SAMEN HOGER
activiteitenverslag 2013
Activiteitenverslag 2013
FEDERAUTO vzw Jules Bordetlaan 164 1140 Brussel tel. 02-778.62.00 fax 02-778.62.22
[email protected] http://www.federauto.be
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Verantwoordelijke uitgever: Philippe Pirson, Afgevaardigd bestuurder FEDERAUTO Jules Bordetlaan 164 - 1140 Brussel Creatie en druk: Vanden Broele Productions www.vandenbroele.be
4
Inhoudsopgave Uitvoerend comité
6
Voorwoord7 Raad van bestuur
8
Belgische confederatie van de autohandel en -reparatie en van de aanverwante sectoren vzw
10
Onze gesprekspartners
11
Internationale contacten
12
Centraal thema
15
Sociaaleconomisch dossier
29
Werkzaamheden van onze commissies Commissie Milieu Verzoeningscommissie voor Tweedehandse Voertuigen Commissie Opleiding en Vorming EDUCAM
67 67 72 74 77
Activiteiten van onze federaties en groeperingen GDA GVO REPARAUTO FEDERAUTO Carrosserie DETABEL Federmoto FAM vzw FEDERAUTO Electric Mobility Group Motorrevisiebedrijven FEDERTYRE GSS - Servicestations IMCOBEL vzw Fedagrim Federvelo FederProCycle SIGMA vzw
81 81 82 83 85 86 87 88 89 92 93 94 95 96 97 98 99
Internationale activiteiten CECRA FIGIEFA-EGEA
102 102 105
Regionale verenigingen
111
Kwaliteitslabels119 Erkend Verkoper van FEDERAUTO 119 FEDERAUTO Erkende Carrosserie 120 Takelmeester 121
5
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Salon109 TOOLS&TOOLS 2013 109
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Uitvoerend comité
Veys Carl voorzitter
Huppertz Serge vicevoorzitter
Van Haut Dries vicevoorzitter
Janssens Ludo vicevoorzitter
Missante Luc algemeen directeur
Delmarche Réginald bestuurder
Pirson Philippe afgevaardigd bestuurder
Van hoe Freddy erevoorzitter
6
Jacobs Marcel erevoorzitter
Voorwoord
Een jaarverslag is een ideale oefening om ons af te vragen of wij tijdens het afgelopen jaar onze opdracht hebben vervuld, namelijk het bijdragen tot een zo gunstig mogelijk ondernemersklimaat voor de ondernemingen die FEDERAUTO vertegenwoordigt. Naast het traditioneel sociaaleconomisch dossier geven wij u in dit jaarverslag een overzicht van de initiatieven en activiteiten van onze 16 groeperingen, de werkzaamheden binnen onze commissies, regionale verenigingen en Europese en internationale verenigingen waarbij onze groeperingen zijn aangesloten. De keuze van het centraal thema viel, aan de vooravond van een grondige herziening van onze traditionele mobiliteitsconcepten, op alternatieve brandstoffen en de uitdagingen die zij kunnen vertegenwoordigen voor onze mobiliteitsbedrijven. Een jaarverslag kan nooit volledig zijn omdat onze Confederatie en haar groeperingen voortdurend alert moeten zijn en actief moeten blijven op de vele fronten die de activiteiten van onze leden beïnvloeden gaande van mobiliteit en verkeersveiligheid tot milieu, van fiscaliteit tot arbeid en tewerkstelling, van administratieve vereenvoudiging tot opleiding, van autocriminaliteit tot onderwijs. De verdere implementatie van de zesde staatshervorming en de hertekening van het sociaal landschap in het licht van de verdere eenmaking van de statuten arbeiders-bedienden zijn twee dossiers die in de komende jaren bovenaan onze prioriteitenlijst staan. Wij danken al wie tijdens het afgelopen jaar zijn bekommernissen en visie met ons heeft gedeeld binnen onze diverse bestuursorganen. Hun bijdrage is onze motor om ons dagelijks in te zetten voor een optimale behartiging van de belangen van onze ondernemingen en dit zowel op federaal, regionaal als Europees niveau. Een bijzondere dankbetuiging gaat eveneens naar het personeel van FEDERAUTO voor zijn inzet om de kwaliteit van de dienstverlening naar onze leden toe dagelijks gestalte te geven.
Luc Missante Philippe Pirson Carl Veys Algemeen directeur Afgevaardigd bestuurder Voorzitter ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
7
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Raad van bestuur Baetens Hilaire, voorzitter FEDERAUTO Carrosserie
L’Homme Gilbert, vicevoorzitter VEREMABEL
Brenders Guido, voorzitter Federmoto
Maerten Philippe, voorzitter groepering Motorrevisiebedrijven
Briers Matthy, voorzitter FederProCycle
Merckx Joost, voorzitter VEREMABEL
Bruno Angelo, bestuurder groepering Servicestations
Mortier Hans, bestuurder REPARAUTO
De Belder Ronald, vicevoorzitter GVO
Packo Jan, voorzitter AGRIMADIS
Delmarche Réginald, vicevoorzitter FEDERTYRE
Pirson Philippe, afgevaardigd bestuurder FEDERAUTO
De Schrijver Inge, vicevoorzitter FEDERAUTO Carrosserie
Renard Olivier, vicevoorzitter Federatie Automateriaal
De Wulf Dirk, vicevoorzitter Federmoto
Renier Philippe, voorzitter FEDERTYRE
Dubois Jean-Paul, vicevoorzitter Sigma
Reynaers Guido, bestuurder GDA
Etienne Michel, vicevoorzitter DETABEL
Uhoda Stephan, voorzitter groepering Servicestations
Geentjens Eric, voorzitter REPARAUTO
Vanderhaeghe Christian, bestuurder AGRIMADIS
Hocké Didier, penningmeester FEDERAUTO
Van der Kerken Gust, voorzitter Federvelo
Huppertz Serge, voorzitter GDA
Van Haut Dries, voorzitter SIGMA
Jacobs Marcel, erevoorzitter FEDERAUTO
Van hoe Freddy, erevoorzitter FEDERAUTO
Janssens Ludo, voorzitter Federatie Automateriaal
Van Keer Jean-Pierre, voorzitter IMCOBEL
Leemans Alexandre, voorzitter GVO
Van Minsel Patrick, vicevoorzitter IMCOBEL
Letellier Jean, voorzitter DETABEL
Veys Carl, voorzitter FEDERAUTO en bestuurder GDA
8
XXEREVOORZITTERS
XXDIRECTIE
Jacobs Marcel de Schaetzen Alain † Van hoe Freddy
Pirson Philippe, afgevaardigd bestuurder Missante Luc, algemeen directeur
XXEREBESTUURDERS De Cooman Jos Jamoulle Joseph Vanderhaeghe Jean
XXWAARNEMERS Sporen Martine, voorzitster gewestraad FEDERAUTO Vlaanderen
Decrock Philippe, directeur Juridische en Economische Studiedienst Crab Guy, Manager Groeperingssecretarissen Schets Luc, Manager Homologaties en Technische dienst Tiétard Charles, Marketing & Communication Manager
Henry Philippe, voorzitter gewestraad FEDERAUTO Wallonië
XXUITVOEREND COMITE Veys Carl, voorzitter FEDERAUTO en bestuurder GDA Huppertz Serge, vicevoorzitter FEDERAUTO en voorzitter GDA Janssens Ludo, vicevoorzitter FEDERAUTO en voorzitter Federatie Automateriaal Van Haut Dries, vicevoorzitter FEDERAUTO en voorzitter SIGMA Delmarche Réginald, bestuurder FEDERAUTO en vicevoorzitter FEDERTYRE Pirson Philippe, afgevaardigd bestuurder FEDERAUTO ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Van hoe Freddy, erevoorzitter FEDERAUTO Jacobs Marcel, erevoorzitter FEDERAUTO Missante Luc, algemeen directeur FEDERAUTO
9
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Belgische confederatie van de autohandel en -reparatie en van de aanverwante sectoren vzw
SECTOR MOBILITEIT Groepering Autodealers en -Agenten GDA
Commissie Sociale Zaken Commissie Fiscaliteit
Groepering Handelaars in Tweedehandse Voertuigen GVO
Commissie Milieu
Groepering van Autoreparatiebedrijven REPARAUTO
Commissie Vorming en Opleiding
Groepering Servicestations GSS
Commissie Carrosserie
Groepering Carrosserieherstellers en Koetswerkbouwers FEDERAUTO Carrosserie
Verzoeningscommissie Tweedehandse Voertuigen
SALON DETAXPO Groepering Takel- en Bergingsbedrijven van België DETABEL Groepering van de Verdelers van Motorrijwielen Federmoto
ALGEMENE VERGADERING
Groepering van Motorrevisiebedrijven Groepering van Bandenspecialisten FEDERTYRE
RAAD VAN BESTUUR
SECTOR ONDERDELEN, BANDEN, PRODUCTEN, ACCESSOIRES, GEREEDSCHAP EN UITRUSTING
UITVOEREND COMITÉ
SALONS AUTOTECHNICA & TRANSTECHNICA Groepering van nationale en regionale Distributeurs van Automaterialen FAM SALON TOOLS&TOOLS
ALGEMEEN DIRECTEUR
AFGEVAARDIGD BESTUURDER
Belgische Beroepsvereniging van Invoerders & Fabrieksagenten van Gereedschap IMCOBEL
SECTOR LAND- EN TUINBOUWMATERIEEL
Studiedienst
Groepering van Alleenvertegenwoordigers van Landbouw-, Tuinbouw-, en Tuinmaterieel AGRIMADIS
Groeperingen
Groepering van de Verkopers-Herstellers van Tractors en Landbouwmachines van België VEREMABEL
Finance & Support
SECTOR TWEEWIELERS SALON EXPO-VELO Federatie van Fabrikanten, Constructeurs, Assembleurs, Grossiers, Invoerders en Algemeen Vertegenwoordigers van de Fietsindustrie in België Federvelo Groepering van Fietsspecialisten FederProCycle
SECTOR BURGERLIJKE BOUWKUNDE EN LIFT-TRUCKS SALON PROLOGISTICS Federatie van de Algemeen Vertegenwoordigers van Materieel voor Openbare en Private Werken, voor de Bouw en voor Goederenbehandeling SIGMA
10
Marketing & Communicatie
Regionale Secretariaten
Onze gesprekspartners XXOverheid
XXAutomobielclubs
Arbeidscommissies (C.A.I.N. enz.) BIVV Centrale Raad voor het Bedrijfsleven Europese Unie Federale Commissie voor de Verkeersveiligheid Federale Overheid Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de kmo Ondernemingsloketten NOA (Autocriminaliteit) Pararegionales (OVAM, BIM, OWD,...) Parastatalen Regionale Overheden
KACB RMU Touring VAB
XXWerkgeversorganisaties UCM UEB UNIZO UWE VBO VOKA
XXFederaties Agoria Assuralia Belgische Petroleumfederatie FEBETRA FEBIAC FEDAGRIM FEDIS FEVAR GEB GOCA IVP RENTA Transport en Logistiek Vlaanderen UPEX UPTR
XXConsumenten Test-Aankoop
ABVV ACLVB ACV-METEA
AutoFORM CEVORA EDUCAM EFP IAWM IFAPME Job on wheels Onderwijs SERV SFMQ SYNTRA Vlaanderen VDAB-FOREM-IBFFP
XXParitaire Comités Carrosserie - P.C. 149.2 Garages - P.C. 112 Metaalhandel - P.C. 149.4
XXSociale Fondsen Carrosserie Garage Metaalhandel
XXMedia Geschreven en audiovisuele pers Social media
XXMilieupartners BEBAT BOFAS Febelauto FOSTPLUS Recupel RECYBAT RECYTYRE VAL-I-PAC Valorlub
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
XXWerknemersorganisaties
XXOpleiding
11
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Internationale contacten FEDERAUTO is actief op internationaal vlak. Elke federatie en groepering is aangesloten bij Europese verenigingen die zich buigen over de specifieke problemen binnen elke branche. FEDERAUTO staat aldus in het middelpunt van een belangrijk net dat studies en statistieken realiseert, evenals informatie-uitwisselingen die het mogelijk maken de bewegingen en tendensen die zich op de markt aftekenen, beter te begrijpen en erop te anticiperen.
SECTOR MOBILITEIT
GDA Groepering Autodealers en -agenten
GVO Groepering Handelaars in Tweedehandse Voertuigen
REPARAUTO
CECRA Europese Raad voor de Automobielhandel en -herstelling
Groepering van Autoreparatiebedrijven
GSS Groepering Servicestations
FIRM Motorrevisiebedrijven
FEDERTYRE Groepering van Bandenspecialisten
12
Fédération Internationale des Rectifieurs et Reconstructeurs de Moteurs
CETRO Committee of European Tyre Retail Organisations
SECTOR ONDERDELEN, BANDEN, PRODUCTEN, ACCESSOIRES, GEREEDSCHAP EN UITRUSTING FAM
GIAF
Distributeurs
EGEA
FIGIEFA
European Garage Equipment Association
The International Federation of Automotive Aftermarket Distributors ETRMA
European Tyre & Rubber Manufacturer’s Association ETO European Tuning Organization
SECTOR BURGERLIJKE BOUWKUNDE EN GOEDERENBEHANDELING SIGMA
ILC
RF Belgium
International Liaison Committee of Construction Plant Distributors, Hirers and Repairers
Road Federation Belgium
ECED European Federation of Equipment Distributors
SECTOR LAND- EN TUINBOUWMATERIEEL VEREMABEL
FECIMA
CLIMMAR
European Federation of International Trade in Agricultural Machines and related activities
Centre de Liaison International des Marchands de Machines Agricoles et Réparateurs
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
AGRIMADIS
13
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Centraal thema Alternatieve brandstoffen & de uitdaging voor duurzame mobiliteit in de FEDERAUTO-SECTOREN Elektrisch/hybride, biofuels/biogas, aardgas, waterstof
“Comparing the air of cities to the air of deserts and arid lands is like comparing waters that are befouled and turbid to waters that are fine and pure.In the city, because of the height of its buildings, the narrowness of its streets and all that pours from its inhabitants and their superfluities [...] the air becomes stagnant, turbid, thick, misty, and foggy...If the air is slightly altered, the psychical spirit will also be noticeably altered” Maimonides (Rabbi Mosheh Ben MAIMON) Cordoba Sephardic Medic, 1135-1204
XXDe Europese politiek De Europese Unie heeft de ambitie uitgesproken om in 2050 80 tot 95 % CO2-reductie ten opzichte van 1990 te bereiken. Hernieuwbare energie is belangrijk in het realiseren van die ambitie, maar is nu nog duur.
• het gebruik van voertuigen op traditionele brandstoffen in de stad moet tegen 2030 gehalveerd worden en tegen 2050 moet dit volledig worden verboden; de stadsdistributie moet tegen 2030 grotendeels CO2vrij gemaakt zijn (de invoering van LEZ (low emission zones) in de Europese steden zal hiertoe bijdragen; • tegen 2030 moet 30 % van het goederenvervoer via de weg over afstanden van meer dan 300 km per spoor of over het water plaats vinden en tegen 2050 meer dan 50 % dankzij efficiënte en groene goederencorridors; om die doelstelling te bereiken moet een aangepaste infrastructuur worden uitgebouwd; • er moet werk gemaakt worden van de algemene toepassing van het principe “de gebruiker/de vervuiler betaalt”. Om ook in de toekomst op grote schaal te kunnen blijven transporteren zal de CO2-uitstoot moeten worden teruggedrongen en zal het dreigende olietekort moeten worden opgevangen. Alternatieve brandstoffen bieden uitkomst. Deze alternatieve brandstoffen zullen (grotendeels) een CO2-neutrale uitstoot moeten hebben om aan de strenge CO2-reductie doelstellingen van de Europese Commissie te kunnen voldoen. CO2-neutraal (of klimaatneutraal) houdt in dat een proces niet bijdraagt aan klimaatverandering. Dat betekent niet dat er bij verbranding van een CO2-neutrale brandstof geen CO2 vrijkomt. Bij elke verbranding (van koolstoffen) komt CO2 vrij. Echter de hoeveelheid CO2 die vrijkomt bij het verbranden van bijvoorbeeld hout is gelijk aan de hoeveelheid CO2 die deze bomen tijdens hun leven hebben opgenomen uit de lucht. Er is sprake van een korte CO2cyclus. Dit in vergelijking tot de veel langere CO2-cyclus bij het verbranden van fossiele brandstoffen. De CO2 in deze brandstoffen heeft al duizenden of zelfs miljoenen jaren in de grond gezeten. Wanneer deze fossiele brandstoffen worden verbrand komt er extra CO2 in de lucht.
België De Europese Commissie maakte zich onlangs zorgen over het feit dat België de bevolking niet afdoende beschermt tegen vervuiling door fijn stof (PM10). Deze kleine deeltjes zijn afkomstig van emissies door de industrie, het verkeer en de verwarming van woningen en kunnen astma, cardiovasculaire problemen, longkanker en vroegtijdige sterfte veroorzaken. Vicieuze cirkel alternatieve brandstoffen
15
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
De Europese Commissie heeft in het ‘witboek transport’ haar doelstellingen geformuleerd en streeft naar een reductie van de CO2-uitstoot in het wegvervoer van 60 % in 2050 ten opzichte van 1990. Tegen 2030 wordt voor vervoer gestreefd naar een daling van de broeikasgasemissies met 20 % ten opzichte van 2008. Gelet op de sterke groei van de vervoersemissies tijdens de jongste twee decennia zou de uitstoot daarmee nog steeds 8 % hoger liggen dan in 1990.
In het witboek zijn 10 doelstellingen voor een concurrerend vervoersysteem met een efficiënt gebruik van hulpbronnen benoemd als stap op weg naar een reductie van de broeikasgasemissies met 60 %. Daarvan raken de volgende punten rechtstreeks het wegvervoer:
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Volgens de EU-regelgeving moeten de lidstaten de blootstelling van de bevolking aan die deeltjes beperken. Inwoners van Brussel, het Gentse havengebied, Antwerpen (onder meer het havengebied), Vlaanderen en Luik zijn sinds 2005 blootgesteld aan ongezonde PM10waarden.
Biodiesel Biodiesel wordt gemaakt uit onder andere plantaardige olie of dierlijke vetten en vaak in mengvorm met diesel toegepast. B30 is bijvoorbeeld een mengvorm van 30 % biodiesel en 70 % diesel, maar ook B100 (100 % biodiesel) komt voor.
De Commissie was op 20 februari laatstleden van oordeel dat België de sinds 2005 vereiste maatregelen om de volksgezondheid te beschermen niet heeft genomen en verzoekt België vooruitziend, snel en doeltreffend te handelen om de periode van niet-naleving zo kort mogelijk te houden. Deze stappen, die technisch gezien een aanvullend advies met redenen omkleed vormen, volgen op een aanvullende in november 2012 verzonden aanmaningsbrief. Als België niet reageert, kan de Commissie de zaak voorleggen aan het Hof van Justitie van de EU.
Bio-ethers Een ether is een organisch chemische verbinding, waarbij de centrale zuurstof een directe binding heeft met twee koolstofatomen. Het is een vluchtige en brandbare vloeistof. Dimethylether (DME) is een gasvormige ether dat als schoon alternatief voor diesel kan dienen, omdat er bij verbranding geen fijnstof deeltjes worden gevormd.
XXDe alternatieve brandstoffen Er worden zes groepen onderscheiden die in de transportsector als alternatief voor diesel kunnen dienen: biobrandstoffen, aardgas, lpg, elektriciteit, waterstof en synthetische brandstoffen.
1. De biobrandstoffen Biobrandstof is de algemene verzamelnaam voor verschillende soorten brandstoffen die gemaakt worden uit biomassa. Met biomassa wordt al het organische materiaal op aarde bedoeld. De toepassingen zijn dan ook legio. Biobrandstoffen kunnen in gasvormige of vloeibare toestand voorkomen, waarbij de vloeibare biobrandstoffen worden geproduceerd om direct diesel of benzine te vervangen. De volgende biobrandstoffen worden onderscheiden: Biogas Biogas wordt ook wel groen gas genoemd en is een gasvormige biobrandstof. De hoofdbestanddelen van biogas zijn koolstofdioxide en methaan. Het gas ontstaat als gevolg van vergisting van organisch materiaal zoals mest, rioolslib of gestort huisvuil. Bio-alcoholen Biologisch geproduceerde alcohol wordt door middel van vergisting van suikers, zetmeel of cellulose door micro-organismen en enzymen gemaakt. Voorbeelden van bioalcoholen zijn ethanol, propanol, butanol en methanol. Merken zoals VW voeren nog altijd testen met motoren op methanol.
16
Puur plantaardige olie (PPO) PPO wordt gemaakt door oliehoudende zaden of pitten, zoals zonnebloempitten, sojabonen, koolzaad of palmvruchten, samen te persen. Het is een biochemische opgeslagen zonne-energie en bevat ongeveer evenveel energie als normale diesel. Vaste biobrandstoffen Met vaste biobrandstoffen worden biobrandstoffen bedoeld die niet gemaakt zijn uit vloeibare, of gasvormige stoffen. Deze biobrandstoffen zijn dus gemaakt uit vaste stoffen zoals hout, zaagsel, houtskool, huishoudelijk afval, gras, agrarisch afval, non-food energiegewassen en gedroogde mest. Synthetische biobrandstoffen Synthetische biobrandstoffen zijn biobrandstoffen die kunstmatig door middel van chemische reacties gemaakt worden. Het is ook wel bekend onder de term Biomass-toLiquids (BTL), de biovariant van GTL (Gas-to-Liquids). Het voordeel van biobrandstoffen is dat ze onuitputtelijk zijn en dus kan de energie geproduceerd uit biomassa de energiediversiteit en het energieaanbod verzekeren. Ook kunnen er nieuwe afzetmarkten gecreëerd worden voor de landbouw. Dit brengt op zijn beurt nieuwe kansen voor de handel, wat kan leiden tot economische groei. Ook bij verbranding is de luchtverontreinigende emissie en de totale CO2-uitstoot gunstiger in vergelijking tot fossiele brandstoffen. Het grote nadeel van biobrandstoffen is dat bij de productie ervan grote hoeveelheden grondstoffen nodig zijn. Om plaats hieraan te bieden worden bossen gekapt of gaat het ten koste van landbouwgrond voor voedselproductie. Vooral bij de eerste generatie biobrandstoffen was dit het geval, door de introductie van de tweede generatie biobrandstoffen is dit probleem aangepakt.
2. Aardgas Aardgas is een fossiele brandstof en dus niet erg duurzaam. Het wordt echter gezien als de schoonste fossiele brandstof, omdat bij verbranding geen of nauwelijks roet en ander fijnstof vrijkomt. Aardgas bestaat voor het grootste gedeelte uit methaan. De samenstelling van aardgas verschilt per bron. Nederlands aardgas bijvoorbeeld bestaat voor ongeveer 82 % uit methaan (ook wel laag calorisch gas genoemd), terwijl aardgas uit Rusland of Canada voor 95 % uit methaan (hoog calorisch gas) bestaat. Hierdoor heeft het Nederlandse aardgas een lagere verbrandingswarmte en minder rendement. Aardgas is te verduurzamen door het te vervangen door biogas.
elektriciteitsopwekking. Waterstof heeft als voordeel dat het onuitputtelijk is, omdat het (met behulp van energie) uit water wordt gemaakt.
6. Synthetische brandstoffen Synthetische brandstoffen zijn brandstoffen die kunstmatig door middel van chemische reacties vervaardigd worden. Hierbij wordt een gasmengsel van koolstofmonoxide en waterstof omgezet in een vloeibare brandstof. Als grondstof kan steenkool (Coal-to-Liquids, CTL), aardgas (Gas-to-Liquids, GTL) en biomassa (Biomassto-Liquids, BTL) dienen. NR Alternatief
Toepassing in België
1 Biobrandstoffen
Voertuigen op biodiesel en ethanol
2 Aardgas
Voertuigen op CNG (CBG) en LNG (LBG) en dual-fuel voertuigen
3. Lpg
3 Lpg
Voertuigen op lpg
Liquefied petroleum gas (lpg), ook wel autogas genoemd, is een mengsel van propaan en butaan dat gebruikt wordt als brandstof in motoren. Het komt vrij bij de productie van ruwe olie en aardgas en in het raffinageproces van ruwe olie.
4 Elektriciteit
Elektrische en hybride voertuigen
5 Waterstof
Voertuigen op waterstofbijmenging en brandstofcel
6 Synthetische brandstoffen
Voertuigen op synthetische diesel
4. Elektriciteit Elektriciteit is formeel gezien geen brandstof, het is een energiedrager. Een elektrisch voertuig dat wordt aangedreven door een elektromotor maakt gebruik van elektriciteit, die afkomstig is uit energie en wordt opgeslagen in accu’s. Deze energie kan op veel verschillende manieren worden opgewekt, bijvoorbeeld in kolen- of kerncentrales, maar ook duurzaam door zon, wind of water. Elektriciteit uit deze duurzame manier van elektriciteitswinning wordt groene stroom genoemd. Een elektrisch voertuig heeft dus tijdens het gebruik geen (lokale) uitstoot, maar wel uitstoot door de productie, opslag en transport van elektriciteit (als dit niet duurzaam plaatsvindt).
5. Waterstof
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Waterstof is net als elektriciteit geen brandstof, maar een energiedrager. Hier geldt dus ook dat de energie die vrijkomt bij gebruik als brandstof in een voertuig er eerst ingestopt moet zijn. Waterstof kan niet uit de grond gehaald worden, het moet worden geproduceerd. Dit kan door middel van elektrolyse, een proces waarbij water omgezet wordt in waterstof en zuurstof. Voor de productie van waterstof via elektrolyse is energie (elektriciteit) nodig. De duurzaamheid van waterstof hangt dus af van de manier van
17
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
XX3. Een sectorbeschouwing Korte inleiding en statement rond thermische motoren Ook de komende jaren zullen diesel- en benzineauto’s nog altijd het grootste deel van het wagenpark uitmaken. Diesel- en benzineauto’s zijn de laatste jaren zuiniger en milieuvriendelijker geworden. Een verdere verfijning van deze technieken kan het brandstofverbruik nog eens met 30 % verminderen. Diesel- en benzineauto’s spelen daarom een belangrijke rol in het nastreven van de Europese doelstelling om de CO2-uitstoot tegen 2020 tot 95 g/km te beperken. Halen de automerken die norm niet, dan moeten ze hoge boetes betalen. Om dat te voorkomen, ontwikkelen zij in hoog tempo zogeheten hybridewagens, een combinatie van een elektro- en conventionele verbrandingsmotor. ‘Downsizing’ - het kleiner maken van de verbrandings motor zonder de prestatie te verminderen – is een belangrijke stap. Door het gebruik van een turbo compressor bijvoorbeeld leveren kleinere motoren met minder brandstof toch dezelfde prestaties als grotere motoren. Ook het start/stopsysteem dat de motor bij stilstand automatisch uitschakelt en herstart bij vertrek, maakt de verbrandingsmotor schoner. Het brandstofverbruik en ook CO2-uitstoot dalen dankzij deze technologie met 5 %. In stadsverkeer bedraagt de brandstofbesparing zelfs 8 %.
“goeie ouwe” voertuigen op wielen, een uitvinding die al van meer dan 5.000 jaar geleden dateert. Toch is het pas 130 jaar geleden dat voor het eerst een voertuig werd aangedreven door een thermische benzinemotor. De dieselmotor op zijn beurt gaat nauwelijks 115 jaar terug. In die tijd waren beide uitvindingen vooral bedoeld als tegenhangers voor de stoommotor, die steenkool als voornaamste energiebron had. Vandaag zou niemand het in zijn hoofd halen om weer naar die energiebron terug te grijpen of om de paarden opnieuw in het straatbeeld in te voeren. Vooral drie nieuwe alternatieve krachtbronnen zijn daarom aan een opmars bezig: elektriciteit, waterstof en aardgas. In dat verband valt het te betreuren dat er geen echt overleg bestaat tussen de automobielgroepen. Enkele groepen ondertekenden weliswaar een aantal samenwerkingsovereenkomsten, vooral om de gigantische researchkosten te delen. Uit jaarlijks onderzoek van KPMG onder 200 topmanagers in de internationale automobielindustrie blijkt dat de belangstelling voor voertuigen die gebruikmaken van alternatieve brandstoffen afneemt. De bedrijven verwachten dat in tegenstelling tot de gevestigde landen consumenten in de opkomende markten, zoals Brazilië, Rusland, India en China, steeds vaker zullen kiezen voor groene voertuigen. Dit heeft wellicht voor een groot deel te maken met het feit dat een aantal grote steden in deze landen kampt met aanzienlijke luchtvervuiling. De aanschaf van milieuvriendelijke, elektrisch aangedreven auto’s in andere landen, waaronder Nederland, zal in grote mate afhangen van de prijs. Overheidssubsidies en belastingmaatregelen zullen hierbij van grote invloed blijven.
Enkele beschouwingen De wereldbevolking zal van 7 miljard mensen eind 2011 naar 9,5 miljard in 2050 doorgroeien. Door deze toename van de bevolking en doordat iedereen een steeds hogere levensstandaard wenst, is er een groeiende vraag naar energie. Naar verwachting zal deze vraag naar energie stijgen met 40 % tegen het jaar 2035. Fossiele brandstoffen en met name aardolie worden steeds schaarser. De groeiende vraag hiernaar kan in de nabije toekomst niet meer worden opgevangen. Tel daar de problematiek van de CO2-uitstoot en de luchtverontreinigende stoffen bij op en het wordt direct duidelijk dat het gebruik van fossiele brandstoffen moet worden beperkt en dat er gezocht moet worden naar alternatieven voor aardolie. Hoewel de meest realistische verwachtingen ons nog een aardoliereserve voor minstens 40 jaar verzekeren, komt er een dag dat er geen aardolie meer is of alleen nog tegen torenhoge prijzen. Daarom moeten we onze voorzorgen nemen, want vast staat dat we afhankelijk zijn van onze
18
Toename plug-in hybride modellen Toch blijkt energiezuinigheid niet bij elke consument bovenaan het lijstje te staan. Uit onderzoek bleek al dat met name consumenten in de opkomende markten een niet aflatende behoefte hebben aan SUV’s en andere luxewagens. En aan deze trend lijkt voorlopig geen eind te komen. Ook in de gevestigde landen blijft de populariteit van SUV’s groot. Dat uit zich bijvoorbeeld in het feit dat grote merken als Mercedes en Renault nieuwe modellen op de markt brengen, de Mercedes GLA en de Renault Captur. Voor wat de productie van elektrische auto’s betreft voorziet de sector de komende vijf jaar de grootste toename in het aantal plug-in hybride modellen als het om elektrische auto’s gaat, zowel in Japan, West-Europa en Noord-Amerika als de opkomende landen.
Veel topmerken hebben er dan ook voor gekozen om hybride motoren in het hogere segment te introduceren, zoals bijvoorbeeld de Mercedes S500, de BMW i8 en de Lexus LS 600h. Het feit dat de sector de komende tijd gaat investeren in het zuiniger en minder milieubelastend maken van conventionele verbrandingsmotoren kan echter betekenen dat een verdergaande ontwikkeling van hybride motoren tot stilstand kan komen. De automotive bedrijven verwachten hun groeistrategie te realiseren door nieuwe markten te betreden en nieuwe producten te ontwikkelen. Groei door middel van joint ventures en samenwerkings verbanden heeft duidelijk plaatsgemaakt voor dit soort organische groei. Ruim 80 % van de bedrijven in Japan, West-Europa en Noord-Amerika beschouwt organische groei als de belangrijkste ondernemingsstrategie.
komende maanden iets positiever uitvallen, hoofdzakelijk dankzij de geleidelijke entree van de Renault Zoé op onze markt (in Frankrijk werden er in het eerste halfjaar 3.592 stuks verkocht op een totaal van 4.777 elektrische wagens). Toch heeft de markt van de elektrische wagens het behoorlijk lastig zonder een echt ondersteunend beleid van de federale regering – de belastingverlaging op elektrische wagens werd geschrapt – en door de aarzelende houding van de gewestelijke regeringen. Het Waals Gewest kent een bonus van 2.500 EUR toe voor wagens met een CO2-uitstoot van minder dan 20 g/km, wat op elektrische wagens van toepassing is, op voorwaarde dat de catalogusprijs exclusief btw en exclusief opties niet meer dan 35.000 EUR bedraagt.
Deze veranderde zienswijze kan het gevolg zijn van het feit dat de huidige samenwerkingsverbanden die de bedrijven zijn aangegaan de nodige uitdagingen met zich meebrengen als het gaat om een effectieve integratie en het realiseren van de noodzakelijke synergie. Toch zullen samenwerkingsverbanden met nieuwe toetreders op het gebied van elektronica en mobiliteitsoplossingen in het begin noodzakelijk blijven.
Elektriciteit, voorlopig een kleine markt
In de Verenigde Staten werden 40 % meer elektrische voertuigen dan benzinevoertuigen verkocht! Een mededeling die zou inslaan als een bom, ware het niet dat ze dateert van lang geleden: die verkoopverhouding stamt immers uit 1900… Bekijken we de meest recente inschrijvingsgegevens, dan bezitten de thermische benzine- en dieselmotoren nog steeds het monopolie, of toch zo goed als. Beperken we ons tot een analyse van de nieuwe wagens die in België werden ingeschreven, dan spreken de DIV-cijfers voor zich. Op een totaal van 486.737 inschrijvingen (waaronder 335.519 dieselwagens of 68,9 %, de allereerste keer dat die verhouding daalt!), noteren we slechts 562 wagens aangedreven door een elektrische motor, 75 op aardgas en 4.749 hybride wagens, met tot slot ook 192 wagens op lpg. Per 31 december 2012 was het totale wagenpark van 5.392.908 eenheden als volgt opgesplitst: 25.760 voertuigen op lpg, 21.549 hybride wagens, 812 elektrische voertuigen en 216 CNG-wagens (aardgas), tegenover 3.358.900 dieselwagens, goed voor 62,3 % van het park.
Onze Franse buren, bijvoorbeeld, kennen een bonus van 7.000 EUR toe aan wie een 100 % elektrische wagen koopt. Al kan dat de indruk wekken dat de regering daarmee vooral Renault wil steunen, dat immers zwaar op elektriciteit heeft ingezet. Het merk overheerst de plaatselijke markt met meer dan 75 % van de verkoop van particuliere wagens en meer dan 80 % van de bedrijfsvoertuigen in de eerste helft van 2013. Maar Renault krijgt dan ook nauwelijks concurrentie, vooral sinds Mitsubishi zijn kleine iMiev niet langer aan PSA Peugeot Citroën levert (C Zéro en iOn) vanwege de teleurstellende verkoopcijfers.
Dalende verkoop Begin mei 2013 trok onze sector aan de alarmbel: in het eerste kwartaal van 2013 waren de cijfers van de elektrische wagens in vrije val met slechts 96 inschrijvingen. In diezelfde periode in 2012 waren dat er 237! Die terugval van om en bij de 60 % treft vooral de 100 % elektrische wagens en de voertuigen uitgerust met een range extender (voor een langere autonomie). De balans zou de
De markt van de elektrische voertuigen kent overal ter wereld en in Europa een erg trage groei. Noorwegen heeft het record met een aandeel van 3 %, gevolgd door Frankrijk (0,5 %) en Duitsland (0,2 %).
Elektriciteit, de toekomst op lange termijn Bepaalde ramingen schatten dat de louter elektrische motor tegen 2020 een globaal marktaandeel van 1,5 % zou vertegenwoordigen, tegen 98,5 % voor de verbrandingsmotor. Terwijl het grootste deel van het verkeer in en rond de stad het tegen 2050 zonder fossiele brandstoffen zou moeten kunnen stellen. De weg naar een uitstootloze wagen is dus nog erg lang – en heeft meer weg van een marathon – toch staat onmiskenbaar vast dat de op grote schaal geproduceerde elektrische wagen over een jaar of 25 het beste alternatief zal zijn.
19
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Elektriciteit, zonder politieke steun
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Toch moet er wereldwijd een bepaalde consensus worden bereikt, wat niet voor de hand ligt, gelet op de belangen die op het spel staan. En de nodige energie voor elektrische motoren moet uit hernieuwbare bronnen en niet uit thermische of kerncentrales afkomstig zijn. Tegenstanders van de elektrische wagen grijpen immers elke gelegenheid aan om erop te wijzen dat de productie ervan een bron van vervuiling blijft, van de elektriciteitsopwekking tot de recycling van de onderdelen en accu’s, bijvoorbeeld. De elektrische aandrijving van voertuigen en bromfietsen is een onderwerp dat bij elke grote aardoliecrisis weer in de belangstelling komt.
Laadeiland uit EVA-proeftuin (FEDERAUTO)
De evolutie van de accu’s Ondertussen boekte de techniek een behoorlijke vooruitgang, vooral wat de accu’s betreft. In vergelijking met de nikkelaccu’s die tot het begin van de 21ste eeuw nagenoeg altijd werden gebruikt, biedt de ion-lithiumaccu vele voordelen, is ze krachtiger en heeft ze een grotere energetische densiteit en een langere levensduur. Deze aanzienlijk lichtere en kleinere accu biedt een hoge energiedichtheid. Ze heeft immers maar een heel beperkt geheugeneffect, vereist geen specifiek onderhoud, kan gemakkelijk en snel worden herladen en is veilig als ze goed in een beveiligingscircuit geïntegreerd zit.
Goedkope kritiek
Het proces voeren van de elektrische wagen zoals die vandaag op de markt wordt aangeboden, is een erg gemakkelijke “oefening”. De uitdagingen oplossen is heel wat minder makkelijk. De elektrische auto zal op grote schaal moeten worden geproduceerd in dezelfde afmetingen als de populaire stadswagentjes van vandaag. Om echt door te breken, zal een kleine elektrische auto heel betaalbaar moeten blijven voor een uitgebreide doelgroep. Bovendien zal zo’n auto dagelijks minstens 400 km kunnen afleggen, met een herlaadtijd van nauwelijks enkele minuten, via systemen die voor iedereen gelijk zijn. Pas dan kunnen we, op grote schaal echt spreken van het nieuwe tijdperk van de elektrische wagen en een aanzienlijk minder zware belasting van het milieu. Ondertussen mogen we niet te snel opgeven, zoals sommige merken geneigd zijn te doen vanwege de beperkte voordelen, en moeten we vooral ook andere oplossingen bekijken. Ook nieuwe businessmodellen zoals carsharing moeten helpen om de doorbraak van EV’s te versnellen.
