RWLP Oost-Groningen Resultaten 2012 – 2013 Uitvoeringsprogramma 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs, i.o.v. Stuurgroep RWLP Oost-Groningen 21 juni 2013
datum
21 juni 2013 werk
21303 RWLP Oost-Groningen onderwerp
Voortgangsrapportage - DEFINITIEF
KAW architecten en adviseurs Postbus 1527 9701 BM Groningen Hofstraat 8 9712 JB Groningen Telefoon (050) 369 58 70 Fax (050) 369 58 71 Email
[email protected] Website www.kaw.nl
Inhoudsopgave Inleiding _____________________________________________________ 5 1.
Proces: van basisplan naar uitvoering ______________________ 7
1.1
Acht clusters met concrete doelen ______________________________________ 7
1.2
Organisatie _______________________________________________________ 7
1.3
Aanvraag uitvoeringsprogramma april 2012 _______________________________ 11
2.
Wat was het doel en wat hebben we bereikt? _____________ 13
2.1
Bestuurlijke en ambtelijke samenwerking ________________________________ 13
2.2
Samenwerking met (maatschappelijke) organisaties _________________________ 14
2.3
Communicatie ___________________________________________________ 14
2.4
Cluster Economie _________________________________________________ 15
2.5
Cluster Particuliere woningvoorraad ___________________________________ 17
2.6
Cluster Onderwijs en arbeidsmarkt ____________________________________ 18
2.7
Cluster Cultuur en sport ____________________________________________ 20
2.8
Cluster Zorg ____________________________________________________ 21
2.9
Cluster Primair onderwijs ___________________________________________ 23
2.10
Cluster Wonen - Prestatieafspraken ____________________________________ 24
2.11
Cluster Actief burgerschap __________________________________________ 25
2.12
Samenvattend ____________________________________________________ 27
3.
Hoe we het nóg beter kunnen doen! _____________________ 29
3.1
Inhoudelijke focus _________________________________________________ 29
3.2
Organisatie en communicatie _________________________________________ 30
3.3
Bestuurlijke samenwerking___________________________________________ 31
4.
Regionaal samenwerken 2013 – 2015 _____________________ 33
4.1
Thema’s waarop we regionaal blijven samenwerken _________________________ 33
4.2
Doelstellingen en projecten __________________________________________ 33
4.3
Aansturing clusters en rol Stuur- en Projectgroep __________________________ 34
4.4
Communicatie ___________________________________________________ 35
5.
Kostenoverzicht ________________________________________ 37
6.
Uitvoeringsprogramma 2013 - 2015 ______________________ 39
Communicatie _________________________________________________________ 39 Begroting ____________________________________________________________ 39
KAW architecten en adviseurs
RWLP 2011 – 2013 – 2015
3
4
RWLP 2011 – 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs
Inleiding In november 2011 presenteerden we het Regionaal Woon- en Leefbaarheidsbasisplan OostGroningen. Het regionale plan ontstond vanuit de urgentie om een aantal (aanstaande) leefbaarheidsproblemen aan te pakken en vanuit de behoefte en noodzaak om dat boven het lokale niveau uit te tillen. Het basisplan bestond uit een inventarisatie van ontwikkelingen en aandachtspunten op acht verschillende gebieden. Deze gebieden, clusters, werden voorzien van een agenda en een groep mensen die er mee aan de slag zou moeten. Er werd een organisatiestructuur voor opgezet die de voortgang tot stand moest brengen en die voortgang moest bewaken. Die structuur bestond uit een Stuurgroep, een Projectgroep en een kwartiermaker. De kwartiermakersrol werd ingevuld door KAW. In april 2012 is bij de Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden een subsidieaanvraag gedaan voor het op gang krijgen van projecten en het optuigen van de communicatie. Inmiddels zijn we 1,5 jaar verder. De bestuurlijke structuur rondom het RWLP is goed uitgewerkt en de afpaling met andere regionale bestuurlijke overleggen is inmiddels helder (EZ, WMO, Onderwijs, Toerisme). Er ligt een uitgewerkt programma met acht clusters en daarbinnen ca 20 projecten of deelthema’s. De Toogdag bewijst zich als verbinder, er komen nieuwsbrieven uit en er is een website in de lucht. De betrokkenheid van andere maatschappelijke geledingen groeit. Deze rapportage geeft een overzicht van onze oorspronkelijke doelstellingen, de behaalde resultaten en de agenda voor de komende jaren. Want één ding is in 1,5 jaar samenwerken aan Oost-Groningen wel duidelijk geworden: een leefbaar Oost-Groningen verdient onze blijvende aandacht!
Stuurgroep Regionaal Woon- en Leefbaarheidsplan Oost-Groningen 21 juni 2013 Dhr. H. Polman, wethouder Gemeente Oldambt (voorzitter Stuurgroep) Mevr. M. Bos, wethouder Gemeente Bellingwedde Dhr. J. Batelaan, wethouder Gemeente Menterwolde Dhr. J. van Mannekes, wethouder Gemeente Pekela Dhr. J. Bessembinders, wethouder Gemeente Stadskanaal Dhr. K. Steenhuis, wethouder Gemeente Veendam Dhr. S. Lok, wethouder Gemeente Vlagtwedde Mevr. M. Besselink, gedeputeerde Provincie Groningen
KAW architecten en adviseurs
RWLP 2011 – 2013 – 2015
5
6
RWLP 2011 – 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs
1. Proces: van basisplan naar uitvoering 1.1
Acht clusters met concrete doelen Als start van het Regionaal Woon- en Leefbaarheidsplan is in 2011 een basisplan geschreven. Dat plan gaf, naast een analyse op verschillende woon- en leefbaarheidsthema’s een vooruitblik op de opgaven voor de komende jaren. In het Regionaal Woon- en Leefbaarheidsbasisplan zijn acht urgente clusters van opgaven benoemd. In onderstaand schema staan deze 8 clusters inclusief een voorlopig/indicatief uitvoeringsprogramma:
Woningbehoefteonderzoek
1.2
Organisatie Bij de vaststelling van het basisplan is afgesproken de bestuurlijke begeleiding van het proces bij de Stuurgroep Regionaal Woon en Leefbaarheidsplan Oost-Groningen (SG RWLP) te leggen. Hierin hebben alle zeven gemeenten (zeven wethouders) en de provincie Groningen (gedeputeerde) zitting. Hierdoor werd de betrokkenheid van alle gemeenten versterkt. De Stuurgroep kwam ongeveer een maal per twee maanden bijeen om de voortgang te bespreken en knelpunten op te lossen. De kwartiermaker bereidde deze bijeenkomsten voor, samen met de voorzitter van de Projectgroep.
KAW architecten en adviseurs
RWLP 2011 – 2013 – 2015
7
De verantwoordelijkheden van de Stuurgroep waren: – het bewaken en begeleiden van het proces waarin het uitvoeringsprogramma tot stand moest komen – het bewaken van de procesmatige kwaliteit van de voortgang in de acht clusters – het adviseren over aanvragen uit deze clusters die een beroep doen op het Provinciaal fonds Leefbaarheid Krimpgebieden en het terugkoppelen van deze toetsing aan de Provincie – het bewaken van de inhoudelijke kwaliteit van voorstellen uit de clusters 2. Wonen – Particuliere Voorraad en 7. Wonen – Prestatieafspraken – het terugkoppelen van voortgang, voorstellen en besluiten naar de eigen gemeentelijke organisaties en colleges Onder de Stuurgroep functioneerde de Projectgroep, waarin de ambtelijke betrokkenheid en ondersteuning geregeld was. Deze Projectgroep kwam maandelijks bijeen, samen met de kwartiermaker. Het RWLP heeft acht opgaven benoemd, verdeeld over acht clusters. Het RWLP kwam tot stand onder bestuurlijke aansturing van met name Portefeuillehouders Wonen en ondersteund met een Projectgroep waarin ook Wonen-ambtenaren zaten. Twee van de benoemde opgaven hebben een directe relatie met Wonen. De andere opgaven lagen op vlakken waarop al ander bestuurlijk overleg bestaat óf nog zou moeten ontstaan. Uitgangspunt daarbij was dat a. de procesvoortgang en –bewaking vanuit de Stuurgroep RWLP plaatsvond en b. dat zo weinig mogelijk nieuw bestuurlijk of ambtelijk overleg werd ingesteld en c. dat aangehaakt werd bij bestaande regionale structuren. Uitgangspunt was tevens dat de inhoudelijke afstemming en besluitvorming via de betreffende (inhoudelijke) bestuurlijke overleggen plaatsvond. Het RWLP agendeerde dus en voegde deze agendapunten toe aan de dia agenda van lopend bestuurlijk overleg. Van belang was ook de mogelijkheid die deze structuur bood voor het aanhaken van alle gemeenten, zowel op bestuurlijk als op ambtelijk niveau, maar vooral ook van alle betrokken maatschappelijke organisaties, hun medewerkers en bestuurders. Vlindermodel
agenda
overheid – regionaal
maatschappelijk – regionaal
dragende vleugels
Om de bestuurlijke inbedding te verbeelden gebruikten we als metafoor de vlinder. De vlinder is symmetrisch, vouwt samen en vliegt, is veelkleurig en licht en staat symbool voor ontpopping en nieuw begin. Daarmee drukt deze metafoor goed uit wat we willen: een overlegvorm die licht is en recht doet aan het veelkleurig spectrum van wonen en leefbaarheid en samenhang zoekt tussen bestaand regionaal portefeuillehouderoverleg (de linkervleugel), de agenda van de clusters (het lijf) en te ontwikkelen regionaal overleg met maatschappelijke partners (rechtervleugel).
