Samen sterker Een stimulans voor regionale samenwerking tussen Sociale
Evaluatie optimalisering van het verdienvermogen in de SW – ‘Spoor 2’
1.Inleiding Op 1 januari wordt de Participatiewet van kracht. Met de invoering van de nieuwe wet worden gemeenten verantwoordelijk voor de re-integratie van alle werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt. De huidige middelen voor de re-integratie van werkzoekenden met een WWB uitkering, een Wajong uitkering of voor het te werkstellen van mensen met een WSW indicatie worden gebundeld in een doeluitkering. Landelijk wordt op deze samengevoegde budgeten op termijn 1,13 miljard euro bezuinigd. Gemeenten staan nu voor de uitdaging om met minder middelen meer mensen naar regulier werk te begeleiden. Dit zal in alle 35 arbeidsmarktregio’s tot scherpe bestuurlijke keuzes leiden in de inzet van deze middelen voor de verschillende doelgroepen, een aanscherping van het arbeidsmarkt- en re-integratiebeleid en uiteindelijk ook tot een herinrichting van de regionale uitvoeringsorganisatie(s). Rode draad in deze herinrichting is dat de samenwerking tussen de verschillende uitvoeringsorganisaties in het regionale re-integratiebeleid geïntensiveerd moet worden om werkgevers beter te kunnen bedienen en om meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te laten participeren en zinvolle arbeid te laten verrichten. Sociale werkbedrijven kunnen een belangrijke partner zijn voor gemeenten bij het maken van deze keuzes en bij de uitvoering van het nieuwe beleid. Sociale werkbedrijven beschikken over een sterke infrastructuur om mensen met een lage loonwaarde zinvol en economisch productief werk te laten verrichten, hebben een groot netwerk bij werkgevers, spreken de taal van het bedrijfsleven en hebben veel kennis van en ervaring met de begeleiding van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Om een sterke partner te zijn voor gemeenten in de arbeidsmarktregio’s is het van belang dat de SW-bedrijven die in deze regio’s werkzaam zijn de krachten bundelen. In vrijwel alle 35 arbeidsmarktregio’s zijn meerdere SW-bedrijven actief die voor verschillende gemeenten en verschillende regionale werkgevers vergelijkbare opdrachten uitvoeren. Door samen te werken kunnen Sociale werkbedrijven kennis, middelen en capaciteit bundelen en werkgevers, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en gemeenten betere dienstverlening bieden. In 2014 heeft Cedris met subsidie van het Ministerie van Sociale Zaken een project uitgevoerd gericht op het verkennen van samenwerkingsmogelijkheden tussen Sociale werkbedrijven in de regio. Dit project is onderdeel van een breder initiatief om het verdienvermogen van de sector te optimaliseren. In deze rapportage presenteren wij de bevindingen van deze verkenning. Onze belangrijkste conclusie is dat samenwerking zinvol en noodzakelijk is voor de ontwikkeling van een duurzame uitvoeringsstructuur waarmee de relatief autonome bewegingen op de arbeidsmarkt zoveel mogelijk regulier opgevangen kunnen worden. Wij willen daarom een oproep aan onze leden doen om in 2015 stevig in te zetten op deze samenwerking en hen hiervoor een handreiking bieden. Daarmee willen wij een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van een stevige regionale uitvoeringsstructuur voor de Participatiewet.
