Octrooiraad
[
[email protected]
Nederland
nu
[19]
7409872
NL
[54]
Werkwijze voor het vacuümdlcht afsfüitem vsn elk der eerste uiteinden van een aantal holle transportorganen dia uit'tftonden in een verzamelkop, en werkwijze voor het detecteren van lekteen.
[51]
Int.CI2.: G21D1/02, G21C17/00, G01M3/00, G01M3/02.
[71]
Aanvrager: B.V. Neratoom te 's-Gravénhage.
[74]
Gem.: Dr. S. Rosenthal c.s. Vereenigde Octrooibureaux Bezuidenhoutseweg 105 's-Gravenhage.
[21]
Aanvrage Nr. 7409872.
[22]
Ingediend 22 juli 1974.
[32]
--
[33]
--
[31]
--
[23]
--
[61] -[62] --
[43]
Ter inzage gelegd 26 januari 1976.
De. aan dit blad gehechte stukken zijn een afdruk van de oorspronkelijk ingediende beschrijving met conclusie(s) en eventuele tekening(en).
B»TF» Feratoom 's-Graveiihage» Werkwijze voor het vacuffmdicht afslultéix van elk der eerste uiteinden van, een aantal holle transportorganen die uitmonden in een verzamelkop, en werkwijze voor het detecteren ran lekken.» •3e uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vacuümdicht afsluiten van elk der eerste uiteinden van een aantal holle transportorganen die uitmonden in een verzamelkop» De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een werkwijze voor het detecteren van lekken in een inrichting met een aantal holle transportorganen., waarvan de eerste- uiteinden uitmonden in een verzamelkop, waarbij men elk der eerste uiteinden vacuümdicht afsluit, elk der tweede uiteinden achtereenvolgens aansluit op een detector en pomp omvattend detectie-apparaat, en een detectiegas, waarvoor de detector gevoelig, is,, in de nabijheid van het uitwendige oppervlak van de transportorganen brengt» Een dergelijke werkwijze voor het detecteren van lekken is algemeen bekend» Bij aanwezigheid van een lek in het met het detectie-apparaat verbonden transportorgaan, zal het detectiegas via dit lek naar de detector stromen en aldus het lek worden gedetecteerd alsmede het lekke transportorgaan worden gelocaliseerd» In het algemeen worden de eerste uiteinden van de transportorganen elk vacuümdicht afgesloten door middel van ruVberafdichtingen,blindflensen, e»d» Deze bekende werkwijze voor het vacuümdicht afsluiten voldoet doorgaans goed bij inrichtingen, waarvan de eerste uiteinden van de transportorganen gemakkelijk van buitenaf toegankelijk zijn om vacuümdicht te kunnen worden afgesloten via rubberafdichtingen, blindflensen, e0d», en het aantal transportorganen betrekkelijk klein is» Bij inrichtingen waarbij dit niet het geval is, zijn daarentegen tijdrovende voorbereidingshandelingen vereist om deze eerste uiteinden aldus te kunnen afsluiten of neemt het afsluiten zelf veel tijd in beslag» Ken en ander kan zelfs een gedeeltelijke demontering van de inrichting met zich meebrengen» Deze moeilijkheden doen zich ia het bijzonder voor bij warmtewisselaars, welke deel uitmaken van een stoomgenerator van een met natrium gekoelde kernreactor» Hese v;aratewisselaars omvatten een betrekkelijk groot aantal (bijvoorbeeld 70} pijpen met geringe diameter (bijvoorbeeld van 20 mm), die in de
-
2 -
natriumruimte van de stoomgenerator zijn gelegen en met hun eerste en tweede uiteinden uitmonden in een eerste resp. tweede verzamelkop. De eerste verzamelkop kan worden verhonden met een watertoevoerleiding, zodat water in de pijpen kan stromen teneinde door warmte-overdracht vanuit het natrium via de wanden van de pijpen tot stoom te worden verhit. De tweede verzamelkop kan worden verhonden met een stoomleiding teneinde 'de gevormde stoom naar turbines te voeren, Voor een goed bedrijven van de kernreactor is Vereist dat zich in de pijpen van de warmtewisselaar geen lekken bevinden, waardoor het natrium recht10
