V E R S L AG C O N G R E S
‘Samen vernieuwen in de Wmo’ 15 juni 2015
Ruim 650 mensen uit allerlei gemeenten en instellingen voor zorg en welzijn verzamelen zich maandag 15 juni voor het congres ‘Samen vernieuwen in de Wmo’ in Nieuwegein. Een mooie congrestitel: de grote vraag is natuurlijk of dat samen vernieuwen ook wordt waargemaakt. Deze dag geeft hier antwoord op: te beginnen met interessante paneldiscussies tussen bestuursleden. Erna volgt een carrousel met korte presentaties van innovatieve (samenwerkings)projecten die overal in het land al draaien. Ook vinden er maar liefst 24 workshops die qua onderwerpen alle kanten uitwaaieren, maar dezelfde boodschap hebben: wie over muurtjes heen kan kijken, ziet een wereld van mogelijkheden opengaan!
Als aftrap voelt dagvoorzitter Lennart Booij staatssecretaris Martin van Rijn aan de tand over de decentralisatie. Vindt hij de operatie geslaagd? Dat kun je pas zeggen als mensen merken dat de zorg dichterbij is gekomen, stelt Van Rijn. “Dat was ook een belangrijke reden om decentralisatie te beginnen: betere zorg, dichter bij de burger. Goede zorg aan de voorkant helpt nu eenmaal meer dan sleutelen aan de achterkant.” Natuurlijk zijn er nog zaken voor verbetering vatbaar, maar er is al een aantal belangrijke stappen gezet. “Vergeet niet dat in het begin gemeenten en aanbieders van zorg en welzijn nog vaker met de ruggen naar elkaar toe stonden”, memoreert hij. Nu zie je volop samenwerking tussen partijen en tussen aanbieders van zorg en welzijn onderling. Er is echt genoeg om positief over te zijn.”
Hierna boog een panel zich over een casus uit de praktijk: hoe gaat het met Bertha? De casus: Bertha is een bewoonster van een Rotterdamse wijk. Ze kent de hele straat en vice versa. Kortom: Bertha participeert volop. Maar op gezette tijden heeft ze zelf ook ondersteuning nodig: anders liggen vervuiling en brandgevaarlijke situaties op de loer. Die ondersteuning krijgt ze nu van het wijkteam. Prima geregeld, maar… de ondersteuning van het wijkteam houdt wel op na een half jaar omdat Bertha geen indicatie heeft. Panelleden: Jacobine Geel, voorzitter GGZ NL Jan Laurier, Voorzitter Federatie Opvang Marijke Vos, voorzitter MOgroep Mariëtte van Leeuwen, bestuurslid VNG en wethouder Economie in Zoetermeer
Het panel vindt… ..unaniem dat die ondersteuning van het wijkteam niet zomaar kan stoppen na een half jaar. Marijke Vos: “In zo’n wijkteam zitten mensen die de wijk en het vak kennen. Geef ze de ruimte! Absurd als zij al na een half jaar niets meer mogen doen.” Bovendien blijkt ook nog dat Bertha niet zomaar een indicatie kan krijgen: een dossier over haar ontbreekt. Meer soepelheid in zorgverlening is dringend gewenst, aldus Jan Laurier: “Een indicatie stopt mensen weer meteen in zorghokjes. Maar bij Bertha speelt soms wel, soms geen zorgvraag.”
Ook de VNG wil dit soort grensgevallen graag oplossen, benadrukt Mariëtte van Leeuwen. Er is genoeg gezond verstand bij gemeenteambtenaren, betoogt ze: “Ze willen echt niet alles vastleggen in regels.” Probleem is natuurlijk de altijd aanwezige vraag over de centen: Wat moet er wel en niet uit de Wmo worden betaald? En krijgen medewerkers in de sociale (wijk)teams de ruimte om zelf door te verwijzen naar de tweedelijns zorg? De zorgpanelen zijn nog steeds flink aan het schuiven, ziet Jacobine Geel. Daar zit ook een kartelrand aan, geeft ze eerlijk toe: “We moeten als zorgverleners erkennen dat onze eigen sectoren betekenis verliezen ten gunste van wat we samen kunnen doen voor de patiënt. Dat is best een strijd voor ons allemaal!”
