Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Bezoekadres Pieter Calandlaan 1 Amsterdam
Verslag commissie B Raadzaal 12 oktober 2011
Postbus 2003 1000 CA Amsterdam Telefoon 14 020
Aanwezig
Voorzitter: mw. C. Ramsahai
Raadsgriffier Notulist
M. van Rooij mw. M.A.P. Muiser / Vi.a.Vi Office Management
Deelraadsleden
E. Bobeldijk (SP), mw. T. Kronenberg (PvdA), G.C. Molewijk (BNW81), T. Sevincer (D66), E.M. van Slagmaat (D66), M. Tromp (VVD), A. Turgut (GroenLinks), E.R. Vos (PvdA)
Buitengewoon commissieleden
Mw. C. Donk (SP), H. Özdemir (GroenLinks), mw. T. Verboom (BNW81),
Leden dagelijks bestuur
A. Baâdoud (PvdA), mw. J. Bos (PvdA), R. Mauer (D66), P. de Wilt (GroenLinks)
verder aanwezig
Mw. M. Reep (amb.)
5
10
15
20
25
30
35
1. Opening/agendavaststelling De voorzitter opent de vergadering om 22.10 uur. De vergadering wordt opgenomen en live uitgezonden via de website. Vanaf agendapunt 4 geldt de spreektijdregeling. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 2. Mededelingen De voorzitter meldt dat mevrouw Janssen en de heer Van Velzen van de OBA bij de Notitie Bibliotheekvoorziening plaatsnemen voor het beantwoorden van vragen. Mevrouw Verhofstad zal inspreken. De portefeuillehouders zullen bij de meningvormende bespreking als toehoorders achter de voorzitter plaatsnemen. Na het debat tussen de fracties zal de portefeuillehouder naast de voorzitter plaatsnemen voor het geven van een reactie. 3. Commissiegebonden actualiteiten Er zijn geen actualiteiten aangemeld. Meningvormend 4. Notitie bibliotheekvoorziening De voorzitter nodigt mevrouw Verhofstad, mevrouw Janssen en de heer Van Velzen uit om plaats te nemen. Mevrouw Verhofstad memoreert dat zij hier eerder heeft gepleit voor het behoud van de bibliotheek in Slotervaart en stelt nu de volgende vragen aan de raad. 1. Kent de raad deze buurt? 2. Kent de raad in Slotervaart een theater, een bioscoop of een ander cultureel gebouw? 3. Weet de raad dat er in Slotervaart heel veel scholen zijn? 4. Weet de raad hoeveel mensen de bibliotheek in Slotervaart bezoeken? De bibliotheek was deze middag helemaal vol, ondanks de regen, en de bibliotheek was leuk versierd in het kader van de Kinderboekenweek. Er waren veel kinderen en moeders. Waar moeten de mensen uit deze buurt in de toekomst naartoe? Het August Allebéplein ligt veel te ver weg. Moeders met kinderen lopen er niet naartoe, kinderen mogen er niet zelf naartoe en voor bejaarden is de afstand te groot. Zij schaamt zich voor de buurt, want er is niets cultureels meer te beleven. Zij vraagt de raad er het beste van te maken, zodat de bibliotheek in Slotervaart blijft. Mevrouw Verboom (BNW81) dankt mevrouw Verhofstad voor het duidelijke verhaal. Ze kent de bibliotheek heel goed en ze zou het jammer vinden als die wordt opgeheven. Ze 1
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Pagina 2 van 15
40
45
50
55
60
65
70
75
80
85
90
95
is het met mevrouw Verhofstad eens dat dan de afstanden te groot worden. Zij vraagt of de bibliotheek van Slotervaart heeft bekeken wat men zelf kan bezuinigen. Mevrouw Verhofstad antwoordt dat zij daar geen idee van heeft, zij is gewoon een bewoonster. Oriënterend De voorzitter meldt dat de portefeuillehouder een reactie heeft geschreven op de presentatie van de OBA, waarin met name aandacht wordt geschonken aan scenario 5, het scenario met drie vestigingen. Zij nodigt de heer De Wilt aan tafel uit om vragen te beantwoorden. De heer Van Velzen is blij dat er nog een keer naar de voorstellen van de OBA kan worden gekeken. De vorige keer zijn er drie scenario’s besproken en is scenario 4 voorgelegd, waarin staat dat de huidige voorzieningen worden opengehouden. Scenario 5 was voor iedereen verrassend. De OBA krijgt namelijk de mogelijkheid om een groot nieuw filiaal te openen bij het Marius Bauerplein. Het huurcontract is inmiddels getekend. Scenario 5 is daaruit voortgekomen. Het voordeel is dat er dan drie grote vestigingen zijn die beter kunnen anticiperen op de toekomstige ontwikkelingen van het bibliotheekwerk. Bovendien trekt een goed geoutilleerde grote voorziening meer gebruikers aan, zoals op het Javaplein in Oost blijkt. Naast scenario 5 zijn de financiële scenario’s gelegd. Dit resulteert in een bezuiniging van 250.000 bij de vergelijking tussen de oudbouw en de nieuwbouw en de bibliotheken kunnen zelf nog 150.000 bezuinigen, waardoor het totaal op 400.000 aan bezuinigingen uitkomt. De portefeuillehouder heeft dit als idee in zijn voorstel overgenomen, hoewel er een verschil is met de oorspronkelijke bezuinigingsdoelstelling. Uit de notitie spreekt duidelijk dat dit scenario toekomstgericht en kansrijk is. Er zijn nog zorgen. Zo wordt het filiaal Geuzenveld druk door kinderen bezocht. Daarom moet er gekeken worden of er iets voor die kinderen in samenwerking met de scholen kan worden gedaan. Voor Slotervaart geldt hetzelfde, dat wordt door meerdere ouderen bezocht. Bekeken moet worden of er samen met verzorgingsinstellingen naar een oplossing kan worden gezocht, zodat ouderen met een bibliotheekkaart gebruik kunnen maken van die bibliotheekvoorzieningen. Met deze kanttekeningen kan scenario 5 de instemming hebben van de OBA. De heer Engel (TvA) vraagt of de OBA bereikbaarheid, nabijheid en kleinschaligheid niet meer zo’n belangrijk punt vindt voor Slotervaart. De heer Van Velzen ontkent dat, want de OBA zou het liefst voor scenario 4 hebben gekozen, maar daar is geen geld voor. In dat scenario kon de OBA slechts 10% bezuinigen als de bestaande dienstverlening overeind moet worden gehouden. De consequenties die aan scenario 5 zitten, ziet de OBA ook. Hij heeft aangegeven hoe de OBA die wil oplossen. Daarbij komt dat grote vestigingen meer opleveren. De heer Van Grol (VVD) vindt het een lastige afweging. Hij vraagt waar de heer Van Velzen voor zou kiezen, als men diep in zijn hart kijkt. Hij begrijpt dat een scenario met drie bibliotheken bedrijfseconomisch het beste zou zijn. De heer Van Velzen herhaalt wat hij zojuist heeft gezegd. De OBA is voor een goede spreiding, maar er is een ondergrens aan de levensvatbaarheid. Een bibliotheek moet inhoud hebben, goede openingstijden, een collectie en deskundige medewerkers die advies kunnen geven. Daarop zijn de scenario’s 1, 2 en 3 becommentarieerd, want dan zouden de vestigingen niet meer levensvatbaar zijn. In eerste instantie heeft de OBA daar scenario 4 tegenovergezet om de korting tot 10% te beperken; dat heeft de voorkeur. Vervolgens komt de OBA met scenario 5, dat voor- en nadelen heeft. Er moet een keuze worden gemaakt, de OBA heeft er niet om gevraagd. Die kiest het liefst scenario 0, de bestaande situatie zonder korting. De OBA tracht mee te denken binnen de mogelijkheden. Mevrouw Verboom (BNW81) begrijpt dat het niet rendabel zou zijn als er vijf bibliotheken blijven staan en dat er daarom voor de grote wordt gekozen. De heer Van Velzen heeft dat niet bedoeld te zeggen. Als de bezuinigingsopdracht van meer dan 10% wordt vertaald over vijf vestigingen, dan zijn ze niet meer rendabel. Dan is het beter om minder, maar goede vestigingen open te houden.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Pagina 3 van 15
100
105
110
115
120
125
130
135
140
145
150
155
160