Waterstof en brandstofcel
Op langere termijn is de extractie van lithium in grote hoeveelheden en – vooral – tegen lage kostprijs echter erg onzeker, ook al wordt er over de hele aardbol naar lithium gezocht om dat scenario te vermijden. Op Europees niveau werkt het platform “Eurolithium” aan een oplossing voor batterijpakketten dienstig voor bedrijfswagens.
20
Voor sommige constructeurs blijft de auto op waterstof een utopie, een onbereikbare droom. Want die houdt in dat ze in de toekomst betaalbare en praktische oplossingen voor het grote publiek zouden aanbieden, iets waartoe ze niet in staat zijn. Andere constructeurs zien in de technologie van de brandstofcel dan weer de meest veelbelovende oplossing om uitstootvrije wagens te produceren. Dé toekomst, zeg maar. Al zijn de meningen sterk verdeeld over het systeem dat ze daarvoor moeten ontwikkelen. Het goede antwoord ligt wellicht ergens tussen deze twee strekkingen in en dan blijft het maar de vraag wanneer auto’s met brandstofcellen en waterstof daadwerkelijk in de handel te koop zullen zijn. De zes partners van ‘H2 Mobility’ investeren circa
350 miljoen EUR in de realisatie van een uitgebreid netwerk van waterstoftankstations in Duitsland. De samenwerkende multinationals – Daimler, Shell, Total, OMV, Air Liquide en Linde – hebben overeenstemming bereikt om het huidige netwerk uit te breiden tot 400 H2-tankstations in 2023. In het actieplan van H2 Mobility (partnerplatform: Daimler, Shell, Total, OMV, Air Liquide en Linde) staat dat de eerste 100 tankstations de komende vier jaar al in gebruik worden genomen. In België hebben we o.a. BLUE PLANET Hydrogen, dat voor Colruyt een heftruck (Still) ombouwde op waterstof.
Begin 2012 konden we stellen dat “Waterstofregio Vlaanderen/Zuid-Nederland” op kruissnelheid func tioneert, dat de eerste projecten zijn opgeleverd en dat bijkomende projecten in de steigers staan. De brandstofceltestfaciliteit bij Solvay in Antwerpen (gebouwd door het Nederlandse Nedstack en MTSA, samen met het Duitse SolviCore), is begin februari aan het grote publiek voorgesteld. Ook het waterstoftankstation van WaterstofNet voor Vlaanderen, gebouwd door het Vlaamse Hydrogenics en geëxploiteerd door Colruyt Group in Halle, is begin februari in gebruik genomen.
Duitsland telt momenteel 15 H2-tankstations, terwijl de eerste auto’s met brandstofceltechnologie al vanaf 2015/2016 op de markt worden gebracht. Onder meer Daimler (moederbedrijf van Mercedes-Benz), Hyundai, Toyota, Ford en Nissan hebben aangekondigd binnen enkele jaren een betaalbare FCEV (Fuel Cell Electric Vehicle) op de markt te brengen. Hyundai introduceerde de ix35 Fuel Cell eerder dit jaar al in Nederland.
Toyota belooft tegen eind 2015 een eerste model met een autonomie van meer dan 480 km na één laadbeurt (dat is drie keer meer dan de elektrische wagens). Alle andere constructeurs stellen veeleer 2017 of zelfs 2020 voorop als streefdatum.
Als het aan H2 Mobility ligt, kan vanaf 2023 langs Duitse snelwegen om de 90 kilometer waterstof worden getankt. Dat komt overeen met circa 10 H2-tankstations per stadsregio. “Rond 2023 zijn langs Duitse snelwegen meer H2-tankstations te vinden dan conventionele pompstations”, aldus Daimler-topman Thomas Weber. Veel autofabrikanten zien de FCEV als beste langetermijnoplossing om de uitstoot van CO2 terug te dringen. Brandstofcelauto’s zetten waterstof om in elektriciteit om de elektromotor te voeden. Daarbij geldt alleen waterdamp als ‘uitstoot’. Het tanken van waterstof is net zo eenvoudig als het tanken van benzine. Met een volle tank kunnen de elektrische auto’s een afstand van honderden kilometers afleggen, zonder dat ze hoeven te worden opgeladen.
Een streefdatum die we wellicht met een korrel zout moeten nemen: hoe lang horen we al niet dat er auto’s op waterstof zullen komen, terwijl de uiteindelijke datum blijft opschuiven omdat het onderzoek achterop hinkt. Eén ding kan ons al enigszins geruststellen: verschillende merken ondertekenden onlangs een samenwerkingsakkoord om een gezamenlijk systeem te ontwikkelen. Zo werkt Toyota voortaan samen met BMW aan de waterstofplannen, net als General Motors en Honda of Daimler en Ford enerzijds met de alliantie RenaultNissan anderzijds. Dankzij die samenwerkingsverbanden kunnen de investeringskosten voor de engineering van deze technologie worden gedeeld, resulteren de schaalvoordelen in een betere efficiëntie en kunnen er op termijn voertuigen tegen een redelijke prijs worden aangeboden. In elk geval zouden we hen willen aanmoedigen om één enkel herlaadsysteem uit te werken, om niet hetzelfde scenario als met het herladen van elektrische wagens (eenfasig of driefasig…) of gsm’s te herbeleven.
Samenwerkingsovereenkomsten Een eeuw in de vergetelheid Historisch gezien bestaat het idee van een brandstofcel al erg lang. Ze werd in 1839 ontdekt door de Duitse (tot Zwitser genaturaliseerde) fysica-, chemie- en mineralogieprofessor Christian Schönbein. Zijn vriend William Robert Grove, Brits advocaat en amateurscheikundige, ontwikkelde een eerste laboratoriummodel van een brandstofcel in 1842. Daarna bleef het concept bijna 100 jaar lang stof vergaren, tot de Britse ingenieur Francis Thomas Bacon de draad in 1932 weer oppakte en de eerste prototypes bouwde tussen 1953 en 1959. Die prototypes stonden model voor de latere brandstofcellen van het ruimteprogramma Apollo. De aardoliecrisis van 1973 – die ons de invoering van de snelheidsbeperkingen opleverde! – en die van 1979 hadden wereldwijd een impact op de economie. Verschillende alternatieve energieprojecten, waaronder de brandstofcel, werden opnieuw van stal gehaald. Concreet moesten we
21
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Medio 2009 is, met steun van Interreg, de Nederlandse overheid, de Vlaamse overheid, de Nederlandse provincies Noord-Brabant, Limburg en Zeeland en de industrie, het project “Waterstofregio Vlaanderen/Zuid-Nederland” opgestart. Doel van het project is de regio op de kaart zetten als een toonaangevende waterstofregio in Europa, door het realiseren van concrete projecten. Dat de regio hiertoe potentieel heeft, bleek uit een analyse waarbij meer dan 100 regionale spelers (industrie, overheden, onderzoek, onderwijs) werden geïdentificeerd, die ofwel actief waren op vlak van waterstof of interesse toonden. Vanuit dit ruime regionale draagvlak is een duidelijk omschreven programma uitgewerkt met focus op ‘duurzame waterstof’, ‘vroege markttoepassingen’ en ‘onderwijs’. Concreet resulteert het in een tiental concrete en innovatieve projecten, die de basis vormen voor een regionaal ecosysteem en hoogwaardige werkgelegenheid in de regio.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
tot de allerlaatste jaren van de 20ste eeuw wachten om van de theorie naar de praktijk van prototypes over te stappen. De eerste elektrische wagen op brandstofcel die in 2008 in productie ging, was de Honda FCX Clarity, een gezinsberline, die momenteel alleen als leasewagen wordt aangeboden aan enkele fleets in Japan en in de Verenigde Staten. Sinds een paar jaar mogen enkele bevoorrechte Europeanen andere prototypes van vele andere merken uitproberen, maar die raken nooit verder dan het stadium van een rijdend laboratorium.
Voor- en nadelen van brandstofcellen Waterstof is een geurloos, uiterst explosief gas. Door zijn lage energiedensiteit biedt het slechts een beperkte autonomie. Waterstof is de ideale brandstof voor voertuigen uitgerust met brandstofcellen. In de brandstofcel wordt de brandstof direct omgezet in stroom die een elektrische motor aandrijft. In tegenstelling tot interne verbrandingsmotoren die op waterstof draaien, produceert een auto met een dergelijke motor lokaal geen CO2 of giftige stoffen. Typerend voor deze auto’s is het hoge comfortniveau (zo zijn ze bijvoorbeeld uitgerust met een stationaire airconditioning of een stationaire verwarming). Momenteel wordt waterstof voornamelijk op basis van aardgas geproduceerd. Bij de “omzetting” van dat aardgas komen er grote hoeveelheden CO2 vrij. Wanneer deze procedure op industriële schaal wordt toegepast, zal de voor de synthese vereiste waterstof worden gegenereerd door de elektrolyse van water met behulp van elektriciteit opgewekt door hernieuwbare energiebronnen (voor zover die in voldoende hoeveelheden aanwezig zijn).
Tussen kostprijs en bevoorrading Alleen de productie van waterstof met behulp van stroom opgewekt door een duurzame procedure – het (aanzienlijke) prijsverschil tegenover traditionele brandstoffen incluis – kan de uitstoot van CO2 voorkomen. Op lange termijn zal het schaarser worden van aardolie (en de resulterende prijsstijging) die verhouding doen kantelen in het voordeel van de alternatieve brandstoffen (waterstof). De omslachtige productie, opslag en tankprocedure aan de pomp spelen in het nadeel van waterstof. Waterstof kan onder druk – tot 700 bar – opgeslagen worden, of in vloeibare vorm (op -253 °C). Tot nu toe bestaat er geen waterstofinfrastructuur die voor alle verkeerssectoren geschikt is. De invoering van een bevoorradingsnetwerk en distributiepompen vereist gigantische investeringen. Op lange termijn is het niet ondenkbaar dat auto’s op zuivere waterstof rijden. Al houdt dat wel enkele voorwaarden in: een voordelige productiekostprijs (aan de hand van wind-, zonne- of waterenergie), een opslagsysteem in het voertuig dat aanvaardbaar blijft voor de klant en de uitbouw van een compleet nieuwe infrastructuur (tegen een erg hoge kostprijs).
22
De brandstofcel op hoge temperatuur maakt komaf met een reeks nadelen waarmee de brandstofcel op lage temperatuur te kampen had. Die laatste werkt immers op een membraantemperatuur van ongeveer 80 °C. Als de temperatuur te hoog boven die waarde gaat, valt het rendement van de brandstofcel terug en loopt hij onherstelbare schade op. Daarbij komt dat voor een systeem op lage temperatuur de voor de werking vereiste grondstoffen (waterstof en lucht) bevochtigd moeten worden. Gebeurt dat niet, dan daalt het rendement eveneens en raakt de cel onherstelbaar beschadigd, terwijl de elektrische motor stilvalt. Het bevochtigingssysteem is bovendien plaatsrovend, zwaar en duur. In combinatie met nieuw ontwikkelde elektrodes kan het membraan op hoge temperatuur “geleid” worden op een maximumtemperatuur van 160 °C, terwijl ze hetzelfde vermogen levert. Voor het gebruik in een voertuig is de gemiddelde bedrijfstemperatuur 120 °C, zonder bijkomende bevochtiging. Met als resultaat een veel eenvoudiger koelsysteem en waterbeheer. Het systeem is dus kleiner, lichter en minder duur. Dit nieuwe membraan op hoge temperatuur en de specifiek daarvoor ontwikkelde elektrodes bieden mogelijkheden voor een brandstofcel die compacter, doeltreffender en financieel voordeliger is. Wat meteen de kansen op een doorbraak voor dit aandrijfsysteem aanzienlijk doet toenemen. In tegenstelling tot andere constructeurs ziet Toyota de brandstofcel als aandrijving van de toekomst, met zero uitstoot. Waterstof is immers een zeer zuivere energiedrager. Toyota experimenteert al enkele jaren met een FCV - R conceptwagen die 700 km kan afleggen en geen CO2, NOx of roetdeeltjes uitstoot. Waterstof gaat erin, waterdamp komt eruit! De brandstofcel zet de waterstof om in elektrische energie die op haar beurt de elektromotor aandrijft. Het lijkt eenvoudig, maar dat is slechts schijn. Zo blijft de opslag van waterstof in de auto een groot probleem evenals de kwetsbaarheid en bedrijfszekerheid van sommige onderdelen. Brandstofceltechnologie is daarenboven temperatuurgevoelig en ook dat probleem moet nog worden opgelost voordat er kan gedacht worden aan serieproductie. Er is ook nog het probleem van de bevoorrading. Ons land is welgeteld een waterstoftankstation rijk. Toch gelooft Toyota in brandstofcel als technologie van de toekomst, met zero uitstoot. Maar dan moet het ook nog een oplossing vinden voor de prijspositionering. In eerste instantie werd gefocust op een prijs van zo’n 80.000 EUR maar daar is men intussen van afgestapt. Blijkbaar heeft men geleerd uit de fouten van enkele concurrenten die hun elektrische auto’s tegen een veel te hoge prijs op de markt hebben gezet en daar nu zelf de prijs voor betalen.
Hybrides voor de nabije toekomst
tamelijk strikte voorwaarden; het grootste deel van de tijd is de thermische motor aan het werk.
Toyota Motor Corporation is de onbetwistbare wereldkampioen van de hybride motorisatie, met meer dan vijf miljoen auto’s uitgerust met een thermische én een elektrische motor sinds 1997, voornamelijk dankzij de Prius en enkele versies van het Lexus-gamma. De voorbije jaren schakelde Toyota een versnelling hoger met eerst de Auris, vervolgens de Prius+ en tot slot de Yaris. De andere constructeurs waagden zich ook in de arena, vaak meer om hun imago te beschermen.
Voor welke afzetgebieden? De hybride wagen is goed geschikt voor de typische “benzinemarkten” (Japan, Verenigde Staten) en de landen waar het stadsverkeer en de verkeersgewoontes trager zijn dan bij ons. Ze zijn minder geschikt voor Europa waar de betere dieselvoertuigen vaak dezelfde ecologische prestaties halen als de hybride wagens. Daarbij komt nog dat de hybride technologie duurder, zwaarder en plaatsrovender is. Naargelang het geval kunnen hybride motorisaties de vervuilende uitstoot en het brandstofverbruik echter met 10 à 30 % terugdringen, afhankelijk van het gebruik en de gebruiker, vooral in stadsgebieden.
Typologies of electric vehicles
Op de Europese markt zijn er momenteel ruim 30 wagens van het hybride type beschikbaar, zij het met licht verschillende technieken. Op sommige modellen zorgt de elektrische motor continu voor de aandrijving, waarbij de thermische motor de nodige energie voor de accu levert dankzij een on board generator: de Chevrolet Volt, de Fisker Karma en de Opel Ampera bv. behoren tot die categorie.
Hoewel de hybride motorisatie tegenwoordig op punt blijkt te staan, zoals bleek uit de overwinning in 2012 en 2013 van de Audi R18 e-tron quattro op de 24 uur van Le Mans, geldt ze voor vele waarnemers als een pleister op een houten been. De elektrische motor (zelfs de versie met een herlaadsysteem) neemt slechts een heel klein percentage van de aandrijving voor zijn rekening, onder
In andere modellen wordt – kort samengevat – de drijfkracht van beide motoren gecombineerd en functioneren ze in parallel. Dat is het geval bij onder andere Honda, Lexus, Toyota en de vele merken van de Volkswagen-groep voor sommige modellen. In die parallelle opstelling worden de wielen aangedreven door ofwel de elektrische motor, ofwel de verbrandingsmotor
Number of natural gas Fillingstations by country in 2012 1.000 904
900
903
800 700 600 500 345
324
300 200
251 203
189
150
149
136
103
100
54 15
2
2
50 1
2
18
3
17
2
0
1
3
3
8
1
24
0
23
74
46 5
9
14
6
6
9
Armenia Austria Belarus Belgium Bosnia & Herzegovina Bulgaria Croatia Czech Republic Denmark Estonia Finland France Georgia Germany Greece Hungary Iceland Ireland Italy Latvia Lichtenstein Lithuania Luxembourg Macedonia Moldavia Montenegro Netherlands Norway Poland Portugal Russia Serbia Slovakia Slovenia Spain Sweden Switzerland Turkey Ukraine United Kingdom
42
0
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
400
23
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
ofwel allebei. In een “seriële” hybride dient de verbrandingsmotor alleen om de accu’s op te laden. Hij is niet met de aandrijfwielen of met de elektrische motor verbonden. Andere modellen, tot slot, gebruiken de klassieke thermische motor om de voorwielen aan te drijven en de elektrische motor om de achterwielen (één per wiel of één per as) te laten draaien. In dit concept worden de vier wielen aangedreven zonder transmissie tussen voor- en achtertrein. Dat is de oplossing waarvoor de Groep PSA Peugeot Citroën opteerde. En ook Audi tijdens de wedstrijden in Le Mans, maar dan in omgekeerde volgorde…
De toekomst van aardgas In België telden we eind 2012 slechts 216 particuliere wagens waarvan de motor op aardgas (CNG) functioneerde. Uiteraard een belachelijk cijfer, vooral als we weten dat er wereldwijd ongeveer 20 miljoen wagens op die brandstof rondrijden. In Italië alleen al zijn dat er bijna één miljoen (mét aankooppremie), bijna drie miljoen in Iran en Pakistan en meer dan twee miljoen in Argentinië, al ruim anderhalf miljoen in Brazilië en China (tegen 10.000 exemplaren 10 jaar geleden!). Met nauwelijks 100.000 exemplaren hinkt Duitsland zwaar achterop, maar dat land is met een forse inhaalbeweging op korte termijn bezig, onder meer dankzij steun aan de nationale constructeurs.
in mindere mate: namelijk gemiddeld 27 % minder dan benzine en 12 % minder dan diesel. Op Europees niveau – dat een vloot vooropstelt die voor 10 % uit voertuigen op aardgas bestaat tegen 2020 – en indien CNG 20 % zou uitmaken van alle energie gebruikt door het verkeer over de weg en op het water, zou de globale CO2-uitstoot met 5 % dalen. Voertuigen op aardgas kunnen bovendien probleemloos op biogas functioneren. Biogas is een volledig hernieuwbare energie gegenereerd door de fermentatie van organische stoffen. Dit gas wordt puur of vermengd met aardgas (in ongeacht welke verhouding) gebruikt, zonder enige aanpassing van het voertuig. Omdat biogas een hernieuwbare brandstof is, biedt dit gas aanzienlijke voordelen op het vlak van de CO2-uitstoot in de hele productie- en verbruiksketen. Afhankelijk van het productiesysteem kan de CO2-beperking tot 80 % vertegenwoordigen. Voertuigen op aardgas stoten bovendien nauwelijks fijn stof uit (tot 95 % minder!). Ook de uitstoot van stikstofoxide (NOx) en koolwaterstoffen ligt ongeveer 50 tot 60 % lager dan bij benzine- en dieselmotoren. Op lage snelheid (wanneer de motor zich het luidst laat horen) zijn voertuigen op aardgas doorgaans 50 % stiller dan hun tegenhangers op diesel. Stijgt de snelheid, dan neemt dat verschil af door de rijgeluiden en het geluid van de wind die een grotere rol spelen. Een ander niet te verwaarlozen voordeel is dat gecomprimeerd aardgas (CNG) of vloeibaar aardgas (LNG) op nagenoeg identiek dezelfde verbrandingsmotor draaien als benzine of diesel, dus op technieken die de auto-industrie al lang tot in de puntjes beheerst. Doorgaans zijn er alleen enkele aanpassingen nodig aan de cilinderkoppen, aan de toevoer d.m.v. een turbocompressor, aan het injectiesysteem en de katalysator, en heeft de wagen uiteraard specifieke gasflessen nodig.
De financiële balans van aardgas Bij ons begint er eindelijk wat te roeren: de Koninklijke Vereniging van Belgische Gasvaklieden en de lobbygroep CNGDrive pleegt niet alleen overleg met haar partners en met de constructeurs, maar ook en vooral met de politiek op zowel het federale als het gewestelijke niveau. Omdat we het in België graag moeilijk maken, valt dit deel van de fiscaliteit onder de bevoegdheid van de gewesten, maar gelukkig legt een Europese richtlijn een nauwe coördinatie tussen het federale en het gewestelijke niveau op om, bijvoorbeeld, de regelgeving op het vlak van homologatie en technische keuring te harmoniseren. In maart 2013 werd een grote stap in die richting gezet met een besluit betreffende het gebruik van gecomprimeerd aardgas voor de aandrijving van voertuigen.
En de CO2?
Als alternatief voor aardolie lost aardgas niet alle milieuproblemen op. Ook aardgas stoot CO2 uit, weliswaar
24
Verschillende constructeurs – momenteel voornamelijk Duitsers en Italianen – zijn nu al op onze markt aanwezig met voertuigen die op aardgas functioneren, zowel personenwagens als lichte bedrijfsvoertuigen en vrachtwagens. Voor vrachtwagens wordt veelal de oplossing met vloeibaar aardgas gekozen omdat die een betere autonomie (minstens 1.000 km) garandeert dankzij een aangepaste tank. Die tanks zijn overigens zwaarder en groter. Voor vrachtwagens, autobussen en autocars (maar ook vrachtschepen) speelt dat niet zo’n grote rol, maar ze zijn wel een nadeel voor kleinere voertuigen (personenwagens en lichte bedrijfsvoertuigen). Dat is de reden waarom er voor die laatste groep voor gecomprimeerd aardgas wordt gekozen. Aardgas wordt op 200 bar gecomprimeerd en opgeslagen in cilinderflessen die op verschillende plaatsen in de vloer van de (bedrijfs)wagen weggewerkt worden. Zelfs al is het dankzij de recente technische evolutie mogelijk om uitsluitend op CNG te rijden, toch zijn de meeste
voertuigen op gecomprimeerd aardgas nog steeds uitgerust met een kleine benzinetank om koud te kunnen starten en om tot aan het volgende bevoorradingsstation te geraken.
Diagram of a LNG/CNG fillingstation
Het voorbeeld van Colruyt Via zijn Dats-netwerk werpt de Colruyt-groep zich op als de pionier in de aardgasdistributie voor voertuigen en kondigt een totaal van 15 operationele stations aan vóór eind 2013. De groep is echter niet aan dezelfde verplichtingen gebonden als de grote aardoliemaatschappijen en profiteert vooral van haar pompen om zichtbaarheid en bekendheid op te doen: het is een uitstekende manier om nieuwe klanten naar de Colruyt-winkels te lokken. Bovendien zou de groep beslist hebben om haar
Nog twee andere argumenten pleiten in het voordeel van aardgas. Een eerste punt is dat verschillende grote autoconstructeurs nauw betrokken zijn bij de technische ontwikkeling ervan, iets wat voor lpg nagenoeg nooit het geval was. De aanpassingen en installaties worden direct op de productielijn van het merk gemonteerd en genieten dezelfde garantie als het voertuig. Een tweede voordeel is dat aardgas lichter is dan lucht, in tegenstelling tot lpg. Het vlampunt van CNG ligt rond de 580 °C tegen 220 °C voor benzine. Bij een lek lost de CNG snel op in de lucht, wat het ontploffingsgevaar aanzienlijk vermindert. Voertuigen op CNG zijn trouwens wel toegelaten in ondergrondse parkeergarages.
25
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
De Europese richtlijnen streven naar een bevoorradingspunt voor gecomprimeerd aardgas om de 150 km vanaf 2015 (een drempel die moeiteloos gehaald wordt in Duitsland en Italië). In verschillende landen, waaronder België, is dat streefdoel nog veraf. Momenteel zijn er bij ons slechts 14 stations, voornamelijk in het Vlaams Gewest, en tegen het einde van dit jaar zouden we een totaal van 25 moeten halen dankzij verschillende “privé-initiatieven”. De grote aardoliemaatschappijen zijn bereid om in België tot actie over te gaan, zoals ze dat al in andere landen doen, ook al ligt dat niet altijd voor de hand: de distributiepunten moeten buiten de stadszones liggen, terwijl een aansluiting op het aardgasnet op het platteland minder evident is dan in de stad. Toch wachten ze nog en kijken ze hoe de markt zal evolueren en vooral hoe de leasing- en fleetmarkt zal reageren om hun ontwikkelingen rendabel te houden. Een kleine bevoorradingspost kost ongeveer 25.000 EUR, maar dat bedrag komt al snel 10 keer hoger uit voor de stations van de grote petroleummaatschappijen die hun klanten even snel willen bedienen als met benzineof dieselpompen, met evenveel comfort. We hoeven de komende weken of maanden dus niet meteen een rush te verwachten, vooral omdat er ook van die maatschappijen verwacht wordt dat ze investeren in snelle herlaadpalen voor elektrische wagens of in bevoorradingssystemen voor vloeibare waterstof…
voertuigenpark dat voornamelijk op diesel functioneert geleidelijk te vervangen door voertuigen op aardgas en ze moet haar voertuigen uiteraard gemakkelijk kunnen bevoorraden… Toch moeten we grif toegeven dat de Colruyt-groep inderdaad grote inspanningen doet om de verkoop van voertuigen op aardgas te stimuleren dankzij, bijvoorbeeld, een duidelijke en goed gedocumenteerde 16 blz. tellende gids. Die gids analyseert diverse luiken m.b.t. het milieu, de praktische aspecten, de kostprijs en de beschikbare voertuigen. De meerprijs van een voertuig op aardgas kan inderdaad een minpunt lijken. Afhankelijk van de categorie moet men 2.500 à 3.500 EUR meer neertellen voor een CNG-voertuig dan voor een benzinevoertuig, al neemt dat verschil af naarmate het park aangroeit. Gecomprimeerd aardgas is echter een goedkope brandstof die 20 tot 30 % minder kost dan benzine of diesel. Volgens verschillende simulaties zou de meerprijs bij aankoop het returnpunt bereiken rond ongeveer 60.000 km. Bovendien gaan aardgasmotoren langer mee dan benzine- en dieselmotoren dankzij een betere verbranding, terwijl bijv. de olie slechts om de 100.000 km vervangen hoeft te worden.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
tussen hamer en aambeeld. De FEDERAUTO-leden kunnen niet eindeloos de kat uit de boom kijken, maar ze kunnen ook niet continu in materiaal en opleidingen investeren zonder zekerheid dat die investeringen iets zullen opleveren. In garages moeten de operatoren zich aan alle evoluties aanpassen, klaarstaan om nieuwe problemen op te lossen en stilaan afscheid nemen van het werk zoals ze dat tot nu toe kenden. Omdat de oplossingen verschillende richtingen uitgaan, wordt het nagenoeg onmogelijk om nog polyvalent te zijn en zullen ze zich in de ene of andere motorisatie moeten specialiseren.
Welke gevolgen voor professionals? In dit dossier behandelden we de alternatieve energievormen die de meeste aandacht krijgen in Europa. De toekomst zal echter worden bepaald door meerdere technologieën aangepast aan de markten, het bestaande park, de rijgewoontes en het “tankgemak”. We hadden ook nog kunnen ingaan op de in Brazilië erg populaire bio-ethanol, de biobrandstoffen, de synthetische brandstoffen, schaliegas, perslucht… stuk voor stuk pistes die wereldwijd worden afgetast. En vergeten we ook niet de technische procedés ontwikkeld door bepaalde constructeurs, zoals het gecombineerde verbrandingssysteem (CCS). Ook mogen we niet uit het oog verliezen dat aardolie en verbrandingsmotoren nog tientallen jaren de hoofdrol (maar geen exclusieve rol) zullen spelen in onze mobiliteit. Parallel met de research naar alternatieve energievormen, hebben de constructeurs het rendement van hun voertuigen immers aanzienlijk verbeterd, wat de vervuiling en het verbruik over een periode van 10 jaar aanzienlijk zou moeten beperken. Een trend die ook afhangt van de (trage) verandering in de gewoontes van de consument. In 2010 is het algemene verbruik van aardolieproducten voor het eerst in de geschiedenis afgenomen, een beweging die zich nog zal versterken…
Onafwendbare aanpassingen Geconfronteerd met al die nieuwe technologieën en de talloze ontwikkelingen in alle richtingen en in alle genres, zweven onderhouds- en servicing professionals ergens
26
Eigenaars van garagebedrijven staan voor een enorme uitdaging, een uitdaging die ze niet alleen aankunnen: opleidingen zijn duur, de directe en indirecte kosten lopen op, terwijl de inkomsten soms (vaak?) te laag zijn door een verkoop- en werkvolume dat tot zijn simpelste vorm gereduceerd wordt. De autosector kampt al met een afnemende aantrekkelijkheid en motivatie, daarom moeten de constructeurs hun verantwoordelijkheid opnemen om hun programma’s te steunen. Het lijkt voor de hand te liggen dat alle takken van de sector zich zouden mobiliseren om de toekomst van de autosector te verzekeren. Philippe Decrock Directeur Studiedienst (Met dank aan Etienne Visart, auteur van het dossier Alternatieve energievormen in FEDERAUTO Magazine 151)
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
www.elektrischevoertuigeninactie.be
27
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Sociaaleconomisch dossier SOCIAALECONOMISCHE SCHETS FEDERAUTO vertegenwoordigt en verdedigt de belangen van een groot aantal bedrijven uit de autosector en de aanverwante sectoren. Ze kunnen worden onderverdeeld in vijf grote sectoren: de sector Mobiliteit, de sector Onderdelen, gereedschap en uitrusting, de sector Land- en tuinbouwmachines, de sector Fietsen en de sector Burgerlijke Bouwkunde en Goederenbehandeling. In deze sociaaleconomische studie willen we door middel van een aantal kengetallen de evoluties weergeven die de afgelopen jaren in onze sectoren hebben plaatsgevonden. De sectoren van FEDERAUTO in een notendop: Alle FEDERAUTO-sectoren
2011
Δ 2010
2012
Δ 2011
2013
Δ 2012
Omzet
106,51 mia €
+9,0 %
103,34 mia €
-3,0 %
105,40 mia €
+2,0 %
Toegevoegde waarde
5,25 mia €
+5,3 %
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
Investeringen
1,22 mia €
+11,0 %
1,08 mia €
-11,5 %
1,17 mia €
+7,7 %
Arbeidsplaatsen
88.506
+2,2 %
89.341
+0,9 %
87.379
-2,2 %
Aantal werkgevers
9.122
+0,0 %
9.132
+0,1 %
8.911
-2,4 %
Aantal zelfstandigen en helpers
52.435
+0,0 %
52.511
+0,1 %
n.b.
n.b.
XXBESCHRIJVING VAN DE SECTOREN Hierna volgt een korte beschrijving van de verschillende sectoren die FEDERAUTO vertegenwoordigt. Tot de sector Mobiliteit behoren alle bedrijven die aan verkoop (autodealers, specialisten in tweedehandse voertuigen en verdelers van motorrijwielen), onderhoud, elektro en mechanische herstelling of koetswerkherstelling van voertuigen doen evenals de depannagebedrijven, de servicestations en de carwashbedrijven, de technische specialisten (motorrevisiebedrijven, specialisten in elektriciteit, elektronica, diesel enz.) en de bandenspecialisten. De sector Onderdelen en Uitrusting wordt gevormd door de nationale en regionale distributeurs van onderdelen en accessoires bestemd voor voertuigen, evenals van garagematerieel, uitrusting en de invoerders van elektrisch en handgereedschap. De sector Land- en Tuinbouwmachines bestaat uit enerzijds de invoerders en de algemeen vertegenwoordigers en anderzijds de verdelers en herstellers van tractors en land- en tuinbouwmachines. De vierde sector is die van de Fietsen met de fabrikanten, assemblagebedrijven en algemeen vertegenwoordigers van fietsen evenals de fabrikanten, algemeen vertegenwoordigers en distributeurs van onderdelen en accessoires voor fietsen (zie fuguren 1 en 8 voor toevoeging van groot- en detailhandel).
29
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Ten slotte is er nog de sector Burgerlijke Bouwkunde en Goederenbehandeling die bedrijven vertegenwoordigt die algemeen vertegenwoordiger zijn van machines voor burgerlijke bouwkunde en goederenbehandeling.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Methodologische noot De sectoren die FEDERAUTO vertegenwoordigt en waarover cijfergegevens worden verzameld, worden afgebakend op basis van de veelgebruikte Nacebel-indeling voor sectoren. Door telkens dezelfde Nacebel-sectoren te nemen voor alle indicatoren die met deze sectorclassificatie werken, is de onderlinge vergelijkbaarheid van verschillende indicatoren gevrijwaard. Voor een overzicht van welke Nacebel2008-sectoren exact vallen onder elk van sectoren die FEDERAUTO vertegenwoordigt, verwijzen we u graag naar bijlage 3.
1.
Onder welke Nacebel-code een bedrijf haar aangiftes (vb. btw, RSZ, jaarrekening, …) doet bij de betrokken overheidsdienst, zal dus bepalend zijn voor onder welke subrubriek van de verschillende tabellen de aangegeven cijfers zullen vallen. Onze ervaring leert dat voor sommige bedrijven deze Nacebel-code niet meer 100 % het actuele belang van die activiteiten in de omzet, tewerkstelling, … vertegenwoordigt, maar toch is dit de best mogelijke werkwijze om consistentie te krijgen in en over de verschillende cijferreeksen heen.
AANTAL ONDERNEMINGEN
In dit gedeelte bestuderen we het aantal ondernemingen door enerzijds de kenmerken van het aantal werkgevers (met personeel) en anderzijds de kenmerken van de zelfstandigen en helpers (zonder personeel) in kaart te brengen. Daarnaast geven we ook een overzicht van het aantal faillissementen in elk van de FEDERAUTO-sectoren.
XXA. WERKGEVERS Aantal werkgevers - algemeen De vijf sectoren samen vertegenwoordigden 8.911 werkgevers in 2013. Dit is een relatief sterke daling van -2,4 % ten opzichte van 2012, waardoor de lichte toename van het aantal werkgevers sinds 2010 volledig teniet gedaan wordt. Ten opzichte van 2009 is het aantal werkgevers zelfs gedaald met -2,2 %. Die daling wordt voornamelijk verklaard door een daling in de twee grootste sectoren, Mobiliteit en Onderdelen-Uitrusting. De sector Land- en Tuinbouwmachines kent als enige sector een groei in termen van aantal werkgevers. Het aandeel van elk van de subsectoren1 in het totale aantal werkgevers veranderde nauwelijks tussen 2009 en 2013.
Figuur 1 - Aantal werkgevers 10.000
8.000
9.115
9.121
9.122
9.132
8.911
563 168 1.058
594 157 1.042
607 153 1.040
641 144 1.017
649 138 975
30
31
28
28
27
6.000
4.000
7.296
7.297
7.294
7.302
7.122
2009
2010
2011
2012
2013
2.000
0 Mobiliteit
Burgerlijke Bouwkunde en Goederenbehandeling
Onderdelen-Uitrusting
Land- en Tuinbouw
Fietsen
Bron: RSZ gecentraliseerde statistiek 1
De sector Fietsen bestaat in onze classificatie enkel uit de productie van fietsen (Nace 30.92). Indien ook de fietsgroothandels (Nace2008 46.495) en de gespecialiseerde fietsdetailhandels (Nace2008 47.785) worden meegenomen komen er voor 2013 respectievelijk 27 en 271 werkgevers bij.
30
Aantal vestigingseenheden – regionale spreiding Inzoomend op de regionale verdeling van het aantal vestigingseenheden2 per sector, stellen we vast dat in elk van de vijf sectoren, de meerderheid van de ondernemingen in Vlaanderen gevestigd is. Het aandeel ondernemingen gevestigd in Vlaanderen is het hoogst in de sector Fietsen met 83 %, gevolgd door Burgerlijke Bouwkunde en goederenbehandeling met 69 % en Onderdelen-Uitrusting met 63 %.
Figuur 2 - Verdeling aantal werkgevers per gewest (2012) 100%
557
101
20
10
90% 80% 70%
2.923
344
688
5 39
248
3.559
60% 50%
24
40% 30%
4.351
108
719
390
OnderdelenUitrusting
Land- en Tuinbouw
5.592
20% 10% 0% Mobiliteit
Vlaanderen
Wallonië
Fietsen
Burgerlijke Bouwkunde
TOTAAL
Brussel
Bron: RSZ gedecentraliseerde statistiek
Wanneer we de sectorale verdeling van het aantal vestigingseenheden per gewest bestuderen, leert dit ons dat de verdeling over de drie gewesten weinig verschilt: in elk gewest vertegenwoordigt de sector Mobiliteit ongeveer 80 % van de ondernemingen. De meest uitgesproken verschillen zijn waar te nemen bij de sector Land- en Tuinbouwmachines met een aandeel van 9 % in Vlaanderen en Wallonië, en slechts 3 % in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit is in lijn met het meer stedelijk karakter van dit gewest. Aantal werkgevers – spreiding volgens grootteklasse Indien we kijken naar de verdeling van de ondernemingen volgens grootteklasse, zien we dat de sectoren Mobiliteit en Land- en Tuinbouwmachines voor meer dan 80 % bestaan uit micro-ondernemingen, i.e. ondernemingen met minder dan 10 werknemers (respectievelijk 84 % en 86 %). Het aandeel middelgrote en grote ondernemingen (50 werknemers of meer) is het grootst bij de sectoren Burgerlijke Bouwkunde en Onderdelen-Uitrusting met respectievelijk 11 % en 9 %.
Voor regionale cijfers moeten we een beroep doen op de gedecentraliseerde statistiek waarbij er gewerkt wordt op basis van vestigingseenheden en niet op basis van werkgevers. Hierdoor is het totale aantal vestigingseenheden verschillend van het aantal werkgevers. Voor regionale cijfers gaan de cijfers maar tot 2012, waar ze voor niet-regionale cijfers tot 2013 lopen.