Nieuw panel, andere casus: ontmoetingshuizen voor kwetsbare mensen De casus: Binnen de gemeente Molenwaard staan drie ‘Huizen van de Waard’. Hier ontmoeten kwetsbare burgers, buurtbewoners en bedrijven elkaar voor nieuwe vormen van dagbesteding. De activiteiten worden uitgevoerd door vrijwilligers met een professionele back-up. De Huizen betekenen veel: minder belasting voor mantelzorgers, preventie en het herkennen van verborgen eenzaamheid. De ‘Huizen’ willen graag de mensen bereiken die hun dagbesteding verliezen. Een knelpunt dat tijdens de discussie werd uitgelicht is dat ze niet weten om wie het gaat vanwege de wetgeving op privacy. Panelleden: Heleen Dupuis, voorzitter VGN Jan de Vries, directeur MEE Nederland Guus van Montfort, voorzitter Actiz Mariëtte van Leeuwen, bestuurslid VNG en wethouder Economie in Zoetermeer
Het panel vindt… … de toegang tot dossiers eigenlijk geen probleem. Gewoon een kwestie van vragen aan cliënt of familie of er een beperkt aantal persoonlijke gegevens naar het vrijwilligersinitiatief mag worden gestuurd. Een stuk lastiger vindt het panel de positie van vrijwilligers(projecten) ten opzichte van formele zorg en ondersteuning en gemeenten. “Eigenlijk is het ‘modeldenken’ bij gemeenten de grootste bedreiging voor dit soort initiatieven”, vindt Jan de Vries. “Gemeenten moeten durven loslaten. Tegelijkertijd is samenwerking met professionals van
groot belang, om de kracht en professionaliteit van medewerkers te blijven benutten”. Guus van Montfort haakt hierop in met een voorbeeld over zorgcorporaties. Deze zetten zich in voor een mix van kleinschalig wonen, zorg thuis, klussendiensten en dagbesteding, zodat mensen zo lang mogelijk in hun eigen omgeving blijven wonen. “Deze zorgcorporaties zie je nu overal ontstaan. Ik wil gemeenten uitnodigen die niet te zien als concurrerend maar als aanvullend”, pleit hij. Heleen Dupuis gaat nog een stap verder. Ze roept gemeenten op om vooral geen Wmo-beleidsplan voor welzijn te maken: Laat dat aan de instellingen over, zij hebben de meeste ervaring hierin. Vernieuwing komt van instellingen en professionals. Geef hen de ruimte!” Mariëtte van Leeuwen nodigt de instellingen uit om met voorstellen te komen: “Gemeenten willen dit mogelijk maken”. Zij zegt dat gemeenten niet meer in een ivoren toren zitten. De samenwerking met zorgpartijen is er wel degelijk. Ook onderling trouwens: zorgorganisaties die eerst met de rug naar elkaar toe stonden, vinden elkaar nu wel.”
Caroussel: marktplein vol innovaties De praktijk weet het allang: innoveren is een werkwoord. Tijdens een inspirerende carrousel presenteerden tal van projecten en initiatieven zich in hun eigen ‘marktstand’ aan hun nieuwsgierige publiek. Allemaal kleurrijk, gedurfd en dwarsdenkend. Een greep: - Een ontwerpstudio die een app demonstreert voor ondersteuning van stemmenhoorders - Innovatieve samenwerking tussen zorg, welzijn en burgers in de wijk, met mooie successen - Vliegende wijkbrigades van ervaringsdeskundigen die contact leggen met mensen die hulp nodig hebben - De kracht van theater gebruiken om ketenpartners samen te brengen en beleid concreet te maken
Ook in de workshoprondes blijkt hoeveel innovatiekracht er in de praktijk al wordt benut. Sectoren maken verrassende verbindingen met elkaar, burgers laten duidelijk blijken dat ze mee willen doen en denken over wat ze kunnen betekenen voor hun omgeving. “Ik wist niet dat er al zoveel gebeurde op zoveel verschillende manieren!”, aldus een enthousiaste bezoeker.
