MAANDBLAD VAN DE VLAAMSE INGENIEURSKAMER
01-2011
INGENIEURSMAGAZINE
Saint-Gobain mikt op unieke glasconstructies
Hawk-Eye heeft geen directe concurrentie Plantenbiotechnologie bij Bayer BioScience Ing. Johan Engelen MSc is beste hobbykok van Vlaanderen
VIK, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem jaargang 49, nummer 1, januari 2011 maandelijks tijdschrift, verschijnt niet in juli en augustus afgiftekantoor HASSELT 1- P2A8632
Commentaar I-mag Ingenieursmagazine is een uitgave van de Vlaamse Ingenieurskamer vzw Stichtend lid CIBIC – www.cibic.be Lid van Ex-Change vzw – www.ex-change.be Stichtend lid van European Young Engineers EYE – www.e-y-e.org Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers (U.P.P.) VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Ing. Bart Demol MSc, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem HOOFDREDACTEUR Ing. Noël Lagast MSc EINDREDACTIE Luc Vander Elst REDACTIERAAD Ing. I. Born MSc - Ing. B. Demol MSc Ing. H. Derycke MSc - Ing. K. De Wever MSc Ing. N. Lagast MSc - Ing. G. Roymans MSc Ing. W. Samyn MSc - Ing. L. Wezenbeek MSc REDACTIESECRETARIAAT Francine Demaret SECRETARIAAT VIK Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem Tel. +32 3 259 11 00 - Fax +32 3 259 11 01 Website: www.vik.be - e-mail:
[email protected] Doorlopend open van 08.30 uur tot 17.00 uur Voor advertentieruimte of redactionele bijdragen: mail naar
[email protected]. LIDMAATSCHAPSBIJDRAGEN rek.nr.: 406-0098501-56 € 62,00 voor technisch en industrieel ingenieurs, die meer dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor geassocieerde leden € 34,00 voor hen, die 3 jaar of minder dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor een samenwonend lid; voor gepensioneerden € 17,00 voor studenten-industrieel ingenieur € 79,00 voor leden woonachtig in het buitenland
Onbaatzuchtige inzet stimuleert De Vlaamse Ingenieurskamer is een actieve ledenvereniging van, voor en vooral… door ingenieurs. Haar werking stoelt op een schare van actieve, geëngageerde ingenieurs. Onze maatschappij evolueert en de VIK speelt daar op in met een vernieuwde aanpak. Want wat men ook beweert, de generatie Y die nu aantreedt, is zeker bereid om zich vrijwillig in te zetten. De projecten moeten wel uitdagend zijn en voldoende focus hebben. Ik neem vandaag onze jongeren in Limburg als voorbeeld. Zij nemen vanaf nu actief het voortouw in hun regionale afdeling en zorgen zo voor een vernieuwende dynamiek, terwijl de senioren stand-by blijven als coaches. Samenwerken met de KVIV-collega’s werpt ook zijn vruchten af. In de Commissie ad hoc Hoger Onderwijs brachten beide voorzitters, Ing. Rik Baron Jaeken en dr. ir. Paul Verstraeten de standpunten van de ingenieurs over de integratie in de universiteit. Met die eensgezinde aanpak hebben we gewogen op het debat en effectief resultaten geboekt. We blijven de uitwerking van de decreetteksten opvolgen en vragen om voldoende bedrijfservaring in te lassen in de opleiding, zodat onze industrieel ingenieurs ‘onmiddellijk inzetbaar’ zijn in de bedrijven. De VIK wil graag meehelpen om een onafhankelijke stageregulator te installeren om de kwaliteit van de bedrijfsstages te waarborgen. Dat samenwerken loont bewijst het ie-net-project ‘powered by VIK en KVIV’. Ie-net staat voor de community van alle ingenieurs en technisch geïnspireerden. Ie-net brengt niet alleen voor het eerst alle ingenieurs in Vlaanderen bijeen, maar ook iedereen met een passie voor techniek en technologie. Wat hebben we nu al gerealiseerd? Op 19 april lanceerden we ‘Roadmap Vlaanderen - scharnier voor verandering’ in Brugge. Onder die noemer belichtten we volgende thema's: ‘industrie op weg naar 2020’ – ‘duurzame medische ontwikkeling met technologie voor verantwoorde zorg’ – ‘sport en technologie’ met aansluitend de Memorial Van Damme - ‘voorstelling van Energyville’ in Waterschei – ‘175 jaar ingenieursopleiding UGent’ met boeiende workshops rond ‘Life – clean – speed – fun - smart’, gekoppeld aan de uitreiking van het eredoctoraat aan ingenieur-astronaut Frank De Winne. Met het project ‘Dynamiek 2010 - de ingenieur: motor voor verandering’ benadrukten we de rol van de ingenieur als motor voor verandering en voor de innovatie van producten, diensten en processen. Ingenieurs beschikken vanuit hun opleiding over sterke troeven om in ieder bedrijf, iedere overheidsinstelling en iedere organisatie het voortouw te nemen om die veranderingen door te voeren. Met ‘Dynamiek 2010’ hebben we de banden tussen die ingenieursgemeenschap en de bedrijven en organisaties nauwer aangehaald. De organisatie van de ‘ie-Jobtrein’ op 13 oktober, de gezamenlijke ‘Mijn baan-enquête’ bij alle ingenieurs en de tweede editie van de ‘startbaanenquête’ met panelgesprekken en netwerkevents in Leuven, Brussel en Gent mogen stuk voor stuk successen genoemd worden van een geslaagde samenwerking binnen ienet. Wat brengt ie-net in 2011? Het Ie-net-project zit duidelijk in een stroomversnelling. De raden van bestuur van beide verenigingen hebben daarom beslist om die samenwerking voort te verankeren in de organisatiestructuur. Aan ideeën voor gezamenlijke activiteiten ontbreekt het in de stuurgroep alvast niet. Hou jullie mailbox maar in de gaten. 2011 belooft een boeiend ie-net-jaar te worden.
DRUKKERIJ & LAY-OUT Drukkerij SLEURS nv, Overpelt Tel. +32 11 80 90 90 - Fax +32 11 80 90 95 Voor de ondertekende artikels zijn alleen de auteurs aansprakelijk. COVER
VIK is een vereniging van ingenieurs, voor ingenieurs. Met een werking om ‘u’ tegen te zeggen, dankzij de onbaatzuchtige inzet van talloze collega-ingenieurs. Vele handen maken licht werk. De Vlaamse Ingenieurskamer blijft ook in 2011 op uw medewerking rekenen. Namens de Vlaamse Ingenieurskamer dank ik u allen voor uw blijvend, onbaatzuchtig engagement en wens ik u en uw familie een gezond en voorspoedig 2011 toe.
Grand Canyon Skywalk © SAINT-GOBAIN GLASS
Ing. Paul BERTELS MSc Gedelegeerd bestuurder
3
I-mag januari 2011
Inhoud
Commentaar Onbaatzuchtige inzet stimuleert . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudstafel .........................................
03 04
Samen sterker Brandpunt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Devgen nv gaat planthoppers biotechnologisch te lijf Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Ing. Francis Serruys MSc bij glasfabrikant Saint-Gobain Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Modern Times Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het haviksoog van Hawk-Eye Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Biotechnologie benut wat al in de natuur aanwezig is Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Auto zonder chauffeur Samenleving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Ing. Johan Engelen MSc, beste hobbykok van Vlaanderen Samenleving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De nieuwe realiteit voor ingenieurs Centrum Onderwijs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Ing. Gilbert Kolacny MSc blikt terug op mooie carrière Centrum Onderwijs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
In de kijker: 20ste Nieuwjaarsconcert en -aperitief Afdeling Oost-Vlaanderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Nieuws van de afdelingen ..............................................................
VIK Space voor derde keer sterk verhaal Netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
WINT trekt meer dan 200 jongeren aan Netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Nieuws van de studiegroepen VIK Studiegroepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Puzzelaar 99: De wijde horizon en oplossing puzzelaar 97 Denken & doen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Workshop procesveiligheid en MOC VIK Vorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hoe meer doen in weinig tijd? VIK Vorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tijdstudie als innovatiebasis VIK Vorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Energiebesparingen in de procesindustrie VIK Vorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Mechatronica VIK Vorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Cursusoverzicht VIK Vorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . I-mag januari 2011
4
05 06 08 10 12 15 18 20 22 25 27 28 34 38 40 42 43 44 44 45 45 46
brandpunt BRANDPUNT
Samen sterker WOMMELGEM. Bij het begin van dit nieuwe jaar bied ik u graag van ganser harte mijn beste wensen aan. Namens de hele Raad van Bestuur van de Vlaamse Ingenieurskamer en uiteraard ook in eigen naam wens ik u allen een goede gezondheid toe, voor uzelf en voor allen die u dierbaar zijn. Als u in goeden doen bent, is het immers ook makkelijker om uw zakelijk project te realiseren. Want iedereen is toch ergens mee bezig, heeft wensen en ambities, stelt hoop in de toekomst.
Het jaar 2010 zal blijven opvallen in de geschiedenisboeken van de industrieel ingenieurs. Want 2010 is het jaar waarin de Vlaamse Regering besliste om de opleiding voor industrieel ingenieur eindelijk een plaats te geven binnen de universiteiten: een eis, waar uw VIK al jaren op aandringt en voor ijvert op tal van echelons. De beslissing van de Vlaamse Regering is een belangrijke stap om onze opleiding binnen een internationale context op de juiste plaats te positioneren. De beslissing is een mijlpaal, maar toch blijft uw ingenieursvereniging waakzaam. Er blijven immers nog heel wat aandachtspunten over, zoals: • de bewaking van het opleidingsprofiel: het onderscheid in vaardigheden tussen burgerlijk en industrieel ingenieur moet blijven; • onze opleiding moet nog beter worden afgestemd op de praktijk in bedrijven, openbare diensten, onderwijs, zelfstandig ondernemerschap, enz.; dat kan o.a. door bedrijfsstages en studiewerken en dat binnen een haalbare studieduur van 5 jaar; • voldoende instroom van jongeren om aan de kwantitatieve behoeften aan industrieel ingenieurs te kunnen voldoen; • een passende mastertitel in internationale context.
Gevolgen Maar wat zijn nu de gevolgen voor uw ingenieursvereniging en haar leden ingenieurs? Op topniveau zijn er vele gesprekken gevoerd tussen de VIK en KVIV, de vereniging van de burgerlijk en de bio-ingenieurs. Daaruit bleek dat onze visie op bovenstaande problematiek gelijkloopt. Maar ook de visie op ingenieur en maatschappij lijkt dezelfde binnen beide ledenverenigingen.
Wij hebben samen onze schouders gezet onder de activiteiten van ie-net, het platform voor alle ingenieurs in Vlaanderen. De activiteiten die wij gemeenschappelijk organiseerden – zoals de ie-Jobtrein, loopbaanenquêtes, Energyville, activiteit rond Memorial Van Damme,… - bleken steeds een schot in de roos, zeker ook wat het aantal deelnemers betreft. Wij zijn aangenaam verrast over de vele positieve reacties die wij kregen, niet alleen van onze leden, maar ook vanuit de overheid en het bedrijfsleven. We kunnen dan ook niet naast de vaststelling dat één ‘community’ voor alle ingenieurs, zowel industrieel, bio als burgerlijk ingenieurs de beste kansen biedt om de ingenieur en zijn maatschappelijke rol centraal te stellen.
Spreekbuis Bovendien heeft dat ook andere voordelen: met dezelfde kosten bereikt men een veel grotere doelgroep. Ook het bedrijfsleven ziet één contact voor sponsoring en publiciteit voor die unieke doelgroep wel zitten. Een ander belangrijk bijkomend voordeel van het samen opereren is dat wij in gezamenlijke studiegroepen visies en standpunten kunnen ontwikkelen. Zo kunnen wij naar buiten beter onze plaats opeisen in het maatschappelijk debat waarin het standpunt van de ingenieur nu niet of onvoldoende aan bod komt of – erger nog – vertolkt wordt door andere partijen die zich – zonder enig overleg met ons – voordoen als onze spreekbuis. U zult wel begrijpen dat de gesprekken om tot een verdere intense samenwerking tussen de VIK en de KVIV te komen, in een laatste rechte lijn zitten. Mogen wij in dit traject ook op uw steun rekenen?
Minister Smet legt titulatuur vast Eind december stelde de Vlaamse Regering de lijst van de bachelor- en mastergraden in het academisch onderwijs vast waaraan de specificatie ‘of Science’ of ‘of Arts’ mag worden toegevoegd. Het besluit heeft uitwerking vanaf het academiejaar 20102011. De toevoeging ‘Master of Science’ is vanaf nu dus wettelijk verworven voor alle ingenieurs.
Ing. Rik Baron JAEKEN MSc Voorzitter VIK
5
I-mag januari 2011
technologie
“Jonge rijstplantjes verplanten hoeft niet langer” Devgen nv gaat stengelboorders, bladrollers, planthoppers en bodemaaltjes biotechnologisch te lijf ZWIJNAARDE. De corebusiness van het bedrijf Devgen, opgericht in 1997 in het Technologiepark van Zwijnaarde, is de ontwikkeling van zaden met verbeterde eigenschappen. Door gebruik te maken van geavanceerde biotechnologische en moleculaire veredelingstechnieken, waaronder ‘traittechnologie’, worden hybride zaden ontwikkeld die een hogere opbrengst en
milieuvriendelijkere
gewasbe-
schermingtechnologie opleveren.
“Ons bedrijf brengt die technologie op de markt voor verschillende belangrijke voedings- en voedergewassen”, zegt Monika Van Den Haute, information manager Devgen. “Dat via twee complementaire strategieën: de uitlicentiëring van Devgen-technologie voor gebruik in maïs, katoen, soja en enkele andere gewassen in ruil voor de financiering van onderzoek en ontwikkeling, mijlpaalbetalingen en royalty’s enerzijds en de productie en verkoop van hoogkwalitatieve hybride zaden voor gewassen als rijst, zonnebloem, sorghum en parelgierst anderzijds. Dat laatste vooral in het Indische subcontinent en Zuidoost-Azië.”
De proefvelden van Devgen.
“De voorbije decennia werd weinig geïnvesteerd in innovatieve technologie voor bepaalde gewassen. Dat terwijl de wereldbevolking aangroeit en we over 40 jaar met 9 miljard mensen zullen zijn. De FAO schat dat de voedselproductie met meer dan 1% op jaarbasis verhoogd moet worden om voldoende en betaalbaar voedsel te produceren tegen 2050. Nu, 80% van die toename zal van productiviteitsverho-
ging moeten komen. Om die doelstelling te bereiken wordt algemeen erkend dat investeringen in technologie voor de voedings- en landbouwsector noodzakelijk zijn. Voor een aantal gewassen, zoals katoen, maïs en zonnebloem, dragen hybride zaden nu al aanzienlijk bij tot de verbetering van opbrengst, kwaliteit en resistentie tegen ziekten.”
Paradepaardje Frontline Gold RH 1531 Op 4 mei 2010 lanceerde Devgen een nieuwe rijsthybride, Frontline Gold RH 1531. Die rijsthybride werd speciaal ontwikkeld voor het noordoostelijke en westelijke deel van India waar rijst hoofdzakelijk wordt gecultiveerd in het regenseizoen. Het product biedt meerdere voordelen voor de rijstteler. Naast een hogere opbrengst en een verbeterde kwaliteit is het ook beter bestand tegen ziektes, buigt het minder snel om bij regen of storm en is het oogstrijp in 120 tot 125 dagen. WP
I-mag januari 2011
6
TECHNOLOGIE
Groei van 50% Devgen werd in 1997 opgericht, heeft kantoren in Gent en dochterondernemingen in Singapore, Hyderabad (India), General Santos (Filipijnen) en Delaware (US). Wereldwijd telt het 280 medewerkers. Het bedrijf haalde in 2009 een geconsolideerde omzet van 18,4 miljoen euro. Dat is een verdubbeling tegenover het jaar voordien. Daarbij wordt opgemerkt dat de zaaddivisie in India, ondanks het slechte weer, een groei met 50% heeft laten optekenen.
Heterosis De productie van hybride zaad wordt nauwkeurig opgevolgd om een maximale opbrengst te krijgen. Vertrekkende van specifieke mannelijke en vrouwelijke ouder lijke lijnen worden nakomelingen gegenereerd die gecombineerde kenmerken van beide ouderlijnen versterkt tot uitdrukking brengen. Dat wordt ook heterosis genoemd en vormt de basis van hybride zaden. WP
“In combinatie met langdurige droogteperiodes doet het grote waterverbruik bij de traditionele rijstteelt het grondwaterpeil dalen. In sommige Indiase districten daalt dat grondwaterpeil zelfs met één meter per jaar. Dat resulteert in toenemende irrigatiekosten voor de landbouwers. Bovendien is handenarbeid schaars geworden en zijn de loonkosten om de jonge rijstplanten te verplanten, de afgelopen drie jaar verdrievoudigd. Daarom promoot onze onderneming een hybride rijst, Frontline RH 257, om de rijst rechtstreeks op het veld te zaaien, waardoor het niet langer nodig is om jonge rijstplantjes te verplanten. De mogelijkheid om mechanisch te zaaien doet de loonkostendalen, vermindert de nood aan water en verlaagt daardoor de irrigatiekosten. Daarnaast is de rijst ook sneller oogstrijp.”
Bodemaaltjes Zonnebloemen “In India worden zonnebloemen geteeld voor de productie van olie. Welnu, door de verbeterde levensstandaard gebruikt men in India nu liever zonnebloemolie in plaats van palmolie, zoals vroeger. Dat resulteerde in een verdubbeling van het geplant areaal sinds het jaar 2000, van 1 miljoen ha tot 2 miljoen ha. Daarbij worden bijna uitsluitend nog hybride zaden gebruikt.”
Rijst zaaien “Rijst is de basisvoeding van meer dan de helft van de wereldbevolking. Devgens focus op hybride rijst richt zich dan ook op dat werelddeel waar meer dan 90% van alle rijst geproduceerd wordt, nl. India en Zuidoost-Azië. Het is ook daar dat de economie en de bevolking snel groeien en er bijgevolg een substantiële verhoging van de landbouwproductiviteit nodig is. Bovendien hebben rijstgewassen te lijden onder de aanvallen van meer dan honderd verschillende insectensoorten, waarvan er enkele bijzonder veel schade kunnen aanrichten. Stengelboorders en bladrollers (behorend tot de klasse van de Lepidoptera) zijn daar twee voorbeelden van. Andere zijn planthoppers, veroorzakers van hopperbrand, en een schimmel die verantwoordelijk is voor de nietsontziende ‘rice blast’-plaag. Momenteel zijn er enkel chemische oplossingen voorhanden die planten tegen dat ongedierte beschermen. Daarom zijn biotechnologische traits, die resistentie bieden tegen ongedierte en ziekten, interessant: een hoger rendement, minder kosten voor verdelgingsmiddelen en een kwalitatief beter product.”
van moleculemerkeranalyse gaan veredelingsprogramma’s van start en worden nieuwe kandidaat-hybriden ontwikkeld. Dat gebeurt in onze veredelingsstations in Kenia, India en de Filipijnen. Daarbij wordt rekening gehouden met de specifieke behoeften van elke beoogde regio, zoals: klimatologische omstandigheden, landbouwpraktijken, lokale voorkeuren voor een bepaalde smaak en de kookkwaliteiten.” “De nieuwe hybride producten worden daarna in veldsituaties getest en hun prestaties worden vergeleken met de al bestaande producten. Vervolgens wordt een selectie producten regulatorisch getest in de landen die dat eisen. Pas na goedkeuring kan ons product op de markt worden gebracht.”
“ Rijst is de basisvoeding van meer dan de helft van de wereldbevolking. Devgens focus op hybride rijst richt zich dan ook op dat werelddeel waar meer dan 90% van alle rijst geproduceerd wordt, nl. India en Zuidoost-Azië.” Behalve met hybride rijst- en zonnebloemzaden is Devgen in India ook actief met technologisch verbeterde sorghum (geteeld op 9 miljoen ha of 5% van de totale landbouwgrond) en parelgierst (ge kweekt op 9,6 miljoen ha, 6% van de totale Indiase landbouwgrond).
Germplasma en veredeling “Devgens hybride zaadactiviteiten zijn gebaseerd op een gevarieerde collectie genetisch materiaal, die de naam germplasma draagt. Dat germplasma werd uit alle delen van de wereld verzameld, geanalyseerd en de gunstige eigenschappen ervan werden geïdentificeerd. Op basis daarvan en door gebruik te maken
7
“Ons bedrijf is erin geslaagd om een nieuw nematicide, een bestrijdingsmiddel tegen bodemaaltjes, te ontwikkelen. Het is een agrochemisch product dat gewassen beschermt tegen schade die wordt veroorzaakt door plantparasitaire nematoden. Nematoden brengen immers grote schade toe aan de wortels van landbouwgewassen, groenten, fruit en andere planten. Dat leidt tot allerhande problemen en het kan zelfs leiden tot het afsterven van de plant. Omdat de huidige insecticiden selectiever te werk gaan en de beschikbare nematiciden (nematodedodende chemische producten) soms toxisch zijn voor de gebruiker of een te hoog residugehalte opleveren, zien landbouwers hun oogst slinken. Enkele jaren geleden identificeerde Devgen dus verscheidene kandidaatnematicideverbindingen met een beduidend beter milieuprofiel. Ons product Devguard wordt nu in Turkije gebruikt bij de teelt van tomaten, komkommers, paprika's en aubergines. Dat land is de derde grootste producent van tomaten. In de Verenigde Staten, waar het product Enclosure heet, wordt het aangewend bij de teelt van aardnoten, die goed is voor een jaarproductie van om en bij de 1,8 miljard kg. Ook voor andere landen zijn de procedures voor goedkeuring van start gegaan, terwijl het nematicide voort ontwikkeld wordt voor andere gewassen.” www.devgen.be
Tekst: Wouter PEETERS Foto’s: DEVGEN NV en Wouter PEETERS
I-mag januari 2011
technologie
“Innovatie is ons sleutelwoord” Ing. Francis Serruys MSc leidt afdeling Architectural projects bij Europa’s grootste glasfabrikant Saint-Gobain BRUGGE. In maart 2007 ging de Grand Canyon Skywalk open voor bezoekers. Een transparant glazen U-vormig wandelpad dat tot 21 meter over de rand van de Grand Canyon hangt en een duizelingwekkend dieptezicht biedt van 1.219 meter boven het water van de Coloradorivier. De glazen bevloering is gemaakt in de glasfabriek Kinon Porz van Saint-Gobain in de buurt van Keulen, onder supervisie van Bruggeling Ing. Francis Serruys MSc, Architectural projects market director van Saint-Gobain Glass Solutions. De IAC-building van Frank Gehry met gebogen beglazing.