Evaluatie Optimalisering Verdienvermogen door samenwerking in de SW – definitief 22-12-2014
2.Waarom samenwerken? Sociale werkbedrijven bieden al sinds de tweede wereldoorlog werk voor mensen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt. Zij doen dit door: - mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te detacheren bij reguliere werkgevers. Het sociaal werkbedrijf behoudt daarbij het formele werkgeverschap waardoor de financiële risico’s voor werkgevers beperkt zijn. Ook zorgt het sociaal werkbedrijf voor adequate begeleiding van de werknemers in het bedrijf en ontzorgt daarmee de werkgever. - op locatie van de opdrachtgever groepsgewijs werk uit te voeren met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om schoonmaak werk of werk in de groenvoorziening dat door gemeente uitbesteed worden. Het sociaal werkbedrijf zorgt voor een kwalitatief goede uitvoering van de opdracht en is voor de mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die het werk uitvoeren formeel en functioneel werkgever. - binnen het eigen bedrijf werk aan te nemen van andere bedrijven en uit te laten voeren door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om verpakkingswerk of metaalbewerking. Het werk wordt door het sociaal werkbedrijf zo georganiseerd dat het voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt uitvoerbaar is. Ook voor deze groep is het sociaal werkbedrijf formeel en functioneel werkgever. In figuur 1 is het werk van sociale werkbedrijven gestileerd weergegeven
Om deze opdracht te kunnen uitvoeren hebben de sociale werkbedrijven een stevige infrastructuur in de regio opgebouwd die bestaat uit: - een groot en stevig netwerk bij bedrijven waarbinnen opdrachten geacquireerd worden en werkzoekenden gedetacheerd kunnen worden; - kapitaal in de vorm van gebouwen, machines en vervoermiddelen waarmee opdrachten uitgevoerd kunnen worden; - kennis over de arbeidsmarkt, de mogelijkheden en beperkingen van mensen met een afstand tot arbeid, het organiseren van werk voor deze groep en het begeleiden van deze doelgroep in het uitvoeren van de werkzaamheden; - ondersteunende diensten op het gebied van o.a. HRM, financiën en opleiding. Alle gemeenten in Nederland zijn momenteel bezig om hun Participatiebeleid opnieuw te definiëren en op lokaal en regionaal niveau de uitvoering van dit beleid opnieuw in te
Evaluatie Optimalisering Verdienvermogen door samenwerking in de SW – definitief 22-12-2014
richten. De wijze waarop dit nieuwe beleid vorm krijgt, de mate waarin gemeenten hierin samenwerken met elkaar en de wijze waarop zij hun uitvoeringsorganisaties en sociale werkbedrijven in deze uitwerkingsvragen betrekken verschilt per arbeidsmarktregio. Wel is er een aantal gezamenlijke discussiepunten te destilleren die in alle gemeenten en in alle regio’s een rol spelen: - gemeenten, UWV en uitvoeringsorganisaties willen samen vormgeven aan een regionale werkgeversbenadering; - gemeenten willen hun re-integratiebeleid op elkaar afstemmen en regionaal een gezamenlijk re-integratieinstrumentarium ontwikkelen waaronder een instrument voor loonwaardebepaling; - gemeenten onderzoeken de mogelijkheden voor het inrichten van een lokale en/of regionale detacheringsorganisatie; - gemeenten onderzoeken op welke wijze zij beschut werk voor mensen met een lage loonwaarde ook in de toekomst kunnen organiseren; - gemeenten willen de omvang van de sociale werkbedrijven terugbrengen om daarmee de uitvoeringskosten te drukken. Bij de uitwerking van deze punten kunnen sociale werkbedrijven met de kennis, kunde en infrastructuur die zij hebben opgebouwd een belangrijke partner zijn voor gemeenten. Door hun krachten te bundelen kunnen sociale werkbedrijven deze rol in de regio nog beter invullen. Het is daarom van groot belang dat Sociale werkbedrijven in de regio met elkaar de samenwerking zoeken. Hierdoor kunnen zij: - kennis delen over de ontwikkelingen bij de gemeenten en in de regio en een gezamenlijke agenda bepalen; - invloed uitoefenen op de keuzes die gemeenten gaan maken; - een gezamenlijk aanbod ontwikkelen voor gemeenten en werkgevers dat meegenomen kan worden in de vormgeving van het regionale participatiebeleid en het regionale werkbedrijf; - op korte en lange termijn synergievoordelen halen in de bedrijfsvoering. In 6 arbeidsmarkt regio’s, West Brabant, Noord Nederland, Holland Rijnland, Twente, Limburg en Midden Brabant is in 2014 een regionaal samenwerkingsproject gestart waarin sociale werkbedrijven met elkaar hebben verkend op welke thema’s samenwerking zinvol is. In dit rapport vatten we de bevindingen en lessen van deze 6 regio’s samen. Van elk regionaal project is ook een eigen rapportage opgesteld. Deze rapportages kunt u vinden op de website. Indien u meer wilt weten over de 6 regioprojecten kunt u contact opnemen met de contactpersonen van de projecten. In de bijlage vindt u hiervan een overzicht.
