RVKOERIER Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs
Een leefbare wereld
“Freek Vonk de leukste bioloog” St. Michaëlschool: ‘Een villa in het groen’
“We gaan een leuke tijd tegemoet” Speel goed met speelgoed op de ‘Dominicus’
“Het geniale van het jonge brein”
Jaargang 16 | nummer 2 | december 2014
2
2
Van het College van Bestuur
Nieuwjaarsreceptie Iedere dag ontvangen wij onze leerlingen op de scholen. Zij zijn vol hoop en verwachting. Kinderen geloven onbevangen in een prachtige toekomst. Laat het ons gegeven zijn om hen de levenskunst bij te brengen, die zij in hun leven nodig zullen hebben om hun dromen te verwezenlijken. Wij wensen je gezegende feestdagen en een prachtig 2015 En nodigen je van harte uit voor onze nieuwjaarsreceptie op
Vrijdag 9 januari 2015 Van 16.00 - 18.00 uur in Staal Rotterdam aan het Beursplein 33 in Rotterdam Ton Groot Zwaaftink Lia Zwaan - van Schijndel
RVKOERIER
Een groene kerst
Van het College van Bestuur
2
Een groene kerst
3
Column
Juf Natasja draait niet door
4
Milieuwensen 2015
5
Een leefbare wereld
6
Ecoschool ‘De Kleine Prins’
9
St. Michaëlschool: ‘Een villa in het groen’
Jaargang 16 | nummer 2 | december 2014
10
Column
Eind december. Terwijl de verwarming aan staat en het buiten wit, grijs en donker is, schrijft de redactie van de Koerier over een groene leefbare wereld. Dat is niet zo gek als het lijkt. Als de aarde donker, woest en leeg lijkt, verlangen wij terug naar de lente. De zon die ons verwarmt. Het heldere water, het groene gras. De vissen, de vogels en de dieren in de wei. Zo is het goed. En wij mogen dat allemaal bewerken en beschermen. Graag! Toen was de wereld prachtig. Konden we maar snel opnieuw beginnen. Dat dachten de mensen ook in de tijd van de profeet Jesaja: God zal de mensen weer zoveel vreugde geven als in de tijd waarin we oogsten (Jesaja 9.2), want ‘een kind is ons geboren’(Jesaja 9.5). Zijn voorspelling kwam uit. Met de geboorte van Jezus kregen we de kans om opnieuw te beginnen. We mogen de prachtige schepping bewerken en beschermen, precies zoals het in het begin is bedoeld. Daarom halen we het groen naar binnen, juist als het buiten helemaal verdwenen is: eerst de adventskrans, dan de kerstboom. We versieren ze met vruchten en licht. We feesten rond het leven dat altijd groen is. Weet je nog hoe verwonderd je was toen je dit zelf als kind meemaakte? Hoe voorzichtig je wilde zijn met alles wat zo bijzonder mooi was? Kon het maar altijd kerstmis zijn! Daarom denken wij graag na over groene scholen met groene pleinen. De zon die ons verwarmt. Het heldere water, het groene gras. Als onze kinderen zich net zo kunnen verwonderen als met het kerstfeest, hoeven wij de waarde van de natuur niet aan onze kinderen te leren. Dat kan de schepping prima zelf. Dan is het altijd kerstmis.
Digitaaltaal 12
Zalig kerstfeest!
De kwestie
12
Bas Dumoulin Beleidsondersteuners identiteit
Meester Rick: ‘Leraar van het jaar 2014’
14
Speel goed met speelgoed op de ‘Dominicus’ 16 LeerKRACHT bij de RVKO 18 Scholenpost
19
Lees, lezer, leest!
Made in Europe
20
3
4
Column Juf Natasja draait niet door Het zijn rare tijden in onderwijsland. Alles lijkt in beweging. Als intern begeleider zit je er middenin. Aan je tafel verschijnen nieuwe gezichten, van schoolcontactpersoon tot schoolmaatschappelijk werkster. Niet alleen passend onderwijs is ingegaan, het Nieuw Rotterdams Jeugdstelsel is ook alvast vooruit gelopen op de Jeugdwet die 1 januari ingaat, dus naast je Begeleider LeerlingenZorg van WSNS is ook je schoolmaatschappelijk werkster herplaatst. Je volgt de ontwikkelingen van de verplichte eindtoets op de voet en gooit de kleutercito het raam uit. Net heb je je helemaal verdiept in de vaardigheidsscores en weet je de rijtjes bijna uit je hoofd, als de onderwijsinspectie op bezoek komt en je vertelt dat ze mogelijk toch met leerrendementen gaan werken. Je overlegt met de directie over hoe te zorgen dat de leerlingen zoveel mogelijk taal en rekenen krijgen en dan zie je ’s avonds in het Jeugdjournaal Sander Dekker vrolijk lachend vertellen dat we toch echt meer moeten gaan gymmen. Je zou af en toe bijna vergeten te ademen. En dan te bedenken dat Meester Mark vóór deze veranderingen al was doorgedraaid!
“Ik wil mijn tijd besteden aan de kinderen ” Meester Mark was een hij-instromer van de RVKO, met wie het niet zo goed afliep. En hij heeft er een zeer vermakelijk boek over geschreven. Omdat hij eerst verslaggever was, interviewt hij nu mensen uit het onderwijs. Zo las ik gisteren een interview van hem met een jonge juf die later minister van Onderwijs wil worden en dan de Pabo wil afschaffen, omdat ze daar niet leerde wat ze nodig had voor haar vak. Nieuwsgierig als ik ben, nam ik eens een kijkje op de Facebookpagina van meester Mark. De reacties die hij krijgt zijn zeer duidelijk. Hij krijgt veel bijval. Veel mensen uit het onderwijsveld reageren dat ze de werkdruk te hoog vinden. Dat vindt Sander Dekker zelf trouwens ook. Hij riep de afgelopen week leraren op om in actie te komen en te stoppen met dingen waarvan ze denken dat ze geen zin hebben: “Kom in actie! Zeg: ik wil mijn tijd besteden aan de kinderen. Zeg dat op school tegen je collega’s, tegen je baas.” Ook de informatie vanuit het ministerie draagt bij aan de rare tijden. Het is toch verwarrend als je net gehoord hebt welke drie toetsen je kan kiezen als verplichte eindtoets, om daarna de oproep te krijgen om in actie te komen.
“Kom in actie! ”
Wat zou het nu leuk zijn om meester Mark eens terug te vragen bij de RVKO voor een dagje snuffelstage. Jammer dat de bijeenkomst van IB’ers van de RVKO al is geweest. Daar had meester Mark kunnen horen hoe de IB’ers vertelden dat ze eigenlijk het liefste willen dat iedereen op hun school lekker in hun vel zit, collega’s, ouders en kinderen. Dat zou een mooi begin van de snuffelstage geweest zijn. Hij was dan trouwens meteen in het gebouw van onze eigen Pabo, waar ze bezig zijn met een traject over pedagogische tact binnen de RVKO. Waar het onderwijs op een steeds hoger niveau komt en er echt niet meer hele dagen gekleid wordt. We konden hem vertellen dat we heel hard aan het nadenken zijn over het Jonge Kind en dat we het spel weer steeds meer gaan waarderen als middel om tot leren te komen. Wat zou ik dat meester Mark graag willen vertellen. Dan kon hij er een mooi stuk over schrijven in de krant. Ja, het zijn rare tijden. Ja, alles is in beweging. Ja, we zitten er middenin. Ja, we vergeten soms te ademen. Maar we draaien niet door. Want we doen het samen. Dat was duidelijk te merken op die herfstochtend toen alle IB’ers van de RVKO gezamenlijk in de aula van de Pabo zaten. We spraken over onze kwaliteiten. Waar zijn we goed in? Wat kunnen we van elkaar leren? Waar kunnen we elkaar helpen? Als IB’er kun je niet alles weten. Dat hoeft ook helemaal niet. We weten elkaar te vinden. Binnenkort hebben we een systeem om elkaar nog makkelijker te vinden. Ik kijk er naar uit. Je staat er niet alleen voor. Nee, juf Natasja draait niet door!
Natasja Hoogerheide Intern begeleider basisschool de Horizon
RVKOERIER
Jaargang 16 | nummer 2 | december 2014
Milieuwensen 2015 Plastic
soep
el veel e zit he In de ze fval. plastic a t men t doorda Dat kom straat tic op de veel plas it oo , sloten g & in de te a er bij n zonder k nog oo is t He , denken. et milieu ht voor h c le s t s ie n ee teerd n stic ver want pla dat het e k den n & dieren het dus is , eten voedsel r blijft n dood. E op & gaa aarde e d r van niks mee er dus moeten over! We doen !!! wat aan op wat je d Let goe t gooit !!! op straa
ke groet
ndelij Met vrie Siena
is: Mijn grote milieuwens
t in daar leven slikken da sloten, want visjes die de in jft aar dri al zom afv er n t Dat er gee pt! Ook wil ik niet da heel graag dat dat sto wil Ik d. af. doo nd n gro da n de en gaa dat gaat niet van wordt gespuugd, Want chtige dieren kauwgom op de grond T!!! Want het zijn pra OP ST ren die op en jag het t MEE!!! da Ik wil heel graag zielig, STOP DAAR bond en dat is heel erg hun r voo onder bijz ood l ged hee n die worde Want de panda is een reigt en dat mag niet! bed dt wor da pan De d het echt zonde!!! dier voor China. Ik vin Groetjes van: Met de vriendelijke Minte
Ik wens d at het be ter gaat het milieu. met Ik vind da t vliegtuige een bran n dstof nod ig hebben waarmee , ze het m ilieu niet vervuilen. Het is sle cht voor d dieren, pi e loten en ov erige men sen. De diere n hebben zuurstof gezonde nodig, zuurstof. De plante stoppen m n et groeie n als het vervuild is milieu , en de m ensen he geen keus bben . Ze kunn en of binn en blijven straat op of de gaan met gasmask ers. Doe er ie ts aan dus !
