Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011 Samenstellers Afdeling Lucht, Milieu en Communicatie, VMM Dienst Lucht Inhoud Dit rapport beschrijft de resultaten van de depositiemetingen van dioxines en PCB126 voor de periode april 2010 – maart 2011, die in het Vlaamse Gewest werden uitgevoerd. De tendens over de jaren heen wordt besproken. Wijze van refereren VMM (2011), Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011 Verantwoordelijke uitgever Philippe D’Hondt, Afdelingshoofd Lucht, Milieu en Communicatie Vlaamse Milieumaatschappij Vragen in verband met dit rapport VMM-Infoloket A.Van de Maelestraat 96 9320 Erembodegem Tel: 053 72 64 45 Fax: 053 71 10 78
[email protected] Depotnummer D/2011/6871/027
2
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
Samenvatting Dioxines en PCB’s zijn stoffen die nauwelijks afbreken. Bronnen stoten deze stoffen uit in de lucht waarna ze binden op stofdeeltjes. Dit stof valt op zijn beurt neer op gewassen die als voeding dienen voor mens en dier. Vervolgens binden de dioxines en PCB’s zich op dierlijke lichaamsvetten waarna de mens deze, na consumptie van dierlijke producten zoals vlees, vis en zuivelproducten, opneemt. Net omdat de mens dioxines en PCB’s opneemt via voeding, is het belangrijk dat er geen dioxines en PCB’s in agrarische gebieden en woonzones terechtkomen. De VMM meet de dioxines en PCB’s in neervallend stof, ook depositie genoemd. Zo bepaalt ze in welke mate dioxines en PCB’s uit de lucht kunnen neerslaan en waar er een potentieel risico is voor opname via de voedingsketen. De resultaten zeggen iets over de kwaliteit van de omgevingslucht. Eén staal kan dioxines en PCB’s van verschillende bronnen bevatten. De VMM probeert om met deze metingen: het effect van saneringen na te gaan; knelpunten op te sporen; evoluties in de tijd op te volgen; informatie over potentiële bronnen te bekomen; in te schatten in welke gebieden er mogelijk een verhoogde blootstelling via voeding zou kunnen zijn. Het rapport beschrijft de resultaten van de dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen, uitgevoerd in de periode april 2010 – maart 2011. Deze metingen verliepen volgens een nieuwe meetstrategie: de meetfrequentie per meetpost werd opgedreven tot 4 of 6 metingen per jaar; bij de keuze van de meetlocaties wordt rekening gehouden met de gebiedsbestemming. Als een industriële meetpost dichtbij een agrarisch gebied of woonzone ligt, dan wordt daar een extra meetpost geplaatst: de industriële meetpost geeft informatie over de bron, de meetpost in woon- of agrarisch gebied geeft informatie over een mogelijk effect op de gezondheid; een nieuwe drempelwaarde voor dioxines en PCB’s werd ingevoerd. Enkel resultaten van de meetposten in woon- of agrarisch gebied worden getoetst aan deze drempelwaarde. Vermits de mens dioxines en PCB’s opneemt via de voeding, toetst de VMM de deposities gemeten in industriegebieden niet langer aan de drempelwaarde. Deze drempelwaarde heeft geen wettelijk karakter, maar laat de VMM toe om de gemeten deposities te beoordelen en te beslissen welke regio’s extra aandacht verdienen. Uit de resultaten van de campagnes uitgevoerd tussen april 2010 en maart 2011 volgt dat de drempelwaarde voor de maandgemiddelde depositie in één zesde van de stalen overschreden wordt. Deze overschrijdingen beperken zich tot 2 meetposten in landbouwgebieden (Deerlijk, Wielsbeke) en 4 meetposten in woonzones (Beerse, Menen, Oostrozebeke, Willebroek). Op 10 meetposten is de jaargemiddelde depositie hoger dan de jaargemiddelde drempelwaarde (de 6 meetposten met een overschrijding van de maandgemiddelde drempelwaarde alsook in Genk, Izegem, Meerhout en Olen). Deze toetsing is slechts indicatief vermits de VMM nergens jaarrond metingen uitvoert. Positief is wel dat de verontreiniging zich niet ver verspreidt. Uit de resultaten van regio’s met verschillende meetposten volgt dat de depositie het hoogst is op industriële meetposten en dat de concentraties sterk dalen op meetposten verder weg van de bron. In een aantal regio’s, zogenaamde aandachtsgebieden, voert de VMM reeds jarenlang dioxine- en PCB-depositiemetingen uit. Zo meet de VMM al sinds 2002 de dioxinedepositie in Beerse. De dioxinedepositie vertoont er een dalende trend. Toch zijn er in een beperkt gebied nabij een nonferrobedrijf nog sporadisch hoge dioxinedeposities. Ook in Olen werden in het verleden meermaals verhoogde dioxinedeposities gemeten. Sedert 2007 zijn de dioxinewaarden sterk gedaald en deze trend zet zich ook in 2010 door. In Zelzate fluctueren de dioxinedeposities sterk over de jaren heen. De laatste 2 jaar ligt het jaargemiddelde onder de 10 pg TEQ/m².dag. In de regio Oostrozebeke/Wielsbeke heeft de VMM nabij verschillende spaanderplaatbedrijven een depositiemeetpost geplaatst om de dioxineverontreiniging op te volgen. In het verleden kwamen er herhaaldelijk dioxinepieken voor. In 2008 zakte de gemiddelde dioxinedepositie terug, een trend die ook in 2010 behouden blijft. De depositie van dioxines blijft laag in Stabroek en benadert het niveau van een achtergrondgebied. Ook in de regio Rumbeke-Izegem zakken de waarden terug.
Samenvatting 3
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
De VMM voert veel depositiemetingen uit nabij bedrijven die metaalhoudend schroot verwerken, vooral met het oog op mogelijke PCB-verontreiniging. Uit de resultaten over de jaren heen volgt dat daar voor de dioxinedepositie geen algemene trend valt af te leiden. Op bepaalde meetposten ligt het jaargemiddelde hoger dan de voorgaande jaren, op andere meetposten is er wel sprake van een dalende trend. Nabij deze sector stellen we evenwel opnieuw de verontreiniging door PCB’s vast: op nagenoeg alle meetposten in de onmiddellijke nabijheid van een schrootverwerkend bedrijf zijn de PCB-waarden hoog. De meetposten in functie van de schrootverwerkende bedrijven staan meestal in industriegebied. Eerder onderzoek toonde al aan dat de verontreiniging meestal beperkt blijft tot enkele honderden meters rond het bedrijf. De impact is dus het grootst als er een woonzone of agrarisch gebied paalt aan het schrootverwerkend bedrijf. Dit is het geval in Deerlijk, Genk, Menen en Willebroek waar de jaargemiddelde drempelwaarden in 2010 overschreden worden. De meetresultaten geven dus aan dat bedrijven aan de rand van woon- of agrarische gebieden duidelijk hinder kunnen veroorzaken in aanpalende woon- of landbouwgebieden.
4 Samenvatting
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
INHOUDSTAFEL Samenvatting ............................................................................................................ 3 1 Inleiding ................................................................................................................ 7 1.1 Definities dioxines en PCB’s ......................................................................................................... 7 1.1.1 Dioxines .............................................................................................................................. 7 1.1.2 Polychloorbifenyl (PCB) ...................................................................................................... 8 1.2 Effecten op gezondheid ................................................................................................................ 9 1.3 Vorming van dioxines en PCB’s .................................................................................................... 9
2 Regelgeving voor depositie van dioxines en PCB’s ........................................10 3 Bemonstering en analysemethode ....................................................................11 3.1 Bemonstering .............................................................................................................................. 11 3.2 Opwerking van de stalen ............................................................................................................. 11 3.3 Analyse ........................................................................................................................................ 12
4 Meetstrategie .......................................................................................................13 5 Toetsing aan de drempelwaarden......................................................................14 5.1 Maandgemiddelde drempelwaarde ............................................................................................. 14 5.2 Jaargemiddelde drempelwaarde ................................................................................................. 14
6 Meetresultaten dioxines en PCB126 ..................................................................16 6.1 Depositie van dioxines ................................................................................................................ 16 6.2 PCB126 ....................................................................................................................................... 17 6.3 Regionale verspreiding van dioxines en PCB’s .......................................................................... 18 6.4 Trend dioxines en PCB’s in aandachtszones ............................................................................. 21 6.4.1 Beerse ............................................................................................................................... 21 6.4.2 Olen................................................................................................................................... 22 6.4.3 Zelzate .............................................................................................................................. 22 6.4.4 Oostrozebeke – Wielsbeke ............................................................................................... 23 6.4.5 Stabroek ............................................................................................................................ 26 6.4.6 Rumbeke – Izegem ........................................................................................................... 26 6.4.7 Deposities van dioxines en PCB126 in de omgeving van schrootverwerkende bedrijven 26