WORKSHOP 1:
Buurtcirkel Wendy Boekhorst, Andrea Stierman,Tanya Smiley, Tristan Forrestier en Lenka Antonia, Pameijer Een buurtcirkel is een groep van 9 tot 12 mensen die zelfstandig wonen en door familie, vrienden en vrijwilligers worden ondersteund. Een netwerk voor klussen en diensten, dat de ontwikkeling van eigen talent en interesses stimuleert en leidt tot meer vertrouwen. Ook een prima instrument om de eenzaamheid te bestrijden! Via Pameijer lopen draaien nu 14 cirkels in de regio Rotterdam.
“Een buurtcirkel leidt tot minder dominantie van de zorgprofessional. Bij voldoende succes streeft Pameijer naar eigen overbodigheid.”
Aanwezige wethouder: “Ook interessant voor mijn gemeente!”
WORKSHOP 2:
De participatiesamenleving: ook voor mensen met psychische problemen Cora Brink, projectmedewerker zelfregie Landelijk Platform GGz, Eleonor Willemsen, coördinator Stichting Door en Voor en Anne-Marie van Bergen, senior adviseur Movisie Bij herstel kan participatie fungeren als middel en doel, afhankelijk van de invulling die iemand er zelf aan geeft. Toepassen van de herstelbenadering is essentieel: uitgaan dus van de mogelijkheden in plaats van de beperkingen. Ook ervaringsdeskundigheid, enorm in opmars, kan veel betekenen voor mensen. Doordat zij hun ervaring met hun problemen kunnen benutten in het contact met anderen, is de ‘social return on investment’ groot. Dit soort vormen van zelfregie zijn met voldoende samenwerking, erkenning en financiën goed te realiseren.
“Herstel is altijd individueel bepaald en gaat in de kern over het herpakken van je identiteit”
WORKSHOP 3:
Blended hulpverlening de standaard Boris Stil, Kwadraad Maatschappelijk Werk en Rob Snoeren, Coöperatie I-kracht
Online hulp combineren met telefonische en face-to-face contacten: blended hulpverlening in één zin. Het biedt duidelijk nieuwe kansen en mogelijkheden om de cliënt te bedienen. Als mensen zelf kunnen kiezen voor de manier van begeleiden die bij hen past, krijg je ook de beste resultaten. De uitdaging is om gemeenten te overtuigen: in het huidige transformatieproces zijn zij vaak nog niet toe aan dergelijke innovatie-investeringen.
“Digitaal werkt: 40% van de mensen die zich nu online bij ons aanmeldt, had dit anders niet gedaan.”
“Online kunnen cliënten vaak moeilijk hun emotie overbrengen. Daarom zal digitale hulpverlening altijd een aanvulling zijn op face-to-face hulpverlening.”
WORKSHOP 4:
De toekomst van Gerben. Een burger met een verstandelijke beperking Corrie van Randwijk, landelijk directeur Philadelphia, Gerben, burger met een verstandelijke beperking Manon van Ingen, begeleider van Gerben ‘De toekomst van Gerben’ ziet Philadelphia als een persoonlijk netwerk om hem heen: ontmoetingsplek, begeleider, naastbetrokkenen, eventuele cursussen en werk/dagbesteding. DigiContact is een onderdeel van dit arrangement en flexibiliseert de ondersteuning. Gerben demonstreert hoe hij ieder moment van de dag zijn begeleider vragen kan stellen via beeldbellen. Ofwel: effectievere ondersteuning terwijl er minder ondersteuning aan huis nodig is. Met 900 cliënten begint DigiContact nu steeds verder vorm te krijgen.
Manon (begeleider): “Ik ben gaan inzien dat het DigiContact Gerben echt blij maakt!”
WORKSHOP 5:
Mantelzorgondersteuning in West-Friesland Olga Slagter en Erna Molenaar, Kennisplatform Mantelzorg West-Friesland
Het Kennisplatform Mantelzorg West-Friesland werkt samen met gemeenten om mantelzorgers beter te informeren en te ondersteunen. Het platform richt zich op diverse doelgroepen. Zo wil het mantelzorgers meer bewust maken van hun rol en zelf de regie laten nemen. Daarnaast stimuleert het platform een betere samenwerking van professionals en vrijwilligers met de mantelzorger. Ook bij zorgorganisaties en gemeentes wordt gepleit voor een volwaardige positie van de mantelzorgers.
