België – Belgique P.B. 9300 AALST 1 3/5557
!!! HERABONNEER NU !!! Jebron vzw waar zoekers thuis zijn Begijnhof 1 , 9300 Aalst Tel 053/77.51.16 E-mail :
[email protected] Web: www.jebron.be
JAARGANG 35
Nr. 1
SEPTEMBER 2010
Afgiftekantoor 9300 Aalst 1
Erkenningsnummer 3770
Verschijnt maandelijks
(behalve in juli en augustus)
Verantwoordelijke uitgever :
JEBRON VZW
De Jebrongemeenschap… Als zoekende mensen levend in deze tijd willen wij ons oefenen in een andere manier van kijken, luisteren en spreken, een andere manier van gaan en leren. Kijken doen we met de blik van de zwakken en de kleinen, met wier ogen en stemmen in de samenleving nauwelijks rekening wordt gehouden. Luisteren willen we naar vreugde en pijn in de verhalen van mensen, naar de tekenen van onze tijd, naar woorden die perspectief geven aan onze gemeenschap. Spreken oefenen wij in naam van wie monddood gemaakt wordt. Met mensen gaan we een weg waarbij we vooral oog hebben voor hen die langzaam vooruit komen, voor alles wat kwetsbaar en weerloos is, voor alles wat en voor allen die door een niets ontziende economie dreigen vertrapt te worden. Leren gebeurt tijdens spontane of georganiseerde leerhuizen waar de vaak dodelijke mechanismen van onze samenleving geanalyseerd worden, waar verhalen van bevrijding klinken die in ons de hoop levend houden op een andere wereld die mogelijk is, waar ons samenleven zelf kan uitgroeien tot een proeftuin van die nieuwe wereld in gerechtigheid. Om dit te kunnen, zoeken we inspiratie. De bijbel is een eeuwenoude traditie met verhalen over JHWH, de ENE, de Profeten en bij uitstek Jezus Messias waarin velen van ons inspiratie vinden. Eveneens vinden we steun in teksten van andere religies of ideeën van denkers. In deze verscheidenheid van inspiratiebronnen vinden wij verbondenheid bij elkaar. Daarom komen wij op geregelde tijdstippen samen waar we vieren rond brood en wijn met verhalen uit de hertaalde en geactualiseerde bijbel en menselijke verhalen van hier en nu, verhalen levend in onze maatschappij. Tijdens die momenten van samen vieren is er ruimte voor woorden, stilte, zang en symbolen, die het hart van de aanwezigen verwarmen en zo de gemeenschap op de been houden. In dit zoeken vinden we bondgenoten met wie we op tocht kunnen gaan en door wie wij ons gedragen weten.
2
REDACTIONEEL Onlangs schreef ik aan een vrouw en een man die 50 jaar getrouwd waren (mensen van Jebron weten wel over wie ik het hier heb), maar ook aan een jonger koppel dat 10 jaar als getrouw(d)en met elkaar onderweg zijn (ik heb het hier over onze zoon Stijn en Katrien), een gelukwens, waarin ik volgend verhaal als uitgangspunt nam voor mijn felicitaties: “Er waren eens twee egeltjes die erg verliefd waren op elkaar. Het ene egeltje - het mannetje dat één stekeltje meer had dan het vrouwtje - wilde zo dicht mogelijk bij het vrouwtje komen. En ook het vrouwtje wilde dat heel graag. Zo kropen ze naar elkaar toe om dicht bij mekaar te zijn. Maar ze kwamen zo dicht dat ze met hun stekels elkaar pijn deden en verwondden. Toen verwijderden ze zich van mekaar. Maar de wederzijdse aantrekkingskracht was zo sterk dat ze toch opnieuw naar elkaar toe kropen. En in een proces van naderbij komen en zich verwijderen leerden ze geleidelijk aan de juiste afstand te vinden tot elkaar. Zo dicht bij mekaar komen dat je de ander niet kwetst. En tegelijk zo ver van mekaar verwijderd blijven dat je de ander niet uit het oog en zeker niet uit het hart verliest.” Het kan een beetje raar klinken, maar ik denk dat dit kort verhaal ook iets kan zeggen over de geschiedenis van onze Jebrongemeenschap. Een geschiedenis is het geweest van komende en gaande mensen. Ze hadden al dan niet toevallig van Jebron gehoord en ze kwamen erop af. Sommigen vonden er een plek, hun plek, al was het voor een bepaalde tijd. En toen gingen ze weer weg om eigen wegen te volgen. Hopelijk hebben ze van Jebron iets meegenomen voor hun verder leven. Anderen bleven en kozen ervoor om op een meer permanente wijze in de gemeenschap te investeren: hun tijd, hun talenten, hun geld ook. In een gemeenschap komen we elkaar nabij en dat is goed en deugddoend. Maar deze nabijheid is niet zonder risico. Want juist in die nabijheid kunnen we elkaar kwetsen en pijn doen. En dat gebeurt meestal onbewust. We kunnen elkaar voor de voeten lopen. We kunnen onze eigen wensen en verlangens aan de gemeenschap opdringen. Vooral de verbaal wat sterkeren moeten hiervoor beducht zijn. Mijzelf een beetje kennende, weet ik maar al te goed waarover ik het hier heb. Maar we kunnen vanuit welke overweging ook op afstand blijven toezien. Buitenstaande insiders blijven en gaan lijken op de goede stuurlui, die vrijblijvend aan de kant blijven en