Dario
Door verschillende kinderen van onze scholen getekend
5
6
Op donderdagmiddag 14 november loop ik zoals gewoonlijk bij een bezoek aan museum Boijmans-van Beuningen eerst het Prentenkabinet binnen. Ik ben vandaag benieuwd naar de tentoonstelling van vroege Nederlandse tekeningen ‘Van Bosch tot Bloemaert’.
Een leefbare wereld Het grootste en beklemmendste probleem van deze eeuw Tot mijn verbazing staat een schoolklas voor ‘Het Uilennest’, een van de belangrijkste tekeningen van Jeroen Bosch, geboeid te luisteren naar hun meester. Ik vermoed dat het een groep 8 is van een basisschool uit de binnenstad. Ik ontkom er niet aan om even de luistervink uit te hangen. De leerlingen kijken niet direct – hoewel zij uitdrukkelijk daar door de catalogus voor worden uitgenodigd – naar het contrast tussen de droge boom schors en de zachte vogelveren, en dat landschap, in ragfijne lijnen neergezet. Neen, zij luisteren ademloos naar het verhaal van de leerkracht over de steenuil, een klein gedrongen uiltje met felle gele ogen en witte wenkbrauwen, nauwelijks groter dan een spreeuw. Ook verneem ik dat het steenuiltje reeds in de Griekse oudheid op de drachme voorkwam en dat er in Nederland tot mijn verrassing een platform STONE – steenuilenoverleg Nederland – floreert, waarvan het bestuur op 25 oktober tijdens de Steenuilendag Bert Kwakkel unaniem heeft uitgeroepen tot Steenuilenvrijwilliger van 2014. Na de ‘braakballen’ en de onheilstijding dat de populatie van de steenuilen door het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw de laatste jaren met 40 procent is afgenomen, schuift de hele groep door naar de prent ‘De Vogelvangers’ van Johannes Stradanus. Deze Vlaamse kunstschilder liet in 1596 met pen en bruine inkt briljant zien hoe rietzangers met behulp van lokvogels en lijmstokken werden gevangen. Als de bevlogen meester over de als struiken gecamoufleerde jagers begint, verlaat ik het Prentenkabinet in het besef dat kinderen recht hebben op een stimulerende en blije schooltijd. Vanmiddag zag ik daar een inspirerend voorbeeld van.
liet met assistentie van Heimans en Heinsius in 1899 de beroemde Geïllustreerde Flora van Nederland verschijnen, waarin liefst 3400 plaatjes waren opgenomen die door de auteurs zelf waren getekend. Dit standaardwerk wordt nog steeds herdrukt. Jac. P. Thijsse zag het liefst de leerlingen het klaslokaal verlaten met een botaniseertrommel en de flora om in het vrije veld de natuur onvergetelijk te beleven. In de binnenstad is het vrije veld verdwenen, de meester maakte van de nood een deugd. Het museum werd ‘het buiten’. Thijsse zou zoveel verbeeldingskracht en originaliteit van zijn collega-onderwijzer natuurlijk warm toegejuicht hebben.
Jac. P. Thijsse
Maar zou Freek niet eens aandacht moeten besteden aan de fauna in Nederland? Hij zou dan de afname van het aantal wadvogels onder de loep kunnen nemen. Wetenschappers voorspellen dat in de komende jaren de toekomst van vooral de blauwe kiekendief, scholekster, tureluur, kokmeeuw, zilvermeeuw en visdief er somber uitziet. Ook zou hij zijn focus kunnen richten op de Nederlandse salamanders, die in hun voortbestaan ernstig worden bedreigd door een besmettelijke Aziatische schimmelziekte. Deze ziekte heeft de Nederlandse
Wat zou vaderlands beroemste onderwijzer, veldbioloog en natuurbeschermer van deze biologieles in het museum gevonden hebben? Ik vermoed dat Thijsse laaiend enthousiast geweest zou zijn. Immers hij nodigde in zijn 45 boeken – waaronder de 18 beroemde Verkade albums – en liefst 2000 artikelen over de natuur zijn lezers hartstochtelijk uit om zelf te gaan kijken naar en in de natuur en op zoek te gaan naar eigen waarnemingen. De oprichter van Natuurmonumenten
Freek Vonk Jac. P. Thijsse is echter al bijna 70 jaar dood. De nieuwe ‘Thijsse’ is Freek Vonk, troeteldier onder de biologen. Kinderen vinden Freek in ieder geval wel de leukste bioloog van ons land. Werkzaam vanuit de Universiteit van Leiden reist hij de hele wereld af om giftige slangen te bespringen en de gevaarlijke reptielen na een geslaagde sprong enige druppels gif te ontfutselen voor zijn onderzoek naar nieuwe medicijnen. Maar Freek is vooral een avontuurlijke entertainer, die op safari en vooral in het wild larven nuttigt, piranha’s kriebelt en tussen bloeddorstige haaien zwemt. Onderwijl roept hij luidkeels vragen op, die dan weer schreeuwend om een antwoord vragen. Of de antwoorden altijd wetenschappelijk onderbouwd zijn, is moeilijk te beoordelen. Dat Freek echter van dieren houdt, staat buiten kijf en dat hij daar behoorlijk opgewonden van raakt, evenzeer.
RVKOERIER
Jaargang 16 | nummer 2 | december 2014
“Van een steenkoolverslaafde naar een schonere economie.”
vuursalamander reeds aan de rand van uitsterven gebracht. Misschien zou de sterk afgenomen vogelstand in Europa een tv-serie waard zijn. De Engelse Universiteit van Exeter publiceerde recent in Ecology Letters dramatische cijfers: het aantal Europese vogels is tussen 1980 (2,1 miljard) en 2009 (1,7 miljard) met 421 miljoen vogels afgenomen! Behalve de huismus worden ook de veldleeuwerik en de patrijs op termijn in hun voortbestaan bedreigd. Veel van de laatste soorten komen voor in het boerenland en hebben te lijden van het steeds intensievere gebruik van landbouwgrond. Ook de afname van het groen in de steden speelt een rol. In de tv-serie Freek in Australië gaf de enthousiaste bioloog een wijze les aan een aboriginal. Zijn oproep “Wees goed voor het land”, zou zomaar een eerste aanzet kunnen zijn om in de voetstappen te treden van Thijsse, niet alleen als veldbioloog maar vooral als natuurbeschermer en misschien zelfs in de toekomst als een gedreven milieuactivist.
gassen voor het jaar 2100 zijn teruggebracht naar nul. De 800 wetenschappers die aan het ICPP-rapport hun medewerking verleenden, luiden vervolgens de noodklok door te stellen dat zonder ingrijpen ‘ernstige en onomkeerbare gevolgen’, zoals het smelten van de Groenlandse ijskap, zeer waarschijnlijk zijn. Het ICPP signaleert nu al meer hittegolven, extreme neerslag, verzuring van de oceanen en zeespiegelstijging. Rajendra Pachauri, de voorzitter van het ICPP, verwoordt het nog dramatischer: “Kosten van geen actie zullen gruwelijk veel hoger zijn dan die van actie!” Ook Ban Ki Moon, de SecretarisGeneraal van de VN, reageert geschokt op het rapport: “De regeringsleiders moeten nu handelen. Zij kunnen geen tijd meer verliezen”. John Kerry, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken kijkt vooral verontrust naar de toekomst: “Degenen die nu nog de wetenschappelijke feiten over klimaatveranderingen in twijfel trekken, brengen ons allen in gevaar, en ook onze kinderen en kleinkinderen. Hoe langer het ideologische debat over opwarming voortduurt hoe hoger de kosten aan een gebrek aan actie worden.”
Onderweg naar een klimaatramp? In 1992 bij een toespraak ter gelegenheid van de officiële presentatie van de 12de druk van Van Dale, Groot woordenboek van de Nederlandse taal, werd de meest karakteristieke nieuwe woordenreeks van de laatste acht jaren gepresenteerd. Een citaat uit die rede: “Ons leven wordt vergald door gif: gifaanval, gifalarm, gifdamp, gifgrond en het milieu wordt aangetast: milieuaccountant, milieuarts, milieubijstandsteam en milieucrimineel.” De nieuwe samenstellingen in de Dikke Van Dale met ‘gif’ en ‘milieu’ uit de jaren tachtig van de vorige eeuw brengen ons naar de harde realiteit van het heden. De experts van het internationale klimaatpanel ICPP – het Intergovernmental Panel on Climate Change – laten er in hun vijfde rapport van september 2014 geen twijfel over bestaan: het klimaat warmt wereldwijd op, vrijwel geheel door toedoen van de mens en dat brengt grote risico’s voor de mensheid en de natuur teweeg. Om de ernstige gevolgen te beperken moet de netto-uitstoot van broeikas-
Er daagt licht aan de horizon Het ICPP-rapport zal het fundament worden van de grote klimaattop in december 2015 in Parijs. Kunnen wij als mensheid het grootste en beklemmendste probleem van deze en de volgende eeuw nog oplossen? Of zijn wij, als wij de milieusceptici moeten geloven, reeds te laat en dreigt er een klimaatramp. Maar er daagt licht aan de Chinese horizon, dat nog altijd getemperd wordt door smog. China, naast de VS, de grootste vervuiler ter wereld, neemt nu draconische maatregelen om de uitstoot van CO2 voor 2030 drastisch te beperken, zodat de woedende inwoners van Peking de smogmaskers eindelijk kunnen afdoen. De Chinese regeringsleider Xi Jinping sprak van een historische stap: van een steenkoolverslaafde naar een schonere economie. De VS bleven niet achter. President Obama kondigde aan dat de Amerikaanse uitstoot in 2025 liefst 26 tot 28% lager zal zijn dan het piekjaar 2005. De Europese Unie beloofde reeds eerder de uitstoot van CO2 met 40% te beperken.
