SAMENVATTING EVALUATIE PROGRAMMA SCHAKEL! Aanleiding Het Vervangingsfonds voert regelmatig grootschalige projecten of programma’s uit om een extra impuls te geven aan de aanpak van het ziekteverzuim in het PO. Het meest recent uitgevoerde programma is het programma Schakel! (2012 - 2014). Met dit programma heeft het Vervangingsfonds extra ondersteuning geboden aan schoolbesturen om verzuim te voorkomen en versnelde re-integratie van zieke medewerkers tot stand te brengen. Bij de start van het programma in september 2012 is met het bestuur van het Vervangingsfonds afgesproken dat de onderdelen van het programma geëvalueerd zouden worden om de effecten in kaart te brengen. De evaluatie diende een antwoord te geven op de volgende hoofdvragen: 1. Hoe bekend is Schakel! en de verschillende onderdelen ervan bij besturen en scholen in het PO? 2. Heeft Schakel! een positieve bijdrage geleverd aan het terugdringen van het ziekteverzuim in het PO? 3. Zijn er andere effecten (positief en negatief) van het programma (zoals denk- en werkwijze, beeldvorming Vervangingsfonds)? Aanpak van de evaluatie De evaluatie bestond uit de volgende onderdelen: Analyse van databestanden (verzuimgegevens besturen, gebruik onderdelen Schakel!) Online enquêtes onder vertegenwoordigers van drie gebruikersgroepen: gebruikers subsidie Meerkracht, gebruikers ondersteuning regioadviseurs en reintegratiedeskundigen bij de aanpak van langdurig verzuim en gebruikers van de Tenderregeling Werkplezier Telefonische enquêtes bij niet-gebruikers Meerkracht en indieners van een afgewezen projectvoorstel Tender Werkplezier Interviews met medewerkers, regioadviseurs en re-integratiedeskundigen van het Vervangingsfonds. Gebruikersgroepen en respons De verschillende groepen in de evaluatie zijn gedefinieerd op basis van het (niet-)gebruik van de onderdelen van Schakel! Sommige groepen zijn in zijn geheel benaderd, terwijl in andere gevallen (als de groep te groot was) een selectie van gebruikers of niet-gebruikers is gemaakt. Zo is bij de gebruikersgroep ‘Langdurig verzuim en Maatwerk’ een selectie van 300 besturen gemaakt (ruim een kwart van de totale populatie). Bij de selectie van deze groep is onder andere gelet op de spreiding van het ziekteverzuim (besturen met zowel hoog als laag verzuimpercentage) en voldoende vertegenwoordiging van gebruikers van de subsidie Maatwerk. Bij de subsidie Meerkracht en de Tender Werkplezier zijn de gebruikersgroepen relatief klein, zodat geen selectie is gemaakt (alle gebruikers zijn benaderd).