commentaar geven omdat ze het allemaal veel beter denken te weten. Mensen die, wanneer ze het over Jebron hebben, spreken over “zij” en niet over “wij”. Maar dan kwetsen we elkaar wellicht ook, juist door mekaar uit het oog te verliezen. Een gemeenschap als Jebron kan maar leven als we de wijze les van de egels leren verstaan. Namelijk leren leven op de adem van die afstandelijke nabijheid en nabije afstandelijkheid, zodat we mekaar niet kwetsen door te dicht op mekaars huid te zitten. Want mensen zijn geen olifanten. Maar zijn we er best ook op bedacht om niet te afstandelijk te worden zodat we elkaar niet uit het oog en zeker niet uit het hart verliezen. Want mensen beschikken niet over het verziend oog van de adelaar. Wanneer we met Jebron ons 35ste werkjaar beginnen, mogen we elkaar de wegen toewensen van de egels die ons de juiste afstand voorleven; van de schildpad, die langzaam maar zeker de weg opgaat en oog heeft voor de omgeving waarin ze zich voortbeweegt; maar ook een beetje van de haas, die niet aarzelt om snel daar te komen, waar de noden van mensen het hoogst zijn… Kortom de weg van de mens, die geroepen is om de ENE uit te beelden, wiens NAAM is: “IK ZAL ER ZIJN VOOR JOU EN VOOR JOU EN VOOR …. Paul De Witte
3
Manifest van de Oscar Romero comités van Spanje In Spanje zijn nog meer dan 20 Oscar Romero Comités heel actief. Om de twee jaar organiseren zij gedurende een kleine week begin juli studie- en vormingsdagen. Dit jaar ging het over geostrategische conflicten in de wereld. Specialisten kwamen conflictieve toestanden concreet uitleggen in Colombia, het Midden-Oosten en de Grote Meren. Ik had geluk er bij te zijn. Op het einde werd een verklaring samengesteld en goedgekeurd. Ik vertaal de tekst hieronder. Guido De Schrijver
“ Heft uw hoofden, de bevrijding is nabij” Vanuit de riolen van de wereld hebben we het gelaat van het monster herkend dat zich inzet als motor voor relaties en markten. We hebben de stem van de wanhoop gehoord en misschien, dichtbij ons gevoeld, heel dichtbij, binnen in. Hoe is het mogelijk te vechten tegen iets dat je uit je handen glipt? Alles verstrikt ons, pakt ons in, bindt ons. We kunnen het monster vele namen toe-eigenen, maar we benoemen het eenvoudig: een systeem van pervers, onmenselijk en geglobaliseerd kapitalisme, dat ons, mensen, die enkel willen leven, vermoordt. Maar laten we onszelf niet bedriegen, in het monster zijn ook wij aanwezig. Ook wij leven er binnen in. Gedurende deze dagen hebben we nieuwe betekenis en inhoud aangeleerd van woorden en uitdrukkingen als: geostrategie, controle over de planeet, valsheid, getrouwheid, daadwerkelijkheid, marionetten, de Bilderbergconferenties*, grond, natuurlijke rijkdommen, slachtoffers, speculatie , gender, kritisch denken, zichtbaar maken, netwerken, minder groeien,… Wij hebben geleerd dat we waden in een grote leugen en dat we moeten beginnen om ze te ontmantelen. We hebben de zwakheden van het monster ontdekt en ofschoon we onszelf zwak voelen, gaan we zijn schijnheiligheid ontmaskeren, zijn slechtheid en zijn efficiëntie. Wij kunnen alleen maar rekenen op onze getrouwheid aan de zaak van het Rijk, door Jezus verkondigd, en het met ons kritisch denken, als strijdbaarbanier, te lijf gaan door het kenbaar te maken en gewetens wakker te schudden, ook het onze. Want de transformatie begint bij onszelf. We zijn niet bang, we weten waar de vijand te vinden is en van nu af gaan we de strategieen en mechanismen zoeken om het monster te verzwakken, waar wij deel van uitmaken. Na deze studiedagen keren we terug met de verantwoordelijkheid en de vaste inzet om weerstand te bieden aan de wereldorde die een valse werkelijkheid gecreëerd heeft, die de mensheid mishandelt, kwetst en vernietigt. Vandaar dat ons engagement hierin bestaat: 1. Opkomen voor degenen die overvallen worden, toegetakeld, uitgebuit, vernietigd door het monster, daarbij voor ogen houdend dat het belangrijkste niet de efficiëntie is, maar de getrouwheid. 2. Maken dat de officiële communicatiemedia ons niet manipuleren en ons niet gebruiken. Het is nodig dat elk comité een wereldscenario voor ogen houdt, van waaruit we onszelf vormen, informeren en, waar nodig, aanklachten indienen ten overstaan van de publieke opinie. Ook bereid zijn ons engagement te evalueren, analyseren en verbeteren gedurende een concrete tijdspanne. 3. Van het kritisch denken en het zichtbaar stellen, onze revolutionaire werkinstrumenten maken om de werkelijkheid, verborgen door de misleidende informatie van de media, te ontmaskeren. 4. Tijdens de volgende studie- en vormingsdagen evalueren op welke manier we onze getrouwheid hebben waargemaakt en hoe de gezondheidstoestand van het monster er uitziet.
