NAJAAR 2012
MAGAZINE VAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN
‘Ik ben wetenschapper en een verhalenverteller’
Freek Vonk
LEIDEN-DELFT-ROTTERDAM Strategische alliantie CLEVERINGALEZINGEN Herdenken in binnen- en buitenland HAARLEMMEROLIE Alumni die voor samenwerking staan
INTERVIEW
6 LEIDRAAD
INTERVIEW
‘NATURE RULEZ, DAT IS MIJN MOTTO’ Sinds zijn eerste optreden bij De Wereld Draait Door in 2009 belt iedere zender bioloog dr. Freek Vonk als het om slangen gaat. Entertainment is niet zijn grootste drijfveer. Educatie wel. Tekst: Karina Meerman Beeld: Martijn de Vries
HIJ IS NET TERUG UIT SURINAME, NA TWEE WEKEN IN DE JUNGLE met televisiecamera’s van Z@PP/VPRO, filmen
voor zijn nieuwe jeugdserie Freek in het Wild. En passant hield hij ook een drieteenluiaard in de armen en was hij verrukt over de microkosmos in diens vacht. In T-shirt en spijkerbroek, jong en stuiterend van energie, is het makkelijk te vergeten dat deze kersverse doctor aan de Universiteit Leiden meer is dan een rijzende mediaster. Zijn proefschrift geeft antwoord op een lang onbeantwoorde vraag over de evolutionaire ontwikkeling van het gifsysteem van slangenfamilies. Freek Vonk was als kind al dol op dieren. In en rondom zijn geboortestad Dordrecht viste hij kikkers en donderkopjes uit de sloot en op vakantie in Frankrijk rende hij hagedisjes achterna. Op zijn veertiende viel hij als een blok voor een tijgerpython, huisdier van de broer van een voetbalvriendje. Hij aaide haar en zij siste zachtjes. Hoe vaak hij het verhaal ook vertelt, iedere keer beleeft hij weer dat moment van magie en fascinatie. Hoe meer hij over slangen las, des te groter de liefde werd. Zijn ouders zwichtten voor zijn aanhoudende passie en Freek kocht zijn eerste slang toen hij zestien was. Een jaar later had hij er ruim honderd. Al zijn geld ging op aan beesten, voer en boeken. Hij koos voor een studie >> Biologie – hij wilde meer zijn dan een hobbyist. LEIDRAAD 7
INTERVIEW
Waarom die fascinatie voor slangen? ‘Wat me vanaf het begin heeft gegrepen, is hun schoonheid en mystiek. Hoe meer ik ze leerde kennen, des te interessanter ze werden. Er zijn slangen die van boomkruin naar boomkruin zweven in het Aziatisch regenwoud om vliegende hagedissen te vangen. Er zijn zeeslangen die het overschot aan zout in hun lichaam heel effectief afscheiden via zoutklieren onder hun tong. De wereld kent drieduizend soorten, met een enorme diversiteit aan gedrag en ecologie. En het is dat aspect dat mij blijft boeien.’ Op televisie komt u erg enthousiast over. Is het lastig om dat op te brengen? ‘Elk dier heeft zijn eigen, unieke verhaal. En ik ben een verhalenverteller en wetenschapper. Enthousiast zijn is voor mij heel makkelijk omdat ik dat ook ben. Als ik het moest spelen, dan prikten mensen daar zo doorheen. In Suriname ben ik na twee weken in de jungle moe, bezweet en smerig. Je ziet op televisie ook dat ik moe ben, maar als ik dan oog in oog sta met bijvoorbeeld een piranha of een grote vogelspin, dan zie je dat mijn enthousiasme echt is. Het nadeel van bekender zijn is dat mensen soms denken dat ik altijd de 8 LEIDRAAD
