Juni 2011
Jaargang 3, nummer 2
Magazine voor de zakelijke relaties van Laurens
mer themanum
hte klantgeric s innovatie
Triage-instrument stroomlijnt revalidatietraject ZZP opent gesprek met klant Nieuwe leerhuizen: innovatieve kennisbolwerken Marlies Veldhuijzen van Zanten
‘Samen werken aan klantgerichte innovaties’
Inhoud 4
De toekomstige schaarste op de arbeidsmarkt en de toenemende en veranderende zorgvraag betekenen een toenemende vraag naar innovaties, aldus staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten. Hoe stimuleert de overheid dergelijke innovaties?
7
4
Sneller revalideren op de juiste plek. Het nieuwe triage-instrument voor revalidatiezorg, dat Laurens samen met onder meer het IJsselland Ziekenhuis ontwikkelde, maakt het mogelijk.
10
De toenemende vraag naar zorg verlangt een nieuwe inrichting van het zorgsysteem waarbij de klant zelfredzaam is. De inzet van technologie is daarbij een onmisbare schakel.
18
In de nieuwe leerhuizen dementie en niet-aangeboren hersenaandoening wordt kennis ontwikkeld, gebundeld en gedeeld. Het doel: de zorg voor bijzon-
7
dere doelgroepen naar een hoger niveau tillen.
20
Door de invoering van zorgzwaartepaketten krijgen
18
10
bewoners elk een eigen zorgarrangement. Laurens gebruikte de financiële maatregel als aanleiding om het gesprek met haar bewoners aan te gaan.
En verder
6 Vertrek Marcel van Woensel 13 Hoe wilt u straks wonen? 16 In verbinding 21 Op de korrel 22 Nieuws 24 Laurens & Hans van der Stap Klantgerichte innovaties? We kiezen voor het perspectief van de klant omdat we van daaruit een vollediger zorgaanbod kunnen ontwikkelen. Het diabetesstation (pagina 22) waarmee klanten zelf hun controles kunnen uitvoeren is bijvoorbeeld vanuit de klantvraag ontwikkeld. Interessant in het interview met onze staatssecretaris (pagina 4) is de link tussen babyboomeren hoger opgeleide klanten (de ‘nieuwe klanten’) en het meedenken over oplossingen. Wij zouden daar meer gebruik van moeten maken. Bijvoorbeeld via focusgroepen waar we samen met de klant gaan verkennen en innoveren. Op pagina 7 lees u over de geriatrische revali-
datie en het triage-instrument. Een verademing. Niet meer via een vragenlijstje en een zorgverzekeraar inschatten wat er voor zorg nodig is maar de professional een instrument geven waarmee hij/zij de juiste zorg kan regelen voor de klant op de juiste plaats. In hetzelfde artikel: eindelijk komt er een revalidatiehotel op de Zuidoever van Rotterdam. Een dik dossier met een lange looptijd. Maar nu werken de architecten aan een voorlopig schetsontwerp en wij aan een zorgconcept. Een concept gebaseerd op goede huisvesting en goede zorg in een hotelambiance. Daar wordt een mens echt beter van!
Hans Stravers, directeur Innovatie & Ontwikkeling 2
Laurens
Laurens magazine is een uitgave van zorgorganisatie Laurens. Dit relatiemagazine verschijnt twee keer per jaar en wordt verspreid onder de zakelijke relaties van Laurens. Laurens is de grootste aanbieder van wonen, diensten en zorg voor ouderen in Rotterdam en omstreken. Een sterke, professionele zorgorganisatie met een kleinschalige aanpak, dicht bij mensen in de buurt waar zij wonen. We bieden zorg en dienstverlening die met onze klanten meegroeit, in iedere levensfase. Om optimale ketenzorg te kunnen garanderen, werken wij nauw samen met professionele zorgverleners, ziekenhuizen, welzijnsorganisaties, maatschappelijk werk, woningcorporaties en projectontwikkelaars in de regio. Wat Laurens uniek maakt thuis en in onze locaties is de zeer complexe specialistische zorg in samenwerking met onze ketenpartners. Adviesraad Marleen Goumans Bert van der Lende Erik Strating Hans Stravers Miranda Velazquez Caroline Wuite Samenstelling en redactionele productie De Nieuwe Lijn Bladcoördinatie Trudy van Dijk Vormgeving IJzersterk, Onne Schuilenburg Fotografie ANP, Corbis, Louis Haagman, Michelle Muus, Drukwerk Drukkerij Damen Uitgever Laurens Concernafdeling Marketing & Communicatie Groene Tuin 1 3078 KA Rotterdam T: 010 479 86 98 E:
[email protected] W: www.laurens.nl
Voorwoord
Klantgerichte innovatie Customer intimacy vormt de basis van onze organisatiestrategie en geeft richting aan ons langetermijnbeleid. Een moeilijk woord met een simpele betekenis: bij alles wat wij doen richten wij ons naar de wensen en behoeften van onze klanten. Dus ook bij innovatie. Al onze innovatie is in essentie klantgericht: de dienstverlening aan onze klanten moet er beter van worden. Onze focus ligt daarbij op de complexe zorg voor kwetsbare ouderen. Wij ontwikkelen zorgproducten voor deze ouderen op het gebied van psychogeriatrische zorg, geriatrische revalidatie, palliatieve zorg en – op de langere termijn – gerontopsychiatrie en de zorg voor mensen met nietaangeboren hersenletsel. Vanuit onze strategie sturen we systematisch op innovatie. De concerndienst Innovatie & Ontwikkeling ontwikkelt nieuwe concepten en toetst deze in de praktijk; daar waar de klant en de medewerker elkaar ontmoeten. Zorg gebeurt immers in de relatie (de intimacy) tussen medewerker en klant. Daar moet de meerwaarde van een innovatie voelbaar zijn. We richten leerhuizen op rondom specifieke deskundigheid die we in huis hebben ontwikkeld. Bijvoorbeeld rondom palliatieve zorg, niet-aangeboren hersenaandoeningen en dementie. In deze innovatieve bolwerken gaan onderwijs en praktijkonderzoek hand in hand. Experts vanuit Laurens werken samen met universiteiten, hogescholen, ziekenhuizen en academische centra om kennis en ervaring systematisch verder te ontwikkelen en door te geven. We bieden ook ruimte aan initiatieven die vanuit de praktijk ontstaan. Jaarlijks gaat een half procent (circa 1 miljoen euro) van onze totale omzet naar projectvoorstellen die vanuit de praktijk ontwikkeld zijn. Zo hebben we vorig jaar onder meer geïnvesteerd in het ontwikkelen van de nieuwe leerhuizen en onderzoek naar palliatieve zorg in de thuissituatie. Ook hebben we geïnvesteerd in nieuwe voorlichtingsconcepten over dementie voor allochtone doelgroepen. We verwachten in 2012 boven deze halve procent een groot deel van ons positieve bedrijfsresultaat te kunnen herinvesteren in duurzame innovaties op het gebied van zorg- en dienstverlening. Deze investering is mogelijk zodra er ruimte gecreëerd is boven het benodigde solvabiliteitsplafond van 17%, welke wij aanhouden om een eventuele periode van zwaar weer te kunnen weerstaan. We zouden niet succesvol kunnen innoveren zonder de kritische en inspirerende samenwerking met vele partijen. Samen kunnen we een zorgketen realiseren waar de klant écht beter van wordt. Ik nodig u van harte uit hier met ons over het gesprek aan te gaan. Mail naar
[email protected] of bel 010 870 00 10.
Copyright: Niets in deze uitgave mag, op welke wijze dan ook, worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. De redactie kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele druk- of zetfouten.
Ids Thepass, voorzitter Raad van Bestuur Laurens
[email protected]
Laurens
3
‘De toekomstige schaarste op de arbeidsmarkt en de toenemende en veranderende zorgvraag betekenen een toenemende vraag naar innovaties,’ aldus staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De voormalige specialist ouderengeneeskunde vertelt aan Laurens wat de overheid doet om de ontwikkeling van dergelijke klantgerichte innovaties te stimuleren en wat zij van zorgorganisaties en ouderen zelf verwacht.
‘Laten we het slimmer en klantgerichter gaan doen’ U werkte voorheen als specialist ouderengeneeskunde? Hoe is het om aan de ‘andere’ kant te staan? ‘Natuurlijk was het in het begin even wennen aan mijn rol als staatssecretaris; vooral aan alle regels en procedures in de Tweede Kamer. Maar ik merk dat ik mijn eigen ambities in mijn werk als staatssecretaris kwijt kan. Wat voor mij belangrijk is, is om een brug te slaan tussen praktijk en beleid. Ik wil de dingen die ik belangrijk en waardevol vind in de zorg –zoals goede zorg in de wijk en ondersteuning voor zorgverle-
4
Laurens
ners – overbrengen aan de beleidsmakers in Den Haag én omgekeerd. Verder heb ik mij tot doel gesteld dat mensen in het land vertrouwen krijgen in de overheid en dat de overheid laat zien dat zij vertrouwen heeft in mensen in de zorg, en in burgers in het algemeen.’ Welke innovaties zijn nodig als het gaat om de ouderenzorg en waarom? ‘Het karakter van de gezondheidszorg verandert. Dankzij de medische vooruitgang worden veel ongeneeslijke ziekten steeds beter behandelbaar. Wij
‘Werkgevers en opleiders zijn belangrijk in het faciliteren van deze omslag’
leven daardoor langer en dat is prachtig nieuws. Maar daar zit een keerzijde aan, het aantal (oudere) chronische zieken neemt fors toe met steeds vaker meervoudige aandoeningen. Nu is 14 procent van de Nederlandse bevolking 65 jaar of ouder. In 2025 zal dit tot ruim 20 procent zijn gestegen en in 2040 – op het hoogte punt van de vergrijzing – zal dit zo’n 25 procent zijn. Daarnaast daalt het komende decennia de beroepsbevolking met ongeveer een half miljoen mensen. In de zorgsector is juist behoefte aan veel extra arbeidskrachten; in 2050 zouden dat 450.000 extra zorgverleners moeten zijn om goede ouderenzorg te verlenen. De toekomstige schaarste op de arbeidsmarkt en de toenemende en veranderende zorgvraag betekenen een toenemende vraag naar innovaties. Deze zouden zich vooral moeten richten
op de ondersteuning van en het veel slimmer organiseren van zorgverlening rond de klant. Maar innovaties moeten niet alleen probleemgestuurd zijn. Ouderen willen ook langer zelfstandig blijven en zullen nieuwe manieren zoeken om dat te realiseren. Wat doet het ministerie om innovaties te bevorderen? ‘Schaarste en de toenemende zorgvraag zijn belangrijke onderwerpen waar nu maximaal op moet worden ingezet. Ik bied dan ook financiële middelen en regelruimte aan veldpartijen en klanten aan om te experimenteren met nieuwe zorgmogelijkheden in verschillende programma’s. In het Nationaal Programma Ouderenzorg (NPO) bijvoorbeeld wordt die ruimte vooral gericht op het verbeteren van de ondersteuning en de zorg aan ouderen met een complexe
zorgvraag. Hierbij stel ik als eis dat niet het zorgproces maar de hulpvragen van de klant centraal moeten staan bij de ontwikkeling van nieuwe zorgconcepten. De diverse professionele dienstverleners moeten vooral inzetten op de verbetering van de kwaliteit van leven van de oudere hulpvrager. Ook met mijn programma ‘In voor zorg’ ondersteun ik de dringende behoefte van zorgorganisaties in de langdurige zorg aan informatie over en ondersteuning bij noodzakelijke veranderingsprocessen. ‘In voor zorg’ ondersteunt organisaties bij innovaties voor een meer toekomstvast, klantgericht en doelmatig zorgaanbod door deskundigen in actieve netwerken met elkaar te verbinden en op deze wijze bewezen kennis en goede voorbeelden in versneld tempo te implementeren.’
