.
■
■
■
uitsluitend
DOLORES COSTELLI EN GEORGE RAFT IN „YOURS FOR THE ASKING" /nu*. D.
Onze landgenoot Loins Borel, die thans te Londen als tooneel wera aoor viert, door de de directe directie van ']sdetoon< *' A?1' werd Metro /er-film te Hollywood "" naar Amerika vertrekt, zal Borel echter noe de hoofdrol vervullen Gaumont British-film over heels", speler.tnomfen KXA. ' iï
udolphe von Habsburg, zoon van keizer Franz Joseph van Oostenrijk, moet in het belang van den staat, tegen zijn eigen wil, trouwen met aartshertogin Stephanie. Hij bekommert zich echter niet om zijn vrouw en leeft het leven van zoovele gekroonde hoofden van zijn tijd, een leven van vermaken en verstrooiingen, waarin hij vergetelheid tracht te vinden voor de knellende conventies van het Weensche hof. Op een dag ontmoet hij de jonge gravin Maria Vetsera. Zij voelen zich zeer tot elkaar aangetrokken. Rudolphe besluit den Paus om ontbinding van zijn huwelijk te' vragen, ten einde Maria Vetsera te kunnen trouwen. Zijn vader wordt van dit verzoek op de hoogte gebracht en dreigt het jonge meisje naar een klooster te zullen sturen, indien Rudolphe voet bij stuk houdt. Rudolphe vraagt dan zijn vader afscheid van Maria Vetsera te mogen nemen, waarvoor hij gelegenheid krijgt. Beiden vertrekken ongezien naar het slot Mayerling en vinden slechts één oplossing, waardoor zij voor eeuwig met elkander verbonden zullen zijn ... den dood... 1. Danielle Darrieux als Maria Vetsera, — 2. De laatste nacht op slot Mayerling. — 3. Charles Boyer als Rudolphe. — 4. Het hofbal. Ill
''- "
.^mmmmmm ,.
.,
. ^,
m^ 1
GUERILLAT...GUERILLA!. £en ÄpaünscA begnp m alle talen
y
'\ X'7'*t is een guerilla? \y\\/ Als we het woordenboek op* , , slaan' Vlnden we, dat „guehlla" het verklemwoord is van „guerre", dat ..oorlog beteekent. ..Guerilla." is dus letterluk: ..oorlogje". Maar men moge er voor bewaard blyven! Spanje is op het oogenbl.k zelf een en al guerilla en als we in plaats van het woordenboek, een krant opslaan, v.nden we reeds op de allereerste pagina in den breede uugemeten. wat zulk een „oorlogje wil zeggen: mannen gefusilleerd en vrouwen en kinderen door verdwaalde kogels getroffen, kerken geplunderd en platgebrand, dnnkbronnen vergiftigd, hospitalen tewLT^T'Ten' brUggen ^blazen en telegraafdraden doorgesneden. . . bloed en vuur en leed en vertwijfeling: guerilla! Het woord wordt in alle landen gebruikt. Alle talen namen het onveranderd uit het bpaansch over. Spanje is de uitvinder van de guenlla en maakte er door de eeuwen heen een ruim gebruik van, evenals de ï>paansche koloniën en wingewesten, die zich eertyds over de geheele wereld uitstrekten en heel Spaansch Amerika ging er van oudsher zwaar onder gebukt Guerilla dat is de strijd van de rebellen, de opstandelingen, de insurgenten, de bravo s en de desperado's, de overloope« en de revolutionnairen, de Carlisten en de Chnstmos. de Rooden en de Witten, de partijgangers van links en van rechts. Dat is de oorlog van de valstrikken, der sporadische scherpschutters, der spionnen en contrasp.onnen der lage listen en der francstireurs. Dat .s de strijd van broeder tegen broeder, van vader tegen zoon, dat is de verscheunng van een natie, het tweesnijdend zwaard in de eigen borst. ... Datgene, wat wij thans zien gebeuren in het eeuwenoude Spanje, de burgeroorlog in al zijn meedoogenloosheid, was ook van oudsher een geesel, die de verre wingewesten
Wallace Beery, Barbara Een hachelijk oo genblik voor Dory. kastijdde. Er is een streek, voornamelijk bestaande uit de Caraibische zee, de Golf van plantten op hun onneembare burchten en die op de kleine eilanden met hun klankrijke Mexico Straat Florida en de eilanden Cuba, namen hun ongeloofelijke schatten begroeHaiti, Jamaica, Curasao en de taüooze kleiven: Captain Kid. Christobal Trevenna nere, de kuststreken van Centraal-Amerika Francis Drake.... Venezuela en Colombia, die in de Engelsch Afschrikwekkende ruwheid, goddeloos sprekende landen wordt aangeduid als „Spanish main". Reeds van de vroegste tijden heid, woest geweld, toomelooze zelfzucht en af heeft er als het ware een vloek gerust op wreedheid zonder einde waren schering en dit deel van de wereld, waar meer menschen- inslag in de Spanish Main. Hier vond men b oed gevloeid heeft dan waar ook. Deze ook het afschuwelijke fort Jefferson, op het plek scheen uitgekozen te zijn voor de wild- eiland Dry Tortugas, het beruchte „Haaien eiland , waar de onschuldige Dr. Mudd geste wreedheid der avonturiers, der barbaarmarteld werd: hier heerschte de guerilla in sche Conquistadores en der genadelooze al haar verschrikking. zeeroovers, die hier hun „Jolly Roger" Cuba anno 1898 was (mèt de Philippijnen) de inzet van den Spaansch-Amerikaan sehen oorlog en de strijd zou voornamelijk op dit eiland worden gevoerd. Maar Cuba, het vaderland van den onnavolgbaren „Dansos", den Rumba, den Rumdera en wat dies meer zij, is in tijden van oorlog, van guerilla, van „pronuncia m^nto" niet zoo liefelijk. Het eiland is zeer uitgestrekt en uitermate onherbergzaam Orootendeels bestaat het uit haast ondoordringbaar oerwoud, deels is het wild bergland vol rotskloven, spelonken en grotten, deels bestaat het uit eindelooze moerassen waar koortsen het verblijf van menschen even fel bedreigen, als de krokodillen het er doen Hier wilden de Cubanen hun guerilla voeren Hier moesten de Amerikanen en Span jaarden elkaar bestoken, terwijl de Cubanen ook nog onderling verdeeld waren in drie partijen: zij, die hun heil verwachtten van de Vereenigde Staten, zij, die Spanje wenschten trouw te blijven en zij, die heelemaal geen vreemdelingen op Cuba wilden zien, maar die Cuba voor de Cubanen eischten. Nu stelle men zich zulk een strijd voor in de onbegaanbare jungle! Bijna uitsluitend ongeregelde troepen, horden, benden, of eenhngen. Reizigers, spionnen, deserteurs, Dory en Generaal Garcia.
