ROEKENBEHEERSPLAN GEMEENTE WINSUM
November 2013 auteur: Anne-Jan Staal
Roeken beheersplan Gemeente Winsum
Roeken beheersplan Gemeente Winsum
Inhoud Inhoud ................................................................................................................ 3 Inleiding .............................................................................................................. 5 1. Algemeen ........................................................................................................ 6 1.1 Kenmerken en biotoopeisen ......................................................................... 6 1.2 Inventariseren ...........................................................................................11 1.3 Locatiewaardering .....................................................................................11 1.4 Klachten ....................................................................................................11 1.5 Flora en Faunawet......................................................................................11 1.6 Ontheffing .................................................................................................12 2 Het roekenbeheersplan .....................................................................................12 2 . 1 Stappenplan .............................................................................................12 2.2 Kostenposten .............................................................................................13 3 Overlast ...........................................................................................................14 3 . 1 Overlast binnen de gemeente Winsum ........................................................14 4 Beoordeling van de locaties ...............................................................................15 4.1 Locaties in de gemeente Winsum.................................................................16 4.1.1 Meijmaweg Rasquert ...............................................................................17 4.1.2 Kerkstraat Winsum ..................................................................................18 4.1.3 Gemeentehuis .........................................................................................19 4.1.4 Hockeyveld Winsum.................................................................................20 4.1.5 Bellingeweer Winsum...............................................................................21 4.1.6 Garnwerderweg/ Klein Garnwerd Winsum ..................................................22 4.1.7 Onnesweg Feerwerd ................................................................................23 4.1.8 Torenweg Adorp......................................................................................24 4.1.9 Oude begraafplaats Sauwerd ....................................................................25 4.2 Alternatieve locaties ...................................................................................26 4.2.1 Winsum ..................................................................................................26 4.2.2 Rasquert.................................................................................................27 5 Beheer en monitoring .......................................................................................27 5 . 1 Afspraken met eigenaren/beheerders .........................................................28 5.2 Monitoring .................................................................................................28 6 Communicatie ..................................................................................................29 6.1 Preventief ..................................................................................................29 6.2 Actief ........................................................................................................29 6.3 Naar eigenaren/beheerders .........................................................................29 7 Verjagen van overlastlocaties ............................................................................30 8 Aanbevelingen en te ondernemen stappen..........................................................31 Literatuurlijst ......................................................................................................33 Bijlage 1. Locaties roeken kolonies ........................................................................34 Bijlage 2: Wetgeving met betrekking tot de roek ....................................................35 Roeken beheersplan Gemeente Winsum
Roeken beheersplan Gemeente Winsum
Inleiding Voor u ligt het roeken beheersplan voor de gemeente Winsum. Gemeente Winsum is gelegen in het noordwesten van de provincie Groningen. Een landelijke gemeente met ca. 14.000 inwoners en een oppervlakte van 10253 ha. Winsum is 11 kernen rijk: Adorp, Baflo, Den Andel, Ezinge, Feerwerd, Garnwerd, Rasquert, Saaxumhuizen, Sauwerd, Tinallinge en Wetsinge. In dit roeken beheersplan is de probleemstelling beschreven in de volgende punten: Er wordt overlast ondervonden, veroorzaakt door een roekenkolonie, doordat roeken op een ongewenste locatie verblijven; De gemeente Winsum beschikt nog niet over een op de huidige wetgeving afgestemd roekenbeheersplan. Dit roekenbeheersplan is afgestemd op de huidige Flora en Faunawet en opgesteld in samenspraak met de gemeente. Doel is het opstellen van een roekenbeheersplan dat isafgestemd op de huidige wetgeving en waarmee de roek wordt beschermd. Het uitgangspunt is dat de roek zo min mogelijk overlast kan veroorzaken. Het rapport dient als leidraad voor de gemeente. Om een antwoord op de probleemstelling te vinden hebben wij literatuur en de Flora en Faunawet bestudeerd. Ook is de praktijksituatie verkend en veldonderzoek uitgevoerd. Dit plan is bestemd voor de gemeente Winsum als leidraad voor haar beleid. Voorop gesteld moet worden dat dit plan bedoeld is voor het beschermen van de roek en er gewerkt is vanuit een objectieve invalshoek.
1. Algemeen
Voor een goede interpretatie van het roekenbeheersplan is het noodzakelijk enige voorkennis te hebben. Dit hoofdstuk beschrijft de ecologie van de roek , de methode waarmee de nestlocaties gewaardeerd zijn, een beschrijving van de overlast en de formulering van de wettelijke kaders. 1.1 Kenmerken en biotoopeisen
Kenmerken De roek (Corvus Frugilegus) behoort tot de familie van de kraaiachtigen ( Corvidae). Hij lijkt qua kleur en grootte op de zwarte kraai (Corvus Corone). De roek heeft echter een losser verenpak en een wittige, kale snavelbasis. Wat betreft de leefwijze zijn er grote verschillen tussen de roek en de zwarte kraai. De zwarte kraai bijvoorbeeld broedt solitair. Roeken broeden in kolonies die in een natuurlijke situatie kunnen variëren van 100 tot 2000 broedparen.
De roek (Corvus Frugilegus)
Leefgebied, gedrag en populatie
De zwarte kraai (Corvus Corone)
De roek vindt zijn voornaamste leefgebied in de zones rivier- en beekdalen, vooral op lage zandgronden in het midden en oosten van Nederland. In de noordelijke delen van Nederland is de roek nog met een opmars bezig. De soort foerageert graag op weidegronden doch kan ook in grote getallen op landbouwgronden foerageren. De soort nestelt in Nederland graag in bosjes met hoge bomen, steeds in kolonieverband. Deze kolonies zijn gebaat bij een broedplaats waar ze niet verstoord worden. Wanneer er sprake is van fysieke verstoring zoals ver- of bejaging door de mens, zullen de kolonies op zoek gaan naar een meer veilige locatie. Voor verstoring in de vorm van een autosnelweg of een spoorlijn is de roek echter weinig gevoelig. De roek mijdt dichte bossen en bosranden als kolonieplaats. Roeken concentreren zich graag in grote broedkolonies nabij de beste voedselgebieden, liefst op zichtafstand. Ze verhuizen echter steeds vaker naar locaties in woongebieden, waarschijnlijk veroorzaakt door verjaging in het buitengebied. Tegelijkertijd zijn in het buitengebied over het algemeen ook het aantal geschikte bosschages voor vestiging afgenomen. Roeken bouwen nesten van takken, bekleed met mos en plastic van boterhamzakjes. Andere materialen zoals riet of andere plantendelen worden zelden aangetroffen. Een populatie is steeds onderhevig aan voortplantingsgedrag dat streeft naar maximale aantallen en maximale verspreiding gebaseerd op beschikbaarheid van voedsel en broedplaatsen.
Daarmee wordt een voor roeken geschikte biotoop optimaal door hen gebruikt: dit betekent ook dat er een `bovengrens' in de populatieomvang is. De statistische ontwikkeling van de populaties in Nederland wijst er op dat bij een omvang van ca. 70.000 broedparen de bovengrens is bereikt (thans 60.000). Vanaf het vroege voorjaar tot in juni vliegen de roeken af en aan naar hun dagelijkse verblijfplaats, met voedsel en met veel lawaai dat in de woonomgeving nogal overlast kan veroorzaken. De roeken produceren een monotoon achtergrondgeluid dat in de kolonies van zonsopgang tot zonsondergang klinkt. Beproefde beheersmaatregelen in het verleden (vooral verstoring van kolonies), lijken in de praktijk te leiden tot verschuiving, wellicht zelfs vergroting van dat probleem (grotere verspreiding). Na verstoring waren veelal kleinere kolonies op een veel groter aantal locaties gevestigd. Het totale aantal nesten verspreid over 18 kolonies op 24 april 2012 in de gemeente Winsum lag op ca. 370. Het totale aantal locaties waar roeken hebben genesteld binnen de gemeente in het voorjaar van 2013 is vast gesteld op 21 locaties.