“Onze boodschap aan de zorgprofessional: Het gaat er niet alleen om wat mantelzorgers kunnen doen, maar wat ze nodig hebben…!”
WORKSHOP 6:
30% van de hulpvragen in een buurtteam aanvullen met informele zorg. Hoe doe je dat? Irene Domburg, Netwerk Informele Zorg, Marleen van Zijl, U Centraal en Mieke Teunissen, gemeente Utrecht Een ambassadeur van het Netwerk Informele Zorg kan buurtteams begeleiden wat betreft de mogelijkheden voor informele zorg. Die zijn er volop: in potentie zou 60% van de gevallen naast de professionele zorg ook kunnen beschikken over informele zorgverleners. Deze worden begeleid door hun eigen vrijwilligersorganisaties, zodat het buurtteam niet extra wordt belast. En in de toekomst? Dan hoopt het netwerk de kansen van informele zorg eerder in beeld te krijgen bij de gemeente.
“In Utrecht is er momenteel een tekort aan vrijwilligers voor mensen met psychische problemen.”
WORKSHOP 7:
Bruggenbouwers Michelle Coenen en Elsbeth Kamphuis, expertisecentrum MEE Gelderse Poort, Arnold van Zoest, Bruggenbouwer Goed contact leggen én houden is een kunst. MEE Gelderse Poort helpt organisaties hiermee met Bruggenbouwprojecten. Bruggenbouwers slechten de drempels tussen zorgorganisaties, vrijwilligers, gemeenten, etc. Dit gebeurt via een duidelijk plan van aanpak en binnen een termijn van 20 weken. Uiteraard is elk project aan te passen aan de situatie. Uiteindelijk stapt de bruggenbouwer er tussen uit omdat de klant zelf verder. Een bruggenbouwer is dan ook geen vangnet, maar een springplank.
Uit de zaal: “Een bruggenbouwer is een vrijwilliger maar een vrijwilliger is geen bruggenbouwer. Dat is te vergelijken met een aap is een zoogdier, maar een zoogdier is geen aap.”
“Dit levert kennis op waarmee we weer kunnen buurmannen en buurmannen.”
WORKSHOP 8:
Sociaal maakt gezond Sonja Liefhebber, Aletta Winsemius en Martin van de Lustgraaf, Movisie Kunnen activiteiten in het sociale domein en publieke gezondheid elkaar versterken? Jazeker, zeggen de drie Movisie-medewerkers. Gezondheid en maatschappelijke participatie gaan hand in hand. Sociale factoren spelen hierin een hoofdrol: denk aan opleiding, woonomstandigheden, sociale netwerken. Interessant: Movisie ontwikkelde een methodiek rond sociale netwerkversterking en het effect daarvan op gezondheid. Conclusie: de verbinding van activiteiten op beide terreinen kan nog veel sterker, de recente transities ten spijt.
“Als je doet wat je altijd hebt gedaan, blijft je overkomen wat je altijd overkwam.”
WORKSHOP 9:
Prestatiedenken binnen welzijn en zorg Melissa Jansen, Participe Delft, Rahima Mejres, Sofimad, Harriet van Sprang, gemeente Delft
Bij prestatie inkoop gaat het over de uitvoering van de opdracht, niet om de inkoop. Welzijnsorganisaties moeten zich meer gaan presenteren vanuit focus op goede prestatie en samenwerking met andere partijen. Bij meerdere aanbieders ontbreekt het aan exclusiviteit en onderscheid, met als gevolg gemeente dat de gemeente gelijk en alleen naar de kostprijs kijkt. Met innovaties en nieuwe arrangementen kun je je juist onderscheiden. Nulmeting en tussentijdse evaluatie zijn belangrijke voorwaarden bij prestatiedenken.
Uit de zaal: “Transactiekosten en tijdsinvestering, elke twee weken voortgangsbespreking… kan het een onsje minder?”
