Octrooiraad
rioMTerinzageJegging nu 7 4 0 8 4 5 4 Nederland
[19]
[54]
Opvangplaat voor een elektron-radiografisch systeem.
[51]
Int.Cl2.: G03G5/02, G03G15/04.
[71]
Aanvrager: Xonics, Inc. te Van Nuys, Californië, Ver.St.v.Am.
[74]
Gem.: Ir. C.M.R. Davidson c.s. Octrooibureaü Vriesendorp & Gaade Dr. Kuyperstraat 6 's-Gravenhage.
[21]
Aanvrage Nr. 7408454.
[22]
Ingediend 24 juni 1974.
[32]
--
[33]
--
[31]
--
[23]
--
[61]
--
[62]
--
[43]
NL
Ter inzage gelegd 30 december 1975.
De aan dit blad gehechte stukken zijn een afdruk van de oorspronkelijk ingediende beschrijving met conclusie(s) en eventuele tekening(en).
XONICS, INC., Van ITuys, Californië, Yer,St,t,Amerika. Opvangplaat voor een elektron-radiografisch systeem.
De uitvinding heeft betrekking op een nieuwe e-n verbeterde dielektrisehe opvangplaat van het type, dat wordt gebruikt in elektron-radiografie-systemen. Een typeraiid systeem, dat voorziet is. het opwekken van Röntgen-beelden, is beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 721581H. Bij een dergelijk stelsel vordt een voor Röntgenstraling ondoorzichtig gas bij hoge druk gebruikt tussen elektrodes in een beeldvormingskamer om eer foto-elektrische stroom voort te brengen binnen deze kamer als finctie van de Röntgen-straling, welke de kamer binnentreedt, De strcom wordt verzameld op een opvangplaat, •welke is geplaatst op een van ie elektrodes„ wat resulteert in een latent elektrostatisch beeld .vp de plaat. Dit latente beeld wordt vervolgens zichtbaar gemaakt do.4r ontwikkeling en fixering, wat daaropvolgende conventionele xero^rafische technieken zijn. Er zijn verscheidene karakteristieken, welke de op-
vangplaat in gen Ë&@kt?sn«/'&Siegrafissh systeem no et hebben. Ten sar-» ste moet hèt materiaal var. de opvangplaats dat vordt "belicht" aan de latente beeldlading voldoende weerstand hébben ea deze lading vast te höttden zonder diffusie lanj;s de opvang-oppervlakte, daar diffusie resulteert in onscherp vorder, van het beeld. Ten tweede moet een oppervlak van de ontvangplaat geleidend zijn. Dit geleidende oppervlak naakt het mogelijk, dat de geïnduceerde lading in de elektrode vordt overgebracht naar de achterzijde van de opvangplaat, vat op deze -vrijze een elektrische doorslag vanaf de elektrode naar de ladingsontvanger voorkomt, vanneer de ontvanger vordt verwijderd vanuit de beeldvoraings» kamer. Ten derde moet de oppervlakte van de ontvanger, velke de beeldlading accepteert, zodanig zijn, dat deze een sterke binding van de "toner" aan dat oppervlak mogelijk maakt. Tenslotte moet de ontvanger voldoende stijf zijn om. een gemakkelijke hantering door radiologen Hogelijk te maken, terwijl deze ook doorzichtig moet zijn voor het bekijken van het resulterende beeld op lichtdozen. In het verleden is een plastic dielektrisehe plaat /
7 4 0.8 4 5 4
2 gebruikt als de ontvanger, bijvoorbeeld een polyester, zoals Mylar. Zelfs dit type materiaal heeft slechts de eerste en laatste van de in het bovenstande beproken karakteristieken. Bekledingen moeten vorden aangebracht op dergelijke plastic platen om een geleidend oppervlak te verkrijgen en om een oppervlak te verkrijgen, dat veroorzaakt, dat de "toner" sterk kleeft. Een door aluminium gesteunde polyesterplaat is voorgesteld als ontvanger. Dit materiaal krast echter gemakkelijk en rekt niet, waarbij dit laatste een eis van enig belang is in sferische beeldvormingskamers. Verscheidene antistatische middelen zijn gebruikt als- geleidende bekleding, maar deze zijn kleverig en gevoelig voor vocht en vereisen een doorschieten tussen de ontvangplaten. De uitvinding is gericht op een nieuwe en verbeterde ontvangplaat met vesL lagen, welke alle boven besproken karakteristieken heeft en welke een optimale fixatie mogelijk maakt van de "toner" door beide werkwijzen, die heden tén dage worden geprefereerd, namelijk varmte-fixatie en laminatie. De ontvangplaat vanW uitvinding bevat een betrekkelijk dikke transparante dielektrische plastic kernlaag, welke verbonden is tussen een betrekkelijk dunne dielektrische beelddrageflaag en een antistatische geleidende laag. Derhalve is het een doel van de