Roeken 2012 Nr. * Object: 20 maart '12 28 maart '12 24 april '12 1 Meijmaweg Rasquert 20 23 30 3 Gemeentehuis 20 45 45 4 Hockeyveld Winsum 8 17 21 7 Onnesweg Feerwerd 6 10 10 9 Oude begraafplaats Sauwerd 9 10 10 10 Sasmabos Baflo 15 17 20 11 Abbeweer 11 13 13 12 Allersmaborg Ezinge 65 91 99 13 Sportveld Ezinge 0 0 9 14 Schiftpot 1 2 4 15 Antummerweg picknick pl. 15 21 22 16 Hammingh 15 19 23 17 Beswerd 9 9 7 18 Onderdendamsterweg Winsum rotonde 18 28 28 18 Herv. Kerk Adorp 3 5 5 19 Veldwijk 5 9 9 20 Munsterweg 1 5 6 21 12 Hoven Winsum 3 3 6 Totaal nesten roeken 224 327 367 * De nummers zijn gek oppeld aan de adressen van de bijbehorende tek eningen Bijlage 1
adres Meijmaweg 1 9955 VC Rasquert Hoofdstraat W70 9951 AC Winsum Wierdaweg 9951 TM Winsum Onnesweg 1 9951 HZ Feerwerd Provincialeweg 9 9781 TA Sauwerd Dingenpad 5 9953 SM Baflo Abbeweersterweg 3 9954 TX Tinallinge Allersmaweg 64 9891 TD Ezinge Mentaweg 1 9892 TA Feerwerd Groenelaan 1001 9892 TH Feerwerd Antummerweg 9893 TA Garnwerd Burg. Brouwerstraat 28 9893 SM Garnwerd Meedenerweg 23 9892 TB Feerwerd Ond.damsterweg 45 9951TD Winsum Torenweg 6 9774 PJ Adorp Ond.damsterweg 34 9951TD Winsum Potvenne 1 9951 JL Winsum Meeden 1 9951 HZ Winsum
Beoordeling roeken kolonie 2013 * Kolonie Locatie: datum van bezoek: 1 Meijmaweg Rasquert 12-11-2013 2 Herv. Kerk Winsum **** 3 Gemeentehuis 12-11-2013 4 Hockeyveld 12-11-2013 5 Bellingweer, Winsum **** 6 Garnewerdeweg **** 7 Onnesweg Feerwerd 12-11-2013 8 Herv. Kerk Adorp 12-11-2013 9 Oude begr. plaats Sauwerd 12-11-2013 10 Sasmabos baflo 12-11-2013 11 Abbeweer Tinallinge 12-11-2013 12 Allersmaborg Ezinge 12-11-2013 13 Sportveld Ezinge 12-11-2013 14 Schiftpot Aduarderdiep 12-11-2013 15 Antummerweg/ picknick pl. 12-11-2013 16 Garnwerd/ Hammingh 12-11-2013 17 Feerwerd, Beswerd 12-11-2013 18 Rotonde 12-11-2013 19 Veldwijk 12-11-2013 20 Potvenne 12-11-2013 21 Meeden/ Lombok 12-11-2013
Waarnemer: Dorp: Nesten: Boomsoort: A.J. Staal Rasquert 7 Esdoorn
locatie:** Groeilocatie:*** Matig
A.J. Staal A.J. Staal
Winsum Winsum
10 0
Es, Eik Populier
Slecht Goed
Matig Matig
A.J. Staal A.J. Staal A.J. Staal A.J. Staal A.J. Staal A.J. Staal A.J. Staal A.J. Staal A.J. Staal A.J. Staal A.J. Staal A.J. Staal A.J. Staal A.J. Staal A.J. Staal
Feerwerd Adrop Sauwerd Baflo Tinallinge Ezinge Feerwerd Feerwerd Garnwerd Garnwerd Feerwerd Winsum Winsum Winsum Winsum
0 0 1 5 0 38 11 0 0 0 0 1 0 1 3
Populier Kastanje, Es Es Es Populier Kastanje, Es, Eik Es, Els ?? Es Es, Eik Populier Populier Populier + Esdoorn Populier Es, Esdoorn
Matig Matig Goed Matig Goed Goed Goed Goed Goed Matig Goed Matig Matig Slecht Matig
Matig Goed Goed Goed Matig Goed Goed Slecht Goed Slecht Goed Goed Slecht Slecht Matig
* Nummers zijn gekoppeld aan de bij behorende tekeningen zie bijlage 1 ** Hoe is de locatie gelegen (goed/ vrij van bebouwing, matig/ aangrenzende bebouwing, slecht/ omringt door bebouwing) *** Hoe is de ruimte op deze locatie voor uitbereiding voor groei van de kolonie **** Onvoldoende gegevens
Nestbomen
Doorgaans wordt de Canadese Populier Populus canadensis als favoriete nestboom opgevoerd. Dit is overigens geen regel. De keuze van boomsoorten die roeken gebruiken als nestboom wordt in grote mate bepaald door de soorten die in het broedgebied aanwezig zijn. Dit wordt benadrukt door het feit dat bijvoorbeeld in Duitsland de meeste nesten in Beuken Fagus sylvatica worden gevonden terwijl de Grove Den Pinus sylvestris in Engeland en Noord-Ierland het meest geliefd is. Ook in Nederland zijn er soms regionale verschillen in boomkeuze. In tegenstelling tot de boomsoort waarin wordt gebroed, is de boomhoogte echter wel van significant belang. Roeken broeden liefst zo hoog mogelijk, meestal tussen 15 en 25 meter. Dit is een van de belangrijkste oorzaken waarom de Canadese Populier in Nederland zo vaak als favoriete nestboom wordt verkozen. De volop aanwezige populieren hebben een korte omlooptijd (gemiddeld 40 jaar) waardoor al op een relatief lage leeftijd een acceptabele hoogte wordt bereikt. (Bron: Archief Vogelbescherming Nederland)
Voortplanting
De nest bouw begint februari begin maart. Het legsel bestaat uit 3 tot 5 blauw groene eieren die na een broedtijd van 16 tot 18 dagen uit komt. In de daar op volgende 28 tot 30 dagen worden de jongen op het nest gevoerd tot dat deze vliegvlug zijn. Het duurt dan twee jaar voordat de jonge roek geslachtsrijp is en een partner heeft gevonden waar deze zijn leven lang aan gekoppeld is.
Roekennest met 4 eieren
bron: Gemeente Maasdriel
Territorium drift
Indien roeken zich eenmaal ergens gevestigd hebben, blijkt dat andere vogelsoorten zich niets aantrekken van de voortdurende levendigheid en midden in de kolonie broeden. Torenvalk en ransuil zijn geregeld als buren aangetroffen. De zo territoriaal ingestelde zwarte kraai broedt zelfs met meerdere paren tegelijk in een kolonie. Ook de kauw, waarvan Roeken beheersplan gemeente Winsum
-9
bekend is dat die soms semikoloniaal broedt, kan regelmatig met enkele paren per kolonie als broedvogel aangetroffen worden. Vermoedelijk profiteren deze soorten van de beschermde werking die van een kolonie uitgaat. Voornamelijk van de blauwe reiger, eveneens een koloniebroeder, is bekend ook te nestelen in gezelschap van roeken. (Bron: Archief Vogelbescherming Nederland)
Voedsel
Voedsel wordt doorgaans gevonden op dichtbij gelegen akkers en graslanden. Maar vooral in de winterperiode zijn soms lange vluchten noodzakelijk om de afstand tussen foerageergebied en slaapplaats te overbruggen. Het voedsel van de roek bestaat, wisselend in de seizoenen, uit dierlijke en plantaardige bestanddelen: Dierlijk, o.a. bodem- en andere insecten, maar ook aas, dode vogels, soms jongen en eieren. Hoogtepunt van de foerage van dierlijk voedsel ontstaat tijdens het voeden van eigen jongen. Plantaardig, o.a. diverse soorten landbouwgewassen zoals granen, aardappelen en andere wortelknollen, vruchten als noten, erwten en fruit, en plantedelen als bloemen en jong uitlopende knoppen. (Bron: Verslag expertmeeting roeken)
Het nut van de roek
Uit een analyse van de inhoud van 2366 magen van roeken, in 1976, is gebleken dat 59,1% bestond uit dierlijk voedsel en 40,9% uit plantaardig voedsel. Uit dit onderzoek bleek ook dat 19,6% van de maaginhoud bestond uit schadevraat (nuttige insecten / landbouwgewassen),47,3% bestond uit nuttige vraat (insecten, onkruidzaden e.d.), de overige 33% aangegeven als overig voedsel. Hiermee word de roek tot nuttig dier verklaard. (Bron: Feijen 1976 R.I.N. mededeling 139.)