WORKSHOP 10:
Voor elkaar, slim samenwerken in de regio Rob Slegers, manager services en Linda Visser, coordinator ledenservice, RSZK (Regionale Stichting Zorgcentra de Kempen) Zorg op de oude manier is niet meer betaalbaar: op welke manier dan wel? Kijk naar hoe je zorg letterlijk ‘dichter bij de mensen’ kunt brengen: bijvoorbeeld door te werken met kleinere locaties en meer gebruik maken van bestaande voorzieningen. Ook samenwerken met andere organisaties en vrijwilligers levert veel op. Advies: Wees je wel bewust van de cultuuromslag die deze nieuwe manier van bedrijfsvoering vraagt van organisaties.
“Acteer als ondernemer!”
WORKSHOP 11:
Vernieuwende aanpak in het veld van beschermd wonen en opvang Afke Jong en Rienk Buter, Kwintes Kwintes zet bewust ‘wonen’ in als middel naar herstel. Deze RIBW leert cliënten wat het inhoudt om een woning te huren, zodat kans op terugval bij woningcorporaties kleiner wordt. Dit lukt doordat de beschikbare middelen voor begeleiding zo efficiënt mogelijk en op maat worden ingezet. Kwintes neemt hiermee een voorschot op de toekomst, waarin clienten zo snel mogelijk naar zelfstandigheid worden geleid, ook wat betreft wonen.
Uit de zaal: “Corporaties gaan steeds hogere eisen stellen aan cliënten. Daar hebben wij als instelling eigenlijk geen antwoord op.”
WORKSHOP 12:
Preventieve wijkgerichte hulpverlening, verslavingszorg en woonbegeleiding. Bianca Lubbers en Vincent Stijns, Iriszorg
Het is slim om met integrale, regionale teams verbindingen te leggen tussen de gemeentelijke keten en die van de Zorgverzekeringswet. Het project ‘Iris in de buurt’ illustreert hoe: dit richt zich op preventie en op kortstondige interventies. De preventie is vooral gericht op het voorkomen van duurdere zorg. Het werkt goed: punt is wel dat de samenwerking in en financiering van dit soort projecten in veel gemeenten nog (structureel) geregeld moet worden.
“Regelmatig komen door collectieve preventie, bijvoorbeeld preventielessen op scholen, ook individuele vragen naar boven.”
WORKSHOP 14:
Samen effecten meten Annette van den Bosch, Movisie en Robert van Koten, MEE Noordwest Holland Het is goed om kwaliteit en effecten van zorg in de gemeente te meten. Meten is weten. Maar let op: weet wat je meet! Gezamenlijke uitgangspunten van de gemeente, zorgaanbieders en cliënten voor effectmeting zijn essentieel, aldus de sprekers die ervaring hadden met effectmeting. Hun boodschap: het doel en effect van een activiteit hangt af van degene die ernaar kijkt. Houd hier rekening mee, dat kan veel misverstanden voorkomen.
“Hoe meer je erover praat, hoe complexer het wordt. Het is goed je daarvan bewust te zijn.”
WORKSHOP 15:
De perfecte match Mascha Egberts, Zorgbalans en Suheyla Kasap, Dock
Hoe koppel je vrijwilligers succesvol aan buurtteams/ thuiszorgteams? Met individueel maatwerk: de vrijwilliger komt naar het buurthuis en wordt persoonlijk gekoppeld door de wijkverpleegkundige aan een cliënt. Dit vergroot de kans op een klik qua persoonlijkheid én vraag enorm. Alle partijen halen hier voordeel uit. De cliënt is van waarde voor de vrijwilliger (die krijgt bijvoorbeeld een gratis taalcursus), en de vrijwilliger is van waarde voor de cliënt door zijn of haar gezelschap en hulp.
“Eerst dacht ik: ‘Niemand zit te wachten op een vrijwilliger die de taal nauwelijks spreekt’. Maar dat bleek een groot vooroordeel te zijn’.”
WORKSHOP 16:
Op participatie gericht begeleid wonen Jos van Oijen en Joep Munnichs, Chapeau Woonkringen
Beschermd wonen in de Wmo: dat is zoveel mogelijk uitgaan van herstel en autonomie van de bewoner. Sociale contacten met naastbetrokkenen zijn daarbij belangrijk, net als de aanwezigheid van 24-uurszorg. Beschermd wonen moet het liefst middenin de samenleving gebeuren, terwijl de zorg is afgestemd op de behoefte van de cliënt. Wie meer eigen regie aankan, moet die ook krijgen.