7 Besluit ..................................................................................................................29
Bijlage 1: Tabellen dioxines en PCB126 ................................................................. 2 Bijlage 2: Windrozen campagnes april 2010 – maart 2011.................................... 9
5
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
FIGUREN Figuur 1: Chemische formule van een PCDD- en een PCDF-verbinding ............................................... 7 Figuur 2: Chemische formule van een PCB-verbinding .......................................................................... 8 Figuur 3: Meetpost depositie dioxines en PCB126 ............................................................................... 11 Figuur 4: Toetsing van maandgemiddelde depositie van dioxines en DL-PCB’s aan de drempelwaarde ............................................................................................................................................................... 14 Figuur 5: Toetsing van jaargemiddelde depositie van dioxines en DL-PCB’s van 2010 aan de drempelwaarde...................................................................................................................................... 15 Figuur 6: Statistische parameters voor depositie van dioxines en PCB126 ......................................... 16 Figuur 7: Dioxinedepositie gemeten tijdens de campagnes van april 2010 tot maart 2011 ................. 17 Figuur 8: PCB126-depositie gemeten tijdens de campagnes van april 2010 tot maart 2011............... 17 Figuur 9: Vergelijking tussen meetposten in industrieel gebied en agrarisch /woongebied ................. 21 Figuur 10: Jaargemiddelde dioxinedeposities op de meetpost in Beerse............................................. 21 Figuur 11: Jaargemiddelde dioxinedeposities op de meetpost in Olen ................................................ 22 Figuur 12: Jaargemiddelde dioxinedeposities op de meetpost in Zelzate ............................................ 23 Figuur 13: Ligging meetposten regio Oostrozebeke - Wielsbeke ......................................................... 23 Figuur 14: Jaargemiddelde dioxinedeposities op de meetpost in Oostrozebeke.................................. 24 Figuur 15: Jaargemiddelde dioxinedeposities op de virtuele meetpost in Wielsbeke (WE01+WE02+. 25 Figuur 16: Jaargemiddelde dioxinedeposities op de meetpost nabij Desselgem ................................. 25 Figuur 17: Jaargemiddelde dioxinedeposities op de virtuele meetpost in Rumbeke (RL05+IZ02) ...... 26 Figuur 18: Jaargemiddelde deposities van dioxines (A) en PCB126 (B) nabij schrootverwerkende bedrijven (locatie meetposten: I= industrieel, N=natuurgebied, W= woonzone, A: agrarisch) ............. 27
TABELLEN Tabel 1: Wereld Gezondheidsorganisatie-Factoren (WGO-TEF) voor dioxines..................................... 8 Tabel 2: Wereld Gezondheidsorganisatie-Factoren (WGO-TEF)voor PCB’s ......................................... 8 Tabel 3: Drempelwaarden voor de deposities van dioxines en dioxineachtige PCB’s ......................... 10 Tabel 4: Overzicht meetposten die in functie staan van eenzelfde bron .............................................. 18
6
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
1
Inleiding
De VMM meet sinds 1995 de dioxinedepositie in Vlaanderen. Sedert 2002 meten we ook de depositie van de meest toxische polychloorbifenyl-verbinding PCB126. Vanaf 2008 gebeurt dit in alle stalen. De VMM meet de dioxines en PCB’s in neervallend stof, ook depositie genoemd. Zo bepaalt ze in welke mate dioxines en PCB’s uit de lucht kunnen neerslaan en er een potentieel risico is tot opname via de voedingsketen. De resultaten zeggen iets over de kwaliteit van de omgevingslucht. De VMM probeert om met deze metingen: het effect van saneringen na te gaan; knelpunten op te sporen; evoluties in de tijd op te volgen; informatie over potentiële bronnen te bekomen; in te schatten in welke gebieden er mogelijk een verhoogde blootstelling via voeding zou kunnen zijn. Voorheen organiseerde de VMM op de meeste locaties slechts 2 meetcampagnes van 1 maand: één tijdens het voorjaar en één tijdens het najaar. Vanaf 2009 wordt de depositie op de meeste locaties 4 tot 6 maand per jaar gemeten. Daardoor diende het aantal meetplaatsen te worden afgeslankt van een 70-tal tot een 30-tal. Depositiemetingen kunnen niet-industriële, diffuse en/of ongekende bronnen helpen opsporen. De laatste jaren zijn diverse industriële installaties gesaneerd of stopgezet. Daardoor neemt het relatief aandeel van diffuse bronnen toe. Dit impliceert dat het nut van depositiemetingen alsmaar stijgt. Dit verslag bespreekt de meetresultaten van de dioxine- en PCB-campagnes van april 2010 tot en met maart 2011. De trend in aandachtsgebieden komt ook uitgebreid aan bod.
1.1 Definities dioxines en PCB’s 1.1.1 Dioxines “Dioxines” is een verzamelnaam voor zo’n 210 verschillende scheikundige stoffen. Tot deze groep behoren de polychloordibenzo-p-dioxines (PCDD’s) en de polychloordibenzofuranen (PCDF’s). Het zijn vlakke molecules met 2 benzeenringen, 4 chlooratomen en 1 of 2 zuurstofbruggen voor respectievelijk de PDCF en PCDD. Van alle PCDD’s is het 2,3,7,8-tetrachloordibenzo-p-dioxine, of kortweg 2,3,7,8-TCDD het meest toxische. Dit dioxine geraakte vooral bekend door het incident in Seveso. Figuur 1 toont de chemische formules van een PCDD- en een PCDF-verbinding.
Figuur 1: Chemische formule van een PCDD- en een PCDF-verbinding De 17 dioxines met chlooratomen op de 2,3,7- en 8-plaatsen zijn uiterst giftig en staan bekend als de “dirty seventeen”. In dit rapport meten we enkel deze groep en staat de term “dioxines” dus voor de som van de 17 toxische dioxines. Elk van deze 17 verbindingen heeft een verschillende toxiciteit die weergegeven wordt door de toxische equivalentiefactor of TEF. Er zijn verschillende TEF systemen in gebruik geweest in verschillende landen, zoals de EPA, UBA, Nordic en Eadon equivalenten, maar tegenwoordig zijn de TEF’s gedefinieerd door de Wereld Gezondheidsorganisatie vrijwel standaard. Afgekort spreekt men van WGO-TEF. Deze worden weergegeven in tabel 1. Inleiding 7
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
Tabel 1: Wereld Gezondheidsorganisatie-Factoren (WGO-TEF) voor dioxines Dioxines WGO-TEF Dibenzofuranen 2,3,7,8-Tetra-CDD 1 2,3,7,8-Tetra-CDF 1 1,2,3,7,8-Penta-CDD 1,2,3,7,8-Penta-CDF 1,2,3,4,7,8-Hexa-CDD 0,1 2,3,4,7,8-Penta-CDF 1,2,3,6,7,8-Hexa-CDD 0,1 1,2,3,4,7,8-Hexa-CDF 1,2,3,7,8,9-Hexa-CDD 0,1 1,2,3,6,7,8-Hexa-CDF 1,2,3,4,6,7,8-Hepta-CDD 1,2,3,7,8,9-Hexa-CDF 0,01 Octa-CDD 2,3,4,6,7,8-Hexa-CDF 0,0001 1,2,3,4,6,7,8-Hepta-CDF 1,2,3,4,7,8,9-Hepta-CDF Octa-CDF
WGO-TEF 0,1 0,05 0,5 0,1 0,1 0,1 0,1 0,01 0,01 0,0001
Uit tabel 1 volgt dat de verschillende dioxineverbindingen een sterk uiteenlopende toxiciteit hebben. Hoe hoger de TEF, hoe giftiger de verbinding. Naar gezondheid toe is het niet belangrijk om de massa van de verschillende dioxinecongeneren te kennen. Daarom worden dioxineresultaten steeds uitgedrukt als een toxisch equivalent (TEQ): de som van de 17 toxische dioxines vermenigvuldigd met hun afzonderlijke TEF’s.
1.1.2 Polychloorbifenyl (PCB) Polychloorbifenylen of PCB’s zijn gehalogeneerde aromatische koolwaterstoffen. Ze verschillen van de dioxines omdat ze geen zuurstofatomen bezitten tussen hun aromatische ringen (figuur 2). Er bestaan 209 verbindingen waarvan er 12 toxisch zijn. Deze twaalf hebben een vlakke structuur, vandaar hun verzamelnaam “coplanaire PCB’s”. Vermits deze groep van PCB’s op dezelfde receptor bindt als de dioxines, worden ze ook dioxineachtige PCB’s genoemd. Hun toxiciteit ligt beduidend lager dan die van 2,3,7,8-TCDD, met uitzondering van PCB126 (tabel 2).
Figuur 2: Chemische formule van een PCB-verbinding Tabel 2: Wereld Gezondheidsorganisatie-Factoren (WGO-TEF)voor PCB’s WGO-TEF Mono-ortho Coplanaire PCB’s Non-ortho Coplanaire PCB’s 3,3’,4,4’-tetraCB (77) 0,0001 2,3,3’,4,4’-PentaCB (105) 3,4,4’,5-TetraCB (81) 0,0001 2,3,4,4’,5-PentaCB (114) 0,1 2,3’,4,4’,5-PentaCB (118) 3,3’,4’,4’,5-PentaCB (126) 3,3’,4,4’,5,5’-HexaCB (169) 0,01 2’,3,4,4’,5-PentaCB (123) 2,3,3’,4,4’,5-HexaCB (156) 2,3,3’,4,4’,5’-HexaCB (157) 2,3’,4,4’,5,5’-HexaCB (167) 2,3,3’,4,4’,5,5’-HptaCB (189)
WGO-TEF 0,0001 0,0005 0,0001 0,0001 0,0005 0,0005 0,00001 0,0001
De VMM meet enkel PCB126. Net als bij de dioxines wordt steeds het toxisch potentieel van PCB126 besproken. Hiertoe vermenigvuldigen we de hoeveelheid PCB126 met zijn overeenkomstige TEF (0,1). Tenslotte bestaat er nog de groep van merker-PCB’s. Deze verbindingen hebben nog geen TEF. De VMM meet de merker-PCB’s niet.
8 Inleiding
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
1.2 Effecten op gezondheid Dioxines en PCB’s zijn stoffen die nauwelijks afbreken. Bronnen stoten deze stoffen uit in de lucht waarna ze binden op stofdeeltjes. Dit stof valt op zijn beurt neer op gewassen die als voeding dienen voor mens en dier. Vervolgens binden de dioxines en PCB’s zich op dierlijke lichaamsvetten waarna de mens deze, na consumptie van dierlijke producten zoals vlees, vis en zuivelproducten, opneemt. Net omdat de mens de dioxines en PCB’s opneemt via voeding, is het belangrijk dat er geen dioxines en PCB’s in agrarische gebieden en woonzones terechtkomen. Dioxines en PCB’s veroorzaken verschillende effecten: storingen in groei en ontwikkeling; schildkliermisvorming; chlooracné; lever- en darmstoornissen; inwerking op het menselijk hormoon- en immuniteitssysteem. Kinderen nemen dioxines en PCB’s al in de baarmoeder op. Na de geboorte gebeurt dit vooral door het drinken van moedermelk. Toch heeft moedermelk ook positieve effecten op de gezondheid van kinderen. Borstvoeding is namelijk de enige voeding die kinderen beschermt tegen ziekten en allergieën. Daarom raadt men nog steeds aan om baby’s te voeden met moedermelk.