linnen) aan het lijf, rondzwalkte, zonder iemand duidelijk te maken, wat hy eigenlijk in zijn schild voerde. Kennelijk was deze Dory aan lager wal geraakt. En even kennelijk was hij een gevaarlijk heerschap. En een hoogst onbetrouwbaar sujet. . . . Deze sergeant Dory (wiens sergeantsstrepen niet eens zoo heel zeker historisch en onomstootelijk vaststonden!) zou Rowans gids zijn, want hij wist neen, met, waar Garcia zich had verborgen, want dat wist geen mensch.... maar hij kende de verblijfplaats van Luis Maderos. En deze Luis Maderos zou misschien den gezochten Garcia kunnen vinden. Alleen al de tocht, die moest ondernomen worden, om Maderos te vinden, de duizend hachelijke omstandigheden, het eeuwige gevaar, zou stof kunnen leveren tot een klassiek heldendicht. En to<>n — na gearressteerd te zijn en ontkomen gewond en weer hersteld, achtervolgd en ontsnapt — het tweetal dezen Maderos eindelijk en ten laatste had weten te bereiken, stond de Cubaan tegen een dikken muur. terwijl er twintig geweren op hem afgevuurd werden.... De man. die wellicht had kunnen zeggen, waar de onvindbare Garcia moest worden gezocht, werd door een executie-peloton gefusilleerd, zooals dit in eiken oorlog, maar juist in een guerilla zoo bijzonder veelvuldig voorkomt. Maar Luis Maderos liet een dochter na, Raphaelita, die van nu af slechts één doel had: den moord op haar vader te wreStanwyck en John Boles. ken, alle menschelijke en onmenschelijke de boodschap brengen moest, had geen machten aan het werk te zetten, om aanhangers te winnen, een macht te vormen, adres achtergelaten. . . .! ..,,,. ,. Te midden van al die twijfelachtige figu- te strijden voor haar plannen en tegen hen, ren, generaals zonder leger, gelukzoekers en die Don Luis Maderos hadden gedood. Luitenant Rowan waagde het zich uiterst moordenaars, halve gekken en idealisten, te voorzichtig aan Raphaelita bekend te mamidden van een overweldigende vruchtbaarheid van den bodem, te midden van al dit ken. En beiden meenden steun aan elkander vreemde, dat hem. die Cuba voor den eer- te kunnen hebben, beiden zouden — zij het sten keer bezoekt, in zulk een verwarring met verschillende doelstelling — dezelfde kan brengen, kwam een wonderlijk perso- wegen kunnen gaan. Hoe zwierf hij. deze boodschapper van nage weldra op den voorgrond: sergeant Dory, een zeeman, die al sinds lang van zijn den President der Vereenigde Staten, deze schip was weggeloopen en die met een totaal i) Zie Het Weekblad Cinema en Theater verganen sombrero op het hoofd en met een nummer 653. „guyayabera" (een Cubaansch hemd van
roovers. overloopers, verraders, eenzame helden, schuwe vluchtelingen, boodschappers, handelaren, geheime agenten Alles krioelde dooreen. Geen dezer mannen vertrouwde zijn medemensch en als zij het zekere voor het onzekere wilden nemen, was het maar het beste, een kogel af te vuren. Een menschenleven was hier niet in tel. Het kraakte, het mischte, het ritselde in de rimboe, waar misschien het volgend oogenbhk de moordenaar stierf aan een slangenbeet, aan moeraskoorts, of een heimelijken messteek. . . . Cuba was vergiftigd! Op dit eiland, dat in vuur en vlam stond, ónder deze onbetrouwbare en heethoofdige eilandbewoners: geboren Cubanen, Spanjaarden, Yankees, Inboorlingen, Mulatten. Mestiezen, Zambo's, Quadronen en hoe zij verder mogen heeten. . . onder deze ondenkbare omstandigheden moest een jong officier, luitenant Rowan, zijn weg zoeken1). Deze jeugdige Amerikaan, die nooit te voren op Cuba was geweest, die geen Spaansch verstond en die bovendien een zwakke gezondheid had, had van den President der Vereenigde Staten, William Mc Kinley persoonlijk opdracht gekregen, een zekeren Garcia te zoeken en hem een boodschap te overhandigen. Maar niemand wist, waar deze Garcia te vinden kon zijn en de man zelf had er zijn grondige redenen voor, om zich schuil te houden! Misschien verborg hij zich in een grot aan de Noordkust, wellicht ook was hij verscholen in de drassige oerwouden in het Zuiden, of huisde hy in een der eindelooze armoewijken van Havanna, of van de kleinere steden als Bastia of Hormiguero. . Hoe hem te vinden? Reeds aan boord van het schip, dat luitenant Rowan naar het zoo gevaarlijke eiland moest brengen, bevonden zich spionnen. De kogels suisden hem al om de ooren, eer hij voet aan wal gezet had. En Garcia, wien hij Luis Maderos wordt ter dood gebracht.