uitvinding om te voorzien in een dergelijke nieuwe en verbeterde ontvangplaat voor een elektron—-radiogram. De uitvinding zal nu aan de hand van de tekening en de beschrijving in het volgende nader worden toegelicht. In de figuur is een perspectivisch aanzicht weergegeven van een ontvangplaat, welke de nu geprefereerde uitvoeringsvorm van de uitvinding belichaamt, waarbij de dikte is overdreven.ter wille van de illustratie. Met verwijzing naar de tekening heeft de opvangplaat 10 een kernlaag 11, welke verbonden is tussen een beelddraaglaag 12 en eenjgeleidende laag 13. De kernlaag 11 wordt gevormd uit een betrekkelijk dikke doorzichtige dielektrische plastic, bij voorkeur-in het gebied met een dikte van 0,005 inch tot 0,01 inch en'op typerende vijze ongeveer 0,007 inch dik. De beelddragerlaag 11 wordt gevormd' uit een betrekkelijk dunne dielektrische plastic met een dikte van de orde van 0,001 inch. De geleidende laag 13 is een antistatisch materi)
7 4 0 B 4 5 4
-
•
\
3
aal. De kernlaag 11 dient als de primaire steun voor de opvangplaat en heeft een stijfheid om een gemakkelijke hantering van het uiteindelijke "beeld, mogelijk te maken, terwijl dit tegelijkertijd zeer doorzichtig is om het /bekijken te vergemakkelijken, waarbij de kernlaag hij voorkeur ongeveer 5 tot 15 maal zo dik is als de dragerlsag. De geleidende laag 13 kan doorzichtig zijn en kan zijn gefixeerd aan de kernlaag 11, of kan .ondoorzichtig zijn en separabel van de kernlaag. Wanneer de geleidende laag gefixeerd is aan. de kernlaag, moet de geleidende laag betrekkelijk dun' zijn, op typerende •wijze met een dikte van de orde van 0,0005 inch tot 0,001 inch. Een separabele geleidende laag, hetzij ondoorzichtig hetzij doorzichtig, kan dikker zijn, op typerende wijze met een dikte in het gebied van 0,005 inch tot 0,01 inch. De kernlaag 11 kan een polyester-plastic of een polycarbonaat-plastic zijn, welke wordt uitgekozen voor zijn relatieve stijfheid en doorzichtigheid. De polycarbonaat-plastic is helderder dan de polyester-plastic, maar is flexibeler, en er wordt de voorkeur gegeven aan de polyester-plastic. Mylar en Lexan zijn voorbeelden van geschikte polyester- en polycarbonaat-plastics, respectievelijk; maar natuurlijk zijn de andere polyester- en polycarbonaat-plastics op gelijke wijze geschikt. De beelddragerlaag 12 wordt uitgekozen voor zijn uitstekende dielektrische eigenschappen en een goede verbinding met de "toner", welke wordt gebruikt bij het ontwikkelen van het latente elektrostatische beeld. Voorafgaande .aan het fixeren van de "toner", moet de beelddragerlaag week gemaakt worden, wat het mogelijk maakt, dat de "toner" wordt ingekapseld of wordt gedwongen naar da drager gedurende het fixeringsproces zonder het spreiden van de "toner". In een typerend fixeringsproces, worden de ontvanger en de "toner" verwarmd en er wodt druk aangelegd, wat de "toner" dwingt naar het weekgemaakte plastic. Wanneer het plastic afkoelt en hard wordt, blijft de "toner" ingekapseld, wat een uitstekende '!toner"-adhesie verschaft. Voor dit proces moet de laag 12 week worden bij een temperatuur, die lager is dan die, waarbij de "toner" week wordt en lager dan die, waarbij de kernlaag week wordt. In een alternatief proces, dat soms wordt aangeduid als "damp-fusie", wordt een oplosmiddel gebruikt om
7 4 0 8 45 4
de dragerlaag -week te maken voorafgaande aan het aanleggen van druk om de "toner" te dwingen naar de drager. Gechloreerde koolwaterstoffen worden gebruikt bij damp-fusie en de laag 12 moet in staat zijn om veekgemaakt te worden door de damp, terwijl de kern in wezen onaangetast blijft. Een polyethyleen-plastiö, zoals wordt gebruikt voor de opvangplaat volgens de stand van de techniek wordt geprefeeerd voor • de beelddragerlaag 12. Op alternatieve wij ze kan een polystyreen, polyvinylchloride-acetaat, en polyester-kleefmiddel- worden gebruikt. Polystyreen heeft eigenschappen, die gelijk zijn aan die van plyethyleen, maar is iets brosser. Polyvinylchloride-ac'etaat en polyesterkleefmiddel hebben lagere smeltpunten dan polyester en polycarbonaat, welke worden geprefereerd voor de kernlaag 11.