Mevrouw Kronenberg (PvdA) merkt op dat in de notitie van de heer De Wilt staat dat er ook nagedacht moet worden over de alternatieven voor mensen waarvoor de afstand te groot wordt. De vorige keer heeft de OBA gezegd alleen volwaardige bibliotheken te willen runnen. Klopt het dat de OBA nu wel over die oplossingen wil nadenken? De heer Van Velzen antwoordt dat hij heeft gesuggereerd dat de schoolbibliotheken opgewaardeerd kunnen worden, zodat er voor de kinderen een redelijk volwaardige bibliotheekvoorziening is. De OBA is voor een compleet aanbod, omdat er anders mogelijk een doelgroep niet bereikt wordt, maar als het aanbod niet compleet kan zijn, moet er toch iets worden gedaan voor de groepen die niet bereikt worden. Daarom zoekt hij naar mogelijkheden om een aanbod te doen dat professioneel verantwoord is. Dat is geen volwaardig aanbod, maar dan gaat het om de keuze iets of niets. Mevrouw Kronenberg (PvdA) vraagt of de OBA bereid is om samen met de portefeuillehouder een analyse te maken van de mogelijkheden en gevolgen, want die lijkt haar nodig als het aanbod moet worden versterkt in een buurt waar de bibliotheek verdwijnt. De heer Van Velzen zou dat graag doen, die suggestie heeft hij zojuist gedaan. De heer Vos (PvdA) merkt op dat een grote vestiging meer bezoekers genereert, zoals in Osdorp blijkt, en dat die goedkoper is. Komen er dan ook meer ouderen en kinderen in zo’n filiaal en is de afstand dan opeens niet meer een probleem? De heer Van Velzen antwoordt dat met name het omgevingsklimaat belangrijk is. De OBA zit in Zuidoost in twee winkelcentra bij het OV. Daar komen al mensen naartoe. De locatie in Osdorp bevindt zich ook tussen een combinatie van voorzieningen. Dan zijn afstanden minder een probleem, en voor de mobiele groep geen probleem. Voor de supermobielen (studenten) telt afstand niet, die komen voor de voorziening. Naar een voorziening voor minder mobielen moet goed worden gekeken. Mevrouw Janssen vult aan dat er naar Osdorp veel ouderen en kinderen komen. De ouderen vooral omdat de OBA veel ochtenden open is. Op woensdagmiddag is de bibliotheek vol met kinderen. Voor een groot filiaal is dit geen probleem, omdat er aparte hoeken voor doelgroepen zijn gecreëerd. Dat is een voordeel van een groot filiaal. De heer Bobeldijk (SP) heeft nog een aanvullende vraag over de scenario’s 4 en 5. Als er aanvullende maatregelen voor de scholen worden genomen, kost dat extra geld bij scenario 5. Kan er dan wel meer worden bezuinigd dan in scenario 4? De heer Van Velzen kan geen concreet antwoord geven, want daarvoor moet worden gekeken wat in samenwerking met de scholen kan worden gedaan en wat de inbreng van de OBA moet zijn. Qua collectie is het geen probleem, maar het zal ongetwijfeld iets kosten vanwege de begeleiding die nodig is. De heer Molewijk (BNW81) merkt op dat de OBA heeft gezegd eventueel te kunnen leven met een variant van scenario 1, zeg 1b, dan zou Overtoomse Veld sluiten. Deze variant lijkt op scenario 6. De vestigingen op het Mercatorplein en Bos en Lommer moeten dan vanzelfsprekend open blijven. Hoe kijkt de OBA hier tegenaan? Hij merkt op dat bezoek niet alleen een kwestie is van mobiliteit, maar ook van gewoonte. Alleen de mensen in De Aker zouden bereid zijn grotere afstanden te overbruggen, blijkt uit de stukken. Dat onderzoek is dus al gedaan. Dit levert een probleem op voor Geuzenveld, als de vestiging daar weggaat. Dat is moeilijk op te lossen. De heer Van Velzen antwoordt dat het niet zijn taak is de bezuinigingen te verdedigen. Scenario 6 is volgens hem minder, omdat er geen alternatief wordt geboden. Met scenario 5 wordt een stap voorwaarts gezet, omdat er een grotere vestiging wordt aangeboden. Daarmee kan meer worden geboden. Scenario 6 is een soort afbouwscenario, dat heeft niet zijn voorkeur, maar is wel beter dan de scenario’s 1, 2 en 3, want daarin wordt geen volwaardig scenario geboden. De OBA is gevraagd mee te denken. Daarom schetst hij mogelijkheden, maar niet met vreugde. Het liefst houdt hij vast aan scenario 0 en anders kiest hij voor scenario 4. Hij begrijpt de vraag overigens niet. De heer Molewijk (BNW81) zal zijn vraag aan de portefeuillehouder stellen. Hij heeft de heer Van Velzen niet willen verleiden tot het verdedigen van de bezuiniging. De heer Turgut (GroenLinks) zegt dat hij ook het liefst scenario 0 kiest, maar helaas heeft het stadsdeel te maken met bezuinigingen. Zojuist zijn de voor- en nadelen van het aantal bibliotheken en een grote bibliotheek aangegeven. Hij is blij dat de OBA wil meedenken.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Pagina 4 van 15
165
170
175
180
185
190
195
200
205
210
215
220
Hij vraagt wat de belangrijkste voorwaarden zijn voor het aanbod voor de minst mobiele groepen en voor het aantal vierkante meters. De heer Van Velzen antwoordt dat het gaat om de voorwaarden voor drie grote vestigingen. Het filiaal in Osdorp is 1100 m². Voor het nieuwe filiaal in Slotermeer is het huurcontract getekend, dat wordt 800 m². De voorgestelde vestiging zou 1000 m² worden. Met zulke filialen kan een breed aanbod worden geleverd. 500 m² zou te klein zijn. Op de genoemde afmetingen zijn de financiële berekeningen gemaakt. In Geuzenveld moet vooral worden gekeken of er met de scholen iets voor de jongeren kan worden gedaan. Daarom moet worden bekeken met welke school het best een samenwerkingscontract kan worden gesloten. De OBA zit bovendien in heel veel verzorgingstehuizen met een voorziening. Bekeken moet worden of die opgewaardeerd kunnen worden voor ouderen met een bibliotheekkaart. De heer Engel (TvA) interrumpeert dat als de OBA een contract tekent voor een groter filiaal, men op zijn vingers kan natellen dat bij bezuinigingen geen vijf filialen open kunnen blijven en er dus voor drie grotere moet worden gekozen. De heer Van Velzen antwoordt dat die zaken een beetje naast elkaar staan. Drie tot vier jaar geleden zijn de gesprekken begonnen over een nieuw filiaal in plaats van het huidige in Tuinstad Slotermeer. Die bibliotheek is heel belangrijk voor de ontwikkeling van de Jan de Louterhof. De projectontwikkelaar wilde pas starten, als er een huurcontract met de bibliotheek lag. Dit is in nauw overleg met het stadsdeel gebeurd, nog voor deze bezuinigingsoperatie. Hij is blij dat inmiddels het huurcontract is getekend en dat de eerste paal binnenkort de grond in gaat. De heer Fraanje (CDA) vindt het onevenredig zwaar dat de bibliotheek 30% moet bezuinigen en het stadsdeel dit voor ongeveer 15% moet doen. Scenario 4 gaat uit van 10%. Als de evenredigheid wordt gehanteerd en de OBA 15% moet bezuinigen, wat is dan haalbaar? De heer Van Velzen antwoordt dat het advies dan toch zou zijn één vestiging te sluiten, om in de andere vier een goede dienstverlening aan te kunnen bieden. De bibliotheken werken namelijk uitermate efficiënt, dus bij een besparing van 15% gaat dit ten koste van een adequate dienstverlening. 10% is met een aantal maatregelen te bereiken, waaronder een tariefsverhoging. Mevrouw Kronenberg (PvdA) vraagt of de OBA voor negen kleine of vier grote bibliotheken zou kiezen als er geen zouden zijn. Zij vraagt dit om achter de visie van de OBA te komen. De heer Van Velzen antwoordt dat het huidige spreidingsmodel in de loop der jaren is ontstaan. Op dit moment is er gemiddeld één vestiging op 25.000 – 30.000 inwoners. In dit stadsdeel klopt de huidige spreiding vrij aardig, hoewel de afstand tussen Slotervaart en De Meervaart niet zo groot is. Dit heeft de OBA in het verleden aangegeven. Out of de box zou hij wellicht op vier bibliotheken uitkomen, als er nog geen waren. De heer Sevincer (D66) vraagt of er met scenario 5 meer kan worden bezuinigd dan het bedrag dat zojuist is genoemd. Ligt het bedrag van 150.000 vast? De heer Van Velzen antwoordt dat de OBA dit bedrag kan aanvullen op de nieuwe situatie. De bezuiniging van 10% is deels verwerkt in de bedragen die zijn opgevoerd en daarbovenop komen zaken als een tariefsverhoging in de komende jaren en samenwerking met instellingen. Daarmee is de limiet bereikt voor het leveren van dezelfde prestaties. De voorzitter vraagt of er nog vragen aan de portefeuillehouder zijn. Er ligt immers een nieuwe notitie. De heer Engel (TvA) vindt dit niet nodig, omdat het de keuze van de portefeuillehouder is om met een nieuwe notitie te komen. De discussie is voor de fracties duidelijk, namelijk kleinschalige bibliotheken met een bezuiniging van 800.000 of grootschalige. Hij begrijpt uit de toelichting van de portefeuillehouder dat uit het potje voor nieuw beleid een bedrag kan komen om de bezuiniging wat af te zwakken. Mevrouw Kronenberg (PvdA) vindt het prettig als er technische vragen kunnen worden gesteld. De voorzitter constateert dat er nog vragen liggen.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Pagina 5 van 15