1.3 Vorming van dioxines en PCB’s Dioxines zijn een ongewenst bijproduct van onvolledige verbrandingsprocessen. Dioxines ontstaan zowel bij natuurlijke processen zoals vulkaanuitbarstingen, als door menselijke activiteiten. De voornaamste humane bronnen zijn verbranding van huisvuil, medisch of industrieel afval. Ook crematoria, de staalindustrie, recyclage-installaties voor non-ferrometalen, thermische elektriciteitscentrales en cementovens kunnen dioxines vrijgeven. Als de verbrandingstemperatuur hoog genoeg is (minimum 850°C), dan worden de gevormde dioxines weer vernietigd. Toch kunnen ze zich opnieuw vormen in de schoorsteen wanneer de rookgassen afkoelen tot 200 à 400°C. Daarom zijn moderne afvalverbrandingsinstallaties uitgerust met gesofisticeerde filters die de rookgassen zuiveren. Doordat de grote bronnen, zoals de afvalverbrandingssector, ferro en non-ferro industrie het voorbije decennium gesaneerd zijn, neem het belang van diffuse bronnen in de dioxineproblematiek toe. Voor de diffuse dioxine-uitstoot is de gewone burger in grote mate verantwoordelijk. Zo bevatten sigarenen sigarettenrook dioxines. Ook houtkachels en verwarmingsinstallaties leveren dioxines als bijproduct. Daarnaast ontstaan er dioxines bij het verbranden van groen afval al dan niet vermengd met huishoudelijk afval. PCB’s werden tussen 1930 en het begin van de jaren tachtig geproduceerd voor industriële toepassingen. PCB’s hebben een uitstekend elektrisch isolatievermogen, prima brandweerstand, geschikte warmtegeleiding en viscositeit. De wijde verspreiding van PCB-houdende toestellen is dan ook erg logisch te noemen. Door hun negatieve eigenschappen kwam er een verbod op de productie van PCB’s in 1985. PCB’s moeten op een gecontroleerde manier opgeruimd worden door erkende afvalverwijderingsbedrijven.
Inleiding 9
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
2
Regelgeving voor depositie van dioxines en PCB’s
De Europese Commissie heeft normen gedefinieerd voor dioxines en dioxineachtige PCB’s in voeding. Indien deze voedselnormen overschreden worden, moet onderzocht worden of de voeding besmet werd via het milieu (lucht, bodem, water,…) of via besmet veevoeder. De inbreng via de lucht kan onderzocht worden via depositiemetingen. Er bestaan geen wettelijke normen voor de depositie Wetenschappelijk Comité voor menselijke voeding heeft dioxines en dioxineachtige PCB’s men wekelijks maximaal lichaamsgewicht per week. Deze dosis ligt binnen Gezondheidsorganisatie voorstelt (1 à 4 pg TEQ/kg.dag).
van dioxines of PCB’s. Het Europees in 2001 een advies uitgebracht hoeveel mag innemen. Dit bedraagt 14 pg TEQ/kg de toelaatbare dosis die de Wereld
De VMM heeft door de VITO een studie laten uitvoeren om te berekenen welke jaargemiddelde depositie overeenstemt met dit EU-advies van 14 pg TEQ/kg.week en definieerde zo een drempelwaarde. Vermits de hoge analyseprijs niet toelaat om jaarrond te meten, werd er ook een drempelwaarde berekend voor maandgemiddelde deposities. Occasioneel komen er hoge deposities voor die uitgemiddeld zouden worden als we jaarrond zouden meten. Daarom wordt de maandgemiddelde depositie getoetst aan een hogere drempelwaarde (tabel 3). Deze drempelwaarden worden vanaf 2010 toegepast. In vergelijking met voorgaande jaren zijn er 2 wijzigingen: de drempelwaarden gelden voor de som van de dioxines en dioxineachtige PCB’s, de drempelwaarden gelden enkel in gebieden waar verhoogde deposities een impact op de gezondheid kunnen hebben, nl. agrarische gebieden en woonzones. Vermits de mens dioxines en PCB’s opneemt via de voeding, toetst de VMM de depositie gemeten in industriegebieden niet langer aan de drempelwaarde.
Tabel 3: Drempelwaarden voor de deposities van dioxines en dioxineachtige PCB’s Toelaatbare dosis gedefinieerd door EU
Jaargemiddelde depositie
Maandgemiddelde depositie
Waar
14 pg TEQ/kg.week
8,2 pg TEQ/m².dag
21 pg TEQ/m².dag
agrarische gebieden woonzones
De groep van dioxineachtige PCB’s telt 12 verbindingen. De VMM meet enkel de depositie van de meest toxische verbinding, PCB126. Binnen de groep van dioxineachtige PCB’s neemt PCB126 een toxisch aandeel in van 70%. Om te kunnen toetsen aan de drempelwaarde, berekenen we de totale depositie in agrarische en woongebieden dus als volgt: Totale depositie = [depositie dioxines] gemeten + ([depositie PCB126] gemeten / 0,7) Deze drempelwaarden hebben geen wettelijk karakter maar laten de VMM toe om de gemeten deposities te beoordelen en te beslissen welke regio’s extra aandacht verdienen.
10 Regelgeving voor depositie van dioxines en PCB126
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
3
Bemonstering en analysemethode
3.1 Bemonstering De stalen worden opgevangen in Bergerhoffkruiken, conform VDI 2119 Blatt 2. De Bergerhoffkruik is een glazen bokaal die vooraf zeer grondig wordt gereinigd om lage blanco-waarden te bekomen. Bij de start van een meetcampagne wordt telkens nieuw glaswerk gebruikt. De kruiken worden uitgegloeid op een temperatuur van 450°C gedurende minimum 5 uur, om alle organische contaminatie te vernietigen. De montage van de kruiken in het veld gebeurt op een paal van 1,5 meter hoogte met houder en vogelscherm. Per paal zijn er 3 kruiken. Zwarte folie schermt de stalen af van direct zonlicht. Aan het water is er zout toegevoegd om de kruiken te beschermen tegen vriesschade (figuur 3). Deze zoutoplossing bestaat uit gedemineraliseerd water en pro analyse NaCl (ongeveer 50 g/L demi water). Het water in de kruik voorkomt tevens dat het stof uit de kruiken waait. Een desinfecterend middel, zoals voorgeschreven door NBN T94-101 is niet toegevoegd.
Figuur 3: Meetpost depositie dioxines en PCB126
3.2 Opwerking van de stalen Onzuiverheden groter dan ca. 5 mm (bladeren, insecten, …) worden verwijderd. Daarna wordt de vloeistof uit de kruik gefiltreerd over een filter. De waterfase wordt tenminste driemaal geëxtraheerd met telkens min. 80 ml tolueen in een vloeistof-vloeistof extractie. De laatste stofdeeltjes worden van de wanden van de kruik afgewreven met een papierfilter. Hierna worden de kruiken grondig nagespoeld met tolueen. De filter met de stoffractie wordt aan de lucht gedroogd en dan in een voorgeëxtraheerde soxhlethuls gebracht. Vervolgens wordt een gekende hoeveelheid van 16 13Cgemerkte 2,3,7,8-chloorgesubstitueerde congeneren en 13C-gemerkte PCB126 toegevoegd, waarna wordt geëxtraheerd met het ingedampte tolueenextract van de waterfase.
Bemonstering en analysemethode 11
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
Het grootste deel van het extractiesolvent wordt vervolgens afgedestilleerd en het extract wordt verder ingedampt onder stikstof tot het resterend volume enkele ml bedraagt. Dit ondergaat dan een eerste zuivering op een kolom die van onder naar boven gevuld is met 2 g silica, 5 g basische silica, 2 g silica, 10 g zure silica, 2 g silica en 1 cm Na 2 SO 4 , die geëlueerd wordt met 250 ml n-hexaan. Het eluaat wordt geconcentreerd tot enkele ml. Hierna volgt een tweede zuivering via adsorptiechromatografie op een kolom gevuld met 5 g Alumina B Super I en een toplaag van 1 g Na 2 SO 4 . Na wassen met 45 ml 2% dichloormethaan in n-hexaan gebeurt de elutie van de dioxines met 75 ml 60% dichloormethaan in n-hexaan. Deze laatste fractie wordt ingedampt onder een stikstofstroom. Bij het einde van de opwerkingsprocedure worden 13C-1,2,3,4-TCDD en 13C-1,2,3,7,8,9-HxCDD toegevoegd als "recovery"-standaard waardoor de teruggevonden hoeveelheid inwendige standaarden kan berekend worden.
3.3 Analyse De analyse gebeurt isomeerspecifiek voor alle zeventien 2,3,7,8-chloorgesubstitueerde PCDD’s en PCDF’s en het PCB126, met behulp van een gaschromatograaf gekoppeld aan een hoge resolutie massaspectrometer (GC-HRMS). De depositieresultaten zijn uitgedrukt in picogram toxische equivalenten per vierkante meter per dag (pg TEQ/m².dag).
