Rustig slapen in onrustige tijden preek over Psalm 3 Iedereen ligt wel eens een nachtje wakker en weet hoe vervelend dat is. De tijd tikt door, maar langzamer dan ooit. Onrustig lig je te draaien en te woelen. En als je dan eindelijk in slaap valt, gaat de wekker weer veel te vroeg, zodat je brak en doodmoe uit bed moet opstaan. Een slecht begin van een dag die waarschijnlijk niet veel beter zal worden. Want wie slecht geslapen heeft kan weinig hebben, is sneller geïrriteerd en kan ook emotioneler reageren. Slapeloosheid verzwakt je lichamelijk en ook psychisch, waardoor je je beperkt kunt voelen in het dagelijks functioneren. Het heeft dus ook sociale gevolgen. Als een slapeloze nacht een uitzondering is, dan valt er nog wel mee te leven. Maar zelfs dan is het zo vervelend, dat je je vast wel kunt voorstellen dat een serieus slaapprobleem je helemaal kan breken. Wat helpt? Als je naar de dokter gaat of op internet gaat zoeken, is er allerlei info te vinden over drankjes, pilletjes en therapieën, die slaapproblemen kunnen oplossen. Soms is het ook nodig om bepaalde gewoontes te veranderen of heel simpel de inrichting van je je slaapkamer aan te passen. Maar wat helpt er eigenlijk als je wakker ligt vanwege zorgen of angst, of omdat je wordt tegengewerkt of zelfs bedreigd? Pilletjes en therapieën kunnen die oorzaken van je zorgen of angst niet wegnemen. Dat soort slaapproblemen los je ook niet op met een drankje of een verandering in je leefpatroon. In de Bijbel staat een verhaal over koning David, die op de vlucht moet voor zijn eigen zoon Absalom (2 Samuel 15-17). Absalom had zich langzaam en op een slimme manier populair weten te maken bij het volk en toen hij genoeg support verzameld had, besloot hij om z’n vader David van de troon te stoten en zichzelf tot koning uit te roepen. En dan moet David op de vlucht voor zijn eigen zoon, bang voor zijn leven en bezorgd om de toekomst van het volk Israël. Aan die dramatische gebeurtenis is een Psalm opgedragen en daarin treffen we een opvallende, misschien haast onmogelijke uitspraak aan van David, namelijk: Ik ga liggen, val in slaap en word wakker – de HEER beschermt mij. Ik vrees de tienduizenden niet die mij aan alle kanten omringen. Hoe is dat mogelijk? Hoe kan hij gaan slapen, terwijl hij aan alle kanten wordt omringd door mensen die hem naar het leven staan, terwijl hij halsoverkop blootsvoets en huilend de stad Jeruzalem moest verlaten? Een hoofd vol zorgen, een hart vol angst, knikkende knieën en dan toch: Ik ga liggen, val in slaap... ik vrees niet...? Hoe komt het dat David in onrustige tijden toch de rust van de slaap kon vinden? We gaan deze psalm lezen om een antwoord te vinden op die vraag. En ik heb ontdekt, dat dit antwoord ook ons kan helpen om rustig te gaan slapen ondanks dat er misschien onrustige situaties, angsten en zorgen in ons eigen leven zijn. Lezen Psalm 3 (NBV) 1 Een psalm van David, op de vlucht voor zijn zoon Absalom. 2 HEER, hoe talrijk zijn mijn belagers, velen vallen mij aan, 3 velen zeggen van mij: ‘God zal hem niet redden.’ sela 4 U, HEER, bent een schild om mij heen, U bent mijn eer, U houdt mij staande. 5 Roep ik tot de HEER om hulp, Hij antwoordt mij vanaf zijn heilige berg. sela 6 Ik ga liggen, val in slaap en word wakker – de HEER beschermt mij. 7 Ik vrees de tienduizenden niet die mij aan alle kanten omringen. 8 Sta op, HEER, en red mij, God, sla mijn vijanden in het gezicht, breek de tanden van de wettelozen. 9 Bij U, HEER, is redding, Uw zegen rust op Uw volk. sela
Hoe ga je om met angst, zorg, tegenwerking of zelfs haat en bedreiging? Wat is Davids geheim? Ik denk, dat dít het is: tegenover alle leugens en aanklachten die tegen hem worden uitgesproken, zet hij de waarheid van God. Door op God te vertrouwen, leer je te wandelen in geloof en kijk je verder dan je oog kan zien. Dát is de sleutel voor gelovigen om rustig te kunnen slapen: leven in vertrouwen, want we weten Wie groter is dan onze problemen, we kennen Hem die weet wat we meemaken, omdat Hij het zelf ook heeft doorstaan. De Engelse vertalingen beschrijven deze levenshouding zo mooi in 2 Korintiërs 5:7: We walk by faith, not by sight. In het Nederlands: Wij wandelen in geloof, niet in aanschouwen (NBG’51) of We leven in vertrouwen op God; wat komen gaat is nog niet zichtbaar. (NBV) 2 HEER, hoe talrijk zijn mijn belagers, velen vallen mij aan, 3 velen zeggen van mij: ‘God zal hem niet redden.’ sela