7
8 De grote klimaattop in Parijs in 2015 zal na dit openingsbod van de grootmachten in de wereldwijde CO2-uitstoot de laatste kans zijn om te zorgen dat de opwarming van de aarde beperkt blijft tot de nog aanvaardbare 2 graden Celsius. Obama wil aan het einde van zijn presidentiële loopbaan nog een historische klimaatovereenkomst sluiten. Die kans lijkt klein, omdat Obama compleet vleugellam is door de Republikeinse overmacht in de Senaat en het Huis van Afgevaardigden. Koren op de molen van de sceptici, die overigens ook de plannen tot reductie van de uitstoot te weinig ambitieus vinden. Ook de claim van de derdewereldlanden om het recht te hebben om ongelimiteerde uitstoot te mogen realiseren voor hun economische groei draagt niet bij tot optimisme. De pessimisten vermoeden dan ook dat ‘Parijs’ dezelfde dode letter zal opleveren als het Kyoto-verdrag uit 1997. Zij vrezen dat er een omvangrijke milieuramp nodig zal zijn om kiezers en gekozenen er nog meer van te doorgronden dat rigoureuze acties noodzakelijk zijn om de aarde te redden.
Vluchten kan niet meer Dat milieupessimisme was ook duidelijk aanwezig in Europa bij de stichting in 1968 van de Club van Rome, een particuliere organisatie van Europese wetenschappers die ernstig bezorgd was voor de toekomst van de wereld. Vooral het rapport Grenzen aan de groei sloeg in 1972 in als een bom. De geleerden legden in hun rapportage een verband tussen de economische groei en de gevolgen hiervan voor het milieu. Het rapport gaf een prognose van het grondstof- en voedselverbruik voor de komende jaren. Daarin werd een beeld geschilderd van een in een aantal decennia oprakende grondstofvoorraad. Alom paniek en demonstraties. Premier Joop den Uyl gooide tijdens de olieboycot in 1973 van de Arabische olieproducerende landen nog meer olie op het vuur door tijdens een tv-toespraak emotioneel uit te roepen dat de wereld nooit meer hetzelfde zou zijn. Het rapport zorgde er wel voor dat het milieu wereldwijd op de politieke kalender kwam te staan. Twee jaar voor de autoloze zondagen kwam in november 1971 de musical ‘En nu naar bed’ van Annie M.G. Schmidt op de planken van Carré. In de misschien wel beste musical van Schmidt schildert zij op de prachtige muziek van Harry Bannink in het slotlied ‘Vluchten kan niet meer’ een wereld die ten dode opgeschreven is. Van de ‘ontbladeringslanden’ voert het lied ons naar het moment dat op aarde de laatste vogel in de laatste lente zingt en hier in Holland ook nog de allerlaatste vlinder op de allerlaatste bloem sterft. Oorspronkelijk had de musical een happy-end, maar Schmidt zette deze klassieker met imponerende zang van Frans Halsema en Jenny Arean aan het einde, waardoor de musical meer of meer fatalistisch eindigt. Dat fatalisme was in 1971 ook sterk zicht- en voelbaar bij een omstreden poster van Stichting Aarde, die zich inzet voor een wereld, waarin de mensen zich met elkaar en de natuur verbonden voelen. Regionalisering en zelfvoorziening zijn de bouwstenen voor een duurzame economie en echte
samenleving. Op poster ziet men een foetus van een menselijke vrucht met de tekst “Als we voor onze economie ons vruchtwater moeten bevuilen, dan bevuilden wij het ook.” Dan zijn de teksten op de posters van de stichting Loesje humoristischer en tarten het noodlot minder. Loesje, een fictief meisje, wil vanaf 1983 het leven op de wereld beter en mooier maken. Voor Loesje is dat geen luchtkasteel. De mensheid moet vooruit en Loesje geeft haar met plezier een zetje in de rug. De volgende kritische milieu-gerelateerde posters plakken wij op een RVKO-‘klaagmuur’ om het onderwijsveld wakker te schudden: • Woon ik eindelijk dicht bij de natuur. Gaat het bos op de vlucht • Als de bijen dood zijn. Wie wil dan de bomen bevruchten? • Nu de camera’s in het bos hangen, krijgen de oehoe en vos mediatraining van de boswachter • Natuur kopen. Kunnen we proberen iets niet te bezitten? • Evolutie. Doen we daar als mensheid nog aan mee? • Ik wil liefst een levende bontkraag die af en toe met me knuffelt en miauwt • Dierendag en mijn kat eet vegetarisch vandaag • Ecologisch afwasmiddel. De verkoper had mij pas overtuigd toen hij het zeepsop opdronk • Milieu. Het zou fijn zijn als landen zich wel aan mijn schoonmaakrooster zouden houden
Op weg naar een leefbare wereld De schoolklas heeft in het museum de Willem van der Vorm Galerij bereikt. In deze open tentoonstellingsruimte naast het Prentenkabinet laat de kunstenaar Slobhân Hapaska uit Belfast in de reeks solotentoonstellingen ‘Sensory Spaces’ negen ontwortelde olijfbomen met kluit horizontaal in de lucht hangen. De leerlingen zijn niet echt geïnteresseerd in de verklaring van Hapaska, die de olijfboom als onverwoestbare verheven ziel ziet, die aardse beslommeringen als ‘wortelen’ en territoriale drift van zich heeft afgeschud. Ook de boeiende uitleg van de onderwijzer over de wortelpatronen van de olijfboom en dat de boom in de Joodse cultuur een symbool van de vrede en geluk is, wordt beleefd aangehoord. Neen, zij hebben veruit de meeste aandacht voor de kleine vibrerende motoren die de bomen continue laten trillen en die zij zelf in werking mogen stellen. Weer een stap op weg naar zelf ontdekken en zelf beleven. Zo moet het ook met de 20-jarige Nederlandse uitvinder Boyan Slat in zijn jongensjaren gegaan zijn. Hij won op 16 november de prestigieuze VN-prijs ‘Champions of the Earth’. Met zijn project ‘The Ocean Cleanup’ werd hij de jongste winnaar ooit van de prijs voor inspirerende initiatieven op het gebied van milieu. De jongeren zullen met Boyan Slat als indrukwekkend voorbeeld in de nabije toekomst belangrijke stappen zetten om onze wereld in alle opzichten leefbaar te houden. Laten wij ze nu in hun streven naar een meer leefbare wereld optimaal begeleiden en de talenten daarna vooral geen strobreed in de weg leggen.
Harry Beuvens
RVKOERIER
Ecoschool ‘De Kleine Prins’ Ik kreeg van de redactie van de Koerier het verzoek om een artikel over De Kleine Prins te schrijven
Jaargang 16 | nummer 2 | december 2014
Het curriculum neemt een belangrijke plaats in bij het project, maar ook de houding van de school, de leerkrachten en het management. In principe is het een voortdurend proces van bewustwording. Duurzaamheid staat voor ons in het teken van omgaan met de wereld en met alles wat daarop leeft. Sinds enkele jaren wordt het woord duurzaamheid te pas en te onpas gebruikt. Men bedoelt dan vaak dat iets tot een blijvend resultaat moet leiden. Wij bedoelen met duurzaamheid: met elkaar een samenleving creëren waar onze kinderen en hun nageslacht ook nog op een fijne manier kunnen leven en werken.
in het verlengde van het essay over het milieu. De Kleine Prins staat bekend als eco-school, omdat wij ons op school bezighouden met duurzaamheid.
In mijn bijdrage wil ik aangeven hoe je een eco-school wordt, wat duurzaamheid inhoudt, wat maatschappelijk verantwoord ondernemen voor een school kan betekenen en hoe ook onze Vereniging kan bijdragen aan een duurzame samenleving. Er zijn meerdere manieren om met je school te werken aan bewustwording en aan zorg voor de omgeving. Wij kozen er enkele jaren geleden voor om met Eco-schools in zee te gaan, omdat zij een overzichtelijk programma aanbieden dat de school zelf naar eigen kunnen en mogelijkheden kan invullen. Eco-schools is een internationaal keurmerk voor duurzaamheid. Op dit moment zijn er 91 scholen in Nederland en meer dan 26.000 scholen in de wereld die dit keurmerk mogen voeren. Om het keurmerk te mogen gebruiken moet je een zevental stappen als school ondernemen. Deze stappen kun je als vinden op de website van Eco-schools www.eco-schools.nl. Wat hebben wij als Kleine Prins gedaan? In 2008 zijn we gestart met twee workshops voor leraren van De Kleine Prins. Hoe denk je over het thema ecologisch leven en werken? Wat doe je zelf? Wat doe je thuis? Een mooie vraag was bijvoorbeeld: hoeveel apparaten heb je in huis waaraan een stekker zit? Het aantal dat iedereen in huis heeft is op zich al ongelooflijk.