225
230
235
240
245
250
255
260
265
270
275
280
De heer Bobeldijk (SP) vraagt waarover er precies wordt besloten. Dat er meerdere scenario’s zijn of over een voorkeursscenario? De heer De Wilt (pfh) antwoordt dat het oorspronkelijk zijn bedoeling was om dit met de raad te overleggen. Naar zijn gevoel moet de raad meningen kunnen uitspreken en moties kunnen indienen. Hij zou zijn besluit formuleren in de zin van: kennis nemen van. Gezien de aanvullende notitie is het verstandig in het besluit op te nemen dat de raad het DB verzoekt scenario 5 verder uit te werken. Dan is vastgelegd dat men die richting opgaat. De heer Engel (TvA) vraagt of het klopt het dat er een bedrag kan worden besteed uit het bedrag van 5 mln. dat voor nieuw beleid is aangemerkt. De heer De Wilt (pfh) antwoordt dat hij in scenario 5 een meerwaarde ziet. Hij denkt dat het met scenario 5 mogelijk is om een veel groter aantal bewoners van Nieuw-West te bereiken. Dit vereist enige uitwerking, bijvoorbeeld voor de locatie van één nieuwe grote bibliotheek in Slotervaart als vervanging voor de twee die er nu staan. Vergeleken met de bestaande bibliotheken moet er iets nieuws worden toegevoegd. Dan is hij bereid om het DB voor te stellen aan de raad te vragen geld voor nieuw beleid in te zetten. De heer Molewijk (BNW81) merkt op dat in scenario 5 een besparing wordt genoemd van 250.000. Dat is nog lang geen 800.000. Scenario 4 levert 225.000 op. Het verschil is dus niet groot en moet overbrugbaar zijn. Als scenario 5 financieel haalbaar is, dan moet scenario 4 dat ook zijn en dat heeft de voorkeur van de OBA. De heer De Wilt (pfh) ontkent dat. Als er een scenario wordt gevonden waarmee het bereik van de bibliotheken groter is dan het nu is, vindt hij het logisch dat de raad voorstellen bereiken om hiervoor nieuw geld in te zetten. Dat is het grote verschil met de andere scenario’s, want die gaan uit van het afbouwen van de bestaande situatie, met uitzondering van scenario 0, maar die levert niet genoeg op. De heer Turgut (GroenLinks) vraagt een toelichting op het volgende: “Ten aanzien van de nu gepresenteerde scenario’s blijft op dit moment van belang of de beoogde taakstelling van 800.000 wordt behaald.” Betekent dit dat het op een ander moment om een ander bedrag kan gaan? De heer De Wilt (pfh) antwoordt dat hij daarmee wil zeggen dat hij dit op dit moment doet met een bepaalde taakstelling. Die taakstelling toetst hij op dat bedrag. Daarom is hij voorzichtig in zijn reactie op scenario 5 en druk hij voorzichtig uit hoe de voorstellen tot stand zullen komen. Die moeten nog onderzocht worden voordat ze de raad bereiken. Mevrouw Kronenberg (PvdA) vraagt hoe lang de portefeuillehouder denkt nodig te hebben voor dit onderzoek. De heer De Wilt (pfh) verwacht ongeveer een half jaar. Hij zegt toe dat hij dat zal proberen. Meningvormend De voorzitter verzoekt de heer De Wilt aan de andere tafel plaats te nemen. De heer Fraanje (CDA) merkt op dat de notitie van het DB duidelijk laat zien dat de huidige kwaliteit en bereikbaarheid niet in stand kan worden gehouden met een korting van 800.000. De CDA-fractie vindt dit een kwalijke zaak, zowel sociaal-maatschappelijk gezien als vanuit het evenredigheidsbeginsel. De notitie van het DB is dubbelslachtig, want die gaat uit van een bezuiniging van 800.000, maar benadrukt hoe belangrijk de functie van de bibliotheek is. Vooral jongeren tot 19 jaar en ouderen weten de bibliotheek te vinden, laagopgeleiden en ongeschoolden, en de bibliotheek is een belangrijke ontmoetingsplek in de wijk. Nabijheid is belangrijk om deze functies te kunnen blijven vervullen. De bibliotheek moet onevenredig veel bezuinigen, namelijk 30%. Het is redelijk om een bezuiniging op te leggen, maar onredelijk om 30% te vragen, dat is te makkelijk. De heer Vos (PvdA) vraagt waar de heer Fraanje dan wel op wil bezuinigen. De heer Fraanje (CDA) antwoordt dat naar dat geld nog kan worden gezocht. Er stond een voorstel in een notitie die niet door de raad is aangenomen. De CDA-fractie hecht sterk aan nabijheid en heeft daarom een voorkeur voor scenario 4. Het denken wordt gericht op scenario 5. Hij vraagt of de fracties bereid zijn te zoeken naar
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Pagina 6 van 15
285
290
295
300
305
310
315
320
325
330
335
340
geld om minder te hoeven bezuinigen, en het geld elders vandaan te halen, omdat deze publieke voorziening zo ontzettend belangrijk is. De heer Turgut (GroenLinks) vraagt of de CDA-fractie wil zeggen dat de bewoners het moeten doen met 10% minder aanbod. Dan zullen de mobielere bezoekers van de bibliotheken elders naartoe gaan. De heer Fraanje (CDA) begrijpt deze vraag niet. De CDA-fractie probeert een afweging te maken tussen de verschillende scenario’s. Ze heeft dezelfde afweging gemaakt als de heer Van Velzen. De vraag is of men voor drie grotere vestigingen is, waarbij een deel van de bezoekers afhaakt omdat de afstand te groot wordt. Dan gaat zijn keus naar scenario 4. Hij vraagt aan de andere fracties hoe zij hier tegenaan kijken. Overigens ging hij ervan uit dat het onderwerp niet meningvormend zou worden behandeld, maar dat een en ander in een motie neergelegd zou kunnen worden naar aanleiding van deze discussie en dat er een opdracht kan worden gegeven aan het DB. De heer Engel (TvA) vraagt een verduidelijking aan de heer Fraanje. Blijkbaar gaat die ermee akkoord dat er 800.000 wordt bezuinigd op de bibliotheken, terwijl er ook geld uit het potje voor eigen beleid kan worden gebruikt, zodat er 4,2 mln. overblijft voor eigen beleid en er 800.000 is om de bibliotheken te redden. De heer Fraanje (CDA) is blij dat de heer Engel deze vraag stelt, want hij zit op dezelfde denklijn. De voorkeur van de CDA-fractie gaat uit naar scenario 4, met een bezuiniging van 225.000. Hij heeft de raad gevraagd of die bereid is te zoeken naar een vermindering van de opgelegde bezuiniging van 800.000. De heer Molewijk (BNW81) merkt op dat de mening van de BNW81-fractie lijkt op wat de heer Fraanje hierover zegt. Het belang van de bibliotheken staat in de stukken van de portefeuillehouder. De kwaliteit van Nieuw-West blijft onder het NAP en de OBA vormt zijns inziens een compensatie van die achterstand. Hij wijst op de sociaaleconomische opgave waarin de bibliotheken een rol spelen. Dit pleit voor het handhaven van de filialen. Om diverse redenen is de bereidheid in Nieuw-West om grotere afstanden af te leggen niet zo groot, met uitzondering van de bewoners in De Aker, maar het is van belang dat mensen lezen en hun kennis vermeerderen. Hij wijst erop dat het filiaal aan het Sierplein nog niet zo lang bestaat en dat het na Osdorp het best draaiende filiaal is. Er is dus reden om dat niet te sluiten. In eerste instantie gaat de voorkeur van zijn fractie uit naar het handhaven van de huidige vestigingen. Vier sluiten en twee nieuwe neerzetten, is op papier mooi, maar voor zijn fractie is het niet duidelijk of daarmee een groter bereik wordt gehaald. De OBA boekt successen met de bestaande filialen en heeft een heel groot bereik; dat is bewonderenswaardig. De heer Vos (PvdA) vraagt of de expertise van de OBA niet helder is. De heer Van Velzen heeft verteld dat de grotere filialen meer bereik hebben, ook bij ouderen en jongeren. Wantrouwt de heer Molewijk die gegevens? De heer Molewijk (BNW81) ontkent dat. Zijn fractie sluit zich aan bij het voorkeurscenario