“De Skywalk in de Grand Canyon was een heel mediatiek gebeuren, maar was technisch geen speciale uitdaging”, zegt Ing. Serruys. “De grootste moeilijkheid was uiteindelijk nog om het glas ter plaatse te krijgen. Toen de Skywalk gebouwd werd, lagen er nog geen toegangswegen naartoe.” “Het is eigenlijk gewoon een glazen vloer met specifieke eisen qua veiligheid. We maakten een statische berekening op de gebruikslasten en zorgden ervoor dat de bezoekers niet door het glas zouden zakken als er om een of andere reden toch een glasblad zou breken. Daarvoor gebruikten we een gelaagde beglazing met een specifieke kunststof tussenlaag met als resultaat een hechte verbinding tussen de verschillende glasbladen. In de Skywalk is het glas 54 mm dik. Bij breuk verliest het glas weliswaar zijn stevigheid, maar in combinatie met het ‘SentryGlas’ van Dupont, een mechanische tussenlaag die zelf ook een structurele eigenschap heeft, mag je gerust blijven staan op zo’n gebroken stuk gelaagd glas.” “Natuurlijk speelde ook de transparantie mee in de Skywalk: de bezoekers moeten zo veel mogelijk kunnen genieten van het dieptezicht onder hun voeten. Om die doorkijk goed mogelijk te maken hebben we extra helder glas gebruikt met een laag gehalte aan ijzeroxides, zodat geen lichtgroene verkleuring optreedt door de opeenvolging van de glasbladen. En tot slot moesten we werken aan de ‘randstabiliteit’: het glas komt aan de randen in contact met de weersomstandigheden en mag zo weinig mogelijk last ondervinden van vochtigheid en temperatuur.” “De grootste moeilijkheid was misschien nog de logistiek: de Hualapai-indianen zijn in hun reservaat de baas en dat maakt
I-mag januari 2011
de wetgeving wat moeilijker. Niet alle toelatingen en faciliteiten waren altijd even gemakkelijk te regelen.”
Chinezen “We konden met innovatieve projecten onze plaats verwerven op de Ameri kaanse markt”, vervolgt Ing. Serruys. “We werken vaak samen met grote architecten en proberen een vernieuwende oplossing te vinden voor hun vragen. Innovatie is de enige manier om ons hoofd boven water te houden. We kunnen bijna niet meer concurreren tegen de Chinezen voor de klassieke glasgevels met een standaardcoating. Dus proberen wij aan ons glas een meerwaarde toe te voegen die de Chinezen niet hebben. Wij spitsen ons toe op speciale projecten met veel onderzoek en ontwikkeling, zodat we nieuwe producten op de markt brengen en de concurrentie een stap voor blijven.”
“ Wij spitsen ons toe op speciale projecten met veel onderzoek en ontwikkeling, zodat we nieuwe producten op de markt brengen en de concurrentie een stap voor blijven.” “Eén van de speciale projecten die me na aan het hart ligt, is de IAC-building van Frank Gehry naast de Hudson-rivier. De gevel van dat gebouw is volledig uit glas opgetrokken in de vorm van de zeilen van een zeilschip. Het idee van de decoratie en de zeefdruk waren heel complex en de vorm zorgde voor gebogen beglazing. Dat zou een fortuin gekost hebben en dus kozen we voor een nieuwe techniek door isolatieglas koud te buigen. Als uitdaging was dat veel groter dan de Skywalk: niet alleen het ontwerp, ook de productie.
8
Slechts twee of drie volumes zijn dezelfde en voorts hebben alle andere glasbladen individuele afmetingen en vormen.” “Dit IAC-gebouw zal altijd een eyecatcher blijven in New York en over de hele wereld, veel meer dan de Skywalk. Het is heel goed voor het imago van onze projectenwerking en onze innovatie.” “Op dergelijke constructies concurreren alleen enkele Europese bedrijven. Voor de Chinezen wordt het pas interessant als ze een torengebouw kunnen maken met allemaal glasbladen van dezelfde afmetingen en dezelfde samenstelling. Productie en verlijming gebeuren in China, alles gaat op een container en dat is het. Op dergelijke torengebouwen halen de Chinezen gemakkelijk een prijsvoordeel van 20%, maar ze spelen niet mee in speciale projecten, omdat daar te intensief moet worden ingezet op onderzoek en ontwikkeling. Als het repetitieve aspect weg is en ze niet kunnen inzetten op volumeproductie, haken ze af.”
Freedom Tower “We hadden graag het contract binnengehaald voor het podium van de Freedom Tower, die nu World Trade Center One heet, maar de Chinezen gingen ermee aan de haal. Hoewel we horen dat de discussies weer open zijn, omdat het nogal gevoelig ligt om een contract op Ground Zero uit te besteden aan China. In zulke dossiers speelt meer dan alleen je vakkennis mee.” “We deden ook het nieuwe museum op de Akropolis in Athene. De oude site is overkoepeld met een glazen vloer van ons. We hebben er geleverd én geplaatst. Niet alleen de gevels, ook de glazen vloeren, de brandwerende binnenbeglazing, enzovoort.”
TECHNOLOGIE
Bouwkunde en elektromechanica
De Skywalk, een transparant glazen U-vormig wandelpad hangt tot 21 meter over de rand van de Grand Canyon.
Ing. Francis Serruys MSc (49) is industrieel ingenieur bouwkunde én industrieel ingenieur elektromechanica. Hij werkt al 22 jaar bij Saint-Gobain en heeft de groep tien jaar lang vertegenwoordigd binnen de Europese normalisatie. “Vandaaruit heb ik automatisch altijd een sterke link gehad met onderzoek en ontwikkeling. Tegelijk bleef ik actief bij de projecten en nadien heb ik zelf een tijdje het onderzoekslabo in Compiègne geleid. Nu leid ik de business unit van de grote projecten en tegelijk ben ik verantwoordelijk voor onderzoek en ontwikkeling, een heel interessante link. We kunnen heel goed inspelen op vragen uit de markt. Met goede contacten binnen onderzoek en ontwikkeling reageer je veel beter op vragen van architecten voor hun projecten.” DVE
“ Innovatie is de enige manier om ons hoofd boven water te houden” “Een ander prestigieus project was het Sports City Center in Doha, Qatar, in samenwerking met Sixconstruct. De toren moest klaar zijn voor de Aziatische Spelen. Boven in de toren brandde de olympische vlam. Het volledige gebouw is in één jaar tijd ontworpen en geproduceerd. Dat zijn projecten die een geweldige uitstraling bieden.”
Floatstone “Als het op innovatie aankomt, zijn wij duidelijk koploper. We staan aan het begin van een nieuwe ontwikkeling met de ‘Floatstone’, een gelaagde beglazing met tussen de twee glasbladen een flinterdunne schijf natuursteen van 4 tot 7 mm. Zulke dunne schijf natuursteen laat mooi diffuus, natuurlijk licht door. Dat idee is
niet nieuw, maar wij zijn bezig om een eindproduct te ontwikkelen waar we achteraf een garantie kunnen op geven. Het is een heel nieuw product dat nu al interesse wekt bij toparchitecten voor nieuwe projecten.” “Zo hebben we ook het initiatief genomen om elektrochroomglas te produceren. Ook dat is een bekende techniek, maar wij zijn klaar om het op industrieel niveau toe te passen in gevels. Via elektrische pulsen kan je het glas ‘sturen’: je kunt genieten van zonnewering, maar je kunt ook het zonlicht dempen, zodat je minder artificieel licht moet gebruiken. Dat procédé wordt ook toegepast in het dak van de Ferrari en is een groot succes.”
begin dit jaar is er duidelijk een terugval in de grote projecten. We werken normaal op projecten die meer dan één miljoen euro beglazing hebben, maar nu kijken we ook naar goedkopere projecten, die niet noodzakelijk minder prestigieus zijn, zoals bijvoorbeeld de binnenkoer Visconti in het Louvre in Parijs. Die kleinere projecten komen nog goed binnen. Het algemene prijsniveau staat onder druk. De Chinezen krijgen vaak de eenvoudige glasprojecten toegewezen, maar ze spelen niet mee in innovatieve producten. We merken dat die markt zich traagjes weer op gang trekt bij de grote architectenbureaus. Dat is voor ons de eerste graadmeter.” www.grandcanyonskywalk.com www.iacbuilding.com www.saint-gobain-glass.com
Crisis “We voelen de crisis wel een beetje”, zegt Ing. Serruys. “2009 was nog een relatief goed jaar, omdat we lopende projecten hebben kunnen afwerken, maar sinds
Tekst: Dirk VANDER ELST Foto’s: Dirk VANDER ELST en SAINT-GOBAIN GLASS
Saint-Gobain Saint-Gobain is opgericht in 1665 onder Lodewijk XIV om de spiegels in de spiegelzaal van Versailles te maken. Kort nadien verhuisde het bedrijf naar een dorpje dat Saint-Gobain heette. Vandaar de naam. Nu is de groep SaintGobain volledig georiënteerd op het segment ‘habitat’ en bevat ze het hele gamma van bouwmaterialen, zoals Isover, Gyproc, Norton Abrasives, Performance Plastics, Weber mortels, enzovoort. Saint-Gobain is tevens actief in de distributie van bouwmaterialen, zoals bv. Lapeyre In de glasproductie werkt Securit voor de automobielindustrie - één wagen op twee in Europa heeft glas van Saint-Gobain - , Solar voor de zonne-energie en Saint-Gobain Glass Solutions maakt alles voor de bouw. Veertien glasfabrieken leveren aan voor Serruys’ projectenteams. Na de Japanse groepen AGC en NSG is Saint-Gobain de derde grootste glasfabrikant ter wereld. DVE Ing. Francis Serruys MSc 9
I-mag januari 2011
technologie
MODERN TIMES MODERN TIMES Skylifter kan tot 150 ton heffen Enorme gewichten heffen in moeilijke omstandigheden of ze transporteren naar bijna onbereikbare oorden? Tot nu toe was dat bijna uitsluitend voorbehouden voor helikopters. Als het van Skylifter – een Australisch bedrijf – afhangt, dan komt daar verandering in. Skylifter bouwt namelijk een tuig dat ons transport een heel nieuwe dimensie zou kunnen geven. De Skylifter lijkt op een vliegende schotel en kan gewichten vervoeren die tien tot vijftien keer zwaarder zijn dan wat een doordeweekse helikopter aan kan. De Skylifter gebruikt ‘lichter dan lucht’-principes om verticaal massa’s te torsen en ze van de ene onmogelijke plek naar de andere te brengen. Zo kan er gedacht worden aan de verplaatsing van prefab ziekenhuizen of andere grote gebouwen. Of aan het transport naar afgelegen locaties zonder wegeninfrastructuur. Het bedrijf Skylifter heeft voorlopig enkel een prototype gebouwd van een schotel met een doormeter van 18 meter. De eindversie moet een diameter van 150 meter krijgen en over zowat zes tot zeven jaar moeten we ze kunnen bewonderen. Als grote troeven van het nieuwe transportmiddel worden genoemd: de mogelijkheid om grote, zware gevaartes te verplaatsen (op termijn gewaagt men zelfs van duizenden ton), het ontbreken van de grote luchtverplaatsingen waarvoor helikopters garant staan en de milieuvriendelijkheid. De Skylifter vliegt immers op biobrandstof en zonne-energie. Hij kan maximaal 2.000 kilometer per reis afleggen tegen een snelheid van 80 km per uur. Als mogelijk nadeel wordt de reisduur naar voren geschoven. Een transport kan dagen duren, waar we bij helikopters gewoonlijk over uren spreken. www.skylifter.com.au
Peepoo brengt wereldwijd toilethygiëne Waar het bedrijfsleven al niet zijn inspiratie haalt: wereldwijd beschikken 2,6 miljard mensen niet over een toilet. Daar ligt dus een groot ‘gat’ in de markt. Het Zweedse Peepoople AB speelt daar nu op in. Maar het is natuurlijk niet al commercie die aan de grondslag ligt van wat nu volgt, want het gebrek aan toiletten wereldwijd is goed voor heel wat gevallen van diarree. En diarree is wereldwijd de tweede doodsoorzaak bij kinderen onder de vijf jaar. De Peepoo zal in die cijfers drastisch verandering brengen, als het van Peepoople AB afhangt. De Zweden komen immers op de proppen met een plastic zak die geheel afbreekbaar is en dienst moet doen als toilet. De Peepoo heeft daarenboven de uitmuntende eigenschap om van menselijke uitwerpselen mest te maken. Niet een maar twee vliegen in één klap dus: door de grotere hygiëne voorkomt men diarree en kindersterfte en door de compostering ontstaan er meer mogelijkheden voor de landbouw. De Peepoo kan overal worden gebruikt, vraagt geen waterverbruik en is makkelijk mee te nemen. Het idee is kinderlijk eenvoudig: aan de binnenkant van het zakje zit een gaas en de zak blijft 24 uur lang geurloos na gebruik. Het zakje composteert geleidelijk aan en geeft zijn voedingsstoffen af aan de bodem. Peepoople beweert de zakjes te kunnen produceren voor minder dan 0,02 euro. Het zakje is 14 x 38 cm groot en je hebt geen ‘ondersteunende structuur’ nodig om er je behoefte in te doen, aldus de Zweden. Al vermelden ze er wel fijntjes bij dat ‘een afgesneden PET-fles – voor je ‘gemak’ – heel wat kan helpen. www.peepoople.com
I-mag januari 2011
10
MODERN TIMES
Japanse drankautomaat gebruikt gezichtsherkenning JR East Water Business Co is een Japans bedrijf en daar is niks speciaals mee, ware het niet dat het bedrijf in enkele treinstations in Japan zes raar ogende drankautomaten heeft neergepoot. En dat ‘raar ogende’ moet letterlijk worden genomen, want de automaten zijn buitenproportioneel groot en hebben twee grote ogen die de voorbijgangers en de pendelaars geïntrigeerd aanstaren. Een 47 inch aanraakscherm domineert de voorzijde van het beestje. Op dat aanraakscherm dus de twee grote ogen, als het toestel niet in gebruik is. Wordt het wel gebruikt, dan maken de ogen plaats voor het drankenoverzicht. Geen uitverkochte dranken, want die worden vakkundig verborgen op het scherm. Je krijgt alleen een overzicht van de dranken die nog effectief in het toestel zitten. Betalen kun je met zowat alles. Ook met je gsm. De drankautomaat beschikt over software voor gezichtsherkenning waarmee leeftijd en geslacht van de klant worden bepaald. Op basis daarvan suggereert de automaat subtiel een drankenkeuze. Hij kan het trouwens weten, want zijn voorkeuren zijn gebaseerd op zijn eigen marktonderzoek. Hij weet exact welke leeftijdsgroepen van welk geslacht welke dranken kopen op welk moment van de dag. Zo kopen mannelijke dertigers ’s morgens zwarte koffie en ’s avonds Red Bull. Na middernacht schakelen ze over op spuitwater en Pocari Sweat. De zes bestaande automaten halen een driedubbele verkoop in vergelijking met gewone drankautomaten. JR East Water Business wil de volgende twee jaar 500 slimme drankautomaten geplaatst hebben. www.jreast.co.jp/e/
Geurloze windjes Nanotechnologie behoedt voortaan ons, mannen, voor de soms gênante situaties waarin wij al eens een windje (moeten) laten. Alsof vrouwen daar nooit last zouden van hebben. Dankzij die nanotechnologie slaagde de Australiër Gilbert Huynh erin mannenslips te ontwikkelen die de geur van winden tegenhouden. 4skins rust zijn slips voortaan uit met Nano-Tex, een speciale technologie die ervoor zorgt dat geur niet naar buiten kan, maar dat de huid wel nog kan ademen. Na twee jaar onderzoek en succesvolle tests bij 50 vrijwilligers komen de slips nu op de markt. Voorlopig alleen in een versie voor mannen. We vragen ons af waarom. Maar mannen kunnen zich voortaan dus probleemloos laten gaan bij zelfs de meest vervelende vorm van winderigheid. Nog één detail: de slips houden alleen de geur tegen. Niet het geluid. Dat is wellicht iets voor een volgend product.
Leonie rijdt zelf De technische universiteit van Braunschweig heeft een Volkswagen Passat volgestopt met radars en sensoren in een poging om een zelfsturende wagen te ontwikkelen. Het project heet ‘Stadtpilot’ en er worden al mondjesmaat proefritjes gedaan, maar het zal nog een klein decennium duren vooraleer je een auto ziet passeren zonder chauffeur. De omgebouwde VW Passat heet Leonie. Een gps en tal van lasergestuurde sensoren moeten het Leonie mogelijk maken om bepaalde sporen te volgen en hindernissen te ontwijken. Leonie reed vrij vlot met een snelheid van 60 kilometer per uur over een drukke ringweg om Braunschweig. Bij kruisingen reageerde de wagen juist en hij remde ook prima bij hindernissen. Maar de wagen kan nog niet met verkeerslichten communiceren of plots van rijbaan wisselen. Het grootste probleem rijst momenteel nog bij mistig weer. Dan zijn het de neveldruppels die de contacten parten spelen. Een auto zonder chauffeur is dan misschien nog niet voor direct, maar we kunnen alvast beginnen na te denken over nuttige toepassingen voor de uitvinding. Al moeten we dat nuanceren, want de wetenschappers streven niet naar een geheel zelfsturende auto. Ze willen wel chauffeurs kunnen ondersteunen in kritieke situaties. Tot dusver werden auto's veiliger door ze massiever en zwaarder te maken. Nu we lichtere modellen nodig hebben om brandstof te besparen, moet de veiligheid via andere technieken worden gewaarborgd. www.tu-braunschweig.de Zie ook aanverwant onderwerp op pagina 18 van deze I-mag.
www.4skins.com
Tekst: Luc VANDER ELST
11
I-mag januari 2011
technologie
Het haviksoog van Hawk-Eye “We willen ons systeem voortdurend verbeteren, ook al hebben we geen directe concurrentie”
WINCHESTER. Op 17 januari komt het internationale tenniscircus weer op gang met de Australian Open in Melbourne, het eerste van de vier Grand Slam-tornooien. John McEnroe is er nog alleen bij als cocommentator voor Amerikaanse televisiezenders, maar was in zijn hoogdagen de speler die het vaakst en op de meest brutale wijze de beslissingen van de scheidsrechters in vraag stelde. John Kitter maakte er in 1982 zelfs een liedje over: “Chalk Dust”. Tegenwoordig zou McEnroes gemekker geen kans meer maken tegen
tie door uit beelden van 52 frames per seconde of het dubbele van een gewone televisiecamera. In de ‘review booth’ lezen ze het totaalbeeld van alle vijf de camera’s voor elke bots die de bal maakt en met de combinatie van al die camerabeelden krijg je een driedimensionaal beeld. Onze camera’s zijn gekalibreerd op de lijnen van het veld.”
de superieure technologie van het Britse Hawk-Eye, dat de gemillimeterde reconstructies maakt van de balbots binnen of buiten de lijn. Luke Aggas is director of operations bij Hawk-Eye Innovations Ltd in Winchester, Zuid-Engeland en legt in één adem uit hoe hun systeem werkt.
“Wij zijn geëvolueerd van een toepassing die alleen voor televisie functioneerde naar de officiële arbitragetoepassing die jaarlijks op meer dan 60 tennistornooien wordt gebruikt. We sturen drie à vier mensen naar elke locatie en gebruiken tien camera’s, vijf aan elke kant van het veld. Die kijken niet specifiek over één lijn, maar kijken per vijf allemaal over de helft van het tennisveld. Als een van de camera’s afgeblokt wordt door een speler of
I-mag januari 2011
een toeschouwer, dan hebben de vier andere camera’s nog altijd de informatie die nodig is om het landingspunt van de bal perfect te kunnen berekenen.”
Review booth “De camera’s sturen hun informatie door naar de officiële ‘review booth’. Dat is een soort arbitragekantoor in het stadion. Elke camera geeft tweedimensionale informa-
12
“ Het enige gegeven dat we zelf manueel in de computer moeten stoppen, is of het om een enkel- of een dubbelspel gaat.” “Al die informatie wordt in een halve tot maximaal drie seconden verwerkt, afhankelijk van de lengte van de rally’s, van een ace tot pakweg 50 balwisselingen. Eén machine verwerkt al de cijfers, geeft aan of de bal binnen- of buitengeslagen is en geeft via een ‘replay machine’ het beeld voor de vertraagde replay die iedereen op tv ziet.” “Tot veler verbazing zijn het zwart-witcamera’s: we gebruiken de grijswaarden in de beelden. We analyseren elke pixel en identificeren zo een cluster van pixels die
TECHNOLOGIE
Jong bedrijf Hawk-Eye Innovations Ltd. is in 2002 opgericht door dr. Paul Hawkins (vandaar de naam ‘Hawk-Eye’), die nog altijd managing director is. Hij werkte voor een softwarebedrijf dat toepassingen schreef voor onder meer ‘missile tracking’ voor militaire doeleinden, maar dat ook chirurgische instrumenten kon lokaliseren binnen in het lichaam van een patiënt. Hij was een fervent cricketbeoefenaar en legde de link naar de sport. Ze begonnen in cricket, kenden hun grootste succes in het tennis en zijn ondertussen ook actief in het snooker. Hun beelden en statistieken worden ondertussen ook gebruikt voor training en coaching. Ook de Belgische tennisfederatie toonde al interesse. Het bedrijf stelt 25 mensen tewerk en rekent op veel freelancers die de tornooien doen. Er is een heel nauwe samenwerking met researchafdelingen op Engelse universiteiten. DVE
de tennisbal moet zijn. Ook de snelheid waarmee die cluster beweegt, is richtinggevend, evenals de plaats waar je de bal de voorlaatste keer had gelokaliseerd. Op die manier kan je alle andere factoren uitsluiten, zoals het geluid van de toeschouwers of een vlag die voor je camera komt waaien of een speler die voor een camera loopt, enzovoort.” “In de review booth staan ongeveer veertien computers. Tien daarvan ontvangen elk de gegevens van een van de tien camera’s rond het veld. We hebben drie computeroperatoren in die review booth. Naast onze mensen zit daar ook de ‘review official’, een extra scheidsrechter die aangeduid is door de ITF en die een verbindingspersoon is tussen de hoofdscheidsrechter of umpire en onze computeroperatoren. Hij overschouwt ons systeem en treedt bijvoorbeeld op als de grote schermen in het stadion, die niet door onze camera’s bediend worden, uitvallen. Dan kunnen ze terugvallen op ons materiaal en moet de review official op basis van onze camera’s aan de umpire zeggen of de bal binnen of buiten was.” “Op die manier zijn we veel meer dan alleen maar een leverancier van een infor-
Tien zwart-witcamera’s voeden Hawk-Eye.
maticatoepassing; we maken met ons team deel uit van het officiële scheidsrechterlijke team. We proberen de umpire en zijn assistenten te ondersteunen bij hun werk.”