31
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
2
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Figuur 3 - Verdeling aantal werkgevers per grootteklasse (2013) 32 6 100% 10 73 1 54 23 445 29 52 90% 609 77 5 80%
1.187
111
6 9
804 29
127
70%
172
60%
8
50%
1.511
24
1 24
40% 30%
98 122 579
4.776
431
5.797
532 12
20%
46
10% 0% Mobiliteit < 5 werknemers 20 - 49 werknemers
OnderdelenUitrusting
Land- en Tuinbouw
5 - 9werknemers 50 - 99 werknemers
Fietsen
Burgerlijke Bouwkunde
TOTAAL
10-19 werknemers 100 werknemers of meer
Bron: RSZ gecentraliseerde statistiek
Hieronder geven we voor elk van de sectoren die uit meer dan één Nacebel2008-code bestaan een opsplitsing van het aantal werkgevers. Aantal werkgevers – sector Mobiliteit Volgende tabel zoomt in op de verdeling van het aantal werkgevers binnen de sector Mobiliteit over de verschillende subsectoren. De tabel toont de evolutie over de periode 2009-2013. De twee grootste subsectoren in termen van aantal ondernemingen zijn de ‘Handel in auto’s en Onderhoud en reparatie van motorvoertuigen. Deze hadden beiden een aandeel van ongeveer 42 % van het totaal aantal ondernemingen binnen de subsector Mobiliteit in 2013. Terwijl het aantal ondernemingen in de sector Handel in auto’s in de betreffende periode jaarlijks afnam (-8,0 % over de totale periode), steeg het aantal in Onderhoud en reparatie van motorvoertuigen met +4,1 % tussen 2009 en 2013. al kende deze subsector in 2013 wel een daling met -1,9 %. De grootste toename (+5,3 %) vond plaats in de subsector Vervaardiging van carrosserieën voor motorvoertuigen, aanhangwagens en opleggers, maar dit is ook de kleinste sector (goed voor slechts 1 % in 2013).
32
Tabel 1: Aantal werkgevers in de sector Mobiliteit in detail Categorie van ondernemingen
2009
2010
2011
2012
2013 2013 vs 2013 vs 2012 2009
Vervaardiging van carrosserieën voor motorvoertuigen; vervaardiging van aanhangwagens en opleggers
75
77
74
76
79
3,9 %
5,3 %
Vervaardiging van carrosserieën voor motorvoertuigen
41
42
40
40
38
-5,0 %
-7,3 %
Vervaardiging van aanhangwagens, caravans en opleggers
34
35
34
36
41
13,9 %
20,6 %
Handel in auto’s
3.267
3.210
3.151
3.099
3.007
-3,0 %
-8,0 %
Groothandel in auto’s en lichte bestelwagens (< 3,5 ton)
262
242
247
238
233
-2,1 %
-11,1 %
Handelsbemiddeling in auto’s en lichte bestelwagens (< 3,5 ton)
13
14
16
17
20
17,6 %
53,8 %
Detailhandel in auto’s en lichte bestelwagens (< 3,5 ton)
2.834
2.796
2.733
2.682
2.594
-3,3 %
-8,5 %
Groothandel in andere motorvoertuigen (> 3,5 ton)
79
81
78
80
85
6,3 %
7,6 %
Handelsbemiddeling in andere motorvoertuigen (> 3,5 ton)
2
2
3
3
4
33,3 %
100,0 %
Detailhandel in andere motorvoertuigen (> 3,5 ton)
25
25
25
26
23
-11,5 %
-8,0 %
Handel in aanhangwagens, opleggers en caravans
52
50
49
52
49
-5,8 %
-5,8 %
Onderhoud en reparatie van motorvoertuigen
2.918
2.961
3.028
3.096
3.037
-1,9 %
4,1 %
Algemeen onderhoud en reparatie van auto’s en lichte bestelwagens (< 3,5 ton)
1.489
1.464
1.475
1.501
1.468
-2,2 %
-1,4 %
Algemeen onderhoud en reparatie van overige motorvoertuigen (> 3,5 ton)
89
92
97
97
104
7,2 %
16,9 %
Reparatie en montage van specifieke auto-onderdelen
127
124
131
137
138
0,7 %
8,7 %
Carrosserieherstelling
759
786
791
801
773
-3,5 %
1,8 %
Bandenservicebedrijven
121
142
156
171
167
-2,3 %
38,0 %
Wassen en poetsen van motorvoertuigen
269
290
312
323
322
-0,3 %
19,7 %
Onderhoud en reparatie van motorvoertuigen, n.e.g.
64
63
66
66
65
-1,5 %
1,6 %
Handel in en onderhoud en reparatie van motorfietsen en delen en toebehoren van motorfietsen
315
308
295
291
282
-3,1 %
-10,5 %
Detailhandel in motorbrandstoffen in gespecialiseerde winkels
721
741
746
740
717
-3,1 %
-0,6 %
TOTAAL
7.296
7.297
7.294
7.302
7.122
-2,5 %
-2,4 %
Bron: RSZ gecentraliseerde statistiek
Aantal werkgevers – sector Onderdelen-Uitrusting In de sector Onderdelen-Uitrusting was er een aanzienlijke afname van het aantal ondernemingen in 2013 ten opzichte van 2012 met -4,1 %. Ten opzichte van 2009 is de afname -7,8 %. In de subsector Vervaardiging van andere onderdelen en toebehoren van motorvoertuigen was deze daling het meest uitgesproken met -17,5 %. De grootste subsector, Handelsbemiddeling en groothandel in onderdelen en accessoires van motorvoertuigen, kende vooral door de sterke daling in 2013 een vrij aanzienlijke daling over de afgelopen 5 jaar van -9,2 %.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
33
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Tabel 2: Aantal werkgevers in de sector Onderdelen en Uitrusting in detail Categorie van ondernemingen
2009
2010
2011
2012
2013 2013 vs 2013 vs 2012 2009
Vervaardiging van binnen- en buitenbanden van rubber; loopvlakvernieuwing
15
17
17
16
15
-6,3 %
0,0 %
Vervaardiging van elektrische en elektronische benodigdheden voor motorvoertuigen
13
14
14
14
12
-14,3 %
-7,7 %
Vervaardiging van andere onderdelen en toebehoren van motorvoertuigen
120
117
111
107
99
-7,5 %
-17,5 %
Handelsbemiddeling en groothandel in onderdelen en accessoires van motorvoertuigen
588
576
579
567
534
-5,8 %
-9,2 %
Detailhandel in onderdelen en accessoires van motorvoertuigen
322
318
319
313
315
0,6 %
-2,2 %
TOTAAL
1.058
1.042
1.040
1.017
975
-4,1 %
-7,8 %
Bron: RSZ gecentraliseerde statistiek
Aantal werkgevers – sector Land- en Tuinbouwmachines In de sector Land- en Tuinbouwmachines was er globaal een sterke stijging van het aantal werkgevers, maar het beeld voor beide subsectoren is verschillend. Zo is er vooral een stijging van het aantal werkgevers in de subsector van de Reparatie van machines. In deze subsector is er ten opzichte van 2009 een forse toename met +56,0 % van het aantal werkgevers. Deze toename is er echter vooral omwille van herclassificaties van bestaande bedrijven. Binnen de grotere subsector van de Groothandel in machines, werktuigen en toebehoren voor de landbouw schommelde het aantal werkgevers steeds rond de 400.
Tabel 3: Aantal werkgevers in de sector Land- en Tuinbouwmachines in detail Categorie van ondernemingen
2009
2010
2011
2012
2013 2013 vs 2013 vs 2012 2009
Reparatie van machines
159
192
214
236
248
5,1 %
56,0 %
Groothandel in machines, werktuigen en toebehoren voor de landbouw
404
402
393
405
401
-1,0 %
-0,7 %
TOTAAL
563
594
607
641
649
1,2 %
15,3 %
Bron: RSZ gecentraliseerde statistiek
XXB.
ZELFSTANDIGEN EN HELPERS
Hieronder geven we een overzicht van het aantal bij de RSVZ aangesloten zelfstandigen en helpers in de periode 20082012 voor enkele FEDERAUTO-sectoren die voldoende nauwkeurig kunnen worden afgebakend binnen de beschikbare statistieken. Binnen de voorgestelde cijfers is het aandeel van de zelfstandigen aanzienlijk groter dan het aandeel van de helpers. Verder zal er ook een opsplitsing gemaakt worden naar de aard van de activiteit van de zelfstandigen en helpers en wordt ook ingezoomd op het domicilie van de verzekeringsplichtige (per gewest), al stemt dit uiteraard niet altijd overeen met de plaats waar de zelfstandige activiteit wordt uitgeoefend. Aantal zelfstandigen en helpers – algemeen Het aantal zelfstandigen en helpers is in de periode 2008-2012 voor de geselecteerde sectoren in stijgende lijn (+3,1 %). In drie van de vier sectoren is er in 2012 een daling van het aantal zelfstandigen en helpers tussen 2 % en 3 %. Ten opzichte van 2008 is er een daling van het aantal zelfstandigen en helpers in de subsector van de Handel in motorvoertuigen (-10,6 %), terwijl er een stijging is in de grootste subsector Onderhoud en reparatie van auto’s (+6,4 %). In de twee andere sectoren is het aantal zelfstandigen en helpers licht afnemend. De sector Onderhoud en reparatie van auto’s is verantwoordelijk voor het leeuwendeel van het aantal zelfstandigen en helpers met een aandeel van liefst 74 %. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze subsector in grote mate de evolutie van het aantal aangeslotenen bepaalt.
34
Figuur 4 - Aantal zelfstandigen en helpers in enkele FEDERAUTO-sectoren 60.000
50.926 50.000
52.428
52.446
52.435
52.511
4.583
4.516
4.441
4.348
6.991
7.152
7.003
6.897
6.756
36.494
37.920
38.196
38.450
38.834
2.878
2.773
2.731
2.647
2.573
2008
2009
2010
2011
2012
4.563
40.000
30.000
20.000
10.000
0
Handel in motorvoertuig
Handel/onderhoud/reparatie motorrijwielen
Onderhoud en reparatie van auto’s
Detailhandel in motorbrandstoffen
Bron: RSVZ
Aantal zelfstandigen en helpers – per aard van activiteit De meerderheid van de zelfstandigen en helpers in de geïdentificeerde FEDERAUTO-sectoren oefenen deze activiteit uit als hoofdactiviteit, variërend van 66 % in de sector Onderhoud en reparatie van auto’s tot 73 % in de subsector Handel in motorvoertuigen. Een kwart van de aangeslotenen oefenen dit uit als nevenactiviteit en ten slotte zijn ook nog 8 % van de zelfstandigen en helpers nog na hun pensioen actief in de sector.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
35
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Figuur 5 - Verdeling aantal zelfstandigen en helpers in enkele FEDERAUTO-sectoren per aard activiteit (2012)
Totaal
67%
25%
8%
Detailhandel in motorbrandstoffen
71%
21%
8%
Handel/onderhoud/reparatie motorrijwielen
68%
24%
8%
Onderhoud en reparatie van auto's
66%
26%
8%
Handel in motorvoertuigen
73%
14%
0% Hoofdactiviteit
Nevenactiviteit
20%
40%
60%
80%
13% 100%
Actief na pensioen
Bron: RSVZ
Aantal zelfstandigen en helpers – regionale verdeling De regionale verdeling van het aantal zelfstandigen volgens het domicilie van de verzekeringsplichtige leert dat er relatief meer Vlamingen als zelfstandige of helper actief zijn in de FEDERAUTO-sectoren, waarbij vooral het aandeel van Wallonië lager is in vergelijking met de regionale verdeling van het aantal werkgevers: 25 % zelfstandigen en helpers wonen in Wallonië ten opzichte van 36 % van het aantal ondernemingen. Ongeveer 1 % van de zelfstandigen woont in het buitenland, maar oefent wel een zelfstandige activiteit uit in België.
Figuur 6 - Verdeling aantal zelfstandigen en helpers in enkele FEDERAUTO-sectoren naar domicilie verzekeringsplichtige (2012)
Totaal
67%
25%
6% 1%
Detailhandel in motorbrandstoffen
64%
27%
7%
Handel/onderhoud/reparatie motorrijwielen
70%
23%
6% 1%
Onderhoud en reparatie van auto's
68%
25%
6% 1%
Handel in motorvoertuigen
60%
33%
6% 1%
0% Vlaanderen Bron: RSVZ
36
Wallonië
20% Brussel
40%
60% Buitenland
80%
2%
100%
Faillissementen Het aantal faillissementen in de gehele sector vertoont een schommelend patroon. Na een piek van de faillissementen in het crisisjaar 2010, daalden de faillissementen in 2011 opnieuw om in 2012 opnieuw te stijgen. In 2013 steeg het aantal faillissementen aanzienlijk, net als in vele andere sectoren. Wat de subsectoren betreft de blijkt uit de cijfers dat de sector Mobiliteit het overgrote deel van de faillissementen vertegenwoordigt. Deze sector kent ook verhoudingsgewijs het grootste aantal faillissementen met een verhouding faillissementen t.o.v. aantal werkgevers van 5,5 %. De sector Onderdelen-Uitrusting kent een lager percentage van 4,1 %.
Figuur 7 - Aantal faillissementen 500 450
382
410
417
7 33
16 35
382
366
362
2010
2011
2012
14 34
400 350
434
10 42
454 20 40
300 250 200 150
327
392
100 50 0 2009 Mobiliteit
Land- en Tuinbouw
Onderdelen-Uitrusting
Fietsen
2013
Burgerlijke Bouwkunde & Goederenbehandeling
Bron: ADSEI
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
37
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
2. TEWERKSTELLING Arbeidsplaatsen – algemeen Onderstaande grafiek geeft het aantal arbeidsplaatsen weer in de verschillende sectoren die FEDERAUTO vertegenwoordigt. In 2013 waren er in de sectoren van FEDERAUTO in totaal 87.379 arbeidsplaatsen. Op zich kunnen we hier al minstens 35.300 additionele ‘arbeidsplaatsen’ bijtellen indien we ervan uitgaan dat elke zelfstandige in hoofdberoep meegerekend wordt als één arbeidsplaats. Het totaal aantal arbeidsplaatsen, over de 5 sectoren heen, nam af in 2009 en 2010. In 2011 nam het aantal plaatsen opnieuw toe met +2,2 % en ook in 2012 was er een toename van +0,9 %. In 2013 kende het aantal arbeidsplaatsen een daling met -2,2 %, zodat de tewerkstelling terugvalt onder het niveau van 2009. Ook in termen van arbeidsplaatsen is de sector Mobiliteit veruit de grootste, met 61 % van het totaal aantal arbeidsplaatsen in 2013. De sterkste stijging over de periode 2009–2013 vond plaats in de sector Land- en Tuinbouwmachines (+14,5 %), terwijl de sector Fietsen3 de grootste daling kende (-6,0 %) bij de fabrikanten. Bij de de groot- en kleinhandel in fietsen was er wel een stijging met respectieveleijk 8,2 % en 1,7 % Bij de andere subsectoren bleven de aandelen in het totale aantal arbeidsplaatsen van de FEDERAUTO -sectoren ongeveer gelijk.
Figuur 8 - Aantal arbeidsplaatsen 100.000 90.000 80.000 70.000
87.499
86.574
88.506
87.379
5.070 3.210
89.341 5.428 3.323
4.713 3.471
4.794 3.275
24.934
24.329
24.943
25.476
24.887
382
397
381
366
359
53.999
53.779
54.902
54.748
53.458
2009
2010
2011
2012
2013
5.395 3.280
60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 Mobiliteit
Onderdelen-Uitrusting
Fietsen
Burgerlijke Bouwkunde
Land- en Tuinbouw
Bron: RSZ gecentraliseerde statistiek
Arbeidsplaatsen – regionale spreiding In 2012 kende het Vlaams Gewest in elk van de sectoren het hoogste aantal arbeidsplaatsen. Net als bij het aantal ondernemingen, is het aandeel arbeidsplaatsen in Vlaanderen het hoogst in de sector Fietsen met 87 %, gevolgd door de sector Onderdelen-Uitrusting met 77 %. Het aandeel Waalse arbeidsplaatsen is het hoogst in de sectoren Mobiliteit en Land- en Tuinbouwmachines (beide 31 %). Dit laatste strookt met het meer rurale karakter van dit gewest. Voor de sectoren Onderdelen-Uitrusting, Land- en Tuinbouwmachines zijn de beschikbare arbeidsplaatsen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verwaarloosbaar (met respectievelijk slechts 3 % en 2 % van het totaal in de betreffende sectoren). 3
De sector Fietsen bestaat in onze classificatie enkel uit de productie van fietsen (Nace 30.92). Indien ook de fietsgroothandels (Nace2008 46.495) en de gespecialiseerde fietsdetailhandels (Nace2008 47.785) worden meegenomen komen er voor 2013 respectievelijk 119 en 589 arbeidsplaatsen bij. Ten opzichte van 2012 nam in beide subsectoren het aantal arbeidsplaatsen toe met respectievelijk 8,2 % en 1,7 %.
38
Figuur 9 - Verdeling aantal arbeidsplaatsen per gewest (2012) 680 123 100% 5.006 48 90% 5.082 1.691 80% 17.055 70%
6.526 717 530
24.406
60% 50%
318
40% 30%
19.685 32.773
3.680
2.560
59.016
Burgerlijke Bouwkunde
TOTAAL
20% 10% 0% Mobiliteit
Vlaanderen
OnderdelenUitrusting Wallonië
Land- en Tuinbouw
Fietsen
Brussel
Bron: RSZ gedecentraliseerde statistiek
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
39
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Arbeidsplaatsen – spreiding volgens grootteklasse De verdeling van de arbeidsplaatsen volgens grootteklasse van de onderneming verschilt sterk van sector tot sector. Terwijl in de sectoren Mobiliteit en Land- en Tuinbouwmachines het aandeel arbeidsplaatsen in micro-ondernemingen (minder dan 10 werknemers) respectievelijk 31 % en 32 % bedraagt, ligt dit aandeel in de overige sectoren slechts rond de 8 à 9 %. Het aandeel arbeidsplaatsen in middelgrote ondernemingen (50 werknemers of meer) is daarentegen veruit het hoogst in de sector Onderdelen-Uitrusting met 75 %, gevolgd door de sectoren Burgerlijke Bouwkunde en Goederenbehandeling met 55 %. In de sector Fietsen overheersen de ‘grotere’ kleine ondernemingen (10 tot 49 werknemers) met een aandeel van 74 % voor wat de fabricage betreft. Dit is niet zo voor de detail- en groothandel.
Figuur 10 - Verdeling aantal arbeidsplaatsen per grootteklasse (2013) 100% 90% 80%
6 3.563 1.265 2.986 2.636
4.393
4.744
3.218
13.471
5.181
8.203
30% 20% 10%
567 625
3.879
2.540
579 115
881 838
10.811
110 9,808
838
7 26
Mobiliteit
OnderdelenUitrusting
Land- en Tuinbouw
Fietsen
5 - 9 werknemers 200-499 werknemers
8.036 17.738
1.497 1.116 1.062
< 5 werknemers 100-199 werknemers
7.661
605
8.904
0%
5.241
665
2.001 7.686
7.956 625
9.205
691
50% 40%
61
413
70% 60%
758
10-19 werknemers 500-999 werknemers
336 161 93
10.923
Burgerlijke Bouwkunde
TOTAAL
20 - 49 werknemers 50 - 99 werknemers 1.000 of meer werknemers
Bron: RSZ gecentraliseerde statistiek
Loontrekkenden in de sector ‘Garages’ Volgende grafiek illustreert het aantal loontrekkenden dat door het Paritair Comité voor de Garages (PC112) werd meegedeeld. In 2013 noteerden we een aanzienlijke daling van het totaal aantal loontrekkenden ten opzichte van 2012 (-8,5 %). Deze daling was het sterkste bij de bedienden (-14,6 %), maar ook het aantal arbeiders nam met -3,7 % af. Ten opzichte van 2009 is het aantal loontrekkenden met -7,1 % gedaald (arbeiders -4,1 % en bedienden -11,2 %). De verhouding tussen arbeiders en bedienden is licht gewijzigd over de tijd: het aandeel arbeiders daalde jaarlijks lichtjes over de periode 2008-2012 van 57,6 % naar 56,1 %, maar steeg in 2013 weer naar 59 %.
40
Figuur 11 - Aantal loontrekkenden in de sector ‘Garages’ 60.000
50.000
48.547
48.902
49.391
49.261
45.088
20.810
21.168
21.478
21.641
18.489
27.737
27.734
27.913
27.620
26.599
2009
2010
2011
2012
2013
40.000
30.000
20.000
10.000
0 Arbeiders
Bedienden
Bron: RSZ - PC Garagebedrijf (PC112 - code 064)
Loontrekkenden in de sector ‘Metaalhandel’ Het aantal loontrekkenden binnen de sector ‘Metaalhandel’, meegedeeld door zijn Paritair subComité (PsC149.04) nam in de laatste 2 jaren aanzienlijk af, nadat deze de 3 voorgaande jaren quasi stabiel was gebleven. Deze sterke daling is quasi volledig toe te schrijven aan een opmerkelijke afname van het aantal bedienden in 2012 en 2013. Het aantal arbeiders blijft hier min of meer stabiel. De verhouding arbeiders-bedienden binnen de metaalhandel verschilt sterk van die in de sector garages al is het verschil de laatste 2 jaren uiteraard een stuk kleiner geworden. Toch zijn nog steeds de meerderheid van de loontrekkenden (54 %) bedienden, al lag dit percentage in 2009 nog op 70 %.
Figuur 12 - Aantal loontrekkenden in de sector ‘Metaalhandel’ 70.000
62.135
61.258
61.695 54.226
60.000 50.000 40.000
40.133 43.578
43.086
43.327
35.687 ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
30.000
21.840
20.000 10.000
18.557
18.172
18.368
18.539
18.293
2009
2010
2011
2012
2013
0 Arbeiders
Bedienden
Bron: RSZ - PC Metaalhandel (PsC 149.04 - code 077)
41
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Loontrekkenden in de sector ‘Carrosseriebedrijven’ Volgende grafiek toont de tewerkstelling in de onafhankelijke carrosseriebedrijven (zowel carrosserieherstel- als carrosseriebouwbedrijven). Sinds 2009 is het aantal bedienden quasi verdubbeld, met vooral een sterke stijging in 2010 dat een kanteljaar was waarbij een groot aantal werkplaatsverantwoordelijken niet langer ingeschreven werd als arbeider, maar wel als bediende. Ook in 2013 nam het aantal bedienden sterk toe met +25,0 %. Het aantal arbeiders is in 2013 licht gedaald met (-1,4 %). Deze daling is echter pas in de laatste 2 jaren opgetreden omdat in 2010 en 2011 het aantal bedienden vrij sterk was toegenomen. Deze sterke stijging in de beginjaren was te verklaren door de toenemende administratieve verplichtingen die o.a. worden opgelegd door de verzekeringsmaatschappijen. Ook de verplichte homologatie bij koetswerkbouw is een waarschijnlijke verklaring voor het toegenomen aantal bedienden (voor administratief-technisch werk).
Figuur 13 - Aantal loontrekkenden in de sector ‘Carrosseriebedrijven’ 7.000
5.605
6.137
6.261
6.154
6.277
759
1.107
1.152
1.198
1.497
4.846
5.030
5.109
4.956
4.780
2009
2010
2011
2012
2013
6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 Arbeiders
Bedienden
Bron: RSZ - PC Carrosserie (PsC 149.02 - code 065)
Economische werkloosheid in de sectoren ‘Garages’, ‘Metaalhandel’ en ‘Carrosseriebedrijven’ Na de cijfers omtrent tewerkstelling, toont volgende grafiek de evolutie van het aantal dagen economische werkloosheid in de drie bovenvernoemde sectoren. Van de drie sectoren is de werkloosheid het meest volatiel in de sector van de metaalhandel, en het minst in de garagesector. In de garagesector was er in 2012 een vrij aanzienlijke stijging van het aantal dagen economische werkloosheid (stijging van +31 %), wat zich ook in 2013 verder voortzette met een stijging van +2,2 %. Hierdoor ligt de economische werkloosheid in 2013 24,3 % hoger dan in 2009. In de metaalsector was de economische crisis veel meer voelbaar en verplichtte veel bedrijven om in 2009 technische werkloosheid in te voeren, met een verviervoudiging van het aantal dagen technische werkloosheid ten opzichte van 2008. Daarna, in 2010 en 2011 kende de sector wel een herstel: het aantal dagen werkloosheid daalde met respectievelijk -32 % en -30 % t.o.v. het voorgaande jaar. In 2012 bleef het aantal dagen economische werkloosheid relatief constant in vergelijking met 2011. In 2013 daalde de economische werkloosheid opnieuw vrij fors met -9,2 %. Het niveau van voor de crisis wordt echter nog niet bereikt: de technische werkloosheid ligt nog steeds 73 % hoger dan in 2013. Ook in de sector van de carrosseriebedrijven steeg de werkloosheid sterk in 2009 (+200 %) gevolgd door een bijkomende stijging in 2010 (+64 %). In tegenstelling tot de sector van de metaalhandel, keerde de situatie pas in 2011 door een sterke daling van -65 %. In 2012 was er vervolgens opnieuw een belangrijke stijging (+68 %) die zich in 2013 voortzette, zij het minder sterk (+16 %). Hierdoor ligt de economische werkloosheid terug boven het niveau van 2009. In verhouding tot zijn sectorgrootte, kan men wel stellen dat het aantal dagen economische werkloosheid in de sector carrosseriebedrijven het belangrijkste is. 42
Figuur 14 - Aantal dagen economische werkloosheid 120.000
112.806
100.000 77.012 80.000 54.269
60.000 41.651
43.249
38.563
40.000
53.326
50.632
51.721
48.422
40.603 20.000
24.827
27.600 14.190
23.873
0 2008
Garages
2009
Metaalhandel
2010
2011
2012
Carrosseriebedrijven
Bron: Sociaal Fonds voor het Garagebedrijf, Sociaal fonds Metaalhandel, Sociaal Fonds Carrosserie
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
43
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
3. OMZET Omzet – algemeen De totale omzet gerealiseerd door de verschillende sectoren die FEDERAUTO vertegenwoordigt is in 2013 gestegen ten opzichte van 2012. We noteren een stijging van de totale omzet met +2,0 % tot 105,4 miljard EUR4. Hiermee is er opnieuw een lichte groei na een zwak 2012. Ten opzichte van 2009 (een absoluut crisisjaar voor de FEDERAUTO-sectoren met een omzetdaling van -19,4 %) ligt de omzet in 2013 liefst +22,1 % hoger.
Figuur 15 - Omzet per sector (in miljoen EUR) 120.000
86.352
97.711
103.342 1.281
100.000
80.000
106.506 953
702 15.682 2.497
23.483 3.087
148
155
1.560
1.442 23.455
22.841
20.490 2.599
105.403
3.132
157
3.172
160
133
60.000
40.000
67.339
73.522
78.500
75.770
77.056
2009
2010
2011
2012
2013
20.000
0 Mobiliteit
Land- en Tuinbouw
Fietsen
Onderdelen-Uitrusting
Burgerlijke Bouwkunde & Goederenbehandeling
Bron: FOD Economie, btw-aangiften
Zoals elk jaar blijft de sector Mobiliteit het grootste aandeel van de totale omzet voor haar rekening nemen met 73,1 % in 2013. Deze sector kende een stijging van de omzet met +1,7 % in 2013 ten opzichte van 2012 en met +14,4 % ten opzichte van 2009. Ongeveer 83 % van de omzet van de sector Mobiliteit wordt gerealiseerd door de ‘Handel in motorvoertuigen’, die van nature erg conjunctuurgevoelig is. De cijfers worden wel in belangrijkere mate bepaald door de invoer van voertuigen van grote (voornamelijk) Aziatische autoproducenten die in België een Europees verdeelcentrum hebben. Slechts een fractie hiervan is voor de lokale markt bestemd, de meerderheid wordt onmiddellijk weer uitgevoerd. De tweede grootste sector Onderdelen-Uitrusting kende een iets sterkere stijging van de omzet in 2013 van +2,7 %. Voor deze sector ligt de omzet in 2013 wel een eind boven het niveau van 2009 (+49,6 %). Deze algemene stijging was het gevolg van een sterk gestegen aandeel van de uitvoer in de omzet van de sector. De kleinere sectoren kenden een kleinere omzetstijging in 2013 ten opzichte van 2012, met uitzondering van de sector Burgerlijke Bouwkunde en Goederenbehandeling die net als in 2012 een forse omzetstijging kende. De sector Landen Tuinbouwmachines kende in 2013 een omzetstijging van +1,3 % ten opzichte van 2012 en een stijging van +27,1 % ten opzichte van 2009. Enkel in het crisisjaar 2009 viel er in deze sector een daling van de omzet te noteren. De sector Burgerlijke Bouwkunde en Goederenbehandeling kende zoals eerder vermeld in 2013 de sterkste omzetgroei van +8,2 %. Deze sector kende een sterke groei in de periode 2010-2013 en slaagde erin zijn omzet meer dan te verdubbelen (+122,2 %). Deze sector is duidelijk erg volatiel, want de omzet in 2009 was een halvering ten opzichte van 2007. Ten opzichte van het pré-crisis niveau van 2007 ligt de omzet in 2013 +6,6 % hoger. De enige sector die niet geleden heeft onder de crisis was de sector Fietsen (fabricage/groothandel). In deze sector was er een constante omzetstijging zonder terugval. Over de periode 2009-2013 kende de sector een sterke omzetstijging van +20,5 %. In het jaar 2013 bedroeg de stijging wel slechts +1,6 % ten opzichte van 2012. 4
De FEDERAUTO-sectoren omvatten zowel de groothandel en kleinhandel van motorvoertuigen en onderdelen en accessoires van auto’s waardoor een bepaald deel van de omzet tweemaal zal terugkomen (een keer op groothandels- en een keer op detailhandelsniveau).
44
Omzet – uitvoergerichtheid Omdat we eerder al observeerden dat de uitvoer vaak een groot belang heeft in de (evolutie van de) omzet, geven we in onderstaande figuur voor elk van de gedetailleerde sectoren van FEDERAUTO in 2013 het aandeel van de omzet dat uit uitvoer gehaald wordt. Hieruit blijkt dat gemiddeld 52,9 % van de omzet in het buitenland gehaald wordt, maar dit percentage verschilt sterk tussen de FEDERAUTO-sectoren. De sector die over het algemeen het sterkst op export gericht is, is Onderdelen-Uitrusting. Maar uit figuur 16 blijkt eveneens dat er ook tussen subsectoren sterke verschillen kunnen optreden.
Figuur 16 - Uitvoergerichtheid 2013 (% uitvoer in omzet) Vervaardiging van carrosserieën, aanhangwagens en opleggers
70% 54%
Handel in auto’s en lichte bestelwagens (≤ 3,5 ton) 12%
Handel in andere motorvoertuigen
11%
Onderhoud en reparatie van motorvoertuigen Handel in en onderhoud en reparatie van motorfietsen en delen en toebehoren van motorfietsen
24% 49%
MOBILITEIT 19%
Vervaardiging elek. benodigdheden motoren en voertuigen
35%
Vervaardiging onderdelen motorvoertuigen
76%
Groothandel in onderdelen en accessoires van auto’s 8%
Detailhandel in onderdelen en accessoires van auto's
65%
ONDERDELEN EN UITRUSTING 42%
LAND- & TUINBOUW
60%
BURGERLIJKE BOUWKUNDE & GOEDERENBEHANDELING 53%
ALLE FEDERAUTO-SECTOREN 0%
20%
40%
60%
80%
Bron: FOD Economie, btw-aangiften
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
45
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Omzet – sector Mobiliteit Gezien de sector Mobiliteit het grootste deel van de totale omzet vertegenwoordigt van de sectoren van FEDERAUTO, gaan we nader in op de omzet die door de verschillende activiteiten werd gegenereerd. In volgende tabel wordt de samenstelling van het omzetcijfer van deze sector weergegeven.
Tabel 4: Evolutie van de omzet binnen de sector Mobiliteit Categorie van ondernemingen
2009
2010
2011
2012
2013 2013 vs 2013 vs 2012 2009
Vervaardiging van carrosserieën voor motorvoertuigen; vervaardiging van aanhangwagens en opleggers
1.139.078.000
1.173.897.000
1.572.697.000
1.459.729.000
1.488.933.000
2,0 %
30,7 %
Handel in auto’s
55.085.623.000
61.240.107.000
65.336.509.000
63.006.741.000
64.048.216.000
1,7 %
16,3 %
Onderhoud en reparatie van motorvoertuigen
6.014.043.000
5.184.216.000
5.499.430.000
5.209.068.000
5.334.240.000
2,4 %
-11,3 %
Handel in en onderhoud en reparatie van motorfietsen en delen en toebehoren van motorfietsen
782.696.000
730.209.000
667.739.000
666.952.000
680.005.000
2,0 %
-13,1 %
Detailhandel in motorbrandstoffen in gespecialiseerde winkels
4.317.110.000
5.193.274.000
5.423.622.000
5.427.852.000
5.504.155.000
1,4 %
27,5 %
TOTAAL
67.338.550.000
73.521.703.000
78.499.997.000
75.770.342.000
77.055.549.000
1,7 %
14,4 %
Bron: FOD Economie, btw- aangiften
Na een daling van de omzet in 2008 en 2009, te wijten aan de algemene recessie, herstelde de omzet van de sector Mobiliteit fors in 2010 en 2011. In 2012 kende de sector echter terug een lichte daling. Deze daling was voelbaar in al haar subsectoren met uitzondering van de subsector Detailhandel in motorbrandstoffen die een lichte stijging ten gevolge van de sterk gestegen brandstofprijzen vertoont. Over de periode 2009-2013 is er een duidelijke tweedeling tussen de subsectoren van de sector Mobiliteit. De kleinere subsectoren Vervaardiging van carrosserieën, aanhangwagens en opleggers en Detailhandel in motorbrandstoffen kenden de grootste omzetgroei met respectievelijk +30,7 % en +27,5 % gevolgd door de Handel in auto’s dat als grootste subsector een omzetgroei van +16,3 % kende. De twee verliezende subsectoren van Handel in motorfietsen en Onderhoud en reparatie van voertuigen zag hun omzet met respectievelijk -13,1 % en -11,3 % terugvallen ten opzichte van 2009.
46
4.
TOEGEVOEGDE WAARDE
De toegevoegde waarde van de groot- en detailhandel in en het onderhoud en de herstelling van motorvoertuigen en motorfietsen bedroeg in 2011 bijna 5,25 miljard EUR: een stijging van +5,3 % ten opzichte van 2010, wat de toegevoegde waarde weer boven het pre-crisisniveau van 2007 bracht. Voor de overige FEDERAUTO-sectoren zijn er geen betrouwbare cijfers beschikbaar over de toegevoegde waarde omdat deze sectoren onderdeel zijn van grotere indelingen binnen de nationale rekeningen.
Figuur 17 - B ruto toegevoegde waarde per regio Groot- en detailhandel in en onderhoud en reparatie van motorvoertuigen en motorfietsen 6.000
5.225 5.000
4.816
4.982
715 611
4.000
4.490
1.124 1.110
636 491 1.109
1.162
5.249 659 1.224
3.000
2.000
3.386
3.095
2.896
3.185
3.365
2007
2008
2009
2010
2011
1.000
0
Vlaanderen
Wallonië
Brussel
Bron: INR-NBB, bruto toegevoegde waarde in lopende prijzen, NUTS64
Vlaanderen genereerde in 2011 64 % van de toegevoegde waarde, Wallonië 23 % en Brussel 13 %. Ten opzichte van 2007 is de toegevoegde waarde alleen toegenomen in Wallonië met +8,9 % terwijl deze in Vlaanderen (-0,6 %) maar vooral in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (-7,8 %) is afgenomen.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
47
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Figuur 18 - Bruto toegevoegde waarde in lopende prijzen en kettingeuro’s Groot- en detailhandel in en onderhoud en reparatie van motorvoertuigen en motorfietsen 15% 11.5%
11,0%
10% 9,3%
5,3%
5%
6,7% 2,0%
0%
-5%
-7,8%
-10%
-6,8%
-10,1%
-9,5%
2009
2010
-15% 2008
Bruto toegevoegde waarde in kettingeuro’s
2011
2012
Bruto toegevoegde waarde in lopende prijzen
Bron: INR-NBB, bruto toegevoegde waarde in lopende prijzen en in kettingeuro’s, NUTS64.
Uitgedrukt in kettingeuro’s 5 (waarmee we het prijseffect elimineren en dus de volumegroei aangeven) was de gemiddelde jaarlijkse groei van de toegevoegde waarde heel licht positief (+0,1 % jaarlijks voor de periode 2007-2011), tegenover +2,2 % uitgedrukt in lopende prijzen. Dit betekent dus dat het de facto enkel door de prijsstijgingen is dat de toegevoegde waarde is kunnen toenemen in de voorbije 5 jaren.
5
Bij toepassing van kettingeuro’s wordt de volumegroei tussen twee opeenvolgende periodes, t en t+1, berekend door de prijzen van het jaar t te gebruiken. Referentiejaar is 2011.
48
5. INVESTERINGEN Wat de investeringen betreft, zien we verschillen tussen de FEDERAUTO-sectoren in de periode 2009-2013. Ten opzichte van 2009 was de terugval het sterkste bij de sectoren Fietsen en Burgerlijke Bouwkunde en Goederenbehandeling met dalingen van respectievelijk -28,4 % en -13,3 %. Terwijl de sector Fietsen (fabricage) in 2013 een investeringsgroei met +9,7 % kende, was er in de sector Burgerlijke Bouwkunde en Goederenbehandeling een daling van de investeringen van -32,2 %. De sector Mobiliteit kende een stijging van de investeringen met +17,1 % in vergelijking met 2009. Vooral ten opzichte van 2012 was er een sterke stijging van de investeringen met +10,1 %. De sectoren Onderdelen-Uitrusting en Land- en Tuinbouw kenden ten opzichte van 2009 eveneens een vrij aanzienlijke stijging van de investeringen. Ten opzichte van 2012 bleven de investeringen op hetzelfde niveau in de sector Land- en Tuinbouw terwijl de investeringen in de sector Onderdelen-Uitrusting met +7,4 % stegen in 2013 ten opzichte van 2012. Omdat investeringen over de jaren heen sterk kunnen fluctueren, werden in onderstaande tabel in een groot detailniveau de investeringen over de jaren heen weergegeven.