Evaluatie Optimalisering Verdienvermogen door samenwerking in de SW – definitief 22-12-2014
3.Vijf thema’s voor regionale samenwerking Uit de verkenning van samenwerkingsmogelijkheden tussen sociale werkbedrijven blijkt dat de volgende vijf thema’s goede kansen bieden om door samenwerking toegevoegde waarde te creëren: Een regionaal aanbod van werkgeversdiensten Een gezamenlijke detacheringsfaciliteit Passend werk voor de participatie-doelgroep Toekomstbestendig aanbieden van intern/ beschut werk Krachten bundelen in staffuncties en overhead Wij lichten de samenwerkingsmogelijkheden, de voordelen en de wijze waarop samenwerking vorm gegeven kan worden hieronder kort toe.
Een regionaal aanbod van werkgeversdiensten Om meer mensen aan het werk te helpen bij reguliere werkgevers heeft het Rijk met de landelijke werkgeversvertegenwoordigers afgesproken dat werkgevers zo’n 125.000 werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt extra opnemen in hun organisaties. De regionale werkbedrijven zijn verantwoordelijk voor de werving van werkplekken bij reguliere werkgevers en de toeleiding van werkzoekenden naar deze werkplekken. Het Rijk, gemeenten, UWV, werkgevers- en werknemersorganisaties onderkennen dat het merendeel van de reguliere werkgevers geen ervaring heeft met de inpassing van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in hun bedrijf. Ook hebben zij nauwelijks ervaring met het ontwikkelen en op peil houden van de werknemersvaardigheden van deze groep werknemers. Om succesvol te zijn in hun uitvoeringsopdracht zullen de nieuw te vormen regionale werkbedrijven werkgevers en werknemers hierbij moeten ondersteunen. Sociale werkbedrijven kunnen op regionaal niveau het initiatief nemen om een gezamenlijk dienstverleningsaanbod te ontwikkelen voor werkgevers in de regio. Dit dienstverleningsaanbod is erop gericht om werkgevers te ontzorgen wanneer zij mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst nemen. Het gaat dan om drie clusters van dienstverlening die de sociale werkbedrijven gezamenlijk kunnen aanbieden om werkgevers te ondersteunen bij de inschakeling van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in hun organisatie. - Diensten op het gebied van diagnose. Deze diensten bestaan uit: o diagnose-instrumenten o loonwaardebepaling o arbeidsdeskundig onderzoek o functioneren en beoordelen van medewerkers - Diensten op het gebied van training en opleiding. Deze diensten bestaan uit: o individueel ontwikkelingsplan o training voor werkgevers over begeleiding van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt o jobcoaching van werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt o sollicitatietraining en loopbaanbegeleiding bij uitstroom
Evaluatie Optimalisering Verdienvermogen door samenwerking in de SW – definitief 22-12-2014
-
Diensten op het gebied van werk. o werken met behoud van uitkering voor werknemers in spoor 2 re-integratie o advies over jobcarving en jobcreation om nieuwe banen te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt
Het voordeel van het gezamenlijk aanbieden van deze instrumenten in de regio is dat werkgevers een herkenbaar en uniform ondersteuningsaanbod krijgen met een hoge kwaliteit. Door de bundeling van de mensen en middelen van de samenwerkende sociale werkbedrijven kan bovendien een slagvaardige uitvoering van de diensten voor de regio gerealiseerd worden. Project samenwerking in West Brabant Deelnemers: GO! Atea en WVSgroep