heldhaftige Rowan, die nieM hooger stelde dan zijn ijzeren plicht, die gevaar noch dood achtte — hoe zwierf hy om zijn weg te vinden en zijn plicht te doen? Het Iaat zich niet navertellen. Door de groen-gouden schemering der tropische oerwouden, door de zuigende moerassen, waarin men immer dieper wegzakt, langs de onbetrouwbare aanwezigheid van de wonderlijkste zwervers, door de zwermen van myriaden gevaarlijke muskieten. langs tallooze gevaren, onoverwinnelijke moeilijkheden is hij gegaan, deze jonge man met zijn zwakke gezondheid, gedragen door zijn plichtsbesef en zijn heilige overtuiging: „Jt can be done!". En toen luitenant Andrew Sullivan Rowan er in geslaagd was, zijn taak te volbrengen en de boodschap aan Garcia te overhandigen, is h« als een nationale held geëerd en heeft men verklaard, dat Rowan eigenlijk de man geweest is. die den oorlog gewonnen had. Dit is. heel in het kort. de 'geschiedenis, die onder den naam „Een boodschap aan ^■arcia over de geheele wereld bekendheid verworven heeft. En zij leent zich bij uitstek voor verfilming, waarbij aan dit relaas der waarheid geen woord behoeft te worden toegevoegd, waarbij elke fantasie, iedere vertraaung totaal overbodig is. Niet alleen overbodig maar ook onjuist, want Andrew ;J:?Tn ueeft.in l?? jaren zön «lorieuzen tocht door het eiland beschreven in zijnboek: „Mow I carried the message to Garcia" De 20th Century-Fox Film Corp.. die de taak op zich nam, om dezen tocht, dit grandiooze avontuur te doen herleven, heeft voor de uitbeelding van de Rowan-figuur John Boles gekozen, voor die van Sergeant Dory, die merkwaardige figuur, koos men Wallace Beery; Barbara Stanwyck vertolkt de rol van Senorita Raphaelita. Men moet deze film zien in den stijl van dat barbaarsche land met zijn wilde, overuitbundige natuur, met zijn verschooierde en bandelooze soldaten en rebellen en met zijn . j . g u e r i 11 a. wat een klankrijk en welluidend woord is voor een op stuk van zaken wrang en afschuwelijk begrip! John Boles en Barbara Stanwyck.
MET MIJN VRIEND PIETERSEN Je hoort den laatsten tijd zoo weinig van huwelijken in Hollywood. Trouwen de filmsterren eigenlijk niet meer? „Natuurlijk wel! Maar ze gebruiken hun huwelijk misschien niet meer zoo zeer als reclame En gelukkig raken de scheidingen als „reclame-object" ook uit de mode." „Wie zijn er dan den laatsten tijd in het Amerikaansche filmparadijs al zoo in het Huwelijksbootje gestapt?" „Dat zijn er heel wat. Luister maar: Ronald Colman met de Engelsche filmster Benita Hume en Robert Taylor met Barbara Stanwyck. De beroemde regisseur Rouben Mamouhan verloofde zich met de even beroemde Paramount-actrice Gertrude Michael. Maar Jean Harlow, die reeds eenige malen getrouwd is geweest, deelde de pers mede, dat ze dolgraag met William Powell in het huwelyk zou treden en hij even graag met haar. Toch hebben zij beiden van het huwelijk afgezien. „Waarom dan?" „Jean vond. dat zulk een officieel huwelijk later, als je wil scheiden, zoo'n hoop VI
rompslomp meebrengt, Pietersen! Je' ziet Jean is een filmactrice met nogal wonderlijke ideeën. En ze zou beslist allang in ongenade gevalen zijn, als ze niet zooveel talent had. Want dat heeft ze ongetwijfeld, al is ze thans niet eens meer platina-blond." „Is er nog meer nieuws in USA?" „Twee bekende regisseuts zijn er kort na elkaar overleden." „Wie dan?"
Vraag driehonderd vijf en negentig Wat zijn isobaren? Wij stellen een hoofdprijs van f2.50 en vijf troostprijzen beschikbaar om te verdeden onder degenen, die ons goede antwoorden op deze vraag zenden. Oplossingen a.u.b. inzenden vóór 8 Sept.aan ons redactieadres: Galgewater 22. Leiden. (Abonné's uit overzeesche gewesten vóóf 8 Nov.). Op briefkaart of enveloppe s.v.p. duidelijk vermelden: Vraag 395. .^^
p cÄ Ä "uÄTr, ^^ LO S SIN G „Mister Dynamite" en „The great imper- Vraag * driehonderd een en negentig
sonation in scene gezet en Roberts regisseerde „Romance in Manhattan" en „The Orio" "W br0ke the bank of Monte „Ik heb gehoord, dat de acteur Paul Mum ook zoo ziek is. Is dat waar?" „Inderdaad is Muni ziek, maar gelukkig met ernstig. Hij is overwerkt en moet een paar maanden rust houden. Hetzelfde is bet geval met de filmster Dolores del Rio. Wat deze twee sterren aangaat, behoef je je gelukkig met ongerust te maken, Pietersen!
Wanneer men een vloeistof uit een flesch schenkt, ontstaat er boven de vloeistof een luchtledig, dat door de buitenlucht aangevuld wordt. Deze, in de vorm van uchtbellen naar binnen dringende buitenlucht veroorzaakt het gorgelend geluid. H Dn o0JfJd?,rijS Viel ten deeI aan den heer H. C. Middelkoop, Leiden. De troostprijzen aan den heer J. Weyerman, Den Haag; den heer S. Goldschmitz, Den Haag; mevrouw gutters, Rotterdam; den heer J. A. van Walsum, Den Helder; mejuffrouw H. Dullaart. Rotterdam.