1
Hieronder worden de gebruikersgroepen en respons per groep weergegeven: Overzicht gebruikersgroepen en respons gebruikersgroep
populatie of aantal gebruikers
geselecteerd
respons (%)
86
86
53 (65%)
1160
291
96 (33%)
62
62
42 (68%)
Niet-gebruikers Meerkracht (telefonisch)
1074*
50
25 (50%)
Afgewezen Tenderprojecten (telefonisch)
38
38
22 (58%)
Subsidie Meerkracht Aanpak langdurig verzuim & Maatwerk Tenderregeling Werkplezier
*
Genoemde aantal betreft alle besturen die geen gebruikgemaakt hebben van Meerkracht. De selectie voor de enquête is gemaakt uit de groep besturen met een relatief hoge verzuimfrequentie (>1,25)
Zoals uit de tabel blijkt is de respons overwegend goed te noemen, mede dankzij de persoonlijke (telefonische) benadering van alle respondenten. De enquêtes onder nietgebruikers zijn geheel telefonisch afgenomen, vanwege het verwachte geringere animo van deze groepen om aan de evaluatie deel te nemen. In totaal zijn gegevens ontvangen van 238 respondenten/besturen. Ervaringen met Meerkracht De enquête Meerkracht is ingevuld door ruim 50 besturen die gebruikgemaakt hebben van de regeling. De grote meerderheid van hen is tevreden over de uitvoering van de aanvraagprocedure (tijdsduur, informatie en ondersteuning vanuit Vervangingsfonds). De subsidie is met name ingezet voor coaching en counseling van medewerkers, psychologische begeleiding en werkplekonderzoek. Ongeveer twee derde van de respondenten vindt dat de ingezette begeleiding een positief effect heeft gehad op het verzuim van de individuele medewerker(s). Ruim een derde spreekt van groot effect, en iets meer dan een kwart vindt dat het een klein effect betreft. Ruim de helft van de gebruikers van Meerkracht heeft ook andere maatregelen genomen om frequent verzuim tegen te gaan. Meest genoemde maatregelen hebben betrekking op het eigen verzuimbeleid en zijn gericht op het vergroten van bewustzijn met betrekking tot frequent verzuim. Als het gaat om frequent verzuim van individuele medewerkers en vergroten van bewustzijn in de organisatie, dan worden Meerkracht en ‘eigen’ maatregelen ongeveer even effectief gevonden. De ‘eigen’ maatregelen hebben vaker betrekking op het verzuimbeleid en uitvoering daarvan, en worden op die aspecten dan ook als effectiever beoordeeld.
2
In onderstaande figuur wordt de effectiviteit van de maatregelen in het kader van Meerkracht vergeleken met de ‘eigen’ maatregelen. (In de antwoordverdeling is een correctie voor het antwoord ‘weet niet’ aangebracht.) Waargenomen effectiviteit Meerkracht
Waargenomen effectiviteit ‘eigen’ maatregelen
Niet-gebruik Meerkracht Onbekendheid met Meerkracht is een belangrijke reden voor het niet-gebruik van de subsidie. Van de geïnterviewde niet-gebruikers was 40% niet of onvoldoende op de hoogte van de subsidieregeling. Zij noemen allen onbekendheid als belangrijkste reden voor niet gebruik. Daarnaast werden soms ook nog andere redenen genoemd, bijvoorbeeld dat frequent verzuim niet zo’n grote rol speelt bij de eigen organisatie. Belangrijkste redenen bij de groep die de regeling wel kende om er geen gebruik van te maken zijn: het niet ervaren van frequent verzuim als een groot probleem, al dan niet in combinatie met eigen maatregelen op gebied van frequent verzuim en/of andere prioriteiten in de organisatie. Ook de regioadviseurs en re-integratiedeskundigen hebben gewezen op onbekendheid van Meerkracht als belangrijke reden voor niet-gebruik. Daarnaast noemen zij als verklaring dat frequent verzuim onvoldoende aandacht en prioriteit krijgt van werkgevers in het PO. Tot slot heeft de toepassing van strikte criteria en randvoorwaarden bij toekenning van de subsidie een rol gespeeld in het niet-gebruik. Ervaringen ondersteuning langdurig verzuim Bijna 100 besturen hebben de enquête ingevuld over hun ervaringen met ondersteuning door de regioadviseur en/of