18 februari 2016 39ste Jaargang • nr. 20
‘Je zit midden in de vunzigheid’ Pagina 11
Karaoke op Pokémon en Hard Rock Hallelujah. ‘Ah toe, nog één liedje?’
Aspergeplas: farmacologen laten collega’s hun eigen lucht opsnuiven, for science
De medezeggenschap krijgt meer macht, maar dat is nog niet genoeg
Pagina 3
Pagina 7
Pagina 5 en 9
Leukste tijd van je leven? Het depressietaboe onder studenten Studenten lijken steeds gevoeliger te zijn voor depressies, blijkt uit onderzoek. De studentenpsycholoog spreekt van ‘een verloren generatie’. Maar erover praten blijft taboe. ‘Als vrienden vragen hoe het gaat, verwachten ze “goed” als antwoord.’ DOOR MONICA PRELLER ‘Twintig jaar geleden hadden vooral veertigers te maken met een depressie’, vertelt Emile Dingjan, studentpsycholoog. ‘Maar de leeftijd is aan het zakken. Er is een groot aantal mensen met depressieve klachten in de leeftijd van 20 tot 28 jaar, en dat is zorgwekkend. Ik merk dat ook bij deze generatie studenten. Ik denk zelfs dat je kunt spreken van een verloren generatie. De druk van de prestatiemaatschappij speelt een rol, en de crisis ook. Sommige studenten komen nauwelijks aan werk, terwijl zij toch behoorlijk veel op hun cv hebben staan.’ Ook studentendecaan Marcel Melchers ziet veel studenten rondlopen met psychische problemen. ‘Er zijn hoge verwachtingen vanuit de maatschappij. Door sociale media lijkt het alsof iedereen een fantastisch leven heeft. Dan denk je dat het leven van anderen leuker is dan dat van jou. Er wordt ook vaak tegen studenten gezegd dat de studententijd de leukste tijd van je leven is, maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn.’ Dat jongeren meer antidepressiva gebruiken, bleek vorige week in een uitzending van Zembla. Tussen 2007 en 2015 is het gebruik van anti-depressiva onder jongeren tot 21 met veertig procent toegenomen, aldus de Stichting Farmaceutische Kengetallen. Ook bleek in 2013 uit een enquête van de Landelijke Studentenvakbond dat de helft van de 1100 ondervraagden ervaringen heeft met psychische klachten. ‘Als je via een enquête meet, krijg je
veel hogere schattingen dan wanneer de klachten door een klinicus worden beoordeeld’, nuanceert de Leidse hoogleraar psychologie Willem van der Does. ‘Maar depressie is zeker niet zeldzaam onder studenten. Je studententijd is ook een onzekere tijd, je wordt zelfstandig. Ik denk wel dat jongeren steeds meer prestatiedruk ervaren. De vraag is of je er iets aan moet doen, aangezien de meeste depressies onder jonge mensen kort duren.’ In België doen ze er wel iets aan, zegt professor Ronny Bruffaerts van de Katholieke Universiteit Leuven. ‘Een derde tot een kwart van de Belgische studenten heeft psychische problemen. Eén op de vijf loopt het risico op een depressie, tegenover dertien procent van de totale bevolking. Van eerstejaarsstudenten met zelfmoordgedachten loopt driekwart in het derde jaar hier nog mee rond. Er gaan jaren overheen voor mensen op zoek gaan naar behandeling. Ze denken dat het niet nodig is. Maar als een eerstejaars vijf jaar wacht, bestaat er een kans dat zij of hij een drop-out wordt.’ Om dat te voorkomen heeft de Leuvense universiteit een buddyprogramma opgericht waarbij eerstejaarsstudenten worden gekoppeld aan een ouderejaars: MindMates. Bruffaerts, die de studentenpopulatie nauwgezet volgt: ‘Hoe meer de student zich verbonden voelt met de omgeving, hoe beter de buffer tegen depressie. Door het contact met ouderejaars leren de studenten eerder mensen kennen. Depressie leidt tot uitval omdat studenten blijven rondlopen met hun problemen. De conclusie van ons onderzoek is ook een soort opdracht aan universiteiten. De behandeling is al toegankelijk, maar ik zou graag willen dat ze het een tandje zouden bijstellen door hulp meer preventief aan te bieden.’ > Verder lezen op pagina 6
Illustratie Joonas Ennala
Volgende week geen Mare
‘De minister moet niet zo opscheppen’
Onvoldoende voor Geen studentendip master politicologie door leenstelsel
Volgende week verschijnt er geen Mare. Nummer 21 zal uitkomen op 3 maart. Mededelingen voor dat nummer moeten uiterlijk 1 maart ter redactie zijn.
Een Facebookpost van Roberta D’Alessandro waarin ze de Italiaanse onderwijsminister kapittelt, is breaking news. ‘Brava! Eindelijk iemand die het zegt.’
De researchmaster political science and public administration heeft een onvoldoende gekregen van de NederlandsVlaamse Accreditatieorganisatie.
Pagina 3
Pagina 4
Het leenstelsel zorgt er niet voor dat universiteiten een stuk minder studenten trekken, blijkt uit cijfers van minister Bussemaker van Onderwijs.
Pagina 4
Bandirah Pagina 12
2
Mare · 18 februari 2016 Geen commentaar
Raampje in je hoofd Net als geld, rijkdom of schoonheid is ook het leed oneerlijk verdeeld in de wereld. Vraag aan mensen wat het ergste is wat zij ooit meemaakten en de antwoorden lopen uiteen. Sommigen hebben maar één ouder. Of ze hebben er twee, maar die vechten elkaar de tent uit. Hun beste vriend pleegde zelfmoord. Ze konden niet mee op schoolreisje omdat er thuis geen geld voor was. Ze werden op het schoolplein in elkaar geslagen omdat ze alleen zwart droegen, of juist geen zwart, of te veel rood. Ook een dood konijn veroorzaakt krassen op de ziel, vindt de universiteitspsycholoog. Niet iets waarvan de meeste achttienplussers meer dan twee nachten wakker liggen, maar goed. Je kunt andermans ellende nu eenmaal niet met elkaar vergelijken. Veel mensen lijden onder het beeld dat anderen van ze hebben. Ligt dat aan anderen of ligt dat aan hen? Mensen oordelen snel, al helemaal als het gaat om psychische problemen. Je ziet geen mitella’s of rolstoelen, dus het lijkt of iemand oké is. Terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn. Sommige mensen hebben zo veel last van hun stoornis dat ze de hand aan zichzelf slaan. Maar lijden mensen die dat niet doen misschien niet net zo hard? Niemand heeft een raampje in zijn hoofd waardoor je even naar binnen kunt kijken, dus ook de psychiater kan dat niet. Dat soort vragen vallen in het niet bij de praktische misstanden rond depressie. De wachtlijsten bij de meeste klinieken zijn ellenlang. Het duurt drie tot vijf weken voor je aan de beurt bent voor een intakegesprek. Vervolgens moet je meer dan een maand wachten voor je daadwerkelijk wordt behandeld. En dan de medicijnen: de ‘beginnerspil’ Citalopram veroorzaakt bij meer dan tien procent van de gebruikers nervositeit of slapeloosheid, terwijl dat ook bijverschijnselen zijn van de depressie waarvoor ze in behandeling zijn. Eén op de tien krijgt last van meer eetlust, minder eetlust, gebrek aan motivatie, gebrek aan emotie, te veel emotie maar in de vorm van angst, verhoogde bloeddruk, verlaagde bloeddruk, moeite met plassen of juist teveel plassen. Daarnaast lopen jongvolwassenen die antidepressiva slikken een verhoogd risico om suïcidaal gedrag te vertonen. Tel daar een mogelijk placebo-effect bij op, en
DOOR MONICA PRELLER
Colofon Redactie-adres Reuvensplaats 3, 2311 BE Leiden Postbus 9500 2300 RA Leiden Telefoon 071–527 7272 Website mareonline.nl E-mail
[email protected] De redactie is op vrijdag gesloten. Oplage circa 15.000 Hoofdredactie
Frank Provoost
[email protected] Redactie
Vincent Bongers
[email protected] Bart Braun
[email protected] Petra Meijer
[email protected] Marleen van Wesel
[email protected] Monica Preller (stagiaire)
[email protected]
het lijkt of niemand meer weet wat de medicijnen nou nog voor goeds doen met de patiënt. Ondertussen schrijven artsen dit soort medicatie wel steeds meer voor aan jongeren, omdat hun klachten klaarblijkelijk overeenkomen met wat er in DSM-5, de bijbel voor psychische stoornissen, staat. Voorkomen zou duizend keer beter zijn dan genezen. Aan de Katholieke Universiteit Leuven vinden ze dat ook, en dus richtten ze een buddysysteem op waarbij sjaarzen worden gekoppeld aan ouderejaars (zie voorpagina). Zo bouwen ze een betere buffer op tegen angst-, eet- of stemmingsstoornissen, is het achterliggende idee. Is er in Leiden niet ook zo’n buddysysteem? Ja, maar alleen voor studenten met autisme. Voor de rest is geen geld. En, zo wordt verondersteld, depressieve studenten hebben al sociaal contact – in de vorm van therapie. Het is om depressief van te worden.
Column
In de moederschoot beginnen en nooit stoppen
Medewerkers
Laura Kervezee • Tim Meijer • Esha Metiary • Marc van Oostendorp • Benjamin Sprecher Fotografie Taco van der Eb • Marc de Haan Illustraties Bas van der Schot • Bandirah • Silas.nl Basisontwerp Roeland Segaar, Dokwerk Communicatie Art direction en vormgeving Marcel van den Berg Drukwerk Rodi Rotatiedruk, Broek op Langedijk Advertenties Bureau van Vliet B.V. Postbus 20 2040 AA Zandvoort Telefoon 023 - 571 47 45 Redactieraad
Prof. dr. J.C. de Jong (voorzitter) • Prof. dr. F. Israel (vicevoorzitter) • Birgül Açiksöz • Joline Cramer • drs. Bart Funnekotter • drs. Malou van Hintum • mr. Folkert Jensma • Merian Kuipers • Josephine Say • Prof. dr. Nico Schrijver • Marieke Vinkenoog • Dr. Hans Vollaard • Christian van der Woude Jaarabonnementen
Een jaarabonnement op Mare loopt van september t/m juni. Belangstellenden kunnen Mare thuisgestuurd krijgen door €35 over te maken op IBAN NL68RABO0103257950 ten name van Universiteit Leiden (o.v.v. Mare en SAP-nummer 6200092091) en vervolgens een bevestigingsmail met daarin hun adres te sturen naar
[email protected]. Studenten betalen €25. Ter controle graag in de bevestigingsmail ook het studentnummer vermelden. Adreswijzigingen
Alleen schriftelijk met postwikkel. Klachten en opmerkingen over de toezending van Mare 071-5277272. Mededelingen voor het op donderdag verschijnende nummer moeten uiterlijk de voorafgaande donderdag 16.00 uur in het bezit van de redactie zijn. ISSN 0166-3690
Op sommige februaridagen lijkt de relatie tussen wetenschapper en wetenschap op een sleets huwelijk waar iets te vaak aan een seven-year-itch is gekrabd. Wanneer een artikel voor de zoveelste keer terugkeert van reviewers. Wanneer een getalenteerde promovendus ineens afhaakt omdat hij meer tijd nodig heeft voor zijn terrarium. Wanneer de vergadering voor de voorbereiding voor de zelfevaluatie ter gelegenheid van de quarter term review uitloopt. Maar ineens kan de liefde weer aanslaan. Het gebeurde mij dit weekeinde. Ik had een uur lang allerlei notities gelezen over welke bibliotheekboeken na een verhuizing van het instituut waar ik werk in welk gebouw terecht moesten komen en besloot mij wat te vertreden met wat vakliteratuur. Hoe was het de taalwetenschap in het afgelopen uur vergaan? Met het eerste artikel dat ik opensloeg, was het raak. Het was een artikel waar de schrijvers duidelijk hun best op hadden gedaan. In helder proza werd een mooi en niet eens zo heel groot experiment uit de doeken gedaan dat mijn wereldbeeld kantelde. De onderzoekers hadden baby’s van hooguit een dag oud met een band om hun hoofd laten luisteren naar opnames van een tweetalige vrouw die Sneeuwwitje voorlas in het Frans (de moedertaal van hun moeder) en het Arabisch. Die hoofdband geeft een manier om hersenactiviteit te meten die zo onschadelijk is en zo weinig tijd kost dat ouders zelfs op de eerste dag van het leven van de baby zonder veel moeite toestemming geven. Wat bleek, huiselijk gezegd: als de baby’s hun moedertaal hoorden, was vooral de linkerhersenhelft actief – waar ook volwassenen vooral taal verwerken. Hoorden ze een vreemde taal, dan werkte vooral de rechterhersen-
helft, waarmee we luisteren naar zinsmelodie. Werd het Frans of het Arabisch achterstevoren afgespeeld, dan was er helemaal geen duidelijke lateralisatie. Dat is als je erover nadenkt meer dan een grappig feitje dat ronddwarrelt in de wolk van grappige feitjes die ons de hele dag omgeven. Kinderen blijken dus als ze net geboren zijn al te weten wat hun moedertaal is! Waarschijnlijk hebben ze dat in de moederschoot al opgepikt! Heel gek is dat misschien niet – taal is een zo vreselijk belangrijk instrument om grip te krijgen op de werkelijkheid dat we niet vroeg genoeg met leren kunnen beginnen – en er waren al eerder aanwijzingen dat kinderen van enkele dagen oud hun moedertaal konden herkennen. Maar deze aanwijzing dat het leren begint voor we geboren worden is wel heel sterk. En dan blijkt het leren ook nog eens je hele leven door te kunnen gaan. Al ben je al decennia bezig met onderzoek, ineens kun je kennelijk, door op een grijze zondagmiddag een artikel te lezen in Neuropsychology een inzicht verwerven dat je eerder nog niet had. De mens een klein beetje beter te kunnen begrijpen, namelijk als een organisme dat van nature gericht is op leren. Wat ben je dan gezegend wanneer je dat je hele leven mag doen, wanneer je van leren en studeren je werk kunt maken. Natuurlijk, je moet er af en toe een quarter term review voor schrijven, maar de kern van het leven van de wetenschapper is het mooiste wat er is: steeds meer snappen van wat er gebeurt. We kunnen er niet vroeg genoeg mee beginnen, en als het goed is houden we er ook niet mee op. MARC VAN OOSTENDORP is hoogleraar fonologische microvariatie
18 februari 2016 · Mare Mensen
3
071 -527 …
Huilende hobo’s Zuchten en klagen: sinds de barok komt emotie pas echt tot uiting in muziek, vertelt Adriaan Rademaker, universitair docent Grieks. Dinsdag 1 maart vertelt hij bij Studium Generale over verdriet in muziek.