enthousiaste Freek van televisie ben. Ik ben wel altijd Freek, maar ik ben ook niet elke dag dezelfde. Wat ik wel leuk vind, is dat ik in de supermarkt sta en iemand op me afkomt met een vraag over dieren. Dat is toch mooi? Dan heb ik kennelijk toch iemand geprikkeld om na te denken over de natuur.’ Ik zie hier in het laboratorium geen levende slangen. Waar zijn ze? ‘Ik houd mijn slangen thuis en melk ze daar voor mijn eigen onderzoek. Soms neem ik ze mee naar lezingen of demonstraties. Ik wil mensen boeien en verwonderen. Ik wil ze de natuur laten beleven. Mensen die voor de tv zitten moeten het gevoel hebben dat ze pal naast me staan als ik op die krokodil spring in Afrika of die koningscobra vang in het regenwoud. Het oe-ah-wauw-moment is belangrijk, maar niet ten koste van mijn dieren. Ik houd van ze en ben voorzichtig met ze. Ik weet precies wat ik wel en niet kan doen.’ Hoeveel dieren heeft u dan eigenlijk thuis? ‘Ik heb zeventig slangen, een steppenvaraan van twee meter, genaamd Johan, spinnen, schorpioenen en een aantal koningscobra’s die ik van een vriend heb geërfd, Luke
INTERVIEW
‘Ik wil mensen boeien en verwonderen’
Yeomans. Hij overleed vorig jaar aan een beet van een van hen. Luke zocht echt de grenzen op van hoe hij zijn cobra’s hanteerde. Het zijn dodelijke dieren en dat mag je nooit vergeten. Ik doe ook wel eens dingen waarvan ik later bedenk dat ze niet zo handig waren, maar ik heb een gevoel ontwikkeld over hoe met beesten om te gaan. Het hanteren van gevaarlijke dieren begint met logica, maar later wordt dat door ervaring emotie, intuïtie. Mensen vergelijken me vaak met Steve Irwin en dat is echt geen schande. Hij is de grondlegger van de moderne natuurtelevisie en een voorbeeld voor me. Die man wist perfect hoe hij met dieren moest omgaan en hij zorgde ook echt goed voor zijn eigen beesten. Zijn dood is echt een ongeluk op ongeluk geweest.’ Met alle media-aandacht is het makkelijk te vergeten dat u een echte wetenschapper bent. Waar richt uw onderzoek zich op? ‘Dat is tweeledig. Mijn grote liefde is de evolutie van slangen, daar ligt mijn hart. Daarnaast onderzoek ik bio-prospecting, het zoeken naar interessante giften voor medicinale doeleinden. Slangengif is altijd een mengsel van verschillende gifsoorten en de belangrijkste zijn neurotoxisch, cytotoxisch of hematoxisch. Slangengif tast dus zenuwen, cellen of bloed aan en niet elk gif is geschikt voor elke toepassing. Iedere gifslang produceert gif met overwegend meer van het ene aspect dan het andere. Het is ook nog eens heel specifiek, als een kleine magische kogel die heel precies afvuurt op een bepaalde receptor. Zo is de neurotransmitter acetylcholine ontdekt omdat gif van een Aziatische Banded Krait hechtte aan die receptor. Op die manier is gif ook nuttig in de diagnostiek, zoals bijvoorbeeld van lupus. Het gif van mijn slangen wordt ook gebruikt in onderzoek naar de behandeling van MS, Alzheimer en kanker.’
Wat is zo bijzonder aan het evolutionaire aspect van slangen? ‘Gif, gifklieren en giftanden zijn een mooi systeem om evolutie te onderzoeken. Het is duur voor een slang om gif te produceren en tegelijkertijd is het noodzakelijk voor hem om voedsel te vinden. Het gifsysteem evolueert op basis van aanwezige prooidieren, als een soort wapenwedloop. Net zoals het immuunsysteem van mensen zich snel moet aanpassen aan de pathogenen om ons heen, zo werkt het ook bij slangen. In relatief korte tijd – een paar duizend jaar – is van sommige slangen het gifsysteem compleet veranderd om te passen bij de veranderde prooi in de omgeving.’ En welke conclusie kunt u trekken, op basis van uw onderzoek? ‘We kennen zo’n 3.150 slangensoorten, waarvan er 2.700 een gifsysteem bezitten. Van hen zijn er zeshonderd echt gevaar-
‘Mensen vergelijken me vaak met Steve Irwin – dat is echt geen schande’ lijk voor mensen en alleen hun gif werd van oudsher onderzocht voor gebruik in medicatie. De Viperidae (adders en ratelslangen, red.) hebben lange beweegbare giftanden voor in de bek en produceren krachtig gif. De andere families hebben de giftanden achterin de bek, behalve de cobra’s, mamba’s en zeeslangen, de Elapidae. Die hebben kleine, onbeweeglijke giftanden, maar vooraan, net als de Viperidae. Ergens moet bij vroege voorouders een splitsing zijn ont>> staan, maar we wisten nooit precies hoe of waar. Door te LEIDRAAD 9