Laurens
5
Wat verwacht u van zorgorganisaties voor ouderenzorg als het om innovaties gaat? ‘Bij de oplossing voor de problemen in de ouderenzorg kan niet alleen naar de overheid worden gekeken. Het kabinet staat een toekomst voor ogen waarbij zorginstellingen ‘verschil kunnen maken’. Het gaat dan niet alleen om de inzet van zorgverleners als zodanig, maar ook om aanpassingen van het huidige stelsel. Zodat het gaat om degenen die zorg nodig hebben en degenen die zorg geven.’ Wat verwacht u van ouderen? Ook (toekomstige) ouderen moeten hier hun eigen verantwoordelijkheid invullen. Van ouderenorganisaties verwacht ik dat zij beseffen dat hun bijdrage aan innovaties in de zorg van groot belang is voor hun leden. In het NPO hebben de koepel van ouderenorganisaties CSO en de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) daarom een belangrijke rol in het mede bepalen van de richting van de innovaties en het beoordelen van de resultaten. Het gaat hier om een hele sterke groep, de babyboomers!’ Heb je het over zorg, dan heb je het over bezuinigingen. Hoe zorgt het ministerie er voor dat het om de klant blijft draaien? ‘Dit kabinet heeft voor de komende jaren, naast noodzakelijke beheermaatregelen voor de langdurige zorg, juist meer geld beschikbaar gesteld. Bij de toekenning van deze middelen wordt de klant centraal gesteld. De langdurige zorg in Nederland is niet arm. Ze is de kostbaarste van Europa. Laten we het slimmer en klantgerichter gaan doen.’ Een van de klantgerichte innovaties waarin Laurens samen met andere organisaties en ActiZ participeert is de proeftuin revalidatie (zie ook pagina 7). Wat vindt u van zo’n innovatie? ‘Ik sta positief tegenover dit soort innovaties. Het biedt mogelijkheden voor een kortere ziekenhuisopname en met de inzet van dit triage-instrument kunnen hulpvragers sneller op de juiste plaats en met best passende ondersteuning revalideren. Dit biedt kansen op gezondheidswinst en de verbetering van de kwaliteit van zijn of haar leven. Ook houdt het instrument rekening met de grote verschillen tussen klanten die je op hoge leeftijd en bij complexe morbiditeit tegenkomt.’ •
Nieuws
Bestuurder Marcel van Woensel neemt afscheid Marcel van Woensel, bestuurder van Laurens, neemt 30 juni afscheid van Laurens. Van Woensel was sinds 2004 bestuurder van Zorg Compas en speelde een belangrijke rol bij de fusie tussen Laurens en Zorg Compas. Een gesprek over mijlpalen en de toekomst. Hoe kijkt u terug op de fusie? ‘Zorg Compas was met 1200 medewerkers een forse organisatie. Toch werd na mijn aantreden als bestuurder al snel duidelijk dat we in de regio Rotterdam niet groot genoeg waren om een belangrijke gesprekspartner voor de gemeente te zijn en de concurrentie op het gebied van extramuralisatie aan te gaan. Terugkijkend is de nieuwe organisatie op deze punten sterk verbeterd. Waar ik trots op ben, is dat de fusie snel en soepel verlopen is. Er is geen personele onrust ontstaan. Wellicht vinden sommige medewerkers dat de bureaucratie is toegenomen. Maar tegelijkertijd kunnen we door onze grootschaligheid meer investeren in kwaliteit. De invoering van ZZP’s (zie ’Wat zijn uw wensen voor vandaag?’ op pagina 20) had binnen Zorg Compas om die reden bijvoorbeeld nooit op zo’n goede manier plaats kunnen vinden.‘ U speelde een belangrijke rol bij de multiculturalisatie van Laurens? ‘Cultuurspecifieke zorg was bij Zorg Compas al een belangrijk aandachtspunt, wij hadden bijvoorbeeld de eerste islamitische verpleegafdeling van Nederland. Laurens heeft op dit gebied inmiddels flinke stappen gezet – wat betreft de klant en de werving van personeel. Nu is het belangrijk dat deze manier van werken waarbij de klant centraal staat, in alle haarvaten van de organisatie gaat leven en ‘normaal’ wordt.’ Wat wilt u Laurens meegeven? ‘Het moet altijd draaien om de relatie tussen medewerker en klant. Dat bewustzijn wens ik Laurens toe. Daarnaast is ketenzorg van onmiskenbaar belang: wij doen alles in de wijk in samenwerking met de keten. Ik hoop dat Laurens daar een mooi vervolg aan geeft.’ Wat zijn uw eigen toekomstplannen? Na de zomer begin ik als bestuurder bij Proteion Thuis, een zorgorganisatie in Limburg. Na zeven jaren Zorg Compas / Laurens kijk ik erg uit naar de mooie nieuwe uitdagingen die ik daar ga ontmoeten! Meer over multiculturalisatie binnen Laurens leest u in de uitgave Van binnen naar buiten. Zie www.laurens.nl/nieuws/publicaties •
6
Laurens
Ketenzorg is onontbeerlijk voor een gestroomlijnd revalidatietraject. De klant heeft te maken met verschillende zorgaanbieders en zorgsoorten, die vanuit verschillende financieringsstromen worden betaald. Goede samenwerking, heldere afspraken en goede communicatie tussen de ketenpartners zijn een must. Zowel voor de zorgorganisaties als voor de klant. De wil is er maar de werkelijkheid is soms weerbarstig. Vernieuwende samenwerkingsprojecten in de revalidatiezorg bieden uitkomst.
Een gestroomlijnd revalidatietraject Maatwerk dankzij innovatieve samenwerking in de ketenzorg
‘We merken dat er op bepaalde zorgvragen van de klant een te versnipperd en gefragmenteerd aanbod volgt’, antwoordt Laurens-bestuurder Ids Thepass op de vraag waarom innovaties in de ketenzorg noodzakelijk zijn. ‘Er is nog steeds te weinig communicatie tussen hulpverleners: huisarts, ziekenhuis, ouderenzorg, thuiszorg en bijvoorbeeld welzijnsorganisaties. Iedereen heeft zijn eigen perspectief. Dat wordt versterkt door de verschillende financieringsstromen voor ziekenhuiszorg, eerstelijnszorg, welzijn en AWBZ-zorg. Bovendien wordt intensieve samenwerking in de zorg met argusogen bekeken door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Om de keuzevrijheid van de klant te garanderen is er streng toezicht op kartelvorming. Prikkels vanuit de omgeving bevorderen dus niet altijd de samenwerking tussen zorgpartners. Terwijl de klant daar wel behoefte aan heeft. Daar goed mee omgaan vergt de nodige innovatieve denkkracht.’
Laurens
7
Het vermogen van verschillende partijen in de Rotterdamse regio om op een innovatieve manier samen te werken is de laatste jaren goed zichtbaar geworden in de revalidatiezorg. Laurens is een belangrijke ketenpartner als het gaat om revalidatiezorg. Thepass: ‘Klanten kunnen na bijvoorbeeld een orthopedische operatie of een CVA bij Laurens revalideren en vervolgens terug naar huis of een andere thuissituatie. Daarbij wil Laurens zoveel mogelijk de zorg bieden die past bij iemands specifieke leefsituatie. Het revalidatietraject waar mensen behoefte aan hebben, verschilt namelijk naar gelang hun fysieke en mentale conditie. Om echt maatwerk te kunnen bieden zijn intensieve samenwerking en heldere afspraken met ketenpartners onontbeerlijk.’ Proeftuin Johan Dubbeldam is ketencoördinator Noordoever bij Laurens. Hij onderhoudt de contacten met diverse ziekenhuizen en is nauw betrokken bij het geriatrische revalidatietraject dat Laurens met deze ziekenhuizen ontwikkelt. ‘Het ministerie van VWS heeft Laurens aangewezen als een van de 17 proeftuinen in Nederland om een vernieuwend zorgaanbod op het gebied van de geriatrische revalidatiezorg te ontwikkelen. Achtergrond hiervan is dat deze zorgsoort in 2013 wordt overgeheveld van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet. De proeftuin biedt een mooie gelegenheid om op het gebied van revalidatie een gevarieerd zorgaanbod te ontwikkelen gericht op verschillende doelgroepen. Om in te kunnen schatten wat iemand aan kan, wordt de psychische en fysieke conditie van mensen al in het ziekenhuis in kaart gebracht.’ Triage Om die inschatting zo goed mogelijk te kunnen maken, ontwikkelde Laurens samen met ondermeer het IJsselland Ziekenhuis, een triage-instrument. Julia van Os, projectleider Innovatie & Ontwikkeling bij Laurens, is nauw betrokken bij deze ontwikkeling: ‘De bedoeling is om aan de hand van een aantal vragen vast te stellen voor welk type revalidatietraject iemand in
8
Laurens
locaties het gewenste revalidatietraject mogelijk is. De indeling in een zorgprofiel vindt plaats in het ziekenhuis, meestal door de behandelend specialist of transferverpleegkundige.’