Tabel 5: Evolutie van de investeringen in de FEDERAUTO-sectoren Sector
2009
2010
2011
2012
2013
2013 vs 2012
2013 vs 2009
Vervaardiging van carrosserieën voor motorvoertuigen; vervaardiging van aanhangwagens en opleggers
15.868.000
15.407.000
44.822.000
53.096.000
46.576.000
-12,3 %
193,5 %
Handel in auto's
515.631.000
499.985.000
695.489.000
606.912.000
665.111.000
9,6 %
29,0 %
Handel in auto's en lichte bestelwagens (≤ 3,5 ton)
497.609.000
477.284.000
668.010.000
581.053.000
639.772.000
10,1 %
28,6 %
Handel in andere motorvoertuigen
18.022.000
22.701.000
27.479.000
25.859.000
25.339.000
-2,0 %
40,6 %
Onderhoud en reparatie van motorvoertuigen
234.783.000
301.220.000
249.106.000
175.351.000
169.954.000
-3,1 %
-27,6 %
Handel in en onderhoud en reparatie van motorrijwielen en onderdelen en toebehoren van motorrijwielen
19.153.000
19.458.000
13.970.000
13.166.000
11.884.000
-9,7 %
-38,0 %
Detailhandel in motorbrandstoffen
45.730.000
40.038.000
39.752.000
35.330.000
79.623.000
125,4 %
74,1 %
876.108.000 1.043.139.000
831.165.000
883.855.000
973.148.000
10,1 %
17,1 %
4.605.000
5.538.000
6.421.000
3.557.000
3.876.000
9,0 %
-15,8 %
Vervaardiging van elektrische en elektronische benodigdheden voor motorvoertuigen
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
Vervaardiging van andere onderdelen en toebehoren van motorvoertuigen
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
Groothandel in onderdelen en accessoires van motorvoertuigen
57.001.000
39.843.000
55.678.000
65.774.000
72.132.000
9,7 %
26,5 %
Detailhandel in onderdelen en accessoires van motorvoertuigen
17.763.000
20.217.000
19.128.000
21.679.000
21.744.000
0,3 %
22,4 %
Sector Onderdelen en Uitrusting
79.369.000
65.598.000
81.227.000
91.010.000
97.752.000
7,4 %
23,2 %
Sector Land- en Tuinbouw
50.046.000
49.785.000
58.465.000
66.494.333
66.470.000
0,0 %
32,8 %
Sector Fietsen (fabricage)
4.425.000
2.687.000
2.770.000
2.888.000
3.168.000
9,7 %
-28,4 %
Sector Burgerlijke Bouwkunde en Goederenbehandeling
30.482.000
108.065.000
37.888.000
38.962.000
26.424.000
-32,2 %
-13,3 %
Subtotaal
995.487.000
1.102.243.000
1.223.489.000
1.083.209.333
1.166.962.000
7,7 %
17,2 %
Bron: FOD Economie, btw-aangiften
49
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Sector Mobiliteit Vervaardiging van binnen- en buitenbanden van rubber; loopvlakvernieuwing
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
6. RENDEMENT Het behalen van een voldoende rendement is noodzakelijk opdat in de FEDERAUTO-sectoren de nodige investeringen worden gedaan, die op hun beurt weer de noodzakelijke werkgelegenheid creëren. Daarom onderzoeken we hieronder hoe de rendabiliteit in de FEDERAUTO-sectoren geëvolueerd is in de periode 2008-2012 aan de hand van 2 indicatoren die door de Balanscentrale van de NBB werden opgesteld. Deze indicatoren zijn enkel beschikbaar voor een beperkt aantal -zij het belangrijke- sectoren van FEDERAUTO.
Rendement van het eigen vermogen na belastingen Het rendement van het eigen vermogen na belastingen geeft een indicatie van de opbrengst van de belegging van de aandeelhouders. In de beschikbare FEDERAUTO-sectoren bedroeg het in de periode 2008-2012 gemiddeld 6,9 %. De jaren 2008 en 2009 waren crisisjaren in alle beschikbare subsectoren waarbij het rendement van het eigen vermogen meer dan -1,5 procentpunt lager lag dan in 2007. In 2010 is er terug een stijging tot 8,0 %, gevolgd door een lichte daling in 2011 tot gemiddeld 7,6 %. In 2011 is er alleen een stijging op te tekenen voor het rendement van Handel in onderdelen en accessoires van auto’s. In 2012 kwam het rendement opnieuw sterk onder druk te staan en kwam het door een daling met gemiddeld meer dan -2 procentpunt een stuk onder het niveau van de crisisjaren 2008-2009 te liggen.
Figuur 19 - Rendement van het eigen vermogen 9,0% 8,5%
8,5%
8,2% 8,0%
8,0%
7,9% 7,5% 7,0% 6,5%
7,0% 6,9% 6,7% 6,5%
7,6% 6,8% 6,8%
7,6% 7,6% 7,4%
6,7% 6,6%
6,0%
6,1% 5,5% 5,4% 5,3%
5,5% 5,0% 4,5% 4% 2008
2009
2010
2011
2012
Handel in auto’s Onderhoud en reparatie van auto’s Handel in onderdelen en accessoires van auto’s Verkoop en reparatie van auto’s en motorrijwielen,verkoop van motorbrandstoffen Bron: NBB Balanscentrale
50
Brutoverkoopmarge De brutoverkoopmarge geeft aan hoe groot het brutobedrijfsresultaat is in verhouding tot de omzet en is een van de meest gebruikte rendabiliteitsratio’s. Het bepaalt hoeveel euro bedrijfsresultaat er overgehouden wordt per 100 euro omzet zonder rekening te houden met de niet-kaskosten (afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen). De brutoverkoopmarge lag in de periode 2008-2012 gemiddeld slechts rond 3,4 % in de beschikbare FEDERAUTOsectoren, waarbij de brutoverkoopmarge in de meeste subsectoren waarvoor cijfers beschikbaar zijn in dalende lijn zijn. Vooral in 2012 kende de brutoverkoopmarge opnieuw een vrij aanzienlijke daling. Net als bij het rendement van het eigen vermogen na belastingen lagen de brutoverkoopsmarges in 2012 lager dan in het crisisjaar 2008. De brutoverkoopsmarge in de Handel in auto’s kwijnt verder weg (nog slechts 2,3 % in 2012), terwijl bij Onderhoud en reparatie van auto’s en Handel in onderdelen betere brutoverkoopsmarges gehaald worden.
Figuur 20 - Brutoverkoopmarge 6,0% 5,9% 5,0%
5,5%
4,0%
5,2%
5,7% 5,6%
5,6% 5,4%
4,7% 3,4%
3,4%
3,6%
3,5%
3,0%
2,0%
4,7% 4,5% 3,0%
2,6%
2,6%
2,9%
2,8% 2,3%
1,0%
0,0% 2008 Handel in auto’s TOTAAL
2009
2010
Onderhoud en reparatie van auto’s
2011
2012
Handel in onderdelen en accessoires van auto’s
Bron: NBB Balanscentrale
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
51
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
7.
FISCALE EN PARAFISCALE BIJDRAGEN
Eerder vermeldden we dat de FEDERAUTO-sectoren 87.379 werknemers tewerkstellen. Op de beroepsinkomsten van deze werknemers wordt er bedrijfsvoorheffing ingehouden en doorgestort naar de staat en daarnaast wordt er op de brutolonen ook nog werkgeversbijdragen voor de RSZ aangerekend. De directe werkgelegenheid in de FEDERAUTOsectoren leverde in 2012 zowat 572 miljoen EUR bedrijfsvoorheffing op en 1.103 miljoen EUR aan patronale bijdragen. In vergelijking met 2008 zijn de bedrijfsvoorheffing en de patronale RSZ-bijdragen met respectievelijk +2,8 % en +1,6 % toegenomen.
Figuur 21 - Bedrijfsvoorheffing 350.000 303.545 300.000
284.911
278.917
299.879
281.165
250.000 200.000
199.897 178.513
150.000
194.675
209.874
196.730
100.000 50.000 0
40.885
41.060
41.526
44.304
45.078
28.290
26.878
27.621
30.170
27.225
2008
2009
2010
2011
2012
Mobiliteit Land-en Tuinbouw
Onderdelen-Uitrusting Burgerlijke Bouwkunde en Goederenbehandeling
Bron: Bureau Van Dijk, Belfirst
Figuur 22 - Werkgeversbijdragen RSZ 700.000
651.414
633.451
623.991
616.871
301.847
318.116
79.571
80.498
81.194
83.341
85.364
61.755
61.873
63.397
69.950
65.391
2008
2009
2010
2011
2012
613.646 600.00 500.000 400.000 300.000
326.835
345.459
314.291
200.000 100.000 0
Mobiliteit Land-en Tuinbouw Bron: Bureau Van Dijk, Belfirst
52
Onderdelen-Uitrusting Burgerlijke Bouwkunde en Goederenbehandeling
Naast deze parafiscale bijdragen vanuit de FEDERAUTO-sectoren, komen er nog fiscale bijdragen bovenop door de belastingen die er op het resultaat worden geheven. In 2012 bedroegen deze voor alle subsectoren samen 264 miljoen EUR, waardoor ze -2,2 % lager lagen dan in 2008. Ten opzichte van 2011 lagen de belastingen op het resultaat liefst -18,7 % lager in 2012. Het is duidelijk dat de belastingen op het resultaat de meer volatiele inkomstenstroom is voor de staat vanuit de FEDERAUTO-sectoren.
Figuur 23 - Belastingen op het resultaat 160.000
146.690 132.633
140.00 121.550
146.354
122.635
120.000 100.000
111.942
112.136
107.478
75.998 80.000 60.000
64.548
40.000 20.187 20.000 15.158 0 2008 Mobiliteit Land-en Tuinbouw
15.232
14.256
15.144
15.610
11.002
12.557
15.689
15.610
2009
2010
2011
2012
Onderdelen-Uitrusting Burgerlijke Bouwkunde en Goederenbehandeling
Bron: Bureau Van Dijk, Belfirst
In totaal leverden de FEDERAUTO-sectoren in 2012 samen zowat 1,94 miljard EUR aan fiscale en parafiscale bijdragen aan de samenleving. Ten opzichte van 2011 is dit wel een daling met -6,3 %. De sector Mobiliteit neemt het leeuwendeel van deze bijdragen voor zich (54 %), gevolgd door de sector Onderdelen-Uitrusting met 33 %. De overige sectoren zijn maar goed voor de resterende 13 %.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
53
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
8.
INSCHRIJVINGEN VOERTUIGEN
Na de recordjaren 2010 en 2011 waarin het aantal inschrijvingen met 6 % en 8 % zijn gestegen (mede gestuwd door de federale korting op nieuwe wagens met en lage CO2-uitstoot), kende de autoverkoop in 2012 een aanzienlijke terugval met een daling van het aantal inschrijvingen van nieuwe voertuigen van -14,9 %. In 2013 bleef het aantal inschrijvingen van nieuwe personenvoertuigen op hetzelfde lage niveau als in 2012 (-0,1 %). Terwijl de inschrijvingen van nieuwe personenwagens in 2013 status quo bleef, vielen de inschrijvingen van nieuwe bedrijfsvoertuigen met -3,0 % terug. Het aantal ingeschreven tweedehands personenwagens daarentegen steeg met +1,6 %, in tegenstelling tot de tweedehands bedrijfsvoertuigen waar het aantal inschrijvingen met -2,0 % daalde. Over de gehele periode 2009-2013 noteren we een beperkte toename van het aantal inschrijvingen voor nieuwe personenwagens en bedrijfsvoertuigen met beiden 2,2 %. Het aantal tweedehands personenwagens steeg in die periode met +8,4 % en het aantal tweedehands bedrijfsvoertuigen steeg zelfs met +9,4 %.
Figuur 24 - Inschrijvingen van nieuwe en tweedehands voertuigen 1.600.000
1.490.033 1.304.260
1.400.000 1.200.000 1.000.000
85.713
681.766
1.377.016
99.937
91.920
1.373.605
1.381.029
95.681
93.749
727.403
738.926
63.784
61.893
676.572
745.858
61.177
72.027
476.194
547.347
572.211
486.737
486.461
2009
2010
2011
2012
2013
800.000 600.000
60.587 400.000 200.000 0
Tweedehands bedrijfsvoertuigen
Tweedehands personenwagens
Nieuwe bedrijfvoertuigen
Nieuwe personenwagensen wagens voor dubbelgebruik
Bron: FOD Mobiliteit en Vervoer
54
De evolutie van het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens per gewest leert dat de afname van het aantal inschrijvingen in 2013 het sterkst was in Brussel (-8,6 %), gevolgd door Vlaanderen (-0,2 %), terwijl Wallonië een groei van het aantal inschrijvingen kende van +5,6 %. Hierbij moeten we wel opmerken dat Wallonië in 2012 nog een terugval van het aantal inschrijvingen kende van -25,0 %. In Brussel nam de daling van het aantal inschrijvingen toe van -6,5 % in 2012 naar -8,6 % in 2013. Over de volledige periode 2009-2013 kende Vlaanderen een stijging van het aantal inschrijvingen met +8,0 %, terwijl in Wallonië en Brussel het aantal inschrijvingen met respectievelijke -5,3 % en -2,6 % gedaald is ten opzichte van 2009. Het relatief aandeel van Vlaanderen in het aantal nieuwe inschrijvingen steeg bijgevolg licht van 52,5 % in 2009 tot 55,5 % in 2013.
Figuur 25 - Inschrijvingen van nieuwe personenwagens en wagens voor dubbelgebruik per gewest 700.000 600.000
547.347 476.194
500.000
87.499
572.211 87.804
77.258 400.000 300.000
175.434
486.737
486.461
82.349
75.284
133.599
141.014
178.484
148.885
200.000
250.051
284.414
305.923
270.789
270.163
2009
2010
2011
2012
2013
100.000 0
Vlaanderen
Wallonië
Brussel
Bron: FOD Mobiliteit en Vervoer
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
55
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
9.
PRIJSEVOLUTIES IN DE AUTOMOBIELSECTOR
Indexcijfer aankoop nieuwe wagens De onderstaande figuur geeft de evolutie weer van de prijs van nieuwe wagens over de voorbije 5 jaar en dit in vergelijking met de algemene inflatie, meer bepaald de consumptieprijsindex. Hieruit blijkt duidelijk dat de consumptieprijsindex veel sneller gestegen is dan de prijsindex voor de aankoop van nieuwe wagens. Terwijl de algemene prijsindex met +10,0 % gestegen is tussen 2009 en 2013, liggen de prijzen voor de aankoop van nieuwe wagens slechts +1,1 % hoger. De enorme prijsconcurrentie tussen de verschillende constructeurs zorgt er dus voor dat de prijzen van nieuwe wagens amper gestegen zijn. In 2013 bleef de prijsstijging van nieuwe wagens beperkt tot +0,3 %, terwijl het algemene prijsniveau +1,1 % hoger lag dan in 2012. Wel is het zo dat het algemene prijsniveau in 2013 veel minder sterk gestegen is dan de jaren ervoor, mede door de loonstop die door de federale regering werd opgelegd.
Figuur 26 - Indexcijfer nieuwe wagens vs algemeen indexcijfer 115
108,80
110
110,01
105,80 105
102,19 100,00
100
100,00
100,39
2009
2010
101,16
100,83
101,09
2011
2012
2013
95
90
Consumptieprijsindex
Prijsindex ‘Aankoop nieuwe wagens’
Bron: FOD Economie, 2009=100
Kosten voor het gebruik van wagens Een tweede grote uitgavenpost voor gezinnen op het vlak van de mobiliteit, is deze met betrekking tot de kosten voor het gebruik van wagens. Deze gebruikskosten zijn zeer gedetailleerd. De belangrijkste subrubrieken worden in onderstaande tabel weergegeven.
56
Tabel 6: Evolutie van de kosten voor het gebruik van privévoertuigen 2009
2010
2011
2012
2013
2013 vs 2012
2013 vs 2009
Onderdelen en toebehoren voor privévoertuigen
100,0
101,6
102,4
103,8
103,9
0,1 %
3,9 %
Banden
100,0
96,6
96,3
98,0
96,8
-1,2 %
-3,2 %
Onderdelen
100,0
102,6
104,9
106,8
107,9
1,0 %
7,9 %
Toebehoren
100,0
89,6
83,1
79,9
78,0
-2,3 %
-22,0 %
Herstelling en onderhoud van privévoertuigen
100,0
104,2
108,2
110,7
115,0
3,8 %
15,0 %
Brandstoffen
100,0
114,9
132,9
141,6
136,0
-4,0 %
36,0 %
Diesel
100,0
118,4
143,3
152,6
146,0
-4,4 %
46,0 %
Benzine
100,0
111,3
123,2
131,2
126,7
-3,4 %
26,7 %
Andere diensten in verband met privévoertuigen
100,0
102,0
104,6
106,6
108,3
1,6 %
8,3 %
Huur van privévoertuigen en parkeerplaatsen
100,0
102,0
108,9
109,3
109,6
0,3 %
9,6 %
Parkeerterreinen en retributies
100,0
100,9
102,6
104,6
106,6
2,0 %
6,6 %
Rijlessen, rijbewijzen, technische keuring en verkeersbelasting
100,0
105,3
108,7
112,1
113,3
1,1 %
13,3 %
TOTAAL
100,0
109,4
120,4
126,0
124,5
-1,2 %
24,5 %
Autoverzekering BA
111,9
110,5
110,9
111,3
112,7
1,3 %
0,7 %
Autokeuring
100,0
100,0
109,0
113,5
119,6
5,3 %
19,6 %
Huur garage
115,4
119,6
122,9
126,6
129,3
2,1 %
12,1 %
Verkeersbelasting
89,6
91,1
91,9
93,5
95,3
1,9 %
6,4 %
TOTAAL
122,4
113,7
123,9
136,2
142,5
4,6 %
16,4 %
Bron: FOD Economie, 2009=100
De kosten voor het gebruik van privévoertuigen stegen over de periode 2009-2013 met +24,5 %, al is de kost ervan in 2013 licht gedaald met -1,2 %. Hierna bestuderen we de evolutie van de verschillende subrubrieken van de kosten voor het gebruik van wagens. We stellen vast dat in de periode 2009-2013 de grootste stijging van de prijsindex te noteren valt bij de aankoop van diesel en meer algemeen bij de categorie brandstoffen. De prijsindex hiervan steeg de voorbije 5 jaar met +36,0 %. De daling van de totale index in 2013 (-1,2 %) is ook in belangrijke mate gedreven door de daling van de brandstofprijs (-4,0 %), net zoals in de voorbije jaren de brandstofprijzen in belangrijke mate verantwoordelijk waren voor de gestegen kosten voor het gebruik van de auto. Daarnaast steeg tijdens de voorbije 5 jaar ook de prijs van herstelling en onderhoud van voertuigen aanzienlijk (+15 %). De reden hiervoor is dat de loonkosten een belangrijk deel van de kosten vertegenwoordigen. De loonkosten zijn de voorbije jaren gestegen als gevolg van loonsverhogingen, flexibiliteit en indexeringen. Daarnaast stegen ook de werkgeverslasten. Ook worden door een striktere kostprijsberekening alle gemaakte kosten doorgerekend aan de klanten. We blijven echter benadrukken dat de prijzen voor onderhoud en reparatie in België nog steeds lager liggen dan in de ons omringende landen. Ook het tarief voor rijlessen, de autokeuring, verkeersbelasting etc., evenals de huur van een garage kenden een belangrijke stijging in de periode 2009-2013.
57
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Ten opzichte van 2009 bleven de prijsstijgingen in de categorie onderdelen en toebehoren in 2013 relatief beperkt tot +3,9 %. In 2 van de 3 subsectoren is er zelfs een daling van het indexcijfer over de periode 2009-2013. Het betreft enerzijds de subrubriek banden waar de prijsindex daalde met -3,2 %. Dit is te wijten aan een prijzenoorlog die zich in de periode 2006-2010 heeft voorgedaan in de bandensector. Het zijn echter vooral de toebehoren waarvan de prijs aanzienlijk daalde met -22,0 %. Beide subrubrieken kenden ook in 2013 een daling van het indexcijfer ten opzichte van 2012.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Gemiddelde prijzen motorbrandstoffen Gegeven de grote prijsevoluties van motorbrandstoffen en hun belang in de gebruikskosten, bekijken we de prijsevoluties hieronder in detail. Na sterke prijsstijgingen in de periode 2010-2012, zijn de brandstofprijzen van alle brandstofsoorten in 2013 gedaald. Super 98 kende de kleinste prijsdaling (-2,0 %) en lpg de sterkste jaardaling met -6,5 %. Ondanks deze prijsdaling blijven brandstofprijzen op een hoog niveau vermits we in de periode 2009-2013 prijsstijgingen kenden van ongeveer +45 % voor diesel en lpg en van +25 % to +27 % voor benzinesoorten.
Figuur 27 - Gemiddelde prijzen motorbrandstoffen (incl. btw, in EUR) 2,0 1,7396
1,8
1,7054
1,6328
1,6
1,4805
1,4
1,3372
1,2
1,3164
1,4559
1,7076 1,6051 1,4405
1,6508
1,5318
1,4758
1,2023 1,0
1,0225
0,8 0,6 0,4
0,5895
0,6610
0,7183
0,6719
0,4630
0,2 0,0 2009 Super 95 oct 10ppm
2010
2011
2012 Diesel 10ppm
Super 98 oct 10ppm
2013 lpg
Bron: FOD Economie, Bestuur Energie
Globaal auto-indexcijfer Om een nauwkeuriger beeld te krijgen van de evolutie van de algemene kosten berekenen we de “auto-index”. We vertrekken van de basishypothese dat de gebruikskost tweemaal hoger ligt dan de aankoopkost. Logischerwijze zullen het dan ook vooral de evoluties van de gebruikskosten zijn die de auto-index in sterke mate zullen beïnvloeden.
Figuur 28 - Vergelijking algemene index met de kost van de auto-index 130 126,0 125
124,5
120,4 120
117,6 114,0
115 109,4
110
106,4 105 100
116,7
108,8
110,0
105,8
102,2 100
100,4
101,2
100,8
101,1
2010
2011
2012
2013
95 2009 Consumptieprijsindex
Prijsindex ‘Aankoop nieuwe wagens’
Bron: FOD Economie, eigen berekeningen FEDERAUTO
58
Prijsindex ‘Gebruikskost wagens’
Totale kost auto
Bestuderen we de globale auto-index (aankoop- en gebruikskosten) in 2013, dan zien we een beperkte daling van -0,8 % in vergelijking met 2012, nadat deze in de periode 2010-2012 aanzienlijk gestegen was. Vooral de sterke stijging van de gebruikskosten in deze jaren is verantwoordelijk voor de stijging van de auto-index. De index ‘aankoop nieuwe wagens’ heeft ertoe bijgedragen dat de groei van de globale index getemperd werd. Deze index bleef als het ware status quo in een periode van 5 jaar. Bekijken we de evolutie van de globale auto-index over een periode van 5 jaar met de algemene prijsindex, dan constateren we dat de globale auto-index (+16,7 %) een stuk sneller gestegen is dan de algemene prijsstijging (+10,0 %). Het is vooral het indexcijfer voor de gebruikskosten, dat hiervoor verantwoordelijk is (+24,5 %) vermits het indexcijfer voor de aankoop van nieuwe wagens slechts met +1,1 % is toegenomen.
10. ONDERNEMERSVERTROUWEN De maandelijkse conjunctuurenquête van de Nationale Bank van België geeft een idee over de appreciatie van de economische toestand door circa 6.000 bedrijfsleiders. Voor de sector van de distributie van motorvoertuigen wordt maandelijks een representatief staal van bedrijfsleiders ondervraagd over het reilen en zeilen in hun onderneming.
Figuur 29 - Ondernemersvertrouwen distributie van personenwagens 40
20
0
-20
-40
-60
1/
01 /2 00 1/ 04 9 /2 00 1/ 07 9 /2 00 1/ 10 9 /2 00 9 1/ 01 /2 01 1/ 04 0 /2 01 1/ 07 0 /2 01 1/ 10 0 /2 01 0 1/ 01 /2 01 1/ 04 1 /2 01 1/ 07 1 /2 01 1/ 10 1 /2 01 1 1/ 01 /2 01 1/ 04 2 /2 01 1/ 07 2 /2 01 1/ 10 2 /2 01 2 1/ 01 /2 01 1/ 04 3 /2 01 1/ 07 3 /2 01 1/ 10 3 /2 01 3 1/ 01 /2 01 1/ 04 4 /2 01 4
-80
Seizoengezuiverde bruto-reeks
Afgevlakte seizoengezuiverde reeks
Bron: NBB Conjunctuurenquête
59
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Het ondernemersvertrouwen klom in 2013 uit het dal waarin het eind 2012 was terechtgekomen na de relatief kortstondige heropleving in de periode 2010-2011. Eind 2013 is het ondernemersvertrouwen gestegen tot -12,1 nadat het in september 2012 nog op -38,5 stond. De niet-afgevlakte seizoensgezuiverde bruto-reeks kwam begin 2014 opnieuw boven het nulpunt uit, maar viel in april en mei 2014 opnieuw sterk terug.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
11. AUTOFISCALITEIT XXOpbrengst Er vloeit ieder jaar ongeveer 15 miljard EUR binnen bij de verschillende Belgische overheden, maar slechts een fractie daarvan vloeit terug naar het onderhoud en optimaliseren van ons wegennet. We weten dat de NMBS ongeveer 3 miljard EUR per jaar krijgt en dat tram en bus ongeveer 1,7 miljard EUR per jaar krijgen. Ter vergelijking: voor werkzaamheden aan het wegennet maakt de Vlaamse overheid echter amper 110 miljoen EUR vrij. De gewesten hebben de voorbije jaren wel al grote investeringen gedaan in het onderhoud van autosnelwegen en andere wegen en hopen zelfs tegen 2015 de achterstand ingelopen te hebben, wat nog maar de vraag is. De gewestwegen zouden aangepakt moeten zijn tegen 2020. Er staan ook heel wat grote projecten op stapel (Ring rond Brussel, Antwerpse ring,…). Ook investeringen in openbaar vervoer en fietsinfrastructuur moeten hierbij in rekening gebracht worden. Maar het blijft een institutioneel kluwen. Het is niet zo dat één enkele overheid elk jaar 15 miljard ter beschikking heeft. De opbrengsten worden verdeeld over verschillende overheden (gemeenten, gewest, België). Men moet eigenlijk alle investeringen van alle overheden samen bekijken.
XXKost van de congestie en de oplossingen Uit een studie die PwC uitvoerde voor FEBIAC, voorspelt het bureau dat tegen 2020 de kost van de toenemende verkeersknoop tot 6 miljard EUR kan oplopen. Minder auto’s tijdens de spits is de enige zinnige oplossing. De studie suggereert de regering daarom om over te schakelen van een belasting die voornamelijk het bezit van een auto treft – in casu de jaarbelasting – naar een belasting per gereden kilometer. Die kilometerprijs kan schommelen naar gelang het inkomen, de milieunormen van de auto en het tijdstip waarop de auto wordt gebruikt. Afhankelijk van de invoeringsdatum moet er volgens FEDERAUTO toch tussentijds gekeken worden hoe de vergroende fiscaliteit (verkeersbelasting en BIV) aangepakt worden.
XXGeen daling inkomsten Men voelt meteen ook het onvermijdelijke aan: dat een hervorming van de fiscaliteit hoe dan ook niet zal kunnen leiden tot een daling van de fiscale inkomsten uit de auto, zelfs al daalt het autogebruik. De autofederaties en FEDERAUTO willen vooral autoverkeer op andere momenten zien, niet zozeer een daling van het autoverkeer. Daarnaast stellen wij ook voor om duidelijk te maken dat een deel van de opbrengsten uit het autoverkeer terugvloeit naar de gebruikers in de vorm van investeringen in het wegennet. Ook wil de sector meer investeringen zien in alternatieven voor wie de auto niet wil gebruiken. Een deel van de opbrengsten uit parkeergelden zouden steden moeten pompen in de uitbouw van extra park&ride-locaties. Een fiscale stimulans voor werkgevers voor telewerken moet ook helpen, samen met fiscale stimuli om mobiliteitsbudgetten/comobiliteit en alternatieve aandrijvingen van voertuigen mogelijk te maken.
60
12.
OFFICIEEL NETWERK VAN VERDELERS
XX1.
OFFICIEEL NETWERK VAN VERDELERS VAN PERSONENWAGENS
In de volgende tabel vinden we een overzicht van de officiële netwerken van de verschillende automerken van personenwagens. Het gaat hier om de dealers, filialen, agenten, bijhuizen en erkende herstellers. We leggen de nadruk op het aantal contracten en niet op het aantal dealers, aangezien hoe langer hoe meer dealers verschillende merken vertegenwoordigen. De laatste jaren constateren we een gestage afname van het aantal contracten voor de verdeling van personenwagens: met dalingen van respectievelijk 72 contracten minder in 2011 (van 3.870 naar 3.798); 101 contracten minder in 2012 (naar 3.697) en opnieuw een daling van 50 contracten in 2013 (naar 3.647). De afname van het aantal contracten in 2013 situeert zich vooral op het niveau van de dealers en dit vooral te wijten aan de herstructureringen binnen de netwerken van de Franse merken, waar een aanzienlijk aantal dealercontracten werd omgezet naar contracten voor agenten en/of erkende herstellers. In 2013 identificeren we 3.008 bedrijven (dealers, agenten en erkende herstellers), of 34 minder dan in 2012, 55 minder dan in 2011 en 119 minder dan in 2010. Naast de lichte daling van het aantal vestigingen, blijft het aantal verdelers die meerdere merken vertegenwoordigen dalen en proberen constructeurs multimerkvertegenwoordiging te ontmoedigen.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
61
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Bijlage 1: Officieel netwerk van verdelers van personenwagens Dealers & filialen, aantal verkooppunten
62
Erkende agenten
Enkel herstellers
Totaal
ABARTH AIXAM / MEGA ALFA ROMEO ASTON MARTIN AUDI BENTLEY BMW CHEVROLET (ex Daewoo) CHRYSLER + DODGE CITROEN DACIA DAIHATSU FERRARI FIAT FORD HONDA HYUNDAI INFINITI ISUZU JAGUAR JEEP KIA LADA LANCIA LANDROVER LEXUS LIGIER LOTUS (geen invoerder in België) MASERATI MAZDA MERCEDES MINI MITSUBISHI NISSAN OPEL + GM US PEUGEOT PORSCHE RENAULT ROLLS-ROYCE SAAB SEAT SKODA SMART SSANGYONG SUBARU SUZUKI TOYOTA VOLKSWAGEN
3 33 36 2 71 1 69 55
1 30 29
1 7 21
80 32 28 3 47 85 34 70 2 59 20 27 85 19 29 25 8 33 3 3 49 70 32 53 67 115 63 8 67 1
174 246
30 15
5 70 86 2 74 1 75 81 33 254 278 32 3 115 223 38 90 2 59 20 34 85 19 41 25 14 33 3 3 103 95 69 87 87 200 213 8 287 1 30 66 86 23 35 23 82 129 159
VOLVO
61
5
66
TOTAAL
2.027
382
3.647
56 71 21 30 18 46 99 138
3
20
6 6 33
4 51 128 18
17 10 4 2
7
12 6
26
29 20 58 147 219
28 25 37 5 27 3 1 30 10 15 2 5 5
36 6 1.238
XX2. DEALERS VAN BEDRIJFSVOERTUIGEN, FILIALEN, BIJHUIZEN EN AGENTEN EN ERKENDE ATELIERS INBEGREPEN In de tabel hieronder vinden we het aantal verkoop- en servicepunten voor de bedrijfsvoertuigen. Het totaal aantal contracten blijft op ongeveer hetzelfde niveau van 2012, 2011 en 2010. Zowel bij de zware als bij de lichte bedrijfsvoertuigen blijft het netwerk vrij stabiel. Bijlage 2: Dealers van bedrijfsvoertuigen, filialen, bijhuizen, agenten en erkende ateliers inbegrepen VERDELERS ZWARE BEDRIJFSVOERTUIGEN Dealers & filialen DAF
18
IVECO
18
MAN
29
MERCEDES
21
MITSUBISHI RVI SCANIA
22
VOLVO
27
TOTAAL
185
Erkende agenten 11
Enkel herstellers
Totaal
10
28
12
41 29
10
31
38
8
46
12
13
25 22
11
5
32
58
254
VERDELERS LICHTE BEDRIJFSVOERTUIGEN Dealers & filialen
Erkende agenten
Enkel herstellers
Totaal
FIAT
53 + 1 enkel verkoop
53
21
128
ISUZU
31
31
MERCEDES
52
40
92
MITSUBISHI
24
8
32
NISSAN
19
4
23
UNIMOG
1
VOLKSWAGEN CVI
132
6
14
152
1
TOTAAL
313
59
87
459
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
63
MOBILITEIT
Sector
NACE2008
Vervaardiging van carrosserieën voor motorvoertuigen; vervaardiging van aanhangwagens en opleggers
29.201
Vervaardiging van carrosserieën voor motorvoertuigen
29.202
Vervaardiging van aanhangwagens, caravans en opleggers
45.111
Groothandel in auto's en lichte bestelwagens (< 3,5 ton)
45.112
Handelsbemiddeling in auto's en lichte bestelwagens (< 3,5 ton)
45.113
Detailhandel in auto's en lichte bestelwagens (< 3,5 ton)
45.191
Groothandel in andere motorvoertuigen (> 3,5 ton)
45.192
Handelsbemiddeling in andere motorvoertuigen (> 3,5 ton)
45.193
Detailhandel in andere motorvoertuigen (>3,5 ton)
45.194
Handel in aanhangwagens, opleggers en caravans
45.2
ONDERDELEN & UITRUSTING LAND- & TUINBOUW FIETSEN
Onderhoud en reparatie van motorvoertuigen
45.201
Algemeen onderhoud en reparatie van auto's en lichte bestelwagens (< 3,5 ton)
45.202
Algemeen onderhoud en reparatie van overige motorvoertuigen (> 3,5 ton)
45.203
Reparatie en montage van specifieke auto-onderdelen
45.204
Carrosserieherstelling
45.205
Bandenservicebedrijven
45.4
64
Omschrijving 2008
29.20
45.206
BURGERLIJKE BOUWKUNDE & GOEDERENBEHANDELING
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
XX3. AFBAKENING VAN DE SECTOREN VAN FEDERAUTO OP BASIS VAN DE NACEBEL2008-SECTORINDELING
Wassen en poetsen van motorvoertuigen Handel in en onderhoud van motorfietsen en delen en toebehoren van motorfietsen
45.401
Handelsbemiddeling en groothandel in motorfietsen en delen en toebehoren van motorfietsen
45.402
Detailhandel in en onderhoud en reparatie van motorfietsen en delen en toebehoren van motorfietsen
47.300
Detailhandel in motorbrandstoffen in gespecialiseerde winkels
22.110
Vervaardiging van binnen- en buitenbanden van rubber; loopvlakvernieuwing
29.31
Vervaardiging van elektrische en elektronische benodigdheden voor motorvoertuigen
29.32
Vervaardiging van andere onderdelen en toebehoren van motorvoertuigen
45.310
Handelsbemiddeling en groothandel in onderdelen en accessoires van motorvoertuigen
45.320
Detailhandel in onderdelen en accessoires van motorvoertuigen
33.12
Reparatie van machines
46.610
Groothandel in machines, werktuigen en toebehoren voor de landbouw
30.92
Vervaardiging van fietsen en invalidenwagens
30.920
Vervaardiging van fietsen en andere transportmiddelen
28.220
Vervaardiging van hijs-, hef- en transportwerktuigen
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
65
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Werkzaamheden van onze commissies Commissie Milieu Aanvaardingsplicht De regionale regelgevingen leggen voor sommige afvalstoffen een aanvaardingsplicht op. Deze verplichting brengt een aantal verantwoordelijkheden en plichten mee voor producenten/importeurs, distributeurs en eindverkopers van de producten die zij gecommercialiseerd hebben en dit op het ogenblik dat de eindgebruikers zich ervan ontdoen. Om collectief aan deze aanvaardingsplicht te voldoen, werden op initiatief van de vertegenwoordigende organisaties van de aanvaardingsplichtigen, voor elke afzonderlijke afvalstroom beheersorganismen gecreëerd in de vorm van vzw’s. FEDERAUTO heeft als zodanig geijverd voor hun oprichting en is sindsdien actief betrokken bij deze beheerorganismen. Zo neemt zij deel aan de beraadslagingen van hun beslissingsorganen of staat zij in voor het dagelijks beheer van hun administratieve diensten. De voornaamste taken van deze beheerorganen bestaan erin de gegevens te verzamelen die verband houden met het op de markt brengen van nieuwe producten en, in voorkomend geval, mee te werken aan de verzameling en de verwerking van de afvalstoffen afkomstig van deze producten om zo aan te tonen dat de per stroom toegewezen wettelijke inzamelings- en/of verwerkingsdoeleinden bereikt worden. De beheerorganismes vertegenwoordigen partners die bevoorrecht worden door de regionale overheden en die van essentieel belang zijn voor de verdediging van de belangen van hun leden. Zij dragen eveneens bij tot de voorlichting en de sensibilisering van het publiek over afvalinzameling met het oog op een optimale verwerking.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
67
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
XXRecytyre - Afvalbanden Oprichtingsdatum: Toepassingsgebied: Aantal leden: Forfaitair lidgeld: Bijdrage:
1998 Alle rubberen banden, volrubberen banden of luchtbanden, met inbegrip van bandages met uitzondering van fietsbanden 663 100 EUR excl. btw Afhankelijk van het type band (vanaf 1,09 EUR excl. btw voor moto en personenwagen t.e.m. 656,50 EUR excl. btw voor voertuig en machine voor openbare werken)
Inzamelings- en verwerkingsresultaten: T 100.000 90.000 80.000 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0
% 140 120 100 80 60 40 20 0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Nuttige toepassing 100 % 90 % 80 % 70 % 60 % 50 % 40 % 30 % 20 % 10 % 0% 2005
2012
2006
2007
2008
Ingezamelde banden (ton)
Energievalorisatie %
Op de markt gebrachte banden (ton)
Materiaalvalorisatie %
2009
2010
2011
2012
Inzamel %
XXFebelauto - Afgedankte Voertuigen Oprichtingsdatum: Type: Lidgeld: Bijdrage:
1999 Alle afgedankte voertuigen (personenwagens en lichte bestelwagens) Wordt betaald door de verschillende betrokken federaties volgens een vastgelegde verdeelsleutel Constructeurs betalen een bijdrage die wordt berekend op basis van het aantal voertuigen die 10 jaar geleden op de Belgische markt werd gebracht en het aantal voertuigen die in het vorige kalenderjaar werden ontmanteld in een erkend centrum.