8
RWLP 2011 – 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs
Symmetrie In het RWLP staan acht opgaven beschreven die voortkomen uit de problematiek en kansen die de demografische ontwikkeling in de regio met zich meebrengt. Deze opgaven zijn voornamelijk inhoudelijk van aard en vormen de agenda van het RWLP. Zij staan centraal in het proces en vormen daarmee het vlinderlijf. Om deze agenda uitgevoerd te krijgen zijn ondersteunende vleugels nodig: draagvlak. Zowel onder overheidsbestuurders en ambtenaren (het regionaal portefeuillehouderoverleg) als onder de medewerkers en bestuurders van maatschappelijke organisaties (het regionaal clusteroverleg). Zij vormen de linker resp. de rechtervleugel om de agenda. Concreet zijn delen van dit bestuurlijk en ondersteunend draagvlak al bestaand en delen moeten nog worden ingericht. Inhoudelijke afstemming Een vlinder kan pas vliegen als de vleugels worden samengevouwen (contact maken) en gelijktijdig bewegen (afstemmen). De onderlinge verbindingen moeten sterk zijn. Deze verbindingen zijn op ambtelijk niveau en op bestuurlijk niveau georganiseerd binnen de clusters door regelmatige uitwisseling of door verbindende portefeuillehouders of ambtenaren. De verbinding tussen de clusters verliep via de Stuurgroep RWLP, zij kon daarmee haar procesbewakende rol spelen en tevens nieuwe opgaven signaleren die tussen de clusters ontstaan en deze uitzetten. De Stuurgroep had daarmee een dubbelrol: op het vlak van de Wonen clusters zit zij in de linkervleugel, op het vlak van de procesbewaking zit zij op de agenda, als het ware als de kop en voelsprieten van de vlinder. Aan de rechterkant vinden we het overleg met maatschappelijke organisaties in werkgroepen en in bestuurlijk overleg. Dit bestuurlijk overleg kon een structurele vorm hebben met een permanente bezetting en regelmatig contact met het portefeuillehouderoverleg, maar is ook incidenteel gevoerd, in de vorm van het aanschuiven bij het betreffende agendapunt in het regionaal portefeuillehouderoverleg Procesmatige afstemming en borging Om de procesbewakende rol van de SG RWLP te versterken nam elk Stuurgroeplid een eigen cluster en legde verband met (de voorzitter van) het portefeuillehouderoverleg en het evt. maatschappelijk overleg. Hierdoor ontstond een rechtstreekse bestuurlijke lijn tussen de inhoudelijke regionale overleggen op de clusters en de Stuurgroep. Het doel: afstemmen van de agenda’s, voortgang volgen en signaleren van risico’s en nieuwe kansen. Van de acht clusters vielen er zes buiten de inhoudelijke verantwoordelijkheid van de Stuurgroep. De Stuurgroep had in onderling overleg de zes overige clusters verdeeld onder KAW architecten en adviseurs
RWLP 2011 – 2013 – 2015
9
portefeuillehouders van de andere gemeenten. Parallel hieraan maakte ambtelijke ondersteuning in de Projectgroep dezelfde verbinding met de voorzitters van ambtelijke overleggen en de voorzitters van de werkgroepen binnen het betreffende cluster. Procesgang van voorstellen De uitvoering van de agenda vond voornamelijk in werkgroepen plaats. Projectvoorstellen werden inhoudelijk voorbereid door de werkgroep in afstemming met het begeleidend bestuurlijk maatschappelijk overleg (rechterzijde) en de ambtelijke ondersteuning van het Regionaal portefeuillehoudersoverleg (PO) (linkerzijde). De ambtelijke ondersteuning legde uitgewerkte voorstellen voor aan het Regionaal PO voor commentaar en advies en communiceert deze met de werkgroep. De inhoudelijke besluitvorming vond plaats in het bestuurlijk maatschappelijk overleg in afstemming met het advies van het Regionaal PO. Daar waar mogelijk probeerden wij, om de lijnen te verkorten, dergelijke besluitvorming in gecombineerd overleg of met afvaardiging te laten plaatsvinden. De Stuurgroepleden RWLP en hun ambtelijke ondersteuning bevorderden deze onderlinge afstemming en zagen daar op toe. Samengevat
Er was een aantal gremia actief bij de uitvoering: – Projectgroep Regionaal Woon- en Leefbaarheidsplan Oost-Groningen; – Stuurgroep Regionaal Woon- en Leefbaarheidsplan Oost-Groningen; – regionaal overleg (vak)portefeuillehouders, per cluster (WMO, POPO, Toerisme, EZ); – regionale werkgroepen (ambtelijk) per cluster; – overleggen van maatschappelijke instellingen zelf, waar de gemeente / provincie niet (altijd) bij zat. De rolverdeling was dat de Stuurgroep eindverantwoordelijk was als het gaat om de uitvoering van de benoemde opgaven. De Stuurgroep vroeg als het ware dat de bestaande overleggen, zowel ambtelijk als bestuurlijk, de betreffende opgaven op hun agenda van het reguliere overleg zetten en er dus mee aan de slag zouden gaan. De portefeuillehouder uit de Stuurgroep RWLP die zich aan een opgave had verbonden, onderhield contact met de voorzitter van het reguliere overleg en koppelde terug aan de Stuurgroep. Dit gold ook voor de ambtelijke afstemming. De portefeuillehouder en ambtenaar die verbonden waren aan een opgave, kwamen uit dezelfde gemeente.
10
RWLP 2011 – 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs
1.3
Aanvraag uitvoeringsprogramma april 2012 In april 2012 is vanuit de Stuurgroep RWLP een eerste projectaanvraag gedaan bij de Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden van de Provincie Groningen. Deze aanvraag behelsde enkele concrete projectvoorstellen uit de acht clusters, en een deel voor het opzetten en uitvoeren van de communicatie rond het RWLP. Aanvraag april 2012 Bedragen zijn inclusief 19% BTW 1. Economie 2. Wonen – particulier 3. Onderwijs en arbeidsmarkt 4. Cultuur en grote sportvoorzieningen 5. Zorg 6. Primair onderwijs 7. Wonen – woningmarkt 8. Nieuw Burgerschap Communicatie Totaal
€ 45.000 € 5.000 € 47.500 € 10.000 € 32.500 € 20.000 € 25.000 € 20.000 € 12.500 € 217.500
Aanvraag Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden (40%)
€ 87.000
Deze aanvraag is toegekend. Na de toekenning is gestart (of verder gegaan) met de uitvoering van de projecten en met het opzetten van de communicatie daaromheen. Een overzicht van de voortgang en de resultaten staat beschreven in paragraaf 2.3 (communicatie) en 2.4 t/m 2.11 (projecten in de clusters).
KAW architecten en adviseurs
RWLP 2011 – 2013 – 2015
11
12
RWLP 2011 – 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs
2. Wat was het doel en wat hebben we bereikt? We zijn met een aantal ambitieuze doelen de regionale samenwerking aangegaan. Daarbij hebben we steeds voor ogen gehad dat we werkten op twee niveaus. Het eerste niveau was het niveau van samenwerken; elkaar vinden en betrekken en onze ervaringen met elkaar delen. Hierbij ging het in eerste instantie om samenwerking tussen de zeven gemeentes en snel daarna om samenwerking met (maatschappelijke) organisaties. Het tweede niveau was een concreter niveau: het voor elkaar krijgen van regionale plannen met lokale pilots. Daarbij ging het ons om zichtbare en tastbare resultaten. Dit hoofdstuk geeft een beeld van wat we bereikt hebben, zowel op dat abstractere niveau van samenwerking en communicatie, als op een concreter (project)niveau binnen de clusters.
2.1
Bestuurlijke en ambtelijke samenwerking Wat liep goed? De Stuurgroep en Projectgroep hebben gewerkt zoals bij het opstellen van het basisplan is bedacht en later ook is vastgelegd in de opdracht aan de kwartiermaker. Deze overlegstructuur heeft in de praktijk goed gewerkt; de Stuurgroep kwam tweemaandelijks bijeen; de Projectgroep maandelijks. In het kader van de prestatieafspraken (Cluster Wonen 2) zijn vanaf eind 2012 de afspraken verlengd en schoven ook medewerkers en bestuurders van de corporaties aan bij het overleg. De Projectgroep hield zicht op de voortgang in projecten en bewaakte de financiën. Daarnaast bereidden zij besluitvorming in de Stuurgroep voor. De samenwerking en sfeer binnen de Projectgroep was goed. Door de Stuurgroep RWLP zijn op diverse andere bestuurlijke tafels krimpvraagstukken gedeponeerd die om actie vragen en waar beweging is ontstaan en verbinding is gelegd. Het Regionaal Woon en Leefbaarheidsbasisplan en met haar de Stuur-, Projectgroep en kwartiermaker hebben een goede aanjagende en agenderende rol gehad met als centraal en verbindend thema de terugloop en verandering van de bevolking. Er is op veel thema’s een regionale ‘sense of urgency’ ontstaan, niet alleen bij bestuurders maar ook bij tal van maatschappelijke organisaties. Wat kan nog beter? Tegelijkertijd moeten we ook constateren dat het onmogelijk en ongewenst is gebleken om een regionaal plan te maken dat zich over zoveel zaken tegelijk uitspreekt met zoveel betrokken gemeenten en maatschappelijke organisaties. Deze aanpak strandt in breedte en bereikt niet de diepte die voor het vervolg gewenst is. We moeten terug naar focus. Tegelijkertijd moeten we vasthouden dat uitwisseling tussen de (bestuurlijke en maatschappelijke) organisaties vanuit verschillende agenda’s (zorg-wonen-onderwijs-economie-voorzieningen) gewaarborgd is. Gaandeweg het proces is ook wel eens onduidelijkheid over de agenda van de Stuurgroep ontstaan; is dit het overleg waar we met elkaar enkel de voortgang van het Regionaal Woon- en Leefbaarheidsplan bespreken, of horen ook nieuwe en tussentijdse ontwikkelingen en onderlinge
KAW architecten en adviseurs
RWLP 2011 – 2013 – 2015
13
(lokale) afspraken die de leefbaarheid van de regio raken hier op tafel thuis? Voor een vervolg is een duidelijke bepaling van de Stuurgroep-agenda van belang.