Het zijn politieke bijeenkomsten met een besloten en streng geheim karakter waarbinnen internationale beeldvorming en ideeën centraal staan. Deelnemers zijn invloedrijke figuren voornamelijk uit het bedrijfsleven, politiek en wetenschap.
4
ZONDAG 19 SEPTEMBER in de Begijnhofkerk om 10.30 uur: STARTDAG VAN ONS 35ste JEBRONWERKJAAR THEMA:
WE ZULLEN DOORGAAN! ZULLEN WE?
Vandaag vieren we samen de start van ons 35ste werkjaar. En we zijn daar blij mee. Maar niet euforisch. We mogen daar ook terecht fier over zijn, maar niet hoogmoedig. We zijn een weg gegaan, maar niet dé weg, want er zijn andere wegen mogelijk. Maar het was wel onze weg, onze unieke weg, waarin altijd iets heeft geleefd van wat we verwoorden in onze baseline: waar zoekers thuis zijn. We blijven ook geloven dat deze wel toekomst heeft en daarom willen we er ons ook telkens opnieuw aan wagen. Daarom zeggen, zingen en vieren we: “We zullen doorgaan!”
10.30 uur: 11.30 uur: 12.30 uur:
Feestelijke startviering in de Begijnhofkerk. Receptie, ons aangeboden door Renilde en Stani die hun 50ste huwelijksverjaardag vierden. Ontmoetingsgebeuren met een heerlijke broodjesmaaltijd, gevolgd door dessertenbuffet.
Het is nodig om op voorhand in te schrijven voor de maaltijd via het secretariaat van Jebron. Ook willen we vragen aan enkele mensen van Jebron om een dessertje te bereiden. Wil je dit ook aub melden aan het Jebron - secretariaat. (5 Euro per volwassene). Mail naar
[email protected]
Hoe anders zijn de dagen nu vol weemoed en herinnering van een zomer gevuld met warmte en vrolijkheid. Binnen het wachten van verkleumde dagen proeven we nog even de vruchten van de voorbije zomer. Melancholie hangt in de lucht. Bij de eerste adem van de herfst sluit de nacht de luiken van dit zomers tafereel. Jozef Vandromme
5
L’AVENIR, C’EST L’AUTRE De toekomst, dat is de ander. (Emmanuel Levinas) In het heden vloeien verleden en toekomst samen. Bij het begin van ons 35ste werkjaar van Jebron gaat mijn aandacht vooral uit naar de toekomst. Maar een goede toekomst is onmogelijk zonder gefundeerd te zijn in het verleden. Want of we het willen of niet: we staan en gaan altijd in een traditie. De Vlaamse socioloog Luc Huyse schreef een boek onder de merkwaardige en paradoxale titel: “Alles gaar voorbij, behalve het verleden.” We kunnen dus het verleden niet wegmoffelen, niet uitvegen. Want als we dat doen, dan zal het ons blijven achtervolgen. De Hebreeuwse taal heeft dat blijkbaar goed aangevoeld. Er is niet zomaar een onderscheid te maken tussen de verleden en toekomende tijd. De tijd is vloeiend. Daarom kent het Hebreeuws een werkwoordvorm, die in het Nederlands meestal vertaald wordt met “er was eens”, enzovoort. Die vertaling is wel correct, maar tegelijk onvolkomen, omdat deze specifieke werkwoordvorm eigenlijk niet te vertalen is in het Nederlands. Hij wil iets laten aanvoelen van wat ik “de durende tijd” zou willen noemen. Het verleden is ook nu en morgen. Kortom: in het nu is het ook gisteren én morgen. Eén voorbeeld: wanneer wij de eerste zin van de bijbel vertalen met “in het begin schiep God hemelen en aarde”, dan moeten we bedenken dat de auteur het niet heeft over een gebeuren dat opgesloten zit in een ver voorbij verleden, maar over een ervaring van “een scheppen dat doorgaat, ook vandaag en morgen”. We kunnen ook zeggen: van een bevrijdende aanwezigheid van de ENE, die ook vandaag en morgen mensen blijft uitdagen om scheppend en bevrijdend in het leven te staan. Deze gedachte ligt ook ingebed in de verhalende grondstructuur van de hele bijbel: oude verhalen komen maar tot leven wanneer wij er ons vandaag nog in herkennen en er ons door laten bevragen. Alles gaat dus voorbij, behalve het verleden. We nemen dus de 34 jarige geschiedenis van Jebron mee naar morgen, in de hoop dat ze vruchtbaar en inspirerend mag blijven. Maar laten we het nu over “l’avenir” hebben. Bij wijze van voorbeeld. T. en K. kijken vol verlangen uit naar de geboorte van hun eerste kindje. Ze hebben zich wellicht een bepaald beeld gevormd van de heel nabije toekomst. Maar na de geboorte blijkt dat er iets niet volledig in de haak is met het pas geboren dochtertje. Onzekerheid en angst slaan toe, zeker zolang ze niet weten wat de exacte oorzaak is van het probleem, dat op het eerste gezicht vrij ernstig lijkt. Tussen