re-integratiedeskundige. Ongeveer 90% van hen kan zich het contact met RA en/of RDO in het kader van Schakel! herinneren. Meestal is met de adviseurs gesproken over individuele verzuimgevallen en mogelijke maatregelen in het kader van re-integratie. Bijna de helft van de respondenten heeft (ook) gesproken over een subsidieaanvraag. Bijna alle besturen oordelen positief over de procedure (toelichting op en communicatie over de aangeboden ondersteuning en advies). Ook over de kennis en expertise van de adviseurs en kwaliteit van de adviezen wordt (bijna) unaniem positief geoordeeld. Bijna alle besturen zeggen naar aanleiding van de ondersteuning door RA en/of RDO maatregelen te hebben genomen om verzuim tegen te gaan. De meest genomen maatregelen hebben betrekking op de re-integratie van individuele medewerkers; ruim 70% van de respondenten geeft aan deze te hebben genomen. Ruim een derde van de respondenten vindt dat de maatregelen een groot effect hebben gehad op de re-integratie 3
van de individuele medewerker(s). Nog een kwart spreekt van een ‘klein effect’. Ook als het gaat om bewustzijn van verzuimproblematiek constateert ruim de helft van de respondenten een positief effect. Meer dan de helft van de ondervraagden heeft ook zelf maatregelen genomen in het kader van de aanpak van langdurig verzuim. Het gaat dan bijvoorbeeld om aanpassingen in eigen beleid, nauwere samenwerking met de arbodienst of het organiseren van trainingen. De waargenomen effectiviteit hiervan is vergelijkbaar met die van maatregelen volgend op de ondersteuning door de adviseurs, zoals onderstaand figuur laat zien. Waargenomen effectiviteit ondersteuning RA en RDO
Waargenomen effectiviteit ‘eigen’ maatregelen
Ervaringen Tenderregeling Werkplezier 43 uitvoerders van een project in het kader van de Tender Werkplezier hebben een enquête ingevuld over de regeling, ervaringen met de beoordeling en opbrengsten van het eigen project. Over het algemeen wordt de beoordelingsprocedure positief beoordeeld (door ten minste 70% van de respondenten). Het aandeel projectaanvragers dat negatief oordeelt is beperkt. Relatief de meeste kritiek heeft betrekking op het gebruik van gewichten (alle criteria tellen even zwaar) en de doorlooptijd van de procedure. Ook de 22 geïnterviewde indieners van een afgewezen project oordelen tamelijk positief over de procedure. Zij hebben wel vaker kritiek op het gebruik van gewichten en de objectiviteit van de beoordeling, zoals ook te zien is in onderstaande figuur: Indieners afgewezen voorstel Werkplezier
Indieners goedgekeurd voorstel Werkplezier
Veel projecten zijn ten tijde van de evaluatie nog niet afgerond, zodat het nog te vroeg is om een goed beeld te krijgen van de opbrengsten. De projectuitvoerders zien op dit moment dan ook vooral resultaten op het gebied van betrokkenheid en sfeer. Het aandeel 4
uitvoerders dat een ‘groot effect’ op werkplezier en/of werkdruk waarneemt is nog tamelijk beperkt. Wel ziet een behoorlijk deel van de aanvragers een ‘klein effect’ op deze aspecten. Bekendheid onderdelen Schakel! De verschillende onderdelen van het programma Schakel! zijn bij 50 tot 80% van de ondervraagde besturen bekend. De ondersteuning door de regioadviseurs en reintegratiedeskundigen bij de aanpak van langdurig verzuim is het breedst ingezet en daarom ook het meest bekend. Ruim 80% van de respondenten herkent dit als onderdeel van Schakel!. In onderstaand figuur is de bekendheid van de onderdelen van Schakel! bij de geënquêteerde besturen weergegeven. Daarbij moet de kanttekening gemaakt worden dat er verschillen zijn in bekendheid die samenhangen met de functie van de respondent. Bij de dataverzameling in het kader van de Tender Werkplezier is gebleken dat respondenten met meer afstand tot het bestuur of bovenschoolsmanagement minder bekend zijn met Schakel! Bekendheid onderdelen Schakel!
