SAMEN voor de jeugd Academische Werkplaats jeugd Publieke gezondheid, Noordelijk Zuid-Holland.
NIEUWSBRIEF 1 FEBRUARI 2012
AWP-j NZH Samen voor de jeugd, kennis uit praktijk, beleid, onderzoek en onderwijs bundelen en de zorg voor jeugd versterken. Dat is de opdracht die 15 organisaties in de regio Noordelijk Zuid-Holland oppakken in de Academische Werkplaats jeugd (AWP-j NZH). Professionals uit de wetenschap, jeugdgezondheidszorg, geestelijke gezondheidszorg voor jeugd, jeugdzorg, jeugdwelzijn en onderwijs ontwikkelen kennis en instrumenten in samenspraak met ouders en jongeren. Ketenzorg en ondersteuning van CJG’s zijn de kaders voor de onderzoeksprojecten Samen opletten, Samen opvoeden, Samen optreden en Samen opleiden.
De AWP-j NZH wordt financieel ondersteund door ZonMW. www.zonmw.nl/academischewerkplaatsenjeugd Vanuit de werkplaats wordt nauw samengewerkt met de AWP Publieke Gezondheid NZH.
In deze nieuwsbrief vindt u informatie over de AWP-j NZH en de onderzoeksprojecten. • Samen voor de jeugd: Plannen en doelstellingen • De ontwikkel- en onderzoeksagenda van de AWP-j NZH • Samen Opletten: Risicotaxatie en –management, Interview met een onderzoeker uit de praktijk • Samen Opvoeden: Beter bereiken van migrantengezinnen met opvoedingsondersteuning • Samen Optreden: 1 Gezin, 1 Plan • Samen Opleiden: Implementatie en Onderwijsnetwerk • Ontwikkeling van uniforme vragen lijsten in de JGZ • Nieuw project: Scheiding, een integrale aanpak • Column: Transitie in de jeugdzorg: uitdaging voor de AWP-j NZH
De partners in de werkplaats zijn: TNO, LUMC, GGD Hollands Midden, GGD Den Haag, GGD Zuid-Holland West, Stichting Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West, Stichting Bureaus Jeugdzorg Haaglanden/ Zuid-Holland, Curium-LUMC, Jong Florence, Stichting De Jutters, Stichting Jeugdformaat, Stichting Kwadraad – Maatschappelijke Dienstverlening, Gemeente Den Haag -Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Programmabureau Jeugd, Universiteit Leiden - faculteit Sociale Wetenschappen, De Haagse Hogeschool.
Als u de nieuwsbrief van de AWP-j NZH niet meer wilt ontvangen kunt u een mail sturen naar
[email protected]
NIEUWSBRIEF AWP-j NZH
nieuws uit de AWP-j NZH - Op 7 december 2011 is de voortgang van de werkplaats gepresenteerd voor een commissie van de financier, ZonMw. - ZonMw honoreert de aanvraag voor het kortdurende project ‘Bereik van moeilijk bereikbare groepen’, via (in)formele netwerken in de wijk, door CJG’s in Den Haag.
Samen voor de Jeugd: plannen en doelstellingen De AWP-j NZH heeft met subsidie van ZonMw tot 2015 de tijd om de zorg voor jeugd in de regio te onderbouwen met behulp van onderzoek. ‘Samen voor de Jeugd’ moet zichtbaar worden in: ● Samenwerken als middel voor aantoonbare verbeteringen in de zorg voor jeugd; ● Samen onderzoeken als inspiratiebron voor partners in CJG’s om met verbeteringen aan de slag te gaan; ● Samen optrekken met ouders en jeugd als herkenbaar aspect in opbrengsten van de AWP-j NZH.
- Op 19 maart 2012 verzorgt de AWP-j NZH een workshop tijdens het Congres Jeugd in Onderzoek.
Een sterke zorgketen van professionals met keuzemogelijkheden stelt ouders en jongeren in staat regie te voeren op hun eigen zorgprogramma, op basis van hun behoeften. Dat vraagt om CJG’s die ouders en jongeren direct toegang bieden tot kennis en deskundigheden. Ook nieuwe vraagstukken uit de CJG-praktijk worden, vanuit de werkplaats, opgepakt om kinderen en jongeren voor te bereiden op deelname aan de maatschappij. De overtuiging bestaat dat met de opbrengsten uit de projecten het bestaansrecht van de werkplaats dubbel en dwars bewezen wordt en dat de samenwerking tussen praktijk, beleid, onderzoek en onderwijs ook na 2015 voortgezet kan worden.