Hé minister, niet zo opscheppen Hoogleraar fluit Italiaanse bewindsvrouw terug Roberta D’Alessandro beklaagde zich op Facebook over de braindrain in haar moederland Italië, waar haar hartekreet alle kranten en journaals haalde. ‘Het werd zo serieus genomen als een wetenschappelijk artikel in Nature.’ DOOR MARLEEN VAN WESEL In de werkkamer van Roberta D’Alessandro, aan de Witte Singel, staat een cameraploeg van het Italiaanse televisieprogramma Piazzapulita. ‘Er is niemand in Italië die de laatste dagen niet van Leiden heeft gehoord’, zegt de hoogleraar Italiaans. ‘La Republica, alle andere grote kranten, de journaals… Ze wilden me allemaal spreken, maar ik ga echt niet naar Italië. Ik moet morgenochtend om negen uur college geven. Dus komen ze hierheen.’ De aanleiding: een Facebookpost van D’Alessandro, zaterdagochtend. ‘Bedoeld voor vrienden, maar het werd net zo serieus genomen als een wetenschappelijk artikel in Nature.’ De inhoud: een aanklacht tegen de Italiaanse minister van Onderwijs en Wetenschap, Stefania Giannini.
‘Ministra, schep niet zo op over mijn prestaties’, schreef D’Alessandro. ‘In een echte open brief zou ik haar nooit brutaal met “Ministra” hebben aangesproken.’ The European Research Council (ERC) maakte vrijdag een lijst bekend van 302 toponderzoekers die een zogenaamde ERC-Consolidator-beurs toegekend kregen. D’Alessandro was een van hen, net als 29 andere Italiaanse onderzoekers. D’Alessandro: ‘De minister sprak over mooie Italiaanse resultaten, maar mijn onderzoek is helemaal niet van Italië. Het is Nederlands. Van die dertig beurzen voor Italianen waren er maar dertien voor onderzoekers die níet in het buitenland verblijven.’ Meer dan 35.000 keer werd haar Facebookpost inmiddels geliket, meer dan 15.000 keer gedeeld. ‘Ik heb 3500 berichten ontvangen van Italiaanse onderzoekers, tot in Singapore en Melbourne, die zeggen: brava! Eindelijk iemand die dit zegt. Collega’s ín Italië reageerden aanvankelijk wat koeler, alsof ik insinueerde dat alle goede onderzoekers vertrokken waren. Natuurlijk niet. Zo dom kan ik niet zijn, ik heb immers een ERC-beurs. Maar ik kón
in Italië niet terecht en toen ben ik weggegaan en uiteindelijk in Nederland gebleven.’ Gianni heeft inmiddels gereageerd. ‘Ze sprak van een nutteloze polemiek, tot ergernis van velen. Ik denk dat minister Bussemaker eerlijker zou reageren: dat de Nederlandse resultaten goed zijn, maar dat het wel een probleem is dat veel onderzoekers de grens overtrekken.’ In werkelijkheid geldt voor Nederland eerder het omgekeerde: 20 onderzoekers met een ERC-beurs zijn Nederlands, maar ín Nederland zijn 26 beurzen goedgekeurd. ‘Drie keer raden hoe dat komt’, zegt D’Alessandro. ‘Nederland heeft een betere infrastructuur, een werkend democratisch systeem en een internationaal imago dat daarmee strookt.’ Ze is lid van de Jonge Akademie, een platform van jonge topwetenschappers. ‘Minister Bussemaker luistert heus niet altijd, maar we hoeven niet bang te zijn om iets te zeggen en we hoeven niet te pleasen. We kunnen gewoon eerlijk zijn.’ Nog vier Leidse wetenschappers haalden de ERC-beurs binnen: Eveline Crone, Petra Sijpesteijn, Caroline Waerzeggers en Erik Bähre. In totaal is er 585 miljoen euro beschik-
baar voor 302 topwetenschappers. Daarmee kunnen ook meer dan 2100 andere onderzoekers aan het werk. In D’Alessandro’s geval: nog een postdoc, drie promovendi en een IT-expert. ‘De komende vijf jaar gaan we Italiaanse talen onderzoeken, die niet Italiaans zijn.’ Ze wijst op een kaart van Italië, opgedeeld in regio’s in alle kleuren. ‘Ongeveer zoveel talen worden er gesproken. Om onderling te communiceren, spreekt iedereen ook Italiaans. Deze talen worden dialecten genoemd, maar eigenlijk zijn het zustertalen van het Italiaans, zoals het Fries dat van het Nederlands is. Mijn project draait om de vraag: wat gebeurt er in de hoofden van mensen, wanneer deze talen in contact komen met andere talen? Leenwoorden zijn een bekend fenomeen, maar ik onderzoek de syntactische structuren. Interessant zijn de kleine verschillen, tussen talen die dicht bij elkaar liggen, zoals het Napolitaans en het Spaans. Na de Tweede Wereldoorlog emigreerden veel Napolitanen, bijvoorbeeld naar Argentinië. Het is interessant daar te onderzoeken wat ze van het Spaans overnamen, en wat juist niet.’
Frutti di Mare
Bij Pokémon gaat het dak eraf DOOR PETRA MEIJER ‘Go
cheetah, get banana. Hey monkey, get funky!’ schalt Toy-Box uit de speakers van de Pelibar. Voor de microfoons staat een flinke groep mensen keihard ‘Tarzan & Jane’ mee te zingen, gevolgd door het metalnummer ‘Hard Rock Hallelujah’ en een Japans liedje van meidengroep Buono.
‘Er komt van alles voorbij’, zegt Mandy Binnekamp (21, psychologie). Drie keer per jaar organiseert de Asia-commissie (asiacie) van spelletjesvereniging Duivelsei een karaokeavond. Om te voorkomen dat groepjes urenlang de microfoon gijzelen, mogen de leden per persoon twee liedjes aanvragen. Het
‘Gooi er dan wat van die anime-shit uit!’
Foto Taco van der Eb
merendeel komt uit geanimeerde Japanse televisieseries. Lucas Verwegen (22, HLO – Biologie en Medisch Laboratorium Onderzoek): ‘Er bestaat anime over alle mogelijke onderwerpen: van kinderseries tot porno. Helaas denken sommige mensen daardoor dat anime óf voor kinderen is, óf pornografisch is. Dat is niet zo. Het is ook gewoon voor volwassenen en te vergelijken met wat we hier op tv zien, maar dan getekend.’ Bij de computer zit Stephan Jonkers (22), een van de weinige aanwezigen die ook echt Japans studeert. ‘In het Japans worden veel klinkers gebruikt, dus het is niet moeilijk om mee te zingen’, legt hij uit. Ondertussen vraagt een jongen hem ‘Survivor’ van Destiny’s Child aan de lijst toe te voegen, maar dat gaat niet meer. ‘Sorry man, met deze lijst zitten we denk ik vol tot twaalf uur. Er kan niks meer bij.’ ‘Gooi er dan wat van die anime-shit uit! Ah toe, één liedje?’ De dj is onverbiddelijk en de jongen druipt af. Jonkers: ‘We hebben een geluidsontheffing tot twaalf uur. Die hebben we ook wel nodig. Bij de originele Pokémon themesong gaat het dak eraf.’ Binnekamp: ‘We hebben zeven rekruten die ons helpen karaokeliedjes te maken.’ Verwegen: ‘Daar heb je speciale
software voor. Je voert de lyrics in en vervolgens moet je de lettergrepen op het juiste moment scheiden door te tikken op de spatiebalk. Als je een liedje kent, doe je dat met je ogen dicht, maar als je het niet goed kent kan het zomaar drie uur duren.’ Naast de karaokeavonden organiseert de asiacie ook filmavonden – ‘van Japanse arthouse tot Mulan’ - en cosplay events.. Verwegen: ‘Daarbij verkleed je je als een personage uit een serie of spel. Om als commissie herkenbaar te zijn, zijn we nu ook in cosplay. Ik ben als Totoro.’ Binnekamp: ‘De eerste keer vond ik het supereng om verkleed naar een conventie te gaan, maar het is hartstikke leuk.’ Verwegen: ‘Vroeger kleedde ik me pas op het laatste moment daar om, maar tegenwoordig ga ik dan ook wel in cosplay over straat. Je moet je gewoon niet teveel aantrekken van wat anderen vinden. Dat is ook zo bij karaoke. Als iedereen heel fanatiek als een randdebiel door de microfoon schreeuwt, is dat het allerleukste.’ En dan is het zover. Als de eerste noten van het Pokémonlied klinken, stromen alle leden van de bar naar de podium. ‘Pooo-keee-moohon. Gotta catch ‘em all!’
Hoe kwam de emotie in muziek? ‘Het begon met Monteverdi en zijn tijdgenoten. Daarvoor, in de Renaissance, was muziek vaak vrij complex en een beetje abstract, met veel stemmen door elkaar. Teksten waren amper te verstaan. Vanaf de barok is muziek een retorische kunst geworden. Door de muziek te versimpelen werden teksten weer verstaanbaar. Bovendien moest de muziek voortaan in dienst staan van de tekst. Het moest laten horen wat in woorden werd overgebracht: de affecten.’ Hoe werkt dat? ‘Monteverdi’s opera’s L’Orfeo en L’Arianna bevatten bijvoorbeeld bepaalde melodische figuren, die geassocieerd worden met verdriet. De dalende kleine of grote secunde is bijvoorbeeld een zuchtje in de muziek: túdú, túdú, telkens slechts een kleine toonafstand naar beneden. De Lamento d’Arianna, de klaagzang van Arianna, wanneer ze is achtergelaten op het strand, is een vroeg voorbeeld. Je hoort het ook bij Purcell, wanneer Dido door Aeneas in de steek is gelaten en zingt:“Remember me, but forget my fate.” ‘En later ook in Mozarts Le nozze di Figaro, wanneer de gravin beseft dat de graaf achter de dienstmeid aanzit. Het werd een vast idioom, voor de uiting van verdriet bij verlaten heldinnen. Maar je hoort het ook in kerkmuziek, bijvoorbeeld in Bachs cantate Weinen, Klagen, Sorgen, Zagen: de toon die in kleine stapjes daalt, bij het verlies van Christus.’ Klinken sommige instrumenten ook verdrietiger dan andere? ‘Oorspronkelijk moesten die affecten los van specifieke instrumenten kunnen bestaan. Voor de verhevenheid van God of de koning zijn pauken en trompetten wel heel geschikt, terwijl strijkers en hobo’s weer goed zijn om mee te klagen. Maar dat is geen heel dwingend systeem.’ Herkennen we bepaalde klanken als verdriet, dankzij Monteverdi? ‘Tot op zekere hoogte zullen er universele principes aan ten grondslag liggen. Monteverdi en zijn tijdgenoten zullen niet iets willekeurigs gekozen hebben om verdriet mee uit te drukken. Maar misschien zijn we door vier eeuwen gewenning ook wel geconditioneerd. We zouden het moeten testen op mensen die geen westerse muziek kennen.’ Hoe heeft die muzikale taal zich sindsdien ontwikkeld? ‘Zelfs in de Romantiek, met al haar vernieuwingen, bleef men teruggrijpen op het idioom van Monteverdi. Ook Tsjaikovski gebruikte het nog voor de verlaten heldin. ‘Tijdens mijn lezing zal ik iets van Jacques Brel laten horen, waarschijnlijk “Voir un ami pleurer” van zijn laatste album Les Marquises. Daarin hoor je vaak een dalende toonladder. Het is niet heel direct meer, maar je kunt denken: hé, dat is dezelfde taal als bij Tsjaikovski.’ Brel is ook alweer best oud. Hoe zit het met het verdriet van Adele? ‘Net als bij Brel is het idioom niet heel direct te vinden, maar er zijn wel sporen: dat langzame tempo, en bij de intro die stem in kleine intervallen, met een beperkte afstand tussen de tonen. Dat imiteert een vlakke stem, droef en bedeesd. Die parlando-imitatie probeerde Monteverdi ook uit. Maar de dalende secunde zit hier niet in. Het is verwant, maar in de barok werd veel scherper uitgekristalliseerd: ah, nú wordt er gezucht.’ MVW Studium Generale: Pathos Lipsius, zaal 011 1 maart, 19.30 u. Gratis entree
4 Mare · 18 februari 2016 Nieuws
Vastgoeddeal Rolf Oosterloo, directeur bedrijfsvoering in het faculteitsbestuur van Sociale Wetenschappen, is een van de dertien voormalige toezichthouders op wie ROC Leiden schade gaat proberen te verhalen. Het ROC raakte in financiële problemen na de bouw van twee grote gebouwen bij de NS-stations Leiden Lammerschans in 2011, en Leiden Centraal in 2013. Oosterloo was er tot medio 2008 toezichthouder. In die periode werden belangrijke nieuwbouwbeslissingen genomen. De dertien toezichthouders ontvingen een algemene brief waarin ROC Leiden aankondigt de aansprakelijkheid van hen als toezichthouder te onderzoeken. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft onderwijsminister Jet Bussemaker het ROC ‘zo goed mogelijk te ondersteunen om een succesvolle procedure aan te spannen’. Volgens de minister worden individuele dagvaardingen voorbereid. Oosterloo wilde niet reageren op de aansprakelijkstelling.
‘Meer discotheken’ GroenLinks wil dat er meer dansgelegenheden komen in Leiden. De partij vindt dat er in de horecavisie van de gemeente ‘wordt ingezet op terugdringing of handhaving van het huidige aanbod van uitgaansconcepten gericht op dansen’. Volgens GroenLinks is er juist behoefte aan méér discotheken, clubs en danscafés. De fractie roept het college van burgemeester en wethouders dan ook in een motie op om meer danslocaties binnen en buiten het centrum te realiseren. De partij stelt bijvoorbeeld voor om eens goed te kijken naar een dansgelegenheid in het Kraftpark, naast de Leidse Schans. Wel moet de mogelijke uitbreiding van het aantal danslocaties in goede samenspraak met buurtbewoners plaatsvinden. De dansmotie die samen met Leefbaar Leiden, D66 en de PvdA werd ingediend, is unaniem aangenomen door de gemeenteraad.
Gemeentegeld De gemeenteraad heeft een streep gezet door het voorstel van D66-wethouder Robert Strijk om 400.000 euro te lenen aan de Biotech Training Facility (BTF). De nieuwe faciliteit opende vorige week en zal laboratoriumtrainingen verzorgen. Maar omdat een Europese subsidie nog niet binnen was, had het daar financiële hulp van de universiteit, gemeente en het Leids Universitair Medisch Centrum voor nodig. De universiteit en het LUMC kwamen over de brug met een rentedragende lening, maar de gemeenteraad verwees Strijk naar de bank. Mart Keuning van de ChristenUnie diende bovendien een motie van afkeuring in, wegens het solistische optreden van de wethouder. Deze werd door de hele oppositie gesteund.
Sportvrouw van het jaar Njord-roeister Nicole Beukers is vrijdag uitgeroepen tot Leids Sportvrouw van het Jaar 2015. Beukers behaalde in september met de vrouwen dubbelvier een bronzen medaille tijdens het WK. Dankzij deze derde plek gaat het team deze zomer naar de Olympische Spelen in Rio. De dubbelvier trok al vaker blik: de boot werd tweede op het EK in Polen, en behaalde brons op de wereldbekerwedstrijden in Bled en Luzern. Beukers werd in december met haar ploeg tijdens het Topsportgala Amsterdam verkozen tot sportploeg van het jaar.
Werken met beperking De universiteit wil de komende jaren 91 banen voor mensen met een arbeidshandicap realiseren. Rector magnificus Carel Stolker ondertekende vorige week donderdag een samenwerkingsovereenkomst met DZB, het reïntegratiebedrijf van de gemeente Leiden. Het is een uitwerking van de vorig jaar ingevoerde Participatiewet. Op dit moment heeft de universiteit al 35 medewerkers met een verstandelijke, psychische of fysieke beperking, via DZB. Dit jaar komen daar 16 fte bij.