Vijanden
De natuurlijke vijanden van de roek zijn de buizerd en soms havik. Bij de buizerd gaat het meestal om verjaging, hoewel soms jonge roeken van een nest worden geplukt. De grootste doodsoorzaak van roeken is echter de sterfte als juveniel (jonge vogels) vanwege gebrek aan voedsel. Roeken vermijden plaatsen waar haviken zitten, omdat die ook volwassen roeken kunnen doden en zeker de jonge vogels. (Bron: Vogelbescherming Nederland)
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-10
1.2 Inventariseren Om een begin te maken met het roekenbeheersplan is het noodzakelijk dat alle gegevens over de roeken in de gemeente worden geïnventariseerd. Alle nesten moeten worden geteld en beschreven. Met deze informatie is er een overzicht gemaakt betreffende het aantal nesten en waar de locaties van de kolonies zich bevinden. Daarnaast is het praktisch om alle nestlocaties in een kaart weer te geven. 1.3 Locatiewaardering Na het inventariseren van de nesten is het belangrijk dat alle nestlocaties een waardering krijgen. De waardering geeft "slechte", "matige" en "goede" locaties aan. Locaties worden geclassificeerd aan de hand van de afstand van woonbebouwing en biotoop. In hoofdstuk 4 staat specifiek beschreven hoe de locaties werden gewaardeerd. De locaties worden beoordeeld op twee punten; De Locatie en Groeilocaties. De Locaties: hier wordt naar de aanwezigheid van woonbebouwing gekeken die mogelijk overlast kunnen ondervinden van de kolonie zelf of wel van de aanvliegroute. Goed (geen overlast), Matig (geringe overlast), Slecht (veel overlast). Groeilocaties: locaties waar uitbereiding van de kolonie mogelijk is, voor dan wel na (her)inrichting. 1.4 Klachten In de Flora en Faunawet staan geen meetbare criteria beschreven. In de wet is de term "belangrijke overlast" vermeld (bijlage 4). Hier zijn geen criteria aan verbonden. Overlast is subjectief en geen situatie is vergelijkbaar. De gemeente dient naar eigen inzicht de situatie te beoordelen en te behandelen. Niet iedere klacht is gegrond en heeft dezelfde waarde. Veel voorkomende klachten zijn: Geluidsoverlast Bevuiling door uitwerpselen Gevaar voor volksgezondheid Beschadiging van rieten daken Economische schade Aantasting autolak Schade aan de landbouw Predatie op eieren en jonge vogels Veel klachten zijn een gevolg van onwetendheid en onbegrip. Een folder met informatie over roeken is dan vaak voldoende om onbegrip weg te nemen en klachten te verminderen. 1.5 Flora en Faunawet De Flora en Faunawet is het wettelijke kader waarin de regels omtrent roekenbeheer staan beschreven. Deze wet vermeldt dat elke inwoner van Nederland een algemene zorgplicht heeft. Dit houdt in dat iedere burger voldoende zorg in acht moet nemen voor de in het wild levende dieren, inclusief hun leefomgeving, en planten en hun groeiplaats. De Flora en Faunawet stelt in artikel 4, eerste lid, onderdeel b:
Alle van nature op het Europese grondgebied van de Lidstaten van de Europese Unie voorkomende soorten vogels zijn beschermd met uitzondering van gedomesticeerde vogels behorende tot bij algemene maatregel van bestuur aangewezen soorten. Hiermee wordt gesteld dat een vogel, en daarmee de roek, in zijn gehele doen en laten (waaronder zijn broedlocatie), op geen enkel mogelijke manier mag worden verstoord of vernietigd (zie artikel 9, 10, 11 en 12 van de Flora en Faunawet). Roeken beheersplan gemeente Winsum
-11
Roeken vormen in de gemeente Winsum op 9 locaties overlast. Door bovenstaand artikel is het niet mogelijk om hier maatregelen tegen te nemen. Met het in werking treden van de Algemene Maatregel van Bestuur van 10 december 2004 (Staatsblad 501) zijn er mogelijkheden ontstaan om voor het bovenstaand artikel een ontheffing te verkrijgen. Het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (artikel 2d), stelt dat voor vogelsoorten waaronder de roek (genoemd in bijlage I I van het besluit), ontheffing wordt verleend voor onder andere het verstoren, mits er sprake is van belangrijke overlast veroorzaakt door roeken. (Artikel 2 lid 3). Voor overige vormen van overlast (genoemd in artikel 2, lid 3 van het besluit) is het mogelijk om een ontheffing voor verontrusting (artikel 10, Flora en Faunawet) aan te vragen, mits er geen vorm van wezenlijke invloed op de soort is. Voor de exacte regelgeving wordt verwezen naar bijlage 4. 1.6 Ontheffing Op basis van een roekenbeheersplan is het wettelijk mogelijk om een ontheffing aan te vragen. Zowel burger als gemeente kan deze procedure doorlopen. Het ministerie van Economische Zaken (voorheen LNV) zal deze aanvraag aan het gemeentelijk roekenbeheersplan laten toetsen.
2 Het roekenbeheersplan In het roekenbeheersplan draait het, zoals de naam al zegt, om het beheren van de Roek en zijn omgeving. Door één of meer gebieden aan te wijzen, in te richten en te beschermen kan er een goede staat van instandhouding van de soort worden gewaarborgd en kan waar nodig de overlast verminderen dan wel toenemen . Doordat er in de gemeente beschermde locaties aangewezen worden, is de kans reëel dat ze zich gaan verplaatsen. Het beschermen van de locatie en kolonie zorgt ervoor dat deze niet verjaagd mag worden. Door dit plan wordt een constructieve oplossing geboden voor de overlast die bepaalde roekenkolonies met zich mee kunnen brengen. Er dient in acht te worden genomen dat uitvoering van onderstaand stappenplan meerdere jaren kan duren en niet in strijd mag zijn met de FF-wet, ofwel het dier welzijn en de goed staat van in stand houding mag bedreigd worden. 2 . 1 Stappenplan
Stap 1: inventariseren
Om het plan goed te laten functioneren, zijn telgegevens van de roek nodig.
Stap2: locatie waardering
Om een goed beeld te krijgen van de verschillende nestlocaties, is het noodzakelijk deze te waarderen. Hiervoor zijn de criteria gebruikt zoals beschreven in hoofdstuk 4.
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-12
Stap 3: locatie aanwijzing
Wanneer alle locaties zijn gewaardeerd, kan worden vastgesteld wat de meest effectieve manier is om de overlast te bestrijden. Waar nodig en waar mogelijk kunnen alternatieve locaties worden aangewezen.
Stap 4: Uitbereidingsmogelijkheden beschrijven
Op een groeilocatie kunnen een groot aantal nesten terecht. Groeilocaties kunnen worden uitgebreid omdat hierdoor de roeken verder gecentraliseerd worden. Door roeken te centraliseren wordt de problematiek beter beheersbaar. Als een groeilocatie is aangewezen kan er begonnen worden met het bekijken van de uitbreidingsmogelijkheden. Deze stap kan later in het plan een belangrijke afwegingsfactor zijn als er gekozen moet worden tussen twee verschillende groeilocaties.
Stap 5: Locatie vastleggen en beschermen
Om groeilocaties te beschermen is het raadzaam om het bestemmingsplan te wijzigen, als de locatie niet de bestemming natuur heeft.
Stap 6: Overweging nieuwe inrichting
Bij deze stap kan de overweging worden gemaakt hoe het gebied kan worden uitgebreid of ingericht.
Stap 7: inrichten van locaties
Nadat alle mogelijkheden zijn overwogen kan begonnen worden met de inrichting en bescherming van een locatie. Hierbij kan gestimuleerd worden om overjarige nesten over te zetten van de oude locatie naar de nieuwe. Als er gedurende een inrichting bomen worden geplant, dan dient er rekening te worden gehouden met de groeiperiode van de boomsoort.
Stap 8: Monitoring Om de ontwikkeling van de locatie te kunnen volgen, wordt er jaarlijks gemonitoord.
Stap 9: Evalueren
Het is van belang om de maatregelen jaarlijks te evalueren. Na een periode van vijf jaar zal een evaluatie van het roekenbeheersplan plaatsvinden. Op deze manier kunnen maatregelen tijdig worden bijgesteld.
