Roetdeeltjesfilter
12.07 -
Handleiding
H
51098687
DFG 316-320
08.10
DFG 316s-320s DFG 425-435 DFG 425s-435s
F
Voorwoord
Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE HANDLEIDING vindt. De informatie is weergegeven in korte, overzichtelijke vorm. De hoofdstukken zijn alfabetisch gerangschikt. Ieder hoofdstuk begint met pagina 1. De pagina-aanduiding wordt gevormd door een hoofdstukletter en paginanummer. Voorbeeld: pagina B 2 is de tweede pagina in hoofdstuk B.
Voor een veilig gebruik van het interne transportmiddel is kennis nodig, die u in deze ORIGINELE HANDLEIDING vindt. De informatie is weergegeven in korte, overzichtelijke vorm. De hoofdstukken zijn alfabetisch gerangschikt. Ieder hoofdstuk begint met pagina 1. De pagina-aanduiding wordt gevormd door een hoofdstukletter en paginanummer. Voorbeeld: pagina B 2 is de tweede pagina in hoofdstuk B.
Deze handleiding beschrijft verscheidene voertuigvarianten. Let er bij de bediening en de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden op dat u de beschrijving voor het juiste voertuigtype gebruikt.
Deze handleiding beschrijft verscheidene voertuigvarianten. Let er bij de bediening en de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden op dat u de beschrijving voor het juiste voertuigtype gebruikt.
De volgende pictogrammen markeren veiligheidsaanwijzingen en belangrijke uitleg.
De volgende pictogrammen markeren veiligheidsaanwijzingen en belangrijke uitleg.
F
Staat voor veiligheidsinstructies die u moet opvolgen, om gevaren voor mensen te vermijden.
M Z
Staat voor instructies die u moet opvolgen, om materiële schade te vermijden. Staat voor aanwijzingen en toelichting.
Staat voor veiligheidsinstructies die u moet opvolgen, om gevaren voor mensen te vermijden. Staat voor instructies die u moet opvolgen, om materiële schade te vermijden. Staat voor aanwijzingen en toelichting.
t Duidt op de standaarduitvoering.
t Duidt op de standaarduitvoering.
o Duidt op de optionele uitvoering.
o Duidt op de optionele uitvoering.
Onze apparaten worden continu verder ontwikkeld. Wij vragen om uw begrip voor het feit dat wij een voorbehoud moeten maken voor wijzigingen in vorm, uitrusting en techniek. Uit de inhoud van deze handleiding kunnen op grond hiervan geen claims met betrekking tot bepaalde eigenschappen van het apparaat worden afgeleid.
Onze apparaten worden continu verder ontwikkeld. Wij vragen om uw begrip voor het feit dat wij een voorbehoud moeten maken voor wijzigingen in vorm, uitrusting en techniek. Uit de inhoud van deze handleiding kunnen op grond hiervan geen claims met betrekking tot bepaalde eigenschappen van het apparaat worden afgeleid.
Auteursrecht
Auteursrecht
Het auteursrecht voor deze handleiding blijft in het bezit van JUNGHEINRICH AG.
Het auteursrecht voor deze handleiding blijft in het bezit van JUNGHEINRICH AG.
Jungheinrich Aktiengesellschaft
Jungheinrich Aktiengesellschaft
Am Stadtrand 35 D-22047 Hamburg - Duitsland
Am Stadtrand 35 D-22047 Hamburg - Duitsland
Telefoon: +49 (0) 40/6948-0
Telefoon: +49 (0) 40/6948-0
www.jungheinrich.com
www.jungheinrich.com
0810.NL
0810.NL
M Z
Voorwoord
0810.NL
0810.NL
Inhoudsopgave 2 3 4 5 6 6
1 2 3 4 5 5.1 5.2
7 8 9 10
6 6.1 7
0810.NL
6 6.1 7
Overzicht DFG 316-320 ...................................................................... Overzicht DFG 316s-320s ................................................................... Overzicht DFG 425-435 ...................................................................... Overzicht DFG 425s-435s ................................................................... Functiebeschrijving ............................................................................. Regeneratieonderdrukking: ................................................................. Betekenis van de controlelampjes en de overeenkomstige maatregelen ........................................................................................ Veiligheidsinstructies ........................................................................... Bestanddelen ...................................................................................... Onderhoud / verzorging / reparatie .....................................................