Researchmaster onvoldoende Kwaliteitszorg bij politicologie te informeel geregeld De researchmaster political science and public administration heeft een onvoldoende gekregen van opleidingenkeurder Nederlands Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). Volgens de visitatie commissie is de kwaliteitszorg bij de studie niet in orde. De opleiding heeft inmiddels een herstelplan ingediend. Het gaat om een tweejarige master waarin studenten worden klaargestoomd om onderzoek te doen. Studenten kiezen voor de track political science of de track public administration. Het is een kleine opleiding die jaarlijks tussen de vijf á tien studenten trekt. De commissie geeft de master op twee van de drie categorieën een onvoldoende: onderwijsleeromgeving en toetsing. Ovmdat de procedure nog loopt, wil de NVAO geen inhoudelijk commentaar geven op de tekortkomingen van de master. De opleiding zelf reageert wel. ‘Het is nooit leuk om een onvoldoende te krijgen’, zegt opleidingsdirecteur en universitair docent internationale betrekkingen Niels van Willigen. ‘We waren in eerste instantie verbaasd over de scores. Bij de vorige visitatie in 2010 was de commissie nog positief, en sindsdien is er niet zoveel veranderd. Maar toen we het rapport van de commissie lazen werd duidelijk wat het probleem was.’ De kwaliteit van de opleiding en de docenten is in orde, aldus Van Willigen. ‘Er zijn geen ongelukken gebeurd. Onze studenten komen DOOR VINCENT BONGERS
goed terecht. De commissie is echter kritisch op het waarborgen van de kwaliteit. De docenten spreken elkaar regelmatig over de opleiding, maar dat gaat heel informeel. In visitatieland ligt de laatste tijd juist erg de nadruk op het vastleggen van controlemechanismen op de kwaliteit van een opleiding. Als docenten elkaar in een informele setting over de master spreken, ziet de commissie dat niet terug in de papieren. Dat overleg moet geformaliseerd worden. Het opleidingsbestuur moet meer en dui-
delijker sturing geven aan de master. En laten zien direct te kunnen ingrijpen mocht er iets misgaan.’ De commissie stelt verder dat er te weinig punten zijn verbonden aan de scriptie. ‘Daar staat nu 20 van de 120 EC voor. Er moet meer nadruk op komen te liggen.’ Deelnemers aan de researchmaster kunnen ook vakken kiezen die studenten van de “gewone” master volgen. ‘De commissie wil dat er in deze aanschuifvakken een duidelijkere differentiatie komt tussen studenten
die de reguliere master volgen, en researchmaster-studenten.’ En dat gaat het bestuur ook doen. ‘Van de zaken die de commissie aankaart, zijn we niet geschrokken. Die zijn goed te repareren en we hebben inmiddels een herstelplan naar de commissie gestuurd. Het voordeel van een kleine opleiding is dat het relatief makkelijk is om aan de knoppen te draaien.’ De NVAO laat per mail weten dat na ontvangst van het plan ‘wordt besloten over het wel of niet toekennen van een herstelperiode’.
Geen grote leenstelseldip Het leenstelsel zorgt er niet voor dat universiteiten een stuk minder studenten trekken. Dat schrijft minister Jet Bussemaker van Onderwijs aan de Tweede Kamer. De angst dat het studievoorschot de drempel naar het hoger onderwijs sterk verhoogt, is dan ook niet terecht. Het aantal eerstejaars universitaire bachelorstudenten is met bijna een procent gedaald, blijkt uit cijfers van de Dienst Uitvoering Onderwijs en een analyse van de vereniging van universiteiten (VSNU). In het collegejaar 2015-2016 begonnen 43.876 eerstejaars aan hun studie. Dat is 0,9 procent minder dan het collegejaar daarvoor. Er zijn minder vwo- en gymnasiumleerlingen gaan studeren. Maar
het percentage scholieren dat besluit om direct door te stromen naar de universiteit bleek de afgelopen jaren juist opvallend hoog. Waarschijnlijk waren dat studenten die binnen wilden zijn voor de afschaffing van de basisbeurs per september 2015, stelt de VSNU. Het totaal aantal studenten in het wetenschappelijk onderwijs is wel toegenomen. Er staan 258.054 studenten ingeschreven: meer dan ooit. De groei is het gevolg van een fors toegenomen instroom van internationale studenten. Dat aantal steeg met bijna een vijfde ten opzichte van 2014-2015. Het zijn vooral Duitse en Chinese studenten die voor Nederland kiezen. Italianen, Grieken en Britten maken de top vijf vol. In het hbo is er wel sprake van een flinke dip. In totaal schreven
93.918 studenten zich in voor het eerste jaar van een hbo-opleiding, dat is 8,3 procent minder dan vorig collegejaar. Ook hier schrikt de minister niet van. Volgens Bussemaker veroorzaakt ‘mogelijke tijdelijke terughoudendheid als gevolg van het leenstelsel’ slechts een derde deel van deze daling. De rest is het gevolg van een ‘boeggolfeffect’. Veel scholieren kozen er in 2014-2015 voor om nog te profiteren van de basisbeurs. Ze gingen niet een jaar reizen of werken, maar gelijk studeren. Nu zijn de cijfers weer aan het normaliseren, aldus de minister. Ook het effect van het leenstelsel op het buitenland lijkt mee te vallen. In Vlaanderen werd gevreesd voor een golf aan Nederlandse studenten na afschaffing van de basisbeurs.
Het collegegeld is lager in België, en Nederlandse studenten kunnen er studies volgen waar ze in eigen land voor zijn uitgeloot. Daar kwam vorig jaar nog een nieuwe financiële prikkel bij. De Vlaamse universiteiten maakten zich dan ook zorgen over overvolle collegezalen volgepropt met kaaskoppen. Hilde Crevits, de Vlaamse minister van Onderwijs, had er vorig jaar echter vertrouwen in dat het met die extra toestroom wel mee zou vallen. Ze lijkt gelijk te krijgen, aldus het Belgische VRT Nieuws. In 2015-2016 schreven 2060 Nederlandse studenten zich voor het eerst in aan een Vlaamse hogeschool of universiteit. Dat is 142 studenten meer dan vorig collegejaar en komt neer op 4,3 procent van het totaal aantal inschrijvingen. VB
Alcoholboete toch voor verenigingen Wie zelf schenkt, mag niet drinken, er moet een bhv’er aanwezig zijn en het faculteitsbestuur moet toestemming geven, dat zijn enkele regels uit het nieuwe universiteitsbrede alcoholprotocol voor borrels. Studieverenigingen drongen ruim twee jaar geleden al bij de geesteswetenschappenassessor aan op een
duidelijk beleid, nog voor de wettelijke verhoging van de minimumleeftijd voor alcoholgebruik. Ze vreesden voor hoge boetes, als een zeventienjarig lid bij een borrel met een biertje betrapt werd, en wilden de verantwoordelijkheid regelen met het faculteitsbestuur. In december 2015 zou er eindelijk een eerste versie zijn, universiteitsbreed. ‘Het kán
betekenen dat er helemaal geen alcohol geschonken mag worden’, zei de huidige assessor, Aurelie van ’t Slot vooraf. Op die eerste versie ontving ze ‘heel veel negatieve reacties’ van de studieverenigingen. Nu is er dus een nieuwe versie, waarop ze geen reacties heeft ontvangen. ‘Ik ga ervanuit dat ze akkoord zijn’, zei ze afgelopen raadsvergade-
ring over het nieuwe plan. ‘Er wordt niet actief gecontroleerd, maar wie schenkt is verantwoordelijk’, zei ze ook. Raadslid Bert van Laar wilde weten: ‘De boete is dus voor…’ ‘De studieverenigingen’, vulde Van ’t Slot aan. De nieuwe regeling wordt eerst vastgesteld door het College van Bestuur en gaat daarna langs de faculteiten. MVW
18 februari 2016 · Mare 5 Nieuws
Studenten krijgen iets meer macht Kamer stemt in met meer medezeggenschap De Tweede Kamer heeft officieel ingestemd met het wetsvoorstel van minister Bussemaker van Onderwijs om de medezeggenschap wat meer macht te geven. Daarin ook: collegegeldvrij besturen, en student-assessoren voor het HBO. Tentamencijfers laten vallen wordt lastiger. DOOR VINCENT BONGERS EN PETRA MEIJER
Deze wet regelt dat opleidingscommissies instemmingsrecht krijgen op bepaalde onderdelen van de onderwijs- en examenregelingen (OERen). De commissies hadden slechts adviesrecht. Wel is het volgens de minister van belang dat studenten niet zelf beslissen over de
eisen waaraan ze moeten voldoen. Verder krijgt de medezeggenschap iets meer invloed op het aanstellen van bestuurders. Bij het benoemen van een bestuurder moet tenminste een student en een personeelslid uit de medezeggenschap deel uitmaken van de sollicitatiecommissie. Deze commissie doet dan een nietbindende voordracht. In de wet wordt ook meer rekening gehouden met studenten die een fulltime bestuursjaar doen. De minister maakt het mogelijk dat deze studenten een jaar lang geen collegegeld hoeven te betalen. Ze mogen geen tentamens doen, maar behouden wel hun ov-kaart en kunnen blijven lenen. Het laten vervallen van tentamencijfers wordt lastiger. Dat mag alleen nog maar als de kennis aantoonbaar
verouderd is. Dit is van belang in Leiden omdat hier nog wel eens gesteggeld wordt over de geldigheidsduur van tentamens. Het wetsvoorstel werd dinsdag met een ruime meerderheid aangenomen. Alleen de PVV, SGP en de Groep Bontes/Van Klaveren stemden tegen. De wet moet nog goedgekeurd worden door de Eerste Kamer. De senatoren kijken vooral naar de uitvoerbaarheid van de voorstellen. Het is de verwachting dat er ook in de Eerste Kamer ruime steun is voor de wet. Het besluit valt zo in de ‘week van de medezeggenschap’, door leden van verschillende universitaire raden uitgeroepen om hun zichtbaarheid te vergroten. ‘We doen heel veel’, aldus universiteitsraadslid Sander van Diepen. ‘Maar meestal
zien studenten en medewerkers dat niet. Alleen tijdens de verkiezingen is de medezeggenschap echt zichtbaar. Dat willen we veranderen’ Op verschillende faculteiten staan daarom voorlichtingskraampjes, en voor aanvang van sommige colleges wordt een promotiefilmpje getoond. Van Diepen: ‘Daarin wordt kort uitgelegd welke organen er zijn, en wat ze doen. Daarnaast gaan we ook actief op zoek naar input.’ ‘Ze was gewoon o-ver-al tevreden over. Over alles? Hoe dan?’, zegt Nicchelle Buyne, faculteitsraadslid bij Geesteswetenschappen, die net met een studente Engels heeft staan praten. Volgens haar lopen de meeste studenten wel met ideeën rond over wat er beter kan. ‘Maar ze denken vaak dat ze de enige zijn die daarmee
rondlopen, of ze weten niet waar ze ermee naartoe moeten.’ Daarom worden ideeën van studenten en medewerkers op een flipboard genoteerd. ‘Universiteit niet als laboratorium voor onderwijsexperimenten, zoals het tweedejaars BSA en een 7 gemiddeld voor doorstroommaster’, staat er bijvoorbeeld op het bord. Een andere student wil betere catering, met goedkopere en veganistische opties. Ook vragen de studenten om meer computers. Universiteitsraadslid Wieneke Jansen: ‘Het is belangrijk dat studenten weten dat de medezeggenschap écht ergens over gaat. Van de politiek krijgen we steeds meer invloed. We mogen nu bijvoorbeeld meespreken over de verdeling van het geld dat door het studievoorschot vrijkomt.’
Leiden haalt 16,5 miljoen binnen Acht Leidse onderzoekers ontvingen een zogeheten Vici-subsidie. Dat is een onderzoeksbeurs van anderhalf miljoen euro, verstrekt door wetenschapsfinancierder NWO.
Vriendenboeken De universiteitsbibliotheek heeft een collectie met vriendenboeken online gezet. De zogeheten alba amicorum, meestal van voor 1800, werden aangelegd door (oud-)studenten van de Universiteit Leiden. Volgens de onderzoekers zijn ze een rijke bron voor cultuurhistorisch onderzoek, omdat ze bijvoorbeeld informatie geven over vriendschap en sociale netwerken in die tijd. De webtentoonstelling ‘Vrienden vereend. De Leidse verzameling alba amicorum’ is beschikbaar via de catalogus van de UB.
Onenigheid over ov-boete Minister Bussemaker van Onderwijs wil de boete voor onrechtmatig gebruik van de ov-studentenkaart verhogen naar 150 euro per twee weken. Haar eigen partij PvdA en coalitiegenoot VVD zijn daar tegen. Onlangs bleek dat bijna de helft van de afgestudeerden een dikke boete betalen omdat ze vergeten naar het station te gaan om hun kaart stop te zetten. Twee weken onrechtmatig gebruik kost 97 euro. In de periode 2014-2015 werd ongeveer 56 miljoen euro aan boetes
betaald door afgestudeerden. Het automatisch stopzetten van de kaart bij beëindiging van de studie is volgens de ov-aanbieders problematisch. Bussemaker belooft haar best te doen om dat op termijn wel mogelijk te maken. Maar voorlopig moeten afgestudeerden die in de fout gaan blijven betalen, zelfs meer dan ze nu al doen. Er zijn volgens de minister namelijk ook oud-studenten die de kaart illegaal aanhouden omdat hun reiskosten hoger liggen dan de boete. Bussemaker wil het bedrag dan ook verhogen naar 150 euro.