Bijdrage Schakel! aan terudringen ziekteverzuim Het verzuimgemiddelde van alle besturen is de afgelopen schooljaren gedaald van 6,7% in schooljaar 2011/2012 naar 6,1% in 2013/2014. Het is goed mogelijk dat Schakel! hieraan heeft bijgedragen, maar dat kan niet onderbouwd worden aan de hand van verzuimcijfers. Analyses op de databestanden hebben wel sterke aanwijzingen opgeleverd voor een positief effect van het Maatwerkbudget op het aantal langdurig zieken. In de enquêtes Meerkracht en Langdurig verzuim & Maatwerk is gevraagd naar de ontwikkeling van het ziekteverzuim bij de eigen organisatie, en de rol van ondersteuning door het Vervangingsfonds daarbij. Ook dit levert een sterke aanwijzing op voor een positief effect van Schakel! op het ziekteverzuim. De resultaten zijn als volgt: Gebruikersgroep Meerkracht: 50% ziet een daling van het eigen ziekteverzuim en 70% van deze groep noemt het gebruik van de subsidie Meerkracht als (een van de) verklaring(en) hiervoor. Gebruikersgroep Langdurig verzuim en Maatwerk: 50% ziet een daling van het eigen ziekteverzuim en 40% noemt de ondersteuning van regioadviseurs en reintegratiedeskundigen bij de aanpak van langdurig verzuim als (een van de) verklaring(en) hiervoor. 5
De belangrijkste verklaring voor een gedaald ziekteverzuim is volgens de beide groepen respondenten echter het oplossen van problemen als gevolg van langdurige ziekte (door herstel of uitstroom van een langdurig zieke medewerker). Het is uiteraard mogelijk dat Schakel! hier indirect ook een bijdrage aan heeft geleverd. Andere resultaten Schakel! Uit de verschillende enquêtes is gebleken dat de ondersteuning door het Vervangingsfonds ook heeft bijgedragen aan het verzuimbeleid van besturen, de uitvoering van het beleid en het bewustzijn in de organisatie rondom ziekteverzuim. Bij de enquête over ondersteuning bij langdurig verzuim (de grootste groep respondenten) noemt ongeveer de helft van de bereikte besturen deze effecten. Ongeveer een kwart van de besturen ziet een ‘sterk effect’ op het bewustzijn rondom verzuimproblematiek. Ook de regioadviseurs en re-integratiedeskundigen zien positieve (neven)effecten van Schakel!, Zij wijzen bijvoorbeeld op toegenomen kennis bij besturen en een toegenomen bewustzijn van eigen verantwoordelijkheid. Daarnaast heeft het programma volgens hen bijgedragen aan de bekendheid van het ondersteuningsaanbod van het Vervangingsfonds, zeker bij besturen die nog niet eerder waren bezocht. Aanbevelingen De evaluatie heeft aangetoond dat met Schakel! veel besturen zijn bereikt en dat een groot deel van hen maatregelen heeft genomen om het ziekteverzuim binnen de organisatie te bestrijden. Hoewel het programma daarmee succesvol genoemd kan worden, heeft de evaluatie ook laten zien dat er op onderdelen ruimte is voor verbetering of verdere ontwikkeling. Deze punten zijn vertaald in een aantal aanbevelingen die als volgt kunnen worden samengevat: 1. Vooraf (nog) kritischer nadenken over doelen van en criteria voor de evaluatie van programma’s als Schakel! Daarbij kan ook een grotere rol weggelegd zijn voor de besturen en scholen die deelnemen aan het programma. 2. Bekendheid Meerkracht vergroten en overwegen om kleine aanpassingen aan te brengen in de criteria voor toekenning, zodat het preventieve karakter van de regeling beter tot zijn recht komt. 3. Gerelateerd aan het voorgaande punt: bijdragen aan meer aandacht en prioriteit voor het thema frequent verzuim bij besturen en schooldirecteuren. 4. Ondersteuning regioadviseurs en re-integratiedeskundigen nog beter laten aansluiten op de wensen en behoefte van de doelgroep. 5. Overwegen om het criterium ‘vernieuwend karakter’ een minder prominente rol te geven in een eventuele toekomstige tenderregeling, bijvoorbeeld door bij de beoordeling meer variatie aan te brengen in gebruikte gewichten. 6. Overwegen om een mogelijkheid voor een mondelinge toelichting op te nemen in de beoordelingsprocedure bij een eventuele toekomstige tenderregeling, bijvoorbeeld via een getrapte procedure.
6