12 Bemonstering en analysemethode
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
4
Meetstrategie
In 2010 heeft de VMM haar meetstrategie aangepast. Tot voor kort waren er op de meeste locaties 2 meetcampagnes per jaar, de zogenaamde voor- en najaarscampagnes. Dit betekent dat in de meeste regio’s de luchtkwaliteit slechts gedurende 2 maanden per jaar beoordeeld werd. Vanaf 2010 gebeuren er op de meeste meetposten 4 tot 6 maandelijkse metingen. Zo krijgt de VMM een beter beeld van de dioxine- en PCB-verontreiniging over het volledige jaar. Dit hoge aantal metingen per meetpost heeft als gevolg dat het aantal meetposten noodgedwongen verminderd moest worden. In 2010 zijn er een 30-tal meetposten; in 2000 gebeurde dit nog op een 70-tal locaties. Vanaf 2010 wordt er rekening gehouden met de gebiedsbestemming. Als een industriële meetpost dichtbij een agrarisch gebied of woonzone ligt, dan wordt er daar een extra meetpost geplaatst. De industriële meetpost geeft informatie over de bron, de meetpost in woon- of agrarisch gebied geeft informatie over een mogelijk effect op de gezondheid. Er zijn 33 meetposten, als volgt ingedeeld: 21 meetposten worden getoetst aan de drempelwaarde waarvan o 12 in agrarische gebieden, o 9 in woonzones. 12 meetposten worden niet getoetst aan de drempelwaarde waarvan o 9 in industriegebieden, o 3 in natuurgebieden. Vermits de mens de dioxines en PCB’s opneemt via de voeding, toetst de VMM de deposities gemeten in industriezones of natuurgebieden, niet langer aan de drempelwaarde. De VMM maakt de meetresultaten jaarlijks over aan de Milieu-inspectie en het Federaal Voedselagentschap. De Milieu-inspectie kan brongerichte acties ondernemen. Ze kan immers beslissen om metingen op bedrijfsterreinen uit te voeren en saneringen aan de bedrijven opleggen. Het Federaal Voedselagentschap kan, bij verhoogde deposities, overgaan tot de analyse van voedingsstalen. Bij overschrijding van de Europese voedingsnormen, worden de voedingsproducten vernietigd. Dit zijn dus acties met als doel de consument te beschermen. Tabel 1 van bijlage 1 geeft een overzicht van de meetposten waar er metingen worden uitgevoerd vanaf april 2010. Zoals aangegeven in de tabel staan de meeste meetposten ten noordoosten van de potentiële bron. In Vlaanderen heerst er een dominante zuidwestenwind zodat de regio ten noordoosten van de bron het meest beïnvloed wordt door de bron. Dit betekent dat de gerapporteerde dioxine- en PCB-niveaus niet overeenstemmen met de gemiddelde depositie voor Vlaanderen. Tabel 2 in dezelfde bijlage geeft een overzicht van de stalen gecollecteerd over de 8 meetcampagnes. Per meetpost zijn er maximaal 6 stalen gecollecteerd.
Meetstrategie 13
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
5
Toetsing aan de drempelwaarden
21 van de 33 meetposten liggen in agrarisch of woongebied. De VMM toetst enkel de resultaten van deze meetposten aan de drempelwaarde. De groep van dioxineachtige PCB’s telt 12 verbindingen waarvan de VMM enkel de meest toxische verbinding, PCB126, meet. De VMM doet een bijschatting voor de andere PCB’s. Een overzicht van de toetsing aan de drempelwaarden is te vinden in tabel 3 en 4 van Bijlage 1.
5.1 Maandgemiddelde drempelwaarde In de periode april 2010 – maart 2011 wordt de drempelwaarde voor de maandgemiddelde depositie van 21 pg TEQ/m².dag in één zesde van de stalen overschreden: in 16 van de 101 maandstalen is de depositie van dioxines en dioxineachtige PCB’s hoger dan 21 pg TEQ/m².dag. Figuur 4 toont dat deze overschrijdingen zich beperken tot 2 meetposten in landbouwgebieden (Deerlijk en Wielsbeke) en 4 meetposten in woonzones (Beerse, Menen, Oostrozebeke en Willebroek). 160 04-05/10 06-07/10
140
07-08/10 08-09/10 10-11/10
120
pg.TEQ/m².dag
12/10-01/11 01-02/11
100
02-03/11 80
60
40 maandgemiddelde drempelwaarde 20
ZelzateR750
Willebroek
Merksem
Menen01
Gistel04
Genk29
Beerse
Menen13
woongebied
Oostrozebeke
agrarisch gebied
Wielsbeke05
Wielsbeke02
Wielsbeke01
Wervik
Houtem
Stabroek
Izegem
Olen
Lommel04
Meerhout
Waregem
Deerlijk
0
Figuur 4: Toetsing van maandgemiddelde depositie van dioxines en DL-PCB’s aan de drempelwaarde
5.2 Jaargemiddelde drempelwaarde De VMM hanteert ook een drempelwaarde voor het beoordelen van jaargemiddelde deposities. Vermits de VMM op geen enkele meetpost jaarrond meet, is deze toetsing indicatief. Voor deze toetsing worden alle waarden van 2010 in beschouwing genomen. Deze drempelwaarde van 8,2 pg TEQ/m².dag wordt op de helft van de meetposten overschreden. Op de 6 bovenvermelde meetposten ligt het jaargemiddelde te hoog. Maar ook in de woonzone in Genk en op de agrarisch gerichte meetposten in Izegem, Meerhout en Olen is de drempelwaarde voor jaargemiddelde depositie nipt overschreden (figuur 5). Op de meetposten in Deerlijk en Menen is het aandeel van de PCB’s het hoogst, in Wielsbeke, Beerse, Oostrozebeke en Olen zorgen vooral dioxines voor de overschrijding. Op de overige meetposten hebben zowel dioxines als PCB’s een significant aandeel.
14 Toetsing aan de drempelwaarden
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
60 DL-PCB dioxines 50
pg TEQ/m².dag
40
30
20
jaargemiddelde drempelwaarde
10
ZelzateR750
Willebroek
Oostrozebeke
woonzone
Merksem
Menen13
Menen01
Gistel04
Genk29
Beerse
Wielsbeke05
Wielsbeke02
Wervik
Wielsbeke01
agrarisch gebied
Waregem
Stabroek
Olen
Meerhout
Lommel04
Izegem
Houtem
Deerlijk
0
Figuur 5: Toetsing van jaargemiddelde depositie van dioxines en DL-PCB’s van 2010 aan de drempelwaarde
Toetsing aan de drempelwaarden 15
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
6
Meetresultaten dioxines en PCB126
Tabel 5 van bijlage 1 toont de resultaten van de dioxine- en PCB126-deposities gemeten tussen april 2010 en maart 2011. In bijlage 2 zijn de windrozen van de verschillende campagnes opgenomen. Heel wat meetposten staan opgesteld in functie van bedrijven waarvan gekend is, of vermoed wordt, dat ze dioxines en/of PCB’s uitstoten. Het merendeel van die bedrijven is gesitueerd in industriegebieden waar er verschillende potentiële bronnen zijn. Dit betekent dat de dioxines en PCB’s gemeten in de stalen van meerdere bronnen afkomstig kunnen zijn. In de periode april 2010 – maart 2011, bedraagt de gemiddelde depositie 8,7 pg TEQ/m².dag voor dioxines en 21 pg TEQ/m².dag voor PCB126. De spreiding is echter veel groter voor PCB126: het maximum is 648 pg TEQ/m².dag voor PCB126 en 50 pg TEQ/m².dag voor dioxines (Figuur 6). Vermits de meeste meetplaatsen brongericht staan opgesteld zijn deze statistische parameters in geen geval representatief voor gans Vlaanderen of bepaalde regio’s. 1000
P75
P50
P25
gemiddelde
maximum
pg TEQ/m².dag
100
10
1 Dioxines
PCB126
Figuur 6: Statistische parameters voor depositie van dioxines en PCB126
6.1 Depositie van dioxines Figuur 7 geeft een overzicht van de dioxinedeposities gemeten tijdens de afzonderlijke campagnes. De resultaten geven aan dat er enkele meetposten zijn met herhaaldelijk hogere dioxinewaarden. Deze komen in paragraaf 6.4 verder aan bod. De hoogste waarden worden evenwel gemeten in industriegebied. Deze meetposten staan heel dicht bij de vermeende bron en geven dus duidelijk aan dat deze bronnen nog steeds dioxines in de lucht stoten. Een uitzondering hierop is de meetpost in Lommel. Volgens het gewestplan staat deze meetpost in natuurgebied. In de praktijk bevindt dit natuurgebied zich net naast een industriezone, zodat deze meetpost ook beschouwd moet worden als een brongerichte locatie.
16 Meetresultaten dioxines en PCB126
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
60
04-05/10 06-07/10 07-08/10 08-09/10 10-11/10 12/10-01/11 01-02/11 02-03/11
50
pg.TEQ/m².dag
40
30
20
10
Mol
ZelzateWB04
industriegebied
Lommel02
Schelle
Wielsbeke04
Rumbeke
Laakdal
Menen08
Gent
Gistel02
Kallo
Genk18
Wervik
Wielsbeke05
agrarisch gebied
Wielsbeke02
Waregem
Wielsbeke01
Olen
Stabroek
Veurne
Meerhout
Izegem
Lommel04
Deerlijk
Willebroek
ZelzateR750
Menen13
woonzone
Oostrozebeke
Gistel04
Menen01
Beerse
Genk29
Merksem
0
natuurgebied
Figuur 7: Dioxinedepositie gemeten tijdens de campagnes van april 2010 tot maart 2011
6.2 PCB126 648
350
04-05/10 06-07/10 07-08/10 08-09/10 10-11/10 12/10-01/11 01-02/11 02-03/11
300
pg.TEQ/m².dag
250
200
150
100
50
ZelzateWB04
Mol
Lommel02
Wielsbeke04
industriegebied
Schelle
Rumbeke
Laakdal
Menen08
Gent
Gistel02
Genk18
Kallo
Wervik
Wielsbeke05
agrarisch gebied
Wielsbeke02
Waregem
Stabroek
Olen
Veurne
Meerhout
Lommel04
Izegem
Deerlijk
Willebroek
ZelzateR750
Wielsbeke01
woonzone
Oostrozebeke
Menen13
Gistel04
Menen01
Genk29
Beerse
Merksem
0
natuurgebied
Figuur 8: PCB126-depositie gemeten tijdens de campagnes van april 2010 tot maart 2011 Figuur 8 geeft een overzicht van de deposities van PCB126 gemeten tijdens de afzonderlijke campagnes. Deze figuur geeft aan dat er veel meer spreiding is tussen de resultaten van de verschillende meetposten dan bij de dioxines. De PCB-waarden zijn echter enkel hoog op meetposten die zich bevinden nabij schrootverwerkende bedrijven. Deze bedrijven bevinden zich in industriezones, wat meteen ook een verklaring biedt voor de hoge PCB-waarden op meetposten in industriegebieden. Een uitzondering hierop is de agrarische meetpost in Deerlijk en de meetpost in
Meetresultaten dioxines en PCB126 17
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011 natuurgebied in Lommel. Deze meetposten staan echter net naast schrootverwerkende bedrijven die aan de rand van een industriezone staan. In paragraaf 6.4.7 gaan we dieper in op de resultaten nabij schrootverwerkende bedrijven.