“Probeer wonen en zorg zo dicht mogelijk bij elkaar te brengen: het is een grote schakel tussen zorgaanbieder, cliënt, woningcorporatie en gemeente.”
WORKSHOP 17:
Doe Mee! Louise Voorhorst, Siderus en Tjitske Tabak, Reinaerde
In een pilot worden maatschappelijke vragen gekoppeld aan mensen met Wmo-indicatie die behoefte hebben aan zinvolle dagbesteding, bijvoorbeeld de was doen of boodschappen voor ouderen. Het verbinden van verschillende doelgroepen blijkt goed mogelijk: iemand met een verstandelijke beperking kan bijvoorbeeld prima iets betekenen voor mensen met een lichamelijke beperking. Arbeidsverdringing is niet aan de orde: het gaat echt om maatschappelijke vragen (dus niet schoonmaken ter vervanging van de huishoudelijke hulp).
Uit de zaal: “Jammer dat de gemeente dit initiatief wel omarmt maar het op geen enkele manier concreet ondersteunt om de handen vrij te houden.”
WORKSHOP 18:
The making of… Gerrie Lammé, Gemiva-SVG Groep en Klaziena Vuurens, verzorgingshuis Irishof
In eerste instantie gingen mensen met een verstandelijke beperking werken als cliëntmedewerkers in de bakkerij van een verzorgingshuis. Toen dit een succes bleek, zijn ook mensen uit de GGZ-doelgroep en cliënten van de Sociale Dienst aan de slag gegaan in ouderenzorginstellingen. In het begin was er weerstand van medewerkers omdat de nieuwe collega’s hun meer tijd kostten dan bespaarden. Mantelzorgers van bewoners daarentegen waren vanaf het begin juist erg blij met de extra hulp…
“In grote delen van Zuid-Holland lopen nu initiatieven waarin mensen met beperkingen werkzaamheden verrichten, onder meer in zorginstellingen voor ouderen.”
WORKSHOP 19:
De echte transitie draait om facilitering eigen regie Hans Hendriks, programmamanager Cliënt in regie, Archipel
Geef de cliënt echt regie over zijn zorg en dienstverlening: dat kan door zogeheten persoonsvolgende financiering. Wanneer de klant zeggenschap krijgt over het budget, leidt dat tot een compleet andere rolverdeling. Voor die keuzevrijheid moet wel de kostprijs van de verschillende vormen van zorg en ondersteuning bekend zijn. Archipel ontwikkelde hiervoor een model van integrale kostprijsberekening. Aanbieders zijn als eerste aan zet door de klant zeggenschap te geven voor het beschikbare budget. Gemeenten kunnen dit faciliteren door te kiezen voor persoonsvolgende financiering.“Als de overheid zorg inkoopt voor haar burgers, ontbreekt de dialoog tussen cliënt en aanbieder De transitie moet daarop een correctie zijn en die dialoog terugbrengen.”
“De dialoog tussen cliënt en aanbieder ontbreekt nu. De transitie moet daarop een correctie zijn en die dialoog terugbrengen.”
WORKSHOP 20:
Maatschappelijke opvang en bedrijfsleven: Innovation and Creating Shared Values Corine Böhmers, Manager Innovatie en Strategie, Humanitas Onder Dak
Wie innovatief wil zijn moet leren buiten de eigen kaders te denken. In deze workshop over innovatie en toekomstdenken passeerden tal van ideeën de revue voor een juiste invulling van zorg in deze nieuwe tijd met minder geld. Met de nodige ondernemerszin komen goede oplossingen vanzelf voorhanden. We krijgen in zorgland hoe dan ook te maken met marketing: geen vies woord meer, maar een mooie kans om de zorg overeind te houden.
“Organiseer dagbesteding in een bedrijfsmatige setting. Dan zorg je ervoor dat cliënten kunnen zeggen: ‘Ik ga naar mijn werk’.”