Tweede Kamerlid Mohammed Mohandis (PvdA) ziet echter niets in een forsere boete. Hij diende samen met VVD-collega Pieter Duisenberg een amendement in om het voorstel van Bussemaker te schrappen. De Kamer is verdeeld over de kwestie. Het CDA wil namelijk nog verder gaan dan de minister. Volgens Kamerlid Michel Rog is er zelfs met een boete van 150 euro nog voordeel te behalen voor een sjoemelende afgestudeerde. Hij stelt dan ook een sanctie van 170 euro voor. Binnenkort debatteert de Kamer over de ov-kaart. VB
Reuring over lerarenopleiding ‘Er is reuring onder de opleidingsvoorzitters bij Geesteswetenschappen, over de tweejarige educatieve masters. Die vallen straks onder de verantwoordelijkheid van het ICLON’, meldde raadslid Saskia Lensink in de laatste faculteitsraadsvergadering. Minister Bussemaker presenteerde vorige maand een aantal plannen om meer studenten naar het onderwijs te trekken, waaronder een nieuwe tweejarige lerarenmaster, die direct na de bachelor te volgen is. In Leiden gebeurt dat bij het In-
terfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing, oftewel: het ICLON. Raadsvoorzitter Jan Sleutels verduidelijkt: ‘Momenteel volgt een student eerst een master wijsbegeerte, en daarna nog een eenjarige ICLONmaster ter verdieping. Straks is alles ondergebracht bij het ICLON, is er dan nog een kwaliteitswaarborg?’ ‘Het ligt ingewikkelder en genuanceerder’, reageert decaan Wim van den Doel. ‘De tweejarige master komt náást de stapelvariant.’ Bovendien wijst hij erop dat niet alleen onderwijskundigen op de educatieve
masters toezien, maar ook mensen uit het vak. ‘Toch is menige opleiding bevreesd voor de nieuwe situatie’, benadrukt Sleutels. ‘Er is een informatie-achterstand wat betreft de structuur’, verklaart vice-decaan Egbert Fortuin. In het ICLON-regelement is momenteel al opgenomen dat de opleidingscommissies van de eenjarige variant uit ten minste twee vakdidactici moeten bestaan. Ook heeft het ICLON een bestuursraad, waarin de decanen van alle faculteiten zitting hebben. MVW
Met acht van de 32 beurzen scoort Leiden het beste van alle universiteiten bij deze toekenningsronde. Met dat geld moeten ze de komende 5 jaar onderzoek doen, en een eigen onderzoeksgroep opbouwen. Wiskundige Joost Batenburg kreeg een Vici om sneller met röntgenfoto’s te werken. Gabriëlle van den Berg gaat met haar beurs onderzoek doen naar de kunst en cultuur van Turkse nomaden van tussen de elfde en veertiende eeuw. Chemicus Remus Dame wil weten welke eiwitten betrokken zijn bij het aan- en uitzetten van genen. Psychologe Bernet Elzinga hoopt met haar subsidie meer zicht te krijgen op hoe emotionele kindermishandeling depressies veroorzaakt. Sterrenkundige Henk Hoektra kreeg anderhalf miljoen voor on-
derzoek naar zwaartekrachtlenzen, en archeoloog Miguel Versluys heeft nu geld voor zijn onderzoek naar innovatie in het Romeinse rijk. Ook gingen er twee Vici-beurzen naar het Leids Universitair Medisch Centrum: moleculair epidemioloog Ingrid Meulenbelt gaat met gekweekt gewrichtsweefsel onderzoek doen naar artrose, en radioloog Thijs van Osch wil onderzoeken hoe de bloedtoevoer naar de hersenen wordt geregeld. Bovenop die twaalf miljoen euro aan Vici’s ging er ook nog eens bijna 4,5 miljoen aan subsidie naar twee onderzoekers van de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen. Sterrenkundige Koen Kuijken krijgt bijna twee miljoen voor een datacentrum dat gegevens van satellieten opslaat. Natuurkundige Tjerk Oosterkamp maakt supermicroscopen om mee naar losse atomen en elektronen te kijken, en nu gaat hij een nog betere bouwen om onderzoek te doen naar quantumverstrengeling, met behulp van 2,48 miljoen aan NWO-geld. BB
Tentamens worden beter bewaard Geesteswetenschappen gaat erop toezien dat gemaakte tentamens voortaan drie jaar bewaard worden, in het archief in de kelder van het Lipsius. Dat staat in de nieuwe archiveringsprocedure.
In de prullenbak, met studenten mee naar huis of op de werkkamers van docenten: tentamens belanden na het invoeren van de cijfers lang niet altijd in het archief, volgens een memo van de afdeling studenten- en onderwijszaken van Geesteswetenschappen. Dat bleek bij de laatste onderwijsvisitatieronde. Het college van bestuur schrijft in de archiveringsnota van de universiteit een minimale bewaarperiode van twee jaar voor. Voor de zekerheid wil Geesteswetenschappen nu een termijn van drie jaar gaan hanteren. Daarna worden de documenten vernietigd. Een nieuwe archiveringsprocedure die voor de tentamens vanaf dit col-
legejaar zou moeten ingaan, kwam vorige week ter kennisname langs in de faculteitsraadsvergadering. Raadslid en docent Erik Schoorlemmer had enkele aanmerkingen: ‘Ik mis het toegangsprotocol tót het archief. Bijvoorbeeld wanneer je een oud tentamen wil bekijken, om een student te helpen bij de voorbereiding op een herkansing.’ Antwoordmodellen zouden wat Schoorlemmer betreft juist nog wat minder toegankelijk moeten worden. ‘Het antwoordmodel, dat is de heilige graal voor studenten. Misschien kan dat anders opgeborgen worden? Apart, in een digitale kluis, en de rest in een archiefkast?’ Vice-decaan Egbert Fortuin gaat de punten met studenten- en onderwijszaken bespreken. Tot slot merkte Schoorlemmer op: ‘Dit protocol levert wel meer werklast op, voor de onderwijsadministratie en studieadviseurs.’ MVW
6 Mare · 18 februari 2016 Achtergrond
Je móét het leuk hebben > Vervolg van de voorpagina
De Leuvense studente Tessa Ceusters (20) is een van de MindMatesbuddy’s. ‘Psychische problemen zijn onder studenten taboe. Er wordt weinig over gepraat. Leuven is een echte studentenstad, er is altijd feest. Je móét het leuk hebben, je studententijd móét de beste tijd van je leven zijn. Als vrienden vragen hoe het gaat verwachten ze “goed” als antwoord. Als je dan psychische problemen hebt, kun je er niet echt bij een leeftijdgenoot mee terecht. Dan is het nodig dat je laagdrempelig bij iemand terechtkunt om te praten, gehoord te worden en om eens samen een activiteit te doen.’ Bruffaerts: ‘MindMates is voor iedereen toegankelijk, dus ook voor studenten zonder psychische klachten. Dat vermindert het stigma dat aan depressie kleeft. Mensen zoeken zo sneller hulp, denken we.’ ‘Je moet het ergens kunnen bespreken, maar het is moeilijk om erover te praten als je studeert’, zegt ook studentendecaan Melchers. ‘Veel studenten onderkennen de problemen niet’, vult psycholoog Dingjan aan. ‘Maar hoe langer je wacht met behandelen, hoe moeilijker het wordt.’ Daarom is het zaak ‘om zo drempelverlagend mogelijk te zijn’, aldus Melchers. Wie door een depressie studievertraging oploopt, kan uitstel vragen voor opdrachten of tentamens. Het is zelfs mogelijk om een jaar extra studiefinanciering te krijgen. Maar dat gebeurt niet zomaar, waarschuwt de decaan. ‘Iemand moet een verwijzing hebben van een arts of psycholoog.’ En wat nu als iemand een jaar op een barkruk heeft doorgebracht? ‘Daar kijken we ook serieus naar. Ook die barkruk kan een vlucht zijn. Sommige mensen lijken een feestneus, maar zijn eigenlijk heel eenzaam.’ Drank komt het psychisch welzijn niet ten goede, zegt Bruffaerts. ‘Studenten van 18 tot 22 jaar gebruiken meer alcohol. Vanaf het 23e levensjaar gaat men over het algemeen minder drinken vanwege een baan of door intieme relaties. Maar dat betekent wel dat ze enkele jaren rondlopen met die problemen.’ Dingjan: ‘We maken ook een onderscheid tussen depressie die wordt veroorzaakt door cannabisgebruik en gevallen waarbij drugsgebruik geen rol speelt. Daar kom ik vrij snel achter door te vragen of de student eerder al last had van de-
pressieve gevoelens. Dan blijkt bijvoorbeeld dat er sprake is van een ongunstige thuissituatie of de dood van een dierbare. Maar ook meer recente gebeurtenissen kunnen een rol spelen, zoals tentamens die niet naar wens zijn verlopen. Ambitieuze studenten zijn vaak meer vatbaar voor een depressie omdat ze hoge verwachtingen hebben van zichzelf of van hun studie. Je komt misschien verder, maar je wordt ook eerder teleurgesteld.’ Eenzaamheid lijkt een grote valkuil bij depressie. Een sociaal netwerk is dan ook onmisbaar, vindt Dingjan. ‘Anders blijf je hangen in negatieve, sombere emoties. Dan is het heel lastig om eruit te komen. Je aan je eigen haren uit het moeras trekken gaat voor een depressie echt niet op. Houd daarom je vitaliteit in het oog. Ga iets doen, neem een
bijbaan of ga sporten. Anders sluipt de motivatie uit je lichaam en ben je na een week al moe van het optillen van een krant. Geef jezelf een dagstructuur. Vaak liggen depressieve studenten ’s morgens lang in hun bed, en gaan ze pas na middernacht slapen. Zet dus de wekker om acht uur en doe het wat rustiger aan, maar kom wel je bed uit.’ Zou het een goed idee zijn om een buddy-systeem als in Leuven in Leiden in te voeren? ‘We zetten dat vooral in voor studenten met autisme’, zegt Melchers. ‘Deels omdat het aanbod aan buddy’s beperkt is en deels omdat het aan financiën ontbreekt. Maar als we over genoeg mensen en geld zouden beschikken zou ik zoiets als decaan zeker zien zitten.’ DOOR MONICA PRELLER
Drie keer een depressie Drie Leidse studenten wilden over hun depressie praten, maar alleen onder een gefingeerde naam. ‘Ga vooral hulp zoeken. Anders ben je echt de sjaak.’
Overdag is lijden, dus dan sliep ik Paul (30): ‘Toen ik op mijn achttiende begon met studeren ging het eigenlijk al fout. Dingen lukten niet, en ik had het gevoel dat mijn leven uitzichtloos was. Ik heb jaren thuisgezeten. Overdag is lijden, dus dan sliep ik. ’s Nachts maakte ik mezelf zo moe mogelijk, zodat ik niet na hoefde te denken over mijn situatie. Ik zocht afleiding in gamen, dan kon ik even alles vergeten. Op mijn éénentwintigste ben ik toch in therapie gegaan. Ik kreeg medicijnen. Ik ervoer geen pieken meer, maar ook geen dalen. Als je je niet constant rot voelt, kun je weer dingen doen. ‘Op mijn vijfentwintigste ben ik weer begonnen aan mijn studie. Ik leerde ook om zelfstandig te worden en een ritme aan te brengen in mijn leven. Nu gaat het redelijk goed met me, ik ga naar college en ik heb een parttime baan. Maar het risico op een terugval blijft. Dat alles snel moet, legt extra druk op je, en werkt eerder averechts. Tegen de overheid zou ik willen zeggen: neem jonge mensen hun toekomst niet af door onnodige grenzen te stellen. Studenten die lijden aan een depressie moeten vooral hulp zoeken. Anders ben je echt de sjaak.’
Ik wens niemand het leven dat ik leid toe Belle (22): ‘Psychische problemen zitten bij mij in de familie. Door fysieke gezondheidsproblemen ben ik van jongs af aan van ziekenhuis naar ziekenhuis gesleept. Omdat er altijd iets met me was, werd ik gepest. Thuis had ik constant ruzie met mijn zus, mijn moeder zat aan de antidepressiva, mijn vader is weggelopen toen ik anderhalf was. Op mijn dertiende ging ik mezelf beschadigen, op mijn veertiende deed ik mijn eerste zelfmoordpoging. Ik rookte niet omdat het stoer was, maar omdat ik wist dat je er dood aan gaat. Op school lunchte in mijn eentje op de wc, zodat niemand zag dat ik alleen was. Toen ik zeventien was kreeg ik fibromyalgie, reumatiek waarbij je spieren zich niet ontspannen. Artsen weigerden me Valium (werkt zowel kalmerend als spierontspannend, red) voor te schrijven. Ze vonden dat ik te jong was om zoveel problemen te hebben. ‘Depressie is een heel groot taboe, zeker in je studententijd. Je moet doorgaan, opdrachten inleveren en papers schrijven. Het zou de leukste tijd van je leven moeten zijn, maar dat is het niet. Depressie wordt gezien als zwakte, dat maakt het heel lastig om over te praten. Ik ben er pas in mijn tweede jaar achter gekomen dat er een studentenpsycholoog is. Docenten gaan je zien als een probleem omdat je deadlines mist. Iedereen gaat je trouwens zien als een probleem. Ik zou meer mentale begeleiding willen van de universiteit. Ik wens het leven dat ik leid niemand toe. Als mensen voor één dag mij zouden zijn, zouden ze me niet veroordelen. Gelukkig heb ik twee katten, zij zorgen ervoor dat ik moet blijven leven en iedere dag mijn bed uitkom. ’
Je mag niet de wereld de schuld geven Samuel (22): ‘Het begon vier jaar geleden, op mijn achttiende, in de zomer voor ik naar de hogeschool zou gaan. Sinds mijn elfde lijd ik aan een angststoornis, maar daar kreeg ik toen steeds meer last van. Ook vond ik het moeilijk om me aan te passen aan mijn nieuwe omgeving. Later bleek dat ik autisme heb, maar dat wist ik toen nog niet. In hetzelfde jaar begon ik met drinken, op een gegeven moment drie flessen sterk per week. In die periode heb ik ook aan zelfbeschadiging gedaan. De effecten van de alcohol en de zelfbeschadiging versterkten elkaar: je voelt je kut omdat je het één doet en dus ga je het ander doen. Je denkt ook dat je niet beter verdient. Op een avond heb ik in een dronken bui mijn polsen doorgesneden. Ik werd wakker in het ziekenhuis. Daarna ben ik nog lang onderzocht, ik ging in behandeling bij een psychiater en kreeg medicijnen. ‘Op mijn twintigste ging ik na het vwo naar de universiteit. De begeleiding is er veel beter dan op de hogeschool. Ik heb ieder blok een gesprek met mijn studiebegeleider en voel me echt een persoon, geen nummer. Er zijn studentenpsychologen en -decanen, je kunt overal terecht. Nu word ik begeleid door Stumass, een organisatie opgericht voor studenten met een autismespectrumstoornis. Daar leer ik om dingen los te laten en vertrouwen te hebben in mensen. Ik wil blijven studeren. Je mag niet de wereld de schuld geven van je depressie. Je moet bezig blijven. Anders kom je er nooit uit.’
Illustratie Joonas Ennala
Maretjes
Brief In deze rubriek kunnen lezers in maximaal 300 woorden reageren op artikelen in Mare. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. Over weigering wordt niet gecorrespondeerd. Mail naar
[email protected]
De prijs voor een Maretje bedraagt €9,– per 30 woorden, opgegeven via
[email protected] uiterlijk t/m maandag 16.00 uur. Maretjes aangeboden voor commerciële doeleinden worden niet geplaatst, evenmin als Maretjes waarin zaken worden aangeboden die de waarde van 4.500 euro te boven gaan. Doe meer met je kennis! Vrijwilligers gezocht voor één uur per week bijles en huiswerkbegeleiding op verschillende locaties of bij de leerling thuis. Leiden-Noord, 31 leerlingen, basisonderwijs, groep 4 t/m 8, waarvan 2 met vergoeding van €4 per les. *Spelling, rekenen, groep 7, €5-6 per les. *Rekenen, groep 8, €10,- per les. Voortgezet onderwijs: *Duits, 2vmbo-tl. *Nederlands, Engels, brugklas havo-vwo. *Wiskunde, Nederlands, 2vmbo-kader. *Rekenen, brugklas havo-vwo, €5,- per les. * Nederlands, brugklas havo. *Engels, Nederlands, 3havo. *Wis-, natuur- en scheikunde, 3havo. *Wiskunde B, 4havo, €5-6 per les. *Economie, 5vwo. *Wiskunde, economie, 2havo. *Engels, 4vwo. *Nederlands, geschiedenis, 3havo. *Wiskunde, 4vmbo-tl. *Wiskunde, 3vwo. *Wis-, natuurkunde, 4havo. *Wiskunde A, 4havo. Leiden-Zuid, 17 leerlingen basisonderwijs groep 4 t/m 8. Voortgezet onderwijs: *Twee leerlingen Engels, brugklas vwo.