Vorig schooljaar heeft de directie samen met de staf gezocht naar mogelijkheden om zo duurzaam mogelijk in te kopen. Na het verslag te hebben gelezen over het prachtige project `Bangladesh’ van de RVKO, vonden wij dat we in dezen ook een invulling moeten geven aan ons eigen gedrag. Koop je zo goedkoop mogelijk bij de Action of onderzoek je of er andere mogelijk heden zijn, zoals fair trade of ecologisch geproduceerd. Ook hier gaat het weer om bewustwording. Hoe kan het zijn dat wij al die producten zo goedkoop kunnen inslaan? Wij zijn er nog niet uit, maar worden wel langzaam bewuster van ons eigen gedrag. Wat kan onze Vereniging betekenen? Allereerst zouden we bij het inkoopgedrag in het algemeen ook het milieuaspect en het menselijk aspect mee kunnen nemen. Daarnaast zouden we niet alleen afspraken moeten maken over het inkoopbeleid, maar ook over afvalbeleid. Zo komen er steeds meer computers en andere hardware in onze scholen die na verloop van tijd weer worden afgedankt. Ook daarin zouden we als vereniging iets centraal kunnen regelen, waarmee we in ons afvalbeleid laten zien dat we mens en milieu waardevol vinden en alvast onze blik op de toekomst richten. Onderwijs staat centraal op De Kleine Prins. Vorming van kinderen en bewustwording van medewerkers en kinderen zijn daarin een onderdeel. De manier waarop wij omgaan met onze omgeving en de zorg die we eraan besteden, past niet alleen in de visie van De Kleine Prins, maar sluit ook aan bij de zeven kernwaarden van de RVKO. Wilke Vos, directeur van De Kleine Prins
Na beide workshops hebben we een eco-raad samengesteld. Deze bestond uit twee ouders, enkele leerkrachten, acht kinderen en een directielid. Dit was een gouden greep. Deze groep wordt elk jaar aangepast. Kinderen solliciteren naar een plaatsje in deze raad. Zij moeten kunnen organiseren en meedenken bij kleine activiteiten. In de afgelopen jaren organiseerden zij: een boekenruilbeurs (afvalvermindering), een kledingruilbeurs, de warme truiendag (energie), een waterproject en een bezoek aan een Repair Café, een gratis toegankelijke bijeenkomst dat draait om samen repareren. De leerlingen maakten vragenlijsten en namen deel aan vergaderingen. De thema’s die we aanpakken kunnen per jaar verschillen: water, afval, energie en omgeving hebben op De Kleine Prins al aandacht gehad. Ze komen regelmatig terug en meestal organiseren wij rond een thema een projectdag. Elke twee jaar volgt er vanuit Eco-schools een audit en moet je als school aantonen dat je je verder ontwikkelt op dit thema.
9
10
St. Michaëlschool: ‘Een villa in het groen’ “We gaan een mooie tijd tegemoet” Van de redactie De reactie van de Koerier werd geraakt in de eerste week van het schooljaar door een bijna euforisch nieuwsbericht op de site van de St.Michaëlschool in Rotterdam Hillegersberg. Directeur Peter Zuijdam geeft onder het kopje ‘Een goede start!’ een reactie op de eerste schooldag, waarin de uitroeptekens over elkaar heen buitelen: “Wat was het fantastisch die eerste schooldag! Fijn om te zien dat onze kinderen zo graag naar school gaan! Dat kwam natuurlijk ook door het nieuwe gebouw met een moderne uitstraling, van alle gemakken voorzien. Alle reacties waren positief! Vanaf binnenkomst voelt het goed: een omgeving waar je je direct thuis voelt! Dat geldt voor de kinderen, de ouders en het team! We gaan een mooie tijd tegemoet!” Een directeur die het liefst zeven(!) maal uitroept van vreugde over het nieuwe schoolgebouw, is voor de redactie reden om direct af te reizen naar de Michaël om dat prachtige schoolgebouw met eigen ogen te aanschouwen. Een trotse Peter Zuijdam begeleidt ons als een deskundige gids op onze rondgang door de school.
Er was dus sprake in het nieuwbouwproces van een open dialoog? Peter: “Wij deelden het uitgangspunt dat mensen uit het veld de beste expertise in huis hebben hoe een school er uit moet gaan zien. Er is dus een intensief en constructief overleg geweest tussen de RVKO, als opdrachtgever, het team van de Michaël en de architect. Dat samen optrekken heeft ertoe geleid dat alle belanghebbenden zich betrokken voelden bij de bouw en ook hun verantwoordelijkheid namen. Dus ons prachtige, functionele schoolgebouw kwam tot stand met behulp van een breed draagvlak.”
De school: ‘een villa in het groen’? Peter: “Het architectenbureau ‘DeZwarteHond’ bestempelt ons nieuwe schoolgebouw inderdaad als een ‘villa in het groen’, waarmee de uitstraling van de school refereert aan de vele villa’s en groenstroken in onze wijk. Maar het concept van de school verwijst niet alleen naar de witgepleisterde buitenkant van de school, maar ook naar de huiselijke, overzichtelijke binnenwereld.”
Een mooie en doordachte filosofie van de architect. Peter: “Ja. In de vele gesprekken die Geert Brugman, namens de RVKO en de bouwcommissie van de school met het architectenbureau voerden, is ons gebleken dat vanuit de overtuiging gewerkt werd dat een school de samenhang tussen gezin en samenleving versterkt en een schoolgebouw plekken verbindt waar kinderen, wonen, leren, spelen en sporten.”
Prachtig is het zeker, maar waaruit blijkt die functionaliteit? Peter: “Het nieuwe schoolgebouw met een mooie balans tussen licht en ruimte past goed bij de belevingswereld van de kinderen. De school heeft een stervorm met drie vleugels. In elke vleugel zit een domein met leslokalen, die direct aan het hart van het gebouw liggen. De gang tussen deze lokalen zijn extra-breed, zodat de kinderen ook buiten de lokalen kunnen werken. Het handvaardigheidslokaal, het techniekplein en de bibliotheek liggen allemaal als open ruimten aan het hart van het gebouw. Het ruime speellokaal is met een grote glazen wand te koppelen aan de aula. Hierdoor is er een groot en openbaar ‘hart’ ontstaan wat de ‘bouwen’ met elkaar verbindt en waar vieringen en bijeenkomsten kunnen worden gehouden. De eikenhouten trap kan als showtrap of als podium worden ingezet.”
RVKOERIER
Jaargang 16 | nummer 2 | december 2014
Best luxe met al dat hout
De officiële opening
Kinderen hebben recht op een ideale schooltijd. De leerlingen van de Michaël waren de eerste schooldagen zo onder de indruk van de pracht van het nieuwe schoolgebouw, dat zij eerst compleet sprakeloos waren. Daarna wilden zij voor de kerstkoerier graag het oordeel over ‘hun’ schoolgebouw wel kwijt. Daaruit bleek dat de kinderen van de Michaël beslist geen ‘onnozele kinderen’ zijn. Integendeel. Hier volgt een kleine bloemlezing van wijze, soms wijsgerige en humoristische uitspraken.
Op donderdag 6 november om precies 16.00 uur daalt een trotse Peter Zuijdam als een dirigent in het Concertgebouw de prachtige eikenhouten trap in de centrale hal af om de officiële opening van het nieuwe schoolgebouw van zijn St. Michaelschool in gang te zetten. Hij heeft geen baton in de hand, maar een waslijst met namen van personen en instanties die hun steentje of meerdere steentjes bijgedragen hebben aan de nieuwbouw. Peter zet allen in het spreekwoordelijke zonnetje en vergeet uiteraard zijn team niet uitvoerig te bedanken, dat zich in de afgelopen jaren zeer professioneel en positief heeft opgesteld bij de sloop en nieuwbouw. Hij laat zich bij zijn toespraak glorieus bijstaan door het licht van een heuse kroonluchter, die in het paleis van de Zonnekoning niet misstaan zou hebben. Daarna bestijgt Bart van Kampen, de architect, nog de trap om de Michaëlschool te bestempelen als een ‘slimme’ school, die duurzaam en onderhoudsarm is. Als laatste spreker betreedt bovenschools manager Riek Timmers lichtvoetig de showtrap om Peter in de overtreffende trap te complimenteren met zijn grandioze inzet tijdens het bouwproces. Zij biedt de school namens de RVKO een professionele toneelverlichting aan. Maar de enige en echte spot wordt toch gericht op de kinderen van de Michaël, die vanaf de bovenste treden van de trap door een papieren erepoort, zichzelf in de bomvolle receptieruimte lanceren met een feestlied, waarvan de laatste strofe luidt:
De dichter Adriaan Roland Holst heeft in 1920 in een gedicht uitgeroepen “Laten wij zacht zijn voor elkander, kind”. In 2014 op de Michaël wordt die oproep serieus genomen: “De kussens in de bibliotheek liggen lekker.” Dit is een kind om om een boodschap te sturen: “Wel handig dat er een lift is.” Deze ijverige leerling kiest een verrassende invalshoek: “Ik vind hem heel groot. Je kan er goed werken, omdat je niet veel gestoord wordt. Want we mogen in het hoekje werken.” De directeur weet echt niet waar de kinderen vandaan komen: “Bij meester Peter heb je een mooi uitzicht op de bibliotheek.”
“ Ik vind dat er heel goed is gespaard voor deze school, want hij kost wel 15 miljoen.” Deze leerling is het kind van de rekening: “Ik vind dat er heel goed is gespaard voor deze school, want hij kost wel 15 miljoen.” Na, maar vooral tijdens de rekenopgaven kun je je gelukkig ook ontspannen: “Je kan er mooi en rustig werken en je kan overal naar buiten kijken.” Dit is een leerling met smaak of was het toch weer het kind van de rekening: “Best luxe met al dat hout.” Op de Michaël geen zwartenpietendiscussie, maar wel een versierde sint: “De school wordt ook mooi versierd als het Kinderboekenweek is, of Sinterklaas.” De slotwoorden zijn voor twee kunstminnende leerlingen: “Ik vind het bijzonder, omdat hij wit is. En die letters van de St. Michaëlschool zijn van goud.” en “De kleuren van de ramen zijn mooi.”
Dus laat iedereen maar binnen Het feest kan nu echt beginnen We gaan nu even niet meer zeuren Over wat er morgen kan gebeuren Haal de ballonnen uit de schuur En hang de slingers aan de muur De hele wereld mag het weten We gaan dansen we gaan zweten De St. Michaëlschool werd daarmee officieel voor geopend verklaard. Peter Zuijdam: “We gaan een mooie tijd tegemoet.”