2.2
Samenwerking met (maatschappelijke) organisaties Binnen de acht clusters is, in meer of mindere mate, samenwerking gezocht met organisaties. In enkele clusters, zoals het cluster economie, liep dit al goed en had het RWLP vooral een verbindende rol, waarbij het doel was tot concrete resultaten te komen. Dat is ook gelukt. In andere clusters was (regionale) samenwerking tussen gemeenten en organisaties juist heel hard nodig, maar was dit nog niet georganiseerd. Dit geldt bijvoorbeeld voor de clusters Wonen 2 (prestatieafspraken) en Primair Onderwijs. Hier heeft het RWLP een aanjagersrol gespeeld en heeft gemeenten en organisaties rondom een actuele en/of acute problematiek en opgave om tafel gekregen om problematiek te bespreken en om concrete afspraken te maken.
2.3
Communicatie Toogdag Na de eerste Toogdag in 2011, in Veendam, heeft de Stuurgroep afgesproken twee maal per jaar een Toogdag te organiseren. Het doel daarvan was het uitwisselen van kennis en ervaring, en het geven van informatie over de voortgang van projecten. Een derde doel was het vergroten van het (maatschappelijk) draagvlak voor de regionale samenwerking en de uitvoering van projecten. In 2012 hebben twee Toogdagen plaatsgevonden; de eerste in Ter Apel (8 juni), de tweede in Bellingwolde (9 november). Op de Toogdagen zijn beide keren ruim tachtig mensen afgekomen; voornamelijk professionals, maar ook enkele (georganiseerde) inwoners. De reacties op de Toogdagen waren positief. Men vindt het vooral prettig om elkaar te spreken, inspiratie op te doen en ervaringen uit te wisselen. De presentaties dienden hun informatieve en inspirerende doel en dienden daarnaast als ‘publiekstrekker’.
Toogdag Bellingwolde, 9 november 2012
De eerste Toogdag van 2013 is gehouden in juni, ditmaal in Muntendam. Deze Toogdag markeerde het einde van het kwartiermakerschap, en leidde het Uitvoeringsprogramma 2013 – 2015 in.
14
RWLP 2011 – 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs
Website www.vankrimpnaarkwaliteit.nl Deze website is gelanceerd in april 2012. Deze website heeft een publieksgedeelte waarop alle informatie van en over het RWLP overzichtelijk te raadplegen is en een ideeënbus waarop initiatieven gemeld kunnen worden. De website had ook als doel om meer mensen te betrekken bij het RWLP, maar ook discussie los te maken. Daarnaast heeft de site een besloten gedeelte waar de Project- en Stuurgroep kennis kunnen nemen van werkplannen, verslagen, voortgang etc. van zowel hun eigen werkgroepen als van anderen. Daarmee ontstaat voor medewerkers dus ook het overzicht van het groter geheel waarbinnen men werkzaam is. Dit gedeelte van de website biedt goede mogelijkheden om de communicatie in de toekomst te versterken. Afstemming tussen communicatiemedewerkers De kwartiermaker heeft tweemaal overleg gehad met de communicatiemedewerkers van de zeven gemeenten. Zij concludeerden dat zij veel meer kunnen betekenen bij de communicatie over (projecten van) het RWLP dan zij nu doen. Voorwaarde daarvoor is wel dat zij daarvoor betrokken worden bij de Projectgroep RWLP. Inmiddels krijgt die afstemming goed vorm.
2.4
Cluster Economie Bestuurlijk aanspreekpunt Stuurgroep: Ambtelijk aanspreekpunt Projectgroep: Bestuurlijke inbedding: Ambtelijke inbedding:
wethouder M. Bos, gemeente Bellingwedde M. de Voogd, gemeente Bellingwedde Portefeuillehoudersoverleg Economische Zaken Portefeuillehoudersoverleg Toerisme Ambtelijk overleg Economische Zaken Ambtelijk overleg toerisme
Doel van het cluster De hoofddoelstelling binnen dit cluster is het versterken van de regionale economische samenwerking en de profilering van de regio als werkgebied. De hoofddoelstelling is vertaald naar een aantal subdoelstellingen. Deze subdoelstellingen zijn: - verbeteren uitstraling regio als werkgebied - verbeteren uitstraling regio als gebied voor toerisme en recreatie - faciliteren ondernemerschap (ontregeling, financiering, huisvesting en bereikbaarheid). Wat is er bereikt? Om te komen tot een regionale samenwerking op het gebied van recreatie en toerisme tussen gemeenten en instellingen is een ambtelijk en bestuurlijk overleg ingericht. Bij het ambtelijk overleg zijn in een later stadium ook enkele partners aangeschoven. Voor het onderzoek naar de wensen omtrent verbetering dienstverlening is in de afgelopen periode gewerkt aan het formuleren van het onderzoeksvoorstel. Deze is ondertussen bij de Hanzehogeschool uitgezet.
KAW architecten en adviseurs
RWLP 2011 – 2013 – 2015
15
Het project verbeteren glasvezelnetwerk is inmiddels gestart en wordt getrokken door de gemeente Oldambt. De overige projecten vallen onder het EZ-overleg. Tussen het EZ-overleg en het RWLP is de verbinding gelegd dat men elkaar weet te informeren. De ambtelijk secretaris van het EZ-overleg en de bestuurlijk en ambtelijk trekker van het cluster economie hebben regelmatig overleg over de voortgang van de projecten en de trekker van het cluster schuift regelmatig aan bij het EZoverleg of overleggen van de andere projecten. Rol RWLP Voor recreatie en toerisme heeft het RWLP geleid tot een initiatief voor het inrichten van een regionaal overleg. Voor het EZ-overleg heeft het geleid tot het delen van informatie binnen het RWLP met elkaar en dus ook voor meerdere vakdisciplines. Daarnaast heeft het RWLP een bijdrage geleverd aan het ondersteunen van initiatieven, door te helpen met het bepalen van onderzoeksvoorstellen, nieuwe initiatieven aandragen, etc. Budgetverantwoording In dit cluster is budget aangesproken voor het project ‘verbeteren glasvezelnetwerk’. Op dit moment is dit project nog niet (financieel) afgerond. Niet bereikt / te bereiken Van de drie subdoelstellingen mag gezegd worden dat bij elke subdoelstelling voortgang is geboekt om het doel te halen. Voor allen geldt echter ook dat er een langere adem nodig is om tot dat einddoel te komen. De onderlinge samenwerking tussen de gemeentes verloopt goed, ook op het gebied van gezamenlijke profilering. Waar het gaat om het faciliteren van ondernemers kunnen nog grotere slagen gemaakt worden. Regionaal vervolg nodig? Voor het cluster als geheel is het niet nodig om hier vanuit de Stuurgroep RWLP een regionaal vervolg aan te geven. De verschillende onderwerpen zijn prima passend in het bestaande EZoverleg cq recreatie-overleg en hier kan ook uitwisseling van informatie en het opstellen van gezamenlijke actiepunten plaatsvinden. Een deel van de activiteiten kan aan de markt over gelaten worden. Eén project dat voor de regio wel van belang is, met name de uitkomsten hiervan, is het project verbeteren glasvezelnetwerk. Na afronding van dit project de resultaten bespreken en ook hoe dit regionaal kan worden uitgerold. Investering nodig? Nog niet bekend Verantwoordelijkheid regionaal vervolg De meeste projecten worden besproken binnen het ambtelijk overleg EZ. Met hen valt te bespreken of ook de verantwoordelijkheid voor het vervolg bij hen komt te liggen. Het ambtelijk overleg EZ bereidt besluitvorming voor door het regionaal portefeuillehoudersoverleg EZ.
16
RWLP 2011 – 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs
2.5
Cluster Particuliere woningvoorraad Bestuurlijk aanspreekpunt Stuurgroep: Ambtelijk aanspreekpunt Projectgroep: Bestuurlijke inbedding: Ambtelijke inbedding:
wethouder J. van Mannekes, gemeente Pekela R. Plat, De Kompanjie Stuurgroep RWLP Projectgroep RWLP
Doel van het cluster Het ontwikkelen van regionaal instrumentarium om ontwaarding van particulier bezit te beperken en om particulieren te stimuleren om noodzakelijke woningaanpassingen, zelfbeheer of zelfbouw uit te voeren, ondanks dalende marktprijzen. Wat is er bereikt? -
-
-
Instrumentarium beperking ontwaarding van particulier bezit o een methode ontwikkeld voor inventarisatie van verpauperde panden (WOG) o een methode ontwikkeld om verpauperde panden aan te kunnen pakken (WOG) o eerste zichtbare resultaten in de aanpak van rotte kiezen binnen het WOG project, onder andere door inzet van de TDC Instrumentarium stimulering van particulieren tot verbetering van de eigen woning o ervaringen opgedaan door diverse gemeenten met methodiek verstrekking van goedkope leningen uit een revolverend fonds (Veendam, Oldambt, Vlagtwedde) o ervaringen opgedaan door diverse gemeenten met inzet van diverse communicatiemethodieken (Veendam, Pekela) overig resultaat o verbindingen gelegd tussen verschillende initiatieven/projecten in de regio, zodat van elkaars ervaringen geleerd kan worden (m.n. op gebied aanpak particuliere woningvoorraad).
