~r~vc~c,~..c..~~i
PER FAX: 020-2535900 Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost T.a.v. het Algemeen Bestuur Postbus 94801 1090 GV 1~MSTERDAM
betrefit:
Amsterdam, donderdag 9 april 2015 MAS - Zienswijze voorbereidingsbesluit Diemerzeedijls 11~ t/m 6 E
uw ref.:
-
van: e-rn~il:
mr. M.A. Schricker, advocaat
[email protected]
Geachte heer, mevrouw, In navolging op mijn brief d.d. 10 maart 2015, dien ik hierbij de zienswijze van de woonbootbewoners aan de Diemerzeedijk, mevrouw S. Marquez Alvarez, mevrouw R. Beekveldt, de heer W.van Ginkel, de heer C. Hof, de beer A.J.H. van der Loo en de hoer P.D. van den Berg (hierna to noemen: "clienten"), in tegen het vooxbereidingsbesluit ter zake Diemerzeedijk 1A t/m 6E,van de Gemeente Amsterdam, Stadsdeel Oost (hierna to noemen: "de Genaeerlte"). Ia
Inleidin~
Op 22 januari 2014 heeft de Raad van State (hierna to noemen: "deAfdelifag') een gedeeltelijke vernietiging van het bestemmingsplan "~-Iet Nieuwe I~iep 2012" uitgesproken, met betrekl~ing tot het plandeel met de bestemming "Water", waarin niet was voorzien in een regeling voor de (al veertig jaar bestaande) woonboten aan de Diemerzeedijk 1A t/m 6E. De Afdeling was in deze kwestie van oordeel dat de gemeente haar standpunt dat de ligging van de woonboten aan de Diemerzeedijk niet (meet) in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordering onvoldoende had gemotiveerd. Ook de belangenafweging bij het toekennen van ligplaatsen voor woonboten aan de Diemerzeedijk en het belang van de woonbootbewoners bij het behoud van het gebruik van deze ligplaatsen voor de bestaande woonboten was door de Gemeente onvoldoende gemotiveerd. Onderhavig voorbereidingsbesluit komt wort uit voornoemde gedeeltelijke vernietiging van het bestemmingsplan "Het Nieuwe Diep 2012". De Gemeente concludeert in haar VoorUereidingsnotitie Woonboten Diemerzeedijk (hierna to noemen: "de TVoorbereidingJ~yzotitie") (kort gezegd) dat er gelet op geconstateerde ontoelaatbare geluidhin~ler momenteel in juridischplanologisch opzicht geen sprake is van een goed woon- en leefl~limaat aan de Diemerzeedijk. Om een good woon- en leefl~limaat to realiseren, zouden er kostbare maatregelen moeteri worderi genomen. Het vooi onbepaalde tijd later liggen van de woonboten aan de
Af~VQCATEN
Diemerzeedijk zou niet haalbaar zijn vanwege deze hoge kosten voor een goed woon- en leefl~li~iaat en een goede ruimtelijke ordering. De woonboten aan de Diemerzeedijk zouden daarnaast een optimale ontwikkelirig van de ecologische hoofdstructuur en de ecologische verbindingszone belemmeren. Op grond van het voorgaande zou enkel het verplaatsen van de woonboten volgens de Gemeente juridisch verdedigbaar zijn. Voor elk scenario zou gelden dat er een verandering plaatsvindt ten opzichte van de gedoogsituatie waarin de woonbootbewoners jarenlang verkeerden. Het beschikken over een ligplaats die wordt gelegaliseerd zou meer zekerheid bieden aan de woonbootbewoners. De Gemeente erkent voorts dat het verhuizen naar een ligplaats op erfpacht of het instellen van huur in plaats van precario een lastenverhogend effect zal hebben voor de woonbootbewoners. De vermogenspositie van de woonbootbewoners zou echter wel verbeteren, daar de overdraagbaarheid van de ligplaats voor de vermogenspositie van de woonboot belangrijker zou zijn dan de waarde van de woonboot zelf. Alvorens een definitief besluit to nemen biedt de Gemeente clienten de gelegenheid hun zienswijze naar voren to brengen. II.