1) Tom Brown en Frances Drake. 2) Na de aanrijding. 3) Tom Brown, Terry
ffi TY
Walker, Frances Drake en Randolph Scott. 4 tot 8) De dood loert langs den weg. -
V^-v
James Knox Betty Winslow Jackie Winslow
Paramount-film. Regi«: Charles Barton. Rolverdeeling:
Randolph Scott Frances Drake Tom Brown
Betty Winslow, dochter van een der grootste zakenlieden in de plaats harer inwoning, brengt door de roekelooze wijze waarop ze met haar auto langs de wegen suist, de veiligheid in de streek voortdurend in gevaar. In enkele weken tijd wordt ze viermaal aangehouden wegens te snel rijden en dan vindt de inspecteur van politie, de jonge James Knox, die juist een groote actie voert voor Veilig Verkeer, het tijd om haar eens een lesje te geven. Hij veroordeelt haar om een cursus te volgen in zijn verkeersschool, in de hoop dat dit haar wat voorzichtigheid zal leeren. Deze kennismaking tusschen den politieman en het jongemeisje is het begin van een ^^Ê^^^K'M romance, die echter wreed verstoord wordt door een auto-ongeluk, dat veroorzaakt wordt door Jackie Winslow, Betty's broer, die zoo mogelijk nog onverantwoordelljker rijdt dan zij. Jackie, die dronken aan het stuur zat. is tegen een bus met schoolkinderen opgebotst, waardoor een der kinderen gedood is. Omdat hij dronken was, neemt Betty de schuld op zich. Zij wordt gearresteerd. Als de dag der :erechtzitting nadert, 7 -gt Jackie haar, dat lij Knox gesproken heefCdie hem heeft beloofd, dat alles w ^ in orde zou komen. Het komt echter niet in orde, want Knox getuigt tegen haar. Betty begrijpt er niets van en denkt, dat |j^,, — , hij haar verraden heeft. Ze wist evenwel niet, dat Jackie gelogen heeft ^^^^HlSIPi ^"^sT?' *V4S\ en dat hij Knox in het ^^^^raÜÜ > * <||> \v geheel niet gesproken ^^^BHff^-' .... had. Dit komt eerst aan het licht, als hij — weer in dronkenschap — een tweede ongeluk veroorzaakt en dan tegelijkertijd verraadt hoe ook het eerste zijn schuld was. Betty ziet, dat zij Knox verkeerd beoordeeld heeft en dat haar liefde nog onveranderd is. En zoo toont het einMBH MHMft^^... .. _ de der film ons twee jonge menschen, die besluiten voortaan samen door het leven te gaan! .
"
Sthevenmösche kroniek w
XII
u de weergoden, terwijl wij dit schrijven wederom wat gunstiger over ons denken, dan zij dat in langen tijd gedaan hebben, zijn er gelukkig weer velen naar onz« he'erlijke zeekust getrokken. Wel hoort men in onze badplaatsen algemeen klagen, dat zelfs een hittegolf voor de rest van dit seizoen het in de eerste helft verlorene nog niet compenseeren zou, niettemin geldt ook hier het bekende gezegde ,,allc beetjes helpen": al is het dan ook maar helpen om het verlies zoo klein mogelijk te maken! De exploitanten van onze zeebadplaatsen, die toch al zoozeer van de moeilijke tijdS' omstandigheden te lijden hebben — waarop bezuinigt men eerder, dan op amusement? —■ hebben het dit jaar waarlijk wel zeer zwaar te verduren gehad. Het is daarom te hopen, dat de rest van het seizoen nog zooveel mogelijk gasten brengen zal. Na deze commercieele ontboezeming willen wij toch nog even op ons weer-praatje terugkomen en dat wel om te betuigen, dat ook hier geldt „les absents ont tort". Al moge het misschien niet zoo lijken op het eerste gezicht, ook bij minder mooi weer heeft Scheveningen zijn attracties. Wij willen niet eens spreken van de concerten, het cabaret of het circus, die immers ook bij mooi weer altijd voortgang vinden, doch wij MILLS BROTHERS doelen op andere zaken. Bij winderig weer, als de lucht zoo zwaar bewolkt kan zijn, dag:en met stevigen wind uitzoeken. De dat het weer beter zal blijven. Laten we dan dat men in meer poëtische taal van wolkerfZuidwest-duinen zijn werkelijk veel te wei- in de hoop daarop eens nagaan wat er in gevaarten spreekt, dan is een stevige duinnig bekend en dat, terwijl hun schoonheid Scheveningen op kunstgebied en wel in het wandeling iets heerlijks. Als men dan achter zich zelfs met die van Vlieland of Schoorl bijzonder op muziek-gebied in den laatsten meten kan! langs de Haagsche watertoren, langs het tijd geweest is en nog te wachten staat. buitenverblijf van H. M. de Koningin, de Voor den waren liefhebber is een fiksche Allereerst moet dan het optreden van de Ruygenhoek, naar Meyendell loopt, of voor regenbui al evenmin een bezwaar voor bad- beroemde Mills Brothers vermeld worden. enthousiasten nog verder naar het Wasscplaatsen-bezoek. Men moet eens een keer Voor een met jazz-liefhebbers propvol genaarsche Slag, wel, dan heeft men geen gedurende een slagregen in zee gebaad heb- vulde zaal trad dit phenomenale kwartet op. slecht besteden dag. ben, om te weten, wat dit voor een aange- Zooals bekend, is er onlangs één der vier Ook voor wandelingen langs het strand, name sensatie meebrengt! gebroeders overleden. Zijn plaats is door eveneens bijvoorbeeld naar het WassenaarWij mogen dan nu gepoogd hebben u papa Mills ingenomen en de samenwerking sche Slag, of naar het Zuiden, voorbij de duidelijk te maken, dat ook bij slecht weer heeft daar in het geheel niet onder te lijden haven beginnende naar ter Heide, Monster voor Scheveningen nog niet alles verloren gehad. Hun kunnen is nog steeds even beof Hoek van Holland, moet men eigenlijk is, we hopen niettemin even hartelijk als gij. wonderenswaardig, slechts betreurde het auditorium het, dat dit viertal maar zoo weinig nummers zong, al waren het er alles bij elkaar nog tien of twaalf! Dan vermelden wij het optreden van den bekenden pianist Arthur Rubinstein, gevolgd door de altijd geliefde zangers en zangeressen van de Italiaansche Opera. De serie declamatie-avonden, een zeer toe te juichen nouveauté in de Kurzaal, welke zijn aangevaingen met het optreden van mevrouw Alida Tartaud en eenige dagen later gevolgd door de voordrachten van Joanna Diepenbrock, die werken van haar vader zegde, werd voortgezet met een avond gegeven door Yvette Guilbert, de eeuwig-jeugdige Fransche diseuse. Een avond, gedurende welke de bekende dedamator uit de Duitsche school Ludwig Wüllner ons van zijn kunst zal doen genieten, staat nog op het programma. Het optreden van den pianist Moritz Rosenthal is voorts ook nog te wachten. Ten slotte zal men de vorig jaar onderbroken traditie weer voortzetten en het seizoen sluiten met de uitvoering van Beethovens geweldige negende symphonie met volledig slotkoor. We hebben hiermee slechts een korten indruk willen geven, van wat er te Scheveningen nog te genieten valt naast dat, wat men er reeds genoten hèèft! R.