Overzicht DFG 316-320 ...................................................................... Overzicht DFG 316s-320s ................................................................... Overzicht DFG 425-435 ...................................................................... Overzicht DFG 425s-435s ................................................................... Functiebeschrijving ............................................................................. Regeneratieonderdrukking: ................................................................. Betekenis van de controlelampjes en de overeenkomstige maatregelen ........................................................................................ Veiligheidsinstructies ........................................................................... Bestanddelen ...................................................................................... Onderhoud / verzorging / reparatie .....................................................
2 3 4 5 6 6 7 8 9 10
0810.NL
1 2 3 4 5 5.1 5.2
Inhoudsopgave
I1
I1
I2 I2 0810.NL
0810.NL
Dieselroetfilter
Dieselroetfilter
Dieselroetfilter
Dieselroetfilter
Laat onderhoud en reparaties uitsluitend door vakkundig personeel van de fabrikant uitvoeren.
Laat onderhoud en reparaties uitsluitend door vakkundig personeel van de fabrikant uitvoeren.
11.09.NL
Het filtersysteem kan uitsluitend worden gebruikt voor het filteren van uitlaatgassen van dieselmotoren. In geval van gebruik dat niet volgens de bestemming is, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gehouden. Neem in principe de gebruikshandleiding van het voertuig, algemene ongevallenpreventievoorschriften evenals de overige algemeen erkende veiligheidstechnische en bedrijfsgeneeskundige regels in acht.
11.09.NL
Het filtersysteem kan uitsluitend worden gebruikt voor het filteren van uitlaatgassen van dieselmotoren. In geval van gebruik dat niet volgens de bestemming is, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gehouden. Neem in principe de gebruikshandleiding van het voertuig, algemene ongevallenpreventievoorschriften evenals de overige algemeen erkende veiligheidstechnische en bedrijfsgeneeskundige regels in acht.
1
1
1
Overzicht DFG 316-320
1
Kabelboom Slangleiding Metalen leiding
Kabelboom Slangleiding Metalen leiding
11.09.NL
1 Controlelampjes en schakelaars voor regeneratieonderdrukking 2 Aansluiting tankgever volgens bedradingsschema 3 Dieselretour naar de brandstoftank 4 Doseerpomp 5 Toevoegmiddeltank met toevoegmiddelfilter 6 Be-/ontluchting toevoegmiddeltank 7 Diagnosestekker 8 HJS-ECU 9 Luchtmassameter 10 Aansluiting volgens bedradingsschema (klem 15/30) 11 Verschildruksensor 12 Dieselroetfilter 13 Drukmeetpunt vóór filter 14 Temperatuursensor 15 Drukmeetpunt na filter 16 Voedingsspanning verwarming 17 Uitlaatgas-uitlaatpijp 18 Massaband 19 100A-zekering 20 Aansluiting vlgns kabelschema (kl. 31)
11.09.NL
1 Controlelampjes en schakelaars voor regeneratieonderdrukking 2 Aansluiting tankgever volgens bedradingsschema 3 Dieselretour naar de brandstoftank 4 Doseerpomp 5 Toevoegmiddeltank met toevoegmiddelfilter 6 Be-/ontluchting toevoegmiddeltank 7 Diagnosestekker 8 HJS-ECU 9 Luchtmassameter 10 Aansluiting volgens bedradingsschema (klem 15/30) 11 Verschildruksensor 12 Dieselroetfilter 13 Drukmeetpunt vóór filter 14 Temperatuursensor 15 Drukmeetpunt na filter 16 Voedingsspanning verwarming 17 Uitlaatgas-uitlaatpijp 18 Massaband 19 100A-zekering 20 Aansluiting vlgns kabelschema (kl. 31)