In vers 2 en 3 vertelt David in een gebed wat hem is overkomen, wat zijn ogen zien: talrijke belagers, vele aanvallers en veel mensen die zijn moreel willen ondermijnen. Dit stukje zit vol verdriet, vijandschap, angst en zorg. ‘Iedereen is tegen mij’, dat is de emotie die er in doorklinkt. Tot overmaat van ramp valt de vijand ook zijn vertrouwen op God aan. Alles wijst er toch ook op, dat God tegen David is: hij is de verliezer, hij moet vluchten, hij is zijn leven niet meer zeker. Als je kijkt naar wat je ogen zien, dan is het einde voor David aangebroken. In wanhoop roept hij het nog uit naar God, maar wat voor zin heeft dat? God zal hem niet redden, spotten de tegenstanders. Is dat ook niet wat onze vijand, satan, ook altijd probeert? Hij ondermijnt het vertrouwen op God en je wereld stort in, je wordt overspoeld door de situatie en je verdrinkt erin. Hij probeert woorden en beloftes van God te verdraaien, maakt van waarheid leugen, hij klaagt ons direct aan als we zondigen, zodat we gaan twijfelen aan Gods vergeving en liefde. Hoe gaat David om met deze tegenstand en vijandelijkheden? Loopt hij naar een ander om hulp? Of gaat hij het zélf proberen op te lossen door wraak te nemen? Of zou hij er snel vandoor gaan om zijn leven te redden? Dat zijn allemaal logische reacties wanneer God hem in de steek heeft gelaten. Wat zou je anders kunnen doen? Het is óf elders hulp halen, óf vechten óf vluchten! Voordat we verder lezen ‘vallen’ we echter als het ware over dat onvertaalde woordje ‘sela’, waarvan de exacte betekenis nog steeds onbekend is. Waarschijnlijk was het een muzikale aanwijzing, meestal wordt het gezien als een pauze of rustmoment. Je kunt het wat mij betreft opvatten als een aanwijzing dat er een verrassende, misschien zelfs dramatische wending volgt. Zodat je als lezer of zanger even stopt en nadenkt over wat je net gelezen, gehoord of gezongen hebt. Direct na dat rustmoment komt dan de wending: een andere emotie, een nieuwe thematiek of een sterk contrast. Dat komt natuurlijk sterker uit wanneer je eerst een stilte laat vallen voordat je verder leest of zingt. En een groot contrast is er zeker tussen vers 3 en 4! Het antwoord op de vraag wat David doet, nadat hij omringd wordt door tegenstanders die ook nog zijn geloof onderuit willen halen, is: ik vertrouw op God! Zijn vijanden zeggen: God zal hem niet redden. Maar David weerspreekt dat: God zal hem beschermen en redden. Hij doet dat niet vragend, smekend of misschien ietwat onzeker geworden – nee, het is meer een proclamatie: 4 U, HEER, bent een schild om mij heen, U bent mijn eer, U houdt mij staande. 5 Roep ik tot de HEER om hulp, Hij antwoordt mij vanaf zijn heilige berg. sela
Dat is heel andere taal! Er klinkt niets in door van zorgen en angst. Alsof David na een moment van stilte tot bezinning is gekomen, weer rustig ademhaalt en ineens beseft dat de vijand maar wat kletst. In plaats van óók te geloven dat God hem in de steek heeft gelaten en hem niet wil redden, spreekt hij rechtstreeks God aan. Hij proclameert de waarheid tegenover de leugen van de vijand. Waar de brandende pijlen van de vijand van alle kanten op hem af vliegen, is de Heer een beschermend schild rondom hem. Waar hem alle koninklijke eer is ontnomen door Absalom en diens medestanders, houdt God zijn eer nog hoog – ook al stonden veel mensen van het volk David uit te lachen en te bespotten. Terwijl David halsoverkop, blootvoets en struikelend van de haast moest vluchten, houdt God hem op de been. U houdt mij staande kun je ook vertalen met U heft mijn hoofd omhoog (WV’95). Zie dat maar letterlijk: David hoeft niet met een van schaamte