Rol RWLP Met name verbreding, door middel van het inventariseren van lopende projecten binnen de regio en het leggen van verbindingen tussen projecten (met name voor aanpak particuliere woningvoorraad) in de regio en andere projecten in het land op dit thema plaatsvinden, zodat van elkaars ervaringen geleerd kan worden. Budgetverantwoording Geen budget aangesproken; het ging hier om projecten die al subsidie hadden of anderszins gefinancierd waren. Niet bereikt / te bereiken Het project WOG is het enige project uit de regio dat tot direct tastbaar resultaat heeft geleid. Verder zijn vooral mogelijkheden verkend en is gekeken naar voorbeeldprojecten van elders. In de maanden mei en juni is gewerkt aan een ‘regionaal spoorboekje’ waarin het instrumentarium om verpauper(en)d vastgoed aan te pakken beschreven staat. Verdere uitrol daarvan zal na juni plaatsvinden. In dit spoorboekje wordt vooral gekeken naar de reguliere juridische instrumenten die de lokale overheid kan inzetten tegen verpaupering (straffende hand), zoals leegstandstax, aanschrijving, bestemmingswijziging, beeldkwaliteitsplannen en welstand. Daarnaast zijn ook de
KAW architecten en adviseurs
RWLP 2011 – 2013 – 2015
17
mogelijkheden in beeld gebracht vanuit de ‘helpende hand’; zoals goedkope leningen, subsidie en verkoopbemiddeling. Regionaal vervolg nodig? - voor het cluster als geheel: ja - voor afzonderlijke projecten: ja, eventueel nog uit te breiden met aanpak dreigende verloedering/leegstand winkelgebieden Investering nodig? Ja,
Voor een verdere uitrol over de regio van succesvolle projecten zoals: o WOG o Fonds voor goedkope leningen voor woningverbetering/duurzaamheidsmaatregelen o aanpak van rotte kiezen, zoals het voorbeeld in Friesland Voor het eventueel opstarten van een nieuwe projectaanpak van dreigende verloedering/leegstand winkelgebieden (in ogenschouw nemend de evaluatie van de 1e experimentenronde bevolkingsdaling)
Verantwoordelijkheid regionaal vervolg - overheden (gemeenten, provincie, rijk) - marktpartijen (corporaties, vastgoedpartijen, banken)
2.6
Cluster Onderwijs en arbeidsmarkt Bestuurlijk aanspreekpunt Stuurgroep: Ambtelijk aanspreekpunt Projectgroep: Bestuurlijke inbedding:
Ambtelijke inbedding:
wethouder J. Bessembinders, gemeente Stadskanaal L. Scholtens-Glazenburg, gemeente Stadskanaal er bestaat geen regionaal bestuurlijk overleg op het thema aansluiting onderwijs & arbeidsmarkt. Wel is er een bestuurlijk overleg Werk & Inkomen. Besluitvorming (indien nodig) verloopt via de Stuurgroep regionaal woon- en leefbaarheidsplan cf bestuurlijke inbedding
Doel van het cluster Het oplossen van dreigende tekorten in de regionale arbeidsmarkt, zowel kwantitatief als kwalitatief met name op het vlak van zorg en techniek. Subdoelstellingen: * versterking relatie bedrijfsleven/onderwijs * versterking imago verzorgende en technische beroepen * ontwikkelen van productiviteitverhogende innovaties in techniek en zorg * opvangen van de gevolgen van de wet werken naar vermogen (nu: participatiewet) Wat is er bereikt? -
18
De week van de techniek is inmiddels ook in Vlagtwedde, Hoogezand-Sappemeer en Veendam georganiseerd. Met een provinciale subsidie (geen relatie met reserve
RWLP 2011 – 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs
-
-
leefbaarheid krimpgebieden) wordt met de gemeente Stadskanaal als kwartiermaker, gestreefd naar organisatie van een week voor de techniek in alle Groninger gemeenten. Ten behoeve van het Gap-college (project leerbedrijven en werkscholen) heeft Witec een aanvraag ingediend voor subsidie uit de reserve leefbaarheid krimpgebieden. Het project is inmiddels verbreed: men richt zich niet meer alleen op de sector techniek, maar ook op de zorg. Een nieuwe aanvraag voor een bijdrage uit de reserve leefbaarheid krimpgebieden is ingediend. De aanvraag is gehonoreerd. De inventarisatie van lopende initiatieven op het gebied van samenwerking tussen onderwijs en arbeidsmarkt heeft geleid tot gesprekken tussen gemeente Stadskanaal/Noorderpoortcollege en zorgpartijen over de noodzaak tot samenwerking. Om de samenwerking tussen Noorderpoortcollege en zorgpartijen verder vorm te geven wordt door ‘de markt’(Zorgplein Noord) een vervolgproject uitgevoerd.
Rol RWLP Initiërend (aansluiting onderwijs/arbeidsmarkt, participatiewet, behoud zorgpersoneel), verbredend (week van de techniek, leerbedrijven/werkscholen). Budgetverantwoording Er is budget aangesproken ten behoeve van de inventarisatie van lopende initiatieven m.b.t. aansluiting onderwijs/arbeidsmarkt (opdracht uitgevoerd door Sinz/Marcel Koenis). Lichte meerkosten ten opzichte van de begroting houden verband met de presentatie die Marcel Koenis heeft gegeven tijdens de toogdag in november 2012 in Bellingwolde. Niet bereikt / te bereiken Campagne ter bevordering deelname beroepsopleidingen techniek en zorg: - De week van de zorg bleek niet de activiteit te zijn waar betrokkenen op dit moment het gewenste effect van verwachten. De zorgsector organiseert elk jaar ook al iets op dat vlak. Gekozen is voor een andere activiteit die inzet op verbinden onderwijs en zorg. Hiervoor is subsidie aangevraagd. Regionaal vervolg nodig? Een regionaal vervolg vanuit de Stuurgroep RWLP is niet nodig. De projecten in dit cluster die na afloop van het uitvoeringsprogramma regionaal woon- en leefbaarheidsbasisplan (juni 2013) nog doorlopen, behoeven geen regionale afstemming of besluitvorming vanuit de Stuurgroep RWLP. Dit geschiedt via andere (bestaande) overleggen. Zorgplein Noord zal een aanvraag indienen voor een subsidie uit de reserve leefbaarheid krimpgebieden (tender van 1 april 2013). De aanvraag is ten behoeve van het project “Versterken aansluiting en samenwerking Onderwijs en Zorg&Welzijn Stadskanaal”. Dit project is een gevolg van de inventarisatie “Versterken samenwerking onderwijs en arbeidsmarkt in de sectoren zorg en techniek”. Investering nodig? Nee
KAW architecten en adviseurs
RWLP 2011 – 2013 – 2015
19
Verantwoordelijkheid regionaal vervolg Zorgplein Noord
2.7
Cluster Cultuur en sport Bestuurlijk aanspreekpunt Stuurgroep: Ambtelijk aanspreekpunt Projectgroep: Bestuurlijke inbedding:
Ambtelijke inbedding:
wethouder J. Batelaan, gemeente Menterwolde R. Hazekamp, gemeente Menterwolde Er is geen regionaal bestuurlijk overleg op dit cluster. Op het onderwerp zwemwater is nu een wethoudersoverleg gestart. Er is ambtelijk overleg tussen een aantal cultuurambtenaren
Doel van het cluster Regionale afstemming cultuurbeleid Opstellen regionaal programmaboek Onderzoek exploitatie zwemwater Wat is er bereikt? Er is door Huis voor de Sport Groningen een onderzoek uitgevoerd naar de instandhouding van en / of samenwerking tussen zwembaden in de regio. Ook wordt er geëxperimenteerd met de inzet van vrijwilligers bij beheer en onderhoud van sportvoorzieningen. Op enkele plekken is burgerinitiatief ontstaan, zoals in Meeden. Het cultuurbeleid van de gemeenten is geïnventariseerd. Verder is er een gesprek geïnitieerd tussen de directeuren van de regionale theaters en cultuur wethouders om te komen tot het opstellen van een regionaal programmaboek. Dit overleg heeft niet tot het gewenste resultaat geleid. Wel is uit dat overleg gebleken dat er tussen een aantal theaters al bestaande overleg- en samenwerkingsverbanden aanwezig zijn. Rol RWLP Rol van het RWLP was die van initiatiefnemer. Budgetverantwoording Voor het inventariseren van het cultuurbeleid zijn geen kosten gemaakt; dit geldt eveneens voor het overleg over het opstellen van een regionaal programmaboek. Budget is aangewend voor het onderzoek naar de exploitatie van zwembaden. Niet bereikt / te bereiken Wat er niet is bereikt is tot een gezamenlijk programmaboekje van het cultureel aanbod in OostGroningen te komen. De cultuurinstellingen werken al wel samen en voeren periodiek overleg, maar het nut van een gezamenlijke brochure of website werd niet onderkend. Wat ook niet is bereikt is een ‘bestendig’ overleg tussen de cultuurambtenaren. Dit heeft te maken met een capaciteitsprobleem bij de meeste gemeentes.