INTERVIEW
‘Avontuur is niet gaan waar het pad je leidt, maar gaan waar geen pad is en waar je je sporen achterlaat’(Stelling uit het proefschrift)
kijken naar de embryo’s van deze slangen, weten we nu hoe het zit. De giftanden van de Elapidae en de Viperidae verhuizen in het embryo van achter naar voor, wat inhoudt dat de achtergiftand bij de vroegste voorouders is ontstaan. De Elapidae en de Viperidae hebben vervolgens in evolutie deze achtergiftand naar voren geschoven in de slangenbek. Vermoedelijk konden ze hierdoor gevaarlijkere prooien eten zoals ratten door toe te happen, gif te injecteren, en zich gelijk terug te trekken.’ Een van de stellingen in uw proefschrift noemt het beschermen en behouden van biodiversiteit van immens belang voor het voortbestaan van onze planeet, de mensheid en de menselijke gezondheid. Waarom is dat zo belangrijk volgens u? ‘Het schaden van een natuurgebied of het slecht onderhouden daarvan is vreselijk. Complexe ecosystemen zijn het hart van de aarde, niet alleen om grondstoffen uit te winnen voor medicijnen, maar ook voor zuurstof. En – nog simpeler gezegd – wanneer diersoorten uitsterven of natuurgebieden ondergaan, wordt onze aarde er alleen maar armer door. Dat vind ik een heel trieste gedachte. Natuurlijk moeten mensen ook eten, maar er is een groot verschil tussen de stroper en de jager. De jager schiet een impala om zijn gezin te voeden. De stroper slacht een groep beesten af om het vlees te verkopen, of het ivoor. Dat onderscheid moeten we maken. De oplossing is ecotoerisme: lodges bouwen die banen opleveren voor de man die nu een impala moet schieten. Ecotoerisme betekent vaker mensen in het park, die de boel in de gaten kunnen houden. Tegelijkertijd ziet “de naïeve westerling” de pracht en praal van de Afrikaanse natuur en neemt hij die mee in zijn hart, naar huis – samen met de wens deze te beschermen.’ U bent pas 29 jaar. Wat gaat Freek Vonk doen wanneer hij later groot is? ‘Dit, wat ik nu doe. De combinatie van wetenschap en televisie bevalt me goed. Ik heb net een contract getekend voor vijf jaar bij Naturalis Biodiversity Center en bij een mediapartij waarvan ik de naam helaas nog niet mag noemen. Ik blijf in ieder geval documentaires maken. Verhalen vertellen over de natuur. Dit is wat ik wil blijven doen en als het kan, maak ik graag een stap naar het internationale podium.’ < 10 LEIDRAAD
CV
DR. FREEK VONK (1983) doet onderzoek naar evolutie van slangen en nieuwe medicijnen die van slangengif kunnen worden gemaakt. Vonk is al sinds zijn jeugd gefascineerd door slangen. Daarom besloot hij om in 2001 Biologie te studeren in Leiden, waar hij in september 2012 promoveerde. Zijn enthousiasme en inzet bleven niet onopgemerkt. In 2007 werd hij genomineerd voor de Academische Jaarprijs. In 2008 ontving hij de Toptalentbeurs van NWO en in 2012 een Rubicon om onderzoekservaring op te doen in het buitenland (aan Bangor University in Wales). Naast wetenschapper is Vonk inmiddels ook “Bekende Nederlander” dankzij veelvuldige optredens op radio en tv, onder meer in De Wereld Draait Door en GIEL. Hij maakte vervolgens tv-programma’s voor National Geographic en een serie voor Villa Achterwerk, Freek op Safari. Deze maakt kans op de Gouden Stuiver 2012 en Vonk zelf op de Televizier Talent Award. Het tweede seizoen Freek in het Wild is binnenkort te zien. Voor zijn werk op het gebied van wetenschapscommunicatie is Vonk genomineerd voor de Eurekaprijs 2012 van NWO en de KNAW.