2.2 Kostenposten Aan het beheer en de inrichting van locaties en het verjagen op de overlastlocatie zijn kosten verbonden. Deze zijn hieronder opgesomd: Kosten voor het eventueel wijzigen van het bestemmingsplan; Kosten voor het eventueel aankopen van terreinen. Dit is een variabele kostenpost; Kosten voor inrichting van de locaties, vooral voor het planten van bomen (manuren en kosten voor plantmateriaal). Deze post is eenmalig; Kosten voor het uitvoeren van beheer en nazorg (manuren en eventuele materiaalkosten). Dit is een jaarlijks terugkerende kostenpost, waarvoor de gemeente een apart budget of bestaande budgetten kan gebruiken. Een andere optie is om subsidie aan te vragen via Programma Beheer, als het gebied zich binnen de Ecologische Verbindingszone bevindt; • Eventuele dekking van schadevergoedingen aan eigenaren van aangewezen locaties. Deze kosten komen jaarlijks terug en kunnen apart vermeld worden; Kosten voor voorlichting: het organiseren van voorlichtingsavonden, brieven enz.; Roeken beheersplan gemeente Winsum
-13
Kosten monitoring: Hier vallen de kosten van het overleg onder en de kosten van onder andere het inventariseren. Kosten verplaatsen/verjagen: manuren, kosten hoogwerker/klimmers, bakens, afschrikapparatuur enz.
3 Overlast Overlast wordt vaak aan roeken verweten, terwijl het om een andere kraaiachtige gaat die de overlast veroorzaakt, zoals de zwarte kraai of de kauw. De overlast die veroorzaakt wordt, is vooral geluidsoverlast en uitwerpselen bij kolonies in de woonomgeving. De woonomgeving heeft niet alleen betrekking op de bebouwde kom, maar ook op woningen in het buitengebied. Naast de woonomgeving kan vergelijkbare hinder ondervonden worden bij; kerken, scholen, begraafplaatsen, ziekenhuizen, openbare gebouwen en vliegvelden. Voor zover bekend veroorzaakt de roek geen directe gezondheidsklachten en hangen de gezondheidsklachten af van de persoon. Met geen directe gezondheidsklachten worden zaken bedoeld als het overdragen van ziektes en/of parasieten. Indirecte gezondheidsklachten kunnen wel veroorzaakt worden, hiermee worden zaken bedoeld als migraine, slaapverstoring, concentratiestoornissen en psychosomatische klachten. Dit is afhankelijk van verschillende persoonlijke factoren, zoals de grondhouding, is deze positief (bijv. een vogelaar) dan zal er geen overlast of hinder ondervonden worden, is deze negatief (iemand die zich slachtoffer van het fenomeen voelt) dan kan de overlast zich ook uiten in lichamelijke klachten. Welke persoonlijke gevolgen een roekenkolonie heeft op de gezondheid is nog niet precies aangetoond omdat structureel en wetenschappelijk medisch onderzoek ontbreekt. (Bron: Verslag expertmeeting roeken) 3 . 1 Overlast binnen de gemeente Winsum In de gemeente Winsum wordt op meerder locaties, zowel binnen als buiten de bebouwde kom, overlast ondervonden veroorzaakt door roeken. Er is vastgesteld waar de kolonies zich bevinden en is er gekeken naar de meest recente telgegevens van de nesten, daarnaast is een opsomming gemaakt per locatie wat de voornaamste klachten zijn. Aansluitend is er advies gegeven op de te nemen stappen. Het gaat hierbij om de volgende locaties:
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Locatie: Meijmaweg Kerkstraat Gemeentehuis Hockeyveld Bellingeweer Garnewerderweg Onnesweg Torenweg Oude begraafplaats
Roeken beheersplan gemeente Winsum
Dorp: Rasquert Winsum Winsum Winsum Winsum Winsum Feerwerd Adorp Sauwerd
-14
Belangrijkste klacht: Geluidsoverlast Geluidsoverlast Geluidsoverlast Geluidsoverlast Geluidsoverlast Geluidsoverlast Geluidsoverlast Geluidsoverlast Geluidsoverlast, bevuiling van de graven
4 Beoordeling van de locaties
In dit hoofdstuk worden de locaties beschreven die van belang zijn voor de roek in de gemeente Winsum. Bij het bepalen van de geschikte locaties voor de roek moet met het volgende rekening gehouden worden: Ten eerste moet gezocht worden naar locaties die nu in gebruik zijn, hiervan moet bepaald worden of hier zo weinig mogelijk overlast veroorzaakt wordt en of deze locatie ook in de toekomst interessant blijft voor de roek. Ten tweede moet men gaan kijken naar locaties die in het verleden in gebruik zijn geweest door de roek. Hier zal uitgezocht moeten worden waarom de roek verdwenen is en of het mogelijk is dat ze terug komen. Ook hier moet weer bepaald worden wat de te verwachten overlast is. Ten derde kan men op zoek gaan naar potentiële/ alternatieve locaties, deze moeten geschikt worden gemaakt voor de roek, zodat ze hier zo weinig mogelijk overlast veroorzaken. Wel moet er aangemerkt worden dat de roek moeilijk te sturen is en ook door natuurlijke gevolgen, zoals het nestelen van een buizerd op die locatie, op plaatsen kan gaan nestelen die niet als geschikt aangemerkt worden. De locaties zijn op de volgende punten beoordeeld: afstand nest- bebouwing: is er voldoende afstand tussen het nest en de dichtstbijzijnde woonbebouwing; De Locatie. biotoopkwaliteit: voldoet de locatie en de omgeving aan de eisen die de roek aan zijn biotoop stelt, gelet op de aanwezigheid van oude/hoge bomen en een half open landschap; duurzaamheid::: is er in de toekomst een mogelijkheid om de locatie te handhaven, dan wel uit te breiden; oude of huidige broedlocatie: is de locatie momenteel in gebruik als broedlocatie of is dit in het verleden het geval geweest; eigenaar: het geniet de voorkeur dat een locatie in het bezit is van de gemeente, semioverheid of een natuurbeschermende organisatie; mogelijkheid tot het huisvesten van een grote kolonie: heeft de locatie voldoende capaciteit om een grote kolonie (>500 broedparen) te huisvesten of een kolonie in de toekomst uit te breiden. Voor elk criterium is een beoordeling toegekend van `goed', `matig' en `slecht'. Per locatie kan dan bekeken worden of die goed, matig of slecht is. De goede locaties worden verdeeld in twee categorieën; overbruggingslocaties en groeilocaties. Overbruggingslocaties zijn "goede" locaties, maar kunnen geen plek bieden aan grote kolonies. Groeilocaties kunnen plaats bieden aan meer dan 500 broedparen, voor of na (her)inrichting. Op de aan te wijzen locatie mag de roek zo min mogelijk overlast in de vorm van geluid of uitwerpselen veroorzaken. De locatie moet kunnen voldoen aan de biotoopeisen van de roek. Vooral de aanwezigheid van hoge bomen is belangrijk, omdat roeken hier in nestelen en overnachten. De grootte van de kolonie is afhankelijk van het aantal bomen. Er kan voor gekozen worden om bij gebrek aan hoge bomen, bomen aan te planten. De boomsoortenkeuze hierbij is mede afhankelijk van de groeiplaats. Snelgroeiende boomsoorten als populier genieten de voorkeur, maar dit kan in strijd zijn met bestaande natuurdoeltypen.
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-15
Populieren hebben een korte omlooptijd (gemiddeld 40 jaar) en daarom moet bij aanplant van populieren extra zorg worden besteed aan de continuïteit van de opstand. Locaties moeten bij voorkeur op plaatsen gezocht worden waar zich in het verleden nestkolonies hebben bevonden en waar zich momenteel geen nestkolonies bevinden. Onderhandelingen lopen veelal soepeler als de desbetreffende locatie niet in bezit is van een particulier. 4.1 Locaties in de gemeente Winsum Binnen de gemeente Winsum gaat het om 21 locaties die roeken in het voorjaar van 2012 en 2013 hebben aangenomen als broedlocatie. Deze locaties zijn beoordeeld en van de locaties waar hinder en overlast is ondervonden door de omwonenden is een overzicht gemaakt. De locaties zijn bezocht op 12 november 2013 en tijdens dit bezoek is er een beoordeling en beschrijving gemaakt van de situatie en de ter voorkoming van nieuwe vestiging op deze locaties te nemen stappen.
