Octrooiraad
noiATerinzagelegging nu 7606676 Nederland
[54]
Inrichting voor inwendige bestraling.
[51]
Int.CI2.: A61N5/10, G21K5/02.
[19] NL
[71] Aanvrager: Eric van 't Hooft te Leersum. [74]
Gem • Ir N.A Stigter c.s. Octrooibureau Los en Stigter B.V. Weteringschans 96 Amsterdam.
[21] Aanvrage Nr. 7606676. [22]
Ingediend 18 juni 1976.
[32]
--
[33]
--
[31]
--
[23]
--
[61 i
--
[62]
--
f43i
Ter inzage gelegd 20 december 1977
De adn dit blad gehechte stukken zijn een afdruk van de oorspronkelijk ingediende beschrijving met conclusie(s) en eventuele tekening(en).
1
N/27052-H/AKK
Eric van 't Hooft, te Leersum. Inrichting voor inwendige bestraling. De uitvinding heeft "betrekking op een inrichting voor inwendige "bestraling, voorzien van een verdeelorgaan voor het samenstellen van een kogelreeks uit radio-actieve en neutrale kogels, tenminste lén applicatorbuis, die in een te bestralen lichaamsholte kan worden gebracht, en een pneumatisch transportorgaan, waarmee een kogelreeks in een applicatorbuis gebracht en daaruit verwijderd kan worden. Bij een dergelijke inrichting kan de applicatorbuis deeluitmaken van een applicator van het fletoher-type bestaande uit drie divergerende buizen die in de te bestralen lichaamsholte kunnen worden gebracht en die elk radio-actief materiaal kunnen opnemen. Teneinde de bestraling nauwkeurig op de gewenste plaatsen te doen geschieden wordt het radio»actieve materiaal ingebracht in de vorm van een kogelreeks bestaande uit radio-actieve en neutrale kogels die tegen elkaar aan liggen. In de punten waar zich een radio-actieve kogel bevindt, heeft dan een bestraling plaats, terwijl geen bestraling plaatsheeft in de punten waar zich een neutrale kogel bevindt. De kogelreeks wordt vooraf samengesteld en pneumatisch naar de gewenste applicatorbuis overge» brachte Gewoonlijk bestaat elke kogelreeks uit een vast aantal, bij voorbeeld 48 kogels. De kogelreeks wordt door de pneumatische druk zover in de applicatorbuis geschoven, dat de voorste kogel tegen het uiteinde van de buis komt te liggen. Na afloop van de bestraling wordt de kogelreeks uit de applicatorbuis verwijderd door de uitoefening van een pneumatische druk in tegengestelde richting. Hiertoe kan de applicatorbuis dubbelwandig zijn uitgevoerd, zodat deze uit een inwendig kanaal en een mantel bestaat, waarbij de kogelreeks in het inwendige kanaal wordt opgenomen. De lucht voor het afvoeren van de kogels wordt hierbij over de buitenmantel aangevoerd, waarbij de buitenmantel aan het uiteinde van de applicatorbuis door een verbindingsopening op het inwendige kanaal is aangesloten.
7606676
V
Teneinde de bestraling op de juiste plaatsen te doen geschieden is het uiteraard gewenst, dat de kogels tijdens.de bestraling op hun plaats "blijven. Voor dit doel is het gebruikelijk de pneumatische druk waarmee de kogels zijn aangevoerd tijdens de be5
straling te handhaven, zodat de kogelreeks tegen het uiteinde van de applicatorbuis wordt gedrukt. Gebleken is, dat de kogels in de praktijk niet steeds op de juiste plaats blijven liggen en wel omdat de lucht waarmee de pneumatische druk wordt uitgeoefend langs de kogels van de kogelreeks
10
kan lekken, in het bijzonder omdat aan het uiteinde van het inwendige kanaal een doorlaatopening aanwezig is. Bovendien neemt door de genoemde lekkage het luchtverbruik 'aanmerkelijk toe, waarbij tevens een vervuiling kan optreden, aangezien de totale duur van de "bestraling onder omstandigheden
15
meer dan 40 uren per patient kan bedragen,. De uitvinding heeft ten doel deze nadelen op te heffen en een inrichting van de bovenaangedxd.de soort te verschaffen, waarbij de plaats van de kogels tijdens de bestraling volledig vast ligt en waarbij het luchtverbruik tot een minimum is beperkt.
