in de traditie. In het Mao-tijdperk (1949-1976) zou de term Shanghai-School helemaal verdwijnen, om eind jaren 1980 door Shanghaise schrijvers weer uit de kast te worden gehaald ter aanduiding van nieuwe stadsromans. Wat de oude en nieuwe Shanghai-School verbindt is de centrale plaats van het dagelijks leven in Shanghai, waarmee ze in belangrijke mate hebben bijgedragen aan het ontstaan van een Chinese stadsliteratuur. 2) Mapping In het jaar 2000 begon het tijdschrift Shanghaise Literatuur aan de serie “Stadskaart”, met verhalen van lokale schrijvers over plekken in Shanghai die een persoonlijke betekenis voor hen hebben. In de woorden van redacteur Jin Yucheng vormen die verhalen “een driedimensionale, zintuiglijke stadskaart van Shanghai”. Geïnspireerd door de kwantitatieve analysemethode van literatuurwetenschapper Franco Moretti heb ik die plekken op een ‘echte’ stadsplattegrond in kaart gebracht. Uit deze ‘literaire kaart’ blijkt hoezeer de koloniale geschiedenis van Shanghai doorwerkt in de mentale stadskaart van haar bewoners. De meeste verhalen spelen zich af in de Franse Concessie, de wijk die het sterkst geassocieerd wordt met de koloniale periode. Geen enkel verhaal speelt zich af in het inheems-historisch centrum van de stad, de ommuurde stad van voor de komst van de buitenlanders. Bij close reading blijken de paar verhalen die zich niet in een van de voormalige concessies afspelen niet alleen te verschillen qua locatie in de stad, maar ook in type handeling, thema, tijd, en zelfs auteur. De fabriek en het eigen huis versus straten, winkels, bars; arbeidersleven versus kosmopolitische levensstijl; jaren 1970 versus jaren 1990; mannen van middelbare leeftijd versus jonge vrouwen. Op een tweede ‘literaire kaart’ worden stedelijke elementen aangegeven die volgens Kevin Lynch van cruciaal belang zijn voor de wijze waarop bewoners zich in de stad oriënteren: gebieden, paden, knooppunten, randen en landmarks. Na close reading met deze invalshoek blijkt bijvoorbeeld dat rivieren een belangrijk element zijn in de stedelijke beleving. Zo markeert de Suzhou-rivier voor de personages in de verhalen die zich in de jaren 1970 afspelen de scheidslijn tussen de arbeiderswijken ten noorden van de rivier en het centrum ten zuiden ervan. Voor personages uit verhalen in het hedendaagse Shanghai wordt deze noord-zuid 250
SAMENVATTING
tweedeling overschaduwd door de oost-west deling ten opzichte van de Huangpurivier, de scheidslijn tussen het oude centrum Puxi en het oostelijk gelegen moderne zakendistrict Pudong met zijn duizelingwekkende, futuristische skyline van glanzende wolkenkrabbers. 3) Verleiding Aan het begin van de twintigste eeuw gebruikten veel mannelijke schrijvers van de Shanghai-School de femme fatale als metafoor voor het moderne Shanghai: intrigerend en verleidelijk, maar tegelijkertijd een bron van moreel verval. Sinds de jaren 1990 zien we een herleving van deze metafoor, waarvan de bestsellers Shanghai Baby van Weihui (vrouw, 1973) en Zandbed van de schrijver Ge Hongbing (man, 1968) goede voorbeelden zijn. Beide semi-autobiografieën spelen zich af in 1999, en schetsen een globaliserende stad van commercialisering en seksuele bevrijding. Het kosmopolitische leven van de hedonistische personages bestaat vooral uit ‘transnationale’ seksuele escapades en het consumeren van Westerse cultuur. De romans doorbreken taboes, en roepen heftige reacties op. Sommige lezers vinden dat ze een verheerlijking van de consumptiemaatschappij uitdragen waarin de vrouw verwordt tot lustobject, terwijl anderen beweren dat de romans een eerlijk beeld geven van de druk die de huidige samenleving op het individu legt. In zijn algemeenheid maakt het Chinese literair-kritische discours echter scherp en pijnlijk zichtbaar hoezeer de gender van de schrijvers meespeelt in de kritieken. Van Weihui wordt beweerd dat ze een slecht voorbeeld is voor andere vrouwen, terwijl Ge Hongbing de reputatie van intellectuelen zou schaden. Weihui zou ‘haar lichaam verkopen’ en Ge Hongbing ‘zijn intellect verlagen’! Zowel in de romans zelf als in hun receptie wordt zichtbaar hoe in de veranderende samenleving van Shanghai mannelijke schrijvers hun centrale rol verliezen, en beklemd raken tussen kritiek op en afhankelijkheid van de commercialisering van de samenleving, inclusief de literatuur. Voor vrouwelijke schrijvers als Weihui biedt die commercialisering juist een nieuwe mogelijkheid mannelijke dominantie te bestrijden. Zij raken echter op hun beurt verstrikt in de exploitatie van de rol van femme fatale die hun een stem geeft, met als risico object van en handelswaar voor de mannelijke blik te blijven. 4) Nostalgie De lokale geschiedenis van Shanghai – beter gezegd, de collectieve herinnering daaraan – maakt de manier waarop haar bewoners de transformatie van de stad ervaren zeer verschillend van de manier waarop dat in Beijing gebeurt. Waar de bewoners van Beijing het verdwijnen van de oude stad ervaren als verlies van de Chinese traditie, leidt dit voor de bewoners van Shanghai in de eerste plaats tot de herleving van een moderne metropool uit een glorieus verleden. Sinds de jaren 1990 speelt de romantisering van het oude Shanghai zo’n grote rol dat er wordt gesproken van ‘Shanghai-nostalgie’, met werken van de schrijfsters Wang Anyi (1954) en 251