Tien courts tegelijk “We gaan meestal vier dagen voor het tornooi ter plaatse. We hebben met twee dagen voorbereiding genoeg, maar om logistieke redenen bouwen we een veiligheidsmarge in. Het zijn immers dezelfde camera’s die van het ene naar het andere tornooi reizen en er kan altijd iets mee gebeuren. Zo’n veiligheidsmarge stelt ons in staat om eventueel nog herstellingen uit te voeren. Bij sommige events mogen we pas kort voor het tornooi binnen, omdat er nog concerten plaatsvinden vlak voor het tornooi, zoals nu in de Royal Albert Hall. En in Wimbledon neemt de voorbereiding meer tijd in beslag, omdat we het systeem op gras moeten opzetten.”
“ Op de drie grand slamtornooien verwerkten we vorig jaar iets meer dan 1.500 challenges. In slechts één geval toonde het systeem ons meteen aan dat de informatie die we kregen, niet volledig correct was.” “Tot een maand geleden konden we zes courts tegelijk doen, maar we hebben geïnvesteerd in twee extra sets van camera’s en kunnen nu acht tennisbanen tegelijk aan. Als een tornooi ons zou vragen om tien velden te doen, dan zouden we dat ook kunnen door extra camera’s te huren. We hebben ongeveer een maand nodig om
13
de camera’s en de software te installeren en we hebben ondertussen voldoende mankracht.” “Bij aankomst beginnen we met de installatie van onze camera’s, de computers en de hele bekabeling, en daarna hebben we ongeveer vier uur tijd nodig op de tennisvelden zelf. We moeten vooraf heel nauwkeurig de velden opmeten. Geen enkel veld heeft de perfecte afmetingen die de federatie voorschrijft en elke millimeter betekent een belangrijk verschil. Het is belangrijk dat we dat heel nauwkeurig opmeten en in ons systeem invoeren, zodat ons systeem perfect weet wanneer de bal de grond raakt. We meten ook alle oneffenheden in de velden met een lasermeettoestel, zoals landmeters dat gebruiken. Vooral in de lengte van de lijnen meten we die oneffenheden op.”
Met elf naar Australië “We zetten drie operatoren per court in, maar één monitort alle informatie van alle camera’s op verscheidene courts. Hij moet onder meer de zoninval op de camera’s in de gaten houden, want die beïnvloedt heel erg onze waarnemingen. Bij het tornooi van Indian Wells volgen we bijvoorbeeld acht velden en die ene man waakt over de camera’s op drie of vier van die acht velden. In Melbourne zullen we voor de Australian Open de twee belangrijkste velden coveren: de Rod Laver Arena en de Hisense Arena. We zullen daar elf mensen ter plaatse hebben. Het zijn heel lange dagen. We zetten er drie mensen en een invaller in per court, maar we bedienen ook drie replaymachines per court die niet voor de ‘challenges’, maar alleen voor televisie gebruikt worden.” “Die replaymachines worden ook gebruikt
I-mag januari 2011
TECHNOLOGIE
Hawk-Eye zorgt niet alleen voor de officiële ‘review’, maar genereert ook alle statistieken van een tennismatch.
voor alle statistieken die je op televisie kan zien: welke speler slaat in welke hoeken van het opslagveld op, hoeveel ballen komen waar terecht, hoeveel aces, forehandwinners, unforced errors, enzovoort: al die informatie komt ook van onze HawkEyecomputers en wordt gretig gebruikt bij coaching en training.” “Onze computeroperatoren luisteren tegelijk naar de tenniscommentatoren. Als ze vernemen dat die mensen nood hebben aan een specifiek overzicht, dan kunnen onze mensen dat meteen op het scherm brengen of het voorbereiden.” “Onze computeroperatoren doen 230
dagen per jaar tenniscoverage, dus naast hun technische kennis is het een absolute vereiste dat ze heel vertrouwd zijn met het tennis.” “Een tweede computeroperator houdt zich specifiek bezig met de reconstructie van het laatste beeld van de rally, het beslissende beeld. Hij houdt ook het logboek bij van de statistieken. En de derde operator bedient de replaymachine in nauw overleg met de review official. Soms volgen challenges elkaar heel snel op en dan is het niet onze operator die beslist welk beeld getoond wordt, maar wel de review official in overleg met de umpire.” “Het enige gegeven dat we zelf manueel in de computer moeten stoppen, is of het over een enkel- of een dubbelspel gaat, uiteraard om de juiste speelvakken en lijnen te definiëren.”
Hoge betrouwbaarheid
Hawk-Eye weet perfect waar de eerste en de tweede opslag van elke speler terechtgekomen zijn.
“Op de drie grand slam-tornooien waar Hawk-Eye vorig jaar gebruikt werd (op de rode gravel van Roland Garros wordt het botspunt gelokaliseerd in de gravel zelf), verwerkten we iets meer dan 1.500 challenges. In slechts één geval toonde het
De goal van Frank Lampard In het voetbal kan het systeem van Hawk-Eye perfect beoordelen of een bal al dan niet achter de doellijn is geweest. “Sinds twee jaar waren er gesprekken met de Fifa”? zegt Luke Aggas, “maar die zijn stilgevallen in de aanloop naar het WK 2010. Toen leek de deur definitief dicht voor doellijntechnologie. de wedstrijd tussen Duitsland en Engeland, waarin de 2-2-gelijkmaker van Frank Lampard ten onrechte niet toegekend werd, liet de Fifa verstaan dat ze de gesprekken weer wilden heropenen. Die evolueren nu van week tot week en we verwachten rond januari, februari een doorbraak. De Fifa kent onze technologie en weet ook dat ons werk het imago van hun sport kan verbeteren. We hebben alle Fifa-tests doorstaan op het veld van Reading FC, toen die nog in de Premier League speelden. En we zijn benieuwd naar het verdere verloop van de gesprekken.” DVE
I-mag januari 2011
14
systeem ons meteen aan dat de informatie die we kregen, niet volledig correct was. In dat geval blijft de beslissing van de scheids- of lijnrechter behouden. De ITF laat één fout op honderd challenges toe, dus die norm halen we ruimschoots.” “Voorts eist de ITF dat de gemiddelde foutenmarge minder dan vijf millimeter is. Hawk-Eye strandt op een gemiddelde foutenmarge van 3,6 millimeter.”
“ Na de wedstrijd tussen Duitsland en Engeland, waarin de 2-2-gelijkmaker van Frank Lampard ten onrechte niet toegekend werd, liet de Fifa verstaan dat ze de gesprekken weer wilden heropenen.” “Die normen worden frequent en onaangekondigd getest door de ITF, die voor aanvang van een tornooi een hogesnelheidscamera op elke lijn van het veld plaatst en er telkens tien ballen op afvuurt om op basis van die beelden onze foutenmarge te beoordelen. In de vijf jaar die we ondertussen als ‘Official review system’ voor de ITF werken, hebben we nog nooit onze camera’s moeten herkalibreren na zo’n test van de ITF. Het is evident dat de ITF die test altijd zal uitvoeren op de Grand Slams, de Davis Cup, de Fed Cup en de Masters.” “Het is onze uitdaging om ons systeem voortdurend te verbeteren, ook al hebben we geen directe concurrentie. Hawk-Eye is het enige systeem dat door de tests van de ITF geraakt. Er is concurrentie, maar die is nog nooit door de ITF-tests geraakt. Bij elk tornooi gebruiken we ongeveer tien nieuwe versies van software. Die is uiteraard altijd vooraf heel grondig getest, maar we evolueren steeds verder.” www.hawkeyeinnovations.co.uk Tekst: Dirk VANDER ELST Foto’s: HAWK-EYE INNOVATIONS LTD.
technologie TECHNOLOGIE
“Biotechnologie benut wat al in de natuur aanwezig is” Dr. ir. Johan Botterman van Bayer BioScience is overtuigd van het nut van plantenbiotechnologie ZWIJNAARDE. Wereldwijd telt de Duitse multinational Bayer, met een geconsolideerde omzet van 32 miljard euro, 90.000 medewerkers die tewerkgesteld zijn in de divisies HealthCare, MaterialScience en CropScience. Binnen die laatste afdeling ontwikkelde zich in 1982 de businessgroep BioScience, met hoofdzetel in de Franse stad Lyon. Daartoe behoort ook de vestiging in Zwijnaarde. Het bedrijf telt 300 medewerkers in Zwijnaarde en Astene. In Zwijnaarde bij Gent bevinden zich de laboratoria, de administratie en de
ondersteuning van expertfuncties in internationaal recht, wetgeving, intellectuele eigendom, kwaliteitscontrole en regelgeving. Het gaat dus om hoogtechnologisch onderzoek dat duurzame oplossingen biedt voor de landbouwsector.”
Meer productie, minder gronden
ondersteunende taken. In Astene bij Deinze liggen de enorme serres. We hebben het over het belangrijkste innovatiecentrum in de plantenbiotechnologie van Bayer CropScience.
We spraken met dr. ir. Johan Botterman over Bayer BioScience. “Klassieke chemie is al 147 jaar lang de basis voor innovatie bij Bayer, terwijl de plantenbiotechnologie en de zaadbusiness er via overnames pas later zijn bijgekomen. Op basis van technologie, ontwikkeld aan de Universiteit Gent, werd ons bedrijf als ‘Plant Genetic Systems’ in ’82 opgericht. Sinds 2002 maken wij deel uit van Bayer CropScience. Vorig jaar haalde BioScience een omzet van 500 miljoen euro, voornamelijk door de verkoop van
koolzaad, rijst, katoen en groentevariëteiten. Kort samengevat komen de kernactiviteiten in ons innovatiecentrum in Vlaanderen hierop neer: onze wetenschappers passen genetische en genomische veranderingen toe in het erfelijk materiaal van gewassen om eigenschappen te ontdekken en te ontwikkelen die oplossingen bieden voor gewasbescherming (onkruidverdelging, droogte- en insectenresistentie), gewasproductiviteit en kwaliteitsverbetering. Het onderzoek en de ontwikkeling vragen ook de nodige
“De landbouwsector zal de komende jaren wereldwijd voort beïnvloed worden door klimaatveranderingen, door de stijgende vraag naar hernieuwbare energiebronnen en door de almaar aangroeiende wereldbevolking. Meer mensen op deze planeet betekent ook een toenemende vraag naar voeding en dat op steeds minder beschikbare landbouwgronden. Om aan die behoeften het hoofd te kunnen bieden is het belangrijk om de landbouwgewassen zoveel mogelijk te beschermen tegen invloeden van buitenaf. Dat kan verwezenlijkt worden door plantenveredeling en/of door de ontwikkeling van nieuwe biotechnologische toepassingen.” “Wij zijn vooral toegespitst op koolzaad,
“ Onze wetenschappers passen genetische en genomische veranderingen toe in het erfelijk materiaal van gewassen om eigenschappen te ontdekken en te ontwikkelen die oplossingen bieden voor gewasbescherming.”
De enorme serres van het innovatiecentrum in de plantenbiotechnologie van Bayer CropScience. Dr. ir. Johan Botterman
15
I-mag januari 2011
Complexe materie De plantvariëteiten die technologisch ontwikkeld worden, kunnen overal verspreid worden. Dat is soms een groot probleem, want zij kunnen ook verspreid geraken in landen die dat helemaal niet wensen. Dat kan enkel tegengegaan worden door te trachten om wereldwijd toelating te krijgen van alle landen waar het gewas in kwestie geteeld kan worden. Maar dat proces is strikt gereglementeerd. Om een en ander nog meer te bemoeilijken bestaan er tal van soorten toelatingen. De toelating op het hoogste niveau is die om ter plaatse te telen. Maar het is een complexe materie waar men wat mag telen, naar waar men wat mag exporteren, enz… Zo mag hybride soja in Europa niet geteeld worden, maar het wordt in Europa wel geïmporteerd uit Zuid-Amerika in de vorm van veevoeder. WP
I-mag januari 2011
katoen, rijst en groenten, terwijl daar recent ook maïs, soja en tarwe bijgekomen zijn. Jaarlijks worden er ongeveer 140 miljoen hectaren genetisch gemodificeerde gewassen geteeld, maar in Europa tref je daar amper enkele duizenden hectaren van aan. Dat heeft vooral te maken met de strenge Europese regelgeving en de verdeeldheid binnen de Europese lidstaten om die nieuwe ontwikkelingen al dan niet te ondersteunen. Want het is een feit dat Europa nog steeds weigerachtig staat tegenover die producten. In verschillende bedrijven en onderzoeksinstituten binnen onze sector werken alleen al hier in het Gentse een 600-tal mensen rond die materie. De overheid is er zich, meen ik, wel van bewust dat er te veel pesticiden gebruikt worden, dat de beschikbare landbouwoppervlakte afneemt en dat het wetenschappelijk onderzoek gesteund moet worden. Maar daar staat tegenover dat diezelfde overheid ook weigerachtig staat tegen de commercialisatie van de nieuwe producten. Een ambigue situatie. Biotechnologie biedt immers heel wat mogelijkheden en benut wat in de natuur al aanwezig is.”
16
TECHNOLOGIE
Op basis van vragen uit de markt onderzoekt en ontwikkel Bayer BioScience nieuwe plantvariëteiten. Er verlopen bijna twee decennia tussen het onderzoek en het eigenlijke vermarkten.
“ De landbouwsector zal de komende jaren wereldwijd voort beïnvloed worden door klimaatveranderingen, door de stijgende vraag naar hernieuwbare energiebronnen en door de almaar aangroeiende wereldbevolking.” “Op basis van vragen uit de markt onderzoeken en ontwikkelen wij nieuwe plantvariëteiten. Van onderzoek tot het eigenlijke vermarkten gaan er bijna twee decennia overheen. Dat is veel in een mensenleven, maar heel relatief in de evolutie van de technologie. Wij ontwikkelen en maken immers geen iPod’s, maar werken met biologisch materiaal. Van één zaadje kan je niet meteen één ton maken. Wij moeten trachten in te schatten welke ontwikkelingen zich in de toekomst zullen voordoen en aan welke producten er dan behoefte zal zijn. Van de tien zaken die wij uitproberen in het wetenschappelijk onderzoek, is er misschien maar één die effectief voortgezet wordt. Onze onderneming staat immers aan het begin van het onderzoeken ontwikkelingsproces, maar de validatie in een veldsituatie kan beduidend anders zijn.”
Bloemkool
Amerika
“Plantenveredeling bestaat al millennia, sinds de tijd dat men niet langer rondtrok, maar ter plaatse gewassen begon te verbouwen voor eigen gebruik. Daarbij is trouwens ook bijvoorbeeld de volledig ingeburgerde, maar door artificiële selectie ontstane bloemkool ‘gecreëerd’. Met plantenbiotechnologie worden nieuwe eigenschappen gecreëerd die voordien niet of beperkt in de plant aanwezig waren. Katoenvelden moeten nu verschillende keren per jaar met insectenbestrijdingsmiddelen behandeld worden. Maar dankzij gentechnologie zijn wij erin geslaagd om een insectenresistentiekenmerk in de katoenplant in te bouwen. Daarmee kunnen katoenplanten zichzelf beschermen tegen insectenvraat. Daardoor hebben die katoenplanten nieuwe erfelijke kenmerken en is het veel minder nodig om door die uitgestrekte velden te rijden met pesticiden. Onze zaden zijn weliswaar wat duurder in de aankoop, maar de eerder opgesomde voordelen compenseren dat ruimschoots. Neem bijvoorbeeld de landbouw in India. Daar gaat het nu nog aan toe zoals een eeuw geleden in België, met één hectare landbouwgrond per boerderij. De boeren beschikken er helemaal niet over de middelen om pesticiden aan te kopen. Maar met de introductie van onze zaden zagen zij hun oogsten met meer dan 50% toenemen.”
“Onze belangrijkste afzetgebieden zijn koolzaad in Canada, katoen in de Verenigde Staten, Zuid-Amerika en India, rijst in Zuid-Oost-Azië en groentezaden in Europa, Azie en Amerika. Onderzoek vindt plaats in Europa en de verkoopsactiviteiten en veldproeven vinden veelal plaats in Amerika. Om de leiderschapspositie voor die gewassen voort uit te bouwen was het voor Bayer BioScience dan ook een logische keuze om in de VS een nieuwe vestiging te openen. In augustus
Cultivars Bayer BioScience is actief in de ontwikkeling en commercialisatie van hybride zaden voor landbouwgewassen, aangepast aan de eisen van de land- en tuinbouw van morgen. De eerste generatie na een kruising (hybride) noemt men een F1-hybride, de tweede generatie een F2-hybride, enz. Veel als zaad verhandelde cultivars zijn F1-hybriden tussen twee inteeltlijnen. Dat heeft als voordeel dat men daarmee tot een grote mate van uniformiteit kan komen. WP
17
2009 nam Bayer het biotechbedrijf Athenix (Raleigh, North Carolina) over. Athenix doet ook onderzoek naar genetisch gemodificeerde gewassen. Door die overname kan Bayer BioScience zijn positie in Amerika versterken. Hun onderzoeksteam telt 65 mensen. Het is de bedoeling om de komende drie jaren nog meer mensen aan te trekken, zodat er tegen 2012 minstens 150 werknemers in het nieuwe centrum aan de slag zijn.”
“ De marketing van gemodificeerde planten zal voor een stuk wel verkeerd aangepakt geweest zijn en mogelijk werden er ook te hoge verwachtingen gecreëerd. Vandaar het negatieve imago van de sector. Maar op termijn zal biotechnologie een belangrijke rol spelen bij de verdere ontwikkeling van een duurzame landbouw.” “Volgens verwachting zal de wereldbevolking blijven toenemen en daardoor ook de nood aan landbouwgewassen”, besluit Botterman. “Daarnaast is er ook een verschuiving in het Aziatisch voedselpatroon. Door de stijgende welvaart eet men er nu meer vlees dan vroeger. Maar voor de productie van een kilogram vlees is 8 kilogram graan nodig. Ook de trend naar hernieuwbare energiebronnen gaat in stijgende lijn. Voor het transport in Brazilië is bio-ethanol heel belangrijk, een product dat uit suikerriet gewonnen wordt. De marketing van gemodificeerde planten zal voor een stuk wel verkeerd aangepakt geweest zijn en mogelijk werden er ook te hoge verwachtingen gecreëerd. Vandaar het negatieve imago van de sector. Maar op termijn ben ik ervan overtuigd dat biotechnologie een belangrijke rol zal spelen bij de verdere ontwikkeling van een duurzame landbouw die beantwoordt aan de noden van de toekomst. En dat is van vitaal belang voor ons allemaal.” www.bayercropscience.com
Tekst: Wouter PEETERS Foto’s: Wouter PEETERS en BAYER BIOSCIENCE
I-mag januari 2011
samenleving
“ Auto zonder chauffeur ” De volgende evolutie zal eerder politiek dan technologisch zijn BRUSSEL. Professor Sebastian Thrun heeft radicale plannen met de auto. Ideeën die initieel ongeloof oproepen om daarna weken door je hoofd te spoken. Denk aan de eerste gsm, de eerste google search. Thrun ziet geen frustrerende files of nood aan meer autosnelwegen, maar een systeem dat 60 tot 70% te weinig wegcapaciteit gebruikt. Waar 'persoonlijke vrijheid' wordt gepromoot, ziet hij een machine die levensgevaarlijk is in mensenhanden. Waar straten vol staan met auto’s, ziet hij een weg te werken redundantie. Gevraagd naar zijn motivatie windt hij er geen doekjes om: “Het is een sterk verlangen om een grote impact te hebben.”
Sebastian Thrun is de drijvende kracht achter het fenomeen van de robotauto’s die het voorbije jaar ongemerkt rondreden in o.a. San Francisco en Santa Monica. Zonder chauffeur. Om te begrijpen hoe dat überhaupt mogelijk is moeten we een paar jaar terug in de tijd. In 2004 lanceerde het Amerikaanse leger de ‘Darpa Grand Challenge’ om eindelijk het probleem van autonoom rijdende wagens op te lossen. De challenge was een tweehonderd vijftig kilometer lange race door de Mojavewoestijn, waarbij volop mocht worden gebruikgemaakt van voorgedefinieerde gps-coördinaten. Geen enkele deelnemer haalde de eindstreep. Zelfs de 'winnaar' reed zich na 11,78 km al helemaal vast. Daarop trok Thrun zich met zijn tien jaar robotica-ervaring en wat Stanford-studenten terug in de woestijn. Ultieme missie: de Grand Challenge 2005 winnen.