20
RWLP 2011 – 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs
Regionaal vervolg nodig? Voor een regionale afstemming van het cultuurbeleid is de bestuurlijke begeleiding een belangrijk aandachtspunt. Het opstellen van een regionaal (digitaal) programmaboek is wenselijk. Wellicht kan hiervoor een webpagina worden opgezet. Er is behoefte aan een toekomstperspectief voor de zwembaden in Oost-Groningen. Op korte termijn hebben we het dan bijvoorbeeld over afspraken over gezamenlijke inkoop en onderhoud, alsmede over een op te richten medewerkerspool. Op langere termijn hebben we het dan over de vertaling van de toekomstige behoefte naar diverse categorieën zwemvoorzieningen (“leszwemmen als basisvoorziening moet bereikbaar blijven”.) Investering nodig? Voor het “cultuurdeel” is geen investering nodig. Voor het “sportdeel” is een investering nodig van € 8.500,-. Het Huis voor de Sport heeft hiervoor een offerte uitgebracht, die door de Stuurgroep is geaccordeerd. Verantwoordelijkheid regionaal vervolg Het afstemmen van het regionaal cultuurbeleid laten we eerst aan de “markt” over. De reden is dat de theaterdirecteuren zelf van oordeel zijn dat er voldoende wordt samengewerkt. Voor de toekomstperspectieven van het zwemwater speelt Huis voor de Sport een rol. Voor het aspect “leszwemmen” als onderwijsaangelegenheid zou aansluiting kunnen worden gezocht bij het PO Primair Onderwijs.
2.8
Cluster Zorg Bestuurlijk aanspreekpunt Stuurgroep: Ambtelijk aanspreekpunt Projectgroep: Bestuurlijke inbedding: Ambtelijke inbedding:
wethouder K. Steenhuis, gemeente Veendam R. Plat (waarnemend), De Kompanjie PO WMO, J.W. v/d Kolk (vz), PO WMO van de VGG Ambtelijk Overleg WMO, L. Brouwer (vz)
Doel van het cluster Het ontwikkelen van een doorlopende keten van mantelzorg tot ziekenhuis die goed aansluit bij de vraag en waarin bewoners en professionals goed samenwerken om aan die vraag te kunnen voldoen. Subdoelstellingen 2012: - inventariseren en delen van good practices - in kaart brengen welke randvoorwaarden er zijn om de samenwerking tussen bewoners en zorgorganisaties tot een succes te maken (in samenwerking met project Zorg voor de Toekomst) Wat is er bereikt? -
kennisoverdracht bij zorgpartijen en overheden van NMa regels op gebied van samenwerking/concurrentie tussen zorgpartijen m.b.t. een aantal concrete projecten inventarisatie en delen good practices/pilots gericht op: o versterken eerste lijn (pilot Dorp zoekt Dokter, Bellingwedde),
KAW architecten en adviseurs
RWLP 2011 – 2013 – 2015
21
o o
versterken inzet bewoners (pilot Dorpszorg Meeden, Ter Apelkanaal, Frontlijnzorg Musselkanaal) verbeteren bereikbaarheid voorzieningen in relatie tot budget voor doelgroepvervoer (presentatie over Zeeuws model)
Rol RWLP Met name inventarisatie en organisatie kennisoverdracht van reeds in gang gezette pilots die niet onder het RWLP vallen. Budgetverantwoording Het gereserveerde budget is niet besteed. Projecten zijn anders gefinancierd dan zoals toegekend in de vorige ronde. De inventarisatie van good practices is gedaan onder cluster actief burgerschap. Niet bereikt / te bereiken Bij dit cluster hadden we afgesproken dat we zoveel mogelijk zouden aansluiten bij bestaande overleggen. Voor cluster zorg was dat het WMO overleg. Daar vond en vind i.v.m. de drie grote transities al heel veel overleg plaats. Nog meer was niet goed. Wel hebben we samenwerking gezocht met Zorg voor de Toekomst waarin de zorgpartijen en Menzis hun innovatieve projecten in Noordoost-Groningen hadden ondergebracht. Aan meer bleek geen behoefte. Aan ingediende projectvoorstellen is door de gemeenten bij de uiteindelijke keus geen prioriteit gegeven. Wel doorgegaan is frontlijnzorg in Stadskanaal als vervolg op een project in Veendam. Het project versterken eerste lijn lijkt na enige hobbels nu toch weer wat op gang te komen maar buiten de kaders van het RWLP. Regionaal vervolg nodig? - voor het cluster als geheel: ja, maar kan onder paraplu PO WMO en Stuurgroep Zorg voor de Toekomst, PO VGG (voor wat betreft bereikbaarheid doelgroepvervoer) - voor afzonderlijke projecten: nee Investering nodig? Nader te bepalen door PO WMO en Stuurgroep Zorg voor de Toekomst Gedacht kan worden aan pilots rond de volgende thema´s: regionale zorg-infrastructuur en de spreiding van tweede en anderhalve lijnsvoorzieningen bereikbaarheid van voorzieningen in relatie tot budget voor doelgroepvervoer gevolgen van extramuralisering van lage ZZP´s voor bekostiging door gemeenten en zorgorganisaties Verantwoordelijkheid regionaal vervolg - overheden (gemeenten, provincie, rijk), => PO WMO (VGG) - marktpartijen (zorgorganisaties, Menzis, Zorgkantoor, DHV/Elann, huisartsen, woningcorporaties, bewoners) => Stuurgroep Zorg voor de Toekomst
22
RWLP 2011 – 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs
2.9
Cluster Primair onderwijs Bestuurlijk aanspreekpunt Stuurgroep: Ambtelijk aanspreekpunt Projectgroep: Bestuurlijke inbedding: Ambtelijke inbedding:
wethouder H. Polman, gemeente Oldambt G. Löhr, gemeente Oldambt PO Primair Onderwijs (J. Hamster, vz) Ambtelijk overleg primair onderwijs
Doel van het cluster De hoofddoelstelling binnen dit cluster is het borgen van de kwaliteit van het primair onderwijs. De hoofddoelstelling is vertaald naar een aantal subdoelstellingen. Deze subdoelstellingen zijn: - versterken van de samenwerking tussen primair onderwijsorganisaties - anticiperen op de afname van het leerlingaantal Wat is er bereikt? De afname van het leerlingaantal en hoe daar op te reageren is als regionaal samenwerkingsthema geagendeerd op het bestuurlijk overleg van onderwijswethouders. Individuele gemeenten en onderwijsorganisaties hebben deze urgentie voor zich wel vastgesteld maar tot een intensieve regionale samenwerking kwam het tot nu toe niet. Als vervolg hierop is door drie onderwijsorganisaties (OPRON, SOOOG, VCO) een gezamenlijk verkenningsonderzoek in opdracht gegeven aan de kwartiermaker naar intensivering van de samenwerking (juridische mogelijkheden) en een inventarisatie van de schoollocaties waar deze samenwerking in de naaste toekomst van toepassing kan zijn. Een vierde onderwijsorganisatie (VPCO) is onlangs bij het onderzoek aangeschoven. Het onderzoek is nog gaande, mede vanwege de grote dynamiek die in het onderwijsveld is ontstaan door de adviezen van de Onderwijsraad over de kleine scholen en recente aankondigingen van de staatssecretaris: het minimum aantal leerlingen voor basisscholen gaat niet omhoog van 23 naar 100. Wel vervalt een overheidstoeslag voor kleine scholen. In plaats daarvan krijgen kleine scholen een bonus als zij onderling gaan samenwerken. Voorlopige conclusie uit het onderzoek is dat intensivering van de samenwerking gewenst, mogelijk en nodig is om de kwaliteit van het primair onderwijs op termijn te borgen en dat deze samenwerking in de komende 10 jaar bij ca 15-30 scholen (van de 95 in de regio) aan de orde is. De intensivering kan diverse vormen aannemen, van samen onder één dak tot formele samenwerkingsschool. Het onderzoek vormt mede de basis waarop het overleg tussen schoolbesturen en gemeente besturen verder vorm kan krijgen. Rol RWLP Vanuit het RWLP zijn de urgentie van het afnemend leerlingaantal en de consequenties daarvan voor onderwijskwaliteit en bekostiging geagendeerd en is ook perspectief geboden hoe regionale samenwerking kan bijdragen aan een oplossing voor deze problematiek. Vervolgens is vanuit het RWLP een opzet gemaakt voor een gezamenlijk verkenningsonderzoek naar samenwerking, is het onderzoek ter hand genomen en is het proces hieromheen georganiseerd.
KAW architecten en adviseurs
RWLP 2011 – 2013 – 2015
23
Budgetverantwoording In dit cluster is 20.000,- gereserveerd waarvan een deel besteed is aan het bijeenbrengen van partijen en voor de uitvoering van het verkenningsonderzoek. Op dit moment is dit project nog niet (financieel) afgerond. Niet bereikt / te bereiken Er zijn vooral afspraken gemaakt over de juridische aspecten van samenwerking. Er is nog geen kwalitatief akkoord over een Oost-Groninger Standaard. Verder is het verkenningsonderzoek wel uitgevoerd, maar kunnen daar nog meerdere partijen (onderwijsorganisaties en gemeentes) bij betrokken worden. Regionaal vervolg nodig? Ja, het verkenningsonderzoek moet antwoord geven op de vraag of en zo ja hoe het optuigen van verdere samenwerking mogelijk is tussen de betrokken onderwijsorganisaties. Aangenomen dat het onderzoek leidt tot vervolgstappen dan is een eerste vraag, hoe het overleg tussen schoolbesturen en gemeentebesturen verder vorm moet krijgen. Het ligt voor de hand dit onder te brengen in een gemeenschappelijk overleg tussen portefeuillehouders en schoolbesturen. Afronding van het verkenningsonderzoek staat gepland voor juni. De uitwerking van de verdere samenwerking tot een (juridische) overeenkomst moet plaatsvinden tweede helft 2013. Investering nodig? Ja, de verdere begeleiding van het samenwerkingstraject vraagt om een onafhankelijke derde. Verantwoordelijkheid regionaal vervolg Tot nu toe is de inzet van de kwartiermaker nuttig en nodig geweest om het verkenningstraject los te trekken. Het lijkt raadzaam om de voortgang van dit traject vanuit de Stuurgroep Woon en Leefbaarheidsplan te blijven volgen en de inhoudelijke kant ervan onder te brengen bij het Portefeuillehoudersoverleg Primair Onderwijs (POPO).