■\.-. -.^ ■>.
,-
■
■■
'
ALS HET LEVEN EEN MISLUKKING WORD! DE GRÄAB VAN BOURMONT ir n de reeks van biografische opstellen, j welke ons blad in dezen vorm heeft laten verschijnen, is bijna zonder uitzondering aangetoond, welke uiterst wonderlijke grillen het leven soms met ons menschen vóór heeft en hoe fantastisch de levensloop kan kronkelen. In deze rubriek hebben wij verhaald van schurken en helden, van uitvinders en geleerden, kunstenaars en zwakkelingen, van menschen zoo verscheiden, als zich maar droomen laat. Doch de geschiedenis van den graaf de Bourmont is wel een der zonderlingste, welke men zich kan denken. Een unicum mag zij niet worden genoemd, immers: zij vindt een merkwaardigen tegenhanger in den levensloop van Joseph Fouché, aan wien de schrijver Stephan Zweig een uiterst lezenswaardig boek heeft gewijd. Louis Auguste Victor de Ghaisnes, comte de Bourmont, maarschalk van Frankrijk, is de ongeloofelijke figuur, die het bestaan heeft vrijwel evenveel eer als oneer te oogsten, roem en schande te doen afwisselen, een dapper soldaat en een laaghartig verrader te zijn en als het ware twee zielen, een goede en een slechte, in één lichaam te doen huizen. Deze Fransche edelman werd geboren op 2 September 1773 op het Chateau Bourmont in Anjou. Van zijn jeugd is weinig bekend, maar op reeds zeer jongen leeftijd kreeg hij een officiersplaats in het leger, waari« hij al op zijn vijftiende jaar tot eersten luitenant bevorderd werd. Dit behoeft niet aan zijn bijzondere verdiensten te worden toegeschreven en kan eerder worden geweten aan de onbillijke begunstiging van den hoogen adel onder Lodewijk XVI. Toen de Fransche revolutie uitbrak, was Bourmont adjudant van den prins van Condé, met wien hij naar Engeland vluchtte, zonder één poging te doen, om tegenweer te bieden aan de opstandelingen. Eerst iri 1794, toen hij blijkbaar berouw kreeg over die handelwijze, keerde hij naar Frankrijk terug en sloot zich aan bij de Royalisten, die zich in de Vendée verzetten tegen het revolutionnaire bewind. Daar toonde hij groote dapperheid, maar toen Bourmont bespeurde, dat de republikeinsche legers het stellig gingen winnen, liet hij de Vendeesche boeren in den steek en voegde zich bij de tegenpartij. Napoleon kreeg de macht in handen en Bourmont maakte, dat hij er bij kwam. Echter werd op Napoleon (toen hij nog slechts consul van de Eene en Ondeelbare Republiek was) de bekende aanslag met de heische machine gepleegd en tot de ernstigste verdachten behoorde Bourmont. Zijn naam werd steeds openlijker genoemd en ofschoon zijn schuld niet zonneklaar kon worden bewezen, kreeg hij den raad van al zijn vrienden, hals over kop te vluchten, nadat derechtbank hem verhoord had en hem niets ten laste had kunnen leggen. Deze raad werd door Bourmont opgevolgd, maar weldra werd hij ingehaald door kurassiers, die hem in den citadel van Besan?on gevangen zetten. Van 1803—1805 zat hij in dezen kerker, waar hij zich uiterst bemind wist te maken bij zijn medegevangenen en bij zijn bewakers. Daarna kreeg hij de kans te ontvluchten en hij vlood naar Portugal. Eenmaal in Lissabon aangekomen, ging hij stelselmatig roerende brieven schrijven aan officieren, die in Napoleons omgeving leefden, smeekend aan zijn onschuld in verband met den aanslag te willen gelooven. In 1808 wist één dezer officieren, Junot, een verzoening tusschen Bourmont en den keizer te bewerkstelligen, waarna hij tot overste benoemd werd en met een legertrein naar Napels gezonden. De moeilijke expeditie van zware stukken geschut, fouragewagens en andere logge voertuigen langs de moeilijk begaanbare bergpassen, verliep onder zijn leiding schitterend. In
(Nur ten oude gravure)
GRAAF DE BOURMONT, de stichter van het Fransche Vreemdellngen-legloan.