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-16
4.1.1 Meijmaweg Rasquert De locatie aan de Meijmaweg bevindt zich binnen de bebouwde kom van Rasquert.
Op deze locatie is een roekenkolonie gevestigd bestaande uit 30 nesten (24 april’12). De kolonie heeft zich in eerste instantie gevestigd aan de noordzijde van de voormalige burgemeestersvilla en veroorzaakt geen directe overlast. Het afgelopen jaar is de kolonie echter uitgebreid en heeft zich ook aan de zuidzijde van de villa gevestigd. Met het vestigen aan zuidzijde is er directe overlast opgetreden. Het gaat hier om geluidsoverlast van zowel het verzamelen voor de nacht als het benutten van de locatie voor het bouwen van de nesten en het groot brengen van de jongen. In de huidig situatie zijn er aan de zuidzijde geen overjarige nesten aanwezig. (12- nov’13) Op basis van het hierboven genoemde overlast is het aan te raden om een ontheffing aan te vragen voor het opzettelijk verontrusten van de roeken. Om te voorkomen dat er zich aan de zuidzijde van de villa toch roeken gaan vestigen is het raadzaam de takken en de nesten te verwijderen waar eventueel de nieuwe nesten zich kunnen gaan vormen. Voorwaarde is wel dat in de nesten geen eieren aanwezig zijn.
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-17
4.1.2 Kerkstraat Winsum De locatie Kerkstraat bevindt zich rond de hervormde kerk en begraafplaats binnen de bebouwde kom van Winsum.
De locatie bestaat uit twee delen. Het ene deel bevindt zich rond de hervormde kerk en begraafplaats, en het tweede deel rond de oude kosterswoning nr.12 aan de Kerkstraat. Op deze locatie heeft er in voorjaar van 2012 en 2013 geen inventarisatie plaats gevonden. Het drietal overjarige nesten rond de kerk laat zien waar een deel van de kolonie zich gevestigd had. Dit geldt ook voor het drietal overjarige nesten bij de oude kosterwoning. De overlast die deze locatie met zich mee brengt bestaat voornamelijk uit geluidsoverlast in de ochtend en avonduren bij het aanvliegen van de slaapplaats en het verlaten er van. Ook in de periode van nestbouw en het groot brengen van de jongen is er geluidsoverlast aanwezig. Op basis van het hierboven genoemde overlast is het aan te raden om de locatie van de kerk en de kosterswoning als één geheel te behandelen. Het is raadzaam de overjarige nesten te verwijderen en de bomen waar deze nesten aanwezig zijn ongeschikt te maken voor nieuwe nestbouw. Daarnaast moet er opzettelijk verontrusten van de roeken plaatsvinden en het verwijderen van de nieuwe nesten, op voorwaarde dat in de nesten geen eieren aanwezig zijn.
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-18
4.1.3 Gemeentehuis De locatie aan de Hoofdstraat bevindt zich binnen de bebouwde kom van Winsum.
Op deze locatie is een roekenkolonie gevestigd bestaande uit 45 nesten (24 april’12) dit is hiermee tevens de grootste kolonie binnen de bebouwde kom van de gemeente. De kolonie heeft zich gevestigd in de hoge bomen tussen het gemeentehuis en daar aangrenzende woningen. De overlast die deze locatie met zich mee brengt bestaat voor namelijk uit geluidsoverlast in de ochtend- en avonduren bij het aanvliegen van de slaapplaats en het verlaten er van. Ook in de periode van de nestbouw en het groot brengen van de jongen is er geluidsoverlast aanwezig. Op basis van het hierboven genoemde overlast is het op deze locatie dan ook raadzaam de hier nog aanwezige overjarige nesten te verwijderen. Het gaat hier bij om tien mogelijk voor herplaatsing geschikte overjarige nesten. De bomen waar deze nesten aanwezig zijn worden na het verwijden van de nesten ongeschikt gemaakt voor nieuwe nestbouw. De herplaatsing van deze nesten kan, indien deze nesten in goede conditie uit de bomen zijn gekomen, plaatsvinden in het daarvoor aangewezen Potmaarbos (zie 4.2 Alternatieve locaties) Daarnaast moet er opzettelijk verontrusten van de roeken plaats vinden en het verwijderen van de nieuwe nesten. op voorwaarde dat in de nesten geen eieren aanwezig zijn.
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-19
4.1.4 Hockeyveld Winsum De locatie aan de Wierdaweg bevindt zich tussen het hockeyveld en de Wierdaweg aan de rand van de bebouwde kom van Winsum.
Op deze locatie is een roekenkolonie gevestigd bestaande uit 21 nesten (24 april’12). De overlast wordt met name ondervonden door de bewoners van de aan de overzijde van de provinciale weg staande huizen. Het gaat hierbij om de geluidsoverlast die de roeken produceren bij het in de ochtend- en avonduren aanvliegen van de slaapplaats en het verlaten er van. Ook in de periode van de nestbouw en het grootbrengen van de jongen is er geluidsoverlast aanwezig. Op basis van het hierboven genoemde overlast is het aan te raden om een ontheffing aan te vragen voor het opzettelijk verontrusten van de roeken en het verwijderen van de nesten op voorwaarde dat in de nesten geen eieren aanwezig zijn. In de huidig situatie zijn er geen overjarige nesten aanwezig. (12- nov’13)
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-20
4.1.5 Bellingeweer Winsum De locatie Bellingeweer bevindt zich binnen de bebouwde kom van Winsum.
Op deze locatie is een roekenkolonie waar in voorjaar van 2012 en 2013 geen inventarisatie heeft plaats gevonden. Wel is het, naar aanleiding van klachten van omwonden, aan te raden om een ontheffing aan te vragen. Daarnaast is het zaak hier de roeken opzettelijk te verontrusten en, waar nodig, verwijderen van de nieuwe nesten op voorwaarde dat in de nesten geen eieren aanwezig zijn. In de huidige situatie zijn er geen overjarige nesten aanwezig. (12- nov’13)
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-21
4.1.6 Garnwerderweg/ Klein Garnwerd Winsum De locatie aan de Garnwerderweg bevindt zich buiten de bebouwde kom van Winsum.
Op deze locatie is een roekenkolonie waar in voorjaar van 2012 en 2013 geen inventarisatie heeft plaats gevonden. Wel is het, naar aanleiding van klachten van bewoners van de naast gelegen boerderij, aan te raden om een ontheffing aan te vragen, de roeken opzettelijk verontrusten en, waar nodig, verwijderen van de nieuwe nesten op voorwaarde dat in de nesten geen eieren aanwezig zijn. In de huidig situatie zijn er geen overjarige nesten aanwezig. (12- nov’13)
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-22
4.1.7 Onnesweg Feerwerd De locatie aan de Onnesweg bevindt aan de rand van de bebouwde kom van Feerwerd.
Op deze locatie is een roekenkolonie gevestigd bestaande uit 10 nesten (24 april’12). De bewoners van de boerderij ondervinden overlast. Het gaat hierbij om de geluidsoverlast die de roeken produceren bij het in de ochtend- en avonduren aanvliegen van de slaapplaats en het verlaten er van. Ook in de periode van de nestbouw en het grootbrengen van de jongen is er geluidsoverlast aanwezig. Op basis van het hierboven genoemde overlast is het aan te raden om een ontheffing aan te vragen voor het opzettelijk verontrusten van de roeken en het verwijderen van de nesten op voorwaarde dat in de nesten geen eieren aanwezig zijn. In de huidige situatie zijn er geen overjarige nesten aanwezig. (12- nov’13)
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-23
4.1.8 Torenweg Adorp De locatie aan de Torenweg bevindt zich rond de hervormede kerk en begraafplaats binnen de bebouwde kom van Adorp.