Alles is revalidatie Laurens gaat actief door met andere vernieuwingen en onderzoek in de geriatrische revalidatie. In Laurens Antonius Binnenweg is bijvoorbeeld een concept voor het therapeutisch klimaat bedacht, beschreven en geïmplementeerd. Op 14 februari 2011 verscheen hierover het boek ‘Alles is revalidatie, revalideren na een beroerte in het Laurens Therapeutisch Klimaat’. Auteur is Marieke Terwel, projectleider van het Laurens Therapeutisch Klimaat. Het boek is voor € 19,95 te bestellen bij uitgeverij Eburon (ISBN: 9789 0597 248 53).
aanmerking komt. We hebben eerst een aantal diagnosegroepen vastgesteld. Denk bijvoorbeeld aan CVA-patiënten, orthopediepatiënten of patiënten met somatische beperkingen als gevolg van een hartinfarct, longproblemen of een grote buikoperatie. Bij het bepalen welke revalidatievorm het beste bij iemand past, gaat het echter niet alleen om de diagnose maar ook om belastbaarheid, trainbaarheid en motivatie. Daarom hebben we per diagnosegroep een aantal zorgprofielen gemaakt. Deze geven aan wat een klant aan moet kunnen om het revalidatietraject succesvol te doorlopen. Kan iemand bijvoorbeeld een trainingsschema van twee uur per dag aan, of is één uur per dag het maximaal haalbare? De zorgprofielen geven ook aan op welke
Objectief toetsingskader Het triage-instrument wordt momenteel geïmplementeerd bij verschillende ziekenhuizen in de regio. Dat vergt veel overleg en communicatie want alle ziekenhuizen hebben een eigen werkwijze en rolverdeling rondom de transfer van revalidatiepatiënten. Van Os: ‘We hebben alle betrokken mensen in de ziekenhuizen een presentatie gegeven over de triage en het gebruik van verschillende meetinstrumenten hierbij. De werkwijze is heel transparant en biedt een objectief toetsingskader voor doorverwijzing. Daar zijn de betrokkenen in het ziekenhuis blij mee. Bovendien voorziet de intensieve samenwerking in systematische feedback over het resultaat van de revalidatie naar de verwijzers in het ziekenhuis.’ Hoe de triage in de praktijk precies uitpakt, wordt nu verder uitgetest. De bedoeling is natuurlijk dat de patiënt sneller op de plek terechtkomt waar zorg geboden kan worden die het beste bij hem of haar past. Wilma van der Vlegel is beleidsadviseur ketenzorg bij het IJsselland Ziekenhuis en nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van de triage: ‘De kwaliteit die wij als ziekenhuis bieden willen we ook kunnen garanderen in het vervolgtraject. Dit revalidatietraject geeft ons een goed zicht op de vervolgbehandelingen die mogelijk zijn bij Laurens. Omdat we intensief samen optrekken in dit traject leer je elkaar goed kennen, we gaan bij elkaar op bezoek, ontwikkelen samen en leren van elkaar. Doordat we onze afspraken vastleggen en monitoren kunnen we elkaar ook goed feedback geven en waar nodig bijsturen.’ Dubbeldam: ‘Tot nu toe hebben we de werkwijze ontwikkeld op basis van doelgroepen. Nu is het tijd om de verbinding te maken met individuele klanten. Werkt de methode ook voor deze unieke klant en waarom wel of juist niet? Dat gaan we nu onderzoeken.’
Revalidatiekeuken Laurens Antonius IJsselmonde
Verwachtingsmanagement Belangrijk hierbij is wat Dubbeldam ‘verwachtingsmanagement’ noemt. ‘We moeten er rekening mee houden dat het om kwetsbare ouderen gaat, die net een operatie, een ongeval of andere ingrijpende gebeurtenis achter de rug hebben. Het is belangrijk de klant goed te informeren over wat hem te wachten staat. Slechte communicatie schept verwarring en dat is niet goed voor het revalidatieproces. Steeds meer ziekenhuizen werken daarom met een verwachte ontslagdatum die al bij opname wordt vastgesteld. Voor patiënten is het fijn te weten wanneer ze met ontslag gaan. En het ziekenhuis kan op basis van de ontslagdatum het vervolgtraject regelen.’ ‘Je helpt patiënten focussen op hun revalidatieproces en de regie daarover zelf te voeren’, beaamt Van der Vlegel. ‘Dat is goed voor de effectiviteit van de behandeling en voor de tevredenheid de patiënt. Maar ook voor onze specialisten en transferverpleegkundigen is verwachtingsmanagement erg nuttig. Zij kunnen heel concreet toe werken naar de ontslagdatum en het vervolgtraject. Het helpt hen erg dat zij concreet weten wat er in dat vervolgtra-
ject gebeurt en wat daarvoor nodig is.’ Laurens werkt sinds dit jaar eveneens met een verwachte ontslagdatum. ‘Daar sturen we op, we zorgen dat de opvang na ontslag geregeld is; dat de thuiszorg klaar staat en eventuele thuishulpmiddelen zijn aangevraagd’, licht Dubbeldam toe. ‘We vragen commitment van de klant, zij krijgen een agenda waarin hun therapieafspraken staan. Ze weten dus van dag tot dag waar ze aan toe zijn. De agenda is onderdeel van het therapeutische klimaat op de revalidatieafdelingen van Laurens. De bedoeling is klanten zo veel mogelijk te prikkelen om dingen zelf te doen en te regelen, ook buiten de therapie.’ Blauwdruk Van der Vlegel is enthousiast over de samenwerking met Laurens in de ketenzorg rondom revalidatie. ‘Laurens zet zich al jaren in om de geriatrische revalidatiezorg goed van de grond te tillen en de proeftuin maakt het mogelijk om hier verder mee te experimenteren. Laurens stelt zich ondernemend en innovatief op. Ook voor ons is het een leerzaam proces omdat je veel kennis en ervaring uitwisselt. Ik
verwacht dat we hiermee een blauwdruk neer kunnen leggen waar andere zorgorganisaties in de toekomst hun voordeel mee kunnen doen. Dat is mooi want dan profiteren er nog veel meer mensen van.’ Revalidatiehotel De werkwijze van de proeftuin en het gebruik van het triage-instrument zijn nog in de testfase. Toch is de concerndienst Innovatie & Ontwikkeling van Laurens alweer bezig met een nieuwe ontwikkeling: een revalidatiehotel. Dit is gepland naast het Ikazia Ziekenhuis en zal circa 165 bedden tellen. De bedoeling is dat klanten er in een hotelsfeer intensief kunnen revalideren. Naast verplegend personeel en therapeuten werkt er horecapersoneel. We werken hierbij samen met een aantal partijen zoals het Ikazia Ziekenhuis en het ROC Zadkine. Het zorghotel biedt straks volop stagemogelijkheden voor Zadkinestudenten in de zorg of horeca. • Bekijk de zorgprofielen en het stroomschema op www.laurens.nl/professionals-en-verwijzers/ proeftuinen-
Laurens
9
Technologie voor transitie Het aantal ouderen en chronisch zieken neemt toe. Tegelijkertijd nemen budgetten en het arbeidspotentieel in de gezondheidszorg af. ‘De balans gaat doorslaan’, zegt Ton Rövekamp van het TNO expertisecentrum Lifestyle. ‘We staan voor een transitie waarbij de inzet van technologie onmisbaar is.’
10 Laurens
‘Meer zorg verlenen met relatief minder mensen, dat vraagt om een andere interactie’, zegt Ton Rövekamp van het TNO expertisecentrum Lifestyle, expert op het gebied van zelfmanagement in de gezondheidszorg. ‘We moeten naar een systeem van samenzorg, waarbij de klant zelfredzaam is en de regie heeft. Daar is meer samenwerking en meer dialoog met de klant voor nodig, binnen de ketenzorg en met naasten en vrijwilligers. Preventie – ervoor zorgen dat de klant gezond en vitaal blijft – wordt belangrijker. Maar het allerbelangrijkst is de klant zelf: die moet een veel actievere rol in zijn of haar eigen zorgproces gaan spelen. Dat vraagt om meer kennis
‘Op die Wii kun je weer een potje tennis spelen’
lingen en controles uitvoeren. Dwaalen valdetectie zorgen voor signalering op afstand en klanten kunnen met hulp van technologie de buurtagenda bekijken, hun digitale dossier inzien, spelletjes doen en diensten bestellen.’