haakjes: ondertussen is er in de medische situatie duidelijkheid gekomen en zijn de prognoses positief: het komt geleidelijkaan en met de nodige dosis geduld allemaal goed. Waarom geef ik dit voorbeeld? Het is duidelijk dat deze jonge ouders zich de onmiddellijke toekomst (l’avenir) wel anders hadden voorgesteld: na enkele dagen kraaminrichting zo spoedig mogelijk naar huis om daar samen met grote tederheid te gaan zorgen voor de pasgeborene. Maar de geboorte van dit kindje (l’autre) heeft daar anders over beslist. Hun gedroomde ‘nabije’ toekomst wordt pijnlijk in vraag gesteld door het onverwachte van de ander, die vraagt om juist die toekomst bij te stellen. Dit voorbeeld, dat met vele andere en wellicht nog scherpere voorbeelden uit eigen ervaring kan worden aangevuld, zegt iets over onze menselijk bestaansconditie en over de uitdagingen die vanuit het leven op ons afkomen en waarop we heel verschillend kunnen reageren. We kunnen wel spreken over onze
6
menselijke bestaansconditie, maar deze conditie is geen determinisme, waardoor we niet meer in steeds relatieve én gesitueerde vrijheid zouden kunnen kiezen. Dat we anderen op onze levensweg tegen het vege lijf lopen, dat is onze menselijke bestaansconditie. Maar dan begint pas het proces van mens-wording, zo lijkt Levinas te suggereren. Hoe worden we mensen? Levinas zegt: doordat ik mijzelf zo diep en intens laat bevragen door de ander (l’autre) die ik op mijn levensweg ontmoet, dat ik bereid ben mijn eigen vooropgestelde projecten uit te stellen of zelfs op te geven vanuit het geraakt zijn door het weerloze gelaat van de ander, die mij soms woordeloos aankijkt en appelleert om niet aan hem/haar voorbij te gaan. Deze grondgedachte ligt zeer moeilijk in onze tijd, die de menselijke vaak sterk geïndividualiseerde autonomie tot absoluut dogma heeft verheven, wat ongenuanceerd uitgedrukt met de woorden: “ik doe mijn ding en dat is mijn volste recht”. Hierin verschilt Levinas radicaal van Sarte die zeg: “l’enfer, c’est les autres”, “de hel, dat zijn de anderen”, die mij in de weg lopen en mij beletten om mijn autonomie ongelimiteerd uit te leven. In dit kader schrijft Sophie Velemans (Areopaag 9de jaargang (2009) nr. 2, p. 48): “We moeten erkennen dat mensen, niettegenstaande de grote nadruk van de laatmoderniteit op het plannen en beheersen van de tijd, zeer fundamenteel, wanneer het er echt op aankomt, soms niets te plannen hebben. Veel fundamentele dingen ‘overkomen’ ons gewoon. Denk bijvoorbeeld aan mensen van wie de partner plots zwaar ziek wordt waardoor ze voor hem moeten zorgen. In dit verband weerklinkt Levinas’ stelling ‘l’avenir, c’est l’autre’. Onze toekomst is nooit helemaal de toekomst zoals wij die planden of die waarop we hopen. Onze toekomst is iets wat op ons ‘toekomt’ vanuit de ander.” Maar de vraag hierbij is: hoe houden we dat uit? Hoe brengen we deze houding op? De nood aan een dragende gemeenschap Om het risico van de ander als mijn toekomst te kunnen aandurven hebben wij als mensen dragende gemeenschappen nodig. Gemeenschappen waarin die grondhouding wordt gecultiveerd vanuit een narratieve (verhalende) herinnering aan het verleden, waarin mensen die weg zijn gegaan en toch niet ongelukkig zijn geworden. Integendeel zelfs. Zo staat de bijbel vol van dergelijke verhalen over het goede leven dat pas echt mogelijk is vanuit de herkenning dat het leven op de eerste plaats ons is gegeven juist ook vanuit en door de ander (op de eerste plaats onze ouders). Maar ook gemeenschappen waar we terecht kunnen met onze angsten voor zelfverlies, wanneer we het riskeren te gaan leven vanuit ‘onze toekomst, dat is de ander’. Zeker gemeenschappen, die de Naam van de ENE in hun midden plaatsen als belangrijk (maar niet noodzakelijk enig) centrum van hun spiritualiteit-in-actie, zouden van die draagkracht werk moeten maken. Daarom is het de moeite meer dan waard om ons SAMEN in te zetten voor onze Jebrongemeenschap, die haar 35ste werkjaar begint. Om die reden en met dat doel voor ogen zeggen en zingen we vandaag: “wij zullen doorgaan”. Paul De Witte
7