Tocht door woestijn De Grand Challenge 2004 had zeer duidelijk gemaakt dat gps-coördinaten, hoe nauwkeurig ook, niet voldoende zijn. Wat doe je immers met plotse obstakels, oversturing en meetfouten in je apparatuur? “Het is moeilijk om te beweren dat één enkele technologie de zaak zal oplossen”, zegt Thrun. “Dat geldt zowel voor de mobiliteitsproblematiek in het algemeen als voor de wagen die wij ontwikkeld hebben.” Die filosofie uit zich in de reeks gelaagde en nauw samenwerkende technologieën. Er is in een massale redundantie voorzien, met meerdere systemen die het van elkaar
I-mag januari 2011
kunnen overnemen. De eerste laag is een combinatie van een gps, gyroscopen en versnellingssensoren die het mogelijk maken om de positie, oriëntatie en snelheid van de wagen vast te leggen. Het zogenoemde Lidar-systeem op het dak scant met een laser de omgeving af en vormt daarmee een nauwkeurig 3D-beeld van de omgeving, tot op enkele meters rond het voertuig. In theorie zou dat voldoende moeten zijn om autonoom te kunnen rijden en alle mogelijke obstakels te vermijden dankzij de ingebouwde software. In de praktijk bleek Stanley, de langzaam intelligent wordende VW Touareg, gewoon de beek in te rijden. De foutenmarge van de gyroscopen was immers voldoende groot om bij relatief kleine onregelmatigheden in het wegdek een onoverkomelijke ‘false positive’ te veroorzaken op de Lidar. Met andere woorden: Stanley zag fantoomobstakels en deed er vervolgens alles aan om ze te ontwijken, met ongewenste off-roading tot gevolg. De oplossing lag bij de invoering van statistische foutenmarges op basis van een manuele rijdemonstratie van Thrun zelf. Echte machine learning dus. Ook voor het versnellen en remmen werd Stanley op die manier getraind om meer 'menselijk' te lijken en hem op z’n minst een beetje te vertragen bij ruw terrein. Het nadeel van de Lidar is de vrij beperkte afstand waarop het systeem goed werkt. Qua rijstijl had Stanley best wel wat van een beginnende én dronken chauffeur: zeer veel stuurcorrecties, traag en onze-
18
Sebastian Thrun naast Stanley, de langzaam intelligent wordende VW Touareg.
ker. De volgende stap was daarom de integratie van videobeelden in de koersbepaling, om verder te kijken dan de laser lang is. Een van de centrale moeilijkheden met computervisie is dat wegen of zandpaden er continu anders uitzien, waardoor betrouwbare detectie moeilijk is. Het grijs van asfalt kan ook het grijs van een rots zijn. Hier komen de data van Lidar perfect van pas: dankzij de terreinscanningstechniek kan men vrij goed bepalen welk stuk vlak voor de auto berijdbaar is. Op de videobeelden ziet de auto hoe het er ook uitziet. Met de eenvoudige aanname dat het wegdek een beetje verderop wellicht min of meer hetzelfde is, kan het systeem plots een heel eind verder kijken en flink op het gaspedaal gaan staan.
SAMENLEVING
“ Kan de auto betrouwbaar genoeg gemaakt worden? Duizend kilometer aan één stuk kunnen rijden, is niet hetzelfde als betrouwbaarheid.” tere snelheid. “Zestig tot zeventig procent meer doorstroming is perfect haalbaar zonder de infrastructuur aan te passen”, stelt hij. “Waarom zou je trouwens nog parkeerplaats nodig hebben? Wanneer je auto je heeft afgezet op het werk, stuur je hem toch gewoon weer naar huis?”
Stadsverkeer
Met die upgrade reed Stanley de Darpa Grand Challenge 2005 binnen, waar hij meer dan tweehonderd kilometer langs schrikwekkende haarspeldbochten aflegde met een opmerkelijk gemak. Op dramatische wijze stak hij de wagen van de competitie, de Carnegie Mellon Universiteit, voorbij voor de eerste plaats.
Wereldverbeterend Robotauto’s door de woestijn laten rijden is niet het einddoel van Thrun. “Ik wil iets goeds doen voor de mensheid”, laat hij vallen. Zijn uiteindelijke doel is om autonome auto’s in het verkeer te introduceren. Op zich is dat idee niet zo nieuw: de moderne cruise control neemt al vijftig jaar een cruciale beslissing – de snelheid – over van de chauffeur. Dat verklaart misschien waarom de lokale politie er geen enkel probleem in zag om Thrun in samenwerking met Google zijn volgende generatie robotvoertuigen te laten rondrijden in San Francisco en Santa Monica. “De wagens rijden wel rond met twee goed getrainde personen die op elke moment kunnen overnemen”, zo stelt Thrun ons gerust. “Het is belangrijk dat mensen eerst
gewend raken aan de technologie voor we van research naar product gaan.” Thrun neemt duidelijk geen risico’s, al kreeg zijn motivatie onlangs een stevige aansporing: “Een collega van me is pas overleden bij een auto-ongeluk. Het was totaal te vermijden. Dat maakt het plots erg persoonlijk.”
“ Ik wil iets goeds doen voor de mensheid.” Desondanks blijft hij voorzichtig: “Kan de auto betrouwbaar genoeg gemaakt worden? Duizend kilometer aan een stuk kunnen rijden, is niet hetzelfde als betrouwbaarheid.” Naast het gevaar van menselijke chauffeurs maakt Thrun nog een markante observatie: “Rond een gemiddelde snelheid van 88 km per uur bereiken de meeste snelwegen hun maximumcapaciteit. Op dat moment is slechts acht procent van de oppervlakte van de weg in gebruik.” Die overdaad kan alleen worden weggewerkt, als software het overneemt van mensen. Software met betere reflexen, meer inzicht in het verkeer en een constan-
19
Het nieuwe wagensysteem heeft nu al een onwaarschijnlijke 225.000 kilometer autonoom in het verkeer afgelegd, met onder andere een rit van het Google-hoofdkwartier in Mountain View California naar het kantoor in Santa Monica, vijfhonderd zestig kilometer verderop.Thrun laat een video zien waarop al snel duidelijk wordt wat de cruciale factor is die dat mogelijk maakte. Elke wagen rond het voertuig wordt – gesimuleerd - omgeven door een groene box in het videobeeld, elke voetganger door een rode. Dat impliceert dat een onmisbare mijlpaal in de Artificial Intelligence werd bereikt: die van de segmentering en catalogisering van alle relevante omgevingsinformatie. De algoritmes in de Googleauto’s kunnen ondertussen niet enkel de weg herkennen en inplannen, maar ook de medeweggebruikers afbakenen en dus anticiperen. Gevraagd naar de grootste komende uitdagingen, wordt Thrun afwijkend. Het lijkt er zelfs op dat de grootste technologische doorbraken al achter de rug zijn. Ook qua design zijn er volgens hem geen totaal nieuwe auto’s nodig: “Al wat je ziet, is een installatie op het dak. Er zijn enkel kleine aanpassingen nodig.” Zijn grootste bezigheid is momenteel het overtuigen van overheden. “Er is momenteel eigenlijk geen wettelijk kader. Het is ook niet duidelijk of wetgevers het probleem wel begrijpen. Hun beweegredenen verschillen immers vaak van de onze.” De volgende evolutie zal dan ook eerder politiek dan technologisch zijn. Maar een ding is zeker: de auto zal nooit meer hetzelfde zijn. Zie ook aanverwant onderwerp bij Modern Times van deze I-mag (pagina 11). Tekst: Thomas GOORDEN Foto’s: Erik CHARLTON
I-mag januari 2011
samenleving
“Het was een onbetaalbare leerschool” Ing. Johan Engelen MSc is ‘Beste hobbykok van Vlaanderen’ 2010 ZOUTLEEUW. Niet de mooie Joyce, maar de immer rustige Johan Engelen uit Zoutleeuw won begin december de tweede editie van ‘Beste hobbykok van Vlaanderen’. Het VTM-programma werd druk bekeken met telkens tot bijna een miljoen kijkers en pieken tot 1,2 miljoen. In de finale verbaasde de industrieel ingenieur de twee driesterrenchefs met een feilloos menu van een erwtencappuccino tot zijn ondertussen befaamd koekjesijsdessert.
Het was niet uw eerste tv-optreden? “Ik was in 2004 tweede geworden in ‘Varken zoekt kok’ op Vitaya en vond dat een leuke ervaring. Toen vorig jaar de eerste reeks van ‘Beste hobbykok’ op VTM kwam, wekte dat mijn interesse. Het leek me een programma waar ik veel van kon leren en waar ik nieuwe dingen kon meemaken. Ik ben met een soort video-cv door de preselecties geraakt na allerlei psychotechnische proeven. Zo geraakte ik bij de laatste honderd uit 1.200 kandidaten. Je bent al blij, als je eens een gerechtje mag klaarmaken en presenteren aan Peter Goossens en Sergio Herman. In een volgende fase ging de hakbijl van 100 naar 24 en twee dagen later van 24 naar de laatste 13 deelnemers.” Het moet een intensieve periode geweest zijn?
De winnende amuse “Iedereen was in de wolken over mijn amuse in de finale”, zegt Johan. “Toch was het eigenlijk een simpele bereiding. Ik maakte een erwtencappuccino: kook wat diepvrieserwtjes in groentebouillon, koel die af om de kleur te behouden, pureer hem door een zeef, breng het geheel op smaak, voeg er wat room aan toe en een soeplepel ganzenleverterrine, die je overal kan kopen en die in die erwtenmassa volledig wegsmelt. Voeg er kort aangebakken pancettablokjes bij – noem het niet gewoon ‘spekblokjes’ – en doe er tot slot wat gestoomde melk op die gekookt is met champignons, zodat je dat cappuccino-effect krijgt. Met wat fijngemalen eekhoorntjesbrood erbij is dat een heerlijke amuse en eigenlijk poepsimpel.” DVE
I-mag januari 2011
20
“Bijzonder intensief: gedurende 14-15 weken waren er twee opnamedagen per week. Die begonnen soms al om 5 uur ’s ochtends ergens op locatie en duurden tot ’s avonds 19 of 20 uur. Daar komt uiteindelijk een uur en een kwartier televisie uit. Het was niet altijd even gemakkelijk om dat te combineren met een vrij zware dagtaak. Gelukkig werk ik in een bedrijf met een open sfeer, waar ook het senior management heel erg supporterde voor mij. En de opnames vielen samen met een relatief kalme periode in onze sector.” Gebruik jij veel techniek in je keuken? “Ik heb geen Green Egg, geen stoomoven, geen hoogtechnologische apparaten in mijn keuken, zelfs geen inductieplaat. Dat is allemaal leuk, maar niet strikt noodzakelijk om goed te kunnen koken. Die dingen zijn eerder hypes, dat komt en dat
SAMENLEVING
Wereldleider in suikerbietenzaad
Steun in de familie
Johan Engelen studeerde in 1983 af als industrieel ingenieur elektromechanica aan de toenmalige Katholieke Industriële Hogeschool Limburg (KIHL). Vandaag is hij logistiek manager bij SESVanderHave in Tienen, wereldleider in de productie van suikerbietenzaad. Hij leidt er de logistieke afdeling, maar is ook verantwoordelijk voor het hele facilitygebeuren (onderhoud, bedrijfsrestaurant, onthaal, beveiliging, wagenpark, …) en is tegelijk preventieadviseur en milieucoördinator. De groep heeft fabrieken in België, Italië, Frankrijk, Oekraïne en de Verenigde Staten. In Tienen werken ongeveer 230 vaste werknemers en een vijftigtal seizoenarbeiders in het najaar. Met de buitenlandse werknemers erbij stelt de groep ongeveer 450 mensen tewerk.
“Tijdens de opnames heeft mijn familie mij heel goed gesteund en intensief meegeleefd”, zegt Johan. “Mijn vrouw Lutgarde heeft veel huishoudelijke taken naar zich toegetrokken om mij de kans te geven extra in kookboeken te lezen, bij te leren, met chefs te gaan praten, enzovoort. Zo kon ik de feedback van de vorige opnames ter harte nemen. Ik ben met bevriende restaurateurs gaan praten en heb ook een namiddag doorgebracht bij Lucie Ory van Terrae uit ‘Mijn restaurant’. Samen met Jimmy opent Lucie weldra een nieuw restaurant in Tongeren en ze brengt binnenkort ook een boek uit.”
www.sesvanderhave.com DVE
gaat. Door de jaren ervaring van veel proberen en mislukken heb ik een heel sterke basis in het klassieke koken. Peter en Sergio hadden dat al snel gezien. Het belangrijkste aspect waar ik moest aan werken, is de presentatie van mijn gerechten. Ik was volgens hen blijven hangen in de eighties.” Heb je nieuwe ambities na je overwinning? “Ik vind de media-aandacht best leuk, maar die laat ik rustig over me heen waaien. Ik ben nuchter genoeg om niet te gaan zweven. Enkele uitgevers namen al contact met me op om een boek uit te geven. En ik word natuurlijk gevraagd om kookdemonstraties te geven.” “Ik ga zeker niet met een restaurant beginnen of mijn job opgeven. En we gaan door met onze mannenkookclub ‘de Gastrosexuelen’. Eén keer per maand komen wij samen. Men only. Ik probeer hen wat bij te brengen en dat lukt vrij goed, maar het moet in de eerste plaats leuk zijn.” “Als ik al een boek zou maken, dan wil ik het doen voor mannen, zodat zij met hun gerechten de vrouwen kunnen behagen, in het verlengde van de Gastrosexuelen. Het lijkt me leuk om met eenvoudige kooktrucs meerwaarde te geven aan onze gerechten, zodat de vrouwen daar ook meer van genieten.” Vind je het niet jammer dat ‘Beste hobbykok’ je geen geldprijs opleverde? “Nee, dat is juist het leuke eraan. De afwezigheid van een geldprijs zorgt voor een heel leuke sfeer, zeker onder de kandidaten. Het is ons om de ervaring te doen om wekenlang te mogen leren van die twee driesterrenchefs die nagenoeg onaf-
gebroken in je buurt zijn tijdens die opnamedagen. Veertien weken twee dagen per week onder hun vleugels mogen koken, dat is een onbetaalbare leerschool.”
DVE
‘em, hé, dit is ‘em’ hoort zeggen, dan ben je best wel trots.” Zijn er nog vooruitzichten bij Goossens en Herman?
Wat heb je dan geleerd van hen? “Als je ziet wat ik vandaag klaarmaak, niet alleen op het vlak van smaak, maar vooral op het vlak van presentatie: dat had ik voor aanvang van ‘Beste hobbykok’ nooit kunnen klaarmaken.” Gebruikte je bepaalde trucjes in het programma? “Ik heb geprobeerd om het spelletje slim te spelen. Zeker in de finale. Met enkele eenvoudige trucjes kan je gerechten heel erg opwaarderen zonder al te veel moeite. Dan ogen die gerechten moeilijk of complex, maar zijn ze in se heel simpel. Zowel voor mijn amuse als voor mijn ondertussen befaamd dessert heb ik enkele eenvoudige trucjes gebruikt om complex ogende gerechtjes te maken.” “Bovendien heb ik dankzij mijn opleiding een degelijke kennis van chemie en fysica, zoals eiwitstructuren of stolling. Die dingen begrijp ik op een andere manier dan tegenkandidaten. Dat zal mij ook wel geholpen hebben, evenals mijn ‘rustige vastheid’. En uit mijn job haal ik een zekere ervaring in attitude: een planmatige aanpak, doelgericht en gefaseerd naar een eindpunt werken.” Vond je voldoening in de waardering van de chefs? “Wanneer mannen als Peter Goossens en Sergio Herman met zulke ogen naar je gerechten kijken, zoals bij mijn laatste dessert, dan doet je dat wel iets. Zeker wanneer je Sergio in die aftiteling ‘Dit is
21
“Neen, we hebben al het geluk gehad om in de keuken van Pure-C en het Hof van Cleve te mogen werken tijdens het programma, maar verder gaat het niet meer. Er is een hemelsbreed verschil tussen een goede hobbykok en een professionele kok, en dan zeker op hun sterrenniveau. Dat is keihard werken. Die mannen werken tot 16 uur per dag, daar heb ik heel veel respect voor.” Kijkt men je nu anders aan op het werk? “Mijn collega’s weten dat ik graag kook. Voor de afdeling die ik leid – een 25-tal mensen – kook ik een keer per jaar. Zij waarderen dat en vinden dat blijkbaar ook lekker. Ik heb beloofd dat ik met de kerstreceptie hapjes zal maken voor het personeel en dat doe ik met plezier. Voorts heeft mijn overwinning geen invloed op mijn werk.” Hou je vriendschappen over aan het programma? “Zeker onder de kandidaten en met enkele mensen van het productiehuis. ‘Hobbykok’ is een minder expliciet programma dan ‘Mijn restaurant’: je komt niet als koppel in de boekjes, je privéleven wordt niet uitgesmeerd, er wordt geen karikatuur van je gemaakt. Ik heb aan ‘Beste hobbykok’ alleen maar goede herinneringen. Als ik mezelf en de andere kandidaten zie op tv, dan denk ik “Inderdaad, dat ben ik.” Tekst en foto: Dirk VANDER ELST
I-mag januari 2011
centra
“Kmo’s zijn bij uitstek werkveld voor industrieel ingenieurs”
Ir. Pol Descamps en ir. Ing. Jan Devos over de nieuwe realiteit voor ingenieurs KORTRIJK. Met ingang van het academiejaar 2013-2014 wordt de opleiding van industrieel ingenieur in de universiteit geïntegreerd. Daarover bereikte de ministerraad van de Vlaamse regering op 16 juli 2010 een akkoord. Onder de titel ‘Quo vadis industrieel ingenieur?’ maakten ir. Pol Descamps en ir. Ing. Jan Devos enkele kanttekeningen. I-mag ging luisteren. ! Van onze hoofdredacteur
Vanuit een gemeenschappelijke invalshoek belichten ze hun ervaring en visie over het kmo-werkveld, dat ze beschouwen als ‘een typisch werkveld voor industrieel ingenieurs’. Ir. Pol Descamps: “Ik bekijk de academisering van de opleiding van industrieel ingenieurs met mijn jarenlange industriële ervaring vanuit de invalshoek van de industrie. De voorloper van de ‘industrieel’ ingenieur was de ‘technisch’ ingenieur. De toevoeging ‘technisch’ en ‘industrieel’ was goed gekozen voor een type ingenieur dat met de ‘techniek’ of met de ‘industrie’ beroepshalve bezig is. Voor de burgerlijk ingenieur ligt dat enigszins anders: ‘burgerlijke’ of ‘civiele’ ingenieurs waren oorspronkelijk de tegenpool van de militaire ingenieurs.”
De-industrialisering “Maar het is niet mijn bedoeling om die geschiedenis voort uit te spitten. Burgerlijk ingenieurs worden zowat overal in de wereld aan een universiteit, eventueel aan een technische universiteit of TU opgeleid. Het zijn dus academische opleidingen. Om in de universiteit te worden opgenomen moet de opleiding voor industrieel ingenieur een academisch statuut krijgen of ‘geacademiseerd’ worden. Daar is een proces voor op poten gezet waarbij heel wat mensen betrokken zijn die allemaal hun zeg hebben. Dat vind ik prima: een democratie waardig. Ik heb ook mijn mening kunnen vertolken en daarover met andere mensen overlegd, met vertegenwoordigers en directies van de hogescholen, en met vertegenwoordigers van universiteiten en het bedrijfsleven. We hebben alles ‘gestructureerd’ op papier gezet, want ‘l’écriture est testamentaire’ - geschriften blijven.” Descamps: “Ik heb het academiseringsproces over de verschillende jaren van de opleiding onder de loep genomen, ook specifiek vanuit de invalshoek van onderzoek en ontwikkeling. Ik werd lid van een visitatiecommissie van Vlhora (Vlaamse hogescholenraad), die hoofdzakelijk was samengesteld uit professoren. Met mijn industriële loopbaan was ik eerder een buitenbeentje, zo dacht ik aanvankelijk toch. Uit discussies, onder meer met de covoorzitter van de visitatiecommissie, Jacques Tiberghien, en met andere commissieleden, voelde ik de behoefte om mijn gedachtegang op papier te zetten: ‘Quo vadis industrieel ingenieur?’. Ik heb de tekst met de collega’s van de visitatiecom-
I-mag januari 2011
22
ONDERWIJS
Studieduurverlenging industriële ervaring kunnen opdoen en een grondige werkstage kunnen volgen. Het debat moet dringend concreet worden gevoerd met alle mogelijke scenario’s. Essentieel blijft een verplichte begeleidende stage in de industrie, vergelijkbaar met de stageverplichting bij de medische faculteiten aan de universiteiten. We hebben niet veel tijd meer om daarover een beslissing te nemen. 2013 staat voor de deur!” NL
De gesprekspartners hebben duidelijk oog voor de Europese consensus over een vijfjarige masteropleiding voor ingenieurs, maar ze voegen eraan toe: “Het lijkt ons onzinnig om de discussie over de opleiding van 4 of 5 jaar te herleiden tot een kwestie van financies of competitie met bestaande opleidingen binnen de universiteiten. De discussie moet over de versterking en de fundamentele opdracht van het departement IW&T worden gevoerd en meer bepaald over de interactie tussen onderwijs en industrie, waarbij alle studenten
missie en binnen Howest overlegd en ook nooit geaarzeld om hem, waar nodig, aan te passen aan onze gemeenschappelijke visie.” “De huidige crisis is een knikmoment, een zorgwekkend fenomeen. Er blijkt iets uitgekristalliseerd te zijn dat al jaren aan het broeden was. Ik noem het de ‘de-industrialisering’. Was die de-industrialisering in de zeventiger jaren van vorige eeuw kleinschalig, haast onopgemerkt begonnen, dan nam ze in de jaren tachtig snel toe. Het fenomeen werd zichtbaarder en voelbaarder. De collectieve verarming deed haar intrede en voor het eerst in jaren vergrootte de inkomensspan. Dat was weliswaar niet voor iedereen, maar toch voor heel wat mensen voelbaar. Ik vroeg me af wat de rol van een ingenieur bij dat ontluikend maatschappelijk verschijnsel kon zijn. Hoe kan onze bestaande opleiding of vernieuwde opleiding een bijdrage geven? Het belang van het kmo-werkveld kwam op de voorgrond.”