- Op 28 maart 2012 biedt de AWP-j NZH een Masterclass ‘Alles draait om implementatie’ aan, op De Haagse Hogeschool.
Voor meer informatie over de werkplaats kunt u contact opnemen met: Paul Kocken Coördinator AWP-j NZH E
[email protected]
- Op 11 en 12 april 2012 presenteert de AWP-j NZH de uniforme signaleringslijst voor de JGZ tijdens het Nationaal Congres Volksgezondheid - Aan de website ‘Samen voor de jeugd’ wordt gewerkt. De lancering is gepland voor maart 2012. U vindt nu al informatie over doelstellingen en opzet van projecten op de website: www.awpgnzh.nl
Nieuw Project: Scheiding; een integrale aanpak In Nederland eindigt tussen de 40 en 50% van de huwelijken in een scheiding. Naar schatting maken 70.000 thuiswonende kinderen per jaar een (echt)scheiding van hun ouders mee. In de jeugdzorg zijn die kinderen oververtegenwoordigd. Met een kortlopend project vanuit de AWP-j heeft Ineke van Wezel van Kwadraad het initiatief genomen om het relatie-ondersteunende aanbod en preventie-activiteiten van CJG’s rond aan scheiding gerelateerde problemen in kaart te brengen. Samen met TNO en de GGD Hollands Midden beantwoordt Kwadraad de volgende vragen: Wat bieden de verschillende organisaties rond het thema aan? Bestaan er lacunes in het aanbod, in relatie tot de beschikbare kennis rond echtscheidingsproblemen? Bestaan er interventies om deze lacunes op te vullen? En, met welke vormen van samenwerking in de regio, door welke organisaties en op welk vlak kunnen CJG’s versterkt worden? In volgende nieuwsbrieven leest u meer over dit project. Voor meer informatie over dit project kunt u contact opnemen met: GGD-HM Marjanne Bontje E
[email protected]
2
FEBRUARI │ 1
Ontwikkel- en onderzoekagenda van de AWP-j NZH Op 25 mei 2011 is tijdens de aftrapbijeenkomst van de AWP-j NZH een werkcarrousel georganiseerd om een gezamenlijke ontwikkel- en onderzoeksagenda te formuleren. Samen met ouders, jongeren en professionals van de samenwerkingspartners zijn acht actuele inhoudelijke thema’s en aandachtspunten geformuleerd. De figuur geeft een beeld van de kleurrijke thema’s die de leidraad vormen voor samenwerken aan een betere zorg voor jeugd.
Voor elk thema zijn een of meer aandachtspunten geformuleerd om richting te geven aan de ontwikkeling van projecten en activiteiten van de werkplaats. Deze zijn hieronder op een rij gezet. Met elkaar in één academische werkplaats opereren betekent dat de samenwerking: 1. De zelfredzaamheid van ouders en jeugdigen bevordert. Gezamenlijke zorg is een middel en geen doel op zichzelf. 2. De rechten van kinderen als maatstaf hanteert. Die rechten vormen een toetssteen voor de opbrengsten van samenwerking. 3. Outreachend werkt en toegankelijkheid van zorg als uitgangspunten hanteert om ouders en jongeren te bereiken. Buurtvoorzieningen zijn daarbij noodzakelijke partners. 4. Participatie van doelgroepen voorwaardelijk houdt voor praktijk, beleid en onderzoek. Gehoor voor behoeften van ouders en jeugdigen is de kern. 5. Beoordeeld wordt op resultaatverantwoordelijkheid en niet alleen op basis van inspanning. Alleen het resultaat voor ouder en kind telt. 6. Gericht is op kennen en erkennen van alle partners. Vragen uit praktijk en beleid zijn leidend voor onderzoek. 7. Gestuurd wordt door competenties en niet alleen door intenties. Dat betekent samen leren met ouders en jeugdigen. 8. Een afspiegeling is van de diversiteit in de regio. Actief stimuleren van diversiteit van en door medewerkers is noodzakelijk.