20
Volgens de uitvinding is de inrichting hiertoe zodanig uitgevoerd, dat de applicatorbuis een eindgedeelte'met gereduceerde diameter heeft, waarvan de lengte met die van een kogelreeks overeenkomt en dat via een schouder in het overige gedeelte overgaat, waarbij elke ingebrachte kogelreeks wordt afgesloten door
25
een sluitkogel, die een grotere diameter dan de overige kogels heeft en door het eindgedeelte van de applicatorbuis niet wordt doorgelaten, zodat de sluitkogel tegen de schouder blijft liggen en de overige kogels op de juiste plaats houdt. De inrichting omvat in het algemeen een magazijn voor
30
de radio-actieve kogels en een magazijn voor de neutrale kogels, welke magazijnen over afsluiters in verbinding staan met het verdeelorgaan, met behulp waarvan de kogelreeks wordt samengesteld. Dit verdeelorgaan kan bestaan uit een reeks van wissels waarover de afsluiters met een bepaalde applicatorbuis kunnen worden ver-
35
bonden. Na afloop van de bestraling kunnen de kogels van de teruggevoerde kogelreeks hierbij worden toegevoerd aan een sorteerorgaan, dat de kogels weer op de juiste wijze over de beide magazij-
760667 6
3
nen verdeelt. De sortering kan bij voorbeeld langs magnetische weg geschieden doordat de neutrale kogels uit een magnetisch materiaal, hij voorbeeld uit roestvrij staal bestaan, terwijl de radio-actieve kogels niet-magnetisch zijn. Hierbij kunnen de kogels 5
langs een opening worden gevoerd, waarboven zich een permanente magneet bevindt, zodat de radio-actieve kogels in de opening vallen en naar het betreffende magazijn worden overgebracht, terwijl de neutrale kogels de opening passeren en via een tweede opening het bijbehorende magazijn bereiken.
10
Bij een doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvindüLg is nu aan elke applicatorbuis een tussenmagazijn toegevoegd, waarin de kogelreeks wordt samengesteld en waarheen deze na gebruik wordt teruggevoerd, welk tussenmagazijn met het sorteerorgaan in verbinding staat over een kanaal met een zo geringe diameter, dat de
15
sluitkogel niet wordt doorgelaten, maar in het tussenmagazijn blijft liggen. In het interval tussen twee bestralingen is dan in het betreffende tussenmagazijn steeds een sluitkogel aanwezig die bij het samenstellen van de kogelreeks hieraan kan worden toegevoegd.
20
Uiteraard is het voor het handhaven van de juiste posities van de kogels noodzakelijk, dat de sluitkogel tijdens de bestraling stevig tegen de schouder blijft liggen,, Om dit te kunnen controleren is het brede gedeelte van de applicatorbuis bij voorkeur aangesloten op een instelbare druk-
25
schakelaar waarmee kan worden vastgesteld of de pneumatische druk voldoende is om de sluitkogel tegen de schouder gedrukt te houden. Tegen de schouder is bij voorkeur een sluitring van een enigszins elastisch materiaal geplaatst die een goede aanligging van de sluitkogel waarborgt.
J0
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening waarin een uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven. Fig. 1 toont schematisch de organen voor het samenstellen van de kogelreeksen en voor het terugvoeren van de kogels na afloop van de bestraling»
35
Fig. 2 toont een langsdoorsnede van een applicatorbuis, waarvan een gedeelte afzonderlijk op een grotere schaal is getekend. In fig. 1 is met M1 het magazijn voor de neutrale kogels
760 6676
en met M2 het magazijn voor de radio-actieve kogels aangeduid» Deze magazijnen zijn elk over een "bijbehorende afsluiter A1 respectievelijk A2 verbonden met een verdeelorgaan, dat uit een aantal achter elkaar geschakelde wissels W1 tot W6 bestaat. De uitgangsleidingen van het verdeelorgaan kunnen elk over een "bijbehorende wissel HW worden verbonden met een bijbehorend tussenmagazijn TM. De tussenmagazijnen TM behoren elk bij een bepaalde applicatorbuis. In de tekening zijn zes tussenmagazijnen afgebeeld zodat twee applicatoren van het fletcher-type kunnen worden geladen. De kogelreeks wordt roor elke applicatorbuis in het bijbehorende tussenmagazijn samengesteld. Hiertoe worden de wissels ¥1 tot ¥6 zodanig ingesteld, dat de afsluiters A1 en A2 met het betreffende tussenmagazijn zijn verbonden waarna de afsluiters A1 en A2 volgens een voorafbepaald programma beurtelings worden geopend, zodat telkens een radio-actieve of neutrale kogel aan het tussenmagazijn wordt toegevoerd. De gevormde kogelreeks kan bij voorbeeld bestaan uit 48 kogels met eea diameter van 2 , 5 mm. In elk tussenmagazijn bevindt zich aanvankelijk een sluitkogel die aan de gevormde kogelreeks wordt toegevoegd. Deze sluitkogel is een neutrale kogel met een diameter van bij voorbeeld 3,0 mm. Zodra de kogelreeks gereed is wordt de wissel HW omgezet, zodat het tussenmagazijn TM wordt verbonden met de leiding