2
Overzicht DFG 316-320
2
2
Overzicht DFG 316s-320s
2
Kabelboom Slangleiding Metalen leiding
Overzicht DFG 316s-320s
Kabelboom Slangleiding Metalen leiding
11.09.NL
1 Controlelampjes en schakelaars voor regeneratieonderdrukking 2 Aansluiting tankgever volgens bedradingsschema 3 Dieselretour naar de brandstoftank 4 Doseerpomp 5 Toevoegmiddeltank met toevoegmiddelfilter 6 Be-/ontluchting toevoegmiddeltank 7 Diagnosestekker 8 HJS-ECU 9 Luchtmassameter 10 Aansluiting CAN en kl. 15 geschakeld volgens bedradingsschema 11 Verschildruksensor 12 Dieselroetfilter 13 Drukmeetpunt vóór filter 14 Temperatuursensor 15 Drukmeetpunt na filter 16 Voedingsspanning verwarming 17 Uitlaatgas-uitlaatpijp 18 Massaband 19 Aansluiting volgens bedradingsschema (klem 30/31) 20 100A-zekering
11.09.NL
1 Controlelampjes en schakelaars voor regeneratieonderdrukking 2 Aansluiting tankgever volgens bedradingsschema 3 Dieselretour naar de brandstoftank 4 Doseerpomp 5 Toevoegmiddeltank met toevoegmiddelfilter 6 Be-/ontluchting toevoegmiddeltank 7 Diagnosestekker 8 HJS-ECU 9 Luchtmassameter 10 Aansluiting CAN en kl. 15 geschakeld volgens bedradingsschema 11 Verschildruksensor 12 Dieselroetfilter 13 Drukmeetpunt vóór filter 14 Temperatuursensor 15 Drukmeetpunt na filter 16 Voedingsspanning verwarming 17 Uitlaatgas-uitlaatpijp 18 Massaband 19 Aansluiting volgens bedradingsschema (klem 30/31) 20 100A-zekering
3
3
3
Overzicht DFG 425-435
3
Kabelboom Slangleiding Metalen leiding
Kabelboom Slangleiding Metalen leiding
11.09.NL
1 Controlelampjes en schakelaars voor regeneratieonderdrukking 2 Aansluiting tankgever volgens bedradingsschema 3 Dieselretour naar de brandstoftank 4 Doseerpomp 5 Toevoegmiddeltank met toevoegmiddelfilter 6 Be-/ontluchting toevoegmiddeltank 7 Diagnosestekker 8 HJS-ECU 9 Luchtmassameter 10 Aansluiting volgens bedradingsschema (klem 15/31) 11 Verschildruksensor 12 Dieselroetfilter 13 Drukmeetpunt vóór filter 14 Temperatuursensor 15 Drukmeetpunt na filter 16 Voedingsspanning verwarming 17 Uitlaatgas-uitlaatpijp 18 Massaband 19 100A-zekering
11.09.NL
1 Controlelampjes en schakelaars voor regeneratieonderdrukking 2 Aansluiting tankgever volgens bedradingsschema 3 Dieselretour naar de brandstoftank 4 Doseerpomp 5 Toevoegmiddeltank met toevoegmiddelfilter 6 Be-/ontluchting toevoegmiddeltank 7 Diagnosestekker 8 HJS-ECU 9 Luchtmassameter 10 Aansluiting volgens bedradingsschema (klem 15/31) 11 Verschildruksensor 12 Dieselroetfilter 13 Drukmeetpunt vóór filter 14 Temperatuursensor 15 Drukmeetpunt na filter 16 Voedingsspanning verwarming 17 Uitlaatgas-uitlaatpijp 18 Massaband 19 100A-zekering
4
Overzicht DFG 425-435
4
4
Overzicht DFG 425s-435s
4
Kabelboom Slangleiding Metalen leiding
Overzicht DFG 425s-435s
Kabelboom Slangleiding Metalen leiding
11.09.NL
1 Controlelampjes en schakelaars voor regeneratieonderdrukking 2 Aansluiting tankgever volgens bedradingsschema 3 Dieselretour naar de brandstoftank 4 Doseerpomp 5 Toevoegmiddeltank met toevoegmiddelfilter 6 Be-/ontluchting toevoegmiddeltank 7 Diagnosestekker 8 HJS-ECU 9 Aansluiting AGR volgens kabelschema 10 Aansluiting CAN en kl. 30 geschakeld volgens bedradingsschema 11 Verschildruksensor 12 Dieselroetfilter 13 Drukmeetpunt vóór filter 14 Temperatuursensor 15 Drukmeetpunt na filter 16 Voedingsspanning verwarming 17 Uitlaatgas-uitlaatpijp 18 Massaband 19 Aansluiting volgens bedradingsschema (klem 30/31) 20 100A-zekering