de veldslagen van 1813 en 1814 toonde Bourmont weer grooten moed en hij werd algemeen geëerd. Niemand wilde meer gelooven, dat deze man ooit iets onwaardigs zou hebben gedaan. Wegens zijn groote dapperheid werd hij tot divisie-generaal bevorderd en toen Napoleon gevangen genomen werd en op Elba geïnterneerd, was zijn droefheid groot. Toen Napoleon van Elba vluchtte en bij Marseille landde om zijn bekende „honderd dagen" te beginnen, stelde Bourmont zich weer onmiddellijk disponibel en was een *der vurigste Bonapartisten. Totdat hij door een toeval precieze kennis kreeg van de legeropstellingen der verbonden mogendheden, die bij Waterloo slag wilden leveren. In plaats van zijn keizer mede te deelen wat hij wist (waardoor deze wellicht den veldslag had kunnen winnen en de wereldgeschiedenis een geheel anderen loop zou hebben gehad!) deserteerde Bourmont en stelde zijn degen ter beschikking van den hertog van Wellington. De Engelsche legeraanvoerder vertrouwde den Franschman niet en liet hem zonder veel complimenten door een paar soldaten buiten het Britsche legerkamp zetten. Bourmont vertrok toen naar Gent en wist hier op goeden voet te komen met Lodewijk XVIII, die er in ballingschap de komende gebeurtenissen afwachtte. Toen Napoleon zijn macht verloor, ging Bourmont met Lodewijk XV1I1 mee naar Parijs. Hij behoorde tot hen, die maarschalk Ney veroordeelden en hij eischte het strengste vonnis tegen zijn vroegeren wapenbroeder. Er braken nu rustiger tijden aan, waarin Bourmont minder op den voorgrond trad, maar in 1823 werd hij met een legercorps naar Spanje gezonden, waar hij met bekwaamheid en krijgskunst groote overwinningen behaalde. Daarvoor w.erd hij beloond met den maarschalksstaf en het pairschap. Nu stond Bourmont op het toppunt van zijn macht en niemand durfde hem nog langer met den nek aanzien om de duistere plekken in zijn verleden. De maarschalk was echter inmiddels aan den drank geraakt en ging zich aan allerlei uitspattingen te buiten. In 1830 was het zóóver met hem gekomen, dat het noodig was, hem te verwijderen, om openlijk schandaal te vermijden. Dus verleende de koning hem het opperbevel over troepen, die in Noord-Afrika Fransche koloniën moesten veroveren en
wederom bleek, over welke buitengeWUIK bekwaamheden Bourmont beschikte. In enkele dagen tijds had hij Algiers onderwor pen en vervolgens ontwierp hij het geniale plan, dat nog steeds beschouwd wordt als een grandioos idee. Hij stichtte het Vreemdelingen-Legioen! Het principe om een leger van uitsluitend vreemdelingen te vormen, is daarbij niet het belangrijkste van zijn denkbeeld. Maar het idee, om eiken Legionnair toe te staan, den naam op te geven, die hem lust en hem niet naar zijn papieren te vragen, is oorzaak, dat het Legioen zulk een enormen opgang heeft gemaakt en nimmer om manschappen verlegen is geweest. De graaf van Bourmont, die na zijn Afrikaansche expeditie ook nog in Portugeeschen krijgsdienst is geweest en die in 1846 bij een braspartij overleed, is géén roemruchtige figuur en zijn naam wordt maar liefst vergeten. Maar zijn legioen bestaat nog steeds en is een legercorps geworden, dat een lange en eervolle geschiedenis achter zich heeft. Het heeft méér roem behaald dan zijn stichter. Overal en te allen tijde worden mannen gevonden, die hun verleden willen vergeten, hun sporen uitwisschen, en onderduiken in de nameloosheid. Zij melden zich aan bij het legioen, waar een strenge discipline heerscht, maar waar de soldaten — uitzonderingen daargelaten — goed behandeld worden en geen mensch kan meer zeggen, waar ze gebleven zijn, want de legeradministratie verraadt nimmer, wat zij weet, of ook wel niet weet Daardoor blijft er een waas van romantiek hangen over dit koloniale leger, dat edellieden en misdadigers, afgewezen minnaars en voortvluchtige bankiers, eenvoudige boerenzoons, werkloozen, avonturiers en maniakken in zijn gelederen telt. Ontelbaar zijn de verhalen, die over het legioen geschreven zijn en dikwijls raken zij kant noch wal. Doch in „Mimi Bluette" van den Italiaanschen schrijver Guido da Verona en ook in Ouida'S beroemden roman „Onder twee vlaggen" („Twee souvereinen gediend") vindt men volstrekt betrouwbare en uiterst boeiende beschrijvingen van het vreemdelingen-legioen en zijn soldaten. Vooral de laatstgenoemde wist met wonderbaarlijk veel kennis van zaken den geest dezer merkwaardige soldaten, hun schilderachtige omgeving en hun hardvochtige en listige vijanden uit te beelden. Maar ook wist deze Engelsche schrijfster den toestand duidelijk te maken, waarin een man er toe overgaat, dienst te nemen bij dit legioen en het behoeft geen verwondering te baren, dat haar boek thans verfilmd is, en wel door de 20th Century Fox Film. Bourmont is begonnen met een legermacht van veertigduizend man, die in den aanvang nog voornamelijk uit Franschen bestond. Thans echter — nu ongeveer dezelfde sterkte aangehouden wordt — zijn alleen de officieren van Fransche nationaliteit, terwijl er óók vreemde manschappen zijn. Er zijn Duitsche, Engelsche, Pooische, Italiaansche en gemengde regimenten. Alle landen ter wereld, China, San Salvador, België, Nederland, Transvaal hebben er hun vertegenwoordigers, het is werkelijk internationaal en de triestige, sombere, verraderlijke en onberekenbare figuur, Bourmont, heeft nimmer kunnen droomen, dat zijn denkbeeld in leven blijven zou. Hijzelf vergat zijn schepping terstond weer, om zich onder den Portugeeschen vorst Dom Miguel in vreemden krijgsdienst te begeven. Maar daar werd hij weldra ontslagen, wijl zijn liederlijk leven als een slecht voorbeeld voor zijn medeofficieren werd beschouwd. Hij, die zélf den avonturiersgeest in zich had en als vreemdeling ging strijden, schiep dit Legioen der Avonturiers !