HET SCHILDERIJ VAN DE GRAVIN Dit jaar 1888 zijn er nogal wat verschuivende dingen aan het gebeuren, niet alleen hier, maar zowat overal in Europa. Die gedachten houden me bezig tot de poort achter mij dichtvalt. De koetsier, zwart mouwloos vestje en rijgbroek, zwarte glimmende laarzen tot net boven de knieschijven, heeft me met enig wantrouwen binnengelaten. Hij kent me niet, ik hem wel. Geregeld zie ik hem in de straten voorbijschuiven op de bok van de Mylord als de gravin zelf de teugels niet in handen neemt. Vanuit de open stallingdeur links van mij hoor ik een hoef kletteren tegen de stenen vloer. Het paard staat met zijn kop tegen de arduinen voederbak en trakteert mij met spottend gehinnik op een extra salvo dampende vijgen. Vandaag kan het schilderij van gravin Valérie van Pottelsberghe de la Potterie bezichtigd worden. Niet door iedereen, en neen, ik kan geen adelbrieven tonen, maar met een mond vol geaffecteerd Frans imponeer ik hem. Discretie en terughoudendheid kan je hem niet aanwrijven. “De adel wordt binnen gelaten doorheen de hoofdingang,” meesmuilt hij. “En madam zit nogal op de centen, weet je, een enkel paard, meer kan er niet af, terwijl de Muylord tot zijn recht komt met minstens twee trekbeestjes.” Arm dier. Menigmaal zag ik bezorgd zijn naaldpoten dansen op de elastische scharnieren van zijn hoeven die zo maar in stukken dreigden te vallen op de blinkende keikoppen. Een raadselachtig gekuch. Hij grinnikt. “Ik denk dat het vandaag een ramp wordt, het schilderij is niet af, maar de uitnodigingen konden niet meer herroepen worden.” Ik kijk hem verwonderd aan over zoveel loslippigheid. Moest ik niet beter weten, ik zou gaan denken dat hij toneel aan het spelen is.Terwijl hij met mij verder sjokt langs de rand van een omvangrijke boomgaard en met wijde armslag mijn aandacht trekt: daar, “halfhoogstammen Passe Colmar, perenbomen Seigneur d’Esperen, en ginder kersenbomen Anglaise precoce en pruimenbomen Reine Claude,” flitsen de belangrijkste gebeurtenissen van de laatste tijd door mijn hoofd. In Parijs wordt de hoogste toren van de wereld gebouwd, meer dan driehonderd meter de lucht in. De Londenaars liggen in bed te bibberen voor de schaduw van Jack the Ripper die al vijf hoertjes toetakelde en vermoordde. Op nog geen jaar tijd klautert een derde keizer, Wilhelm II, op de troon in het Duitse Rijk. En hier te lande treedt de wet op de arbeidsinspectie in voege. Benieuwd of het iets zal teweeg brengen. Het eerste nummer van Het Laatste Nieuws is van de persen gerold. Liberalen moet ik niet, ze zijn de arbeidersstrijd alles behalve genegen, maar ik zie ze toch ook een welgekomen koevoet aanreiken, want ze wakkeren de strijd aan van de Brusselse Vlamingen tegen de Franstalige bourgoisie. Edward Coremans houdt in het parlement als eerste een redevoering in het Nederlands. Op zijn voorstel werd tweeentwintig jaar geleden het Nederlands de officiële taal der stad Antwerpen. De mij welbekende communist Pierre De Geyter hangt de tekst van de Internationale op aan notenbalken. De paterkens van de Anderlechtse wijk Scheut gaan in op het verzoek van koning Leopold II om missionarissen te sturen naar Kongo. En hier is de stad begonnen met alle aanbouwsels, ingegroeid als mos in de stam van een boom, af te schrapen van het Gravensteen. Terug naar de naakte muren. Aan de overkant doorheen de boomstammen merk ik, van hier uit bekeken, een in elkaar geschrompeld hoopje mens in de hoek van een zitbank, de zongestreelde rug van de handen op de knop van de wandelstok. “Voila, dat is hem, Charles Giron, zijn wieg staat in Genève, maar hij schildert portretten zowel in Parijs als in Antwerpen en Gent. “Madam wil op de voorgrond haar eigen façade en op de achtergrond de achterkant van het kasteel. Maar ze is bijna niet voor de schildersezel te krijgen, te veel om handen. En ’t is niet af,” zwemt hij in leedvermaak. “En onze schilder, die maakt er het beste van,” grinnikt hij in de richting van de slapende man. Ik waag het er op en vraag of ik het schilderij eens kan zien. We steken wijdbeens de boomgaard over en de koetsier tikt tegen het scheenbeen van de sluimerende zonneklopper. Met misplaatste bescheidenheid, eigen aan vermaarde artiesten, gaat hij aarzelend in op mijn verzoek. Samen lopen we naar de orangerie, waar het gewrocht op de ezel onder een genadig wit doek rijpt. Hij ontvouwt haar voorzichtig en we schrikken wanneer ze ons plots recht in de ogen kijkt. “Je ziet, madam heeft een stuurs panorama, ze kan niet lachen,” verduidelijkt de voortbrenger. Van op het bordes een schelle stem, die ons opnieuw doet schrikken. Een jeugdige gedaante in tot de enkels zwarte jurk, hagelwitte schort en bonnet, roept mij naar binnen. Ik volg haar langs een trap naar beneden. In de keukenkelder loop ik langs een monumentaal op kolen gestookt jachtkomfoor. Pannen en kasserollen hangen aan de muren als trofeeën tussen de linnenkast en de biezen stoelen. In de vliegenkast ligt