11.09.NL
1 Controlelampjes en schakelaars voor regeneratieonderdrukking 2 Aansluiting tankgever volgens bedradingsschema 3 Dieselretour naar de brandstoftank 4 Doseerpomp 5 Toevoegmiddeltank met toevoegmiddelfilter 6 Be-/ontluchting toevoegmiddeltank 7 Diagnosestekker 8 HJS-ECU 9 Aansluiting AGR volgens kabelschema 10 Aansluiting CAN en kl. 30 geschakeld volgens bedradingsschema 11 Verschildruksensor 12 Dieselroetfilter 13 Drukmeetpunt vóór filter 14 Temperatuursensor 15 Drukmeetpunt na filter 16 Voedingsspanning verwarming 17 Uitlaatgas-uitlaatpijp 18 Massaband 19 Aansluiting volgens bedradingsschema (klem 30/31) 20 100A-zekering
5
5
5
Functiebeschrijving
5
Functiebeschrijving
Het filtersysteem bestaat uit een dieselroetfilter met sintermetaal-technologie en een volledig automatische regeneratie-eenheid. Deze is in staat om het in het filter opgevangen roet zonder ingrijpen van de chauffeur bij willekeurige motorbedrijfsomstandigheden te verbranden. Als er voldoende roet in het filter zit, activeert de elektronische regeling automatisch een regeneratie. Om ervoor te zorgen dat de roetverbranding volledig en vrijwel zonder resten in zeer korte tijd kan worden gerealiseerd, voegt het automatische doseersysteem een additief toe aan de dieselbrandstof, waarmee de ontbrandingstemperatuur daalt en de verbrandingssnelheid wordt verhoogd.
Het filtersysteem bestaat uit een dieselroetfilter met sintermetaal-technologie en een volledig automatische regeneratie-eenheid. Deze is in staat om het in het filter opgevangen roet zonder ingrijpen van de chauffeur bij willekeurige motorbedrijfsomstandigheden te verbranden. Als er voldoende roet in het filter zit, activeert de elektronische regeling automatisch een regeneratie. Om ervoor te zorgen dat de roetverbranding volledig en vrijwel zonder resten in zeer korte tijd kan worden gerealiseerd, voegt het automatische doseersysteem een additief toe aan de dieselbrandstof, waarmee de ontbrandingstemperatuur daalt en de verbrandingssnelheid wordt verhoogd.
Als het voertuig na het tanken wordt gestart, herkent het systeem automatisch de bijgetankte hoeveelheid en doseert op basis daarvan het toevoegmiddel in de brandstofterugloop. Daarbij kan er mogelijk een licht klikgeluid van de doseerpomp worden gehoord.
Als het voertuig na het tanken wordt gestart, herkent het systeem automatisch de bijgetankte hoeveelheid en doseert op basis daarvan het toevoegmiddel in de brandstofterugloop. Daarbij kan er mogelijk een licht klikgeluid van de doseerpomp worden gehoord.
Let hierbij met name op de volgende punten:
Let hierbij met name op de volgende punten:
M
Ter controle worden de twee controlelampjes na inschakeling van de ontsteking gedurende ca. 10 seconden ingeschakeld. Als bij deze controle een of beide controlelampjes niet oplichten, is er sprake van een storing. In dat geval moet u deskundig personeel van de fabrikant informeren.
M
Ter controle worden de twee controlelampjes na inschakeling van de ontsteking gedurende ca. 10 seconden ingeschakeld. Als bij deze controle een of beide controlelampjes niet oplichten, is er sprake van een storing. In dat geval moet u deskundig personeel van de fabrikant informeren.
M
Als één controlelampje defect is, zal het andere lampje continu knipperen. De betekenis van de controlelampjes wordt in detail beschreven op de volgende pagina.