*Wiskunde, Engels, geschiedenis, 4havo. *Biologie, Nederlands, wiskunde, brugklas mavo-havo. *Engels, Frans, brugklas havovwo. Onderwijswinkel, Driftstraat 77, ma, wo en do 15-17u. Tel. 071-5214256. E-mail:
[email protected]. Er starten in maart nog creatieve cursussen bij het Leids Academisch Kunstcentrum (LAK). Oa Familiegeschiedenis schrijven, Theatersport, Singer Songwriting, Kleinkunst, Yoga, Yin Ballet. Meer info en aanmelden: www.lakcursussen.nl Lezing: Hoe bewijs je Theosofia? Door Stichting I.S.I.S. Toegang gratis. Woensdag 24 februari, 20.00 uur. Plaats: Leiden, Lorentzkade 15a (vlakbij Lammenschansweg). www.stichtingisis.org
Maretjes-extra zijn bedoeld voor semi-commerciële instanties. De prijs voor een Maretje-extra is €23,– incl. BTW voor elke vijfendertig woorden. U kunt deze advertenties uiterlijk op de vrijdag vóór het verschijnen van Mare opgeven bij Bureau van Vliet B.V., postbus 20, 2040 AA Zandvoort, telefoon 023-571 47 45. E-mail:
[email protected]
Olievlekscenario In Mare 19 (11 februari, ‘Alle colleges in het Engels?’) het bericht dat bij Wiskunde en Natuurwetenschappen overwogen wordt ook de bachelors Engelstalig te maken. Het was te voorzien dat zoiets een keer zou gebeuren: het olievlekscenario. Aan de horizon tekent het zich al af: Engels vanaf de peuterspeelzaal. Maar wat is er tegen Engelse bachelors? In het genoemde bericht worden al een paar ernstige bezwaren aangevoerd. Ze zijn vooral van didactische aard. In deze reactie wil ik erop wijzen dat die verengelsing mij in strijd lijkt met de geest van Bologna. Wat bedoel ik daarmee? In 1999 hebben de Europese landen in deze Italiaanse stad afgesproken hun universitaire studieprogramma’s op elkaar af te stemmen, volgens het Angelsaksische bachelormastermodel. De bachelor kan in dit model als een in zichzelf afgesloten studie worden beschouwd; diegenen die geen wetenschapper willen worden maar in een maatschappelijk beroep werkzaam willen zijn, kunnen er mee volstaan. Dat er vaak een op de praktijk gerichte “doorstroommaster” volgt, doet aan dit systeem niets af. De eigenlijke master is bestemd voor toekomstige onderzoekers.
Het is in de geest van Bologna dat een en ander consequenties heeft voor de voertaal. Ik ben me daarvan sterk bewust geworden toen ik me kort geleden, tijdens een colloquium in Gent, onder het gehoor bevond van Christoffel Waelkens, hoogleraar in de sterrenkunde (een onmiskenbaar bètavak!). Op de basisschool leert de jonge mens lezen en schrijven, op de middelbare school leert zij/ hij zich uitdrukken, tijdens een bachelorstudie leert zij/hij denken. Je leren uitdrukken en leren denken (was de strekking van wat hij zei) kan het beste in je moedertaal gebeuren; onderzoek is internationaal van karakter en dat vraagt dan ook om een internationale taal. Voor de masters betekent dit in de praktijk meestal het Engels. Het is echter in de geest van Bologna dat de bachelor in de landstaal, dus het Nederlands, plaatsvindt. Het is trouwens ook voor toekomstige wetenschappers goed wanneer ze hun denken eerst in een hun vertrouwde taal leren oefenen. COR VAN BREE em. hoogleraar historische taalkunde en taalvariatie van het Nederlands
18 februari 2016 · Mare
7
Wetenschap
B
ven de p t snuiven De stank van aspergeplas
Tijdens een internationaal congres lieten Leidse farmacologen hun collega’s asperges eten, waarna ze vervolgens de stank van hun plas moesten beoordelen. ‘Sommige deelnemers voelden zich er toch wat ongemakkelijk bij.’ DOOR BART BRAUN Er staan twee groe-
ne asperges naast elkaar te plassen. De linker snuift, en ruikt iets geks. ‘Langzaam drong het door tot Arnie dat hij naast een kannibaal stond’, aldus het onderschrift. De cartoon van Patt Kelley verwijst naar een bekend verschijnsel: het eten van asperges zorgt ervoor dat je urine gaat stinken. Het is een geur die in de wetenschappelijke literatuur vergeleken wordt met rottende kool, in de Amerikaanse pers met stinkdierwalm, en door de Franse schrijver Marcel Proust met parfum. ‘Zelf vind ik het lastig om precies te omschrijven’, vertelt farmacoloog Coen van Hasselt: ‘Maar aangenaam ruikt het niet.’ Wie die lucht niet kent, is niet alleen. Een vrij groot gedeelte van de mensen mist het vermogen om het te ruiken, al zijn wetenschappers er nog niet uit hoe groot dat gedeelte
precies is. In 2011 traceerden Amerikaanse wetenschappers één veranderd DNA-kraaltje op chromosoom nummer 1: als daar een foutje staat, kun je de stank niet ruiken. Het onvermogen om één bepaalde geur waar te nemen komt wel vaker voor: de vakterm is ‘specifieke anosmie’. De geur van truffels – niet te verwarren met die van de uit aardolie gemaakte smaakstof die in truffelolie zit – is voor sommigen onruikbaar: de duurste paddenstoel ter wereld heeft voor hen de smaak en textuur van stopverf. Een andere bekende anosmie betreft een deel van de geur van koriander. Mis je de juiste geurreceptor, dan smaakt het plantje alleen maar naar zeep. Bij asperges lijkt het er overigens ook op dat er behalve niet-ruikers ook niet-uitscheiders zijn: mensen bij wie de stofjes uit de plant niet worden omgezet in onwelriekende zwavelverbindingen, maar in iets anders. Welke verbindingen precies is nog onduidelijk, al deed een groep Britten in de jaren tachtig een poging om synthetische aspergeplasgeur te maken, for science. Van Hasselt: ‘Er is wel wat literatuur over asperges, maar ook nog een hoop dingen die we niet weten. Voor een jaarlijks groot farmacologencongres zochten we een experiment dat we daar konden uitvoeren, en samen met Amerikaanse collega’s kwamen we uit op een aspergeproef.’ ‘We’ zijn Van Hasselt, collega Jeroen Elassaiss-Schaap en hun hoogleraar Piet Hein van der Graaf. Hun afdeling bij het instituut voor geneesmiddelenonder-
zoek LACDR houdt zich bezig met het ontwikkelen van wiskundige modellen van hoe geneesmiddelen zich in het lichaam gedragen. Samen met Amerikaanse onderzoekers zetten ze een experiment op om te kijken hoe asperges dat doen. De bezoekers van het congres kregen instructies mee. ‘We wilden dat ze verschillende hoeveelheden asperges aten, omdat we iets wilden leren over de dosis-responsrelatie. Ze moesten dus invullen hoeveel asperges ze op hadden, en elke keer als ze naar het toilet gingen, moesten ze even ruiken hoe smerig ze het vonden. Dat moesten ze uitdrukken in een cijfer van één tot vijf. Ik was zelf niet bij het congres, maar ik begreep dat sommige bezoekers zich er toch wat ongemakkelijk bij voelden.’
‘We willen er ook een prakticum van maken.’ Het doel was om een klinische studie uit te voeren: een onderzoek waar ook nieuwe medicijnen aan moeten voldoen. ‘Als je zo’n studie opzet, moet je je houden aan heel strakke regels en protocollen. Die hebben we hier allemaal netjes gevolgd: het voorstel is zelfs langs de ethische commissie gegaan, en we hebben heel systematisch alle informatie verzameld, net zoals je dat bij een echte trial zou doen.’ Een probleem met de proefopzet is dat mensen natuurlijk niet precies dezelfde cijfers geven aan de geur van hun plas. ‘Het is subjectief: wat voor de één een vijf is, is voor de ander een drie. Daar hebben we wel rekening mee gehouden in ons model. In elk geval zie je bij iedereen die het kan ruiken een vergelijkbaar verloop over de tijd: vlak na het eten zijn hun sco-
res nog laag: de één waardeert dat met een nul, bij de ander is de score een één. Dan schiet het cijfer omhoog, en na een paar dagen is de stankscore doorgaans weer terug op het oude niveau.’ Uit de data bleek dat de concentratie stinkstofjes in de plas gemiddeld elke 3,3 uur halveert. Van Hasselt: ‘Er zitten wel grote verschillen tussen de proefpersonen; dat maakte het lastig om naar andere dingen te kijken. Wij vroegen ons af of leeftijd nog verschil maakte, of etniciteit, of dat er een verschil is tussen mannen en vrouwen. Ik denk wel dat als je meer data hebt, je daar ook grip op kunt krijgen.’ Het is nog niet zover, maar het zou zomaar kunnen dat de data uiteindelijk met bakken tegelijk binnenstroomt. De proefopzet leent zich namelijk heel erg goed voor citizen science: iedereen kan asperges koken, en iedereen kan snuiven boven de wc-pot. Van Hasselt: ‘Scholen zouden het als practicum kunnen doen bij de biologieles, studenten geneeskunde of farmacologie zouden het kunnen doen als onderdeel van een vak waarbij ze zelf ook de studieopzet moeten verzinnen. Je zou via een centrale website alle data kunnen verzamelen, en dit alles beter begrijpen. Maar het is niet aan mij om zoiets op te zetten. De Amerikanen hadden wel die insteek, en onze afdeling is aan het kijken of we er een practicum van kunnen maken voor de studie biofarmaceutische wetenschappen. Het zou heel leuk zijn als je dit zo zou kunnen gebruiken.’ Maar is het niet handiger om zo’n proef te doen met een stof die iedereen kan uitplassen en ruiken? ‘Dit was niet de meest simpele keuze, inderdaad. Je hebt te maken met twee dingen die je dosis-responscurve beïnvloeden, dat maakt het wel lastiger. Aan de andere kant, als we iets met een simpeler stofje als cafeïne hadden gedaan, dan was het minder interessant geweest, want daar is al veel meer over uitgezocht. Deze proef brengt onze kennis wel weer een stapje verder.’
Academische Agenda Prof.dr. C.M. Cobbaert zal op vrijdag 19 februari een oratie houden bij de benoeming tot hoogleraar bij de faculteit Geneeskunde met als leeropdracht Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde. Mw. H.E. Wegman hoopt op dinsdag 23 februari om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘Investor Protection: Towards Additional EU Regulation of Investment Funds?’. Promotor is Prof.dr. R.P. Raas. Mw. B. Ortiz hoopt op dinsdag 23 februari om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Archeologie. De titel van het proefschrift is ‘Making the Invisible Visible: The Position of Indigenous Women in Mexico’. Promotor is Prof.dr. M.E.R.G.N. Jansen. Mw. M.K. Noordewier hoopt op woensdag 24 februari om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The dynamics of surprise and curiosity’. Promotoren zijn Prof.dr. E. van Dijk en Prof.dr. W. van Dijk. Dhr. Y. Li hoopt op donderdag 25 februari om 10.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde.
De titel van het proefschrift is ‘Mechanisms regulating TGF-β and Wnt signal transduction in breast cancer’. Promotor is Prof.dr. P. ten Dijke. Dhr. J. Bouterse hoopt op donderdag 25 februari om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Geesteswetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Nature and History: Towards a Hermeneutic Philosophy of Historiography of Science’. Promotor is Prof.dr. E.P. Bos. Dhr. J. Scholten hoopt op donderdag 25 februari om 13.45 uur te promoveren tot doctor in de Rechtsgeleerdheid. De titel van het proefschrift is ‘Verwerking en vermelding van risico’s in verband met claims, juridische geschillen en rechtsgedingen volgens het Nederlandse jaarrekeningenrecht’. Promotor is Prof.dr. J.G. Kuijl. Dhr. T. Isogai hoopt op donderdag 25 februari om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Roles of mDia Formins in actin-dependent and -independent processes’. Promotor is Prof.dr. J.J. Neefjes. Mw. H.J.A.M. Kunneman – van Unnik hoopt op
donderdag 25 februari om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Shared decision making in adjuvant cancer treatment’. Promotoren zijn Prof.dr. A.M. Stiggelbout en Prof.dr. C.A.M. Marijnen. Prof.dr. A. Tukker zal op vrijdag 26 februari een oratie houden bij de benoeming tot hoogleraar bij de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen met als leeropdracht Industrial Ecology. Mw. J. Wieland hoopt op dinsdag 1 maart om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Psychopathology in borderline intellectual functioning: Explorations in secondary mental health care’. Promotor is Prof.dr. F.G. Zitman. Dhr. H.K. Dharuri hoopt op woensdag 2 maart om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Bioinformatic approaches to identify genomic, proteomic, and metabolomic biomarkers for the metabolic syndrome’. Promotor is Prof.dr.ir. J.A.P. Willems van Dijk. Mw. C.M.C. van Vonno hoopt op woensdag 2
maart om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Sociale Wetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Achieving Party Unity: A sequential approach to why MPs act in concert’. Promotor is Prof.dr. R.B. Andeweg. Dhr. D. Font Vivanco hoopt op donderdag 3 maart om 11.15 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘The rebound effect through industrial ecology’s eyes: The case of transport eco-innovation’. Promotoren zijn Prof.dr. A. Tukker en Prof. dr. R. Kemp (Univ. Maastricht). Dhr. S.T.Q. Jongmans hoopt op donderdag 3 maart om 15.00 uur te promoveren tot doctor in de Wiskunde en Natuurwetenschappen. De titel van het proefschrift is ‘Automata-Theoretic Protocol Programming’. Promotor is Prof.dr. F. Arbab. Mw. J.A.B. van Nies hoopt op donderdag 3 maart om 16.15 uur te promoveren tot doctor in de Geneeskunde. De titel van het proefschrift is ‘Early identification of rheumatoid arthritis’. Promotor is Prof.dr. T.W.J. Huizinga.
Zwaartekrachtgolven Sinds vorige week is het officieel: zwaartekrachtgolven bestaan echt, en ze geven ons een nieuwe manier om het universum te bestuderen. De Europese ruimtevaartorganisatie ESA wil al tijden op die manier kijken, en heeft dan ook plannen voor een zwaartekrachtgolven metend systeem van satellieten, eLISA. In een artikel dat is opgestuurd naar sterrenkundetijdschrift MRNAS rekent een groep astrofysici, waaronder Leidenaar Joop Schaye, uit wat je precies met zo’n ruimte-instrument zou kunnen meten. Zo’n zwaartekrachtgolf ontstaat bijvoorbeeld als twee zwarte gaten samensmelten, dus je vermogen om die golven te meten hangt mede af van de vraag hoe vaak zoiets gebeurt. Als het heelal werkt zoals de meeste kosmologen denken - op feestjes kunt u voortaan nonchalant de term Lambda cold dark matter-kosmologie laten vallen - dan zouden eLISA-achtige apparaten twee keer per jaar zo’n fusie moeten zien, is de uitkomst. Ook zou zo’n apparaat helpen om meer inzicht te krijgen in de oorsprong van zogeheten supermassieve zwarte gaten, die meer dan honderdduizend keer zo zwaar zijn als een gewoon zwart gat.