6.3 Regionale verspreiding van dioxines en PCB’s Heel wat meetposten zijn brongericht. Meestal staan ze in industriegebieden, vrij dicht bij een gekende bron. Een uitzondering hierop is de meetpost in Lommel, die beschouwd moet worden als een brongerichte meetpost in natuurgebied. Er is een bijkomende meetpost indien er in de nabijheid van deze brongerichte meetpost een woonzone of agrarisch gebied is. De afstand van deze brongerichte meetpost tot de meetpost in een woonzone of agrarisch gebied verschilt van regio tot regio. Tabel 4 geeft een overzicht van meetposten die in functie van een zelfde bron geplaatst zijn maar zich in een andere gebiedsbestemming bevinden. Tabel 4: Overzicht meetposten die in functie staan van eenzelfde bron Regio Industriële meetpost Meetpost in woonzone Meetpost in agrarisch gebied Genk GK18 GK29 Wielsbeke/Wargem WE04 WD01 Laakdal/Meerhout LD03 MH01 Gistel GS02 GS04 Menen MN08 MN01, MN13 Lommel *LM02 LM04 Rumbeke/Izegem RL05 IZ02 * LM02 bevindt zich in een natuurgebied, palend aan een industriezone
De meetperiodes lopen gelijk zodat we de resultaten van beide meetposten kunnen vergelijken. In figuur 9 vindt u de resultaten van deze vergelijking. Daarop ziet u dat de concentraties over het algemeen hoger liggen op de meetpost in het industriegebied dan op de meetpost in de aanpalende woon- of landbouwzone. Dit is te verwachten aangezien de industriële meetpost dichter bij de bron staat. Het markantste verschil vind je terug in Genk waar er in de industriezone heel hoge PCB-waarden worden gemeten. In de woonzone die zich op zo’n 700m van de industriële meetpost bevindt, zakken de deposities terug. Toch wordt in deze woonzone de jaargemiddelde drempelwaarde indicatief overschreden (hfdst. 5). Ook in Menen zijn de meetwaarden gevoelig hoger in industriegebied. In de woonzone die onmiddellijk paalt aan dit industriegebied, worden de maandgemiddelde en de jaargemiddelde drempelwaarden overschreden op 1 meetpost. Op de andere meetpost in de woonzone die verder van de industriezone staat, worden deze drempelwaarden niet overschreden. Hieruit volgt dat de verontreiniging zich niet zo ver van de bron verspreidt. In Meerhout tenslotte, wordt de jaargemiddelde drempelwaarde indicatief overschreden. In de regio Gistel wordt de drempelwaarde overschreden op de industriële meetpost. Alhoewel deze meetpost volgens het gewestplan in industriegebied staat, zijn er in deze zone toch huizen. Een duidelijke afbakening van gebiedsbestemmingen dringt zich dus op. Ook bedrijven aan de rand van woon- of agrarische gebieden kunnen duidelijk hinder veroorzaken in aanpalende woon- of landbouwgebieden.
18 Meetresultaten dioxines en PCB126
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
400 Industrieel gebied - Genk PCB126 diox 300
Stedelijk gebied - Genk
pg.TEQ/m².dag
PCB126 diox 200
100
0 1
2
3 Meetperiode
4
5
6
40 Industrieel gebied - Wielsbeke PCB126 diox 30
Agrarisch gebied - Waregem
pg.TEQ/m².dag
PCB126 diox 20
10
0 1
2 Meetperiode
3
18 Industrieel gebied - Laakdal PCB126
15
diox
pg.TEQ/m².dag
Agrarisch gebied - Meerhout 12
PCB126 diox
9
6
3
0 1
2 Meetperiode
3
Meetresultaten dioxines en PCB126 19
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
25 Industrieel gebied - Gistel PCB126 diox
20
Stedelijk gebied - Gistel pg.TEQ/m².dag
PCB126 diox
15
10
5
0
1
2
3 Meetperiode
4
5
6
70 Industrieel gebied - Menen 60
PCB126 diox
pg.TEQ/m².dag
50
Stedelijk gebied - Menen PCB126 diox
40 30 20
10 0 1
2
Meetperiode
3
4
90 Natuurgebied - Lommel 80
PCB126 diox
70
pg.TEQ/m².dag
Agrarisch gebied - Lommel PCB126
60
diox 50 40 30 20 10 0 1
20 Meetresultaten dioxines en PCB126
2 Meetperiode
3
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
30 Industrieel gebied - Rumbeke PCB126
25
diox
pg.TEQ/m².dag
Agrarisch gebied - Izegem 20
PCB126 diox
15
10
5
0 1
2
3
4
5
6
Meetperiode
Figuur 9: Vergelijking tussen meetposten in industrieel gebied en agrarisch /woongebied
6.4 Trend dioxines en PCB’s in aandachtszones In een aantal regio’s, zogenaamde aandachtsgebieden, voert de VMM reeds jarenlang dioxine- en PCB-depositiemetingen uit. Deze komen in de volgende paragrafen verder aan bod.
6.4.1 Beerse De VMM volgt de dioxinedepositie al sinds 2002 op in Beerse. Deze meetpost staat in een woonzone palend aan een non-ferro bedrijf. Figuur 10 toont de jaargemiddelde dioxinedepositie op de meetpost 75BE01 in Beerse. Tot en met 2005 werden er 2 metingen op jaarbasis uitgevoerd. Vanaf 2006 werd de meetfrequentie opgedreven. Het jaarlijks aantal uitgevoerde metingen staat tussen haakjes.
150
max min gem
pg TEQ/m².dag
120
90
60
30
0 2002 (1)
2003
2004
2005
2006
(2)
(2)
(2)
(4)
2007 (5)
2008
2009
2010
(5)
(6)
(6)
Figuur 10: Jaargemiddelde dioxinedeposities op de meetpost in Beerse
Meetresultaten dioxines en PCB126 21
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011 In de periode 2002-2005 is er een stijgende trend. Vanaf 2006 liggen de jaargemiddelden rond 20 pg TEQ/m².dag. De depositie kan echter sterk variëren in de individuele maandstalen. De hoogst gemeten waarde werd gemeten in 2005 en bedraagt 139 pg TEQ/m².dag. In 2010 bedraagt de maximale dioxinedepositie 41 pg TEQ/m².dag, de laagste dioxinedepositie is 9,8 pg TEQ/m².dag. De PCB-waarden zijn laag op deze meetpost. Deze resultaten worden niet getoond. Uit de metingen in de regio Beerse kan besloten worden dat de dioxinedeposities een licht dalende trend vertonen. Toch wordt er in een beperkt gebied nabij het non-ferrobedrijf nog sporadisch hogere dioxinedeposities gemeten.
6.4.2 Olen In Olen was de dioxinedepositie in het verleden meermaals verhoogd. Sedert 2004 is de meetpost 75OL03 in gebruik, gesitueerd op 200 m ten N van het non-ferrobedrijf. De gemiddelde dioxinedepositie die in de periode 2004-2006 boven 20 pg TEQ/m².dag lag, zakte vanaf 2007 terug tot een jaargemiddelde dat schommelt rond 7 pg TEQ/m².dag. Ook de piekwaarden vallen terug. In 2010 is er weinig variatie in de maandelijkse dioxinewaarden. De PCB-waarden zijn laag en benaderen de detectiegrens.
45
max min gem
pg TEQ/m².dag
36
27
18
9
0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
(2)
(2)
(2)
(5)
(5)
(4)
2010 (4)
Figuur 11: Jaargemiddelde dioxinedeposities op de meetpost in Olen
6.4.3 Zelzate De VMM volgt sedert 1995 de dioxinedepositie op in de regio Zelzate. Gedurende de jaren werden er verschillende meetposten geplaatst in de wijde omgeving van het ferro-bedrijf. Momenteel zijn er 2 meetposten om de invloed van de ferro-industrie verder op te volgen. Er is een meetpost in een woonzone in Zelzate (75R750). Figuur 12 toont de resultaten van de meetpost dichter bij het bedrijf, in een natuurgebied in Wachtebeke (75WB04). Hieruit volgt dat de jaargemiddelden fluctueren en dat er gedurende deze periode geregeld piekwaarden voorkomen. In 2004 lag het jaargemiddelde het hoogst. In 2010 bedraagt het 8,6 pg TEQ/m².dag, op basis van 4 maandstalen die varieerden tussen 4,3 en 15 pg TEQ/m².dag. Ook hier zijn de PCB-concentraties laag.