M
Als één controlelampje defect is, zal het andere lampje continu knipperen. De betekenis van de controlelampjes wordt in detail beschreven op de volgende pagina.
M
De regeneratie moet beslist in de open lucht plaatsvinden!
M
De regeneratie moet beslist in de open lucht plaatsvinden!
Z
Mocht het interne transportmiddel zich op het moment van de automatische regeneratie binnen (hal, etc.) bevinden, bestaat er de mogelijkheid om de regeneratie te onderdrukken.
Z
Mocht het interne transportmiddel zich op het moment van de automatische regeneratie binnen (hal, etc.) bevinden, bestaat er de mogelijkheid om de regeneratie te onderdrukken.
5.1
Regeneratieonderdrukking:
5.1
Regeneratieonderdrukking:
ca. 5 min. voor de automatische regeneratie begint de toets (afbeelding) te knipperen. Gedurende deze tijd heeft de bediener de mogelijkheid om met het interne transportmiddel de ruimte te verlaten. Als dit niet mogelijk is kan de bediener de toets indrukken en zo gedurende 20 minuten de regeneratieonderdrukking activeren. Op deze manier heeft de bediener meer tijd om de ruimte met het interne transportmiddel te verlaten.
6
Deze procedure kan slechts één keer worden herhaald. Het knipperende lampje kan niet een derde keer door het indrukken van de knop worden onderdrukt! Het systeem regenereert ter zelfbescherming na ca. 5 min. volledig automatisch!
11.09.NL
M
Deze procedure kan slechts één keer worden herhaald. Het knipperende lampje kan niet een derde keer door het indrukken van de knop worden onderdrukt! Het systeem regenereert ter zelfbescherming na ca. 5 min. volledig automatisch!
11.09.NL
M
ca. 5 min. voor de automatische regeneratie begint de toets (afbeelding) te knipperen. Gedurende deze tijd heeft de bediener de mogelijkheid om met het interne transportmiddel de ruimte te verlaten. Als dit niet mogelijk is kan de bediener de toets indrukken en zo gedurende 20 minuten de regeneratieonderdrukking activeren. Op deze manier heeft de bediener meer tijd om de ruimte met het interne transportmiddel te verlaten.
6
5.2
Betekenis van de controlelampjes en de overeenkomstige maatregelen
5.2
Betekenis van de controlelampjes en de overeenkomstige maatregelen
Werkzaamheden aan het filtersysteem mogen uitsluitend door vakkundig personeel van de producent worden verricht.
Werkzaamheden aan het filtersysteem mogen uitsluitend door vakkundig personeel van de producent worden verricht.
Startfase - Beide controlelampjes „branden ca. 10 sec. continu“:
Startfase - Beide controlelampjes „branden ca. 10 sec. continu“:
M
Controle filtersysteem
Controle filtersysteem
Als bij deze controle er geen controlelampjes oplichten, is er sprake van een storing. In dat geval moet u deskundig personeel van de fabrikant informeren.
Als bij deze controle er geen controlelampjes oplichten, is er sprake van een storing. In dat geval moet u deskundig personeel van de fabrikant informeren.
Geel controlelampje „knippert“:
Geel controlelampje „knippert“:
regeneratiecyclus uitvoeren
regeneratiecyclus uitvoeren
Bij permanent gebruik op korte trajecten kan onder bepaalde omstandigheden het filtersysteem niet volledig regenereren. Dan moet er als volgt een regeneratie worden uitgevoerd: Het interne transportmiddel moet in stilstand gedurende 10 minuten bij afregeltoerental in werking worden gezet, zodat het systeem de regeneratie uitvoert. Mocht na een herhaling het controlelampje niet doven, moet u deskundig personeel van de fabrikant informeren.
Bij permanent gebruik op korte trajecten kan onder bepaalde omstandigheden het filtersysteem niet volledig regenereren. Dan moet er als volgt een regeneratie worden uitgevoerd: Het interne transportmiddel moet in stilstand gedurende 10 minuten bij afregeltoerental in werking worden gezet, zodat het systeem de regeneratie uitvoert. Mocht na een herhaling het controlelampje niet doven, moet u deskundig personeel van de fabrikant informeren.