8
een richelieu te wachten, zeker niet op mij. Maar een zeldzame keer is het mij overkomen dat ik een hoekje van een lekker amandelgebak met kersenlikeur mocht proeven. Aan tafel zitten nog genodigden, ik meen er een paar te herkennen. Het beeldig albasten gezichtje van de meid die me binnenhaalde legt uit dat mevrouw de gravin het ten zeerste betreurt dat het schilderij niet voltooid is. Verbijstering alom. Maar ze zoekt een oplossing. Ondertussen worden we getrakteerd op een kommetje Bahiakoffie rechtsreeks geïmporteerd uit de Braziliaanse haven San Salvador. Daarna gaat het met zijn allen naar boven. Niet op mijn rokken trappen, asjeblieft! We lopen onder een gasluchter door en komen in een ruime zaal terecht waar een groepje blauwbloedigen de gravin omringt. De bekende portretfotograaf Nestor Schaffers, sluipend in een somber kostuum, slappe vilthoed op zijn kruin en Jules de la Kethulle de Ryhove, ingesteven in een driedelig pak van ongebleekte wol, zijn ook van de partij. En beeldhouwer Gustave Kasteleyn, voor de gelegenheid in wit hemd met hoge kraag en daarboven een boezeroen, die onlangs nog een portrait buste leverde van gebakken klei, brons was veel te duur. De gravin schittert in haar langs alle kanten geslaagde aanbouw, kussentje achteraan tegen de lenden, rok en opgeplooide tournure. Ode aan de curve van het achterwerk. Korset, lijfje en centraal inzetstuk om de borsten uit te vergroten. De exuberante S-lijn, slang en pauw, contrasteert met haar kennelijk ongemak. Zij zeilt vluchtend over de blikken van de aanwezigen en laat zich door geen van allen enteren. Meneer Jules de la Kethule is een intieme vriend van de gravin, een afglans van wat eens haar liefde geweest is voor haar gemaal, graaf Borluut of de hartvervoerende opvulling van een leegte die deze achterliet? Hij ziet haar verontrusting en handenklappend vraagt hij aandacht, waarna hij zich omzichtig laat zakken voor de Pleyel-Wolff , de uit eclatant palissanderhout gewrochten piano met gekruiste snaren. Hij pleegt een pareltje van de lokale componist Adolphe Samuel. ’t Is niet af, maar toch wordt mijn aandacht getrokken door een imposante standaard dat een toegedekt schilderij torst. De gravin raapt nu haar moed bij elkaar en spreekt de aanwezigen toe. Haar portret is niet voltooid geraakt, maar in de plaats daarvan wil ze ons een nieuwe aanwinst tonen, pas gekocht, duur betaald en door een connaisseur alom geprezen. Hartkloppend haalt ze het doek eraf, een levengevend gebaar, een nageboorte. Iedereen sprietoogt stilzwijgend toe, naderend. Maar ook van dichtbij kost het moeite om de tros welgedane chrysantenkoppen te ontdekken. “Clair- obscur!” slaakt Meneer Jules de la Kethule verlossend. Veel obscur, maar clair?, riskeert de fotograaf gedempt. “Nature morte,” probeert de beschermheer het gezicht van de gravin te redden. “Heel, heel morte,” fluistert de beeldhouwer. “Ik bespeur daar inderdaad in een van de kelken een dood beestje.” De gravin ziet haar voorgevoelens bewaarheid en om de aandacht af te leiden roept ze iedereen op om op het bordes een groepsfoto te nemen en het heuglijk moment te vereeuwigen. De fotograaf stelt zich op, een vogelschrikker tussen de stammen van de boomgaard, spreidt de driepoot van zijn toestel, steekt er een plaat in, schuift er een stuk uit en duikt tenslotte onder een zwart doek. Iedereen kijkt gebiologeerd strak voor zich uit. Dan wriemelt hij zich onder het doek uit, roept: “ik tel tot drie, niet meer bewegen, niet meer ademen, niet meer ogenknipperen.” Achter mij hoor ik een gesmoorde stem: “geen scheten meer laten.” De fotograaf grijpt voorzichtig naar de lens, schuift het dekseltje er af en terwijl we ons laten hypnotiseren door het bloot gekomen magische oog, hoor ik: “een, twee , drie” en dan beeldhouwer Gustave in vervoering: ”fotograferen, schrijven met licht, stel je voor, de techniek staat voor niets.” Meteen is de gravin danig in