Een gezamenlijke detacheringsfaciliteit De financiële risico’s van het in dienst nemen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen in de ogen van de werkgevers hoog zijn. Vaak verwachten zij dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt ook vaker ziek zijn of een groter risico op arbeidsongeschiktheid hebben. Ook zien werkgevers vaak op tegen de administratieve last van het aanvragen en verwerken van loonkostensubsidie en andere financiële tegemoetkomingen die zij voor deze doelgroep kunnen krijgen. In twee regionale projecten hebben sociale werkbedrijven met elkaar verkend of er mogelijkheden zijn om een gezamenlijke detacheringsorganisatie voor de regio in te richten en wat de voor- en nadelen van een gezamenlijke detacheringsorganisatie zijn. Zo’n gezamenlijke detacheringsorganisatie krijgt dan de opdracht om werkplekken te acquireren bij reguliere werkgevers en werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt op deze werkplekken te matchen. De detacheringsorganisatie blijft formeel werkgever voor de werkzoekende, regelt de loonkostensubsidie en ondersteunt werkgever en werknemer. Uit de verkenning komt naar voren dat het inrichten van een gezamenlijke detacheringsfaciliteit voor de werkgevers, werknemers en voor gemeenten voordelen biedt: - door het inrichten van een gezamenlijke detacheringsfaciliteit kan geborgd worden dat er voor werkgevers in de regio een uniform aanbod komt met bijbehorend een eenduidig instrumentarium; - door de netwerken van SW-bedrijven en de acquisitiekracht van deze organisaties te bundelen vergroten de SW-bedrijven hun marktbereik. Hierdoor kunnen kansen voor detacheringen bij regionale werkgevers betere benut worden; - een gezamenlijke detacheringsfaciliteit vergroot voor werkgevers en voor werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt de kans dat er een goede match tot stand komt. Uit de projecten komen ook een aantal succesfactoren naar voren waaraan een gezamenlijke detacheringsfaciliteit moet voldoen: - de start van de detachering is de meest intensieve periode voor zowel het detacheringsbedrijf als de werkgever. Een proefperiode van (maximaal) 3 maanden
Evaluatie Optimalisering Verdienvermogen door samenwerking in de SW – definitief 22-12-2014
-
-
vormt voor alle betrokken partijen een goede basis om deze periode aan te gaan en zou standaard onderdeel moeten zijn van het detacheringsaanbod; loonkostensubsidies zijn voor zowel werkgevers als voor gemeenten in veel gevallen snel rendabel. Voor werkgevers drukt de loonkostensubsidie de arbeidskosten waardoor ook mensen met lagere loonwaarde een positieve toegevoegde waarde realiseren. Voor gemeenten weegt de loonkostensubsidie op tegen de besparing op de uitkering. Wel is het voor werkgevers van belang dat de loonkostensubsidie structureel ingezet kan worden; een goede matching tussen werknemer en werkgever is essentieel voor het succes van de detacheringsfaciliteit. Dit vraagt om kennis en kunde van de organisatie die de detacheringen uitvoert. Project samenwerking in West Brabant Deelnemers: !Go, Atea, WSV groep Project Triple A Midden Brabant Deelnemers: Baanbrekers, Diamantgroep, GO, Weener XL, WSD-Groep, Gemeente Tilburg, Gemeente ’s-Hertogenbosch,Gemeente Boxtel
Passend werk voor de doelgroep De meeste Sociale werkbedrijven zijn zeer goed in staat om voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werk te organiseren met een positieve toegevoegde waarde. Het gaat hierbij om laaggeschoold werk aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Voorbeelden hiervan zijn werk in de groenvoorziening, schoonmaakwerk, metaal en confectie. In Nederland is de werkgelegenheid in laaggeschoold werk de afgelopen jaren teruggelopen terwijl nog steeds een grote groep mensen op dit type werk aangewezen is. Voor gemeenten is het daarom van belang om deze werksoorten ook naar de toekomst toe voor de brede doelgroep van de Participatiewet te behouden en zeker in economisch zwakkere regio’s zelfs uit te breiden. Gemeenten zijn zelf opdrachtgever voor een belangrijk deel van