11
12
Column Digitaaltaal Mijn kijk op onderwijs heeft natuurlijk een bepaalde achtergrond. Ik leef al jaren onder een steen en ik kom van een andere planeet. In zo’n geval zie je het al gauw verkeerd. Je ziet in ieder geval niet wat andere mensen zien. De inzet van ICT in het onderwijs heeft niet alleen maar voordelen. Digitale borden zijn volgens mij goed voor een grote toekomst voor opticiens. Zelf zie ik, als ik achter in een klas een les volg, meestal heel weinig van wat er op het bord staat. Gordijnen dicht als de zon schijnt (maar dat geeft weer andere problemen), lampen die niet de optimale lichtsterkte hebben en nog wat kleine problemen zorgen er voor dat lezen van het digibord bijna onmogelijk is. Ik ben al een tijd geleden overgestapt op een leesbril en die zijn op mijn planeet misschien nog niet zo goed. Soms lees ik ook wel eens een stukje in een krant (je weet wel, dat oude-mensen-medium) over lezen van een scherm. Dat schijnt psychologisch ook problematisch te zijn. Mensen lezen nu eenmaal beter en sneller van papier. Om precies te zijn 30% sneller en er wordt veel meer informatie opgenomen als je analoog leest. Maar gelukkig laat de vooruitgang zich niet afwenden door mijn geneuzel. En we moeten vooruit met z’n allen. Altijd. Af en toe roept iemand dat vooruitgang misschien wel de andere kant op is. Dat nemen we voor kennisgeving aan en storten ons vervolgens weer in maalstroom die zich hopelijk beweegt in de goede richting. De wrange grap is dat we dat pas over een aantal jaren weten. Ondertussen worstelen we ons door het heden. Zonder al te veel zicht op wat de effecten zijn van wat we doen.
“ Fijne motoriek? ” Ook het digitale schermspeelgoed voor kinderen neemt een enorme vlucht. Kleine kinderen brengen al vele uren door met het reageren op virtuele prikkels. Vingerschuivend over een scherm wordt een andere wereld verkend. De duimen worden ruim ontwikkeld. Fijne motoriek? Het vasthouden van een pen is een hels karwei. Natuurlijk ken ook ik de kleuters die nog nooit een potlood hebben vastgehouden. De kinderen die nog nooit een schaar van dichtbij hebben gezien. (Studenten vraag ik wel eens in de pen te klimmen. Zonder resultaat. Ze houden het ding vast als een Neanderthaler zijn vuistbijl.) Maar ach, waarom zou je moeten kunnen schrijven? Typen is toch goed genoeg? Kinderen zijn opgevoed met de bewegende foto’s van Harry Potter. Ze leren snel: wat stil staat, telt niet; stilstand is immers achteruitgang. Hoezo achterhoedegevecht? Het begint pas. Zie de terugkeer van de gymles en de zwemles. De roep om muziek op de basisschool. Allemaal terug van bijna afgeschaft. Vooruitgang en achteruitgang blijken dus relatieve begrippen. Ik blijf denken dat we gebaat zijn bij meer wetenschappelijk inzicht in de effecten van onderwijs op onze kinderen. Met deze constatering sluit ik mijn bestand en zet ik mijn beeldscherm uit. Jos de Klerk
Stelling: “Schrijven met de hand is nog altijd niet achterhaald. Nieuwe onderzoeken tonen aan dat we daardoor beter informatie kunnen opnemen. Pen en papier zijn juist goed voor ons geheugen.”
“Leren schrijven met een pen is vanaf 2016 voor Finse leerlingen in het basisonderwijs verleden tijd. Jonge leerlingen die naar een tablet grijpen is in 2014 meer regel dan uitzondering, vandaar dat de leerlingen typeles op een tablet krijgen. Ouders behoeven zich geen zorgen te maken over de ontwikkeling van de fijne motoriek van hun kinderen: leerlingen van de basisschool krijgen extra tekenlessen en wat meer uren handvaardigheid.” (Samenvatting van een persbericht)
“Het leren van een handschrift is van groot belang. Leren schrijven is net zo belangrijk als leren lopen en praten. Het maakt del uit van het ontwikkelingsproces bij kinderen.” (Marie-Thérèse Christians, grafologe)
“Het lijkt heel erg, niet meer schrijven met een pen, maar wanneer doe je dat nog? Incidenteel een envelop of een formulier van school. En ik schrijf toch echt heel veel. Toen ik 13 werd, kreeg ik een cursus blindtypen, dat heeft mijn schrijverschap een enorme vlucht gegeven.” (Schrijver Ronald Giphart in het AD)
“Taal- en leesvaardigheid gaan achteruit als je niet meer met de hand schrijft.” (Jos de Klerk, docent Thomas More Hogeschool)
RVKOERIER
“Ten eerste is schrijven goed voor de fijne motorische ontwikkeling van kinderen. Ten tweede leren de kinderen letters beter en sneller herkennen wanneer ze deze met de hand leren schrijven. Schrijven met de hand is dus van invloed op de leesvaardigheid. De motorische component vergemakkelijkt het leren lezen. Mijn dochter Sanne van vijf vroeg onlangs: ‘Papa, hoe schrijf je Sinterklaas?’ Ik zei: ‘Het begint met de s van Sanne.’ Vervolgens zag ik haar de letter s in de lucht schrijven en daarna op papier. Het schrijven zorgde er bij haar voor dat ze de letter s herkende en vervolgens kon toepassen.Op de basisschool gaat lezen en schrijven gelijk op. Bij de kleuters maken ze op een speelse manier kennis met letters en schrijfpatronen. In groep 3 leren de kinderen lezen en schrijven. Ze leren letters aan elkaar verbinden.” (Ron van Leeuwen, directeur Jacobus)
“De pen is een groot cultuurgoed en op iedere plek in elk van de wereld te gebruiken. (Niet stroomafhankelijk)./ Het leren schrijven is één van de weinige vaardigheden waarbij jonge kinderen geconcentreerd en met de fijne motoriek bezig zijn. Het stimuleert beide hersenhelften om samenwerken./ Een schrijfprobleem staat haast nooit alleen. Schrift en schrijven kan een signaal zijn voor een ander probleem./ Schrijven structureert je gedachten (schema’s, notities, opzetjes, de essentie uit teksten halen etc)./ Schrijven is een persoonlijk expressiemiddel.” (Citaten uit een artikel van Jowina Roelevink in de ‘Thomas More Special’ in de RVKOerier van april 2014)
“Ik heb niet eens een pen op zak. Ik schrijf alleen nog wanneer ik als scheidsrechter een gele kaart deel en het rugnummer noteer. De ‘uitdood’ van de pen is helemaal niet erg. We moeten niet naar onze kinderen kijken vanuit onze eigen romantiek en nostalgie.” (Maurice de Hond, grondlegger van de Steve Jobs scholen in het AD)
“Schrijven brengt een andere taal-denk relatie met zich mee (je overdenkt bijvoorbeeld je zinnen beter)./ Met schrijven behoud je de communicatie tijdens vergadering, lessen e.d./ De elektronische pen is in opmars. Met deze pen kan je geschreven tekst omzetten naar digitale tekst. Een goed leesbaar handschrift is dan onontbeerlijk(een mens kan ontcijferen, een computer niet). Dit geldt ook voor het digitale schoolbord.” (Jowina Roelevink, docent schrijven Thomas More Hogeschool)
“Het lijkt erop dat mensen die met de hand leren schrijven ook gemakkelijker lezen. Maar het is niet bewezen dat kinderen die met een toetsenbord leren schrijven slechter lezen. Echt kwalitatief goed onderzoek is er niet.” (Jolien Franken, onderzoekster bij de Radbouduniversiteit Nijmegen)
Jaargang 16 | nummer 2 | december 2014
“Schrijven met de hand is zeker niet achterhaald. Wij hebben als taak om onze leerlingen voor te bereiden op de 21ste eeuw. De term ’21-st century skills’ valt de laatste tijd vaak binnen ons onderwijs. Dit kan ten onrechte het gevoel opwekken dat wij ons complete onderwijs moeten digitaliseren. Wij, de Albert Schweitzerschool, zien ICT als een (heel mooi) middel. En dus geen doel dat op zichzelf staat. Een juist evenwicht creëren tussen de ‘oude’ vaardigheden, zoals schrijven en (fysiek) lezen en de eerder genoemde 21-st century skills, is een mooie uitdaging voor de komende jaren.” (Nick van Deursen, adjunct-directeur Albert Schweitzerschool)
“Schrijven draagt bij aan ons welbevinden. Een handgeschreven brief benadrukt de persoonlijke aandacht die we voor de ander hebben en versterkt de band tussen mensen. Daarnaast helpt schrijven bij het onthouden van dingen. Daarmee is schrijven een belangrijke ondersteuning van allerlei leerprocessen. Maar ook de ontwikkeling van (zelf)discipline wordt gestimuleerd.” (Platform Handschriftontwikkeling)
“De pen is het goedkoopste communicatiemiddel en het lichtste instrument om mee te nemen./ Een pen is financieel haalbaar voor iedereen./ Een pen is op iedere plek in elk land te gebruiken (niet stroomafhankelijk)./Daarnaast kan sierschrift(kalligrafie) veel plezier geven en is het goed voor kinderen die veel vormfouten maken en/of schrijfproblemen hebben(je hand kan niet sneller dan je hoofd of andersom)./ Een verzorgd schrift is tevens je visitekaartje.” (Jowena Roelevink)
Onderwijs kan zich helemaal niet voorbereiden op onbekende technologische veranderingen, en een voorspelbare arbeidsmarkt. Onderwijs dient niet om nieuw werkvee, voor de lopende band van de economie, aan te leveren. Op school zitten straks de mensen die de wereld vormgeven. Die kinderen opvoeden, oplossingen verzinnen, schoonheid creëren, valsheid doorzien, troost bieden, perspectieven openen. Die moet je geen tijdgebonden technieken meegeven, maar wapenen met een brede ontwikkeling, basisvaardigheden, een open hart en een kritisch verstand. Onderwijs moet het kind niet aanpassen aan de toekomst, maar het de werktuigen bieden om straks elke toekomst aan te kunnen,”(Aleid Truijens in haar column ‘IJs&Weder’ in de Volkskrant)
“De Chinese kalligrafie – de kunst van het schoonschrift – staat sinds 2009 op de Lijst van Meesterwerken van het Orale en Immateriële Erfgoed van de Mensheid van de UNESCO. Op deze Lijst zie ik de iPad de komende decennia nog niet verschijnen.” (Harry Beuvens, redacteur RVKOerier)
13
14
Meester Rick: ‘Leraar van het jaar 2014’ “Ik heb er geen woorden voor.” Van onze redactie Soms staat de tijd bij een vreugdevol schoolmoment even stil. Zo een moment van echte blijheid was voor basisschool Christophoor, een Nieuwe Brede School in Zuidwijk, maandag 6 oktober 2014. Op de Internationale Dag van de Leraar maakte Hugo de Jonge – wethouder van Onderwijs, Jeugd en Zorg – bekend dat Rick van Leeuwen, leerkracht van groep 6 van de Christophoor tot ‘Leraar van het jaar 2014’ was verkozen. De Jonge: “Met deze verkiezing geeft de Gemeente Rotterdam aan dat wij trots zijn op onze leraren. Zij zijn het die elke dag opnieuw leerlingen motiveren en inspireren.” De wethouder ging ook nog in op de specifieke situatie van de stad Rotterdam: “Juist een stad als Rotterdam heeft de beste leraren nodig, omdat veel leerlingen van huis uit hier net wat minder mee krijgen dan in de rest van het land.”