Geel controlelampje „brandt continu“:
Geel controlelampje „brandt continu“:
automatisch regeneratie geactiveerd
automatisch regeneratie geactiveerd
Als de automatische regeneratie actief is, mag de motor niet worden uitgeschakeld. Het normale rijbedrijf moet zo lang worden uitgevoerd, tot het gele controlelampje dooft.
Als de automatische regeneratie actief is, mag de motor niet worden uitgeschakeld. Het normale rijbedrijf moet zo lang worden uitgevoerd, tot het gele controlelampje dooft.
M
De regeneratie moet in de open lucht plaatsvinden!
Rood controlelampje „knippert“:
M
Rood controlelampje „knippert“:
M
Ernstige storing -> het systeem kan zijn beschadigd, informeer, beslist deskundig personeel van de fabrikant!
Rood controlelampje „brandt continu“:
Ernstige storing -> het systeem kan zijn beschadigd, informeer, beslist deskundig personeel van de fabrikant!
Rood controlelampje „brandt continu“:
M
Storing - informeer deskundig personeel van de producent!
Storing - informeer deskundig personeel van de producent! Er is een storing of uitval van het filtersysteem opgetreden. In dat geval moet u deskundig personeel van de fabrikant informeren.
11.09.NL
Er is een storing of uitval van het filtersysteem opgetreden. In dat geval moet u deskundig personeel van de fabrikant informeren.
11.09.NL
M
De regeneratie moet in de open lucht plaatsvinden!
7
7
6
Veiligheidsinstructies
6
– Om de veiligheid tijdens de werking te garanderen, mag het filtersysteem alleen volgens de aanwijzingen in de bedieningshandleiding worden gebruikt. – Neem bij het gebruik bovendien de voor het bedrijf noodzakelijke rechts- en veiligheidsvoorschriften in acht. Waar van toepassing, geldt dit ook voor de toepassing van accessoires. – Het filtersysteem mag uitsluitend door vakkundig personeel van de producent worden onderhouden of gemonteerd.
F
F
Het filterhuis van het filtersysteem wordt heet tijdens de werking en kan bij aanraking tot brandwonden leiden. Het hete filterhuis kan gevaarlijk zijn met betrekking tot brand of ontstekingen. Plaats het voertuig zodanig, dat het diesel-deeltjesfilter niet in aanraking komt met licht ontvlambare materialen (b.v. ook droog gras).
F
Het gebruikte additief is gevaarlijk voor de gezondheid en is onderhevig aan bijzondere aanwijzingen, die onder het volgende punt „Bestanddelen“ in detail worden vermeld. Het dieselroetfilter wordt toegangsystemen gebruikt.
samen
met
Jungheinrich
ISM
of
F F F
andere
Als er een toegangssysteem wordt gebruikt, waarbij het voertuig automatisch uitschakelt bij het verlaten van het voertuig moet op het volgende worden gelet: De vertragingstijd voor de automatische uitschakeling moet op minimaal 10 minuten worden ingesteld. Zo wordt voorkomen dat een reeds begonnen regeneratie (geel controlelampje brandt continue) wordt onderbroken. Als de vertragingstijd korter wordt ingesteld, moet de bestuurder bij een begonnen regeneratie zolang in het voertuig blijven totdat het gele controlelampje uitgaat.
11.09.NL
F F F
– Om de veiligheid tijdens de werking te garanderen, mag het filtersysteem alleen volgens de aanwijzingen in de bedieningshandleiding worden gebruikt. – Neem bij het gebruik bovendien de voor het bedrijf noodzakelijke rechts- en veiligheidsvoorschriften in acht. Waar van toepassing, geldt dit ook voor de toepassing van accessoires. – Het filtersysteem mag uitsluitend door vakkundig personeel van de producent worden onderhouden of gemonteerd.