Basis voor vernieuwing “De kmo’s of ‘gepersonaliseerde’ ondernemingen liggen aan de basis van de industriële vernieuwing. De kmo-wereld is bereid beleidsmensen, die betrokken zijn bij de opleiding van industrieel ingenieurs, uit te nodigen voor een gedachte-
wisseling over hoe zij de opleiding zien en wat er al of niet, in de huidige en toekomstige optiek, aan de opleiding moet worden veranderd. Uit ervaring leren we dat kleine en middelgrote ondernemingen vaak de juiste vragen stellen in verband met het onderzoek. Ze zijn ook direct betrokken partij in verband met de industriële missie van sommige hogeschooldepartementen, zoals het departement IW&T. Kmo’s vormen bij uitstek het werkveld voor industrieel ingenieurs en dat is zeker in Vlaanderen met zijn uitgebreide en soms verrassende gamma aan kmo’s het geval.”
“ De huidige crisis is een knikmoment, een zorgwekkend fenomeen. Er blijkt iets uitgekristalliseerd te zijn dat al jaren aan het broeden was. Ik noem het de ‘de-industrialisering’.” Jan Devos: “Ik heb nog niet zo’n lange bedrijfservaring als mijn collega, maar ik heb wel ervaring met het hoger (technisch) onderwijs. Ik ben burgerlijk en industrieel ingenieur. Voor wat dat laatste betreft ben ik dus ‘een product’ van het departement IW&T. De opleiding bereidt de afgestudeerden voor op de realisatie van marktklare en gebruiksklare produc-
Descamps en Devos
ten. Een dergelijke opleiding is in feite voortdurend in ‘beweging’ en moet zich continu aanpassen en mee evolueren met de technische en maatschappelijke evolutie. De ‘acceleratiemotor’ is het aanzwengelen en/of versterken van het industrieel wetenschappelijk onderzoek. Uiteraard geldt dat voor alle ingenieurs en dus niet enkel voor de industrieel ingenieurs. We stellen helaas vast dat de maatschappelijke waarde, het prestige en de ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling voor specifiek industrieel onderzoek vaak laag is en voor sommige onderzoeksprojecten nagenoeg onbestaand.”
Geassocieerde faculteit Descamps: “Industriële wetenschappen en ingenieurswetenschappen werden al tentatief ondergebracht in de groep van de ‘exacte wetenschappen’. Onder ‘exacte wetenschappen’ verstaat men enerzijds de zuivere wetenschappen en anderzijds de ingenieurswetenschappen of de vroegere toegepaste wetenschappen. Die wetenschapsvormen behoren sinds vele jaren tot het domein van de universiteit. Dat is trouwens bij decreet vastgelegd. Aan die vorm van wetenschap is een bepaalde soort van onderzoek gekoppeld. De opleiding tot master in de industriële wetenschappen (industrieel ingenieur)
ten. Hij schreef bijdragen over bedrijfsproducten, strategische planning en innovatie en was en is lid van heel wat binnen- en buitenlandse wetenschappelijke en andere verenigingen.
Pol Descamps (°Kortrijk, 1935) en Jan Devos (°Kortrijk, 1960) hebben beiden een industriële achtergrond en waren lid van een visitatiecommissie van Vlhora (Vlaamse hogescholenraad). Descamps was er covoorzitter. Devos was ‘voorbereider’ op het departement IW&T van Howest (Hogeschool West-Vlaanderen).
Jan Devos studeerde af als industrieel ingenieur aan de vroegere PIH (Provinciale Industriële Hogeschool in Kortrijk), nu het departement IW&T van Howest. Hij behaalde later een MBA, een master of business administration, aan de Vlerickschool en het diploma van burgerlijk ingenieur in de computerwetenschappen aan de K.U.Leuven. Hij werkte nadien enkele jaren als zelfstandig ICT-raadgever. Sinds 2004 is hij docent en onderzoeker aan het departement IW&T van Howest en momenteel doctoreert hij aan de UGent. NL
Descamps is burgerlijk elektrotechnisch ingenieur (K.U.Leuven, 1958) en master of science applied physics, MSAP (Harvard, 1959). Hij werkte in de periode 1961-2005 bij Barco in Kortrijk en voerde talrijke opdrachten uit in verband met Europese wetenschappelijke projec-
23
I-mag januari 2011
ONDERWIJS
maakt binnen een universiteit logischerwijze deel uit van een andere soort faculteit: de ‘geassocieerde faculteit’”.
Onderzoekssituaties Devos: “Onderzoekssituaties zijn wellicht het duidelijkst voor de fundamentele wetenschappen en voor de zuivere natuurwetenschappen. De onderzoeksvragen worden er vanuit de academie geïnitieerd. De ‘productie’ van de wetenschap heeft een ‘langetermijnloopbaan’, maar geen onmiddellijke economische of industriële waarde. Die wetenschap kan bijgevolg het gemakkelijkst in een klassieke universiteit gedijen. Iets minder duidelijk is de onderscheiden positie van de ingenieurswetenschappen en van de industriële wetenschappen.” Descamps: “Het puur ‘financieelmanagement-denken’ dat sinds meer dan dertig jaar overal de boventoon nam, heeft ons in de verkeerde richting gestuurd. Het leidde tot een verstikking van het participatieve entrepreneurschap en tot een groeiend onethisch handelen dat trouwens menselijke structuren vernietigt. De talrijke conglomeraten die uit een tomeloze drang naar schaalvergroting en macht zijn gegroeid – soms met spectaculaire acquisities -, waren vaak op drijfzand gebouwd. Ze veroorzaakten dikwijls een grote overcapaciteit zonder echte productvernieuwing en meestal met grote vernietiging van ‘sociaal kapitaal’. De crisis toont de zwakheid van dat alomverspreide groeimodel aan.”
Technostructuur Descamps: “Wij hebben het begrip ‘kmo’ verruimd tot het ‘entrepreneurial’ model. Dat zijn de echte vernieuwers in het industriële werkveld. ‘Entrepreneurial’ ondernemingen hebben weinig met de omvang van de onderneming te maken, zoals het blijvend succes van sommige familiale ondernemingen of industriële ‘stichtingen’ aantoont. Gemakshalve blijven we nochtans de term ‘kmo’ gebruiken, omdat de focus meestal op kleinere, maar toch hooggespecialiseerde, industriële ondernemingen ligt. Ten opzichte van de grote, meestal beursgenoteerde ondernemingen hebben de kmo’s een heel andere bedrijfseconomische, culturele en beslissingsomgeving”. Devos: “Door over een eventueel nieuw industrieel product de juiste maatschappelijke vraag te stellen en er een adequaat antwoord op te formuleren, krijgt de ondernemer de mogelijkheid om een nieuwe markt en een nieuw industrieel proces te scheppen. Een ‘entrepreneur’ onderI-mag januari 2011
De tanende instroom van ingenieursstudenten Dat het aantal ingenieursstudenten in Vlaanderen jaar na jaar afneemt, wijten ir. Pol Descamps en ir. Jan Devos onder meer aan de toenemende druk op de carrièreplanning waardoor de jongeren minder voor een loopbaan in de industrie kiezen. Daar moet men immers per definitie resultaat- en productgericht samenwerken met mensen met zeer verschillende bekwaamheden. Men moet er zelf verantwoordelijkheid nemen en in alle omstandigheden zijn engagement nakomen. Er is dus spontaan ‘meer belangstelling voor risicoloze overheidsfuncties of lucratievere financiële of commerciële functies die meer geschikt zijn voor individuele carrièreplanning. NL neemt vanuit een visie. Hij moet zelf de middelen creëren en ook het risico nemen dat met nieuwe creaties gepaard gaat en voor velen is de gratuite steun van familie, vrienden of medewerkers doorslaggevend geweest. Elke nieuwe dienst of nieuw product brengt een verandering teweeg van de technostructuur, waarin we allemaal leven en werken. De technostructuur is een onderdeel van de hele politiek-maatschappelijke ordening en dus ook van de wetten en regels in verband met eigendomsrecht, handelsrecht en regulering. Concreet worden die regels zichtbaar bij het overheidsinitiatief en de overheidssteun voor wetenschappelijk onderzoek, ook binnen de academisering van de tweecycliopleidingen, zoals die voor industrieel ingenieur, en in het spanningsveld van onderzoek en creativiteit in de ondernemingen (en) in een internationale context.”
Internationaal gericht Descamps: “De ‘entrepreneur’ kent per definitie geen grenzen. De wereld is zijn domein. Nieuwe producten worden immers niet door landsgrenzen, invoerbeperkingen of politieke regimes tegengehouden. Kmo’s zijn bijgevolg minstens even internationaal gericht als multinationale ondernemingen. De internationalisering van een onderneming kan men trouwens niet meten aan de internationale aanwezigheid van fabrieken of filialen, maar wel aan de verspreiding van producten en kennis en vooral aan het niveau waarop ze erin slaagt om op een economische manier internationaal samen te werken, bv. met een net van onafhankelijke distributeurs die dezelfde marktniche helpen creëren en ontwikkelen. Onderzoeksvragen formuleren is dus geen exclusiviteit voor de grote ondernemingen of voor de universiteiten.” “Door hun industriële missie staan de departementen IW&T permanent open voor vragen vanuit het industriële werkveld. Een bedrijf moet dus spontaan met een probleem bij een departement IW&T kunnen aankloppen.” 24
Industrieel weefsel Descamps en Devos beklemtonen dat een verzwakking van de aandacht voor het industriële weefsel een verzwakking van de belangstelling voor de opleiding van industrieel en burgerlijk ingenieur met zich meebrengt, zeker bij welbepaalde ingenieurdisciplines. Daarom leggen ze de nadruk op het belang van het industrieel onderzoek als een deel van het algemeen toegepast wetenschappelijk onderzoek, eerder dan het belang van toegepaste ingenieurswetenschappen. Descamps: “Het lijkt ons onverstandig ‘ontwerp’ en ‘productie’ van elkaar te scheiden en de productie naar de lagelonenlanden over te hevelen. Dat remt de innovatie af en dus ook de industriële verantwoordelijkheid tegenover de klanten. Het is verkeerd een toekomst te willen bouwen enkel op logistiek en zuivere montagefabrieken. Het drama in de autosector toont dat overduidelijk aan en het is maar een voorbeeld van de gevolgen van het niet meer beheersen of kennen van het hele industriële proces. Maar er zijn ook talrijke andere voorbeelden.”
Academisering Op de vraag welke meetsleutel we moeten hanteren voor de academisering antwoordt Pol Descamps: “De meetsleutel voor de academisering van de opleiding industrieel ingenieur, die de universiteiten voorstellen, legt de nadruk eenzijdig op wetenschappelijke publicaties en is een te enge indicator voor de industriële missie van de departementen IW&T. Er moet dringend werk worden gemaakt van een ‘industriële accreditatie’. De ‘reputatie’ van de opleiding van industrieel ingenieur in industriële kringen moet een prioritair beoordelingscriterium zijn van de toegepaste onderzoeksgerichtheid van het departement IW&T.”
Tekst: Ing. Noel LAGAST MSc
centra ONDERWIJS
Van ‘burgerlijk bouwkundig conducteur’ tot administrateur-generaal BRUSSEL. In mei van dit jaar gaat Ing. Gilbert Kolacny (64) MSc met pensioen. Hij heeft er dan net geen vijf jaar opzitten als administrateur-generaal van het Agentschap Ruimte en Erfgoed, een agentschap binnen de Vlaamse overheid. Hij is – bij zijn weten – de enige industrieel ingenieur die het in Vlaanderen tot die functie gebracht heeft. Hij wil dan ook wat graag aan Imag zijn verhaal vertellen, zodat ingenieurs weten dat ook een fraaie carrière in de ambtenarij tot de mogelijkheden behoort.
En laat dit vooral duidelijk zijn: tot 1985 stond Kolacny wel degelijk op het terrein, voornamelijk in de wegenbouw. Nadien zat hij inderdaad veelal op kantoor, maar Kolacny blijft industrieel ingenieur in hart en nieren. Als we het tijdens het interview over de werken aan de verkeerswisselaar in Lummen hebben, verschijnen er pretlichtjes in zijn ogen. “Bij de geur van wegmarkeringen of asfalt, of als ik langs de werken aan de verkeerswisselaar in Lummen passeer, dan heb ik wel eens heimwee”, geeft hij toe. “Vooral dan naar de techniciteit van de job. Maar ik heb nu eenmaal gekozen en ik moet zeggen dat de laatste vijf jaar van mijn carrière de mooiste waren.”
U studeerde af als toen nog ‘technisch’ ingenieur en u eindigt uw carrière in de hoogste functie van de Vlaamse ambtenarij. “Een carrière is een combinatie van factoren. Geluk op het juiste moment, een beetje ambitieus zijn en een carrièreplanning willen maken. Ik was een van de laatste generaties die afstudeerden als ‘burgerlijk bouwkundig conducteur’ aan de K.U.Leuven. We volgden lessen met de burgerlijk ingenieurs bouwkunde en met de ingenieurs-architecten, maar onze leerstof was eerder uitvoeringsgericht. Door de wet van 1977 werd de opleiding technisch ingenieur omgevormd tot indus-
25
Ing. Gilbert Kolacny MSc hervormde het Agentschap Ruimte en Erfgoed grondig
I-mag januari 2011
trieel ingenieur met een vierjarige opleiding en met het label ‘van academisch niveau’. Na het indienen van een assimilatiedossier kregen de industrieel ingenieurs bij de overheid het niveau A toegewezen, zoals de academische opleidingen. En uitgerekend die kwalificatie was nodig om administrateur-generaal te kunnen worden. En verder moeten er op het juiste moment jobs vrijkomen. Je bouwt ondertussen een netwerk uit, zodat je binnen dat netwerk op het juiste moment de gepaste mensen tegenkomt.” Uw carrière begon nochtans op het terrein? “Na mijn legerdienst ben ik aan de slag gegaan bij de Intercommunale E39, die de latere E314 heeft aangelegd. Ik moest toen een proef afleggen in het bureau van wijlen Valère Vautmans, een man die als een rode draad door mijn carrière loopt. En dat is wat ik bedoel met ‘de juiste mensen tegenkomen op het juiste moment’. Met hem heb ik onder meer bruggen gerestaureerd, het vak geleerd in feite. Verder heb ik meegewerkt aan de verhardingswerken en ook aan de aanleg van de grondwerken van de E39. De opspuitingswerken in het Webbekoms Broek zijn een van de mooiste werven die ik technisch gerealiseerd heb: opspuitingswerken met versnelde consolidatie in de vallei van de Demer. Nadien ben ik me dan meer gaan toeleggen op verkeerskunde binnen wat toen nog ‘Bruggen en wegen’ heette: signalisatie en signalisatieplannng, opvolgen van rijks- en gewestwegen, dat soort zaken.”
Kabinetard U hebt ook een tijdje op het kabinet van de minister van Verkeer gewerkt? “In 1985 kreeg ik een telefoontje van, jawel, Valère Vautmans die kabinetschef was van minister Louis Olivier, federaal minister van Openbare Werken. Of ik geen zin had om raadgever te worden bij het kabinet van de minister? Ik ben dan tot 1988 gedetacheerd naar het ministerie. Dat waren voor mij verhelderende en verrijkende jaren. Ik raad jongeren dan ook aan naar een kabinet te gaan, als ze daar de kans toe krijgen. Je zit plotseling aan de andere kant van de tafel: je hoort de verhalen vanuit een andere invalshoek. Uiterst interessant. In 1988 ben ik dan benoemd tot industrieel ingenieur directeur van het Bestuur Elektriciteit en Elektromechanica bij het toenmalige Wegenfonds. Dat heb ik tot 1990 gedaan.”
I-mag januari 2011
Had u op dat moment het gevoel dat uw carrière een echte carrière aan het worden was? “Op een gegeven moment ga je inderdaad je carrière sturen: je kijkt uit naar waar er vacatures zijn, een job die je aanstaat moet natuurlijk op het juiste moment vrijkomen én je statuut moet van een niveau zijn dat geschikt is voor de job. En zo ben ik in 1990 ‘industrieel ingenieur directeur’ van de Wegendienst Vlaams-Brabant geworden.” Maar dat betekent wel dat u steeds meer uw job uitoefent op kantoor. De werven zijn sinds 1985 verleden tijd. Miste u het echte ingenieurswerk op het terrein niet? “Moeilijke vraag. Ik geef toe: als ik ergens wegmarkering of asfalt ‘ruik’ of ik zie de verkeerswisselaar in Lummen, dan heb ik heimwee naar de techniciteit van mijn vak. Maar op een bepaald moment heb je de keuze gemaakt. Mijn oudste dochter verwoordt dat mooi: je moet soms je achteruitkijkspiegels weggooien, ook in goede omstandigheden.” En de lokroep van het grote geld uit de zogenaamde ‘privé’? “Na mijn tijd op het kabinet kreeg ik inderdaad een aantrekkelijke aanbieding uit de privésector. Ik heb lang getwijfeld, maar vond toch meer uitdagingen in een toen jonge Vlaamse administratie die zich nog volledig moest gaan organiseren. Als ik nu mijn pensioen heb laten berekenen, betreur ik zeker mijn keuze van weleer niet (lacht). Ach ja, ik was vooraan in de veertig en dan wordt het stilaan tijd dat je beslist waar je met je loopbaan naartoe wilt, waar je wilt eindigen. Ik ben dus in de ambtenarij gebleven. En wat loon betreft: het is onder meer de verdienste van de VIK dat de lonen serieus opgewaardeerd zijn. Misschien liggen ze in de privésector iets hoger, maar er is toch een serieuze inhaalbeweging gebeurd.” Terug naar uw carrière. In 1995 staat u alweer een trapje hoger op de ladder. U wordt ‘afdelingshoofd’. “En ook nu spelen toeval en geluk een grote rol. In 1995 wordt de Vlaamse overheid gereorganiseerd, men gaat onder andere werken met afdelingen en departementen. Er komt een assessment voor afdelingshoofden en ik krijg daar weet van. Ik doe mee én ik slaag. En dan komt een klein venijnig verhaaltje in mijn loop-
26
baan. Je kunt afdelingshoofd worden, het assessment heeft duidelijk aangetoond dat je daartoe de managerscapaciteiten hebt en in de hiërarchie sta je een trapje boven inspecteur-generaal. Alleen moest ik vaststellen dat je het op dat ogenblik als industrieel ingenieur niet moest gaan zoeken bij de administraties Wegen of Waterwegen… De functies van afdelingshoofd waren trouwens snel toegewezen. Ik had mijn ‘boterbriefje’ gehaald en dat was het. Ik bleef gewoon in mijn job aan de slag. Tot ik dan op 23 december 1994 en telefoontje kreeg of ik afdelingshoofd van ROHM Limburg wilde worden. Erfgoed en stedenbouw hadden me altijd al geïnteresseerd, ik had er ook veel contacten en dus heb ik niet lang geaarzeld. Ik heb er bijna twaalf jaar met veel plezier gewerkt: vergunningen afleveren, monumenten en landschappen beheren: ik heb het allemaal graag gedaan.”
In afzondering De laatste en meteen hoogste stap moet nog komen. Nochtans kwam u in uw laatste job niet meteen terecht in een goed draaiend agentschap. En dat is nog zacht uitgedrukt. “Het klinkt eentonig, maar weer speelt het toeval een grote rol. In 2006 voert de Vlaamse overheid het ‘Beter Bestuurlijk Beleid’-verhaal door. In ons domein wilde dat niet lukken en ik krijg de opdracht om onze departementen en ons agentschap om te buigen naar een betere organisatie. Ik heb dat blijkbaar gerealiseerd gekregen. Ik had me nochtans voorgenomen om op mijn 63ste te stoppen. Tot mijn huidige functie vrijkwam.” Nochtans was het kommer en kwel bij het agentschap Ruimtelijk Ordening en Onroerend Erfgoed Vlaanderen (zoals het toen nog heette). Wat waren de grote klachten op dat moment? “Onbereikbaarheid, ontoegankelijkheid van het agentschap, lange termijnen voor vergunningen, van de een mag dit, van de ander dat, algeheel wantrouwen tegenover de organisatie, kortom: een zeer slecht imago. Er liep een gerechtelijk onderzoek tegen een zestal mensen van het agentschap. Er moest iets veranderen en ik heb me dus kandidaat gesteld. Ik herinner me nog de titel van mijn beleidsnota: Ruimte en Erfgoed wordt een TOPagentschap: Toegankelijk en transparant – ondersteunend en objectief – professioneel en partnership. Niemand was happig om aan de job te beginnen, maar mijn
ONDERWIJS
redenering was: je hebt soms een ‘accident’ nodig om binnen een organisatie iets te kunnen veranderen.” “Ik ben dan bij minister Dirk Van Mechelen ontboden die me vroeg hoe ik al die problemen zou aanpakken. Ik heb een plan en een visie uitgeschreven: waar staan we over zoveel jaar? Denk ons agentschap weg: wat zullen we dan missen? Het eerste wat ik concreet gedaan heb, was drie dagen afzondering met alle toenmalige afdelingshoofden. We zijn met een wit blad begonnen en we hebben een echt en totaal veranderingsproject op de sporen gezet, met als belangrijke pijler: zelfsturende teams. De teams krijgen en nemen zelf verantwoordelijkheid in de uitbouw van hun werk. En dat heeft gewerkt. Niet dat we er al zijn, we hebben al wel een hele weg afgelegd, zodat we nu nog aan het verfijnen zijn, want mensen ombuigen in hun werkcultuur en structuur is een project van lange adem.” “Tot slot wou ik de naam van het agentschap veranderen om zodoende aan de medewerkers aan te tonen dat zij inderdaad in een agentschap waren terechtgekomen dat wilde breken met het verleden. Zo ontstond het agentschap Ruimte en Erfgoed.” Waaraan merkt u dat u op het goede spoor zit? “Aan de return die ik krijg. Om te beginnen: al geen negatieve aandacht in de pers (lacht). Ik krijg reacties binnen in de zin van: ‘nu krijgen we meer verantwoordelijkheid, zijn onze medewerkers meer betrokken, bottom-up vertaalt zich ook in de praktijk, integriteit is bespreekbaar, collegialiteit is geen hol woord, we hebben nu een transparante structuur die zich vertaalt in alle afdelingen, we hebben nu eindelijk een softwareprogramma dat werkt voor heel het agentschap, als u weggaat, dan hebt u toch iets betekend voor ons, u hebt iets gerealiseerd’. Aanvankelijk denkt men: de zoveelste verandering, die zal wel voorbijgaan zoals ze gekomen is… Maar inmiddels beschik ik over een echt en hecht team van afdelingshoofden. Want laat mij duidelijk zijn: als zogenaamde baas ben je zo sterk of zo zwak als je omgeving. We discussiëren zwaar, maar altijd positief. Ik heb een team waar ik blind op kan vertrouwen. De grote kwaliteit van mijn afdelingshoofden is dat ze de problemen binnen hun provincie meteen in het groter geheel van het agentschap zien. Vroeger was het eerder one-waycommunicatie vanuit het college van afdelingshoofden. Nu hebben we een open discussie die leidt tot oplossingen. Ik moet zeggen: dit waren de mooiste vijf jaren uit mijn carrière.”