Inzamelings- en verwerkingsresultaten: Aantal verwerkte afgedankte voertuigen 180.000
100 % 90 % 80 % 70 % 60 % 50 % 40 % 30 % 20 % 10 % 0%
160.000 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
40.000
Hergebruik
20.000
Recyclage
0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
68
Nuttige toepassing
Energetische valorisatie
XXVALORLUB - Gebruikte Olie Oprichtingsdatum: 2007 Toepassingsgebied: motorolie, transmissieolie en tandwieloliën, olie voor metaalbewerking, hydraulische olie, turbineolie, transformatoroliën met uitsluiting van alle oliën die geen gebruikte olie genereert Aantal leden: 178 Bijdrage “huishoudelijke olie” (motorolie in verpakkingen tot en met 25 kg): 0,20 EUR/liter (excl. btw) Bijdrage “professionele olie” (alle andere oliën): 0,01 EUR/liter (excl. btw) Vergoedingen: VALORLUB betaalt aan de professionele ontdoeners van beperkte hoeveelheden gebruikte olie (< 1.000 liter per jaar) een forfaitaire vergoeding van 40 EUR om hen te motiveren beroep te doen op één van de door Valorlub gehomologeerde operatoren
Inzamelings- en verwerkingsresultaten: Valorlub
Valorlub
100 %
100.000 90.000 80.000 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0
75 % 50 % 20 % 10 % 5% 0 2007
2008
2009
2010
2011
R1
2012
Put on the market
Water
Collectable
Slib
(2007-2010 : 69,0% (ADEME)) - (2011-2012 : 71,7% (CONSULTIC))
R5 Nuttige toepassing
R9
D1
D6
Verwijdering
Oliefractie
Collected
In 2012 kende 94 % van de in totaal ingezamelde afgewerkte olie een nuttige toepassing, zijnde 90 % recyclage via regeneratie, herraffinage en hergebruik (R5 en R9) en 4 % via energetische valorisatie (R1).
XXRecupel & Recupel ET & Garden – Elektrisch en Elektronisch (tuin)gereedschap Oprichtingsdatum: 2000 & 2001 Toepassingsgebied Recupel ET & Garden: elektrisch en elektronisch (tuin)gereedschap Huishoudelijke apparaten -“all-in” bijdrage: 0,35 EUR (incl. btw) Professionele apparaten - “administratieve” bijdrage: 4 EUR (incl. btw) Ophalings- en recyclageresultaten:
in 2012 werd in opdracht van de zeven sectoren waaronder Recupel ET & Garden, meer dan 111.000 ton afgedankte huishoudelijk elektrische en elektronische apparaten (AEEA) ingezameld door het uitvoerend orgaan Recupel vzw en op het vlak van de verwerking haalt Recupel vzw altijd uitstekende resultaten. ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Inzamelings- en verwerkingsresultaten: Recupel Recyclageresultaten 2012 100 % 90 % 80 % 70 % 60 % 50 % 40 % 30 % 20 % 10 % 0% GW
KV
TVM
Ferro
Overig
Non-ferro
Result
Kunststof
Objectieven
OVE
LMP
*
69
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Recupel Ophaling 2012 Ton
Tot. Ton
50.000
125.000
45.000 40.000
100.000
35.000 30.000
75.000
25.000 20.000
50.000
15.000 10.000
25.000
5.000 0
0 2001
*
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Koel- en vriesapparaten (KV)
Overige apparaten (OVE)
Groot wit (GW)
Gasontladingslampen (LMP)
Televisieschermen en monitoren (TVM)
Totaal
2009
2010
2011
2012
XXRECYBAT - Afgedankte autobatterijen en accu’s Oprichtingsdatum:
Toepassingsgebied: Aantal leden: Forfaitaire bijdrage: Veranderlijke bijdrage:
2003 voor de afgedankte loodstartbatterijen enkel voor de “vervangmarkt”. Uitbreiding van bevoegdheid tot de markt “van de eerste montage” van autobatterijen en accu’s die ingebouwd worden in nieuwe toestellen en voertuigen die op de Belgische markt gebracht worden in 2010. alle batterijen of accu’s die bedoeld zijn om start-, verlichtings- of ontstekingssystemen te voeden 141 100 EUR (excl. btw) 0,04 EUR (excl. btw) per autobatterij of -accu die op de Belgische markt gebracht wordt (begrensd op een totaal van 200.000 autobatterijen of -accu’s)
Inzamelings- en verwerkingsresultaten: De marktvoorwaarden die van toepassing zijn (stroom met positieve waarde) leiden naar een inzameling van alle afgedankte op de markt gebracht autobatterijen en -accu’s. Alle afgedankte autobatterijen en -accu’s zijn verwerkt om een recyclagepercentage van het lood van meer dan 90 %, een volledige neutralisatie van het zuur en een nuttige toepassing van de kunststoffen te bereiken.
70
XXBEBAT - Afgedankte draagbare en industriële batterijen en accu’s Oprichtingsdatum: 1995 Toepassingsgebied: draagbare en industriële batterijen en accu’s. Voorbeelden van industriële batterijen en accu’s zijn de batterijen van elektrische heftrucks, voertuigen, fietsen, scooters en moto’s. Aantal leden: 1.610 Jaarlijkse deelnamebijdrage: 60 EUR (excl. btw) Ophalings- en recyclagebijdrage: 0,1239 EUR (excl. btw) per draagbare en industriële batterijen en accu’s tot 31 december 2013
Inzamelings- en verwerkingsresultaten: In 2012 werd 2.648 ton batterijen ingezameld. Deze batterijen worden eerst manueel en nadien mechanisch gesorteerd volgens hun chemische samenstelling. Elke stroom wordt op een specifieke manier en door een gespecialiseerde verwerker gerecycleerd om de recyclageresultaten te kunnen maximaliseren.
CNG FEDERAUTO volgt van nabij de verschillende alternatieve brandstoffen op. Zo werd FEDERAUTO Electric Mobility opgericht. Daarnaast maakt FEDERAUTO deel uit van CNGdrive. CNGdrive groepeert bedrijven, organisaties en beroepsverenigingen die aardgas als brandstof voor voertuigen willen gebruiken in België of het gebruik van aardgas als brandstof willen promoten. Naast FEDERAUTO zijn FEBETRA, FEBIAC en KVBG evenals de bedrijven Fluxys, Dats24, Ecofillco, Electrabel, Mercedes-Benz en Hendrikx lid van CNGdrive. CNGdrive maakte een achtergronddossier op met waardevolle informatie over CNG en de noodzakelijke voorwaarden die moeten vervuld worden opdat potentiële kopers voertuigen op CNG als een waardig alternatief zullen beschouwen en overgaan tot de aankoop ervan. Op vraag van CNGdrive voerde Vlaanderen, in de nieuwe belasting op de inverkeerstelling, een correctiefactor in voor CNG-wagens zodat deze wagens minder zwaar worden belast dan de wagens op benzine of diesel. CNGdrive pleitte voor nog meer inspanningen ten voordele van CNG. In het bijzonder werd gevraagd om ook rekening te houden met de uitstoot van NOx en fijn stof. Ook ten aanzien van de andere twee gewesten werd er gelobbyd om CNG minder zwaar te belasten. Een ander belangrijk punt is de erkenning van de CNG-installateur. Om de groei van het wagenpark op aardgas ook vanuit de garagesector op een deskundige en veilige manier te ondersteunen, was een herziening van het betrokken KB nodig. FEDERAUTO heeft in het najaar 2011 actief meegewerkt met de FOD Mobiliteit aan een nieuw ontwerp van KB. Op 7 maart 2013 werden zowel het Koninklijk als het Ministerieel Besluit gepubliceerd zodat nieuwe erkenningen mogelijk werden.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
71
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Verzoeningscommissie voor Tweedehandse Voertuigen XX1. Historiek Begin jaren ’90 wilden de handelaars in tweedehands voertuigen een typeformulier voor bestelbonnen opmaken om deze verkoopactiviteit en de relatie met de particulier te standaardiseren via een document met alle rechten en plichten van beide partijen. De initiatiefnemers waren de toenmalige beroepsverenigingen COMAUBEL (Syndicale kamer van de Autohandel) en FEGARBEL (Bond van de Belgische garagisten). Oorspronkelijk werden de consumenten via Test-Aankoop bij dit initiatief betrokken. Het idee was om een gemengde commissie op te richten in een poging om de potentiële geschillen op een vriendschappelijke manier te regelen. Vervolgens deed men een beroep op organisaties die de automobilisten officieel vertegenwoordigen zoals VAB (Vlaamse Automobilistenbond) en Touring. De wet van 1 september 2004 over de verkoop en de waarborg op consumptiegoederen vereiste een herziening van bepaalde elementen van het typecontract en van de garantievoorwaarden. Dit werd bewerkstelligd in overleg met VAB en Touring en resulteerde in een nieuwe tekst die vandaag de dag nog steeds gebruikt wordt. Dit document preciseert de exacte garantiemodaliteiten en voorziet op formele wijze dat de partijen in geval van een geschil (artikel 10 van het verkoopcontract) er alles aan moeten doen om een minnelijke schikking te bereiken. Bij gebrek aan een akkoord kan het geschil voorgelegd worden aan een verzoeningscommissie paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de twee medeondertekenaars.
XX2.
Praktisch functioneren
Om deze procedure zoveel mogelijk te verlichten en het functioneren ervan te verminderen, werd tussen de partijen overeengekomen dat de vertegenwoordiger van FEDERAUTO in eerste instantie de nodige contacten legt tussen de partijen in een poging tot minnelijke schikking. Enkel bij gebrek hieraan mag men officieel een beroep doen op een paritaire arbitragecommissie. Hiervoor werd een officieel intern reglement opgemaakt dat in de praktische werkwijze voorziet. In de praktijk is echter gebleken dat de overgrote meerderheid van de dossiers opgelost raakt zonder interventie van deze commissie. Deze commissie brengt
72
immers een zeker formalisme met zich mee, kosten en de noodzaak om meerdere personen te mobiliseren. Dit wordt echter in de meeste gevallen niet gevraagd door de partijen.
XX3.
Administratieve behandeling
Het secretariaat van FEDERAUTO ontvangt de dossiers meestal via e-mail of via een telefonische oproep van de consument. Er wordt aan de consument gevraagd om een schriftelijk dossier te versturen bestaande uit volgende documenten: de bestelbon van FEDERAUTO, de aankoopfactuur van het voertuig, het keuringsverslag, de Car-Pass en een korte samenvatting van de geformuleerde klachten en een telefoonnummer waarop men overdag te bereiken is. Meestal worden deze documenten doorgemaild naar een specifiek adres:
[email protected]. Als bovenstaande documenten niet doorgestuurd worden, is het onmogelijk om het dossier te behandelen.
XX4.
Aantal dossiers
Tot 2012 werd er geen gedetailleerd schema opgemaakt wegens tijds- en personeelsgebrek. Hieronder vinden we het aantal behandelde dossiers van de laatste jaren: • 2008 = 217 dossiers • 2009 = 284 dossiers • 2010 = 181 dossiers • 2011 = 232 dossiers • 2012 = 230 dossiers (waaronder 113 Nederlandstalige en 117 Franstalige dossiers) Detail van de dossiers in 2012 • Eenvoudige informatie-aanvragen = 16 • Problemen uitgezonderd garantie tweedehands voertuigen (bijvoorbeeld leveringstijden, niet-betaling enz.) = 20 • Geen garantie wegens normale slijtage = 25 • Commissie niet bevoegd door onvolledige dossiers of verkopers die geen lid zijn = 50 • Garantietermijn verstreken zonder aanlevering van bewijs dat het gebrek al aanwezig was bij de verkoop = 24 • Elders uitgevoerde herstelling zonder voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van de verkoper = 16 • Verkoop tussen particulieren = 2 • Gerechtsdossier of in expertise = 6 • Aanvaarding van de garantie of annulering van de verkoop = 60 • Verzoeningscommissie = 1 • 2013 = 302 dossiers (waaronder 154 Nederlandstalige en 148 Franstalige)
Detail van de dossiers in 2013 • Eenvoudige informatie-aanvragen = 34 • Problemen uitgezonderd garantie tweedehands voertuigen = 0 • Onvolledige dossiers (verkoper geen lid enz.) = 115 • Garantietermijn verstreken zonder aanlevering van bewijs dat het gebrek al aanwezig was bij de verkoop = 40 • Geen garantie wegens normale slijtage = 20 • Elders uitgevoerde herstelling zonder voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van de verkoper = 25 • Aanvaarding van de garantie of annulering van de verkoop = 52 • Verkoop tussen particulieren = 6 • Gerechtsdossier of in expertise = 6 • Verzoeningscommissie = 0 • Lopende dossiers = 4
Secretariaat van de Verzoeningscommissie voor Tweedehandse Voertuigen FEDERAUTO (t.a.v. Nicole Deneyer) J. Bordetlaan 164 1140 Brussel F 02 778 62 24 E
[email protected]
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
73
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Commissie Opleiding en Vorming XXOpleiding geeft energie Blijven bijscholen. Niet alleen evolueert de technologie in onze verschillende sectoren erg snel, ze gaat tegelijk heel verschillende richtingen uit. Zelfs een extra brandstofzuinige auto met een traditionele verbrandingsmotor is wel iets anders dan een hybride wagen met een elektrische basisaandrijving en een range extender, of een full electric car. Bij de vrachtwagens en de bussen zijn de variaties zo mogelijk nog groter. Naast de al vernoemde aandrijvingen heb je hier ook nog verbrandingsmotoren op aardgas, aandrijvingen met waterstofcel enz. Het lijkt allemaal een beetje exotisch maar al die voertuigen komen wel op de weg en moeten onderhouden en gerepareerd worden. En dan hadden we het nog niet over de comfortelektronica. Naast de vertrouwde gps en bluetooth-technologie, dvdlezers en andere vermakelijkheden, zien we binnenkort automatische communicatie met noodcentrales bij ongevallen, alarmsystemen voor rijstrookherkenning, zelfparkeermodules enz. Met een voertuigenpark dat gemiddeld acht jaar oud is (wagens en bedrijfsvoertuigen samen) moeten onze medewerkers in de werkplaatsen wel een geweldige technische spreidstand kunnen maken om al die bijzonder uiteenlopende voertuigen en hun eigenaars te kunnen bedienen. Ook de klant is sterk geëvolueerd: hij/zij is een stuk mondiger geworden. Een goed geïnformeerde klant kan ons immers nuttige informatie vertrekken over zijn huidige noden en toekomstige verwachtingen. Niet alleen de autosector maakt in dit opzicht een boeiende evolutie door: van de fietsen tot en met de grote mobiele kranen, langs de motor- en bromfietsen tot bij de voertuigen voor interne logistiek, de zware bedrijfsvoertuigen en de land- en tuibouwmachines, allen staan ze voor uitdagende vernieuwingen op technologisch vlak. De economische relaties binnen onze verschillende sectoren worden eveneens grondig herzien: fundamenteel gewijzigde wetgeving voor autodistributie, uitgebreide bescherming van de particuliere koper op vele gebieden, fusies en opslorpingen van bedrijven en bedrijfsgroepen omwille van schaalvoordelen. En daar bovenop de nasleep van een wereldwijde financieel-economische crisis. Om dit allemaal aan te kunnen heeft iedereen in onze branche geen andere keuze dan zich bij te scholen, ieder in zijn domein, van de werkplaatstechnieker, de verkoper, de backoffice medewerker tot de directie en het bedrijfsmanagement. De kat uit de boom kijken is geen optie. Onze sectoren moeten volop
74
inzetten op de toekomst en die zal veel flexibiliteit en aanpassingsvermogen vereisen. Blijven bijscholen is dus de boodschap. FEDERAUTO blijft in deze omstandigheden voluit de kaart van de opleiding in zijn vele vormen trekken. Hierna volgt een beknopt overzicht van de voornaamste activiteiten en initiatieven.
XXManagers geven het voorbeeld De bedrijfsleiding is de stuwende kracht in een onderneming en bepaalt in die mate ook de bedrijfsstrategie. Dat vereist een voorafgaande reflectie over de missie van de onderneming. Tenslotte bepaalt ze dan de doelstellingen en de middelen om deze te bereiken. Het lijkt allemaal heel vanzelfsprekend maar de deelnemers aan de cursus van “manager voor het automotive bedrijf” ervaren al snel dat het niet zo eenvoudig is. Alle medewerkers op het beleidsniveau en ondernemers in onze sectoren moeten immers alsmaar meer beheerscompetenties verwerven. De opleiding die nu al 10 jaar lang georganiseerd wordt door de Stichting Bedrijfsmanagement in opdracht van Syntra Vlaanderen en FEDERAUTO tilt de deelnemers op het gewenste niveau: na een stoomcursus van 5 dagen waarbij ze een cijfermatig beeld van hun bedrijf moeten samenstellen, volgt de hoofdcursus van 20 dagen waarin alle aspecten van het beleid uitgebreid aan bod komen: strategieontwikkeling, financieel en budgettair management, kwaliteits- en operationeel management en personeelsmanagement. Al deze aspecten worden telkens volledig behandeld vanuit het automotive business standpunt. Tot slot stellen de deelnemers een uitgebreid prospectief businessplan op voor hun onderneming en dat verdedigen ze tegenover een kritische professionele jury. De docenten zijn stuk voor stuk ervaren mensen die elk vanuit hun vakgebied de bedrijfsactiviteiten onder de loep nemen, onder andere enkele experten uit de Studiedienst van FEDERAUTO. Een succesvolle opleiding die bovendien bekroond wordt met een officieel ondernemersgetuigschrift. Sinds de start van de nieuwe formule hebben meer dan 100 cursisten deze opleiding actief genoten. Alle deelnemers zijn het er over eens dat deze opleiding de investering in tijd en energie meer dan de moeite waard is en vaak zien ze elkaar weer in de vervolgmodule van het “automotive network”, een formule die jaarlijks vier sessies bevat waarbij actuele automotive thema’s via een introductiepresentatie met workshops en debat grondig worden behandeld.
XXU en de wet FEDERAUTO en Syntra Vlaanderen zorgen al geruime tijd voor een cursus “administratieve en juridische
sectorkennis”. Deze module wordt zowel in het traject van de ondernemersopleiding als via een aparte module aangeboden aan eenieder die zich wil verdiepen in de talrijke specifieke regels en wetten die op onze ondernemingen en activiteiten van toepassing zijn. Het succes is onder andere te danken aan de accurate leerinhoud die jaarlijks wordt bijgewerkt door een team van experten van FEDERAUTO. De Studiedienst heeft een handboek van 500 bladzijden samengesteld met een samenvatting van de geldende wetgeving specifiek voor de autosector. Voor de docenten wordt daarnaast nog een presentatie met meer dan 600 didactische slides aangeleverd. De cursus is bestemd zowel voor nieuwkomers in de branche als voor professionals die hun kennis willen verdiepen. Vanaf 2013 bieden ook de Waalse opleidingsinstellingen IFAPME en IAWM deze cursus aan. En in navolging hiervan lopen er gesprekken met de Brusselse EFPME die instaat voor de ondernemers in het hoofdstedelijk gewest om ook daar de opleiding in de nabije toekomst te starten. Intussen hebben meer dan 1.000 cursisten deze opleiding gevolgd.
XXEDUCAM Voor FEDERAUTO als werkgeversorganisatie is EDUCAM het opleidings- en kenniscentrum bij uitstek en absoluut onmisbaar op de arbeidsmarkt. Elders in dit activiteitenverslag vindt u de bijdrage over het sectoraal opleidingsfonds EDUCAM dat een enorme ontwikkeling kende in het voorbije jaar. In die bijdrage verneemt u alles over de realisaties van EDUCAM in vele domeinen. Het sectoraal opleidingsbeleid maakt om de twee jaar het ontwerp uit van een specifieke sectorale collectieve arbeidsovereenkomst die de leidraad vormt voor de werking van EDUCAM. Als beleidsinstrument op het vlak van opleiding en vorming speelt het dus een cruciale rol die mee vanuit de confederatie wordt aangestuurd.
Op basis van eenduidige competentieomschrijvingen kunnen ook sectorale proeven worden afgenomen bij jongeren in het onderwijs en de leertijd. Wie slaagt ontvangt een sectoraal attest dat de vakkundigheid duidelijk in beeld brengt. EDUCAM staat in voor de organisatie van deze proeven waaraan honderden jongeren jaarlijks deelnemen.
XXJongeren correct opleiden De aansluiting tussen onderwijs en de arbeidsmarkt is een bekommernis die op alle politieke agenda’s prijkt. De beroepsprofielen de bijhorende competenties zijn een stap op weg naar een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Zowel EDUCAM als FEDERAUTO zetten zich hiervoor in. EDUCAM werkt al verschillende jaren nauw samen met de lesplaatsen van Syntra Vlaanderen, IFAPME (Wallonië Franstalig), EFPME (Brussel Franstalig) en IAWM (Duitstalig) om de opleiding van leerjongeren te ondersteunen met cursusinhouden en sectorale proeven, naast de bijscholing van lesgevers en de cofinanciering van didactisch materiaal. De ervaring leert ons over de jaren heen dat de beroepsbekwaamheid van deze jongeren aanzienlijk toeneemt en bovendien starten ze bijna allemaal een langjarige loopbaan in onze bedrijven. Vanuit deze succesvolle samenwerking zoekt ook het onderwijs – zowel het alternerend leren als het dagonderwijs – naar gelijkaardige combinaties om haar scholing op te schroeven. Er lopen verscheidene projecten, o.a. via e-learning en in samenwerking met de Regionale technologiecentra (RTC’s) in Vlaanderen en de Centres de technologie avancée (CTA) in het Franstalig onderwijs. Daarnaast knoopt FEDERAUTO meer en meer contacten aan met het hoger onderwijs om zowel op technologisch gebied als op het vlak van bedrijfsvoering het competentieniveau te verbeteren. Zowel de Thomas More-hogescholen als Vives kunnen rekenen op de medewerking en ondersteuning door FEDERAUTO om dit doel te bereiken.
XXEen gouden wedstrijd De editie 2013 van de wedstrijd van de Gouden Autosleutelhanger was een schitterend evenement. Vooral de laatste proef op de voertuigen voor de vier
75
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Een van de pijlers waarop dit beleid steunt is het opstellen van beroepsprofielen voor de talrijke – veelal technische - beroepen in onze sectoren. Deze profielen beschrijven de kennis, de kunde en de werkmiddelen die bij een bepaald beroep horen. Het uitschrijven van de juiste competenties is niet alleen belangrijk voor het bepalen van toekomstgerichte opleidingen binnen de context van EDUCAM. Deze competenties vormen immers ook de basis voor de kwalificaties die door het onderwijs (in al zijn vormen) zullen gebruikt worden als referentie voor de opleidingsprofielen en leerprogramma’s evenals de nakende kwalificatiekaders waaraan elk diploma en getuigschrift binnenkort zullen moeten voldoen.
In de verschillende gewesten en gemeenschappen zijn zowel de experten van EDUCAM als van FEDERAUTO actief bij de instellingen die deze thema’s behandelen. Het gaat dan om het “competent”-systeem van de Sociaaleconomische raad voor Vlaanderen (SERV) en de Chambre des métiers – Service francophone des métiers et des qualifications (SFMQ).
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
finalisten deed de spanning gevoelig stijgen. Maar gedurende de hele wedstrijd hadden de kandidaten zich flink ingezet om de fel begeerde eindoverwinning te behalen. Nieuw dit jaar was het “peterschap” dat de dealers van het deelnemende automerk Land Rover boden aan de verschillende scholen die een ploeg hadden ingeschreven. Op die manier was de wedstrijd de start voor een uitgebreide toekomstgerichte samenwerking tussen de scholen en de bedrijven op het vlak van technische bijscholing. Deze wedstrijd is traditiegetrouw een organisatie van FEDERAUTO en EDUCAM dat jaarlijks zo’n 50 jongeren ontvangt in elk van de wedstrijdplaatsen, het Training center in Lokeren en AutoFORM in Luik. We merken dat het aantal scholen en lesplaatsen dat auto-opleidingen organiseert opnieuw toeneemt. Deze scholen durven de technologische uitdaging aan en dat merken we bij de deelnemers. De resultaten tonen tevens aan dat het kennisniveau van de deelnemende jongeren stijgt en zodoende is de wedstrijd een goede barometer. De leerkrachten en begeleiders werden getrakteerd op technische demo’s en het evenement werd afgerond met een gezellige receptie. De winnaars, zowel individueel als per school, mochten rekenen op een uitzonderijke prijzenpot met een prachtige nieuwe Land Rover Evoque voor didactische doeleinden als trofee. Het is duidelijk dat FEDERAUTO en EDUCAM, samen met de wedstrijdpartners, verder moeten werken aan dit initiatief om de jongeren aan te sporen te kiezen voor een opleiding en een baan in onze branche. Opleiding en vorming zijn een veelzijdig thema dat op talrijke politieke vlakken wordt bestuurd en in vele domeinen een aanzienlijke impact heeft. 2014 wordt daarbij een kanteljaar: door de zesde staatshervorming worden belangrijke bevoegdheden van het arbeidsmarktbeleid aan de gewesten en gemeenschappen overgedragen. FEDERAUTO bereidt zich hierop grondig voor. André Sommereyns Hoofdadviseur opleiding en vorming
76
EDUCAM XX EDUCAM Partner vzw EDUCAM Partner vzw is het paritair beheerde opleidingscentrum van en voor de autosector en de aanverwante sectoren, dat het vakmanschap en de deskundigheid op peil houdt. Het betreft de sectoren: • • • •
Garagebedrijven (PC 112); Metaalhandel (PsC 149.4); Koetswerk (PsC 149.2); Terugwinning van metalen (PsC 142.1).
De missie – zorgen voor voldoende gekwalificeerde medewerkers in de verschillende deelsectoren – ligt ten grondslag aan de identiteit van EDUCAM. De hoofdopdracht van EDUCAM bestaat erin om het opleidingsbeleid voor deze sectoren uit te stippelen, in de praktijk te brengen en te ondersteunen. Daarvoor is EDUCAM actief in vier grote domeinen: 1. de opleiding en begeleiding van werkgevers en loontrekkende werknemers; 2. de opleiding van werkzoekenden en de begeleiding van jongeren die via het alternerend leren vorming volgen; 3. de promotie van de autosector (en de opleidingen die voorbereiden op een job in die sector); 4. de permanente analyse van de werkgelegenheids- en opleidingsmarkt.
XX EDUCAM Service nv EDUCAM Service nv so werd opgericht in 2011, speciaal voor bedrijven in de autosector en de aanverwante sectoren. Naast diverse technische opleidingen biedt EDUCAM Service nv so ook een aantal management- en communicatietrainingen aan. De EDUCAM-dienstverlening heeft een positieve invloed op het functioneren van medewerkers in de sector. De verbetering van hun positie is onderdeel van de toebedeelde missie en komt terug in verschillende plannen, projecten en activiteiten in een breed spectrum.
XX Opleidings-cv Wat is een opleidings-cv? • Het is een inventaris van de uitgeoefende functies, gevolgde professionele opleidingen en behaalde certificaten van een werknemer. Overeenkomstig de cao’s wordt dit cv voor iedere werknemer ingevuld en bijgehouden door elk bedrijf uit de garagesector en de sector metaalhandel.
Welke meerwaarde biedt het opleidings-cv? • Een volledig overzicht van de al gevolgde opleidingen en behaalde certificaten van de medewerkers in een bedrijf • Een beter zicht op de kennis en vaardigheden van de medewerkers • Hulp bij de opmaak van de persoonlijke ontwikkelingsplannen van de medewerkers • Het brengt het vormings-, trainings- en opleidingsbeleid in kaart • Hulp om objectieve keuzes voor opleidingen te maken
XX Individueel recht op opleiding In de sectoren als de garage-, koetswerk- en de metaalsector is bijscholing van doorslaggevend belang voor de groei van zowel bedrijven als hun medewerkers. Sinds 1 januari 2004 wordt een collectief opleidingsrecht opgebouwd ten bedrage van vier uur per kwartaal en per arbeider, dus twee dagen per jaar, dat het vormingskrediet wordt genoemd. Deze maatregel werd niet gewijzigd. De cao’s van 2011 voorzien een extra maatregel, verschillend per sector:
Garagebedrijven en metaalhandel
In 2011 werden nieuwe cao’s goedgekeurd die de opdrachten van EDUCAM afbakenen. Deze afspraken lopen tot eind 2013. Aan het gekende takenpakket werd niets fundamenteels gewijzigd. Wel bevatten deze nieuwe cao ‘s enkele opvallende nieuwigheden die de sector niet kunnen ontgaan. Zowel het opleidings-cv als het opleidingsrecht/de opleidingsplicht springen in het oog.
De cao van 29 september 2011 voorziet in het kader van het collectieve opleidingsrecht dat elke arbeider verplicht één dag opleiding moet volgen per periode van twee jaar.
Koetswerk De cao van 28 september 2011 voorziet in het kader van het collectieve opleidingsrecht dat elke arbeider recht heeft op één dag opleiding per periode van twee jaar. Dit systeem werd op 1 januari 2012 voor alle sectoren ingevoerd voor een periode van twee jaar en zal aan het einde van die periode (31 december 2013) worden geëvalueerd.
77
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
XX Sectorale afspraken
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
XX Sectorale beroepsprofielen De beroepsprofielen zijn een weergave van de taken die iemand vandaag de dag in een bepaald beroep uitvoert, aangevuld met de kennis en vaardigheden die nodig zijn om het beroep op een goede manier te kunnen uitoefenen. Aangezien de beroepen in de autosector en de aanverwante sectoren blijven evolueren, worden deze sectorale beroepsprofielen regelmatig opnieuw afgetoetst aan de praktijk en indien nodig herzien.
XX De competenties van het individu als centrale zorg van Europa De strategie van Lissabon, die in 2000 door de lidstaten van de Europese Unie is aangenomen, beklemtoont het belang van levenslang leren. De kennis en de innovatie die daaruit voortvloeien, vormen belangrijke troeven voor de Europese Unie aangezien de concurrentie op wereldvlak toeneemt. De lidstaten hebben nationale hervormingen doorgevoerd om de competenties van alle individuen te ontwikkelen. In België neemt die actie de vorm van een kwantitatieve doelstelling aan, namelijk dat de sectoren voor 1,9 % tot bijscholing moeten bijdragen op straffe van een sanctie. In de sectoren van de garagebedrijven en de metaalhandel past de verplichte deelname aan opleiding rechtstreeks in deze globale aanpak. Dit geldt ook voor het individuele opleidingsrecht in de koetswerksector. De sociale partners bevestigen hiermee hun engagement om de jaarlijkse opleidingsgraad van arbeiders met 5 % te verhogen.
XX Opleidingen die voor verplichte deelname in aanmerking komen De keuze van de opleiding gebeurt in het bedrijf en in overleg met de betrokken werknemer. De gekozen opleiding moet in het opleidingsplan worden aangebracht. Sectorale voordelen, zoals premies, worden toegekend in het kader van de verplichte deelname aan een opleidingsdag (garagebedrijven en metaalhandel) of het individuele opleidingsrecht (koetswerksector), voor zover de gekozen opleiding beantwoordt aan de normaal gehanteerde criteria.
XX Bedrijfsopleidingsplannen Als gevolg van het sectoraal akkoord 2003-2004 kunnen ondernemingen met meer dan 15 werknemers sinds 1 januari 2004 enkel een beroep doen op een financiële tussenkomst van EDUCAM indien zij voor dat jaar een paritair goedgekeurd opleidingsplan hebben ingediend bij EDUCAM.
78
Deze opleidingsplannen moeten daarenboven worden goedgekeurd door alle sociale partners binnen EDUCAM. Het bedrijfsopleidingsplan opent de deuren voor afstemming en overleg tussen werkgever en werknemers, die op deze manier betrokken worden bij het opleidingsbeleid van het bedrijf.
XX Erkenning van opleidingen Bepaalde opleidingen worden niet door EDUCAM zelf georganiseerd, maar komen wel in aanmerking voor een EDUCAM-erkenning. Als aan bepaalde voorwaarden is voldaan, krijgt de opleiding een EDUCAM-erkenning, waardoor het vormingskrediet kan worden aangesproken.
XX Wat is het vormingskrediet? Het principe van het vormingskrediet is sinds 1 januari 2004 opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomsten van de sectoren garage, koetswerk en metaalhandel. Het gaat om een collectief opleidingsrecht dat wordt opgebouwd in elk bedrijf met minstens één arbeider. Het vormingskrediet bedraagt vier uur opleiding per kwartaal per arbeider, dus twee dagen per jaar per arbeider. Voor elk opleidingsuur betaalt EDUCAM een premie van 5 EUR, dus 40 EUR per opleidingsdag, als aan de volgende voorwaarden is voldaan: • het bedrijf heeft EDUCAM een opleidingsplan voor zijn arbeiders ingediend vóór 15 februari van het jaar waarop het plan betrekking heeft; • de opleiding wordt door EDUCAM erkend; • het bedrag van het vormingskrediet maakt de toekenning mogelijk.
XX EDUCAM-certificering EDUCAM levert niet alleen certificaten af voor erkende lpg-monteurs en sectorale certificaten voor jongeren in het alternerend leren. EDUCAM biedt ook certificerende opleidingen aan om veilig aan hybride en elektrische voertuigen te kunnen werken. EDUCAM verleent zijn medewerking aan de ontwikkeling van opleidingen en proeven, met name in het kader van de nieuwe wetgeving op klimaatbeheersing in motorvoertuigen. Hiernaast organiseert EDUCAM het ervaringsbewijs voor verschillende beroepen.
XX Tewerkstellingscel Bij grootschalige herstructureringen neemt EDUCAM een rol op in de tewerkstellingscel die in dat geval binnen het bedrijf wordt geïnstalleerd. Samen met de vakbonden, de directie en gespecialiseerde outplacementbureaus wil EDUCAM oudere arbeiders begeleiden in hun zoektocht naar een nieuwe baan.
XX Jongeren De technologie in de autosector verandert razendsnel. Dit heeft ook gevolgen voor de beroepsprofielen in de sector en de aanverwante sectoren. Ondanks de maatschappelijke onderwaardering van technische studierichtingen is er vraag naar degelijk opgeleide medewerkers met een passie voor het vak, die zich voortdurend willen bijscholen. Daarom heeft EDUCAM volgende initiatieven op touw gezet: • Verschillende acties adviseren, inspireren en mobiliseren jongeren, lesgevers en bedrijven via verschillende kanalen; • Garagasten: acties gericht naar jongeren van 11 tot 14 jaar, waaronder een gratis garagastengids, downloadbare krantjes, encyclopedieën en een website met weetjes, spelletjes en experimenten voor de jongste fans van autotechniek, naast acties gericht naar leraren techniek en basisonderwijs, zoals didactische posters en lesbrieven met oefenblaadjes; • Turbostart: alle acties die zich richten naar jongeren en lesgevers techniek uit de tweede en derde graad van het secundair onderwijs, waaronder een gratis educatief glossy magazine voor vakleraren en jongeren in het autotechnische onderwijs, met sectornieuws, interviews met leerlingen en lesgevers, boeiende technische artikels en verhalen van cracks in het autovak.
maskers, crèmes enz., aangevuld met gereedschappen en stalen van gevaarlijke producten.
HEV-simulatiekits Deze door EDUCAM ontwikkelde simulatie bevat alle elementaire bouwstenen van hybride en elektrische voertuigen. Met de programmeerbare unit kan men de verschillende opbouwen testen, de onderdelen op verschillende manieren koppelen en vervolgens nagaan of het systeem werkt. De gebruiker experimenteert concreet maar veilig met bouwstenen, opbouwmogelijkheden, de elektrische bedrading van het hoogspanningsdeel en de mechanische verbindingen.
Handboeken
XX EduScan Sinds 2012 heeft EDUCAM een competentietool ontwikkeld die specifiek is gericht op lesgevers, namelijk EduScan. Lesgevers kunnen zien welke technische onderwerpen belangrijk zijn in het beroepsleven waarop zij hun leerlingen of cursisten voorbereiden. Ze kunnen online een aantal vragen uit verschillende modules doornemen, terwijl hun autotechnische kennis anoniem wordt gescand. De resultaten geven meteen een indicatie van de mate waarin ze de specifieke inhoud beheersen. EduScan geeft niet alleen een overzicht van hun eigen resultaten en evolutie, maar bevat ook suggesties om hun eigen kennis bij te schaven.
XX Partnerships EDUCAM werkt nauw samen met de onderwijswereld en met overheidsdiensten voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding, zoals onder:
XX Didactisch materieel Scholen en opleidingscentra vragen steeds meer naar pedagogische en didactische leermiddelen om opleidingen te kunnen verzorgen voor sectoren. Vandaag biedt EDUCAM Partner onderstaand didactisch en pedagogisch materiaal aan in het kader van ruimere samenwerkingsakkoorden:
Het didactische bord HEV is een virtuele voorstelling van een elektrische aandrijving, ontworpen met als doel de procedure om een systeem spanningsvrij te maken realistisch te illustreren. Het bord staat met behulp van een accu onder spanning, wat reële metingen mogelijk maakt.
