Rapport Gemeentelijke Ombudsman
Volle ondergrondse afvalcontainers Gemeente Amsterdam Stadsdeel Oost-Watergraafsmeer Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam
22 juli 2009 RA0940500
Samenvatting Een bewoner van het stadsdeel Oost-Watergraafsmeer stuurt al sinds 2006 regelmatig e-mails naar het stadsdeel over de smerige ondergrondse afvalcontainers bij hem in de buurt die veel te vol zijn en niet tijdig worden geleegd. Aangezien de man voor deze slechte service geen belasting wil betalen, maakt hij bezwaar tegen de combiaanslag 2007. Wanneer hij een jaar later nog geen reactie heeft ontvangen van de dienst Belastingen, gaat hij bij de rechtbank in beroep. Dan pas neemt de dienst een beslissing en verklaart het bezwaarschrift ongegrond. Elke inwoner van Amsterdam betaalt deze belasting ongeacht de kwaliteit van het afvalbeheer. Daarop wendt hij zich tot de ombudsman. Na onderzoek oordeelt de ombudsman dat het stadsdeel steken heeft laten vallen door niet te reageren op de klachten. Pas na een jaar is het stadsdeel serieus aandacht aan de klachten gaan besteden en heeft het maatregelen genomen om de situatie te verbeteren. Vast staat dat de administratie van de Dienst Belastingen niet op orde was en dat daarom de afhandeling van het bezwaarschrift veel te lang geduurd heeft. Excuses waren zeker op zijn plaats geweest.
Oordeel De onderzochte gedragingen zijn wat betreft: • de behandeling van klachten over ondergrondse afvalcontainers: onbehoorlijk; • de afhandeling van een bezwaarschrift tegen een belastingaanslag: onbehoorlijk.
Verzoek Het verzoek tot onderzoek is op 25 november 2008 schriftelijk ingediend en betreft de gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost-Watergraafsmeer, sector Openbare Ruimte en Vervoer en de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam. Het gevraagde onderzoek heeft betrekking op: • de behandeling van klachten over ondergrondse afvalcontainers; • de afhandeling van een bezwaarschrift tegen een belastingaanslag.
Bevindingen achtergrond van het verzoek Al twee jaar constateert verzoeker dat het stadsdeel de ondergrondse afvalcontainers in de nabijheid van zijn woning niet tijdig leegt. De containers zitten vaak vol met als gevolg dat vuilniszakken naast de containers worden geplaatst. Ook worden de containers niet of niet vaak genoeg schoon gemaakt. De bakken zijn dan te vies om open te doen. Ook zijn sommige containers in de buurt afgesloten of weggehaald. Verzoeker heeft sinds eind 2006 een dertigtal e-mails naar het stadsdeel gestuurd zonder dat er verbetering is opgetreden in het tijdig legen van de volle afvalcontainers en het schoonhouden van de containers. Eind 2007 plaatst het stadsdeel borden in de Mary Zeldenruststraat en op het Boerhaaveplein waarop staat dat op verkeerd aangeboden afval een boete staat. Verzoeker is van mening dat burgers slechts op deze wijze op hun gedrag kunnen worden aangesproken, indien het stadsdeel ervoor zorg draagt dat de afvalcontainers toegankelijk zijn. Aangezien verzoeker van mening is dat hij voor deze slechte dienstverlening geen afvalstoffenheffing verschuldigd is, dient hij op 13 februari 2007 bij de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam (DBGA) tegen de combiaanslag 2007 een bezwaarschrift in. Wanneer hij begin 2008 nog geen beslissing op bezwaarschrift heeft ontvangen, gaat hij op 26 maart 2008 in beroep bij de rechtbank. Op 4 juni 2008 neemt DBGA een beslissing. DBGA verklaart het bezwaarschrift ongegrond. De afvalstoffenheffing is verschuldigd ongeacht de kwaliteit van het afvalbeheer. DBGA voegt daaraan toe dat klachten over het afvalbeheer door het stadsdeel moeten worden behandeld. Op 10 november 2008 neemt de rechtbank een beslissing. Het beroepschrift wordt gegrond verklaard wat betreft het niet tijdig doen van een uitspraak op bezwaarschrift, maar ongegrond verklaard voor zover het inhoudelijk gericht is tegen de uitspraak. De rechter veroordeelt de gemeente om verzoekers griffierecht te vergoeden. Uit onvrede over de situatie wendt hij zich op 25 november 2008 tot de ombudsman. reactie stadsdeel Oost-Watergraafsmeer De