22 Meetresultaten dioxines en PCB126
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
50 max min gem
pg TEQ/m².dag
40
30
20
10
0 2002 (13)
2003 (6)
2004 (6)
2005 (7)
2006 (6)
2007 (6)
2008 (6)
2009 (4)
2010 (4)
Figuur 12: Jaargemiddelde dioxinedeposities op de meetpost in Zelzate
6.4.4 Oostrozebeke – Wielsbeke
Figuur 13: Ligging meetposten regio Oostrozebeke - Wielsbeke In de regio Oostrozebeke-Wielsbeke zijn er verschillende spaanderplaatbedrijven gevestigd. De VMM heeft ten noordosten van de afzonderlijke bedrijven een depositiemeetpost geplaatst om de Meetresultaten dioxines en PCB126 23
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011 dioxineverontreiniging in deze regio op te volgen. In Oostrozebeke betreft het 1 meetpost 75OB01, in Wielsbeke betreft het 3 meetposten (75WE01, 75WE02, 75WE05) die allen in functie van een andere deelvestiging gelokaliseerd zijn. De dioxinedepositie is er dikwijls verhoogd. De depositie van PCB’s is laag. 140
max min
120
gem
pg TEQ/m².dag
100 80 60 40 20 0 2002 (2)
2003 (2)
2004 (2)
2005 (2)
2006 (2)
2007 (4)
2008 (6)
2009 (5)
2010 (7)
Figuur 14: Jaargemiddelde dioxinedeposities op de meetpost in Oostrozebeke In Oostrozebeke schommelt de gemiddelde dioxinedepositie sterk over de jaren. 2006 kende het hoogste jaargemiddelde. Ook de maximale maandwaarde van 125 pg TEQ/m².dag werd in dat jaar gemeten. Vanaf 2007 voerde VMM de meetfrequentie in Oostrozebeke op. De metingen uitgevoerd in 2008 toonden aan dat er geregeld dioxinepieken voorkwamen: in 3 van de 6 maandstalen lag de dioxinedepositie hoger dan 50 pg TEQ/m².dag. In 2010 liggen de dioxinewaarden beduidend lager. Het jaargemiddelde bedraagt 14 pg TEQ/m².dag met 30 pg TEQ/m².dag als maximum van de 7 maandstalen. In 2010 zijn er in Wielsbeke 3 meetposten in gebruik in functie van andere spaanplaatbedrijven: WE01 vanaf 2002; WE02 vanaf 2003; WE05 vanaf 2008. Om de trend over de jaren heen in de Wielsbeke te visualiseren, werd er een virtueel jaargemiddelde berekend. Per jaar werd de gemiddelde depositie berekend van alle beschikbare dioxineresultaten. Het virtueel gemiddelde is vooral hoog in 2005 en 2006. Ook in Oostrozebeke werd er in 2006 een piekwaarde opgetekend. Het is niet uitgesloten dat eenzelfde bron verantwoordelijk was voor deze dioxineverontreiniging. De resultaten van de individuele meetposten volgen een verschillende trend, wat betekent dat er verschillende bronnen in deze regio werkzaam zijn. De dioxinedeposities dalen sinds 2007. In 2010 ligt het jaargemiddelde bij de meetposten in Wielsbeke tussen 4,4 en 11 pg TEQ/m².dag met maximumwaarden tussen 9,8 en 21 pg TEQ/m².dag.
24 Meetresultaten dioxines en PCB126
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
75 max min
pg TEQ/m².dag
gem 50
25
0 2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
(2)
(2+2)
(2+2)
(2+2)
(2+2)
(2+2)
(2+2+1)
(3+3+4)
(6+6+6)
Figuur 15: Jaargemiddelde dioxinedeposities op de virtuele meetpost in Wielsbeke (WE01+WE02+ WE05) In deze regio bezit de VMM nog 2 andere meetposten nl. nabij Desselgem (WE04) en in het nabijgelegen Waregem (WD01). Deze laatste meetpost is pas in 2010 opgestart en wordt niet getoond in figuur 16. WE04 kende in het verleden ook hoge dioxinewaarden. In 2010 zijn er minder piekwaarden en bedraagt het jaargemiddelde over 5 metingen 19 pg TEQ/m².dag. Op de meetpost WD01, die in noordoostelijke richting van WE04 ligt, zijn de dioxinewaarden veel lager. 125 max min gem
pg TEQ/m².dag
100
75
50
25
0 2004 (2)
2005 (2)
2006 (4)
2007 (5)
2008 (6)
2009 (5)
2010 (5)
Figuur 16: Jaargemiddelde dioxinedeposities op de meetpost nabij Desselgem
Meetresultaten dioxines en PCB126 25
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
6.4.5 Stabroek In Stabroek is er een meetpost ten noordoosten van het Antwerpse Havengebied (75R833). In 2007 werd er in vee van deze regio, een dioxine- en PCB-besmetting vastgesteld. Daarom startte de VMM met het uitvoeren van maandelijkse metingen in Stabroek. Dit gebeurde omwille van de dioxine- en PCB-besmetting vastgesteld in vee in deze regio. Door de lage dioxinewaarden in 2008, besloot de VMM de meetfrequentie vanaf 2009 te halveren: voortaan werd er om de 2 maand een maandstaal gecollecteerd. In 2010 zakt de dioxinedepositie verder terug. Het jaargemiddelde voor dioxines bedraagt 3,7 pg TEQ/m².dag met als maximale maandwaarde 4,2 pg TEQ/m².dag. De PCB-waarden benaderen de detectiegrens.
6.4.6 Rumbeke – Izegem In de regio Rumbeke-Izegem zijn er 2 meetposten. De meetpost in Rumbeke 75RL05 ligt in industriegebied. De meetpost in Izegem 75IZ02 werd in 2008 opgestart en ligt nabij een agrarisch gebied op 200 meter ten NO van 75RL05. Voor deze regio werd het virtueel gemiddelde berekend. Alhoewel de drop in 2008 deels te wijten is aan de toevoeging van IZ02 met beduidend lagere dioxinedeposities, geven de maxiumumwaarden aan dat de piekwaarden de laatste jaren sterk afgevlakt zijn. In 2010 bedraagt de gemiddelde dioxinedepositie in deze regio 10 pg TEQ/m².dag. De individuele maandwaarden variëren tussen 7,1 en 22 pg TEQ/m².dag. 60
max min
pg TEQ/m².dag
50
gem
40
30
20
10
0 2005 (2)
2006 (2)
2007 (2)
2008 (3+1)
2009 (4+4)
2010 (6+6)
Figuur 17: Jaargemiddelde dioxinedeposities op de virtuele meetpost in Rumbeke (RL05+IZ02)
6.4.7 Deposities van dioxines schrootverwerkende bedrijven
en
PCB126
in
de
omgeving
van
De VMM voert meerdere depositiemetingen uit in de buurt van bedrijven die metaalhoudend schroot verwerken, vooral met het oog op mogelijke PCB-verontreiniging. Er zijn meetposten nabij 8 bedrijven die metaalschroot vermalen, de zogenaamde shredderbedrijven in: Menen; Gent; Genk; Willebroek; Kallo; Geel; Gistel; Lommel.
26 Meetresultaten dioxines en PCB126
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
Tevens zijn er 2 meetposten nabij 2 schrootverwerkende bedrijven zonder shredderinstallatie in Deerlijk; Schelle. Het merendeel van de meetposten ligt in industriegebied. Een bijkomende meetpost ligt in nabijgelegen agrarisch gebieden of woonzones. Enkel in Kallo, Gent en Schelle is dit niet het geval: daar ligt het agrarisch gebied of de woonzone te ver om enige invloed van het metaalverwerkend bedrijf te ondervinden. In 2010 varieert de meetfrequentie per meetpost van 3 tot 6 metingen op jaarbasis. A 40 Dioxines 2003 2004 2005 2006 2007
30
2008 2009
pg TEQ/m².dag
2010
20
10
0 Menen-I
B
Genk-I
(137)
120
Gent-I
Laakdal-I
Kallo-I
Gistel-I
Schelle-I
Lommel-N
Menen-W
Willebroek-W
Deerlijk-A
(223)
PCB126 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
pg TEQ/m².dag
80
40
0 Menen-I
Genk-I
Gent-I
Laakdal-I
Kallo-I
Gistel-I
Schelle-I
Lommel-N
Menen-W
Willebroek-W
Deerlijk-A
Figuur 18: Jaargemiddelde deposities van dioxines (A) en PCB126 (B) nabij schrootverwerkende bedrijven (locatie meetposten: I= industrieel, N=natuurgebied, W= woonzone, A: agrarisch)
Meetresultaten dioxines en PCB126 27
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011 Figuur 18 toont de dioxinewaarden van meetposten nabij schrootverwerkende bedrijven. Enkel de resultaten van de meetposten die de VMM al enige jaren opvolgt, zijn opgenomen. Hieruit volgt dat voor de dioxinedepositie geen algemene trend valt af te leiden: op de meetposten in Genk, Gent, Kallo en Lommel ligt het jaargemiddelde in 2010 hoger dan de voorgaande jaren; in Menen, Gistel, Willebroek en Deerlijk is er sprake van een dalende trend over de jaren heen; in Laakdal en Schelle blijven de waarden stabiel. Nabij deze sector stellen we evenwel opnieuw de verontreiniging door PCB’s vast: op nagenoeg alle meetposten in de onmiddellijke nabijehid van een schrootverwerkend bedrijf zijn de PCB-waarden hoog. Over de jaren heen tekent er zich geen duidelijke trend af: het ene jaar zakt de jaargemiddelde PCB-depositie sterk terug om het volgende jaar weer op te klimmen. De meetposten in functie van de schrootverwerkende bedrijven staan meestal in industriegebied. Eerder onderzoek toonde aan dat de verontreiniging meestal beperkt blijft tot enkele honderden meters rond het bedrijf. De impact is dus het grootst als er een woonzone of agrarisch gebied paalt aan het schrootverwerkend bedrijf. Dit is het geval in Deerlijk, Genk, Menen en Willebroek waar de jaargemiddelde drempelwaarde in 2010 overschreden wordt (hoofdstuk 5).
28 Meetresultaten dioxines en PCB126
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
7
Besluit
In de periode april 2010 – maart 2011 heeft de VMM 101 depositiestalen verzameld op 33 meetposten verspreid over Vlaanderen. In de stalen wordt de concentratie aan dioxines en PCB126 bepaald. De resultaten van meetposten in agrarische gebieden of woonzones -van in totaal 21 meetpostenworden getoetst aan de drempelwaarde die de VMM gebruikt voor de beoordeling van de meetwaarden. Hieruit volgt dat in een zesde van de stalen de maandgemiddelde depositie te hoog is. Het gaat om stalen van 6 meetposten. De jaargemiddelde depositie is te hoog op 10 meetposten. In een aantal regio’s met een gekend dioxineprobleem verloopt de trend gunstig. Dit is het geval in Beerse, Olen en Zelzate. Ook in de regio Oostrozebeke-Wielsbeke-Desselgem zijn de dioxineniveaus afgenomen. Toch komen er occasioneel nog hogere waarden voor die wijzen op het bestaan van verschillende bronnen. Nabij schrootverwerkende bedrijven is er geen sprake van een algemene dalende of stijgende trend. De PCB-waarden zijn hoger dan de dioxinewaarden. De depositie is te hoog in woonzones of agrarische gebieden die grenzen aan de schrootverwerkende bedrijven.