Didactische koffer veiligheid en milieu
Voorzitter: Jacques Pirlot Directie: Luc De Moor en Paul-Henri Gilissen
De koffer veiligheid en milieu bevat een uitgebreid gamma demonstratiemateriaal om de opleiding levendig en praktisch aan te pakken: een veelheid aan preventie- en beschermingsmiddelen, zoals kledij, schoenen, brillen,
79
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Didactisch bord HEV
• VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) • FOREM (Service public wallon de l’emploi et de la formation) • Bruxelles-Formation (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) • ZAWM (Zentrum für Aus- und Weiterbildung des Mittelstands) • SYNTRA (Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming) • IFAPME (Institut wallon de Formation en Alternance et des indépendants et Petites et Moyennes Entreprises) • EFPME (Espace Formation PME) • IAWM (voor Duitstalig België)
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Activiteiten van onze federaties en groeperingen GDA XX Groepering van de Autodealers en -agenten Personenwagens Na de aanzienlijke terugval (-15 %) van het aantal inschrijvingen in 2012 tegenover 2011, lijkt het aantal inschrijvingen van personenwagens zich opnieuw te stabiliseren. In 2013 werden er 486.065 nieuwe personenwagens ingeschreven op de Belgische markt, wat bijna hetzelfde resultaat is als in 2012, toen er 486.737 nieuwe auto’s in het verkeer werden gebracht. Het aantal inschrijvingen van de voorbije twee jaren is een juistere weerspiegeling van de jaarlijkse Belgische inschrijvingen dan de jaren voordien, toen de markt op een eerder kunstmatige wijze werd opgedreven door federale boni en fiscale veranderingen. Ook tijdens de eerste maanden van 2014 blijkt het aantal inschrijvingen van personenwagens slechts lichtjes terug te lopen ten opzichte van dezelfde periode in 2013. Hoewel alle importeurs elk jaar opnieuw een stijging van hun marktaandeel voorspellen, blijkt de realiteit zich toch anders af te spelen. Elk jaar opnieuw worden ook de cijfers van deze inschrijvingen kunstmatig opgedreven door tijdelijke inschrijvingen, waardoor de statistieken als louter ‘bruto cijfers’ moeten worden geëvalueerd. Het is dan ook om deze reden dat FEDERAUTO zich niet wil uitspreken over de evolutie van de Belgische automobielmarkt. FEDERAUTO engageert zich evenwel om vanaf 2014 zelf de inschrijvingscijfers van de Belgische DIV te interpreteren en deze in een juiste context te plaatsen, zodat er in de toekomst correcte vergelijkingen van de marktgegevens kunnen worden gewaarborgd. FEDERAUTO heeft hiervoor een web-applicatie ontwikkeld, die in de loop van 2014 verder zal evolueren en een uitgebreide informatie aan de leden zal ter beschikking stellen. De Europese markt bleef in 2013 met -1,7 % achter op de resultaten van 2012. Echter, vooral tijdens de laatste 4 maanden van 2013 werden positieve resultaten opgetekend en ook begin 2014 zien we een stijging van het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens met meer dan 5 % ten opzichte van begin 2013.
Bedrijfs- en industriële voertuigen Bij de bedrijfsvoertuigen werd de tendens van 2012 ook in 2013 grotendeels voortgezet. De daling van het aantal inschrijvingen van lichte bedrijfsvoertuigen (-11 % in 2012) remde af in 2013, maar daalde niettemin opnieuw met 2,2 %, naar 53.419 voertuigen. Het aantal bedrijfsvoertuigen tussen 3,5 en 16 ton daalde opnieuw met meer dan 16 % en bij de zware voertuigen van meer dan 16 ton werd 2013 afgesloten met 6.221 inschrijvingen wat opnieuw een daling betekent van bijna 8 % ten opzichte van 2012. Hoewel de meeste merken of importeurs hun resultaten willen blijven evalueren op basis van de inschrijvingen, reflecteren deze cijfers niet altijd de correcte marktsituatie. Vooral bij de personenwagens en de lichte bedrijfsvoertuigen, ‘gebruikt’ het ene merk de inschrijvingscijfers al wel eens meer dan het andere om de zogenaamde verkoopresultaten te beïnvloeden. Inschrijvingscijfers kunnen namelijk worden ‘bijgestuurd’ door vervroegde inschrijvingen (waarbij reeds eerder ingeschreven wagens achteraf pas worden aangeboden aan de - meestal particuliere - eindklant), voorlopige inschrijvingen (waarbij deze inschrijvingen achteraf worden geschrapt, maar niettemin in de statistieken worden opgenomen) of rechtstreekse inschrijvingen of verkopen door de importeur (vb. voor kortetermijnverhuur), zonder dat deze wagens het verkoopkanaal via de autodealer dienen te volgen. Zowel de vervroegde, voorlopige als rechtstreekse inschrijvingen gebeuren bovendien steeds op naam van een bedrijf, waardoor deze voertuigen als fleetverkoop worden geregistreerd. In bijna alle gevallen komen deze wagens achteraf echter bij de particulier terecht. Ook in 2013 werd er verder gewerkt aan nieuwe tools en een verhoogde toegevoegde waarde van het FEDERAUTO-GDA lidmaatschap. De nieuwe website voor GDA-leden, www.GDAweb.be, die in 2012 van start ging, vormt de basis om nieuwe applicaties te ontwikkelen. Begin 2014 startte FEDERAUTO Statistics, waarbij ook GDA-leden zelf de gedetailleerde DIV-inschrijvingsgegevens kunnen consulteren en specifieke vragen kunnen stellen met betrekking tot hun activiteiten. Zoals voor alle andere toepassingen die nog verder worden ontwikkeld, zullen alle FEDERAUTO-leden de gelegenheid krijgen om tijdens infosessies kennis te maken met de nieuwe tools. Voorzitter: Serge Huppertz Algemeen Secretaris: Guy Crab
81
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Bij de top 4 markten van Europa (Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk en Italië) die samen goed zijn voor meer dan 67 % van de totale Europese automarkt, werden enkel in Groot-Brittannië meer wagens in 2013 ingeschreven dan in 2012. Duitsland blijft ook in 2013 afgetekend het grootste automobielland van Europa, maar zakt met een daling van 4,2 % onder de grens van de 3 miljoen personenwagens met 2.952.431 inschrijvingen. Zoals in 2012 steeg ook in 2013 het aantal inschrijvingen in Groot-Brittannië (+10,8 %) naar 2.264.737 nieuwe personenwagens. In onze andere buurlanden blijft ook in 2013 het aantal inschrijvingen dalen zoals in 2012; in Frankrijk met 5,7 % (cf. 2012 -15 %), Luxemburg (zoals in 2012) met 7,5 % maar vooral in Nederland daalde in 2013 het aantal inschrijvingen opnieuw met 16,3 % (cf. 2012 -30 %). Zoals in 2012 blijft het consumentenvertrouwen bij onze noorderburen
lijden onder de fiscale druk. Zoals de bouwsector is ook de autosector in Nederland een economische barometer die weinig goeds voorspelt voor 2014.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
GVO XXGroepering van de Handelaars in tweedehandse Voertuigen Na jarenlange onderhandelingen heeft de sector eindelijk een bevredigende oplossing verkregen voor de netelige kwestie van het eigendomsbewijs van tweedehandsauto’s. In veel gevallen waren de handelaars immers overgeleverd aan de willekeur van particulieren die hen voertuigen aanboden waarvoor bijvoorbeeld nog leningskosten bestonden. Dankzij de invoering van het nieuwe tweedelige inschrijvingsbewijs is dit probleem nu opgelost. Of toch ten minste gedeeltelijk omdat zowel de banksector als de sector van de langetermijnverhuur ook structuren moeten invoeren die waarborgen dat de gebruiker van het voertuig niet over de twee delen van het inschrijvingsbewijs mag beschikken als hij er niet daadwerkelijk de eigenaar van is. In 2013 heeft de Groepering van de Handelaars in tweedehandse Voertuigen ook een informatiecampagne gevoerd via de pers. Deze was bedoeld om de aandacht van
82
het grote publiek te vestigen op het feit dat de visitekaartjes die op de voorruiten van op straat geparkeerde wagens achtergelaten worden, zelden van echte professionals van de sector afkomstig zijn en soms zelfs van mensen met slechte bedoelingen die enkel een mobiel telefoonnummer geven om hun anonimiteit te garanderen. Tot slot zijn GVO en REPARAUTO, die al jarenlang vaststellen dat de sector van de handel in tweedehandse voertuigen en van de onafhankelijke reparatie veel bekommernissen en vaak zelfs ook dezelfde activiteiten delen, een denkproces gestart om een toenadering tussen de twee groeperingen te overwegen. Na een eerste vergadering eind 2013 hebben de bestuurders van de twee federaties afgesproken een enquête te voeren bij hun leden. Deze zal bedoeld zijn om te bepalen welk percentage van ondernemingen in elke federatie dezelfde diensten aanbiedt en uiteraard ook om het voordeel te meten dat een dergelijke toenadering zou kunnen betekenen voor de leden van de twee organisaties. Voorzitter: Alex Leemans Algemeen Secretaris: Daniel Labours
REPARAUTO XXGroepering van Autoreparatiebedrijven REPARAUTO, de Groepering van Autoreparatiebedrijven, verenigt de onafhankelijke autoreparatiebedrijven. Ze verkopen, onderhouden en herstellen voertuigen van alle merken zonder verbintenis met een specifieke autoconstructeur. REPARAUTO behartigt de collectieve belangen van de leden door een gunstig ondernemingsklimaat te creëren waarin de leden hun strategische keuzes maken door middel van hun eigen capaciteiten. REPARAUTO speelt daarvoor de rol van onderhandelingspartner bij de verschillende overheden en instanties. In België schat men het aantal onafhankelijke autobedrijven op 3.200 kmo’s. Buiten het netwerk van de constructeur is het belangrijk over technische informatie van de voertuigen te kunnen beschikken. De Europese verordening van 2002 betreffende de relaties tussen de constructeurs, de distributeurs en de herstellers eiste dat de onafhankelijke herstellers toegang zouden hebben tot deze informatie. In de praktijk blijft deze informatie echter achtergehouden. De Euro V- en Euro VI-verordeningen volstonden niet en de Europese Commissie heeft de harmonisatie/ standaardisatie van de technische informatie opgelegd via het Europees Comité voor Normalisatie (CEN TC 301).
Sinds 1 maart 2010 moeten alle autoconstructeurs en -invoerders toegang verlenen tot alle niet-beveiligde herstelen onderhoudsinformatie (voertuigen goedgekeurd onder Euro V). Vanaf 1 maart 2011 moeten de constructeurs en invoerders de toegang tot beveiligde herstel- en onderhoudsinformatie garanderen conform het geharmoniseerde proces. De groepering blijft verbonden aan de Recht op Reparatie Campagne (Right To Repair Campaign www.r2rc.eu) om de boodschap te versterken op Europees niveau. Een betere opleiding van de ondernemingen zet kracht bij aan de woorden van REPARAUTO tijdens de regelmatige ontmoetingen met de vertegenwoordigers van leasingmaatschappijen. Dit is het uitgelezen moment om de voordelen van de diensten die de multimerkengarages aanbieden te doen opmerken. Ook al kiest men nog niet spontaan voor een onafhankelijke onderneming, toch vormen deze bedrijven een uitstekend alternatief in het licht van het groeiende wagenpark. De multimerkengarages maken deel uit van de 11.000 professionals die in totaal circa 40.000 kilometerstanden per dag aan Car-Pass doorgeven. Sommigen leven de spelregels echter nog niet na. REPARAUTO was voortdurend in de weer om de communicatie tussen Car-Pass en de marktdeelnemers in het systeem te vergemakkelijken.
OnderhOud mET bEhOUD vAn FAbRiEksgARAnTiE?
Verant. uitg.: J.F. Dinant • FEDERAUTO VZW • Jules Bordetlaan 164 • 1140 Brussel
REPARAUTO is ook een nieuwe weg ingeslagen en spreekt zich uitdrukkelijk uit voor een professionalisering van de sector van de onafhankelijke autoreparatiebedrijven. Het imago van de bedrijven versterken is en blijft dus meer dan ooit een van de belangrijkste doelstellingen van de groepering.
83
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
We stellen vast dat een groeiend aantal onafhankelijke autoreparatiebedrijven aangesloten is bij een garageconcept - wat wijder verspreid is in onze buurlanden dan in ons land - of aangesloten is bij een andere formule in België. Deze toetredingen leveren voordelen op voor wat onder andere gemeenschappelijke reclame, opleidingen, gecentraliseerde aankopen en het sluiten van collectieve overeenkomsten met partners betreft. REPARAUTO staat rechtstreeks in contact met deze garageconcepten om samenwerkingsverbanden te bekomen en informatie uit te wisselen.
dat kan in de garage van uw keuze
Een initiatief van de multimerkenherstellers, leden van FEDERAUTO vzw
Een Europese vereniging, waar onder andere CECRA deel van uitmaakt, werd opgericht om het dossier te doen vorderen. Het heeft tot resultaat geleid, aangezien zowel onafhankelijke als erkende herstellers op exact dezelfde manier toegang (zullen) hebben tot informatie voor alle constructeurs.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Ook al werken de onafhankelijke autoreparatiebedrijven zeer autonoom, toch vindt REPARAUTO dat het een van haar belangrijkste taken is haar leden de mogelijkheid te geven contacten te leggen en te onderhouden. Deze platformfunctie liep als een rode draad doorheen alle activiteiten. De algemene vergaderingen, technische lezingen en informatiemomenten waren allemaal minder formele gelegenheden om te praten en zo de informatieoverdracht te bevorderen. Voorzitter: Eric Geentjens Algemeen Secretaris: Frédérique Daublain
84
FEDERAUTO Carrosserie Onder de leden bevinden zich zowel koetswerkbouwers als carrosserieherstellers. De groepering is sinds haar oprichting gestaag gegroeid en vestigt dit jaar opnieuw een record. De recentste ontwikkelingen op vlak van schadeherstel en de nieuwe reglementeringen voor koetswerkbouwers, hebben deze groei in de hand gewerkt. De activiteiten en informatieverstrekking van de groepering zijn voornamelijk gebaseerd op vertegenwoordiging van de leden enerzijds en op ondersteuning en begeleiding anderzijds.
Koetswerkbouw XXHomologatie Sinds de introductie van de nieuwe kaderrichtlijn 2007/46/EG is er al veel water naar de zee gedragen. Vanaf 29 april 2009 werden de eerste uitvoeringsmaatregelen van deze richtlijn een feit en sindsdien is dit niet meer gestopt. Na het wegvallen van de PVG’s bij de complete en incomplete basisvoertuigen in 2011 en 2012, was het in 2013 de beurt aan de voltooide voertuigen van de categorieën N1 en O. Deze voertuigen kunnen enkel nog ingeschreven worden aan de hand van een COC of individueel goedkeuringscertificaat conform de kaderrichtlijn. In 2014 zullen dan nog de voltooide voertuigen van de categorieën N2 en N3, evenals de overblijvende voertuigen voor speciale doeleinden volgen.
en als ondersteuning van de erkende constructeurs, is in 2013 de website www.homologatie.be verder uitgebreid. Via deze weg beschikken de erkende constructeurs over alle recente informatie en instructies om efficiënt dossiers op te maken.
Carrosserieherstel XXRentabiliteit De carrosseriesector blijft kampen met ernstige rentabiliteitsproblemen. Samen met de steeds toenemende wettelijke verplichtingen, blijft de loonkost in deze arbeidsintensieve branche een zware last. De lage autoprijzen en de hoge wrakwaarden enerzijds en de toenemende technologie in nieuwe wagens anderzijds, zetten de sector zwaar onder druk. Er is een duidelijke afname van het aantal herstellingen resulterend in een merkbaar onevenwicht tussen vraag en aanbod op de herstellingsmarkt. Geplande investeringen worden voor onbepaalde tijd uitgesteld en hebben een negatieve impact op de economie. Om in de huidige economische omstandigheden competitief te zijn, blijft FEDERAUTO Carrosserie samen met EDUCAM werken aan de competenties van de talrijke medewerkers in onze bedrijven. Aandacht blijft gaan naar zowel de arbeiders in het atelier als naar de bedienden en het management.
XXi-FAST, een project met toekomst!
XXSchadesturing
Door de invoering en de toepassing van de nieuwe Europese kaderrichtlijn steeg het aantal goedkeuringsdossiers de voorbije jaren aanzienlijk. Om te voorkomen dat de dienst homologatie op korte termijn zou stikken in het stijgend aantal dossiers, trok FEDERAUTO aan de alarmbel.
Ondanks de stroeve onderhandelingen met de verzekeraars en hun rol in de schadesturing, blijven onze leden hun relatie met diezelfde verzekeraars in het algemeen als positief beschouwen. Door het onevenwicht tussen vraag en aanbod wordt de relatie tussen de carrosseriesector en de verzekeringssector erg zwaar op de proef gesteld.
Na grondige analyse en vergelijking met de buurlanden werd besloten om een “versnelde procedure” op poten te zetten om de homologatiedossiers sneller af te handelen en het volume onder controle te houden.
De bedoeling van i-FAST is een snelle koppeling te maken van de gegevens van het basisvoertuig (gekend bij de DIV) aan de nieuwe gegevens van het voltooide voertuig.
Ook bijkomende diensten zoals vervangwagens moeten correct vergoed worden. Verzekeraars die zware druk zetten op herstellers om het dienstenpakket uit te breiden, moeten beseffen dat dit eveneens moet vergoed worden. Het is al lang duidelijk dat schadeafhandeling veel meer inhoudt dan een nieuwe laklaag zetten, maar tegenover elke dienst staat een correcte verloning, ook voor de carrosseriehersteller!
De erkende carrosserie dient eerst wel “een verplichte opleiding” te volgen bij FEDERAUTO om haar toegang tot i-FAST te verwerven. Om deze opleiding te vervolledigen
Voorzitter: Hilaire Baetens Vicevoorzitter: Inge De Schrijver Algemeen Secretaris: Luc Schets
85
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Het project werd in september 2012 boven de doopvont gehouden onder de naam pre-i-FAST (Individual Fast Approval System Treatment) en kreeg in 2013 na volledige implementatie de naam “i-FAST” mee. Inmiddels werden in 2013 al 6.000 dossiers op deze manier afgehandeld, een aantal dat de komende jaren zeker nog zal toenemen.
Het kunnen doorrekenen van de stijgende kosten is een teer punt. FEDERAUTO blijft daarom aandringen bij de verzekeraars om hier op constructieve manier over te onderhandelen. Ook in 2014 blijft dit een prioriteit!
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
DETABEL XXGroepering van de Takel- en Bergingsbedrijven van België DETABEL is de Groepering van de Takel- en Bergingsbedrijven van België en vertegenwoordigt ongeveer 200 ondernemingen die gespecialiseerd zijn in het takelen en bergen van voertuigen. Mobiliteitsproblematiek komt dagelijks in het nieuws. Wie heeft er niet mee te maken? En net om deze problematiek aan te pakken is DETABEL een onmisbare schakel. Wij zorgen ervoor dat de wegen sneller vrijgemaakt worden. Wij laten het niet na om voorstellen op de politieke agenda van onze diverse regeringen te plaatsen. Onder andere het onlangs goedgekeurde prioritaire karakter van de wagens uit onze sector is er één van. DETABEL kon ook een wetsvoorstel omtrent retentierecht indienen door dhr. Lamine, gewezen professor aan de rechtsfaculteit van de KUL. Het autolandschap verandert voortdurend, vandaar dat DETABEL zich sterk maakt dat de takel- en bergingsbedrijven steeds met het best opgeleid personeel
86
en erg goed uitgerust materiaal op de weg komen. De opleidingen worden op maat uitgewerkt in nauwe samenwerking met EDUCAM. Efficiëntie van de bergingen takelwerkzaamheden is van heel groot belang! DETABEL heeft erg goede relaties met de Belgische en buitenlandse bijstandsorganisaties. De belangrijkste partners in het dagelijkse leven van de groepering zijn de Federale Politie, FOD Mobiliteit & Vervoer, FOD Economie, FOD Justitie, Assuralia, Europ Assistance, Mondial Assistance, Inter Partner Assistance, Ethias Assistance, IMA Benelux, Vinçotte en het LDM Magazine. Eén van onze prioriteiten is het imago. Daarom heeft DETABEL een eigen kwaliteitslabel “Takelmeester” op de markt gebracht. Om te garanderen dat een bedrijf het label van Takelmeester verdient, wordt er beroep gedaan op Vinçotte om de bedrijven te auditeren. Meer dan 100 bedrijven hebben momenteel het label al behaald! Dit label moet aan de weggebruiker en het publiek in het algemeen het nodige vertrouwen schenken. Het label staat garant voor kwaliteit en een hoog dienstverleningsniveau. Voorzitter: Jean Letellier Algemeen Secretaris: Andy Nassen
Federmoto XXGroepering van de Verdelers van Motorrijwielen De crisis heeft de distributie van gemotoriseerde tweewielers jammer genoeg niet gespaard, maar ten opzichte van de andere autosectoren ondergaat ze de impact van de crisis wel met vertraging. Het bewijs daarvan is de continue daling van de inschrijvingen van scooters en motoren. De verdelers van motoren, die zich al lang in een onzekere situatie bevonden en al verplicht waren te leven met een vermindering van de marges en een stijging van de werkingskosten, worden nu ook geconfronteerd met een lagere omzet die zich niet alleen laat voelen in de verkoop van machines en accessoires, maar ook in de uitgevoerde prestaties in de werkplaatsen. Tegenwoordig vrezen veel distributeurs ook dat de fabrikanten een herstructurering van het netwerk zullen opleggen via een hernieuwing van de distributieovereenkomsten. Verschillende merken zijn immers, misschien wat laat, tot de conclusie gekomen dat de grootte van hun netwerk niet langer overeenstemt met de evolutie van hun marktaandelen of met de evolutie van de verwachtingen en gewoontes van de consumenten. Met inschrijvingscijfers die bijna 16 % lager waren dan in 2007 werd het jaar 2012 inderdaad afgesloten in een somber klimaat dat het jaar 2013 zeker niet gaat kunnen doen vergeten. We willen er wel op wijzen dat sommige merken zich gelukkig wel nog goed redden. Dit geldt in het bijzonder voor BMW, Harley Davidson, KTM, Triumph, MV Agusta en Royal Enfield, waarvan alleen al het vermelden van de namen aantoont dat er ondanks alles nog klanten
bestaan die machines met een zekere persoonlijkheid of een rijke geschiedenis willen. Tegelijkertijd bleef Federmoto ook van zich laten horen binnen de MotorCycle Council, de groepering die in België alle organisaties verenigt die instaan voor het promoten van gemotoriseerde tweewielers en de behartiging van de belangen van hun gebruikers. Federmoto heeft zo haar standpunt kunnen geven in het debat over de organisatie van een technische keuring voor motoren of scooters en het principe kunnen verdedigen, dat ook gesteund wordt door de Staatssecretaris voor Mobiliteit, van een keuring die enkel beperkt is tot voor doorverkoop bestemde voertuigen of voor voertuigen die bij een ongeval betrokken waren. Vanuit dezelfde gedachtegang heeft de Groepering van de Verdelers van Motorrijwielen ook meegewerkt aan de opstelling van procedures die vanaf 2014 leiden tot de inschrijving van scooters waarvan de snelheid tot 45 km/u beperkt is. Dit is een belangrijke stap om in de toekomst een betere controle te kunnen garanderen van deze voertuigen waarvan er, volgens bepaalde schattingen, meer dan 250.000 exemplaren op onze wegen rijden. Tot slot heeft Federmoto haar informeringswerk voortgezet door verschillende informatiesessies te organiseren waarop leden en niet-leden konden luisteren naar bepaalde specialisten in complexe materies zoals het handelsrecht en vooral ook vragen konden stellen aan deze specialisten.
Voorzitter: Guido Brenders Algemeen Secretaris: Daniel Labours
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
87
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
FAM vzw XXFederatie Automateriaal vzw Groeperingen van nationale en regionale distributeurs van automateriaal Een beroepsfederatie heeft de taak de markt te analyseren, op nieuwe tendensen in te spelen en erop te anticiperen. Dat willen we doen met een ambitieus project: onze sectorbarometer, opgestart in 2007. Sindsdien volgde de Federatie Automateriaal de voertuigonderhouds- en reparatiemarkt op de voet door om de twee jaar een panel van 1.800 automobilisten en 650 professionals actief in de sector te ondervragen. Er werd een nieuwe barometerstudie gepubliceerd in 2012. De uitgave van 2014 wordt voorbereid. Omdat de Groepsvrijstellingsverordening 1400/2002 op 31 mei 2010 verviel, heeft de Europese Commissie een nieuw juridisch mededingingskader ingevoerd voor de autosector met specifieke aandacht voor de automotive vervangingsmarkt. Van toepassing op de markt sinds 1 juni 2010 zijn de nieuwe regels vastgelegd in vier sleutelinstrumenten: • de Automotive Block Exemption Regulation (EU) Nr. 461/2010; • de sectorspecifieke richtlijnen voor beperkingen in verticale overeenkomsten voor de verkoop en herstelling van motorvoertuigen en voor de distributie van motorvoertuigen; • de Europese Verordening over verticale beperkingen (EU) Nr. 330/2010; • de algemene richtlijnen over verticale overeenkomsten. Deze regels zullen van toepassing zijn tot 31 mei 2023. Zij dekken de handel in onderdelen voor het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met meer dan drie wielen. De nieuwe reglementering is niet enkel belangrijk om aan te duiden wat de autoconstructeurs wel of niet mogen doen, maar beïnvloedt ook de overeenkomsten die worden gesloten tussen de marktdeelnemers op de onafhankelijke vervangingsmarkt. De onderwerpen, activiteiten en dossiers waarover FAM zich in 2013 gebogen heeft, zijn met name: de ontwikkelingen op het gebied van de Europese reglementering; de voorbereiding van de vakbeurs Autotechnica2014; de werving van nieuwe leden en de oprichting van een commissie nummerplaten.
88
In samenwerking met de studiedienst van FEDERAUTO heeft FAM gewerkt voor de opstelling van een Sectoraal Preventieplan Verpakkingen en voor een sectoraal bodemsaneringsfonds. In 2013 merken we de wil van de Federatie Automateriaal om het project Mobivis herop te starten samen met de FOD Mobiliteit. Mobivis moet, onder andere, de onafhankelijke Belgische autosector de mogelijkheid geven om het voertuig en haar onderdelen makkelijker en efficiënter te identificeren dankzij een link tussen het chassisnummer en de elektronische catalogi. Een vergelijkbare tool bestaat al in andere Europese landen. Alle gegevens zijn beschikbaar. Er blijft nog de verbinding en het beschikbaar stellen daarvan te realiseren. Tot slot kunnen we stellen dat er aan gelegenheden geen gebrek is! Door hun krachten te bundelen zullen de partijen van het onafhankelijke netwerk hun kansen beter kunnen grijpen en bedreigingen beter het hoofd kunnen bieden. Dit is de boodschap die wij aan alle marktdeelnemers willen overbrengen. Voorzitter: Ludo Janssens Algemeen secretaris: Frédérique Daublain
FEDERAUTO Electric Mobility Group XX1. E VA-proeftuinproject in Vlaanderen; betrokkenheid FEDERAUTO Electric Mobility Meer dan 100 gemeentebesturen reden al elektrisch met scooters, personenwagens en lichte vrachtwagens Niet enkel de openbare besturen die officieel participeren in de proeftuin en die zelf voertuigen aankochten, participeren in de proeftuin. Alle lokale besturen in Vlaanderen krijgen de kans een voertuig van de proeftuin uit te testen. Hiervoor zijn er verschillende formules: • Bij EVA kunnen de gemeenten gedurende een aantal maanden een voertuig ontlenen. Het gaat om een heel gamma van voertuigen: scooters, personenwagens, bestelwagens of utilitaire voertuigen die gebruikt kunnen worden door de technische diensten. De 24 voertuigen zijn eigendom van Eandis en worden kosteloos ter beschikking gesteld. Tot nu toe werd aan 68 gemeentebesturen één of meerdere voertuigen uitgeleend. In de zomer 2013 startten nog eens meer dan 20 besturen een kennismaking met elektrische voertuigen. • Bij EVA wordt gewerkt met een gemengde testpopulatie van “vaste” bestuurders die gedurende minstens 2 maanden hetzelfde voertuig besturen en een aantal occasionele gebruikers die kunnen kennismaken met elektrisch rijden. De vaste bestuurders krijgen een vooropleiding bij EDUCAM en ze worden intensief betrokken bij de enquêtering over het gebruik. In totaal werden 248 kandidaat “vaste” bestuurders gecontacteerd en hieruit werden mensen geselecteerd die ook meewerkten aan bevragingen.
In totaal waren op 1 augustus 2013 in de proeftuin 309 laadpalen in gebruik: 110 voor fietsen/scooters en 199 voor wagens. Deze laadpalen zijn uitgerust met 839 laadpunten. Een aantal laadpalen voor wagens staan op plaatsen die niet publiek toegankelijk zijn. Het kan gaan om een afgesloten bedrijfsparking of om een laadpaal die enkel door deelvoertuigen kan worden gebruikt. Momenteel zijn van de 349 laadpunten voor wagens 283 laadpunten publiek toegankelijk (= 81 %). Hier kunnen dus ook voertuigen die niet tot de proeftuin behoren laden. Voor fietsers zijn er 446 laadpunten publiek toegankelijk.
EVA-platformen de EVA-laadeilanden die vorig jaar nog gratis toegankelijk waren zijn sinds begin januari 2013 betalend. Dit laat toe de verschillende betaalsystemen uit te testen en de backoffices van de laadleveranciers op punt te stellen. Om de interoperabiliteit te kunnen garanderen (u bent bijvoorbeeld klant bij laaddienstleverancier X maar wenst te laden bij een paal van laadnetwerkoperator Y) worden momenteel afspraken gemaakt tussen de verschillende aanbieders binnen de proeftuin. Daarnaast zijn er ook platformen en projecten die dit buiten de proeftuin en ook op Europees niveau proberen te regelen. Het systeem dat op poten wordt gezet is vergelijkbaar met roaming in de gsm-wereld. De EVA-oplaadeilanden zijn uitgerust met een Telenet Hotspot. Zo kan je tijdens het opladen van je elektrisch voertuig e-mailen, surfen, je status bijwerken op Facebook, chatten… Ook omwonenden en passanten worden vanuit de laadpaal bediend. Als Telenet-internetklant heb je via Wi-Free gratis toegang tot het hotspotnetwerk. NietTelenetklanten kunnen betalend gebruik maken van deze service.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
89
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Het gebruik van de laadpalen als Hotspot is een groot succes. In juli 2013 werden meer dan 15.000 internetsessies via de laadeilanden geregistreerd. Het gebruik is vooral de laatste maanden sterk gestegen. Naast de conventionele laadstations die toelaten het voertuig op enkele uren vol te laden, kan men op vier locaties ook snelladen. TOTAL realiseerde 3 snellaadstations met eigen middelen, en ThePluginCompany opende een snellaadstation in Antwerpen (op de Park and Ride VIIde-Olympiadelaan). Voertuigen die daarvoor specifiek uitgerust zijn, kunnen aan een snellaadstation in een 10-tal minuten bijladen. Snellaadstations zijn merkelijk duurder dan gewone laadstations. Daarom worden ze best bij strategische verkeersknooppunten of invalswegen geplaatst. Toch groeit de belangstelling voor snellaadstations, omdat zij een belangrijke aanvullende rol kunnen vervullen bij het wegnemen van de ‘range anxiety’. Ook buiten de proeftuin zien we meer en meer snellaadstations verschijnen. Om elektrische voertuigen bekend te maken bij een breder publiek werd in juli 2013 in vier kustgemeenten een event georganiseerd: “EVA on the Beach”. Deze events konden rekenen op een ruime belangstelling van honderden toeristen die langskwamen voor een testrit of meer uitleg over elektrische voertuigen. Aan de hand van een ecologisch en elektrisch mobiliteitsdorp konden geïnteresseerden verschillende elektrische voertuigen testen of informatie bekomen over de aankoop en het gebruik van een elektrisch voertuig. Daarnaast nam EVA ook deel aan de openbedrijvendag (Eandis) en aan de Lokerse feesten. Deze activiteiten hebben tot doel elektrische wagens bekend te maken bij het brede publiek.
90
XX2. Zevenstappenplan De snelle uitrol van publieke laadinfrastructuur in de proeftuin en het feit dat de vraag naar elektrische voertuigen buiten de proeftuin laag blijft, heeft een remmende impact op de verdere investeringen van bedrijven in de sector van elektrische mobiliteit. De sector heeft in juni 2013 in dit kader een position paper overgemaakt aan de Vlaamse Regering. De “startersbrochure elektrisch rijden” werd naar alle Vlaamse gemeenten verdeeld en uitgelegd op de meeting van VVSG (energiedag). Events FEM en EVA: • 31/01/2013: FOD Economie => Belgian Platform voor Elektrische Voertuigen (Brussel) • 19/03/2013: VVSG => Energiedag voor steden en gemeenten (Gent) • 03/05/2013: Clean Week 2020 (Circuit Zolder) => Smart Grids Flanders & Proeftuinsessie • 12/06/2013: Smart Grids Flanders - Themagroep – Grid Connected Vehicles • 13/06/2013: Belgian Platform on Electric Vehicles => Alternative clean fuels for transport • 09/07-12/07/2013: EVA on the Beach Belgische kust • 14/09/2013: Actieve deelname aan E-Brussels van FEM en EVA • 03/12/2013: Overleg alternatieve brandstoffen kabinet Wathelet • 16/12/2013: Voorstelling BruCEL.net op adviescommissie MobielBrussel
(zie verder www.elektrischevoertuigeninactie.be)
XX3. EVA-Wallonië EVA Wallonië heeft haar startschot gegeven op circuit van Zolder met een uiteenzetting voor de Waalse stakeholders en actief ondersteund door FEDERAUTO Wallonië en FEM. Een feitelijke vereniging werd opgericht en in het voorjaar 2014 werden verschillende informatiesessies gegeven in de verschillende provinciehoofdplaatsen in Wallonië. Ook in Wallonië wordt de Startersgids Elektrisch Rijden verdeeld bij de gemeentebesturen en wordt er deelgenomen aan “le Salon des Mandataires” om EVA Wallonië beter te profileren en een aanvang te nemen met een plan om de noodzakelijke laadinfrastructuur in Wallonië in kaart te brengen.
XX4. BruCEL.net Brussel
nemen om de al lopende acties in Brussel in een meer strategisch kader te plaatsen om de realisatie hiervan te versnellen. Brussel kan geen blinde vlek zijn op vlak van duurzame mobiliteit en energie, Brussel moet een inspirerend voorbeeld zijn. BruCEL.net wil hieraan invulling geven.
Voor FEDERAUTO Electric Mobility Group Philippe Decrock
Omdat de autoconstructeurs het jaar 2013 en volgende zien als een historisch introductiemoment voor de nieuwe elektrische wagens, zijn zij bereid om in het Brussels Gewest belangrijke inspanningen te doen om de voorwaarden te creëren voor elektromobiliteit in de toekomst. In het bijzonder de uitrol van laadinfrastructuur op publieke parkings en parkeergarages, is een essentiële voorwaarde om de elektrische mobiliteit op gang te trekken. Daarnaast moeten deze wagens en tweewielers ook op de weg worden ingezet. Hier zijn de nieuwe mobiliteitsdiensten onmisbaar. Voor het sluiten van de multimodale vervoersketen, is tenslotte de samenwerking nodig met de instanties die het openbaar vervoer uitbaten: NMBS, MIVB-STIB en DE LIJN, moeten in het project aanwezig zijn om het succesvol te maken. FEDERAUTO wil, samen met de Brusselse publieke instellingen en beleidsmakers, en samen met de kernpartners uit de automotive, laadinfrastructuurserviceproviders, universiteit en industrie, het initiatief
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
91
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Motorrevisiebedrijven XXGroepering van motorrevisiebedrijven Dit jaar hebben wij de nieuwe formule van de enquête over de werkplaatslonen en -tarieven gevoerd. Deze nieuwe formule maakt het mogelijk voor de leden om de enquête snel te beantwoorden en zo de tendensen van de sector beter in de verf te zetten. 2013 werd gekenmerkt door de zichtbaarheid van de motorenrevisiebedrijven. Philippe Maerten, voorzitter van de groepering, werd verkozen tot “Member of the Year” voor zijn betrokkenheid binnen en buiten FEDERAUTO. Daarnaast werd het beroep van motorrevisor in de kijker gezet tijdens het programma AUTO Mobile (RTBF). De reportage vestigde de aandacht op de specificiteit en het belang van het beroep in de sector. De veranderingen van motoren en hun componenten volgen elkaar snel op. Daarom updatet de groepering van motorrevisiebedrijven de PRO-SIS SA technische gegevensbank voortdurend door contacten te leggen met de internationale federaties. Zoals aangekondigd is deze gegevensbank, die een waardevol hulpmiddel is bij het fabriceren en monteren van motoronderdelen, voortaan raadpleegbaar via internet. De groepering van motorenrevisiebedrijven is zich volledig bewust van de uitdagingen die verbonden zijn aan het beroep en stelt alles in het werk om het bekwaamheidsniveau van haar leden te handhaven dankzij de organisatie van de fabrieksbezoeken en/of opleidingen. Om het tekort aan gekwalificeerde arbeidskrachten, dat deels veroorzaakt wordt door de onwetendheid over het bestaan van de motorrevisiebranche te verhelpen, blijft de groepering van motorrevisiebedrijven inspanningen leveren om het beroep te promoten via doelgerichte acties zoals de opstelling van verklarende brochures, persberichten en artikels in magazines en de oprichting van partnerships met lokale en regionale entiteiten en/ of scholen.