deze werksoorten zoals groen en schoonmaakwerk. In de regio’s die deelgenomen hebben aan het Cedrisproject zien we verschillende, vergelijkbare ontwikkelingen bij gemeenten ten aanzien van dit type werk: - gemeenten gaan steeds meer over tot openbare aanbestedingstrajecten voor dit type werkzaamheden. Sociale werkbedrijven moeten dan de concurrentie aangaan met private bedrijven en ook tot marktconforme prijzen komen; - gemeenten zoeken naar mogelijkheden om deze, vaak economisch rendabele, bedrijfsonderdelen van sociale werkbedrijven te privatiseren om zo de sociale werkbedrijven in omvang af te bouwen. Deze ontwikkelingen kunnen ertoe leiden dat deze werksoorten op termijn voor de brede doelgroep van de Participatiewet minder gemakkelijk toegankelijk worden. Met private bedrijven worden in het kader van social return en bij de privatisering wel afspraken gemaakt over instroom van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en overname van deze groep werknemers maar de vraag is of deze afspraken op de langere termijn duurzaam te verankeren zijn. Ook kan de kwaliteit van de Evaluatie Optimalisering Verdienvermogen door samenwerking in de SW – definitief 22-12-2014
dienstverlening van de sociale werkbedrijven die deze werksoorten aanbieden onder druk komen te staan als de instroom van de werknemers in de sociale werkvoorziening stopt. Om ook in de toekomst passend werk voor de doelgroep te borgen en kwaliteit van dienstverlening aan opdrachtgevers te garanderen kan samenwerking tussen sociale werkbedrijven en samenwerking tussen sociale werkbedrijven en private bedrijven een oplossing zijn. In de regio’s is vooral gekeken naar de mogelijkheden voor samenwerking tussen sociale werkbedrijven. Samenwerking tussen sociale werkbedrijven vergroot de acquisitiekracht van de bedrijven en verkleint de risico’s die ontstaan door het terugvallen van de instroom. Samenwerking tussen sociale werkbedrijven kan voor deze werksoorten vorm krijgen door: - het hanteren van een gezamenlijke tariefstructuur en maken van afspraken over marktbereik (geen acquisitie in gebied van andere sociale werkbedrijven). Dit zorgt ervoor dat sociale werkbedrijven elkaar niet beconcurreren in aanbestedingstrajecten; - gezamenlijke acquisitie van nieuwe klanten; - het ontwikkelen van een gezamenlijke uitvoeringsorganisatie voor deze werksoorten door sociale werkbedrijven onderling. Op deze wijze kan het personeel dat binnen de SW sector werkzaam is optimaal ingezet worden op de gegunde projecten; - het ontwikkelen van gezamenlijke uitvoeringsorganisaties voor deze werksoorten door Sociale werkbedrijven en private bedrijven. Op deze wijze kan de omzet in deze werksoorten vergroot worden en meer werk voor de brede doelgroep van de participatiewet georganiseerd worden. Project Limburg Zuid Deelnemers: Vixia, MTB en WOZL Project Twente Deelnemers:Top Craft, DCW, Soweco, SWW Project Holland Rijnland Deelnemers; DZP, Maregroep, SWA
Toekomstbestendig aanbieden intern/beschut werk Voor de groep mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en een lage loonwaarde zal ook in de toekomst behoefte blijven bestaan aan beschutte werkplekken. Het beschut werk dat sociale werkbedrijven nu aanbieden bestaat voor een belangrijk deel uit verpakkingswerkzaamheden. Het binnenhalen van voldoende werk is een continue uitdaging waar alle sociale werkbedrijven voor staan. Uit de projecten blijkt dat er in de regio’s vaak overlap is in activiteiten van sociale werkbedrijven wat in een aantal gevallen tot onderlinge concurrentie en tot prijsdruk leidt. Daarom is voor het acquireren en organiseren van (beschut) werk vanuit één (marketing)platform winst te halen op meerdere fronten: Evaluatie Optimalisering Verdienvermogen door samenwerking in de SW – definitief 22-12-2014