Tip: Lees het boek van Wim de Ridder: ‘De wereld breekt open’
WORKSHOP 21:
Sociale netwerkversterking Ria Brands, MEE Samen en Marga de Valk, MEE IJsseloevers/MEE Samen
Versterken van het netwerk van de klant, zodat deze minder op formele zorg hoeft te leunen. En nee, dat netwerk hoeft niet groot te zijn en ook niet voor alles een oplossing te geven. Benut vooral de kracht van het netwerk, is het motto. Als hulpverlener ben je alleen procesbegeleider: leg bijvoorbeeld uit wat de beperking inhoudt en hoe je ermee om moet gaan. Vanuit het netwerk kunnen vervolgens ideeën komen die meer mogelijk maken dan je ooit had gedacht.
“Zoek de Pippi’s in het netwerk!”
WORKSHOP 22:
Een nieuwe rol voor aanbieders: jezelf vooral overbodig maken? Carin Jansen en Rob van de Ven, samenwerkingsverband Zorgzaam Boxtel, Arnold van de Broek, gemeente Boxtel
In Boxtel gingen aanbieders op het gebied van zorg, welzijn, wonen en werk, gemeente, zorgverzekeraars en burgers samen aan de slag in ‘Zorgzaam Boxtel’. Er wordt gewerkt aan ideeën voor nieuwe voorzieningen, die zijn gericht op preventie, voor en door burgers en passend bij de wijk. Binnenkort kiezen de burgers welke ideeën praktische uitvoering krijgen. Zorgzaam Boxtel makelt en schakelt bij initiatieven, zowel van georganiseerde partijen als burgerinitiatieven. De gemeente stuurt op samenwerking door middel van lump sum financiering.
“Als dit aanslaat krijgen zorgaanbieders een minder grote rol in preventie.”
Tip: gebruik bij het opzetten van de samenwerking het boek ‘Nieuwe Businessmodellen’ van Jan Jonkers: een aanrader!
WORKSHOP 23:
Expeditie Begonia: naar meer variatie in wonen en zorg Daniëlle Harkes, Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg, Peter Prak, oprichter Knarrenhof NL Wonen gaat voor welzijn en welzijn gaat voor zorg. Kortom: inzetten op zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen kan flink besparen op zorg. Maak er daarom nu werk van dat woningen van nu zijn ingericht op zorg voor later en realiseer andere manieren van wonen zoals de Knarrenhof waar bewoners meer betrokken zijn op elkaar. Een nieuwe manier van denken, die bevlogen mensen nodig heeft die zorg en vastgoed kunnen combineren: bestuurders, wethouders en burgers zelf. Belangrijk is ook focus op andere doelgroepen dan de bekende ‘vitale ouderen’ die zich voorbereiden op een toekomst met zorg.
“Zorg ervoor als gemeente dat je de behoefte aan nieuwe woonvormen goed in beeld krijgt.”
WORKSHOP 24:
Winst voor cliënten door innovatieve samenwerking ‘Tom in de buurt’ Richard Schuit, Wijkcoach Tom in de buurt, Elke Louwers namens acht samenwerkende organisaties, Inge-Marie van Klaveren, gemeente Alphen aan den Rijn Acht partijen wonnen gezamenlijk de aanbesteding voor het gehele sociale domein. Het totale budget werd volgens historische verdeling onder organisaties gedeeld, dus (stiekem) concurreren hoefde niet. De partijen vormen ook het Wmo-loket namens de gemeente. In plaats van focus op de ‘aangeleverde problematiek’ (VG, SOM, etc) werd zo open mogelijk het gesprek aangegaan. Soms een lastig proces, maar uiteindelijk wel met betere oplossingen voor de inwoners. De gemeente ervaart verlichting van de werkdruk, maar het politiek draagvlak blijft wel continu een aandachtspunt.
“Van tevoren afspraken maken over de verdeling van het geld geeft professionele rust.”
Colofon
Het congres ‘Samen vernieuwen in de Wmo’ werd georganiseerd door: GGZ Nederland, MOgroep, MEE Nederland, ActiZ, VGN, Federatie Opvang, RIBW Alliantie en VNG. Het congres werd logistiek verzorgd door: Congres- en Studiecentrum VNG verslaglegging: Beyke Goris (Contactum) fotografie: Nicole Romijn opmaak: Robert Jan van Noort (Pankra)