van de OBA en dat is scenario 4 en niet scenario 5. Blijkbaar zijn de voordelen van scenario 5 minder groot dan die van scenario 4. Mevrouw Kronenberg (PvdA) begrijpt de orde van de vergadering niet meer. Wordt er geïnterrumpeerd of geven de fracties hun bijdrage? De voorzitter antwoordt dat er kan worden ingegaan op de vragen van de heer Fraanje. Dit kan per interruptie, maar ook door het formuleren van een eigen mening. De heer Tromp (VVD) ondersteunt het pleidooi van de heer Molenwijk voor een groot deel, omdat de bibliotheken een zeer grote functie vervullen in de samenleving. Hij begrijpt echter niet dat de bibliotheek een compensatie is voor het feit dat Nieuw-West onder NAP zit. Als je het omdraait, zijn er geen bibliotheken nodig in wijken waar mensen het goed doen. De heer Molewijk (BNW81) vindt dit een rare samenvatting van zijn woorden. Mevrouw Kronenberg (PvdA) reageert op de vraag van de heer Fraanje. Als er een magnifieke mogelijkheid is om minder te hoeven bezuinigen dan nu moet, wil zij daar graag naar luisteren. Zij begrijpt dat de heer Fraanje geen voorstel heeft voor waar dat geld vandaan moet komen, terwijl er al bijna anderhalf jaar over wordt gesproken. De heer Engel (TvA) wijst erop dat hij een voorstel heeft gedaan.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Pagina 7 van 15
345
350
355
360
365
370
375
380
385
390
395
400
Mevrouw Kronenberg (PvdA) wil voor de beoordeling daarvan eerst weten welk eigen beleid dan niet wordt uitgevoerd. De heer Engel (TvA) zegt dat hij al heel lang wil weten wat het eigen beleid van deze coalitie is. De heer Fraanje (CDA) wijst erop dat de CDA-fractie eerder een tegenvoorstel heeft ingediend. Dat is toen afgestemd. Bovendien is regelmatig gezegd dat het niet het juiste moment was om erover te spreken, omdat de notitie van het DB moest worden afgewacht. Nu ligt die notitie er en vraagt hij naar de bereidheid van de fracties om naar een andere oplossing te zoeken. Hij is blij te horen dat de PvdA-fractie zegt dat die bereidheid er is. De voorzitter ziet de heer Vos knikken. Mevrouw Kronenberg (PvdA) meldt dat de PvdAfractie uiteraard bereid is na te denken over goede ideeën. Zij vervolgt dat het buiten kijf staat dat bibliotheken een heel belangrijke voorziening zijn. Haar fractie twijfelt daar niet aan. Er moet meer of minder worden bezuinigd. Als er bezuinigd wordt, is het belangrijk daar goed over na te denken en een goede visie en heldere analyse te maken. Dat het Sierplein niet zo gunstig ligt, maar er toch veel mensen naartoe zouden gaan, is een mening die niet gebaseerd is op geografische gegevens. Zij ziet graag een uitgewerkte versie van scenario 5 met een onderzoek naar de demografische gegevens en de gegevens van de OBA over mensen die al dan niet bereid zijn om ver te reizen. Dan wordt duidelijk wat er gebeurt als een filiaal als dat op het Sierplein wordt gesloten. Ook is het belangrijk om te weten of het filiaal op het Sierplein slechts een kleine straal rondom het Sierplein bedient en of een grote groep niet wordt bediend. Dat laatste is namelijk mogelijk. Hoe wordt dat opgelost? Alleen met een goede analyse en goed onderzoek kan worden geconcludeerd of het zinvol is om geld voor nieuw beleid in te zetten voor een mooi plan, en dat te steunen. Mevrouw Van Slagmaat (D66) zegt dat de D66-fractie blij is met de toelichting van de OBA op scenario 5. Zij wil dat goed wordt gekeken naar de gevolgen van scenario 5 en hoe die kunnen worden opgevangen. Daarvoor is het nuttig om naar samenwerking met verzorgingshuizen en scholen te kijken. Daarnaast wil haar fractie de discussie breder trekken. De bibliotheken vallen onder de portefeuille Cultuur, maar ze hebben een breder bereik. Kunnen lezen betekent namelijk ook kunnen meedoen aan de samenleving. 15% van de bevolking in Amsterdam kampt met laaggeletterdheid. In heel Nederland kost laaggeletterdheid de samenleving meer dan 500 mln. Daarom kunnen de bibliotheken een belangrijke taak vervullen op het gebied van duurzame participatie van de bewoners in Nieuw-West, door ook in te zetten op leesbevordering, taalvaardigheid en het bestrijden van laaggeletterdheid. Zij vraagt het DB om over een half jaar te komen met een breed beleid waarin bibliotheken verankerd zijn in een plan met OKC’s, basisscholen, voorscholen, Huizen van de Wijk en het bedrijfsleven en waarin wordt ingezet op taalachterstanden en laaggeletterdheid. Dit is dus een oproep aan alle DB-leden. De heer Van Grol (VVD) meldt dat de VVD-fractie de bibliotheken heel belangrijk vindt. Hij wijst erop dat het DB 800.000 wil bezuinigen op de bibliotheken. Vervolgens worden ze geïsoleerd uit het hele pakket aan bezuinigingen en moet de raad aangeven waar die 800.000 vandaan moet worden gehaald. Hiermee wordt de wereld op zijn kop gezet. Mevrouw Kronenberg (PvdA) interrumpeert dat er een motie is aangenomen waarbij de raad een opdracht heeft gegeven. De heer Van Grol (VVD) reageert dat daarin wordt opgeroepen de bibliotheken open te houden en niet om er 800.000 op te bezuinigen. Zijn fractie begrijpt dat er van iedereen offers worden gevraagd, ook van de OBA. Het is positief dat de OBA meedenkt in oplossingsrichtingen. Hij vindt dat er een beetje om de hete brij wordt heen gedraaid door scenario’s te maken en er over een jaartje weer naar te kijken. Volgens zijn fractie moet er van vijf naar vier filialen worden gegaan. De afstanden naar een bibliotheek zijn voor de burgers nu namelijk maximaal 1,5 km. Hij denkt dat ze er begrip voor hebben als die maximaal 1,7 km worden, als de voorziening blijft zoals die is. Als de vijf filialen openblijven, wordt de voorziening immers veel minder. Het filiaal op het August Allebéplein zou volgens zijn fractie gesloten moeten worden. Bij de resterende vier filialen moet worden gekeken naar mogelijke bezuinigingen. Dit zou de beste oplossingen zijn. Drie nieuwe filialen vindt de VVD-fractie een beetje futuristisch. De mensen zijn gewend om naar de huidige filialen te lopen en het zal een aantal jaren duren voordat er nieuwe filialen zijn; wellicht bestaat het stadsdeel dan niet meer. Hij steunt de oproep van de CDA-fractie om te bekijken of de bibliotheken op een andere manier
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Pagina 8 van 15
405
410
415
420
425
430
435
440
445
450
455
460
gefinancierd kunnen worden. Een week geleden heeft de VVD-fractie overigens voorstellen gelanceerd waarin staat hoe zij alles wil financieren. Mevrouw Kronenberg (PvdA) wijst erop dat in dat voorstel staat dat alle subsidies geschrapt kunnen worden, behalve drie. Daar staan de bibliotheken niet bij. De heer Van Grol (VVD) antwoordt dat de bibliotheken onder 9 staan. De heer Bobeldijk (SP) meldt dat de SP-fractie qua voorkeursscenario de volgorde van de OBA volgt. Een goede bereikbaarheid is de minimumeis. Dit betekent dat scenario 5 de uiterste variant is, met aanvullende maatregelen voor de bereikbaarheid. De voorkeursvariant is scenario 4. Hoe dit kan worden bekostigd, is door de heer Engel gezegd. De heer Turgut (GroenLinks) sluit zich aan bij mevrouw Kronenburg. Het gaat om het verbeteren in plaats van het achteruitgaan van de kwaliteit. Hij steunt het voorstel in de brief van de portefeuillehouder, onder voorwaarde dat dit in nauwe samenwerking gebeurt met de OBA. De heer Engel (TvA) wijst erop dat het om een keuze gaat, namelijk kiezen voor de zwakkere bewoners of voor een forse bezuiniging. Hij verwachtte dat de fracties van PvdA en GroenLinks zouden kiezen voor de zwakkere bewoners, die op korte afstand een bibliotheek moeten hebben. De bibliotheek hoeft niet up to date te zijn, als er maar gelezen kan worden en de taal onderwezen wordt. Bij een aangekondigde bezuiniging van 800.000 moet naar nieuw beleid worden gekeken, terwijl er geen bezuinigingen zijn aangekondigd