T
Ik schaam me er heelemaal niet voor, waarom zou ik het ook doen, dat ik gaarne naar den bioscoop ga. Liefst naar films, goedgekeurd voor alle leeftijden. Ik heb nu eenmaal een kinderlijke natuur. In den bioscoop is 't altijd prettig. Zomers is 't er koel en 't regent er met door, zooals in mijn veranda, 's winters is het er lekker warm en 't rookt d'r niet, zooals in onze voorkamer. Dat doen alleen de bezoekers en aangezien ik mee doe, hindert het niet mij, maar alléén m'n vrouw. Ik zou hiermee kunnen sluiten en ter afwisseling constateeren; Vrienden en vriendinnen, hier is nou 'n geval, waarbij het advies^ dat hierboven prijkt, „Mensch erger je niet", zonder moeilijkheden kan worden toegepast. Omdat d'r geen enkele reden is om je te ergeren. Doch ... d'r schuilt ook hier een addertje onder 't gras. En ik zou geen Petrus Pruttelaar heeten en zijn, wanneer ik 't niet allang had ontdekt. Die filmmenschen schrikken voor niets terug. Dooden en levenden. Onmogelijkheden en mogelijkheden. Haat en liefde. Alles verschijnt op 't witte doek. 't Verbaast me, dat ze mij nog niet hebben aangezocht om langs de sprekendefilm te pruttelen, in plaats van 't schriftelijk te doen. Misschien zijn ze bang voor 't „vorstehjk" honorarium (vergeet alsjeblieft die aanhalingsteekens niet bij het woord *vorstelijk, m'nheer de zetter, m'n redacteur moest ereis denken, dat ik 't werkelijk meenl) Enkele weken geleden heb ik gelezen, dat ze nou ook een film hebben gemaakt met den vijfling uit Callèndes in den staat Ontario, die in Canada is, gelegen. Die vijf onnoozele kindertjes, waarover zooveel gepraat en gehandeld was, dat de staat Ontario de meiskens onder zijn directe hoede nam, zijn vijf filmstars geworden. Dat lijkt mij ergerlijk, 't Geval is alleen te verdedigen, doordat het vast is komen te staan, dat de dokter, die den vijfling onder zijn hoede heeft, op z'n achterste beenen is gaan staan om er voor te zorgen, dat de Quins, zooals de Amerikanen het stelletje noemen, behandeld bleven, zooals hij meende, dat het moest. Gelukkig. Nou kan ik ten minste ook die film gaan zien, als-tie in ons land wordt afgedraaid. PETRUS PRUTTELAAR. HIM-E1WTHOUSIASTEN T. K. «e ROTTERDAM. Heé verheugd on. eveneen«, cU£ er zooveel NederlancUche film» op séapel «laan. Johan Hees£ers zal nog In een film mei MarÉ« EggerÉh »pelen. Carola Mohn is niet getrouwd. 5. H. £« AMSTERDAM. Hierbij de ge. vraagde verjaardagen. Mae Marah 9 November. Vicéor McLaglen 11 December. Melvyn Dougla» 5 April. William Deamond debu. teerde in „Quo Vadia",
E. B. E. ie SITTARD. Hierbij de gevraagde adressen. Paula Wessely, HimmeN sérasse 20. Weenen. Clark Gable, Metro. eoIdwyn.Mayer.»£udio», Culver-Ciéy, Cali. fornie. Hermann Tbimig, Karolinengasse 9, Weenen. Niet vergeten een antwoordcoupon in ie. sluiten.
LAAT JE NIET ONTMOEDIGEN. Woorden van C. E. IJESTRA.
i
E. I. te NOORDWIJK. Dolores del Rio moet eenige maanden rust houden. De ouders van Shirley Temple wonen te Hollywood. Bedoelde film zal binnenkort in ons land vertoond worden. Alf Goddard is den SSsten November jarig. N. H. v. d. R. te 's-GRAVENHAGE. trik Charell was de regisseur van „Het Congres danst". Erich Pommer was de pro. ductieleider. Kurt Gerron heeft onder regie van Josef von Sternberg een belangrijke rol in „De blauwe engel" gespeeld. A. H. te AMSTERDAM. „xMayerÜng" i. een Fransche film, waarin Charles Boyer en Danielle Darrieux de hoofdrollen vertolken, t-harles Boyer is gehuwd met de Amerikaan, »ehe filmster Paf Paterson. Hij filmt ook wel eens bij de Paramount te Hollywood. ONTVANGEN BOEKEN Den Hertog—Euwe, Practische schaaklessen Tweede Deel. Vierde Druk, Uitg. G. B. van Goor Zonen Uitg. Mij. N.V.. Den Haae. Priis
^Pl
maakt zich een enkelen keer, puur voor tijdverdrijf, wel eens schuldig aan het schrijven van verhaaltjes, die hij dan zijn collega's en kennissen ter lezing geeft. „Dat was een pracht van een schurk, dien je in dat laatste verhaal hebt beschreven," complimenteerde hem dezer dagen een collega. „Hoe heb je in 's hemelsnaam zoo'n serie leelijke, onaangename eigenschappen bij elkaar gekregen ? Ik bewonder je fantasie 1" „Sstl" zei mijn neef, terwijl hij schichtig om zich heen keek. „Ik heb dien vent niet gefantaseerd. Ik heb alleen maar de dingen opgenoemd, die mijn vrouw altijd van mij zegt."
Muziek van HENK STUUROP.
?^
1.
Laat je niet ont-moe-di-gen. Want het geeft je niks.
p
i Hou je
PP
*—st
É
P tf«h f^ j Laat je hoofd niet han - gen,
P^P
'M ^ J>' EB
lie - ver fiks.