Dikke kids Vergeleken met de rest van Europa valt het nog mee, maar ook Nederlandse kinderen worden steeds dikker. Dikke kinderen worden vaak dikke volwassenen, en dikke volwassenen zijn gemiddeld ongelukkiger en vaker ziek. De Nederlandse overheden proberen daar wat aan te doen, met behulp van speciale programma’s. In het vakblad Nutrients beschrijft Paul Kocken van het Leids Universitair Medisch Centrum samen met zijn collega’s van TNO het effect van zo’n programma. Deze variant heet Extra Fit!, een leerprogramma voor basisscholen dat bewegen en goed eten moet promoten. De onderzoekers vergeleken 23 ExtraFit-scholen met 22 controlescholen, die niet zo’n programma kregen. Het goede nieuws: de kinderen die de lessen hadden gevolgd, hadden na afloop meer kennis over eten en bewegen. Het slechte nieuws: daar leken ze verder niet zo heel veel mee te doen. In hun voedingsdagboeken schreven ze dat ze minder snoepten en iets meer groente aten, maar ze gingen niet meer bewegen, en waren ook niet minder dik dan hun leeftijdsgenootjes op de andere scholen. Als leek zou je dan concluderen dat zulke programma’s een druppel op de gloeiende plaat zijn, en dat de overheid naar zwaardere wapens moet grijpen als ze jeugdobesitas wil bestrijden. De TNO’ers adviseren echter om grondiger programma’s te maken, waarbij ook de ouders en de omgeving van de school betrokken worden.
Prikken, kids Biostatisticus Jacco Wallinga van het Leids Universitair Medisch Centrum schreef mee aan een artikel in The Lancet Infectious Diseases, over de gevolgen van vaccinatie. Als je een prikje krijgt, ben je beschermd tegen kinkhoest en andere narigheid, en dat is voor jou persoonlijk een goede zaak. Maar hoeveel maken die prikken uit in termen van de totale volksgezondheid? De huidige levensverwachting is uiteraard hoger dan vroeger, maar de kindersterfte daalde ook al voor de invoering van het rijksvaccinatieprogramma in 1953. Wallinga en co rekenden het uit, met behulp van historische data van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Je zou het wat vergeten in een tijd waarin bezorgde ouders vrezen dat vaccinaties autisme of ander ongerief veroorzaken, maar van ziektes als difterie, kinkhoest en de mazelen gingen kinderen vroeger gewoon keihard dood. Voordat daartegen geprikt werd, was vier procent van alle dode kinderen overleden aan kinkhoest, en anderhalf procent aan difterie, bijvoorbeeld. Alles bij elkaar hebben de vaccinaties zes- tot twaalfduizend doden voorkomen, schatten de onderzoekers.
8 Mare · 18 februari 2016 Achtergrond
Leren van de Romeinen Historicus over de controversiële lessen uit het verleden
Romeinse slaven afgebeeld op mozaïek uit Dougga, Tunesië.
Hoogleraar oude geschiedenis Luuk de Ligt ziet parallellen tussen zijn ‘droomproject’ – onderzoek naar Romeinse steden – en de huidige vluchtelingencrisis. ‘Misschien integreren migranten wel sneller als je ze wat minder rechten geeft.’ Een kuilengraver. Zo noemt hoogleraar oude geschiedenis Luuk de Ligt zichzelf. DOOR ABEL VLAANDEREN
‘Tot dusver heb ik een aantal jaar aan een onderzoek gewerkt en dat vervolgens achter me gelaten’, legt hij uit. ‘Ik heb niet één kuil die ik steeds dieper uitgraaf. Ik graaf steeds nieuwe.’ Onlangs ontving hij een Europese subsidie van 2,5 miljoen euro voor onderzoek naar steden in het Romeinse rijk. ‘Een droomproject’, vindt hij, waarmee hij een team kan samenstellen van zes aio’s en twee postdocs. Die gaan elk hun eigen
Foto Wikimedia
deel van het rijk én de bijbehorende wetenschappelijke literatuur in ruim twintig verschillende talen bestuderen. ‘Misschien is dit ook wel één van de redenen waarom de ERC-subsidie is toegekend: het project brengt een veelheid van nationale onderzoekstradities bij elkaar.’ Een van de vragen die hij wil beantwoorden: hoe kon het dat in de eerste honderdvijftig jaar van de Keizertijd de steden in de meeste provincies bloeiden, terwijl sommi-
ge gebieden juist achterbleven? ‘Dat idee ontstond toen ik een artikel van de Amerikaanse econoom Paul Krugman las over Amerikaanse steden in de twintigste eeuw.’ Het is niet zijn eerste beurs. In 2003, een jaar na zijn aanstelling in Leiden, kreeg hij een Vici-subsidie ter waarde van 1,25 miljoen euro van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, voor onderzoek naar de bevolkingsgroei in Romeins Italië tijdens de tweede eeuw voor Christus. Het project resulteerde drie jaar geleden in het boek Peasants, Citizens and Soldiers bij Cambridge University Press. Tegen die tijd was De Ligt al begonnen aan een nieuw onderzoek: migratie naar Rome en de kansen voor verschillende groepen migranten. ‘De Romeinen importeerden en fokten op grote schaal slaven. Het huishoudelijk personeel bestond misschien wel voor honderd procent uit slaven. Dit betekende dat migrantenvrouwen, anders dan in veel steden van het latere WestEuropa, in Rome nooit dienstmeisje konden worden.’ Bestaat er een parallel met deze migratie en de huidige vluchtelingenstroom? ‘Nou, dat is lastig. De vluchtelingen van dit moment zijn gevlucht voor oorlog en geweld. Dat komt in het Romeinse Rijk af en toe wel voor, maar er is niet echt een systeem van uitkeringen of opvang. Migratie in het Romeinse Rijk is primair arbeidsmigratie.’ Het Romeinse beleid was daarbij opvallend liberaal: zowel migranten als vrijgelaten slaven kregen vrij
gemakkelijk het burgerrecht. ‘Heel genereus, maar je moet je wel afvragen hoe dit te verklaren valt.’ Volgens hem heeft het te maken met het feit dat in Rome de rijke elite het voor het zeggen had, waardoor ze vrij gemakkelijk mensen konden toelaten. ‘Die komen in de onderste regionen van de samenleving terecht, waardoor ze geen invloed kunnen hebben op de politiek. Als je dit doordenkt, krijg je een controversiële conclusie: misschien kun je migranten wel makkelijker in je samenleving opnemen als je ze wat minder rechten geeft.’ Het de taak van de historicus om dit soort vragen te stellen, vindt hij. ‘De bestudering van het verleden kan je blik scherpen, ook voor moderne problematiek. Vluchtelingen krijgen snel toegang tot het Nederlandse systeem van sociale voorzieningen, terwijl zij en hun voorouders daar niet aan hebben bijgedragen. Je zou er dus best in kunnen differentiëren, een soort getrapt systeem, waar je na een aantal jaren in aanmerking komt voor sociale voorzieningen en tot die tijd anders wordt behandeld.’ Ook van het tegendeel geeft hij een voorbeeld. ‘Samenlevingen uit de oudheid waar burgers heel sterke rechten hebben, zoals Athene, nemen heel moeilijk nieuwe mensen op.’ De Ligt vindt dat hierover nagedacht moet worden. ‘Vanuit de mensenrechten geven we migranten hele sterke rechten, maar dan moet je misschien accepteren dat je een prijs betaalt in termen van minder snelle integratie.’
UNIVERSITAIRE VERKIEZINGEN 2016 1. TIJDSCHEMA VERKIEZINGEN Het volgende tijdschema is opgesteld voor de verkiezingen van student- en personeelsgeleding van de Universiteitsraad, de studentgeledingen van alle Faculteitsraden en de Studentenraad LUMC. Tevens zijn er verkiezingen voor de Dienstraad van het ASCL. 7 maart peildatum en vaststelling kiezersregisters 8 en 9 maart kandidaatstelling, inzage kiezersregisters en indienen verzoeken tot verbetering kiezersregisters bij het betreffende stembureau 10 maart besluiten stembureaus inzake kandidaatstelling en verzoeken tot verbetering kiezersregisters (beroep mogelijk op 23 en 24 maart; beslissing op beroep 26 maart 2015) 14 en 15 maart herstel van verzuimen kandidaatstelling 16 maart beslissing stembureaus herstel van verzuimen kandidaatstelling (beroep mogelijk op 30 en 31 maart; beslissing op beroep 2 april 2015) 9 mei verzenden elektronische oproepen; opening verkiezingen (9.00 uur) 13 mei sluiting stemming (16.00 uur) 24 mei uitslag stemming (beroep mogelijk van 25 tot en met 27 mei 2016; beslissing op beroep 30 mei 2016) 2. WIE IS KIESGERECHTIGD Kiesgerechtigd is iedereen die op 7 maart 2016 (de peildatum) krachtens een aanstelling bij de Universiteit Leiden werkzaam is in een van de onderdelen waar verkiezingen worden gehouden en iedereen die op die datum als student – dus niet als extraneus of gaststudent- staat ingeschreven. Deze groep behoort dus in het kiezersregister te zijn opgenomen. Op 8 en 9 maart 2016 liggen de kiezersregisters ter inzage bij de stembureaus en kunnen ook verzoeken tot verbetering worden ingediend. Student-assistenten oefenen hun kiesrecht in beginsel uit in de geleding van de studenten. Andere studenten in dienst van de universiteit oefenen hun kiesrecht uit in de geleding van het personeel. Personen in dienst van NWO, FOM of daarmee vergelijkbare organisaties en werkzaam bij de Universiteit zijn ook kiesgerechtigd; zij worden wel aangeraden bij de ter inzagelegging van de kiezersregisters te controleren of zij daarin ook zijn opgenomen.
U kunt uzelf ervan overtuigen dat u in het kiezersregister bent opgenomen door op 8 of 9 maart 2016 even bij het stembureau langs te gaan; u kunt op deze dagen ook een verzoek tot verbetering van het kiezersregister indienen. 3. KANDIDAATSTELLING STUDENT- EN PERSONEELSLEDEN UNIVERSITEITSRAAD, STUDENTLEDEN FACULTEITSRADEN, LEDEN STUDENTENRAAD LUMC, EN DE DIENSTRAAD ASCL Indien u belangstelling heeft voor een actieve rol in de medezeggenschap kunt u zich op 8 of 9 maart 2016 kandidaatstellen. De formulieren daarvoor zijn verkrijgbaar bij de stembureaus en op www.stemmen.leidenuniv.nl Op 10 maart 2016 maken de stembureaus hun beslissingen ten aanzien van de ingediende kandidaatstellingen bekend. Mochten er verzuimen zijn geconstateerd die kunnen worden hersteld zoals het ontbreken van voldoende handtekeningen van kiesgerechtigden die de kandidaatstelling ondersteunen - dan is daartoe volgens bovenstaand schema gelegenheid. 4. BEROEP Indien u het niet eens bent met een beslissing van een stembureau met betrekking tot de kandidaatstelling of de verbetering van het kiezersregister, dan kunt u daartegen beroep aantekenen volgens bovenstaand schema bij de kamer voor de verkiezingen van de Commissie voor de beroep- en bezwaarschriften (Rapenburg 70 te Leiden). Ook tegen beslissingen met betrekking tot het herstel van verzuimen in de kandidaatstelling kan volgens bovenstaand schema bij de kamer voor de verkiezingen beroep worden aangetekend. 5. STEMMEN VIA INTERNET De verkiezingen gaan volledig via het internet. Om te kunnen stemmen dient u gebruik te maken van uw ULCN account. Vanaf 9 mei (9.00 uur) kunt u met dit account inloggen op de verkiezingsapplicatie. U kunt tot uiterlijk 13 mei (16.00 uur) uw stem uitbrengen. Stemmen kan vanaf elke computer met internetaansluiting. 6. STEMBUREAUS De verkiezingen worden georganiseerd door verschillende stembureaus, zie www.stemmen. leidenuniv.nl . Voor verdere inlichtingen kunt u zich richten tot het Centraal Stembureau.
18 februari 2016 · Mare
9
Opinie
Geef medezeggenschap tanden Huidige vormen van inspraak zijn ontoereikend Natuurlijk moeten de faculteitsraden instemmingsrecht op de begroting krijgen, betogen Thomas Fossen en Bert van Laar. En daar moet het niet bij blijven. Vorig jaar is bij wet het instemmingsrecht op hoofdlijnen van de begroting toegekend aan de universitaire medezeggenschap. Dit instemmingsrecht is in formele zin een significante versterking van de medezeggenschap. Maar de invoering heeft in Leiden slechts half plaatsgevonden: alleen op universitair, en niet op facultair niveau. Van alle faculteiten heeft alleen het bestuur van Sociale Wetenschappen de begroting ter instemming voorgelegd, om vervolgens te worden teruggefloten door het college van bestuur. Dit is niet de goede lijn. Het is tijd om nu echt werk te maken van versterking van de medezeggenschap. Instemmingsrecht op hoofdlijnen van de begroting is daarin een kleine maar noodzakelijke stap—natuurlijk ook op facultair niveau. Het instemmingsrecht moet worden bezien in het licht van de bredere discussie over het universitair bestuur. De huidige vormen van inspraak zijn ontoereikend. Momenteel functioneert de medezeggenschap meer als een klankbordgroep van klanten en personeel dan
als een orgaan van democratisch zelfbestuur. De medezeggenschap adviseert, maar bestuurders zijn uiteindelijk alleen verantwoording schuldig aan hogere bestuurders. Dit is een bestuursvorm die past bij een bedrijf, niet bij een academische gemeenschap. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zo weinig studenten en collega’s zich geroepen voelen om zich kandidaat te stellen, of zelfs maar een stem uit te brengen. Dat ligt niet aan de gebrekkige zichtbaarheid van de medezeggenschap, maar aan haar beperkte macht en status.
meenschap waarin een transparante cultuur en het gezamenlijk nadenken over het onderwijs- en onderzoeksbeleid van belang zijn’, zo schreef het ministerie van Onderwijs vorig jaar in haar zogeheten ‘Brief aan instellingen inwerkingtreding wet studievoorschot’. Zeggenschap over financieel beleid hoort daarbij, aldus de minister. Deze rechtvaardiging voor het instemmingsrecht geldt natuurlijk evengoed op facultair als op universitair niveau. En het argument dat het verschil tussen instemming en advies in de praktijk weinig uitmaakt, is een reden om verder te gaan dan dat, niet om ervan af te zien. ‘Storm in glas water’, tweette rector Carel Stolker naar aanleiding van de discussie over instemmingsrecht op facultair niveau. ‘We zijn op alle niveaus serieus met #medezeggenschap bezig: wij komen er altijd uit!’ Inderdaad is bij de huidige Leidse bestuurders de bereidheid tot overleg groot. Ze luisteren en benadrukken vaak hoe serieus ze de adviezen nemen. Maar bestuurders komen en gaan. We kunnen er niet van uitgaan dat een volgend bestuur zich even welwillend opstelt. Bovendien valt niet uit te sluiten dat het feit dat we er altijd uitkomen mede te maken heeft met het overwicht van het bestuur ten opzichte van de inspraakorganen. Inspraakorganen hebben niet de tijd, middelen, en vooral niet de formele macht om adequaat tegenwicht te bieden. Stolker miskent dus het fundamentele punt waar het in deze discussie om draait: de institutionele verankering van tegenmacht van onderop. Het is naïef om te denken dat versterking van de medezeggenschap niet nodig is, omdat bij ons alles toch in goed overleg gaat. Het belang van geïnstitutionaliseerde tegenmacht zie je juist wanneer het niet soepel loopt. Wanneer de overlegcultuur spaak loopt blijkt dat overleg geen substituut is voor formele controle en verantwoording.