Op deze locatie is een roekenkolonie gevestigd bestaande uit 5 nesten (24 april’12). De overlast wordt met name ondervonden door de bewoners van de aan de overzijde van de Torenweg staande huizen. Het gaat hierbij om de geluidsoverlast die de roeken produceren bij het in de ochtend- en avonduren aanvliegen van de slaapplaats en het verlaten er van. Ook in de periode van de nestbouw en het grootbrengen van de jongen is er geluidsoverlast aanwezig. Op basis van het hierboven genoemde overlast is het aan te raden om een ontheffing aan te vragen voor het opzettelijk verontrusten van de roeken en het verwijderen van de nesten op voorwaarde dat in de nesten geen eieren aanwezig zijn. In de huidige situatie zijn er geen overjarige nesten aanwezig. (12- nov’13)
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-24
4.1.9 Oude begraafplaats Sauwerd De locatie bij de oude begraafplaats in Sauwerd bevindt zich binnen de bebouwde kom.
De roekenkolonie is gevestigd op de oude begraafplaats en bestaat uit 10 nesten (24 april’12). De begraafplaats wordt omringd door grote essen met een hoogte van +/- 20 meter. De overlast die op deze locatie wordt ondervonden bestaat uit zowel de geluidsoverlast die de roeken produceren als het vervuilen van de begraafplaats doormiddel van de uitwerpselen en het bezaaien met nestmateriaal van de grond en graven gelegen onder de nestbomen. Op basis van het hierboven genoemde overlast is het aan te raden om een ontheffing aan te vragen voor het opzettelijk verontrusten van de roeken en het verwijderen van de nesten op voorwaarde dat in de nesten geen eieren aanwezig zijn. In de huidige situatie is er 1 overjarig nest aanwezig. (12- nov’13)
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-25
4.2 Alternatieve locaties Voor het bepalen van een alternatieve locatie zijn de locaties getoetst aan een aantal eisen waar de locatie aan moet voldoen. Het gaat hier om de kans op overlast voor de nabijgelegen bewoning, de mogelijkheid tot groei van de te verplaatsen kolonie, de mogelijkheid tot handhaving van bos en aanwezigheid van predatoren.
4.2.1 Winsum Het Potmaarbos is gelegen buiten de bebouwd kom van Winsum. Dit zou een van de alternatieve locaties voor een roekenkolonie uit de bebouwde kom van Winsum kunnen zijn. Het gaat hier om het bosgedeelte naast het scoutingterrein. De samenstelling van de bomen uit dit bos bestaan uit essen en populieren. Het is dan ook dit deel van het bos waar de bij het gemeentehuis verwijderde nesten kunnen worden herplaatst om de roeken te stimuleren deze locatie aan te nemen als nieuwe broedlocatie.
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-26
4.2.2 Rasquert Het naast de ijsbaan gelegen bos, gelegen aan de rand van de bebouwde kom van Rasquert, bestaat uit hoog opgaande bomen, zijnde essen en wilgen. Dit biedt een mooie locatie voor een roekenkolonie. Aangezien er geen nesten ter stimulatie kunnen worden verplaatst uit het zuidelijke deel bij de oude burgermeesterswoning is het de vraag of er door de roeken voor gekozen wordt om hier een nieuwe kolonie te starten.
5 Beheer en monitoring De locaties die gekenmerkt zijn als locaties waar geen directe overlast is, moeten op een duurzame manier beheerd worden. Hiermee wordt bedoeld dat de locatie geschikt is voor de roek als nestlocatie in de toekomst. Het beheer moet er op gericht zijn om voldoende nestbomen voor de roek te behouden. Dit betekent dat er getracht moet worden om tijdig te gaan vernieuwen zodat er altijd voldoende levende bomen hoger dan 15 meter staan. Doordat het bos of de singel hiermee ook variatie in leeftijden en hoogte krijgt, wordt het bos of de singel ook geschikter voor andere flora en fauna. Aangezien de nestlocaties in de gemeente Winsum uiteen lopen van populieren, es, esdoorn en kastanje, is het goed om in het beheer rekening te houden dat er niet te grote ingrepen worden gedaan in de langzaam groeiende soorten. Bij het kappen van de oudste bomen dient er zorg voor worden gedragen dat er voldoende jonge bomen terug geplant worden. Het tijdstip waarop de ingreep uitgevoerd moet worden, moet in ieder geval buiten het nestseizoen van de roek liggen.
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-27
Een voorbeeld voor beheer: Vijf bomen laten staan, de volgende vijf vernieuwen, de volgende vijf laten staan, enz. Als dit om de twintig jaar gebeurt, blijven er altijd voldoende nestbomen voor de roek over. Als het niet wenselijk is om zulke grote gaten te maken in de rij, kan er met een groter interval, kleinere aantallen gekapt worden. De veiligheid van de opstand voor de roek zal ook behouden moeten blijven, dus onder geen beding mogen de roeken worden verjaagd of worden verstoord. Vooral in het broedseizoen moet er voldoende rust zijn zodat de roeken in staat zijn hun eieren uit te broeden en hun jongen groot te brengen. 5 . 1 Afspraken met eigenaren/beheerders De eigenaren/beheerders van de gronden waar de roekenkolonies op broeden, zijn verantwoordelijk voor het beheer op die locatie. Naast het communiceren met deze mensen zoals beschreven in hoofdstuk 6.3, kunnen er ook afspraken gemaakt worden over het te voeren beheer. Gezien het feit dat de gemeente niet kan dwingen tot beheer moeten de afspraken op vrijwillige basis gemaakt worden. De afspraken moeten bestaan uit concrete manieren waarop de locatie beheert dient te worden. Het is wel aan te bevelen dat er een tegenprestatie van de gemeente tegenover staat. Dit kan bestaan uit een bijdrage bestaande uit het beschikbaar stellen van verjaagmateriaal, of het bijstaan met het advies m.b.t. beheer. Voor de eindevaluatie is het van belang dat alle handelingen goed worden gedocumenteerd. Dus beschrijven wat er gebeurd, wie wat doet, enz. 5.2 Monitoring De gedachte achter dit plan is dat de roeken, doordat er voldoende verstoring plaatsvindt, naar het buitengebied en uit de bebouwde kommen zullen trekken om daar te gaan nestelen. Dit principe zal wel gecontroleerd moeten worden. De controle en het vastleggen van de nieuwe locaties dienen tijdens het verjagen in de omgeving en het buitengebied worden gedaan. De monitoring bestaat uit het vastleggen van de locatie en het aantal nesten die gemaakt worden. Hiermee kan precies bepaald worden welke locaties, over langere perioden, geschikt en minder geschikt zijn. Hier kan eventueel het beheer op aangepast worden om meer nesten in een locatie te krijgen, of juist minder.
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-28
Wanneer tijdens de verjaagprocedure zich nieuwe overlastgevallen voordoen dienen deze direct opgepakt te worden om ook hier te voorkomen dat de roeken zich hier gaan vestigen.
6 Communicatie
Om overlast te voorkomen en om inwoners op de hoogte te houden van de ontwikkelingen moet er gecommuniceerd worden. Door aan te geven waarom en hoe bepaalde maatregelen te nemen, kan men begrip kweken bij de inwoners. 6.1 Preventief Overlast van roeken. Het lijkt zo simpel ”geen roeken, geen overlast” en zo is het eigenlijk ook. Veel van de klachten die over de roek binnen komen, worden in de praktijk door andere vogelsoorten zoals de zwarte kraai en de kauw veroorzaakt. Door het plaatsen van goede voorlichting in de plaatselijke dorpskrant, kan de gemeente zijn inwoners voorlichting geven over de roek. Daarnaast kan er op de website van de gemeente informatie gegeven worden in de vorm van bijvoorbeeld een PowerPoint presentatie over de roek, maar ook over de wet- en regelgeving hieromtrent en vooral de (on)mogelijkheden van de wet- en regelgeving. Het geven van informatie over het uiterlijk van de roek zodat deze herkend kan worden. Ook de leefwijze en het nestgedrag kan er toe leiden dat men de roek beter kan begrijpen. Men ondervindt hierdoor minder snel hinder van de roek met als gevolg dat er minder klachten binnen zullen komen. Daarnaast is het goed om te vermelden dat dit plan geschreven is om aan te geven dat ook de gemeente de roeken actief beschermd en dat de roek een waardevolle vogel is, die in woonkernen en het buitengebied van Winsum thuishoort. 6.2 Actief Nu er besloten is om op de overlastlocaties roeken te verjagen is het verstandig om door middel van persberichten en op de gemeentelijke website de betrokkenen op de hoogte te houden van de ontwikkelingen. Maar zeker ook over de aanleiding voor de verjaging en de manier waarop alles zal gaan plaatsvinden moet er gecommuniceerd worden met de betrokkenen. Er zal benadrukt moeten worden waarom welke acties plaatsvinden en vooral dat het geheel op een diervriendelijke manier plaatsvindt. Naast de persberichten is het zeer aan te raden om voor de betrokkenen een voorlichtingsavond te organiseren, waar de aanleiding tot de verjaging beschreven wordt, waarom de beslissing zo gemaakt is, op welke manier men tot actie overgaat en hoe de verwachte afloop is. Het verdient de aanbeveling om naast iemand van de gemeente ook een spreker te hebben, met ervaring, die zich persoonlijk met de verjaging gaat bezig houden. Daarnaast is het ook aan te raden om op een voorlichtingsavond een ervaren spreker uit te nodigen uit een gemeente waar al enige ervaring is met het verjagen van roeken. Doordat er experts bij aanwezig zijn, die niet voor de betreffende gemeente werken, zullen mensen eerder geneigd zijn om overtuigd te worden van het nut van de verjaagactie. 6.3 Naar eigenaren/beheerders Voornamelijk de particuliere eigenaren van de locaties waar de roek nestelt zullen overtuigd moeten worden van het nut van het behoud van de locatie als deze geschikt is als nestlocatie, met als doel de locatie duurzaam te beheren. Dit houdt in dat de opstand, waar nodig, langzaam vernieuwd dient te worden om er zo voor te zorgen dat deze locatie ook in de toekomst geschikt blijft. Er zijn een paar mogelijkheden om dit te bereiken. Roeken beheersplan gemeente Winsum
-29
Het is mogelijk om een folder over de roek te verspreiden. Hierin staat meer informatie over de roek maar ook op welke manier een locatie duurzaam beheerd wordt. Het is ook mogelijk om een voorlichtingsavond te organiseren waarbij tijdens deze avond informatie gegeven wordt over de roek en duurzaam beheer van de locatie. Ook hierbij is het goed om de informatie overzichtelijk op papier te zetten.