Loopt 't
je
ook
te - q en
/ 2-25.
Dit is het tweede deel van een cyclus van vier deelen, waarin het schaakspel van A tot Z behandeld wordt. De eerste twee deelen zijn speciaal voor beginners geschreven, terwijl het derde en vierde deel voor vergevorderden zijn. Verschillende openingen, die in de tegenwoordige meesterpractijk veel voorkomen, zijn in dit deel uitvoerig beb^pdeld: eveneens de vele strikvallen bij de openingen, waar beginners zoo dikwijls inloopen. Het vierde deel van dezen cyclus is geschreven voor hen, die het schaakspel reeds geheel onder de knie hebben en dit deel bevat interessante eindspelen. Deze boeken zijn werkelijk bedoeld als leerboeken ; er zijn talrijke diagrammen bij gedrukt om de opgaven te verduidelijken en de oplossingen van de diverse opgaven staan met toelichtingen achterin vermeld. Deze cyclus is het standaardwerk, dat iedere schaakspeler behoort te benutten. G. R. Neumann, Handleiding tot het Schaakspel, bewerkt door W. A. T. Schelfhout, 12e druk, prijs /0.90. Een voor beginners zeer leerzaam boek, waarin op onderhoudende wijze de verschillende stadia om een begrip van het spel te krijgen, worden toegelicht. Tevens zijn hier vele openingen behandeld, die den beginners een juist idee geven, hoe een partij begonnen moet worden. Verder zijn er eenige bekende partijen in opgenomen, toegelicht met diagrammen en duidelijke analyses. De beginnelingen worden in ieder opzicht bekend gemaakt met alle kleinere dingen, die noodig zijn om een goed speler te worden. Barbra Ring, Kleine Mette, Uitg. J. Philips Kruseman, Den Haag. Ing. /2.50; geb. M.50. Het boek van een kindje, dat lijdt onder de vervreemding, die tusschen de oudeb is ontstaan. Een beschrijving van een kinderzieltje, dat zich moet ontwikkelen in een sfeer, waarin geen harmonie bestaat. Else Raben, haar moeder, het bekoorlijke vrouwtje, verliefd op zichzelve, op mooie Weeren, op de prikkeling van het flirt-avontuur. Nelis Raben, de vader, die zichzelf vergooit, aan den drank verslaafd raakt en zelfmoord begaat. Het is geen gemakkelijke taak om deze situatie zoo te verwerken, dat het boek niet rauw, niet afstootend wordt. Barbara Ring verstaat deze kunst. En daarom is haar boek merkwaardig. Munnik teekende er een aantrekkelijken omslag voor. Letta Hengst verzorgde, met verdienste, de vertaling.
Echtgenoot: „Wat zou je doen, vrouwtje, als ik doodging?" Vrouw: „Ik geloof, dat ik bijna gek zou worden." Echtgenoot: „En denk je, dat je zoudt hertrouwen ?" Vrouw: „Ik zei toch, dat ik bijna gek zou worden!" Patiënt: „Zeg astublieft tegen den dokter, dat ik heel erge haast heb." Dienstbode: „Komt u maar binnen, mijnheer. De dokter houdt zijn patiënten nooit lang."
|||Ë|||ip| | p Ji | | gl | | | ;, | r—ï Met of zon - der schuld,
Wees niet
/7\
o - ver - haas - tig,
„Ben ik het eenige " „Lieveling," murmelde de jongeling, „vraag me niet of jij het eenige meisje bent, dat ik heb liefgehad. Dat weet je immers veel te goed." „Neen, .ik wilde je vragen, of ik het eenige meisje ben, dat jou heeft willen hebben," zei de jongedame. Nieuwe commensaal: „Toen ik wegging uit mijn laatste kosthuis, heeft de hospita gehuild!" Hospita: „Nu, dat zal ik heusch niet doen, hoor! Ik laat altijd vooruit betalen." „Een prettig welkom is dat!" zei de vader ontevreden, toen hij zijn zoon in de^ academiestad bezocht. „Nauwelijks ben ik uit den trein, of je vraagt me om geld." „Ja, maar yader, u zult toch moeten toegeven, dat de trein tien minuten te laat was." Jan Matroos: „Ik ga Nelly ten huwelijk vragen, maar er is èèn ding, dat mij eerst van het hart moet." Zijn maat: „En wat is dat dan?" fan Matroos: „Een getatoueerd meisjeskopje met „Marie" er onder." Egbert: Heb jij wel eens een teleurstelling in de liefde ondervonden, zeg?" Henry: „Ja, tweemaal ze^lfs. Het eerste meisje wees mij af en het tweede deed het niet."
%
2. Laat je niet ontmoedigen Dat is niks gedaan, 't Zou je dood bespoedigen. En wat heb je er aan!? Vóór- en tegenslagen Vallen elk ten deel. Hoe je ze gaat dragen Ja, dat scheelt heel veel.
Laat je niet ontmoedigen. Geen geknies, gezeur. Ga niet lamenteeren. Hou je goed humeur. Kniezen zal niet baten, Zeuren geeft je niet. En je doet je zelve, Nog maar meer verdriet.
MAISON ODIOT 7 Fabriek van Artistiek / Zilverwerk Gevestigd m 1690
4. Laat je niet ontmoedigen. Raak niet uitgeleefd. Denk dat lijd'lijk toezien Je geen kriezel geeft. Morgen is het anders. Zing en lach maar vrij Achter donkre wolken Schijnt de zon toch blij.
PLACE DE LA
ajj ELEINE.
PARIJS
Specialiteit voor geschenken in zilver en verzilverd metaal
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGBVOBRD NAAR ONTWERPEN UU ELKE STIJLPERIODE
XIV Red. en Adm. Galnewater 22, Lelden. T«!. 700. Postrekening 41880
Verstl.ijne «ekelUki — Pr^s per kwartaal f. 1.95