3
De eerste twee thema’s zijn overkoepelend en vragen in alle projecten aandacht. Van de overige zes thema’s vraagt ’participatie van doelgroepen’ bijzondere aandacht. Actief zoeken naar mogelijkheden om ouders en jeugd proactief te benaderen is de uitdaging om dat te bereiken. Over de thema’s als leidraad leest u meer in de volgende nieuwsbrief en via de website ‘Samen voor de jeugd’ die binnenkort gelanceerd wordt. Voor meer informatie over de ontwikkelen onderzoeksagenda kunt u contact opnemen met: Paul Kocken E samenvoordejeugd @tno.nl
NIEUWSBRIEF AWP-j NZH
Samen optreden:
Samen Opletten: risicota x ati e e n – m anag e m e nt, Interview met een onderzoeker uit de praktijk
1 g e z i n , 1 p l a n (1 G 1 P)
In een proeftuin in het CJG LeidscheveenYpenburg is een werkwijze voor gezinsbegeleiding uitgetest. Een rapport met de beschrijving van deze nieuwe vorm van zorgcoördinatie in Den Haag wordt afgerond. Binnenkort wordt het rapport besproken met deskundigen van gemeenten en aanbieders van zorg voor jeugd. Dit moet leiden tot adviezen om beleid en werkwijzen voor zorgcoördinatie te verbeteren. Nu de werkwijze voor 1G1P op papier staat, is deze ook bruikbaar voor andere Haagse CJG’s. Zorgcoördinatie is nodig om de samenwerking van professionals uit verschillende organisaties vorm te geven en gezinnen eerder, beter en sneller te helpen. Die samenwerking is vooral gericht op multiprobleem gezinnen en komt tot stand in CJG’s. Onderzoek moet niet alleen opleveren hoe zorgcoördinatie vorm krijgt, maar ook inzicht geven in de kenmerken van gezinnen en hun problemen. De onderzoeker werkt samen met hulpverleners om de ontwikkeling van de werkwijzen van 1G1P uit de regio Den Haag en Hollands Midden in kaart te brengen. Informatie uit enquêtes, interviews en registratie wordt gebruikt om inzicht te krijgen in succes- en faalfactoren voor zorgcoördinatie. Ook ouders en jeugdigen, die gebruik maken van zorgcoördinatie, doen mee met het onderzoek. Zij worden een jaar lang gevolgd om antwoord te krijgen op vragen als: Welke vormen van zorg en zorgcoördinatie gebruiken gezinnen? Is het mogelijk om het gebruik van zorg te voorspellen aan de hand van kenmerken van gezinnen en hun problemen? Voor meer informatie over Samen optreden en de beschrijving van de proeftuin kunt u contact opnemen met: TNO Noortje Pannebakker, promovenda E
[email protected]
4
Vanuit de GGD Hollands Midden werkt Marjanne Bontje sinds mei 2011 als onderzoeker voor het project ‘Samen Opletten’ . Dat heeft als doel: een nieuwe werkwijze ontwikkelen voor risicotaxatie en –management in CJG’s. ‘De termen risicotaxatie en –management zijn niet goed gekozen. Ze leggen de nadruk op problemen en niet op mogelijkheden en kansen voor jeugd en ouders. Juist dat laatste verdient meer aandacht’, aldus Marjanne. Samen met ouders en jongeren de gezondheid, talenten en veiligheid in kaart brengen, volgen en steun op maat bieden als dat nodig is. Voor die uitdaging staan CJG’s, samen met bewoners, scholen, kindercentra en andere voorzieningen in de buurt. Marjanne wil dat CJG-medewerkers meer samen met gezinnen uitzoeken wat er rond kinderen speelt en antwoorden geven op vragen als: Hoe stellen we vast wat er aan de hand is? Moeten we extra opletten en waarop dan? en Wat is er nodig om dat goed te doen? Voor haar onderzoek gebruikt ze kennis uit de wetenschap, van professionals uit de praktijk en van ouders en jeugd. De nieuwe werkwijze wordt uitgetest in Hollands Midden. Daar staat ook de transitie in de jeugdzorg op stapel. (Zie elders in de nieuwsbrief) Volgens beleidsmakers en praktijkinstellingen is het noodzakelijk dat de werkwijze van CJG’s in die transitie past. Onderzoekers zien zo’n verandering als een factor die extra aandacht vraagt. Voor Marjanne is het de uitdaging om de werelden van beleid, onderzoek en praktijk bij elkaar te brengen. De vier CJG’s waar in Hollands-Midden geëxperimenteerd wordt met de transitie in de jeugdzorg zijn het werkgebied voor haar onderzoek. ‘Dat is best lastig. Onderzoek, beleid en praktijk kennen eigen belangen, tempo en focus. Praktijk en beleid zien liever vandaag dan morgen een bruikbaar product waar ze mee aan de slag kunnen. Wetenschap vraagt tijd voor het zoeken naar en nadenken over wat werkt. Onderzoek doen in de praktijk geeft ook energie en kansen om de zorg voor jeugd te verbeteren’, aldus Marjanne. Voor meer informatie over Samen opletten kunt u contact opnemen met: GGD Hollands Midden Marjanne Bontje E