en inzicht in de eigen gezondheid en medicijngebruik, bijvoorbeeld met hulp van een digitaal dossier. Die actieve houding past overigens ook beter bij de nieuwe generatie ouderen, de oorlogskinderen en babyboomers.’ ‘Technologie maakt de transitie naar preventie, samenzorg en zelfmanagement mogelijk: in het contact tussen klant en zorgverleners, bij de informatieoverdracht, bij het monitoren van de patiënt en bij het gebruik van verschillende hulpmiddelen.’ Hij verduidelijkt: ‘Zorgverleners kunnen met behulp van beeld- en spraakcommunicatie bijvoorbeeld vanuit hun huiskamer op eConsult, verpleegkundigen kunnen op afstand meekijken bij bepaalde hande-
Kennisoverdracht Om kleine tot middelgrote zorgorganisaties te ondersteunen bij het ontwikkelen van innovaties om de transitie in de zorg mogelijk te maken, sloegen TNO en ActiZ in 2010 de handen ineen. Samen startten zij het kennisoverdrachtproject ‘Branche Innovatie Contract: Transities in de VVT’ voor de MKB-sector. Rövekamp legt uit: Wij stimuleren en ondersteunen de leden van ActiZ met een modulair kennisprogramma rondom zorgvernieuwing.’ De modules gaan onder meer in op alle ontwikkelingen rond ‘Zorg op afstand’ (technologische innovaties) en ‘Health 2.0’ (de inzet van nieuwe media bij zorg) en op hoe organisaties zelf succesvol innovatieve projecten kunnen opstarten. Rövekamp: ‘Organisaties lopen vaak tegen dezelfde barrières aan. Een succesvolle innovatie moet in de regel evidence based zijn, anders vergoedt de verzekeraar het niet, er moet rekening gehouden zijn met de wetgeving en er moet natuurlijk draagvlak voor zijn, bij de zorgvrager en de zorgverlener. Wij hebben hier binnen het kennisoverdrachtproject vanzelfsprekend veel aandacht voor.’ Technologie en Laurens Laurens is momenteel in gesprek met TNO over de participatie van grote bedrijven in het project. Ook bij Laurens
staan technologische innovaties die de zelfredzaamheid van ouderen verbeteren hoog op de agenda. ‘De meest geslaagde innovatie is wat mij betreft nog altijd de rollator’, zegt Bert van der Lende, regiodirecteur van Laurens. ‘Dat klinkt gek want ze zijn inmiddels niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. Maar het was nog niet zo heel lang geleden een briljante nieuwe uitvinding; hét voorbeeld van hoe een innovatie de zelfredzaamheid van de klant kan vergroten.’ Binnen Laurens onderscheidt hij grofweg vijf gebieden waarin technologie een rol speelt: klant, personeel, woongenot, recreatie en communicatie. Bij klanten gaat het er ons vooral om dat technologische innovaties het leven van bewoners veiliger maken en dat ze de zelfredzaamheid vergroten. Vroeger was het ondenkbaar dat een verpleegafdeling uit appartementen bestond, bewoners woonden met z’n vieren op een slaapkamer. Hulpmiddelen zoals beeldcommunicatie, persoonsalarmering en valdetectie hebben het mogelijk gemaakt dat bewoners een eigen appartement hebben en dus veel meer privacy en woongenot.’ Van der Lende ziet ook een rol voor robotica om de zelfredzaamheid te vergroten. ‘De eerste vormen van robots waren mechanische apparaten zoals elektronische rolstoelen, hoog/laag-bedden en tilliften. Daarop volgden de besturingsmechanismen die het bijvoorbeeld mogelijk maakten de rolstoel met de kin te bedienen. Een volgende stap is robotica inzetten, om handelingen zoals eten en drinken te ondersteunen, zodat een klant dat weer zelf kan doen.
Laurens 11
InTouch Met het consortium de Hogeschool Rotterdam, Aafje, Humanitas, Ideon, het kenniscentrum voor professionals in de dementiezorg, en de University of St. Andrews in Schotland werkt Laurens momenteel aan de ontwikkeling van InTouch. Projectleider Yvonne Schikhof, hogeschooldocent en werkzaam op het gebied van Technology for Care en Samenhang in de Ouderenzorg, legt uit: ‘Het gaat om de ontwikkeling van een aantal spellen dat dementerende ouderen intuïtief via touch screen-bediening (een iPad) kan spelen.’ Uniek is dat daar geen begeleiding bij nodig is. Schikhof: ‘Uit onderzoek van de Universtity of St. Andrews, die veel kennis en ervaring hebben op het gebied van technologische hulpmiddelen, blijkt dat het zelfstandig spelen van een game het zelfvertrouwen van mensen met dementie vergroot; daar worden ze blij van, wat ze vervolgens vaak met anderen willen delen. Het leidt met andere woorden vaak tot nieuwe contacten. We willen bij gaan houden hoe de ouderen de spellen spelen en hopen zo ook informatie voor het zorgplan te kunnen leveren waarmee we de zorg klantgerichter kunnen maken. Voordeel van het individueel kunnen spelen is ook dat er geen personeel of vrijwilligers nodig zijn om de klant te begeleiden. Het belangrijkste doel bij de ontwikkeling van de spellen is echter dat ze leuk zijn’, benadrukt Schikhof. Het project wordt gefinancierd met subsidie van de Stichting Innovatie Alliante (SIA) en heeft een looptijd van twee jaar. Het project bevindt zich momenteel nog in het beginstadium. We zijn nu aan het onderzoeken wat de onderwerpen van de games moeten worden en hoeveel we er gaan maken. Ook ontwerpt een student Industriële vormgeving momenteel een gebruiksvriendelijke behuizing voor een iPad waarmee deze ook gemakkelijk in verschillende houdingen te bedienen is.’ Verwachting is dat InTouch in de zomer van 2012 geïmplementeerd wordt in Laurens Stadzicht.
12 Laurens
Een chip in de schoen kan de leefcirkel van een bewoner sterk vergroten.
Robotica als verlengstuk van zelfredzaamheid.’ Een relatief nieuw gebied waarin Laurens technologie inzet, is dat van welzijn en recreatie. Van der Lende: ‘Ik verwacht een revolutie op dit gebied. Wie vroeger graag tenniste, kan op de Wii weer een potje spelen, ook als hij in een rolstoel zit. Maar je kunt ook denken aan oude foto’s kijken op een iPad om zo herinneringen op te halen.’Als laatste gebied noemt hij automatisering, administratie en communicatie. Nog geen 15 jaar geleden droeg ik een pieper op zak. Was ik op het strand en werd ik opgepiept, dan moest ik eerst op zoek naar een strandtent om te kunnen bellen. Tegenwoordig ben je met je smartphone overal telefonisch en per email bereikbaar. Een ontwikkeling die nog altijd doorgaat.’ Slimme innovaties Laurens biedt veel ruimte voor innovaties en staat open voor initiatieven van medewerkers en samenwerkingspartners als hogescholen. Dat heeft onder meer geleid tot de projecten ‘Leefcirkels met een chip in je schoen’ en ‘Licht in de huiskamer’ die Laurensbreed bruikbaar zijn. Van der Lende: ‘Vrijwel alle dementerende ouderen hebben in meer of mindere mate
oriëntatieproblemen. Dat betekent dat als ze een stukje gaan lopen binnen de locatie, ze al snel de weg kwijt raken. Vroeger was een verpleegafdeling daarom vaak voor iedereen gesloten. Een chip in de schoen – gekoppeld aan de afdelings- en buitendeuren – maakt het mogelijk per klant te bepalen binnen welke straal zij zich in de locatie vrij kunnen bewegen. Hoe beter de mobiliteit en het oriëntatievermogen hoe groter de straal. Voor het project ‘Licht in de huiskamer’ is in een van de huiskamers van Laurens Stadzicht met positief resultaat geëxperimenteerd met het gebruik van licht en kleur om oriëntatieproblemen bij bewoners te verminderen. ‘Meer licht en beter gebruik van kleur – geen donkere vlakken bij deuropeningen – vergroot de bewegingsvrijheid van de bewoners.’ ‘Leefcirkels met een chip in je schoen’ en ‘Licht in de huiskamer’ zijn projecten die deel maken van de innovatieplannen binnen Laurens en worden op termijn op alle locaties ingevoerd. • Contactadres Laurens technolo gische innovaties: concernafdeling Marketing & Communicatie, e-mail:
[email protected]
Hoe wilt
u straks wonen?
Wonen op maat, met zorg wanneer de klant dat wil. Dat is waar Laurens voortdurend aan werkt. Om dat te realiseren
Gerben in ’t Hout, programmamanager Woonstad Rotterdam:
werken we samen met woningcorporaties aan nieuwe woonzorgconcepten. Woonvormen waarbij we op ieder gewenst moment verzorging, verpleging en specialistische zorg kunnen bieden. Initiatieven waarbij keuzevrijheid centraal staat en waar mensen tot op hoge leeftijd in staat zijn hun leven zelf in te vullen. Wat hebben we de afgelopen jaren met verschillende woningcorporaties bereikt, wat is het effect van de innovaties op het leven van bewoners en wat zouden we in een volgend project beter anders kunnen aanpakken?
‘Een unieke mix van bewoners’ ‘Het innovatieve aan woonzorgcomplex Blijvenburg is dat het een unieke bewonersmix oplevert en dat er voorzieningen zijn die ook door wijkbewoners kunnen worden gebruikt. Blijvenburg is een nieuwbouwproject in Overschie dat we in nauwe samenwerking met Steinmetz | de Compaan en Laurens ontwikkelen. De eerste fase van het plan, waaronder 101 woningen, een Laurens-dagopvangruimte en een trefpunt van Steinmetz | de Compaan, is inmiddels afgerond. De nieuwbouw is een mix van koop-, huur- en zorgwoningen. Daardoor ontstaat er een divers bewonersbestand. Een aantal zorgwoningen is gereserveerd voor senioren met een lichamelijke of verstandelijke beperking en voor mensen met een hersenaandoening. Het uitgangspunt is dat mensen langer in hun wijk kunnen blijven wonen en deel kunnen nemen aan de samenleving. Wat Overschie betreft zaten we lange tijd in een impasse. Wat we er wilden en konden realiseren, bleek sterk af te hangen van regelgeving, milieueisen en politieke verdeeldheid. In 2007 konden we eindelijk twee grote galerijflats slopen en onze ideeën, die we samen met Laurens en Steinmetz | de Compaan hadden, realiseren. We besloten flexibel te bouwen: de zorgappartementen, die beide instellingen van ons huren, kunnen op termijn gemakkelijk omgebouwd worden tot gewone appartementen. Verder besteedden we veel aandacht aan duurzaamheid. Het complex heeft bijvoorbeeld 260 vierkante meter groen dak, een uitstekende isolatiewaarde en nestkastjes die in de gevel zijn verwerkt.
Laurens 13
De samenwerking tussen de betrokken partijen is soepel verlopen. Natuurlijk zijn er oneffenheden. Vaak zijn dat zaken waaraan je niet ontkomt. In de zorg gebeurt veel. Subsidies vallen weg en regelgeving verandert. Daardoor kregen we te maken met een aantal bestekwijzigingen. Een andere uitdaging was dat Laurens pas budget beschikbaar krijgt als er een daadwerkelijke bewoner is. Daar is bij start van een project natuurlijk nog geen sprake van. Ook kun je dan nog niet precies zeggen welke aanpassingen je in een woning moet aanbrengen. In deze constructie was het zo dat Steinmetz | de Compaan ook de belangen voor Laurens behartigde. Ik denk dat wanneer Laurens zelf ook aan de onderhandelingstafel had gezeten, de communicatielijnen korter waren geweest en we een aantal knopen sneller hadden kunnen doorhakken. Neemt niet weg dat het resultaat prachtig is en dat Blijvenburg een meerwaarde heeft voor Overschie.’