2.10 Cluster Wonen - Prestatieafspraken Bestuurlijk aanspreekpunt Stuurgroep: Ambtelijk aanspreekpunt Projectgroep: Bestuurlijke inbedding: Ambtelijke inbedding:
wethouder H. Polman, gemeente Oldambt G. Löhr, gemeente Oldambt Stuurgroep RWLP Projectgroep RWLP
Doel van het cluster Het bevorderen van regionale samenwerking op de (huur)woningmarkt door het maken van prestatieafspraken op lokaal, subregionaal en regionaal niveau. Wat is er bereikt? Ter voorbereiding van de prestatieafspraken is het onderzoek geweest naar (toekomstige) vraag en aanbod op de regionale woningmarkt. De thema’s waarop afspraken moeten worden gemaakt zijn vastgesteld. Partijen (gemeenten en corporaties) hebben zich vertegenwoordigd in een werk-
24
RWLP 2011 – 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs
en Stuurgroep regionale prestatie afspraken Oost-Groningen. Een ambtelijke kerngroep bereidde het een en ander voor. Maandelijks kwamen zij bijeen om vorm te geven aan de te maken afspraken. Op 14 maart is een startbijeenkomst geweest met de zorgpartijen in het gebied. Tot dusver zijn de volgende acties geweest:
inventarisatie van de lokale en sub regionale afspraken inventarisatie van de huidige woonprogramma’s opstellen prognose vastgestelde startnotitie met plan van aanpak startbijeenkomst met zorgpartijen concept Regionaal Prestatiekader (ter vaststelling 21 juni 2013)
Rol RWLP Er ligt een directe relatie met de project- en Stuurgroep RWLP. Zowel inhoudelijk als procesmatig. De rol is met name die van aanjager. Budgetverantwoording KAW begeleidde het proces binnen de lopende opdracht als kwartiermaker van het RWLP. Niet bereikt / te bereiken Met het opstellen van het Regionaal Prestatiekader en de daaraan ten grondslag liggende bevolkingsprognose is voldaan aan de regionale doelstelling. Er ligt nu een opgave om het prestatiekader te vertalen naar lokale afspraken. Regionaal vervolg nodig? De huidige woningmarkt vraagt om een gezamenlijk optreden. Voor zover het lukt de afspraken voor de zomer gereed te hebben, zullen deze in gezamenlijkheid moeten worden gevolgd en gemonitord. Een regionaal vervolg is dus nodig. Investering nodig? Dit kan door inzet van uren medewerkers en bestuur. Is geen afzonderlijk budget voor nodig. Onder wiens verantwoordelijkheid valt dat vervolg? Het RWLP is niet eindig, dit houdt na mei niet op. Op project – en Stuurgroep niveau is een vervolg wenselijk waarin alle clusters blijvend gevolgd en gemonitord worden. Ook kunnen in dat overleg andere onderwerpen op het gebied van leefbaarheid aan de orde komen. De samenstelling van de groepen moet goed bekeken worden.
2.11 Cluster Actief burgerschap Bestuurlijk aanspreekpunt Stuurgroep: Ambtelijk aanspreekpunt Projectgroep: Bestuurlijke inbedding: Ambtelijke inbedding:
wethouder S. Lok, gemeente Vlagtwedde M. Söllner, gemeente Vlagtwedde Stuurgroep Nieuw Burgerschap Projectgroep Nieuw Burgerschap
KAW architecten en adviseurs
RWLP 2011 – 2013 – 2015
25
Doel van het cluster Onze maatschappij ondergaat momenteel een transitie van verzorgingsstaat naar participatiestaat. Dat betekent dat er veel meer dan vroeger van burgers wordt verwacht. Deze verwachting stuit op weerstand bij veel burgers omdat het gevoeld wordt als het afnemen van verworven rechten. Dat het niet een verslechtering hoeft te betekenen en dat burgers nu ook zelf meer eigen regie kunnen voeren is nog lang niet altijd duidelijk. Niet alleen voor burgers maar ook voor medewerkers van gemeenten betekent dit een andere rol. Meer stimuleren, meer regie voeren en minder zelf doen en zelf bepalen. Ook hier is doen en laten zien het adagium. Laten zien dat het anders kan en bewoners laten ervaren dat meer zelf doen niet alleen verlies hoeft te betekenen. Wat is er bereikt? Er is een inventarisatie ‘good practices nieuw burgerschap’ gemaakt. Op basis van 50 voorbeelden van burgerinitiatieven is deze tot stand gekomen, goede voorbeelden uit de praktijk als het gaat om burgerinitiatieven. Hiermee moet worden nagegaan wat wel of niet werkt en wat ermee bereikt wordt. Er moest naar een breed spectrum van leefgebieden worden gekeken waarbij het belang van het initiatief bij een groep ligt en niet het individu. In het rapport zijn de succes- en faalfactoren van de projecten benoemd. Ook is er een aantal conclusies getrokken. Deze hebben betrekking op: - de aanleiding tot actie - verbinden en organiseren - het overdracht van macht Al met al heeft de inventarisatie een goed beeld gegeven van wat er allemaal speelt in het land als het gaat over burgerinitiatieven. Op basis van de uitkomsten van deze inventarisatie is de Groninger methodiek ontwikkeld om dorpskracht en noaberschap te mobiliseren en actief burgerschap te realiseren. Een van de belangrijkste uitgangspunten bij de ontwikkeling van de methodiek is geweest dat er nog veel begrip tussen burgers en professionals moet worden gekweekt. Wederzijds vertrouwen is essentieel in Binnen Projectgroep en Stuurgroep is meer helderheid ontstaan over nieuw burgerschap. Het is ook hernoemd tot actief burgerschap. Daarnaast is duidelijk geworden dat er nog veel begrip tussen burgers en professionals/bestuurders gekweekt moet worden. Dit kan via een training of het uitwisselen van ervaringen. Twee van de drie projecten zijn afgerond. Rol RWLP Het verder verhelderen van wat Actief Burgerschap is, door het doen van onderzoek. Het verspreiden van deze kennis binnen de gemeenten.
Budgetverantwoording Budget is aangesproken voor inhuur van externe ondersteuning op zowel de inventarisatie van good practices als de Groninger Methodiek. Niet bereikt / te bereiken Van de drie subdoelstellingen (inventarisatie, opzetten training en organiseren Dorpendag) is enkel het organiseren van een Dorpendag niet bereikt. Inmiddels is het denken in en over actief
26
RWLP 2011 – 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs
burgerschap verder doorgedrongen, en wordt nu systematisch verder uitgerold d.m.v. het aanbieden van de genoemde training door CMO Groningen. Regionaal vervolg nodig? Vanuit het RWLP is geen vervolg nodig. Actief Burgerschap is in de meeste gevallen gericht op lokale projecten en initiatieven. Het gaat ook om maatwerk en flexibel omgaan met de vraag van de burgers en (on)mogelijkheden van de professionals. Vanuit de VGD (Vereniging Groninger Dorpen) vindt een aantal keren per jaar overleg plaats met de ambtenaren die wijk- en dorpsgericht werken in hun functie hebben. Door uitwisseling van kennis en ervaring wordt veel met elkaar gedeeld en van elkaar geleerd. Deze opgedane kennis wordt meegenomen naar de eigen organisatie en daar gedeeld. Deze bijeenkomsten worden als zeer positief ervaren en men wil dit ook graag voortzetten.
2.12 Samenvattend Hoewel we constateren dat we niet al onze (sub)doelen bereikt hebben, kunnen we toch terugkijken op een vruchtbare samenwerking met een aantal mooie resultaten. Een dergelijke brede en regionale samenwerking begint met het vinden van elkaar op thema’s, gedeelde belangen én het stellen van doelen. Die doelen mochten best ambitieus zijn. In het vinden van elkaar, het stellen van doelen en het gezamenlijk uitvoering geven aan het behalen van die doelen, is de regio Oost-Groningen goed geslaagd. Niet alleen tussen de gemeentes en de provincie, maar ook met betrokkenheid van (maatschappelijke) organisaties.
KAW architecten en adviseurs
RWLP 2011 – 2013 – 2015
27
28
RWLP 2011 – 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs
3. Hoe we het nóg beter kunnen doen! Om te kunnen bepalen hoe we verder gaan met het Regionaal Woon- en Leefbaarheidsplan OostGroningen is het goed om te kijken naar de inzichten en ervaringen tot nu toe. Dit doen we op drie aspecten: inhoudelijke focus, organisatie en bestuurlijke samenwerking.