-
-
-
-
gezamenlijk kan een sociale, herkenbare en attractieve propositie worden ontwikkeld met schaalvoordelen in de uitvoering zoals schaalbaarheid, flexibiliteit en organisatievermogen; door schaalgrootte is het mogelijk om te acteren in niche-markten zonder dat er afhankelijkheden van één of enkele sectoren ontstaan; opdrachten kunnen verdeeld worden naar capaciteit, behoefte en competentie van elk individuele SW organisatie; door het delen van kennis, het delen van klantafspraken, gebruik te maken van een gezamenlijke draaiboek en checklists kan de klanttevredenheid toenemen en kan uitval worden gereduceerd. Per saldo leidt dat tot meer opdrachten en verhoging van de netto toegevoegde waarde; door samen op te trekken wordt uitspelen voorkomen en prijsdruk gereduceerd; door vanuit één markering platform te acquireren, vanuit één bedrijfsbureau werk voor te bereiden en te plannen zal op termijn een besparing kunnen worden gerealiseerd op de kosten van bedrijfsvoering; tenslotte kan het gezamenlijk aanbod van sociale werkbedrijven mogelijk een factor zijn die de aantrekkelijkheid van een regio als vestigingsgebied kan versterken. In de regio Twente is in dit verband onderzocht of werkzaamheden die gebundeld kunnen worden onder de term Value Added Logistics een factor kunnen zijn bij het vestigingsbeleid van bedrijven in de retourlogistiek. Project Limburg Zuid Deelnemers: Vixia, MTB en WOZL Project Twente Deelnemers:Top Craft, DCW, Soweco, SWW Project Holland Rijnland Deelnemers: DZP, Maregroep, SWA Project Noord Nederland Deelnemers:Ability, BWR, Fivelingo, Iederz, NEF en Novatec
Krachten bundelen in staf en overhead Tenslotte heeft een aantal sociale werkbedrijven ook onderzocht of er voordelen te behalen zijn door hun krachten te bundelen in staf en overhead. Voor veel sociale werkbedrijven geldt dat zij hun ondersteunende taken met een relatief kleine staf moeten uitvoeren. Door taken te bundelen kan kennis vergroot worden, gaat de kwaliteit van de geboden ondersteuning omhoog en kan op onderdelen ook een efficiencyslag gemaakt worden. Daarnaast blijkt uit de verkenningen dat Sociale werkbedrijven ook hun gezamenlijke infrastructuur aan gebouwen en machines beter kunnen benutten door samen te werken. Voorwaarde hiervoor is wel dat de bedrijven geografisch gezien niet al te ver van elkaar liggen.
Evaluatie Optimalisering Verdienvermogen door samenwerking in de SW – definitief 22-12-2014
Project Limburg Zuid Deelnemers: Vixia, MTB en WOZL Project Twente Deelnemers:Top Craft, DCW, Soweco, SWW Project Holland Rijnland Deelnemers: DZP, Maregroep, SWA Project Noord Nederland Deelnemers: Ability, BWR, Fivelingo, Iederz, NEF en Novatec
4.Het starten van regionale samenwerking Alle zes de regio’s die meegedaan hebben aan de verkenning zijn na afloop positief over de effecten op de samenwerkingsrelatie. Zelfs als er nog geen concrete initiatieven zijn ontwikkeld om met elkaar op te pakken waarderen de deelnemers het gegeven dat zij op een positieve wijze met elkaar in gesprek zijn gegaan en meer kennis hebben gekregen van elkaars organisatie, visie op de toekomst en keuzes daarin. In een aantal regio’s was de afgelopen jaren nauwelijks tot geen contact tussen de sociale werkbedrijven. Gelet op de landelijke en regionale ontwikkelingen rondom de invoering van de Participatiewet is de autonome positie die veel sociale werkbedrijven tot nu toe hebben gehad naar de toekomst toe niet meer houdbaar. Samenwerking is noodzakelijk om de opgebouwde kennis en infrastructuur van de sociale werkbedrijven naar de toekomst toe optimaal in te zetten voor de dienstverlening aan werkgevers en de inschakeling van werkzoekenden met een afstand tot arbeid. Voor alle arbeidsmarktregio’s geldt daarom dat