haar sas en nodigt iedereen uit voor een glaasje wijn. “’t Is geen wereldwinkelwijn,” hoor ik ergens mopperen. Wat een vreemd stadhuiswoord is dat nu, vraag ik me af en draai mijn hoofd. Ik schrik me een aap. Een jong meisje staat daar te midden van de groep obsceen in haar ondergoed, een beige broekje tot ver opgeschoven boven de knieën en een minuscuul hemdje zonder mouwen dat haar okselhaar en navel aan het zonlicht blootstelt. Zomaar, of het haar normale outfit is. Niemand lijkt iets te merken. Ik slurp het bodemtje wijn op en zoek de uitgang. De koetsier laat me uit. “Hoe is dat meisje hier binnengeraakt?” wil ik weten. “Hoe ben jij hier binnengeraakt,” reageert hij en ik sta op straat. In wat voor wereld ben ik nu…Als een blikseminslag valt het over mij. Een gezinnetje, vader en moeder drie peuters flankerend, slenteren likkebaardend, tongdraaiend, liptuitend, slurpend aan ijstorentjes karamel en pistache. Schattige tieners trekken bedrijvig aan de vijf centimeters te kort gemaakte opwindende rokjes. En dan de luchtkruidende frituurwalmen. Ja, natuurlijk, de Gentse Feesten. Guido De Schrijver
9
WIST JE DATJES Wist je dat… ... we met heel wat Jebronners op 26 juni aanwezig waren op het 25 jarig priesterjubileum van Patrick Bourgoignie, die zeer opgetogen was over onze solidariteit met de keuze die hij 25 jaar geleden maakte. We vonden het ook passend om onze Jebronviering te laten vallen om Patrick onze dankbaarheid te betuigen voor de jaren dat hij onze vieringen mee is komen voorgaan. … Marc De Coster en Christiane op 27 juni voor de tweede maal grootouders zijn geworden van Tille, dochtertje van Toon en Kim De Coster – Van den Heede. Van harte proficiat! ... we op 4 juli onze slotviering van het voorbije jaar hebben mogen beleven. We waren wel met wat minder mensen dan gewoonlijk, wellicht wegens de verandering van datum (zie vorig wist je datje), maar niet getreurd: het was opnieuw een toffe gemeenschapservaring, gevolgd door een feestelijk kaas- en wijngebeuren. ... dat we opnieuw heel wat inspirerende en ontspannende vakantievieringen hebben mogen meemaken. We zijn dan ook de voorbereiders en voorgang(st)ers zeer dankbaar omdat ze deze dienst aan de gemeenschap op zich hebben genomen. We waren telkens met ongeveer 30 mensen aanwezig. Zo voegden we de daad bij het woord: "ontmoeten bevrijdt". ... dat Anneleen en Daan, op zaterdag 11 september om 14 uur in onze Begijnhofkerk en binnen de kring van onze hopelijk talrijk aanwezige gemeenschap, hun woord van trouw aan elkaar zullen uitspreken en dat ook tijdens die viering hun zoontje Tijl zal worden gedoopt. Annemie en Paul zullen op een latere datum een drankje aanbieden aan de gemeenschap. ... dat we op 19 september de startdag van ons 35ste werkjaar vreugdevol en vierend zullen inzetten onder het motto: "Wij zullen doorgaan! Zullen we?" Meer informatie vonden jullie zeker elders in dit nummer. ... dat in de loop van de vakantie Renilde en Stani hun gouden huwelijksjubileum vierden. Een dikke proficiat voor die vele jaren van trouwe zorg voor elkaar en voor kinderen en kleinkinderen die uit hun liefdevol partnerschap zijn voortgekomen. Op de startdag zullen we na de viering samen mogen genieten van een hapje en een drankje dat ons door de jubilarissen zal worden aangeboden. ... dat de kelder bijna op zijn effen is en dat ook de banner hopelijk tegen de startdag op zijn plaats aan de voorgevel van het Jebronhuis zal hangen. Met dank vooral aan onze Fred. ... dat er tijdens de vakantie een verrassende mail binnenkwam vanwege Luc VD. Het bleek echter een goede grap te zijn, die we jullie niet willen onthouden: “Beste familie en vrienden, Ik moet jullie mededelen dat ik binnenkort verhuis, maar wel naar Rome. Hoewel het voor jullie wellicht een complete verrassing zal zijn, zat het er voor mij al heel lang aan te komen en ik heb mij er dus volledig op kunnen voorbereiden. De reden waarom ik ga verhuizen zal ik hieronder per mail proberen uit te leggen. Ik word namelijk paus. De reden waarom ik zonder twijfel paus zal worden is de volgende. Want wie wordt paus? Antwoord: de beste onder de kardinalen. Want wie wordt kardinaal? Antwoord: de beste onder de bisschoppen. En wie wordt bisschop? Antwoord: de beste onder de DEKENS. En wie is de beste onder de dekens? Voilà, nu zijn we er.”