Topcarrière bij de Vlaamse overheid Gilbert Kolacny (64) is de zoon van een Oostenrijkse vader en een Vlaamse moeder. Zijn opa is volbloed Tsjech en zijn broer is de vader van Stijn en Steven Kolacny. “Mijn neven zullen niet ontbreken bij de viering van mijn pensioen volgend jaar”, zegt Gilbert Kolacny. Zijn carrière ziet er als volgt uit. 1970: ‘burgerlijk bouwkundig conducteur’, K.U.Leuven, in 1980 geassimileerd tot ‘industrieel ingenieur’ 1971: ‘bouwkundig conducteur’ bij Intercommunale E39 (aanleg E314) 1985: gedetacheerd ‘raadgever’ bij de minister van Openbare Werken 1988: ‘industrieel ingenieur directeur Bestuur Elektriciteit en Elektromechanica’, Wegenfonds 1990: ‘industrieel ingenieur directeur’, Wegendienst Vlaams Brabant 1994: ‘afdelingshoofd ROHM Limburg (Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen) 2006: ‘administrateur-generaal van het Agentschap Ruimte en Erfgoed’ tot mei 2011
Veranderingsmanagement Er is ook een boek over uw werkmethodes verschenen van de hand van Tom Van Acker? “Tom is gebeten door manieren van leidinggeven en we zijn inmiddels vrienden geworden. Hij heeft het in zijn boek (zie kader) onder meer over de initiatieven die we hier de laatste vijf jaar ontwikkeld hebben. Hij geeft een visie op de ommekeer die je kunt teweegbrengen in je organisatie. En ik heb het voorwoord geschreven (lacht).” Tot slot: u gaat in mei 2011 écht met pensioen, hoewel u recht hebt op een verlenging? “Het is een mooie periode geweest, dus wat zouden die zes maanden extra daar nog aan kunnen toevoegen? Trouwens, ik heb net gezegd dat er nog veel werk aan de winkel is, dus een andere visie is altijd welkom. Wat ik tijdens mijn pensioen ga doen? Ik heb me voorgenomen om zeker intellectueel actief te blijven. Het grote probleem van mensen die op deze stoel zitten, is dat ze geen specialisten meer in hun vak zijn, daarvoor ben ik al te lang weg uit de wereld van bijvoorbeeld wegentechnieken. Maar ik ben inmiddels zo gebeten door ‘veranderingsmanagement’ dat ik dat graag wil delen in de netwerken waar ik nu al deel van uitmaak. Ik denk dan vooral aan symposia, toespraken, dat soort zaken. Het zou zonde zijn vijf jaar ervaring zo maar weg te gooien.”
Gilbert Kolacny te boek Tom Van Acker, die mee dit veranderingsproject binnen het agentschap Ruimte en Erfgoed heeft begeleid en ondersteund raakte bevriend met Gilbert Kolacny en besloot een boek te schrijven over de methoden die Kolacny in zijn job als administrateur-generaal gebruikt om zijn agentschap een nieuwe dynamiek te geven. Het voorwoord is van Gilbert Kolacny zelf die besluit: “Op een innovatieve manier hebben we managementtechnieken toegepast, zodat we vandaag dit verhaal kunnen brengen. Een verhaal over mensen.” (p. 8) Tom Van Acker, Visie – Gedreven organiseren. Zelfsturing in de praktijk. Acco, Leuven, 2010, 138 p.
www.ruimtelijkeordening.be www.onroerenderfgoed.be WVB Tekst en foto’s: Wilfried VANDEN BOSSCHE
27
I-mag januari 2011
afdelingen ACTIVITEIT IN DE KIJKER
>
OOST-VLAANDEREN
20° NIEUWJAARSCONCERT EN -APERITIEF zondag 16 januari 2011 7 De zwaan – Camille Saint-Saëns Het zijn voornamelijk de karakteristieke eigenschappen van de dieren die, een beetje satirisch, maar soms ook zeer treffend, weergegeven worden in zijn ‘Dierencarnaval’. Saint-Saëns schreef het werk puur en alleen voor zijn eigen plezier en dat van zijn vrienden. Tijdens zijn leven werd het stuk slechts één keer voorgedragen.
Jubileumeditie van ons feestelijk nieuwjaarsaperitief met Panache! Panache staat voor een uniek concept in de Vlaamse muziekwereld. Geen klassiek orkest, maar een formule met een missie. Met lichtklassieke muziek als universele taal. Stijlvol en door iedereen verstaanbaar. Krachtig en toch verteerbaar. Overtuigend en expressief gebracht, zodat de vonk telkens overslaat naar de luisteraar. Panache laat je participeren in de hartelijkheid van een team enthousiaste vrienden. Emoties worden gedeeld, luisteren wordt een onvergetelijke ervaring. Panache opent je oren en doet je verlangen naar meer! Kom genieten van heerlijke muziek en een gezonde dosis humor. Op 16 januari trakteert Panache je op een bruisend nieuwjaarsconcert boordevol heerlijke melodieën. Dirk Boeme
8 Frühlingslied – Felix Mendelssohn Uit zijn reeks ‘Lieder ohne Worte’, lyrische romantische muziekwerkjes, hoort u het bekende Frühlingslied. 9 The dream of Olwen – Charles Williams Uit de film ‘While I live’ komt dit korte pianoconcerto. Williams (+1978) schreef muziek voor meer dan 50 films. 10 Dorfschwalben aus Österreich – Josef Strauss Een meesterlijke wals van de broer van Johann junior. U hoort eerst de dag ontwaken. Dan gaat de wals rustig van start, afgewisseld door het zingen van de zwaluwen. De wals groeit uit tot grootse en speelse thema’s en eindigt met een herhaling van de roep van de zwaluwen.
• PROGRAMMA 1 Hongaarse dans nr 5 – Johannes Brahms De Duitser Johannes Brahms reikt de hand naar het extraverte Bohemen. Slavische hartstocht op muziek. Wat in die muziek opvalt, is emotie, kenmerkend voor de nationale kunstenaars uit die tijd. Hier spreekt het hart nog!
11 Méditation uit Thaïs – Jules Massenet Thaïs is in belangrijkheid de derde opera van Massenet. Het is een exotisch periodestuk dat in het oude Egypte gedurende de vroegste christentijd handelt; het libretto is nogal sentimenteel, maar het inspireerde Massenet tot heel melodieuze muziek met sfeertekenende koren en een welluidende orkestratie.
2 Intermezzo uit Carmen – Georges Bizet Carmen is de eerste ‘realistische’ Franse opera met een mengeling van gesproken dialoog, intense couleur locale en een goed in elkaar gezet tragisch aflopend drama, fraai verwerkt in een meesterlijke partituur.
12 Rendez-vous – Wilhelm Aletter De rendez-vous is een luchtig genrestukje van Wilhelm Aletter, een Duits-Amerikaans pianist van rond vorige eeuwwissel.
3 In de velden – Peter Benoit Panache speelt regelmatig werk van eigen bodem. Zo onder meer het landelijk werkje ‘In de velden’ voor hobo van Peter Benoit. Benoit was afkomstig uit Harelbeke en na verblijven in Brussel en Parijs tekent hij voor een reeks zeer bekoorlijke muziekwerken en maakt hij naam als oprichter van het Vlaams muziekconservatorium van Antwerpen.
13 Heimlich, still und leise – Paul Lincke Dit salonstukje is in principe een gedichtje waarop muziek staat, maar meestal wordt dit werkje instrumentaal gespeeld. 14 Tes yeux noirs - A. Ferraris Een virtuoos arrangement van een bekend volkslied rondt dit feestconcert af.
4 Humoreske – Antonin Dvorak Dvorak is dé grote Tsjechische componist. Van zijn symfonie ‘De nieuwe wereld’ tot zijn opera ‘Rusalka’ schreef hij stuk voor stuk meesterwerken.
• PRAKTISCH Plaats: Aula Universiteit Gent, Voldersstraat 9, Gent. Datum: zondag 16 januari 2011 om 09.30 uur. Kostprijs: gratis, als je vooraf inschrijft. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: FEOVL10111. Maximum 450 deelnemers.
5 Slavische dans nr 8 – Antonin Dvorak Een hommage aan zijn nationaal erfgoed. 6 Intermezzo sinfonico – Pietro Mascagni Cavalleria rusticana: typische Italiaanse opera van het eind van de 19de eeuw. In twee woorden: passie en realiteit. De opera waaruit dit intermezzo komt, maakte de componist op slag beroemd.
I-mag januari 2011
28
ACTIVITEITEN
KEMPEN
Toneel met kaas- en wijnavond zaterdag 15 januari 2010
05/02/2011 Gezellig samenzijn, De Kemphaan, Lille, 19 uur 13/06/2011 Familiewandeling
In volle zee – Slawomir Mrozek Aardbeien met slagroom – Bruce Frisk Doek – Anton Tsjechov
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Gezellig samenzijn
Naar jaarlijkse traditie organiseert de VIK-afdeling LeuvenHageland samen met de lokale serviceclub Fifty-One Dijleland, een toneelvoorstelling, gebracht door de Reynaertghesellen en gevolgd door een gezellig samenzijn met kaas en wijn. De volledige opbrengst van de avond is ten voordele van Het Balanske.
zaterdag 5 februari 2011 Naar jaarlijkse gewoonte houdt de afdeling VIK-Kempen haar gezellig samenzijn. Wildmenu Jenever naar keuze met een proevertje in onze ‘jeneverhut’ bij een warm vuurtje t Duo van wildpastei met uienconfituur en rozijnentoast of velouté van wilde fazant t Sorbet van bosvruchten t Ragout van Ardeens everzwijn met groentepuree of trio van duif, eend en fazant met wintergarnituur en kroketjes t Italiaanse tiramisu of dame noir met warme chocoladesaus ‘Cote d’or’
Het Balanske is een uniek vrijetijdszorgcentrum, waar gezinnen met een persoon met een handicap zich kunnen ontspannen. Het centrum biedt een grote verscheidenheid aan vrijetijdsactiviteiten voor personen met een handicap, ongeacht de aard van de handicap. Wie het Balanske kent, denkt onmiddellijk aan de snoezelactiviteiten. Meer info kan gevonden worden op www.balanske.be In volle zee – Slawomir Mrozek Drie figuren zitten bijeen op een vlot in volle zee na een schipbreuk. Hun voorraad eten is op en daarom moet een van hen zich opofferen of opgeofferd worden om de andere twee in leven te houden. Een spel vol intriges, combines, leugens en haat... De auteur uit felle kritiek op dictatuur, machtswellust en het harde egoïsme van de mens.
De vegetariërs onder ons krijgen voor dezelfde prijs een alternatief ‘veggiemenu’ voorgeschoteld. Wil je erbij zijn, reageer dan snel, want er zijn slechts 50 plaatsen.
Aardbeien met slagroom – Bruce Frisk Na het eten van een portie aardbeien met slagroom overlijdt de bejaarde vader van de zussen Mary en Hester plots. Te vroeg, want zijn schenkingsakte aan hen wordt pas vier maanden later van kracht. Wat kunnen ze doen om de successierechten op de erfenis te omzeilen? En wat moeten ze vertellen aan de kolonel en de dokter die op bezoek komen? De zussen vinden er iets lugubers op...
• PRAKTISCH Plaats: Restaurant De Kemphaan, Wechelsebaan 194, Lille (vlak aan de oprit E34). Info:
[email protected] Datum: zaterdag 5 februari 2011 om 19 uur. Kostprijs: 45 euro per persoon; 60 euro per persoon inclusief aangepaste wijnen. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat en daarna betalen op rekeningnummer BE 60 4189 08213170 uiterlijk op 29 januari 2011 met de vermelding ‘wild’ of ‘veggiemenu’, al dan niet inclusief wijnen en met de keuze van menugangen. Referte: CAKPN10211.
Doek – Anton Tsjechov Een komische eenakter
• PRAKTISCH Plaats: Reynaertghesellen, Reynaert Theater Malpertuus, Redingenstraat 4, Leuven (parkeergelegenheid is er op de KBC-parking in de buurt). Datum: zaterdag 15 januari 2011 om 20 uur (om stipt te beginnen wordt er gevraagd minimum 15 minuten op voorhand aanwezig te zijn). Kostprijs: 25 euro per persoon, over te schrijven op rekeningnummer BE78 4310 6475 9186 van de VIK-afdeling Leuven-Hageland (uw inschrijving is pas definitief na overschrijving). Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: CALVN10111. Maximum 30 deelnemers.
LEUVEN-HAGELAND 15/01/2011 18/02/2011 25/03/2011 28/04/2011 28/05/2011
Toneel en kaas- en wijnavond, Leuven, 20 uur Bezoek United Anodisers Bezoek Renier natuursteen, Aarschot, 9 uur Bezoek Toyota, Diest, 18.30 uur Stadswandeling, Aarschot, 13.30 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
29
I-mag januari 2011
Renier natuursteen vrijdag 25 maart 2011 Renier Natuursteen werd in het begin van de 20ste eeuw opgericht. Hamer en beitel waren toen het belangrijkste gereedschap om dit prachtige materiaal te bewerken. Intussen is er veel veranderd, heel veel. Renier verwerkt een uitgebreid gamma van natuursteen, gaande van de bekendste kalkstenen over de meer decoratieve marmers tot de technisch beste granieten. Het bedrijf is een moderne onderneming met computergestuurde machines. Ruwe blokken natuursteen worden omgevormd in uw blauwe dorpel, in uw granieten gevelbekleding of in uw marmeren badkamer.
stukken en toebehoren aan de nationale distributiecentra in Europa, aan de regionale magazijnen van Toyota Motor Marketing Europe (TME) en aan 650 Toyota- en Lexusdealers in de Benelux, Noord-Frankrijk en West-Duitsland. Na een investering van 20 miljoen euro is het distributiecentrum in 2007 uitgebreid van 70.000 naar 100.000 m². Er rijden constant heftrucks en andere interne vervoermiddelen. Daarom ook moet iedereen een veiligheidshesje aantrekken. Het bedrijf beschikt over een zeer groot computergestuurd magazijn. Daarnaast is er een opleidingscentrum ‘dojo’, waar nieuwe werknemers worden getraind en getest, vooraleer ze in het bedrijf mogen starten.
Tot de klanten behoren zowel particulieren als architecten. De natuursteen wordt verwerkt in prachtige bedrijfsgebouwen en openbare gebouwen. Zo kan je Renier Natuursteen bewonderen in Zürich Assurances s.a. in Brussel, Origo in Aartselaar, de Koninklijke Militaire School in Brussel en de Graaf de Ferraris in Brussel. Maar Renier Natuursteen is ook aanwezig in het station van Luik Guillemins.
• PRAKTISCH Plaats:Toyota Parts Centre Europa, Industrieterrein 11, Diest (Webbekom). Te bereiken via de E314, afrit DiestHalen. Datum: donderdag 28 april 2011 om 18.30 uur. Kostprijs: gratis voor VIK-leden en partner; niet-leden betalen 5 euro op rekening BE78 4310 6475 9186 van de VIK-afdeling Leuven-Hageland met de vermelding ‘TPCE’. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: BBLVN10411. Maximum 40 deelnemers.
Tijdens dit bedrijfsbezoek krijgt u een exclusieve blik achter de schermen van de activiteiten in een steengroeve. Stevig schoeisel en warme kledij zijn aan te bevelen!
• PROGRAMMA 09.00 uur: 09.30 uur: 11.00 uur: 12.00 uur: 13.00 uur: 13.30 uur: 14.00 uur:
samenkomst in Aarschot bij Renier Natuursteen vertrek naar de steengroeve in Sprimont (eigen vervoer en carpooling) bezoek van de steengroeve in Sprimont lunch vertrek naar het station van Luik Guillemins bezoek aan het station van Luik Guillemins einde.
Historische wandeling in Aarschot zaterdag 28 mei 2011 Tijdens deze uitstap maken we kennis met de geschiedenis van Aarschot en zijn omgeving.
Het belooft eens te meer een prachtig en boeiend bezoek te worden dat u zeker niet mag missen.
• PRAKTISCH
Aarschot ligt aan de Demerboorden, tussen de hellingen van het Hageland en de steden Leuven en Diest. De waterloop ‘De Demer’ vormde een belangrijke schakel in de ontwikkeling van de stad. In de middeleeuwen was dat bijvoorbeeld het geval voor de lakenhandel.
Plaats: Renier Natuursteen, Nijverheidslaan 1 (C110), Aarschot. Datum: vrijdag 25 maart 2011 om 9 uur. Kostprijs: gratis voor VIK- en KVIV-leden; bedrijfsleden betalen 5 euro ter plaatse; niet-leden betalen 10 euro ter plaatse. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Maximum 20 deelnemers.
TPCE Toyota Diest
Met trots draagt deze stad de titel van ‘Parel van het Hageland’. Een bezoek aan de Onze-Lieve-Vrouwekerk, een een typisch voorbeeld van Demergotiek met haar laatgotisch Brabants doksaal is een must. Tevens wordt ook de mogelijkheid geboden om de gewelven te bezichtigen.
donderdag 28 april 2011 Het Toyota Parts Centre Europe (TPCE) is een schakel tussen 700 leveranciers en de 10 miljoen klanten van Toyota in Europa. Er werken 700 mensen. Het distributiecentrum staat in voor de verdeling van wissel-
I-mag januari 2011
30
ACTIVITEITEN
Het begijnhof (1251-1253), ook genoemd ‘Het besloten Hof’ werd deels vernietigd tijdens verschillende oorlogen en plunderingen, maar geeft de sfeer weer van hoe er in deze stad geleefd werd. De pas gerestaureerde ’s-Hertogenmolens (watermolencomplex) zijn een unicum in Europa. De molens staan nu te pronken als nooit tevoren.
Datum: zondag 23 januari 2011 om 10.15 uur. Organisatie: KVIM. Inschrijving vereist: vóór 20 januari 2011 via http://www.kvim.be/.
Dat alles en nog veel meer kunt u bewonderen en bezoeken tijdens onze drie uur durende wandeling. Alternatief programma, als de weersomstandigheden minder gunstig zijn met een bezoek aan het museum i.p.v. de wandeling. De bezoeken aan de gebouwen blijven behouden.
vrijdag 18 maart 2011
Werfbezoek ‘kaaimuur in aanbouw’ Algemene aannemingen Van Laere nv bouwt momenteel een nieuwe kaaimuur in de haven van Antwerpen. De kaaimuur bevindt zich langs de Westkaai van het Kanaaldok B2 ter hoogte van de concessies van Oiltanking en EvoniK. Hij is geschikt om er zeeschepen en binnenschepen te laten afmeren met het oog op de overslag van o.a. vloeibare bulk. De opdrachtgever is het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, afdeling Infrastructuur. De volledige uitvoering en het uitvoeringsontwerp is in handen van Van Laere nv.
• PRAKTISCH Plaats samenkomst: dienst voor toerisme, Elisabethlaan 103, Aarschot. Datum: zaterdag 28 mei 2011 om 13.30 uur. Kostprijs: 5 euro voor VIK-leden en partner; 10 euro voor bedrijfsleden; niet-leden betalen 15 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: SALVN10511. Maximum 30 deelnemers.
LIMBURG 12/02/2011 03/03/2011 04/04/2011 06/04/2011 10/04/2011 26/06/2011
Pokeravond Nacht van de Ingenieur, Diepenbeek Lezing: optimaal invullen belastingsbrief Bezoek luchtmachtbasis, Kleine Brogel Paasbrunch Fiets- en wandeldag, Diepenbeek, 07 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Het bijzondere bestaat erin dat de betonnen kopbalk, langs de kanaalzijde, wordt uitgevoerd van op het water in een waterdicht afgesloten caisson die is opgehangen aan de combiwand. Bovendien is die caisson in staat om het volledige stortgewicht van het beton te dragen en functioneert hij dus tegelijkertijd als onderbekisting. De betonmoten worden alternerend uitgevoerd, waarbij telkens één moot wordt overgeslagen. Nadien worden, met een aangepaste caisson, de tussenliggende moten uitgevoerd. Door de zeer korte uitvoeringstermijn wordt er gekozen voor de fabricatie van twee caissons die tegelijkertijd kunnen worden ingezet.
MECHELEN 23/01/2011 Aperitiefconcert, Mechelen, 10.15 uur 17/02/2011 Bedrijven infoavond 18/03/2011 Werfbezoek ‘kaaimuur in aanbouw’, Antwerpen, 13.30 uur 23/09/2011 Bezoek Jonckheere, Mollem
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
• PRAKTISCH Plaats: Westkaai van het kanaaldok B2, Antwerpen. Datum: vrijdag 18 maart 2011 om 13.30 uur stipt. Kostprijs: 5 euro ‘inschrijvingswaarborg’ voor VIK- en KVIM-leden (de aanwezige VIK- en KVIM-leden krijgen die 5 euro teruggestort, als ze betaald hebben vóór 11 maart 2011). Niet-leden betalen 5 euro, VAM-leden betalen 2,50 euro. Bedrag te betalen op rekening BE86 4050 1063 3150 van de VIK-afdeling Mechelen met vermelding van de referte. Uw inschrijving is pas geldig na ontvangst van de betaling. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat vóór 11 maart 2011. De deelnemers moeten zelf hun laarzen en veiligheidsschoenen mee te brengen. Referte: BBMLN10311. Maximum 20 deelnemers.
Aperitiefconcert 2011 zondag 23 januari 2011 Concert met licht klassieke muziek van 10 tot 12 uur met een korte pauze tussenin. Tijdens de pauze brengen de voorzitter en de campusdirecteur van het De Nayer-instituut hun nieuwjaarswensen over. Rond 12 uur wordt u uitgenodigd op een receptie met een drankje en een hapje. Er kan nagepraat worden tot ongeveer 13 uur. Een praatje met de muzikanten zit er ook altijd in.