92
XXInternationale activiteiten De Belgische groepering van motorrevisiebedrijven is aangesloten bij FIRM, dat 10 nationale verenigingen groepeert en meer dan 1.000 motorrevisiebedrijven vertegenwoordigt. Philippe Maerten ijvert voor de internationale erkenning van de sector. Daarom heeft FIRM onlangs een belangrijk strategisch verdrag gesloten met APRA-Europe, de vereniging van de auto-onderdelen revisiebedrijven. De FIRM-APRA-unie zal het mogelijk maken gemeenschappelijke acties te ondernemen om de twee organisaties beter zichtbaar te maken en de erkenning van de sectoren te vergroten bij nationale en Europese instellingen. Onder de voorziene gemeenschappelijke acties citeren we: lobbying, koppeling van kennisnetwerken (CLEPA, VDA), gemeenschappelijke PR en administratie waaronder ReMaTec (Salon en ReMaTec News). FIRM heeft zich aangesloten bij de R2RC-actie, een lobbycampagne ter bevordering van de vrije keuze van de reparatieplaats, de aankoop van onderdelen en de toegang tot technische informatie. FIRM werd ook officieel erkend als ontvangende partij voor alle vergaderingen betreffende Euro 5 en Euro 6. Voorzitter: Philippe Maerten Algemeen secretaris: Frédérique Daublain
FEDERTYRE XX Groepering van Bandenspecialisten
Ondanks de beslissing van het Kabinet van Mobiliteit om geen wetten uit te vaardigen over winterbanden in België zal FEDERTYRE de consumenten en de gewestelijke en Belgische politieke instellingen blijven sensibiliseren in samenwerking met het BIVV, GOCA en Pneuband. Voorzitter: Philippe Renier Algemeen secretaris: Frédérique Daublain
De commissie van Bandenfabrikanten De opdracht van FEDERTYRE blijft de bandenprofessionals te steunen, verdedigen en vertegenwoordigen. Om deze doelstellingen te bereiken heeft FEDERTYRE werkgroepen (WG) opgericht: • WG “Sociale zaken”: vertegenwoordigt het beroep bij de betrokken paritaire comités en de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg; • WG “Techniek”: organiseert technische lezingen en vertegenwoordigt de groepering bij administraties zoals GOCA; • WG “Relatie bandenfabrikanten”: ziet erop toe dat de belangen van het beroep niet geschonden worden door de bandenleveranciers ; • WG “Recytyre”: vertegenwoordigt en behartigt de belangen van de bandenprofessionals binnen de vzw Recytyre; • WG “Externe relaties”: zorgt voor contact met de beroepsfederaties van bandenspecialisten die in Europa actief zijn; • WG “Communicatie”: ziet toe op de actieve communicatie met de pers, de consumenten, de overheid, maar ook met de leden van de groepering. In het kader van de ontwikkeling van de communicatie werd de website www.federtyre.be gelanceerd. Deze site biedt het grote publiek de mogelijkheid om een lid snel te geolocaliseren en aan iedereen om op de hoogte te blijven van de acties die FEDERTYRE voert. De site zal binnenkort een speciale ledenzone bevatten.
De commissie van Bandenfabrikanten van FEDERAUTO heeft als taak communicatieacties te voeren bij de autosector, het grote publiek en de overheden verbonden aan mobiliteit en verkeersveiligheid, om hen bewust te maken van de grote belangen van de sector. Dit jaar is Pneuband al zeer actief geweest wat de bewustmaking rond de winterbanden, de verplichting van het Tyre Pressure Monitor System (TPMS), de invoering van het Europese bandenlabel, de Europese wetgeving inzake geluidemissie van de voertuigen en de opkomst van de tweedehandsmarkt betreft. De commissie informeert de overheden en belangengroepen die rechtstreeks of onrechtstreeks een rol spelen bij de bandenwetgeving en onderhoudt nauwe contacten met hen. Zo is de Commissie van Bandenfabrikanten een samenwerking aangegaan met het BIVV voor wat winterbanden betreft, evenals met GOCA, ETRMA,… De Bandenfabrikanten, die bekommerd zijn over de veiligheid van de weggebruikers, hebben zoals elk jaar een studie gevoerd over de staat van de banden van het Belgische wagenpark. Deze studie, die de naam “Rolling Wheel” kreeg is niet geruststellend: terwijl de banden een belangrijk veiligheidselement zijn, neemt de slijtage ervan toe. Om de mensen bewust te blijven maken van het belang van banden is er al een nieuwe “Rolling wheel” enquête voorzien. De Commissie van Bandenfabrikanten organiseert in samenwerking met FEDERTYRE ook technische infoavonden over specifieke onderwerpen. Tot slot biedt de website www.pneuband.be, resultaat van het werk van de professionals van de sector, de weggebruikers de mogelijkheid een antwoord te vinden op de vragen die zij hebben over het gebruik van banden. Deze informatieve portaalsite is het ideale hulpmiddel voor bestuurders die praktische informatie en tips inzake veiligheid willen krijgen, ongeacht welk voertuig zij hebben. Voorzitter: Greet Willekens Algemeen secretaris: Frédérique Daublain
93
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Een akkoord over het gevoelig dossier van de “sector fee” werd bereikt. FEDERTYRE steunt Recytyre bij de uitvoering van het Regenesys-project. Het doel van dit project is om de efficiëntie van de inzameling te maximaliseren en alle spelers van de sector te betalen tegen een eerlijke prijs op basis van de principes van “activity based costing”. In een moeilijke economische context voor het beroep heeft FEDERTYRE gevochten voor de terugkeer van een schadevergoeding met betrekking tot een beheer van de afvalstroom (afvalbanden) op het verkooppunt. Dit project zal begin 2014 starten. De waardering van het werk van het afvalbeheer door Belgische bandenspecialisten is uniek in Europa. Het gaat om een belangrijke stap in de erkenning als volwaardige partner in het beheer van afvalbanden.
XX www.pneuband.be
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
GSS XXGroepering van Servicestations De Groepering van Servicestations is blij u de benoeming te kunnen aankondigen van haar nieuwe voorzitter Stephan Uhoda. De groepering behartigt de belangen van de brandstofverdelers en uitbaters van servicestations waarvan er tegenwoordig nog slechts 3.800 overblijven, wat er 700 minder zijn dan 5 jaar geleden. Ze hebben de buurtwinkels vervangen en dienen vaak als “depannagewinkels”. Naast hun sociale nut zorgen de producten en diensten die ze automobilisten aanbieden ook voor een echte toegevoegde waarde. Ook al moeten consumenten zich dankzij het rijbereik van de wagens sinds de opkomst van de diesel geen zorgen meer maken over het verdwijnen van de servicestations, toch riskeert dit niet zo te blijven in de toekomst. Momenteel is er niets dat doet vermoeden dat we in de toekomst een dergelijke energievoorraad in onze voertuigen zullen kunnen vervoeren; het rijbereik zal dus kleiner worden en de dichtheid van het distributienetwerk zal dus cruciaal worden op mobiliteitsvlak. In België verdeelt een servicestation gemiddeld 2.200.000 liter brandstof per jaar. Het Europees gemiddelde ligt 50 % hoger. De toename van de producten en van het aandeel van bio-ethanol, de incompatibiliteit met bepaalde modellen, de komst van het samengeperste aardgas, de batterijenwissels en wellicht binnenkort waterstof, zouden allemaal redenen kunnen zijn om nood te hebben aan gekwalificeerd personeel in de stations. Het is dus gemakkelijk te begrijpen dat het beleid van heel lage lonen dat nauw verbonden is met het volume niet rijmt met een toekomstvisie. Momenteel volstaan de marges die dit personeel krijgt op aardolieproducten niet om rendabel te zijn en is de shop het laatste reddingsmiddel. Tabak, dagbladen en tijdschriften, snoepwaren, drank en depannage voor algemene voeding vullen het productgamma aan dat ter beschikking van de klanten wordt gesteld. De huidige problematiek heeft te maken met de firmakaarten die een steeds groter aandeel van de globale verkoop uitmaken en waarvoor de uitbater een marge krijgt die lager is dan de in de programmaovereenkomst voor aardolieproducten voorziene minimummarge. We doen ons best om opnieuw een manier te vinden om de contractuele relaties tussen de petroleummaatschappijen en uitbaters op dwingende wijze evenwichtiger te maken. De Groepering van Servicestations zal zich dus wijden
94
aan het concretiseren van een aanvaardbaar voorstel dat rekening houdt met het bijzondere statuut van de zelfstandigen van de sector. Onze Europese buren hebben al jaren geleden begrepen hoe belangrijk aardgas kan zijn als brandstof voor wagens. Daarmee uitgeruste wagens kunnen enerzijds prat gaan op een broeikasgasemissieniveau dat 10 tot 20 % lager ligt dan dat van een klassiek voertuig, maar anderzijds vooral ook op het feit dat deze brandstof veel minder edelgassen uitstoot zoals NOx dat, in tegenstelling tot CO2, schadelijk is voor de gezondheid. De fabrikanten bieden talrijke modellen aan die van origine uitgerust zijn met een aardgasinstallatie. De verdelers van accessoires bieden op hun beurt sets aan om de meeste courante modellen aan te passen. De Groepering van Servicestations heeft een CNGplatform (Compressed Natural Gas) uitgebouwd dat de verschillende spelers van de keten verenigt. Een vereenvoudiging van de homologatie en een verlichting van de controle van de tanks, maar ook regeringssteun voor servicestations die aardgas willen verdelen laat België toe de achterstand die ons land op dit vlak heeft in te halen. Dit is een verdere stap in de richting van onafhankelijkheid van de landen die aardolie uitvoeren en moet ook beschouwd worden als een vooruitgang in een activiteitensector zoals de autosector. We stellen ons dus als taak om een aantrekkelijk wetgevingskader te verkrijgen en de achterstand in te halen die België op dit vlak heeft en zijn daarvoor al goed op weg voor 2014. Het netwerk moet echter vlug uitgebouwd worden want het is de hoeksteen van de distributie van brandstoffen. Dat een land zoals Italië tegenwoordig meer dan 800.000 voertuigen telt is te danken aan de steun van de regering en de belofte van een duurzaam fiscaal beleid. We kunnen ons immers voorstellen wat een ramp het zou zijn als CNG-voertuigen kortstondig gepromoot zouden worden, wat de sector ertoe brengt te investeren in dure installaties in eerste instantie en deze investeringen daarna niet rendabel gemaakt kunnen worden. FEDERAUTO coördineert de inspanningen van de verschillende CNG-belangengroepen met het oog op lobbying. Voorzitter: Stephan Uhoda Algemeen Secretaris: Serge Istas
IMCOBEL vzw XXBelgische beroepsgroepering van Invoerders en Fabrieksagenten van Gereedschap De Belgische Beroepsgroepering van Invoerders en Fabrieksagenten van Gereedschap vzw (IMCOBEL) verenigt en vertegenwoordigt de ondernemingen die gereedschap in het algemeen, handgereedschap en draagbaar elektrisch gereedschap in het bijzonder invoeren. Als enige representatieve beroepsorganisatie voor deze activiteit is de beroepsgroepering IMCOBEL de gesprekspartner van de federale en gewestelijke overheden, waarmee zij nauw in contact blijft. De beroepsgroepering is ook een ontmoetingsplatform waar veel voorkomende problemen van de sector worden aangesneden. Parallel daarmee ontwikkelt de groepering talrijke initiatieven om te streven naar de behartiging van de belangen van haar leden. IMCOBEL stelt de verkoopstatistieken van elektrische apparaten evenals de driemaandelijkse statistieken van de omzet van de deelnemende bedrijven ter beschikking van haar leden. In 2013 werden online nieuwe statistische subcategorieën van het elektrisch gereedschap op de markt gebracht. De statistieken van 2013 werden natuurlijk goed behandeld tot ieders tevredenheid. In 2013 vond de beurs Tools & Tools plaats, beurs voor het handgereedschap, onder impuls van IMCOBEL. Meer dan 100 exposanten die meer dan 1.000 merken vertegenwoordigen, hebben met elkaar afgesproken voor dit evenement waar de sector niet omheen kan. De exposanten hebben op de beurs een staaltje gezien van het bestaande aanbod en van nieuwigheden op de markt. De voorgestelde producten varieerden van handgereedschap voor precisie tot pneumatische en elektrische gereedschappen. Tools & Tools is uitgegroeid tot het mekka van de gereedschappensector en de niet missen bedevaart voor de eindgebruikers.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Zoals gewoonlijk waren de eerste twee dagen van de beurs bestemd voor de distributiepartners en voor de partners van verkoopnetwerken van de sector. De nieuwigheid van deze uitgave was het organiseren van de avondvoorstelling die de netwerking aanmoedigt tussen klanten en leveranciers. Voorzitter: Jean-Pierre Van Keer Algemeen secretaris: Frédérique Daublain
95
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Fedagrim XXBelgische Federatie van de Toeleveranciers van machines, gebouwen en uitrustingen voor de Landbouw en voor de Groenvoorzieningen vzw 2013 was een belangrijk jaar voor Fedagrim. De belangrijkste gebeurtenis was de integratie van Fedagrim met Agrimadis (invoerders) en Veremabel (lokale verdelers). De lokale verdelers krijgen binnen Fedagrim hun eigen werking. Verder hebben beide groepen een afvaardiging binnen de Raad van Bestuur van Fedagrim. Om deze ontwikkeling in goede banen te leiden werd een tweede coördinator Federatiewerking aangeworven. De uitbreiding van de federatie in zowel ledenaantal als in personeelsinzet, maakt het voor Fedagrim mogelijk om beter in te zetten op zaken die voor de sector van de toelevering van landbouw belangrijk zijn. Als grotere federatie is het eenvoudiger om als belangenverdediger op te treden naar andere instanties en is het makkelijker om informatie te ontsluiten.
Belangenverdediging Wat de belangenverdediging betreft heeft Fedagrim het voorbije jaar ingezet op het dossier van de nummerplaten. In dit dossier werd de discussie aangegaan met de verschillende partijen. Hierbij wees Fedagrim onder andere op de praktische problemen die zouden optreden bij het inwerkingtreden van de nieuwe wetgeving. Verder werkte Fedagrim, samen met de andere stakeholders, actief mee aan de brochure ‘Signalisatie van landbouwmachines’. Op Agribex werd het thema verkeersveiligheid extra in de verf gezet op het thema-eiland.
de meeste landbouwmachines was er een kleine terugval, maar de vraag naar machines met een grotere capaciteit blijft toenemen. Bij de stalinrichting was er een scherpe daling in de verkoop. Lagere prijzen en de onzekerheid wat de melkprijs zal doen nadat het quotum in 2015 wegvalt, zorgt ervoor dat een aantal ondernemers de kat uit de boom kijken. Deze daling wordt wel deels gecompenseerd door de toename van de waarde van de uitgevoerde projecten. De sector van de toelevering van tuin en groene zones kende een redelijk stabiele verkoop. De opvallendste tendensen hier zijn de robotisatie en overstap naar batterij-aangedreven machines.
Evenementen Met 351 exposanten verspreid over een netto-oppervlakte van 61.000 m2 en 114.518 bezoekers was de 68ste editie van AGRIBEX in 2013 een succes te noemen. De beurs is een traditionele verkoopbeurs en werd zowel door de exposanten als door de bezoekers goed geëvalueerd. Tijdens Agribex werden er verschillende studiedagen en symposia georganiseerd zoals het European Livestock Forum en het jongerenparlement. Het is dan ook niet verwonderlijk dat heel wat politieke zwaargewichten de beurs bezochten. Voor Fedagrim zelf is de beurs dan ook de ideale gelegenheid om een aantal thema’s zoals www.agrojobs.be of de signalisatie van landbouw voertuigen onder de aandacht te brengen. Voorzitter: Jan Packo Secretaris-generaal: Michel Christiaens
Vanuit de groep stallenbouw en stalinrichting kwam vorig jaar het actiepunt ‘Meer betrokken worden met onderzoek en ontwikkeling’ naar voren. Dit werd ingevuld door enkele onderzoeksinstellingen zoals het ILVO te bezoeken en te participeren in nieuwe onderzoeksprojecten. Tot slot kwam vanuit de groep van materiaal voor tuin en groene zones de vraag om een platform rond werkgelegenheid in de sector. Met www.gardenjobs. be en www.agrojobs.be werd een website opgericht die beoogt alle vacatures en opleidingsmogelijkheden in de sector aan te bieden.
Verkoop Wat de verkoop van tractoren betreft kunnen we stellen dat er voor het eerst sinds enkele jaren een kleine daling was in het aantal ingeschreven tractoren. Gegeven de stijging in de verkoop de voorbije jaren en de onduidelijkheid in de wetgeving rond de keuring en mazoutkleur was dit niet geheel onverwacht. Ook voor
96
© koenpeeters.com
Federvelo XXFederatie van Fabrikanten, Constructeurs, Assembleurs, Grossiers, Invoerders en Algemeen Vertegenwoordigers van de Fietsindustrie in België vzw Elke medaille heeft een keerzijde. Namelijk dankzij de ontwikkeling van fietsen met elektrische trapondersteuning kent de fietsmarkt vandaag een ongekende bloei en daarom worden de meeste historische spelers van deze markt geconfronteerd met de toenemende concurrentie van heel verschillende oorsprong. Om slechts een paar voorbeelden op te noemen zoals websites, supermarktnetwerken, de autosector, sportkanalen en vrijetijdsartikelen die zich willen profileren om een klantenkring voor zich te winnen die soms alleen aangetrokken is door de prijs. In deze context kan de kleinste strategiefout vaak iemand duur te staan komen! Eind 2013 hebben de leden van Federvelo hun voornemen uitgedrukt om alles in het werk te stellen om zich weer in te spannen voor hun federatie en de belangen van de sector die zij vertegenwoordigen beter te behartigen. Een van de stappen van dit plan moet namelijk de organisatie van een fietsbeurs in Brussel zijn die dankzij de gelegde contacten met de organisatoren van dit evenement zou kunnen gebeuren in samenwerking met het Vakantiesalon, een evenement waarbij het publiek en de geest veel overeenkomsten vertonen met die van het Salon Expo-Velo.
Maar de leden van Federvelo zijn er zich ook van bewust dat de fietsmarkt evolueert en het dus noodzakelijk is om voordeel te halen uit de nieuwe kansen die deze markt kan bieden. Enerzijds zo gedreven door de mobiliteitsbehoeften van hun medewerkers en anderzijds door de fiscale beperkingen beginnen veel bedrijven de fiets te integreren in het beheer van hun wagenpark. Deze zijn weliswaar nog maar marginale voorbeelden, maar ze wijzen op een geleidelijke verandering in de mentaliteit in hoofde van de human ressources-verantwoordelijken en hun directie. Een aantal leden van Federvelo heeft al individueel en sporadisch een dergelijke kans gegrepen, maar Federvelo vindt dat om beter van deze trend te genieten het noodzakelijk is om actiever deel te nemen aan de discussies en debatten die elke dag toenemen rond dit nieuw, maar vooral zeer ingewikkeld onderwerp. Het is inderdaad complex, want als de langetermijnverhuur nu volledig wordt beheerst door de auto, is het moeilijk, zelfs utopisch om de werking met de auto te kopiëren op de fiets. De voorwaarden en beperkingen met betrekking tot het gebruik van la petite Reine zijn heel specifiek en vereisen van dat ogenblik af om hierover zorgvuldig na te denken om het gewenste resultaat te bekomen voor alle betrokken partijen. Daarom zullen er in 2014 discussies worden opgestart tussen de vertegenwoordigers van de sector waaronder Federvelo, de administraties en professionele organisaties die betrokken zijn bij deze veelbelovende marktopening. Voorzitter: Gust Van Der Kerken Algemeen secretaris: Daniel Labours
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
97
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
FederProCycle XXGroepering van Fietsspecialisten De groepering FederProCycle, die haar eenjarig bestaan vierde in september 2013, heeft ondanks het feit dat ze nog niet zo lang bestaat al heel wat werk verzet en dit in het bijzonder dankzij de dynamiek van haar bestuurders. Zij stemden er immers mee in aan veel vergaderingen deel te nemen en daardoor kon er vlug vooruitgang geboekt worden in allerlei dossiers die in het actieplan van hun groepering stonden dat opgesteld werd bij de oprichting. Het probleem van de fietspunten en de soms oneerlijke concurrentie die zij veroorzaken in bepaalde steden werd zo aangekaart bij de bevoegde organisaties en administraties, zowel in Vlaanderen als in Wallonië en Brussel. Voor het noorden van het land werd er bij de fiets specialisten een enquête gevoerd naar de gevolgen en de resultaten ervan werden aan de betrokken kabinetten meegedeeld. Er zou begin 2014 een brief gestuurd moeten worden naar de vzw’s die de fietspunten beheren en in deze enquête met de vinger gewezen worden om hen te vragen hun activiteiten te beperken tot louter de prestaties die overeengekomen werden bij de creatie van hun bijstandsnetwerk, zoals kleine herstellingen en basisonderhoud. Voor de rest van het land was FederProCycle, op het ogenblik dat dit jaarverslag opgesteld werd, de laatste hand aan het leggen aan een “gedragscode” die zij begin 2014 mee zou ondertekenen samen met de organisatie die instaat voor de coördinatie van de in Wallonië en Brussel gevestigde fietspunten. Ook voor de bescherming en de controle van de toegang tot het beroep van fietsspecialist werden er allerlei acties ondernomen, zowel op nationaal als op Europees niveau. Zo sprak FederProCycle de minister van Middenstand en Kmo’s aan, evenals haar collega van Economische Zaken, om hen bewust te maken van het feit dat enkel echte professionals de fietser-gebruiker de garantie
kunnen geven op de openbare weg te fietsen zonder dat ze bang moeten zijn dat hun fiets niet goed werkt en dus zonder enig risico op ongevallen te wijten aan een slecht onderhoud of een ontoereikende herstelling aan elementen die nochtans essentieel zijn zoals de aandrijfketting, remmen of vering. Op Europees niveau heeft FederProCycle aan haar vertegenwoordigers binnen de European Twowheels Retails Association (ETRA) gevraagd om de aandacht van de Europese mandatarissen te vestigen op de vele problemen die de verdwijning van een wettelijk kader inzake de toegang tot het beroep in het domein van de verkoop en herstelling van fietsen met zich zou meebrengen. FederProCycle heeft ook inspanningen geleverd om het aanbod voordelen en diensten voor haar leden uit te breiden. Zo is de groepering besprekingen gestart met de firma Edenred, een van de twee marktleiders van cheques voor ondernemingen om een partnership te sluiten waar vanaf 2014 niet alleen alle leden van FEDERAUTO zouden genieten, maar ook de bijdrage van de leden van FederProCycle zou verminderen bij de inning van ecocheques in hun zaak. Vanuit dezelfde gedachtegang heeft de groepering samen met Touring nagedacht over een partnership dat de leden van FederProCycle de mogelijkheid zou geven een bijstandsprogramma aan te bieden aan hun klanten voor de problemen die ze zouden kunnen ondervinden bij het gebruik van hun fiets op de weg. Dit partnership zou bovendien tot uiting moeten komen in een regelmatige column geschreven door FederProCycle in het Touringmagazine. Tot slot heeft FederProCycle, dat vaststelde dat de fiets op groeiende belangstelling van vlootbeheerders kan rekenen, aan verschillende informatie- en uitwisselingsessies rond mobiliteit deelgenomen, zoals de sessies die georganiseerd werden door de Belgische Federatie voor Fleet & Mobility Management (BFFMM). Voorzitter: Matthy Briers Algemeen Secretaris: Daniel Labours
98
SIGMA vzw
SIGMACert - Belgische veiligheidskeur
XXFederatie van de Algemeen Vertegenwoordigers van Materieel voor Openbare en Private Werken, de Bouw en Goederenbehandeling vzw SIGMA is het overlegplatform bij uitstek voor de sector. Samen met FEDERAUTO stelt SIGMA een aantal deskundige, kwaliteitsvolle diensten en informatiestromen ter beschikking en laat het toe zowel een persoonlijke visie te formuleren als een actieve rol te spelen in de behartiging van individuele en collectieve belangen. Vandaag telt SIGMA 77 representatieve ledenondernemingen waarvan 41 + 5 in Burgerlijke Bouwkunde/ Bouw en 28 + 5 in Goederenbehandeling (5 leden zijn namelijk zowel lid van de sectie Burgerlijke Bouw als van de sectie Goederenbehandeling en worden hier niet dubbel geteld) en respectievelijk 3 + 6 in subsectie Generatoren.
Belang en activiteiten van SIGMA De jaarlijkse enquête gehouden onder de aangesloten SIGMA-leden geeft voor het geheel van de activiteiten in burgerlijke bouwkunde, bouw (inclusief de deelsector bekisting) en goederenbehandeling voor 2012 een totale omzet van 1.292.700.388 EUR. Ten opzichte van 2011 (1.216.098.183 EUR) betekent dit alvast opnieuw een vooruitgang met +6,30 %, bovenop een aanzienlijke vooruitgang met 20 % het jaar voordien, na een relatieve stagnatie op +2,85 % in 2010 en een ingrijpend verlies van -27,10 % in 2009. Hiermee situeert de sector zich wel op het niveau van de in omzet-termen absolute topjaren 2007 (1.260.206.951 EUR) en 2008 (ondanks een sterk tanend vierde kwartaal 1.350.653.652 EUR)!
In 2011 creëerde SIGMA het Belgische veiligheids keurreferentieel SIGMACert, zowel voor lift-trucks (machines goederenbehandeling) als voor bouwmachines (burgerlijke bouwkunde/bouw). SIGMACert werd ontwikkeld in samenwerking met KIWA Belgium nv, een onafhankelijke certificatie-instelling. Het systeem is inmiddels ruim 2 jaar operationeel. Eind 2013 zijn 360 keurmeesters en 70 backoffice medewerkers opgeleid door EDUCAM, werden 8.000 keuringsstickers afgenomen en 4.600 keuringen uitgevoerd, wat een stijging van ongeveer 25 % is t.o.v. 2012. Conform de machinerichtlijn 2006/42/EG is een werkgever verplicht om zorg te dragen voor zijn materiaal om zo de veiligheid van zijn werknemers te garanderen. In dit kader moeten arbeidsmiddelen verplicht jaarlijks gecontroleerd worden en moeten deze controles ook aangetoond kunnen worden. SIGMACert helpt bedrijven om deze controle zo vlot mogelijk te doorlopen. Met een SIGMACert-keuring: • kan een bedrijf zijn machinepark beter opvolgen; • kunnen (eventuele) mankementen sneller worden opgespoord; • beschikt het over een gedocumenteerd systeem dat machines gevolgd en onderhouden worden; • kunnen keuring en herstelling, ook voor complexe machines, in één interventie worden uitgevoerd; • beschikt het over een officieel keuringsrapport dat erkend wordt door de Arbeidsinspectie en VCA.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
De subsector Burgerlijke Bouwkunde (exclusief bekisting) realiseert in 2012 770.435.507 EUR of t.o.v. 2011 een omzetstijging van 8 % bovenop de omzetstijging van 25 % het vorige jaar. De deelsector Bekisting blijkt altijd al een wat aparte koers te varen, haalde na 3 opeenvolgende jaren van stijgende omzet met resp. +3,60 % in 2008, +1,50 % in 2009 en +5,41 % in 2010, in 2011 met 46.271.877 EUR een lichte daling van 2,9 %, met nu in 2012 een iets drastischere terugloop van 15 % tot 39.330.100 EUR. De subsector Goederenbehandeling realiseert in 2012 een omzet van 482.934.781 EUR hetzij +5,80 % bovenop de +15 % van vorig jaar.
99
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Een SIGMACert-overeenkomst, gesloten tussen KIWA Belgium nv en SIGMA vzw, reguleert hierbij de ontwikkelde platformen Referentieel + Software. Optimalisatie van het SIGMACert-keuringssysteem wordt bovendien op termijn gegarandeerd (zowel de keurmeesters als de backofficeorganisaties binnen de ondernemingen worden systematisch professioneel geauditeerd) door een neutrale, onafhankelijke certificatiedeskundige, KIWA Belgium nv. Zoals elke uitgewerkte referentieel wordt deze best beheerd en bijgestuurd door een representatief college van deskundigen, samengesteld uit vertegenwoordigers van leveranciers, gebruikers, opleidingsorganisaties, verzekeringsmaatschappijen, veiligheidsexperts en overheid. Het College van Deskundigen komt twee keer per jaar samen om te waken over het keursysteem te waken en permanent bij te sturen waar nodig: vanuit haar expertise zal het College van Deskundigen mee instaan voor de verdere ontwikkeling en continue upgrading van het concept.
SIGMA: schaarste aan servicetechnici Een enquête onder de SIGMA-leden naar leeftijdspiramide en naar opleidingsniveau met kwantificering van de verwachte in- en uitstroom over 5, 10 en 15 jaar in binnenen buitendienst leek aangewezen. Hoeveel vacatures voor servicetechnici bleven openstaan per 31.12.2013? Wat is het aantal extra servicetechnici die de onderneming kan inschatten te zullen aanwerven louter op basis van
100
ondernemingsgroei in de loop van 2012-2016, 2017-2022, 2023-2027? Wat is het aantal servicetechniekers dat beroep doet op een vorm van verminderd werken (thematisch verlof)? Hoeveel servicetechnici gaan de onderneming wegens (pre)pensionering definitief verlaten in de loop van de eerstvolgende 5 jaar en de daaropvolgende 5 en 10 jaar? De vraagt stelt zich ook hoe de sector alternatief kan omgaan met vergrijzing, einde loopbaanbegeleidingsformules, de quasi onbetaalbaarheid van het tijdskrediet, de prepensioenregelingen, het aanbieden van alternatieve functies op medische gronden. Parallel wil SIGMA dit knelpuntberoep opnieuw aantrekkelijker maken, vooral bij jongeren. Scholen bieden of mechanica- of elektriciteit- of hydraulicaopleidingen aan, maar niet de benodigde combinatie en enkel automechanica is als opleiding onvoldoende compleet. of In 2014 zal actief worden samengewerkt met scholen om jongeren de voordelen, mogelijkheden en uitdagingen van het beroep te leren kennen. Het initiatief is geënt op bewaking van de continuïteit, kwaliteit en veerkracht van onze sector. Objectief is aansturen op maatregelen om de structurele instroom van servicetechniekers te verbeteren.
Voorzitter: Dries Van Haut Algemeen Secretaris: Nathalie Poissonnier
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
101
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Internationale activiteiten CECRA XXEuropean Council for Motor Trades and Repairs CECRA (Europese Raad voor de Automobielhandel en –herstelling) die verkiezingen hield tijdens zijn algemene vergadering in september 2013, vierde zijn 30-jarig bestaan. De organisatie heeft heel wat mijlpalen gekend in haar ontwikkeling. Het behoud van een verordening om de autodistributie te kaderen is altijd een van de prioriteiten geweest. Onze sector heeft dan ook gedurende zeer lange tijd bijzonder veel aandacht gekregen van de Europese instellingen. Tijdens een periode van bijna 30 jaar is onze sector onderhevig geweest aan specifieke verordeningen (nrs. 123/85, 1470/95 en 1400/2002). Zo herinneren we ons ook dat de GVR 1400/2002 op onze vraag verlengd kon worden voor een periode van 3 jaar voor wat de verkoop betreft. Maar sinds 1 juni 2013 beschikken we op Europees niveau niet meer over een specifieke verordening daar de algemene verordening 330/2010 nu op ons van toepassing is. De Europese Commissie – de beslissing is afkomstig van de Commissie omdat ze collegiaal is, men sprak zelfs in het begin over het DG Mededinging en niet om het DG Ondernemingen en Industrie – vond inderdaad dat de autodistributiesector voortaan geen vrijstelling meer nodig had op de algemene verordeningen. De commissie acht nu dat de specifieke bepalingen die moeten dienen om de onafhankelijkheid van de verdelers te beschermen ten opzichte van de leveranciers, behoren tot het recht van de verplichtingen van de Deelstaten en dat deze niet thuishoren in een vrijstellingsverordening. Bijgevolg werden zij zoals verwacht verwijderd uit de vrijstellingsverordeningen maar zonder opgenomen te worden in een andere tekst zoals een richtlijn (zoals dat het geval was voor de agenten en dit sinds 1986).
Laat het duidelijk wezen: CECRA heeft er alles aan gedaan om een specifiek kader voor de automobielsector te behouden omdat CECRA zeer goed wist dat de relaties tussen de constructeurs en de distribiteurs uit evenwicht zijn en dat nieuwe akkoorden ten koste van de distributeurs zouden uitdraaien. Op dit ogenblik zet CECRA haar strijd verder om een gedragscode te onderhandelen met de vertegenwoordigers van ACEA (de Europese constructeurs) in het kader van het overleg CARS2020
CECRA heeft gelijktijdig de werken opgevolgd van het DG Interne Markt en Diensten die de oneerlijke praktijken tussen professionelen zou moeten indijken. Tot slot heeft CECRA ook haar leden aangemoedigd om initiatieven te nemen op nationaal niveau om van land tot land kleine beschermingsmaatregelen te kunnen nemen, zelfs al gaat dit niet in de richting van een Europese uniformiteit. Zo hebben Oostenrijk en Luxemburg nu ook een wetgeving gebaseerd op het voormalige artikel 3 van GVR 1400/2002, wat ons tevreden stemt. Andere landen hebben een lobbycampagne opgestart om dit doel zo snel mogelijk te bereiken. Het beoogde doel is de belangen van alle leden te verdedigen evenals de belangen van de consumenten doorheen Europa. Op economisch vlak heeft de verzadiging van de Europese markt natuurlijk gevolgen voor de distributeurs en de herstellers. Deze economische situatie werd besproken te midden van CARS 2020 en de Commissie heeft CECRA om een gedetailleerde voorstelling gevraagd en deze ook gekregen. Het is ook de plicht van CECRA om al haar leden te informeren over nieuwe distributievormen die we in sommige netwerken opmerken en die ook belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de ondernemingen. Ter info: het jaar 2013 werd afgesloten met 12.358.239 nieuwe geregistreerde voertuigen in Europa, oftewel een daling van ongeveer 1,7 % in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Dit werd ook door CECRA en haar tak ECD voorspeld in januari 2013 met een cijfer van 12.054.000 nieuwe geregistreerde voertuigen. CECRA heeft in meerdere persberichten de constructeurs opnieuw gewaarschuwd over de noodzaak om rekening te houden met deze daling bij het vastleggen van de verkoopdoelstellingen en bij thesaurieproblemen veroorzaakt door te grote voorraden bij vele distributeurs. Andere dossiers waaraan CECRA aandacht heeft besteed zijn o.a.: • de wijziging van de regels van de autokeuring (‘roadworthiness’ package van de Commissie): meerdere
103
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
De constructeurs hebben zoals verwacht van deze wijziging gebruikgemaakt om de contracten van de distributeurs (wel in een andere mate al naargelang het merk en met de opvallende uitzondering van de groep VW-Audi) aan te passen.
waarbij CECRA de enige vertegenwoordiger is van de concessiehouders en de herstellers. In dit opzicht kan CECRA rekenen op de steun van het DG Ondernemingen en Industrie van de Europese Commissie evenals die van meerdere Europese organisaties en die van de meeste nationale delegaties van de lidstaten van CARS2020.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
prioriteiten van CECRA werden naar voor geschoven tijdens het lobbyen en aanvaard op Europees niveau; • de opvolging van de ‘scoreboards’ van de Commissie, in het bijzonder voor de sector van tweedehandswagens (analyse van 51 markten volgens de perceptie die de consumenten ervan hebben); • de strijd tegen de kilometerfraude; • het ‘e-call’-systeem (noodoproepen bij ongevallen) en de andere toepassingen; • het dossier van de toegang tot technische informatie waarvoor een gedetailleerde studie van BOVAG (Nederlands lid van CECRA) aan de Commissie gepresenteerd werd eind 2013 in verband met de toegang tot technische info via websites van constructeurs; • enz.
CECRA bestaat momenteel uit 26 nationale verenigingen van dealers en herstellers, evenals uit 12 Europese merkenvriendenkringen.
Via zijn deelname aan verschillende werkgroepen van de Europese Commissie, maar ook dankzij regelmatige contacten met de diensten van de Commissie, met Europarlementariërs en met alle andere tussenkomende partijen, doet CECRA het volgende: • goede relaties onderhouden met de Europese overheden en de belangen van zijn leden waarborgen; • de beslissingen aan de bron beïnvloeden; • de lobbyactiviteiten van zijn leden coördineren; • een Europees platform bieden waar zijn leden kunnen vergelijken en informatie kunnen uitwisselen; • informatie verzamelen en onder zijn leden verspreiden via newsletters, e-mails verstuurd naar de specifieke distributienetwerken, de website en persberichten; • zijn ‘dealer days’ organiseren voor de divisies wagens en vrachtwagens om de belangrijkste boodschappen over te brengen en networking tussen de leden aan te moedigen; • contacten leggen en onderhouden met andere Europese en internationale organisaties en belangengroepen; • tot compromissen komen om met één stem naar buiten te kunnen treden; • de technische, juridische en sociale kenmerken van de autobranche bestuderen.
Voorzitter: Jean-Paul Bailly (FR) Algemeen Directeur: Bernard Lycke (BE) Voorzitter Car Division: Jaap Timmer (NL) Voorzitter Commercial and Industrial Vehicles Division: Richard Moraud (FR) Voorzitter Independent Repairers Division: Colin Parlett (UK)
Laten we niet vergeten dat CECRA ongeveer 380.000 actieve ondernemingen vertegenwoordigt in Europa waaronder 120.000 erkende dealers of herstellers (die een contractuele overeenkomst hebben met een constructeur voor de verkoop en herstelling van voertuigen en/of de verkoop van) en 260.000 onafhankelijke herstellers. De meeste van deze ondernemingen zijn kmo’s die in totaal zo’n 2.850.000 werknemers in dienst hebben waarvan 1.550.000 bij erkende dealers, 1.150.000 bij onafhankelijke herstellers en 150.000 in de onderdelendistributie. Dit vertegenwoordigt zo’n 25 % van de totale tewerkstelling in de autosector.
104
De activiteiten van CECRA worden georganiseerd in vijf divisies: • wagens (‘ECD’ of ‘European Car Dealers’); • bedrijfs- en industriële voertuigen; • onafhankelijke herstellers; • brandstoffen; • moto’s. en drie werkgroepen: • juridisch & fiscaal; • diensten en milieu; • automotive training.
FIGIEFA XXFédération internationale des Grossistes, Importateurs et Exportateurs en Fournitures automobiles
EGEA
de introductie van nieuwe telematicatechnologie van het voertuig. Zoals het Europees Parlement het al had aanbevolen in haar Verslag ondersteunt FIGIEFA de nood om de eCall-dienst te baseren op een “interoperabel platform dat open staat voor eventuele toekomstige diensten of toepassingen aan boord van het voertuig” om gelijke kansen te verzekeren voor multimerkenoperatoren.
XXEuropean Garage Equipment Association De Federatie Automateriaal is lid van FIGIEFA, de “Fédération Internationale des Grossistes, Importateurs et Exportateurs en Fournitures automobiles” en van EGEA, “European Garage Equipment Association”. FIGIEFA en EGEA zijn bovendien lid van AFCAR, “Alliance for the Freedom of Car Repair in the European Union”. De belangrijkste dossiers die in 2013 werden behandeld door FIGIEFA en EGEA zijn: • Initiatiefverslag van het Europees Parlement betreffende de voorgeschreven invoering van de eCalldienst Het eCall-boordsysteem (gebaseerd op het oproepnummer 112) is bedoeld om ervoor te zorgen dat de nooddiensten automatisch verwittigd worden bij zware ongevallen. Het Europees Parlement heeft, via zijn goedgekeurd initiatiefverslag in 2012, een duidelijk signaal willen geven dat het de verplichte invoering van het eCall-systeem steunt vanaf 2015.