Wat er kan gebeuren zonder geinstitutionaliseerde tegenmacht hebben we vorig jaar in Amsterdam gezien. Daar raakte het bestuur losgezongen van de gemeenschap die ze bestuurde, drukte plannen door, en legde standaarden voor succes op die niet door de gemeenschap werden erkend. Omdat er nauwelijks mechanismen waren om ze tegenwicht te bieden, werd er verzet buiten de formele kanalen om georganiseerd. Van zo’n gapend gat tussen bestuur en gemeenschap is bij ons nu (nog) geen sprake. Maar er is geen structurele reden waarom de Amsterdamse problematiek in Leiden niet zou kunnen optreden. We moeten de medezeggenschap dus juist nu beter organiseren. Binnenkort evalueren het college van bestuur en de Universiteitsraad de invoering van het instemmingsrecht op hoofdlijnen van de begroting. Het is mooi dat het college nu
Na een maandenlange haatcampagne besluit GeenStijl het over een andere boeg te gooien (GeenStijl, 10 februari).
voor extra sprankeling.’ GeenStijl duidt en passant ook nog even de rest van de universiteit (10 februari).
Het enige stukje staatsrecht dat u op de basisschool al kreeg, maar prof Wim Voermans legt het Rutte graag nog eens uit. (AD, 17 februari)
‘De stad en de universiteit zijn niet eens partners, maar zijn met elkaar vergroeid. En soms doet dat even au. Dat realiseren we ons, maar we willen het echt heel netjes doen. Rector Carel Stolker gaat even op de hurken en legt uit waarom huizen aan de Doelengracht weg moeten. (Sleutelstad, 21 januari).
‘De Universiteit Leiden staat zevende in de lijst van universiteiten die minstens 400 jaar oud zijn’ @UniLeiden op Twitter, 16-2
‘De pil is te lang als het snoepje van de week behandeld, terwijl heel veel vrouwen jarenlang dag in dag uit hormonen slikken. Om het oneerbiedig te zeggen, we brengen onze auto nog vaker naar de garage.’ Epidemioloog Frits Rosendaal over de risico’s van de pil. (de Volkskrant, 17 februari)
‘De bestuursvorm van nu past bij een bedrijf, niet bij een academische gemeenschap’ Het instemmingsrecht op hoofdlijnen van de begroting is bedoeld om daar iets aan te doen. Het is een vergissing om het instemmingsrecht te presenteren als goedmaker voor studenten wiens basisbeurs is afgenomen. De aanpassing van de studiefinanciering is wel de aanleiding geweest, maar niet de rechtvaardiging voor de versterking van de medezeggenschap. Die rechtvaardiging is dat de staf en studenten deel uitmaken van een gemeenschap: ‘Studenten, personeel en bestuurders vormen immers samen de onderwijsge-
Beeld Gees Voorhees
alsnog genegen lijkt om dit recht ook op facultair niveau te erkennen. Laten we daarbij wat geldt als een ‘hoofdlijn’ ruim interpreteren. De medezeggenschap hoeft zich echt niet bezig te houden met ieder financieel detail, doch iedere beleidskeuze met substantiele financiële consequenties is een hoofdlijn. Maar instemmingsrecht op financieel beleid alleen is niet genoeg. Laten we ook nadenken over andere manieren om de verantwoording van het bestuur ten opzichte van de academische gemeenschap te versterken. Waarom geven we medezeggenschapsraden bijvoorbeeld niet de bevoegdheid om bestuurders voor te dragen? Thomas Fossen is universitair docent politieke filosofie. Bert van Laar studeert wijsbegeerte. Beiden zitten in de Faculteitsraad Geesteswetenschappen.
‘…’ ‘Er zijn inmiddels individuele spreekuren in gang gezet. Het loopt storm. Het leidt tot werkdruk bij de portefeuillehouder.’ Menno Tuurenhout, portefeuillehouder bedrijfsvoering, licht de faculteitsraad in over zijn pogingen om de werkdruk onder geesteswetenschappenpersoneel aan te pakken. ‘coward Dutch don’t have honsty she is evil ugly woman need to shut up’ Eritrea-fan @Yonashaile79 maakt zich op Twitter boos over Mare’s stuk over Eritreaonderzoeker Mirjam van Reisen (8 februari) ‘Leo Lucassen stiekem toch de mooiste lul van het Nederlandse migratiedebat (…) Als de ganse dag twitteren tegen anoniempjes die met een tray Schultenbräu in een ondergespoten trainingsbroek zitten te kankeren over dichte grenzen geen valorisatie is, dan weten wij het ook niet meer.’
‘De Universiteit Leiden, en dan in het bijzonder de rechtenfaculteit, staat niet voor niets bekend als een reactionaire citadel waar guurrechtse houwdegens de slavernij bagatelliseren en hardcorps neoliberaal kakken op paupers en booslims. Maar zoals elke kleurstylist je wel kan vertellen zorgt een beetje contrast júist
‘En ik in de top 3 van slimste linkshandige teckeleigenaren die vroeger dreadlocks hadden aan de TU Eindhoven’ Methodoloog Daniël Lakens (@Lakens) ‘Het klopt dat de koning bevoegd is om zelf te bepalen dat hij de koets wil opknappen. Maar vervolgens is de premier wél verantwoordelijk voor het handelen van het staatshoofd: de ministeriële verantwoordelijkheid. Rutte moet dus uitleg geven als de Kamer daar om vraagt.’
‘Toen ik nieuwjaarskaarten verstuurde, had ik er gewoon “Gelukkig 2016” op kunnen zetten. Toen bedacht ik: 2016 is een mooi getal. Het is twee tot de macht elf minus twee tot de macht vijf. Dat zet ik er dan bij, en daar reageert zo’n collega dan weer op met een andere eigenschap. Dat is toch mooi.’
Wiskundige Hendrik Lenstra, in Trouw (13 februari). Voor volgend jaar: 2017 is een zogeheten sexy priemgetal met 2011. 2011, trouwens, is ook de som van elf opeenvolgende priemgetallen (157 + 163 + 167 + 173 + 179 + 181 + 191 + 193 + 197 + 199 + 211). Moesten we ook opzoeken, hoor. Het laagste getal waarover Wikipedia niets vermeldenswaardigs heeft te melden is 1003, wat op zich iets vermeldenswaardigs is over het getal 1003. ‘Leiden zal in de toekomst hopelijk voorop lopen als het gaat om de acceptatie van de vrouw in de wetenschap.’ Sophia Antoniades (1895-1972), Leidens eerste vrouwelijke prof, in het speciale lustrumnummer van Mare (31 mei 2000) waarin ook ‘exclusieve interviews’ stonden met o.a. Willem van Oranje, Descartes en Hugo de Groot. Het citaat is nu afgedrukt op ansichtkaarten die vorige week op de dies zijn uitgedeeld.
10 Mare · 18 februari 2016 English page
I liked it here A week with the beadle before he retires
current buns. “It’s windy but the radar says it will stay dry.” Professors enter the gowning room one by one, get changed and if they’re new, have their photographs taken. Van Beelen regularly checks his pocket watch and the students’ procession is given the signal to proceed. At three minutes to three, the professors’ procession starts to move too, with Van Beelen leading, staff in hand. For the camera, he’s given it a polish, but he actually only polishes it twice a year. “For the opening of the academic year and for dies ceremony. I do it a bit in advance, otherwise it’s too shiny, which not to my taste.” It’s gusty on the bridge and the professors all grab their berets but the weather forecast was right: it stays dry. At the church, the beadle ensures that the dies proceeds without a hitch.
Foto Marc de Haan
Thousands of students have heard the words “hora est” with relief, but now his time has come. After 27 years of loyal service, Willem van Beelen, the most remarkable beadle in the Netherlands, is leaving Leiden University. Thursday “They’re always nervous, although some cope better than others”, remarks beadle Willem van Beelen while he pulls on his black gown and picks up the Rector’s official chain: a man of few words, perhaps, but the most visible face of Leiden University. He was an administrative assistant until a vacancy turned up at the beadle’s office. He became an assistant beadle in 1981 and since 1989 he’s been in charge of academic ceremonies and their correct procedures. Next week, he’ll be 64 and he’s taking early retirement at the end of this month. Today, like every Tuesday, Wednesday and Thursday, he is making sure that the doctoral defence ceremonies run smoothly. In his experience, well-meant comments such as “Remember to enjoy it, it’s your big day” and “Are you nervous now?” don’t help matters at all. “I try to explain the procedures, clearly and matter-of-factly.” He has just conducted the doctoral candidate and seconds into a separate room in the Academy Building. “The seconds are like witnesses who help the candidate by looking things up.” Van Beelen explains the correct manners and forms of address to the future doctor. He hands the official chain to the Vice Rector and guides the doctoral thesis committee to the doctoral thesis room, where they run through the questions. He welcomes the doctoral candidate’s friends and relatives in the senaatskamer and leads the candidate and the doctoral thesis committee inside. For exactly three quarters of an hour, the candidate must answer tough questions about the dissertation. Then Van Beelen enters the room and announces “hora est” loudly and clearly, immediately putting a stop to the defence and the committee withdraws to discuss it. Spoiler alert: according to Van Beelen, it nearly always ends well. Still, he understands the candidates’ jitters: “They have spent years working towards this moment. Often, they’re the clever ones of the family and perhaps a future employer is there in the room.” In reality, there is no need for nerves. “If there is any controversy, it’s sorted out before the ceremony. I can recall one doctoral award ceremony when there was some discussion about awarding a degree “cum laude”. Now, that’s a problem, because then the certificate needs to be rewritten.” Friday Van Beelen is hidden behind a gigantic pile of doctoral certificates as he fills them in by
hand. “It’s a morning job; I never do it in the afternoon. I can concentrate better in the morning.” You might suppose that the position of beadle requires beautiful handwriting but Van Beelen opens a volume from the eighties. “This is how I wrote when I first started here. As you can see, my handwriting’s improved over the years.” His earlier handwriting was clearly legible, but you have to admit that it lacks the wonderful curls and strokes from his later work. “It’s a matter of just going for it.” One mistake means rewriting the whole thing. “Just don’t think about it.” He raps the table, “knock on wood”. “It’s never happened in all these years.” This afternoon features an inaugural lecture: a newly appointed professor is holding a speech. Before the ceremony begins, Van Beelen fetches his evening dress for the university’s anniversary, coming Monday. Saturday and Sunday Van Beelen usually spends his weekends at his cottage in the Veluwe region. “I do the gardening and chop wood for the fire.” If the weather’s good, he goes cycling. According to Rector Magnificus Carel Stolker, Van Beelen only lacks one feature compared to other beadles: he lives in Katwijk instead of Leiden. “Katwijkers say: ‘Six days shalt thou labour, and do all thy work but on the seventh day thou shalt rest.’” He grins. “That’s what I do at my little cottage in the Veluwe. It’s Sunday, so today I’m not allowed to mow the grass.” His house in Katwijk is 150 metres from the beach, “When I get home, I like to go for some air before dinner. I used to run into the queen, on her horse.” He was present when she received her honorary doctorate in 2010. And when Nelson Mandela, Ban Ki-moon, presidents and prime ministers received theirs: he’s seen them come and go. “Prime Minister Rutte, our King …”, he adds. “Willem-Alexander was nervous too when he graduated.” After the summer, he will go shrimping in the traditional way, trawling a net at walking pace. “In September or October, otherwise they’ll be full of spat. And I’ll pull the beach cart. Get the kids out, put the shrimps in. I peel them too, but it’s better to let my brother do that – he doesn’t like them so he won’t eat them.” Van Beelen doesn’t like angling. “The wait’s too long.” He’s not interested in football, Katwijk’s passion, either. “I only talk about it to tease the fans. ‘Rubbish again, weren’t they?’ I say.” Monday The repetition for the university’s 441th anniversary is in full swing in the Pieterskerk. Van Beelen checks the weather forecast on the Internet, typing with his index fingers. His computer is on top of a piece of paper covered with red and yellow tabs from dozens of packets of
Tuesday The morning sees Van Beelen having his photograph taken with his successor, as he will be leaving Leiden University at the end of the month. That’s why he handed the sauce pan he used for years to make the university seals over to the Rector during the dies ceremony. Van Beelen shows me a booklet from 1943 containing a list of beadle’s duties by a predecessor. “The beadle has the doubtful honour of making the seals for the certificates at home, i.e. in his free time. He pays for the gas and is not reimbursed for making the seals. One stick of wax will make two seals. The wax is melted in a pan and it takes 40 minutes to produce two seals. The beadle must try it several times before he gets it right.” Van Beelen adds:
“This book saved my bacon. It also says: ‘The wax should be melted on a stove or gas cooker. It can’t be done on an electric cooker.’ I only have an electric cooker, so I use a paving stone to conduct the heat.” He makes the red seals at home in the attic, with the windows wide open to let the fumes out. “You have to concentrate. You can’t do it here: what if the phone rings … the wax mustn’t boil over. I make about twenty in one go, so I have a stock of them.” Van Beelen also irons and starches the cappa, the cape worn by honorary doctors, at home. It hasn’t yet been precisely arranged who will make the seals when Van Beelen retires. “It’s probably up to us”, sighs Frank Geerlings, who works at the Beadle’s Office. “But don’t expect us to fiddle around with a sauce pan. Dutch working conditions laws won’t allow it, for a start.” The office has ordered a kind of pistol that automatically melts the wax. “We’d better test it next week.” Wednesday Today’s schedule is full of doctorate defence ceremonies again. Last year, there were 411: “A record”, says Van Beelen. “Although no one here has paid any attention to the fact. When I started out as an assistant beadle in 1981, there were 141. Sometimes, I read a dissertation, or the summaries. So now I know a little bit about lots of subjects. I particularly like reading about history and classical languages.” He is going to miss being among people. “I like it here, I grew here.” BY PETRA MEIJER
Advertentie
Weet jij al welke master je kiest?
11 maart Masterdag unileidenmasters.nl
Bij ons leer je de wereld kennen
18 februari 2016 · Mare Cultuur
11
Agenda
FESTIVAL
STUKAFEST do 25 februari 19.00 v.a. €5
FILM
Matthew McConaughey als Killer Joe Cooper in de verfilming uit 2011.