Sander Verschoor, directeur Vastgoed Maasdelta Groep:
‘Letterlijk en figuurlijk muurtjes slechten’ ‘Samen met Laurens en Ipse de Bruggen realiseren we momenteel in Oostvoorne De Bollaarshoeve: bijzondere woningen voor 24 ouderen met dementie en acht ouderen met een verstandelijke beperking. Een uniek woon- en leefconcept in een landelijke en huiselijke omgeving. Laurens is sterk op het gebied van kleinschalige ouderenzorg en Ipse de Bruggen staat garant voor uitstekende gehandicaptenzorg en activerende begeleiding. De Maas-
Gerben in ‘t Hout
14 Laurens
delta Groep zorgde voor de renovatie van de monumentale boerderij. Het realiseren van maatschappelijk vastgoed is een van onze speerpunten. Met een groot aantal zorginstellingen hebben we intenties tot samenwerking getekend en overlegd hoe we woonzorgvormen optimaal kunnen inrichten. De Bollaarshoeve is hier een goed voorbeeld van. Je moet alle voorzieningen bij elkaar brengen, vind ik. Daarvoor moet je de muurtjes slechten tussen wonen, welzijn, onderwijs, sport en recreatie. Als je dat doet en goed samenwerkt, kun je zaken efficiënter regelen. Dat geeft een meerwaarde en daardoor blijft er geld over voor betere zorg. De voorbereidingsperiode, in dit geval een kleine vier jaar, is erg belangrijk. Je hebt te maken met bestemmingsplannen en bouwvergunningen. Nu ging het om een vervallen monumentale boerderij waar eigenlijk alleen de buitenkant van bewaard is gebleven. Aan de binnenkant hebben we een constructie gebouwd met daarin 24 wooneenheden. Deze eenpersoonsappartementen zijn voorzien van een zit/slaapruimte, een pantry en een volledig ingerichte badkamer. Bewoners zijn vrij om de appartementen naar eigen smaak in te richten. De hoeve bevat vier huiskamers met een open keuken waar bewoners samen koken en eten. Op het binnenplein is een ambachtelijke bakkerij en een vrij toegankelijke theetuin waar bezoekers die langs komen fietsen of wandelen ook welkom zijn. Wat centraal staat in het ontwerp is dat bewoners, samen met hun vrienden of familie, hun dagelijkse leven kunnen invullen. Een professioneel team van vaste medewerkers ondersteunt hen daarbij, 24 uur per dag. Zo wordt gezorgd voor een huiselijke, warme sfeer in een veilige en beschutte woon- en leefomgeving. Wat daar precies voor nodig is, hebben we uitvoerig met Ipse en Laurens besproken en gebouwd. Aan de andere kant moet je risico’s spreiden.
Sander Verschoor
Vandaar dat bijna alle ruimtes, mocht de bestemming ervan veranderen, later samen te voegen zijn. De Maasdelta Groep verzorgt veel van dit soort kleinschalige projecten, waarbij constant verbeteren voor ons een hoofddoel is.’
Tim van Schijndel, directeur WoonCompas:
‘Plezierigste woonzorglocatie waar ik ooit was’ ‘In 2005 vroeg Laurens, toen nog Zorg Compas, ons mee te denken over het project De Tuinen in Bleiswijk, dat twee jaar geleden haar deuren opende. Het complex bestaat uit 34 ruime eenpersoons- en vier tweepersoonsappartementen. Verder zijn er zeven woonvilla’s waarin groepen van zes mensen met dementie wonen. Laurens heeft een uitstekende visie op zorg, die wij in het ontwerp hebben uitgewerkt. Het belangrijkste uitgangspunt in De Tuinen is dat klanten zo lang mogelijk de regie over hun eigen leven houden en zich er natuurlijk prettig voelen. Dat is in dit ‘zorghart van de wijk’ erg goed gelukt. Het is erg licht en ruimtelijk opgezet. De woonzorgappartementen en het centrale verzorgingsplein met een riante binnenplaats bevinden zich op de eerste verdieping. Op de begane grond is het openbare deel met een aantal winkels. Hierdoor is het voor de bewoners slechts een kleine stap om zich tussen de mensen te begeven en even naar de kapper te gaan of samen iets te gaan drinken. Dat kan ook in De Leeuwerik, het aangrenzende diensten- en ontmoetingscentrum waarmee De Tuinen samenwerkt. Hierdoor kunnen de bewoners van het woonzorgcentrum ook gebruik maken
van de activiteiten en voorzieningen van De Leeuwerik en zo goed in contact blijven met buurtbewoners. Een concept dat zijn vruchten afwerpt. De mensen leven hier echt op, hoor ik van de medewerkers. Dat is een groot compliment. In het aanlooptraject hebben we veel overlegd met de gemeente, Laurens en met wijkbewoners. We konden een deel verkopen aan de gemeente en een ander deel verhuren aan Laurens, die ook het restaurant exploiteert. Wat er innovatief aan is? Misschien dat het toekomstbestendig is gebouwd. Alle wandjes kunnen weggehaald worden, zodat we appartementen kunnen samenvoegen. Wellicht het fenomeen zorgvilla’s, waarbij we op leefgenot en luxe niet hebben bezuinigd. Het belangrijkste is denk ik dat de betrokken partijen, de gemeente, Laurens en WoonCompas, open hebben gecommuniceerd. Ook in de onderhandelingen over onderlinge vergoedingen hebben we open kaart gespeeld. We hebben natuurlijk allemaal verschillende belangen, maar door transparant te zijn, de belangen en verantwoordelijkheden helder in een contract vast te leggen, is het een soepel traject geweest. Het resultaat is de plezierigste woonzorglocatie waar ik ooit ben geweest.’ • Laurens Wonen gaat graag nieuwe samenwerkingsprojecten aan Contactpersoon Laurens Wonen: René Koster, e-mail:
[email protected].
‘Het belangrijkst is dat de betrokken partijen open hebben gecommuniceerd’
Tim van Schijndel
Laurens 15
‘Samen aan tafel eten heeft iets huiselijks en stimuleert dat mensen goed eten’ In deze rubriek nemen we een kijkje in de keuken van een andere branche. Wat zijn de overeenkomsten, wat de verschillen?
Karin Brinkers, horecacoördinator bij Resto VanHarte Joris van den Berg, general manager van landgoed Olaertsduyn
Samen eten verbindt. Dat is de achterliggende gedachte van Resto VanHarte die met haar 25 laagdrempelige restaurants verspreid door Nederland de leefbaarheid in wijken wil bevorderen. Ook binnen Laurens neemt het belang van samen eten toe. General manager Joris van den Berg van landgoed Olaertsduyn: ‘Samen genieten van eten is bij revalidatie een belangrijk aspect van het herstelproces.’ ‘Resto Vanharte is een onafhankelijke organisatie opgezet door Fred Beekers, één van de grondleggers van Artsen zonder Grenzen’, legt Karin Brinkers, horecacoördinator van Resto VanHarte Rotterdam Oude Noorden, uit. ‘Fred werd geraakt door de sociale armoede in veel stadswijken en wilde iets doen om mensen uit hun sociaal isolement te halen. Het idee achter de Resto’s is: samen eten verbindt. In onze laagdrempelige restaurants brengen we mensen van alle leeftijden, religies en culturen samen. Het eerste restaurant werd in 2005 geopend in het Laakkwartier in Den Haag, inmiddels zijn er 25 Resto’s verspreid door Nederland. In Rotterdam is er één in Delfshaven en één in het Oude Noorden.’
16 Laurens
Joris vertelt over Herstelhoeve Laurens Avanze. ‘Laurens kocht in 2006 het landgoed Olaertsduyn. In de komende jaren wil Laurens hier zestig luxe zorgappartementen en veertig psychogeriatrische woonplaatsen realiseren. Hotel Olaertsduyn – op dit moment een conferentiehotel – zal dan verdwijnen. Vanaf landgoed Olaertsduyn cateren we Herstelhoeve Laurens Avanze. In deze monumentale boerderij heeft Laurens 25 revalidatieplaatsen voor mensen die uit het ziekenhuis komen, maar die nog niet genoeg zijn hersteld om naar huis of naar een verzorgingshuis te gaan. Ze krijgen er professionele zorg en volgen een activeringsprogramma op maat. De maaltijden nemen per dag drie uur in beslag: ontbijt, lunch en diner. Daar proberen
we iets leuks van te maken, goed eten in een gezellige ambiance.’ ‘Hebben jullie ook vrijwilligers?’, vraagt Karin geïnteresseerd. ‘Bij Resto VanHarte heeft ieder restaurant twee vaste medewerkers in dienst: de Restomanager en de Horecacoördinator. De overige medewerkers zijn vrijwilligers, stagiaires of mensen in een reclassering of re-integratieproject. Voor deze laatste groep betekent het vaak dat ze na een langdurige werkloosheid weer participeren in de samenleving. Ze zijn enorm betrokken bij de organisatie en bij onze gasten.’ Joris: ‘Wij hebben ook wel vrijwilligers en werknemers die vanuit re-integratietrajecten een stage volgen, maar het merendeel van het personeel bestaat uit betaalde krachten. De opzet is wat commerciëler: we huren de keuken in Avanze om de maaltijden te verzorgen. Eten was in de zorg lange tijd een ondergeschoven kindje, maar de laatste jaren groeit het inzicht dat samen genieten van eten een belangrijk aspect is van het herstelproces. Zo is de kok in Avanze niet alleen degene die kookt, ze is ook
gastvrouw. De horeca-aanpak brengen we in de zorg’ ‘Bij ons is het andersom’, stelt Karin. ‘We brengen een element van zorg in de horeca. Ons basisbudget komt uit subsidie en sponsoring. In een Resto kunnen buurtbewoners voor € 6,00 per persoon komen eten. Mensen met een minimum inkomen betalen slechts € 3,00. Dagelijks doen we de boodschappen voor een driegangen diner op restaurantniveau: mooi gedekte tafels, chique opgemaakte borden en gezonde, verse producten. Dat doen we met een inkoopbudget van € 2,00 per persoon. De werkelijke kosten van een Resto VanHarte-avond zijn € 15,00 voor één persoon.’