Naar aanleiding van de goedkeuring van het initiatiefverslag in 2012 van de Europese Commissie heeft het Europees Parlement een voorschriftenvoorstel opgesteld ‘betreffende de eisen op het gebied van de invoering per type voor de ontwikkeling van het e-callboordsysteem’. Dit voorstel werd gepubliceerd in juni 2013. FIGIEFA heeft de Europese Commissie op de hoogte gebracht en heeft de gevolgen voor de reparatieen onderhoudsmarkt uitgelegd naar aanleiding van
• Studie van de Europese Commissie betreffende de concurrentie van de autosector • Traceerbaarheid en herinnering van de niet-conforme reserveonderdelen Het beleid van de Europese Commissie bestond de laatste tijd uit het invoeren van strengere regels op het gebied van de traceerbaarheid van producten met het doel de gevaarlijke en niet-conforme producten die aanwezig zijn op de Europese markt terug te halen. Onlangs werd voorgesteld om dit beleid op reserveonderdelen van voertuigen uit te breiden, ondanks het feit dat de wetgeving betreffende de traceerbaarheid voor de terugroeping van niet-conforme producten al bestaat: het is Richtlijn 2001/95/ EG inzake algemene productveiligheid. Deze wetgeving legt duidelijke verplichtingen op op het gebied van productveiligheid evenals een reeks aansprakelijkheidsregels (bijvoorbeeld de terugroeping van niet-conforme producten) voor de spelers van de distributieketen. FIGIEFA die natuurlijk een systeem steunt dat verantwoordelijk is voor de traceerbaarheid, heeft toch zijn bezorgdheid geuit voor de negatieve, economische gevolgen die dergelijke, aanvullende eisen tot gevolg zouden hebben betreffende de traceerbaarheid. Al deze nieuwe bepalingen en eisen over de traceerbaarheid hadden nadelige veranderingen kunnen veroorzaken in de indeling, de documentatie en in de rangschikking van de onderdelen, die de installatie van nieuwe IT-systemen met aanzienlijke kosten met zich meebrengt. Aangezien de evaluatie van de verschillende opgestuurde opmerkingen van de marktoperatoren al door de Europese Commissie gebeurt, zal FIGIEFA blijven toezien op het verdere verloop van deze studie.
105
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Vaak is de eCall-dienst gebaseerd op een tele maticacommunicatietechnologie die ook een ver scheidenheid aan functies omvat, waarvan de meeste gelinkt zijn aan de mogelijkheid om toegang te hebben tot de gegevens van het voertuig of het “online” op elk moment in de gaten te kunnen houden. Momenteel kunnen echter enkel de autofabrikanten vanop afstand toegang krijgen tot alle boordgegevens via eigen telematicaplatformen. Dit zal immers tot gevolg hebben dat de vrije mededinging geschonden wordt evenals de bestaande Europese wetgeving betreffende de toegang tot herstel- en onderhoudsinformatie, die met name verleend wordt door de Groepsvrijstellingsverordening voor de autosector EU nr. 416/2010, Euro V-VI-verordeningen voor personenauto’s en de Euro VI-verordening voor vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen.
De activiteiten van FIGIEFA werden dit jaar voortgezet bij het Europees Parlement, dat vanaf september een interne discussie is begonnen over het voorstel van de Commissie. FIGIEFA zal in samenwerking met de partners van de unie AFCAR haar werkzaamheden over eCall in 2014 voortzetten.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
• Het initiatiefverslag van het Europees Parlement over het actieplan ‘CARS 2020’ voorgesteld door de Europese Commissie FIGIEFA heeft tijdens de tweede helft van het jaar het initiatiefverslag van het Europees Parlement bestudeerd, in het vooruitzicht van een stellingname t.a.v. het actieplan CARS 2020. Dit plan is een document over de voorkeursthema’s die de Europese Commissie wil voortzetten in haar wetgeving met betrekking tot de autosector. De inhoud van dit actieplan is echter sterk gericht op de belangen van autofabrikanten en houdt onvoldoende rekening met de rol van de aftermarket in het belang van de eerlijke concurrentie ten voordele van de consumenten en van de markt en zijn behoeften. FIGIEFA heeft dus actief uitgelegd aan het Europees Parlement in welke mate het werk van de operatoren van de naverkoop de keuzevrijheid van de consument verzekert en een eerlijke concurrentie behoudt op de aftermarket. Daarom heeft FIGIEFA aan het Parlement gevraagd om vooral de behoeften van kleine en middelgrote ondernemingen van de aftermarket te erkennen en ze op gelijk niveau te behandelen in toekomstige Europese beleidsinitiatieven op het gebied van de auto-industrie. Het Parlement heeft het belang van onafhankelijke operatoren erkend in zijn initiatiefverslag door bij de Commissie aan te dringen op de noodzaak van een allesomvattende benadering t.o.v. de autosector en zijn operatoren. Het rapport werd in “The Committee on Industry and Research” (ITRE) op 5 november 2013 gestemd. • Herziening van de Europese wetgeving voor de technische controle • Pakket inzake de technische controle Naar aanleiding van de aankondiging op 13 juli 2012 van de Europese Commissie die beslist had om haar verordening over de technische controle te herzien en haar wens om deze verordening aan te passen aan de technologie van het voertuig, heeft EGEA van dit onderwerp een prioriteit gemaakt en er al zijn energie in gestoken aangezien deze herziening invloed heeft op het merendeel van zijn leden. Dit nieuwe pakket inzake de technische controle bestaat uit drie luiken: periodieke technische controles, technische controles langs de weg van bedrijfsvoertuigen en de inschrijving van voertuigen. De belangrijkste elementen van de nieuwe voorstellen: • Verplichte controle van scooters en motorfietsen op EU-niveau. De motor- en scooterrijders, en vooral jonge bestuurders, vormen de meest risicovolle groep weggebruikers.
106
• Hogere frequentie van periodieke technische controles voor voertuigen van een bepaalde ouderdom. Eens de voertuigen tussen 5 en 6 jaar oud zijn, stijgt het aantal zware ongevallen dat te wijten is aan een technisch defect op een opvallende wijze. • Hogere frequenties van de controles voor wagens en bestelwagens met een bijzonder hoge kilometerstand. Deze voertuigen zullen ook een controle moeten ondergaan die vergelijkbaar is met die van andere voertuigen met een hoge kilometerstand zoals taxi’s, ziekenwagens enz. • Verplichte controle van elektronische veiligheidscomponenten. • Kwalitatieve verbetering van de voertuigcontroles dankzij de opstelling van gemeenschappelijke minimumnormen voor wat de defecten, uitrusting en inspecteurs betreft. • Strijd tegen de fraude met de kilometerteller, dankzij het registreren van de kilometerstand. Dit nieuwe voorstel werd dus naar het Parlement en de Raad van de Europese Unie gestuurd zodat deze zich erover kunnen uitspreken. Het hele jaar door waren EGEA en FIGIEFA zeer actief bij deze twee Europese instellingen, onlangs bij het Europees Parlement en zijn drie betrokken commissies: Transport en Toerisme, Interne Markt en consumentenbescherming evenals Industrie, onderzoek en energie, onder meer door met name het organiseren van een ontbijt in maart 2013 dat de belangrijkste Europese parlementsleden betrokken bij de verkeersveiligheid en het milieu samenbracht. Tijdens hun vele activiteiten hebben EGEA en FIGIEFA bij de beslissingsbevoegde personen op Europees niveau het belang om de technische controle van de aanwezige, nieuwe technologieën in voertuigen aan te passen aangeprezen. Dit door de controlemethodes van de voertuigen aan te passen en adequate instrumenten en uitrustingen te gebruiken. EGEA heeft vooral de nadruk gelegd op twee belangrijke punten: de controle van de uitstoot van uitlaatgassen en de toegang tot de technische informatie die nodig is voor de vervaardiging van de uitrusting van de technische controle. Voorzitter FIGIEFA: Hartmut Röhl (DE) Voorzitter EGEA: Leon Andriessen (NL) Algemeen Secretaris: Sylvia Gotzen (DE)
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
107
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Salon TOOLS&TOOLS 2013
De hallen hebben tot maandag, de sluitingsdag, het maximum aantal bezoekers bereikt.
Op 24, 25, 27 en 28 januari 2013 vond de vijfde editie van TOOLS&TOOLS Professional Equipment plaats, vakbeurs voor gereedschappen voor de Benelux. Deze vakbeurs groepeert zowat alle belangrijke merken uit de wereld van gereedschappen en bevestigingsmaterialen die op de Belgische markt te vinden zijn. Meer dan 950 merken waren aanwezig om een staal van het aanbod voor te stellen: van fijn handgereedschap voor precisiewerk tot pneumatische en elektrische tools. TOOLS&TOOLS is een initiatief van IMCOBEL, de Belgische Beroepsgroepering van Invoerders en Fabrieksagenten van Gereedschap, aangesloten bij FEDERAUTO. Deze vakbeurs is snel uitgegroeid tot het mekka van de sector van gereedschappen en the place to be voor de professionele eindgebruikers.
De exposanten waren er weer met tal van nieuwigheden. De meesten onder hen hebben doorlopende demonstraties gegeven van de nieuwste technieken en de laatste vondsten. De vijfde editie van TOOLS&TOOLS Professional Days sluit haar deuren op een status quo op het vlak van bezoekers op DealerDays en een stijging van bijna 30 % tijdens de dagen voorbehouden aan eindgebruikers. Met deze geruststellende statistieken werd de editie 2013 van TOOLS&TOOLS afgesloten en versterkte ze haar unieke status als vakbeurs voor de sector. De volgende editie van TOOLS&TOOLS Professional Equipment is al voorzien voor de maand januari 2015.
Op vraag van de exposanten werden de eerste twee dagen van de beurs “DealerDays” voorbehouden aan de distributiepartners en verkoopkanalen van de industrie. Het was het perfect moment van networking tussen klanten en leveranciers. Deze formule is bijzonder gewaardeerd door bezoekers uit Wallonië en Luxemburg. De laatste dagen heeft de vakbeurs haar deuren geopend voor de professionele eindgebruikers en beslissers uit de industrie.
Stands boordevol gereedschappen en info
Grote interesse voor gespecialiseerd gereedschap voor elektrische voertuigen.
109
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Interesse vanuit de media
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Regionale verenigingen FEDERAUTO telt 10 regionale verenigingen verspreid over de 10 provincies. Elke regionale vereniging wordt bestuurd door een raad van bestuur samengesteld uit bedrijfsleiders van de verschillende groeperingen van FEDERAUTO. Via deze verenigingen en hun bestuurders stelt FEDERAUTO haar leden de nodige kennis ter beschikking om hun toekomst te verzekeren, zelfs in moeilijke tijden van laagconjunctuur. FEDERAUTO beschikt daarvoor over een sterke gewestelijke organisatie en wil op die manier de bevoorrechte gesprekspartner zijn van alle ministeriële instellingen, gewestelijke autoriteiten en beleidsmakers. Deze gewestelijke organisatie bestaat uit drie gewestraden: FEDERAUTO Wallonië, FEDERAUTO BrusselHoofdstad en FEDERAUTO Vlaanderen. Deze structuren versterken de aanwezigheid van FEDERAUTO op gewestelijk vlak en bevestigen de wil van FEDERAUTO om dé referentieconfederatie te zijn in de autosector en aanverwante sectoren. Het comité van elke gewestraad is samengesteld uit leden van verschillende regionale verenigingen die hun activiteiten in het desbetreffende gewest uitvoeren. Op die manier, vormen de regionale verenigingen samen met de gewestraden de antennes van FEDERAUTO en verdedigen zij in synergie de belangen van de ondernemingen uit de autosector en aanverwante sectoren. Dat gaat van het opvolgen van tal van dossiers en het uitvoeren van lobbywerk tot het sluiten van samenwerkingsakkoorden met verschillende stakeholders die in onze sectoren actief zijn.
Werking FEDERAUTO Vlaanderen FEDERAUTO beschikt over een sterke gewestelijke organisatie en wil op die manier een bevoorrechte gesprekspartner zijn voor alle ministeriële instellingen, gewestelijke overheden en regionale beslissingsnemers.
FEDERAUTO Vlaanderen streeft ernaar op Vlaams niveau een drietal pijlers te ontwikkelen: • ondersteunende dienstverlening (kennisoverdracht, communicatie, ...) in samenwerking met de FEDERAUTOstudiedienst; • lobbywerk en belangenbehartiging; • netwerking en ervaringsuitwisseling tussen de leden en andere stakeholders. Met deze drie pijlers in het achterhoofd organiseerde FEDERAUTO Vlaanderen in 2013 tal van activiteiten, met als doel een gezonde mix van deze drie doelstellingen te brengen. FEDERAUTO Vlaanderen slaagde er in 2013 in meer dan 1.500 leden op de been te brengen en te laten participeren aan een netwerkmoment, seminarie, infoavond of bedrijfsbezoek.
Infoavonden en seminaries Zowel in het voorjaar als in het najaar kwamen een aantal infosessies tot stand, dit in samenwerking met de studiedienst van FEDERAUTO.
XXSeminariereeks betreffende nieuwe facturatieregels en aftrekbaarheid van btw In het voorjaar werden een drietal infosessies georganiseerd verspreid over de verschillende provincies: in Kontich, Lummen en Zwijnaarde. In totaal kwamen meer dan 250 professionals opdagen om zich te vergewissen van de huidige stand van zaken.
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Deze structuren versterken de aanwezigheid van FEDERAUTO op gewestelijk en regionaal vlak en bevestigen zodoende de wil van FEDERAUTO om dé referentieconfederatie te zijn die actief is in de autosector en de aanverwante sectoren. Vanuit het centrale niveau maximaal informatie laten doorstromen naar het regionale niveau en lokaal de vinger aan de pols houden en initiatieven ontwikkelen, om zo het centrale niveau verder te versterken. We spreken van communicerende vaten, met als doel een maximale kennis- en ervaringsuitwisseling tot stand te brengen tussen de verschillende echelons.
de regionale verenigingen samen met de gewestraad de antennes van FEDERAUTO, en verdedigen ze in synergie de belangen van de bedrijven uit de autosector en de aanverwante sectoren. Dit gaat van het opvolgen van dossiers en het uitvoeren van lobbywerk tot het sluiten van samenwerkingsakkoorden met verschillende stakeholders.
Het comité van de Gewestraad Vlaanderen is samengesteld uit leden van de verschillende regionale verenigingen die hun professionele activiteiten in hun desbetreffende gewest uitvoeren. Op deze manier vormen
111
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
XXSeminaries inzake garantiewetgeving i.s.m. CAP Protection (Gras Savoye) In het najaar werden een drietal infosessies georganiseerd in Hasselt, Brussel en Gentbrugge. • Workshopdag in Antwerpen i.s.m. Bank J. Van Breda, Daoust en KPMG.
is het chemieconcern actief in bijna alle landen van de wereld. De productiesite BASF Antwerpen is het tweede grootste geïntegreerde chemische productiecentrum in de wereld.
XXCase New Holland – Zedelgem (28 maart 2013) Het bedrijf Case New Holland, behorende tot de FIATgroep, stelt wereldwijd meer dan 30.000 personen tewerk in 170 landen. In Vlaanderen is CNH actief in Antwerpen en op de site Zedelgem, waar meer dan 2.500 medewerkers dagelijks maaidorsers en andere landmachines ontwikkelen, verkopen en produceren. De leden van FEDERAUTO waren danig onder de indruk van deze “landbouwreuzen”.
• Seminarie in Kortrijk en kredietverstrekking aan kmo’s
Antwerpen
over
• Seminarie eenheidsstatuut i.s.m. VBO in Brussel
Bedrijfsbezoeken en events Vanuit FEDERAUTO Vlaanderen zal er in de toekomst aandacht worden besteed aan ervaringsuitwisseling tussen leden onderling, maar ook met bedrijven uit de sector die uniek zijn in bepaalde domeinen. Bedoeling is inspirerende verhalen te brengen en de leden van Vlaanderen een netwerk- en leerplatform te bieden gebaseerd op ervaringsuitwisseling.
XXAan Tafel met Gwendolyn Rutten (voorzitter Open VLD) FEDERAUTO Vlaanderen nodigde kersvers Open VLD voorzitter Gwendolyn Rutten uit voor een kennismaking met de sector. Naast een toelichting van de verschillende subsectoren gaf Mw. Rutten inzicht in de beleidskeuzes en de partijstandpunten van Open VLD.
XXBASF – Antwerpen (27 februari 2013) Op 27 februari brachten een 100-tal leden van FEDERAUTO een bezoek aan BASF in Antwerpen in aanwezigheid van CEO Wouter De Geest. BASF is wereldleider in de chemische industrie. Met meer dan 111.000 medewerkers
XXBedrijfsbezoek Group Galloo in Menen i.s.m. Febelauto en Minister Schauvliege Minister Joke Schauvliege recycleerde in 2013 het anderhalf miljoenste autowrak i.s.m. Febelauto, FEDERAUTO en Galloo en richtte zo de spots op de
112
XXBedrijfsbezoek UMICORE in Hoboken (29 november 2013) Bij Umicore in Hoboken werken 1.600 mensen aan materialen voor een beter leven. Onder meer uit afgedankte gsm’s en pc’s halen ze 17 verschillende metalen. Door die te recycleren, leggen ze de basis voor schone technologieën: zonnecellen, herlaadbare batterijen en autokatalysatoren. Dat is de wereld van Umicore Precious Metals Refining in Hoboken. 70 FEDERAUTO-leden gingen langs voor een bezoek.
positieve milieu-impact van autorecyclage. België doet het al enkele jaren uitstekend op het vlak van autorecyclage. Zo levert de autosector een belangrijke bijdrage aan een schoner leefmilieu. De sterke resultaten zijn onder meer het gevolg van een goed gecoördineerde samenwerking door verschillende spelers in de milieusector. Dat zetten Febelauto, FEDERAUTO en Galloo samen in de verf tijdens een event bij Galloo in Menen, in aanwezigheid van een 100-tal FEDERAUTO-leden.
Arbeidsmarkt en afstemming onderwijs
FEDERAUTO organiseerde een gemeenschappelijke moment waarop de Gewestraden Vlaanderen en Wallonië mekaar beter konden leren kennen in een aangename omgeving. Het bezoek werd opgeluisterd door de Naamse gouverneur Denis Mathen. De bedoeling bestond erin ervaringen te delen en gezamenlijke standpunten te bepalen in functie van specifieke lobbydossiers.
Een oud zeer binnen de sector blijft de instroom van geïnteresseerden naar opleiding en daaropvolgend een job in de autobranche. FEDERAUTO Vlaanderen nam dit jaar verschillende initiatieven om het volgen van een opleiding, het kiezen voor een job of beroep in de automobielsector in de aandacht te brengen en te houden. De werkgevers uit de autosector hebben het moeilijk om gekwalificeerd personeel aan te trekken en te behouden. Nochtans studeren elk jaar heel wat jongeren af in een (auto)technische richting, maar te weinig schoolverlaters gaan effectief aan de slag in de autosector. Bovendien haken nogal wat jongeren af na een teleurstellende eerste werkervaring. Dit moet anders! En daarom lanceerde de autosector een aantal acties om een betere afstemming te krijgen tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
113
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
XXBezoek Gewestraad Vlaanderen aan Wallonië in Namen (30/31 oktober 2013)
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
XXGouden Autosleutelhanger 2013 in samenwerking met Land Rover De wedstrijd is sinds jaar en dag een vaste waarde in de agenda van scholen en opleidingscentra. Deze 44ste editie in Vlaanderen gingen maar liefst 23 scholen de uitdaging aan! Elke school werd vertegenwoordigd door twee studenten uit TSO autotechniek of leerjongens en -meisjes (Syntra) van het laatste jaar automechanica. In de eerste ronde kregen de verschillende schoolteams een aantal praktische proeven voorgeschoteld. Nadien legde elke deelnemer individueel een theoretische test af. Hierbij stond vooral de moderne autotechnologie centraal. Daarna namen de vier finalisten het in de finale tegen elkaar op in een ultieme praktische proef. Elke finalist nam een Land Rover ‘Evoque’ onder handen waarbij de leerling die het snelst de juiste diagnose stelt de felbegeerde ‘Gouden Autosleutelhanger 2013’ overhandigd kreeg uit handen van Vice-eersteminister Alexander De Croo. Dit jaar viel de eer te beurt aan Koen Hendrickx van Syntra Hasselt vóór Jannis Cardon en Niels De Schutter uit O.L.V. Ter Duinen Zeebrugge en Thomas De Keuleneire uit het Scheppers Instituut Wetteren. De winnende school, Syntra Hasselt, ontving daarbovenop uit handen van Land Rover een heuse wagen voor educatieve doeleinden. Voor de editie van 2013 werd in het kader van de Gouden Autosleutelhanger een uniek partnership aangegaan met Land Rover, waarbij de lokale merkdealers fungeerden als meter/peter van een technische school of Syntra en zodoende de brug werd geslagen tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. Gedurende de wedstrijddag was er een symposium tussen leraars uit het onderwijs en het bedrijfsleven over hoe men mekaars behoeften nog beter kan leren kennen en welk type opleiding gewenst is op de arbeidsmarkt.
114
XXElectric Vehicles in Action (EVA) FEDERAUTO Vlaanderen engageert zich al vanaf 2012 in het proeftuinproject EVA. Dit consortium zal instaan voor de uitrol van laadinfrastructuur en betreft een testfase van elektrische voertuigen. Het proeftuinproject, in samenwerking met Eandis, Blue Corner, 4IS, Telenet en VUB, werd in 2011 goedgekeurd onder toezicht van minister Ingrid Lieten. FEDERAUTO Vlaanderen wil op deze manier bijdragen tot een duurzame ontwikkeling van mobiliteit in Vlaanderen en haar netwerk betrekken bij de uitdagingen van de toekomst. Om dit living lab te realiseren zullen er een 220 laadpunten in een 40-tal Vlaamse steden en gemeentes worden geïnstalleerd. Er zullen een 150-tal vier- en tweewielers worden gemonitord en geëvalueerd gedurende het proeftuinproject (3 jaar). Tijdens de zomermaanden organiseerde FEDERAUTO Vlaanderen in samenwerking met de kernpartners de roadshow – EVA on the Beach – aan de kust (Knokke-Heist, Bredene, De Panne en Nieuwpoort) waarbij elektrische auto’s, fietsen, bromfietsen en moto’s konden getest worden door het grote publiek.
XXVoorzittersverkiezingen Vlaanderen Op 1 december 2013 gaf voorzitter Chris Ost (Honda/Volvo Wetteren) na een maximale legislatuur van 2 keer 3 jaar de fakkel door aan Martine Sporen (Toyota Celis Antwerpen).
In aanwezigheid van de bestuurders uit Vlaanderen werd Martine Sporen, zaakvoerder van Toyota Celis in Hoboken (Antwerpen) voor een legislatuur van 3 jaar verkozen tot voorzitter van FEDERAUTO Vlaanderen. Daarnaast werden ook 2 vicevoorzitters aangeduid die de werking mee zullen ondersteunen: Raf Geurts (Geurts Car Center, Genk) en Chris Ost (Autobedrijf Ost, Wetteren)
De gewestraden van FEDERAUTO Gewestraad FEDERAUTO Vlaanderen Voorzitster: Chris Van Assche-Ost (Autobedrijf Ost)/Martine Sporen (Toyota Celis) Algemeen Secretaris Vlaanderen: Jos Vermeiren
Regionale Verenigingen FEDERAUTO Antwerpen Voorzitter: Ronald vandenbroucke (Vandenbroucke GGE) Vicevoorzitter: Martine Sporen (Toyota Celis) Vicevoorzitter: Georges Thielens (Thielens Garage) Algemeen Secretaris: Jos Vermeiren FEDERAUTO Brabant Voorzitter: Guy Reynaers (Reynaers Gge) Vicevoorzitter: Eddy Lanhove (Wonitrol) Vicevoorzitter: Frank Hermans (Hergon) Algemeen Secretaris: John Reniers FEDERAUTO Limburg Voorzitter: Patrick de Schaetzen (Hasselt Motor) Vicevoorzitter: Peter Plevoets (Carrosserie Plevoets) Vicevoorzitter: Raf Geurts (Geurts Car Center) Algemeen Secretaris: John Reniers
FEDERAUTO West-Vlaanderen Voorzitter: Carl Veys (Veys VW/Audi)/John Calemeyn (Group Ghistelinck) Vicevoorzitter: Lieven Gheysens (Bavaria Motors) Vicevoorzitter: Reginald Coppin (Coppin) Algemeen Secretaris: Jos Vermeiren
De regionale verenigingen, die nu net zoals de andere entiteiten binnen FEDERAUTO in de vorm van feitelijke verenigingen werken, vormen de ruggengraat van de confederatie. Het is immers binnen deze verenigingen dat de standpunten van alle beroepen van dichtbij vergeleken kunnen worden zodat de problemen waarmee de verschillende deelnemers te kampen hebben goed afgebakend kunnen worden, evenals hun tegenstellingen en gemeenschappelijke punten om hen zo aangepaste oplossingen te kunnen bieden. De gewestraden zijn bevoegd voor lokale materies, maar brengen ook federale kwesties ter sprake die vervolgens doorgeschoven worden naar de betrokken groeperingen of de studiedienst. Ze zijn bijzonder belangrijk op het public relations vlak en liggen trouwens vaak aan de oorsprong van lokale evenementen. De Franstalige leden van FEDERAUTO werden herhaaldelijk door verschillende radio- en televisieprogramma’s uitgenodigd om in hun hoedanigheid van expert deel te nemen aan uitzendingen zoals: On n’est pas des pigeons, Auto Mobile, Tout s’explique. Deze, meestal voor de consument bestemde rubrieken, zorgen voor naamsbekendheid en zorgen ervoor dat FEDERAUTO beter bekend wordt bij het grote publiek door het ertoe aan te zetten eerst met onze leden te werken door de ethiek van onze labels in de verf te zetten. Verschillende pagina’s in het FEDERAUTO Magazine zijn systematisch voorbehouden aan de activiteiten van de regionales en hun leden (FEDERAUTO in actie).
XXOpleiding Omdat de regionale opdrachten van FEDERAUTO veel aandacht schenken aan opleidingen, hebben wij onze mandaten bij het IFAPME, het EFPME, het IAWM en het ZAWM verzekerd. De sector heeft nood aan technici in alle beroepen en onze aanwezigheid in de raden van bestuur van de verschillende opleidingsoperatoren maakt het mogelijk tegelijkertijd te anticiperen op opleiding op technisch vlak en te waarborgen dat de aandacht die aan technici wordt besteed blijft voldoen aan onze verwachtingen. Het benodigde materiaal en de lokalen voor de autoopleidingen zijn immers duur en de inhoud evolueert voortdurend waardoor deze in vraag gesteld moet worden en veel strenger opgevolgd moet worden dan in andere beroepen.
115
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
FEDERAUTO Oost-Vlaanderen Voorzitster: Chris Van Assche-Ost (Autobedrijf Ost) Vicevoorzitter: Benedicte Van Wonterghem (Garage Antoine) Vicevoorzitter: Marc De Wilde (Takelbedrijf Gebroeders De Wilde) Algemeen Secretaris: Jos Vermeiren
Werking FEDERAUTO Wallonië en Brussel-Hoofdstad
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
De negende editie van de “Porte-Clés d’Or” werd in Luik georganiseerd samen met de regionale verenigingen. Net als bij vorige edities, vond de wedstrijd plaats in samenwerking met EDUCAM. Dit jaar was de eer aan Land Rover en de praktische proeven werden uitgevoerd op vier wagens van dat merk waarvan één exemplaar trouwens op zeer vrijgevige wijze geschonken werd aan de school van de winnaar.
XXInfoavonden en zakenlunches Ter gelegenheid van de infoavonden en zakenlunches hebben wij een brede waaier aan onderwerpen behandeld zoals de waarborg op tweedehandsvoertuigen of subsidies bij aanwerving… Patrick Piret, jurist in onze studiedienst, heeft onze leden verschillende malen op hoogte gebracht van de evolutie van de autofiscaliteit, de voordelen van alle aard, de aftrekbaarheid van de btw, de elektronische facturatie en de antiwitwaswet. Onze partner CBC is ook ruim aan bod gekomen met zijn traditionele uiteenzetting over de evolutie van de investeringssteun en -subsidies in het Waals Gewest.
XXOndersteuning van onze bedrijven Dit jaar is er opnieuw bijzonder veel aandacht naar het commercieel aspect gegaan: een proactieve houding en bezoek aan de leden. Een recente studie heeft uitgewezen dat onze leden de structuur van FEDERAUTO beter willen begrijpen en er wat moeite mee hebben. We hebben ons tijdens dit boekjaar dan ook ingespannen om onze leden meer tegemoet te komen in hun onderneming voor het tweede opeenvolgende jaar.
XXLokale evenementen We hebben actief deelgenomen aan de E-Brussels rally voor elektrische voertuigen die trouwens verzameld werden in de vergaderzalen van FEDERAUTO voor een ludieke presentatie.
XXLobbyen In het kader van schone auto’s, zowel CNG- als elektrische auto’s, zetten wij resoluut ons lobbywerk bij de verschillende betrokken kabinetten voort: infrastructuren voor de energiedistributie, financiële steun, harmonisatie van de oplaadsystemen, specifieke parkeerplaatsen en bewegwijzering. Vandaag wordt er dan ook een belangrijke premie besteed aan de actoren van de brandstofdistributie die erop uit zijn om te investeren in aardgas onder druk. Wij hebben ook een heikel punt aangesneden over het onevenwicht tussen Vlaanderen en Wallonië op vlak van autofiscaliteit en in het bijzonder over BIV. Onze samenwerking met het Waals Verbond voor Ondernemingen werd versterkt via o.a. onze actieve deelname aan het contactcomité.
116
De ‘clean week’ werd opgewaardeerd door de inhuldiging van het nieuwe platform van FEDERAUTO: EVA (Electric Vehicles in Action) WALLONIE-BRUXELLES. Het gaat om een coördinatieorgaan voor de elektrische mobiliteit bedoeld om de lokale autoriteiten te sensibiliseren en om hen te ondersteunen en in de nodige informatie te voorzien bij investeringen in duurzame mobiliteit. De intussen traditionele proef ‘6 hours of Francorchamps’ heeft opnieuw meer dan 150 leden samengebracht in het chalet van Total op het Ardense circuit.
XXRegionales
De gewestraden van FEDERAUTO
De regionale verenigingen die sterk zijn in het bereiken van een publiek in de nabije omgeving, hebben in de loop van 2013 opnieuw hun originaliteit bewezen door leden en niet-leden uit te nodigen op tal van activiteiten zoals de ontdekking van patrimonium of de networkingavonden.
Gewestraad FEDERAUTO Wallonië
De regionale Charleroi-Bergen-La-Louvière heeft van haar kant het salon van La Louvière ingehuldigd in aanwezigheid van de eerste minister ter gelegenheid van een raad van bestuur. Tot slot werd er twee dagen lang een historische ontmoeting georganiseerd in het kasteel van Namen, tussen Vlaanderen en Wallonië. Het ging er over kenmerkende onderwerpen die ons verenigen en ervaringen die de regionales kunnen delen. Er werd een ludiek bezoek aan Namen georganiseerd en een receptie in het paleis van de gouverneur Denis Mathen.
Voorzitter: Philippe Henry Algemeen Secretaris: Serge Istas
Gewestraad FEDERAUTO Brussel-Hoofdstad Voorzitter: Pierre Vierendeel Algemeen Secretaris: Serge Istas
Regionale Verenigingen FEDERAUTO Charleroi/Bergen/La Louvière Voorzitter: Salvatore Chiavetta Simone FEDERAUTO West-Henegouwen Voorzitter: Pol Lorfevre FEDERAUTO Luik Voorzitter: Philippe Henry FEDERAUTO Namen/Luxemburg Voorzitter: Michel Etienne FEDERAUTO Duitstalige Gemeenschap Voorzitter: Patrick Emontspool
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
117
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
Kwaliteitslabels Erkend Verkoper van FEDERAUTO Dit kwaliteitslabel dat in 1992 opgericht werd door de Groepering van de Handelaars in tweedehandse Voertuigen (GVO) is in België wijdverspreid in de sector en onder de consumenten. Een onderneming die gecertificeerd is in het kader van dit kwaliteitslabel beantwoordt aan de reglementering inzake de toegang tot het beroep, is naar behoren ingeschreven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen, gebruikt de verkoopovereenkomst van FEDERAUTO, certificeert de kilometerstand van elk verkocht voertuig, beschikt over een geldige uitbatingsvergunning, afficheert een uittreksel van de Car-Pass-historiek op voertuigen die te koop worden aangeboden en vestigt tegelijkertijd de aandacht van de koper op de Car-Pass tijdens het verkoopgesprek en door er naar te verwijzen op zijn website. Het netwerk dat zo gevormd wordt, draagt dus bij tot de ontwikkeling van het merkimago van het beroep. De Erkende Verkoper is tevens houder van de titel van “Expert in Tweedehandse Voertuigen”. Om deze titel te behalen moet men slagen voor een van de examens die GVO organiseert. Het kwaliteitslabel biedt ongetwijfeld een meerwaarde ten opzichte van steeds veeleisendere klanten en reglementeringen. Het unieke logo van “het blauwe autootje in de rode cirkel” maakt de leden van het netwerk goed zichtbaar en is een herkenningspunt voor de consument. De zichtbaarheid van het label werd nog uitgebreid door de eigen website van het label: www.erkendverkoper.be. De zoekmotor is eveneens beschikbaar als mobiele versie en op een Facebook-pagina. Voorzitter: Ronald De Belder Algemeen Secretaris: Daniel Labours
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
2013
erkend verkoper vendeur agréé
119
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
FEDERAUTO Erkende Carrosserie Via het label “FEDERAUTO Erkende Carrosserie” reikt FEDERAUTO haar leden de instrumenten aan om voor verschillende verzekeringsmaatschappijen te kunnen werken. Sinds de leden werden aangeschreven om labelhouder te worden, is het aantal ingeschrevenen gestaag gegroeid. Bij de labelhouders horen zowel merkgebonden als onafhankelijke carrosserieherstellers. Door deze evenwichtige spreiding kunnen alle belanghebbende partijen in elke regio van het land beroep doen op de diensten van een door FEDERAUTO erkende carrosserie. Niet onbelangrijk, want de FEDERAUTO erkende carrosserieherstellers voldoen aan de strengste eisen inzake kwaliteit en opvolging van klantendossiers. Zich onderscheiden van de concurrentie wordt steeds belangrijker. Daarom maken de erkende bedrijven zich kenbaar door het aanbrengen van de sticker “FEDERAUTO Erkende Carrosserie 2013”, een bureauvlag (receptie) of door gebruik van het logo op factuur en bestelbon. Dankzij dit FEDERAUTO-label beantwoorden deze erkende carrosserieherstellers ook aan de voorwaarden om te kunnen werken voor de meeste verzekeringsmaatschappijen. FEDERAUTO Carrosserie houdt te allen tijde een lijst ter beschikking van de “erkende carrosserieherstellers”. Waarom kiezen carrosserieherstellers voor het FEDERAUTO-label? • Labelhouders zijn automatisch verzekerd (garantie) voor eventuele gebrekkige herstellingen, in geval van stopzetting of faillissement, en voor een maximale periode van 2 jaar te rekenen vanaf deze stopzetting of faling (een eis van verschillende verzekeringmaatschappijen). • Het FEDERAUTO-logo straalt vertrouwen uit, en is zowel gekend bij het grote publiek als bij de verzekeraars. • FEDERAUTO begeleidt de erkende bedrijven als een partner met een duidelijke visie naar de toekomst. Goed advies inzake erkenning is van cruciaal belang! • In geval van dispuut met klanten, kan FEDERAUTO snel en efficiënt bemiddelen. Een niet te verwaarlozen punt in tijden dat klanten steeds mondiger worden. Bovendien ook een noodzaak volgens verschillende verzekeraars. • Last but not least: het FEDERAUTO Erkende Carrosserielabel is een topproduct aan een correcte prijs! Algemeen Secretaris FEDERAUTO Carrosserie: Luc Schets E-mail:
[email protected] – Tel: 02/778.62.82
120
Takelmeester Om in de sector van takelbedrijven betrouwbaar over te komen en een formele erkenning te verwerven, kunnen ondernemingen zich onderwerpen aan een auditprocedure die specifiek op hun activiteiten is afgestemd. Vinçotte kan, door middel van een audit, nagaan of bedrijven voldoen aan een reeks objectieve criteria die onder meer te maken hebben met de naleving van wettelijke eisen en de aanwezigheid van de technische uitrusting, nodig om het beroep uit te oefenen. Er wordt eveneens een beoordeling gegeven aan de interne organisatie, orde en netheid en de klantenservice.
Wetgeving Een aantal van de criteria in de auditprocedure zijn eveneens wettelijke vereisten. Zo is er bijvoorbeeld de naleving van de periodieke keuringen voor het materiaal dat daaraan onderworpen is maar ook de conformiteit met de geldende milieuwetgeving en eventuele sectorale voorwaarden die geverifieerd worden op basis van de toegekende milieuvergunning(en).
Normen Een deel van de criteria betreft vereisten eigen aan de beroepsvereniging Detabel.
Doelgroep Het certificaat kan worden aangevraagd door alle leden van Detabel. Ondernemingen die lid willen worden van die beroepsvereniging kunnen eveneens het Detabelcertificaat aanvragen.
Voordelen van deze dienst Takel- en bergingsbedrijven kunnen door het behalen van het Detabel-certificaat genieten van een formele en betrouwbare erkenning binnen de sector. De kandidaattakelbedrijven onderwerpen zich aan een objectieve audit die specifiek is afgestemd op de sector en aandacht schenkt aan de specifieke technische uitrusting nodig om dit beroep uit te oefenen. Voorzitter: Marc De Wilde Algemeen Secretaris: Andy Nassen
ACTIVITEITENVERSLAG FEDERAUTO 2013
121
FEDERAUTO vzw Jules Bordetlaan 164 T 02 778 62 00
1140 Brussel
F 02 778 62 22
[email protected]
www.federauto.be