“ Een toffe meester!”
“ Ik vind dat de meester ons steunt.”
Een toffe meester Voor de uitverkiezing ’Leraar van het Jaar’ waren liefst 170 Rotterdamse leerkrachten genomineerd, waarop 7000 stemmen werden uitgebracht. Rick van Leeuwen vergaarde in de categorie van het basisonderwijs de meeste stemmen. Hij deed dat aan de hand van het volgende profiel, dat deels door de leerlingen van zijn klas was samengesteld: “Hij is aardig, maakt leuke uitstapjes. Hij kan goed uitleggen en geeft ons alle focus en concentratie. Iedereen krijgt een beurt. En zelfs het nieuwe meisje vindt hem een topmeester. Bij het buiten spelen zorgt hij ervoor dat iedereen mee mag doen. Hij doet zelf ook mee. Een toffe meester!”.
Ik zou graag in zijn schoenen staan! In het mededelingenblad ‘Hoor’ van de Christophoor lezen wij dat meester Rick tijdens een groot feest op donderdag 16 oktober, waarin ook de Kinderboekenweek werd afgesloten, uitgebreid in het zonnetje is gezet. Voldoende reden voor de reactie van de Koerier om na ‘Hoor’ beslist ‘wederhoor’ toe te passen en in het prachtige, multifunctionele schoolgebouw, waarin de Christophoor sinds kort is gehuisvest, eens zelf polshoogte te gaan nemen. Wij treffen Eline van Eesteren in de ochtendpauze aan, die haar lio-stage bij Rick loopt. Eline: “Bij het begin van mijn stageperiode gaf Rick aan dat de klas van ons samen was. Dat vond ik klasse.” Ook is zij onder de indruk van de rust die Rick van Leeuwen voor de klas uitstraalt: “Rick is relaxed en consequent op een vriendelijke manier.”
Dan wordt het hoog tijd voor de reactie van de leerlingen, immers zij spreken de waarheid. Sita kent het schoolleven als geen ander: “Ik ben trots op de meester, omdat hij goed les geeft. Soms is hij streng, maar dat hoort bij het schoolleven.” Cate solliciteert nu al voor een baan bij de RVKO: “Meester Rick is de liefste meester van de school. Ik zou graag in zijn schoenen staan! “Claudia daarentegen volgt haar gevoel voor rechtvaardigheid: “Ik vind dat de meester recht heeft op de prijs, want hij is super lief en aardig.” Jaylien heeft maar weinig woorden nodig: “Ik vind dat de meester ons steunt.” Ajahya heeft al didactische inzicht: “Meester Rick weet altijd hoe hij iets moet uitleggen aan degene die iets niet snapt. Dat maakt hem bijzonder.” Jemecha is soms een muurbloempje: “Als je praat op de gang, mag je toch naar buiten, maar moet je eerst vijf minuten tegen de muur gaan staan.” En Lychora is tenslotte sprakeloos: “Ik heb er geen woorden voor.”
“ Soms is hij streng, maar dat hoort bij het schoolleven.”
RVKOERIER
Jaargang 16 | nummer 2 | december 2014
“ Ik vind dat de meester recht heeft op de prijs, want hij is super lief en aardig.”
Een grote glimlach en een luisterend oor Enige ouders van leerlingen uit de groep van Rick van Leeuwen zijn beslist niet sprakeloos en willen graag onder genot van een heerlijk kopje koffie nog wel wat woorden aan meester Rick en de school wijden. Zij voelen dat school hen uitdrukkelijk als partner betrekt bij het leer- en opvoedingsproces van hun kinderen en waarderen het zeer dat het team van de Christophoor iedere vorm van pesten adequaat aanpakt. En dan de toffe meester Rick. Alejandra, de moeder van Mikey waardeert het luisterend oor van de meester: “Je wordt echt gehoord.” Rosanna vindt dat het gedrag van haar zoon sterk is verbeterd: “Het klikt tussen de meester en Rovencio.” Nuriye ziet haar dochter Guluzar met plezier naar school gaan en prijst de betrokkenheid van Rick van Leeuwen: “Hij staat elk moment met een grote glimlach voor je klaar.” Tenslotte is Mariana, de moeder van Marie-Fer onder de indruk van het rechtvaardigheid van de ‘Leraar van het Jaar’: “Mijn dochter voelt zich geborgen en veilig.” Na de wethouder, de lio-stagiaire, de leerlingen en de ouders mag de reactie van Ria Post, directeur van de daltonschool Christophoor, uiteraard niet ontbreken.
Hoe staat het team daarin? Ria: “De waardering voor ieder individu is daarin heel belangrijk geweest. Oog hebben voor elkaar, een belangrijk onderdeel van onze visie, proberen wij echt in de praktijk gestalte te geven. Het is van belang om de talenten van mensen te benutten in het proces, dat je met elkaar doormaakt.”
De plaats van de leerlingen in dat proces? “Talenten benutten geldt ook voor de kinderen, die aan onze zorg zijn toevertrouwd. Wij hebben de taal- en rekenachterstanden van de leerlingen weggewerkt, maar realiseren ons heel goed, dat het om veel meer draait dan dat alleen. Wat dat betreft sluiten wij ons graag aan bij het Strategische Beleidsplan van de RVKO: ‘Ieder kind een levenskunstenaar’.”
Waarom hebben jullie aan deze verkiezing meegedaan? “De beslissing om mee te doen hebben wij als team genomen. Naast Rick hadden wij ook Carola en Kim voorgedragen. De Christophoor is met een opmerkelijke renaissance bezig: van een destijds ‘zwakke’ school naar de goede school, die wij anno 2014 zijn. Wij willen via deze uitverkiezing die nieuwe status aan de buitenwacht, waaronder de ouders, laten zien. Wij hebben de leerkracht van het jaar binnen onze muren, maar wij profileren ons veel liever als school van het jaar 2014.”
Ervaar je een gevoel van trots bij deze waterval van positieve geluiden? Ria: “Op onze school staat een heel divers team. We hebben de afgelopen jaren samen de visie en daarmee de te varen koers bepaald. Samen hebben wij benoemd wat er moest gebeuren om ons onderwijs te verbeteren. In dat plan van aanpak heeft een ieder in het team zijn aandeel.”
Het laatste woord is aan Rick van Leeuwen, de Rotterdamse Leraar van het Jaar 2014: “Die geweldige school maken wij met elkaar. Leerlingen, ouders en leerkrachten.”
Geen fietsregeling in 2015
De fietsenregeling van de overheid, waarmee je met een interessant belastingvoordeel een fiets kunt kopen, wordt per 1 januari afgeschaft. Het komende jaar onderzoeken we de mogelijkheid van een goede eigen fietsenregeling binnen de RVKO.
15
16
Speel goed met speelgoed op de ‘Dominicus’ Jonge kinderen zijn geweldige onderzoekers Van de redactie ‘De Dominicus start als enige school in Rotterdam met de Jonge Ouder Academie’. Aan het woord is Antoinette Schmidt, die samen Ria Bierhuizen de directie voert van de school aan de Noorderhavenkade in Rotterdam Blijdorp. De grondlegger van de Jonge Ouder Academie(JOA) is professor Jan de Lange. Hij deed gedurende zes jaar grootschalig onderzoek naar de ontwikkelingen van het jonge kind in de leeftijdscategorie van 3 tot en met 6 jaar. Volgens de Katwijkse wetenschapper zijn jonge kinderen geweldige onderzoekers. De natuurlijke verwondering en nieuwsgierigheid vormen het uitgangspunt van de Academie. Voor de speelse ontwikkeling van deze talenten is het een voorwaarde dat ouders oog hebben voor deze aspecten.
Laag bij de grond
Het geniale van het jonge brein
De redactie van de Koerier treft de emeritus hoogleraar al liggend op de vloer van de gemeenschapsruimte van de Dominicus, waar op 7 november een speelmiddag georganiseerd wordt voor ouders, leerkrachten en BSO-medewerkers. De professor- laag bij de grond bezig om het tentoongestelde speelgoed te ordenen- is graag bereid om met Antoinette Schmidt enige toelichting te geven op de JOA en deze speelmiddag voor ouders.
Jan de Lange: “De Jonge Ouder Academie helpt ouders en natuurlijk ook leerkrachten ‘ogen te geven’. De Academie nodigt hen uit om spelenderwijs op ontdekkingstocht te gaan met het kind. Er zal een wereld voor de opvoeders open gaan. Ouders geven aan dat het uitdagen van hun kinderen zo ontzettend veel leuker kan zijn en dat zij het prachtig vinden om opmerkzaam gemaakt te worden op het geniale van het jonge brein. Wetenschappelijke studie heeft uitgewezen dat 98 procent van de kinderen bij hun geboorte hoogbegaafd zijn. Het lijkt erop dat het onderwijs de creativiteit van het jonge kind doodt.”