Besluit 29
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
BIJLAGEN
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
Bijlage 1: Tabellen dioxines en PCB126 Tabel 1: Overzicht ligging meetposten Meetpost Deelgemeente
Straat Lambertcoördinaten
Code Vlaamse gewest 75AT14 Merksem 75BE01 Beerse 75BV04 Kallo
Potentiële bronnen
X
Y
CLW - Slachthuislaan Absheide Land Van Waaslaan Haven 1204 St.-Elooistraat 2
154473 181584 141709
213597 223897 217269
Stedelijke omgeving Metallochimique, steenbakkerijen Schrootverwerkend bedrijf BST
78910
170126
229264
181398
229256
182209
Schrootverwerkend bedrijf Cassier Recycling (zonder shredder) Schrootverwerkend bedrijf Stelimet, Ugine&Arcelor-Mittal Schrootverwerkend bedrijf Stelimet, Ugine&Arcelor-Mittal Schrootverwerkende bedrijven Retra en Van Heyghen, Envisan slib droging, grondbehandeling Schrootverwerkend bedrijf Motormet Schrootverwerkend bedrijf Motormet Verbrandingsinstallatie Desotec Schrootverwerkend bedrijf Van Dalen Schrootverwerkend bedrijf Van Hees Schrootverwerkend bedrijf Van Hees Schrootverwerkend bedrijf Van Dalen Noord-Frankrijk, Galloo Schrootverwerkend bedrijf Galloo Schrootverwerkend bedrijf Galloo Achtergrond
75DE01
Deerlijk
75GK18
Genk
75GK29
Genk
Swinnenwijerweg (Aquafarm) Loskaaistraat 9
75GN18
Gent
Scheepzatestraat 50
105936
198679
75GS02 75GS04 75IZ02 75LD03
Gistel Gistel Izegem Laakdal
Konijnenboslaan 21 Oostendsebaan 75 Noordkaai Eindhoutseheide 2
50502 50662 66055 195290
205428 205553 181254 200661
75LM02 75LM04 75MH01
Lommel Lommel Meerhout
Katoenstraat 5 J.R. Vlegelstraat Eindhoutsebaan 102
210209 210886 196577
211208 211730 200988
75MN01 75MN08 75MN13 75MO10
Menen Menen Menen Mol
Weide Wervikstraat Wervikstraat 221 Binnenhof 33 SCK - Hoeve
61230 60939 61331 199677
165583 165162 165983 211974
2 Bijlage 1: Tabellen en figuur dioxines en PCB126
Afstand meetpost- Gebiedsbestemming bedrijfsgrens meetpost
80 m NO 20 m NO
stedelijk stedelijk industrieel
20 m NO
agrarisch
30 m ZW van Stelimet
industrieel
630 m NO van Stelimet (woonzone) 90 m O van Retra
stedelijk industrieel
30 m NO 230 m NO 210 m NO 160 m (N)W
industrieel stedelijk agrarisch industrieel
70 m W 590 m NO 870 m NO
natuur agrarisch agrarisch
380 m NO 40 m W 760 m NO
stedelijk industrieel stedelijk natuur
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011 75N029 75OB01 75OL03 75R750
24655 75367 186649 111860
191071 179078 208825 209690
Industrieel complex Duinkerke Spaanderplaatbedrijf Spano Umicore, IOK stort Arcelor-Mittal, kanaalzone
500 m O t.o.v. grens 520 m NO 390 m N 1080 m NW
agrarisch stedelijk agrarisch stedelijk
149525
224199
1440 m NO
agrarisch
65895
181177
Verbranding gevaarlijk afval INDAVER Verbrandingsinstallatie Desotec
30 m NO
industrieel
149989
200798
80 m N
industrieel
112766 80684 79169 78646
208261 177073 180169 178668
260 m (N)O 670 m (N)O 400 m NO 570 m NO
natuur agrarisch agrarisch agrarisch
79513
177171
390 m N-NW
industrieel
75WE05
Gebr. Naudtslaan 1 Leiegoeddreef 15 Bossenstraat 21 Ridder De Ghellinckstraat 49 Wielsbeke Zijstraat Ooigemstraat - Containerpark Wielsbeke 13de Liniestraat
Schrootverwerkend bedrijf Vermatel (zonder shredder) Arcelor-Mittal Ursa Pfleiderer Spaanderplaatbedrijf Unilin Bospan Spaanderplaatbedrijf Unilin Wielsbeke Ursa Pfleider
80434
177581
240 m NO
agrarisch
75WL06 75WR01
Willebroek Boomsesteenweg 143 Wervik Pontstraat 1
149438 58623
195820 163914
40 m W 260 m N t.o.v. grens
stedelijk agrarisch
75R833 75RL05 75SL01 75WB04 75WD01 75WE01 75WE02 75WE04
Houtem Oostrozebeke Olen Zelzate
Westmoerstraat Hulstestraat Poesdijk 7 Burg. Jos Chalmetlaan Stabroek Laageind 19, Prov. Tuinbouwschool Rumbeke Vangrail A17 t.o. Regenbeekstraat Schelle Molenberglei 4
Zelzate Waregem Wielsbeke Wielsbeke
Spaanderplaatbedrijf Unilin Decor Schrootverwerkend bedrijf BST Noord-Frankrijk
Bijlage 1: Tabellen en figuur dioxines en PCB126 3
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
Figuur 1: Overzicht ligging meetposten
4 Bijlage 1: Tabellen en figuur dioxines en PCB126
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
Tabel 2: Depositiecampagnes van april 2010 tot en met maart 2011 Meetpost
Deelgemeente
Straat
Campagnes
75AT14 75BE01 75BV04 75DE01 75GK18 75GK29 75GN18 75GS02 75GS04 75IZ02 75LD03 75LM02 75LM04 75MH01 75MN01 75MN08 75MN13 75MO10 75N029 75OB01 75OL03 75R750 75R833 75RL05 75SL01 75WB04 75WD01 75WE01 75WE02 75WE04 75WE05 75WL06 75WR01
Merksem Beerse Kallo Deerlijk Genk Genk Gent Gistel Gistel Izegem Laakdal Lommel Lommel Meerhout Menen Menen Menen Mol Houtem Oostrozebeke Olen Zelzate Stabroek Rumbeke Schelle Zelzate Waregem Wielsbeke Wielsbeke Wielsbeke Wielsbeke Willebroek Wervik
CLW – Slachthuislaan Absheide Land van Waaslaan – Haven 1204 St.-Elooistraat 2 Swinnenwijerweg (bij Aquafarm) Loskaaistraat 9 Scheepzatestraat 50 Konijnenboslaan 21 Oostendse Baan 75 Noordkaai Eindhoutseheide 2 Katoenstraat 5 J.en R. Vlegelsstraat Eindhoutsebaan 102 Weide Wervikstraat Wervikstraat 221 Binnenhof 33 SCK Hoeve Westmoerstraat Hulstestraat Poesdijk 7 Burg. Jos Chalmetlaan Laageind, Provinciale Tuinbouwschool Vangrail A17 tegenover Regenbeekstraat Molenberglei 4 Gebr. Naudtslaan 1 Leiegoeddreef 15 Bossenstraat 21 Ridder de Ghellinckstraat 49 Zijstraat Van Ooigemstraat (containerpark) 13de Liniestraat Boomsesteenweg 143 Pontstraat 1
1
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
2
3
X
4
X X
X X X X X X X
X X X X X X X X X X X
X X X
X X
X
X X X X
X
X X X X
X X
X X X
X X
X X
5
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
6
7
X
8
X X
X X X X X X X
X X X X X X X X X X X
X X X
X X X
X
X X X X
X
X X X
X X
X X X
X X
Campagne 1: april 2010 – mei 2010 Campagne 2: juni 2010 – juli 2010 Campagne 3: juli 2010 – augustus 2010 Campagne 4: augustus 2010 – september 2010 Campagne 5: oktober 2010 – november 2010 Campagne 6: december 2010 – januari 2011 Campagne 7: januari 2011 – februari 2011 Campagne 8: februari 2011 – maart 2011
Bijlage 1: Tabellen en figuur dioxines en PCB126 5
X X
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
Tabel 3: Toetsing van depositie van dioxines + DL-PCB in agrarisch of woongebied aan maandgemiddelde drempelwaarde Code Deelgemeente 04-05/10 Meetposten in woonzones 75AT14 Merksem 8,3 75BE01 Beerse 12,0 75GK29 Genk 11,3 75GS04 Gistel 9,1 75MN01 Menen 17,7 75MN13 Menen 11,8 75OB01 Oostrozebeke 38,9 75R750 Zelzate 4,6 75WL06 Willebroek 22,2 Meetposten in agrarische gebieden 75DE01 Deerlijk 49,8 75IZ02 Izegem 10,6 75LM04 Lommel 4,3 75MH01 Meerhout 7,8 75N029 Veurne 3,2 75OL03 Olen 7,1 75R833 Stabroek 5,0 75WD01 Waregem 4,0 75WE01 Wielsbeke 5,5 75WE02 Wielsbeke 31,7 75WE05 Wielsbeke 6,7 75WR01 Wervik 4,6
06-07/10
07-08/10
29,7 13,7 11,2 22,2 13,7 12,1
08-09/10
58,1 11,4 8,0 8,7 5,2 13,6 10,2
21,1
22,1
36,2 17,9
73,6 4,2 3,5 9,4 7,9 5,7 13,2
3,7 24,1 4,9
3,4 16,8 5,4