7 Verjagen van overlastlocaties
In de gevallen waar de overlast echter dermate ernstig is, zoals de 9 eerder genoemde locaties in hoofdstuk 4.1, is verjagen de enige oplossing. Vervolgens verjagen en verstoren van de broedlocaties van de roek, waarbij rekening gehouden moet worden dat de nieuwe locaties zorgvuldig worden vastgelegd. Wanneer men tot verjagen overgaat is het van belang dat dit gecontroleerd en gestructureerd gebeurd. Een goede methode is het buiten het broedseizoen verplaatsen van de overjarige nesten van de overlastlocatie naar de beheerslocatie(s). Het heeft de voorkeur om hierbij een locatie te kiezen waar al enkele roekennesten aanwezig zijn. Op de overlastlocatie (oude locatie) worden de roeken verjaagd gedurende de periode dat ze trachten terug te keren. Dit kan door middel van het fysiek aanwezig zijn van de verjager(s). Dit kan bijvoorbeeld een aanwonende zijn in combinatie met b.v. knallen (alarmpistool) of andere harde verjagende geluiden. Als er dan toch ondanks deze inspanningen begonnen wordt met het bouwen van een nest door de roeken is het raadzaam om deze eerste aanzet tot het bouwen te beëindigen. Dit kan door het verrichten van gerichte snoeiwerkzaamheden. Hierbij moet men denken aan het ter plaatse verwijden van takken in de omgeving van het nieuwe ontstane nest. Wanneer de roeken met deze werkwijze ontmoedigd worden en op de nieuwe beheerslocatie met rust worden gelaten, is de kans van slagen het grootst. Men dient zich hierbij echter wel te realiseren dat de nieuwe locatie waar de roeken zich vestigen niet geheel te sturen is. Het is dan ook niet uit te sluiten dat zij zich op een andere plaats gaan vestigen. Dit kan op niet aangewezen plaatsen plaatsvinden. De verstoring heeft het meeste effect wanneer de roeken aanwezig zijn, bijvoorbeeld bij het klaarmaken en het verzamelen voor de nacht. Dit is het geschikte moment om ze te verjagen. Naarmate het voorjaar en daarmee de nestbouw nadert, dient de verjaging intensiever plaats te vinden. Dit houdt in dat er ook overdag verjaagd wordt. Het gaat er dan om de roeken te verjagen en de locaties waar met de nestbouw begonnen wordt door te geven aan de voor dat gebied verantwoordelijke.
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-30
8 Aanbevelingen en te ondernemen stappen Bij de voorbereiding en de uitvoering van de te ondernemen stappen is het van belang dat er een vaste contactpersoon wordt aangewezen. Deze contactpersoon is zowel het aanspreekpunt voor de aangestelde verjager (s) als de bewoners van de gemeente. Alvorens er met het verplaatsen van de nesten en het verstoren van de nestlocaties kan worden begonnen dient er een overzicht te zijn gemaakt van de grondeigenaren waar de bomen eigendom van zijn. In de lokale krant en de gemeentelijke website worden de werkzaamheden gepubliceerd om draagvlak te creëren. Direct omwonenden dienen te worden geïnformeerd over de te nemen maatregelen. Voor de uitvoering van de ver- en herplaatsing van de overjarige nesten moet er gekeken worden naar een bedrijf met vakbekwame mensen die het klim-werk kunnen uit voeren. Omwonenden en/of medewerkers van de gemeente hebben als taak, op de locatie waar de roeken niet gewenst zijn, de roeken te verstoren en te verjagen. Aangezien de werkzaamheden die worden uitgevoerd in strijd zijn met de Flora en Faunawet is het van belang dat de vrijstelling die hierbij vereist is aanwezig is voor de uitvoerende partijen. Materialen die nodig zijn om de verjaging en verstoring goed en succesvol te kunnen laten verlopen worden beschikbaar gesteld. Gedacht kan hierbij worden aan het gebruik van een megafoon of het gebruik van een alarmpistool. Tijdens en na de uit te voeren werkzaamheden is het wenselijk dat er een goede monitoring plaatsvindt. Deze heeft als doel controle te kunnen uitvoeren of de verrichte inspanning het gewenste effect heeft. Daarnaast is de monitoring tijdens de werkzaamheden wenselijk om het effect van de verjaging en verstoring te kunnen bijsturen waar nodig. De monitoring van de directe omgeving dient er voor dat ook tijdens de verrichte werkzaamheden de vestiging van roeken op nieuwe maar niet gewenste locaties snel worden opgemerkt en meegenomen kunnen worden in de verjaging en verstoring.
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-31
Samengevat: Voorbereiding:
- Contactpersoon aanwijzen - Uitzoeken grondeigenaren
Voorlichting:
-
Website Wiekslag Folder Bijeenkomst betrokken Nieuwe bewoners
Te benaderen:
-
Directe omwonenden Grondeigenaren Ver- herplaatser van de overjarige nesten Verjager (s)
Beschikbaar stellen: - Juiste papieren en vergunningen voor de uitvoerders/verjagers - Verjagingmateriaal Acties:
- Verplaatsen overjarige nesten
- Hoogwerker - Klimmateriaal
- Verstoren/ verjagen
- Alarmpistool - Megafoon
- Monitoring
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-32
Literatuurlijst
Ministerie van LNV, Flora- en Faunawet, 2002 Oord, J,G., Handboek Faunaschade, 2002 Provincie Gelderland, diverse kaarten Projectbureau Larenstein, Roekenbeschermingsplan voor de Oude IJsselstreek, 2002 Projectbureau Larenstein, Roekenbeschermingsplan Achterhoek, 2005 Anonymus, Het Nederlandse landschap, 2000 Groenteam, Verslag expertmeting roeken, 2002 Anonymus, Corvids, 1978
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-33
Bijlage 1. Locaties roeken kolonie
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-34
Bijlage 2: Wetgeving met betrekking tot de roek De Flora en fauna wet geeft in het volgende artikel weer welke vogelsoorten beschermd zin. Flora en Faunawet Artikel 4, eerste lid onderdeel b Alle van nature op het Europese grondgebied van de Lid-Staten van de Europese Unie voorkomende soorten vogels met uitrondering van gedomesticeerde vogels behorende tot bij algemene maatregel van bestuur aangewezen soorten.