;
In een alternatief fixeringsproces, voïSt een andere i plastic plaat gelamineerd op de opvangplaat met de "toner" daarop •>
j
Bij dit type fixering „is de kwaliteit van het resulterende radiogram
j
een functie van de verbinding van de additionele plastic plaat aan de = opvangplaat, waarbij polyethyleen-plastic. gewoonlijk wordt gebruikt
;
als de additionele lamineringsplaat. Wanneer polyethyleen-plastic wordt gebruikt als de beelddragerlaag 12, wordt een uitstekende ver-
1
binding verkregen tussen de twee polyethyleen-platen. De geleidende laag 13 bevat een antistatisch middel, : dat een elektrische geleiding langs de laag'verschaft. Bij voorkeur 9
12
zal de laag 13 een veerstand hebben van de orde van 10 tot .10
ohm
per vierkant. Er zijn versheidene-antistatische middelen beschikbaar en een groot aantal is opgesomd in: Modern Plastics Encyclopedia 1912- ; 1973 bladzijde
De laag 13 kan een bekleding of een film zijn
van een antistatisch middel op de kernlaag, of kan de vorm hebben van een plastic plaat, zoals polyethyleen-plastic, waarbij het antistatische middel in wezen uniform is verdeeld over-de massa van de laag. De antistatische plastic platen zijn beschikbaar uit verschillende bronnen en een typerend geschikt materiaal is antistatisch polyethyleen, dat verkrijgbaar is bij de Richmond Corp. Enkele antistatische middelen worden kleverig onder schadelijke condities van vochtigheid en/of temperatuur, en vereisen controle van de omgeving gedurende het opslaan en het gebruik van de opvangplaat of het gebruik van doorschie-
tea. De plastic platen met het antistatische middel waarin zijaniet ^•everig en vereisen geen doorschieten, en zijn in vezen ongevoelig voor vocht. De geleidende laag 13 kan permanent zijn gefixeerd aan de kernlaag 11 of kan separabel zijn van de kernlaag, waarbij separatie optreedt na beeldvorming of na ontwikkeling en fixering. Wanneer de geleidende laag eenpermanent deel is van de opvangplaat, moet deze natuurlijk doorzichtig zijn. Er zijn echter geen dergelijke door zichtigheidseisen, wanneer de geleidende laag wordt gesepareerd van de rest van de opvangplaat na beeldvorming en voorafgaande aan het bekijken. De specifieke voorbeelden voor de geleidende laag, welke in het voorafgaande zijn gegeven, verschaffen eendoorzichtige geleidende laag. Geleidend papier en kooistcf-geimpregneerde plastics, zoals koolstof-geïmpregneerd polyethyleen zijn geschikt voor een ondoorzichtige geleidende laag. Geleidende papieren zijn verkrijgbaar bij Kimberly-Clark en koolstof-geimpregneerde plastics zijn vëkrxjgbaar bij Custom Material, Inc. De opvangplaat 10, welke de drie lagen 11, 12 en 13 bevat, kan worden vervaardigd door laminering van drie afzonderlijke platen, welke zijn verbonden met een doorzichtig kleefmiddel, op typerende wijze een polyester-kleefiaiddel. Bij een alternatieve werkwijze voor productie, kunnen de buitenste lagen 12 en 13 worden aangelegd als vloeistofbekledingen op een blad van de kernlaag 11, waarbij men conventionele plastic productie-technieken volgt. Een separabele geleidende laag kan worden gelamineerd op de kernlaag door een af te pellen kleefmiddel, dat moet worden aangelegd in een uniforme laag. Op wenselijke wijze moet het kleefmiddel een veel grotere affiniteit hebben voor de geleidende laag dan voor de kernlaag, zodat bij separatie het kleefmiddel zal achterblijven met de geleidende laag. Bij gebruik wordt de opvangplaat 10 geplaatst in de beeldvormingskamer, waarbij de laag 13 op een van de elektrodes is. Gedurende de Köntgen-beliehting, wordt een elektrostatisch ladings beeld voortgebracht bij de oppervlakte van de laag 12. De opvangplaat 10 wordt dan verwijderd uit de beeldvormingskamer, en is gereed voor visuele beeldontwikkeling en fixering.