voor bijvoorbeeld De Meervaart. De portefeuillehouder heeft min of meer voorgesteld dat er naar een nieuwe bibliotheek kan worden gekeken tussen het Sierplein en het August Allebéplein in. Dit kan een oplossing zijn voor het bereikbaarheidsprobleem. Dit moet goed worden uitgezocht. Voorlopig blijft zijn keuze om de huidige filialen open te houden, omdat de bereikbaarheid heel belangrijk is en zwakkere bewoners er gebruik van moeten kunnen maken. Verder stelt hij voor om op zoek te gaan naar 800.000. De heer Tromp (VVD) vindt dat dit te ver gaat, omdat de heer Engel een valse voorstelling van zaken geeft. Alsof mensen altijd maar zwak, ziek en misselijk zijn en niet iets verder kunnen lopen. Sociaal zwakkeren kunnen makkelijk 200 meter verder lopen. De heer Engel (TvA) spreekt bij zwakkeren over jonge kinderen en de wat oudere mensen. In Slotervaart woont een grote groep mensen van boven de 70 jaar, voor wie het wat moeilijker is om ergens naartoe te gaan. Mevrouw Kronenberg (PvdA) vindt het jammer dat de heer Engel zegt dat de PvdA niet voor de zwakkeren opkomt en dat dit zou blijken uit het feit dat de PvdA-fractie filialen wil sluiten. Dat heeft zij niet gezegd. Zij heeft gezegd dat haar fractie een onderzoek wil zien waarin scenario 5 wordt meegenomen, dat zij blij is dat er alternatieven worden gezocht voor de doelgroepen waarover de heer Engel spreekt, dat dit in samenwerking moet gebeuren met de OBA en dat de OBA gelukkig ook bereid is om daarover na te denken. Dit kan betekenen dat er dan meer mensen bediend worden dan nu, maar op een andere manier. Zij is benieuwd hoeveel scholen er op dit moment rond het Sierplein zijn die geen goed uitgeruste bibliotheek hebben. De heer Engel (TvA) merkt op dat de meeste basisscholen een beperkte bibliotheek hebben, omdat de financiën ontbreken om meer boeken aan te schaffen en gebruik maken van een openbare leesbibliotheek. Bovendien is het belang van een filiaal niet alleen dat er boeken staan, maar ook dat de gelegenheid wordt geboden om mensen bij elkaar te brengen en er boeken te presenteren. Dat is belangrijk voor een wijk. Als de bibliotheek kan worden uitgebreid met voorzieningen die voor de wijk belangrijk zijn – dat is hij met de portefeuillehouder eens – dan is het een belangrijke voorziening. Dat moet worden bekeken. Het gaat hem te ver om 800.000 op de bibliotheken te bezuinigen. Mevrouw Kronenberg (PvdA) begrijpt dat de heer Engel dat te ver vindt gaan, maar zij betreurt het dat hij heeft gezegd dat de PvdA-fractie dat wil. Zij wil goed kijken naar de alternatieven en een weloverwogen keuze maken. Zij ziet graag de motie van de heer Fraanje tegemoet. Zij zegt juist niet: sluit maar. De heer Engel (TvA) neemt dat zondermeer aan. Wellicht is het dualisme een beetje bij de PvdA-fractie doorgedrongen. Als de portefeuillehouder 800.000 wil bezuinigen, gaat hij ervan uit dat de partijen die hem steunen, dat ook willen.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Pagina 9 van 15
465
470
475
480
485
490
495
500
505
510
515
520
525
Mevrouw Kronenberg (PvdA) heeft niet gezegd dat die 800.000 niet moet worden bezuinigd, maar zij wil niet zomaar rigoureus zonder na te denken pats boem 800.000 bezuinigen. De heer Turgut (GroenLinks) wijst erop dat de bezuinigingen veel meer voorzieningen voor bewoners bestrijken dan alleen bewoners die de bibliotheken bezoeken. Osdorp heeft maar één bibliotheek met een groot bereik, de meeste bezoekers en het beste aanbod. Het is een belangrijke voorwaarde dat voorzieningen in stand worden gehouden. Als dit in Osdorp lukt, waarom zou dit ook niet elders lukken? Waarom wil de heer Engel niet meewerken aan een onderzoek om dit ook in de rest van het stadsdeel te bewerkstelligen? De heer Engel (TvA) zegt in principe aan elk onderzoek te willen meewerken. Hij wijst erop dat de bibliotheek in Osdorp in een groot winkelcentrum staat. Dat is anders dan op het August Allebéplein. Hij kan zich niet voorstellen dat mensen alleen voor het lenen van een boek een grotere afstand afleggen. De heer Turgut (GroenLinks) vraagt of de heer Engel dat heeft onderzocht. De heer Engel (TvA) meent niet zo stom te zijn dat hij niet begrijpt dat de afstand een beetje te groot is. De heer Fraanje (CDA) wijst erop dat het niet alleen om mensen gaat die minder mobiel zijn, maar ook om schoolklassen die daardoor meer reistijd krijgen. De heer Molewijk (BNW81) vindt dat degenen die met de portefeuillehouder meegaan, over het hoofd zien dat de OBA scenario 4 prefereert. Dit zou vreemd zijn in de wetenschap dat met scenario 4 veel minder mensen worden bereikt dan met scenario 5. Mevrouw Van Slagmaat (D66) interrumpeert dat de OBA in eerste instantie scenario 4 heeft aangegeven. Nu zijn er voorstelen bij scenario 5 gedaan om knelpunten op te lossen voor ouderen en kinderen. Zij kan zich voorstellen dat met deze waarborgen en wellicht extra geld, scenario 5 steeds hoger op de ranglijst komt te staan. De heer Molewijk (BNW81) begrijpt dat mevrouw Van Slagmaat minder dan 800.000 wil bezuinigen. Hij meent dat niet echt te berekenen is wat er in de toekomst gebeurt. Hij heeft geen garantie dat de extra voorzieningen blijvend zijn. In feite is een investering in een bibliotheek een investering in een veel langere toekomst. Er is nu sprake van een economische dip, maar die is tijdelijk. Volgens hem kan men niet voortdurend bibliotheken openen en sluiten, al naar gelang de conjunctuur. De heer Turgut (GroenLinks) merkt op dat de heer Molenwijk koffiedik kijkt. Er moet van de huidige gegevens worden uitgegaan en niet worden gekeken naar een scenario voor de komende 100 jaar. De heer Molewijk (BNW81) heeft dat niet gezegd. Mevrouw Kronenberg (PvdA) wijst erop dat ook als een schoolklas een halve kilometer moet reizen, dit met een bus gebeurt. In dat geval is het Osdorpplein makkelijker te bereiken dan het Sierplein. Zij wil eerst zien wat de consequenties zijn, voordat zij gaat speculeren. De heer Fraanje (CDA) reageert dat hij zijn opmerking over de schoolklassen baseert op wat eerder tegen de raad is gezegd door de scholen, namelijk dat een aantal activiteiten moet worden geschrapt uit het lesprogramma als er filialen worden gesloten, omdat de afstand dan te groot wordt. De heer Vos (PvdA) vraagt of de bibliotheken voor die scholen dan bij een OV-knooppunt moeten zitten. De heer Fraanje (CDA) herhaalt dat de scholen hebben gezegd dat ze een aantal activiteiten niet kunnen doen die ze nu wel doen, als er filialen dichtgaan. De heer Molewijk (BNW81) rondt zijn betoog af. De portefeuillehouder zou moeten worden gevraagd om zo goed mogelijk na te gaan wat het verschil in bereik is tussen het verwezenlijken van scenario 4 en scenario 5. Dat is een bredere opdracht dan alleen naar scenario 5 kijken, want daarmee zet men oogkleppen op. De heer Engel (TvA) merkt op dat dit onderzoek dan een jaar duurt. De heer Van Grol (VVD) wijst erop dat de VVD-fractie van duidelijkheid houdt. Er moet zorgvuldig naar gekeken worden of er 800.000 kan worden bezuinigd. De VVD-fractie geeft op een briefje dat met dit woud aan voorstellen, dit rookgordijn, het DB zal toezeggen naar de scenario’s te kijken, maar toch 800.000 zal bezuinigen. Daarom is het beter om samen met de OBA te bekijken wat reëel en haalbaar is, ook gezien de
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Pagina 10 van 15
530
535
540
545
550
555
560
565
570
575
580
585