White trash met Leidse tongval Toneelgroep Imperium speelt stuk over moorddadige tokkies In Killer Joe beraamt een stel paupers een plan om een familielid te doden. ‘Je zit midden tussen de vuiligheid en vunzigheid.’ DOOR VINCENT BONGERS In een trailerpark ergens aan de rand van Dallas slaat een pitbull aan. In de stromende regen loopt een jongeman naar een stacaravan en bonkt op deur. Zijn stiefmoeder, slechts gekleed in een oude trui, doet na lang aandringen open. De blik van de zoon valt op het schaamhaar van de vrouw. ‘Verdomme, trek eens wat aan’, blaft hij. ‘Ik kan je poes haast een hand geven.’ Zo begint het toneelstuk Killer Joe uit 1993 van de schrijver Tracy Letts. Het is een nietsontziende schets van de zelfkant van de Amerikaanse samenleving. De Leidse toneelgroep Imperium
speelt de komende weken het stuk over het gewelddadige gerotzooi van een white thrash-familie in Texas. ‘De zoon dealt drugs en komt in de problemen omdat zijn moeder coke van hem steelt’, zegt regisseur Jules Noyons. ‘Dat vindt zijn gangsterbaas natuurlijk niet zo mooi. De jongen zoekt samen met zijn vader en stiefmoeder een criminele oplossing voor dit probleem. De moeder heeft een levensverzekering afgesloten van 50.000 dollar. Dus het plan is om haar af te maken. Ze huren een corrupte politieagent annex huurmoordenaar in om het klusje te klaren. Dat is de Killer Joe uit de titel. Maar uiteraard loopt alles anders dan gepland.’ In 2011 verscheen er een verfilming van het stuk. ‘Maar wij doen een aantal dingen anders’, zegt Noyons. ‘Het Texaanse accent is bijvoorbeeld vervangen door de
Leidse tongval. De film heeft een contemporaine setting, maar toen ik de tekst zat te lezen kwam ik erachter dat Letts schrijft over de jaren 70. Er hangt een poster van ZZ Top in de caravan. Ze hebben het over fotomodel Christie Brinkley. De tvverslaafde vader kijkt naar Mannix en andere series uit die tijd. Dat seventies gevoel komt sterk naar voren in onze versie. ‘De film mist ook vrijwel alle humor die wel degelijk in het stuk zit. Die geestigheid is van belang. Letts laat in het midden of je naar een sociaal realistisch drama kijkt, of dat het een comedy is. Dat maakt het heel complex en interessant. Vader en zoon zijn bijvoorbeeld in sneltreinvaart aan het praten over het plan. Ze kwekken sneller dan ze kunnen denken: het is chaos. Tot een van de twee opeens zegt: “Hohohoho, ik weet niet of we haar wel
moeten laten vermoorden. Laten we rustig een analyse maken van alle voors en tegens en koeltjes bekijken of de wereld slechter af is zonder haar.” Ze pakken het ineens aan als een wiskundig probleem. Dat is een grappig contrast vooral omdat het enorm lompe figuren zijn.’ Tijdens de voorstelling zit het publiek ook op het toneel, aan beide kanten van de stacaravan ‘midden tussen de vuiligheid en vunzigheid’, aldus de regisseur. ‘De toeschouwer moet in staat van morele verwarring raken. Er gebeuren hier verschrikkelijke en gewelddadige dingen in een afgestompte wereld. Wat vind ik daarvan? Kan en mag ik hier wel om lachen? Of keur ik dit af?’ Toneelgroep Imperium, Killer Joe Imperium Theater 19, 20, 26-28 februari; 3-5 maart €12 (studenten €10)
In de grond spitten Flying Horseman vecht tegen claustrofobie De donkere tonen van de Belgische band Flying Horseman moeten klinken als een grillige droom, zegt frontman Bert Dockx. ‘Het gaat om het doorbreken van muren.’ DOOR PETRA MEIJER ‘Te veel bands klinken als een variatie op een betere band’, zegt Bert Dockx, zangergitarist van de Belgische band Flying Horseman. Daar hoeft de zeskoppige groep niet voor te vrezen. In nummers van soms wel twaalf of acht minuten worden traditionele songstructuren losgelaten, zonder dat de muziek eentonig wordt. De drums klinken soms dreigend, als een naderend monster, de spookachtige stemmen van de gezusters Loesje en Martha Maieu bezwerend, dan weer dromerig. Opzwepende ritmes met Afrikaanse invloeden (‘medegitarist Milan is minstens zo hard door die microbe gebeten als ik’) nemen de luisteraar mee naar grote hoogte, terwijl de donkere stem van Dockx juist duistere plaatsen verkent. ‘Night is long and it defies al reason, the birds and the bees, the blood and the screams, I
worship them.’ ‘Onze muziek is donker en melancholisch. Dat komt deels door mijn temperament, maar daar zal de rest ook wel voeling mee hebben. Night is long, onze vierde plaat, bevat echter een stuk meer kleurschakeringen dan onze derde plaat City Same City’, zegt Dockx. ‘We zijn als groep gegroeid. Iedereen heeft nu een onmisbare plaats in het geheel.’ Als voorbeeld noemt hij het nummer ‘Spider’. ‘Ik kwam net te laat bij een repetitie aan en drie van de bandleden waren al aan het jammen. Die
improvisatie heb ik opgenomen, en daar is “Spider” uit ontstaan.’ Volgens Dockx laat hun muziek zich het beste vergelijken met een grillige droom. ‘Het kan minuten lang rocken en dan ineens compleet stilvallen. We reageren op elkaar en op het moment. Terugkerende thema’s zijn claustrofobie: het gevecht tegen isolatie en het doorbreken van muren. Er zit ook altijd wel een schaduwkant in: het verborgene. Ik houd ervan om in de grond te spitten en te zien wat daaronder zit.’ Dockx noemt zichzelf een ci-
nefiel, maar denkt niet dat dat de reden is dat de muziek filmisch aandoet. ‘In onze muziek herken ik dingen die ik in films ook herken. Ik communiceer vaak in beelden. Ook naar de band. Dan vraag ik om een iets claustrofobischer geluid, of moet het wat stedelijker. Ik ben gek op de regisseur Claude Chabrol. Zijn films hebben echt perfecte soundtracks. De muziek is heel raar en ook bewust onnozel gehouden. Als ik enkele noten hoor, weet ik al wie de regisseur is.’ De groep deelt een voorliefde voor het experimentele. ‘We tasten soms de grenzen af van geordend geluid. Ik heb meer met muziek en beelden dan met woorden. Teksten zijn vaker bedoeld om beelden of sferen op te roepen, dan een heel directe boodschap uit te drukken. Vroeger deed ik daarom nog wel eens aan zelfcensuur. Dan vond ik de teksten te onbegrijpelijk. Nu denk ik: “Fuck it, het is eruit gekomen en ik voel er iets bij.”’ Flying Horseman & Stadt Gebr. De Nobel Do 18 feb, 20.20 u, €12,50 Foto Mark Rietveld
TRIANON The Revenant dagelijks 18.00 + 21.30 The Choice zo + di 15.15 The Big Short do + vr 15.30 do t/m zo + di + wo 21.30 Louder Than Bombs vr + zo + di 18.45 KIJKHUIS The Danish Girl do t/m zo + di + wo 16.00 An vr + ma 16.15 Spotlight do t/m ma + wo 18.30 The Hateful Eight do t/m ma + wo 21.15 Publieke werken do + za zo + di wo 16.15 Hail, Caesar! dagelijks 19.00 + 21.30 LIDO Deadpool dagelijks 18.45 + 21.30 Goosebumps za t/m wo 13.00 za + ma + wo 15.30 zo + di 18.45 Ride Along 2 do t/m ma + wo 21.30 Familieweekend do + za + ma + wo 19.00 do + vr + zo t/m wo 21.30 How to Be Single dagelijks 18.30 The 5th Wave do + za + ma + wo 18.45 vr + zo + di 21.30 Fissa vr + zo + di 18.45 do + za + ma + wo 21.30
MUZIEK
DE TWEE SPIEGHELS Zadeno trio vr 19 februari 21.00 Kristjan Ilumae and David Tughan za 20 februari 16.00 Shjazz zo 21 februari 16.00 MUZIEKPODIUM DE X Steven Kamperman Trio za 20 februari 21.00 v.a. €10 GEBR. DE NOBEL Bohemian Betyars wo 24 februari 20.00 €12,50 Birth of Joy – Releaseparty do 25 februari 19.30 €12,50 MAREKERK Orgelconcert Bach, Schumann, Benard za 27 februari 13.30, entree gratis
THEATER
INS BLAU Een Coming of Age voor Bejaarden do 18 februari 20.30 v.a. €15 De WAND wo 24 februari 20.30 v.a. €15,50 Maelstrom do 25 + za 27 februari 20.30 v.a. €8,50 They Are Just Kids vr 26 februari 20.30 v.a. €14,50 BOT wo 2 maart 20.30 v.a. €14,50 De Wereldverbeteraar v.a. €15,50 do 3 maart 20.30 IMPERIUM THEATER Killer Joe do 19 + vr 20 februari 20.30 v.a. €10
DIVERSEN
MUSEUM BOERHAAVE Lezing: Logica, taal en markt do 18 februari 17.00, aanmelden verplicht Lezing: Duurzaamheid in de 21e eeuw wo 24 februari 19.30 €1, aanmelden verplicht ASC Seminar: Missonary Islam do 25 februari 15.30, entree gratis
12
Mare · 18 februari 2016
Het Clubje
Column
Van Kooten
Vlnr: Anne van Eck, Antoinette van der Weerdt, Daniela Bates, Fenna Ytsma, Luke Duivenvoorden, Catherine Frissen. Foto Taco van der Eb
‘Dat wordt echt zwijmelen’ Het bestuur van Stukafest Leiden Luke Duivenvoorden (24, Latijns-Amerikastudies, coördinator kamers & vrijwilligers): ‘Dit is de fusie van mijn studentenhuis. Tijdens Stukafest vertoont het Leiden International Film Festival hier korte films. We hangen een groot scherm voor het raam en maken popcorn. Als we kussens op de vloer leggen, past er wel dertig man publiek.’ Anne van Eck (24, rechtsgeleerdheid, pr): ‘Zóveel?’ Duivenvoorden: ‘Oké, 25.’ Antoinette van der Weerdt (21, psychologie, programmacoördinator): ‘In een ander studentenhuis staat Greg Shapiro. Tijdens de OWL, de introweek voor internationale studenten, heb ik hem aangesproken en gevraagd of hij misschien bij ons wilde optreden. Eigenlijk ben ik op alle programmaonderdelen heel trots: Sue The Night is aardig groot aan het worden, maar bij ons spelen ze akoestisch op een studentenkamer. Zó mooi!
Bandirah
Dat wordt echt zwijmelen.’ Daniela Bates (23, rechtsgeleerdheid, voorzitter): ‘Wij zijn met het hele bestuur naar Stukafest Amsterdam geweest.’ Van der Weerdt: ‘Daar hebben we het Amsterdams Kleinkunst Festival alvast gezien, dat bij ons ook een optreden verzorgt.’ Catherine Frissen (21, Engels, acquisitie & secretaris): ‘We hadden fietsen gehuurd, om steeds op tijd bij elk optreden te komen. In Leiden kun je alles lopen.’ Van der Weerdt: ‘Ik heb afgelopen week zelf opgetreden op Stukafest Den Haag. Eén act kon op het laatste moment toch niet komen. We hadden onderling contact, of ik nog wat bandjes wist. Die wist ik wel, maar toen ik zei dat ik zelf singersongwriter ben, was het snel opgelost.’ Frissen: ‘Wij zaten de eerste ronde natuurlijk paraat.’ Duivenvoorden: ‘We hebben ook een paar optredens op héél kleine Leidse
studentenkamers.’ Van Eck: ‘Dat intieme, dat is het idee van Stukafest.’ Frissen: ‘Samen met het Leids Universiteits Fonds hadden we de Strijd om Stukafest georganiseerd, voor bandjes uit Leiden en omgeving.’ Van der Weerdt: ‘Ben ik ook heel trots op!’ Frissen: ‘The Backalleys wonnen zo een plek in onze programmering.’ Van Eck: ‘We zagen dat het publiek er goed op ging.’ Fenna Ytsma (21, geschiedenis, penningmeester & opening): ‘Voorafgaand aan de kameroptredens is er een opening, met een dansoptreden van Carlos en Mirella, finalisten van Everybody Dance Now, in Leidse Lente. Dáárvoor kun je trouwens aanschuiven voor de Stukahap: een burger en een biertje voor een tientje.’ Duivenvoorden: ‘Na afloop is het Stuka-
feest, in Gebr. de Nobel. Met The Black Cult, een garagerockband, maar ook met rapper Jon Tarifa en dance van Cult 45. En we gaan de nacht in met echte techno, van The Man With No Shadow. Bates: ‘Het is jammer dat we zelf zo weinig van de optredens zullen zien.’ Van der Weerdt: ‘Ik heb alle artiesten wel uitgenodigd voor het eindfeest.’ Duivenvoorden: ‘Tot die tijd zijn we vooral druk aan het rondfietsen, spullen klaarzetten, dingen regelen…’ Van der Weerdt: ‘We zijn ook alweer op zoek naar het bestuur voor 2017. Maar verder heb ik het eigenlijk niet echt druk meer.’ Van Eck: ‘Wacht maar tot er een artiest afbelt…’ DOOR MARLEEN VAN WESEL
Stukafest Leiden, donderdag 25 februari. Tickets via www.stukafest.nl/leiden
Hij stopt er mee. Kees van Kooten, schrijver, cabaretier, televisiemaker en de man die ik hoger acht dan wie dan ook, gaf afgelopen zondag zijn laatste voorleesstelling in Bodegraven. Inmiddels trotste bezitter van vijfenzeventig levensjaren en vijf bypasses vindt hij het - uit gezondheidsoverwegingen - welletjes geweest. Om je een beeld te geven van de omvang van mijn obsessie; in mijn boekenkast staan zesentwintig boeken van Kees, een ongescheurde scheurkalender uit het jaar 1986 en het groot bescheurboek. Van ‘Meest modernismen’ heb ik maar liefst drie exemplaren. Ik heb een keer een veel te duur fotoboek van de dochter van Remco Campert gekocht omdat er één foto in stond van Kees die melk in zijn koffie schonk. Voor de vijftigste verjaardag van mijn vader heb ik hem de ‘Koot en Bie-bliotheek box’ gegeven. Toen we ’s avonds uit eten gingen was ik op de helft. Ik ging pas slapen nadat ik alles had gezien. Mijn vader was inmiddels alweer naar zijn werk vertrokken. Toch zou ik niet eens goed weten wat het precies is dat mij zo fascineert aan Van Kooten. Het begon toen we vroeger tijdens filmavondjes op de middelbare school avonden lang naar Van Kooten en De Bie, Monty Python en Faulty Towers keken. De eerste keren dat ik dronken was, keek ik zo naar Van Kooten en De Bie, evenals tijdens de eerste jointjes die ik rookte, waardoor Koot en Bie nog geestiger werden. Nog steeds kan ik tranen in mijn ogen krijgen van het lachen om de eenzame vandaal, die zich beklaagt over de problemen waar je tegenaan loopt als je de enige hooligan van je amateurvoetbalvereniging bent. Maar het zijn vooral zijn boeken waar ik geen genoeg van kan krijgen, hoewel er eigenlijk vrij weinig in gebeurt. Als je één van zijn boeken hebt gelezen en je vond er niks aan, dan hoef je de rest ook niet te proberen. Maar als je er een hebt gelezen en je vond het te gek, dan zul je al zijn boeken geweldig vinden. Kees beschrijft zijn dagelijks leven en wat daar zoal in fout gaat, en hoe hij dat vervolgens probeert op te lossen. Maar ik ken niemand die deze alledaagsheid zo mooi en humoristisch weet te verwoorden. Mocht je je inmiddels afvragen hoe het was, afgelopen zondag in Bodegraven: ik heb geen idee. Ik heb er talloze malen aan gedacht om Van Kooten een brief te schrijven en te vertellen over mijn verzameling en dat ik nog vier boeken mis. Het jaar dat hij het Boekenweekgeschenk schreef was ik ook op het Boekenbal, maar voordat ik binnen was, was Kees alweer weg. Ook afgelopen zondag was ik er niet bij. Ik durf niet. Ik weet niet of ik het zou overleven als het beeld dat ik van hem heb niet zou kloppen met de werkelijkheid. DOOR TIM MEIJER