3.1
Inhoudelijke focus Het RWLP heeft van begin af aan zijn focus breed gelegd. Krimp raakt immers niet alleen het woondomein maar vooral ook veel andere aspecten van leven en wonen in Oost-Groningen. Zowel in de inventarisatiefase als in het basisplan is vanuit veel verschillende invalshoeken gekeken naar de betekenis en effecten van krimp. Er zijn vervolgens acht aandachtsclusters benoemd waarbinnen een uitvoeringsprogramma is opgestart. Het voordeel van deze aanpak is de samenhang en integratie tussen verschillende krimpgerelateerde onderwerpen. Daarmee is voor velen in de regio duidelijker geworden dat krimpbeleid vraagt om afstemming tussen verschillende beleidssectoren: wonen, onderwijs, zorg, economie, toerisme, bereikbaarheid, participatie. Door de Stuurgroep RWLP zijn op diverse andere bestuurlijke tafels krimpvraagstukken neergelegd die om actie vragen. Ook zijn vraagstukken in beeld gebracht waar beweging is ontstaan en verbinding is gelegd. Deze brede aanpak kende ook haar kanttekeningen. Van betrokken vakambtenaren en organisaties werd gevraagd dat zij (soms ver) buiten hun eigen professionaliteit moesten treden en intersectoraal dachten. De Stuurgroep constateert dat het onmogelijk en ongewenst is gebleken om een regionaal plan te maken dat zich, met zoveel betrokken gemeenten en maatschappelijke organisaties, over zoveel zaken tegelijk op detail- of oplossingsnniveau uitspreekt. Deze aanpak bereikte op detailniveau niet de diepte die nodig is om op alle thema’s echt concreet te worden. Om concrete resultaten te bereiken is een goede focus dus belangrijk. In het najaar van 2012 heeft de Stuurgroep in een tussentijdse evaluatie geconstateerd dat het goed zou zijn als het kwartiermakerschap zich in de tweede helft van de kwartiermakersperiode meer zou richten op een aantal focusvelden. Van deze focusvelden zijn de samenwerkingsovereenkomst tussen Primair Onderwijs en het Regionaal Woonakkoord met de hoogste prioriteit aangepakt. Daarnaast werd afgesproken dat de Stuurgroep samen met de kwartiermaker een aantal nieuwe focusvelden zou onderzoeken: - de aanpak van rotte kiezen en de verbetering van de particuliere woningvoorraad, de toenemende leegstand in het winkelbestand en de dreigende verloedering van winkelgebieden kon hiervan een deelthema zijn. - versterking van het mbo-zorgonderwijs en het aantrekken van hbo-faciliteiten - de regionale zorg-infrastructuur en de spreiding van tweede en anderhalve lijnsvoorzieningen. Samenhangende thema’s zijn de bereikbaarheid van deze voorzieningen irt het budget voor doelgroepvervoer én de gevolgen van de extramuralisering van lage ZZP’s voor de bekostiging door gemeenten en zorgorganisaties. Het eerste thema is een urgente opgave waar we als Stuurgroep ook in de komende periode nog veel aandacht aan zullen besteden. De twee ‘zorgthema’s’ zijn onderdeel geworden van de agenda van het regionaal WMO-overleg.
KAW architecten en adviseurs
RWLP 2011 – 2013 – 2015
29
Naast een inhoudelijke focus is ook een geografische focus nodig. Ook hier geldt dat het goed is geweest om eerst een regionale benadering te zoeken waardoor inzicht in samenhang en besef van noodzaak tot samenwerking is ontstaan. Om nu verder te kunnen, te kunnen verdiepen en concretiseren is nodig dat de verdere ontwikkeling en uitvoering van het programma zich focust op een kleiner gebied met minder spelers. Het RWLP biedt nu het kader waarbinnen deze subregionale of gemeentelijke uitwerking verder kan plaatsvinden. Inzichten - Breed beginnen is goed om samenhang te vinden en vast te houden, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Daarna is het de kunst om tijdig te focussen. Dat kan door opgaven op andere bestuurlijke tafels te agenderen, opgaven lokaal in te vullen, of tijdig te stoppen met projecten als daar te weinig bestuurlijk draagvlak voor gevonden wordt. Deze focus en agenderende rol moeten we als Stuurgroep RWLP voor de komende periode vasthouden. - Voor het vervolg van het RWLP moeten we opnieuw focussen op woongerelateerde thema’s. De belangrijkste daarvan is de naderende krimp in de woningvoorraad, de kwaliteit van de oudere particuliere voorraad en het behoud van dynamiek, doorstroming en vernieuwing, in de woningmarkt. Een goede samenwerking met corporaties en zorgorganisaties is hiervoor essentieel. - Voor het vervolg van het RWLP moet de uitwerking in kleinere gebieden plaatsvinden. Dit schaalniveau kan per thema gekozen worden en betreft een gemeentelijk of subregionaal niveau.
3.2
Organisatie en communicatie Om van een basisplan naar een uitvoeringsprogramma te komen is gekozen voor een organisatorisch ‘vlindermodel’ (zie pag. 9). De Stuurgroep vormde hierin een verbindende schakel en werd ondersteund door een Projectgroep. Om dit proces op gang te brengen is een externe kwartiermaker aangesteld. De kwartiermaker had als taak de regionale samenwerking en inhoudelijke verdieping op gang te brengen volgens de acht geclusterde opgaven uit het basisplan. Voor deze opgaven zijn bestaande bestuurlijke tafels gezocht of nieuwe opgericht. Tegelijkertijd zijn bij deze opgaven maatschappelijke organisaties betrokken. Het vlindermodel en kwartiermakerschap zijn nuttig gebleken. Dit model, en het hebben (of zijn) van een aanjager, zijn ook voor de komende periode erg belangrijk. Rond het RWLP zijn Toogdagen georganiseerd, meerdere nieuwsbrieven verschenen, zijn diverse raadspresentaties gegeven en is een website gestart. Wat betreft de communicatie zijn de Toogdagen goed bezocht en gewaardeerd. Nieuwsbrieven en presentaties ondersteunen dit. De website heeft echter meer mogelijkheden te bieden dan waar nu gebruik van gemaakt wordt. Ook kan de betrokkenheid van communicatiemedewerkers nog beter worden benut en uitgebouwd.
30
RWLP 2011 – 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs
Inzichten - De verbindende en agenderende rol van de Stuurgroep richting andere (regionale) bestuurlijke overleggen kan nog sterker worden dan nu het geval is geweest. Hiervoor is nodig dat die andere bestuurlijke regionale overleggen deze taak ook als zodanig (h)erkennen, en dat deze rol actief door alle Stuurgroepleden wordt opgepakt. - De rol van de kwartiermaker is groot geweest; in het vervolg kan de Projectgroep zelf een nog actievere rol krijgen. Dit geldt voor de regionale opgaven en samenwerking, maar zeker ook bij het uitwerken van lokale afspraken en projecten is voor de Projectgroepleden een belangrijke rol weggelegd. - De Projectgroep had op de ‘niet-woongerelateerde’ thema’s over het algemeen een volgende rol. Dat was begrijpelijk, vanwege de breedte van de thematiek ten opzichte van de inhoudelijke focus die de Projectgroep zelf ‘van nature’ had op de woongerelateerde thema’s. Dat zal verbeteren wanneer de inhoudelijke focus van het RWLP zich nu ook grotendeels richt op deze woongerelateerde thema’s. - Om de verbindende rol van de Stuur- en Projectgroep maximaal te benutten is meer ondersteuning van (en overleg met) de portefeuillehouder in de Stuurgroep nodig. Dit overleg kan ook op ambtelijk niveau sterker plaatsvinden, dus tussen Projectgroeplid en de ambtelijke ondersteuning van het betreffende regionaal bestuurlijk overleg. Ook kan er meer ‘RWLP-gerelateerd’ overleg binnen de gemeente zijn. Voorgesteld wordt dat elk Projectgroeplid regelmatig een collegiaal overleg heeft binnen de gemeente over RWLPthema’s. Tot slot is het nuttig dat er regelmatig overleg is tussen Projectgroep(leden) en de communicatiemedewerkers van de verschillende gemeenten over de communicatietaken rondom het RWLP (Toogdagen / nieuwsbrieven / website).
3.3
Bestuurlijke samenwerking Vanaf de start van het Regionaal Woon- en Leefbaarheidsplan in 2011 is geconstateerd dat intensivering van de regionale bestuurlijke samenwerking nodig is. Het is nodig omdat concurrentie leidt tot versnippering en verlies van kwaliteit voor de regio als geheel. Daar ligt echter ook een valkuil: soms is het voor individuele gemeenten in bepaalde kwesties aantrekkelijk om zelfstandig te werken, het voordeel is op korte termijn soms groter. Op de langere termijn echter, is samenwerking van groot belang voor de leefbaarheid in de regio. Het RWLP is een goede katalysator geweest, die een bijdrage leverde aan een intensivering van deze samenwerking. We hebben een heel goede eerste stap gezet, en nu is het zaak om te zoeken naar bestendigheid: wat kunnen we doen om de samenwerking in Oost-Groningen verder te ontwikkelen? Inzichten - Maak concreet hoe binnen de regionale samenwerking inhoud kan worden gegeven aan het adagium van ‘grenzeloos gunnen’. Wie mag zich nu waar sterk in maken als het gaat om regionale voorzieningen en wat gunnen anderen dan deze gemeente? - Communiceer vaker als Stuurgroep met bestuurlijk Oost-Groningen. Laat de resultaten zien en betrek anderen bij de dilemma’s. - Wees trots op wat je bereikt; zelf én in de samenwerking. Vier eens een feestje, zelf én samen.
KAW architecten en adviseurs
RWLP 2011 – 2013 – 2015
31
32
RWLP 2011 – 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs
4. Regionaal samenwerken 2013 – 2015 Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de doelstellingen, projecten en aansturing van de regionale samenwerking voor de komende twee jaar.
4.1
Thema’s waarop we regionaal blijven samenwerken Na 1,5 jaar regionaal samenwerken in het RWLP concluderen we dat samenwerking nodig is, maar dat we die samenwerking wel moeten focussen. Het is belangrijk geweest om gezamenlijk thema’s te agenderen en te bespreken, maar het voert te ver om in de breedte van het RWLP die echte samenwerking op detailniveau te blijven zoeken. Verder is het zo dat op enkele thema’s die regionale samenwerking al plaats vindt, en dat daar geen sturing vanuit de Stuur- en Projectgroep RWLP voor nodig is. Dit geldt bijvoorbeeld voor de clusters Economie, Onderwijs en arbeidsmarkt en Zorg. Op drie van de acht thema’s blijft wel een sturende rol voor de Stuur- en Projectgroep RWLP bestaan. Het gaat om de clusters: -
Particuliere woningvoorraad Wonen prestatieafspraken Primair Onderwijs
Op de overige clusters trekt de Stuurgroep zich dus niet terug, maar neemt een monitorende en waar nodig agenderende rol.