7 4084 54
C 0 N C L
I^E U S
1. Opvangplaat voor een elektron-radiogram, met het kenmerk, dat er een betrekkelijk dikke doorzichtige dielektrische plastic kernlaag is' tussen een betrekkelijk dunne dielektrische plastic beelddragerlaag en een antistatische geleidende laag. 2. Opvangplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kernlaag een polyester- of polycarbonaat-film is,. 3. Opvangplaat volgens conclusie -1, met het kenmerk, dat de dragerlaag een polyethyleen, polystyreen, po.lyvinylchlorideacetaat of polyester-kleeffilm is. Opvangplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, ; dat de geleidende laag een antistatisch middel bevat en een weerstand g 12 heeft van de orde van 10 tot 10 ohm per vierkant.' 5• Opvangplaat volgens conclusie 1, .met het kenmerk, .: dat de geleidende laag een antistatische agens-film is. 6. Opvangplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, , dat de geleidende laag een plastic film is met een antistatisch agens, ; in wezen uniform daardoor verdeeld. 7« Opvangplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, -j
dat de geleidende laag een antistatische polyethyleen-film is.
r
8. Opvangplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, ; dat de geleidende laag betrekkelijk dun is en dat de kernlaag ongeveer : 5 tot 15 maal zo dik'is als de dragerlaag en de geleidende laag.
\
9. Opvangplaat volgens con elisie 1, met het kenmerk, ; dat de kernlaag een polyester-film- is., dat de dragerlaag een polyethy- | leenfilm is, en dat de geleidende laag een antistatische agens-film is. 10. Opvangplaat volgens conclusie 9j met het kenmerk, dat de kernlaag een dikte heeft van de orde van 0,007 inch en dat de drager- en geleidende laag een dikte hebben van de orde van 0,001 inch elk.
> 11. .Opvangplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk,
dat de kernlaag een dikte heeft van de orde van 0,007 inch en dat de drager- en geleidende laag een dikte hebben van de orde van 0,001 inch elk. 12. Opvangplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk^
7 dat de geleidende laag doorzichtig; is. 13. Opvangplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidende laag ondoorzichtig is. llf... Opvangplaat volgens conclusie 1, 'met het kenmerk, 5
'
dat de geleidende laag is gefixeerd aan de kernlaag. 15- Opvangplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidende laag separate! is van de kernlaag. 16. Opvangplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidende laagteen koolstof-geimpregneerde plastic is.
10
IT- Opvangplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidende laag een koolstof-geimpregneerde polyethyleen is. , j 18. Opvangplaat volgens conclusie 1, met hetkenraerk, I dat de geleidende laag een geleidend papier is. 19. Opvangplaat volgens conclusie 1, met het kenmerk,
15
dat de geleidende laag separabel is van de kernlaag, •waarbij de diktes van de kern- en de geleidende lagen dezelfde orde van grootte hebben. 20. Opvangplaat, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening.
W
h
XOHICS, INC.
7510
1
9
48