De Lange: “ Wij moeten het sprankel-coëfficiënt van het jonge kind koesteren, immers jonge kinderen zijn van nature onderzoekers, die wij moeten stimuleren. Het jonge kind wil graag uitgedaagd worden door zelf te vertellen wat het ontdekt heeft. Met het juiste speelgoed de juiste vragen stellen. Dus niet helpen en niet voorzeggen. En ook doorvragen, uitdagen en verbinding leggen.“ Antoinette Schmidt: “In het verlengde van de RVKO expertise groep ’Het jonge kind’, waarvan ik deel uit mag maken, streven wij ernaar op de Dominicus om de kennis te vergroten van hen die met het jonge kind werken. Onderwijs aan het Jonge Kind is te zeer onderbelicht gebleven. Daarmee bleef ook de kennis over hun ontwikkeling achter.”
Antoinette sluit zich daar bij aan: “Oudere kinderen en volwassenen zijn het probleemoplossende en vindingrijke denken kwijtgeraakt. Wij willen als Dominicus een uitdagend podium bieden (het motto van de school/red), waar ieder kind zijn eigen specifieke talenten kan ontplooien. De filosofie van Jan de Lange en zijn JOA sluiten daar naadloos bij aan.” De Lange: “Ouders reageren blij en verrast als zij met hun kind hebben gespeeld. ‘Ze zijn veel slimmer dan wij dachten’ en ‘lossen meer problemen op dan wij voor mogelijk gehouden hadden’. Wat een rijkdom voor ouders omdat te mogen constateren.”
RVKOERIER
Jaargang 16 | nummer 2 | december 2014
Spelen wordt leren, leren wordt spelen
Reacties van de werkvloer
Antoinette aan het slot van de – ook door vaders – buitengewoon goed bezochte speelmiddag: “Ik heb opgemerkt dat de leerlingen, hun ouders en leerkrachten en ook de BSO medewerkers al spelend tot nieuwe inzichten, ontdekkingen en slimme oplos singen kwamen. Met het spannende speelgoed van professor Jan de Lange en zijn frisse kijk en ‘moeilijke’ vragen werd tot het laatste moment gespeeld en niet alleen door de kinderen. Het binnenhalen van de JOA heeft de ouderbetrokkenheid nog vergroot, terwijl een ander zeer waardevol neveneffect de impulsen waren op het gebied van vergroting, verdieping en verbreding van de woordenschat. Ik hoop dat deze voor mij inspirerende kijk op ‘spelen’ zal leiden op de Dominicus tot een nieuwe manier van denken over en praten met jonge kinderen, zodat spelen leren wordt en leren spelen.”
Daniël de Jong, werkt in het BSO-team ‘Dominikids’. “Wij hebben een enorm goede relatie met het team van de Dominicus. De directie betrekt ons uitdrukkelijk bij het totale schoolgebeuren. Dat betreft ook de ontwikkelingen met de JOA. Ik vind het Speel Goed boek zeer interessant en het geeft mij een verfrissende kijk op het spelen met speelgoed.” Babette Middeljans staat voor het tweede jaar voor een kleutergroep: “Ik ben sinds kort gestart met de opleiding Jonge Kind aan de pabo Thomas More. De visie van de opleiding ‘Spelen is leren en leren is spelen’. Dat is ook een van de fundamenten van JOA. Beide geven mij een andere kijk op het kleuteronderwijs. Het begeleiden en meedoen in het spel van de leerlingen maakt je scherp en leert je doelgericht kijken.” Benthe de Jong is stagiaire in een kleutergroep: “Dat zelf ontdekken, die ontdek kingstocht van de kinderen geeft mij een geheel andere kijk op het onderwijs aan het jonge kind. Er blijkt in de praktijk spontaan enorm veel uit een spelend kind op te borrelen. Zeer verrijkend.” Jilke Raatgreep, kleutergroepleerkracht: “Mijn leerlingen nieuwsgierig maken, hen prikkelen was altijd al een basis van mijn lesgeven. Nu met de filosofie van de JOA ben ik daar nog meer van doordrongen. Ja, ik heb een andere en verfrissende manier van kijken naar het spelen van mijn leerlingen gekregen.”
Speel Goed boek Het ‘Speel Goed boek’ staat centraal bij de invulling en uit werking van het gedachtegoed van de Jonge Ouder Academie. Het boek heeft als subtitel meegekregen ‘Op ontdekking met je spelende kind’. De opzet is eigenlijk heel simpel. Er worden 16 verschillende activiteiten beschreven, waarin je als ouder met je kinderen op ontdekking gaat.
Alle hoofdstukken hebben dezelfde overzichtelijke structuur. Na de benoeming van de activiteit wordt aandacht besteed waarom dit instrument als ‘talent ontlokkend’ dan wel als ‘leerpotentieel’ wordt gezien. Daarna vindt een uitgebreide beschrijving van de activiteit ‘in actie’ plaats. Vervolgens krijgen ouders (en dus ook leerkrachten) een hoeveelheid vragen, die ze zouden kunnen stellen bij het specifieke spel van hun kinderen. In het hoofdstuk onderdeel ‘De pracht van het Kind’ komen talenten of competenties in beeld in relatie met het werken met het speelgoed. Een zeer interessant gedeelte van ieder hoofdstuk is daar waar gekeken wordt naar aspecten van taalontwikkeling. Alle hoofdstukken worden afgesloten met ‘En verder’. Omdat alle activiteiten geacht worden te passen binnen het domein ’Wetenschap en techniek’ en met name het ontdekken, onderzoeken en redeneren aandacht krijgen, wordt er uitgebreid aandacht besteed aan wetenschappelijke achtergronden, geschiedenis en maatschappelijke betekenis.
De ouders hebben het slotwoord. Connie Vermey, de moeder van Tayfun, heeft de inleiding van professor Jan de Lange op de eerste ouderavond (er volgt nog een tweede/red) als zeer inspirerend ervaren: “ Ik ben met andere ogen naar het spelen van mijn kind gaan kijken. Een zeer positieve ervaring”. Joris Kriesel, de vader van John, vindt het een gelukkige ontwikkeling dat de schoolleiding en het team van de Dominicus de JOA heeft binnengehaald: “Het is leuk en waardevol om te zien dat de uitgangspunten van de Jonge Ouder Academie in grote lijnen overeenkomen met de opvoeding zoals mijn vrouw en ik deze toepassen. Wij zijn van mening dat een kind het meeste leert door te doen, te beleven en te ontdekken. De Jonge Ouder Academie heeft me bewuster gemaakt om goed op te letten dat je iets niet te snel voorkauwt waardoor je het vrije, creatieve, ‘out of the box’ denken van je kind afkapt.” Inlichtingen JOA bij Antoinette Schmidt / 010-4432500 Speel Goed ISBN 9789048714315 / Zwijsen Uitgeverij
17
18
LeerKRACHT bij de RVKO
De eerste golf (tranche) is op de scholen voor de kerstvakantie uitgerold. Deze golf werkt dan systematisch met de 3 kerninterventies: bordsessies, lesbezoeken en gezamenlijke lesvoorbereidingen. Vooral het stellen van doelen, die ten gunste komen van onze kinderen, staat centraal tijdens deze interventies. Op de verschillende scholen zijn de verbindingssessies ‘gevierd’. Hier geeft de eerste golf – de eerste groep mensen die deze transformatie aangaat – het stokje over aan de volgende groep die de transformatie aangaat. Deze sessies zijn zeer geslaagd en feestelijk. En op elke school totaal anders. De tweede groep wordt enthousiast gemaakt en de eerste groep pakt zijn verantwoordelijkheid op om hun collega’s mee te nemen in het veranderingsproces. Er zijn 7 scholen al 2 of 3 jaar op weg met deze transformatie. Deze scholen hebben in november hun eerste pizzasessie gehad van de RVKO. Op deze werkmiddag/avond wordt onder het genot van een stuk pizza hard gewerkt aan de verdieping van deze cultuur. Ook zijn er mini cirkels gevormd van 3 of 4 scholen die bij elkaar gaan kijken naar de ‘verbetercultuur’. Het blijkt uit onderzoek dat bedrijven die regelmatig bij elkaar gaan kijken en elkaar feedback geven, de meest groeiende bedrijven zijn. Dit geldt voor scholen uiteraard ook.
Ook hebben bedrijfsvisitaties plaatsgevonden. Tijdens deze bezoeken gaat een aantal personeelsleden van een school naar een bedrijf waar de ‘Lean’ methode ingezet wordt om een verbetercultuur te bewerkstelligen.‘Lean’ is een bedrijfskundige methodiek die gericht is op efficiënter werken. Bij Achmea in Apeldoorn hebben we verschillende voorbeelden gezien van uitwerkingen van bordsessies; verschillende afdelingen die daar hun eigen invulling aan hebben gegeven. Voorts vernamen wij hoe bij Achmea gewerkt wordt aan het aspect ‘houding’. Hoe geef je feedback? Hoe vraag je hulp en hoe schat je in hoe lang je nodig hebt om bepaalde doelstellingen te halen? Zeer bijzonder om onze manier van werken te herkennen in een volkomen andere werkomgeving!
“De eerste pizzasessie ” In januari 2015 zal de eerste pizzasessie gehouden worden voor alle RVKO-scholen die met deze systematiek werken. Dan kunnen de startende en ervaren scholen uitwisselen hoe hun transformaties verlopen en hoe de toekomstige cultuur eruit kan komen te zien. Een opvallende vraag die recent werd gesteld aan een collega uit de eerste golf: “Jullie zijn bijna klaar toch, voor de kerstvakantie?” Het mooie antwoord was: “Dan gaan we pas beginnen. Deze manier van werken gaat nooit meer weg!”
Annette de Deken schoolcoach ‘leerKRACHT’
Dit schooljaar zijn er 9 nieuwe scholen gestart met een cultuurtransformatie met behulp van stichting leerKRACHT. Er zijn 4 schoolcoaches die deze trajecten begeleiden. Deze transformatie werkt naar een cultuur toe waarbij een verbetercultuur de dagelijkse gang van zaken wordt. “Elke dag samen een beetje beter”.