Joris: ‘Voor Avanze hebben we een inkoopbudget van € 6,00 per persoon per dag. Dit is voor ontbijt, lunch en diner, en de hele dag koffie en thee. De personeelskosten zijn vergeleken met de inkoopkosten vrij hoog. We zoeken naar een evenwicht tussen luxe, zuinigheid en gastvrijheid. Kwaliteit staat voorop. Niet alles halen we dagelijks vers, maar wel groenten en fruit. Bij het inloopontbijt van acht tot tien uur dekken we grote tafels, waarop brood en beleg voor het pakken staan.’ Karin: ‘Waarom geen ontbijtbuffet?’ Joris: ‘Je moet rekening houden met wat mensen kunnen. Een buffet moet bijvoorbeeld rolstoeltoegankelijk zijn en voor mensen die op krukken lopen is een dienblad niet handig. Sommige mensen kunnen niet alles zelf, brood smeren of fruit schillen en hebben daar hulp bij nodig. Een slimme oplossing is de smoothie van vers fruit. Bij de lunch serveren we altijd iets warms, huisgemaakte soep of een kroketje. ‘s Avonds dekken we de tafels weer. Het samen aan tafel zitten en zelf pakken wat je lekker vindt, heeft iets huiselijks en stimuleert dat mensen goed eten. Er is geen behoefte om iedere dag à la carte te eten.’ ‘Klopt, voor onze gasten hoeft het ook niet altijd biefstuk te zijn,’ zegt Karin. ‘Toen we onze klanten eens zelf lieten kiezen, wilde de meerderheid een pannenkoekenavond. Dat kost niet veel aan inkoop, maar het was reuze geslaagd. Mensen komen vooral af op de ambiance en het buurtgevoel. We hebben regelmatig actieve mensen uit de buurt die iets komen vertellen, zoals de wijkagent, de imam, dominee of huisarts. Dat levert voor de gasten
vaak nieuwe contacten en nieuwe kansen op. Er komen veel eenzame ouderen in de Resto’s. Ze vinden bij onze vrijwilligers en bij andere gasten een luisterend oor en worden verder op weg geholpen.’ Joris: ‘Bij Avanze verblijven klanten tijdelijk, sommigen langdurig, anderen maar een paar weken. Actieve revalidatie staat voorop en voor praten en luisteren is helaas weinig tijd. Er is niet veel binding met de buurt, dit is een gevolg van de kortdurende herstelfunctie van de boerderij. Bij locaties waar het verblijf langdurig is, is dit wel een prioriteit voor Laurens. We beschikken helaas nog niet over een uitgebreid vrijwilligersbestand in deze regio. Dat moet nog groeien, vooral met het oog op de ontwikkelingsplannen voor landgoed Olaertsduyn. Bij deze dus meteen een uitnodiging voor mensen die interesse hebben in vrijwilligerswerk.’ Karin: ‘Hoe maken jullie iets leuks van de maaltijden?’ Joris: ‘We laten mensen aangeven wat ze graag willen eten en stemmen daar het menu op af. Soms helpen de mensen ook bij het koken, maar helaas is de keuken alleen via trapjes te bereiken, en daardoor niet zo toegankelijk voor de gasten.’ Karin: ‘Bij Resto VanHarte organiseren we regelmatig thema-avonden, bijvoorbeeld een Javaanse avond met eten, muziek en dans. Ik zou graag eens bij Avanze komen koken met een paar van mijn vrijwilligers. Lijkt me keukentechnisch ook leerzaam om te zien hoe jullie rekening houden met de lichamelijke beperkingen van gasten.’ Joris: ‘Dat is een leuk idee! Ik kom graag eens bij Resto VanHarte kijken hoe jullie het vrijwilligersnetwerk opzetten en dat gevoel van betrokkenheid creëren.’ •
Contactpersoon Laurens: Joris van den Berg, e-mail:
[email protected]
Laurens 17
Binnen grote zorgorganisaties als Laurens is veel specialistische kennis aanwezig. Probleem is dat deze kennis vaak versnipperd is. Laurens zorgt er via leerhuizen – innovatieve bolwerken waarin onderwijs, onderzoek en ontwikkeling centraal staan – voor dat kennis verder ontwikkeld, gebundeld en breed gedeeld wordt. Dat gebeurt samen met deskundige partijen, zoals universiteiten, hogescholen, ziekenhuizen en academische centra. Momenteel werkt Laurens onder andere hard aan de realisatie van twee nieuwe leerhuizen op het gebied van NAH (niet-aangeboren hersenaandoening) en dementie.
Nieuwe leerhuizen NAH en dementie:
Specialistische kennis ontwikkelen, bundelen en delen ‘In IJsselmonde is veel aandacht voor mensen met niet-aangeboren hersenaandoening’, vertelt Ben van Dorp, regiodirecteur bij Laurens in de deelgemeenten Feijenoord en IJsselmonde en initiatiefnemer van het leerhuis NAH. ‘Het Erasmus MC verwijst veel van haar patiënten naar Laurens Antonius IJsselmonde om te revalideren. Als klanten na hun revalidatieperiode niet terug naar huis kunnen, kunnen ze terecht in de nabij gelegen woonlocaties Laurens Ravenswaerde of Laurens De Hoek. Wij willen door onderwijs, onderzoek en ontwikkeling – de pijlers die Laurens’ eerste leerhuis palliatieve terminale zorg (zie ook kader) tot een succes maakten – de zorg voor deze bijzondere doelgroep uiteindelijk verbeteren. Daarbij speelt de samenwerking met andere partijen, zoals onderwijsinstanties, een belangrijke rol.’ Het enthousiasme voor de ontwikkeling van een leerhuis NAH is groot. ‘Hoewel we nog op zoek zijn naar een projectleider, is de geest uit de fles. Samen met zo’n vijfentwintig verpleegkundigen, artsen en psychologen hebben we een brainstorm gehouden die 55 associaties heeft opgeleverd. Aan de hand daarvan gaan we de belangrijkste thema’s vaststellen.’ Belangrijkste doel op korte termijn is de ketenzorg te verbeteren. ‘De ketenzorg van ziekenhuis naar revalidatie naar nieuwe woonvorm is al goed. Maar de keten moet afgemaakt worden. Aan de ketenzorg van ziekenhuis of revalidatieafdeling naar de oude thuissituatie kan nog wel het een en ander verbeteren. We willen hier samen met het Erasmus MC en Bavo Europoort, specialist in psychiatrie, graag specialistische thuiszorg voor ontwikkelen.’ Driejarenplan Sinds april 2011 is ook het leerhuis dementie in ontwikkeling. Projectleider Niels de Bruin werkt samen met Aart Vermeer, manager behandeling en ondersteuning aan een plan voor 2011 tot 2013. ‘Er is momenteel al heel veel kennis rond dementie binnen Laurens’, zegt De Bruin. ‘Probleem is echter dat de kennis versnipperd is, de kwaliteit van ondersteuning niet overal hetzelfde is en ‘het wiel’
18 Laurens
Een organisatie ‘bouwen’ binnen de instelling ‘Wil je goede zorg verlenen, dan moet je verbijzonderen’, zegt Kees Goedhart, specialist ouderengeneeskunde en docent bij Leerhuizen Palliatieve Zorg (LPZ). Cadenza is Laurens’ eerste Palliatieve Terminale Zorg (PTZ) leerhuis en dient als voorbeeld voor de leerhuizen NAH en dementie. Goedhart: ‘In het leerhuis gaan zorgontwikkeling en onderzoek hand in hand. De docenten zijn, net als de cursisten, mensen die dagelijks met stervenden en hun naasten werken. Er wordt nauw samengewerkt met Zorggroep Rijmond, die met hospice de Regenboog sinds 2009 onderdeel is van het leerhuis, hogescholen in de regio en met de Erasmus Universiteit. Doel is zorgprofessionals een instrumentarium meegeven om goede zorg te leveren en de klant naar beste weten en kunnen te begeleiden in hun laatste levensfase. Professionals begeleiden van kennis naar kunde naar kunst (onder meer de kunst van communicatie), noem ik dat.’ LPZ hebben sinds 2004 de palliatieve zorg een flinke impuls gegeven. Waar dankt het leerhuis haar succes aan? ‘Deze manier van kennisoverdracht staat en valt bij samenhang en borging. ‘Wat wij sinds de oprichting in 2004 vooral geleerd hebben, is dat je zorgprofessionals wel trainingen kunt geven, maar dat je daar niets mee opschiet als er geen draagvlak voor professionalisering en verandering is binnen een organisatie. Eerst moet er commitment zijn aan de top, vervolgens kun je zorgontwikkeling inbedden in de organisatie. Je moet binnen een instelling een ‘organisatie bouwen’ door vanuit centrale projectgroepen – die de verantwoording dragen – sturing te geven aan aandachtsfunctionarissen die op de verschillende locaties sturen en de vinger aan de pols houden. Binnen Laurens begint dit aardig vorm te krijgen.’ Doel van LPZ is ook om binnen nu en een jaar een landelijke franchiseformule van palliatieve leerhuizen te starten. ‘Zo kunnen we onze kennis ook landelijk delen.’