SUMMARY
Chen Danyan (1958) als belangrijke representanten. Een belangrijk element in de werken van Wang en Chen is hun minutieuze documentatie in tekst en beeld van Shanghai’s koloniale gebouwen, waardoor je deze teksten als een literaire vorm van restauratie zou kunnen beschouwen. Van belang hierbij is het onderscheid tussen de Westerse neoklassieke, monumentale gebouwen aan de Bund en de longtang-huizen met hun mengeling van Chinese en Westerse architectuur. De Bund-gebouwen symboliseren koloniale onderdrukking, terwijl het hybride karakter van de longtang Shanghai’s kosmopolitische mengeling van culturen symboliseert. Deze teksten roepen dus wel nostalgische gevoelens op over koloniale culturele invloeden, maar niet over koloniale macht. De veel gehoorde kritiek dat Shanghai-nostalgie het kolonialisme zou idealiseren is dan ook onterecht. Tegelijk zijn de werken van Wang en Chen ook erg verschillend. Chens werk weerspiegelt verlangen naar het herrijzen van de oude stad van mondiaal belang, verbeeld in de gracieuze architectuur van de sjiekere longtang met hun prominente bewoners. Wangs werk brengt een vluchtend verlangen naar de verloren tijd tot uitdrukking, verbeeld in de longtang van haar eigen jeugd. Tegenover de ‘restoratieve nostalgie’ van Chen staat een ‘reflectieve nostalgie’ van Wang. 5) Vlucht Door de extreme omvang en snelheid van de transformatie van Shanghai worden ook de meer universele gevolgen van snelle urbanisering uitvergroot. Dit hoofdstuk bespreekt het werk van Mian Mian (vrouw, 1970) en Jin Haishu (man, 1961). Hierin speelt lokale cultuur een ondergeschikte rol, en ligt de nadruk op psychologische effecten van het leven in een snel groeiende, dichtbevolkte metropool. De werken van Mian Mian en Jin Haishu beschrijven het leven van kunstenaars, prostituees, verslaafden, immigranten, werkelozen, daklozen en kleine criminelen die worstelen met hun onvermogen en onwil zich aan te passen aan de continue verandering van hun omgeving. Sommige personages worden geteisterd door een angst voor anonimiteit, zoals het hoofdpersonage in Mian Mians Candy, wier grootste droom het is haar foto op alle reclameborden in Shanghai te zien prijken. De hoofdpersoon van Mian Mians Panda reageert juist door te vluchten in de massa, en maakt zichzelf tot een intrinsiek deel van de stedelijke ruimte. Jin Haishu’s personages trachten vertwijfeld geborgenheid te vinden in zelfgeschapen, utopische privéruimtes waarin ze de werkelijkheid kunnen ontvluchten. Deze ruimtes figureren als iconische representaties van de hedendaagse consumptiemaatschappij, variërend van een extreem luxueuze badkamer tot een desolate vuilstortplaats. Zo laten de verhalen van Mian Mian en Jin Haishu de keerzijde van Shanghai’s transformatie zien, en hoe psychologische gevolgen van continue prestatie- en consumptiedwang leiden tot depressie en verslaving.
252
SAMENVATTING
6) Conclusie ‘’t silhouet van een stad, ach, het is eerder dan een mensenhart bezweken,’ dichtte Charles Baudelaire (hier in de vertaling van Peter Verstegen) in 1859 als reactie op Baron Haussmanns transformatie van Parijs. Inderdaad, al mag de fysieke stad in een oogwenk verdwijnen, de mentale stadskaart van haar bewoners laat zich niet zo gemakkelijk wegvagen. In tegendeel, het nieuwe roept vaak het oude op: de confrontatie met een geheel nieuwe wijk in een voorheen vertrouwde omgeving kan herinneringen doen herleven aan de plek die daar ooit was, en zo verworden tot een troop voor het verstrijken van de tijd en de vernietigende krachten van radicale stadsvernieuwing. Zo blijken twee Shanghainezen die naar dezelfde wolkenkrabber kijken steeds iets anders zien: de een kijkt naar spectaculaire moderne architectuur, de ander naar de plek waar z/hij ooit opgroeide. Voor de een is de wolkenkrabber een symbool van Shanghai’s economische bloei, voor de ander een symbool van verloren jeugd. Dit boek laat zien dat die verschillende betekenissen zichtbaar worden in literaire verbeeldingen van de stad. In een verzameling van uiteenlopende teksten komen zowel individuele als collectieve ervaringen aan de orde. Bij het werk van de oudere generatie schrijvers blijkt de lokale geschiedenis en cultuur een belangrijke rol te spelen, meestal in de vorm van nostalgie naar de glorie van het koloniale verleden – maar ook in de vorm van heimwee naar het gemeenschapsleven in de arbeiderswijken ten tijde van Mao. De stedelijke ervaringen die worden verbeeld in de werken van de jongere schrijvers tonen vooral hun effect op het individu. De personages laten zich vervoeren door de verleidingen van de nieuwe ‘spektakelmaatschappij’, of kunnen er juist hun thuis niet in vinden, en zoeken hun toevlucht in de bedwelming van alcohol en drugs. Samen vormen die uiteenlopende ervaringen een kritische reflectie op de culturele, sociale en psychologische dynamiek van Shanghai’s extreme metamorfose. Die reflectie is evenzeer van nut voor onderzoek in andere disciplines dat zich bezighoudt met urbanisering, in China en elders.
253
254