• PRAKTISCH Plaats:TSM, Aula Vermandere, Melaan, Mechelen.
31
I-mag januari 2011
NOORD-WEST-VLAANDEREN
• PRAKTISCH Plaats: Infrax cvba, Noordlaan 9, Torhout . Datum: donderdag 24 februari 2011 om 19.30 uur. Kostprijs: gratis voor VIK-leden op vertoon van VIK-lidkaart, niet-leden betalen 10 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VONWV10211. Maximum 100 deelnemers.
11/02/2011 Wijndegustatie, Brugge, 19.30 uur 24/02/2011 Lezing slimme energienetten, Torhout, 19.30 uur 25/03/2011 Duco, 15 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Wijndegustatie vrijdag 11 februari 2011
OOST-VLAANDEREN
Op vrijdag 11 februari 2011 nodigen wij u uit voor een wel zeer bijzondere avond. Het wijnhuis Feys-Van Acker zal u letterlijk inwijden in de boeiende wereld van wijn en champagnes. Sinds 1822 is dit bekende Brugse wijnhuis 'the place to be' voor elke gepassioneerde wijnliefhebber.
16/01/2011 Nieuwjaarsconcert en -aperitief, Gent, 9.30 uur 07/02/2011 Lezing: Wet op mede-eigendom, Gent, 20 uur 04/04/2011 Lezing: filtrage - deel 2, Gent, 20 uur
Hoe proeft en beoordeelt u wijn? Welke wijn schenkt u aan wie? Hoe kiest u wijn op restaurant? Welke wijn past ideaal bij welk gerecht? Welke jaargangen zijn uitstekend? Hoe belangrijk zijn de nieuwe wijnlanden? Is beleggen in wijn een goede investering?... Het zijn maar enkele van de tientallen vragen waarop u die avond een antwoord krijgt.
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
ZUID-WEST-VLAANDEREN 07/03/2011 Bezoek Vyncke Energietechniek nv Harelbeke, 18.30 uur
Tevens wordt u uitgenodigd voor een degustatie van een selectie schitterende wijnen waar uw zintuigen in geur, kleur en smaak aangenaam op de proef zullen worden gesteld.
16/04/2011 Stadswandeling Ieper met bijwonen van de Last Post, Ieper, 14.45 uur 14/05/2011 Zweefvliegen (reservedatum 28/05/2011) 09/06/2011 Barbecue
De wijnavond vindt plaats in een huis van vertrouwen. Bovendien maken we voor de degustatie gebruik van hun prachtige wijnkelders. Het wordt een avond vol tips over wijnen en hun bewaring, m.a.w. een boeiende avond die qua inhoud het niveau van alle overige wijnavonden ruimschoots zal overstijgen.
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Vyncke energietechniek maandag 7 maart 2011 Onder het motto “Enterprise… where VIKj has not yet gone before…” willen wij, VIKjongeren Zuid-West-Vlaanderen, onze aandacht vestigen op bedrijven in de streek. Deze maand is het bedrijf Vyncke aan de beurt.
• PRAKTISCH Plaats: Wijnhuis Feys, Raamstraat 1, Brugge. Datum: vrijdag 11 februari 2011 om 19.30 uur. Kostprijs: 20 euro voor VIK-leden en partner; niet-leden betalen 25 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: CANWV10211.
Vyncke energietechniek is gevestigd in Harelbeke en is een familiale onderneming met internationaal ruim 250 medewerkers, een orderboek van 50 miljoen euro en met vestigingen in België, Duitsland, Tsjechië, Indië, China, Thailand, Maleisië, Canada en Brazilië. Vyncke ontwerpt en bouwt systemen voor schone energie uit afval, zoals cogeneratiesystemen op snoeihout in Singapore, energiecentrales voor spaanplaaten MDF-fabrieken in Azië en Brazilië, installaties voor zagerijen in Zuid-Afrika en Chili, centrales op zonnebloempellen voor olie-extractiebedrijven in Oekraïne en Rusland, oplossingen voor palmoliefabrieken in Maleisië of Peru, etc. Ook in Canada bouwt Vyncke industriële warmtecentrales voor de tuinbouwsector waar recyclagehout als brandstof wordt gebruikt. Telkens slaan ze twee vliegen in een klap: afval opruimen en schone energie produceren die de schaarse fossiele brandstoffen moet vervangen!
Slimme energienetten donderdag 24 februari 2011 Is men er al uit hoe men elektrische stroom zal opslaan, aanen afvoeren, verdelen en factureren? Dat geldt niet alleen voor de thuisverbruiker of voor de invloed van zonne- en windenergie op het ‘vast’ net. Met de komst van de elektrische auto en met nieuwsoortige snelle batterijen (supercaps: capaciteiten), wordt het elektriciteitsnet zowaar ‘mobiel’. Blijkbaar heeft de stad Antwerpen een prijsofferte gevraagd voor laadpalen voor elektrische auto's. Elektrische auto's kunnen zonder laadpalen moeilijk ten volle doorbreken. Nu het zover is, kunt u nog moeilijk dit onderwerp buiten beschouwing laten. U komt toch ook luisteren? Wie er vorige keren al bij was, weet dat Infrax instaat voor goedverzorgde lezingen.
I-mag januari 2011
Tijdens dit bedrijfsbezoek krijg je meer uitleg over Vyncke energietechniek, wordt een project nader toegelicht en maak je voorts kennis met het bedrijf aan de hand van een uitgebreide rondleiding.
32
ACTIVITEITEN
Met andere woorden: een bedrijfsbezoek dat je zeker niet mag missen!
evenwel herleid tot een grote puinhoop. Ieper werd volledig vernield door het zinloze geweld. Maar door een getrouwe heropbouwoperatie is Ieper op vandaag een heel levendige stad waar die rijke geschiedenis nog steeds voelbaar is. Je wordt op sleeptouw genomen door een ervaren gids die je onderdompelt in het rijke Ieperse verleden.
• PRAKTISCH Plaats: Vyncke energietechniek nv, Gentsesteenweg 224, Harelbeke. Datum: maandag 7 maart 2011 om 18.30 uur. Kostprijs: gratis voor VIK-leden en partner, niet-leden betalen 5 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat uiterlijk tot maandag 21 februari 2011 met het engagement zeker aanwezig te zijn en bij afwezigheid zeker tijdig telefonisch Frederik Delobelle te verwittigen 0472 24 58 81. Referte: BBZWV10311.
De wandeling duurt twee uur en groot en klein zijn welkom. Na de rondleiding laten we alles bezinken bij een drankje. Mensen die dat willen, kunnen samen met ons die avond iets kleins eten (op eigen kosten) en om 20 uur de Last Post onder de Menenpoort bijwonen. Vermeld dat wel bij jouw inschrijving, zodat we een zicht krijgen op de juiste aantallen en dus kunnen instaan voor de nodige reservaties.
Stadswandeling Ieper
Kom samen met ons cultuur van eigen bodem opsnuiven!
zaterdag 16 april 2011
• PRAKTISCH
Het is ondertussen een jaarlijkse traditie geworden, een wandeling in een stad in de streek. Dit jaar bezoeken we Ieper.
Plaats: Dienst toerisme (aan Lakenhallen) in Ieper. Datum: zaterdag 16 april 2011 om 14.45 uur. Wandeling begint om 15 uur stipt! Kostprijs: 1 euro euro voor VIK-leden en partner; niet-leden betalen 3 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat uiterlijk tot vrijdag 1 april 2011 met het engagement zeker aanwezig te zijn en bij afwezigheid zeker tijdig Frederik Delobelle telefonisch te verwittigen 0472 24 58 81. Vermeld bij je inschrijving of je 's avonds blijft eten. Referte: CAZWV10411.
Ieper is een stad met een zeer rijke geschiedenis. Tijdens de middeleeuwen was het een bloeiende handelsstad. Het belangrijkste exportproduct waren lakens. De indrukwekkende Lakenhalle is de meest prominente getuige van die lakennijverheid. De Sint-Maartenskathedraal en de prachtige vestingen voltooien de impressionante uitstraling van Ieper. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de charmante stad
NIEUWJAARSRECEPTIE op vrijdag 14 januari 2011 om 19 uur
in het Kasteel van Brasschaat, Gemeentepark 5, Brasschaat
programma en inschrijving: www.vik.be/nieuwjaarsreceptie
Nieuwjaarsreceptie 33
I-mag januari 2011
netwerk
VIK SPACE VOOR DERDE KEER STERK VERHAAL Uitreiking Paul Donnersprijs en cheques voor goede doel gecombineerd
HASSELT. Op donderdag 2 december was de stijlvolle Boudewijnzaal van het Limburgse provinciehuis het kader van de derde editie van het netwerkevent VIK Space. Na 2 edities werd beslist de finale van de twee grootste activiteiten van de VIK-afdeling Limburg samen te laten landen. De uitreiking van de Paul Donnersprijs aan de laureaat en de overhandiging van de opbrengst van de 20ste editie van de fietsen wandeldag kwamen aan bod. Boordcommandant en moderator Ing. Sofie Knoops MSc leidde vlekkeloos het academisch deel, dat door 200 aanwezigen erg op prijs werd gesteld.
De voorzitter van de VIK-afdeling Limburg, Ing. Hans Claes MSc, beet de spits af met als boodschap ‘2010 voor de VIK een jaar om in te lijsten’. Inderdaad, op 27 juli 2010 nam de Vlaamse regering bij decreet de beslissing om de opleiding industrieel ingenieur te integreren in de universiteit. De voorzitter benadrukte daarbij de vele tussenkomsten van de VIK bij beleidsmakers, de commissie Onderwijs van de Vlaamse regering, maar ook bij werkgeversorganisaties. Limburg bereidde die integratie al voor. De beide ingenieursopleidingen van XIOS en KHLim begonnen op 20 september met een gezamenlijke ingenieursopleiding onder de naam ‘Faculteit Industrieel Ingenieur’ (FI²). Onze gastspreker van de avond, prof. dr. Marc D’Olieslaeger, decaan van de nieuwe faculteit FI², gaf een duidelijk en gestructureerd beeld van de werkzaamheden die hebben geleid tot die samengevoegde opleiding. Hij benadrukte de vele overlegmomenten op verschillende niveaus om te komen tot goede afspraken. De gezamenlijke opleiding
I-mag januari 2011
34
zal in 2012-2013 de integratie in de universiteit zeker ten goede komen. De reactie van vele aanwezigen was uitermate positief over die bijzonder heldere toelichting.
Peter Croonen, voorzitter Kleine Prins, en eregouverneur en voorzitter van "Een hart voor Limburg" Hilde Houben-Bertrand mochten de cheques in ontvangst nemen.
Ing. Raymond Froidmont MSc, coördinator van de 20ste editie van de fiets- en wandeldag 2010, schetste het ontstaan van dat initiatief. Het begon in 1990 met een overschot van 60 euro uit een activiteit en die som kreeg een ‘goed doel’ als bestemming. Al gauw ontstond een adhocwerkgroep voor de organisatie met een tweeledige doelstelling. Ten eerste moest de naam van de VIK meer bekendheid krijgen. De naam ‘VIK’ was toen enkele maanden oud. En ten tweede moest het initiatief een concrete invulling geven aan de sociaal-maatschappelijke opdracht van een ingenieur en zijn vereniging. Vandaag is dat geëvolueerd tot ‘de levenskwaliteit van maatschappelijk kwetsbare en achtergestelde kinderen die door ziekte of handicap zijn getroffen helpen verbeteren’.
Prof. dr. Marc D’Olieslaeger, decaan van de nieuwe faculteit FI², gaf een duidelijk en gestructureerd beeld van de werkzaamheden die hebben geleid tot die samengevoegde opleiding. Na een dankwoord aan de vele helpers werden de cheques overhandigd aan beide instellingen voor een totaalbedrag van meer dan 11.500 euro.
Willy Claes, minister van Staat en voorzitter van de Associatie UniversiteitHogescholen Limburg, overhandigt de Paul Donnersprijs aan laureaat Ing. Vanessa Cauwels MSc.
Eregouverneur mevrouw Hilde HoubenBertrand, tevens erevoorzitter van de VIKafdeling Limburg, dankte in naam van de Kleine Prins en Een hart voor Limburg als >
Waargebeurd
De VIK-afdeling Limburg dankte mevrouw en Ing. Joseph Neyens MSc voor zijn 6 jaar mandaat als boordcommandant van de VIK.
35
In het voorjaar moet een Vlaams bedrijf een project realiseren in een ander EUland. De realisatie wordt geleid door twee Vlaamse industrieel ingenieurs met heel wat jaren ervaring. De opdrachtgever weigert de ingenieurs te erkennen, omdat ze geen academische graad hebben. Tussenkomsten van de VIK, de hogeschool van beide ingenieurs, de ambassade, helpen niet. Het Vlaams bedrijf moet inlandse ingenieurs in dienst nemen. Het zoveelste bewijs dat onze opleiding een academische graad verdient. RF
I-mag januari 2011
volgt: “Al van tijdens mijn ambtsperiode als gouverneur heb ik de VIK leren kennen en waarderen. Jullie koppelen professionele activiteiten aan een spontane sociale reflex ten dienste van de lokale gemeenschap. De VIK voegt de daad bij het woord. De oprecht dankbare gevoelens van velen en vooral van de vertegenwoordigers die de gulle cheques ieder jaar in ontvangst mogen nemen, zijn ongetwijfeld een stimulans voor die volgehouden inspanning”.
Na een dankwoord aan de vele helpers werden de cheques overhandigd aan beide instellingen voor een totaalbedrag van meer dan 11.500 euro. De toekenning van de Paul Donnersprijs voor de beste masterproef van de Limburgse ingenieursopleiding geeft aan dat de VIK de binding tussen werkveld en opleiding zeer belangrijk vindt. Ing. Sofie Knoops MSc gaf een korte schets van wat aan de bekendmaking van de laureaat voorafgaat. Dit jaar kwamen 8 masterproeven in aanmerking. Op 2 oktober werd daaruit de laureaat gekozen. Willy Claes, minister van Staat en voorzitter van de Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg (AUHL) mocht de Paul Donnersprijs 2010 overhandigen aan Ing. Vanessa Cauwels MSc. De laureaat krijgt daarbij 1.500 euro als beloning. Vanessa realiseerde haar masterproef met als titel ‘Het gebruik van chipkaarten binnen de ongevalsdosimetrie’ in een samenwerkingsverband tussen het SCK Mol (promotor dr. Koen Beerten) en de XIOS-hogeschool (promotor Ing. Luc Lievens MSc).
Ing. Romina Ruggiero MSc
Ing. Hans Claes MSc
Willy Claes, minister van Staat en voorzitter van de Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg (AUHL) mocht de Paul Donnersprijs 2010 overhandigen aan Ing. Vanessa Cauwels MSc.
Tot slot dankte de VIK bij monde van Ing. Romina Ruggiero MSc, jongerenvoorzitter VIK-afdeling Limburg, de twee uittredende departementshoofden, namelijk Gerard Peeters van de XIOShogeschool, op rust sedert 1 maart, en Theo Creemers van de KHLim, die sinds 1 september werd aangesteld als directeur ‘onderzoek en ontwikkeling‘ van de KHLim. Romina onderstreepte de positieve spirit en de inzet voor de Limburgse ingenieurs en de fijne samenwerking met de VIK-afdeling Limburg gedurende vele jaren. Ook een bijzonder woord van dank, een geschenk en een bloemetje aan Ing. Joseph Neyens MSc en zijn echtgenote voor het zes jaar lange voorzitterschap van de VIK. Gedurende zes jaar heeft hij vele VIK-processen begeleid en gestuurd. Liliane en Joseph: bedankt vanwege de hele Limburgse VIK-ploeg. Ook onze moderator Sofie verdiende een bloemetje voor het vele werk gedurende een heel jaar en de vlucht van VIK Space 2010. Na de countdown was iedereen blij met de gewaardeerde receptie en de gezellige nabespreking. Sommigen dachten bij de voorbereiding dat VIK Space aan een noodlanding toe was, maar zowel de vlucht als de landing verliepen vlekkeloos tot tevredenheid van alle passagiers.
Tekst: Ing. Raymond FROIDMONT MSc Foto’s: Ing. Jean-Paul MAGDELIJNS MSc
I-mag januari 2011
36
Theo Creemers, de nieuwe directeur onderzoek en ontwikkeling van de KHLim, en zijn echtgenote werden in de bloemetjes gezet.
Prof. dr. Marc D’Olieslaeger
Ing. Sofie Knoops MSc
Met dank aan mevrouw en eredepartementshoofd Gerard Peeters voor de fijne samenwerking gedurende vele jaren.
VIK Space biedt tijdens de ‘landing’ altijd uitgelezen mogelijkheden om intensief te netwerken in aangename omstandigheden.
Met dank aan onze hoofdsponsor.
37
I-mag januari 2011
netwerk
WINT trekt meer dan 200 jongeren aan Geslaagde ontmoeting tussen bedrijfsleven, wetenschap en onderwijs
Op 28 oktober 2010 organiseerden KVIV en VIK in Gent het WINT-event naar aanleiding van drie jaar ‘De wereld aan je voeten!’. WINT staat voor wetenschap, innovatie en internationalisering, netwerken en technologie. Tien scholen, tweehonderd jongeren en acht bedrijven uit Oost- en West-Vlaanderen werkten een hele dag samen rond die thema’s. Het project werd gesteund door Vlaanderen in Actie en het stelde jongeren in staat om kennis te maken met het bedrijfsleven en de werkomgeving van ingenieurs en wetenschappers.
Ludo Vanfraeyenhoven van Defensie toont aan een leerling van het Sint-ietersinstituut uit Gent hoe men tot geluidsdemping in een cockpit komt door geluid in tegenfase te genereren. Leerlingen van het Heilig Hart-college uit Waregem testen de sterkte van staaldraad onder leiding van Jan Vaneecke van Bekaert.
Andy Van de Rostyne van Volvo Cars toont leerlingen van het Heilig Hartcollege uit Waregem de laatste evoluties in carrosserietechnologie.
Olivia Coudenys en Thys Van Damme van Actemium vertellen aan leerlingen van KA Geraardsbergen over het werk als consultant of expert in automatisering.
Evelien Vercleyen van Barco test de kennis van leerlingen over beeldschermen en Barco. I-mag januari 2011
Twaalf groepjes leerlingen mochten hun concept voorstellen aan het brede publiek. De publieksjury bekroonde de concepten van het Sint-Pietersinstituut Gent (Tornado), het VTI Kortrijk (Frivool) en het Heilig Hart-college Waregem (Sleep Tight) 38
Valérie Tanghe, bestuurslid KVIV en voormalig voorzitter van vrouw & ingenieur nam destijds het initiatief voor ‘De wereld aan je voeten!’. Een klein initiatief werd 3 jaar later een groot event. Sofie Bracke, schepen voor werk en innovatie stad Gent onderstreept het belang van innovatie.
Peter Hertog, gedeputeerde voor onderwijs Oost-Vlaanderen en spreekbuis van minister Pascal Smet, vindt dat leerlingen bij hun studiekeuze meer inzicht moeten krijgen over de kansen die wetenschappelijke en technologische diploma’s bieden. KVIV en VIK dragen daar met ‘De wereld aan je voeten!’ toe bij.
KVIV-leden Marc Hens en Marc Vandenbrande filmden vrijwillig het event. Het resultaat staat op de website van ‘De wereld aan je voeten!’. Hartelijk dank! Lukas De Ridder van de stad Gent legt aan leerlingen van humaniora Nieuwenbosch uit Gent hoe men met een 3D-scanner de hele stad opmeet. De leerlingen kunnen zichzelf in 3D laten registreren.
Leerlingen van KA Knokke en Sigo Lennik bestuderen de draadloze module van defensie onder toezicht van Kristel Verbiest.
Stijn Rambour van UGent demonstreert samen met Texstream dat textieltechnologie meer is dan een Tshirt. Leerlingen van KAII Gent testen het Belgische kunstgras op de Fifa-specificaties.
De leerlingen van het KA Knokke bleven speciaal langer om ook de nominatievoorstelling en de receptie nog te kunnen bijwonen.
De genomineerde lampdesigners prijzen hun prototype bij kijklustigen aan. Leerlingen van het Sint-Pietersinstuut uit Gent demonstreren hun zelfsluitende lamp aan Luc Van Praet van het Vlaams departement onderwijs.
Leerlingen van het Sint-Pietersinstituut uit Gent bestuderen de productie van polyurethaan Cellasto bij de stand van BASF, onder begeleiding van Ann De Colvenaer.
Tekst: Chris VANDESANDE Foto’s: Stefan DEWICKERE
39
I-mag januari 2011
studiegroepen
BEDRIJFSBELEID
Live: meer doen met een smartphone dinsdag 1 maart 2011
E-leren in de onderneming
Smartphones, u weet wel, die gsm’s waar u méér mee kan doen dan alleen maar bellen en sms’en. Hebt u er al een? En doet u er al méér mee? Maar wat kunt u er dan precies wel méér mee doen? Wel, tijdens deze presentatie demonstreren wij dat!
dinsdag 18 januari 2011 Dat heel wat bedrijfsfacetten worden ondersteund met aanvullende media is een evidentie op zich. Dat gebeurt nog meer als het om opleiding gaat.
Weinig mensen die deze telefoons kopen, beseffen welke geweldige mogelijkheden en toegevoegde waarde zulke smartphones kunnen bieden. Via een live demonstratie van enkele smartphonemodellen tonen wij u letterlijk wat er allemaal mogelijk is. Dat doen we zodanig dat het niet gebonden is aan een merk of een provider.
Hoe de computer als ondersteunend medium op een rendabele wijze kan worden ingezet, komt u te weten in de avondlezing van Rik Vanden Berk die zijn ervaring van vele jaren wil delen. Wat is het verschil tussen netwerkleren en formeel leren en hoe doe je dat met ICT? Sluit het een het ander uit of vullen ze elkaar juist aan? Zoekt u software die beide Ing. Rik Vanden Berk MSc leervormen aankan of heeft elke leervorm zijn eigen vereisten? Waar grijpt opleiding rechtstreeks in het productieproces in? Hoe en met welke middelen ondersteunt u die opleiding? Bedrijven zetten eigen wiki’s op om kennis te borgen en toegankelijk te maken met alle mogelijkheden en gevaren van dien. Hoe complex is dat alles en wanneer is de investering lonend en wanneer niet?