bereikbaarheid voor de burgers. Er moeten misschien minder leuke keuzes worden gemaakt. Volgens de inlichtingen van de OBA is er nu een afstand van maximaal 1,5 km. Hij verwacht dat men bereid is om 200 meter verder te fietsen of te lopen. Dat lijkt hem de beste oplossing. Mevrouw Donk (SP) merkt op dat met het scenario van de VVD-fractie van vier filialen, niet 800.000 wordt bezuinigd. De heer Van Grol (VVD) antwoordt dat 800.000 aan bezuinigingen als voorstel is gedropt door het DB, dat is geen voorstel van de VVD-fractie. De raad kan debatteren over de vraag hoe met de bezuinigingen op de OBA moet worden omgegaan. De heer Sevincer (D66) zegt ook van duidelijkheid te houden. Hij is blij dat de VVD-fractie het ermee eens is dat er bezuinigd moet worden. Er liggen twee opties op tafel, namelijk scenario 4 en 5. Met scenario 5 wordt het meeste bezuinigd en die lijkt acceptabel te zijn voor de OBA. Daarom lijkt hem dat dit het favoriete scenario is. De portefeuillehouder heeft toegezegd dat hij in dat geval wil bekijken of het potje voor nieuw beleid kan worden ingezet, als er sprake is van nieuw beleid. Dit heeft de voorkeur van de D66-fractie. De heer Fraanje (CDA) begrijpt de angst van de VVD-fractie wel een beetje dat aan het eind van de rit iedereen met lege handen staat. De PvdA-fractie heeft gezegd te willen nadenken over het verlagen van de bezuiniging van 800.000. De GroenLinks-fractie heeft gezegd zich aan te sluiten bij de PvdA-fractie. Hij vraagt of de fracties van de PvdA en GroenLinks bereid zijn om vijf filialen open te houden door daarvoor het potje voor nieuw beleid aan te boren, bijvoorbeeld 400.000, zoals bij scenario 5. Dan kan voor dat deel van de bezuiniging dat niet wordt gehaald, naar een andere dekking worden gezocht. Mevrouw Kronenberg (PvdA) merkt op dat zij heeft gezegd dat het potje voor nieuw beleid alleen kan worden aangewend als het daadwerkelijk om nieuw beleid gaat en er een duidelijke visie en analyse onder ligt. De portefeuillehouder moet zeggen of dit bij scenario 4 kan. Bij scenario 5 gaat het om grotere filialen die nieuwe functies kunnen vervullen en naar nieuw beleid gaan. De heer Bobeldijk (SP) wijst erop dat bij voorgaande debatten is gezegd dat “nieuw beleid” een misplaatste term was, omdat het om oud beleid gaat dat uit incidentele gelden werd bekostigd. Hij raakt de draad kwijt. Mevrouw Kronenberg (PvdA) heeft een ingewikkeld antwoord. Als in scenario 5 in een bibliotheek ruimte wordt gemaakt voor oud beleid en de raad besluit om dat voort te zetten, dan is er sprake van nieuw beleid. De heer Vos (PvdA) licht het preciezer toe. Indertijd heeft de PvdA-fractie gezegd dat tussen meerjarige incidentele fondsen – waarvoor ongeveer 100 mln. minder komt als in de afgelopen vier jaar – bloemen zitten die wellicht kunnen worden gefinancierd uit het potje voor nieuw beleid. Bij de OBA is daar minder sprake van, maar bij de grote filialen is er een grotere kans dat er nieuwe vormen van beleid mogelijk zijn, die nu nog niet op die locaties worden uitgevoerd. De heer Van Grol (VVD) interrumpeert dat hij ooit een sprookje heeft gelezen in de bibliotheek dat heette De nieuwe kleren van de keizer. Het begint die kant op te gaan. De heer Vos (PvdA) merkt op dat de heer Van Velzen heeft gezegd dat er meer gebeurt in de grote filialen, daar heeft de heer Van Grol zijn antwoord gekregen. De heer Turgut (GroenLinks) antwoordt kort nee op de vraag die door de heer Fraanje aan de GroenLinks-fractie is gesteld. Zij is niet bereid om scenario 4 mee te nemen in een onderzoek. Hij is bang dat het dan weer een half jaar langer gaat duren, voordat er een concreet voorstel komt. De heer Molewijk (BNW81) vindt dat de GroenLinks-fractie erg weinig vertrouwen in de portefeuillehouder heeft De heer Turgut (GroenLinks) reageert dat het daar niet mee te maken heeft, maar met de onduidelijke opdrachtformulering, waardoor het lang kan gaan duren, voordat er een duidelijk antwoord komt. De voorzitter constateert dat de commissie in herhalingen vervalt en geeft het woord aan de vertegenwoordiger van de OBA om te reageren. De heer Van Velzen is verheugd dat er een positieve ondersteuning is van het werk van de bibliotheken. Hij denkt dat er goede aanknopingspunten zijn om in overleg met de portefeuillehouder tot goede voorstellen te komen. Er hoeft geen misverstand te bestaan over de richting die de OBA op wil gaan, namelijk een 5+ variant met de voordelen van
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Pagina 11 van 15
590
595
600
605
610
615
620
625
630
635
640
645
grote vestigingen, als de nadelen kunnen worden weggenomen van de grotere spreiding. Dit is een win-winsituatie, maar die kost wel geld. Het is dan niet haalbaar om 800.000 te bezuinigen. De OBA kan aantonen en waarmaken dat daar nieuw beleid in zit. Hij vond het debat positief. De heer De Wilt (pfh) complimenteert de raad met het debat, dat geeft namelijk veel helderheid. Hij gaat op drie punten in. 1. Hoe breder de opdracht is die hem worden meegegeven, hoe langer het gaat duren. Overigens kan hij wel het een en ander voor elkaar krijgen. 2. Hij is het niet met de heer Engel eens dat modernere activiteiten niet belangrijk zijn. Bibliotheken hebben al een veel bredere functie dan alleen boeken uitlenen. De moderne activiteiten zijn heel belangrijk voor de ontwikkeling voor de bewoners in Nieuw-West. Daaraan moet extra aandacht worden gegeven. Het is hem een lief ding waard als de bibliotheken beter voorzien in de behoeften van bewoners. 3. Hoe eenduidiger de oproep van de raad is, inclusief de opdracht om nieuw beleid in te zetten, hoe groter de kans van slagen is. Hij reageert op de opmerking van de heer Van Grol, die op een briefje geeft dat er op het eind 800.000 zal staan. Als hij zo doorgaat, is dat het geval. Spreker wijst erop dat hij de enige is geweest die een briefje heeft ingeleverd, en daar staat iets anders in. De heer Fraanje (CDA) kondigt aan met twee moties te komen, een om uit te gaan van scenario 4 en een om uit te gaan van scenario 5. Over twee weken kan de discussie worden afgerond in het besluitvormende deel. De heer Molewijk (BNW81) kan niet met zekerheid zeggen of hij een motie in zal dienen. De heer De Wilt (pfh) stelt voor dat het DB een besluit formuleert om kennis te nemen van de nota. Waarschijnlijk komt zijn brief daarbij. De raad heeft dan de mogelijkheid om er moties aan te hangen. Anders worden het moties vreemd aan de orde van de dag, en dat zou vreemd zijn. De heer Bobeldijk (SP) vindt een motie vreemd aan de orde van de dag niet vreemd. De heer De Wilt (pfh) wijst erop dat die normaal gesproken komt uit een initiatiefvoorstel vanuit de raad. Er is hier sprake van een nota van het DB waarover in twee commissievergaderingen is gesproken. De raad gaat overigens over zijn eigen orde. De heer Engel (TvA) vindt het logisch dat het DB met een voordracht komt, omdat er anders geen afsluiting is van deze cyclus. Mevrouw Van Slagmaat (D66) meldt dat de D66-fractie misschien met een motie komt over laaggeletterdheid en taalbevordering in het takenpakket van de bibliotheek. De voorzitter constateert dat er drie moties en een besluit komen. Zij sluit het agendapunt af met dank aan de heer Van Velzen en mevrouw Janssen. Zij feliciteert mevrouw Van Slagmaat namens de raad en het DB, omdat zij binnenkort jarig is. Er gaat een traktatie rond. 5. Aanvullend krediet Nieuwbouw Gymlokaal Iedersland HVP 2010-2011 Meningvormend De voorzitter memoreert dat dit agendapunt oriënterend is besproken in de vergadering van 5 oktober jl. Vandaag is het meningvormende deel, zodat er 26 oktober a.s. een besluit kan worden genomen. De heer Brugman (PvdA) merkt op dat alles duidelijk is en het een hamerstuk kan zijn. Mevrouw Van Slagmaat (D66) sluit zich hierbij aan. DMO geeft namelijk de garantie. De heer Tromp (VVD) vindt dat het niet fijn is om te betalen, maar dat dit moet worden gedaan. De heer Molewijk (BNW81) sluit zich aan bij de vorige sprekers. De heer Turgut (GroenLinks) meldt dat het een hamerstuk kan zijn. De heer Bobeldijk (SP) zegt: idem. De heer Engel (TvA) zegt: hamerstuk. De voorzitter constateert dat het voorstel als hamerstuk naar de raad van 26 oktober a.s. gaat 6.