[email protected]
FEBRUARI │ 1
Samen Opleiden of
Samen Opvoeden:
b e t e r b e r e i k e n va n m i g r a n t e n g e z i n n e n m e t o p vo e d i n g s o n d e r s t e u n i n g . Op het JGZ Jaarcongres van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheidszorg, op 15 december 2011, is een poster gepresenteerd. Daar reageerde het publiek enthousiast op de uitnodiging van Krista van Mourik om op haar ‘jubel- en klaagmuur’ ervaringen te delen rond ‘opvoedingsondersteuning voor migrantengezinnen’. Op de klaagmuur zijn opmerkingen geplaatst over de positie van migrantengezinnen. Zij maken beperkt gebruik van opvoedingsondersteuning. De volgende casus illustreert dit: De moeder van Aisha is ontevreden over de hulp die ze krijgt. Een gesprek van een uur met een CJG-medewerker bij haar thuis vraagt veel energie, door haar problemen met de taal. Ze kan niet goed vertellen hoe ze de opvoeding van haar dochter aanpakt. Misschien is ze wel verkeerd begrepen en wat gebeurt er dan? Na deze ervaring maakt de moeder geen gebruik meer van het ondersteuningsaanbod van het CJG. Er zijn ook voorbeelden van migrantengezinnen die wel gebruik maken van opvoedingsondersteuning, maar waarbij de resultaten tegenvallen. Het doel van het project Samen opvoeden is om samen met ouders en CJG-medewerkers een laagdrempelige opvoedingsinterventie aan te passen. Het doel van die aanpassing is om de interventie toegankelijk te maken voor migrantengezinnen én te laten aansluiten op de behoeften van die gezinnen. Dat versterkt het aanbod van CJG’s voor moeilijk bereikbare groepen. Marokkaanse, Antilliaanse en Nederlandse gezinnen met kinderen van 2 tot en met 12 jaar in Den Haag werken mee aan het onderzoek. Interviews met moeders en vaders, professionals en medewerkers van migrantenorganisaties leveren informatie en inzicht op in de behoeften van gezinnen en de factoren die een rol spelen bij het bereiken van de gezinnen. Met die kennis en kennis uit de wetenschap wordt een opvoedingsinterventie gekozen, aangepast en getest. De opbrengsten van het Samen opvoeden worden doorlopend besproken met onderzoekers, gemeenten en professionals in en om CJG’s. Voor meer informatie over Samen opvoeden kunt u contact opnemen met: LUMC, afdeling Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde Krista van Mourik, promovenda E
[email protected] Samen Opvoeden
Het effectief bereiken van migrantengezinnen met opvoedingsondersteuning Drs. Krista van Mourik1,2; Prof. Dr. R. Reis1,2 ; Dr. M.R. Crone1,2 1 Leids Universitair Medisch Centrum, Publieke Gezondheid en Eerstelijnsgeneeskunde 2 Academische Werkplaats Public Health – Jeugd; Noordelijk Zuid-Holland
Aanleiding
Doelstelling
Ontevredenheid over het effectief bereik van risicogroepen met de huidige preventieve opvoedingsinterventies
Een preventieve opvoedingsinterventie aanpassen, in samenwerking met de doelgroep, zodat het effectief bereik groter wordt
Effectief bereik Met effectief bereik wordt bedoeld: - Accessibility: de toegang van gezinnen tot interventies - Acceptability: de mate waarin de inhoud én implementatie van de interventies aansluit bij de behoeften van gezinnen
Onderzoeksaanpak Fase 1 (2011-2012): Kwalitatieve interviews in Den Haag met (1) Antilliaanse, Marokkaanse en autochtone ouders (2) professionals die werken met deze gezinnen
Fase 2: Selectie van een bestaande interventie die aansluit bij de doelgroep. Deze interventie wordt in de oorspronkelijke vorm uitgevoerd en gemonitord. Vraag: Welke factoren spelen een rol bij het aanbieden van de interventie aan de gezinnen?