Tijdens de demonstratie zult u zien wat u in een winkel nooit kunt zien. Geen platte reclamesessie over hoe prachtig en geweldig een enkel model dat op een bepaald moment in de schijnwerpers staat wel is. Maar wel een presentatie - nononsense en straight to the point - met alle voor- en nadelen van verschillende systemen op een onafhankelijke manier en met kennis van zaken gebracht. Wat komt er tijdens deze presentatie aan bod? • Welke elementen maken van een mobiele telefoon een smartphone? • Mobiel internet, een noodzaak en goedkoper dan u denkt! • Synchroniseer uw gegevens: e-mails, agenda, contacten,... • Multimedia: foto-, muziek- en videomogelijkheden • Online sociale media benaderen, zoals LinkedIn en andere • Gegevens beveiligen • Diverse kleine, maar handige tips, tricks en toepassingen
Rik Vanden Berk is specialist in het formeel leren. Die leervorm wil op een eenduidige wijze leerstof overbrengen en het leerresultaat evalueren. Het leerdoel kan informeren, opleiden of trainen zijn. Elk leerdoel heeft zijn specifieke benadering, zowel naar opbouw van de lespakketten als naar de wijze van toetsing en de registratie van de leerresultaten. Coachen speelt in het e-leren een belangrijke rol. Hoe verschillende bedrijven ‘formeel leren’ rendabel inzetten, wordt tijdens de avondlezing op dinsdag 18 januari 2011 aan de hand van lesvoorbeelden en praktijkcases aangetoond. Die kennisdeling kan ongetwijfeld nuttig worden gebruikt bij de besluitvorming over het strategisch inzetten van e-leren om het bedrijfsrendement te verhogen.
Volgende systemen/toestellen komen via livedemonstraties aan bod: • Android (o.a. op toestellen van HTC, Sony Ericson, Samsung, LG) • Symbian (o.a. op toestellen van Nokia) • Windows Phone 7 (o.a. op toestellen van HTC, LG, Samsung) • Blackberry (onder voorbehoud) Na de presentatie bent u weer helemaal mee met de modernste communicatietools!
• PRAKTISCH
Vertel het mij en ik vergeet. Laat het mij zien en ik onthoud. Laat mij het doen en ik begrijp.
Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem. Datum: dinsdag 18 januari 2011 om 20 uur. Verwelkoming vanaf 19.30 uur. Spreker: Ing. Rik Vanden Berk MSc (Vectes Europe). Kostprijs: 10 euro voor VIK-leden; 15 euro voor medewerkers van bedrijfsleden; 25 euro voor niet-leden. Broodjes en uitgebreid drankenbuffet inbegrepen. U kunt uw inschrijving tot 48 uur voor aanvang van de activiteit kosteloos annuleren. Bij latere annulatie wordt het inschrijvingsgeld volledig ingehouden. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOBED10111.
I-mag januari 2011
• PRAKTISCH Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem. Datum: dinsdag 1 maart 2011 om 20 uur; ontvangst vanaf 19.30 uur. Spreker: Joris De Sutter. Kostprijs: 15 euro voor VIK-leden; 20 euro voor medewerkers van bedrijfsleden; 30 euro voor niet-leden. Broodjes en uitgebreid drankenbuffet inbegrepen. U kunt uw inschrijving tot 48 uur voor aanvang van de activiteit
40
ACTIVITEITEN
kosteloos annuleren. Bij latere annulatie wordt het inschrijvingsgeld volledig ingehouden. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOBED110311.
aanbod en de technologie van sensoren enorm uitgebreid. Het gebruik van naderingsschakelaars in machines en installaties is daarenboven drastisch toegenomen en niet meer weg te denken.
ELEKTRICITEIT
Alvorens in te gaan op de nieuwste trends geven we u een overzicht van de toegepaste sensorprincipes en de inzetbaarheid ervan. Steeds meer vervullen moderne senLuc Bervoets soren de taak van meting in plaats van melding. Dat biedt extra mogelijkheden voor bestaande toepassingen. Die nieuwe trend en zijn impact lichten we diepgaand toe aan de hand van enkele voorbeelden.
Softstarter of frequentieregelaar? donderdag 20 januari 2011 Softstarters zijn een simpele en goedkope methode om motoren op vaste snelheid aan te sturen. Bij sommige processen is men verplicht om een frequentieregelaar als starter te gebruiken, omdat de aanloop of de vertraging anders niet constant verloopt vanwege de variabele belasting. Typische voorbeelden zijn pompen of conveyors, waar de belasting tijdens de aan- en uitloop sterk verschilt. Met de nieuwe AdaptativeControle controleert de Digistart niet alleen de startstroom maar ook het profiel van iedere versnelling of vertraging en stuurt het continu bij om die constant te houden, ook bij sterk variabele belasting. Meer daarover met praktische voorbeelden in de presentatie die we op de lezing tonen.
• PRAKTISCH Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem. Datum: donderdag 10 maart 2011 om 20 uur. Spreker: Luc Bervoets, salesmanager factory automation Belgium, Pepperl+Fuchs. Kostprijs: 10 euro voor VIK-leden; 15 euro voor medewerkers van bedrijfsleden; 25 euro voor niet-leden. Broodjes en uitgebreid drankenbuffet inbegrepen. U kunt uw inschrijving tot 48 uur voor aanvang van de activiteit kosteloos annuleren. Bij latere annulatie wordt het inschrijvingsgeld volledig ingehouden. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOREG10311.
Control Techniques België is onderdeel van de wereldwijde organisatie Control Techniques LTD uit NewTown, Wales (GB) en als organisatie onderdeel van Emerson Industrial Automation. Control Techniques bv is de producent en leverancier van elektrisch regelbare aandrijfcomponenten, zoals frequentieregelaars, fluxregelaars, softstarters, gelijkstroomregelaars, gelijkstroom- en wisselstroomservoaandrijvingen voor centrale, decentrale en hybride besturingen, motion controllers en (servo)motoren.
AGENDA BIJEENKOMSTEN
• PRAKTISCH Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem. Datum: donderdag 20 januari 2011 om 19.30 uur. Spreker: Stephane Loop - Control Techniques. Kostprijs: 10 euro voor VIK-leden; 15 euro voor medewerkers van bedrijfsleden; 25 euro voor niet-leden. Broodjes en uitgebreid drankenbuffet inbegrepen. U kunt uw inschrijving tot 48 uur voor aanvang van de activiteit kosteloos annuleren. Bij latere annulatie wordt het inschrijvingsgeld volledig ingehouden. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOELE10111.
Studiegroep Bedrijfsbeleid 18-jan-11 E-leren in de onderneming: mogelijkheden met kosten en baten, VIK-huis, 20 uur 1-mrt-11 Wil je eindelijk eens live zien wat je meer kan doen met een smartphone?, VIK-huis, 20 uur Studiegroep Elektriciteit 20-jan-11 Softstarter of frequentieregelaar, VIK-huis, 19.30 uur Studiegroep Regeltechniek 10-mrt-11 Lezing: Detecteren, meer dan ja of nee. Vernieuwde sensortechnologie voor de factory automatisering, VIK-huis; 20 uur
MEET- EN REGELTECHNIEK
Studiegroep Technisch-commercieel 22-feb-11 Lezing: Verdien ik genoeg? Antwerpen, 20 uur
Detecteren, meer dan ‘ja’ of ‘nee’ donderdag 10 maart 2011 Vernieuwde sensortechnologie voor de factory automatisering. Contactloze positieterugmelding van producten en machinedelen deed zijn intrede rond 1958. Sinds de aanvang is het
41
I-mag januari 2011
denken & doen PUZZELAAR
Puzzelaar 99
De wijde horizon!
Dit vraagstuk werd me bezorgd door collega Lieven Hautekeete, waarvoor dank. De wijde horizon! Hoeveel kilometer tot aan de horizon kan men kijken en welke oppervlakte in km² kan men overzien? We staan eerst met beide voeten op de grond en verplaatsen ons daarna steeds hoger en hoger. De vraag concreet: maak een berekening vanop 1,7 meter, vervolgens op 100 meter en ten slotte op 100 kilometer. (We gaan ervan uit dat de aarde een perfecte gladde bol is met een diameter van 12.757 km en dat niets ons zicht belemmert). Bijvraag: hoeveel juiste antwoorden zullen we ontvangen? Stuur uw antwoorden naar Roland Mebis, Tabaartstraat 23, 3740 Bilzen of mail naar
[email protected] voor 15 februari 2011. De twee winnaars ontvangen elk een boekenbon ter waarde van 25 euro.
Oplossing VIK-puzzelaar 97 de clochard Er zijn acht kansen op tien dat onze clochard zich in een van de acht cafés bevindt en dus één kans op tien (1/8 x 8/10 = 1/10) dat hij in het achtste café is. De kans dat hij niet in de eerste zeven pubs aanwezig zal zijn, is 1 - 7/10 = 3/10. Hieruit volgt dat de kans om de clochard te ontmoeten in het achtste café (1/10) / (3/10) = 1/3.
schieter, Marke (21) en van de winnaars Jan Doornaert, Bremstraat 9, 9032 Wondelgem (17) en Theo Renckens, Rode Kruisstraat 8, 3930 Hamont (15). Beide winnaars ontvangen kortelings een boekenbon ter waarde van 25 euro. Proficiat!
We ontvingen negen goede oplossingen, namelijk van Edward Vanhove, Maaseik (26); Patrick Impens, Melle (34); Koen Matthijsen, Stekene (24); Luc Detemmerman, Tienen (19); Marnix Catteeuw, Wilsele (23); Peter De Witte, Moerkerke (19); Pieter Jan Le Roy; Rudi Dekeers-
PS: Volgende puzzelaar draagt het nummer 100. Ken je een feestelijk getinte puzzel, dan mag je me dit met veel genoegen bezorgen!
Ing. Roland MEBIS MSc
1
2
3
4
5
6
7
8
BAR 1
BAR 2
BAR 3
BAR 4
BAR 5
BAR 6
BAR 7
BAR 8
1/10
1/10
1/10
1/10
1/10
1/10
1/10
1/10
I-mag januari 2011
42
ergens anders
2/10
VIK V orming VIK V orming
Workshop procesveiligheid en MOC vanaf donderdag 3 februari 2011 4. Risico-identificatie • Hoe risico's in kaart brengen (inventarisatie)? • Hoe risico’s evalueren? • Welke analysemethoden zijn er? • Welke analysemethode wanneer aanwenden:
Veiligheid is nog steeds een topprioriteit in de procesindustrie. Met nieuwe normen en verstrengde regelgeving tracht men zoveel mogelijk risico's te beperken. Ook al daalt het aantal werkongevallen sterk, uit analyses blijkt dat het aantal procesincidenten die trend niet volgt. Er is immers nog heel wat onwetendheid rond dynamische risicobeheersing, vooral bij bedrijven die recent worden geconfronteerd met de verstrengde eisen van de Sevesorichtlijnen. Zij zien zich verplicht om aan een aantal standaarden te voldoen en weten vaak niet hoe ze daaraan moeten beginnen. Pas echt complex wordt het, wanneer men een bestaand proces of een bestaande installatie wil veranderen of ombouwen. Dat kan immers verstrekkende gevolgen hebben voor de veiligheid. Onwetendheid kan daarbij aanleiding zijn tot (bijna)ongevallen met potentieel fatale afloop.
4B. Bijzonder voorbeeld: illustratie van een mechanische toepassing 'Bruggen in Brugge' 5. MOC • Wat bij wijzigingen aan een bestaande installatie? • Oefening 6. Bouwstenen van een masterplan • Producteigenschappen (vlampunt, ontstekingstemperatuur, ontbindingstemperatuur, explosiegrenzen, statische elektriciteit, Atex) • Mechanische beheersingen (veiligheidskleppen: scenario's, typen en opbouw) • Instrumentele beveiligingen (SIL-classificatie en opbouw) - Methodes om het SIL-niveau van een veiligheidskring te bepalen - Hoe veiligheidskringen berekenen en ontwerpen? - Eisen qua onderhoud - Voorbeelden van typische beveiligingen van installaties, rekening houdend met de IEC-normen en de interpretatie die de overheid eraan geeft.
• Programma 1. Procesveiligheid • Wat en waarom en hoe doe je aan procesveiligheid? • Begrippenkader (termen en definities) 2. Regelgevend kader • Overzicht en duiding van de regelgeving voor procesinstallaties • Visie en inspectiecriteria van Belgische Sevesoinspectiediensten m.b.t. procesinstallaties 3. Veiligheidsstudies • Basisgegevens om een veiligheidsrapport (VR) en een omgevingsveiligheidsrapport (OVR) op te stellen • Welke types? FMEA, HAZOP, Vlinderdasmodel Planop • Wanneer voer je welke veiligheidsmaatregelen uit? • Tegenmaatregelen • Wisselwerking tussen risicoanalyse en tegenmaatregelen • Het risico beperken tot een aanvaardbaar niveau
7. Integrale oefening • Oefeningen aan de hand van eigen cases • Wrap-up en evaluatie
• Praktisch donderdagen 3, 10, 17, 24 februari 2011 van 10 tot 18 uur in het VIK-huis in Wommelgem. Info: www.vikvorming.be/moc of
[email protected] of 03 259 11 06.
43
I-mag januari 2011
VIK V orming VIK V orming
Hoe meer doen in weinig tijd? maandag 31 januari 2011 Extra resultaat – meer dingen gedaan krijgen Gedurende één dag leert de deelnemer hoe ‘Extra resultaat’ verkregen wordt door de hefbomen uit focusmanagement toe te passen. Focus- of actiemanagement is geen timemanagement nieuwe stijl. Tijd valt niet te managen. Het gaat over het beheer van aandacht en energie. De productiviteit van de crisis zonder de bijwerkingen. Extra resultaat met minder stress en minder tijd.
• • • • •
Programma Hefbomen om extra resultaat te behalen Opstap naar stressvrije productiviteit Het zandlopermodel Focus en gewoontes
• Praktisch maandagen 31 januari 2011 van 10 tot 18 uur in het VIK-huis in Wommelgem. Info: www.vikvorming.be/focusmanagement of
[email protected] of 03 259 11 06.
Tijdstudie als innovatiebasis vanaf donderdag 17 februari 2011 Met deze opleiding willen we duidelijk maken dat tijdstudie nog steeds een stevige basis is om de werking van een productieorganisatie in kaart te brengen. Maar het mag niet blijven bij de opstelling van een normering. Tijdstudie moet eerder een basis zijn om allerlei verbeteringen te kunnen bedenken. De opleiding zet je daarbij duidelijk op weg.
• Programma • Wat en waarom tijdstudie ? • Heropfrissing van - Wanneer welke tijdstudietechnieken kiezen? - Arbeidstaak verdeling, verband tussen tijd en arbeid - Tempo waarderen - Inleiding tot tijdsmeting met chronometrage - Voorafbepaalde tijden - menselijke bewegingen (MTM1, UAS enz.) - Procesgebonden arbeid en machine-efficiency (OEE) - Inleiding tot multimomentopname (MMO) - Toeslagfactoren en normstelling • Méér bereiken met tijdstudie - Functional value map (FVM) - Tijdstudiesoftware zin of onzin? - Enkele doorbraakgedachten (ISA) • Van theorie tot praktijk: uitwerken van een bedrijfseigen case
I-mag januari 2011
• Praktisch donderdagen 17 en 24 februari 2011, telkens van 10 tot 18 uur in het VIK-huis in Wommelgem. Info: www.vikvorming.be/node/536 of
[email protected] of 03 259 11 06.
44
VIK V orming VIK V orming
Energiebesparingen in de procesindustrie donderdag 10 februari 2011 De cursus is een must voor iedereen die zich in de procesindustrie inzet voor kostenbesparingen.
• Programma • Hoe pakt men energiebesparing systematisch aan? Een uitgewerkte methodiek!
• Hoe reduceer ik de elektriciteitsrekening? • Housekeeping: een waaier van besparingen • Distillatie, een energieverslinder: optimaal distilleren is mogelijk
• Optimale stoomproductie: hoe krijg ik meer energie uit de brandstof?
• Verdamping kost energie, maar meertrapsverdamping laat besparen
• Elektrische motoren: hoe verbeteren en welke alternatieven • • • •
zijn er? Warmtepompen laten toe afvalwarmte te hergebruiken Warmte-integratie vermindert de energietoevoer en -afvoer Warmtekrachtkoppeling: dé moderne energiebesparing Checklijsten voor energiebesparing: een praktische samenvatting
• Praktisch donderdag 10 februari 2011 van 10 tot 18 uur in het VIK-huis in Wommelgem. Info: www.vikvorming.be/node/566 of
[email protected] of 03 259 11 06.
Mechatronica vanaf zaterdag 5 februari 2011 Mechatronica is een nieuwe benadering in mechanisch ontwerp waarin de synergetische effecten tussen mechanica, elektronica en informatica benut worden door de technologieën met elkaar te integreren. De meerwaarde van een mechatronische aanpak is al uitvoerig aangetoond in bijvoorbeeld fototoestellen, printers, auto’s, … In de algemene machinebouw is het begrip mechatronica niet onbekend en het werd er al met succes toegepasts in CNC-machines en industriële robots. Hoewel enkele machinebouwers de weg van mechatronica al ingeslagen zijn, blijkt de drempel voor veel bedrijven nog te hoog. Deze cursus wil de drempel verlagen door enerzijds de essentie van de verschillende disciplines samen te brengen, zodat u een overzicht krijgt van de verschillende technologische mogelijkheden. Anderzijds worden enkele onderwerpen verder uitgediept, zodat u leert hoe u die technologieën kunt gebruiken.
• • • • •
Programma Inleiding tot de mechatronica System engineering Mechatronische systemen en motion control Moderne machines en mechatronische systemen
• Praktisch zaterdagen 5, 12, 19, 26 februari 2011 telkens van 9 tot 12 uur in het VIK-huis in Wommelgem. Info: www.vikvorming.be/mechatronica of
[email protected] of 03 259 11 06.
45
I-mag januari 2011
VIK V orming VIK V orming
Cursusagenda januari - februari 2011 CURSUS
STARTDATUM EINDDATUM SESSIES
UREN LEDENLEDENTARIEF TARIEF ONDERW. & OVERH.
TECHNOLOGIE Woningventilatiesystemen ontwerpen
15/01/2011
05/02/2011
4
9 tot 12 uur
490
420
Bekistingen en zichtbeton
17/01/2011
31/01/2011
5
14 tot 21 uur 31/01: 14 tot 17 uur
630
540
Verwarmingstechnische calculaties: gevorderden
19/01/2011
16/02/2011
5
19 tot 22 uur
580
490
Fellow bouwmanager
21/01/2011
17/12/2011
57
vrijdag 19 tot 22 uur en zaterdag 9 tot 12 uur
3510
nvt
Platdakspecialist
25/01/2011
04/11/2011
25 dinsdag 16 tot 20.30 uur
1900
nvt
Mechatronica in moderne machines
05/02/2011
26/02/2011
4
9 tot 12 uur
490
420
Steigerwerken en stellingen
07/02/2011
14/02/2011
4 14 tot 21 + 10 tot 13 uur en bezoek 15 tot 18 uur
440
370
Energiebesparingen in de procesindustrie
10/02/2011
10/02/2011
2
10 tot 18 uur
380
320
Praktische invulling van EC7 bij het ontwerp van ondiepe en diepe funderingen* 14/02/2011
28/02/2011
3
19 tot 22 uur
380
320
Nieuwe toepassingen met polymeren
16/02/2011
02/03/2011
6
14 tot 21 uur
680
580
Bruggenbouw
21/02/2011
14/03/2011
5
14 tot 21 uur 14/03: 14 tot 17 uur
630
540
Industriële koeltechnieken
23/02/2011
25/05/2011
10
19 tot 22 uur
1050
890
Klimatisatie van gebouwen
25/02/2011
01/04/2011
10
10 tot 18 uur
1190
1010
Eex - Atex
25/01/2011
25/01/2011
2
10 tot 18 uur
340
290
B-VCA: basisveiligheid
20/01/2011
20/01/2011
2
07.30 tot 16 uur + examen
135
nvt
Bedrijfsmanagement
21/01/2011
01/04/2011
18
14 tot 21 uur
1320
1150
VOL-VCA: veiligheid voor operationeel leidinggevenden
03/02/2011
03/02/2011
2
08 tot 17 uur
320
nvt
Business-to-businessmarketing
28/01/2011
28/01/2011
2
14 tot 21 uur
340
290
Moderne smeertechnieken
29/01/2011
19/03/2011
5
09 tot 12 uur
580
490
Workshop procesveiligheid en MOC (management of change)
03/02/2011
24/02/2011
8
10 tot 18 uur
1090
930
Legionella pneumophila - beheersplan
10/02/2011
10/02/2011
2
10 tot 17 uur
340
290
Integraal waterbeheer
14/02/2011
27/06/2011
15
19 tot 22 uur
1320
1120
Tijdstudie als innovatiebasis
17/02/2011
24/02/2011
4
10 tot 18 uur
730
620
MS Project
17/02/2011
24/02/2011
4
10 tot 17 uur
680
580
Contractenbeheer
25/02/2011
25/02/2011
2
14 tot 21 uur
340
290
Hoe meer doen in weinig tijd? - Focussing
31/01/2011
31/01/2011
2
10 tot 18 uur
230
200
Effectief leidinggeven - medewerkers coachen - teammanagement
08/02/2011
28/06/2011
17
19 tot 21 uur
1650
1400
Snellezen
18/02/2011
25/02/2011
2
14 tot 17 uur
310
260
BEDRIJFSKUNDE
VAARDIGHEDEN
tarieven geldig tot 31.12.2011
I-mag januari 2011
(*) Huis van de bouw, Zwijnaarde
meer info en updates op www.vikvorming.be
46
NVT = niet van toepassing
VIK V orming VIK V orming
11 Start 30 maart 20
nu al tweede promotie
2de promoti e
Praktisch Startdatum: woensdag 30 maart 2011 Data: 8 woensdagen telkens van 14 tot 21 uur. Plaats: VIK-huis in Wommelgem