L die naar de bijbehorende applicatorbuis voert. Vervolgens wordt met behulp van een ventiel V aan de onderzijde van het tussenmagazijn lucht toegevoerd, zodat de kogelreeks over de leiding L naar de applicatorbuis wordt gevoerd. Nadat de bestraling is beeindigd wordt de kogelreeks pneumatisch teruggevoerd naar het bijbehorende tussenmagazijn, waarna de wissels ¥1 tot ¥é enïï¥zodanig worden ingesteld, dat het tussenmagazijn in verbinding komt met het sorteerorgaan S., De leidingen waarover deze verbinding wordt gevormd, hebben een zo geringe diameter, dat zij slechts de normale kogels (met een diameter van 2,5 mm) kunnen doorlaten, maar dat de sluitkogel deze leidingen niet kan passeren,, Wanneer nu opnieuw lucht aan de onderzijde van het betreffende tussenmagazijn wordt toegevoerd, bewegen de normale kogels zich naar het sorteerorgaanfi,waardoor
7606676
zij op de juiste wijze over de magazijnen M1 en M2 worden verdeeld. Be sluitkogel blijft in het tussenmagazijn liggen. In fig. 2 is een applicatorbuis afgebeeld die dubbelwandig is uitgevoerd en derhalve bestaat uit een uitwendig kanaal 1 en een mantel 2. De kogelreeks 3 wordt in het inwendige kanaal gebracht, zodanig, dat de voorste kogel tegen het uiteinde van het inwendige kanaal komt te liggen. Eet inwendige kanaal is voorzien van een eindgedeelte met een gereduceerde diameter waarvan de lengte overeenkomt met die van een kogelreeks, bij voorbeeld van 48 kogels. Het eindgedeelte 4 gaat via een schouder 5 over naar het "bredere gedeelte van het inwendige kanaal. Tegen deze schouder kan een sluitring 6 van elastisch materiaal worden geplaatst. Bij het invoeren van de kogelreeks komt nu de sluitkogel 7 die een zo grote diameter heeft, dat deze niet in het eindgedeelte van het inwendige kanaal kan binnentreden tegen de sluitring 6 te liggen, waardoor de kogels met kleinere diameter worden opgesloten en hierdoor nauwkeurig op de juiste plaats worden gehouden. Na afloop van de bestraling wordt lucht toegevoerd aan de buitenmantel 2, welke lucht via een doorlaatopening 8 het inwendige kanaal bereikt, zodat de gehele kogelreeks naar he't tussenmagazijn TM wordt teruggevoerd. Teneinde te kunnen controleren of de kogels op ae juiste plaats blijven is op het brede gedeelte van het uitwendige kanaal 1 een instelbare drukschakelaar 9 aangesloten, waarmee kan worden vastgesteld of de pneumatische druk in het inwendige kanaal voldoende is om de sluitkogel 7 tegen de schouder 5 gedrukt te houden. Bij het wegvallen van de pneumatische druk kan eventueel door de drukschakelaar 9 een alarm worden gegeven. De drukschakelaar 9 kan tevens dienst doen om te controleren of er een lek aanwezig is, in welk geval de pneumatische druk niet kan worden opgebouwd.
760667 6
6
C O N C L U S I E S .
1. Inrichting voor inwendige bestraling, voorzien van een verdeelorgaan voor het samenstellen van een kogelreeks uit radio-actieve en neutrale kogels, tenminste één applicatorbuis, die in een te bestralen lichaamsholte kan worden gebracht, en een pneumatisch transportorgaan, waarmee een kogelreeks in een applicatorbuis gebracht en daaruit verwijderd kan worden, m e t
het
k e n m e r k , dat de applicatorbuis een eindgedeelte met gereduceerde diameter heeft, waarvan de lengte met die van een kogelreeks overeenkomt en dat via een schouder in het overige gedeelte overgaat, waarbij elke ingebrachte kogelreeks wordt afgesloten door een sluitkogel, die een grotere diameter dan de overige kogels heeft en door het eindgedeelte van de applicatorbuis niet wordt doorgelaten, zodat de sluitkogel tegen de schouder blijft liggen en de overige kogels op de juiste plaats houdt, 2. Inrichting volgens conclusie 1, voorzien van magazijnen voor radio-actieve en voor neutrale kogels, die over afsluiters, met het verdeelorgaan in verbinding staan, waarbij een sorteerorgaan de kogels van een teruggevoerde kogelreeks over de magazijnen verdeelt, m e t
het
k e n m e r k , 'dat aan elke
applicatorbuis een tussenmagazijn is toegevoegd, waarin de kogelreeks wordt samengesteld en waarheen deze na gebruik wordt teruggevoerd, welk tussenmagazijn met het sorteerorgaan in verbinding staat over een kanaal met een zo geringe diameter, dat de sluitkogel niet wordt doorgelaten, maar in het tussenmagazijn blijft liggen. 3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2 , m e t
het
k e n m e r k , dat het brede gedeelte van de applicatorbuis is aangesloten op een instelbare irukschakelaar, waarmee kan worden vastgesteld of de pnetimatische druk voldoende is om de sluitkogel tegen de schouder gedrukt te houden. 4. Inrichting volgens conclusie 1,2 of 3» i e t
het
k e n m e r k , dat tegen de schouder een sluitring van elastisch materiaal is geplaatst.
7606676
HW4
i M ^ w m
760667 6