RVKOERIER
Jaargang 16 | nummer 2 | december 2014
Scholenpost Karianne Lagendaal, directeur van het ‘Octaaf’ heeft een heuglijke mededeling uit Krimpen aan de IJssel te melden: “In het schooljaar 2011-2012 is het Octaaf gestart met EarlyBird en sindsdien staat Engels wekelijks twee keer op het rooster in groep 1 t/m 8. Dit betekent ook dat de leerkrachten hebben deelgenomen aan de tweejarige cursus Classroom English, er veel Engelse materialen en smartbordsoftware zijn aangeschaft en dat de leerlingen de afgelopen jaren veel plezier hebben gehad in het bevorderen van de spreek- en luistervaardigheid in de Engelse taal. Voor de complete invoering van EarlyBird staat een traject van drie tot vier jaar. Op 20 november jl. vond op onze school de tweede visitatie plaats. De conclusie is dat het Octaaf ruim voldoet aan de eisen en dus het officiële EarlyBird-keurmerk op de gevel van het pand mag schroeven. Vanzelfsprekend zijn leerlingen en leerkrachten daar trots op.”
Op 28 november kreeg de Oscar Romeroschool bezoek van de schrijfster Charlotte Dematons. Ed de Jong, adjunct-directeur, berichtte daarover:
De Dominicusschool heeft zich dit schooljaar met de leerlingen op de technologie gestort. Directeur Ria Bierhuizen geeft een enthousiaste toelichting:
“De Oscar Romero heeft een traditie hoog te houden met schrijvers en illustratoren die al meer dan 25 jaar de school met een bezoek vereren. Charlotte Dementons komt al jaren omstreeks 5 december langs om de kinderen van ‘haar favoriete school’ te betoveren met haar prentenboek Sinterklaas. Ook dit jaar was haar bezoek een groot succes. Voor een groot aantal uitgeverijen en tijdschriften maakt Charlotte Dematons illustraties en prentenboeken, waaronder de bestsellers De gele ballon en Sinterklaas. Met haar nieuwste prentenboek Nederland, dat in 2012 verscheen, overtrof zie alles. Het is omarmd door de pers, boekhandelaren en lezers. De prent van de stad Rotterdam (uit Nederland) hangt op groot formaat in de Oscar Romeroschool. Charlotte onthulde de prent zelf. (Zie foto)”
“In het verlengde van de Jonge Ouder Academie (zie artikel over ‘Speel Goed’ in deze koerier/red)bij de kleuters, zijn wij dit jaar gestart met de pilot Jet-Net junior. De doelstelling van dit project is om de basisschoolleerlingen kennis te laten maken met technologie en met de praktijk van het technologisch bedrijfsleven. Het overbrengen van het enthousiasme en het stimuleren van nieuwsgierigheid zijn hierbij het belangrijkst. Jet-Net junior is een samenwerkingsverband met Shell, stichting C3 (chemie) en het Wetenschapsknooppunt van de Technische Universiteit Delft. Deze pilot heeft zijn sporen al verdiend in het voortgezet onderwijs als Jet-Net (Jongeren en Technologie Netwerk Nederland). Dit jaar is er een start gemaakt op de basisscholen: Jet-Net junior Door lessen te geven waarin het ontwerpend en onderzoekend leren aan de orde komen, worden de leerlingen op allerlei manieren geprikkeld. Zoals professor Jan de Lange bij ‘Speel Goed’ spreekt over probleemoplossend en creatief denken bij kleuters, zo worden in de hogere groepen de leerlingen aan het werk gezet om problemen op te lossen door middel van brainstormen, brainwriting en presenteren. De lessen worden door de leerkracht gegeven en ondersteund door een Shell ouder (tandem). Deze combinatie van kennis omtrent het (technologische) werkveld en de pedagogische-didactische kwaliteiten van de leerkracht geeft dit project een duidelijke meerwaarde. De eerste workshop hebben wij intussen achter de rug en de leerkrachten en ouders waren enthousiast. De volgende lessenreeks is reeds gepland. Geachte lezer: meer informatie over Jet-Net junior is aanwezig op de Dominicusschool!”
19
Made in Europe Auteur: Pieter Steinz Uitgeverij: Nieuw Amsterdam ISBN: 9789046815540
Lees, lezer, leest! Made in Europe Europa bestaat al heel lang In deze tijd is het voor veel mensen een monster: Europa. Alles wat fout gaat in politiek en economie kent maar een schuldige: Europa. Pieter Steinz laat zien dat Europa ook ander benaderd kan worden, meer Erasmiaans. Hij kijkt wat ons in Europa bindt en geeft in dit boek een overzicht van hoe Europa één is en dat eigenlijk al heel lang is. Hij legt verbanden bloot, maakt verbindingen duidelijk en laat vooral zien dat Europa een idee is dat op het gebied van cultuur al heel lang bestaat. Een lange geschiedenis van beïnvloeding wordt in dit boek aan de hand van iets meer dan honderd onderwerpen opengelegd. Oost en west, noord en zuid, als het om culturele verbanden gaat: ze leven van elkaar. Schrijvers, schilders, dichters, vormgevers, architecten, musici, componisten, filmmakers en dansers; bijna alle vormen van kunst staan in een onderling verband. Een lange geschiedenis van bruggen slaan en verbindingen leggen. Het is de verdienste van Steinz dat hij dat goed en aan de hand van zulke mooie voorbeelden laat zien.
“ Verbanden en verbindingen ” Van de Peutingerkaart, een overzichtskaart van de Romeinse wegen, tot het huidige Europese snelwegennet blijkt eigenlijk maar een klein stapje. Ook van de vormgeving van IKEA tot de architectuur van het Sydney Opera House. Hoe Don Juan, een toneelstuk van een Spaanse toneelschrijver uit de zeventiende eeuw, beroemd wordt door de Fransman Molière en uiteindelijk als Don Giovanni door Mozart in een opera wordt vereeuwigd. Hoe Mozart daarmee weer allerlei andere figuren aan het denken en aan het werk zet. Wat The Beatles te maken hebben met de muziek daarvoor en daarna.
Hun eerste ‘videoclip’ voor het liedje Rain in 1966. Niemand heeft zich aan hun invloed kunnen onttrekken. Over de sprookjes van Andersen en de relatie met de sprookjes van de gebroeders Grimm en de ‘Verhalen van moeder de gans’ van de Fransman Perrault. De stimulerende rivaliteit tussen de Italiaanse modehuizen (Gucci, Dolce en Gabbana, Armani Versace, Prada) en de Franse (Chanel, Cardin, Dior). James Bond en de Femme Fatale, de DS van Citroën, de gotische kathedralen, Van Gogh, Picasso, Monty Python’s Flying Circus en de televisiehumor, Pride and Prejudice, de romans van Dickens, de Russische romanschrijvers van de negentiende eeuw, hoe ze werden beïnvloed door ‘westerse’ schrijvers en hoe ze op hun beurt weer westerse schrijvers beïnvloedden. De relatie tussen Sir Arthur Conan Doyle, Agatha Christie en de huidige generatie scandithrillerschrijvers. Pippi Langkous en het kinderboek, de nog steeds verbijsterende Griekse drama’s van Aischylos, Euripides, Sofokles en het huidige toneelaanbod; totaalvoetbal en wat daarna kwam; van In de ban van de ring tot Harry Potter. Het is onuitputtelijk! Het is een boek dat duidelijk maakt dat Europa niet iets is dat nu wordt uitgevonden. Het bestaat al vele eeuwen. Als je onderwijs geeft lijkt me dit een boek dat bijdraagt aan inzicht in de culturele relaties van mensen in Europa. Het legt verbanden tussen vakken, talen en culturen. En het is nog leuk ook! Het maakt je een rijker mens. Om in een ruk uit te lezen of om er lekker lang mee te doen, iedere avond een stukje. Het blijft van kaft tot kaft boeien. NRC-lezers mochten al eerder kennismaken deze stukken. Sinds maart 2014 is dit prachtige boek beschikbaar voor iedereen.
Personalia Geboren 21 september Maud dochter van Bas Akkermans en Manon van Kessel (Wingerd) 29 september Puck dochter van Elsa Bezuijen (Mr. Baars) 22 oktober Florian Pieter Nicolaas zoon van Jurriaan en Lyane Bakker (DonBosco) 31 oktober Jasmijn dochter van Joeri en Sandra Smeets-Lansbergen (Mgr. Bekkers) 2 november Guus Kees Nijman zoon van M. Sterke (Provenier) 12 november Tess Julie dochter van Jakub Dzierzak en Inge de Bruijn (Het Tangram) 15 november Bruno zoon van Frank en Martine v/d Grind (Nicolaas) 19 november Michelle Jakoba Johanna dochter van Arjan en Veronica van Vliet (Hildegardis) 20 november Mia Christa Maria dochter van Robert en Laura Kemeling (Nicolaas) 21 november Julia dochter van Quinten en Marjolein Molenaar (Min. Marga Klompé) 23 november Saar dochter van Mark en Evelien Nekeman (Oscar Romero)
Overleden 31 oktober Peter Huijskes (oud medewerker Steunpunt ICT en echtgenoot van Lisette Kuijsters van de Pionier)
Colofon De RVKOerier is een uitgave van de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs Redactie: Harry Beuvens, Jos de Klerk en Marielle van Bommel Eindredactie: Mariëlle van Bommel Illustraties: Herman Jansen Tekening voorpagina: Emma en Sanne Groep 7 van de Oosthoek Vormgeving: hAAi
Jos de Klerk
Drukkerij: Printvisie Deadline nr 3: 7 maart 2015 Kopij:
[email protected]
RVKO | K.P. vd Mandelelaan 80 | Postbus 4250 | 3006 AG Rotterdam T: 010 4537500 | F: 010 4531369 | E:
[email protected] | www.rvko.nl