‘Rode draad is de zelfredzaamheid van de klant te vergroten’ soms op verschillende locaties opnieuw uitgevonden wordt. Ook is er nog geen directe relatie tussen de onderzoeken die hier plaatsvinden en scholing van het personeel. Om hier verandering in te brengen besloot de raad van bestuur onlangs tot oprichting van een leerhuis dementie.’ De eerste contouren van het driejarenplan staan inmiddels. ‘Het leerhuis wil in alle stadia van dementie een belangrijke rol gaan vervullen: preventie en vroegdiagnostiek in de beginstadia; functionele diagnostiek (de analyse van mogelijkheden en beperkingen) bij beginnende dementie, en de begeleiding en behandeling bij gevorderde dementie.’ Draagvlak De Bruin benadrukt het belang van draagvlak binnen en buiten de organisatie voor het leerhuis. ‘We gaan uit van bestaande projecten en betrekken professionals via werk- en klankbordgroepen. Op korte termijn worden modules ontwikkeld rond dementerenden met gedragsproblemen (interventies om gedragsproblemen te voorkomen), het opleiden van verzorgend personeel en de ondersteuning van mantelzorgers. Ook werken we aan een ‘Alzheimer academie’ waarvoor we samenwerking zoeken met hogescholen en universiteiten. De eerste modules zullen in 2012 van start gaan.’ Klantgerichte innovatie staat bij de ontwikkeling van het leerhuis voorop. Rode draad bij de totstandkoming van het leerhuis, dat vanuit Laurens Stadzicht wordt opgestart, is de zelfredzaamheid van dementerenden verbeteren en de kwaliteit van leven vergroten. ‘De komende tien jaar verwachten we een verdubbeling van de doelgroep. Die zal steeds vaker bestaan uit de generatie babyboomers en oorlogskinderen. Ook zal het aantal mannen met dementie toenemen, zullen dementerenden vaker hoogopgeleid zijn en zal de klant steeds vaker thuis wonen. Als we nu inspelen op deze ontwikkeling, zijn we hier op tijd klaar voor.’ • Contactpersoon Laurens leerhuis NAH: Ben van Dorp,
[email protected]
Contactpersoon Laurens leerhuis dementie: Niels de Bruin,
[email protected].
Laurens 19
De landelijke invoering van de zorgzwaartepakketten was voor Laurens dé aanleiding om in gesprek te gaan met bewoners over hun zorgbehoefte. Wat heeft de klant nodig om een betekenisvol en zo zelfstandig mogelijk leven te kunnen leiden? De nieuwe werkwijze werd onlangs geëvalueerd.
ZZP opent gesprek met klant:
Wat zijn uw wensen voor vandaag? In 2009 vond de landelijke invoering van zorgzwaartepakketten (ZZP’s) plaats. Een financiële maatregel ten gevolge van de herinrichting van de ABWZ. Kregen zorginstellingen tot voor kort voor al hun bewoners eenzelfde budget voor zorg en ondersteuning, nu krijgt de bewoner een op de eigen situatie toegespitst pakket. In dit ZZP staat welk soort en hoeveel uren zorg de bewoner nodig heeft op het gebied van verpleging, verzorging, begeleiding en – indien nodig – behandeling. Laurens greep de financieringsmaatregel aan voor een inhoudelijk doel: de transparantie en klantgerichtheid vergroten. Mogelijkheden ‘Wij willen door gesprekken te voeren met de klant inzichtelijk maken wat hun behoefte is en daar onze zorg op laten aansluiten’, zegt Ben van Dorp, regiodirecteur bij Laurens. ‘In de ZZP’s staat vast hoeveel uren zorg een klant krijgt, maar er is wel speling. Bij Laurens kan de klant bijvoorbeeld aangeven wanneer hij of zij de zorg wil ontvangen en aan welke aanvullende diensten hij of zij behoefte heeft. Wil een klant graag uitslapen of is het een vroege vogel? Wil de klant liever dat een fami-
lielid – met coaching vanuit Laurens – de zorg verleent omdat hij of zij dat gewend is? Wat heeft prioriteit als het om schoonmaken gaat? Doet iemand graag mee aan activiteiten, wil hij of zij graag elke dag naar buiten of wil de klant juist iemand om mee te kletsen. Er is van alles mogelijk.’ Maatwerk Ria Severijns, staffunctionaris zorg bij Laurens: ‘In 2008 zijn we met de eerste voorbereidingen gestart. Eerst hebben we inzichtelijk gemaakt welke zorg we op grond van de indicaties aan onze klanten kunnen leveren en of we dat in de praktijk ook deden. In sommige gevallen betekende dit dat we moesten schuiven met onze afspraken. Vervolgens hebben we bepaald hoe we het gesprek met bewoners willen aangaan en hoe onze arrangementen eruit zien. In 2009 zijn we op kleine schaal begonnen met het scholen van onze medewerkers. In 2010 hebben medewerkers van alle locaties met deze scholingen meegedaan. We hebben hier heel veel tijd en energie ingestoken, want het is een flinke omslag om de zorg te vertalen naar de behoefte van de klant. Van Dorp vult aan: ‘Het gaat om maatwerk en dat is
nog een hele kunst. Begonnen medewerkers vroeger aan het begin van de gang, nu moeten ze hun zorgroute en agenda aanpassen aan de behoeften van de klanten.’ Severijns: ‘Teamleiders zijn getraind in het transparant kunnen maken van de zorg en in coaching van hun team. De contactverzorgenden kregen, naast een inhoudelijke training, een scholing in gespreksvoering. Belangrijk doel was inzichtelijk maken hoe je het arrangement en de verwachtingen van de klant op elkaar afstemt. Welke vragen stel je daarbij? We hebben acteurs ingezet om de gespreksvoering te oefenen.’ Ook de helpenden en verzorgenden werden bijgeschoold. ‘Zij leerden hoe ze mee kunnen gaan in het gesprek met bewoners.’ Na een aantal pilots in de verschillende regio’s, worden sinds begin 2010 gesprekken met alle bewoners gehouden. Naar verwachting is eind zomer 2011 met alle bewoners een arrangement afgesproken en zijn op basis daarvan afspraken gemaakt over de inhoud van de dienstverlening en het moment waarop deze plaatsvindt.’ Transparantie Wat vinden bewoners en medewer-
20 Laurens
Laurens02_vdef.indd 20
14-06-11 16:48
Op de korrel . . .
Columnfractuur kers tot nu toe van de gesprekken en zorgarrangementen? Caroline Wuite, manager Marketing & Communicatie: ‘We hebben met zo’n honderd klanten, honderd medewerkers en 35 leidinggevenden de gesprekken en het werken met ZZP’s geëvalueerd. Uit deze evaluatie blijkt dat we een flinke sprong hebben gemaakt als het gaat om transparantie. Er is duidelijkheid over wanneer welke zorg en overige dienstverlening geboden wordt. Vooral de gesprekken tussen medewerkers en klanten hebben hiervoor gezorgd. Klanten geven aan dat ze hun zorgbehoefte beter duidelijk hebben kunnen maken en dat ze meer inzicht hebben in de zorg en overige dienstverlening die ze krijgen. Bij 75 procent van de klanten hebben wij alle behoeften kunnen vervullen. Daar zijn we heel blij mee, want daarmee toont Laurens haar klantgerichtheid aan, zeker omdat bij sommige klanten de zorguren minder geworden zijn. Aan de andere kant ligt er bij de 25 procent waar niet alle behoeften vervuld zijn nog een mooie uitdaging. Creatief ondernemerschap van medewerkers om samen met klanten en informele zorgverleners als mantelzorgers, vrijwilligers en familie te zorgen voor een maximale klanttevredenheid. Een verbeterpunt vanuit de medewerkers is dat de werkprocessen beter ingericht zouden kunnen worden.’ Severijns: ‘We beschikken nog niet over een goed hulpmiddel om de tijdsafspraken en de zorgroutes aan het klantdossier te koppelen. Zodra we die gevonden hebben, kunnen we op dit punt een flinke slag maken.’ Toekomst Eind dit jaar vindt een nieuwe evaluatie van de tevredenheid plaats. Van Dorp: ‘Daarna loopt het project af en moet de werkwijze onderdeel worden van de normale dagelijkse gang van zaken’. •
Als je vroeger je heup brak, was je doodvonnis wel zo’n beetje getekend. Net als bij Greet, een goede vriendin van me. Ze woonde alleen, gleed uit in de douche en brak haar heup. Pas na twee dagen lukte het haar om alarm te slaan. Ze werd geopereerd en ging naar een revalidatiecentrum met uitgebreide verpleging. Ze zag erg op tegen het lange revalidatietraject. ‘Alleen thuis blijven wonen, zit er voor u niet meer in’, werd haar ook nog tussen neus en lippen door verteld. Ze kwam er niet meer bovenop. Dus je begrijpt hoe bang ik was toen ik afgelopen winter een smak maakte door die ellendige sneeuwrommel. Een collumfractuur was het resultaat. Maar goed, ik werd geopereerd, kreeg een ‘triage’ en een ‘klantenprofiel’. ‘Allemaal zorginnovaties mevrouw’, zei de specialist. Of ik even wilde gaan staan. Ik zeg: ‘staan? ‘Ja we beginnen meteen met revalideren’, zegt ie. ‘In drie weken bent u weer helemaal het mannetje. Vrouwtje bedoel ik.’ Mooi vooruitzicht, maar ik moest wel álles zelf doen. Je krijgt een agenda met de dagplanning: om tien uur fysio, om elf uur de ergo. En je moet zelf naar beneden om je eten te bestellen. Allemaal innovatief. Ik was gewoon bekaf toen ik thuiskwam! Het voordeel van al die nieuwerwetse inzichten is wel dat ik vier weken na mijn slippertje weer lekker thuis was. Weer mijn eigen boontjes kan doppen en ik gelukkig gewoon weer deze column kan schrijven. Anders zat Laurens mooi met een breuk in de reeks columns: een columnfractuur. Hé, da’s een mooi woord voor galgje, dacht ik. Krijg je nooit genoeg van, van die ouderwetse spelletjes. •
Stien Laurens 21
Nieuws
Innovatieve inloop KamaLotus Op woensdag 20 april vond de officiële naamsinwijding plaats van KamaLotus; de Surinaams-Hindoestaanse inloop in Laurens De Aarhof. In deze inloop bepalen de deelnemers zelf wat er op het programma staat. Centraal bij de wekelijks inloopmiddagen staat de Hindoestaans-Surinaamse cultuur. Caroline Augustinus, locatiemanager van De Aarhof: ‘Hier in Zevenkamp wonen veel Surinaamse ouderen; deze inloop voorziet in een groeiende behoefte. Bijzonder is dat het initiatief voor de inloop van de ouderen zelf kwam en dat de deelnemers zelf het activiteitenprogramma bedenken en organiseren. Dat maakt KamaLotus écht klantgericht. De Aarhof heeft daarbij een faciliterende rol.’ KamaLotus staat echter nadrukkelijk open voor alle ouderen in Zevenkamp; niet alleen voor bewoners van De Aarhof. De interactie tussen ‘gekleurden’ en ‘witten’, zoals de betrok-
kenen dat zelf zeggen, is heel respectvol. Augustinus: ‘Ik merk dat er veel belangstelling is voor elkaars cultuur. Samen eten is vaak een goede aanleiding om in gesprek te gaan over elkaars geschiedenis, gewoonten, normen en waarden. En het mooie is dat niet alleen deelnemers en klanten van De Aarhof elkaar weten te vinden maar ook medewerkers en vrijwilligers.’ Bij de inloop komen nu nog vooral mensen zonder zorgindicatie. Augustinus: ‘We denken dat er ook een behoefte is onder mensen die voor een Wmo-indicatie in aanmerking komen. We hopen deze groep beter te kunnen bereiken via de eigen Hindoestaanse gemeenschap en door goed gebruik te maken van mond-tot-mondreclame.’