10
KALENDER SEPTEMBER 2010 Zondag 05 september: -Om 10.30 uur: Laatste vakantieviering rond het thema: “TUSSEN CASA DEL MUNDO en MUNDO DE LA CASA”, naar aanleiding van het 3de Wereldfeest in Aalst.
Zaterdag 11 september: -Om 14.00 uur: Tijdens deze viering in de Begijnhofkerk, laten Anneleen en Daan hun keuze voor elkaar zegenen binnen onze gemeenschap en wordt ook hun jongste kind TIJL gedoopt.
Dinsdag 14 september: -Van 19.30 tot 22.00 uur: 1ste Samenkomst van ons BIJBELS LEERHUIS. We lezen verder in de Psalmen als “liederen van Crisis en Hoop”.
Zondag 19 september: STARTDAG VAN ONS 35ste WERKJAAR -Om 10.30 uur: Viering met als thema: “WIJ ZULLEN DOORGAAN! ZULLEN WE?” - Na de viering is er een feestelijke receptie, tijdens dewelke we klinken op de toekomst, gevolgd door een vriendschapsmaaltijd. (Meer info volgt) (VANAF DEZE ZATERDAG TOT ALLERHEILIGEN HEBBEN ONZE VIERINGEN PLAATS IN DE BEGIJNHOFKERK.)
Zaterdag 25 september: -Om 18.30 uur: Wekelijkse viering Mogelijke lezingen: Amos 6,1a.4-7; 1 Tim. 6,11-16 en Lc. 16,19-31
Dinsdag 28 september: -Om 19.30 uur: In de Maretak: 1ste Avond in het kader van “HUIZEN VAN VREDE” (opvolger van Dar El Salam)
Zaterdag 2 oktober: -Om 18.30 uur: Viering rond de figuur van Franciscus van Assisi. (Tijdens deze viering zullen Renilde en Stani verslag doen van hun inspirerende reis naar Assisi.)
ONZE JARIGEN IN SEPTEMBER: 03 sept 06 sept 06 sept 07 sept 11 sept 14 sept 14 sept
Miek Baeckman Joren Limpens Paul De Groote Hanne Yperman Isaak Van Durme Ester Coppens Luc D’Hooghe
14 sept 16 sept 17 sept 23 sept 24 sept 27 sept 27 sept
Pieter De Witte Stani Van Assche Danielle Verdickt Linda Steen Greet Van den Branden Claudine Defeyne Eline Bastianssens
11
Info Jebron: Het tijdschrift dat maandelijks verschijnt (behalve juli en augustus) Het abonnement kost 10€ voor een gedrukt exemplaar. Wens je hem via E-mail te ontvangen, dan vragen wij 8€. Jebron vzw Open Huis voor Vorming en Pastoraat Begijnhof 1 - 9300 Aalst Open elke werkdag van 08.00 tot 16.45 uur. Tel. 053/77.51.16 E-mailadres:
[email protected] Website: www.jebron.be Stortingen en financiële steun zijn welkom op 068-0623040-36 Wij bieden: Wekelijkse viering op zaterdagavond om 18.30 uur. Ontmoetingsmomenten: Leefweekend, wandelingen, … Bijbels leerhuis: Eén dinsdagavond per maand. Interactieve vormingsmomenten zoals open haard gesprekken op zaterdagavond en jaarlijkse verdiepingsdag. Tijdschriftenbibliotheek met meer dan 80 verschillende tijdschriften. Alle artikels staan op trefwoord. Artikels, suggesties, tips zijn welkom bij de Redactieraad
[email protected] Raad van Bestuur Monique Batavia Judith Spitaels Erik Van Assche Fred Van den Branden Personeel Vera Baeyens Anne De Cremer
Luc Rottiers Inge De Bruyn Paul De Witte
Hilde De Saedeleer Haïki Goffin
Liturgieverantwoordelijke Paul De Witte
12