Vraag: Hoe kan een interventie worden verbeterd, met behoud van de positieve kenmerken, zodat er een betere aansluiting is bij de gezinnen?
Resultaten Een (sociaal-cultureel) aangepaste opvoedingsinterventie Richtlijnen voor het effectief bereiken van migrantengezinnen
Discussie
Klaagmuur Wat kan beter (en hoe)?
Wat zijn uw ervaringen met het werken met migrantengezinnen en het aanbieden van opvoedingsondersteuning?
Noteer het op een post-it, plak het hier en discussieer
Jubelmuur Wat gaat goed (en waarom)? Noteer het op een post-it , plak het hier en discussieer
Contact: Krista van Mourik E-mail:
[email protected]
5
Ontwikkelen van (nieuwe) werkwijzen in de zorg voor jeugd garandeert niet dat die ook op de juiste manier gebruikt worden. Met een Implementatie- en onderwijsnetwerk wordt vanaf de start gewerkt aan succesvol gebruik van vernieuwingen in organisaties die actief zijn in de AWP-j NZH. Dat gaat niet vanzelf. Dat moet je leren, bij voorkeur van en met elkaar. Niet alleen informatie over de vernieuwingen zelf, maar ook toerusting van organisaties en training van professionals die ermee aan de slag gaan is belangrijk. De Haagse Hogeschool ontwikkelt activiteiten om de kennis van de AWP-j NZH te verspreiden. Wat zijn de eerstvolgende activiteiten van het implementatie- en onderwijsnetwerk? • De Masterclass ‘Het draait om implementatie’ op 28 maart 2012: daarin wordt aandacht besteed aan voorwaarden voor het succesvol invoeren of ontwikkelen van vernieuwingen in de zorg voor jeugd. Na afloop beschikken deelnemers over een checklist met voorwaarden voor succesvol invoeren van vernieuwingen. Binnenkort ontvangen praktijkprofessionals, beleidsmedewerkers van gemeenten, onderzoekers en opleiders van partners in de werkplaats een uitnodiging om deel te nemen. • Twee kenniscarrousels. Daarin delen de onderzoekers, andere partners uit de werkplaats en inhoudelijk deskundigen kennis en ervaringen die relevant zijn voor het werken aan risicotaxatie en coördinatie van zorg in en om CJG’s. Voor informatie over Samen opleiden kunt u contact opnemen met: De Haagse Hogeschool Marion van de Sande E
[email protected]
Vraag: Welke factoren spelen een rol bij het effectief bereiken van gezinnen met opvoedingsinterventies?
Fase 3: De interventie wordt aangepast op basis van de resultaten uit fase 2. De aangepaste interventie wordt in een pilotstudie getest.
‘ Wat d o e t h e t i m p l e m e n tat i e e n o n d e r w i j s n e t w e r k va n d e AW P - j NZH ? ’
NIEUWSBRIEF AWP-j NZH
Ontwikkeling
Transitie in de jeugdzorg:
De academische werkplaatspartners TNO en GGD Den Haag ontwikkelen een uniforme signaleringslijst voor het signaleren van gezondheidsproblemen tijdens het Preventieve Gezondheidsonderzoek (PGO) bij 5/6 en 10/11 jarigen. De lijst is in samenwerking met de vertegenwoordigers van Jeugdgezondheidszorg (JGZ) samengesteld en in concept klaar. Het project ontvangt subsidie van Zon Mw. In de JGZ vullen ouders, meestal voorafgaand aan een PGO, een signaleringslijst in. Elke JGZ-organisatie gebruikt daarvoor eigen vragenlijsten gericht op verschillende gezondheidsproblemen. Die signaleringslijsten zijn beperkt gebaseerd op theoretisch onderbouwde of gevalideerde vragenlijsten. JGZ-organisaties hebben behoefte aan meer onderbouwing en standaardisatie van de signaleringslijsten. In samenwerking met de JGZ-praktijk is een conceptvragenlijst ontwikkeld. Daarvoor zijn in een literatuuronderzoek gezondheidsonderwerpen (bijv. zindelijkheid) geselecteerd op basis van o.a. prevalentie en ziektelast. Vervolgens zijn beschikbare meetinstrumenten/vragenlijsten geïnventariseerd, zoals de vragen in de lokale en nationale monitor Jeugdgezondheid. Op dit moment testen de onderzoekers van TNO en GGD Den Haag of de signaleringslijst bruikbaar is voor ouders en JGZ-medewerkers. Dit onderzoek wordt uitgevoerd bij de GGD Den Haag (PGO) en GGD regio Twente (Triage). Op basis van de uitkomsten van het bruikbaarheidsonderzoek wordt de signaleringslijst aangepast en definitief vastgesteld. In de JGZ is de interesse voor de uniforme signaleringslijst groot. Het project wordt op het Nederlands Congres Volksgezondheid, op 11 en 12 april 2012 in het VU Medisch Centrum Amsterdam gepresenteerd.