De Flora en Faunawet geeft in het volgende artikel weer wanneer ontheffing mag worden aangevraagd:
Flora & Faunawet Artikel 75, vijfde lid: Onverminderd het vierde lid, worden voor soorten genoemd in bijlage IV van de richtlijn nr. 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG L 206), voor soorten vogels als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, en voor bij algemene maatregel van bestuur aangewezen beschermde inheemse dier- of plantensoorten kan vrijstelling of ontheffing slechts verleend worden wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat: Lid C: Met het oog op andere, bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen, belangen
In het Besluit Vrijstelling beschermde dier- en plantsoorten wordt het bovenstaande artikel verder uitgelegd
Besluit Vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Artikel 2 lid 3 Als andere belangen als bedoeld in artikel 75, vijfde lid, onderdeel c, van de wet zijn aangewezen: a. de bepalingen inzake de gemeenschappelijke markt en een Vrij verkeer van goederen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap; b. de bescherming van flora en fauna; c. de veiligheid van het luchtverkeer; d. de volksgezondheid of openbare veiligheid; e. dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten; f. het voorkomen van ernstige schade aan vormen van eigendom, anders dan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren; g. belangrijke overlast veroorzaakt door dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort; h. de uitvoering van werkzaamheden in het kader van bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en in de bosbouw; i. bestendig gebruik; j. de uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling.
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-35
Onderstaand artikel geeft aan op welke grond ontheffing kan worden aangevraagd. Besluit vrijstelling
beschermde dier- en plantensoorten Artikel 2d 1. Met betrekking tot de vogelsoorten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de wet, kan: a. van de artikelen 9 tot en met 12 van de wet slechts vrijstelling of ontheffing worden verleend ten behoeve van de belangen, genoemd in artikel 2, derde lid, onderdelen a, b, c, of d; b. van de artikelen 15, 50, 53, eerste lid, onderdelen a en b, en artikel 72, vijfde lid, van de wet geen vrijstelling of ontheffing warden verleend ten behoeve van de belangen, genoemd in artikel 2, derde lid, onderdelen e, f, g, h, i en j. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, onderdeel a, kan met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde soorten tevens vrijstelling of ontheffing worden verleend van artikel 10 van de wet ten behoeve van de belangen, genoemd in artikel 2, derde lid, onderdelen e, f, g, h, i en j, voorzover de handeling, genoemd in artikel 10 van de wet, geen wezenlijke invloed heeft. 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, onderdeel a, kan tevens vrijstelling of ontheffing worden verleend van artikel 9 van de wet ten behoeve van het belang, genoemd in artikel 2, derde lid, onderdeel g, met betrekking tot de vogelsoorten, genoemd in bijlage I I van de Vogelrichtlijn, met dien verstande dat geen vrijstelling of ontheffing kan worden verleend voor de periode van 15 maart tot 15 juli. 4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, onderdeel a, kan met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde soorten tevens vrijstelling of ontheffing worden verleend van de artikelen 9, 11 en 12 van de wet ten behoeve van de belangen, genoemd in artikel 2, derde lid, onderdelen h, i en j, mits ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde soorten: a. geen benutting of economisch gewin plaatsvindt en zorgvuldig wordt gehandeld. 5. Zorgvuldig handelen ais bedoeld in het vierde lid, onderdeel b, houdt in elk geval in dat: a. van de werkzaamheden of het gebruik geen wezenlijke invloed uitgaat op de in het eerste lid bedoelde soorten en b. voorafgaand en tijdens de werkzaamheden of het gebruik in redelijkheid alles is of zal worden verricht of gelaten om te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken dat: 10. de in het eerste lid bedoelde dieren worden gedood, verwond, gevangen, bemachtigd of met het oog daarop worden opgespoord; 2°. nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de in het eerste lid bedoelde dieren warden beschadigd, vernield, uitgehaald, weggenomen of verstoord; 3°. eieren van de in het eerste lid bedoelde dieren worden beschadigd of vernield. het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing op gefokte vogels, behorende tot een soort als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de wet.
Onderstaande artikelen zijn een aanvulling of vetwijzing van bovengenoemde artikelen Artikel 9 tlm 10 Flora en Faunawet
Artikel 9
Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. Artikel 10
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-36
Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten.
Artikel 11
Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren.
Artikel 12
Het is verboden eieren van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen. Artikel 15, 50, 53, 72 Flora en Faunawet
Artikel 15
1. Het is verboden bij algemene maatregel van bestuur aangewezen middelen die geschikt en bestemd zijn voor het doden of vangen van dieren, onder zich te hebben, binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen, te koop te vragen, te kopen of te verwerven, ten verkoop voorradig of voorhanden te hebben, te verkopen of ten verkoop aan te bieden, te vervoeren, ten vervoer aan te bieden of af te leveren, te gebruiken voor commercieel gewin, te huren of te verhuren, te ruilen of in ruil aan te bieden. 2. Het is verboden zich buiten gebouwen te bevinden met bij algemene maatregel van bestuur aangewezen middelen die geschikt zijn voor het doden of vangen van dieren, of met materialen ter onmiddellijke vervaardiging van die middelen of van de krachtens het eerste lid aangewezen middelen, indien redelijkerwijs moet worden aangenomen dat die middelen of materialen voor het doden of vangen van dieren zullen worden gebruikt. 3. Bij een aanwijzing als bedoeld in het eerste of tweede lid, wordt mede rekening gehouden met het belang te voorkomen dat een onnodig grote inbreuk op het welzijn van het te doden of te vangen dier wordt gemaakt.
Artikel 50
1. Tot jagen geoorloofde middelen zijn: a. geweren; b. honden, niet zijnde lange honden; c. gefokte jachtvogels, te weten slechtvalken (Falco peregrinus) en haviken (Accipiter gentilis); d. geregistreerde eendenkooien als bedoeld in artikel 56; e. lokeenden of lokduiven, mits niet blind of verminkt; f. fretten; g. buidels. 2. Bij algemene maatregel van bestuur kan het gebruik van de in het eerste lid genoemde middelen worden uitgesloten of beperkt. Daarbij kunnen tevens regels worden gesteld betreffende de eisen waaraan die middelen dienen te voldoen, alsmede betreffende het gebruik van munitie, waarbij ook rekening kan worden gehouden met belangen van veiligheid, volksgezondheid, welzijn en milieu. 3. Het is verboden zich ter uitoefening van de jacht in het veld te bevinden met andere dan tot jagen geoorloofde middelen. 4. Degene die zich in het veld bevindt met een of meer tot jagen geoorloofde middelen, bedoeld in het eerste lid, alsmede met andere middelen waarmede kan worden gejaagd, wordt geacht zich daarmede ter uitoefening van de jacht in het veld te bevinden tenzij het tegendeel blijkt. Roeken beheersplan gemeente Winsum
-37
Artikel 53
1. Het is verboden te jagen: a. op wild waarop de jacht niet is geopend of in strijd met beperkingen waaronder krachtens artikel 46 e jacht is geopend; b. met andere dan de tot jagen geoorloofde middelen, bedoeld in artikel 50, eerste lid;
Artikel 72
1. Bij algemene maatregel van bestuur worden, voor zover noodzakelijk in afwijking van artikel 15, de middelen aangewezen waarmee, met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 65 tot en met 70, dieren mogen worden gevangen of gedood. Als middelen worden slechts aangewezen middelen die geen onnodig lijden van dieren veroorzaken. 2. Bij de maatregel, bedoeld in het eerste lid, worden tevens de middelen aangewezen waarmede de zwarte rat, de bruine rat en de huismuis mogen worden bestreden. Naast middelen als bedoeld in het eerste lid zijn tevens toegelaten middelen die krachtens de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 zijn toegelaten. 3. Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, worden regels gesteld met betrekking tot het gebruik van de in het eerste en tweede lid bedoelde middelen. Deze regels betreffen in ieder geval: a. de soorten waarop de middelen betrekking hebben; b. de afmetingen van de gronden waarop de middelen gebruikt mogen warden en c. de vaardigheden waarover bij het gebruik van de middelen beschikt moet worden. 4. Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, kan tevens worden bepaald dat het gebruik van middelen afhankelijk kan worden gesteld van de toestemming daartoe van gedeputeerde staten. 5. Het is verboden dieren te vangen of te doden met andere dan de in het eerste of tweede lid bedoelde middelen of in strijd met de toestemming, bedoeld in het vierde lid of de regels die op grond van het derde lid worden gesteld. 6. Voor zover het bij of krachtens het eerste tot en met het derde lid is toegestaan gebruik te maken van het geweer, is het bepaalde bij of krachtens de artikelen 54 en 55 van overeenkomstige toepassing.
Roeken beheersplan gemeente Winsum
-38