streeks in aanraking zou komen met het water of de gevormde stoom. Anderzijds is het gewenst dat men in geval een lek aanwezig is zo snel mogelijk weet welke pijp lek is, opdat deze spoedig kan worden vervangen of hersteld en de reactor opnieuw in bedrijf kan worden genomen. Tot nu toe is het gebruikelijk om bij aanwezigheid van een
15
lek de eerste verzamelkop te scheiden van de watertoevoerleiding, en de eerste uiteinden stuk voor stuk op bekende wijze af te sluiten doorraiddelvan rubberafdichtingen, blindflensen e.d. Aangezien echter de in de eerste verzamelkop uitmondende eerste uiteinden een betrekkelijk groot aantal vormen en moeilijk toegankelijk zijn, ver-
20
eisen de voorbereidingshandelingen veel tijd en zijn deze derhalve kostbaar. De uitvinding beoogt deze nadelen op te heffen. Daartoe voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het vacuümdicht afsluiten van elk cler eerste uiteinden van een a'dntal holle transportorganen
25
die uitmonden in een verzamelkop, waarbij men de verzamelkop en/of de transportorganen gedeeltelijk vult met een afdichtingsmateriaal dat in vloeibare toestand in de verzamelkop wordt gebracht en vervolgens in de vaste toestand wordt omgezet. Hiertoe kan bijvoorbeeld worden gebruik gemaakt van een bij
30
de omgevingstemperatuur vloeibare kunststof welke men na inbrenging in de verzamelkop laat harden, of van een bij de omgevingstemperatuur vloeibaar afdichtingsmateriaal dat men na inbrenging in de verzamelkop laat bevriezen. Bij voorkeur wordt echter gebruik gemaakt van een bij de omgevingstemperatuur vast afdichtingsmateriaal dat . ner. voorafgaande aan de inbrenging in de verzamelkop door verwarming
vloeibaar maakt en na inbrenging c.oor afkoeling in de vaste toestand berugbrengt. TToor bet laatst bedoelde materiaal kan bijvoorbeeld was of woodsmetaal, maar bij voorkeur paraffine worden gekozen. Be uitvinding voorziet verder in een werkwijze voor bet detecteren van lekken van de in de aanhef bedoelde soort, waarbij men elk der eerste uiteinden vacuümdicht afsluit op de boven beschreven wijze. Be uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening, waarin de enkele figuur schematisch een warmtewisselaar toont, welk
deel
kan. uitmaken van een warmteoverdrachtsysteem van een met natrium gekoelde kernreactor. Zoals in de figuur is weergegeven omvat de warmtewisselaar een aantal pijpen 1 (slechts een gering aantal pijpen is weergegeven) die met hun eerste uiteinden 2 uitmonden in een eerste verzameïkop 4 en met hun tweede uiteinden 3 uitmonden in een tweede verzameïkop 5» In bedrijf is de eerste verzameïkop 4 gekoppeld aan een xxiet-weergegeven watertoevoerleiding, de tweede verzameïkop 5 gekoppeld aan een niet-weergegeven stoomleiding en zijn de pijpen 1 gelegen in de natriumruimte van de stoomgenerator. Wanneer'men een lek in de warmtewisselaar dient te localiseren wordt de watertoevoer afgesloten, de pijpen en de natriumruimte leeg gemaakt, waarna de pijpen eventueel met een van het detectiegas verschillend inert gas worden gevuld teneinde te voorkomen dat op de plaats van het lek een reactie zou optreden tussen achtergebleven natriumresten en in de lucht aanwezig zuurstof. Be tweede verzameïkop 5 wordt van de stoomleiding gescheiden, zodat de tweede uiteinden 3 van de pijpen 1 toegankelijk worden. Beze uiteinden worden afgedicht, bijvoorbeeld met rubber. "Vervolgens wordt de eerste verzameïkop 4 gevuld met een afdichtingsmateriaal dat in vloeibare toestand in de verzameïkop wordt gebracht en daarna in de vaste toestand wordt omgezet, zodat elk der eerste uiteinden 2 van de pijpen 1 vacuümdicht wordt afgesloten. Hierna worden de tweede uiteinden 3 één voor één op een niet-weergegeven detectieapparaat aangesloten dat een voor detectiegas gevoelige detector en een pomp omvat, en wordt detectiegas, bijvoorbeeld helium, in de lege natriumruimte gebracht.. "Wanneer een met het detéctie-apparaat verbonden pijp lek is, zal helium via het lek naar de detector stro-