de sociale werkbedrijven de komende jaren de samenwerking met elkaar en met andere uitvoeringsorganisaties in de regio moeten oppakken. Uit de wijze waarop in de 6 regio’s de samenwerking is aangepakt komen een aantal aandachtspunten naar voren die ook voor andere regio’s van belang zijn als zij samenwerking met elkaar gaan oppakken. - richt een projectorganisatie in met een stuurgroep en een aantal projectgroepen. De stuurgroep bestaat daarbij uit directie en management van de betrokken organisaties en in de werkgroepen zijn ook medewerkers van de verschillende afdelingen betrokken. Door deze aanpak wordt bevorderd dat mensen op alle niveaus in de organisatie elkaar beter leren kennen en wordt een belangrijke basis voor samenwerking gelegd. Een onafhankelijk projectleider kan ervoor zorgen dat gezamenlijke belangen op tafel komen en voortgang van het project gestimuleerd wordt; - maak op basis van een vooraf opgestelde agenda een analyse van een aantal markten, diensten en ondersteunende taken door informatie hierover met elkaar te delen en verschillen en overeenkomsten te duiden. De BOB-methode, beeldvorming, oordeelsvorming, besluitvorming kan hierbij zeer behulpzaam zijn.
Evaluatie Optimalisering Verdienvermogen door samenwerking in de SW – definitief 22-12-2014
-
-
Op deze wijze ontstaat over en weer een goed beeld van elkaars organisaties en kunnen gezamenlijk kansen voor samenwerking ontdekt worden; zorg voor een stevig en zichtbaar commitment van directie en management aan het samenwerkingsproject. Als de directie vertrouwen heeft en uitstraalt in de samenwerking creëert dat ook ruimte bij andere medewerkers in de organisatie Start vanuit vertrouwen en openheid en maak heldere afspraken over welke thema’s voor samenwerking prioriteit hebben om op te pakken en welke thema’s eventueel op een later tijdstip opgepakt worden. Baseer deze prioriteiten op de kenmerken van de regio en de beleidskeuzes die gemeenten daarin met elkaar gaan maken. Prioritering zorgt voor focus en vergroot de kansen op succesvolle samenwerking.
5.Tot slot We staan aan de vooravond van ingrijpende veranderingen in de financiering en organisatie van het participatiebeleid in Nederland. De komende jaren zijn er fors minder middelen beschikbaar om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te laten participeren in zinvol betaald werk. Tegelijkertijd biedt de huidige arbeidsmarkt maar beperkte kansen voor mensen die aangewezen zijn op laagbetaald en ongeschoold werk. Alle reden dus om de nieuwe uitvoeringsstructuur voor participatiebeleid zorgvuldig vorm te geven, de goed werkende infrastructuur die er is te behouden en ruimte te creëren voor vernieuwing en verbetering. Sociale werkbedrijven moeten zich bezinnen op de rol die zij kunnen en willen spelen in deze veranderende context. Alleen door regionaal samen te werken kunnen zij het huidige aanbod aan werk voor de zwakste doelgroep duurzaam borgen, nieuwe mogelijkheden creëren om mensen met een kortere afstand tot de arbeidsmarkt te laten participeren bij reguliere werkgevers en de uitvoeringskosten stevig reduceren. Cedris wil haar leden stimuleren deze samenwerking op te pakken en hen ondersteunen bij het opzetten en vormgeven hiervan. In vervolg op deze handreiking zullen wij daarom in 2015 een toolkit ontwikkelen om samenwerking tussen sociale werkbedrijven te faciliteren en zullen wij kennis en capaciteit inzetten om regionale samenwerking aan te jagen en te organiseren. Wij vertrouwen erop dat wij hiermee een constructieve bijdrage kunnen leveren aan een duurzame, flexibele en innovatieve regionale uitvoeringsorganisatie die participatiemogelijkheden biedt voor iedereen.
Evaluatie Optimalisering Verdienvermogen door samenwerking in de SW – definitief 22-12-2014