R e n É F.W. D i e k s t r a
va n u n i f o r m e v r ag e n l i j s t e n i n d e J e u g d g e z o n d h e i d s z o r g ( JGZ )
Voor meer informatie over het project kunt u contact opnemen met: TNO Meinou Theunissen E
[email protected]
6
uitdaging voor de AWP-j NZH
De context is ook een interventie, stelt Fishman in zijn baanbrekende boek ‘The case for pragmatic psychology’. Omgevingsfactoren zijn vaak mede beslissend voor het succes of falen van methodische interventies. Op basis van het huidige regeerakkoord komen alle vormen van jeugdzorg uiterlijk 2016 onder verantwoordelijkheid van de gemeenten. Deze contextwijziging, dus interventie, van het kabinet heeft ingrijpende gevolgen voor de organisatie en uitvoering van de zorg voor jeugd. Met deze herinrichting wil de overheid de zorg voor jeugd zo vereenvoudigen, dat niet alleen de effectiviteit maar ook de efficiency verhoogd wordt. Dat alles gaat ook nog eens gepaard met een totale besparing van circa 300 miljoen euro. Zowel het kabinet als de Vereniging van Nederlandse Gemeenten hamert er op dat het voor alles gaat om een transformatie van de jeugdzorg, om een zorginhoudelijke vernieuwing. Crux van de beoogde vernieuwing is een verschuiving van probleemgerichte, door professionals bepaalde en uitgevoerde interventies, naar oplossingsgerichte en mede door ouders en jeugd vorm gegeven en uitgevoerde interventies. Ietwat kort door de bocht geformuleerd: het individuele recht op (professionele) zorg wordt getransformeerd in een gezamenlijke plicht van ouders, jeugd en professionals om de best passende en meest duurzame oplossingen te vinden. Een belangrijk aspect van die plicht voor alle betrokkenen is om ten aanzien van opvoeding en ontwikkeling een meer proactieve en preventieve instelling te ontwikkelen dan thans vaak het geval lijkt. Professionals en instellingen dienen zoveel mogelijk uit hun aanbodgerichte houding te komen. Zij moeten, in hun werkgebieden, actief op zoek naar vragen en kwesties die leven bij ouders en jeugd en naar vroegtijdige signalen van mogelijk toekomstige problemen. Van ouders en andere opvoeders, zoals leerkrachten en jeugd(sport)begeleiders, wordt verwacht dat zij actief relevante kennis, begrip en vaardigheden verwerven omtrent opvoeding en ontwikkeling. Ouders, jeugdigen en professionals zijn samen de stromen die een brede en krachtige rivier van universele preventie gaan vormen. In de beoogde transformatie van de zorg voor jeugd wordt een belangrijke rol toegekend aan de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG). Twee belangrijke motieven voor de ontwikkeling van CJG’s waren: inrichting van de zorg in samenspraak met de doelgroepen en meer nadruk op universele preventie. Dat roept een aantal uitdagende als ook lastige, vragen op. Ik noem er enkele. 1) Is het CJG het meest geschikte toegangsloket voor de (getransformeerde) zorg voor jeugd? 2) Is de jeugdzorg, in het bijzonder het CJG, voldoende uitgerust voor universele preventie zoals bedoeld? 3) Zijn de professionals in en om de CJG’s, voldoende in staat participatie van opvoeders, jeugdigen en omgeving in vormgeving, uitvoering en evaluatie van zorg te stimuleren en integreren? Dat laatste vergt onder andere de vaardigheid om in verschillende ketens werkzaam te kunnen zijn. Mijn inziens zijn de antwoorden op de drie genoemde vragen nog open. De AWP-j NZH staat voor de uitdaging om met de projecten die zij uitvoert op genoemde vragen antwoorden te helpen geven.