DL -PCB = som van dioxineachtige PCB's : maandgemiddelde depositie ≤ drempelwaarde van 21 pg TEQ/m².dag = geen verhoogde waarde : maandgemiddelde depositie > drempelwaarde van 21 pg TEQ/m².dag = verhoogde waarde
6 Bijlage 1: Tabellen en figuur dioxines en PCB126
10-11/10 8,0 16,4 15,9 6,4 19,1 7,4 18,0 9,0 37,1 143,3 4,3 3,8 7,5 11,7 8,9 7,2 5,1 7,2 9,2 12,7 3,2
12/10-01/11
01-02/11
10,8 7,6 1,9 2,6 1,7 11,7
02-03/11
13,8 3,5 3,5 13,2 8,5 14,2 2,1
4,7
37,8
4,1 3,6
51,5 2,6 1,5 3,9 2,6 2,4
4,6 14,6 3,7
8,6 16,6 5,4
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
Tabel 4: Toetsing van depositie van dioxines + DL-PCB in agrarisch of woongebied aan jaargemiddelde drempelwaarde Code Deelgemeente 2010 Meetposten in woonzones 75AT14 Merksem 8,2 75BE01 Beerse 23 75GK29 Genk 11 75GS04 Gistel 7,5 75MN01 Menen 14 75MN13 Menen 8,0 75OB01 Oostrozebeke 19 75R750 Zelzate 7,9 75WL06 Willebroek 21 Meetposten in agrarische gebieden 75DE01 Deerlijk 53 75IZ02 Izegem 8,4 75LM04 Lommel 3,9 75MH01 Meerhout 8,2 75N029 Houtem 7,5 75OL03 Olen 8,6 75R833 Stabroek 5,8 75WD01 Waregem 7,4 75WE01 Wielsbeke 7,2 75WE02 Wielsbeke 17 75WE05 Wielsbeke 6,3 75WR01 Wervik 3,9 : jaargemiddelde depositie ≤ drempelwaarde van 8,2 pg TEQ/m².dag = geen verhoogde waarde : jaargemiddelde depositie > drempelwaarde van 8,2 pg TEQ/m².dag = verhoogde waarde
Bijlage 1: Tabellen en figuur dioxines en PCB126 7
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
Tabel 5: Depositie van dioxines en PCB126 op meetposten in het Vlaamse Gewest in de periode april 2010 – maart 2011 Deelgemeente
04-05/10 diox PCB126
Meetposten in woonzones 75AT14 Merksem 3,9 75BE01 Beerse 9,7 75GK29 Genk 4,4 75GS04 Gistel 3,1 75MN01 Menen 5,0 75MN13 Menen 4,2 75OB01 Oostrozebeke 31 75R750 Zelzate 3,5 75WL06 Willebroek 6,5 Meetposten in agrarische gebieden 75DE01 Deerlijk 9,8 75IZ02 Izegem 6,9 75LM04 Lommel 2,4 75MH01 Meerhout 3,8 75N029 Veurne 2,3 75OL03 Olen 5,8 75R833 Stabroek 3,6 75WD01 Waregem 2,6 75WE01 Wielsbeke 4,2 75WE02 Wielsbeke 21 75WE05 Wielsbeke 3,8 75WR01 Wervik 3,2 Metingen in industriegebieden 75BV04 Kallo 28 75GK18 Genk 47 75GN18 Gent 28 75GS02 Gistel 4,5 75LD03 Laakdal 9,0 75MN08 Menen 14 75RL05 Rumbeke 10 75SL01 Schelle 4,4 75WE04 Wielsbeke 26 Metingen in natuurgebieden 75LM02 Lommel 44 75MO10 Mol 2,4 75WB04 Zelzate 4,3
3,1 1,6 4,8 4,2 8,9 5,3 5,5 0,8 11 28 2,6 1,3 2,8 0,6 0,9 1,0 1,0 0,9 7,5 2,0 1,0 124 188 105 16 8,0 41 2,6 11 8,9
06-07/10 diox PCB126
25 2,1 3,1 2,2 2,7 7,0
3,3 8,1 5,7 14 7,7 3,6
4,0 4,8 5,6
07-08/10 diox PCB126
41 5,7 2,0 2,6 2,1 8,5
12 4,0 4,2 4,3 2,2 3,6
12
6,4
11
22 8,6
15 2,5
41 1,2
6,5
2,3 14 2,8
1,0 7,1 1,5
38 30 6,0
648 154 15
16 7,1
43 3,7
1,2 2,9
6,0 2,8 8,1
1,3 2,0 3,6
2,8
8 Bijlage 1: Tabellen en figuur dioxines en PCB126
2,6
1,8 5,3
31
41 0,8 0,6
08-09/10 diox PCB126
1,8 9,7 3,0
1,1 5,0 1,7
11 40 3,2
114 327 13
190
13 12
1,8 1,7
5,2 0,8
6,5
21
6,9
1,5
2,9
10-11/10 diox PCB126 5,1 12 4,2 4,0 4,8 3,7 13 6,9 20
2,0 3,1 8,2 1,7 10 2,6 3,5 1,5 12
19 3,4 2,5 5,1 7,4 7,0 4,2 4,2 5,5 6,2 9,8 2,6
87 0,6 0,9 1,7 3,0 1,3 2,1 0,6 1,2 2,1 2,0 0,4
13 50 32 2,1 3,1 19 11 8,5 19
33 345 77 4,1 2,6 44 2,6 4,6 3,7
24 1,1 8,0
28 0,3 2,1
12/10-01/11 diox PCB126
9,8 6,9 1,5 1,9 1,3 10
0,7 0,5 0,3 0,5 0,3 1,2
3,7 2,4 2,9
01-02/11 diox PCB126
02-03/11 diox PCB126
9,7 2,1 2,4 3,1 4,5 11
2,9 1,0 0,8 7,1 2,8 2,2
0,7
15
16
1,2 0,5
18 2,0
24 0,4
6,9 13 4,0
1,2 2,9 1,0
30 29 2,3
110 58 1,3
13 19
51 5,2
1,7
4,0 12 3,1
0,4 1,8 0,4
7,5 6,0 1,4
4,5 5,5 0,4
2,3 23
2,3 3,0
0,3
1,4 3,2
0,1 0,5
2,2 1,7
0,3 0,5
3,2
1,2
4,9
0,3
28 2,8
1,7 0,6
2,2
1,9
2,3
0,3
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
Bijlage 2: Windrozen campagnes april 2010 – maart 2011 In de volgende figuren worden de windrozen van de meetcampagne april 2010 – maart 2011 afgebeeld. Aangezien de meteo niet ter plekke wordt gemeten, gebruiken we de gegevens van de dichtstbijzijnde VMM-meetpost. Elke windroos is in 36 segmenten onderverdeeld, dus per 10° windrichting. Voor alle meetposten werd het aantal halfuursgemiddelden op een totaal van 1000 (=promille) per segment uitgezet. De windrichting werd voor alle meetposten gemeten op 30 meter hoogte. Windroos Antwerpen (Meteo 42M802) campagne 1 75BE01, 75GK18, 75GK29, 75OL03, 75LM02, 75LM04, 75LD03, 75MH01 en 75MO10
campagne 2 75BE01, 75GK18 en 75GK29
campagne 3 75OL03, 75LM02, 75LM04, 75LD03 en 75MH01
campagne 4 75BE01, 75GK18 en 75GK29
campagne 5 75BE01, 75GK18, 75GK29, 75OL03, 75LM02, 75LM04, 75LD03, 75MH01 en 75MO10
campagne 6 75BE01, 75GK18 en 75GK29
Bijlage 2: Windrozen campagnes april 2010 – maart 2011 9
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
campagne 7 75OL03, 75LM02, 75LM04, 75LD03 en 75MH01
campagne 8 75BE01, 75GK18 en 75GK29
campagne 1 75SL01, 75BV04, 75R833, 75AT14 en 75WL06
campagne 2 75WL06
campagne 3 75SL01, 75BV04 en 75R833
campagne 4 75WL06
campagne 5 75BV04 en 75R833
10 Bijlage 2: Windrozen campagnes april 2010 – maart 2011
campagne 5 75SL01, 75AT14 en 75WL06
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
campagne 6 75WL06
campagne 7 75SL01, 75BV04 en 75R833
campagne 8 75WL06
Windroos Ertvelde (Meteo 42M701) campagne 1 75GN18, 75R750 en 75WB04
campagne 2 75GN18
campagne 3 75R750 en 75WB04
campagne 4 75GN18
Bijlage 2: Windrozen campagnes april 2010 – maart 2011 11
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
campagne 5 75GN18, 75R750 en 75WB04
campagne 6 75GN18
campagne 7 75R750 en 75WB04
campagne 8 75GN18
Windroos Houtem (Meteo N029) campagne 1 75N029, 75GS02 en 75GS04
campagne 4 75GS02 en 75GS04
12 Bijlage 2: Windrozen campagnes april 2010 – maart 2011
campagne 2 75GS02 en 75GS04
campagne 5 75N029, 75GS02 en 75GS04
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
campagne 6 75GS02 en 75GS04
Windroos Roeselare (meteo 42M705) campagne 1 75WE01, 75WE02, 75WE05, 75DE01, 75WE04, 75WD01, 75RL05, 75IZ02 en 75OB01
campagne 3 75WE04 en 75WD01
campagne 8 75GS02 en 75GS04
campagne 2 75WE01, 75WE02, 75WE05, 75DE01, 75RL05, 75IZ02 en 75OB01
campagne 4 75RL05 en 75IZ02
Bijlage 2: Windrozen campagnes april 2010 – maart 2011 13
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
campagne 4 75WE01, 75WE02, 75WE05, 75DE01 en 75OB01
campagne 5 75WE01, 75WE02, 75WE05, 75DE01, 75WE04, 75WD01, 75RL05, 75IZ02 en 75OB01
campagne 6 75WE01, 75WE02, 75WE05, 75DE01, 75RL05, 75IZ02 en 75OB01
campagne 7 75WE04 en 75WD01
campagne 8 75WE01, 75WE02, 75WE05, 75DE01, 75RL05, 75IZ02 en 75OB01
campagne 1 75MN01, 75MN08, 75MN13 en 75WR01
14 Bijlage 2: Windrozen campagnes april 2010 – maart 2011
Dioxine- en PCB126-depositiemetingen in Vlaanderen in de periode april 2010 – maart 2011
campagne 2 75MN01, 75MN08 en 75MN13
campagne 4 75MN01, 75MN08 en 75MN13
campagne 5 75MN01, 75MN08, 75MN13 en 75WR01
campagne 6 75MN01, 75MN08 en 75MN13
campagne 8 75MN01, 75MN08 en 75MN13
Bijlage 2: Windrozen campagnes april 2010 – maart 2011 15