Integraal Huisvestingsplan 2012 – 2014
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Pagina 12 van 15
De voorzitter meldt dat er geen oriënterende bespreking is geweest. De vragen zijn schriftelijk ingediend en beantwoord. Deze bespreking is oriënterend en meningvormend. 650
655
660
665
670
675
680
685
690
695
700
705
Oriënterend De heer Brugman (PvdA) heeft een vraag gesteld over de mogelijkheid om drie noodlokalen van de Bisschop Huygensschool om te zetten in permanente huisvesting. In het antwoord staat dat in de verordening die in 2012 van kracht wordt de extra ruimtebehoefte wordt geregeld in het kader van de gewichtleerlingen en dat die in permanente vorm uitgevoerd mag worden. De voorziening kan dus geplaatst worden op het huisvestingsprogramma van 2013. Betekent dit dat het DB in 2013 zal zorgen voor permanente huisvesting? De heer Mauer (pfh) antwoordt dat hij op de gang met degene heeft gesproken die zou inspreken, die daarop met een goed gevoel naar huis is gegaan. Misschien is dat een antwoord. Hij wijst erop dat er meerdere scholen zijn die gebruik maken van noodlokalen. Bij de overgang van tijdelijk naar permanent, dient daarom geen precedent te worden geschapen. Dus wordt er een aantal criteria gebruikt, namelijk de leerlingenprognose, hoe lang de tijdelijke voorziening er staat en wanneer die is afgeschreven. Hij heeft geconstateerd dat er geen sprake van een bijzondere situatie is, maar dat die ook niet echt wenselijk is. Hij heeft uit het overleg met de ASVO het gevoel gekregen dat moet worden bekeken of de tijdelijke lokalen eerder dan in 2018 kunnen worden omgezet in permanente. Dit betekent dat wordt bekeken of in het programma van 2013 – waarvoor voor 1 februari 2012 de aanvragen moeten worden ingediend – een voorziening kan worden opgenomen. Als er een aanvraag komt, bekijkt het DB vervolgens of er argumenten genoeg zijn om die in het programma op te nemen. De voorwaarden zijn dat de prognose nog steeds een stijgende lijn vertoont en de verordening is veranderd. Deze toezegging heeft hij aan de MR van de Bisschop Huygensschool gedaan en die is daar gelukkig mee. De heer Brugman (PvdA) dankt de portefeuillehouder voor zijn toezegging. Hij verwacht dat de school hier heel blij mee is. De heer Bobeldijk (SP) merkt op dat in het besluit een mandaat voor een aantal kredieten wordt gevraagd. Tegelijk wordt gevraagd het DB te mandateren voor alle kredieten die in het meerjarenbeleidsplan zitten. Klopt dit en komt het DB niet meer terug naar de raad met kredietaanvragen en zo ja, blijft de portefeuillehouder de raad dan informeren over de kredietaanvragen? De heer Mauer (pfh) antwoordt dat de formele lijn in het antwoord staat. Met dit voorstel wordt het Integraal Huisvestingsplan voor 2012-2014 vastgesteld. Er wordt dus een beslissing genomen voor scholen die later gebouwd zullen worden. Ieder jaar komt er een actualisatie van het huisvestingsprogramma. Als hij financieel dan wel inhoudelijk fundamenteel afwijkt van dit programma, dan legt hij dit aan deelraad voor. Het DB wordt gemandateerd om alle voorstellen die hier staan, af te handelen. De heer Brugman (PvdA) vervolgt dat de Sint Jan de Doper een gemengde school wil worden. De keuze wordt echter door de ouders gemaakt. Is het de keuze van de ouders als de school de leerlingen doorstuurt naar de Olympiaschool? Wil de portefeuillehouder de besturen bewegen om met elkaar te gaan praten, want die werken elkaar hierin tegen. De heer Mauer (pfh) zegt dat zijn antwoord formeel is, omdat hij zich uiterst terughoudend moet opstellen om een voorkeur voor scholen uit te spreken. Hij is bereid om over de vorderingen van de nieuwbouw van de Jan de Doper te spreken met de directeur en het bestuur en vervolgens te vragen wat zij van plan zijn met de school, bijvoorbeeld hoe het concept van vreedzame school tot uiting komt en hoe de contacten met andere scholen lopen. Hij kan onmogelijk van andere scholen vragen om leerlingen naar de Jan de Doper te sturen. Hij verwacht dat de nieuwbouw en het concept dat men wil uitvoeren een aantrekkende werking hebben. De heer Tromp (VVD) zegt te hopen dat ouders het laatste woord hebben over de schoolkeuze van hun kinderen. De heer Mauer (pfh) antwoordt daar niet in sturen. Hij kan hoogstens met de directeur in gesprek gaan en vragen of de school wel goed wordt gepromoot. De heer Tromp (VVD) is blij dat de portefeuillehouder dit bevestigt.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Pagina 13 van 15
710
715
720
725
730
735
740
745
750
755
760
765
De heer Turgut (GroenLinks) wijst op de prognose aan de hand van de economische en de politieke ontwikkelingen. Onlangs is bekend geworden dat het kabinet 300 mln. gaat bezuinigen op het speciaal onderwijs. Is er rekening gehouden met deze bezuinigingen? Sommige scholen dreigen te moeten sluiten. Dit kan effect hebben op andere scholen. Ook het Gemeentefonds wordt lager, dus dat heeft ook consequenties. Er is overleg gevoerd met schoolbesturen. Zijn de MR’s erbij betrokken? De heer Mauer (pfh) antwoordt dat het een zaak van de schoolbesturen zelf is of de MR betrokken is bij de aanvragen voor huisvestingsvoorzieningen. Hij weet van één school dat de oudergeleding van de MR heel goed op de hoogte is van wat er op de school speelt. Soms ondersteunt een MR een aanvraag, en soms meent een MR dat het schoolbestuur actiever moet zijn. Hij weet dat de MR bij Stichting Westelijke Tuinsteden actief is. Van de bijzondere scholen weet hij het niet. Hij weet niet van verdere bezuinigingen van het Rijk die gevolgen hebben voor de onderwijshuisvesting. Als er een aanvraag komt, wordt die in behandeling genomen en wordt er gekeken of er financiering voor is. De centrale stad gaat over het speciaal onderwijs. Onlangs is de SBO De Kans geopend, dus die is goed gehuisvest. Mevrouw Reep (amb.) vult aan dat Iedersland ingrijpend is verbouwd en een nieuwe gymzaal heeft gekregen, en dat dit bij de Driesprong een aantal jaren geleden is gebeurd. Alleen De Hasselbraam redt het niet helemaal. Volgens haar is de huisvesting van deze scholen goed geregeld. De heer Turgut (GroenLinks) wijst erop dat veel scholen uit het speciaal onderwijs in de media hebben gemeld dat ze bang zijn dat ze vanwege de bezuinigingen minder leerlingen kunnen opvangen. Dit zou betekenen dat die leerlingen naar een andere school moeten, en dat de ene school meer ruimte krijgt en een andere meer lokalen nodig heeft. De heer Mauer (pfh) antwoordt dat hij over 40 scholen gaat, waarvan vier met speciaal onderwijs. Hij gaat niet over de huisvesting van het speciaal onderwijs. De heer Sevincer (D66) meldt dat de schriftelijke vragen naar tevredenheid zijn beantwoord. Hij vraagt of de leegstand in scholen kan worden gebruikt voor vrijwilligersorganisaties die ruimte zoeken. Wat erover wordt gezegd, is een beetje vrijblijvend. Wie gaat erover en kan de portefeuillehouder hierin een rol spelen? De heer Mauer (pfh) meldt dat er verschillende vragen over de leegstand zijn gesteld. Formeel is er een behoorlijke leegstand, maar materieel staat er veel minder leeg. Er moet namelijk een onderscheid worden gemaakt tussen lokalen die formeel voor onderwijs zijn bedoeld en andere lokalen. Per school is het verschillend wie de verhuur regelt. In principe is het mogelijk dat scholen worden gebruikt voor vrijwilligersorganisaties. Bovendien zijn er weleens lokalen aangeboden aan vrijwilligersorganisaties. Het antwoord is dus ja, maar per situatie moet worden bekeken wie de eigenaar is, waarvoor de lokalen zijn bedoeld en wanneer ze weer in gebruik zullen worden genomen. Meningvormend De heer Brugman (PvdA) vindt dat het Integraal Huisvestingsplan er goed uitziet, met goede overzichten en duidelijke prognoses. Het geeft een heel goed beeld hoe het gesteld is met de huisvesting en hoe en waar het geld aan wordt besteed. Hij dacht in eerste instantie te zien dat de leegstand groter werd, maar het antwoord van de portefeuillehouder heeft veel verduidelijkt. 48 lokalen op 37 scholen is niet veel. Bovendien is enige leegstand gewenst, omdat leerlingenaantallen schommelen. Zijn fractie maakt zich meer zorgen over de situatie na 2015, als de kapitaallasten niet meer kunnen worden aangevuld uit de egalisatiereserve. Hij hoopt dat er een aanvulling wordt gevonden en dat er andere bronnen kunnen worden aangeboord. Hij hoopt dat naast de algemene middelen, extra middelen als huuropbrengst en grondexploitaties voldoende zullen opleveren. Zijn fractie gaat akkoord met het Integraal Huisvestingsplan. De heer Turgut (GroenLinks) meldt dat het een hamerstuk kan zijn. De heer Bobeldijk (SP) kan het voorstel steunen. Zijn fractie gaat ervan uit dat de portefeuillehouder de raad op de hoogte houdt van de ontwikkelingen rond de medewerking van AMOZ rond het uitstel van de bouw van twee scholen. Mevrouw Van Slagmaat (D66) sluit zich aan bij de voorgaande meningen. Het is een prima plan dat doorkan naar de besluitvorming. De heer Van Grol (VVD) meldt dat dit een prima plan is en dat Nieuw-West trots kan zijn over de nieuwbouw van de lagere scholen.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Pagina 14 van 15