8
Het filterhuis van het filtersysteem wordt heet tijdens de werking en kan bij aanraking tot brandwonden leiden. Het hete filterhuis kan gevaarlijk zijn met betrekking tot brand of ontstekingen. Plaats het voertuig zodanig, dat het diesel-deeltjesfilter niet in aanraking komt met licht ontvlambare materialen (b.v. ook droog gras). Het gebruikte additief is gevaarlijk voor de gezondheid en is onderhevig aan bijzondere aanwijzingen, die onder het volgende punt „Bestanddelen“ in detail worden vermeld. Het dieselroetfilter wordt toegangsystemen gebruikt.
samen
met
Jungheinrich
ISM
of
andere
Als er een toegangssysteem wordt gebruikt, waarbij het voertuig automatisch uitschakelt bij het verlaten van het voertuig moet op het volgende worden gelet: De vertragingstijd voor de automatische uitschakeling moet op minimaal 10 minuten worden ingesteld. Zo wordt voorkomen dat een reeds begonnen regeneratie (geel controlelampje brandt continue) wordt onderbroken. Als de vertragingstijd korter wordt ingesteld, moet de bestuurder bij een begonnen regeneratie zolang in het voertuig blijven totdat het gele controlelampje uitgaat.
11.09.NL
F
Veiligheidsinstructies
8
6.1
Bestanddelen
6.1
Bestanddelen
Z
Bijzondere instructies inwinnen/veiligheidsinformatieblad raadplegen.
Z
Bijzondere instructies inwinnen/veiligheidsinformatieblad raadplegen.
Kenmerk
M
Kenmerk
R 40
Onherstelbare schade mogelijk.
R 40
Onherstelbare schade mogelijk.
R 51
Giftig voor waterorganismen.
R 51
Giftig voor waterorganismen.
R 53
Kan in water langdurige schadelijke werking hebben.
R 53
Kan in water langdurige schadelijke werking hebben.
R 65
Gevaar voor de gezondheid: Kan bij inslikken schade aan de longen veroorzaken.
R 65
Gevaar voor de gezondheid: Kan bij inslikken schade aan de longen veroorzaken.
R 66
Herhaald contact kan tot een gekloofde of gebarsten huid leiden.
R 66
Herhaald contact kan tot een gekloofde of gebarsten huid leiden.
R 67
Dampen kunnen slaperigheid en sufheid veroorzaken.
R 67
Dampen kunnen slaperigheid en sufheid veroorzaken.
S 36
Tijdens het werk geschikte veiligheidskleding dragen.
S 36
Tijdens het werk geschikte veiligheidskleding dragen.
S 37
Geschikte veiligheidshandschoenen dragen.
S 37
Geschikte veiligheidshandschoenen dragen.
S 60
Deze stof en/of de verpakking ervan moeten als gevaarlijk afval worden afgevoerd.
S 60
Deze stof en/of de verpakking ervan moeten als gevaarlijk afval worden afgevoerd.
S 61
Voorkomen dat de stof in het milieu terechtkomt.
S 61
Voorkomen dat de stof in het milieu terechtkomt.
M
Meteen een arts raadplegen en verpakking of etiket aan de arts laten zien. Kenmerk
Kenmerk S 62
Bij inslikken geen braken veroorzaken.
11.09.NL
Bij inslikken geen braken veroorzaken.
11.09.NL
S 62
Meteen een arts raadplegen en verpakking of etiket aan de arts laten zien.
9
9
Onderhoud / verzorging / reparatie
7
10
Onderhoud / verzorging / reparatie Alle werkzaamheden aan het filtersysteem, onderhoud en reparatie, mogen uitsluitend door vakkundig personeel van de producent worden verricht. Er mogen uitsluitend door de producent vrijgegeven reserveonderdelen en materialen worden gebruikt.
Voor een langdurige werking van het filtersysteem is het absoluut noodzakelijk de aanwijzingen en maatregelen bij foutmeldingen in acht te nemen.
Voor een langdurige werking van het filtersysteem is het absoluut noodzakelijk de aanwijzingen en maatregelen bij foutmeldingen in acht te nemen.
11.09.NL
Alle werkzaamheden aan het filtersysteem, onderhoud en reparatie, mogen uitsluitend door vakkundig personeel van de producent worden verricht. Er mogen uitsluitend door de producent vrijgegeven reserveonderdelen en materialen worden gebruikt.
11.09.NL
7
10