Zien~wijze
Clienten stellen zich op het standpunt dat de thans aan de Diemerzeedijk aanwezige woonboten, positief bestemd dienen to worden. De argumenten die de Gemeente aanvoert om dat niet to doer, zijn (wederom) niet steekhoudend, hetgeen clienten zeer. verontrust. Gelzsidrhiyzder De Gemeente stelt zich op het standpunt dat sprake is van (wettelijk) ontoelaatbare geluidshinder voor de woonbootbewoners aan de Diemerzeedijk, door het wegveikeer van de A10 (welke overigens pas gebouwd is nadat clienten al aan de Diemerzeedijk woonden) en de omliggende bedrijven. Om die reden zouden kostbare maatregelen dienen to worden getroffen om de geluidshinder tot een minimum to beperken. De woonboten van clienten liggen al veertig jaar aan de Diemerzeedijk. Clienten woven al die jaren met veel plezier aan de Diemerzeedijk en eivaren in geen enkel opzicht hinder van het omgevingsgeluid, althans niet zodanig dat deze geluidshinder zwaarder weegt dan het woongenot dat clienten beleven. De Gemeente stelt slechts dat sprake is van geluidshinder, zonder daarbij to stellen (en to motiveren) dat de woonbootbewoners bier ook daadwerkelijk last van ondervinden. De Gemeente verzuimt ook to motiveren waarom de geluidshinder nu na hier jarenlang niets mee gedaan to hebben - op eens verholpen moet worden. De stellingname van de Gemeente ten aanzien van de vermeende geluidshinder is onvoldoende onderbouwd en overigens niet aannemelijk. De door de Gemeente gestelde ongewenste geluidshinder kan de gedwongen verhuizing van de woonbootbewoners dan ook geenszins rechtvaardigen. Het lijkt er op dat de Gemeente een stole zoekt om de woonbootbewoners mee to slaan.
2/5
ADVOCF~~('~N
Ecologie Voor zover de Gemeente zich (nog steeds) op het standpunt step dat de ecologische hoofdstructuur en ecologische verbindingszone door de woonboten worden belemmerd, stellen clienten het volgende. Clienten houden zich als geen ander bezig met de ecologische zone. Alle aanwezige natuuitivaarden zoals deze er geruune tijd zijn geweest en gedurende de aanwezigheid van clienten ook gegroeid zijn, zijn er nog steeds en worden door de woonbootbewoners gerespecteerd. Sterker nog, clienten hebben zich ingezet voor de bescherming en het behoud van de zeer zeldzame ecologie. De plaatselijke ecologie is door de aanwezigheid van de woonboten op geen enkele wijze verstoord. Van verstoring van natuurwaarden door de woonboten en (o~ hun bewoners is geenszins gebleken en wordt door de C,Temeente ook niet (voldoende) onderbouwd. Het argument van de Gemeente dat de woonboten afbxeuk zouden doen aan de ecologische natuurwaarden raakt dan ook (nog steeds) leant noch waL Het voorgaande is overigens bevestigd door de Afdeling in de uitspraak van 22 januari 2014. Alterrzatieve locatie zvoon6oten De woonboten liggen aan de I~iemerzeedijk op grond van een gedoogbeschikl~ing van de Provincie. In de beschikking is opgenomen dat iridien Gedeputeerde Staten voornemens is de woonboten to verplaatsen, dit aan de bewoners schriftelijk moet worden medegedeeld en dat voor de woonboten een andere, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten aanvaardbare, ligplaats aanwezig is. De rechten en plichten voortvloeiende uit do beschil~l~ing zijn leidend. In weerwil van het voorgaande laat de houding van de Gemeente ten opzichte van de woonbootbewoners met betrekl~ing tot een eventuele verplaatsing van de woonboten al jaren veel to wensen over. De Gemeente heeft inmiddels een alternatieve locatie voor de woonboten ter beschikl~ing gesteld, doch van een aanvaardbaar en (o~ gelijkwaardig alternatief is in geen enkel opzicht sprake. De door de Gemeente aangeboden ligplaatsen brengen daarnaast hoge kosten met zich mee en kunnen alleen al om die reden niet als alternatief worden bestempeld. Clienten zijn dan Dole van oordeel dat de Gemeente nog altijd in gebreke is met het aanbieden van een gelijkwaardige ligplaats voor de woonboten aan de Diemerzeedijk. EIartdhaving De Gemeente step worts dat zij rechthebbende is van de gronden en dat zij daarover vrijelijk mag beschikken. Zij step dan Dole handhavend to zullen optteden iridien de woonbootbewoners niet meewerken aan een verplaatsing van de woonboten naar een alternatieve locatie. Zoals de Afdeling in voornoemde uitspraak al overwoog,is het voor het antwoord op de vraag of het voor het dagelijks bestuur mogelijk is om tegen de ligging van de woonboten handhavend op to treden, van belang of deze als bouwwerk of als vaartuig dienen to worden aangemerkt. ~Iierbij wees de Afdeling erop dat dit per woonboot lean verschillen. De Gemeente heeft wederom nagelaten om het voorgaande to onderzoeken en heeft de Voorbereidingsnot~tie in dat opzicht bovendien niet zorgvuldig voorbereid.