teamleider Afvalinzameling heeft vanaf september 2007 verscheidene e-mails van verzoeker ontvangen. Het juiste aantal is niet meer duidelijk. Niet te achthalen is hoe het stadsdeel heeft gereageerd op e-mails van verzoeker van voor september 2007. Het beleid van het stadsdeel, en dus van het Team Afvalinzameling is, dat klachten van bewoners of andere belanghebbenden serieus en zo spoedig mogelijk worden onderzocht en dat zo nodig actie wordt ondernomen om de klachten te verhelpen. Na verzoekers klacht van 1 oktober 2007 over volle afvalcontainers en afval rond de containers, heeft de teamleider van de Afvalinzameling telefonisch contact
2
opgenomen met verzoeker om over diens bezwaren te praten en over mogelijke acties om die bezwaren te verhelpen. Het Team Afvalinzameling heeft vastgesteld dat de huidige legingsfrequentie van de containers in de woonomgeving van verzoeker voldoende is om het afvalaanbod te verwerken, zonder dat de containers overvol zijn voordat of op het moment dat ze geleegd worden. Destijds werden de containers tweemaal per week geleegd, op maandag en donderdag. Na de klacht van verzoeker van 1 oktober 2007 is besloten om de containers in kwestie tijdelijk ook op zaterdagen te legen, om na te gaan of de door verzoeker geconstateerde overlast zou verminderen. Het Team Afvalinzameling heeft vastgesteld dat de extra inzamelcapaciteit die via de zaterdagleging beschikbaar kwam nauwelijks gebruikt werd: de zaterdagse leging van de containers leverde gemiddeld slechts een handvol afvalzakken op. In de loop van 2008 is de legingsfrequentie van de containers structureel aangepast naar driemaal per week: op maandag, dinsdag en vrijdag. Vastgesteld is dat dit voldoende is. Er wordt in het stadsdeel dus inderdaad 'op maat' geleegd. De afvalcontainers worden driemaal per jaar zowel inwendig als uitwendig gereinigd. Daarnaast reinigt het Team Afvalinzameling regelmatig de buitenzijde van de containers met een hogedrukreiniger. Grofvuil kan in de woonomgeving van verzoeker op twee dagen per week, op maandag en donderdag, worden aangeboden zonder aanmelding vooraf. Vastgesteld kan worden dat er zowel voor zakken vuil als grofvuil ruim voldoende gelegenheid geboden wordt om dat volgens de regels aan te bieden. Op maandagen staat er gewoonlijk wel veel grofvuil rond de afvalcontainers, terwijl grofvuil daar niet behoort te worden aangeboden. Hoewel de maandag een van de twee wekelijkse ophaaldagen van grofvuil is, leidt de cumulatie van grofvuil rond de afvalcontainers wel tot een rommelig straatbeeld. De cumulatie van grofvuil rond de containers kan er bovendien toe leiden dat de inwerpopening van de container moeilijker toegankelijk wordt voor het inwerpen van afval. Dit is echter niet geconstateerd door het Team Afvalinzameling. Verzoekers bezwaren hebben betrekking op een viertal (ondergrondse) afvalcontainers in zijn woonomgeving. Daarvan waren twee bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval (gft-afval) en twee voor restafval. Toen de stadsdeelraad in 2003 besloot de gescheiden inzameling van gft-afval in het stadsdeel stop te zetten, is een van de beide gft-containers afgesloten voor gebruik. Om het toegenomen aanbod van restafval op te vangen, is de andere gft-container geschikt gemaakt voor de inzameling van restafval. In september 2008 is de afgesloten gft-container verwijderd. Het Team Afvalinzameling heeft vastgesteld dat verdere verhoging van de legingsfrequentie van de afvalcontainers niet nodig is in relatie tot het afvalaanbod. Wel leidt de cumulatie, c.q. het onjuist aanbieden van grofvuil rond de afvalcontainers tot overlast. Het stadsdeel onderkent dat en onderneemt daartegen actie, Zo is enige tijd geleden in de woonbuurt van verzoeker de adoptie van afvalcontainers ingevoerd. Bewoners kunnen een afvalcontainer in hun omgeving 'adopteren', wat betekent dat zij samen met het stadsdeel verantwoordelijk worden voor vermindering van de overlast door onjuist aangeboden afval rond de geadopteerde container. Het systeem heeft in andere buurten van het stadsdeel tot een duidelijk waarneembare vermindering van de overlast geleid.