en vernedering gebogen hoofd te lopen, hij mag fier rechtop staan. Met een houding van eer en vertrouwen, misschien zelfs trots! Ook in vers 9 proclameert David diezelfde waarheid: Bij U, Heer, is redding! Ja, God wil wél redden! Dat geloof mag sterker zijn dan alle aanklachten van de vijand. En dan zie je alles ineens in een ander perspectief. De wanhoop en uitzichtloosheid van het moment vervagen en je ziet met geestelijke geloofsogen iets anders: een machtige Koning, die aan jouw kant staat, die je beschermt en voor je opkomt. Als anderen roepen, dat God je in de steek laat, dan mag je antwoorden dat het andersom is: Roep ik tot de Heer om hulp, Hij antwoordt mij vanaf zijn heilige berg. Die heilige berg is de berg Sion in Jeruzalem, de plek waar God heel dicht bij de mensen woont. Die nabijheid van God wil je juist het meest ervaren wanneer je bang en bezorgd bent. Prachtig wordt die nabijheid ook weergegeven in de verbondsnaam van God, JHWH. Zijn naam mag je lezen als ‘de Aanwezige, de Erbij-zijnde’. Hij laat niet in de steek! Hij is aanwezig, Hij is erbij! Zijn naam belooft het. Zo kan de vijand ook op ons brandende pijlen van verwijten en wantrouwen afschieten, die bedoeld zijn om ons geloof en vertrouwen weg te nemen. De duivel probeert je leugens te laten geloven over jezelf en over God, zodat je je niet meer naar God durft te wenden. Maar laat je niet afschrikken! Proclameer de waarheid tegen deze leugens in, wapen je met Gods beschermende schild en met de woorden die God zelf gesproken heeft. God liet zichzelf zien in zijn Zoon Jezus. Die naam Jezus betekent letterlijk ‘redding’! Als je in Hem gelooft, bén je gered! Wat anderen ook zeggen, wat satan je ook influistert en wil laten geloven! Paulus moedigt ons aan: Houd stand, met de waarheid als gordel om uw heupen, de gerechtigheid als harnas om uw borst, de inzet voor het evangelie van de vrede als sandalen aan uw voeten, en draag bovenal het geloof als schild waarmee u alle brandende pijlen van hem die het kwaad zelf is kunt doven. Draag als helm de verlossing en als zwaard de Geest, dat wil zeggen Gods woorden. (Efeziërs 6:14-17 NBV) Denk daar maar eens over na, daar word je stil van! Sela – het staat er weer na Davids proclamatie. Even wachten met verder lezen, laat het maar goed tot je doordringen. Want dit is waarheid. Waarheid tegenover leugen is als licht in een duistere kamer: het verdrijft de duisternis. Het is als frisse lucht in een benauwde ruimte. Waarheid geeft rust en vrede. 6 Ik ga liggen, val in slaap en word wakker – de HEER beschermt mij. 7 Ik vrees de tienduizenden niet die mij aan alle kanten omringen.
En dan kan David niet alleen stil worden in zijn gedachten, maar ook fysiek. Alsof hij na het proclameren van de waarheid over de reddende en beschermende God die erbij is, de consequentie daarvan trekt: Ik ga liggen, val in slaap...
Dat klinkt eenvoudig, nietwaar? Ik wilde dat ik dat kon! Maar... het is voor David geen wens, geen hoopvolle gedachte – nee, het is een besluit. Nu ik Gods hulp heb ingeroepen, zal Hij voor mij opkomen. Ik kan het niet zelf, ik hoef het niet eens zelf – dus ik kan rustig gaan liggen, en dat ga ik dus ook dóén. De waarheid die hij hardop heeft uitgesproken geeft hem zoveel rust en vertrouwen dat hij een actief besluit neemt om te gaan liggen en te gaan slapen. Als bevestiging dat dit kan, zegt hij het nogmaals: de God die erbij is beschermt mij, ik hoef voor niemand bang te zijn. Al zijn het er tienduizenden, met God aan je zijde heb je een nog machtiger leger dat je beschermt. Dat zie je niet met je lichamelijke ogen, maar laat je daardoor niet misleiden: er is een enorme geestelijke wereld die niet zichtbaar is voor die ogen, maar die je alleen met geestelijke ogen kunt ontdekken! Een prachtig voorbeeld daarvan lezen we in 2 Koningen 6, waar de profeet Elisa samen met zijn dienaar wordt gezocht door de koning van Aram. Die koning stuurde een enorm leger met strijdwagens en paarden om Elisa gevangen te nemen, die in de stad Dotan verbleef. En dan vertelt de Bijbel: De Arameeërs kwamen ’s nachts bij Dotan aan en omsingelden de stad. Toen de bediende van Elisa de volgende morgen opstond en naar buiten kwam, zag hij dat de stad omsingeld was door een leger met strijdwagens en paarden. ‘Wat moeten we beginnen, heer?’ riep hij uit. Zijn meester antwoordde: ‘Wees niet bang, wij zijn met meer dan zij.’ En hij bad: ‘HEER, open zijn ogen en laat het hem zien.’ De HEER opende Elisa’s knecht de ogen, en toen zag hij dat de heuvels vol stonden met paarden en wagens van vuur, die Elisa omringden. Geweldig om te weten, dat er een hemelse overmacht is die aan de kant van Gods kinderen staat! Daar kun je menselijk gesproken aan twijfelen, maar spreek tegen die twijfel de waarheid over Gods bescherming uit. Die waarheid bevrijdt van angst en zorg, het geeft je zicht op de geestelijke wereld waar God als Redder zijn naam eer aandoet. Wie blijft hangen bij het piekeren en bij de angst, zal niet in slaap vallen. Dan verzwak je en je wordt daardoor een nog makkelijkere prooi van de vijand. Beter is het om te gaan slapen, zodat je lichaam en geest rust krijgen, zodat je de problemen morgen weer beter aan kunt. Dat is wat God je gunt: een goede nachtrust. In Psalm 127 staat: Vergeefs is het dat je vroeg opstaat, je laat te ruste legt, je aftobt voor wat brood – Hij geeft het zijn lieveling in de slaap. Je mag dat ook anders vertalen: God geeft zijn beminden slaap, zoals bijvoorbeeld de KJV en ESV doen: He gives to His beloved sleep. 8 Sta op, HEER, en red mij, God, sla mijn vijanden in het gezicht, breek de tanden van de wettelozen. 9 Bij U, HEER, is redding, Uw zegen rust op uw volk. sela
Nu David de waarheid hardop heeft uitgesproken, kan hij gaan liggen. Hij hoeft het niet meer zelf op te lossen, want hij vertrouwt erop dat de Heer het voor hem opneemt. Hij laat God zijn gevecht voeren. Zelf gaat hij liggen, maar tegen God zegt hij: Sta op, HEER..! Alleen... wat jammer van dat stukje dat daarna komt in vers 8... Het komt op ons zo hard over, die roep om wraak en vergelding. We lezen dat liever niet hardop. Wij als nieuwtestamentische gelovigen keren toch veel liever de andere wang toe? Of leeft ook niet diep in ons hart soms de schreeuw om vergelding, om rechtvaardigheid en wraak...? Blijkbaar is daar bij God ruimte voor, want er zijn erg veel psalmen waarin om wraak wordt geroepen, zelfs prachtige psalmen die we heel graag zingen. Zoals Psalm 139 over de Heer die mij kent en doorgrondt, die mijn nieren vormde en mij weefde in de buik van mijn moeder. We zingen het graag op de melodie van Opwekking 518: “Heer, U doorgrondt en kent mij...”.
Maar de verzen 19-22 slaan we in Opwekking over: God, breng de zondaars om – weg uit mijn ogen, jullie die bloed vergieten - ... Zou ik niet haten wie U haten, Heer, niet verachten wie tegen U opstaan? Ik haat hen, zo fel als ik haten kan, ze zijn mijn vijand geworden. Oeps... dat is andere taal! Hoe is dat te rijmen met het liefhebben en vergeven van je vijanden? Je mág toch geen wraak nemen? Of kunnen we het wegmoffelen met een beroep op “dat is typisch oudtestamentisch”? O ja? Lees dan eens wat er in Openbaring 6:9-10 staat, dat is ook Nieuwe Testament... Toen het lam het vijfde zegel verbrak, zag ik aan de voet van het altaar de zielen van al degenen die geslacht waren omdat ze over God hadden gesproken en vanwege hun getuigenis. Ze riepen luid: ‘O heilige en betrouwbare Heer, wanneer zult U de mensen die op aarde leven eindelijk straffen en ons bloed op hen wreken?’ Zelfs in de hemel klinkt een roep om wraak en straf! Wie beter leest, ziet dat de roepers om wraak zich tot iemand anders richten en niet zélf wraak nemen. Ze roepen tot God of Hij wil wreken en straffen. Blijkbaar mag je de diep menselijke emotie die soms schreeuwt om rechtvaardigheid uiten tegen Degene die als enige het recht heeft om wraak te nemen en te vergelden: tegen God, de rechtvaardige rechter. In Romeinen 12:17-21 schrijft Paulus daar ook over. Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen. Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven. Neem geen wraak, geliefde broeders en zusters, maar laat God uw wreker zijn, want er staat geschreven dat de Heer zegt: ‘Het is aan mij om wraak te nemen, ik zal vergelden.’ Maar ‘als uw vijand honger heeft, geef hem dan te eten, als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken. Dan stapelt u gloeiende kolen op zijn hoofd’. Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede. Leg dus je verlangen naar wraak en gerechtigheid bij God neer, maar probeer zelf het goede te doen. Laat God jouw gevecht voeren. Dat brengt ons terug bij David, die zijn emoties niet verstopt, maar ze uitroept naar God in het vertrouwen dat de Heer het voor hem opneemt. En daarom kan hij gaan liggen om te slapen zonder angst. Vlak voor hij zijn ogen dicht doet, zegt hij het als het ware nog één keer, die waarheid die zoveel rust geeft in onrustige tijden: Bij U, Heer, is redding, Uw zegen rust op Uw volk. Sela – rust! Deze psalm inspireert ons om bij grote angst en zorgen te wandelen in geloof, al zien we de oplossing voor onze problemen (nog) niet. Om je heen kun je talrijke problemen zien, waardoor je vertrouwen in God ondermijnd wordt. Het houdt je uit de slaap, het maakt je zwak en kwetsbaar. Maar doe dan een beroep op de trouwe God die altijd de Aanwezige is, die je beschermt, die je eer hoog houdt en je overeind houdt. Je hoeft je niet te schamen, je mag trots en zelfverzekerd zijn, omdat God antwoordt wanneer je tot Hem om hulp roept. Waarom zou je bang zijn met zo’n machtige God aan jouw kant? Dan kun je loslaten en rustig worden – slapen zelfs, zonder angst. Al zijn er tienduizenden rondom je, God heeft miljoenen engelen in gereedheid. Leg je behoefte aan verdediging of zelfs wraak maar bij de Heer neer, laat Hem jouw gevecht voeren. Bij Hem is redding; bij Hem kwam Jezus – de Redder – vandaan. Jezus voerde voor jou het gevecht met onze grootste vijand en Hij overwon. Door die Redder Jezus rust Gods zegen op zijn volk. Wat was Davids geheim? Hij proclameerde de geestelijke waarheid dwars tegen de zichtbare werkelijkheid in. De nakomeling van David, Jezus proclameerde ook de waarheid uit Gods woord, toen Hij door de duivel werd verzocht (Matteüs 4:1-11, Lucas 4:1-13).
Leerlingen van Jezus mogen Hem daarin navolgen. Misschien word je door omstandigheden of door mensen aan het twijfelen gebracht: Ben je wel een echte volgeling van Jezus? Waaraan kun je dat dan zien? Zou God echt van je houden? Je bent toch niet de moeite waard? Wil God die ene erge zonde wel vergeven? Ook als je het steeds weer doet? Het antwoord op twijfel is luisteren naar wat de waarheid te zeggen heeft! U, Heer, bent een schild om mij heen, U bent mijn eer, U houdt mij staande. Ik ga liggen, val in slaap en word wakker – de Heer beschermt mij. Bij U, Heer, is redding. Een tekst om boven je bed te hangen, om naar te kijken en om hardop uit te spreken als je door zorgen, angst en verdriet overmand niet kunt slapen. Laat dan ook los en leg jouw strijd in Gods machtige handen! Val in slaap en word wakker – met nieuwe energie kun je het leven dan weer aan. Niet om te vechten, niet om wraak te nemen, maar om ons deel van het goede te doen: Overwin het kwade door het goede. Want de echte strijd is al gestreden en die is door onze Heer Jezus gewonnen. Hij deed dat voor ons, omdat Hij van ons houdt. Daarom zijn wij meer dan overwinnaars (Romeinen 8:37 NBG’51). De Bijbel in Gewone Taal zegt dat als volgt: Maar hoe zwaar het ook wordt, we zullen alle moeilijkheden overwinnen. Want God houdt van ons. Kijk, met zo’n liefdevolle, sterke God kunnen wij de moeilijkheden die ons overkomen aan!
Amen
Dedemsvaart, 19 april 2015 Krimpen aan den IJssel, 26 april 2015 (radio-uitzending)
bijpassende liederen: - Opwekking 76 - Opwekking 176 - Opwekking 270 - Opwekking 479 - Opwekking 640 - Opwekking 756*
Maar Gij, Heer, zijt een schild dat mij dekt U bent mijn schuilplaats, Heer Wie is God, behalve onze Heer? Wij zijn meer dan overwinnaars Mijn hulp is van U, Heer Schuilplaats