Zélf controles uitvoeren dankzij mobiel DiabetesStation Nederland kent 850.000 diabetici en met een jaarlijkse stijging van negen procent neemt dit aantal rap toe. Om budgetproblemen en toenemende druk op huisartsen en ziekenhuizen te voorkomen, ontwikkelde IPT Telemedicine uit Huizen in samenwerking met het Erasmus MC een mobiel DiabetesStation. Dit interactieve meetstation stelt de klant in staat zelfstandig de controles – gewicht, bloeddruk, glucose, oog- en voetfoto’s en BMI – uit te voeren. De gegevens worden doorgestuurd naar de behandelend arts en als er afwijkingen zijn, wordt de klant direct opgeroepen. De virtuele poli heeft acht taalopties en is dankzij de visuele en verbale begeleiding ook zelfstandig door analfabete klanten te gebruiken. Omdat het mobiele DiabetesStation de zelfredzaamheid van de klant zeer ten goede komt – de klant kan zelf de controles uitvoeren op een moment dat het hem of haar schikt – is Laurens momenteel in bespreking met IPT Telemedicine over de plaatsing van zeven DiabetesStations op verschillende Laurens locaties. Naar verwachting zal in het najaar van 2011 het eerste station geplaatst worden.
22 Laurens
R&D van Laurens wordt I&O
Unieke aanpak slikproblemen Vanaf 1 juni kunnen mensen zonder verwijzing van de huisarts terecht bij de logopedist. ‘De drempel om naar ons toe te komen wordt lager’, zegt Ankerien Gerretse, teamleider van de polikliniek logopedie van Laurens Antonius IJsselmonde. Naast mensen met neurologische spraak- en taalproblemen ondersteunt het team in IJsselmonde ook klanten met slikproblemen, onder meer met het medisch onderzoeksinstrument FEES. Gerretse: ‘Dikwijls hebben mensen slikproblemen na een beroerte. Veel MS- en Parkinsonpatiënten kampen ermee. Maar slikproblemen kunnen ook ontstaan door andere oorzaken zoals spierziekten of ouderdom.’ Om slikproblemen beter in beeld te krijgen, werkt het team van Laurens Antonius IJsselmonde sinds 2009 onder meer met: de Functionele Endoscopische Evaluatie van het Slikken (FEES). Het is een flexibel slangetje met een cameraatje eraan dat via de neusholte naar binnen wordt gebracht en boven de keel blijft hangen. ‘Wij kunnen daarmee heel precies zien wat er misgaat bij het slikken en onze behandeling daarop inrichten’, vertelt Gerretse. Laurens Antonius IJsselmonde is de enige logopedische polikliniek in de regio die met dit instrument werkt. Mensen kunnen wel naar een ziekenhuis voor een FEES-onderzoek, maar moeten vaak erg lang wachten tot ze aan de beurt zijn. ‘Bij ons kunnen ze binnen een week terecht.’ Het team in IJsselmonde behandelt slikproblemen ook met nieuwe technieken, waaronder biofeedback en electrostimulatie.
Research & Development (R&D) mag dan binnen het bedrijfsleven een bekend begrip zijn; binnen de zorgsector roept het vooral vraagtekens op. Vandaar dat de concerndienst R&D onlangs besloot haar naam te wijzigen in Innovatie & Ontwikkeling. ‘Die vlag dekt de lading beter en maakt duidelijk wat wij doen’, zegt directeur Hans Stravers. De concerndienst bestaat uit twee afdelingen: Marketing & Communicatie (samen met het UITbureau voor ouderen) op de Groene Tuin en de afdeling Bouw & Beleid op de Nieuwe Binnenweg. Er werken in totaal ruim 30 mensen. De concerndienst I&O houdt zich onder meer bezig met de in- en externe communicatie, de inzet van sociale media, merkbeleid, het beleid rondom strategisch ondernemen en de ontwikkeling van nieuwe communicatie applicaties. Daarnaast richt I&O zich op het in de markt zetten van (nieuwe) dienstverlening en producten. Denk bijvoorbeeld aan nieuwe dienstverlening op het gebied van Zorg aan Huis, bouwprojecten zoals het revalidatiehotel dat momenteel ontwikkeld wordt naast het Ikazia Ziekenhuis of de introductie van mobiele diabetesstations (zie pagina 22). Het zijn stuk voor stuk voorbeelden van klantgerichte innovaties waarbij I&O een cruciale rol heeft. Stravers: ‘Doordat je op zo’n afdeling een groep mensen concentreert met heel verschillende achtergronden en zienswijzen kun je echt een innovatieve kracht ontwikkelen. Er zitten mensen met een marketing- en communicatie achtergrond, bedrijfseconomen, gezondheidswetenschappers, et cetera. Dat levert de creativiteit op die we nodig hebben om onszelf te blijven ontwikkelen.’
Telewondmonitoring Moesten Laurens Zorg aan Huis-klanten met een ulcus cruris (een open been) voorheen geregeld voor controle naar het ziekenhuis, tegenwoordig worden ze thuis gemonitord en behandeld door gespecialiseerde verpleegkundigen. Na een uitgebreid onderzoek door een dermatoloog in het ziekenhuis wordt de klant aangemeld voor het telewondmonitoringsysteem van Ksyos. De klant wordt vervolgens om de dag behandeld door de gespecialiseerde verpleegkundige. Verslechtert de situatie, dan maakt de verpleegkundige foto’s die ze samen met de wondomschrijving inlaadt in het monitoringsysteem. Binnen 24 uur reageert de arts met zijn of haar advies. Is er een kweek nodig? Dan neemt de verpleegkundige die af voor een test in het lab waarna ook die uitslag in het systeem gezet wordt. Grote voordeel is niet alleen dat de klant reistijd bespaart wordt, er kan op deze manier ook sneller en adequater gehandeld worden, waardoor een situatie minder snel verslechterd. De pilot die in 2008 startte in de Rotterdamse deelgemeenten Hilligersberg en Overschie wordt momenteel uitgerold in Lansingerland en Rotterdam-Centrum.
Laurens 23
Laurens
&
Hans van der Stap
Nog dit jaar wordt gestart met de herontwikkeling van het conferentiehotel op het landgoed Olaertsduyn in Oostvoorne. In dit nieuwe complex van Laurens komen zestig zorgappartementen en veertig woonplaatsen voor mensen met dementie. ‘Het is slechts één van de innovatieve projecten van Laurens die wij financieel steunen’, zegt Hans van der Stap, voorzitter van het Sint Laurensfonds.
‘Laurens timmert hard aan de weg met zorgvernieuwing’ ‘Natuurlijk, het is een flinke investering zo’n landgoed’, zegt Van der Stap. ‘Ons fonds betaalde de aankoopsom. We gaan ervan uit dat we die op termijn weer terugkrijgen. Het gaat om een fors bedrag. Dit project had Laurens moeilijk uit eigen zak kunnen betalen. Laurens timmert hard aan de weg als het gaat om zorgvernieuwing. Dat verdient onze steun.’ Al meer dan 350 jaar staat het Sint Laurensfonds de meest kwetsbare groepen in de samenleving financieel bij. De stichting is net als Laurens genoemd naar Sint Laurens de beschermheilige van de armen en de patroon van Rotterdam. Het fonds komt voort uit het R. K. Parochiaal Armbestuur van Rotterdam (1857) dat in 1651 begon onder de naam Gemeene Armen-Borse. Van der Stap: ‘Tegenwoordig richten we ons vrijwel uitsluitend op maatschappelijke organisaties in de regio Rotterdam voor kwetsbare jeugdigen en ouderen. De kernwaarden van de katholieke charitas vormen nog steeds ons uitgangspunt.’ Naast de herontwikkeling van Olaertsduyn, heeft Laurens een beroep gedaan op het fonds voor de aanstelling van twee lectoren ouderenzorg aan de Hogeschool Rotterdam. Van der Stap: ‘Ze proberen jongeren zo goed mogelijk op te leiden en te enthousiasmeren voor een baan in de sector. Zo kunnen ze gelijk de beste studenten binnenhalen. Heel slim.’
24 Laurens
Verder ontvangt Laurens onder meer financiële steun voor de ontwikkeling van specifiek voorlichtingsmateriaal, waaronder een documentaire, voor de eerste generatie Turkse- en Marokkaanse vrouwen in de regio. Van der Stap: ‘De vrouwen krijgen in hun eigen taal informatie over de zorgvoorzieningen in de buurt. Dat vind ik zinnige projecten, want veel van hun kinderen willen of kunnen niet altijd meer voor hun ouders zorgen. Laurens helpt deze ouderen vooruit in dit emancipatieproces.’ Van der Stap, voormalig notaris in Rotterdam, is al sinds 1999 voorzitter van het fonds. Het project dat hem door de jaren heen het meest is bijgebleven is dat voor palliatieve zorg bij Laurens Antonius IJsselmonde. ‘Dat was zo’n tien jaar geleden, toen de palliatieve zorg nog in de kinderschoenen stond. Ik was erg onder de indruk van de zorg die daar werd gegeven aan ouderen in hun laatste levensfase. Toen al was Laurens heel vooruitstrevend bezig.’ • Meer informatie over het Sint Laurensfonds: www.sintlaurensfonds.nl.