3/5
a ADVOCATEN
Belange~aafivegzr~g De Gemeente probeert de bewoners van de Diemerzeedijk wederom op het verkeerde been to zetten, door de schijn to wekken dat zij de belangen van de bewoners zorgvuldig heeft afgewogen, teitivijl zij nog steeds enkel uit is op verplaatsing van de woonboten. Dit blijkt ook letterlijk uit de conclusie van de Ciemeente in de Voorbereidingsnotitie. Clienten zijn van mening dat de Gemeente de verschillende scenario's niet voldoende heeft onderzocht en de belangen van clienten bij de beoordeling van de scenario's onvoldoende heeft laten meewegen. Sterlser nog,in de Voorbereidingsnotitie wordt op Been enkele wijze rekening gehouden met de belangen van clienten. Eerdere discussies over de ruimtelijke situatie en gedoogregeling worden genegeerd en de ~voonboten worden in de Voorbereiclingsnotitie, in weettivil van de uitspraak van de Afdeling, wederom wegbestemd. De rechten van clienten worden daarmee (telkens) aangetast. De Gemeente houdt Been rekening met het feit dat clienten al veertig jaar aan de Diemerzeedijk wonen en daar ook graag zouden willen blijven wonen. Het feit dat de verplaatsing een aanzienlijke lastenverhoging voor de woonbootbewoners met zich meebrengt wordt door de Gemeente eenvoudig overheen gestapt, door to stellen dat de vermogenspositie van de woonbootbewoners wel zal verbeteren, vanwege de overdraagbaarheid van de alternatieve ligplaatsen. De Geineente negeert daarbij het feit dat de woonbootbewoners de ligplaatsen helemaal niet willen overdragen. %ij willen graag aan de Diemerzeedijk blijven wonen, hetgeen hen fonder meer) op grond van de gedoogbeschikl~ing en de uitspraak van de Afdeling ool~ is toegestaan. III,
Co~clusie
`Coals volgt uit het voorgaande heeft de Uemeente niet aannemelijk gemaakt dat de woonboten niet aan de Diemerzeedijk kunnen blijven liggen. Clienten stellen zich op het standpunt dat de woonboten - mede gelet op de gedoogbeschikking, de Lange voorgeschiedenis en de uitspraak van de Afdeling - wel degelijk aan de Diemerzeedijk kunnen blijven liggen. Wellicht ten overvloede merk ik op dat naar het oordeel van clienten geen van de voorgestelde scena.rio's recht doen aan de situatie van clienten. In de Voorbereidingsnotitie wordt op geen enkele wijze rekening gehouden met de belangen van clienten. De woonboten worden in het huidige plan wederom wegbestemd. Niet is gebleken dat er voldoende onderzoek is gedaan naar de gevolgen voor clienten. De Gemeente heeft daarnaast nagelaten een passende beoordeling to maken van de gevolgen voor clienten, rekening houdend met hun belangen. De Voorbereidingsnotitie is niet tot stand gekomen met de zorgvuldigheid die van de CJemeente mag worden verwacht. Naar aanleiding van het voorgaande, verzoek ik u met inachtneming van de zienswijze van clienten de Voorbereidingsnotitie niet uit to voeren. Ik verzoek u voorts clienten van de verdere besluitvorming op de hoogte to houden.
4/5
BLENHEIM ADVOCATE
Hoogachtend, .~ ,~. ., nheim, M.A. Schricker
5/5