4.2
Doelstellingen en projecten Cluster Particuliere woningvoorraad
Doelstelling De aanpak van de particuliere voorraad is door alle gemeentes erkend als één van de meest urgente en tegelijkertijd lastige thema’s. De regionale doelstelling is het bereiken van een substantiële verbetering of verdunning van deze voorraad. Daarbij zoeken we naar ‘regulier gemeentelijk instrumentarium’, maar schuwen ook het experiment niet.
KAW architecten en adviseurs
1. Opstellen regionaal spoorboekje aanpak particuliere woningvoorraad 2. Inventarisatie good practices aanpak particuliere woningvoorraad 3. Inventarisatie gemeentelijk en provinciaal instrumentarium om particulieren / speculanten ‘aan te pakken’
RWLP 2011 – 2013 – 2015
33
Wonen Prestatieafspraken
Primair Onderwijs
4.3
In de fase van het kwartiermakerschap is het Regionaal Prestatiekader afgerond. De doelstelling is nu om lokaal uitvoering te geven aan de kwalitatieve en kwantitatieve afspraken uit dit kader en de monitoring in te richten en uit te voeren. In de fase van het kwartiermakerschap is het verkenningsonderzoek naar samenwerking grotendeels uitgevoerd. De doelstelling is nu om concrete invulling te geven aan de (juridische) samenwerkingsvorm.
1. Uitvoering geven aan de lokale uitwerking van het Regionaal Prestatiekader (actualiseren lokale Woonplannen) 2. Inrichting en uitvoering monitoring woningmarkt 1. Afronden verkenningsonderzoek 2. Uitwerking verdere samenwerking tot een (juridische) overeenkomst 3. Borging van beiden bij POPO én schoolbesturen
Aansturing clusters en rol Stuur- en Projectgroep Met de constatering dat regionale samenwerking op enkele clusters goed loopt binnen een bestaande of nieuw opgezette structuur en de constatering dat op andere clusters regionale samenwerking te ver voert, dient de vraag zich aan hoe de drie ‘overgebleven’ thema’s een plek krijgen in de bestuurlijke samenwerking. Woongerelateerde clusters De eerste twee clusters richten zich op de woningmarkt. Het ligt voor de hand dat de voortgang op deze clusters gestuurd en bewaakt wordt door de huidige Stuur- en Projectgroep RWLP, al dan niet aangevuld met de bestuurders (resp. medewerkers) van de betrokken corporaties. Wat betreft de aanpak van de particuliere voorraad geldt dat er een sturende rol is voor de regio. Wat betreft het prestatiekader geldt dat de gemeentes vooral een lokale opgave hebben in het actualiseren van hun woonplan en het verder concretiseren van de afspraken met ‘hun’ corporatie. Voor de Stuur- en Projectgroep RWLP is vooral een rol weggelegd in de monitoring van de gemaakte afspraken en het volgen van ontwikkelingen in de woningmarkt (vraag en aanbod, kwalitatief en kwantitatief). Primair onderwijs Voorgesteld wordt om de verdere uitwerking van de samenwerking op het gebied van primair onderwijs onder verantwoordelijkheid te laten vallen van een (nieuw in te richten) gezamenlijk overleg tussen het POPO en de verschillende schoolbesturen. Wij als Stuurgroep RWLP hebben hierin vooral een agenderende en monitorende rol. Verdere rol van de Stuur- en Projectgroep Dat in dit voorstel vijf thema’s ‘losgelaten worden’ door de Stuur- en Projectgroep RWLP, betekent niet dat zij voor ons niet langer interessant zijn. Ze hebben enkel een ander schaalniveau of gremium gevonden waarop of waarin aansturing plaatsvindt en vallen daarmee niet meer onder verantwoordelijkheid van de Stuurgroep. De Stuurgroep houdt op deze thema’s nog steeds een rol als verbinder en aanjager, om op deze manier toch de breedte van de RWLP-gerelateerde
34
RWLP 2011 – 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs
thema’s (en hun samenhang) niet uit het oog te verliezen. De Stuurgroep houdt dus actief contact met de andere gremia waarin de aansturing plaats vindt en ondersteunt hen via de communicatiemiddelen die zij heeft (website, nieuwsbrieven, Toogdagen) de uitwisseling van kennis en ervaring die in de regio is opgedaan.
4.4
Communicatie Het afgelopen jaar hebben we gezien dat een goede communicatie binnen én rond het RWLP van groot belang is. We hebben, om die communicatie vorm te geven, een aantal instrumenten ingezet. Ook voor het vervolg blijven die instrumenten nodig. Wat betreft interne communicatie is het goed om vast te houden aan de overlegstructuur die we tot stand hebben gebracht. Ook kunnen we meer gebruik maken van de mogelijkheden die de website biedt. Wat betreft de externe communicatie blijven we gebruik maken van de website, blijven we de Toogdag organiseren en blijven we nieuwsbrieven uitgeven. Dit zal voor een deel kunnen gebeuren door onze eigen medewerkers, met inzet van de communicatiemedewerkers. Ook zal er voor een deel externe ondersteuning nodig zijn, zowel in kennis (website en nieuwsbrief) als in capaciteit (Toogdag).
KAW architecten en adviseurs
RWLP 2011 – 2013 – 2015
35
36
RWLP 2011 – 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs
5. Kostenoverzicht Hierin een toedeling van projectgebonden kosten en het beroep dat gedaan wordt op cofinanciering en een overzicht van globale investeringen van maatschappelijke organisaties/bedrijven/gemeenten voorkomend uit projectdoelstellingen. Onderstaande bedragen zijn exclusief BTW. De BTW op de gemaakte onkosten varieert; afhankelijk van de periode waarin de diensten zijn geleverd is zowel 19% als 21% verrekend. Voor de subsidieafrekening richting de Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden zullen daarom we een BTW-adviseur raadplegen.
Kwartiermaken
begroot
KAW kwartiermaker
werkelijk
€ 121.647,06
verschil
€ 121.647,06
€ 0,00
Uitvoeringsprogramma begroot Economie
werkelijk
verschil
€ 37.815,13
€ 14.220,00
€ 23.595,13
€ 4.201,68
€ 0,00
€ 4.201,68
€ 39.915,97
€ 16.670,00
€ 23.245,97
€ 8.403,36
€ 11.000,00
-€ 2.596,64
Zorg
€ 27.310,92
€ 0,00
€ 27.310,92
Primair Onderwijs
€ 16.806,72
€ 0,00
€ 16.806,72
Wonen - woningmarkt
€ 21.008,40
€ 0,00
€ 21.008,40
Nieuw Burgerschap
€ 16.806,72
€ 7.600,00
€ 9.206,72
Communicatie KAW
€ 10.504,20
€ 12.204,00
-€ 1.699,80
Out of Pocket kosten
€ 0,00
€ 8.902,00
-€ 8.902,00
Wonen Particulier Onderwijs en Arbeidsmarkt Cultuur en Sport
Totaal
€ 182.773,11
KAW architecten en adviseurs
€ 70.596,00 € 112.177,11
RWLP 2011 – 2013 – 2015
37
38
RWLP 2011 – 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs
6. Uitvoeringsprogramma 2013 - 2015 Cluster Particuliere woningvoorraad
Wonen Prestatieafspraken
Primair Onderwijs
Projecten 1. Opstellen regionaal spoorboekje aanpak particuliere woningvoorraad 2. Inventarisatie good practices aanpak particuliere woningvoorraad 3. Inventarisatie gemeentelijk en provinciaal instrumentarium om particulieren / speculanten ‘aan te pakken’ 1. Uitvoering geven aan de lokale uitwerking van het Regionaal Prestatiekader (actualiseren lokale Woonplannen) 2. Inrichting en uitvoering monitoring woningmarkt 1. Afronden verkenningsonderzoek 2. Uitwerking verdere samenwerking tot een (juridische) overeenkomst 3. Borging van beiden bij POPO én schoolbesturen
Communicatie Wat betreft interne communicatie is het goed om vast te houden aan de overlegstructuur die we tot stand hebben gebracht. Ook kunnen we meer gebruik maken van de mogelijkheden die de website biedt. Wat betreft de externe communicatie blijven we gebruik maken van de website, blijven we de Toogdag organiseren en blijven we nieuwsbrieven uitgeven. Dit zal voor een deel kunnen gebeuren door onze eigen medewerkers, met inzet van de communicatiemedewerkers. Ook zal er voor een deel externe ondersteuning nodig zijn, zowel in kennis (website en nieuwsbrief) als in capaciteit (Toogdag).
Begroting De Project- en Stuurgroep concluderen dat extra ondersteuning nodig zal zijn bij de realisatie van het uitvoeringsprogramma en bij de (externe) communicatie rond het RWLP. De precieze inzet daarvan zal nog worden begroot, maar het streven en de verwachting is dat deze ondersteuning gefinancierd kan worden vanuit bestaande budgetten. Ook kan het zijn dat projecten uit de overige vijf clusters om een regionaal vervolg vragen, en daarmee ook om regionale financiering.
KAW architecten en adviseurs
RWLP 2011 – 2013 – 2015
39
40
RWLP 2011 – 2013 – 2015
KAW architecten en adviseurs