770
775
780
785
790
795
800
805
810
815
820
825
De heer Molewijk (BNW81) kan het voorstel steunen. Hij verwacht dat als er ooit aanvullende vragen zijn, die gesteld kunnen worden en daarover kan worden gesproken. De heer Engel (TvA) heeft zelden zo’n geweldig Integraal Huisvestingsplan gezien; het is een duidelijk plan. Bovendien zijn de vragen snel beantwoord. Het kan een hamerstuk worden. De heer Mauer (pfh) dankt voor de complimenten. Het is de bedoeling geweest om de raad zo veel mogelijk in te lichten, niet alleen over de huisvesting en de financiering, maar ook over zaken rondom de brede school, het medegebruik en verhuur, de gymuren en dergelijke. Hij geeft de complimenten door aan zijn medewerkers. Op 13 september jl. is naar aanleiding van de DB-behandeling in verband met opmerkingen van de concernstaf opnieuw met de schoolbesturen gesproken. Met name AMOZ heeft aantekeningen geplaatst bij het feit dat de Kraemer- en Noordmansschool wat naar achteren zijn geschoven. Het overleg is erop gericht om overeenstemming te bereiken, maar die hoeft er niet te zijn om dit besluit als raad te nemen. Het DB probeert zo goed mogelijk contact te houden met AMOZ, om te bekijken of er middelen zijn om iets eerder met die scholen te beginnen. Voor de Kraemerschool zal het lastig zijn om eerder te beginnen. Dit heeft te maken met de voormalige Lukasschool, die nu leegstaat, en de locatie waar de Kraemerschool zou moeten komen. Hij zal goed de vinger aan de pols houden bij de uitvoering van dit plan. In het volgende plan moet nadrukkelijk worden gekeken naar de financiering van de nieuwbouw na 2015. Dit plan is gedekt. De financiering na 2015 is een incidentele zaak, omdat veel scholen op dit moment nieuwbouw plegen. Omdat er lineair wordt afgeschreven, vallen er middelen vrij en is de behoefte aan nieuwbouw na 2015 een stuk minder. De financieringsbehoefte is dus tijdelijk. De heer Brugman (PvdA) merkt op dat het leuk zou zijn als dit stadsdeel daarover mag beslissen, want dat zou betekenen dat de stadsdelen dan nog bestaan. De voorzitter concludeert dat dit voorstel naar de raad van 26 oktober a.s. kan. 7. Verordening kwaliteitseisen peuterspeelzalen en voorscholen De voorzitter meldt dat de vragen die in de oriënterende fase niet beantwoord konden worden, inmiddels per mail zijn beantwoord. De portefeuillehouder deelt extra informatie uit. De heer Mauer (pfh) wijs erop dat dit achtergrondinformatie is, de meest actuele informatie over voor- en vroegscholen, onder andere over het convenant van de G4 met het Rijk over het effectief benutten van de extra leertijd voor jonge kinderen. Het gaat onder andere over de effectiviteit van het voorschoolprogramma en het verhogen van de pedagogische kwaliteit van de medewerkers, het taalniveau, de optimaal doorgaande ontwikkelingslijn en de ouderbetrokkenheid. Het niveau van de medewerkers is op dit moment een punt van zorg. Er staat aanvullende informatie in over de opleidingen en opleidingseisen die in Amsterdam gelden. De heer Vos (PvdA) voert het woord in plaats van mevrouw Kronenberg, omdat zij morgen vroeg op moet. Hij dankt voor de beantwoording van de vragen; die geeft veel helderheid. Hij wijst op het Utrechtse onderzoek waaruit blijkt dat er door de leidsters niet altijd optimaal gebruik wordt gemaakt van de tijd. Daaruit blijkt ook dat pedagogisch ervaren krachten van cruciaal belang zijn voor de vooruitgang van de kinderen. In NieuwWest zijn de leidsters niet altijd goed. Ook buiten de lessen moeten ze goed Nederlands spreken. In deze tijd gaat het ook om vrijwilligerswerk en het benutten van stille krachten uit de samenleving. Daarom moeten er mogelijkheden zijn voor re-integratie, herintreedsters, moeders, vrijwilligers, taalmaatjes en gepensioneerden. Uit het rapport uit Utrecht blijkt, dat juist het goede taalgebruik door de leidsters cruciaal is. In “zwarte” wijken zijn voorscholen nauwelijks gemengd. Daardoor komt alles neer op de kwaliteit van de leidsters en daar moet misschien extra op worden ingezet. Mevrouw Van Slagmaat (D66) merkt op dat de verordening goed is uitgewerkt en doorkan naar de besluitvorming. Ze wil graag op de hoogte worden gehouden van de vorderingen op het gebied van het taalniveau van de leidsters. De vragen over veiligheid zijn naar tevredenheid beantwoord.
Gemeente Amsterdam Stadsdeel Nieuw-West
Pagina 15 van 15
830
835
840
845
850
855
860
865
De heer Molewijk (BNW81) kan het voorstel steunen. Hij steunt de opmerkingen over het taalniveau van de leidsters. Dit is al een oudere discussie en een hardnekkig probleem. Hij wijst op een schoonheidsfoutje op de blauwe aanmeldingsflap waar staat: “Gezien het een vaststelling betreft van een stedelijke modelverordening, kan de raad besluiten om de informerende en meningvormende gedeelten weg te laten en gelijk tot besluitvorming overgaan.” Dat klopt natuurlijk niet, want een stedelijke modelverordening hoeft niet te worden gevolgd. Bovendien is het niet de taak van het DB om de raad te adviseren commissiebehandelingen achterwege te laten. Dat is aan de agendacommissie en de raadsleden. De heer Tromp (VVD) deelt de zorgen van de fracties van de PvdA-fractie en D66. De verordening kan worden aangenomen. De heer Bobeldijk (SP) meldt dat voor zijn fractie hetzelfde geldt. Zij ondersteunt alle gemaakte opmerkingen. De heer Turgut (GroenLinks) sluit zich bij de vorige sprekers aan. De heer Engel (TvA) vindt dat dit een hamerstuk is. De voorzitter constateert dat er een grote unanimiteit is en dat het voorstel als hamerstuk naar de raad van 26 oktober a.s. kan. De heer Mauer (pfh) dankt voor de complimenten en de opmerkzaamheid over een aantal zaken die zorgen baren. Het is hem volstrekt duidelijk dat de raad eigen bevoegdheden heeft, maar het DB heeft een ongevraagd advies gegeven. De heer Molewijk (BNW81) vraagt waarom het DB dit soort adviezen zou geven. De heer Mauer (pfh) antwoordt: omdat de raad daarmee tot het besef kan komen dat het een formaliteit is. Bij de informatie die hij heeft uitgedeeld, wordt iets gezegd over het taalniveau, met name over de aanscherping van de taaleisen. Uit het Utrechts onderzoek blijkt dat goed moet wordt gekeken naar het niveau en de vaardigheden van de leidsters. Trainen van de mensen op de werkplek, blijkt goed te werken. De voorzitter reageert à titre personnel dat zij het helemaal eens met training op de werkplek, maar zij wijst erop dat dan de Nederlandse taal voldoende moet worden beheerst. Er worden namelijk andere vaardigheden getraind op de werkvloer. De heer Mauer (pfh) is het op zich met de voorzitter eens, maar laat de opmerking geheel voor haar rekening. Hij heeft informatie uitgereikt waaruit blijkt dat met name op taalgebied de eisen worden aangescherpt voor het intreden in dit vak. 8. Sluiting De voorzitter complimenteert de commissie, omdat de tijd fantastisch is ingelopen en sluit de vergadering om 00.40 uur.