4-
men, en wordt aldus de lekke pijp gelocaliseerd. Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding kan voor het afdichtingsmateriaal parafinne worden gekozen, dat zich "bij de omgevingstemperatuur in de vaste toestand "bevindt. Teneinde de paraffine 5
in vloeibare toestand in de verzamelkop 4 "te brengen kan men gebruik maken van een ballon uit rubber gevuld met verwarmd en zodoende vloeibaar geworden paraffine. Door de hals van de ballon over een op een op de eerste verzamelkop 4 aangebrachte aansluiting 6 te schuiven eri druk op de ballon uit te oefenen kan de vloeibare paraffine in de ver-
10
zamelkop 4 worden gebracht, waar de paraffine zal afkoelen tot de omgevingstemperatuur en zodoende weer in de vaste toestand zp,l overgaan. Teneinde te voorkomen dat de paraffine naar beneden in de watertoevoerleiding zal stromen kan vlak onder de aansluiting 6 een klep zijn aangebracht of, hetgeen de voorkeur verdient, een tweede aansluiting
15 7 via welke een ballon 8 in de verzamelkop 4 kan worden gebracht, waarna deze ballon wordt opgeblazen. Wanneer men de werkwijze voor het detecteren van een lek heeft beeindigd kan de paraffine uit de verzamelkop worden verwijderd door deze te verwarmen, waarbij het grootste gedeelte van de vloeibare paraffine weer terug in de op de 20 aansluiting 6 aangesloten ballon zal stromen. De overige paraffine zal, wanneer de warmtewisselaar weer in bedrijf wordt genomen, door het water worden afgevoerd en derhalve niet tot moeilijkheden aanleiding geven. In bedrijf zijn de aansluitingen 6 en 7 vacuümdicht afgesloten, bijvoorbeeld door middel van blindflensen. 25
Tenslotte wordt opgemerkt dat Ofschoon de uitvinding is toegelicht aan de hand van een warmteoverdrachtsysteem, welke deel uitmaakt van een stoomgenerator van een met natrium gekoelde kernreactor, het duidelijk zal zijn de uitvinding eveneens van toepassing is op andere warmtewisselaars en in het algemeen op alle inrichtin-
30 gen van de in de aanhef bedoelde soort.
74 0 9 8 7
C O N C L U S I E S
1.
Werkwijze voor het vacuümdic.t afsluiten van elk der eerste
uiteinden van een aantal holle tramf,1" rtorganen die uitmonden in een verzamelkop,met het kenmerk, dat mer. te verzamelkop en/of de transportorganen gedeeltelijk vult met eea' afdichtingsmateriaal dat in vloeibare toestand in de verzamelkopVordt gebracht en vervolgens in de vaste toestand wordt omgezet. 2.
Werkwijze volgens Conclusie 1, met het kenmerk, dat als af-
dichtingsmateriaal wordt gekozen eei stof die bij de omgevingstemperatuur vast is en bij een weinig vd'hoogde temperatuur vloeibaar is. 5.
Werkwijze volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat het
afdichtingsmateriaal paraffine omvefc. 4.
Werkwijze voor het detecteren van lekken in een inrichting
met een aantal transportorganen wairvan de eerste uiteinden uitmonden in een verzamelkop, waarbij mei elk der eerste uiteinden vacuümdicht afsluit, elk der tweede uitè.nden achtereenvolgens aansluit op een detector sn pomp omvattend detsctieapparaat, en een detectiegas waarvoor de detector gevoelig is in ie nabijheid van het uitwendige i oppervlak van de transportorganen b:.^sngt, met het'kenmerk, dat men elk der eerste uiteinden vacuümdiclr; afsluit door de werkwijze beschreven in conclusies 1-3 toe te passen.
7409872
water