3
Een andere maatregel om de overlast van - met name - onjuist aangeboden grofvuil te verminderen is om in de dichter bevolkte buurten van het stadsdeel vlak voor en vlak na het weekend - dus op vrijdag en maandag - grofvuil op te halen. Deze maatregel zal in het eerste kwartaal van 2009 worden ingevoerd. Via een publiciteitscampagne zullen de bewoners van de wijzigingen op de hoogte worden gesteld. Het stadsdeel verwacht dat genoemde maatregelen tot een duidelijke vermindering van de overlast van (grof) afval rond de containers zullen leiden. Meldingen over de openbare ruimte kunnen overigens sinds 1 april 2009 via de internetsite van het stadsdeel gemeld worden. De meldingen worden door middel van een digitaal registratiesysteem bijgehouden en kunnen beter dan voorheen bewaakt worden. reactie Dienst Belastingen De dienst geeft toe dat het geval van verzoeker gezien de strekking van het bezwaarschrift vrij extreem is. Verzoekers bezwaar is niet direct volautomatisch ingeboekt maar op een later tijdstip. Dan wordt ook beoordeeld welke route het bezwaarschrift zal volgen. Hierbij zijn fouten gemaakt, waardoor het bezwaarschrift in de werkvoorraad van een verkeerde afdeling terecht is gekomen. Pas na ontvangst van het signaal van verzoeker heeft de verantwoordelijke afdeling Bezwaar het bezwaarschrift ingeboekt en direct afgehandeld. Dit was op 28 mei 2008. De uitspraak is met dagtekening 4 juni 2008 verstuurd. Het griffierecht van € 39,-- is op 1 december 2008 naar verzoeker overgemaakt. De Dienst Belastingen probeert zoveel mogelijk processen automatisch te laten verlopen. Uiteraard is de Dienst Belastingen constant bezig om haar producten en dienstverlening te optimaliseren. De nieuwe applicatie die in februari 2009 wordt geïmplementeerd biedt de afdeling Bezwaar de mogelijkheid om de afhandeling van bezwaarschriften beter te monitoren. Dit zal er uiteraard toe bijdragen dat de onderzoeksafdelingen op dit punt ook beter aangestuurd kunnen worden. reacties op bevindingen Het resultaat van het onderzoek is als verslag van bevindingen naar verzoeker, het stadsdeel en DBGA gestuurd teneinde een nadere reactie mogelijk te maken. De reacties van het stadsdeel is, voor zover relevant in het verslag van bevindingen opgenomen. DBGA zegt aan de bevindingen niets te hebben toe te voegen. Verzoeker laat in juni 2009 weten dat de overlast van afval bij de afvalcontainers nabij zijn woning is verminderd maar bij afvalcontainers even verderop nog steeds een troep is. Het stadsdeel onderschrijft laatst genoemde situatie niet. Bewonersorganisaties aldaar hebben juist hun waardering over de maatregelen van het stadsdeel op het gebied van het afvalbeheer en de resultaten uitgesproken.
Behoorlijkheidsvereisten De ombudsman toetst de gedragingen van gemeentelijke instanties aan behoorlijkheidsvereisten. In dit onderzoek is getoetst aan de beginselen van voortvarendheid.
4
Overwegingen Het vereiste van voortvarendheid houdt in dat een bestuursorgaan slagvaardig en met voldoende snelheid dient op te treden. Zaken dienen in beginsel binnen de wettelijke of redelijke termijn afgehandeld te zijn. Alleen al uit een oogpunt van gelijkwaardigheid zou de overheid zich evenzeer aan de wettelijke termijnen gebonden dienen te achten als de burger. Bovendien ondermijnt een overheid die termijnen met voeten treedt, haar gezag en verliest haar betrouwbaarheid. Als er geen wettelijke termijnen van toepassing zijn, rust op de overheid de verplichting te handelen binnen een redelijke termijn. Wat een redelijke termijn is, hangt af van het betreffende overheidsoptreden en de omstandigheden van het geval. de behandeling van klachten over ondergrondse afvalcontainers De eis van voortvarendheid speelt onder meer een rol bij correspondentie. In het geval van het beantwoorden van brieven of e-mails is een termijn van twee á drie weken redelijk. Indien afhandeling binnen een redelijke termijn niet mogelijk is, zal het bestuursorgaan een zogenaamd behandelingsbericht moeten versturen waarin zo mogelijk een nieuwe termijn wordt gesteld en de reden van het uitstel worden gegeven. Vanaf september 2007 heeft het stadsdeel naar aanleiding van verzoekers meldingen maatregelen genomen om de problemen aan te pakken. Dat laat onverlet dat het stadsdeel, in de periode eind 2006 tot september 2007, de door verzoeker gesignaleerde problemen niet serieus heeft opgepakt en destijds geen maatregelen heeft genomen om een en ander op te lossen. Gelet op deze gang van zaken oordeelt de ombudsman het handelen van het stadsdeel als onbehoorlijk. de afhandeling van een bezwaarschrift tegen een belastingaanslag Vast staat dat de dienst Belastingen na een jaar nog geen beslissing had genomen op verzoekers bezwaarschrift, omdat, zoals de dienst dat omschrijft, men de administratie niet op orde had. Verzoeker was daarom genoodzaakt om via een beroepsprocedure bij de Belastingrechter te bevorderen dat de dienst een beslissing op zijn bezwaarschrift nam. De argumenten die de dienst voor deze lange behandelingsduur geeft, vormen wellicht een verklaring maar zijn geen excuus. Dat de dienst een en ander betreurt, vindt de ombudsman aan de zuinige kant. Het had de dienst gesierd als er excuses richting verzoeker zouden zijn gemaakt.
Oordeel De onderzochte gedragingen zijn wat betreft: • de behandeling van klachten over ondergrondse afvalcontainers: onbehoorlijk; • de afhandeling van een bezwaarschrift tegen een belastingaanslag: onbehoorlijk.
5